Smeg ST 2 FABRD de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
LEIDRAAD VOOR HET GEBRUIK VAN DE VAATWASSER
Inhoudsopgave
1
1. Beschrijving van het bedieningspaneel ______________________ 2
2. Gebruiksinstructies ____________________________________ 11
3. Schoonmak en onderhoud ______________________________ 26
4. Oplossingen voor storingen in de werking __________________ 30
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw keuze voor dit product van
ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing aandachtig
door te lezen om op de hoogte te zijn van de meest geschikte
voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser.
De hier verstrekte reinigingsadviezen stellen u in staat om de prestaties
van uw vaatwasser altijd optimaal te houden.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de
gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningsorganen en de
juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.
Instructies Voor de Gebruiker
2
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
aanwezig op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De handelingen voor
het inschakelen, programmeren, uitschakelen enz. kunnen uitsluitend bij een
geopende deur plaatsvinden.
1
AAN/UIT TOETS
Door deze toets in te drukken wordt de machine onder spanning gezet.
2
CONTROLELAMPJE GESELECTEERD PROGRAMMA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het geselecteerde programma en
eventuele storingen (oplossingen voor de storingen).
3
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
Druk deze knop meerdere malen in om het gewenste programma te
selecteren.
4
INDICATOR REGELING HARDHEID WATER GEACTIVEERD
Het knipperende controlelampje wijst erop dat de machine in de
“regeling hardheid water” modus staat.
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN (afhankelijk van de modellen)
Bij aanwezigheid van het symbool zal het brandende controlelampje
wijzen op het onbreken van regeneratiezout.
5
CONTROLELAMPJE GLANSPOELMIDDEL BIJVULLEN
(afhankelijk van de modellen)
Het verlichte controlelampje geeft aan dat het glansspoelmiddel in de
machine op is.
6
DRUKKNOP EXTRA PROGRAMMA’S + EXTRA OPTIE
(lees paragraaf “EXTRA OPTIES”)
Deze drukknop regelt de selectie van de extra programma’s.
Wanneer u deze drukknop indrukt kunt u één van de vijf extra programma’s
gebruiken (zie tabel).
7
CONTROLELAMPJE EXTRA PROGRAMMAS
Het brandende controlelampje wijst erop dat één van de vijf extra
programma’s zal worden uitgevoerde (zie tabel).
Instructies Voor de Gebruiker
3
8
DRUKKNOP HYGIENE OPTIE + EXTRA OPTIE
(lees paragraaf “EXTRA OPTIES”)
Druk de knop in om de optie te activeren/desactiveren.
9
CONTROLELAMPJE HYGIENE OPTIE
Het brandende controlelampje geeft aan dat de functie is ingesschakeld.
10
HALVE BELADING DRUKKNOP
Wanneer u deze drukknop indrukt wordt de optie voor het wassen met
halve belading ingeschakeld.
11
CONTROLELAMPJE OPTIE “Flexi Tabs” (EXTRA OPTIE)
Het brandende controlelampje geeft aan dat de functie is ingesschakeld.
12
HALVE BELADING CONTROLELAMPJE
Het brandende controlelampje geeft aan dat de functie is ingesschakeld.
13
UITSTEL PROGRAMMA DRUKKNOP
Wanneer u deze drukknop indrukt k
unt het begin van het programma
uitstellen.
14
INFORMATIEDISPLAY
OPMERKING: De gebruikte symbolen en de vormgeving dienen ter
indicatie en zullen kunnen afwijken afhankelijk van het aangeschafte
model vaatwasser.
CHAKELEN VAN
DE MACHINE
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te selecteren
verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest geschikte
wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de mate van
bevuiling van de vaat.
Druk, als via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma
bepaald is:
de toets AAN/UIT (1) in en wacht tot het
PROGRAMMACONTROLELAMPJE (2) gaat branden;
toets de PROGRAMMAKEUZE (3) drukknop meerdere malen in tot
het controlelampje van het gewenste programma gaat branden;
de deur sluiten; na ongeveer 2" zal het programma starten, tijdens
het verloop ervan zal het betreffende CONTROLELAMPJE
knipperen (signalering programma in uitvoering).
