Hilti DCG 180-D/-P Handleiding

Categorie
Haakse slijpers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

DCG 230-D/
DAG 230-D
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Manual de instrucciones es
Istruzioni d’uso it
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning no
Bruksanvisning sv
Käyttöohje fi
Manual de instruções pt
Οδηγιες χρησεως el
Инструкция по зксплуатации ru
Lietošanas pamācība lv
Instrukcija lt
Kasutusjuhend et
ar
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DCG 230‑D / DAG 230‑D Haakse slijper
Lees de handleiding vóór het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 79
2 Beschrijving 80
3Verbruiksmateriaal 82
4 Technische gegevens 83
5 Veiligheidsinstructies 84
6 Inbedrijfneming 88
7 Bediening 90
8 Verzorging en onderhoud 91
9 Foutopsporing 92
10 Afval voor hergebruik recyclen 92
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 92
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 93
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpa-
gina's. Houd deze bij het bestuderen van de handleiding
open.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het ap-
paraat« altijd de haakse slijpmachine DCG 230‑D of de
haakse slijpmachine DAG 230‑D bedoeld.
Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1
@
Spanmoer
;
Snelspanmoer "Kwick-Lock" (optioneel)
=
Doorslijpschijf
%
Spanring
&
Veiligheidsnok
(
Beschermkap
)
Spindel
+
Stelbout
§
Spanhendel
/
Steunpunt
:
Schroefdraadbus voor handgrepen
·
Spindelblokkeerknop
$
Ontgrendelingshendel (voor draaibare handgreep)
£
Zijhandgreep
|
Aan-/uitschakelaar (Hold to run)
¡
Spansleutel
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
nl
79
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Oorbescher-
mers
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Symbolen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Afval voor
hergebruik
recyclen
Volt Ampère
Hertz Watt Wissel-
stroom
Bereke-
ningstoeren-
tal
Omwentelin-
gen per
minuut
Omwentelin-
gen per
minuut
Diameter Dubbel
geïsoleerd
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Generatie: 01
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bestemd om metaal en minerale stoffen zonder gebruik van water door te slijpen en af te bramen.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Metaal bewerken: Doorslijpen, afbramen.
Minerale oppervlakken bewerken: Doorslijpen, splijten en afbramen.
Gebruik alleen werkgereedschap (afbraamschijven, doorslijpschijven etc.), dat voor een toerental van minstens
6500/min toegelaten is en een maximale schijfdikte van 8 mm en een maximumdiameter van Ø 230 mm heeft.
Gebruik alleen kunstharsgebonden of vezelversterkte afbraam- en doorslijpschijven met een toegelaten omtreksnelheid
van 80 m/sec.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Neem ook de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
nl
80
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
2.2 Handgrepen
Handgreep met vibratiedemping
Draaibare beugelgreep
2.3 Schakelaar
Aan-/uitschakelaar (Hold to run)
2.4 Tot de standaard leveringsomvang behoren:
1 Apparaat
1 Beschermkap
1 Zijhandgreep
1Spanring
1Spanmoer
1 Snelspanmoer "Kwick-Lock" (optioneel)
1 Spansleutel
1Handleiding
2.5 Begrenzing van opstartstroom
Door de elektronische begrenzing van de opstartstroom wordt de inschakelstroom zo sterk gereduceerd, dat de
netzekering niet geactiveerd wordt. Dit voorkomt dat het apparaat met schokken op gang komt.
2.6 ATC (Active Torque Control)
De elektronica herkent dat de schijf dreigt klem te gaan zitten en voorkomt door het apparaat uit te schakelen dat de
spilverderdraait(eenterugslagwordtnietvoorkomen).Omhetapparaatweer in bedrijf te nemen moet de schakelaar
uit- en weer aangezet worden.
AANWIJZING
Als de ATC-functie defect is, draait het apparaat alleen nog met sterk gereduceerd toerental en koppel. Het apparaat
moet voor onderhoud naar de technische dienst worden gestuurd.
2.7 Herstartblokkering
Na een eventuele stroomuitval start het apparaat niet zelfstandig wanneer de schakelaar is ingedrukt. De schakelaar
moet eerst uit en vervolgens weer aan worden gezet.
2.8 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Snoerdiameter
1,5 mm² 2 m 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 100 V 30 m 50 m
Netspanning 110‑127 V 20 m 30 m 40 m 50 m
Netspanning 220‑240 V 50 m 100 m
Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm².
nl
81
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
2.9 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.10 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het
apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale
spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. Het
in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
2.11 Kap voor doorslijpwerkzaamheden DC-EX 230/9" met geleidesleden 2
Doorslijpwerkzaamheden op minerale ondergronden mogen alleen met een stofkap en geleidesleden worden uitge-
voerd.
ATTENTIE
Het is verboden met deze kap metaal te bewerken.
AANWIJZING
In het algemeen wordt het aangeraden om bij het doorslijpen en splijten van minerale ondergronden, zoals beton of
steen, een op het systeem afgestemde stofafzuigkap met een geschikte Hilti stofzuiger te gebruiken. Dit systeem dient
ter bescherming van de gebruiker en verhoogt de levensduur van het apparaatenhetgereedschap.
2.12 Beschermkap met dekplaat 3
ATTENTIE
Voor het afbramen met rechte afbraamschijven en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de bewerking van
metalen alleen de beschermkap met afdekplaat gebruiken.
3 Verbruiksmateriaal
Schijven voor max. Ø 230 mm, 6500/min, een omtreksnelheid van 80 m/sec, een schijfdikte van max. 8 mm.
Schijven
Toepassing Afkorting
Ondergrond
Abrasieve doorslijpschijf Doorslijpen, splijten AC‑D Metaal
Diamant-doorslijpschijf Doorslijpen, splijten DC‑D Mineraal
Abrasieve afbraamschijf Afbramen AG-D Metaal
Indeling van de schijven bij de te gebruiken uitrusting
Pos. Uitrusting
AC‑D AG-D DC‑D
A Beschermkap
-
XX
B Beschermkap met dekplaat X
-
X
C
Kap DC‑EX 230⁄9"
--
X
D Zijhandgreep X X X
E Beugelgreep DC BG (optioneel bij D) X X X
FSpanmoer XXX
GSpanring XXX
H Kwick Lock (optioneel bij F) X X X
nl
82
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Apparaat
DCG 230‑D DAG 230‑D
Nominale stroom / Opgenomen ver-
mogen
Nominale spanning 230 V: 12,0 A /
2.600 W (CH 2200 W/10A)
Nominale spanning 110 V: 20 A /
2.200 W
Nominale spanning 127 V: 15 A
Nominale spanning 230 V: 10,0 A /
2.200 W
Nominale spanning 110 V: 19,4 A /
2.000 W
Nominale frequentie 50/60 Hz 50/60 Hz
Nominaal toerental 6.500/min 6.500/min
Max. ringdiameter
Ø 230 mm Ø 230 mm
Afmeting (L x H x B) zonder kap 525 mm x 138 mm x 111 mm 510 mm x 138 mm x 111 mm
Gewicht conform EPTA‑procedure
01/2003
6,6 kg 5,9 kg
Apparaat- en toepassingsinformatie
Schroefdraad-aandrijfspil M 14
Spindellengte 25 mm
Isolatieklasse volgens EN / IEC Isolatieklasse II (dubbel geïsoleerd)
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen,
warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluidsinformatie (volgens EN 60745‑1):
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
DCG 230
101 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau
DCG 230
90 dB (A)
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
DAG 230
101 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau
DAG 230
90 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A)
Vibratie-informatie volgens EN 60745-1
Triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom)
DCG 230‑D
gemeten volgens EN 60745‑2‑3
Oppervlakteslijpen met vibratiereducerende handgreep,
a
h,AG
5,5 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
Triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom)
DAG 230‑D
gemeten volgens EN 60745‑2‑3
Oppervlakteslijpen met vibratiereducerende handgreep,
a
h,AG
6,0 m/s²
nl
83
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
Aanvullende informatie Andere toepassingen, zoals doorslijpen, kunnen leiden
tot afwijkende trillingswaarden.
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
senofstoffenbevinden.Elektrische gereedschap-
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
schegereedschap.Gebruikhet elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril.Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschapis uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangendekleding,sieradenenlangeharenkun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
nl
84
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
nerenennietvastklemmenenofonderdelenge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Algemene veiligheidsinstructies voor het
slijpen, schuren, het werken met draadborstels
en voor het doorslijpen
a) Dit elektrisch gereedschap kan als slijpmachine
en doorslijpmachine worden gebruikt. Neem
alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen,
afbeeldingen en informatie die u bij het apparaat
ontvangt in acht. Indienudevolgendeaanwijzingen
niet in acht neemt, dan kan dit tot een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel leiden.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor
werkzaamheden als schuren, werken met draad-
borstels en polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen ge-
vaar en letsel veroorzaken.
c) Maak geen gebruik van toebehoren die niet door
de fabrikant speciaal voor dit elektrische appa-
raat zijn bedoeld en aanbevolen. Hetfeitdatu
toebehoren aan uw elektrisch gereedschap kunt be-
vestigen, betekent nog niet dat het gebruik hiervan
veilig is.
d) Het toegestane toerental van het inzetgereed-
schap dient minstens zo hoog te zijn als het maxi-
male toerental dat op het elektrisch gereedschap
staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien
dantoegestaankunnenbrekeneninhetrondvliegen.
e) De buitendiameter en dikte van het inzetgereed-
schap dienen overeen te komen met de opgege-
ven afmetingen van uw elektrisch gereedschap.
Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet vol-
doende worden afgeschermd of gecontroleerd.
f) Inzetgereedschap met schroefdraadbevestiging
moet exact op de schroefdraad van de slijpspil
passen. Bij inzetgereedschap dat met behulp van
eenflenswordt gemonteerd, moet de gatdiameter
van het inzetgereedschap overeenkomen met de
opnamediameter van de flens. Inzetgereedschap
dat niet nauwkeurig op het elektrisch gereedschap
wordt bevestigd, draait ongelijkmatig en trilt zeer
sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van de controle
over het apparaat.
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap.
Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven,
voor het gebruik altijd op afsplinteringen en
barsten, steunschijven op barsten of sterke
slijtage, draadborstels op losse of gebroken
draden. Wanneer het elektrisch gereedschap
of het inzetgereedschap naar beneden valt,
controleert u of het beschadigd is, of gebruikt
u onbeschadigd gereedschap. Wanneer u
het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingezet, zorgt u ervoor dat personen die zich
in de nabijheid bevinden buiten bereik blijven
van het roterende inzetgereedschap en laat u
het apparaat een minuut lang op het hoogste
toerental draaien. Beschadigd inzetgereedschap
breekt meestal in deze testperiode.
h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming of een veiligheidsbril.
Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort, dat u bescherming biedt tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende
toepassingen ontstaan, te worden beschermd.
Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof
te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent
blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
nl
85
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
i) Let er op dat andere personen zich op een veilige
afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen
die de werkruimte betreedt, dient een persoon-
lijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kun-
nen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de
directe werkruimte.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend in-
zetgereedschap. Wanneer u de controle over het
apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsne-
denof gegrepen, waardooruhandofuwarmmogelijk
in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voor-
dat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in
contact treden met het steunvlak, waardoor u de
controle over het elektrisch gereedschap kunt verlie-
zen.
m) Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen ter-
wijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegre-
pen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
n) U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch
gereedschap regelmatig te reinigen. De motor-
ventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektri-
sche gevaren.
o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
nabijheid van brandbare materialen. Door vonken
kan dit materiaal vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare
koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische
schok.
5.3 Terugslag en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van
draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of geblok-
keerd wordt, zoals slijpschijven, steunschijven, draadbor-
stels, etc. Dit leidt tot een abrupte stop van het roterende
inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat een ongecontro-
leerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van
het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade
een versnelling.
Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of
geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die
invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de
plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door ge-
schikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven,
worden voorkomen.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat
u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik
altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om
een zo groot mogelijke controle op terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben ingeval
van onopzettelijk starten. De bediener kan door de
juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich
bij een terugslag over uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrisch gereedschap bij een terug-
slag wordt bewogen.
Door de terugslag wordt het
elektrisch gereedschap naar de plaats van de blok-
kade bewogen in een richting die tegengesteld is aan
de beweging van de slijpschijf.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoe-
ken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetge-
reedschap van het werkstuk terugkaatst en be-
klemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft
bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst
de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controle-
verlies of een terugslag.
e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot
het verlies van controle over het elektrisch gereed-
schap.
5.4 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het
slijpen en doorslijpen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereed-
schap toegestane slijpstenen en de voor deze
slijpstenen bestemde beschermkap. Slijpstenen
dienietgeschiktzijnvoorhetelektrischgereed-
schap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd
en zijn onveilig.
b) Doorgezette slijpschijven moeten zodanig wor-
den gemonteerd, dat het slijpvlak niet boven het
vlak van de beschermkaprand uitsteekt. Een on-
juist gemonteerde slijpschijf die boven het vlak van
de beschermkaprand uitsteekt, kan niet voldoende
worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet veilig op het elektrisch ge-
reedschap zijn aangebracht en voor een zo groot
mogelijkeveiligheidzodanigzijn afgesteld dat een
zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar
de bediener gericht is.. De beschermkap moet de
bediener beschermen tegen brokstukken, toevallig
contact met het slijpdeel en vonken waardoor kle-
ding vlam kan vatten.
d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen
inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijv.: Slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Door-
slijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname
nl
86
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtin-
werking kan het slijpdeel worden gebroken.
e) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd
onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte
en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijp-
schijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschij-
ven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter
elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter
elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de ho-
gere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap
en kunnen breken.
5.5 Verdere speciale veiligheidsvoorschriften voor
het doorslijpen
a) Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf
en een te hoge aandrukkracht. Voer geen over-
matig diepe snedes uit. Een overbelasting van de
doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blok-
keren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag
of slijpdeelbreuk ontstaat.
b) Kom niet in het gebied voor en achter de rote-
rende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf
in het werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch
gereedschap in het geval van een terugslag met
draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd.
c) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of
u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan
rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf
uit de snede te trekken, anders kan er een terug-
slag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd
rakenvastenhefdezeop.
d) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw
in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat
de doorslijpschijf eerst het volledige toerental be-
reiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders
kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen
of een terugslag veroorzaken.
e) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken ge-
stut worden, om het risico van een terugslag door
een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen.
Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide kanten
gestut worden, zowel bij de doorslijpschijf als aan de
rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in
bestaande wanden of andere gebieden die niet
zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij
het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische lei-
dingen of andere objecten een terugslag veroorza-
ken.
5.6 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.6.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat altijd met beide handen aan
de daarvoor bestemde handgrepen vast.Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
e) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk
altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om over het snoer te vallen.
f) Voor het afbramen met rechte afbraamschijven
en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de
bewerking van metalen alleen de beschermkap
met afdekplaat gebruiken.
g) Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of
met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de
elektronica defect is. Laat het apparaat direct door
de erkende Hilti-service repareren.
h) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
i) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
j) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.6.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Slijpschijven dienen zorgvuldig, volgens de aan-
wijzingen van de producent, opgeslagen en be-
handeld te worden.
b) Zorg ervoor dat het schuurgereedschap volgens
de aanwijzingenvandeproducentis aangebracht.
c) Zorg dat steunschijven worden gebruikt wanneer
deze bij het slijpgereedschap worden geleverd en
vereist zijn.
d) Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder
beschermkap.
nl
87
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
e) Het werkstuk dient op de juiste manier bevestigd
te zijn.
f) Zorg ervoor dat het slijpgereedschap voor het ge-
bruik juist wordt aangebracht en bevestigd, laat
het gereedschap gedurende 60 sec. onbelast lo-
pen op een veilige plaats. Het apparaat direct
uitschakelen wanneer zich aanzienlijke trillingen
voordoen en wanneer andere gebreken worden
vastgesteld. Doet deze toestand zich voor, onder-
zoek dan de machine om de oorzaak ongedaan
te maken.
g) Gebruik geen doorslijpschijven voor grof slijpen.
h) Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. u zelf
of andere personen raken. Stel hiervoor de be-
schermkap juist in.
i) Na een schijfbreuk, val of andere mechanische
beschadigingen moet het apparaat bij een Hilti
Service‑Center worden gecontroleerd.
5.6.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal ver-
vaardigd netsnoer te worden vervangen. Dit kan
verkregen worden bij de klantenservice. Contro-
leer de verlengsnoeren regelmatig en vervang
deze in geval van beschadiging. Wordt het net-
of verlengsnoer tijdens de werkzaamheden be-
schadigd, dan mag u het snoer niet aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde
voedings- en verlengsnoeren houden het risico van
een elektrische schok in.
c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot een elektrische schok leiden.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar
(RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom
op het net is aangesloten. Het gebruik van een
lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico
van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
beveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA
afschakelstroom aanbevolen.
5.6.4 Werkruimte
a) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
b) Zorg voor een goede ventilatie van de werkom-
geving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als
gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de
gezondheid.
c) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te zet-
ten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
d) Sleuvenindragendewandenofanderestructuren
kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het schei-
den van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor
het begin van de werkzaamheden de verantwoor-
delijke staticus, architekten of de directie raad-
plegen.
5.6.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevin-
den, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een
geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers,
werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen.
6 Inbedrijfneming
GEVAAR
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, toebehoren wisselt of het apparaat
weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld starten van het gereedschap.
ATTENTIE
Draag werkhandschoenen bij de montage en demon-
tage evenals bij afstelwerkzaamheden en het verhel-
pen van storingen.
nl
88
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
WAARSCHUWING
Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder be-
schermkap.
ATTENTIE
Bij het gebruik van andere voor de haakse slijpma-
chine aanbevolen Hilti toebehoren in combinatie met
de bovengenoemde haakse slijpmachines moet voor
het gebruik de handleiding van het toebehoren wor-
den doorgelezen en moeten alle aanwijzingen in acht
worden genomen.
6.1 Zijhandgreep monteren
WAARSCHUWING
Bij alle werkzaamheden moet de zijhandgreep ge-
monteerd zijn.
De zijhandgreep vanaf de linker- of rechterkant van het
apparaat inschroeven.
6.2 Beschermkap
ATTENTIE
De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd
naar de bediener wijzen.
ATTENTIE
Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van
de betreffende werkfase aan.
6.2.1 Montage en demontage beschermkap resp.
beschermkap met afdekplaat 4
AANWIJZING
De beschermkap is reedsmetdestelschroefopdejuiste
spandiameter ingesteld. Als de klemming bij gemon-
teerde beschermkap te gering is, kan de klemming door
licht aandraaien van de spanschroef worden verhoogd.
AANWIJZING
De veiligheidsnok op de beschermkap zorgt ervoor dat
alleen een op het apparaat passende beschermkap kan
wordengemonteerd.Bovendienvoorkomtde veiligheids-
nok dat de beschermkap op het werkstuk valt.
1. Open de spanhendel.
2. Plaats de beschermkap met de veiligheidsnok in de
veiligheidsgroef op de hals van het apparaat
3. Draai de beschermkap in de gewenste stand.
4. ATTENTIE De gesloten zijde van de beschermkap
moet altijd naar de bediener wijzen.
Om de beschermkap vast te zetten, de spanhendel
sluiten.
5. Voor de demontage van de beschermkap voert u de
stappen in omgekeerde volgorde uit.
6.2.2 Beschermkap resp. beschermkap met
afdekplaat verstellen 5
1. Open de spanhendel.
2. Draai de beschermkap in de gewenste stand.
3. Sluit de spanhendel.
6.3 Montage en demontage inzetgereedschap 67
GEVAAR
Zorg ervoor dat het op het schuurgereedschap aan-
gegeven toerental gelijk is aan of groter dan het no-
minale toerental van de schuurmachine.
GEVAAR
Controleer het inzetgereedschap alvorens het te ge-
bruiken. Gebruik geen afgebroken, gesprongen of
anderszins beschadigde producten.
AANWIJZING
Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de
snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het alge-
meen is dit het geval als de hoogte van de diamantseg-
menten minder dan 2 mm is. Andere schijftypen moeten
worden vervangen zodra de snijprestatie duidelijk af-
neemt of delen van de haakse slijpmachine (uitgezonderd
de schijf) tijdens de werkzaamheden met het werkmateri-
aal in contact komen. Abrasieve doorslijpschijven moeten
bij afloop van de vervaldatum worden vervangen.
1. Reinig de spanflens.
2. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst.
Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan
moet de spanflens worden vervangen.
Plaats de spanflens op de slijpspil.
3. Plaats het inzetgereedschap.
4. Schroef de spanmoer overeenkomstig het aange-
brachte gereedschap vast7.
5. ATTENTIE De spindelblokkeerknop mag alleen
bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
6. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat
vervolgens de spindelblokkeerknop los.
7. Voor de demontage van de beschermkap voert u de
stappen in omgekeerde volgorde uit.
6.4 Inzetgereedschap met snelspanmoer Kwick-
Lock
ATTENTIE
Erop letten dat de Kwick-Lock snelspanmoer tijdens
de werkzaamheden geen contact met de ondergrond
maakt. Gebruik geen beschadigde Kwick-Lock snel-
spanmoeren.
AANWIJZING
In plaats van de spanmoer kan de snelspanmoer Kwick-
Lock worden gebruikt. Hiermee kunnen inzetgereed-
schappen zonder gereedschap worden gewisseld.
6.4.1 Montage en demontage inzetgereedschap
met snelspanmoer Kwick-Lock 6
AANWIJZING
De pijl aan de bovenkant moet zich binnen de indexmar-
kering bevinden. Wordt de snelspanmoer Kwick-Lock
vastgezet zonder dat de pijl zich binnen de indexmarke-
ring bevindt, dan kan deze niet meer met de hand worden
nl
89
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
losgedraaid. In dit geval de snelspanmoer Kwick-Lock
met de spansleutel loszetten (niet met een buistang).
1. Reinig de spanflens en de snelspanmoer Kwick-
Lock.
2. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst.
Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan
moet de spanflens worden vervangen.
Plaats de spanflens op de slijpspil.
3. Plaats het inzetgereedschap.
4. Schroef de snelspanmoer Kwick-Lock (opschrift in
vastgeschroefde toestand zichtbaar) vast tot hij op
het inzetgereedschap bevestigd is.
5. ATTENTIE De spindelblokkeerknop mag alleen
bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
6. Draai het inzetgereedschap met de hand rechtsom
krachtig door tot de snelspanmoer Kwick-Lock vast
aangedraaid is en laat vervolgens de spindelblok-
keerknop los.
7. Voor de demontage voert u de stappen in omge-
keerde volgorde uit.
7Bediening
AANWIJZING
Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van de
betreffende werkfase aan.
GEVAAR
Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid kan
gehoorbeschadiging veroorzaken.
ATTENTIE
De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd
naar de bediener wijzen.
WAARSCHUWING
Nieuw slijpgereedschap bij max. nullasttoerental in
een afgezet werkgebied minstens 60 seconden een
testloop laten draaien.
WAARSCHUWING
Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met
schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektro-
nica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende
Hilti-service repareren.
WAARSCHUWING
Sleuvenindragendewandenofanderestructurenkun-
nen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van
wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van
de werkzaamheden de verantwoordelijkestaticus, ar-
chitekten of de directie raadplegen.
WAARSCHUWING
De netspanning dient overeen te komen met de gege-
vens op het typeplaatje van het apparaat. Apparaten
waarop 230 V staat aangegeven kunnen met 220 V
worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat altijd met de zijhandgreep (op-
tioneel met de beugelgreep).
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
een bankschroef.
WAARSCHUWING
Tijdens het slijpen kan er materiaal afsplinteren. Draag
een veiligheidsbril.
ATTENTIE
Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt ge-
bruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrij-
komt een licht stofmasker te dragen.
WAARSCHUWING
Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat
pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende
delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk
letsel tot gevolg hebben.
ATTENTIE
Het gereedschap kan te heet worden door het gebruik.
Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van ge-
reedschap!
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij doorslijpwerkzaamheden de schijf in het doorslijp-
gebied niet op zijn kant zetten en het apparaat niet
te sterk belasten. Anders kan het apparaat tot stilstand
nl
90
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
komen, een terugslag veroorzaakt worden of de schijf
breken.
ATTENTIE
Neempauzes en doe ontspannings- en vingeroefenin-
gen, voor een betere doorbloeding van uw vingers.
WAARSCHUWING
Houd brandbare materialen ver van het werkbereik.
7.1 Handgreepverstelling 8
WAARSCHUWING
De handgreep mag niet worden ingesteld als het ap-
paraat draait. Controleer dat de handgreep in een van
de drie mogelijke posities is ingeklikt.
Om in iedere positie veilig en gemakkelijk te kunnen
werken, kan de handgreep 90° naar links en naar rechts
worden gedraaid.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. De ontgrendelingshendel naar achteren trekken.
3. De handgreep tot de aanslag naar links of rechts
draaien.
4. Zet de handgreep met de ontgrendelingshendel
weer vast.
AANWIJZING Hetapparaatkannietwordeninge-
schakeld zolang de greep niet in een van de drie
mogelijke posities ingeklikt is.
7.2 Doorslijpen
Werk bij het doorslijpen met een matige aanzet en kantel
het apparaat resp. de doorslijpschijf niet (circa 90° op
het snijvlak). Profielen en kleine vierkante buizen worden
het beste doorgeslepen door te beginnen bij de kleinste
doorsnede.
7.3 Afbramen
ATTENTIE
Gebruik nooit doorslijpschijven voor het afbramen.
Meteenaanzethoekvan5°tot30°wordtbijhetafbramen
het beste resultaat bereikt. Beweeg het apparaat met
matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk
niet te warm, verkleurt het niet en ontstaan er geen
groeven.
7.4 In-/uitschakelen
7.4.1 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren en druk
hem vervolgens helemaal door.
Zo wordt het apparaat altijd met gesloten hand
bediend, waardoor optimale veiligheid bij de werk-
zaamheden wordt geboden.
7.4.2 Uitschakelen
Laat de aan-/uitschakelaar los.
7.5 Herstartblokkering
AANWIJZING
Wanneer u bij een ingedrukte aan-/uitschakelaar de net-
stekker uit het stopcontact haalt en hem er vervolgens
weer in steekt, start het apparaat niet.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging van het apparaat
GEVAAR
Bij extreme gebruiksomstandighedenkan er bij de bewer-
king van metaal geleidende stof in het apparaat worden
afgezet. De beschermende isolatie van het apparaat kan
worden aangetast. In zulke gevallen wordt het aan-
bevolen een stationaire afzuiginrichting te gebruiken,
de ventilatiesleuven vaak schoon te maken en een
lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) voor te scha-
kelen.
De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van
stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elasto-
meer.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven regelmatig voorzichtig
met een droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal
in het apparaat binnendringt. De motorventilatorzuigtstof
in de behuizing en een sterke opeenhoping van geleidend
stof (bijv. metaal, koolstofvezel) kan leiden tot elektrische
gevaren. Reinig de buitenkant van het apparaat regelma-
tig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen
sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend wa-
ter voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het
apparaat kan daardoor in gevaar komen. Houd de greep-
gedeelten van het apparaat altijd vrij van olie en vet.
Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
AANWIJZING
Het frequent bewerken van geleidende materialen (bijv.
metaal, koolstofvezels) kan leiden tot verkorte onder-
houdsintervallen. Houd de individuele risicoanalyse van
de werkruimte in het oog.
8.2 Onderhoud
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen
beschadigd zijn, de elektronica defect is of als bedie-
ningselementen niet correct functioneren. Laat het
apparaat door de Hilti-service repareren.
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
nl
91
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
Controleer regelmatig alle externe delen van het apparaat
op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen
goed werken.
8.3 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of alle beschermende delen van
het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet. Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Netsnoer of stekker defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
De elektronische startblokkering na
een stroomonderbreking is geacti-
veerd.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
Apparaat heeft geen volledig
vermogen.
Verlengsnoer met te kleine diameter. Een verlengsnoer met voldoende dia-
meter gebruiken.
Uitval ATC-functie Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen
materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie
geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in
overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt,
bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat
de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat
er alleen origineel Hilti-verbruiksmateriaal en originele
Hilti-toebehoren en -reserveonderdelen voor het
apparaat zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis
vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduurvanhetapparaat.Onderdelendieaan normale
slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor
directe of indirecte schade als gevolg van gebreken,
verliezen of kosten in samenhang met het gebruik
of de onmogelijkheid van het gebruik van het appa-
raat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie
voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel
is nadrukkelijk uitgesloten.
nl
92
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de be-
treffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het
defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie
worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende ga-
ranties.
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Haakse slijper
Type: DCG 230‑D / DAG 230‑D
Generatie: 01
Bouwjaar: 2008
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: 2006/42/EG, 2004/108/EG, 2011/65/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑3, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Jan Doongaji
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Power
Tools & Accessories
01/2012 01/2012
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
93
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02

Documenttranscriptie

DCG 230-D/ DAG 230-D Bedienungsanleitung de Operating instructions en Mode d’emploi fr Manual de instrucciones es Istruzioni d’uso it Gebruiksaanwijzing nl Brugsanvisning da Bruksanvisning no Bruksanvisning sv Käyttöohje fi Manual de instruções pt Οδηγιες χρησεως el Инструкция по зксплуатации ru Lietošanas pamācība lv Instrukcija lt Kasutusjuhend et ar Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DCG 230‑D / DAG 230‑D Haakse slijper Lees de handleiding vóór het eerste gebruik beslist door. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat alleen samen met de handleiding aan andere personen door. Inhoud 1 Algemene opmerkingen 2 Beschrijving 3 Verbruiksmateriaal 4 Technische gegevens 5 Veiligheidsinstructies 6 Inbedrijfneming 7 Bediening 8 Verzorging en onderhoud 9 Foutopsporing 10 Afval voor hergebruik recyclen 11 Fabrieksgarantie op apparatuur 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Pagina 79 80 82 83 84 88 90 91 92 92 92 93 1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeeldingen bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpagina's. Houd deze bij het bestuderen van de handleiding open. In de tekst van deze handleiding wordt met »het apparaat« altijd de haakse slijpmachine DCG 230‑D of de haakse slijpmachine DAG 230‑D bedoeld. Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1 nl @ Spanmoer ; Snelspanmoer "Kwick-Lock" (optioneel) = Doorslijpschijf % Spanring & Veiligheidsnok ( Beschermkap ) Spindel + Stelbout § Spanhendel / Steunpunt : Schroefdraadbus voor handgrepen · Spindelblokkeerknop $ Ontgrendelingshendel (voor draaibare handgreep) £ Zijhandgreep | Aan-/uitschakelaar (Hold to run) ¡ Spansleutel 1 Algemene opmerkingen 1.1 Signaalwoorden en hun betekenis GEVAAR Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt. WAARSCHUWING Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. ATTENTIE Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. 1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige aanwijzingen Waarschuwingstekens Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning AANWIJZING Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. 79 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 Gebodstekens Veiligheidsbril dragen Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie vraagt. Helm dragen Oorbeschermers dragen Werkhandschoenen dragen Type: Generatie: 01 Serienr.: nl Licht stofmasker dragen Symbolen Vóór het gebruik de handleiding lezen Afval voor hergebruik recyclen Volt Ampère Hertz Watt Wisselstroom Berekeningstoerental Omwentelingen per minuut Omwentelingen per minuut Diameter Dubbel geïsoleerd 2 Beschrijving 2.1 Gebruik volgens de voorschriften Het apparaat is bestemd om metaal en minerale stoffen zonder gebruik van water door te slijpen en af te bramen. Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht. Metaal bewerken: Doorslijpen, afbramen. Minerale oppervlakken bewerken: Doorslijpen, splijten en afbramen. Gebruik alleen werkgereedschap (afbraamschijven, doorslijpschijven etc.), dat voor een toerental van minstens 6500/min toegelaten is en een maximale schijfdikte van 8 mm en een maximumdiameter van Ø 230 mm heeft. Gebruik alleen kunstharsgebonden of vezelversterkte afbraam- en doorslijpschijven met een toegelaten omtreksnelheid van 80 m/sec. Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten. Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt. Neem ook de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht. Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan aangegeven. 80 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw. Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en brand bestaat. 2.2 Handgrepen Handgreep met vibratiedemping Draaibare beugelgreep 2.3 Schakelaar Aan-/uitschakelaar (Hold to run) nl 2.4 Tot de standaard leveringsomvang behoren: 1 Apparaat 1 Beschermkap 1 Spanring 1 1 Zijhandgreep Spanmoer 1 Snelspanmoer "Kwick-Lock" (optioneel) 1 Handleiding 1 Spansleutel 2.5 Begrenzing van opstartstroom Door de elektronische begrenzing van de opstartstroom wordt de inschakelstroom zo sterk gereduceerd, dat de netzekering niet geactiveerd wordt. Dit voorkomt dat het apparaat met schokken op gang komt. 2.6 ATC (Active Torque Control) De elektronica herkent dat de schijf dreigt klem te gaan zitten en voorkomt door het apparaat uit te schakelen dat de spil verder draait (een terugslag wordt niet voorkomen). Om het apparaat weer in bedrijf te nemen moet de schakelaar uit- en weer aangezet worden. AANWIJZING Als de ATC-functie defect is, draait het apparaat alleen nog met sterk gereduceerd toerental en koppel. Het apparaat moet voor onderhoud naar de technische dienst worden gestuurd. 2.7 Herstartblokkering Na een eventuele stroomuitval start het apparaat niet zelfstandig wanneer de schakelaar is ingedrukt. De schakelaar moet eerst uit en vervolgens weer aan worden gezet. 2.8 Gebruik van verlengsnoeren Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen. Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes: Snoerdiameter 1,5 mm² Netspanning 100 V 2 mm² 2,5 mm² 30 m Netspanning 110‑127 V 20 m Netspanning 220‑240 V 50 m 30 m 3,5 mm² 50 m 40 m 50 m 100 m Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm². 81 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 2.9 Verlengsnoer buiten Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren. 2.10 Het gebruik van een generator of transformator Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn. Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat beschadigd kan raken. nl 2.11 Kap voor doorslijpwerkzaamheden DC-EX 230/9" met geleidesleden 2 Doorslijpwerkzaamheden op minerale ondergronden mogen alleen met een stofkap en geleidesleden worden uitgevoerd. ATTENTIE Het is verboden met deze kap metaal te bewerken. AANWIJZING In het algemeen wordt het aangeraden om bij het doorslijpen en splijten van minerale ondergronden, zoals beton of steen, een op het systeem afgestemde stofafzuigkap met een geschikte Hilti stofzuiger te gebruiken. Dit systeem dient ter bescherming van de gebruiker en verhoogt de levensduur van het apparaat en het gereedschap. 2.12 Beschermkap met dekplaat 3 ATTENTIE Voor het afbramen met rechte afbraamschijven en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de bewerking van metalen alleen de beschermkap met afdekplaat gebruiken. 3 Verbruiksmateriaal Schijven voor max. Ø 230 mm, 6500/min, een omtreksnelheid van 80 m/sec, een schijfdikte van max. 8 mm. Schijven Toepassing Afkorting Ondergrond Abrasieve doorslijpschijf Doorslijpen, splijten AC‑D Metaal Diamant-doorslijpschijf Doorslijpen, splijten DC‑D Mineraal Abrasieve afbraamschijf Afbramen AG-D Metaal Indeling van de schijven bij de te gebruiken uitrusting Pos. Uitrusting A Beschermkap - B Beschermkap met dekplaat C Kap DC‑EX 230⁄9" X - - D Zijhandgreep X X X E Beugelgreep DC BG (optioneel bij D) X X X F Spanmoer X X X G Spanring X X X H Kwick Lock (optioneel bij F) X X X 82 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 AC‑D AG-D DC‑D X - X X X 4 Technische gegevens Technische wijzigingen voorbehouden! Apparaat DCG 230‑D DAG 230‑D Nominale stroom / Opgenomen vermogen Nominale spanning 230 V: 10,0 A / 2.200 W Nominale spanning 110 V: 19,4 A / 2.000 W Nominale frequentie Nominale spanning 230 V: 12,0 A / 2.600 W (CH 2200 W/10A) Nominale spanning 110 V: 20 A / 2.200 W Nominale spanning 127 V: 15 A 50/60 Hz 50/60 Hz Nominaal toerental 6.500/min 6.500/min Max. ringdiameter Ø 230 mm Ø 230 mm Afmeting (L x H x B) zonder kap 525 mm x 138 mm x 111 mm 510 mm x 138 mm x 111 mm Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 6,6 kg 5,9 kg Apparaat- en toepassingsinformatie Schroefdraad-aandrijfspil nl M 14 Spindellengte 25 mm Isolatieklasse volgens EN / IEC Isolatieklasse II (dubbel geïsoleerd) AANWIJZING Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden. Geluidsinformatie (volgens EN 60745‑1): Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau DCG 230 Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau DCG 230 Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau DAG 230 Typisch A-gekwalificeerd emissiegeluidsniveau DAG 230 Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau Vibratie-informatie volgens EN 60745-1 Triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom) DCG 230‑D Oppervlakteslijpen met vibratiereducerende handgreep, ah,AG 101 dB (A) 90 dB (A) 101 dB (A) 90 dB (A) 3 dB (A) gemeten volgens EN 60745‑2‑3 5,5 m/s² Onzekerheid (K) 1,5 m/s² Triaxiale vibratiewaarden (vibratie-vectorsom) DAG 230‑D Oppervlakteslijpen met vibratiereducerende handgreep, ah,AG gemeten volgens EN 60745‑2‑3 6,0 m/s² 83 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 Onzekerheid (K) 1,5 m/s² Aanvullende informatie Andere toepassingen, zoals doorslijpen, kunnen leiden tot afwijkende trillingswaarden. 5 Veiligheidsinstructies 5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen a) WAARSCHUWING Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen met netvoeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel). nl e) 5.1.1 Veiligheid op de werkplek Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk niet met het apparaat in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. a) 5.1.2 Elektrische veiligheid De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. a) 84 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 f) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken. 5.1.3 Veiligheid van personen Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden. b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico op letsel. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden. e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist a) worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuigsysteem kan de gevaren door stof beperken. 5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om. Controleer of bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. zó als voor dit apparaat is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. a) 5.1.5 Service a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap in stand blijft. 5.2 Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen, schuren, het werken met draadborstels en voor het doorslijpen a) Dit elektrisch gereedschap kan als slijpmachine en doorslijpmachine worden gebruikt. Neem alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeeldingen en informatie die u bij het apparaat ontvangt in acht. Indien u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, dan kan dit tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel leiden. b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor werkzaamheden als schuren, werken met draadborstels en polijsten. Toepassingen waarvoor het elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen gevaar en letsel veroorzaken. c) Maak geen gebruik van toebehoren die niet door de fabrikant speciaal voor dit elektrische apparaat zijn bedoeld en aanbevolen. Het feit dat u toebehoren aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen, betekent nog niet dat het gebruik hiervan veilig is. d) Het toegestane toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien dan toegestaan kunnen breken en in het rond vliegen. e) De buitendiameter en dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de opgegeven afmetingen van uw elektrisch gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. f) Inzetgereedschap met schroefdraadbevestiging moet exact op de schroefdraad van de slijpspil passen. Bij inzetgereedschap dat met behulp van een flens wordt gemonteerd, moet de gatdiameter van het inzetgereedschap overeenkomen met de opnamediameter van de flens. Inzetgereedschap dat niet nauwkeurig op het elektrisch gereedschap wordt bevestigd, draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van de controle over het apparaat. g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven, voor het gebruik altijd op afsplinteringen en barsten, steunschijven op barsten of sterke slijtage, draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap naar beneden valt, controleert u of het beschadigd is, of gebruikt u onbeschadigd gereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en ingezet, zorgt u ervoor dat personen die zich in de nabijheid bevinden buiten bereik blijven van het roterende inzetgereedschap en laat u het apparaat een minuut lang op het hoogste toerental draaien. Beschadigd inzetgereedschap breekt meestal in deze testperiode. h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming of een veiligheidsbril. Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming, werkhandschoenen of een speciaal schort, dat u bescherming biedt tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende toepassingen ontstaan, te worden beschermd. Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging. 85 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 nl Let er op dat andere personen zich op een veilige afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen die de werkruimte betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de directe werkruimte. j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsneden of gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt. l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact treden met het steunvlak, waardoor u de controle over het elektrisch gereedschap kunt verliezen. m) Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen terwijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige contact met het draaiende inzetgereedschap gegrepen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam dringen. n) U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap regelmatig te reinigen. De motorventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektrische gevaren. o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de nabijheid van brandbare materialen. Door vonken kan dit materiaal vlam vatten. p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. i) nl 5.3 Terugslag en bijbehorende veiligheidsvoorschriften Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of geblokkeerd wordt, zoals slijpschijven, steunschijven, draadborstels, etc. Dit leidt tot een abrupte stop van het roterende inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat een ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade een versnelling. Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken. 86 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven, worden voorkomen. Houd het elektrisch gereedschap goed vast en breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om een zo groot mogelijke controle op terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben ingeval van onopzettelijk starten. De bediener kan door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslagen reactiekrachten beheersen. b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrisch gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. Door de terugslag wordt het elektrisch gereedschap naar de plaats van de blokkade bewogen in een richting die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf. d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetgereedschap van het werkstuk terugkaatst en beklemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controleverlies of een terugslag. e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot het verlies van controle over het elektrisch gereedschap. a) 5.4 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het slijpen en doorslijpen Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereedschap toegestane slijpstenen en de voor deze slijpstenen bestemde beschermkap. Slijpstenen die niet geschikt zijn voor het elektrisch gereedschap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. b) Doorgezette slijpschijven moeten zodanig worden gemonteerd, dat het slijpvlak niet boven het vlak van de beschermkaprand uitsteekt. Een onjuist gemonteerde slijpschijf die boven het vlak van de beschermkaprand uitsteekt, kan niet voldoende worden afgeschermd. c) De beschermkap moet veilig op het elektrisch gereedschap zijn aangebracht en voor een zo groot mogelijke veiligheid zodanig zijn afgesteld dat een zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar de bediener gericht is.. De beschermkap moet de bediener beschermen tegen brokstukken, toevallig contact met het slijpdeel en vonken waardoor kleding vlam kan vatten. d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname a) e) f) met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking kan het slijpdeel worden gebroken. Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschijven. Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. 5.5 Verdere speciale veiligheidsvoorschriften voor het doorslijpen Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf en een te hoge aandrukkracht. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Een overbelasting van de doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blokkeren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag of slijpdeelbreuk ontstaat. b) Kom niet in het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch gereedschap in het geval van een terugslag met draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd. c) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf uit de snede te trekken, anders kan er een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd raken vast en hef deze op. d) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volledige toerental bereiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. e) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken gestut worden, om het risico van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide kanten gestut worden, zowel bij de doorslijpschijf als aan de rand. f) Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden die niet zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. a) 5.6 Aanvullende veiligheidsvoorschriften 5.6.1 Veiligheid van personen a) Houd het apparaat altijd met beide handen aan de daarvoor bestemde handgrepen vast.Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een licht stofmasker te dragen. c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. e) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit vermindert het risico om over het snoer te vallen. f) Voor het afbramen met rechte afbraamschijven en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de bewerking van metalen alleen de beschermkap met afdekplaat gebruiken. g) Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektronica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende Hilti-service repareren. h) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. i) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. j) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften bij de te bewerken materialen in acht nemen. 5.6.2 Gebruik en onderhoud van elektrische gereedschappen Slijpschijven dienen zorgvuldig, volgens de aanwijzingen van de producent, opgeslagen en behandeld te worden. b) Zorg ervoor dat het schuurgereedschap volgens de aanwijzingen van de producent is aangebracht. c) Zorg dat steunschijven worden gebruikt wanneer deze bij het slijpgereedschap worden geleverd en vereist zijn. d) Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder beschermkap. a) 87 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 nl Het werkstuk dient op de juiste manier bevestigd te zijn. f) Zorg ervoor dat het slijpgereedschap voor het gebruik juist wordt aangebracht en bevestigd, laat het gereedschap gedurende 60 sec. onbelast lopen op een veilige plaats. Het apparaat direct uitschakelen wanneer zich aanzienlijke trillingen voordoen en wanneer andere gebreken worden vastgesteld. Doet deze toestand zich voor, onderzoek dan de machine om de oorzaak ongedaan te maken. g) Gebruik geen doorslijpschijven voor grof slijpen. h) Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. u zelf of andere personen raken. Stel hiervoor de beschermkap juist in. i) Na een schijfbreuk, val of andere mechanische beschadigingen moet het apparaat bij een Hilti Service‑Center worden gecontroleerd. e) nl 5.6.3 Elektrische veiligheid Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gas- en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van een elektrische schok. b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het apparaat, en laat dit in geval van beschadiging vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer het netsnoer van het elektrisch gereedschap beschadigd is, dient dit door een speciaal vervaardigd netsnoer te worden vervangen. Dit kan verkregen worden bij de klantenservice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang deze in geval van beschadiging. Wordt het netof verlengsnoer tijdens de werkzaamheden beschadigd, dan mag u het snoer niet aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden het risico van een elektrische schok in. c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewerking van geleidend materiaal regelmatig door de a) Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van het apparaat hecht, met name van geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot een elektrische schok leiden. d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom op het net is aangesloten. Het gebruik van een lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok. e) In principe wordt het gebruik van een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom aanbevolen. 5.6.4 Werkruimte Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied. b) Zorg voor een goede ventilatie van de werkomgeving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid. c) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied aan de overzijde van de werkzaamheden af te zetten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk letsel oplopen. d) Sleuven in dragende wanden of andere structuren kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van de werkzaamheden de verantwoordelijke staticus, architekten of de directie raadplegen. a) 5.6.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting De gebruiker en personen die zich in de buurt bevinden, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers, werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen. 6 Inbedrijfneming weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het gereedschap. GEVAAR Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat instelt, toebehoren wisselt of het apparaat 88 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 ATTENTIE Draag werkhandschoenen bij de montage en demontage evenals bij afstelwerkzaamheden en het verhelpen van storingen. WAARSCHUWING Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder beschermkap. ATTENTIE Bij het gebruik van andere voor de haakse slijpmachine aanbevolen Hilti toebehoren in combinatie met de bovengenoemde haakse slijpmachines moet voor het gebruik de handleiding van het toebehoren worden doorgelezen en moeten alle aanwijzingen in acht worden genomen. 6.1 Zijhandgreep monteren WAARSCHUWING Bij alle werkzaamheden moet de zijhandgreep gemonteerd zijn. De zijhandgreep vanaf de linker- of rechterkant van het apparaat inschroeven. 6.2 Beschermkap ATTENTIE De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd naar de bediener wijzen. ATTENTIE Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van de betreffende werkfase aan. 6.2.1 Montage en demontage beschermkap resp. beschermkap met afdekplaat 4 AANWIJZING De beschermkap is reeds met de stelschroef op de juiste spandiameter ingesteld. Als de klemming bij gemonteerde beschermkap te gering is, kan de klemming door licht aandraaien van de spanschroef worden verhoogd. AANWIJZING De veiligheidsnok op de beschermkap zorgt ervoor dat alleen een op het apparaat passende beschermkap kan worden gemonteerd. Bovendien voorkomt de veiligheidsnok dat de beschermkap op het werkstuk valt. 1. 2. 3. 4. 5. Open de spanhendel. Plaats de beschermkap met de veiligheidsnok in de veiligheidsgroef op de hals van het apparaat Draai de beschermkap in de gewenste stand. ATTENTIE De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd naar de bediener wijzen. Om de beschermkap vast te zetten, de spanhendel sluiten. Voor de demontage van de beschermkap voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit. 6.2.2 Beschermkap resp. beschermkap met afdekplaat verstellen 5 1. 2. 3. Open de spanhendel. Draai de beschermkap in de gewenste stand. Sluit de spanhendel. 6.3 Montage en demontage inzetgereedschap 6 7 GEVAAR Zorg ervoor dat het op het schuurgereedschap aangegeven toerental gelijk is aan of groter dan het nominale toerental van de schuurmachine. GEVAAR Controleer het inzetgereedschap alvorens het te gebruiken. Gebruik geen afgebroken, gesprongen of anderszins beschadigde producten. AANWIJZING Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de diamantsegmenten minder dan 2 mm is. Andere schijftypen moeten worden vervangen zodra de snijprestatie duidelijk afneemt of delen van de haakse slijpmachine (uitgezonderd de schijf) tijdens de werkzaamheden met het werkmateriaal in contact komen. Abrasieve doorslijpschijven moeten bij afloop van de vervaldatum worden vervangen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Reinig de spanflens. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst. Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan moet de spanflens worden vervangen. Plaats de spanflens op de slijpspil. Plaats het inzetgereedschap. Schroef de spanmoer overeenkomstig het aangebrachte gereedschap vast7. ATTENTIE De spindelblokkeerknop mag alleen bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden. Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze ingedrukt. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat vervolgens de spindelblokkeerknop los. Voor de demontage van de beschermkap voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit. 6.4 Inzetgereedschap met snelspanmoer KwickLock ATTENTIE Erop letten dat de Kwick-Lock snelspanmoer tijdens de werkzaamheden geen contact met de ondergrond maakt. Gebruik geen beschadigde Kwick-Lock snelspanmoeren. AANWIJZING In plaats van de spanmoer kan de snelspanmoer KwickLock worden gebruikt. Hiermee kunnen inzetgereedschappen zonder gereedschap worden gewisseld. 6.4.1 Montage en demontage inzetgereedschap met snelspanmoer Kwick-Lock 6 AANWIJZING De pijl aan de bovenkant moet zich binnen de indexmarkering bevinden. Wordt de snelspanmoer Kwick-Lock vastgezet zonder dat de pijl zich binnen de indexmarkering bevindt, dan kan deze niet meer met de hand worden 89 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 nl losgedraaid. In dit geval de snelspanmoer Kwick-Lock met de spansleutel loszetten (niet met een buistang). 4. 1. 5. 2. 3. Reinig de spanflens en de snelspanmoer KwickLock. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst. Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan moet de spanflens worden vervangen. Plaats de spanflens op de slijpspil. Plaats het inzetgereedschap. 6. 7. nl Schroef de snelspanmoer Kwick-Lock (opschrift in vastgeschroefde toestand zichtbaar) vast tot hij op het inzetgereedschap bevestigd is. ATTENTIE De spindelblokkeerknop mag alleen bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden. Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze ingedrukt. Draai het inzetgereedschap met de hand rechtsom krachtig door tot de snelspanmoer Kwick-Lock vast aangedraaid is en laat vervolgens de spindelblokkeerknop los. Voor de demontage voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit. 7 Bediening ATTENTIE Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of een bankschroef. AANWIJZING Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van de betreffende werkfase aan. GEVAAR Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid kan gehoorbeschadiging veroorzaken. ATTENTIE De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd naar de bediener wijzen. WAARSCHUWING Nieuw slijpgereedschap bij max. nullasttoerental in een afgezet werkgebied minstens 60 seconden een testloop laten draaien. WAARSCHUWING Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektronica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende Hilti-service repareren. WAARSCHUWING Sleuven in dragende wanden of andere structuren kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van de werkzaamheden de verantwoordelijke staticus, architekten of de directie raadplegen. WAARSCHUWING De netspanning dient overeen te komen met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat. Apparaten waarop 230 V staat aangegeven kunnen met 220 V worden gebruikt. WAARSCHUWING Gebruik het apparaat altijd met de zijhandgreep (optioneel met de beugelgreep). 90 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 WAARSCHUWING Tijdens het slijpen kan er materiaal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril. ATTENTIE Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een licht stofmasker te dragen. WAARSCHUWING Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. ATTENTIE Het gereedschap kan te heet worden door het gebruik. Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van gereedschap! ATTENTIE Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereedschap. ATTENTIE Door de bewerking van de ondergrond kan er materiaal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhandschoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt, een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel veroorzaken. WAARSCHUWING Bij doorslijpwerkzaamheden de schijf in het doorslijpgebied niet op zijn kant zetten en het apparaat niet te sterk belasten. Anders kan het apparaat tot stilstand komen, een terugslag veroorzaakt worden of de schijf breken. ATTENTIE Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. WAARSCHUWING Houd brandbare materialen ver van het werkbereik. 7.1 Handgreepverstelling 8 WAARSCHUWING De handgreep mag niet worden ingesteld als het apparaat draait. Controleer dat de handgreep in een van de drie mogelijke posities is ingeklikt. Om in iedere positie veilig en gemakkelijk te kunnen werken, kan de handgreep 90° naar links en naar rechts worden gedraaid. 1. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. De ontgrendelingshendel naar achteren trekken. 3. De handgreep tot de aanslag naar links of rechts draaien. 4. Zet de handgreep met de ontgrendelingshendel weer vast. AANWIJZING Het apparaat kan niet worden ingeschakeld zolang de greep niet in een van de drie mogelijke posities ingeklikt is. 7.2 Doorslijpen Werk bij het doorslijpen met een matige aanzet en kantel het apparaat resp. de doorslijpschijf niet (circa 90° op het snijvlak). Profielen en kleine vierkante buizen worden het beste doorgeslepen door te beginnen bij de kleinste doorsnede. 7.3 Afbramen ATTENTIE Gebruik nooit doorslijpschijven voor het afbramen. Met een aanzethoek van 5° tot 30° wordt bij het afbramen het beste resultaat bereikt. Beweeg het apparaat met matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk niet te warm, verkleurt het niet en ontstaan er geen groeven. 7.4 In-/uitschakelen nl 7.4.1 Inschakelen 1. 2. Steek de stekker in het stopcontact. Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren en druk hem vervolgens helemaal door. Zo wordt het apparaat altijd met gesloten hand bediend, waardoor optimale veiligheid bij de werkzaamheden wordt geboden. 7.4.2 Uitschakelen Laat de aan-/uitschakelaar los. 7.5 Herstartblokkering AANWIJZING Wanneer u bij een ingedrukte aan-/uitschakelaar de netstekker uit het stopcontact haalt en hem er vervolgens weer in steekt, start het apparaat niet. 8 Verzorging en onderhoud ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 8.1 Reiniging van het apparaat GEVAAR Bij extreme gebruiksomstandigheden kan er bij de bewerking van metaal geleidende stof in het apparaat worden afgezet. De beschermende isolatie van het apparaat kan worden aangetast. In zulke gevallen wordt het aanbevolen een stationaire afzuiginrichting te gebruiken, de ventilatiesleuven vaak schoon te maken en een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) voor te schakelen. De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elastomeer. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven regelmatig voorzichtig met een droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het apparaat binnendringt. De motorventilator zuigt stof in de behuizing en een sterke opeenhoping van geleidend stof (bijv. metaal, koolstofvezel) kan leiden tot elektrische gevaren. Reinig de buitenkant van het apparaat regelma- tig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen. Houd de greepgedeelten van het apparaat altijd vrij van olie en vet. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen. AANWIJZING Het frequent bewerken van geleidende materialen (bijv. metaal, koolstofvezels) kan leiden tot verkorte onderhoudsintervallen. Houd de individuele risicoanalyse van de werkruimte in het oog. 8.2 Onderhoud WAARSCHUWING Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen beschadigd zijn, de elektronica defect is of als bedieningselementen niet correct functioneren. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. WAARSCHUWING Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. 91 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 Controleer regelmatig alle externe delen van het apparaat op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen goed werken. 8.3 Controle na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet worden gecontroleerd of alle beschermende delen van het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren. 9 Foutopsporing Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat start niet. Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbrengen, functie controleren. Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Schakel het apparaat uit en weer aan. Netsnoer of stekker defect. nl Koolborstels versleten Apparaat heeft geen volledig vermogen. De elektronische startblokkering na een stroomonderbreking is geactiveerd. Verlengsnoer met te kleine diameter. Uitval ATC-functie Een verlengsnoer met voldoende diameter gebruiken. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 10 Afval voor hergebruik recyclen Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 11 Fabrieksgarantie op apparatuur Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt, bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat er alleen origineel Hilti-verbruiksmateriaal en originele Hilti-toebehoren en -reserveonderdelen voor het apparaat zijn gebruikt. Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele 92 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie. Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er geen dwingende nationale voorschriften zijn die hiervan afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade als gevolg van gebreken, verliezen of kosten in samenhang met het gebruik of de onmogelijkheid van het gebruik van het apparaat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel is nadrukkelijk uitgesloten. Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de betreffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie worden gezonden. Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige, schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende garanties. 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Omschrijving: Type: Haakse slijper DCG 230‑D / DAG 230‑D Generatie: 01 Bouwjaar: 2008 Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften en normen: 2006/42/EG, 2004/108/EG, 2011/65/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑3, EN ISO 12100. Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL‑9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories 01/2012 Jan Doongaji Executive Vice President Business Unit Power Tools & Accessories 01/2012 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland 93 Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02 nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260

Hilti DCG 180-D/-P Handleiding

Categorie
Haakse slijpers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor