Documenttranscriptie
3-866-217-51(1)
Mini Hi-Fi
Component
System
Gebruiksaanwijzing
NL
Istruzioni per l’uso
IT
Manual de Instruções
PT
MHC-RXD3 / GRX20
©1999 by Sony Corporation
1NL
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde
kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
De “CLASS 1 LASER
PRODUCT” aanduiding
bevindt zich aan de
achterkant van het
apparaat.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
2NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem .... 4
Stap 2: Instellen van de klok ................ 6
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders ..................................... 7
Aansluiten van optionele
AV-componenten ............................ 8
Aansluiten van buitenantennes ............ 9
Basisbedieningen
Afspelen van een CD ........................... 10
Opnemen van een CD ......................... 12
Luisteren naar de radio ....................... 13
Opnemen van de radio ........................ 14
Afspelen van een band ........................ 15
Opnemen van een band ...................... 17
Het tapedeck
Handmatig opnemen op een band .... 22
Opnemen van CD-muziekstukken
door de opnamevolgorde te
specificeren ..................................... 23
Klankregeling
Instellen van het geluid ....................... 25
Kiezen van het geluidseffect ............... 25
Overige functies
Inslapen met muziek ............................ 26
Ontwaken met muziek ........................ 27
Schakelklokopname van
radioprogramma’s ......................... 28
NL
Aanvullende informatie
De CD-speler
Gebruik van het CD-display ............... 18
Herhaald afspelen van CDmuziekstukken ............................... 18
CD-muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen .......................... 19
Programmeren van de CDmuziekstukken ............................... 20
Voorzorgsmaatregelen ........................ 30
Verhelpen van storingen ..................... 31
Technische gegevens ............................ 34
Index ....................................................... 36
3NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 5 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde
kabels en accessoires aan te sluiten.
AM-raamantenne
FM-antenne
5
Rechter luidspreker
Linker luidspreker
2
3
1
4
1 Sluit de luidsprekers aan.
Steek alleen het ontblote uiteinde erin.
R
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen van dezelfde
kleur.
Om ruis te voorkomen, dient u de
luidsprekersnoeren uit de buurt van de
antennes te houden.
L
+
–
Zwart (’)
Rood (‘)
Opmerking
Het type van de bijgeleverde luidsprekers verschilt
afhankelijk van het gekochte model (zie “Technische
gegevens” op blz. 34).
4NL
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Zet de AM-raamantenne in elkaar en
sluit deze daarna aan.
Aansluitbus type A
AMraamantenne
Trek de FM-draadantenne
horizontaal uit.
4 Sluit het netsnoer aan op een
stopcontact.
De demonstratie verschijnt op het
display.
Indien de stekker van dit apparaat niet
in uw stopcontact past, bevestig dan de
bijgeleverde adapter aan de stekker
(voor Aziatisch model).
AM
5 Stel de demonstratiefunctie buiten
FM
(75
)
werking door indrukken van
DISPLAY/DEMO terwijl het
systeem is uitgeschakeld.
De demonstratiefunctie wordt ook
buiten werking gesteld wanneer de klok
wordt ingesteld.
Aansluitbus type B
AMraamantenne
Trek de FM-draadantenne
horizontaal uit.
Plaats twee batterijen van
formaat “AAA” (R03) in de
afstandsbediening
AM
FM
(75
)
Wenk
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Vervang beide batterijen door
nieuwe wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen.
3 Zet VOLTAGE SELECTOR in de
stand die overeenkomt met de
plaatselijke netspanning (voor
modellen met een spanningskiezer).
Opmerking
Indien u de afstandsbediening geruime tijd niet
denkt te gebruiken, verwijder dan de batterijen om
eventuele beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
VOLTAGE
SELECTOR
110-120V
220-240V
5NL
Stap 2: Instellen van
de klok
Om de schakelklok te kunnen gebruiken
moet u de klok vooraf op de juiste tijd
instellen.
U kunt de klok instellen terwijl het systeem is
uitgeschakeld.
De klok van het Europese model werkt met
24 uren, en die van andere modellen met 12
uren (AM/PM).
Voor de afbeeldingen wordt de klok met 12
uren gebruikt.
1 2,4
2
Druk herhaald op = of + om
het uur in te stellen.
3
Druk op ENTER/NEXT.
De minuten-indicatie begint te
knipperen.
DISPLAY/DEMO
4
Druk herhaald op = of + om
de minuut in te stellen.
5
Druk op ENTER/NEXT.
De klok begint te lopen.
Om de ingestelde tijd te wijzigen
U kunt de tijd ook wijzigen terwijl het
systeem is ingeschakeld.
3,5
1
Druk op CLOCK/TIMER SET.
De uur-indicatie begint te knipperen.
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk herhaald op = of + totdat “SET
CLOCK” verschijnt en druk daarna op
ENTER/NEXT.
3 Herhaal de stappen 2 t/m 5 van “Instellen
van de klok”.
Wenken
• Indien u een fout hebt gemaakt, moet u opnieuw
beginnen vanaf stap 1.
• Tijdens het instellen van de klok is de
demonstratiefunctie buiten werking gesteld.
Om de demonstratiefunctie te activeren, drukt u
op DISPLAY/DEMO terwijl het systeem is
uitgeschakeld.
6NL
3
Stap 3:
Voorprogrammeren
van radiozenders
Druk op TUNER MEMORY.
Een preselectienummer knippert op het
display.
VOLUME
U kunt maximaal 30 zenders programmeren:
20 FM-zenders en 10 AM-zenders.
ALL DISCS
ß
Preselectienummer
1/u
(aan/uit)
2
1
2
4
Druk op ENTER/NEXT.
De zender is nu in het geheugen
vastgelegd.
5
Herhaal de stappen 1 t/m 4 om
andere zenders in het geheugen vast
te leggen.
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
3
1
=/+
4
Druk herhaald op TUNER/BAND
totdat de gewenste frequentieband
op het display verschijnt.
Bij elke druk op deze toets verandert de
band als volgt:
FM ˜ AM
2
Wanneer de gewenste zender tijdens
automatische afstemming wordt
overgeslagen, drukt u bij stap 2 herhaald op
– of + om handmatig op de zender af te
stemmen.
Om een ander preselectienummer
te kiezen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Na stap 3 drukt
u herhaald op = of + om het
preselectienummer te kiezen waaronder u de
zender wilt opslaan.
Houd – of + ingedrukt totdat de
frequentie-indicatie automatisch
begint te veranderen, en laat daarna
de toets los.
Het doorlopen van de frequentieband
stopt wanneer het systeem op een
zender is afgestemd. “TUNED” en
“STEREO” (voor een stereo-programma)
verschijnen op het display.
MONO
TUNED
STEREO
VOLUME
ALL DISCS
kHz
MHz
ß
wordt vervolgd
7NL
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders (vervolg)
Om een preselectienummer te
wissen
1 Houd TUNER MEMORY ingedrukt totdat
het preselectienummer op het display
begint te knipperen.
2 Druk herhaald op = of + om het
preselectienummer te kiezen dat u wilt
wissen.
Indien u alle preselectienummers wilt
wissen, kiest u “ALL ERASE”.
3 Druk op ENTER/NEXT.
Bij het wissen van een preselectienummer
wordt het totale aantal
voorgeprogrammeerde zenders met één
verminderd. Na het laatste
preselectienummer kunt u een nieuw
preselectienummer toevoegen.
Om het AM-afsteminterval te
veranderen
(bij modellen met de AM TUNING STEPschakelaar op het achterpaneel)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek
ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden
10 kHz). Om het AM-afsteminterval te
veranderen, dient u het systeem uit te
schakelen en daarna de AM TUNING STEPschakelaar op het achterpaneel in te stellen op
10 kHz (of 9 kHz). Schakel daarna het
systeem weer in. Wanneer u het interval
wijzigt, worden alle voorgeprogrammeerde
zenders uit het geheugen gewist.
Wenk
De voorgeprogrammeerde zenders blijven ongeveer
een halve dag in het geheugen bewaard, ook
wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt of
wanneer er een stroomonderbreking optreedt.
8NL
Aansluiten van
optionele AVcomponenten
U kunt uw systeem uitbreiden door er
optionele componenten op aan te sluiten.
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing
van de betreffende component.
Aansluiten van audiocomponenten
Kies één van de volgende twee aansluitingen,
afhankelijk van de aan te sluiten apparatuur
en de opnamemethode.
Aansluiten van een MD-deck voor
digitaal opnemen
U kunt CD’s digitaal opnemen op het MDdeck door een optische kabel (niet
bijgeleverd) aan te sluiten.
Naar de DIGITAL IN-aansluiting
op het MD-deck
Aansluiten van een MD-deck voor
analoog opnemen
Zorg ervoor dat de kleuren van de stekkers
en van de aansluitingen met elkaar
overeenkomen. Om te luisteren naar het
geluid van het aangesloten MD-deck, drukt u
herhaald op FUNCTION totdat “MD” op het
display verschijnt.
Aansluiten van
buitenantennes
Sluit de buitenantenne aan om een betere
ontvangst te krijgen.
FM-antenne
Naar de
ingangsaansluiting
op het MD-deck
Naar de
uitgangsaansluiting
op het MD-deck
Sluit de optionele FM-buitenantenne aan.
In plaats daarvan kunt u ook de TV-antenne
gebruiken.
Aansluitbus type A
AM
75-ohm coaxiale kabel
(niet bijgeleverd)
FM
(75
)
Aansluitbus type B
AM
IEC-standaard connector
(niet bijgeleverd)
FM
(75
)
9NL
Basisbedieningen
Aansluiten van buitenantennes
(vervolg)
Afspelen van een CD
AM-antenne
— Normaal afspelen
Sluit een 6 tot 15 meter lange geïsoleerde
draad aan op de AM-antenneaansluiting.
Laat de bijgeleverde AM-raamantenne
aangesloten.
U kunt maximaal drie CD’s achter elkaar
afspelen.
Aansluitbus type A
DISC SKIP/EX-CHANGE
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
1/u
(aan/uit)
=/+ p CD (P
AM
FM
(75
)
Aansluitbus type B
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
AM
FM
(75
)
PLAY MODE 0
)
2
VOLUME
DISC SKIP
P
1/u (aan/uit)
(
P
p
=
+
0
)
p
=/+
(
0/)
(
CD (
VOL +/–
10NL
1
1
Druk op 6 OPEN/CLOSE en plaats
één of twee CD’s in de lade.
Indien de CD niet op de juiste wijze
wordt geplaatst, zal deze door het
apparaat genegeerd worden.
Met labelkant naar
boven. Wanneer u
een single-CD wilt
afspelen, plaats
deze dan op de
binnenste cirkel
van de lade.
Om een derde CD te plaatsen, drukt u
op DISC SKIP/EX-CHANGE zodat de
lade gaat draaien.
2
Doe het volgende
Het afspelen
te stoppen
Druk op p.
Te pauzeren
Druk op CD (P (of P op
de afstandsbediening).
Druk opnieuw om het
afspelen te hervatten.
Vooruit te gaan
naar het volgende
muziekstuk of
terug te gaan naar
het begin van het
huidige muziekstuk
Druk tijdens het afspelen of
pauzeren op + (om
vooruit te gaan) of op =
(om terug te gaan).
Een punt in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen
) of 0 ingedrukt en
laat deze bij het gewenste
punt los.
Een CD in de
Druk op DISC 1 – 3 of
stopstand te kiezen DISC SKIP/EX-CHANGE.
Druk op één van de DISC 1 – 3
toetsen.
Afspeeltijd
Alleen de gekozen
CD af te spelen
Druk herhaald op
PLAY MODE totdat
“1 DISC” verschijnt.
Alle CD’s af te
spelen
Druk herhaald op
PLAY MODE totdat
“ALL DISCS” verschijnt.
De CD te
verwijderen
Druk op 6 OPEN/CLOSE.
De CD’s tijdens
het afspelen te
verwisselen
Druk op DISC SKIP/
EX-CHANGE.
Het volume in
te stellen
Draai VOLUME (of druk
op VOL +/– op de
afstandsbediening).
SYNC
Basisbedieningen
De lade sluit en het afspelen begint.
Indien u CD (P (of CD ( op de
afstandsbediening) indrukt terwijl de
lade gesloten is, begint het afspelen
vanaf de CD die geplaatst is op de lade
waarvan het nummer op het display
wordt weergegeven.
Ladenummer
Om
VOLUME
ALL 1 DISCS PROGRAM
SHUFFLE REPEAT 1
STEP
Muziekstuknummer
ß
Wenken
• Wanneer u CD (P indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch
ingeschakeld en begint het afspelen indien er een
CD in de lade is geplaatst (Afspelen door één
toetsdruk).
• U kunt overschakelen van een andere geluidsbron
naar de CD-speler en het afspelen van een CD
laten beginnen door gewoon CD (P of
DISC 1 – 3 in te drukken (Automatische
bronkeuze).
• Indien er geen CD in de lade is geplaatst,
verschijnt “CD NO DISC” op het display.
11NL
Opnemen van een CD
2
— Synchroonopname van CD’s
Druk nogmaals op deze toets om de lade
te sluiten.
Indien het CD-nummer dat u wilt
opnemen, niet op het display wordt
weergegeven, druk dan herhaald op
DISC SKIP/EX-CHANGE totdat het
verschijnt.
Door gebruikmaking van de CD SYNC-toets
kunt u gemakkelijk opnemen van een CD
naar een band. U kunt TYPE I (normal) band
gebruiken.
1/u
(aan/uit)
TAPE B 9
p
5
3
Druk op 6 OPEN/CLOSE en plaats
een CD.
Met labelkant
naar boven.
Wanneer u een
single-CD wilt
afspelen, plaats
deze dan op de
binnenste cirkel
van de lade.
3
Druk op CD SYNC.
Deck B staat nu in de wachtstand voor
opnemen, en de CD-speler in de
wachtstand voor afspelen. De indicator
op TAPE B ( (voor de voorkant van de
band) gaat branden.
