V-ZUG 62029 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
AiroClearWall V6000 | AiroClearIsland V6000
Dampafzuiger
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste cijfers op het typeplaatje. Deze handlei-
ding geldt voor:
Modelnaam Modelnummer Type Maatsysteem
AiroClearWall V6000 62028 AW6T9QT.. , AW6T9LQTP.. 90
AiroClearWall V6000 62029 AW6T12QT.. , AW6T12LQTP.. 120
AiroClearIsland V6000 63019 AI6T10QT.. , AI6T10LQTP.. 100
AiroClearIsland V6000 63020 AI6T12QT.. , AI6T12LQTP.. 120
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2019
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 4
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 4
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 5
1.4 Installatie van het toestel...................................... 6
1.5 Aanwijzingen bij gebruik ...................................... 6
2 Beschrijving van het toestel 8
2.1 Inleiding ................................................................... 8
2.2 Luchtafvoermodus ................................................. 8
2.3 Luchtcirculatiemodus met actieve-koolfilter...... 8
2.4 Uitrusting ................................................................. 8
2.5 Opbouw ................................................................... 8
2.6 Bedienings- en display-elementen ..................... 9
3 Bediening 9
3.1 Eerste inbedrijfstelling........................................... 9
3.2 Toestel in-/uitschakelen......................................10
3.3 Ventilatorstand selecteren..................................10
3.4 Verlichting .............................................................11
3.5 Nalooptijd ..............................................................11
3.6 Veegbescherming ...............................................12
3.7 Verzadigingsindicatoren .....................................12
3.8 OptiLink..................................................................12
3.9 Afstandsbediening (toebehoren) ......................15
4 Verzorging en onderhoud 15
4.1 Behuizing reinigen...............................................15
4.2 Metalen vetfilters..................................................16
4.3 Longlife-Plus actieve-koolfilter ...........................17
4.4 Alarm verzadigingsindicator resetten ..............18
4.5 Led-lampen vervangen .......................................18
5 Storingen zelf verhelpen 18
6 Toebehoren en vervangende onderdelen
19
7 Technische gegevens 19
7.1 Gegevens van het product ................................20
8 Afvoer 21
9 Trefwoordenlijst 22
10 Service & Support 23
4
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
Netstekker loskoppelen/stroomtoe-
voer onderbreken
Netstekker insteken/stroomtoevoer
verzorgen
Netstekker niet afsnijden/verande-
ren
Draag beschermende handschoe-
nen
Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
1 Veiligheidsvoorschriften
5
Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
klantendienst of een gelijk ge-
kwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaarlijke si-
tuaties te voorkomen.
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
Er moet voor een adequate
ventilatie van de ruimte wor-
den gezorgd, wanneer de
dampafzuiger samen met toe-
stellen wordt gebruikt, die gas
of andere brandstoffen ver-
branden.
Bij de leidinginstallatie voor
de luchtafvoer dienen de offi-
ciële voorschriften te worden
nageleefd.
De luchtafvoer mag niet
plaatsvinden via een schoor-
steen die gebruikt wordt voor
rookgassen van toestellen die
met gas of andere brandstof-
fen worden gestookt.
De minimale afstand tussen
het vlak, waarop de kookpan-
nen op de kookplaat worden
geplaatst en het onderste ge-
deelte van de afzuigkap moet
in acht worden genomen. De-
ze afstand moet minimaal 65
cm zijn als de afzuigkap bo-
ven een gastoestel is inge-
bouwd. Als in de montage-in-
structies voor de gaskook-
plaat een grotere afstand
staat vermeld, dient er reke-
ning te worden gehouden met
deze afstand.
WAARSCHUWING: Om elek-
trische schokken te voorko-
men, dient u ervoor te zorgen
dat het toestel is uitgescha-
keld en losgekoppeld van de
netvoeding voordat u de lamp
vervangt.
Het opschrift van het maxi-
maal toegestane vermogen
van lampen die kunnen wor-
den vervangen, moet bij het
vervangen van een lamp
zichtbaar zijn.
Dit toestel is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik of soort-
gelijke toepassingen, bijv.:
door personeel in keukens
van winkels, kantoren en an-
dere commerciële sectoren;
in landbouwbedrijven; door
klanten in hotels, motels en
andere woonvoorzieningen; in
B&B.
Het toestel mag niet worden
gebruikt met een externe tijd-
schakelklok of een separaat
op afstand aansturend sys-
teem.
Er heerst brandgevaar als de
reiniging niet volgens de aan-
wijzing wordt uitgevoerd.
1 Veiligheidsvoorschriften
6
Onder de afzuigkap mag niet
worden geflambeerd.
1.4 Installatie van het toestel
De installatie mag alleen door deskun-
dig personeel worden verricht.
Alle stappen moeten één voor één vol-
ledig worden uitgevoerd en gecontro-
leerd.
Elektrische aansluitingen moeten door
vakkundig personeel, volgens de richtlij-
nen en normen voor laagspanningsin-
stallaties en in overeenstemming met
de bepalingen van de plaatselijke ener-
giebedrijven worden uitgevoerd.
Een stekkerklaar toestel mag uitsluitend
op een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde
worden aangesloten. In huishoudelijke
installaties dient een voor alle polen ge-
schikte netscheidingsinrichting met een
contactopening van 3mm geïnstalleerd
te worden. Schakelaars, stekkerinrich-
tingen, aardlekschakelaars en smeltze-
keringen die na de installatie van het
toestel vrij toegankelijk zijn en de lei-
ding op alle polen scheiden, gelden als
betrouwbare scheiders. Een correcte
aarding en gescheiden geïnstalleerde
nul- en aardkabels zorgen voor een vei-
lige en storingsvrije werking. Na de in-
bouw mogen spanningvoerende onder-
delen en bedrijfsgeïsoleerde kabels niet
aangeraakt kunnen worden. Oude in-
stallaties controleren.
Informatie over de benodigde netspan-
ning, het stroomtype en de zekering
vindt u op het typeplaatje.
Voer alle pleister-, gips-, behang- of
schilderwerkzaamheden vóór de instal-
latie van het toestel uit.
Een correcte reparatie kan uitsluitend
worden gewaarborgd als een storings-
vrije deïnstallatie van het complete toe-
stel te allen tijde mogelijk is.
1.5 Aanwijzingen bij gebruik
Vóór de eerste inbedrijfstelling
Het toestel mag alleen volgens de apar-
te installatiehandleiding worden gemon-
teerd en op de netstroom worden aan-
gesloten. Laat de benodigde werkzaam-
heden uitvoeren door een erkende in-
stallateur/elektricien.
Bij de leidinginstallatie voor de luchtaf-
voer dienen de officiële voorschriften te
worden nageleefd.
Voer het verpakkingsmateriaal af vol-
gens de plaatselijke voorschriften.
Reglementair gebruik
Het toestel is bedoeld voor het afzuigen
van damp boven een huishoudelijke
kookplaats.
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan stroomgeleidende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, diens
klantenservice of een vergelijkbaar ge-
kwalificeerde persoon worden uitge-
voerd. Ondeskundige reparaties kunnen
zware ongevallen, schade aan het toe-
stel en de inrichting, alsmede werkings-
storingen tot gevolg hebben. Neem bij
een storing aan het toestel of in geval
van een reparatieopdracht de aanwijzin-
gen in het hoofdstuk 'Service & Support'
in acht. Neem indien nodig contact op
met onze klantenservice.
Er mogen uitsluitend originele onderde-
len worden gebruikt.
Bewaar de handleiding zorgvuldig, zo-
dat u deze te allen tijde kunt raadple-
gen.
Over het gebruik
Als het toestel zichtbare beschadigin-
gen vertoont, mag het toestel niet in ge-
bruik worden genomen en dient u con-
tact met onze klantendienst op te ne-
men.
Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden losgekoppeld.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
Tijdens het gebruik van de afzuigventila-
tor moet een toereikende toevoer van
verse lucht gewaarborgd zijn om onder-
druk in de keukenruimte te vermijden
en een optimale luchtafvoer mogelijk te
maken.
Dwars stromende tocht, die de damp
over de kookplaats kan wegblazen, ver-
mijden.
Bij gelijktijdig gebruik van andere toe-
stellen die op gas of op andere brand-
stoffen werken, moet een toereikende
toevoer van verse lucht gewaarborgd
zijn. Geldt niet voor luchtcirculatietoe-
stellen.
Bij gelijktijdig gebruik van vuurhaarden
(zoals hout-, gas-, olie- of kolengestook-
te toestellen) is een veilig gebruik alleen
mogelijk als de onderdruk in de ruimte
van 4 Pa (0,04 mbar) niet wordt over-
schreden. Gevaar voor vergiftiging! Er
moet een toereikende toevoer van ver-
se lucht gewaarborgd zijn, bijv. door
openingen in deuren of ramen die niet
gesloten kunnen worden in combinatie
met luchttoevoer- en luchtafvoerkasten
in de muur of door andere technische
maatregelen.
Tijdens de uitvoering van reinigings-
werkzaamheden erop letten dat geen
water het toestel kan binnendringen.
Een ietwat vochtige doek gebruiken. De
binnenkant of de buitenkant van het
toestel nooit met water of met een
stoomreiniger afspuiten. Binnendrin-
gend water kan schade veroorzaken.
Toegankelijke onderdelen kunnen bij
het gebruik met kooktoestellen heet
worden.
Voorzichtig, gevaar voor verbranding!
Bij het frituren op de kookplaats dient
het toestel voortdurend in de gaten ge-
houden te worden. De in de friteuse ge-
bruikte olie kan bij oververhitting ont-
vlammen en een brand veroorzaken.
Daarom moet de olietemperatuur ge-
controleerd en onder het ontstekings-
punt gehouden worden. Ervoor zorgen
dat schone olie gebruikt wordt; vervuil-
de olie ontvlamt gemakkelijker.
Voorzichtig, levensgevaar!
Delen van de verpakking, bijv. folie of
piepschuim, kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen en dieren. Verstikkingsgevaar!
Houd verpakkingsdelen buiten bereik
van kinderen en dieren.
Tijdens de uitvoering van onderhouds-
werkzaamheden aan het toestel, ook tij-
dens het vervangen van lampen, dient
het toestel stroomloos geschakeld te
worden: zekeringen uit de fittingen ver-
wijderen, automatische zekeringen uit-
schakelen of stekker uit het stopcontact
trekken.
Schade aan het toestel voorkomen
De reinigingsintervallen moeten worden
aangehouden. Als deze aanwijzing niet
in acht wordt genomen, kan er als ge-
volg van een te grote hoeveelheid vet in
de metalen vetfilters brand ontstaan.
2 Beschrijving van het toestel
2.1 Inleiding
Het toestel is bedoeld voor het afzuigen van dampen boven een kookplaats in een huis-
houden en kan in luchtafvoer- of luchtcirculatiemodus worden toegepast.
2.2 Luchtafvoermodus
De dampen die boven de kookplaats ontstaan, worden door een ventilator afgezogen.
De afgezogen lucht wordt door het metalen vetfilter gereinigd, daarna via een aansluit-
stuk met geïntegreerde stuwklep en luchtafvoerleiding naar buiten geleid.
Tijdens gebruik moet worden geborgd dat er voldoende verse lucht wordt aange-
voerd. Voor de luchtafvoer is luchttoevoer nodig.
2.3 Luchtcirculatiemodus met actieve-koolfilter
De dampen die boven de kookplaats ontstaan, worden door een ventilator afgezogen.
Door het metalen vetfilter en actieve-koolfilter wordt de lucht in hoge mate van vetdeel-
tjes en geurtjes bevrijd en vervolgens weer naar de ruimte teruggeleid.
Als het toestel niet met actieve-koolstoffilters uitgerust is, moeten deze worden be-
steld en vóór de inbedrijfstelling van het toestel worden aangebracht.
2.4 Uitrusting
1 afzuigkap, bevat: afzuigventilator, led-verlichting, bedienings- en display-elementen,
metalen vetfilter
Beplating
Installatiemateriaal
Actieve-koolfilter bij luchtcirculatiemodus (niet bij de levering inbegrepen, verkrijgbaar
als toebehoren)
2.5 Opbouw
1
Beplating
3
4 5
2
1
2
Kap
3
Bedienings- en display-elementen
4
Verlichting met afdekking
5
Metalen vetfilter
8
3 Bediening
2.6 Bedienings- en display-elementen
Toetsen
Toestel in-/uitschakelen
Ventilatorstand 1–3 selecteren;
ventilatorstand Intensief activeren
Verlichting in-/uitschakelen;
kleurtemperatuur instellen
Nalooptijd activeren
Indicaties
Veegbescherming
Nalooptijd
Ventilatorstand 1
Ventilatorstand 2
Ventilatorstand 3
Ventilatorstand Intensief (knipperend)
Verzadigingsindicator vetfilter
Verzadigingsindicator actieve-koolfilter (alleen bij luchtcirculatie)
Afhankelijk van het model en de uitrusting kan de uitvoering van uw toestel en dé-
tail afwijken van de beschreven standaarduitvoering.
3 Bediening
3.1 Eerste inbedrijfstelling
Toestelconfiguratie
Het toestel kan zowel in de luchtafvoer- als in de luchtcirculatiemodus worden gebruikt.
Af fabriek is het toestel voor de luchtcirculatiemodus ingesteld. Het reinigingsinterval van
het actieve-koolfilter bedraagt 180 bedrijfsuur. Het is mogelijk om deze voorinstelling in
overeenstemming met de kookgewoonten aan te passen.
Wordt het toestel als luchtafzuigmodel gebruikt, dan moet de verzadigingsindicator
voor het actieve-koolfilter worden gedeactiveerd.
Toestel voor luchtafvoermodus voorbereiden
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt.
9
3 Bediening
Indicatie en afhankelijk van het vooraf ingestelde reinigingsinterval , of
knipperen.
Tijdens het knipperen: houd de toets opnieuw 3seconden ingedrukt.
Indicatie en afhankelijk van het vooraf ingestelde reinigingsinterval , of
verdwijnen weer.
Het toestel is nu voor de luchtafvoermodus geconfigureerd, de verzadigingsindica-
tor voor het actieve-koolfilter is gedeactiveerd.
Toestel voor luchtcirculatiemodus voorbereiden
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt.
Indicatie en afhankelijk van het vooraf ingestelde reinigingsinterval , of
knipperen.
Om het reinigingsinterval Actieve-koolfilter te wijzigen: raak de toets zo vaak aan tot
de betreffende indicatie + , of knippert (zie tabel).
De geselecteerde instelling wordt na 5 seconden geactiveerd.
Indicatie en afhankelijk van het vooraf ingestelde reinigingsinterval , of
verdwijnen weer.
Het toestel is nu voor de luchtcirculatiemodus geconfigureerd, de verzadigingsindi-
cator voor het actieve-koolfilter is geactiveerd.
Reinigingsinterval actieve-koolfilter
Kookintensiteit Verzadigingsindicator achter indicatie knippert
Niet al te vaak en/of eerder reukloos 240 uur
+
Standaard (af fabriek ingesteld) 180 uur
+
Vaak en/of intensieve geur 120 uur
+
3.2 Toestel in-/uitschakelen
Raak de toets aan.
Het toestel gaat aan in ventilatorstand 1, de verlichting wordt geactiveerd.
De betreffende indicatie brandt.
Bedien toets meerdere keren tijdens actief bedrijf.
Het toestel en de verlichting gaan uit.
Het toestel kan direct d.m.v. de toets worden ingeschakeld. De verlichting wordt
in dat geval niet geactiveerd.
3.3 Ventilatorstand selecteren
Er zijn vier ventilatorstanden beschikbaar. Ventilatorstanden 1–3 met gering, gemiddeld
en sterk vermogen, evenals de ventilatorstand Intensief.
Raak de toets aan.
Het toestel gaat aan in ventilatorstand 1, de verlichting wordt geactiveerd.
Raak de toets zo vaak aan tot de gewenste ventilatorstand 1–3 wordt weergege-
ven.
Het toestel schakelt over op de gekozen ventilatorstand, de betreffende indicatie
, of brandt.
10
3 Bediening
Niveau Intensief
De ventilatorstand Intensief is gedurende vijf minuten actief en is ervoor bedoeld om ge-
durende korte tijd dampen af te zuigen, bijv. bij het aanbraden. De ventilatorstand Inten-
sief schakelt aansluitend over op de van tevoren geselecteerde ventilatorstand of scha-
kelt het toestel uit.
Houd de toets tijdens actieve ventilatormodus ingedrukt.
Het toestel schakelt over op ventilatorstand Intensief, de indicatie knippert.
Om de ventilatorstand Intensief vóór afloop van de vastgelegde looptijd van 5 min. te
beëindigen:
raak toets tijdens het geactiveerde programma Intensief aan.
Het toestel schakelt over op de van tevoren geselecteerde ventilatorstand.
3.4 Verlichting
Raak de toets aan.
De verlichting wordt ingeschakeld.
Raak de toets nogmaals aan.
De verlichting wordt uitgeschakeld.
Kleurtemperatuur instellen
Bij geactiveerde verlichting: houd de toets zo lang ingedrukt tot de gewenste kleur-
temperatuur bereikt is.
De gekozen kleurtemperatuur wordt overgenomen.
3.5 Nalooptijd
De functie Nalooptijd is ervoor bedoeld om ook de laatste geurtjes te verwijderen. Het
toestel blijft al naargelang de voorinstelling gedurende 5–20 minuten met de gekozen
ventilatorstand doorlopen en gaat daarna automatisch uit.
Raak de toets aan.
Het toestel gaat aan in ventilatorstand 1, de verlichting wordt geactiveerd.
Raak de toets zo vaak aan tot de gewenste ventilatorstand wordt weergegeven.
Raak de toets aan om de functie Nalooptijd te activeren.
De nalooptijd start en schakelt na afloop van de looptijd (zie tabel) het toestel en
de verlichting uit.
Als de nalooptijd is geactiveerd, brandt de indicatie en de betreffende ventilator-
stand.
Om de nalooptijd vóór afloop van de looptijd te beëindigen: raak de toets aan.
Het toestel en de verlichting gaan uit.
Ventilatorstand Nalooptijd in minuten
20
15
10
(knipperend)
5
Wij adviseren om het toestel 5 minuten voordat u met koken begint op niveau 2 in
te schakelen. Laat het toestel na het koken nog enkele minuten aan staan zodat
geuren volledig worden afgezogen.
11
3 Bediening
3.6 Veegbescherming
De functie Veegbescherming deactiveert tijdelijk het toetsen-/bedieningsveld en is han-
dig als de bedieningselementen even moeten worden schoongemaakt.
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd de toets gedurende 5 seconden ingedrukt.
De functie Veegbescherming wordt geactiveerd, het toestel gaat tijdelijk uit, de indi-
catie brandt.
De functie Veegbescherming gaat na 30 seconden uit, de indicatie verdwijnt
weer.
3.7 Verzadigingsindicatoren
Metalen vetfilter
Na 20 bedrijfsuren knippert de indicatie . De verzadigingsgraad is bereikt, de metalen
vetfilters moeten worden gereinigd.
Actieve-koolfilter (alleen bij luchtcirculatiemodus)
Afhankelijk van de voorinstelling van het reinigingsinterval knippert de indicatie na
120, 180 of 240 bedrijfsuur. Meer onder: Eerste inbedrijfstelling (zie pagina 9). De verza-
digingsgraad is bereikt. Het actieve-koolfilter moet worden schoongemaakt, geregene-
reerd resp. vervangen. Ook de metalen vetfilters moeten worden schoongemaakt.
Verzadigingsindicator na uitgevoerde reiniging resetten
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd de toets gedurende 5 seconden ingedrukt.
De indicaties of verdwijnen weer.
Activeer de verzadigingsindicator actieve-koolfilter alleen als het toestel in de lucht-
circulatiemodus wordt gebruikt. Meer onder: Eerste inbedrijfstelling (zie pagina 9).
3.8 OptiLink
Met deze functie hoeft de gebruiker de dampafzuiger niet meer handmatig te besturen.
OptiLink controleert het ingestelde vermogensniveau van de kookzone en stelt het ge-
schikte vermogensniveau van de dampafzuiger automatisch in.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
- UIT OptiLink uitgeschakeld
Silent bedrijfsmodus Laag afzuiggeluidsniveau
Standard bedrijfsmodus Normale bedrijfsmodus
Intensive bedrijfsmodus Hoog vermogen voor het afzuigen van dampen
Verbinding opbouwen tussen dampafzuiger en kookveld
De dampafzuiger kan alleen met kookvelden worden verbonden, die beschikken
over de functie OptiLink.
Activeren van “Verbindingsmodus” op het kookveld: Raadpleeg hiervoor de bedie-
ningshandleiding van het kookveld.
Activeren van “Verbindingsmodus” op de dampafzuiger:
12
3 Bediening
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd bij uitgeschakeld toestel de toets gedurende 5 seconden ingedrukt.
Indicatie knippert tijdens actieve “verbindingsmodus”.
Als de verbinding met het kookveld is opgebouwd, brandt 10 seconden, daarna
is de dampafzuiger gereed voor de OptiLink- en handbediening.
Als de verbindingsopbouw is mislukt, stopt het weergavesymbool met knippe-
ren. In dit geval kan een nieuwe verbindingspoging worden gestart.
Als de verbinding succesvol is, moet dit op het kookveld worden bevestigd. Raad-
pleeg hiervoor de bedieningshandleiding van het kookveld.
Tijdens het verbinden zijn de toets- en bedieningselementen op de dampafzuiger
gedeactiveerd.
Een dampafzuiger kan optioneel worden aangesloten op maximaal drie kookvel-
den. Tevens kunnen ook meerdere dampafzuigers gelijktijdig worden verbonden
met één kookveld. Voorwaarde voor deze verbinding, is dat de toestellen zijn uit-
gerust met OptiLink.
De bedrijfsmodi
In de OptiLink-bedrijfsmodus zijn drie bedrijfsmodi beschikbaar die verschillen in reactie-
tijd en het maximaal bruikbare vermogensniveau. Dit geeft de gebruiker de mogelijkheid
om te beslissen, wat hij het belangrijkst vindt.
Bedrijfsmodus Reactietijd Maximaal vermogensniveau
Silent bedrijfsmodus 60 s 2
Standard bedrijfsmodus 45 s 3
Intensive bedrijfsmodus 20 s Intensief
Bedrijfsmodus kiezen
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd bij uitgeschakeld toestel de toetsen en tegelijk ingedrukt.
De actueel gekozen bedrijfsmodus wordt weergegeven door middel van een ver-
mogensindicatie ( = Silent bedrijfsmodus, = Standard bedrijfsmodus, = Inten-
sive bedrijfsmodus).
Kies tijdens het verschijnen van de desbetreffende vermogensniveaus ( , , ) de
gewenste bedrijfsmodus door op de toets te drukken.
5 seconden na de laatste invoer wordt de geselecteerde instelling opgeslagen.
Reactie van de dampafzuiger als OptiLink is ingeschakeld
Bij ingeschakelde OptiLink
Schakelt het licht van de dampafzuiger in, zodra het kookveld wordt uitgeschakeld.
Schakelt de dampafzuiger na het inschakelen direct op vermogensniveau 1, zodra
een kookzone wordt toegewezen aan een vermogensniveau. Niveau 1 op de damp-
afzuiger wordt gedurende de reactietijd volgens de gekozen bedrijfsmodus gehand-
haafd, voordat de dampafzuiger het vermogen aanpast aan de instelling van het
kookveld.
Regelt de dampafzuiger het vermogensniveau in overeenstemming met de actuele
instelling van het kookveld.
13
3 Bediening
Handmatige bedrijfsmodus
Als het kookveld of OptiLink is uitgeschakeld, is handmatige bedrijfsmodus op elk
gewenst moment mogelijk.
Handmatig overschakelen
Als het kookveld wordt ingeschakeld en de OptiLink is geactiveerd, is handmatig
overschakelen op elk moment mogelijk. 3 Minuten na de laatste invoer wordt de
aansturing weer door OptiLink overgenomen.
Nalooptijd
De naloop wordt geactiveerd, zodra het komen wordt beëindigd. Dit gebeurt onder de
volgende voorwaarden:
De laatste actieve kookzone wordt verlaagd tot vermogensniveau 0 of gebruikt met
de smeltfunctie.
Het kookveld wordt uitgeschakeld terwijl de dampafzuiger op ventilatorstand 1, 2, 3
of intensief werkt.
De verlichting wordt onafhankelijk van de naloop van de ventilator bediend en gaat 5 mi-
nuten na het uitschakelen van het kookveld uit. Hierdoor blijft er genoeg tijd over om
voedsel te bereiden.
Tijdens de actieve nalooptijd brandt de indicatie .
Verbreken van de verbinding tussen dampafzuiger en kookveld
Wilt u de verbinding tussen dampafzuiger en kookveld verbreken? Voer dan de volgende
stappen uit:
Schakel kookveld en dampafzuiger uit.
Houd toets van de dampafzuiger 10seconden ingedrukt.
De indicatie begint na 5 s te knipperen en dooft na 10 s.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van het kookveld voor de stappen die nodig zijn
om OptiLink te beëindigen.
Het oplossen van verbindingsstoringen
Er kan geen verbinding worden opgebouwd tussen dampafzuiger en kookveld.
Controleer of het kookveld zich in de “verbindingsmodus” bevindt.
Schakel op het kookveld de functie OptiLink uit.
Houd toets van de dampafzuiger 15seconden ingedrukt.
Gedurende deze tijd moet de indicatie voor naloop gaan knipperen en vervol-
gens weer doven.
Herhaal vervolgens de verbindingsopbouw zoals beschreven in dit hoofdstuk.
Indien de storing blijft optreden: neemt u a.u.b. contact op met de klantenservice.
14
4 Verzorging en onderhoud
3.9 Afstandsbediening (toebehoren)
Dit toestel kan met een afstandsbediening (niet bij de levering inbegrepen, als bestelbaar
toebehoren verkrijgbaar) worden geregeld.
Ventilatorstand reduceren
Ventilatorstand verhogen
Nalooptijd activeren
Verlichting in-/uitschakelen
Plaats de afstandsbediening niet in de buurt van warmtebronnen.
Verwijder de batterijen in overeenstemming met de voor het land specifieke bepa-
lingen bij een hiervoor bestemd recyclepunt.
4 Verzorging en onderhoud
4.1 Behuizing reinigen
Zorg ervoor dat er geen water in het binnenste van het toestel binnendringt. Water
in het toestel kan schade veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen, schuursponsjes, staalwol enz. Het
oppervlak wordt daardoor beschadigd. Vóór de reiniging moet de stroomtoevoer
worden onderbroken en de zekering resp. automatische zekering worden uitge-
schakeld.
Buitenkant
Gebruik voor de reiniging een schone, vochtig-warme poetsdoek met wat toegevoegd
zacht reinigingsmiddel en droog daarna goed na.
Binnenkant
Aan de binnenkanten naast de metalen vetfilters en de schuiver kan zich vet en condens-
water ophopen.
Gebruik voor de reiniging een schone, vochtig-warme poetsdoek met wat toegevoegd
zacht reinigingsmiddel, gebruik desgewenst een zachte borstel, droog na met keuken-
rol.
15
4 Verzorging en onderhoud
4.2 Metalen vetfilters
De metalen vetfilters moeten bij normaal gebruik minimaal elke twee maanden (bij inten-
sief gebruik ook vaker) en altijd als het alarm Verzadigingsindicator in werking wordt ge-
zet, worden gereinigd. Bij een optimaal onderhoud is de goede functionaliteit van de me-
talen vetfilters gedurende vele jaren gewaarborgd.
Demontage: Productfamilie 62022/62023/62028/62029
1
2
Klap het metalen vetfilter voren naar beneden en haal het voorzichtig uit de opna-
megleuven van de houder.
Demontage: Productfamilie 63015/63016/63019/63020
2
2
1
Houd het metalen vetfilter vóór en achter met beide handen vast en haal het zorg-
vuldig van de magneten los. Klik het metalen vetfilter uit de drager en haal het er-
uit.
Schuif het metalen vetfilter afhankelijk van de breedte van het toestel naar binnen
resp. naar voren uit de opnamegleuven van de houder.
Breng het metalen vetfilter na de reiniging vervolgens bij de montage weer vei-
lig aan de drager aan om te vermijden dat het filter naar beneden valt en schade
veroorzaakt.
16
4 Verzorging en onderhoud
Reiniging
Reinig de metalen vetfilters in de vaatwasmachine. Kies bij de vaatwasmachine het
programma «Intensief» met warm voorspoelen. Indien geen vaatwasmachine beschik-
baar is: laat het metalen vetfilter inweken in een waterbad, waaraan mild afwasmiddel
is toegevoegd.
Reinig, spoel vervolgens goed af met schoon koud water en droog na.
Gereinigde metalen vetfilters kunnen weer worden gebruikt.
Breng het metalen vetfilter weer aan.
Alarm verzadigingsindicator resetten (zie pagina 18).
Metalen vetfilters kunnen door het reinigen licht verkleuren. Dit beïnvloedt de filter-
werking echter op geen enkele wijze.
Afhankelijk van de breedte van het toestel en de grootte van de metalen vetfilters
moet bij de reiniging in de vaatwasmachine eventueel de bovenste korf worden
verwijderd.
4.3 Longlife-Plus actieve-koolfilter
Het Longlife-Plus actieve-koolfilter moet bij normaal gebruik om de 3–6 maanden en al-
tijd als de verzadigingsindicator in werking wordt gezet, worden gereinigd alsook gerege-
nereerd. Afhankelijk van het gebruik mogen 5–8 regenereercycli niet worden overschre-
den. Bij optimale verzorging bedraagt de levensduur van het Longlife-Plus actieve-koolfil-
ter tot wel 3 jaar.
Onderbreek de stroomtoevoer, schakel de zekering resp. automatische zekering
uit.
Demontage
3
200°C
1h
2
1
Verwijder het metalen vetfilter.
Bedien de greep en schuif de actieve-koolfiltereenheid naar beneden toe uit de
geleiderail.
17
5 Storingen zelf verhelpen
Reiniging en regeneratie
Verwarm de actieve-koolfiltereenheid in de bakoven .
Kies boven-/onderhitte of hete lucht 200°C en regenereer gedurende 60 minuten op
het rooster.
Laten afkoelen.
Laat het actieve-koolfilter na de warmte-regeneratie in de bakoven afkoelen voor-
dat het filter weer wordt gemonteerd. Gevaar voor verbranding!
De inbouw vindt plaats in omgekeerde volgorde.
Alarm verzadigingsindicator resetten (zie pagina 18).
Longlife-Plus actieve-koolfilters die verontreinigd zijn en niet meer kunnen worden
geregenereerd, moeten bij een hiervoor bestemd recyclepunt worden verwijderd.
4.4 Alarm verzadigingsindicator resetten
De betreffende alarmen Verzadigingsindicator metalen vetfilter evenals actieve-koolfil-
ter worden na uitgevoerde reiniging/vervanging gereset.
Houd de toets bij een uitgeschakeld toestel gedurende 5 seconden ingedrukt.
Een succesvolle reset wordt weergegeven doordat de indicaties of weer ver-
dwijnen.
4.5 Led-lampen vervangen
Om veiligheidstechnische redenen moeten de led-lampen door onze klantenservice wor-
den vervangen.
5 Storingen zelf verhelpen
In dit hoofdstuk worden storingen behandeld die met behulp van de beschreven stappen
eenvoudig zelf kunnen worden verholpen. Als de storing niet verholpen kan worden, bel
dan de klantenservice.
Voordat u de klantenservice belt: Noteer a.u.b. het FN-nummer (zie typeplaatje onder
"Technische gegevens") en noteer hoe de storing is opgetreden.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Toestel werkt niet. Onderbreking in de
stroomtoevoer.
Controleer de stroomtoevoer.
Vervang de zekering.
Schakel de automatische zeke-
ring weer in.
Verlichting functio-
neert niet.
Led-lamp is defect. Neem contact op met de klan-
tendienst.
18
6 Toebehoren en vervangende onderdelen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Toestel ontlucht on-
voldoende.
De metalen vetfilters zijn
vervuild.
Reinig de metalen vetfilters.
Uitsluitend bij luchtcircula-
tiemodus: De actieve-kool-
filters zijn verzadigd.
Reinig de actieve-koolfilters en
activeer resp. vervang deze.
Uitsluitend bij luchtafvoer-
modus: toevoer van verse
lucht niet toereikend.
Zorg voor voldoende toevoer
van verse lucht.
6 Toebehoren en vervangende onderdelen
Geef bij bestellingen a.u.b. de productfamilie van het toestel en een exacte aanduiding
van het toebehoren of het reserveonderdeel aan.
Metalen vetfilter (voorbeeldweer-
gave, modelafhankelijk)
Longlife-Plus actieve-koolfilter
Afstandsbediening
7 Technische gegevens
Elektrische aansluiting
Toegang typeplaatje:
Verwijder het metalen vetfilter.
Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
Een tweede typeplaatje bevindt zich bij de levering en moet ter identificatie van
het toestel worden bewaard.
19
7 Technische gegevens
7.1 Gegevens van het product
Conform EU-verordening nr. 65/2014 en nr. 66/2014.
De volgende declaratiewaarden gelden voor toestellen binnen de EU.
Beschrijving Afkortingen Eenheid Waarde
Merk S - V-ZUG Ltd
Typeaanduiding M - 62028 / 62029 /
63019-20
Jaarlijks energieverbruik AEC
hood
kWh/a 28,2 / 29,7 / 31,1
Energie-efficiëntie-index EEI
hood
% 38,9 / 40,3 / 41,7
Energie-efficiëntieklasse EEC - A+ / A+ / A+
Vloeistof dynamische efficiëntie FDE
hood
% 36,3 / 36,3 / 36,3
Klasse voor de vloeistof dynamische ef-
ficiëntie
FDEC - A / A / A
Verlichtingsefficiëntie LE
hood
lux/W 28,0 / 33,0 / 28,0
Klasse van de verlichtingsefficiëntie LEC - A / A / A
Vetafscheiderniveau GFE
hood
% 89,5 / 89,5 / 89,5
Klasse voor het
vetafscheiderniveau
GFEC - B / B / B
Luchtstroom bij minimale
snelheid
Q
min
m
3
/h 247 / 247 / 247
Luchtstroom bij maximale
snelheid (met uitzondering van niveau
Intensief of snellopende stand)
Q
max
m
3
/h 452 / 452 / 452
Luchtstroom tijdens bedrijf met
niveau Intensief of snellopende stand
Q
boost
m
3
/h 675 / 675 / 675
A-beoordeelde geluidsemissiedruk bij
minimale snelheid
SPE
min
dBA 38 / 38 / 38
A-beoordeelde geluidsemissiedruk bij
maximale snelheid
SPE
max
dBA 52 / 52 / 52
A-gewogen geluidsemissiedruk tijdens
bedrijf met intensieve of snellopende
stand
SPE
boost
dBA 63 / 63 / 63
Gemeten vermogensopname in uitge-
schakelde toestand
P
0
W 0,48 / 0,48 / 0,48
Gemeten vermogensopname in
stand-by (automatische uitschakeling)
P
s
W 0,0 / 0,0 / 0,0
Tijdverlengingsfactor f - 0,7 / 0,7 / 0,7
Gemeten luchtvolumestroom in BEP Q
BEP
m
3
/h 371,7 / 371,7 / 371,7
Gemeten luchtdruk in
BEP
P
BEP
PA 355 / 355 / 355
20
8 Afvoer
Gemeten elektrisch
opgenomen vermogen in BEP
W
BEP
W 100,0 / 100,0 / 100,0
Nominaal vermogen van het
verlichtingssysteem
W
L
W 4 / 6 / 8
Gemiddelde
lichtintensiteit van het
verlichtingssysteem op de kookplaats
E
middle
lux 113 / 196 / 225
Geluidsvermogensniveau L
wa
dBA - / - / -
8 Afvoer
8.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
8.2 Veiligheid
Maak het apparaat onbruikbaar, zodat ongelukken kunnen worden voorkomen door on-
eigenlijk gebruik (bijvoorbeeld door spelende kinderen):
Koppel het apparaat los van het stroomnet. Bij een vast gemonteerd apparaat moet
dit door een erkend elektricien worden uitgevoerd! Snij vervolgens het netsnoer bij het
apparaat los.
8.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
21
9 Trefwoordenlijst
A
Afstandsbediening........................................... 15
Afvoer................................................................. 21
B
Bediening ............................................................. 9
Bedienings- en display-elementen................... 9
Beschrijving van het toestel.............................. 8
E
Elektrische aansluiting .................................... 19
G
Garantieverlenging .......................................... 23
Gegevens van het product ............................ 21
Geldigheidsbereik............................................... 2
I
Inbedrijfstelling .................................................... 6
Installatie van het toestel................................... 6
K
Kleurtemperatuur ............................................. 11
L
Luchtafvoermodus .............................................. 8
Luchtcirculatiemodus ......................................... 8
M
Modelnaam .......................................................... 2
Modelnummer ..................................................... 2
N
Nalooptijd .......................................................... 11
O
Opbouw ................................................................ 8
OptiLink.............................................................. 12
R
Reiniging
Behuizing....................................................... 15
Longlife-Plus actieve-koolfilter ................... 17
Metalen vetfilter ............................................ 16
Reinigingsinterval actieve-koolfilter
..................................................................... 10
Reserveonderdelen ......................................... 19
S
Service & Support............................................ 23
Storingen zelf verhelpen................................. 18
Symbolen.............................................................. 4
T
Technische gegevens ..................................... 20
Technische vragen .......................................... 23
Toebehoren....................................................... 19
Toestel afvoeren............................................... 21
Toestel in-/uitschakelen.................................. 10
Toestelconfiguratie ............................................. 9
Type....................................................................... 2
Typeplaatje........................................................ 19
U
Uitrusting .............................................................. 8
V
Veegbescherming............................................ 12
Veiligheidsaanwijzingen
Algemene .........................................................4
Veiligheidsinstructies
Reglementair gebruik.....................................6
Vóór de eerste inbedrijfstelling ....................6
Veiligheidsvoorschriften
Aanwijzingen bij gebruik ...............................6
Installatie van het toestel...............................6
Over het gebruik .............................................6
Toestelspecifieke ............................................5
Ventilatorstand selecteren.............................. 10
Verlichting.......................................................... 11
Verzadigingsindicator...................................... 12
Verzorging en onderhoud .............................. 15
22
10 Service & Support
10 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Verwijder het metalen vetfilter.
Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
Een tweede typeplaatje bevindt zich bij de levering en moet ter identificatie van het
toestel worden bewaard.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
23
Korte handleiding
Toetsen
Toestel in-/uitschakelen
Ventilatorstand 1–3 selecteren;
ventilatorstand Intensief activeren
Verlichting in-/uitschakelen;
kleurtemperatuur instellen
Nalooptijd activeren
Indicaties
Veegbescherming
Nalooptijd
Ventilatorstand 1
Ventilatorstand 2
Ventilatorstand 3
Ventilatorstand Intensief (knipperend)
Verzadigingsindicator vetfilter
Verzadigingsindicator actieve-koolfilter (alleen bij luchtcirculatie)
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
1075513-R01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

V-ZUG 62029 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor