V-ZUG 31094 Handleiding

Type
Handleiding
Bedieningshandleiding
GKD46TIMASZO | Fusion
Inductiekookveld met geïntegreerde dampafzuiger
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste cijfers op het typeplaatje. Deze handlei-
ding geldt voor:
Modelnaam Modelnummer Type
Fusion 31094 GKD46TIMASZO
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2020
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 4
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 4
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 5
1.4 Aanwijzingen bij gebruik ...................................... 6
2 Eerste ingebruikneming 9
3 Beschrijving van het toestel 9
3.1 Toesteloverzicht ..................................................... 9
3.2 Bedienings- en display-elementen ..................... 9
3.3 Werking van inductiekookvelden......................10
3.4 Flexibel koken ......................................................10
3.5 Panherkenning .....................................................10
3.6 Kookgerei..............................................................10
3.7 Dampafzuiger .......................................................12
4 Bediening algemeen 13
5 Bediening kookveld 13
5.1 Toestel inschakelen.............................................13
5.2 Vermogensniveau van een kookzone instellen ...
14
5.3 Overzicht vermogensniveau ..............................14
5.4 Kookzone uitschakelen ......................................14
5.5 Restwarmte-indicatie ...........................................15
5.6 Powermanagement .............................................15
5.7 PowerPlus .............................................................15
5.8 Inschakeltijdsduur................................................16
5.9 Kookfuncties .........................................................17
5.10 Comfort-koken......................................................18
5.11 Timer ......................................................................20
5.12 Kookpauze ............................................................21
5.13 Veegbescherming ...............................................22
5.14 Recall-functie ........................................................22
5.15 Demomodus .........................................................22
6 Bediening dampafzuiger 23
6.1 Dampafzuiger handmatig inschakelen ............23
6.2 Vermogensniveau «P» ........................................23
6.3 Dampafzuiger uitschakelen ...............................23
6.4 OptiLink...................................................................23
6.5 CleanAir ..................................................................24
6.6 Nalooptijd ...............................................................25
6.7 Filter.........................................................................25
7 Persoonlijke instellingen 26
7.1 Kinderbeveiliging ..................................................26
7.2 Talen........................................................................27
7.3 Helderheid..............................................................27
7.4 Volume....................................................................27
7.5 Toetsgeluid ............................................................28
7.6 Ventilatie .................................................................28
7.7 Fabrieksinstelling ..................................................28
8 Verzorging en onderhoud 29
8.1 Glaskeramische oppervlakken...........................29
8.2 Dampafzuiger ........................................................30
9 Storingen verhelpen 33
10 Toebehoren en reserveonderdelen 36
11 Technische gegevens 36
11.1 Kookveld.................................................................36
11.2 Dampafzuiger ........................................................37
12 Afvoer 38
13 Trefwoordenlijst 39
14 Notities 41
15 Service & Support 43
4
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
service of een gelijk gekwalifi-
ceerd persoon worden ver-
vangen om gevaarlijke situa-
ties te voorkomen.
1 Veiligheidsvoorschriften
5
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING: Er mogen
in geen geval hete (steel)pan-
nen of ketels op het display
worden gezet.
WAARSCHUWING: Vertoont
het oppervlak doorgaande
scheuren, dan moet het toe-
stel uitgeschakeld en van het
stroomnet losgekoppeld wor-
den om een mogelijke elektri-
sche schok te voorkomen.
Kinderen onder de 8 jaar mo-
gen het toestel niet gebrui-
ken, tenzij ze de gehele tijd
onder toezicht staan.
WAARSCHUWING: tijdens het
gebruik worden het toestel en
de toegankelijke delen heet.
Gebruik nooit een stoomreini-
ger.
Voorwerpen van metaal, zoals
messen, vorken, lepels, dek-
sels of aluminiumfolie, dienen
niet op het kookveld gelegd
te worden, omdat zij heet
kunnen worden.
Na het gebruik dient de kook-
plaat met de regel- en/of be-
sturingsinrichtingen en niet al-
leen door de panherkenning
te worden uitgeschakeld.