4
1
TAPE B (V
DISC SKIP/
EX-CHANGE
2
Druk op § en
plaats een
onbespeelde band in deck B.
Met de kant
waarop u wilt
opnemen naar
voren gericht
1
4
Druk herhaald op DIRECTION om
A te kiezen voor opnemen op één
kant. Kies ß (of RELAY) voor
opnemen op beide kanten.
5
Druk op PAUSE.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op p.
Wenken
• Indien u wilt opnemen vanaf de achterkant van de
band, druk dan — na indrukken van CD SYNC bij
stap 3 — op TAPE B 9 zodat de indicator
daarvan gaat branden.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
beginnen vanaf de voorkant. Indien u vanaf de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan
het einde van de achterkant.
Opmerking
Tijdens opnemen kunt u niet naar andere bronnen
luisteren.
12NL
Luisteren naar de radio
1
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de radiozenders in het
geheugen van de tuner (zie “Stap 3:
Voorprogrammeren van radiozenders” op
blz. 7).
1/u
(aan/uit)
2
Druk herhaald op TUNER/BAND
totdat de gewenste frequentieband
op het display verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de
band als volgt:
FM ˜ AM
2
1
Druk herhaald op = of + om
op de gewenste
voorgeprogrammeerde zender af te
stemmen.
Druk op = voor een lager
preselectienummer.
Druk op + voor een hoger
preselectienummer.
Preselectienummer
Frequentie
VOLUME
kHz
MHz
ALL DISCS
+
STEREO/MONO VOLUME
1/u (aan/uit)
(
(
P
p
=
+
0
)
2
0/)
(
1
VOL +/–
Om
Doe het volgende
De radio uit te
schakelen
Druk op 1/u (aan/uit).
Het volume af te
stellen
Draai VOLUME (of druk
op VOL + of – op de
afstandsbediening).
Basisbedieningen
–
ß
Luisteren naar nietvoorgeprogrammeerde
radiozenders
Automatische afstemming
Houd bij stap 2 – of + (0/) op de
afstandsbediening) ingedrukt totdat de
frequentie-indicatie begint te veranderen.
Laat daarna de toets los.
Handmatige afstemming
Druk bij stap 2 herhaald op – of + (0/)
op de afstandsbediening) om op de zender af
te stemmen.
wordt vervolgd
13NL
Luisteren naar de radio (vervolg)
Wenken
• Wanneer u TUNER/BAND indrukt terwijl het
systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem
automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd
op de laatst ontvangen zender (Afspelen door één
toetsdruk).
• U kunt overschakelen van een andere geluidsbron
naar de radio door gewoon TUNER/BAND in te
drukken (Automatische bronkeuze).
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis
optreedt, druk dan herhaald op STEREO/MONO
totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereoeffect, maar de ontvangst verbetert. Druk
nogmaals op de toets om het stereo-effect weer in
te schakelen.
• Richt de bijgeleverde antenne opnieuw om een
optimale ontvangst te krijgen.
Opnemen van de
radio
U kunt een radioprogramma opnemen op
band door op een voorgeprogrammeerde
zender af te stemmen. U kunt een TYPE I
(normal) band gebruiken.
1/u (aan/uit)
TAPE B (
5 TAPE B 9
6
2
–
4 1
p
3
+
1
Druk op TUNER/BAND om de
gewenste frequentieband te kiezen.
2
Druk herhaald op = of + om
op de gewenste
voorgeprogrammeerde zender af te
stemmen.
Druk op = voor een lager
preselectienummer.
Druk op + voor een hoger
preselectienummer.
Preselectienummer
Frequentie
VOLUME
ALL DISCS
14NL
kHz
MHz
ß
3
Druk op § en plaats een
onbespeelde band in deck B.
Met de kant
waarop u wilt
opnemen naar
voren gericht
Afspelen van een band
U kunt een TYPE I (normal) band gebruiken.
Om deck A of B te kiezen, drukt u op DECK
A ( of DECK B ( op de
afstandsbediening.
TAPE B 9
4
Druk op REC.
1/u
(aan/uit)
3
3
p
PAUSE
Deck B staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
De indicator op TAPE B ( (voor de
voorkant van de band) gaat branden.
Druk herhaald op DIRECTION om
A te kiezen voor opnemen op één
kant. Kies ß (of RELAY) voor
opnemen op beide kanten.
6
Druk op PAUSE.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op p.
Wenken
• Indien u wilt opnemen vanaf de achterkant van de
band, druk dan — na indrukken van REC bij stap
4 — op TAPE B 9 zodat de indicator daarvan
gaat branden.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
beginnen vanaf de voorkant. Indien u vanaf de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan
het einde van de achterkant.
• Om op te nemen van niet-voorgeprogrammeerde
zenders, drukt u bij stap 2 op – of + (0/) op
de afstandsbediening) om op de gewenste zender
af te stemmen.
• Indien er tijdens het opnemen van de radio ruis te
horen is, kunt u de storing onderdrukken door de
antenne opnieuw te richten.
0
2 1
)
1
Basisbedieningen
5
=/+ VOLUME
3
P
(
P
p
=
+
1/u
(aan/uit)
p
=/+
(
0
)
0/)
(
3
VOL +/–
wordt vervolgd
15NL
Afspelen van een band (vervolg)
1
Druk op § en plaats een
opgenomen band in deck A of B.
U kunt de achterkant alleen afspelen op
deck B.
Indien u alleen deck A gebruikt, ga dan
naar stap 3.
Met de kant
die u wilt
afspelen naar
voren gericht
Om
Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op p.
Te pauzeren
Druk op PAUSE (of P op de
afstandsbediening). Druk
nogmaals om het afspelen te
hervatten.
Snel vooruit te
spoelen
Druk op ).
Terug te spoelen Druk op 0.
De cassette te
verwijderen
Druk op §.
Het volume in te Draai VOLUME (of druk op
VOL +/– op de
stellen
afstandsbediening).
Wenken
2
Druk herhaald op DIRECTION om
A te kiezen voor afspelen van één
kant. Kies ß* voor afspelen van
beide kanten.
Om beide decks achter elkaar af te
spelen, kiest u RELAY (afspelen in
serie).**
3
Druk op TAPE A ( of TAPE B (
(DECK A ( of DECK B ( op de
afstandsbediening).
Druk nogmaals op TAPE B 9 (DECK B
( op de afstandsbediening) om de
achterkant af te spelen.
Het afspelen van de band begint.
* Nadat beide kanten vijfmaal zijn afgespeeld, stopt
het deck automatisch (alleen deck B).
**Voor afspelen in serie moet de band in deck A
altijd met de voorkant naar voren zijn gericht.
Indien de band in deck A met de achterkant naar
voren is gericht, wordt alleen beide kanten van de
band in deck B herhaald.
16NL
• Wanneer u TAPE A (, TAPE B ( of TAPE B
9 indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld,
wordt het systeem automatisch ingeschakeld en
begint het afspelen van de band indien er een
band is geplaatst (Afspelen door één toetsdruk).
