Garmin GRF 10 -perasinpalauteanturi Installatie gids

Type
Installatie gids
O piloto automático controla o leme.
6
Aguarde enquanto o piloto automático calibra o leme.
7
Seleccione uma opção:
Se a calibração for concluída com sucesso, seleccione
OK.
Se a calibração não for concluída com sucesso, repita os
passos 2 a 6.
Anexo
Especificações
Especificação Medida
Dimensões (A×L×P) 60,8 × 70 × 191,4 mm (2
15
/
64
× 2¾ × 7
17
/
32
pol.)
Peso 157 g (5,54 oz.)
Intervalo de temperatura De -15 °C a 70 °C (de 5 °F a 158 °F)
Material Polioximetileno (POM) à prova de água, de
acordo com as normas IEC 60529 IPX7
Comprimento do cabo 2 m (6½ pés.)
Extensão máx. do cabo 15 m (49 pés)
Até três extensões de 5 m (16 pés e 4 pol.)
Tensão nominal de
entrada
4,5–5,5 Vcc
Distância de segurança
em relação à bússola
1 m (103,2 pés)
Registar o seu dispositivo
Ajude-nos a dar-lhe a melhor assistência efetuando o registo
on-line ainda hoje!
Visite http://my.garmin.com.
Guarde o recibo de compra original ou uma fotocópia num
local seguro.
Contactar a Assistência ao Produto Garmin
Aceda a www.garmin.com/support e clique em Contactar
a Assistência para obter assistência no seu país.
Nos E.U.A., ligue para o (913) 397 8200 ou (800) 800 1020.
No Reino Unido, ligue para o 0808 2380000.
Na Europa, ligue para o +44 (0) 870 8501241.
GRF 10 - Installatie-instructies
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Installatie voorbereiden
LET OP
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
KENNISGEVING
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Inhoud van pakket
Item Beschrijving
À
GRF 10
Á
M4-schroef (×5)
Â
M6-borgmoer (×2)
Ã
M6-moer (×2)
Ä
Ring
Å
Roerarmbevestiging
Æ
Kogelverbindingscombinatie (×2)
Ç
Schroefdraadstang
Benodigd gereedschap
Boormachine en 3,2 mm (
1
/
8
inch) boor
8 en 10 mm moersleutels
10 mm dopsleutel
Metaalzaag voor het afzagen van een schroefdraadstang
Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
Meetlint
Potlood of markeerstift
Verlengkabels, indien noodzakelijk (pagina 15)
Montageoverwegingen
À
De sensor moet parallel aan de roerarm worden gemonteerd,
waarbij het roer zich midscheeps bevindt.
Á
De afstand tussen de rotatieas van het roer en de
kogelverbindingscombinatie moet hetzelfde zijn als de afstand
tussen de rotatieas van de sensor en de
kogelverbindingscombinatie.
Â
De rotatie-assen van de sensor en het roer moeten zijn uitgelijnd.
Ã
Het maximale bewegingsbereik van stop tot stop is 140° (70º vanaf
de middelste positie tot elke stop). De sensor kan beschadigd
raken indien u dit bereik overschrijdt.
14
Ä
De stang die sensor met de roerarm verbindt, is 300 mm (11,8
inch) lang en kan eventueel worden ingekort.
De stang moet horizontaal liggen als deze wordt aangesloten op de
sensor en het roer. Als een perfect horizontale installatie niet
mogelijk is, moet de stang worden geïnstalleerd binnen een
horizontale niveauafwijking van +/- 5º om correct te kunnen
functioneren.
Å
De stang moet loodrecht op de roerarm en sensor worden
gemonteerd, waarbij het tweede gat vanaf de punt van de sensor
voor de kogelverbinding is.
Het tweede gat verdient de voorkeur, maar de andere gaten mogen
ook worden gebruikt indien dit noodzakelijk is voor de
installatielocatie.
Verbindingsoverwegingen
Deze sensor kan worden aangesloten op een compatibele
Garmin stuurautomaat met een 12-pins feedbackconnector
voor het roer.
De kabel die is aangesloten op de sensor is 2 m (78 inch)
lang.
Eventueel zijn er verlengkabels voor de sensor
beschikbaar bij uw Garmin dealer.
Snijd de sensorkabel nooit door om deze te verlengen of
in te korten.
Installatieprocedures
De sensor installeren
Voor het beste resultaat houdt u het roer midscheeps tijdens het
installatieproces van de sensor.
1
Draai de sensor linksom zodat de pijlen aan de achterzijde
À
zijn uitgelijnd in het midden
Á
voordat u de montagegaten
markeert.
2
Plaats de sensor op de gewenste montagelocatie en
markeer het midden van de drie montagegaten.
3
Plaats de roerarmbevestiging op de gewenste locatie en
markeer het midden van de twee montagegaten.
4
Boor met een 3,2 mm (
1
/
8
inch) boor drie gaten in het
montageoppervlak voor de sensor en twee gaten in de
roerarm voor de roerarmbevestiging.
5
Bevestig een van de kogelverbindingscombinaties aan de
roerarmbevestiging met de bijgeleverde M6-borgmoer.
6
Plaats de andere kogelverbindingscombinatie in het
passende gat van de sensor (meestal het tweede gat vanaf
de punt) en bevestig deze met de bijgeleverde ring en
borgmoer en een 10 mm dopsleutel.
7
Zet de kogelverbindingscombinaties aan de voet vast met
een 8 mm sleutel.
8
Zet de sensor met de bijgeleverde schroeven vast aan het
montageoppervlak.
9
Meet met het roer midscheeps en de sensor in het midden
de afstand tussen de kogelverbindingscombinatie en de
locatie waar u de roerarmbevestiging wilt vastmaken aan de
roerarm.
10
Indien de bijgeleverde schroefdraadstang te lang is, moet
deze op de juiste lengte worden afgezaagd (pagina 15).
11
Draai beide standaard M6-moeren op de schroefdraadstang.
12
Draai de stang in de kogelverbindingscombinatie die aan de
sensor is bevestigd.
13
Draai het andere uiteinde van de stang in de
kogelverbindingscombinatie die aan de roerarmbevestiging
is gemonteerd.
14
Zet de roerarmbevestiging vast aan de roerarm met de
bijgeleverde schroeven.
15
Draai de M6-moeren op de schroefdraadstang vast tegen de
beide kogelverbindingscombinaties.
De schroefdraadstang afzagen
Indien de bijgeleverde schroefdraadstang te lang is voor uw
gewenste installatielocatie, moet deze worden afgezaagd.
1
Draai een van de bijgeleverde standaard M6-moeren op de
schroefdraadstang.
Gebruik geen van de bijgeleverde M6-borgmoeren.
2
Meet de schroefdraadstang af en markeer deze met
isoleertape.
3
Zaag de schroefdraadstang op de gemarkeerde locatie af
met een geschikte zaag.
4
Draai de bout van de schroefdraadstang af, door deze
linksom over het zaagvlak te draaien.
De moer trekt de eventueel door het zagen beschadigde
schroefdraad van de stang weer recht.
Het toestel aansluiten op de stuurautomaat
1
Voer de kabel van de sensor naar de oranje 12-pins
connector op de ECU van de stuurautomaat.
De montage-instructies die bij uw stuurautomaat zijn
geleverd helpen u te bepalen waar deze connector zich
bevindt.
Indien noodzakelijk zijn er verlengkabels beschikbaar.
2
Sluit de sensor aan op de stuurautomaat.
De sensor configureren
Wanneer de sensor is aangesloten op een Garmin
stuurautomaat, wordt deze geconfigureerd aan de hand van het
roer van de stuurautomaat.
OPMERKING: Indien er zich tijdens deze stappen een fout
voordoet, heeft de sensor mogelijk de maximale
bewegingsuitslag bereikt. Controleer of de sensor correct is
geïnstalleerd. Indien het probleem zich blijft voordoen, kunt
u deze fout omzeilen door het roer in de uiterste stand te zetten
waarbij er geen fout wordt gemeld.
1
Open de Dealer Mode door de procedures in de instructies
van uw stuurautomaat te volgen.
2
Selecteer Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration
> Steering System Setup > Rudder Sensor Setup in het
scherm Heading.
3
Plaats het roer zodanig dat de boot volledig naar stuurboord
zou varen en selecteer OK.
15
4
Nadat de stuurboordkalibratie is voltooid, plaatst u het roer
zodanig dat de boot volledig naar bakboord zou varen en
selecteert u OK.
5
Nadat de bakboordkalibratie is voltooid, plaatst u het roer in
de centrale stand, laat u het roer los en selecteert u Begin.
De stuurautomaat neemt de besturing van het roer over.
6
Wacht totdat de stuurautomaat het roer heeft gekalibreerd.
7
Selecteer een optie:
Indien het kalibratieproces met succes is voltooid,
selecteert u OK.
Indien het kalibratieproces niet met succes is voltooid,
herhaalt u stap 2 t/m 6.
Appendix
Specificaties
Specificatie Eenheden
Afmetingen (H×B×D) 60,8 × 70 × 191,4 mm (2
15
/
64
× 2¾ × 7
17
/
32
inch)
Gewicht 157 g (5,54 oz.)
Temperatuurbereik Van -15 °C tot 70 °C (5 °F tot 158 °F)
Materiaal Polyoxymethyleen (POM), waterdicht
volgens IEC-standaard 60529 IPX7
Kabellengte 2 m (6½ voet)
Max. verlengkabel 15 m (49 voet)
Maximaal drie verlengkabels van 5 m (16
voet 4 inch)
Nominale
ingangsspanning
4,5–5,5 Vdc
Kompasveilige afstand 1 m (3,2 voet)
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter
kunnen helpen.
Ga naar http://my.garmin.com.
Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Contact opnemen met Garmin Product Support
Ga naar www.garmin.com/support en klik op Contact
Support voor ondersteuningsinformatie in uw regio.
Bel in de VS met (913) 397.8200 of (800) 800.1020.
Bel in het VK met 0808 2380000.
Bel in Europa met +44 (0) 870.8501241.
GRF 10 Installationsvejledning
ADVARSEL
Se guiden Vigtige produkt- og sikkerhedsinformationer i æsken
med produktet for at se produktadvarsler og andre vigtige
oplysninger.
Installationsforberedelse
ADVARSEL
Bær altid beskyttelsesbriller, høreværn og støvmaske, når du
borer, skærer eller sliber.
BEMÆRK
Når du borer eller skærer, skal du altid kontrollere, hvad der er
på den anden side af overfladen.
Pakkens indhold
Vare Beskrivelse
À
GRF 10
Á
M4-skrue (×5)
Â
M6-låseskrue (×2)
Ã
M6-møtrik (×2)
Ä
Pakskive
Å
Rorpindsmontering
Æ
Kugleledssamling (×2)
Ç
Gevindstang
Nødvendigt værktøj
Bor og
1
/
8
tommer (3,2 mm) borehoved
8 og 10 mm skruenøgler
10 mm indsatspatron
Metalsav egnet til at skære en gevindstang
Nr 2 Phillips-skruetrækker
Målebånd
Blyant eller tusch
Forlængerkabler, hvis nødvendigt (side 17)
Overvejelser om montering
À
Sensoren skal installeres parallelt med rorpinden, mens roret er
midtskibs.
Á
Afstanden fra rorpindens roteringsakse til kugleledssamlingen skal
være den samme som afstanden fra sensorens roteringsakse til
kugleledssamlingen.
Â
Sensoren og rorets roteringsakse skal rettes ind efter hinanden.
Ã
Det maksimale bevægelsesområde fra stop til stop er 140° (70º fra
midterpositionen til hvert stop). Hvis dette område overskrides, kan
det medføre skade på sensoren.
16

Documenttranscriptie

O piloto automático controla o leme.‍ 6 Aguarde enquanto o piloto automático calibra o leme.‍ 7 Seleccione uma opção: • Se a calibração for concluída com sucesso, seleccione OK.‍ • Se a calibração não for concluída com sucesso, repita os passos 2 a 6.‍ Inhoud van pakket Anexo Especificações Especificação Medida Dimensões (A×L×P) 60,8 × 70 × 191,4 mm (215/64 × 2¾ × 717/32 pol.‍) Peso 157 g (5,54 oz.‍) Intervalo de temperatura De -15 °C a 70 °C (de 5 °F a 158 °F) Material Polioximetileno (POM) à prova de água, de acordo com as normas IEC 60529 IPX7 Comprimento do cabo 2 m (6½ pés.‍) Extensão máx.‍ do cabo 15 m (49 pés) Até três extensões de 5 m (16 pés e 4 pol.‍) Tensão nominal de entrada 4,5–5,5 Vcc Distância de segurança em relação à bússola 1 m (103,2 pés) Registar o seu dispositivo Ajude-nos a dar-lhe a melhor assistência efetuando o registo on-line ainda hoje! • Visite http:​/‍​/‍my​.garmin​.com.‍ • Guarde o recibo de compra original ou uma fotocópia num local seguro.‍ Contactar a Assistência ao Produto Garmin • Aceda a  www.garmin.com/‍support e clique em Contactar a Assistência para obter assistência no seu país.‍ • Nos E.‍U.‍A.‍, ligue para o (913) 397 8200 ou (800) 800 1020.‍ • No Reino Unido, ligue para o 0808 2380000.‍ • Na Europa, ligue para o +44 (0) 870 8501241.‍ Item À Á Â Ã Ä Å Æ Ç Beschrijving GRF 10 M4-schroef (×5) M6-borgmoer (×2) M6-moer (×2) Ring Roerarmbevestiging Kogelverbindingscombinatie (×2) Schroefdraadstang Benodigd gereedschap • • • • • • • • Boormachine en 3,2 mm ( 1/8 inch) boor 8 en 10 mm moersleutels 10 mm dopsleutel Metaalzaag voor het afzagen van een schroefdraadstang Nr.‍ 2 kruiskopschroevendraaier Meetlint Potlood of markeerstift Verlengkabels, indien noodzakelijk (pagina 15) Montageoverwegingen GRF™ 10 - Installatie-instructies WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.‍ Installatie voorbereiden LET OP Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.‍ KENNISGEVING Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt.‍ À Á Â Ã 14 De sensor moet parallel aan de roerarm worden gemonteerd, waarbij het roer zich midscheeps bevindt.‍ De afstand tussen de rotatieas van het roer en de kogelverbindingscombinatie moet hetzelfde zijn als de afstand tussen de rotatieas van de sensor en de kogelverbindingscombinatie.‍ De rotatie-assen van de sensor en het roer moeten zijn uitgelijnd.‍ Het maximale bewegingsbereik van stop tot stop is 140° (70º vanaf de middelste positie tot elke stop).‍ De sensor kan beschadigd raken indien u dit bereik overschrijdt.‍ Ä Å De stang die sensor met de roerarm verbindt, is 300 mm (11,8 inch) lang en kan eventueel worden ingekort.‍ De stang moet horizontaal liggen als deze wordt aangesloten op de sensor en het roer.‍ Als een perfect horizontale installatie niet mogelijk is, moet de stang worden geïnstalleerd binnen een horizontale niveauafwijking van +/- 5º om correct te kunnen functioneren.‍ De stang moet loodrecht op de roerarm en sensor worden gemonteerd, waarbij het tweede gat vanaf de punt van de sensor voor de kogelverbinding is.‍ Het tweede gat verdient de voorkeur, maar de andere gaten mogen ook worden gebruikt indien dit noodzakelijk is voor de installatielocatie.‍ Verbindingsoverwegingen • Deze sensor kan worden aangesloten op een compatibele Garmin stuurautomaat met een 12-pins feedbackconnector voor het roer.‍ • De kabel die is aangesloten op de sensor is 2 m (78 inch) lang.‍ ◦ Eventueel zijn er verlengkabels voor de sensor beschikbaar bij uw Garmin dealer.‍ ◦ Snijd de sensorkabel nooit door om deze te verlengen of in te korten.‍ Installatieprocedures De sensor installeren Voor het beste resultaat houdt u het roer midscheeps tijdens het installatieproces van de sensor.‍ 1 Draai de sensor linksom zodat de pijlen aan de achterzijde À zijn uitgelijnd in het midden Á voordat u de montagegaten markeert.‍ de punt) en bevestig deze met de bijgeleverde ring en borgmoer en een 10 mm dopsleutel.‍ 7 Zet de kogelverbindingscombinaties aan de voet vast met een 8 mm sleutel.‍ 8 Zet de sensor met de bijgeleverde schroeven vast aan het montageoppervlak.‍ 9 Meet met het roer midscheeps en de sensor in het midden de afstand tussen de kogelverbindingscombinatie en de locatie waar u de roerarmbevestiging wilt vastmaken aan de roerarm.‍ Indien de bijgeleverde schroefdraadstang te lang is, moet 10 deze op de juiste lengte worden afgezaagd (pagina 15).‍ 11 Draai beide standaard M6-moeren op de schroefdraadstang.‍ 12 Draai de stang in de kogelverbindingscombinatie die aan de sensor is bevestigd.‍ 13 Draai het andere uiteinde van de stang in de kogelverbindingscombinatie die aan de roerarmbevestiging is gemonteerd.‍ Zet de roerarmbevestiging vast aan de roerarm met de 14 bijgeleverde schroeven.‍ 15 Draai de M6-moeren op de schroefdraadstang vast tegen de beide kogelverbindingscombinaties.‍ De schroefdraadstang afzagen Indien de bijgeleverde schroefdraadstang te lang is voor uw gewenste installatielocatie, moet deze worden afgezaagd.‍ 1 Draai een van de bijgeleverde standaard M6-moeren op de schroefdraadstang.‍ Gebruik geen van de bijgeleverde M6-borgmoeren.‍ 2 Meet de schroefdraadstang af en markeer deze met isoleertape.‍ Zaag de schroefdraadstang op de gemarkeerde locatie af 3 met een geschikte zaag.‍ 4 Draai de bout van de schroefdraadstang af, door deze linksom over het zaagvlak te draaien.‍ De moer trekt de eventueel door het zagen beschadigde schroefdraad van de stang weer recht.‍ Het toestel aansluiten op de stuurautomaat 1 Voer de kabel van de sensor naar de oranje 12-pins connector op de ECU van de stuurautomaat.‍ De montage-instructies die bij uw stuurautomaat zijn geleverd helpen u te bepalen waar deze connector zich bevindt.‍ Indien noodzakelijk zijn er verlengkabels beschikbaar.‍ 2 Sluit de sensor aan op de stuurautomaat.‍ De sensor configureren 2 Plaats de sensor op de gewenste montagelocatie en markeer het midden van de drie montagegaten.‍ 3 Plaats de roerarmbevestiging op de gewenste locatie en markeer het midden van de twee montagegaten.‍ 4 Boor met een 3,2 mm ( 1/8 inch) boor drie gaten in het montageoppervlak voor de sensor en twee gaten in de roerarm voor de roerarmbevestiging.‍ 5 Bevestig een van de kogelverbindingscombinaties aan de roerarmbevestiging met de bijgeleverde M6-borgmoer.‍ 6 Plaats de andere kogelverbindingscombinatie in het passende gat van de sensor (meestal het tweede gat vanaf Wanneer de sensor is aangesloten op een Garmin stuurautomaat, wordt deze geconfigureerd aan de hand van het roer van de stuurautomaat.‍ OPMERKING: Indien er zich tijdens deze stappen een fout voordoet, heeft de sensor mogelijk de maximale bewegingsuitslag bereikt.‍ Controleer of de sensor correct is geïnstalleerd.‍ Indien het probleem zich blijft voordoen, kunt u deze fout omzeilen door het roer in de uiterste stand te zetten waarbij er geen fout wordt gemeld.‍ 1 Open de Dealer Mode door de procedures in de instructies van uw stuurautomaat te volgen.‍ 2 Selecteer Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration > Steering System Setup > Rudder Sensor Setup in het scherm Heading.‍ 3 Plaats het roer zodanig dat de boot volledig naar stuurboord zou varen en selecteer OK.‍ 15 4 Nadat de stuurboordkalibratie is voltooid, plaatst u het roer zodanig dat de boot volledig naar bakboord zou varen en selecteert u  OK.‍ 5 Nadat de bakboordkalibratie is voltooid, plaatst u het roer in de centrale stand, laat u het roer los en selecteert u  Begin.‍ De stuurautomaat neemt de besturing van het roer over.‍ 6 Wacht totdat de stuurautomaat het roer heeft gekalibreerd.‍ 7 Selecteer een optie: • Indien het kalibratieproces met succes is voltooid, selecteert u  OK.‍ • Indien het kalibratieproces niet met succes is voltooid, herhaalt u stap 2 t/m 6.‍ Appendix Pakkens indhold Vare Specificaties Specificatie Eenheden Afmetingen (H×B×D) 60,8 × 70 × 191,4 mm (215/64 × 2¾ × 717/32 inch) Gewicht 157 g (5,54 oz.‍) Temperatuurbereik Van -15 °C tot 70 °C (5 °F tot 158 °F) Materiaal Polyoxymethyleen (POM), waterdicht volgens IEC-standaard 60529 IPX7 Kabellengte 2 m (6½ voet) Max.‍ verlengkabel 15 m (49 voet) Maximaal drie verlengkabels van 5 m (16 voet 4 inch) Nominale ingangsspanning 4,5–5,5 Vdc Kompasveilige afstand 1 m (3,2 voet) Het toestel registreren Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter kunnen helpen.‍ • Ga naar http:​/‍​/‍my​.garmin​.com.‍ • Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek.‍ À Á Â Ã Ä Å Æ Ç Beskrivelse GRF 10 M4-skrue (×5) M6-låseskrue (×2) M6-møtrik (×2) Pakskive Rorpindsmontering Kugleledssamling (×2) Gevindstang Nødvendigt værktøj • • • • • • • • Bor og 1/8 tommer (3,2 mm) borehoved 8 og 10 mm skruenøgler 10 mm indsatspatron Metalsav egnet til at skære en gevindstang Nr 2 Phillips-skruetrækker Målebånd Blyant eller tusch Forlængerkabler, hvis nødvendigt (side 17) Overvejelser om montering Contact opnemen met Garmin Product Support • Ga naar www.garmin.com/‍support en klik op Contact Support voor ondersteuningsinformatie in uw regio.‍ • Bel in de VS met (913) 397.‍8200 of (800) 800.‍1020.‍ • Bel in het VK met 0808 2380000.‍ • Bel in Europa met +44 (0) 870.‍8501241.‍ GRF™ 10 Installationsvejledning ADVARSEL Se guiden Vigtige produkt- og sikkerhedsinformationer i æsken med produktet for at se produktadvarsler og andre vigtige oplysninger.‍ Installationsforberedelse ADVARSEL Bær altid beskyttelsesbriller, høreværn og støvmaske, når du borer, skærer eller sliber.‍ BEMÆRK Når du borer eller skærer, skal du altid kontrollere, hvad der er på den anden side af overfladen.‍ 16 À Á Â Ã Sensoren skal installeres parallelt med rorpinden, mens roret er midtskibs.‍ Afstanden fra rorpindens roteringsakse til kugleledssamlingen skal være den samme som afstanden fra sensorens roteringsakse til kugleledssamlingen.‍ Sensoren og rorets roteringsakse skal rettes ind efter hinanden.‍ Det maksimale bevægelsesområde fra stop til stop er 140° (70º fra midterpositionen til hvert stop).‍ Hvis dette område overskrides, kan det medføre skade på sensoren.‍
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Garmin GRF 10 -perasinpalauteanturi Installatie gids

Type
Installatie gids