© Danfoss | 2018.02 | 7
VI.LE.B5.0F
AME 110 NL, AME 120 NL
NEDERLANDS
Veiligheid
Om verwondingen van personen en
schade aan het apparaat te voorkomen
dient men deze instructies met aandacht
te lezen.
Montage, inbedrijfstelling en
onderhoudswerkzaamheden mogen alleen
door deskundig en erkend personeel uitgevoerd
worden.
Neem alle instructies betreffende
installatiecomponenten van andere fabrikanten
in acht.
Verwijder de afdekkap niet voordat de
voedingsspanning volledig is
uitgeschakeld.
Instructies voor verwijdering
Dit product moet worden ontmanteld en
de onderdelen moeten indien mogelijk worden
gesorteerd in verschillende categorieën voordat ze
worden gerecycled of als afval verwerkt.
Volg altijd de plaatselijke regelgeving voor
verwijdering van afval.
Montage ❶
De servomotor mag uitsluitend geplaatst worden
met de spindel van de AB-QM de in posities tussen
horizontaal en naar boven gericht.
De servomotor wordt op de afsluiter gemonteerd
d.m.v. het aandraaien van de gekartelde ring.
Hiervoor is geen gereedschap nodig. De gekar-
telde ring mag uitsluitend met de hand worden
vastgezet.
Bedrading ❷
* Verbind via een transformator met veiligheidsisolatie
(AC 24 V Connect via safety isolating transformer)
Raak niets aan op de printplaat!
Schakel de stroom uit voordat de
bedrading van de servomotor wordt
aangebracht! Dodelijke spanning!
Sluit de servomotor aan volgens het
aansluitschema.
* Rood (Red)
** Grijs (Grey)
*** Zwart (Black)
Automatische slaapstand
1. Als de servomotor AME 110 NL wordt gebruikt
met een voedingsspanning van 24V en niet is
gemonteerd op een AB-QM zal hij stilvallen in
gesloten stand en worden alle led-indicatoren
na 5 minuten uitgeschakeld.
2. Het is noodzakelijk om de spindel van de
servomotor in de bovenste stand te zetten
voordat hij wordt gemonteerd op
de AB-QM (raadpleeg hierover de
afbeeldingen over de handbediening)!
3. De automatische slaapstand schakelt over naar
het kalibratie proces als u op de RESET-knop
drukt of als de voedingsspanning wordt aange-
sloten.
Installatie ❸
1. Controleer of de servomotor op de afsluiter
past. De spindel van de servomotor moet in
de bovenste stand staan (fabrieksinstelling).
Controleer of de servomotor goed is bevestigd
op de afsluiter.
2. Breng de bedrading van de servomotor aan
volgens het bedradingsschema.
3 De richting van de spindel kan afgelezen
worden aan de positie van de indicator aan de
onderzijde van de servomotor❸①.
Instellingen van de DIP-schakelaars en
RESET-knop ❹
1) DIP-schakelaars ❹④
Fabrieksinstellingen:
ALLE schakelaars (behalve SW 2, die in de stand
ON staat) staan in de stand OFF!
OPMERKING: Alle combinaties van DIP-
instellingen zijn toegestaan. Alle gekozen
functies worden bij elkaar opgeteld.
SW 1: U/I - selectie van het type
ingangsstroom
Als deze in de stand OFF staat, wordt de ingangs-
spanning geselecteerd. Als deze in de stand ON
staat, wordt de ingangsstroom geselecteerd.
SW 2: 0/2 - Selectie van de sterkte van de
ingangsstroom
Als deze in de stand OFF staat, varieert de
ingangsstroom van 2-10 V (ingangsspanning)
of van 4-20 mA (ingangsstroom). Als er tijdens
normaal bedrijf in de 2-10 V / 4-20 mA-modus (stand
OFF) geen stuursignaal aanwezig is, blijft de motor
in de laatst bekende positie staan totdat er weer
een geldig stuursignaal aanwezig is.
Als deze in de stand ON staat, varieert de
ingangsstroom van 0-10 V (ingangsspanning)
of van 0-20 mA (ingangsstroom).
SW 3: D/I- Selectie van directe of
omgekeerde werking
Als deze in de stand OFF staat, is de werking van de
servomotor direct (de spindel wordt ingetrokken
naarmate de spanning toeneemt). Als deze in de
stand ON staat, is de werking van de servomotor
omgekeerd (de spindel wordt uitgetrokken
naarmate de spanning toeneemt).
SW 4: ---/Seq - Selectie van normale of
sequentiële modus
Als deze in de stand OFF staat, werkt de
servomotor met 0(2)-10 V of 0(4)-20 mA. Als deze in
de stand ON staat, werkt de servomotor met een
sequentieel bereik:
0(2) … 5 (6) V of
(0(4) … 10 (12) mA) of
(5(6) … 10 V) of
(10(12) … 20 mA).
SW 5: 0 … 5 V/5 … 10 V - ingangsstroom in
sequentiële modus
Als deze in de stand OFF staat, werkt de
servomotor met een sequentieel bereik 0(2)-5 (6)
V of 0(4)-10 (12) mA. Als deze in de stand ON staat,
werkt de servomotor met een sequentieel bereik;
5(6)-10 V of 10(12)-20 mA.
SW 6: LIN/LOG - Selecteren van lineaire of equi-
procentuele stroom door afsluiter.
Als deze in de stand ON staat, is de stroom
equiprocentueel met het stuursignaal.
Als deze in de stand OFF staat, is de klepstand
lineair met het stuursignaal.
SW 7: ---/ASTK - Antiblokkeerfunctie
Anti-blokkeerfunctie, dit zorgt ervoor dat de
afsluiter, wanneer er geen warmte- of koelvraag
is iedere 7 dagen eenmaal volledig geopend en
gesloten wordt. Dit om vastzitten van de afsluiter
te voorkomen.
Als deze schakelaar in de stand ON staat (ASTK),
wordt de beweging van de sluiter geactiveerd.
Als de schakelaar in de stand OFF staat (---), wordt
deze functie uitgeschakeld.
SW 8: Reset
Verandering van destand van de reset schakelaar
start het kalibratieproces.
OPMERKING: De RESET-schakelaar moet in de
stand OFF staan om de RESET-knop te activeren
(gedurende 2 sec. indrukken) zie ❹③.
2) RESET-knop ❹③
De RESET-knop op de printplaat heeft dezelfde
functie als de RESET-schakelaar SW 8.
Handbediening ❺
(enkel voor onderhoud)
Maak geen gebruik van de
handbediening wanneer de servomotor
onder spanning staat
- Verwijder de afdekkap ❺①
- Houd de knop (aan de onderkant van
de servomotor) ingedrukt ❺② tijdens
handbediening ❺③
- Plaats de afdekkap terug ❺④
- Plaats de servomotor op de afsluiter ❺⑤
Opmerking: Wanneer de servomotor weer
onder spanning wordt gezet, is er een ‘klik’
hoorbaar. Dit wil zeggen dat de aandrijving weer
in de normale positie staat.
Functietest
De leds
❹① (groen - richtingindicator),
❹② (rood - indicator voor reset en normale
modus) geven aan of de servomotor al dan niet in
werking is, wat de bedrijfstoestand is en of geeft
eventueel foutmeldingen.
Rode led:
• Geen licht
- geen bedrijf of geen voedingsspanning
• Continu aan
- normaal bedrijf
• Knipperlicht (0,5Hz)
- ontbrekend 2-10 V / 4-20 mA-stuursignaal
• Knipperlicht (1Hz)
- automatische afstelprocedure
• Knipperlicht (~ 3 Hz)
- voedingsspanning te laag
- tijd van het kalibratieproces is te kort wegens
tekleine spindelslag
- fout tijdens het kalibratieproces
Groene led:
• Spindel wordt uitgetrokken
(groenelidknippert een keer per sec.)
• Spindel wordt ingetrokken (groeneledcontinu
aan)
• De actuator heeft het setpoint volgens
hetY-signaal bereikt (led uit).
Afmetingen ❻