• U kunt overschakelen van een andere geluidsbron
naar het tapedeck door gewoon TAPE A (,
TAPE B ( of TAPE B 9 in te drukken
(Automatische bronkeuze).
Opzoeken van het begin van het
huidige of het volgende muziekstuk
op de band (AMS*)
Om vooruit te gaan
Druk tijdens het afspelen op + wanneer de
indicator ( brandt. “TAPE A (of TAPE B) >>> +1”
verschijnt op het display. Druk tijdens het afspelen
op =** wanneer de indicator 9 brandt. “TAPE B
<<< +1” verschijnt op het display.
Om terug te gaan
Druk tijdens het afspelen op = wanneer de
indicator ( brandt. “TAPE A (of TAPE B) <<< –1”
verschijnt op het display. Druk tijdens het afspelen
op +** wanneer de indicator 9 brandt. “TAPE B
>>> –1” verschijnt op het display.
* Automatische muzieksensor
**Alleen deck B
Opmerking
Onder de volgende omstandigheden zal de AMSfunctie soms niet goed werken:
– Wanneer het niet-opgenomen gedeelte tussen de
muziekstukken korter dan 4 seconden is.
– Wanneer er op de linker en rechter kanalen totaal
verschillende informatie is opgenomen.
– Wanneer er ononderbroken passages met een
uiterst laag geluidsniveau of met laagfrequent
geluid (zoals dat van een baritonsaxofoon) op de
band voorkomen.
– Wanneer het systeem dicht bij een TV-toestel is
geplaatst. (In dat geval dient u het systeem verder
van het TV-toestel te plaatsen of het TV-toestel uit
te schakelen.)
3
Opnemen van een
band
Druk op PAUSE.
Het opnemen begint.
4
Druk op TAPE A (.
U kunt TYPE I (normal) band gebruiken.
Om de opname te stoppen
1/u
(aan/uit)
4
TAPE B (
p
2
Druk op p.
Wenk
Indien u wilt opnemen vanaf de achterkant van de
band, druk dan — na indrukken van REC bij stap 2
— op TAPE B 9 zodat de indicator daarvan gaat
branden.
1
TAPE B 9
31
Druk op § en plaats een
opgenomen band in deck A, en een
onbespeelde band in deck B.
Basisbedieningen
1
Met de kant die
u wilt afspelen/
opnemen naar
voren gericht
2
Druk op REC.
Deck B staat nu in de wachtstand voor
opnemen. De indicator op TAPE B (
(voor de voorkant van de band) gaat
branden.
17NL
De CD-speler
Gebruik van het CDdisplay
Herhaald afspelen van
CD-muziekstukken
— REPEAT-afspeelfunctie
U kunt de resterende afspeeltijd van het
huidige muziekstuk controleren.
DISPLAY/DEMO
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u één of alle
CD’s herhaald afspelen.
PLAY MODE
REPEAT
/ Druk tijdens het afspelen op
DISPLAY/DEMO.
Elke keer wanneer u tijdens normaal
afspelen op deze toets drukt, verandert
het display als volgt:
n Verstreken afspeeltijd van huidig
muziekstuk
µ
Resterende afspeeltijd van huidig
muziekstuk
µ
Discnummer van huidig muziekstuk en
“PLAY”
µ
Klokdisplay (voor ongeveer 10 seconden)
µ
Naam van geluidseffect of “FLAT”
µ
Patroon van spectrumanalysator-display
/ Druk tijdens het afspelen op
REPEAT totdat “REPEAT” op het
display verschijnt.
Het herhaalde afspelen begint. Om een
andere herhaalfunctie te kiezen, doet u
het volgende:
Gewenste
herhaling
Druk herhaald op
Alle muziekstukken op de
huidige CD
PLAY MODE totdat
“1 DISC” op het display
verschijnt.
Alle muziekstukken op alle
CD’s
PLAY MODE totdat
“ALL DISCS” op het
display verschijnt.
Slechts één
muziekstuk
REPEAT totdat
“REPEAT 1” op het
display verschijnt tijdens
het afspelen van het
muziekstuk dat u wilt
herhalen.
Wenk
De totale afspeeltijd en het aantal muziekstukken op
een CD worden in de stopstand op het display
aangegeven.
Wanneer u in de stopstand DISPLAY/DEMO
indrukt, zal het klokdisplay voor ongeveer 10
seconden verschijnen en daarna zal de vorige
indicatie opnieuw verschijnen.
18NL
Om de REPEAT-afspeelfunctie uit
te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” van het display verdwijnt.
CD-muziekstukken in
willekeurige
volgorde afspelen
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit
te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” of “PROGRAM” van het display
verdwijnt. De muziekstukken worden dan
verder afgespeeld in hun normale volgorde.
— SHUFFLE-afspeelfunctie
Om een gewenste CD te kiezen
U kunt alle muziekstukken op één CD of op
alle CD’s in willekeurige volgorde afspelen.
Druk op DISC 1 – 3.
2
+
3 1
Wenken
• Tijdens normaal afspelen kunt u direct
overschakelen naar de functie voor willekeurig
afspelen. Daarvoor drukt u herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” op het display
verschijnt.
• Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op +.
DISC 1 – 3
1
Druk herhaald op FUNCTION
totdat “CD” op het display
verschijnt, en plaats daarna CD’s in
de CD-lade.
2
Druk herhaald op PLAY MODE
totdat “1 DISC SHUFFLE” of
“ALL DISCS SHUFFLE” op het
display verschijnt.
“ALL DISCS” is voor het willekeurig
afspelen van alle geplaatste CD’s.
“1 DISC” is voor het willekeurig
afspelen van de CD waarvan het CDladenummer brandt.
3
Druk op CD (P.
“J” verschijnt op het display en daarna
worden alle muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.
19NL
Programmeren van
de CD-muziekstukken
1
Druk herhaald op FUNCTION
totdat “CD” op het display
verschijnt, en plaats daarna CD’s in
de CD-lade.
2
Druk herhaald op PLAY MODE
totdat “PROGRAM” op het display
verschijnt.
3
Druk op een van de DISC 1 – 3
toetsen, of druk herhaald op
DISC SKIP/EX-CHANGE om een
CD te kiezen.
4
Druk herhaald op = of +
totdat het gewenste muziekstuk op
het display verschijnt.
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma samenstellen van
maximaal 32 muziekstukken van alle CD’s in
de volgorde waarin u deze wilt afspelen.
2
4
p
7
1
CD-nummer
Totale afspeeltijd (inclusief
het gekozen muziekstuk)
SYNC
VOLUME
ALL 1 DISCS PROGRAM
SHUFFLE REPEAT 1
STEP
ß
Muziekstuknummer
5 3
3
(
(
(
P
p
=
+
0
)
p
4
7
CLEAR
CHECK
1
20NL
3
5
Druk op ENTER/NEXT.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Het programmanummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk
verschijnt op het display.
Laatst geprogrammeerde muziekstuk
SYNC
VOLUME
ALL 1 DISCS PROGRAM
SHUFFLE REPEAT 1
STEP
ß
Programmanummer
6
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de
stappen 3 t/m 5.
Negeer stap 3 indien u een muziekstuk
van dezelfde CD kiest.
7
Druk op CD (P (of CD ( op de
afstandsbediening).
Alle gekozen muziekstukken worden in
de geprogrammeerde volgorde
afgespeeld.
Wenken
• Uw programma blijft in het geheugen van de CDspeler bewaard nadat het is afgespeeld. Om
hetzelfde programma nogmaals af te spelen, drukt
u op CD (P.
• Indien tijdens het programmeren de indicatie
“--.--” op het display verschijnt in plaats van de
totale afspeeltijd, betekent dit dat:
– u een muziekstuknummer dat hoger is dan
20 hebt geprogrammeerd, of
– de totale afspeeltijd van uw CD-programma
langer is dan 100 minuten.
Om de PROGRAM-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” of “SHUFFLE” van het display
verdwijnt.
Om
Doe het volgende
De inhoud van het Druk herhaald op CHECK
programma te
op de afstandsbediening.
controleren
Na het laatste muziekstuk
verschijnt “CHECK END”
op het display.
Het laatste
muziekstuk uit
het programma
weg te laten
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening.
Een bepaald
muziekstuk uit
het programma
weg te laten
Druk herhaald op CHECK
op de afstandsbediening
totdat het nummer van het
weg te laten muziekstuk
verschijnt, en druk daarna
op CLEAR.
Een muziekstuk
aan het
programma toe
te voegen
1 Kies een CD-lade door
indrukken van een
DISC 1 – 3 toets.
2 Kies het muziekstuk door
herhaald indrukken van
= of +.
3 Druk op ENTER/NEXT.
Het hele
programma weg
te laten
Druk eenmaal (in
stopstand) of tweemaal
(tijdens afspelen) op p.
21NL
Het tapedeck
Handmatig opnemen
op een band
4
Druk herhaald op DIRECTION om
A te kiezen voor opnemen op één
kant. Kies ß (of RELAY) voor
opnemen op beide kanten.
U kunt opnemen van een CD, een band of de
radio, zoals u maar wilt. U kunt bijvoorbeeld
alleen bepaalde liedjes opnemen, of opnemen
vanaf halverwege de band.
5
Druk op PAUSE.
4
TAPE B 9
p
3
Het opnemen begint.
6
2
Begin met het afspelen van de bron
waarvan u wilt opnemen.
Om
Druk op
De opname te stoppen
p.
De opname te pauzeren PAUSE.
Wenk
Indien u wilt opnemen vanaf de achterkant van de
band, druk dan — na indrukken van REC bij stap 3
— op TAPE B 9 zodat de indicator daarvan gaat
branden.
TAPE B (
5
1
1
Druk op § en plaats een
onbespeelde band in deck B.
2
Druk herhaald op FUNCTION
totdat de bron waarvan u wilt
opnemen (bijvoorbeeld CD) op het
display verschijnt.
3
Druk op REC.
Deck B staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
De indicator op TAPE B ( (voor de
voorkant van de band) gaat branden.
22NL
Opnemen van CDmuziekstukken door
de opnamevolgorde
te specificeren
1
Volg de stappen 1 t/m 6 van
“Programmeren van de CDmuziekstukken” (zie blz. 20).
2
Druk op § en plaats een
onbespeelde band in deck B.
— Opnemen in geprogrammeerde
volgorde
3
Druk op CD SYNC.
U kunt muziekstukken van alle geplaatste
CD’s in de gewenste volgorde opnemen. Zorg
ervoor dat de totale afspeeltijd van de
geprogrammeerde muziekstukken voor
opname op elke kant van de band niet langer
is dan de lengte van één kant van de band.
4
TAPE B ( p
5
Deck B staat nu in de wachtstand voor
opnemen, en de CD-speler in de
wachtstand voor afspelen.
De indicator op TAPE B ( (voor de
voorkant van de band) gaat branden.
4
Druk herhaald op DIRECTION om
A te kiezen voor opnemen op één
kant. Kies ß (of RELAY) voor
opnemen op beide kanten.
5
Druk op PAUSE.
3
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op p.
Om de functie voor
geprogrammeerde opname te
stoppen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” of “SHUFFLE” van het display
verdwijnt.
PLAY MODE
2
wordt vervolgd
23NL
Opnemen van CD-muziekstukken
door de opnamevolgorde te
specificeren (vervolg)
Automatisch kiezen van
de bandlengte
— Tape Select-montageopname
U kunt de meest geschikte bandlengte voor
het opnemen van een CD controleren. Houd
er rekening mee dat de Tape Selectmontagefunctie niet kan worden gebruikt
voor CD’s met meer dan 20 muziekstukken.
DISC SKIP/
EX-CHANGE
3
1
2
1
Plaats een CD in de CD-lade.
Indien het CD-nummer waarvan u wilt
opnemen niet op het display verschijnt,
druk dan herhaald op DISC SKIP/EXCHANGE totdat dit verschijnt.
2
24NL
Druk herhaald op FUNCTION
totdat “CD” op het display
verschijnt.
3
Druk eenmaal op EDIT zodat
“EDIT” gaat knipperen.
De vereiste bandlengte voor de nu
gekozen CD verschijnt op het display.
Daarna verschijnt de totale afspeeltijd
van de muziekstukken die uitgekozen
werden voor opname op respectievelijk
kant A en B.
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken nadat
muziekstukken werden geprogrammeerd.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u eerst
het gehele programma wissen (zie “Het hele
programma weg laten” in de tabel op blz. 21).
Klankregeling
Instellen van het
geluid
Kiezen van het
geluidseffect
U kunt de lage tonen versterken en luisteren
door een hoofdtelefoon.
U kunt het geluidseffect kiezen dat aangepast
is aan de geluidsbron waarnaar u luistert.
PHONES
DBFB
Om de lage tonen te versterken
(DBFB)
Druk op DBFB*.
“DBFB
” verschijnt op het display.
Om DBFB uit te schakelen, drukt u op DBFB
zodat “DBFB
” van het display
verdwijnt.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback
(dynamische basrespons)
Om te luisteren door een
hoofdtelefoon
FILE SELECT
DISPLAY/DEMO
/ Druk herhaald op FILE SELECT
totdat het gewenste effect (ROCK,
POP of DANCE) op het display
verschijnt.
Om het effect uit te schakelen
Druk herhaald op FILE SELECT totdat
“FLAT” op het display verschijnt.
Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONESuitgang.
Het geluid wordt dan niet meer via de
luidsprekers weergegeven.
wordt vervolgd
25NL
Overige functies
Kiezen van het geluidseffect
(vervolg)
Inslapen met muziek
Om een ander spectrumanalysator-display te kiezen
— SLEEP-schakelklokfunctie
Druk herhaald op DISPLAY/DEMO om één
van de onderstaande displays te kiezen.
Patroon 1
U kunt het systeem na verloop van een
vooraf ingestelde tijd automatisch laten
uitschakelen, zodat u kunt inslapen met de
muziek. U kunt de uitschakeltijd instellen in
stappen van 10 minuten.
