Yamaha MagicStomp MK2 Handleiding

Type
Handleiding
26
Nederlandse
GUITAR EFFECTS PROCESSOR
Wat is er nieuw en verbeterd aan de MK2
[Deep Edit]
Met de zogenaamde “Deep Edit” functie van de MK2 kunt u alle effectparameters voor een patch
bewerken, u kunt instellen welke parameters worden geregeld door de drie knoppen op het toestel
en al deze instellingen opslaan in het geheugen. Met de oorspronkelijke MAGICSTOMP konden alle
bewerkingen en toewijzingen van bedieningsorganen op de computer gebeuren via het “Sound Editor
for MAGICSTOMP” programma. Met de MAGICSTOMP MK2 kunt u dezelfde handelingen uitvoeren,
maar dan op de MAGICSTOMP MK2 zelf.
Raadpleeg bladzijde 27 in dit boekwerkje voor meer informatie.
[PHONES aansluiting]
De PHONES aansluiting (stereo ministekker) stelt u in staat te oefenen of patches te bewerken
terwijl u het door de MAGICSTOMP geproduceerde geluid volgt via een hoofdtelefoon. (Uitgangs-
niveau/impedantie: –10 dBm/150 Ohm)
* Regel het volume met de volumeknop.
* Er wordt gewoon een signaal geproduceerd via de OUTPUT aansluiting wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
PHONES aansluiting
Wanneer u de geluidsweergave volgt via een hoofdtelefoon moet
u het volume zo instellen dat uw gehoor niet beschadigd kan raken.
[Automatische Feedback Reductie functie]
Mogelijk bij “AcousticMulti” effecttypen kan de Automatische Feedback Reductie (AFR) functie on-
middellijk worden gebruikt om storende feedback (rondzingen) te neutraliseren.
Raadpleeg bladzijde 29 in dit boekwerkje voor meer informatie.
27
Nederlandse
Deep Edit
Alle parameters van de geselecteerde patch kunnen worden veranderd. Samen met de mogelijkheid een
ander soort effecttype te selecteren kunt u met deze functie uw eigen patches maken.
q Druk op de [STORE/EXIT] toets.
“PRESS[STORE]1sec” zal verschijnen in de onderste helft van het display.
*
Als u op [STORE/EXIT] drukt wanneer er een voorgeprogrammeerde patch (Preset) is geselecteerd, zal het correspon-
derende gebruikersgeheugennummer (User Patch) automatisch worden geselecteerd om de gegevens onder op te slaan.
w Druk kort op de ON/OFF toets (binnen één seconde loslaten).
U bent nu in de Deep Edit functie en het display ziet eruit zoals hieronder afgebeeld.
* Als u ON/OFF langer dan 1 seconde ingedrukt houdt, zult u de Name Edit functie inschakelen ( Handleiding:
bladzijde 148).
e Gebruik de +/– toetsen om het parameter insteldisplay te selecteren.
De parameters voor de geselecteerde patch staan vermeld op verschillende pagina’s (schermen).
Met de “+” en “–“ toetsen kunt u naar volgende, respectievelijk vorige schermen bladeren.
* Raadpleeg de aparte “Effectenlijst” voor meer informatie over de parameters voor individuele effecten.
U01:DIST1
PRESS[STORE]1sec
0EDIT-KNOB0TYPEŸ
؇KNB1fiKNB2áKNB3
Deep Edit pictogram
ÿEDIT-PRM:02/07Ÿ
؇MID0fiTRE0áPRE0
of
Deep Edit pictogram
ÿEDIT-PRM:03/07Ÿ
؇VOL0fiSTE0áBASF
Parameter
Gebruik de knoppen onder het
display om de ingestelde
waarde te wijzigen.
Deep Edit pictogram
Dit pictogram geeft aan dat er hiervoor nog een
pagina bestaat.
Met “–“ kunt naar een voorgaande pagina gaan.
Dit pictogram geeft aan dat er hierna nog een
pagina bestaat.
Met “+“ kunt naar een volgende pagina gaan.