Instructies Voor de Gebruiker
4
PROGRAMMATABEL
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT EN
BESTEK
PROGRAMMA’S
DUUR
VERBRUIK
MINUTEN
(1)
WATER
LITER
ENERGIE
KWh (1)
1 WEKEN
Pannen en vaatwerk in
afwachting van de
voltooiing van de belading
Koud voorwassen
15 3,5 0,02
2
KRISTALWERK
Weing vies kristalwerk,
porselein en gemengde
vaat.
Wassen op 45°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
Drogen
65
9,5 1,10
3 ECO (*)
EN 50242
Normaal vieze vaat, ook
met opgedroogde resten.
Wassen op 45°C
Koud spoelen
Spoelen op 55°C
Drogen
**
** **
4
AUTO 45-65
IEC/DIN***
Normaal vieze pannen en
vaat, ook met
opgedroogde resten.
Wanneer u het programma AUTOselecteert, zal de
vaatwasser het type vuil herkennen en de wasparameters
automatisch aanpassen. Het programma wordt beëindigd
met een droogfase.
5 ULTRA
CLEAN
****
Zeer vieze pannen en
vaat, ook met
opgedroogde resten.
Heet voorwassen
Wassen op 70°C
Koud spoelen (2)
Spoelen op 70°C
Drogen
160
15,5 1,70
BELANGRIJK: lees de tabel OPMERKINGEN EN VERWIJZINGEN op de volgende
pagina’s.
De programma
ULTRA CLEAN
eindigen met een toegevoegde antibacteriële spoelbeurt
die een verdere vermindering van het aantal bacteriën zal garanderen. Indien tijdens die
fase van het programma de temperatuur niet constant blijft (vanwege bijvoorbeeld het
openen van de deur of een stroomuitval), zullen de controlelampjes van de programma's
knipperen om aan te geven dat de antibacteriële werking niet gegarandeerd is.
Wanneer de deur van de vaatwasser geopend, of niet op correcte wijze
gesloten is, zal de wascyclus niet starten.
Instructies Voor de Gebruiker
5
QUICK TIME PROGRAMMA'S
(lees de paragraaf waarin de werking ervan wordt beschreven).
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT EN
BESTEK
AFWIKKELING
PROGRAMMA’S
DUUR
VERBRUIK
MINUUT
(1)
WATER
LITER
ENERGIE
KWh (1)
6 SNEL 27’
+
Weinig vieze vaat die
onmiddellijk na het
gebruik wordt
gewassen
Wassen op 38°C
Spoelen op 50°C
27 6,5 0,70
7
DELICAAT
SNEL’
+
Delicate, normal vieze
vaat.
Koud voorwassen
Wassen op 50°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
80
10,5 1,15
7 ECO
SNEL
+
Weinig vieze, delicate
vaat die onmiddellijk na
het gebruik gewassen
wordt.
Koud voorwassen
Wassen op 60°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
80
12,5 1,25
8
NORMAAL
SNEL
+
Normaal vieze die
onmiddellijk na het
gebruik gewassen
wordt.
Koud voorwassen
Wassen op 70°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
85
13 1,40
9
KRACHTIG
en SNEL
+
Normaal vieze,
gemengde vaat zonder
opgedroogde resten.
Wassen op 65°C
Koud spoelen
Spoelen op 7
50
10 1,20
BELANGRIJK: lees de tabel OPMERKINGEN EN VERWIJZINGEN op de volgende
pagina’s.
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
Instructies Voor de Gebruiker
6
OPMERKINGEN EN VERWIJZINGEN
I
Gebruik het
weken
uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
De opties kunnen niet met het weken programma worden gebruikt.
De ENERSAVE optie kan niet worden gebruikt met de weken- en
ultracleanprogramma’s en alle andere programma’s waarbij op het eind geen
droogcyclus is voorzien.
* Standaard wasprogramma volgens de
EN 50242
norm. Indien aanwezig moet de
ENERSAVE optie geselecteerd worden.
** Zie bijgevoegd blad
*** Referentieprogramma
IEC/DIN.
Indien aanwezig moet de
ENERSAVE
optie
geselecteerd worden.
**** Referentieprogramma voor de laboratoria. Wasmiddel:
20g
in het
doseerbakje
+
10g op de deur of als tablet. Indeling: zie de foto in de paragraaf “gebruik van de
manden”.
(1) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen varëren afhankelijk van de
temperatuur van het water en de omgeving en van het type en de hoeveelheid
vaat.
(2) 1 of 2 koude spoelbeurten, afhankelijk van het model.
VERWIJZINGEN naar de ENERGY LABEL die met de vaatwasser wordt
geleverd:
- Het jaarlijkse energieverbruik is gebaseerd op 280 cycli van het standaard
wasprogramma met koud water en verbruik van de laag-energieverbruik
modi. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de wijze waarop het apparaat
wordt gebruikt.
- Het waterverbruik is gebaseerd op 280 cycli van het standaard
wasprogramma. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de wijzen waarop
het apparaat wordt gebruikt.
- De informatie verwijst naar het EN 50242 STANDAARDPROGRAMMA
(aangegeven in de programmatabel); het meest doeltreffende programma
voor wat betreft het gecombineerde energie- en waterverbruik. Het
programma is geschikt voor normaal vieze vaat.
- Efficiëntieklasse van het drogen uitgedrukt op een schaal vanaf “G”
(minimale efficiëntie) tot “A” (maximale efficiëntie)
Instructies Voor de Gebruiker
7
1.2 Wasprogramma's
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
de waterkraan geopend is;
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
Waarschuwing:
Tijdens het begin fase van het wasprogramma, zijn de sproeiers nog niet
geactiveerd omdat deze pas 5 minuten na de start beginnen.
QUICK TIME PROGRAMMA’S
Geselecteerd samen met een ander wasprogramma (uitgezonderd het
weken programma), VERKORT deze optie DE DUUR van de cyclus met
minimaal 10% tot maximaal 55%, afhankelijk van de geselecteerde cyclus.
Druk, na de selectie van het gewenste programma, op de QUICK
PROGRAMMA OPTIE drukknop om hem te activeren (het
controlelampje gaat branden). De optie wordt op het eind van het
programma automatisch uitgeschakeld.
ENERSAVE
Deze optie maakt de verdere vermindering van het energie verbruik
mogelijk, dankzij het ondersteunende drogen waardoor de deur open gaat
aan het einde van de cyclus. Aan het einde van de wasbeurt, opent het
apparaat automatisch de deur, welke langzaam opengaat in een paar
secondes. Dit maakt het beste drogen mogelijk, zelfs met lage spoel
temperatuur, waardoor een belangrijke energie besparing mogelijk is.
Wanneer de deur volledig open is, klinkt er een kort geluid signaal wat
aangeeft dat de wascyclus is afgelopen. Enersave is automatisch
ingeschakeld in elk programma dat een afsluitend droog fase bevat (zie
programma tabel). Het is mogelijk om dit uit te schakelen voordat het
programma start.
Instructies Voor de Gebruiker
8
Als de functie geactiveerd is, verhinder nooit het open gaan van de
deur, maak de ruimte vrij welke nodig is voor de deur om open te gaan.
Forceer niet het sluiten van de deur voordat het einde van de cyclus
signaal klinkt, want dit zal het mechanisme beschadigen.
VERSPREIDE HALVE BELADING
Geschikt indien u slechts weinig vaat hoeft te wassen. Maakt een bezuinig
op het elektriciteitsverbruik mogelijk en beperkt de duur van het
programma. De vaat moet over beide korven verspreid worden geplaatst
en u moet minder afwasmiddel in het in het wasmiddelbakje doen dan
voor een volle belading.
EXTRA OPTIES
-
"
FLEXI TABS
"
-
Wanneer u tegelijkertijd de drukknoppen 6 + 8 indrukt (drukknop QUICK
TIME PROGRAMMAS + drukknop ENERSAVE optie), wordt de optie "
Flexi Tabs " geactiveerd, hetgeen wordt bevestigd door het gaan branden
van het bijbehorende controlelampje. De optie is geoptimaliseerd voor het
gebruik van vaatwasmiddelen met geïntegreerd zout en glansmiddel, in
de handel bekend als 3 in 1”, “alles-in-een” enz.; indien geactiveerd zullen
het eventueel reeds in de vaatwasser aanwezige zout en glansmiddel niet
worden gebruikt.
Opmerking: bij selectie van de " Flexi Tabs " drukknop is het normaal
dat de controlelampjes zout/glansmiddel blijven branden wanneer de
betreffende bakjes leeg zijn.
BELANGRIJK: de optie blijft geselecteerd tot u hem desactiveert door
gelijktijdig de drukknoppen 6 + 8 in te drukken en het controlelampje
uitgaat.
Wanneer de hardheid va
n het water is ingesteld op een waarde van
meer
dan H3 en de "Flexi Tabs" optie wordt geactiveerd, zal het bijbehorende
controlelampje gaan knipperen, en op een onjuiste instelling wijzen.
Gecombineerde producten zijn niet geschikt voor gebruik met al te “hard“
water; dit zal het gebruik van de optie niet verhinderen, maar de
wasresultaten zouden niet optimaal kunnen zijn.
Instructies Voor de Gebruiker
9
GEPROGRAMMEERDE START
U kunt u de start van het wasprogramma uitstellen om de werking van de
vaatwasser voor een bepaald gewenst tijdstip (bijv. ’s nachts) te
programmeren. Druk op de knop UITSTEL PROGRAMMA om de functie te
activeren en het uitstel van 1 uur weer te geven. Druk de knop vervolgens
meerdere malen in om het gewenste uitstel te kiezen tot maximaal 9, 12 of
24 uur, afhankelijk van de modellen.
Bij het sluiten van deur zal de vaatwasser een voorwas uitvoeren, op het
eind waarvan de eerder ingestelde "programma-uitstel" in werking treedt.
ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u, na de deur te
hebben geopend, de drukknop PROGRAMMAKEUZE (3) een paar
seconden lang ingedrukt houden tot de controlelampjes van de
programma's 4 en 5 gelijktijdig gaan branden (gekenmerkt met
"end").
De deur vervolgens weer sluiten.
Na ongeveer 1 minuut zal de vaatwasser naar de einde cyclus stand
gaan.
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om een programma waar de machine mee bezig is, te wijzigen, hoeft u
alleen maar de deur te openen en het nieuwe programma te selecteren.
Als u de deur weer sluit zal de vaatwasser automatisch het nieuwe
programma uitvoeren.
OM ENERGIE TE BESPAREN! EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
Was de vaat niet onder stromend water.
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
Spoel niet vooraf eerst af.
Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding
tot 60°C.
Gebruik de optie: ENERSAVE.
Instructies Voor de Gebruiker
10
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen
een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en
stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
de delicate vaat te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;
het afwasmiddel niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
Wanneer het nodig mocht blijken om tijdens het wassen de deur te
openen, zal het programma worden onderbroken, zal het betreffende
controlelampje blijven knipperen en zal een geluidssignaal erop wijzen dat
de cyclus nog niet is voltooid. U zult circa 1 minuut moeten wachten
voordat u de deur kunt sluiten om het programma weer te hervatten. Bij
het sluiten van de deur zal het programma weer worden hervat vanaf het
punt waarop het werd onderbroken. Het verdient aanbeveling om deze
handeling uitsluitend indien noodzakelijk uit te voeren, omdat het
onregelmatigheden in de afwerking van het programma zou kunnen
veroorzaken.
BEËINDIGING
Op het eind van het programma zendt de
vaatwasser een kort geluidssignaal uit en
zullen de programmacontrolelampjes nr. 4
en 5 (gekenmerkt met "end") knipperen.
Om de machine uit te schakelen moet de deur worden geopend en de
drukknop AAN/UIT (1) worden ingedrukt.
ENERGIEBEHE
ER
Na 5 minuten van inactiviteit (wassen cyclus beëindigd, onderbroken,
of ingesteld maar niet gestart), komt de vaatwasser in de stand-by modus
te staan om het energieverbruik te verminderen.
In deze status zal de weergave van de vaatwasser (controlelampjes of
displays, afhankelijk van de modellen) vertraagd plaatsvinden (1
ontsteking om de 5 seconden).
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste 20 minuten
wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om
te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen,
wordt het aangeraden om eerst de onderste korf en daarna pas de
bovenste korf leeg te halen.
Instructies Voor de Gebruiker
11
2. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de
volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
Regeling van de ontharder;
Vullen met het regeneratiezout;
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
2.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water
(hardheidsgraad van het water) is
verantwoordelijk voor de witte vlekken op de
opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd
mat zullen worden. De vaatwasser is
uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor
specifiek bestemd regeneratiezout, de
hardheids-elementen uit het water onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op
een hardheidsgraad van 3 (gemiddelde
hardheid).
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
20
wasbeurten moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder
heeft een capaciteit van ongeveer 1,7 Kg grof zout. Sommige modellen
zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij het
verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.
Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige dop
moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt zich
onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u
de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met behulp van
de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen. Alvorens de dop
weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de opening
verwijderen.
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien
van het zout, tevens een liter water in het reservoir te gieten.
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de dop goed is
afgesloten. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het
reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet
meer geldig.
Gebruik uitsluitend regeneratiezout voor vaatwassers voor
huishoudelijk gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten, het
reservoir niet volledig af.
ZOUT
Instructies Voor de Gebruiker
12
Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-oplosbare substanties
bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen
beschadigen.
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij vóór u het wasprogramma
start; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk door
het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van zout
water in de waskuip kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt: de
aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen.
REGELING VAN DE ONTHARDER
De vaatwasser is uitgerust met een inrichting waarmee de waterontharder
ingesteld kan worden afhankelijk van de hardheid van het water. De
hardheid van het water wordt geselecteerd met de DRUKKNOP
PROGRAMMAKEUZE (3).
Voor de regeling moet u de drukknop langer dan 15 seconden ingedrukt
houden; de INDICATOR REGELING HARDHEID WATER (4) zal
knipperen terwijl de CONTROLELAMPJES GESELECTEERD
PROGRAMMA (2) aangeven dat de regeling is ingesteld. Afzonderlijke
drukken op de knop zal de keuze wijzigen volgens de opeenvolging van
de onderstaande tabel:
>
Instructies Voor de Gebruiker
13
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WAT
ER
REGELING
Duitse graden
(°dH)
Franse graden
(°dH)
0 - 6 0 - 11
Alle controlelampjes
uit
(geen zout)
7 - 10 12 - 18
Één controlelampje
aan
11 - 15 19 - 27
Twee
controlelampjes aan
16 - 21 28 - 37
Drie controlelampjes
aan
22 - 28 38 - 50
Vier controlelampjes
aan
29 - 35 51 - 62
Vijf controlelampjes
aan
36 - 50 63 - 90
Twee
controlelampjes aan
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de
hardheidsgraad van het water.
Na de regeling of weergave van de ingestelde waarde volstaat het de
knop slechts een paar seconden onberoerd te laten waarna de
vaatwasser automatisch de regelmodus zal verlaten om terug te keren in
de standaardstand.
2.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel
en het afwasmiddel
De doseerbakjes voor het
afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van
de deur: links dat van het
afwasmiddel en rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK programma, moet het afwasmiddelbakje vóór
iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld. Het
glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.
Instructies Voor de Gebruiker
14
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de
vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt automatisch
tijdens de laatste spoelbeurt aan het water
toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de
binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
Open de deur.
Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het
venstertje naast de dop moet helemaal donker worden. Vul weer
glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of het
controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat
branden.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot
schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld.
De dosering kan echter worden geregeld met behulp van de regelknop
op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn aan de stand van de
regelknop.
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼
slag linksom worden gedraaid en verwijderd.
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de
dosering in de gewenste stand.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden verhoogd als de
gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont
moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden verminderd.
Instructies Voor de Gebruiker
15
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop
P een weinig indrukken. Voeg het afwasmiddel toe en
sluit het deksel zorgvuldig af. Tijdens het wassen zal het
bakje automatisch worden geopend.
Wanneer u een programma met warme voorwas kiest (zie de
programmatabel), moet u een extra hoeveelheid afwasmiddel in de
holte G/H (afhankelijk van de modellen) doen.
Gebruik uitsluitend specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers. Het
gebruik van afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang
voor optimale wasresultaten.
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge
plek om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen
beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de
afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het
afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge
schuimproductie ervan de werking van de vaatwasser nadelig kan
beïnvloeden.
Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig
afwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het vuil,
terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar slechts
verspilling is.
Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die
onderling verschillen voor wat betreft hun chemische samenstelling
en die fosfaten kunnen bevatten of niet, die in dat geval zijn
vervangen door natuurlijke enzymen.
- Fosfaathoudende afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen
vetten en amide bij temperaturen van meer dan 60°C.
- De enzymen bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere
temperaturen actief (vanaf 40 tot 55°C) en zijn biologisch beter
afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere
temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders
pas bij programma's van 65°C mogelijk zouden zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van
afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor.
Instructies Voor de Gebruiker
16
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het
glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.
2.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
ór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het
aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot
de aard van de te wassen vaat en de plaatsing ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de
huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun
eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de
filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen,
verwijderen;
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande etensresten
laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze vervolgens in
de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder
stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede
wasresultaten.
Instructies Voor de Gebruiker
17
LET OP!
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen
en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet
belemmeren;
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de
sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten
altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten
schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze
elkaar anders zouden afdekken;
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in aanraking
zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
Houten pannen en couverts: kunnen beschadigd raken als gevolg
van de hoge wastemperaturen;
handwerkproducten: zijn slechts zelden geschikt om te worden
gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen
en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
plastic couverts: eventueel hittebestendige plastic couverts
moeten in de bovenste korf worden gewassen;
couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken te vormen;
aluminium vaat: vaat van geanodiseerd aluminium kan verkleuren;
glas en kristal: over het algemeen kunnen glazen en kristallen
voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter
glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden
en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij
altijd aan om het minst agressieve programma van de
programmatabel te kiezen;
vaat met decoraties: de in de handel verkrijgbare gedecoreerde
voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de
vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na
frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid
van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand
lang een paar elementen per keer te wassen.
Instructies Voor de Gebruiker
18
2.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van 13 couverts inclusief het
opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de
onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste
vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de
plaatsing van het servies, de pannen en de
koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle
vuile oppervlakken worden blootgesteld aan
de van onderen afkomstige waterstralen.
Met vaste supports
Om bij het laden van vaat van grote
afmetingen de ruimte in de korf zo goed
mogelijk te benutten zijn sommige modellen
in 2 of 4 sectoren uitgerust met wegklapbare
bordensupports.
Met wegklapbare supports
ACCESSOIRES ONDERSTE KORF
Sommige modellen hebben praktische accessoires voor de onderste korf
die een betere droging van de borden verzekeren. U vindt deze
accessoires in het daarvoor bestemde zakje; om ze te gebruiken hoeft u
ze alleen maar in de speciale openingen te steken zoals afgebeeld in de
tekening.
Instructies Voor de Gebruiker
19
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De
pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven
worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en dessertborden
altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of
middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie-
en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige plastic
voorwerpen.
Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen
er ook dienborden in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Laad de borden met de holle zijde naar voren; kopjes en holle recipiënten
moeten altijd met de opening naar beneden worden gezet. Aan de
linkerkant van de mand kunt u op twee niveaus kopjes en glazen laden.
In het midden kunt u borden en bordjes rechtop in de speciale supporten
zetten.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
20
BESTEKCONTAINER
De container is uitgerust met verwijderbare bestekelementen waarin de
verschillende delen van het bestek onderling op voldoende afstand blijven
voor een optimale passage van het water. U vindt de elementen en het
centrale dekseltje in het zakje met accessoires. Het centrale dekseltje
dient uitsluitend als afdekking.
De bestekelementen kunnen worden verwijderd en los worden
gebruikt.
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het
handvat naar beneden gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet
bezeert aan de lemmetten van de messen. De container is bestemd voor
alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de bovenste
sproeiarm hindert. Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in de
bovenste korf worden gelegd, waarbij u ervoor moet opletten dat de
mespunten niet buiten de korf uitsteken.
De container kan overdwars worden verplaatst en kan op
iedere plek
worden geplaatst voor een optimale benutting van de ruimte in de
onderste korf.
Instructies Voor de Gebruiker
21
FLEXIDUO LADE BOVENIN (afhankelijk van de modellen)
Deze lade bestaat uit twee onafhankelijke
verschuifbare en
verwijderbare korven
, om het laden en verwijderen van het bestek te
vereenvoudigen. Meer beladingswijzen en configuraties zijn mogelijk. In
de in de lage stand gezette rechterkorf
kunt u bijvoorbeeld theekopjes
zetten, terwijl u, door het verwijderen van alleen de linkerkorf of van beide
korven, de bovenste korf kunt laden met vaat van grote afmetingen.
Instructies Voor de Gebruiker
22
Voorbeelden van intensieve belasting vuil:
Instructies Voor de Gebruiker
23
Voorbeelden van intensieve belasting vuil:
FLEXIDUO LADE BOVENIN (afhankelijk van de modellen)
Instructies Voor de Gebruiker
24
Afhankelijk van de modellen kan de mand met sommige of met alle
accessoires zijn uitgerust:
- Supporten voor kopjes of lange voorwerpen (soeplepels,
lepels…), links, kunnen rechtop worden gezet indien niet
gebruikt.
- Support voor glazen met lange steel (glass holder), links; om
hem te gebruiken hoeft u hem slechts rechtop te zetten en in de
speciale bevestigingen vast te haken.
- Bestekrekken, rechts, zijn bestemd voor messen en lepeltjes;
voor die laatste moet u de verschuifbare support uittrekken. De
rekken kunnen ook rechtop worden gezet indien niet gebruikt.
- Vaste of losse centrale supporten. De losse supporten kunnen
rechtop geblokkeerd worden en, indien niet gebruikt, tegen de
achterkant van de mand worden gezet, of in een
tussenliggende stand, afhankelijk van de behoefte.
Instructies Voor de Gebruiker
25
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De hoogte van de bovenste korf kan worden geregeld om in de onderste
korf ruimte te creëren voor borden of vaat van grote afmetingen.
De regeling kan van het type A of B zijn, afhankelijk van het aangeschafte
model vaatwasser.
Versie A:
met
extractie
, regelbaar in
twee standen
.
Trek beide korfgeleiders eruit.
Maak de blokkeringen los zoals afgebeeld in de tekening en verwijder
ze.
Verwijder de korf.
Inserire nella guida la coppia di ruote superiore o inferiore, secondo
la regolazione desiderata.
Plaats de blokkeringen weer in de oorspronkelijke stand terug.
De linker- en rechterzijden van de korf moeten altijd op dezelfde hoogte
worden gezet.
Versie B:
regelbaar in
drie standen
aan beide zijden.
De zijkanten van de korf moeten altijd op dezelfde hoogte worden
gezet.
Til de korf op bij de bovenste rand (1) tot aan de eerste of tweede klik,
afhankelijk van de gewenste hoogte.
Maak de korf vrij met de vrijgavehendel (2) en laat hem zakken.
De regeling is ook met een volle korf mogelijk, in dit geval moet u de korf
bij het zakken met de hand tegenhouden om de vaat te beschermen.
Instructies Voor de Gebruiker
26
3. Schoonmak en onderhoud
Voordat u onderhoud gaat uitvoeren op het apparaat moet u de
stekker uit het stopcontact verwijderen of de spanning onderbreken
met de meerpolige scheidingsinrichting.
3.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met
regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel
voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden schoongemaakt. De
pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden schoongemaakt.
Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich
op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te
verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig
worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de
toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem voorzichtig onder een
straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai de
watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken
periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een
straal water en plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug en controleer of
hun draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd.
Om de bovenste sproeiarm te verwijderen moet de stelring R worden
losgedraaid.
U kunt de onderste sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het
midden vast te pakken en naar boven te trekken.
Om de orbitaalsproeiarm te verwijderen moet u de langste arm beetpakken
en de orbitaal arm naar boven trekken. Was de armen onder een straal water
en plaats ze weer zorgvuldig in hun oorspronkelijke behuizing terug.
Controleer vervolgens of de sproeiarmen vrj kunnen draaien. Als dit niet
het geval mocht zjin moet u controleren of u ze goed heeft gemonteerd.
ORBITAAL
Instructies Voor de Gebruiker
27
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
Het verdient aanbeveling om regelmatig de centrale filter C te
controleren en, indien noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te
verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze linksom draaien en naar
boven trekken;
druk van onderen tegen de centrale filter D om hem uit de microfilter
te verwijderen;
haal de twee delen waaruit het plastic filter bestaat, uit elkaar door op
de door de pijl aangegeven plek op het filterlichaam te drukken;
verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED
ONDERHOUD:
De filters moeten met een harde borstel onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
Controleer bij het verwijderen van het filter of er geen
etensresten op zijn achtergebleven. Eventuele in het putje gevallen
resten zouden bepaalde hydraulische onderdelen kunnen blokkeren
of de mondstukken van de sproeiers kunnen verstoppen.
Het is absoluut noodzakelijk dat de filters zorgvuldig worden
schoongemaakt overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de
vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn.
Plaats de filters weer zorgvuldig terug in hun houders, om schade
aan de waspomp te voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
Trek de steker uit het stopcontact.
Laat de deur op een kier om te voorkomen dat er zich vieze luchtjes
in de waskuip vormen.
Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
Sluit de waterkraan.
Instructies Voor de Gebruiker
28
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE
VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:
controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de
kraan stromen.
Steek de steker weer in het stopcontact.
Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen
met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
de waterkraan is geopend;
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
er geen knik in de afvoerslang zit;
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Indien de vaat niet schoon mocht blijken, moet u controleren of:
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de aard
van vervuiling van de vaat;
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn
geplaatst;
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Instructies Voor de Gebruiker
29
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
de dosering ervan goed is ingesteld;
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de
eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van
een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten
daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de
waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale
producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt. Sommige
afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten en
de waterontharder goed is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen
zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst
moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat
uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn
voor rekening van de gebruiker.
Instructies Voor de Gebruiker
30
4. Oplossingen voor storingen in de werking
De vaatwasser kan een reeks van
storingen
signaleren door het
gelijktijdige oplichten van meerdere controlelampjes met de onderstaand
vermelde betekenis; verder zal bij een afwijking op de display “E” of Err
(afhankelijk van de modellen) verschijnen.
STORING
BESCHRIJVING
E1
Storing acquastop
De overstromingsbeveiliging is in werking getreden
(uitsluitend voor de hiermee uitgeruste modellen). Hij
treedt in werking bij waterlekkages. U moet zich
wenden tot de technische dienst van de
klantenservice.
E2
Veiligheidsniveau
Het systeem dat het waterpeil in de vaatwasser
beperkt is in werking getreden. Onderbreek het
lopende programma en schakel de vaatwasser uit.
Schakel de vaatwasser weer in, programmeer hem
weer en start de wascyclus. Wanneer het probleem
aanhoudt moet u zich wenden tot de technische
dienst van de klantenservice.
E3
Afwijking tijdens het opwarmen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze
opgewarmd. Herhaal de wascyclus; wanneer het
probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
E4
Afwijking tijdens het meten van de
watertemperatuur
Onderbreek het lopende programma en schakel de
vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer in,
programmeer hem opnieuw en start de wascyclus.
Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden
tot de technische dienst van de klantenservice.
E5
Afwijking tijdens het vullen met water
De vaatwasser wordt niet of op abnormale wijze
gevuld met water. Controleer of de hydraulische
aansluitingen op correcte wijze zijn uitgevoerd, of de
waterkraan geopend is en of het filter niet verstopt is.
Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden
tot de technische dienst van de klantenservice.
Instructies Voor de Gebruiker
31
STORI
NG
BESCHRIJVING
E6
Afwijking tijdens het wegpompen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze
weggepompt. Controleer of de afvoerslang niet
geknikt of afgeklemd is en of de sifon of de filters niet
verstopt zijn. Wanneer het probleem aanhoudt moet
u zich wenden tot de technische dienst van de
klantenservice.
E7
Afwijking aan het schoepenwieltje
(uitsluitend
voor de hiermee uitgeruste modellen)
De binnengestroomde hoeveelheid water wordt
niet precies gemeten. Onderbreek het lopende
programma en schakel de vaatwasser uit.
Schakel de vaatwasser weer in, programmeer
hem opnieuw en start de wascyclus. Wanneer het
probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
E8
Afwijking aan het alternerende wassysteem
Onderbreek het lopende programma en schakel
de vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer
in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus. Wanneer het probleem aanhoudt
moet u zich wenden tot de technische dienst van
de klantenservice.
E9
Afwijking a
an het watervulsysteem
U moet zich wenden tot de technische dienst van
de klantenservice.
E11
Was motor pomp werkt niet
Controlelampje uit
Controlelampje
brandt
Controlelampje
knippert
Instructies Voor de Gebruiker
32
Als zich de alarmsituatie voordoet zal de machine het actieve programma
onderbreken en de afwijking signaleren.
Bij de alarmen E1, E2, E3, E4, E8, E9 zullen de lopende programma's
onmiddellijk worden onderbroken.
Den alarmen E5, E6 zullen het lopende programma onderbreken en,
wanneer de oorzaak eenmaal is verholpen, de uitvoering van het
programma hervatten.
Het alarm E7 wordt afgebeeld op het eind van de cyclus die in ieder geval
wordt afgewerkt, omdat de werking van de vaatwasser er niet door wordt
geschaad.
E11: U moet zich wenden tot de technische dienst van de klantenservice.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
de deur openen en sluiten of de machine uit- en weer inschakelen. Nu
kunt u de vaatwasser weer opnieuw programmeren.
Wanneer het probleem niet mocht zijn opgelost moet u zich tot de erkende
Technische Servicedienst wenden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34

Smeg ST 2 FABRD de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor