Sony CMT-SP55TC de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product.
De “CLASS 1 LASER
PRODUCT” aanduiding
bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
Voor de Klanten in
Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is uitgerust met een
ruisonderdrukkingssysteem van het Dolby*
B-type.
* Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby” en het dubbel D-symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
3
NL
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem........... 4
Stap 2: Instellen van de klok ..................... 8
De CD-speler
Afspelen van een CD ................................ 9
Muziekstukken op een CD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 10
Programmeren van muziekstukken op een
CD — PROGRAM-afspeelfunctie ... 11
Herhaald afspelen van muziekstukken op
de CD — REPEAT-afspeelfunctie ... 12
Gebruik van het CD-display ................... 13
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen ............................... 14
Controleren van discmemo-gegevens ..... 16
Het tapedeck
Opnemen van een CD op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname ..... 17
Afspelen van een tape ............................. 18
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname ..... 20
Uw favoriete muziekstukken opnemen op
een tape
— Handmatige opname .................... 21
Opnemen van de radio
— Handmatige opname .................... 22
Tuner
Voorprogrammeren van radiozenders..... 24
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 25
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 27
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)*.............................................. 28
Timer/Overige functies
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 29
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 30
Radioprogramma’s opnemen met
de timer............................................. 31
Geluidsregeling ....................................... 33
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van audio-componenten ........ 34
Aansluiten van buitenantennes ................ 36
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 37
Verhelpen van storingen ......................... 39
Meldingen ............................................... 41
Technische gegevens............................... 42
Index .......................................... Achterkant
* Alleen Europees model
4
NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 6 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en
accessoires aan te sluiten.
Opmerking
Alvorens u de systeemcomponenten op elkaar gaat aansluiten, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken.
Indien u de systeemcomponenten op elkaar aansluit terwijl de stekker in het stopcontact zit, kan het systeem defect
raken.
AM-raamantenne
FM-antenne
Achterpaneel
CMT-SP55TC
Tuner
Versterker
Rechter luidspreker Linker luidspreker
CD-speler
Tapedeck
Voorbereidingen
5
NL
Voorbereiding
Zet de componenten op elkaar zoals op de
onderstaande afbeelding is aangegeven.
1 Sluit de systeemkabels aan op de
SYSTEM CONTROL-aansluitingen op
elke component.
Sluit de tuner en de
versterker op elkaar aan
Sluit de systeemkabel van de versterker aan
op de SYSTEM CONTROL 1-aansluiting
(wit) op de tuner.
SYSTEM CONTROL 1
SYSTEM CONTROL 1
Sluit de tuner en de CD-
speler aan
Sluit de bijgeleverde systeemkabel aan op de
SYSTEM CONTROL 2-aansluitingen
(zwart) op de tuner en op de CD-speler.
Sluit de tuner en het
tapedeck aan
Sluit de bijgeleverde systeemkabel aan op de
SYSTEM CONTROL 3-aansluitingen (rood)
op de tuner en op het tapedeck.
Opmerkingen
De systeemkabel wordt gebruikt om signalen
en elektriciteit van de ene naar de andere
component te verzenden zodat deze gekoppeld
aan elkaar kunnen worden bediend.
Steek de stekker er horizontaal in totdat deze
vastklikt, aangezien het systeem anders niet
correct zal werken.
Houd de systeemkabel uit de buurt van de
antennes om ruis of storing te voorkomen.
2 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen op de versterker, en
op de aansluitingen op de luidsprekers, zoals
hieronder is aangegeven.
R +
L +
wordt vervolgd
Tuner
Versterker
CD-speler
Tapedeck
Doorzichtig (#)
Roodgestreept
(3)
Steek dit
gedeelte erin
6
NL
De bijgeleverde luidsprekers kunnen als
linker of als rechter luidspreker worden
gebruikt.
Plaats de met de SPEAKER R-aansluitingen
verbonden luidspreker aan de rechterkant van
het systeem, en de met de SPEAKER L-
aansluitingen verbonden luidspreker aan de
linkerkant.
L (links) R (rechts)
Opmerkingen
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van
de antennes om ruis te voorkomen.
Zorg dat u zowel de linker als de rechter
luidspreker aansluit, aangezien er anders
geen geluid zal worden voortgebracht.
3 Sluit de AM-antenne aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
AM
4 Sluit de FM-antenne aan.
Trek de FM-antenne er horizontaal uit.
Type aansluiting A
Type aansluiting B
5 Bij modellen met een spanningskiezer
zet u VOLTAGE SELECTOR op de
achterkant van de versterker in de stand
die overeenkomt met de plaatselijke
netspanning.
220V-240V
110V-120V
VOLTAGE SELECTOR
6 Steek de stekker in het stopcontact.
Stap 1: Aansluiten van het
systeem (vervolg)
AM-
raamantenne
Voorbereidingen
7
NL
Opstelling van de componenten
naast elkaar
Wanneer u alle aansluitingen hebt voltooid, kunt u
de componenten naar wens anders opstellen.
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vernieuwen.
Opmerkingen
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt
te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit
plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast
elkaar.
Gebruik geen batterij die lekt.
Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te
reinigen en alle batterijen te vernieuwen.
Instellen van het contrast van
de tekens op het display
Alle informatie van de verschillende componenten
verschijnt op het display van de tuner. Om het
contrast van de weergegeven tekens in te stellen,
drukt u op TUNING + of – terwijl u DISPLAY
ingedrukt houdt. U kunt het contrast nauwkeurig
instellen in 7 stappen over een bereik van –3 tot
+3.
Instellen van de helderheid
van de achtergrondverlichting
van het display
Druk in de wachtstand op DISPLAY om de
achtergrondverlichting van het display te doen
oplichten. Terwijl het display oplicht, drukt u op
TUNING + of – om de helderheid van de
achtergrondverlichting in te stellen.
8
NL
Stap 2: Instellen van de
klok
Om de timer te kunnen gebruiken, moet u de klok
vooraf op de juiste tijd instellen.
De klok van het Europese model werkt met
24 uren, en die van andere modellen met 12 uren.
Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren
gebruikt.
Stel de klok in alvorens u het systeem inschakelt.
`/1
1
2,3
2,32,3
1 Druk op CLOCK/TIMER SET terwijl
het systeem is uitgeschakeld.
De uur-indicatie begint te knipperen.
2 Druk op . of > om het uur in te
stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
3 Druk op . of > om de minuten in
te stellen en druk daarna op ENTER/
YES.
De klok begint te lopen.
Indien u zich hebt vergist
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Veranderen van de ingestelde
tijd
U kunt de ingestelde tijd veranderen terwijl het
systeem is ingeschakeld.
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk herhaald op . of > totdat “SET
CLOCK” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
3 Herhaal de stappen 2 en 3.
Tips
De ingebouwde klok zorgt ervoor dat de tijd ook op
het display wordt aangegeven wanneer het systeem
is uitgeschakeld. Wanneer u op dat moment
DISPLAY indrukt, zal de achtergrondverlichting
van het display oplichten zodat de klok beter
zichtbaar is.
Tijdens de eerste 30 seconden van elke minuut
knippert de bovenste stip van de kolom, en tijdens
de laatste 30 seconden knippert de onderste stip.
9
NL
Voorbereidingen/De CD-speler
De CD-speler
Afspelen van een CD
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning).
?/1 (spanning)
2
1
1 Druk op A op de CD-speler en plaats
een CD in de disc-lade.
Met de labelkant naar boven.
Wanneer u een CD-single (8 cm CD)
afspeelt, dient u deze op de binnenste
cirkel van de lade te plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op A.
2 Druk op H op de CD-speler.
Het afspelen begint.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen Druk op s op de CD-speler.
Te pauzeren Druk op S op de CD-speler.
Druk opnieuw op S of druk
op H op de CD-speler om
het afspelen te hervatten.
Een muziekstuk te
kiezen
Druk herhaald op lm
of ML op de CD-
speler.
Een punt in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen
lm of ML op de
CD-speler ingedrukt en laat
deze bij het gewenste punt
los.
De CD te verwijderen Druk op A op de CD-speler.
Het volume in te stellen Draai VOLUME.
Tip
U kunt overschakelen van een andere bron naar de
CD-speler en het afspelen van een CD laten beginnen
door gewoon op H op de CD-speler te drukken
(Automatische bronkeuze).
10
NL
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” en “PROGRAM” verdwijnen.
Tips
Tijdens afspelen in normale volgorde kunt u direct
overschakelen naar de SHUFFLE-afspeelfunctie
door “SHUFFLE” op het display te laten
verschijnen. Alle muziekstukken worden dan in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >.
Om terug te gaan naar het begin van het huidige
muziekstuk, drukt u op .. U kunt echter niet
teruggaan naar het vorige muziekstuk.
Muziekstukken op een
CD in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een CD in
willekeurige volgorde afspelen.
`/1
2
1
3
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“SHUFFLE” verschijnt.
3 Druk op N.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
11
NL
De CD-speler
Programmeren van
muziekstukken op een
CD
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal 25
muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt
afspelen. U kunt ook een synchroon-opname van
het programma op een tape maken (zie blz. 20).
`/1
2
1
3
5
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op het nummer van het
muziekstuk waarnaar u wilt luisteren.
Om muzieknummer 11 of
hoger te kiezen
Druk eenmaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen,
drukt u achtereenvolgens op >10, 3 en 2.
Gekozen
muziekstuknummer
4 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stap 3.
Elke keer wanneer u muziekstukken
programmeert, wordt de totale tijd van het
programma weergegeven. U kunt een
programma van maximaal 25 muziekstukken
samenstellen.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeeltijd
5 Druk op N.
Alle muziekstukken worden in de
geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Om Doe het volgende
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat “PROGRAM” en
“SHUFFLE” zijn verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
programma (in de
stopstand)
Volg de stap 3.
Het gehele
programma te
wissen
Volg de stappen 1 en 2, en
druk daarna op CLEAR en
houd deze ingedrukt.
wordt vervolgd
Totale afspeeltijd
12
NL
Programmeren van
muziekstukken op een CD
(vervolg)
Tips
Bij stap 3 kunt u het gewenste muziekstuk kiezen
met . of >.
Druk herhaald op . of > totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u achtereenvolgens op
N.
Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken te
programmeren, verschijnt “Step Full”.
De indicatie “--m--s” verschijnt op het display
wanneer de totale afspeelduur van uw CD-
programma langer is dan 100 minuten, of wanneer u
probeert om 21 of meer muziekstukken te
programmeren.
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een CD herhaald afspelen.
`/1
REPEAT
, Druk tijdens het afspelen op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
CD.
Afspeelmodus Herhaalde
muziekstukken
Normaal afspelen Alle muziekstukken in
normale volgorde
Afspelen in
willekeurige
volgorde (blz. 10)
Alle muziekstukken in
willekeurige volgorde
Afspelen in
geprogrammeerde
volgorde (blz. 11)
Alle muziekstukken in
de geprogrammeerde
volgorde
REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk.
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
13
NL
De CD-speler
In de stopstand
t Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd
(Het aantal geprogrammeerde
muziekstukken indien er een programma
is samengesteld)
r
Titel van CD**
r
Naam van artiest**
r
Klokdisplay
* Tijdens afspelen in geprogrammeerde volgorde
wordt de resterende afspeeltijd van het programma
aangegeven.
**Indien er een CD zonder titel is geplaatst of indien
u muziekstuknummer 51 of hoger kiest bij een CD
TEXT-disc die 50 of meer muziekstukken bevat,
verschijnt er niets. Daarna verschijnen het totale
aantal muziekstukken en de totale afspeeltijd.
Gebruik van het
CD-display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het
muziekstuk of van de CD controleren. Wanneer er
een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt u de
gegevens controleren die op de disc zijn
opgenomen, zoals de titels of de namen van de
artiesten.
`/1
DISPLAY
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd en het
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd en het
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van de CD*
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk**
r
Klokdisplay
14
NL
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen
U kunt maximaal 50 CD’s een titel geven die kan
bestaan uit maximaal 20 symbolen en tekens.
Wanneer u een CD met een titel plaatst, verschijnt
de titel op het display.
Opmerkingen
U kunt geen titel geven aan een CD waarbij “CD-
TEXT” op het display verschijnt.
Wanneer u CD’s voor het eerst een titel
geeft, dient u vooraf altijd de handelingen te
verrichten die vermeld staan in “Wissen
van alle disctitels die in het
systeemgeheugen zijn vastgelegd” op
blz. 15.
`/1
1
4
2,3
4
5
7
PLAY MODE
CURSORT
CLEAR
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
Wacht totdat het totale aantal muziekstukken
en de totale afspeeltijd in de stopstand op het
display verschijnen. Indien “SHUFFLE” of
“PROGRAM” op het display verschijnt, druk
dan herhaald op PLAY MODE totdat beide
indicaties zijn verdwenen.
Totale aantal
muziekstukken
Totale afspeeltijd
2 Druk op NAME EDIT.
Het tekstinvoerscherm verschijnt en de
cursor knippert.
Cursor
3 Druk op CHARACTER om het
gewenste soort letter te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0
(cijfers) t ! (symbolen) t (spatie) t
A (hoofdletters) t
4 Druk herhaald op . of > om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Ga naar stap 5 zonder indrukken van . of
>.
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
! ” # $ % & ’ ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
15
NL
De CD-speler
5 Druk op CURSORt.
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 3 t/m 5.
Om een teken te wissen
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op
CLEAR.
Opmerking
“Name Full” verschijnt indien u probeert om
meer dan 50 CD’s in te voeren.
7 Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
“Complete!!” verschijnt en de disctitel is nu
in het systeemgeheugen vastgelegd.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Opmerking
U kunt de CD alleen een titel geven wanneer de CD-
speler zich in de stopstand bevindt.
Wissen van een disctitel
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “Name
Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
De disctitel knippert.
“No Name” verschijnt indien er geen disctitel is
ingevoerd.
3 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete!!” verschijnt en de disctitel is nu
gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Wissen van alle disctitels die
in het systeemgeheugen zijn
vastgelegd
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Druk herhaald op . of > totdat “All
Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“All Erase ??” verschijnt.
3 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete!!” verschijnt en alle disctitels zijn
nu gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
16
NL
Controleren van
discmemo-gegevens
`/1
2
1
3,5
3,5
4
Controleren van een disctitel
1 Druk op CD om over te schakelen op de
functie CD.
2 Druk in de stopstand op MENU/NO.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“Name Check?” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
De disctitel verschijnt met maximaal
20 tekens bewegend op het display.
5 Druk herhaald op . of > om de
gewenste disctitel te kiezen die in het
systeemgeheugen is vastgelegd onder de
nummers 01 t/m 50.
Om te stoppen met controleren
Druk op x.
Tip
In bepaalde gevallen worden CD TEXT-gegevens
gekopieerd naar de MD.
17
NL
De CD-speler/Het tapedeck
Het tapedeck
Opnemen van een CD op
een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
U kunt een CD analoog opnemen op een tape.
Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van
TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het
opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen (zie blz. 20).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning).
61
54
3
DOLBY NR*
2
1 Druk op A op het tapedeck om de
cassettelade te openen en plaats een
blanco tape.
Met de kant waarop u wilt
opnemen omhoog gericht.
Om de cassettelade te sluiten, drukt u
opnieuw op A.
2 Druk op A op de CD-speler en plaats
een CD in de disc-lade.
Met de labelkant naar boven.
Wanneer u een CD-single (8 cm CD)
afspeelt, dient u deze op de binnenste
cirkel van de lade te plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op A.
3 Draai FUNCTION totdat “CD”
verschijnt.
4 Druk op CD SYNC REC.
De indicatie CD SYNC REC licht op.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
5 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
wordt vervolgd
?/1 (spanning)
* Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
18
NL
De tape en CD te
verwijderen
6 Druk op S op het tapedeck.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het tapedeck automatisch.
Om Doe het volgende
Te stoppen met
opnemen
Druk in de stopstand op A op
het tapedeck en de CD-speler.
Tips
Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan
bij stap 5 op h op het tapedeck.
Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin
dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant
begint, zal de opname stoppen wanneer het einde
van de achterkant is bereikt.
Als u voor opname op beide kanten kiest en de
voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
achterkant opnieuw opgenomen.
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die
zijn opgenomen op een laag niveau wilt
verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR
zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt.
Draai DOLBY NR om de ruis te verminderen
wanneer u dit soort signalen weergeeft.
Afspelen van een tape
Hiervoor kunt u gebruikmaken van elk type tape,
TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE
IV (metalen tape) aangezien het tapedeck
automatisch het type tape vaststelt (ATS*).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning).
4
1
2
3
DOLBY NR**
Opnemen van een CD op een
tape (vervolg)
Druk op s op het tapedeck of
de CD-speler.
?/1 (spanning)
* ATS: Automatische tapekeuze
**Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type
ruisonderdrukkingssysteem.
19
NL
Het tapedeck
Druk op A op het tapedeck.
Het volume in te
stellen
Het eerstvolgende
muziekstuk te
vinden (AMS*)
Druk in de stopstand op
lm of ML op het
tapedeck.
Terug te spoelen Druk in de stopstand op
lm of ML op het
tapedeck.
Druk tijdens het afspelen op
lm op het tapedeck
voor de voorkant.
Druk tijdens het afspelen op
ML op het tapedeck
voor de achterkant.
Bij elke druk op de toets
wordt het aantal
muziekstukken aangegeven
dat overgeslagen moet
worden.
1 Druk op A op het tapedeck om de
cassettelade te openen en plaats een
voorbespeelde tape.
Met de kant waarop u wilt
opnemen omhoog gericht.
Om de cassettelade te sluiten, drukt u
opnieuw op A.
2 Draai FUNCTION totdat “TAPE”
verschijnt.
3 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant af te
spelen, of op h (of j*) om op
beide kanten af te spelen.
* Nadat deze bediening vijfmaal is herhaald,
stopt het tapedeck automatisch.
4 Druk op H op het tapedeck.
De indicator op de H toets licht op en
daarna begint het afspelen van de tape vanaf
de voorkant.
Om de achterkant af te spelen, drukt u op h
op het tapedeck.
Om Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Om Doe het volgende
Het voorgaande
muziekstuk te
vinden (AMS*)
Snel vooruit te
spoelen
De tape te
verwijderen of te
vervangen
Druk op s op het tapedeck.
Te pauzeren Druk op S op het tapedeck.
De indicator op de S toets
licht op. Druk opnieuw om het
afspelen te hervatten.
Draai VOLUME.
* Met de Automatische Muzieksensor (AMS) wordt
elke niet-opgenomen interval van meer dan vier
seconden tussen twee muziekstukken opgespoord
zodat altijd snel het gewenste muziekstuk
gevonden kan worden.
Tips
U kunt overschakelen van een andere bron naar het
tapedeck en het afspelen van een tape laten
beginnen door gewoon op H of h op het
tapedeck te drukken (Automatische
bronkeuze).
Om te luisteren naar een tape die is opgenomen met
het ruisonderdrukkingssysteem Dolby, drukt u op
DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display
verschijnt.
Opmerking
In de onderstaande gevallen zal de AMS-functie niet
altijd werken:
wanneer het niet-opgenomen interval tussen
twee muziekstukken vier seconden of minder
bedraagt,
wanneer de geluidsbron die op het rechter
kanaal is opgenomen, verschilt van die op het
linker kanaal,
wanneer het lage volume of het lage geluid lang
aanhoudt,
wanneer de TV zich te dicht bij het systeem
bevindt.
Druk tijdens het afspelen op
ML op het tapedeck
voor de voorkant.
Druk tijdens het afspelen op
lm op het tapedeck
voor de achterkant.
Bij elke druk op de toets
wordt het aantal
muziekstukken aangegeven
dat overgeslagen moet
worden.
20
NL
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een tape door gebruikmaking van de
synchroonopnamefunctie. Hiermee kunt u de
volgorde van de muziekstukken veranderen en
ervoor zorgen dat de afspeeltijd op elk van beide
kanten van de tape voldoende is.
11
9
10
8
`/1
2
3,4,6
1
5
De muziekstukken kiezen
1 Druk op CD op de afstandsbediening
om over te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening totdat “PROGRAM”
verschijnt.
3 Kies met de cijfertoetsen het nummer
van het muziekstuk dat u wilt opnemen.
Om muziekstuknummer 11 en
hoger te kiezen
Druk eenmaal op >10 en daarna op de
cijfertoetsen van het muziekstuknummer.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen,
drukt u op >10, 3 en 2.
4 Herhaal stap 3 om de muziekstukken te
kiezen die u wilt opnemen op de kant
waarop het opnemen moet beginnen.
5 Druk op X op de afstandsbediening.
Aan het einde van de kant waarop het
opnemen begint, wordt de opname tijdelijk
stopgezet. “P” verschijnt en de indicatie van
de totale afspeeltijd verandert in “0m00s”.
6 Herhaal stap 3 om de muziekstukken te
kiezen die u wilt opnemen op de
achterkant.
Opnemen op een tape
7 Plaats een blanco tape.
8 Druk op CD SYNC REC.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
21
NL
Het tapedeck
9 Druk op H op het tapedeck om het
opnemen te laten beginnen vanaf de
voorkant.
Om het opnemen te laten beginnen
vanaf de achterkant, drukt u op h op
het tapedeck.
10 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
11 Druk op S op het tapedeck.
Het afspelen van de CD en het opnemen op
de tape beginnen. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen de CD-speler en het
tapedeck automatisch.
Om te stoppen met opnemen
Druk op s op het tapedeck of de CD-speler.
Indien de tape tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het tapedeck
automatisch.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn
opgenomen op een laag niveau wilt verminderen,
druk dan na stap 10 op DOLBY NR zodat “DOLBY
NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om
de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen
weergeeft.
Uw favoriete
muziekstukken opnemen
op een tape
— Handmatige opname
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD opnemen op
een tape. U kunt ook een radioprogramma
opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld.
4653
72
1 Plaats een blanco tape.
2 Draai FUNCTION totdat “CD”
verschijnt.
wordt vervolgd
22
NL
3 Druk op REC z.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Druk op H op het tapedeck om het
opnemen te laten beginnen vanaf de
voorkant.
Om het opnemen te laten beginnen
vanaf de achterkant, drukt u op h op
het tapedeck.
5 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant
laat beginnen, wordt de opname aan het
einde van de achterkant stopgezet, zelfs
indien u h kiest.
6 Druk op S op het tapedeck.
Het opnemen begint.
7 Druk op H op de CD-speler.
Om Druk op
Te stoppen met
opnemen
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op
een tape. Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape
van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2).
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
3
57 68
42
1 Plaats een blanco tape.
2 Druk herhaald op TUNER/BAND om
“AM” of “FM” te kiezen.
Uw favoriete muziekstukken
opnemen op een tape (vervolg)
s op het tapedeck.
Te pauzeren S op het tapedeck.
Tip
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn
opgenomen op een laag niveau wilt verminderen,
druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “DOLBY
NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om
de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen
weergeeft.
23
NL
Het tapedeck
Om Doe het volgende
Te stoppen met
opnemen
3 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
4 Druk op TUNING + of – om de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
te kiezen.
Om radiozenders voor te programmeren, zie
blz. 24.
Preselectienummer en frequentie (of
zendernaam* of RDS-zendernaam**)
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
betreffende zender een naam hebt gegeven
(zie blz. 27).
**Alleen bij het Europese model
5 Druk op z REC.
De indicator z REC licht op.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
6 Druk op H op het tapedeck om het
opnemen te laten beginnen vanaf de
voorkant.
Om het opnemen te laten beginnen
vanaf de achterkant, drukt u op h op
het tapedeck.
7 Druk herhaald op DIRECTION totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of op h (of j) om op beide
kanten op te nemen.
Als u voor opname op beide kanten kiest en
de voorkant halverwege een muziekstuk ten
einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf
het begin van de achterkant opnieuw
opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf
de achterkant laat beginnen, wordt de
opname aan het einde van de achterkant
stopgezet, zelfs indien u h kiest.
8 Druk op S op het tapedeck.
Het opnemen begint.
Druk op s op het tapedeck.
Te pauzeren Druk op S op het tapedeck.
Druk opnieuw op S of druk
op H op het tapedeck om
verder te gaan met opnemen.
De tape te
verwijderen
Druk in de stopstand op A op
het tapedeck.
Tips
Indien er tijdens het opnemen van een AM-
radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie
blz. 36).
Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin
dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant
begint, zal de opname stoppen wanneer het einde
van de achterkant is bereikt.
Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die
zijn opgenomen op een laag niveau wilt
verminderen, druk dan na stap 7 op DOLBY NR
zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt.
Draai DOLBY NR om de ruis te verminderen
wanneer u dit soort signalen weergeeft.
24
NL
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt 30 zenders voorprogrammeren: 20 FM-
zenders en 10 AM-zenders.
`/1
5,6
1
5,6
2
5,6
5
3
4 4
1 Druk op ?/1 (spanning) om het systeem
in te schakelen.
2 Druk herhaald op BAND TUNER om
“AM” of “FM” te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt.
4 Druk op m of M.
De frequentie-indicatie begint te veranderen
en stopt wanneer het systeem op een zender
is afgestemd. “TUNED” en “STEREO”
(voor een stereo-programma) verschijnen op
het display.
Om te stoppen met het zoeken naar
frequenties, drukt u op TUNING MODE.
5 Druk op MENU/NO en daarna herhaald
op . of > totdat “P.Memory ?”
verschijnt. Druk daarna op ENTER/
YES.
Er knippert een preselectienummer op het
display.
6 Druk op . of > om het gewenste
preselectienummer te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES.
De zender is nu vastgelegd.
Kies 1 t/m 20 voor FM-zenders, en kies 1 t/m
10 voor AM-zenders.
7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
25
NL
Tuner
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
1 Druk bij stap 3 herhaald op TUNING MODE
totdat “MANUAL” verschijnt.
2 Druk herhaald op m of M om op een zender
af te stemmen en ga verder vanaf stap 5.
Om onder het bestaande
preselectienummer een andere
zender vast te leggen
Begin opnieuw vanaf stap 2.
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (geldt niet voor het
Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het
AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op
een willekeurige AM-zender af te stemmen en
daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u
TUNING + ingedrukt houdt, schakelt u het
systeem weer in. Wanneer u het interval verandert,
worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders
uit het geheugen gewist. Om het oorspronkelijke
interval te herstellen, herhaalt u deze procedure.
Tips
Wanneer er een nieuwe zender in het geheugen
wordt vastgelegd, zal de zender die eerder onder dat
preselectienummer was vastgelegd worden gewist.
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog
ongeveer een week in het geheugen bewaard.
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op voorgeprogrammeerde
zenders
Programmeer eerst de radiozenders in het
geheugen van de tuner (zie blz. 24).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1
(spanning).
`/1
2
1
33
?/1
(spanning)
1 Druk herhaald op BAND TUNER om
“AM” of “FM” te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
wordt vervolgd
26
NL
3 Druk op . of > om de gewenste
voorgeprogrammeerde zender te kiezen.
Preselectienummer en frequentie (of
zendernaam* of RDS-zendernaam**)
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie blz. 27).
**Alleen Europees model
Om Doe het volgende
De radio uit te schakelen Druk op ?/1 om het
systeem uit te schakelen.
Het volume in te stellen Druk VOLUME + of –.
Luisteren naar niet
voorgeprogrammeerde
radiozenders
Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat “MANUAL” verschijnt en druk daarna
op m of M om op de gewenste zender af te
stemmen (Handmatige afstemming).
Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE
totdat “AUTO” verschijnt en druk daarna op
m of M. De frequentie-indicatie begint te
lopen. Het doorlopen van de frequentieband
stopt wanneer het systeem op een zender is
afgestemd (Automatische afstemming).
Om de functie voor
automatische afstemming uit te
schakelen
Druk op TUNING MODE.
Tips
U kunt overschakelen van een andere bron naar de
tuner door gewoon op TUNER/BAND op de tuner
te drukken (Automatische bronkeuze).
Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een los verkrijgbare
buitenantenne aan te sluiten (zie blz. 36).
Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis
optreedt, druk dan op STEREO/MONO op de
afstandsbediening totdat “MONO” verschijnt. Er is
dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert.
Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer
in te schakelen.
Luisteren naar de radio (vervolg)
27
NL
Tuner
Toewijzing van een
naam aan een
voorgeprogrammeerde
zender
— Station Name
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een
naam (Station Name) van maximaal 12 tekens
toewijzen. De naam van de zender verschijnt op
het display wanneer u op de zender afstemt.
`/1
1
3,6
4,5
3,6
7
9
CURSORT
2
CLEAR
1 Druk herhaald op BAND TUNER om
“AM” of “FM” te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE
totdat “PRESET” verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > totdat
het preselectie-nummer van de zender
waaraan u een naam wilt toewijzen,
verschijnt.
4 Druk op NAME EDIT.
Het tekstinvoerscherm verschijnt en de
cursor knippert.
Cursor
5 Druk herhaald op CHARACTER om
het gewenste soort teken te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0
(cijfers) t ! (symbolen) t (spatie) t
A (hoofdletters) t
6 Druk herhaald op . of > om het
gewenste teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Ga naar stap 7 zonder indrukken van . of
>.
Het eerste teken kan geen spatie zijn.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken:
! ” # $ % & ’ ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
7 Druk op CURSORt.
Het teken dat u bij stap 6 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
wordt vervolgd
28
NL
Toewijzing van een naam aan
een voorgeprogrammeerde
zender (vervolg)
8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
dan de stappen 5 t/m 7.
Om een teken te wissen
Druk op CURSORT of t totdat het teken
dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op
CLEAR.
9 Druk op ENTER/YES om de invoer van
de naam te beëindigen.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO alvorens u de procedure
beëindigt.
Om de zendernaam te
controleren
Druk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het display als
volgt:
t Zendernaam*
r
Preselectienummer en frequentie
r
Klokdisplay
* Wanneer de zender geen naam heeft, worden
automatisch het preselectienummer en de frequentie
aangegeven op het display.
Om de naam te wissen
Volg de stappen 1 t/m 4 en druk herhaald op
CLEAR totdat de naam is verdwenen, en druk
daarna op ENTER/YES.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(Alleen Europees model)
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen op
FM-zenders* beschikbaar.
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
, Kies gewoon een zender op de FM-
band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
Controleren van de RDS-
informatie
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
t Zendernaam*
r
Frequentie
r
Klokdisplay
* Als er geen RDS-informatie wordt ontvangen, kan
de zendernaam niet in het display worden
aangegeven.
29
NL
Tuner/Timer/Overige functies
Timer/Overige functies
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de
uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten.
`/1
SLEEP
, Druk herhaald op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als
volgt:
t SLEEP OFF t SLEEP AUTO*
10min T
...
T 80min T 90min T
* Na 100 minuten of nadat het afspelen van de
huidige CD of tape is afgelopen, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld.
Om de uitschakeltijd te
controleren
Druk eenmaal op SLEEP. Bij de instelling
“SLEEP AUTO” verschijnt er niets op het display.
Om de uitschakeltijd te wijzigen
Kies de gewenste tijd door indrukken van SLEEP.
Om timer uit te schakelen
Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF”
verschijnt.
Tips
U kunt de SLEEP-timerfunctie ook gebruiken
wanneer de klok niet is ingesteld.
Het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55 wordt
ook automatisch uitgeschakeld nadat het afspelen
van de MD is afgelopen en u “SLEEP AUTO”
kiest.
Opmerkingen
Wanneer u de SLEEP-timerfunctie gebruikt, kunt u
geen andere timerfuncties gebruiken.
Gebruik de stand “SLEEP AUTO” niet tijdens
synchroonopname op een tape of een MD met het
los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55.
30
NL
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met
muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld
(zie blz. 8). Om te ontwaken met de radio, moet u
eerst de radiozenders voorprogrammeren (zie
blz. 24).
`/1
4–7
4–7
4–7
2
3
8
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst een
programma samen te stellen (zie blz. 11).
Tape: Plaats een tape.
Radio: Stem af op een zender (zie blz. 25).
MD: Plaats een MD in het los verkrijgbare
MD-deck MDS-SP55. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst een
programma samen te stellen.
Opmerking
Om te ontwaken met een MD, kunt u alleen het
los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55
gebruiken.
2 Druk op VOLUME + of – om het
volume in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
4 Druk herhaald op . of > om
“SET DAILY” op het display te laten
verschijnen en druk daarna op ENTER/
YES.
De uur-indicatie knippert.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens
de procedure bij stap 5.
“OFF TIME NG” verschijnt indien de
starttijd en de stoptijd hetzelfde zijn.
Verander de stoptijd.
7 Druk herhaald op . of > om de
gewenste geluidsbron te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES.
De indicatie verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY y MD PLAY* T
* Kies deze functie indien u het los verkrijgbare
MD-deck MDS-SP55 als geluidsbron wilt
gebruiken.
Wanneer u op ENTER/YES drukt,
verschijnen achtereenvolgens de starttijd, de
stoptijd en de geluidsbron. Daarna verschijnt
weer de oorspronkelijke indicatie.
“DAILY” licht op.
8 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
31
NL
Timer/Overige functies
Om de procedure te annuleren
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
herhaald op . of > totdat “SEL DAILY”
verschijnt.
Druk daarna op ENTER/YES.
U hoeft dan de start- en stoptijd niet elke keer
opnieuw in te stellen.
Om de timer uit te schakelen
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
herhaald op . of > totdat “TIMER OFF”
verschijnt.
Druk daarna op ENTER/YES.
Opmerkingen
U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het afspelen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
Indien het systeem is aangesloten op de netspanning
wanneer de ingestelde tijd is aangebroken, begint de
ingestelde geluidsbron af te spelen.
Radioprogramma’s
opnemen met de timer
Zorg dat u de radiozender hebt
voorgeprogrammeerd (zie blz. 24) en vooraf de
klok hebt ingesteld (zie blz. 8). U kunt een
schakelklokopname maken van een
radioprogramma of van het audiosignaal van een
component die is aangesloten op AUX IN (zie
pagina 35).
`/1
3–6
3–6
3–6
2
8
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
Radio: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
blz. 25).
AUX: Stel de schakelklok van de
component die is aangesloten op AUX IN.
Voor bijzonderheden, zie de
gebruiksaanwijzing van de aangesloten
component.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Druk herhaald op . of > totdat
“SET TAPE REC” (of “SET MD REC”
bij gebruikmaking van het los
verkrijgbare MD-deck MDS-SP55)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
De uur-indicatie knippert.
wordt vervolgd
32
NL
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op . of > om het uur in
te stellen en druk daarna op ENTER/YES.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER/YES.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
5 Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
“OFF TIME NG” verschijnt indien de
starttijd en de stoptijd hetzelfde zijn.
Verander de stoptijd.
6 Druk herhaald op . of > om de
opnamebron te kiezen en druk daarna
op ENTER/YES.
De indicatie verandert als volgt:
Wanneer u opneemt op een tape
t TUNER c TAPE
r
AUX* c TAPE
Wanneer u opneemt op een MD met het los
verkrijgbare MD-deck MDS-SP55
t TUNER c MD
r
TUNER c MD (M)**
r
AUX c MD
r
AUX c MD (M)
* U kunt de aangesloten component als
opnamebron kiezen. Stel de timer van beide
systemen in op dezelfde tijd.
** Wanneer u in mono opneemt op een MD.
Wanneer u op ENTER/YES drukt,
verschijnen achtereenvolgens de starttijd, de
stoptijd en de andere instellingen. Daarna
verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie.
“REC” licht op.
Opmerking
Met de opnametimer van dit systeem kunt u
geen ander MD-deck activeren (behalve het los
verkrijgbare MD-deck MDS-SP55).
7 Plaats een blanco tape.
8 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om de procedure te annuleren
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Om de instelling te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om de instelling te controleren
of de timer te activeren
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
herhaald op . of > totdat “SEL TAPE
REC” (of “SEL MD REC” bij gebruikmaking van
het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55)
verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES.
U hoeft dan de start- en stoptijd niet elke keer
opnieuw in te stellen.
Om de timer uit te schakelen
Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk
herhaald op . of > totdat “TIMER OFF”
verschijnt.
Druk daarna op ENTER/YES.
Radioprogramma’s opnemen met
de timer (vervolg)
33
NL
Timer/Overige functies
Tip
Circa 30 seconden vóór de starttijd wordt het systeem
automatisch ingeschakeld en bereidt het zich voor op
de timeropname. Het opnemen begint zodra het
systeem gereed is en kan dus in sommige gevallen
ook eerder beginnen dan op het ingestelde tijdstip.
Opmerkingen
U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
Indien de spanning eerder dan 30 seconden vóór de
ingestelde tijd is aangesloten, zal de timeropname
niet geactiveerd worden.
Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Geluidsregeling
U kunt de lage en hoge tonen instellen door
gebruikmaking van de DSG (dynamische
geluidsgenerator)-functie.
DSG FREQUENCY
HIGH
DSG FREQUENCY LOW
DSG ON/OFF
Verkrijgen van een krachtiger
geluid
, Druk op DSG ON/OFF.
Wanneer DSG is ingeschakeld, licht “DSG”
op.
Instellen van de lage tonen
, Druk op DSG ON/OFF om “DSG” op
het display te laten verschijnen en draai
daarna DSG FREQUENCY LOW.
U kunt de lage tonen instellen van MIN tot
MAX.
Instellen van de hoge tonen
, Druk op DSG ON/OFF om “DSG” op
het display te laten verschijnen en draai
daarna DSG FREQUENCY HIGH.
U kunt de hoge tonen instellen van MIN tot
MAX.
34
NL
Tip
Schakel over op de functie “MD” wanneer u het
geluid van het MD-deck MDS-SP55 beluistert of
opneemt.
Tuner
Tapedeck
MD-deck
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van audio-
componenten
Om uw systeem te verbeteren, kunt u los
verkrijgbare componenten aansluiten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
betreffende component.
Aansluiten van het los
verkrijgbare MD-deck MDS-SP55
CD-synchroonopname en timeropname zijn
mogelijk wanneer de SYSTEM CONTROL 3-
aansluitingen zijn aangesloten.
Maak de bijgeleverde systeemkabel los van de
SYSTEM CONTROL 3-aansluitingen op de tuner
en het tapedeck, en sluit de met het MD-deck
meegeleverde systeemkabel achtereenvolgens aan
op de tuner, het tapedeck en het MD-deck. Sluit de
bijgeleverde digitale kabel aan op DIGITAL
OPTICAL OUT op de CD-speler en DIGITAL
OPTICAL CD IN 1 op het MD-deck.
Raadpleeg de met het MD-deck MDS-SP55
meegeleverde gebruiksaanwijzing voor
bijzonderheden over de aansluiting en bediening.
35
NL
Los verkrijgbare componenten
Aansluiting van een ander
tapedeck, TV, videorecorder,
enz., of aansluiting van een MD-
deck voor analoge opnamen
Sluit de component aan op de AUX IN- en OUT-
aansluitbussen op het achterpaneel van de tuner.
Naar de audio-ingang
van een analoge
component
Naar de audio-uitgang
van een analoge
component
Tip
Schakel over op de functie “AUX” wanneer u het
geluid van aangesloten componenten beluistert of
opneemt.
Om de vervorming van het geluid
de aangesloten componenten af
te zwakken
U kunt het audio-ingangsniveau van de AUX-
ingangsaansluitbussen veranderen. Daarvoor hebt
u de keuze uit twee niveaus.
Indien het geluid van een aangesloten component
vervormd is, verlaagt u het ingangsniveau.
1 Draai FUNCTION totdat “AUX” verschijnt.
2 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen.
3 Terwijl u DSG ON/OFF ingedrukt houdt, drukt
u op ?/1 om het systeem in te schakelen.
“AUX ATT” verschijnt op het display.
Wanneer het volume te laag is, herhaalt u de
stappen 1 t/m 3 om het oorspronkelijke niveau
weer in te stellen.
Aansluiting van een MD-deck
voor digitale opnamen
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD door
uw MD-deck aan te sluiten met een los
verkrijgbare kabel (niet bijgeleverd). Voor
bijzonderheden, raadpleeg de gebruiksaanwijzing
die met uw MD-deck is meegeleverd.
Naar de digitale ingang van het MD-deck
CD-speler
36
NL
Aansluiten van
buitenantennes
Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een
buitenantenne aansluiten.
FM-antenne
Sluit een in de handel verkrijgbare FM-
buitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook
een TV-antenne gebruiken.
Type aansluiting A
IEC standaard aansluitstekker
(niet bijgeleverd)
Type aansluiting B
Coaxiale kabel van 75 Ohm
(niet bijgeleverd)
AM-antenne
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan
op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde
AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten.
AM
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
Belangrijk
Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een
aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om
een gasexplosie te voorkomen, mag u de
aarddraad niet op een gasleiding aansluiten.
37
NL
Los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie
Aanvullende
informatie
Voorzorgsmaatregelen
Bedrijfsspanning (voor model
met spanningskiezer)
Controleer vóór bediening van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met
de plaatselijke netspanning.
De spanningskiezer bevindt zich op de achterkant
van het apparaat.
Voor uw veiligheid
Het systeem blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Wanneer u de stekker van het systeem in het
stopcontact steekt, begint het systeem met het
opladen voor de afstandsbedienings- en
timerfuncties. Hierdoor zal de buitenkant van het
apparaat warm worden. Dit is normaal.
Installeren
Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens
gebruik is ingeschakeld.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
luchtcirculatie. U mag niets op het systeem
plaatsen.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Installeer het systeem niet in een hellende positie.
Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
Bediening
Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of op de
aandrukrol en koppen in het tapedeck. In dergelijke
gevallen zal het systeem niet juist werken. Verwijder
de CD of de tape en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt.
Transport
Zorg dat u alle discs verwijdert en schakel het
systeem uit. Indien u het systeem verplaatst terwijl
de disc er nog in zitten, bestaat de kans dat u de disc
later niet meer kunt verwijderen.
Alvorens u het systeem verplaatst, dient u het
systeem uit te schakelen en te controleren of alle
bedieningen zijn beëindigd.
Indien u vragen of problemen het betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is magnetisch afgeschermd en
kan worden gebruikt in de buurt van TV-toestellen.
Desondanks kan op sommige TV-toestellen
magnetische vervorming van het beeld optreden. In
dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te
schakelen en vervolgens na 15 tot 30 minuten weer in
te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder
van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen
voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of
waarin magneten worden gebruikt, zoals audiorekken,
TV-standers en speelgoed, dicht bij het
luidsprekersysteem. Deze kunnen magnetische
vervorming van het TV-beeld veroorzaken ten
gevolge van hun inwerking op het systeem.
Opmerkingen over CD’s
Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het
midden naar de rand.
Gebruik geen CD met plakband, stickers of lijm
erop omdat de speler hierdoor beschadigd kan
raken.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
verfverdunner, in de handel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray
bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s.
Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
wordt vervolgd
38
NL
Reinigen van de tapekoppen
Reinig de tapekoppen na iedere 10 gebruiksuren.
Verontreinigde tapekoppen veroorzaken:
— vervorming van het geluid
— verminderde geluidssterkte
— af en toe wegvallend geluid
— onvolledig wissen van de tape
— tegenvallende opnameresultaten.
Maak de tapekoppen schoon voor een belangrijke
opname of na het afspelen van een oude cassette.
Gebruik hiervoor een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of het vloeistof-type.
Nadere bijzonderheden vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de
tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt
u in de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Alvorens u een cassette in het
tapedeck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de tape zijn
strakgetrokken. Anders zou de tape in het
mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen
raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape van
langer dan 90 minuten
De tape kan gemakkelijk uitrekken. U mag de tape
niet te vaak stoppen, snel vooruit- of terugspoelen en
weer starten. De tape kan hierdoor namelijk in het
tapedeck verstrikt raken.
Beveiligen van uw tapeopnamen
Om een tape te beveiligen tegen abusievelijk wissen
of abusievelijk opnemen, breekt u het
wispreventienokje van kant A of B uit, zoals op de
afbeelding is aangegeven.
Tapesoort-
uitsparingen
Nokje van kant B Nokje van kant A
Kant A
Wis-
preventie-
nokje van
kant A
uitbreken
Als u een aldus beveiligde tape later weer voor
opnemen wilt gebruiken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let
evenwel op dat u de tapesoort-uitsparingen niet
afdekt, want hiermee wordt door het tapedeck
automatisch het type tape vastgesteld.
TYPE II (CrO
2
) TYPE I (normaal)
Tapesoort-uitsparingen
39
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een
storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande
storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Indien een storing niet door u verholpen kan
worden, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Wanneer u dit
systeem laat repareren, dient u altijd het gehele
systeem mee te brengen. Dit product is een
systeemproduct, hetgeen betekent dat het gehele
systeem nodig is om te bepalen welk onderdeel
gerepareerd moet worden.
Algemeen
Er is geen geluid.
Draai VOLUME naar rechts.
Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
blz. 5).
Sluit het audiosnoer aan op AUX IN-
aansluitbussen.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of
het links/rechts-volume is niet
gebalanceerd.
Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie
blz. 5).
Plaats de luidsprekers zo symmetrisch
mogelijk.
Sluit slechts één van de bijgeleverde
luidsprekers aan op elk stel
luidsprekeraansluitingen.
Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
Zet het systeem verder weg van de bron van
de ruis.
Sluit het systeem aan op een ander
stopcontact.
Monteer een ruisfilter (in de handel
verkrijgbaar) op de elektriciteitsleiding.
“– –:– –” verschijnt.
Stel de klok opnieuw in (zie blz. 8).
De timer kan niet worden ingesteld.
Stel de klok opnieuw in (zie blz. 8).
De timer werkt niet.
Controleer de instelling en stel de juiste tijd in
(zie blz. 29 t/m 33).
Sluit het los verkrijgbare MD-deck MDS-
SP55 goed aan (zie blz. 34).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de
aangesloten component is meegeleverd en stel
de timer in op dezelfde tijd als de timer van
het systeem.
De afstandsbediening werkt niet.
Verwijder het obstakel.
Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
Richt de afstandsbediening naar de sensor op
het systeem.
Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
Plaats het systeem op grotere afstand van de
TL-buisverlichting.
CD-speler
De CD-lade sluit niet.
Plaats de CD precies in het midden van de
lade.
Sluit de lade altijd door indrukken van A op
de CD-speler. Wanneer u probeert om de lade
met uw hand te sluiten, kan dit problemen met
de CD-speler veroorzaken.
De CD kan niet worden verwijderd.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
De CD begint niet met afspelen.
Open de CD-lade en controleer of er een CD
is geplaatst.
Veeg de CD schoon (zie blz. 37).
Vervang de CD.
Plaats de CD precies in het midden van de
lade.
Plaats de CD in de lade, met de labelkant naar
boven.
Verwijder de CD en veeg het vocht van de
CD. Laat het systeem daarna een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
Druk op H op de CD-speler om het afspelen
te laten beginnen.
wordt vervold
40
NL
Een stereo FM-programma kan niet in
stereo worden ontvangen.
Druk op STEREO/MONO op de
afstandsbediening totdat “STEREO” op het
display verschijnt.
Zie “Er is veel brom of ruis/zenders kunnen
niet worden ontvangen.” en controleer de
antenne.
Tapedeck
De cassettelade sluit niet.
Schakel het apparaat opnieuw in en sluit de
cassettelade.
De tape neemt niet op.
Er is geen tape geplaatst. Plaats een tape.
Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek
de ontstane opening met plakband (zie
blz. 38).
Het einde van de tape is bereikt.
De tape neemt niet op en speelt niet af, of
het geluidsniveau vermindert.
De koppen zijn vuil. Reinig deze.
De tape zit niet goed strak. Trek de tape strak.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 38).
Oude opnamen worden niet afdoende
gewist.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 38).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt
weg.
De aandrukassen of aandrijfrollen in het
tapedeck zijn vuil. Reinig deze met een
reinigingscassette (zie blz. 38).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 38).
De CD slaat over.
Veeg de CD schoon (zie blz. 37).
Vervang de CD.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de CD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt om
terug te keren naar normaal afspelen.
“- OVER -” verschijnt.
Houd lm op de CD-speler ingedrukt of
druk herhaald op lm om terug te keren
naar de gewenste positie voor afspelen.
Tuner
Er is veel brom of ruis/zenders kunnen
niet worden ontvangen.
Stel de juiste golfband en frequentie in (zie
blz. 24).
Sluit de antenne goed aan (zie blz. 6).
Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt
zijn voor een goede ontvangst en installeer
daarna de antenne opnieuw.
Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het
raadzaam om een in de handel verkrijgbare
buitenantenne aan te sluiten.
De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt
de signalen over de volle lengte. Daarom
moet u de antenne volledig uittrekken.
Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
Indien de bijgeleverde AM-antenne is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Schakel de elektrische apparatuur in de buurt
uit, indien mogelijk.
Verhelpen van storingen
(vervolg)
41
NL
Aanvullende informatie
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen
geluid.” op blz. 39 en controleer de toestand
van het systeem.
Sluit de component goed aan (zie blz. 34) en
controleer daarbij:
– of de snoeren/kabels goed zijn aangesloten,
– of de stekkers van de snoeren/kabel er goed
zijn ingeduwd.
Schakel de aangesloten component in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component
en begin met afspelen.
Het geluid is vervormd.
Zorg voor afzwakking van de vervorming (zie
blz. 35).
Er is geen geluid te horen van de
component die is aangesloten op de AUX
IN-aansluitbussen.
Draai FUNCTION totdat “AUX” verschijnt.
Sluit het audiosnoer goed aan.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact terwijl
u ?/1 ingedrukt houdt.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld
(fabrieksinstellingen). Alle door u gemaakte
instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde
zenders, klokinstelling, timerinstellingen en CD-
disctitels, zijn geannuleerd. U moet deze nu
opnieuw instellen.
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van de
onderstaande meldingen verschijnen of knipperen.
CD
Name Full
Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem
ingevoerd.
- OVER -
Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens
het pauzeren ML op de CD-speler
ingedrukt houdt.
Cannot Edit
U hebt getracht om een CD TEXT-disc te
voorzien van een titel.
TAPE
Cannot SYNC
Er zit geen tape in het tapedeck, of het
wispreventienokje is verwijderd.
De instellingen van de tabs en de
bandlooprichting komen niet met elkaar
overeen.
No TAB
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen tape in het tapedeck.
42
NL
CD-speler (CDP-SP55)
Systeem Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser (λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz
Uitgang
DIGITAL OPTICAL OUT:
Optisch
Tapedeck (TC-SP55)
Opnamesysteem 4-sporen 2-kanaals stereo
Frequentiebereik (DOLBY NR OFF)
40 – 14.000 Hz (± 3 dB) bij
gebruik van Sony TYPE I cassettes
40 – 15.000 Hz (± 3 dB) bij
gebruik van Sony TYPE II
cassettes
Luidspreker (SS-CSP55)
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type
Luidspreker-eenheden
Woofer: 12 cm diameter,
glasvezelconus-type
Tweeter: 2,5 cm diameter,
balansaandrijvingstype
Nominale impedantie 8 ohm
Technische gegevens
Tuner (ST-SP55)
FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner
Ingang
AUX IN (tulpstekkers): spanning 250 mV,
impedantie 47 kilohm
Uitgang
AUX OUT (tulpstekkers): spanning 250 mV,
impedantie 1 kilohm
FM-tuner
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Antenne FM-draadantenne
Antenneaansluitingen 300 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op 10 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Buitenantenneaansluitingen
Middenfrequentie 450 kHz
Versterker (TA-SP55)
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
25 + 25 watt
(8 ohm bij 1 kHz, DIN, 230 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
30 + 30 watt
(8 ohm bij 1 kHz, 10 % THD,
230 V)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie):
75 + 75 watt
Overige modellen:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
25 + 25 watt
(8 ohm bij 1 kHz, DIN, 240 V)
22 + 22 watt
(8 ohm bij 1 kHz, DIN, 220 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
30 + 30 watt
(8 ohm bij 1 kHz, 10 % THD,
240 V)
28 + 28 watt
(8 ohm bij 1 kHz, 10 % THD,
220 V)
Uitgang
PHONES (stereo-tulpstekker):
geschikt voor hoofdtelefoon van
8 ohm of meer
43
NL
Aanvullende informatie
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Overige modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik 70 W
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en
regelaars
Tuner: ca. 202 × 75 × 291 mm
Versterker: ca. 202 × 101 × 306 mm
CD-speler: ca. 202 × 75 × 290 mm
Tapedeck: ca. 202 × 101 × 283 mm
Luidspreker: ca. 170 × 275 × 230 mm
Gewicht
Tuner: ca. 1,3 kg
Versterker: ca. 3,9 kg
CD-speler: ca. 1,5 kg
Tapedeck: ca. 1,9 kg
Luidsprekers: elke luidspreker netto ca. 3,4 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Systeemkabels (2)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
44
NL
Sony Corporation Printed in Malaysia
Index
A
Aansluiten
antennes 6
buitenantenne 36
los verkrijgbare
componenten 34
luidsprekers 5
netspanning 6
Afspelen
CD 9
een tape 18
muziekstukken herhaald
(REPEAT) 12
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM) 11
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 10
Afsteminterval 25
Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
25
Antennes 6, 36
Automatisch afstemmen 26
Automatische bronkeuze 9, 19,
26
B
Batterijen 7
Beveiligen van opnamen 38
Bewaren van opnamen 38
C
CD-TAPE-synchroonopname 17,
20
D, E, F, G
DAILY-timerfunctie 30
Discmemo-gegevens 16
Display 13
Dynamische geluidsgenerator 33
H
Handmatig afstemmen 26
I, J
Instellen
bedrijfsspanning 6
geluid 33
hoge tonen 33
lage tonen 33
van de klok 8
volume 9, 19, 26
K
Klok instellen 8
L
Los verkrijgbare componenten
34
Luidsprekers 5
Luisteren naar de radio 25
M
Meldingen 41
N
Naamgeving
CD 14
voorgeprogrammeerde
zender 27
Normaal afspelen 9, 18
O
Opnemen
CD 17, 20, 21
handmatig opnemen 21, 22
op een tape 17, 20, 21, 22,
31
radioprogramma 22
timer-opname 31
P, Q
PROGRAM-afspeelfunctie 11
R
Radio-informatiesysteem (RDS)
28
Radiozenders
afstemmen 25
voorprogrammeren 24
REPEAT-afspeelfunctie 12
S
SHUFFLE-afspeelfunctie 10
SLEEP-timerfunctie 29
Station Name 27
Systeem opnieuw instellen 41
T, U
Timer
inslapen met muziek 29
ontwaken met muziek 30
timer-opname 31
V, W, X, Y, Z
Verhelpen van storingen 39
Voorprogrammeren van
radiozenders 24

Documenttranscriptie

Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Voor de Klanten in Nederland Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Deze stereo-installatie is uitgerust met een ruisonderdrukkingssysteem van het Dolby* B-type. * Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby” en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. 2NL Inhoudsopgave Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van het systeem ........... 4 Stap 2: Instellen van de klok ..................... 8 De CD-speler Afspelen van een CD ................................ 9 Muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 10 Programmeren van muziekstukken op een CD — PROGRAM-afspeelfunctie ... 11 Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD — REPEAT-afspeelfunctie ... 12 Gebruik van het CD-display ................... 13 Invoeren van CD-titels — CD-geheugen ............................... 14 Controleren van discmemo-gegevens ..... 16 Het tapedeck Opnemen van een CD op een tape — CD-TAPE-synchroonopname ..... 17 Afspelen van een tape ............................. 18 Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een tape — CD-TAPE-synchroonopname ..... 20 Uw favoriete muziekstukken opnemen op een tape — Handmatige opname .................... 21 Opnemen van de radio — Handmatige opname .................... 22 Tuner Voorprogrammeren van radiozenders ..... 24 Luisteren naar de radio — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders ........ 25 Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name ............................... 27 Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS)* .............................................. 28 Timer/Overige functies Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie .................... 29 Ontwaken met muziek — DAILY-timerfunctie .................... 30 Radioprogramma’s opnemen met de timer ............................................. 31 Geluidsregeling ....................................... 33 NL Los verkrijgbare componenten Aansluiten van audio-componenten ........ 34 Aansluiten van buitenantennes ................ 36 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ............................ 37 Verhelpen van storingen ......................... 39 Meldingen ............................................... 41 Technische gegevens ............................... 42 Index .......................................... Achterkant * Alleen Europees model 3NL Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande procedure 1 t/m 6 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten. Opmerking Alvorens u de systeemcomponenten op elkaar gaat aansluiten, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken. Indien u de systeemcomponenten op elkaar aansluit terwijl de stekker in het stopcontact zit, kan het systeem defect raken. AM-raamantenne FM-antenne Achterpaneel CMT-SP55TC Tuner Rechter luidspreker Linker luidspreker Versterker CD-speler Tapedeck 4NL Voorbereiding Zet de componenten op elkaar zoals op de onderstaande afbeelding is aangegeven. Tuner Sluit de tuner en de CDspeler aan Sluit de bijgeleverde systeemkabel aan op de SYSTEM CONTROL 2-aansluitingen (zwart) op de tuner en op de CD-speler. Sluit de tuner en het tapedeck aan Versterker Sluit de bijgeleverde systeemkabel aan op de SYSTEM CONTROL 3-aansluitingen (rood) op de tuner en op het tapedeck. Opmerkingen CD-speler Tapedeck • De systeemkabel wordt gebruikt om signalen en elektriciteit van de ene naar de andere component te verzenden zodat deze gekoppeld aan elkaar kunnen worden bediend. Steek de stekker er horizontaal in totdat deze vastklikt, aangezien het systeem anders niet correct zal werken. • Houd de systeemkabel uit de buurt van de antennes om ruis of storing te voorkomen. 2 Sluit de luidsprekers aan. 1 Sluit de systeemkabels aan op de R+ Sluit de tuner en de versterker op elkaar aan L+ Sluit de systeemkabel van de versterker aan op de SYSTEM CONTROL 1-aansluiting (wit) op de tuner. – Roodgestreept (3) – Voorbereidingen SYSTEM CONTROL-aansluitingen op elke component. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen op de versterker, en op de aansluitingen op de luidsprekers, zoals hieronder is aangegeven. SY ST EM CO NT RO L1 Doorzichtig (#) Steek dit gedeelte erin SY wordt vervolgd ST EM CO NT RO L1 5NL Stap 1: Aansluiten van het systeem (vervolg) 4 Sluit de FM-antenne aan. De bijgeleverde luidsprekers kunnen als linker of als rechter luidspreker worden gebruikt. Plaats de met de SPEAKER R-aansluitingen verbonden luidspreker aan de rechterkant van het systeem, en de met de SPEAKER Laansluitingen verbonden luidspreker aan de linkerkant. L (links) R (rechts) Trek de FM-antenne er horizontaal uit. Type aansluiting A Type aansluiting B 5 Bij modellen met een spanningskiezer Opmerkingen • Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes om ruis te voorkomen. • Zorg dat u zowel de linker als de rechter luidspreker aansluit, aangezien er anders geen geluid zal worden voortgebracht. zet u VOLTAGE SELECTOR op de achterkant van de versterker in de stand die overeenkomt met de plaatselijke netspanning. VOLTAGE SELECTOR 3 Sluit de AM-antenne aan. Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. 220V-240V 110V-120V AM AMraamantenne 6NL 6 Steek de stekker in het stopcontact. Opstelling van de componenten naast elkaar Wanneer u alle aansluitingen hebt voltooid, kunt u de componenten naar wens anders opstellen. Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de afstandsbediening Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen. Opmerkingen Alle informatie van de verschillende componenten verschijnt op het display van de tuner. Om het contrast van de weergegeven tekens in te stellen, drukt u op TUNING + of – terwijl u DISPLAY ingedrukt houdt. U kunt het contrast nauwkeurig instellen in 7 stappen over een bereik van –3 tot +3. Instellen van de helderheid van de achtergrondverlichting van het display Druk in de wachtstand op DISPLAY om de achtergrondverlichting van het display te doen oplichten. Terwijl het display oplicht, drukt u op TUNING + of – om de helderheid van de achtergrondverlichting in te stellen. Voorbereidingen Tip Instellen van het contrast van de tekens op het display • Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen. • Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit plaatst. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast elkaar. • Gebruik geen batterij die lekt. • Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te reinigen en alle batterijen te vernieuwen. 7NL Stap 2: Instellen van de klok Om de timer te kunnen gebruiken, moet u de klok vooraf op de juiste tijd instellen. De klok van het Europese model werkt met 24 uren, en die van andere modellen met 12 uren. Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren gebruikt. Stel de klok in alvorens u het systeem inschakelt. 2 Druk op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De minuten-indicatie begint te knipperen. 3 Druk op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/ YES. De klok begint te lopen. `/1 1 2,3 Indien u zich hebt vergist Begin opnieuw vanaf stap 1. Veranderen van de ingestelde tijd U kunt de ingestelde tijd veranderen terwijl het systeem is ingeschakeld. 2,3 2,3 1 Druk op CLOCK/TIMER SET. 2 Druk herhaald op . of > totdat “SET CLOCK” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 3 Herhaal de stappen 2 en 3. Tips 1 • De ingebouwde klok zorgt ervoor dat de tijd ook op het display wordt aangegeven wanneer het systeem is uitgeschakeld. Wanneer u op dat moment DISPLAY indrukt, zal de achtergrondverlichting van het display oplichten zodat de klok beter zichtbaar is. • Tijdens de eerste 30 seconden van elke minuut knippert de bovenste stip van de kolom, en tijdens de laatste 30 seconden knippert de onderste stip. Druk op CLOCK/TIMER SET terwijl het systeem is uitgeschakeld. De uur-indicatie begint te knipperen. 8NL De CD-speler Afspelen van een CD 2 Druk op H op de CD-speler. Het afspelen begint. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). 1 ?/1 (spanning) Muziekstuknummer Om Afspeeltijd Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op s op de CD-speler. Te pauzeren Druk op S op de CD-speler. Druk opnieuw op S of druk op H op de CD-speler om het afspelen te hervatten. Een muziekstuk te kiezen Druk herhaald op lm of ML op de CDspeler. Een punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen lm of ML op de CD-speler ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los. De CD te verwijderen Druk op A op de CD-speler. Het volume in te stellen Draai VOLUME. 2 1 Druk op A op de CD-speler en plaats een CD in de disc-lade. U kunt overschakelen van een andere bron naar de CD-speler en het afspelen van een CD laten beginnen door gewoon op H op de CD-speler te drukken (Automatische bronkeuze). Voorbereidingen/De CD-speler Tip Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op A. 9NL Muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken op een CD in willekeurige volgorde afspelen. `/1 2 3 1 1 Druk op CD om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” verschijnt. 3 Druk op N. Het afspelen in willekeurige volgorde begint. 10NL Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen Druk herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PROGRAM” verdwijnen. Tips • Tijdens afspelen in normale volgorde kunt u direct overschakelen naar de SHUFFLE-afspeelfunctie door “SHUFFLE” op het display te laten verschijnen. Alle muziekstukken worden dan in willekeurige volgorde afgespeeld. • Om een muziekstuk over te slaan, drukt u op >. Om terug te gaan naar het begin van het huidige muziekstuk, drukt u op .. U kunt echter niet teruggaan naar het vorige muziekstuk. Programmeren van muziekstukken op een CD — PROGRAM-afspeelfunctie 3 Druk op het nummer van het muziekstuk waarnaar u wilt luisteren. Om muzieknummer 11 of hoger te kiezen Druk eenmaal op >10 en daarna op de cijfertoetsen van het muziekstuknummer. Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen, drukt u achtereenvolgens op >10, 3 en 2. U kunt een programma creëren van maximaal 25 muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt afspelen. U kunt ook een synchroon-opname van het programma op een tape maken (zie blz. 20). `/1 Gekozen Totale afspeeltijd muziekstuknummer 2 4 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stap 3. Elke keer wanneer u muziekstukken programmeert, wordt de totale tijd van het programma weergegeven. U kunt een programma van maximaal 25 muziekstukken samenstellen. 3 5 Laatst Totale afspeeltijd geprogrammeerde muziekstuk 5 Druk op N. Alle muziekstukken worden in de geprogrammeerde volgorde afgespeeld. 1 2 Druk op CD om over te schakelen op de functie CD. Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” verschijnt. Om Doe het volgende Te stoppen met geprogrammeerd afspelen Druk op x en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” zijn verdwenen. Een muziekstuk toe te voegen aan het programma (in de stopstand) Volg de stap 3. Het gehele programma te wissen Volg de stappen 1 en 2, en druk daarna op CLEAR en houd deze ingedrukt. De CD-speler 1 wordt vervolgd 11NL Programmeren van muziekstukken op een CD (vervolg) Tips • Bij stap 3 kunt u het gewenste muziekstuk kiezen met . of >. Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. • Uw programma blijft in het geheugen bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma nogmaals af te spelen, drukt u achtereenvolgens op N. • Indien u probeert om 26 of meer muziekstukken te programmeren, verschijnt “Step Full”. • De indicatie “--m--s” verschijnt op het display wanneer de totale afspeelduur van uw CDprogramma langer is dan 100 minuten, of wanneer u probeert om 21 of meer muziekstukken te programmeren. Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD — REPEAT-afspeelfunctie Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u de muziekstukken op een CD herhaald afspelen. `/1 REPEAT , Druk tijdens het afspelen op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” verschijnt. REPEAT: Voor alle muziekstukken op de CD. Afspeelmodus Herhaalde muziekstukken Normaal afspelen Alle muziekstukken in normale volgorde Afspelen in willekeurige volgorde (blz. 10) Alle muziekstukken in willekeurige volgorde Afspelen in geprogrammeerde volgorde (blz. 11) Alle muziekstukken in de geprogrammeerde volgorde REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk. Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen Druk op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” is verdwenen. 12NL Gebruik van het CD-display U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het muziekstuk of van de CD controleren. Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt u de gegevens controleren die op de disc zijn opgenomen, zoals de titels of de namen van de artiesten. In de stopstand t Totaal aantal muziekstukken en totale afspeeltijd (Het aantal geprogrammeerde muziekstukken indien er een programma is samengesteld) r Titel van CD** r Naam van artiest** r Klokdisplay * Tijdens afspelen in geprogrammeerde volgorde wordt de resterende afspeeltijd van het programma aangegeven. ** Indien er een CD zonder titel is geplaatst of indien u muziekstuknummer 51 of hoger kiest bij een CD TEXT-disc die 50 of meer muziekstukken bevat, verschijnt er niets. Daarna verschijnen het totale aantal muziekstukken en de totale afspeeltijd. `/1 DISPLAY Elke keer wanneer u tijdens afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt: De CD-speler , Druk op DISPLAY. Tijdens afspelen in normale volgorde t Verstreken afspeeltijd en het muziekstuknummer van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd en het muziekstuknummer van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van de CD* r Muziekstuktitel van huidig muziekstuk** r Klokdisplay 13NL Invoeren van CD-titels 1 — CD-geheugen Druk op CD om over te schakelen op de functie CD. Wacht totdat het totale aantal muziekstukken en de totale afspeeltijd in de stopstand op het display verschijnen. Indien “SHUFFLE” of “PROGRAM” op het display verschijnt, druk dan herhaald op PLAY MODE totdat beide indicaties zijn verdwenen. U kunt maximaal 50 CD’s een titel geven die kan bestaan uit maximaal 20 symbolen en tekens. Wanneer u een CD met een titel plaatst, verschijnt de titel op het display. Opmerkingen • U kunt geen titel geven aan een CD waarbij “CDTEXT” op het display verschijnt. • Wanneer u CD’s voor het eerst een titel geeft, dient u vooraf altijd de handelingen te verrichten die vermeld staan in “Wissen van alle disctitels die in het systeemgeheugen zijn vastgelegd” op blz. 15. Totale aantal muziekstukken 2 Totale afspeeltijd Druk op NAME EDIT. Het tekstinvoerscherm verschijnt en de cursor knippert. `/1 PLAY MODE 2,3 7 Cursor 3 CLEAR CURSORT 4 1 Druk op CHARACTER om het gewenste soort letter te laten verschijnen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ! (symbolen) t (spatie) t A (hoofdletters) t … 5 4 4 Druk herhaald op . of > om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren Ga naar stap 5 zonder indrukken van . of >. Het eerste teken kan geen spatie zijn. Om een symbool in te voeren U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken. !”#$%&’() +,–./:;<=>?@_` 14NL 5 Wissen van een disctitel Druk op CURSORt. Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. Cursor 6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 3 t/m 5. 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “Name Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. De disctitel knippert. “No Name” verschijnt indien er geen disctitel is ingevoerd. 3 Druk opnieuw op ENTER/YES. “Complete!!” verschijnt en de disctitel is nu gewist. Om de wisfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO alvorens u de procedure beëindigt. Om een teken te wissen Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op CLEAR. Opmerking “Name Full” verschijnt indien u probeert om meer dan 50 CD’s in te voeren. 7 “Complete!!” verschijnt en de disctitel is nu in het systeemgeheugen vastgelegd. 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Druk herhaald op . of > totdat “All Erase ?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. “All Erase ??” verschijnt. 3 Druk opnieuw op ENTER/YES. “Complete!!” verschijnt en alle disctitels zijn nu gewist. Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Om de wisfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO alvorens u de procedure beëindigt. Druk op MENU/NO alvorens u de procedure beëindigt. De CD-speler Druk op ENTER/YES om de titelinvoer te beëindigen. Wissen van alle disctitels die in het systeemgeheugen zijn vastgelegd Opmerking U kunt de CD alleen een titel geven wanneer de CDspeler zich in de stopstand bevindt. 15NL Controleren van discmemo-gegevens 3 Druk herhaald op . of > totdat “Name Check?” verschijnt. 4 Druk op ENTER/YES. `/1 2 De disctitel verschijnt met maximaal 20 tekens bewegend op het display. 4 5 3,5 Druk herhaald op . of > om de gewenste disctitel te kiezen die in het systeemgeheugen is vastgelegd onder de nummers 01 t/m 50. 3,5 Om te stoppen met controleren Druk op x. 1 Tip In bepaalde gevallen worden CD TEXT-gegevens gekopieerd naar de MD. Controleren van een disctitel 16NL 1 Druk op CD om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk in de stopstand op MENU/NO. Het tapedeck Opnemen van een CD op een tape 1 Met de kant waarop u wilt opnemen omhoog gericht. — CD-TAPE-synchroonopname U kunt een CD analoog opnemen op een tape. Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. U kunt ook een programma van uw favoriete muziekstukken opnemen (zie blz. 20). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). 3 ?/1 (spanning) Druk op A op het tapedeck om de cassettelade te openen en plaats een blanco tape. 2 Om de cassettelade te sluiten, drukt u opnieuw op A. 2 Druk op A op de CD-speler en plaats een CD in de disc-lade. Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. 3 Draai FUNCTION totdat “CD” verschijnt. 4 Druk op CD SYNC REC. De indicatie CD SYNC REC licht op. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 4 DOLBY NR* 5 6 * Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type ruisonderdrukkingssysteem. 1 5 De CD-speler/Het tapedeck Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op A. Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. wordt vervolgd 17NL Opnemen van een CD op een tape (vervolg) 6 Druk op S op het tapedeck. Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Om Doe het volgende Te stoppen met opnemen Druk op s op het tapedeck of de CD-speler. De tape en CD te verwijderen Druk in de stopstand op A op het tapedeck en de CD-speler. Afspelen van een tape Hiervoor kunt u gebruikmaken van elk type tape, TYPE I (normale tape), TYPE II (CrO2) of TYPE IV (metalen tape) aangezien het tapedeck automatisch het type tape vaststelt (ATS*). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). 2 ?/1 (spanning) Tips • Wanneer u op de achterkant wilt opnemen, druk dan bij stap 5 op h op het tapedeck. • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant begint, zal de opname stoppen wanneer het einde van de achterkant is bereikt. • Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. • Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn opgenomen op een laag niveau wilt verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen weergeeft. DOLBY NR** 3 4 1 * ATS: Automatische tapekeuze **Dit tapedeck is uitgerust met het Dolby B-type ruisonderdrukkingssysteem. 18NL 1 Druk op A op het tapedeck om de cassettelade te openen en plaats een voorbespeelde tape. Om Doe het volgende Het voorgaande muziekstuk te vinden (AMS*) Druk tijdens het afspelen op lm op het tapedeck voor de voorkant. Druk tijdens het afspelen op ML op het tapedeck voor de achterkant. Bij elke druk op de toets wordt het aantal muziekstukken aangegeven dat overgeslagen moet worden. Snel vooruit te spoelen Druk in de stopstand op lm of ML op het tapedeck. Terug te spoelen Druk in de stopstand op lm of ML op het tapedeck. De tape te verwijderen of te vervangen Druk op A op het tapedeck. Het volume in te stellen Draai VOLUME. Met de kant waarop u wilt opnemen omhoog gericht. Om de cassettelade te sluiten, drukt u opnieuw op A. 2 Draai FUNCTION totdat “TAPE” verschijnt. 3 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant af te spelen, of op h (of j*) om op beide kanten af te spelen. * Nadat deze bediening vijfmaal is herhaald, stopt het tapedeck automatisch. 4 Druk op H op het tapedeck. Om Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op s op het tapedeck. Te pauzeren Druk op S op het tapedeck. De indicator op de S toets licht op. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. Het eerstvolgende muziekstuk te vinden (AMS*) Druk tijdens het afspelen op ML op het tapedeck voor de voorkant. Druk tijdens het afspelen op lm op het tapedeck voor de achterkant. Bij elke druk op de toets wordt het aantal muziekstukken aangegeven dat overgeslagen moet worden. Tips • U kunt overschakelen van een andere bron naar het tapedeck en het afspelen van een tape laten beginnen door gewoon op H of h op het tapedeck te drukken (Automatische bronkeuze). • Om te luisteren naar een tape die is opgenomen met het ruisonderdrukkingssysteem Dolby, drukt u op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt. Het tapedeck De indicator op de H toets licht op en daarna begint het afspelen van de tape vanaf de voorkant. Om de achterkant af te spelen, drukt u op h op het tapedeck. * Met de Automatische Muzieksensor (AMS) wordt elke niet-opgenomen interval van meer dan vier seconden tussen twee muziekstukken opgespoord zodat altijd snel het gewenste muziekstuk gevonden kan worden. Opmerking In de onderstaande gevallen zal de AMS-functie niet altijd werken: — wanneer het niet-opgenomen interval tussen twee muziekstukken vier seconden of minder bedraagt, — wanneer de geluidsbron die op het rechter kanaal is opgenomen, verschilt van die op het linker kanaal, — wanneer het lage volume of het lage geluid lang aanhoudt, — wanneer de TV zich te dicht bij het systeem bevindt. 19NL De muziekstukken kiezen Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een tape 1 Druk op CD op de afstandsbediening om over te schakelen op de functie CD. — CD-TAPE-synchroonopname 2 Druk herhaald op PLAY MODE op de afstandsbediening totdat “PROGRAM” verschijnt. 3 Kies met de cijfertoetsen het nummer van het muziekstuk dat u wilt opnemen. Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw favoriete muziekstukken op een CD kiezen en deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde opnemen op een tape door gebruikmaking van de synchroonopnamefunctie. Hiermee kunt u de volgorde van de muziekstukken veranderen en ervoor zorgen dat de afspeeltijd op elk van beide kanten van de tape voldoende is. 8 10 Om muziekstuknummer 11 en hoger te kiezen Druk eenmaal op >10 en daarna op de cijfertoetsen van het muziekstuknummer. Om bijvoorbeeld muziekstuk 32 te kiezen, drukt u op >10, 3 en 2. 4 Herhaal stap 3 om de muziekstukken te kiezen die u wilt opnemen op de kant waarop het opnemen moet beginnen. 5 Druk op X op de afstandsbediening. Aan het einde van de kant waarop het opnemen begint, wordt de opname tijdelijk stopgezet. “P” verschijnt en de indicatie van de totale afspeeltijd verandert in “0m00s”. 9 11 `/1 6 2 Herhaal stap 3 om de muziekstukken te kiezen die u wilt opnemen op de achterkant. Opnemen op een tape 3,4,6 5 1 20NL 7 Plaats een blanco tape. 8 Druk op CD SYNC REC. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 9 Druk op H op het tapedeck om het opnemen te laten beginnen vanaf de voorkant. Om het opnemen te laten beginnen vanaf de achterkant, drukt u op h op het tapedeck. 10 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant laat beginnen, wordt de opname aan het einde van de achterkant stopgezet, zelfs indien u h kiest. Uw favoriete muziekstukken opnemen op een tape — Handmatige opname Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u gewenste muziekstukken van een CD opnemen op een tape. U kunt ook een radioprogramma opnemen. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 7 2 11 Druk op S op het tapedeck. Het afspelen van de CD en het opnemen op de tape beginnen. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Om te stoppen met opnemen Het tapedeck Druk op s op het tapedeck of de CD-speler. Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt In dit geval stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Tip Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn opgenomen op een laag niveau wilt verminderen, druk dan na stap 10 op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen weergeeft. 3 5 4 6 1 Plaats een blanco tape. 2 Draai FUNCTION totdat “CD” verschijnt. wordt vervolgd 21NL Uw favoriete muziekstukken opnemen op een tape (vervolg) 3 — Handmatige opname Druk op REC z. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 5 Opnemen van de radio Druk op H op het tapedeck om het opnemen te laten beginnen vanaf de voorkant. Om het opnemen te laten beginnen vanaf de achterkant, drukt u op h op het tapedeck. U kunt een radioprogramma analoog opnemen op een tape. Hiervoor kunt u gebruikmaken van tape van TYPE I (normale tape) of TYPE II (CrO2). Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. 3 4 2 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant laat beginnen, wordt de opname aan het einde van de achterkant stopgezet, zelfs indien u h kiest. 6 Druk op S op het tapedeck. Het opnemen begint. 7 Druk op H op de CD-speler. Om Te stoppen met opnemen Te pauzeren Druk op s op het tapedeck. S op het tapedeck. Tip Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn opgenomen op een laag niveau wilt verminderen, druk dan na stap 5 op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen weergeeft. 22NL 5 7 6 8 1 Plaats een blanco tape. 2 Druk herhaald op TUNER/BAND om “AM” of “FM” te kiezen. 3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. 4 Druk op TUNING + of – om de gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen. Om radiozenders voor te programmeren, zie blz. 24. Om Doe het volgende Te stoppen met opnemen Druk op s op het tapedeck. Te pauzeren Druk op S op het tapedeck. Druk opnieuw op S of druk op H op het tapedeck om verder te gaan met opnemen. De tape te verwijderen Druk in de stopstand op A op het tapedeck. Tips Preselectienummer en frequentie (of zendernaam* of RDS-zendernaam**) * De zendernaam verschijnt alleen indien u de betreffende zender een naam hebt gegeven (zie blz. 27). **Alleen bij het Europese model 5 Druk op z REC. De indicator z REC licht op. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen. Druk op H op het tapedeck om het opnemen te laten beginnen vanaf de voorkant. Om het opnemen te laten beginnen vanaf de achterkant, drukt u op h op het tapedeck. 7 Druk herhaald op DIRECTION totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of op h (of j) om op beide kanten op te nemen. Het tapedeck 6 • Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz. 36). • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, begin dan altijd bij de voorkant. Indien u bij de achterkant begint, zal de opname stoppen wanneer het einde van de achterkant is bereikt. • Wanneer u de ruis in hoogfrequente signalen die zijn opgenomen op een laag niveau wilt verminderen, druk dan na stap 7 op DOLBY NR zodat “DOLBY NR” op het display verschijnt. Draai DOLBY NR om de ruis te verminderen wanneer u dit soort signalen weergeeft. Als u voor opname op beide kanten kiest en de voorkant halverwege een muziekstuk ten einde is, wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de achterkant opnieuw opgenomen. Wanneer u het opnemen vanaf de achterkant laat beginnen, wordt de opname aan het einde van de achterkant stopgezet, zelfs indien u h kiest. 8 Druk op S op het tapedeck. Het opnemen begint. 23NL Tuner Voorprogrammeren van radiozenders 3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “AUTO” verschijnt. 4 Druk op m of M. U kunt 30 zenders voorprogrammeren: 20 FMzenders en 10 AM-zenders. `/1 1 3 5 5,6 4 5,6 4 5,6 De frequentie-indicatie begint te veranderen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereo-programma) verschijnen op het display. Om te stoppen met het zoeken naar frequenties, drukt u op TUNING MODE. 5 Druk op MENU/NO en daarna herhaald op . of > totdat “P.Memory ?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/ YES. Er knippert een preselectienummer op het display. 2 6 Druk op . of > om het gewenste preselectienummer te kiezen en druk daarna op ENTER/YES. De zender is nu vastgelegd. Kies 1 t/m 20 voor FM-zenders, en kies 1 t/m 10 voor AM-zenders. 24NL 1 Druk op ?/1 (spanning) om het systeem in te schakelen. 2 Druk herhaald op BAND TUNER om “AM” of “FM” te kiezen. 7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Om af te stemmen op een zender met een zwak signaal Luisteren naar de radio 1 Druk bij stap 3 herhaald op TUNING MODE totdat “MANUAL” verschijnt. 2 Druk herhaald op m of M om op een zender af te stemmen en ga verder vanaf stap 5. — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders Om onder het bestaande preselectienummer een andere zender vast te leggen Programmeer eerst de radiozenders in het geheugen van de tuner (zie blz. 24). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). Begin opnieuw vanaf stap 2. Om het AM-afsteminterval te veranderen (geldt niet voor het Europese model) `/1 ?/1 (spanning) 2 Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u TUNING + ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer in. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u deze procedure. 3 Tips 3 1 • Wanneer er een nieuwe zender in het geheugen wordt vastgelegd, zal de zender die eerder onder dat preselectienummer was vastgelegd worden gewist. • Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog ongeveer een week in het geheugen bewaard. Tuner 1 Druk herhaald op BAND TUNER om “AM” of “FM” te kiezen. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. wordt vervolgd 25NL Luisteren naar de radio (vervolg) 3 Druk op . of > om de gewenste voorgeprogrammeerde zender te kiezen. Preselectienummer en frequentie (of zendernaam* of RDS-zendernaam**) * De zendernaam verschijnt alleen indien u de zender een naam hebt gegeven (zie blz. 27). ** Alleen Europees model Om Doe het volgende De radio uit te schakelen Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Het volume in te stellen Druk VOLUME + of –. Luisteren naar niet voorgeprogrammeerde radiozenders • Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE totdat “MANUAL” verschijnt en druk daarna op m of M om op de gewenste zender af te stemmen (Handmatige afstemming). • Druk bij stap 2 herhaald op TUNING MODE totdat “AUTO” verschijnt en druk daarna op m of M. De frequentie-indicatie begint te lopen. Het doorlopen van de frequentieband stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd (Automatische afstemming). Om de functie voor automatische afstemming uit te schakelen Druk op TUNING MODE. 26NL Tips • U kunt overschakelen van een andere bron naar de tuner door gewoon op TUNER/BAND op de tuner te drukken (Automatische bronkeuze). • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een los verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten (zie blz. 36). • Wanneer er tijdens een FM-stereoprogramma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO op de afstandsbediening totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen. Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name 4 Druk op NAME EDIT. Het tekstinvoerscherm verschijnt en de cursor knippert. Cursor Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een naam (Station Name) van maximaal 12 tekens toewijzen. De naam van de zender verschijnt op het display wanneer u op de zender afstemt. 5 Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ! (symbolen) t (spatie) t A (hoofdletters) t … `/1 2 4,5 9 6 3,6 Druk herhaald op . of > om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren CLEAR CURSORT Druk herhaald op CHARACTER om het gewenste soort teken te laten verschijnen. Ga naar stap 7 zonder indrukken van . of >. Het eerste teken kan geen spatie zijn. 7 3,6 Om een symbool in te voeren U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken: !”#$%&’() +,–./:;<=>?@_` 1 7 Druk op CURSORt. 1 Druk herhaald op BAND TUNER om “AM” of “FM” te kiezen. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. 3 Druk herhaald op . of > totdat het preselectie-nummer van de zender waaraan u een naam wilt toewijzen, verschijnt. Tuner Het teken dat u bij stap 6 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. Cursor wordt vervolgd 27NL Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender (vervolg) 8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 5 t/m 7. Om een teken te wissen Druk op CURSORT of t totdat het teken dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op CLEAR. 9 Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (Alleen Europees model) Wat is het radioinformatiesysteem? Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. RDS is alleen op FM-zenders* beschikbaar. Opmerking Druk op ENTER/YES om de invoer van de naam te beëindigen. Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO alvorens u de procedure beëindigt. Om de zendernaam te controleren RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist uitzendt of het signaal te zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor details betreffende RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen Druk op DISPLAY. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: t Zendernaam* r Preselectienummer en frequentie r Klokdisplay , Kies gewoon een zender op de FMband. * Wanneer de zender geen naam heeft, worden automatisch het preselectienummer en de frequentie aangegeven op het display. Controleren van de RDSinformatie Om de naam te wissen Volg de stappen 1 t/m 4 en druk herhaald op CLEAR totdat de naam is verdwenen, en druk daarna op ENTER/YES. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. Bij elke druk op DISPLAY verandert het display als volgt: t Zendernaam* r Frequentie r Klokdisplay * Als er geen RDS-informatie wordt ontvangen, kan de zendernaam niet in het display worden aangegeven. 28NL Timer/Overige functies Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten. `/1 Tips • U kunt de SLEEP-timerfunctie ook gebruiken wanneer de klok niet is ingesteld. • Het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55 wordt ook automatisch uitgeschakeld nadat het afspelen van de MD is afgelopen en u “SLEEP AUTO” kiest. Opmerkingen • Wanneer u de SLEEP-timerfunctie gebruikt, kunt u geen andere timerfuncties gebruiken. • Gebruik de stand “SLEEP AUTO” niet tijdens synchroonopname op een tape of een MD met het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55. SLEEP Bij elke druk op deze toets verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: t SLEEP OFF t SLEEP AUTO* 10min T ... T 80min T 90min T * Na 100 minuten of nadat het afspelen van de huidige CD of tape is afgelopen, wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Tuner/Timer/Overige functies , Druk herhaald op SLEEP om de gewenste tijd te kiezen. Om de uitschakeltijd te controleren Druk eenmaal op SLEEP. Bij de instelling “SLEEP AUTO” verschijnt er niets op het display. Om de uitschakeltijd te wijzigen Kies de gewenste tijd door indrukken van SLEEP. Om timer uit te schakelen Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF” verschijnt. 29NL Ontwaken met muziek 2 Druk op VOLUME + of – om het volume in te stellen. 3 Druk op CLOCK/TIMER SET. 4 Druk herhaald op . of > om “SET DAILY” op het display te laten verschijnen en druk daarna op ENTER/ YES. — DAILY-timerfunctie U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie blz. 8). Om te ontwaken met de radio, moet u eerst de radiozenders voorprogrammeren (zie blz. 24). De uur-indicatie knippert. `/1 8 3 4–7 4–7 5 Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De uur-indicatie begint opnieuw te knipperen. 4–7 2 Stel de starttijd voor afspelen in. 6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. “OFF TIME NG” verschijnt indien de starttijd en de stoptijd hetzelfde zijn. Verander de stoptijd. 1 7 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. • CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk dient u eerst een programma samen te stellen (zie blz. 11). • Tape: Plaats een tape. • Radio: Stem af op een zender (zie blz. 25). • MD: Plaats een MD in het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk dient u eerst een programma samen te stellen. De indicatie verandert als volgt: t TUNER y CD PLAY T t TAPE PLAY y MD PLAY* T * Kies deze functie indien u het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55 als geluidsbron wilt gebruiken. Wanneer u op ENTER/YES drukt, verschijnen achtereenvolgens de starttijd, de stoptijd en de geluidsbron. Daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie. “DAILY” licht op. Opmerking Om te ontwaken met een MD, kunt u alleen het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55 gebruiken. 30NL Druk herhaald op . of > om de gewenste geluidsbron te kiezen en druk daarna op ENTER/YES. 8 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Om de procedure te annuleren Druk op CLOCK/TIMER SET. Om de instelling te veranderen Radioprogramma’s opnemen met de timer Begin opnieuw vanaf stap 1. Om de instelling te controleren of de timer te activeren Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk herhaald op . of > totdat “SEL DAILY” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. U hoeft dan de start- en stoptijd niet elke keer opnieuw in te stellen. Zorg dat u de radiozender hebt voorgeprogrammeerd (zie blz. 24) en vooraf de klok hebt ingesteld (zie blz. 8). U kunt een schakelklokopname maken van een radioprogramma of van het audiosignaal van een component die is aangesloten op AUX IN (zie pagina 35). `/1 8 2 3–6 Om de timer uit te schakelen Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk herhaald op . of > totdat “TIMER OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. Opmerkingen 3–6 1 3–6 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. • Radio: Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie blz. 25). • AUX: Stel de schakelklok van de component die is aangesloten op AUX IN. Voor bijzonderheden, zie de gebruiksaanwijzing van de aangesloten component. 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Druk herhaald op . of > totdat “SET TAPE REC” (of “SET MD REC” bij gebruikmaking van het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55) verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. Timer/Overige functies • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie gebruiken. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld totdat het afspelen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). • Indien het systeem is aangesloten op de netspanning wanneer de ingestelde tijd is aangebroken, begint de ingestelde geluidsbron af te spelen. De uur-indicatie knippert. wordt vervolgd 31NL Radioprogramma’s opnemen met de timer (vervolg) 4 Wanneer u op ENTER/YES drukt, verschijnen achtereenvolgens de starttijd, de stoptijd en de andere instellingen. Daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie. “REC” licht op. Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De minuten-indicatie begint te knipperen. 5 6 Met de opnametimer van dit systeem kunt u geen ander MD-deck activeren (behalve het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55). 7 Plaats een blanco tape. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/YES. De uur-indicatie begint opnieuw te knipperen. 8 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. Druk op CLOCK/TIMER SET. “OFF TIME NG” verschijnt indien de starttijd en de stoptijd hetzelfde zijn. Verander de stoptijd. Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk herhaald op . of > om de opnamebron te kiezen en druk daarna op ENTER/YES. Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk herhaald op . of > totdat “SEL TAPE REC” (of “SEL MD REC” bij gebruikmaking van het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55) verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. U hoeft dan de start- en stoptijd niet elke keer opnieuw in te stellen. De indicatie verandert als volgt: Wanneer u opneemt op een tape tTUNER c TAPE r AUX*c TAPE Wanneer u opneemt op een MD met het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55 tTUNER c MD r TUNER c MD (M)** r AUXc MD r AUX c MD (M) * U kunt de aangesloten component als opnamebron kiezen. Stel de timer van beide systemen in op dezelfde tijd. ** Wanneer u in mono opneemt op een MD. 32NL Opmerking Om de procedure te annuleren Om de instelling te veranderen Om de instelling te controleren of de timer te activeren Om de timer uit te schakelen Druk op CLOCK/TIMER SELECT en druk herhaald op . of > totdat “TIMER OFF” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. Tip Circa 30 seconden vóór de starttijd wordt het systeem automatisch ingeschakeld en bereidt het zich voor op de timeropname. Het opnemen begint zodra het systeem gereed is en kan dus in sommige gevallen ook eerder beginnen dan op het ingestelde tijdstip. Opmerkingen • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie gebruiken. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). • Indien de spanning eerder dan 30 seconden vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de timeropname niet geactiveerd worden. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. Geluidsregeling U kunt de lage en hoge tonen instellen door gebruikmaking van de DSG (dynamische geluidsgenerator)-functie. DSG ON/OFF DSG FREQUENCY HIGH Verkrijgen van een krachtiger geluid , Druk op DSG ON/OFF. Wanneer DSG is ingeschakeld, licht “DSG” op. Timer/Overige functies DSG FREQUENCY LOW Instellen van de lage tonen , Druk op DSG ON/OFF om “DSG” op het display te laten verschijnen en draai daarna DSG FREQUENCY LOW. U kunt de lage tonen instellen van MIN tot MAX. Instellen van de hoge tonen , Druk op DSG ON/OFF om “DSG” op het display te laten verschijnen en draai daarna DSG FREQUENCY HIGH. U kunt de hoge tonen instellen van MIN tot MAX. 33NL Los verkrijgbare componenten Tuner Aansluiten van audiocomponenten Om uw systeem te verbeteren, kunt u los verkrijgbare componenten aansluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de betreffende component. Aansluiten van het los verkrijgbare MD-deck MDS-SP55 CD-synchroonopname en timeropname zijn mogelijk wanneer de SYSTEM CONTROL 3aansluitingen zijn aangesloten. Maak de bijgeleverde systeemkabel los van de SYSTEM CONTROL 3-aansluitingen op de tuner en het tapedeck, en sluit de met het MD-deck meegeleverde systeemkabel achtereenvolgens aan op de tuner, het tapedeck en het MD-deck. Sluit de bijgeleverde digitale kabel aan op DIGITAL OPTICAL OUT op de CD-speler en DIGITAL OPTICAL CD IN 1 op het MD-deck. Tapedeck MD-deck Raadpleeg de met het MD-deck MDS-SP55 meegeleverde gebruiksaanwijzing voor bijzonderheden over de aansluiting en bediening. Tip Schakel over op de functie “MD” wanneer u het geluid van het MD-deck MDS-SP55 beluistert of opneemt. 34NL Aansluiting van een MD-deck voor digitale opnamen U kunt een CD digitaal opnemen op een MD door uw MD-deck aan te sluiten met een los verkrijgbare kabel (niet bijgeleverd). Voor bijzonderheden, raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met uw MD-deck is meegeleverd. Aansluiting van een ander tapedeck, TV, videorecorder, enz., of aansluiting van een MDdeck voor analoge opnamen Sluit de component aan op de AUX IN- en OUTaansluitbussen op het achterpaneel van de tuner. Naar de audio-ingang Naar de audio-uitgang van een analoge van een analoge component component CD-speler Tip Schakel over op de functie “AUX” wanneer u het geluid van aangesloten componenten beluistert of opneemt. Om de vervorming van het geluid de aangesloten componenten af te zwakken U kunt het audio-ingangsniveau van de AUXingangsaansluitbussen veranderen. Daarvoor hebt u de keuze uit twee niveaus. Indien het geluid van een aangesloten component vervormd is, verlaagt u het ingangsniveau. Los verkrijgbare componenten Naar de digitale ingang van het MD-deck 1 Draai FUNCTION totdat “AUX” verschijnt. 2 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. 3 Terwijl u DSG ON/OFF ingedrukt houdt, drukt u op ?/1 om het systeem in te schakelen. “AUX ATT” verschijnt op het display. Wanneer het volume te laag is, herhaalt u de stappen 1 t/m 3 om het oorspronkelijke niveau weer in te stellen. 35NL Aansluiten van buitenantennes Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een buitenantenne aansluiten. AM-antenne Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten. Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) FM-antenne Sluit een in de handel verkrijgbare FMbuitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook een TV-antenne gebruiken. Type aansluiting A AM Belangrijk Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om een gasexplosie te voorkomen, mag u de aarddraad niet op een gasleiding aansluiten. IEC standaard aansluitstekker (niet bijgeleverd) Type aansluiting B Coaxiale kabel van 75 Ohm (niet bijgeleverd) 36NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Bedrijfsspanning (voor model met spanningskiezer) • Controleer vóór bediening van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. • De spanningskiezer bevindt zich op de achterkant van het apparaat. • Het systeem blijft op de stroombron (netspanning) aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. • Wanneer u de stekker van het systeem in het stopcontact steekt, begint het systeem met het opladen voor de afstandsbedienings- en timerfuncties. Hierdoor zal de buitenkant van het apparaat warm worden. Dit is normaal. Installeren • Zorg dat de ventilatie van het systeem tijdens gebruik is ingeschakeld. Installeer het systeem op een plaats met voldoende luchtcirculatie. U mag niets op het systeem plaatsen. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler of op de aandrukrol en koppen in het tapedeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Verwijder de CD of de tape en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. Transport • Zorg dat u alle discs verwijdert en schakel het systeem uit. Indien u het systeem verplaatst terwijl de disc er nog in zitten, bestaat de kans dat u de disc later niet meer kunt verwijderen. • Alvorens u het systeem verplaatst, dient u het systeem uit te schakelen en te controleren of alle bedieningen zijn beëindigd. Indien u vragen of problemen het betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Luidsprekersysteem Dit luidsprekersysteem is magnetisch afgeschermd en kan worden gebruikt in de buurt van TV-toestellen. Desondanks kan op sommige TV-toestellen magnetische vervorming van het beeld optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 tot 30 minuten weer in te schakelen. Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of waarin magneten worden gebruikt, zoals audiorekken, TV-standers en speelgoed, dicht bij het luidsprekersysteem. Deze kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het systeem. Opmerkingen over CD’s • Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het midden naar de rand. • Gebruik geen CD met plakband, stickers of lijm erop omdat de speler hierdoor beschadigd kan raken. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine, verfverdunner, in de handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spray bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s. • Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht is geparkeerd. Los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie Voor uw veiligheid Bediening Reiniging van de behuizing Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. wordt vervolgd 37NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Alvorens u een cassette in het tapedeck plaatst Zorg dat eventuele lussen in de tape zijn strakgetrokken. Anders zou de tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Bij gebruik van een tape van langer dan 90 minuten De tape kan gemakkelijk uitrekken. U mag de tape niet te vaak stoppen, snel vooruit- of terugspoelen en weer starten. De tape kan hierdoor namelijk in het tapedeck verstrikt raken. Beveiligen van uw tapeopnamen Om een tape te beveiligen tegen abusievelijk wissen of abusievelijk opnemen, breekt u het wispreventienokje van kant A of B uit, zoals op de afbeelding is aangegeven. Tapesoortuitsparingen Nokje van kant B Nokje van kant A Kant A Wispreventienokje van kant A uitbreken Als u een aldus beveiligde tape later weer voor opnemen wilt gebruiken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Let evenwel op dat u de tapesoort-uitsparingen niet afdekt, want hiermee wordt door het tapedeck automatisch het type tape vastgesteld. TYPE II (CrO 2) Tapesoort-uitsparingen 38NL TYPE I (normaal) Reinigen van de tapekoppen Reinig de tapekoppen na iedere 10 gebruiksuren. Verontreinigde tapekoppen veroorzaken: — vervorming van het geluid — verminderde geluidssterkte — af en toe wegvallend geluid — onvolledig wissen van de tape — tegenvallende opnameresultaten. Maak de tapekoppen schoon voor een belangrijke opname of na het afspelen van een oude cassette. Gebruik hiervoor een los verkrijgbare reinigingscassette van het droge of het vloeistof-type. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de tapekoppen Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de metalen onderdelen die met de tape in aanraking komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. Verhelpen van storingen Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande storingsgids. Controleer eerst of de stekker van het systeem goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers juist en stevig zijn aangesloten. Indien een storing niet door u verholpen kan worden, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Wanneer u dit systeem laat repareren, dient u altijd het gehele systeem mee te brengen. Dit product is een systeemproduct, hetgeen betekent dat het gehele systeem nodig is om te bepalen welk onderdeel gerepareerd moet worden. Algemeen Er is geen geluid. • Draai VOLUME naar rechts. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie blz. 5). • Sluit het audiosnoer aan op AUX INaansluitbussen. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de bron van de ruis. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Monteer een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op de elektriciteitsleiding. “– –:– –” verschijnt. • Stel de klok opnieuw in (zie blz. 8). De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening naar de sensor op het systeem. • Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-buisverlichting. CD-speler De CD-lade sluit niet. • Plaats de CD precies in het midden van de lade. • Sluit de lade altijd door indrukken van A op de CD-speler. Wanneer u probeert om de lade met uw hand te sluiten, kan dit problemen met de CD-speler veroorzaken. De CD kan niet worden verwijderd. • Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. De CD begint niet met afspelen. • Open de CD-lade en controleer of er een CD is geplaatst. • Veeg de CD schoon (zie blz. 37). • Vervang de CD. • Plaats de CD precies in het midden van de lade. • Plaats de CD in de lade, met de labelkant naar boven. • Verwijder de CD en veeg het vocht van de CD. Laat het systeem daarna een paar uur ingeschakeld totdat het vocht is verdampt. • Druk op H op de CD-speler om het afspelen te laten beginnen. Aanvullende informatie Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie blz. 5). • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit slechts één van de bijgeleverde luidsprekers aan op elk stel luidsprekeraansluitingen. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. De timer werkt niet. • Controleer de instelling en stel de juiste tijd in (zie blz. 29 t/m 33). • Sluit het los verkrijgbare MD-deck MDSSP55 goed aan (zie blz. 34). • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de aangesloten component is meegeleverd en stel de timer in op dezelfde tijd als de timer van het systeem. wordt vervold De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw in (zie blz. 8). 39NL Verhelpen van storingen (vervolg) De CD slaat over. • Veeg de CD schoon (zie blz. 37). • Vervang de CD. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage klanken en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de CD door de trillingen van de luidsprekers overslaat. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te keren naar normaal afspelen. “- OVER -” verschijnt. • Houd lm op de CD-speler ingedrukt of druk herhaald op lm om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. Tuner Er is veel brom of ruis/zenders kunnen niet worden ontvangen. • Stel de juiste golfband en frequentie in (zie blz. 24). • Sluit de antenne goed aan (zie blz. 6). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antenne is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Schakel de elektrische apparatuur in de buurt uit, indien mogelijk. 40NL Een stereo FM-programma kan niet in stereo worden ontvangen. • Druk op STEREO/MONO op de afstandsbediening totdat “STEREO” op het display verschijnt. • Zie “Er is veel brom of ruis/zenders kunnen niet worden ontvangen.” en controleer de antenne. Tapedeck De cassettelade sluit niet. • Schakel het apparaat opnieuw in en sluit de cassettelade. De tape neemt niet op. • Er is geen tape geplaatst. Plaats een tape. • Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de ontstane opening met plakband (zie blz. 38). • Het einde van de tape is bereikt. De tape neemt niet op en speelt niet af, of het geluidsniveau vermindert. • De koppen zijn vuil. Reinig deze. • De tape zit niet goed strak. Trek de tape strak. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie blz. 38). Oude opnamen worden niet afdoende gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie blz. 38). Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg. • De aandrukassen of aandrijfrollen in het tapedeck zijn vuil. Reinig deze met een reinigingscassette (zie blz. 38). De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie blz. 38). Los verkrijgbare componenten Er is geen geluid. • Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen geluid.” op blz. 39 en controleer de toestand van het systeem. • Sluit de component goed aan (zie blz. 34) en controleer daarbij: – of de snoeren/kabels goed zijn aangesloten, – of de stekkers van de snoeren/kabel er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is meegeleverd met de aangesloten component en begin met afspelen. Het geluid is vervormd. • Zorg voor afzwakking van de vervorming (zie blz. 35). Er is geen geluid te horen van de component die is aangesloten op de AUX IN-aansluitbussen. • Draai FUNCTION totdat “AUX” verschijnt. • Sluit het audiosnoer goed aan. 1 Trek de stekker uit het stopcontact. 2 Steek de stekker weer in het stopcontact terwijl u ?/1 ingedrukt houdt. Het systeem is nu opnieuw ingesteld (fabrieksinstellingen). Alle door u gemaakte instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde zenders, klokinstelling, timerinstellingen en CDdisctitels, zijn geannuleerd. U moet deze nu opnieuw instellen. Tijdens bediening kan er op het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. CD Name Full Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem ingevoerd. - OVER Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens het pauzeren ML op de CD-speler ingedrukt houdt. Cannot Edit U hebt getracht om een CD TEXT-disc te voorzien van een titel. TAPE Cannot SYNC • Er zit geen tape in het tapedeck, of het wispreventienokje is verwijderd. • De instellingen van de tabs en de bandlooprichting komen niet met elkaar overeen. No TAB U kunt de tape niet opnemen omdat het wispreventienokje is verwijderd. No Tape Er zit geen tape in het tapedeck. Aanvullende informatie Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Meldingen 41NL Technische gegevens Tuner (ST-SP55) FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner Ingang AUX IN (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie 47 kilohm Uitgang AUX OUT (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie 1 kilohm FM-tuner Afstembereik Antenne Antenneaansluitingen Middenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz (50 kHz stap) FM-draadantenne 300 ohm asymmetrisch 10,7 MHz CD-speler (CDP-SP55) Systeem Compactdisc- en digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider-laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz Uitgang DIGITAL OPTICAL OUT: Optisch Tapedeck (TC-SP55) Opnamesysteem Frequentiebereik AM-tuner Afstembereik Europees model: Overige modellen: Antenne Middenfrequentie 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met interval ingesteld op 10 kHz) AM-raamantenne Buitenantenneaansluitingen 450 kHz Versterker (TA-SP55) Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 25 + 25 watt (8 ohm bij 1 kHz, DIN, 230 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 30 + 30 watt (8 ohm bij 1 kHz, 10 % THD, 230 V) Muziek-uitgangsvermogen (referentie): 75 + 75 watt Overige modellen: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 25 + 25 watt (8 ohm bij 1 kHz, DIN, 240 V) 22 + 22 watt (8 ohm bij 1 kHz, DIN, 220 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 30 + 30 watt (8 ohm bij 1 kHz, 10 % THD, 240 V) 28 + 28 watt (8 ohm bij 1 kHz, 10 % THD, 220 V) Uitgang PHONES (stereo-tulpstekker): geschikt voor hoofdtelefoon van 8 ohm of meer 42NL 4-sporen 2-kanaals stereo (DOLBY NR OFF) 40 – 14.000 Hz (± 3 dB) bij gebruik van Sony TYPE I cassettes 40 – 15.000 Hz (± 3 dB) bij gebruik van Sony TYPE II cassettes Luidspreker (SS-CSP55) Luidsprekersysteem Luidspreker-eenheden Woofer: Tweeter: Nominale impedantie 2-weg, basreflex-type 12 cm diameter, glasvezelconus-type 2,5 cm diameter, balansaandrijvingstype 8 ohm Algemeen Stroomvoorziening Europees model: Overige modellen: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 110 – 120 V of 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 70 W Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en regelaars Tuner: ca. 202 × 75 × 291 mm Versterker: ca. 202 × 101 × 306 mm CD-speler: ca. 202 × 75 × 290 mm Tapedeck: ca. 202 × 101 × 283 mm Luidspreker: ca. 170 × 275 × 230 mm Gewicht Tuner: ca. 1,3 kg Versterker: ca. 3,9 kg CD-speler: ca. 1,5 kg Tapedeck: ca. 1,9 kg Luidsprekers: elke luidspreker netto ca. 3,4 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) R6 (formaat AA) batterijen (2) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (2) Systeemkabels (2) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Aanvullende informatie 43NL D, E, F, G Index A Aansluiten antennes 6 buitenantenne 36 los verkrijgbare componenten 34 luidsprekers 5 netspanning 6 Afspelen CD 9 een tape 18 muziekstukken herhaald (REPEAT) 12 muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM) 11 muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLE) 10 Afsteminterval 25 Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders 25 Antennes 6, 36 Automatisch afstemmen 26 Automatische bronkeuze 9, 19, 26 DAILY-timerfunctie 30 Discmemo-gegevens 16 Display 13 Dynamische geluidsgenerator 33 H I, J C CD-TAPE-synchroonopname 17, 20 NL 44 Sony Corporation P, Q PROGRAM-afspeelfunctie 11 Instellen bedrijfsspanning 6 geluid 33 hoge tonen 33 lage tonen 33 van de klok 8 volume 9, 19, 26 K Klok instellen 8 L Los verkrijgbare componenten 34 Luidsprekers 5 Luisteren naar de radio 25 Meldingen 41 Batterijen 7 Beveiligen van opnamen 38 Bewaren van opnamen 38 Opnemen CD 17, 20, 21 handmatig opnemen 21, 22 op een tape 17, 20, 21, 22, 31 radioprogramma 22 timer-opname 31 Handmatig afstemmen 26 M B O R Radio-informatiesysteem (RDS) 28 Radiozenders afstemmen 25 voorprogrammeren 24 REPEAT-afspeelfunctie 12 S SHUFFLE-afspeelfunctie 10 SLEEP-timerfunctie 29 Station Name 27 Systeem opnieuw instellen 41 T, U Timer inslapen met muziek 29 ontwaken met muziek 30 timer-opname 31 N Naamgeving CD 14 voorgeprogrammeerde zender 27 Normaal afspelen 9, 18 Printed in Malaysia V, W, X, Y, Z Verhelpen van storingen 39 Voorprogrammeren van radiozenders 24
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Sony CMT-SP55TC de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen

Andere documenten