VOLUME
ALL DISCS
ß
(Verandert met de muziek)
SLEEP
Patroon 2
(
P
p
=
+
0
)
VOLUME
ALL DISCS
ß
/ Druk op SLEEP.
Opmerking
Het spectrumanalysator-display verandert elke keer
wanneer u het informatiedisplay doorloopt
(namelijk: functie n klok n effect).
Bij elke druk op de toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als
volgt:
AUTO n 90min n 80min n 70min
n … n 10min n OFF n AUTO …
Wanneer u “AUTO” kiest
Het systeem zal worden uitgeschakeld
wanneer de huidige CD of band tot het einde
is afgespeeld (na maximaal 100 minuten).
Om de resterende tijd te
controleren
Druk eenmaal op SLEEP.
Om de uitschakeltijd te wijzigen
Kies de gewenste tijd door indrukken van
SLEEP.
Om de SLEEP-schakelklokfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op SLEEP totdat “OFF” op het
display verschijnt.
26NL
Ontwaken met muziek
2
Draai VOLUME om het volume in
te stellen.
3
Druk op CLOCK/TIMER SET.
— DAILY-schakelklokfunctie
“SET (DAILY1)” verschijnt op het
display.
U kunt elke dag op een vooraf ingestelde tijd
ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok
juist is ingesteld (zie “Stap 2: Instellen van de
klok” op blz. 6).
Voor de onderstaande afbeeldingen wordt
het model met een 12-uurs klokindicatie
gebruikt.
9
3 4,5,7 4,5,8
12
SLEEP
VOLUME
ALL DISCS
ß
4
Druk op = of + om DAILY 1
of DAILY 2 te kiezen, en druk
daarna op ENTER/NEXT.
“ON” verschijnt op het display en de
uur-indicatie begint te knipperen.
1 2 REC SLEEP
VOLUME
ALL DISCS
ß
5
Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op = of + om het
uur in te stellen, en druk daarna op
ENTER/NEXT.
De minuten-indicatie begint te
knipperen.
TIMER SELECT
1
2
1 2 REC SLEEP
VOLUME
Tref de nodige voorbereidingen bij
de geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een CD in de CD-lade.
Indien u wilt afspelen vanaf een
bepaald muziekstuk, dient u een
programma samen te stellen (zie
“Programmeren van de CDmuziekstukken” op blz. 20).
• Tapedeck: Plaats een band met de
kant die u wilt afspelen naar voren
gericht in het deck.
• Radio: Stem af op een
voorgeprogrammeerde zender (zie
“Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders” op blz. 7).
ALL DISCS
ß
Druk herhaald op = of + om de
minuut in te stellen, en druk daarna op
ENTER/NEXT.
“OFF” verschijnt op het display en de
uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
6
Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de bovenstaande
procedure.
wordt vervolgd
27NL
Ontwaken met muziek (vervolg)
7
Druk herhaald op = of +
totdat de gewenste geluidsbron
verschijnt.
De indicatie verandert als volgt:
n TUNER ˜ CD PLAY ˜ TAPE PLAY N
8
Om met de schakelklok te kunnen opnemen
van de radio, moet u van tevoren de
radiozender voorprogrammeren (zie “Stap 3:
Voorprogrammeren van radiozenders” op
blz. 7) en de klok instellen (zie “Stap 2:
Instellen van de klok” op blz. 6).
Druk op ENTER/NEXT.
De indicatie van de schakelklokfunctie
(“DAILY1” of “DAILY2”) verschijnt op
het display, gevolgd door de starttijd,
stoptijd en geluidsbron. Daarna
verschijnt weer de oorspronkelijke
indicatie.
9
Schakelklokopname
van radioprogramma’s
2
4,5
Schakel het systeem uit.
Om de instelling te controleren
Druk op TIMER SELECT en druk op = of
+ om de betreffende schakelklokfunctie te
kiezen (“DAILY1” of “DAILY2”) en druk
daarna op ENTER/NEXT.
Om de instelling te wijzigen, dient u opnieuw
te beginnen vanaf stap 1.
Om deze schakelklokfunctie uit te
schakelen
Druk op TIMER SELECT en druk daarna op
= of + totdat “TIMER OFF” verschijnt.
Druk vervolgens op ENTER/NEXT.
Wenk
8
• Het is niet mogelijk om de inschakeltijd en
uitschakeltijd van de schakelklok op hetzelfde
tijdstip in te stellen.
• Wanneer de SLEEP-schakelklokfunctie wordt
ingesteld, zal de DAILY-schakelklokfunctie het
systeem pas inschakelen nadat het door de SLEEPschakelklokfunctie werd uitgeschakeld.
• De DAILY-schakelklokfunctie en de functie voor
schakelklokopname kunnen niet tegelijkertijd
geactiveerd worden.
3,5
7
1
Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie “Luisteren
naar de radio” op blz. 13).
2
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Het systeem wordt 15 seconden vóór de ingestelde
starttijd ingeschakeld.
Opmerkingen
TIMER
SELECT
“SET (DAILY1)” verschijnt op het
display.
3
Druk op = of + totdat
“SET REC” op het display
verschijnt.
1 2 REC SLEEP
VOLUME
ALL DISCS
ß
28NL
4
Om de instelling te controleren
Druk op ENTER/NEXT.
Druk op TIMER SELECT en druk op = of
+ om “TUNER REC” te kiezen. Druk
daarna op ENTER/NEXT.
Om de instelling te wijzigen, dient u opnieuw
te beginnen vanaf stap 1.
“ON” verschijnt op het display en de
uur-indicatie begint te knipperen.
1 2 REC SLEEP
VOLUME
ALL DISCS
ß
5
Druk op TIMER SELECT en druk op = of
+ om “TIMER OFF” te kiezen. Druk
daarna op ENTER/NEXT.
Stel de starttijd voor opnemen in.
Druk herhaald op = of + om het
uur in te stellen, en druk daarna op
ENTER/NEXT.
De minuten-indicatie begint te
knipperen.
Opmerkingen
1 2 REC SLEEP
VOLUME
ALL DISCS
ß
Druk herhaald op = of + om de
minuut in te stellen, en druk daarna op
ENTER/NEXT.
“OFF” verschijnt op het display en de
uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
6
Om deze schakelklokfunctie uit te
schakelen
• Indien het systeem op de geprogrammeerde
starttijd is ingeschakeld, zal de opname niet
worden uitgevoerd.
• Het is niet mogelijk om de inschakeltijd en
uitschakeltijd van de schakelklok op hetzelfde
tijdstip in te stellen.
• Wanneer de SLEEP-schakelklokfunctie wordt
ingesteld, zal de schakelklokopnamefunctie het
systeem pas inschakelen nadat het door de SLEEPschakelklokfunctie werd uitgeschakeld.
• De DAILY-schakelklokfunctie en de functie voor
schakelklokopname kunnen niet tegelijkertijd
geactiveerd worden.
Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de bovenstaande
procedure.
De indicatie van de schakelklokfunctie
(“REC”) verschijnt op het display,
gevolgd door de starttijd, de stoptijd en
het preselectienummer. Daarna
verschijnt weer de oorspronkelijke
indicatie.
7
Druk op § en plaats een
onbespeelde band in deck B.
8
Schakel het systeem uit.
Wanneer de opname begint, wordt het
volume op het minimale niveau
ingesteld.
29NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
Controleer vóór bediening van het systeem of de
bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met
de plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Het systeem blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact
zit, zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de
aansluiting van de stekker op het stopcontact te
verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Opmerkingen over CD’s
• Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf
het midden naar de rand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
verfverdunner, in de handel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray
bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s.
• Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw CD niet achter in een auto die in direct
zonlicht is geparkeerd.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
Beveiligen van een opgenomen
band
Om een opgenomen band tegen abusievelijk wissen
te beveiligen, verwijdert u het nokje voor kant A of
B (zie afbeelding).
Installeren van het systeem
• Installeer het systeem op een plaats met
voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in
het systeem te voorkomen.
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
— op uiterst warme of koude plaatsen
— op stoffige of vuile plaatsen
— in een zeer vochtige omgeving
— op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
— blootgesteld aan direct zonlicht.
Nokje voor kant B
Nokje voor kant A
Kant A
Verwijderen
van het
nokje van
kant A
Bediening
• Indien het systeem rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt gebracht, of in
een zeer vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit
de lucht condenseren op de lens in de CD-speler.
In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist
werken. Verwijder de CD en laat het systeem
ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de
condens is verdampt.
• Wanneer u het systeem wilt verplaatsen, dient
u eerst alle CD’s te verwijderen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
30NL
Indien u later opnieuw op de band wilt opnemen,
dient u de opening met plakband te bedekken.
Alvorens een band in het tapedeck
te plaatsen
Trek de band strak indien deze loshangt, omdat
loshangende band in het deckmechanisme verstrikt
kan raken en aldus beschadigd kan worden.
Bij gebruik van een band die
langer is dan 90 minuten
Een dergelijke band rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald
vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de band in
het tapedeck verstrikt raken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik. Indien de koppen vuil zijn, kunnen de
volgende problemen optreden:
— het geluid klinkt vervormd
— het geluidsniveau vermindert
— het geluid valt weg
— de band wordt niet volledig gewist
— opnemen op de band is niet meer mogelijk.
Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen
van belangrijk materiaal of na het afspelen van een
oude band. Gebruik voor het reinigen een los
verkrijgbare reinigingscassette van het droge of
natte type. Voor nadere bijzonderheden dient u de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te
raadplegen.
Demagnetiseren van de koppen
Gebruik een demagnetiseercassette (los
verkrijgbaar) om de koppen en de metalen
onderdelen die met de band in aanraking komen, na
elke 20 of 30 gebruiksuren te demagnetiseren. Voor
nadere bijzonderheden dient u de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette te
raadplegen.
Verhelpen van
storingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem
een storing optreedt, raadpleeg dan de
onderstaande storingsgids.
Controleer eerst of het netsnoer goed is
aangesloten en de luidsprekers correct en
stevig zijn aangesloten.
Als een probleem niet te verhelpen is, neem
dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Algemeen
Het display begint te knipperen zodra het
netsnoer op het stopcontact is
aangesloten, hoewel u het systeem nog
niet hebt ingeschakeld
(demonstratiefunctie).
•Druk op DISPLAY/DEMO terwijl het
systeem is uitgeschakeld.
De demonstratiefunctie wordt
automatisch in werking gesteld wanneer
het netsnoer voor de eerste keer op een
stopcontact wordt aangesloten. Als er een
stroomonderbreking is die langer dan een
halve dag duurt, moet u de volgende
gegevens opnieuw instellen:
— Klokinstelling (zie “Stap 2: Instellen
van de klok” op blz. 6)
— Voorgeprogrammeerde zenders (zie
“Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders” op blz. 7)
— Schakelklokinstellingen (zie
“Ontwaken met muziek” op blz. 27 en
“Schakelklokopname van
radioprogramma’s” op blz. 28)
Geen geluid
•Draai VOLUME naar rechts.
•De hoofdtelefoon is aangesloten.
•Steek alleen het ontblote gedeelte van het
luidsprekersnoer in de SPEAKERaansluiting. Als u het vinyl gedeelte van
het snoer erin steekt, zullen de
luidsprekeraansluitingen niet goed zijn.
wordt vervolgd
31NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Er is veel brom of ruis.
•Een TV-toestel of videorecorder is te dicht
bij het systeem geplaatst. Plaats het
systeem verder van het TV-toestel of de
videorecorder.
“0:00” (of “12:00AM”) knippert op het
display.
•Er is een stroomonderbreking geweest.
Stel de klok en de schakelklok opnieuw
in.
De schakelklok werkt niet.
•Stel de schakelklok correct in.
“DAILY1”, “DAILY2” en “REC” verschijnen
niet op het display wanneer u de TIMER
SELECT-toets indrukt.
•Stel de schakelklok correct in.
•Stel de klok in.
De afstandsbediening werkt niet.
•Er bevindt zich een obstakel tussen de
afstandsbediening en het systeem.
•Richt de afstandsbediening naar de
sensor op het systeem.
•De batterijen zijn leeg. Vervang de
batterijen.
Er is akoestische terugkoppeling.
•Verminder het volumeniveau.
Onregelmatige kleurenweergave op het
TV-scherm
•Plaats de luidsprekers verder van het TVtoestel.
32NL
Luidsprekers
Het geluid komt van slechts één kanaal of
het links/rechts-volume is niet goed
uitgebalanceerd.
•Controleer de luidsprekeraansluiting en
de plaatsing van de luidsprekers.
CD-speler
De CD-lade sluit niet.
•De CD is niet correct geplaatst.
De CD speelt niet af.
•De CD ligt niet plat in de CD-lade.
•De CD is vuil.
•De CD is ondersteboven (met de
labelkant onderaan) geplaatst.
•Er is vocht gecondenseerd in de CDspeler. Verwijder de CD en laat het
systeem ongeveer een uur ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
•De CD-speler bevindt zich in de stand
voor afspelen in geprogrammeerde of
willekeurige volgorde. Druk herhaald op
PLAY MODE totdat “PROGRAM” of
“SHUFFLE” van het display verdwijnt.
“OVER” verschijnt op het display.
•Het einde van de CD is bereikt. Druk op
0 en houd deze ingedrukt om terug te
gaan.
Tapedeck
Tuner
De band neemt niet op.
• Er zit geen band in de cassettehouder.
• Het nokje van de cassette is verwijderd
(zie “Beveiligen van een opgenomen
band” op blz. 30).
• De band is tot aan het einde gespoeld.
Er is veel brom of ruis (“TUNED” of
“STEREO” knippert op het display).
•Stel de antenne af.
•Het signaal is te zwak. Sluit de
buitenantenne aan.
De band neemt niet op en speelt niet af, of
het geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze (zie
“Reinigen van de koppen van het
tapedeck” op blz. 31).
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
koppen (zie “Demagnetiseren van de
koppen” op blz. 31).
Bestaande opnamen worden niet volledig
gewist.
• De opname-/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
koppen (zie “Demagnetiseren van de
koppen” op blz. 31).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt
weg.
• De aandrukassen of aandrijfrollen zijn
vuil. Reinig deze (zie “Reinigen van de
koppen van het tapedeck” op blz. 31).
Een stereo FM-programma kan niet in
stereo ontvangen worden.
•Druk op STEREO/MONO zodat
“STEREO” op het display verschijnt.
Indien er andere dan de hierboven
beschreven storingen optreden,
dient u het systeem als volgt
opnieuw in te stellen:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle
door u gemaakte instellingen, zoals de
voorgeprogrammeerde zenders,
klokinstelling en schakelklokinstellingen, zijn
geannuleerd. U moet deze nu opnieuw
instellen.
De ruis vermeerdert of de hoge
frequenties worden gewist.
• De opname-/ weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
koppen (zie “Demagnetiseren van de
koppen” op blz. 31).
33NL
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
Noord-Amerikaans model
Continu RMS-uitgangsvermogen
60 watt + 60 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
Ingangen
MD IN (RCA-aansluitingen):
spanning 450 mV,
impedantie 47 kilohm
Uitgangen
MD OUT (RCA-aansluitingen):
spanning 250 mV,
impedantie 1 kilohm
PHONES (stereo-telefoonstekker):
geschikt voor
hoofdtelefoons van 8 ohm
of meer
SPEAKER:
geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm
Europees model
DIN-uitgangsvermogen (nominaal)
40 watt + 40 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie)
50 watt + 50 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
Muziekuitgangsvermogen (referentie)
100 watt + 100 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
Overige modellen
De volgende waarden zijn gemeten bij AC 110,
220 V 60 Hz;
DIN-uitgangsvermogen (nominaal)
45 watt + 45 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie)
50 watt + 50 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
De volgende waarden zijn gemeten bij AC 120,
240 V 60 Hz;
DIN-uitgangsvermogen (nominaal)
50 watt + 50 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie)
60 watt + 60 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
34NL
CD-speler-gedeelte
Systeem
Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider-laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
* Deze waarde is gemeten
op een afstand van
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Frequentiekarakteristiek 20 Hz tot 20 kHz
(±0,5 dB)
Golflengte
780 – 790 nm
DIGITAL OUT (OPTICAL)
(Vierkante optische aansluiting, achterpaneel)
Golflengte
600 nm
Uitgangsniveau
–18 dBm
Tapedeck-gedeelte
Opnamesysteem
4-sporen 2-kanaals stereo
Frequentiekarakteristiek 40 – 13 000 Hz (±3 dB), bij
gebruik van Sony TYPE I
cassette
Wow en flutter
±0,15% W.Peak (IEC)
0,1% W.RMS (NAB)
±0,2% W.Peak (DIN)
Tuner-gedeelte
Overige modellen
FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner
Luidsprekersysteem
Luidspreker-eenheden
Woofer:
Tweeter:
Nominale impedantie
Afmetingen (b/h/d)
Gewicht
FM-tuner-gedeelte
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Middenfrequentie
87,5 – 108,0 MHz
FM-draadantenne
75 ohm asymmetrisch
10,7 MHz
AM-tuner-gedeelte
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Middenfrequentie
531 – 1 602 kHz (met AMafsteminterval ingesteld
op 9 kHz)
530 – 1 710 kHz (met AMafsteminterval ingesteld
op 10 kHz)
AM-raamantenne
Aansluiting voor
buitenantenne
450 kHz
Luidspreker
Noord-Amerikaans model
Luidsprekersysteem
Luidspreker-eenheden
Woofer:
Tweeter:
Nominale impedantie
Afmetingen (b/h/d)
Gewicht
2-weg, basreflex-type
13 cm, conustype
5 cm, conustype
6 ohm
ca. 220 x 320 x 221 mm
ca. 3,3 kg netto per
luidspreker
Europees model
Luidsprekersysteem
Luidspreker-eenheden
Woofer:
Tweeter:
Nominale impedantie
Afmetingen (b/h/d)
Gewicht
2-weg, basreflex-type
13 cm, conustype
5 cm, conustype
6 ohm
ca. 220 x 320 x 243 mm
ca. 3,5 kg netto per
luidspreker
2-weg, basreflex-type
13 cm, conustype
5 cm, conustype
6 ohm
ca. 220 x 320 x 243 mm
ca. 3,5 kg netto per
luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model:
230 V AC, 50/60 Hz
Noord-Amerikaans model:
120 V AC, 60 Hz
Mexicaans model:
120 V AC, 50/60 Hz
Australisch model: 240 V AC, 50/60 Hz
Overige modellen:
110 – 120 V of 220 – 240 V
AC, 50/60 Hz (instelbaar
met spanningskiezer)
Stroomverbruik
Europese en Noord-Amerikaanse modellen:
105 watt
Overige modellen:
115 watt
Afmetingen (b/h/d) inclusief uitstekende
onderdelen en regelaars ca. 280 x 320 x 400 mm
Gewicht
Noord-Amerikaans model:
ca. 9 kg
Overige modellen:
ca. 9,2 kg
Bijgeleverde accessoires: AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Stekkeradapter (voor
Aziatisch model) (1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
35NL
D
Index
P, Q
DAILY-schakelklokfunctie
27
Display 6, 7, 11, 13, 18, 26
A
B
Batterijen 5
Beveiligen van opnamen 30
C
36NL
20
R
Aansluiten
antennes 5, 9
netsnoer 5
optionele
componenten 8
systeem 4
Afspelen
band 15
CD 10
door één toetsdruk 11,
14, 16
muziekstukken herhaald
(REPEAT) 18
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 19
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM) 20
voorgeprogrammeerde
radiozender 13
Afstemmen op
voorgeprogrammeerde
zenders 13
Afsteminterval 8, 35
Antennes 5, 9
Automatische
bronkeuze 11, 14, 16
CD-speler 10, 12, 18
CD synchroon-opname
PROGRAMafspeelfunctie
12
E, F
Radiozenders
afstemmen op 13
voorprogrammeren 7
REPEAT-afspeelfunctie 18
Edit 23, 24
G
Geluid instellen 25
Geluidseffect kiezen
25
H, I, J
Instellen
geluid 25
volume 11, 13, 16
K
Klok instellen
6
L, M
Luidsprekers
S
Schakelklok
inslapen met muziek 26
ontwaken met
muziek 27
schakelklokopnamen 28
SHUFFLE-afspeelfunctie 19
SLEEPschakelklokfunctie 26
Storingen verhelpen 31
T, U
4
N
Tape Selectmontageopname
Tuner 13, 14
24
Normaal afspelen 10
V, W, X, Y, Z
O
Opnemen
band 17
CD 12
CD-muziekstukken door
specificeren van
opnamevolgorde 23
door automatisch kiezen
van bandlengte 24
in geprogrammeerde
volgorde 23
radioprogramma 14
schakelklokopname 28
Opnieuw instellen van het
systeem 33
Voorprogrammeren van
radiozenders 7
Voorzorgsmaatregelen 30