Parameter insteldisplay pagina
Hier ziet u pagina 3 van 7
ÿEDIT-PRM:02/07Ÿ
؇MID0fiTRE0áPRE0
ÿEDIT-PRM:04/07Ÿ
؇MIDFfiTREFáPREF
Vorige pagina Volgende pagina
28
Nederlandse
Parameters toewijzen aan de knoppen van het toestel
De parameters die worden geregeld door de instel-
knoppen van het toestel bij normaal gebruik worden
toegewezen aan de knoppen die worden aangege-
ven in de bovenste helft van het display (hier rechts
afgebeeld: de pagina voor [01/??]). Selecteer de
parameter voor de knop door de knop te verdraaien.
* Raadpleeg de aparte “Effectenlijst” voor meer informa-
tie over de parameters voor individuele effecten.
Veranderen van het effecttype
Als u op ON/OFF drukt wanneer het Deep Edit pictogram wordt weergegeven, kunt u het
hieronder afgebeelde Effecttype keuzedisplay openen.
Gebruik de +/– toetsen om het gewenste effecttype te selecteren.
* Wanneer het effecttype wordt veranderd, zullen eventueel gewijzigde gegevens worden gewist en worden de
standaardwaarden voor het nieuwe effecttype ingesteld.
* Raadpleeg de aparte “Effectenlijst” voor meer informatie over de parameters voor individuele effecten.
Nadat u het gewenste effecttype heeft geselecteerd, kunt u met [STORE/EXIT] terugkeren naar het
parameter insteldisplay en kunt u parameters toewijzen aan de instelknoppen van het toestel.
t Wanneer u klaar bent met instellen, kunt u uw wijzigingen nu opslaan in het geheu-
gen van uw MAGICSTOMP.
Op dit moment heeft het indrukken van [STORE/EXIT] hetzelfde gevolg als wanneer u op [STORE/EXIT]
drukt bij stap q van de procedure voor het opslaan van gegevens ( Handleiding : bladzijde 146).
Vanaf dit punt kunt u de resterende stappen van de procedure voor het opslaan van gegevens volgen.
* Om de gegevens terug te brengen in de oorspronkelijke toestand, kunt u op dit punt het opslaan annuleren en een
andere patch selecteren.
ÿEDIT-PRM:03/07Ÿ
؇08.2fiSTE0áBASF
0EDIT-KNOB0TYPEŸ
؇MSTRfiKNB2áKNB3
Naam parameter
23e effecttype van in totaal
63 effecttypes
ÿEDIT-FXT:23/63Ÿ
ØStereoDelay
Effecttype
r Verdraai de knoppen om de bijbehorende parameters in te stellen.
Bekijk welke parameters u wilt veranderen en gebruik vervolgens de knoppen onder het display om
de ingestelde waarden te veranderen. Als de stand van de knop niet overeenkomt met de waarde
voor de bijbehorende parameter, moet u de knop ronddraaien tot de stand wel overeenkomt met de
ingestelde waarde voor u deze kunt veranderen ( Handleiding : bladzijde 144).
Ingestelde waarde parameter
29
Nederlandse
ÿEDIT-FXT:63/63Ÿ
ØAcousticMulti
ÿEDIT-FXT:63/63Ÿ
AFR0FUNCTION0ON
Automatische Feedback Reductie (AFR) functie
Uw MAGICSTOMP is uitgerust met een zeer verfijnde Automatische Feedback Reductie functie (AFR)
om storende feedback (rondzingen) tegen te gaan.
* Onder “feedback” verstaan we in dit geval de situatie waarin een bepaalde door de versterker geproduceerde frequen-
tie oncontroleerbare resonanties veroorzaakt in de gitaar, waardoor het geluid gaat ‘rondzingen’.
De AFR functie van de MAGICSTOMP maakt gebruik van een filter dat de frequentie dat de feedback
veroorzaakt verzwakt om zo de feedback tegen te gaan. Er kunnen maximaal vijf van dergelijke filters
tegelijkertijd ingesteld en in werking zijn.
De AFR functie is alleen beschikbaar voor patches waarvan het effecttype is ingesteld
op “AcousticMulti”.
Inschakelen van de AFR functie
De MAGICSTOMP MK2 wordt af fabriek geleverd met de AFR functie uit (OFF; de functie is niet in
werking). Gebruik eerst de procedure hieronder om de AFR functie in te schakelen (ON; de functie is in
werking).
q Nadat u op [STORE/EXIT] heeft gedrukt, dient u twee keer op ON/OFF te drukken
om het “Effect Type Select” display in de Deep Edit functie te selecteren.
* Wanneer u de toets twee keer indrukt moet u deze beide keren direct, althans binnen één seconde, weer loslaten.
w Tot het volgende display verschijnt
dient u de ON/OFF toets ingedrukt te
houden (ongeveer vier seconden lang).
Het bovenstaande display zal ongeveer één seconde getoond worden, waarna het display dat was
geselecteerd voor er op [STORE/EXIT] werd gedrukt zal terugkeren.
* Volg de stappen q en w hierboven nog een keer om de AFR functie weer uit te schakelen.
De hierboven beschreven procedure geldt alleen voor patches van het effecttype
“AcousticMulti”. Bovendien geldt de ON/OFF instelling van de AFR functie voor alle
patches, en is dus niet apart instelbaar voor individuele patches.
Gebruiken van de AFR functie
Nadat u de AFR functie heeft ingeschakeld (ON) via de proce-
dure op de vorige bladzijde, zal het “« bewerkingspictogram ver-
schijnen voor patches die gebruik kunnen maken van de AFR
functie (patches met effecttype “AcousticMulti”).
* Het normale bewerkingspictogram “¤ verschijnt wanneer de AFR functie
is uitgeschakeld (OFF) of wanneer er een patch is geselecteerd van een ander effecttype dan “AcousticMulti”.
U011«Natural
ó‡BASSfiMID0áTRE
LET OP
Wees voorzichtig. Doorlopende feedback (rondzingen) bij hoge volumes kan uw
apparatuur beschadigen.
30
Nederlandse
Nadat u een patch heeft geselecteerd waarvoor de AFR functie in werking is, kunt u de onderstaande
instructies volgen voor het gebruiken van de AFR functie.
* De werking van de AFR functieschakelaar is in de Up/Down selectiefunctie anders dan in de Uitvoeringsfunctie.
q Bij feedback in de Up/Down selectiefunctie dient u op ON/OFF te drukken, terwijl u
in de Uitvoeringsfunctie de toets die correspondeert met de op dit moment gese-
lecteerde patch (–, ON/OFF, +) in dient te drukken.
* De hierboven beschreven bedieningsorganen (–, ON/OFF, +) kunnen niet worden gebruikt om effecten aan/uit te
zetten voor patches waarvoor de AFR functie in werking is.
De MAGICSTOMP zal automatisch de frequentie identificeren die de feedback veroorzaakt en een nog
ongebruikt filter inschakelen. Wanneer het filter de probleemfrequentie identificeert, zal er een display
verschijnen dat lijkt op het hieronder afgebeelde, waarna het display terugkeert naar de vorige toestand.
Ten teken dat de AFR functie in werking is, zal het ON/OFF lampje gaan knipperen in de Up/Down
selectiefunctie, terwijl in de Uitvoeringsfunctie het lampje van de toets (–, ON/OFF, +) voor de
geselecteerde patch zal gaan knipperen.
* Als het instellen van het filter mislukt, zal het volgende display verschijnen
voor er wordt teruggekeerd naar de vorige toestand.
w Als een enkel filter niet genoeg is om de feedback tegen te gaan, druk dan op de
toets zoals beschreven bij stap q en stel een tweede filter in. Er kunnen maximaal
5 van dergelijke filters worden ingesteld.
* Het volgende display zal verschijnen wanneer alle 5 de filters in gebruik
zijn.
De AFR instellingen worden niet samen met de patchgegevens opgeslagen. Bovendien
worden de AFR instellingen geannuleerd wanneer u een andere patch selecteert.
U96«Natural
AFR10F=00221Hz
U96«Natural
00CAN'T0DETECT
U96«Natural
0AFR0BAND0FULL!
U01:TUBE0DRIVE1
PRESS[STORE]1sec
r Nadat u de naam heeft veranderd, dient u
op de ON/OFF te drukken.
De MAGICSTOMP staat nu klaar voor de opslag-
functie.
Druk in
r Nadat u de naam heeft veranderd, dient u
op de [STORE/EXIT] toets.
De MAGICSTOMP staat nu klaar voor de opslag-
functie.
U01:TUBE0DRIVE1
PRESS[STORE]1sec
Druk in
[STORE/EXIT] toets
De ON/OFF schakelaar gebruikt bij stap r van “Een nieuwe naam geven aan een patch” op
bladzijde 149 in de handleiding van de oorspronkelijke MAGICSTOMP, is nu gewijzigd in de
[STORE/EXIT] toets (zie ook het voorbeeld hieronder).

Documenttranscriptie

GUITAR EFFECTS PROCESSOR Wat is er nieuw en verbeterd aan de MK2 [Deep Edit] Met de zogenaamde “Deep Edit” functie van de MK2 kunt u alle effectparameters voor een patch bewerken, u kunt instellen welke parameters worden geregeld door de drie knoppen op het toestel en al deze instellingen opslaan in het geheugen. Met de oorspronkelijke MAGICSTOMP konden alle bewerkingen en toewijzingen van bedieningsorganen op de computer gebeuren via het “Sound Editor for MAGICSTOMP” programma. Met de MAGICSTOMP MK2 kunt u dezelfde handelingen uitvoeren, maar dan op de MAGICSTOMP MK2 zelf. → Raadpleeg bladzijde 27 in dit boekwerkje voor meer informatie. [PHONES aansluiting] De PHONES aansluiting (stereo ministekker) stelt u in staat te oefenen of patches te bewerken terwijl u het door de MAGICSTOMP geproduceerde geluid volgt via een hoofdtelefoon. (Uitgangsniveau/impedantie: –10 dBm/150 Ohm) * Regel het volume met de volumeknop. * Er wordt gewoon een signaal geproduceerd via de OUTPUT aansluiting wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. Nederlandse PHONES aansluiting Wanneer u de geluidsweergave volgt via een hoofdtelefoon moet u het volume zo instellen dat uw gehoor niet beschadigd kan raken. [Automatische Feedback Reductie functie] Mogelijk bij “AcousticMulti” effecttypen kan de Automatische Feedback Reductie (AFR) functie onmiddellijk worden gebruikt om storende feedback (rondzingen) te neutraliseren. → Raadpleeg bladzijde 29 in dit boekwerkje voor meer informatie. 26 Deep Edit Alle parameters van de geselecteerde patch kunnen worden veranderd. Samen met de mogelijkheid een ander soort effecttype te selecteren kunt u met deze functie uw eigen patches maken. q Druk op de [STORE/EXIT] toets. “PRESS[STORE]1sec” zal verschijnen in de onderste helft van het display. * Als u op [STORE/EXIT] drukt wanneer er een voorgeprogrammeerde patch (Preset) is geselecteerd, zal het corresponderende gebruikersgeheugennummer (User Patch) automatisch worden geselecteerd om de gegevens onder op te slaan. U01:DIST1 PRESS[STORE]1sec w Druk kort op de ON/OFF toets (binnen één seconde loslaten). U bent nu in de Deep Edit functie en het display ziet eruit zoals hieronder afgebeeld. * Als u ON/OFF langer dan 1 seconde ingedrukt houdt, zult u de Name Edit functie inschakelen (→ Handleiding: bladzijde 148). 0EDIT-KNOB0TYPEŸ ؇KNB1fiKNB2áKNB3 Deep Edit pictogram of ÿEDIT-PRM:02/07Ÿ ؇MID0fiTRE0áPRE0 Deep Edit pictogram e Gebruik de +/– toetsen om het parameter insteldisplay te selecteren. De parameters voor de geselecteerde patch staan vermeld op verschillende pagina’s (schermen). Met de “+” en “–“ toetsen kunt u naar volgende, respectievelijk vorige schermen bladeren. * Raadpleeg de aparte “Effectenlijst” voor meer informatie over de parameters voor individuele effecten. Parameter insteldisplay pagina Hier ziet u pagina 3 van 7 Dit pictogram geeft aan dat er hiervoor nog een pagina bestaat. Met “–“ kunt naar een voorgaande pagina gaan. ÿEDIT-PRM:03/07Ÿ ؇VOL0fiSTE0áBASF Vorige pagina Parameter Gebruik de knoppen onder het display om de ingestelde waarde te wijzigen. Volgende pagina ÿEDIT-PRM:02/07Ÿ ؇MID0fiTRE0áPRE0 ÿEDIT-PRM:04/07Ÿ ؇MIDFfiTREFáPREF 27 Nederlandse Deep Edit pictogram Dit pictogram geeft aan dat er hierna nog een pagina bestaat. Met “+“ kunt naar een volgende pagina gaan. r Verdraai de knoppen om de bijbehorende parameters in te stellen. Bekijk welke parameters u wilt veranderen en gebruik vervolgens de knoppen onder het display om de ingestelde waarden te veranderen. Als de stand van de knop niet overeenkomt met de waarde voor de bijbehorende parameter, moet u de knop ronddraaien tot de stand wel overeenkomt met de ingestelde waarde voor u deze kunt veranderen (→ Handleiding : bladzijde 144). ÿEDIT-PRM:03/07Ÿ ؇08.2fiSTE0áBASF Ingestelde waarde parameter ● Parameters toewijzen aan de knoppen van het toestel De parameters die worden geregeld door de instelknoppen van het toestel bij normaal gebruik worden toegewezen aan de knoppen die worden aangegeven in de bovenste helft van het display (hier rechts afgebeeld: de pagina voor [01/??]). Selecteer de parameter voor de knop door de knop te verdraaien. 0EDIT-KNOB0TYPEŸ ؇MSTRfiKNB2áKNB3 * Raadpleeg de aparte “Effectenlijst” voor meer informatie over de parameters voor individuele effecten. Naam parameter ● Veranderen van het effecttype Als u op ON/OFF drukt wanneer het Deep Edit pictogram wordt weergegeven, kunt u het hieronder afgebeelde Effecttype keuzedisplay openen. Gebruik de +/– toetsen om het gewenste effecttype te selecteren. * Wanneer het effecttype wordt veranderd, zullen eventueel gewijzigde gegevens worden gewist en worden de standaardwaarden voor het nieuwe effecttype ingesteld. * Raadpleeg de aparte “Effectenlijst” voor meer informatie over de parameters voor individuele effecten. Nederlandse ÿEDIT-FXT:23/63Ÿ ØStereoDelay 23e effecttype van in totaal 63 effecttypes Effecttype Nadat u het gewenste effecttype heeft geselecteerd, kunt u met [STORE/EXIT] terugkeren naar het parameter insteldisplay en kunt u parameters toewijzen aan de instelknoppen van het toestel. t Wanneer u klaar bent met instellen, kunt u uw wijzigingen nu opslaan in het geheugen van uw MAGICSTOMP. Op dit moment heeft het indrukken van [STORE/EXIT] hetzelfde gevolg als wanneer u op [STORE/EXIT] drukt bij stap q van de procedure voor het opslaan van gegevens (→ Handleiding : bladzijde 146). Vanaf dit punt kunt u de resterende stappen van de procedure voor het opslaan van gegevens volgen. * Om de gegevens terug te brengen in de oorspronkelijke toestand, kunt u op dit punt het opslaan annuleren en een andere patch selecteren. 28 Automatische Feedback Reductie (AFR) functie Uw MAGICSTOMP is uitgerust met een zeer verfijnde Automatische Feedback Reductie functie (AFR) om storende feedback (rondzingen) tegen te gaan. * Onder “feedback” verstaan we in dit geval de situatie waarin een bepaalde door de versterker geproduceerde frequentie oncontroleerbare resonanties veroorzaakt in de gitaar, waardoor het geluid gaat ‘rondzingen’. De AFR functie van de MAGICSTOMP maakt gebruik van een filter dat de frequentie dat de feedback veroorzaakt verzwakt om zo de feedback tegen te gaan. Er kunnen maximaal vijf van dergelijke filters tegelijkertijd ingesteld en in werking zijn. De AFR functie is alleen beschikbaar voor patches waarvan het effecttype is ingesteld op “AcousticMulti”. LET OP Wees voorzichtig. Doorlopende feedback (rondzingen) bij hoge volumes kan uw apparatuur beschadigen. ■ Inschakelen van de AFR functie De MAGICSTOMP MK2 wordt af fabriek geleverd met de AFR functie uit (OFF; de functie is niet in werking). Gebruik eerst de procedure hieronder om de AFR functie in te schakelen (ON; de functie is in werking). q Nadat u op [STORE/EXIT] heeft gedrukt, dient u twee keer op ON/OFF te drukken om het “Effect Type Select” display in de Deep Edit functie te selecteren. * Wanneer u de toets twee keer indrukt moet u deze beide keren direct, althans binnen één seconde, weer loslaten. ÿEDIT-FXT:63/63Ÿ ØAcousticMulti w Tot het volgende display verschijnt dient u de ON/OFF toets ingedrukt te houden (ongeveer vier seconden lang). ÿEDIT-FXT:63/63Ÿ AFR0FUNCTION0ON * Volg de stappen q en w hierboven nog een keer om de AFR functie weer uit te schakelen. De hierboven beschreven procedure geldt alleen voor patches van het effecttype “AcousticMulti”. Bovendien geldt de ON/OFF instelling van de AFR functie voor alle patches, en is dus niet apart instelbaar voor individuele patches. ■ Gebruiken van de AFR functie Nadat u de AFR functie heeft ingeschakeld (ON) via de procedure op de vorige bladzijde, zal het “«” bewerkingspictogram verschijnen voor patches die gebruik kunnen maken van de AFR functie (patches met effecttype “AcousticMulti”). U011«Natural ó‡BASSfiMID0áTRE * Het normale bewerkingspictogram “¤” verschijnt wanneer de AFR functie is uitgeschakeld (OFF) of wanneer er een patch is geselecteerd van een ander effecttype dan “AcousticMulti”. 29 Nederlandse Het bovenstaande display zal ongeveer één seconde getoond worden, waarna het display dat was geselecteerd voor er op [STORE/EXIT] werd gedrukt zal terugkeren. Nadat u een patch heeft geselecteerd waarvoor de AFR functie in werking is, kunt u de onderstaande instructies volgen voor het gebruiken van de AFR functie. * De werking van de AFR functieschakelaar is in de Up/Down selectiefunctie anders dan in de Uitvoeringsfunctie. q Bij feedback in de Up/Down selectiefunctie dient u op ON/OFF te drukken, terwijl u in de Uitvoeringsfunctie de toets die correspondeert met de op dit moment geselecteerde patch (–, ON/OFF, +) in dient te drukken. * De hierboven beschreven bedieningsorganen (–, ON/OFF, +) kunnen niet worden gebruikt om effecten aan/uit te zetten voor patches waarvoor de AFR functie in werking is. De MAGICSTOMP zal automatisch de frequentie identificeren die de feedback veroorzaakt en een nog ongebruikt filter inschakelen. Wanneer het filter de probleemfrequentie identificeert, zal er een display verschijnen dat lijkt op het hieronder afgebeelde, waarna het display terugkeert naar de vorige toestand. Ten teken dat de AFR functie in werking is, zal het ON/OFF lampje gaan knipperen in de Up/Down selectiefunctie, terwijl in de Uitvoeringsfunctie het lampje van de toets (–, ON/OFF, +) voor de geselecteerde patch zal gaan knipperen. U96«Natural AFR10F=00221Hz * Als het instellen van het filter mislukt, zal het volgende display verschijnen voor er wordt teruggekeerd naar de vorige toestand. U96«Natural 00CAN'T0DETECT w Als een enkel filter niet genoeg is om de feedback tegen te gaan, druk dan op de toets zoals beschreven bij stap q en stel een tweede filter in. Er kunnen maximaal 5 van dergelijke filters worden ingesteld. * Het volgende display zal verschijnen wanneer alle 5 de filters in gebruik zijn. U96«Natural 0AFR0BAND0FULL! Nederlandse De AFR instellingen worden niet samen met de patchgegevens opgeslagen. Bovendien worden de AFR instellingen geannuleerd wanneer u een andere patch selecteert. [STORE/EXIT] toets De ON/OFF schakelaar gebruikt bij stap r van “Een nieuwe naam geven aan een patch” op bladzijde 149 in de handleiding van de oorspronkelijke MAGICSTOMP, is nu gewijzigd in de [STORE/EXIT] toets (zie ook het voorbeeld hieronder). r Nadat u de naam heeft veranderd, dient u op de ON/OFF te drukken. r Nadat u de naam heeft veranderd, dient u op de [STORE/EXIT] toets. De MAGICSTOMP staat nu klaar voor de opslagfunctie. De MAGICSTOMP staat nu klaar voor de opslagfunctie. U01:TUBE0DRIVE1 PRESS[STORE]1sec U01:TUBE0DRIVE1 PRESS[STORE]1sec Druk in Druk in 30
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Yamaha MagicStomp MK2 Handleiding

Type
Handleiding