WAARSCHUWING: Koken op
het kookveld met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brand
veroorzaken, wanneer er
geen toezicht op wordt ge-
houden. NOOIT proberen een
brand met water te blussen.
Schakelt het toestel uit. Pro-
beer de vlammen met een
deksel of een blusdeken af te
dekken.
WAARSCHUWING: Leg van-
wege het brandgevaar nooit
voorwerpen op het kookveld.
WAARSCHUWING: Het kook-
proces moet continu worden
geobserveerd. Een korter
kookproces moet gedurende
de gehele tijd ononderbroken
in de gaten worden gehou-
den.
Het toestel mag niet worden
gebruikt met een externe tijd-
schakelklok of een separaat
op afstand aansturend sys-
teem.
Voor een toereikende ventila-
tie van de ruimte zorgen als
de dampafzuiger samen met
toestellen wordt gebruikt die
gas of andere brandstoffen
verbranden.
Bij de afvoer van de afzuig-
lucht dienen de officiële voor-
schriften in acht genomen te
worden.
1 Veiligheidsvoorschriften
6
De afzuiglucht mag niet via
een schoorsteen worden ge-
leid die wordt gebruikt voor
rookgassen van toestellen die
gas of andere brandstoffen
verbranden.
1.4 Aanwijzingen bij gebruik
Vóór de eerste inbedrijfstelling
Het toestel mag uitsluitend volgens de
aparte installatiehandleiding ingebouwd
en op het stroomnet aangesloten wor-
den. De benodigde werkzaamheden
door een erkende installateur/elektri-
cien laten uitvoeren.
Reglementair gebruik
Het toestel is bedoeld voor het berei-
den van gerechten in huishoudelijke
omgevingen. Bij gebruik voor andere
doeleinden of een verkeerde bediening
kunnen wij niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade.
Het toestel is bedoeld voor het afzuigen
van damp boven een huishoudelijke
kookplek.
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan stroomgeleidende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, diens
klantendienst of een vergelijkbaar ge-
kwalificeerde persoon worden uitge-
voerd. Ondeskundige reparaties kunnen
ernstige ongevallen, schade aan het
toestel en de inrichting alsmede storin-
gen tot gevolg hebben. Bij een storing
aan het toestel of in geval van een re-
paratieopdracht de aanwijzingen in het
hoofdstuk 'Reparatieservice' in acht ne-
men. Indien nodig contact opnemen
met onze klantenservice.
Uitsluitend originele reserveonderdelen
gebruiken.
De gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewa-
ren, zodat deze te allen tijde geraad-
pleegd kan worden. De gebruiksaanwij-
zing en de installatiehandleiding samen
met het toestel overhandigen als u het
toestel verkoopt of aan derden over-
draagt.
Het toestel voldoet aan de erkende re-
gels van de techniek en aan de gelden-
de veiligheidsvoorschriften. Om schade
en ongelukken te vermijden, is een cor-
recte omgang met het toestel echter
een absolute voorwaarde. Daarom die-
nen de aanwijzingen in deze gebruiks-
aanwijzing in acht genomen te worden.
Het verhitte oppervlak blijft ook na het
uitschakelen nog gedurende langere
tijd heet en koelt slechts langzaam tot
kamertemperatuur af. Wacht lang ge-
noeg voordat u bijvoorbeeld begint met
reinigen.
Bij kinderen in het huishouden
Delen van de verpakking, zoals folie en
piepschuim, kunnen voor kinderen ge-
vaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Delen
van de verpakking buiten het bereik van
kinderen houden.
Het toestel is bestemd voor gebruik
door volwassenen, die kennis hebben
genomen van de inhoud van deze ge-
bruiksaanwijzing. Kinderen herkennen
de gevaren die door de omgang met
elektrische apparaten ontstaan vaak
niet. Voor toezicht zorgen en kinderen
niet met het toestel laten spelen - ge-
vaar voor letsel aan de kinderen.
Voorzichtig: gevaar voor verbranding
Oververhitte vetten en oliën kunnen ge-
makkelijk vlam vatten. Brandende olie
of brandend vet niet proberen met wa-
ter te blussen. Explosiegevaar! Een
brand met een blusdeken blussen en
deuren en ramen gesloten houden.
Aanraakbare oppervlakken van de
kookplaat kunnen bij gebruik van kook-
gerei zeer heet worden.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
Voorzichtig: gevaar voor letsel
Het gebruik van ongeschikte bescherm-
roosters kan ongelukken veroorzaken.
Huisdieren buiten het bereik van het
toestel houden.
Voorzichtig: levensgevaar
Delen van de verpakking, zoals folie en
piepschuim, kunnen voor kinderen ge-
vaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Delen
van de verpakking buiten het bereik van
kinderen houden.
Schade aan het toestel voorkomen
Geen hete kook- of steelpannen op het
display plaatsen!
De kookplaat bij oververhitting uitscha-
kelen en volledig laten afkoelen. Geen
kookgerei op de kookplaat plaatsen. In
geen geval met koud water laten schrik-
ken.
Niet op het toestel gaan staan.
Geen heet kookgerei op de silicone
voegen plaatsen om schade aan de sili-
cone voegen te vermijden.
Snijwerkzaamheden en voorbereidende
werkzaamheden op het oppervlak ver-
mijden en geen harde voorwerpen op
het oppervlak laten vallen. Het kookge-
rei niet over het oppervlak trekken.
Geen suikerhoudende voedingsmidde-
len of sap op de hete kookzones te-
recht laten komen. Het oppervlak kan
daardoor beschadigd raken. Als toch
suikerhoudende voedingsmiddelen of
sap op hete kookzones terechtkomen,
moeten deze onmiddellijk met een
schraper voor glaskeramische opper-
vlakken worden verwijderd (terwijl deze
nog heet zijn).
Pannen met een bodem van zuiver ko-
per of aluminium mogen niet worden
gebruikt, aangezien deze pannen spo-
ren achterlaten die moeilijk te verwijde-
ren zijn. Als de sporen niet direct na het
koken met een geschikt schoonmaak-
middel worden verwijderd, kunnen deze
blijvend inbranden en de optische in-
druk sterk nadelig beïnvloeden.
Als pannen en kookgerei op de glaske-
ramische plaat heen en weer worden
geschoven, ontstaan krassen. U kunt dit
grotendeels vermijden door de pannen
en het kookgerei bij het verplaatsen op
te tillen.
Het kookveld is een gebruiksvoorwerp:
gebruikssporen zoals krassen of zicht-
bare slijtage van pannen of kookgerei
zijn normaal. Bij intensief gebruik zijn de
gebruikssporen dienovereenkomstig
sterker. Het toestel functioneert correct
en geeft geen recht tot reclamatie. De
veiligheid is te allen tijde gegarandeerd.
Absoluut krasvast glas bestaat niet,
zelfs bij saffierglas dat bij horloges
wordt gebruikt, kunnen krassen ont-
staan. De gebruikte glaskeramische
plaat voldoet aan de beste verkrijgbare
kwaliteit.
Over het gebruik
Tests hebben aangetoond dat er voor
dragers van pacemakers onder norma-
le omstandigheden geen risico's be-
staan. Wanneer u als drager van een
pacemaker (of van een gehoorapparaat
of een ander implantaat) absoluut zeker
wilt zijn dat de omgang met het toestel
voor u geen problemen oplevert, dient
u zich hierover door een daarvoor be-
voegde deskundige medische organisa-
tie uitvoerig te laten informeren.
Als het toestel zichtbare beschadigin-
gen vertoont, mag het toestel niet in ge-
bruik worden genomen en dient u con-
tact met onze klantenservice op te ne-
men.
Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden losgekoppeld.
Als de aansluitkabel van het toestel is
beschadigd, moet deze door de klan-
tenservice worden vervangen om ge-
vaar te vermijden.
Voorzichtig: Toegankelijke onderdelen
kunnen bij het gebruik met kooktoestel-
len heet worden.
1 Veiligheidsvoorschriften
8
Naast de dampafzuiger mag niet wor-
den geflambeerd.
Bij het frituren op de kookplek dient het
toestel voortdurend in de gaten gehou-
den te worden. De in de friteuse ge-
bruikte olie kan bij oververhitting ont-
vlammen en een brand veroorzaken.
Daarom moet de olietemperatuur ge-
controleerd en onder het ontstekings-
punt gehouden worden. Ervoor zorgen
dat schone olie gebruikt wordt; vervuil-
de olie ontvlamt gemakkelijker.
De kookzones van de kookplek mogen
alleen worden gebruikt met geplaatst
en gevuld kookgerei. Zo kunnen het
toestel en de keukenmeubels niet be-
schadigd raken door overmatige hitte.
Tijdens gebruik van de afzuigventilator
moet een toereikende toevoer van ver-
se lucht gewaarborgd zijn om een sto-
rende onderdruk in de keukenruimte te
vermijden en een optimale luchtafvoer
mogelijk te maken.
Dwars stromende tocht, die de damp
over de kookplek kan wegblazen, ver-
mijden.
Bij gelijktijdig gebruik van andere toe-
stellen die op gas of op andere brand-
stoffen werken, moet een toereikende
toevoer van verse lucht gewaarborgd
zijn. Geldt niet voor luchtcirculatietoe-
stellen.
Bij gelijktijdig gebruik van vuurhaarden
(zoals hout-, gas-, olie- of kolengestook-
te toestellen) is een veilig gebruik alleen
mogelijk als de onderdruk in de ruimte
van 4 Pa (0,04 mbar) niet wordt over-
schreden. Gevaar voor vergiftiging! Er
moet een toereikende toevoer van ver-
se lucht gewaarborgd zijn, bijv. door
openingen in deuren of ramen die niet
gesloten kunnen worden in combinatie
met luchttoevoer- en luchtafvoerkasten
in de muur of door andere technische
maatregelen.
Tijdens de uitvoering van onderhouds-
werkzaamheden aan het toestel, ook tij-
dens het vervangen van lampen, dient
het toestel stroomloos geschakeld te
worden: de zekeringen uit de fittingen
verwijderen c.q. automatische zekerin-
gen uitschakelen of de stekker uit het
stopcontact trekken.
Tijdens de uitvoering van reinigings-
werkzaamheden erop letten dat geen
water het toestel kan binnendringen.
Een ietwat vochtige doek gebruiken.
Het toestel nooit van binnen of van bui-
ten afspuiten met water. Binnendrin-
gend water kan schade veroorzaken.
De reinigingsintervallen (zie pagina
30) moeten worden aangehouden. Als
deze aanwijzing niet in acht wordt geno-
men, bestaat brandgevaar als gevolg
van een te grote hoeveelheid vet in de
metalen vetfilters.
Er is sprake van brandgevaar als de rei-
niging niet volgens de instructies wordt
uitgevoerd.
2 Eerste ingebruikneming
Het toestel mag uitsluitend volgens de aparte installatiehandleiding worden ge-
monteerd en op de netstroom worden aangesloten. Laat de benodigde werkzaam-
heden uitvoeren door een erkende installateur/elektricien.
Tijdens de eerste bedrijfsuren van een kookzone kunnen onaangename geuren
ontstaan. Dit is normaal bij fabrieksnieuwe toestellen. Let op een goede ventilatie
van de ruimte.
3 Beschrijving van het toestel
3.1 Toesteloverzicht
1 Kookzone ø210mm (linksachter)
PowerPlus-vermogen: 3500W
1 Kookzone ø210mm (rechtsachter)
PowerPlus-vermogen: 3700W
2 Kookzones ø180mm (voor)
PowerPlus-vermogen: 3000W
Dampafzuiger midden met filtercassette
3.2 Bedienings- en display-elementen
1
AAN/UIT-toets
431 2
2
CleanAir actief
3
Display
4
Naloop dampafzuiger actief
Display
1
Vermogensniveau van de kookzone
4 5 6 7
1
3
2
2
Dampafzuiger-bedrijfsmodus
3
OptiLink-bedrijfsmodus
4
Veegbescherming
5
Kookpauze
6
Timer
7
Instellingen
9
3 Beschrijving van het toestel
3.3 Werking van inductiekookvelden
Inductiekookvelden werken op een volledig andere manier dan conventionele kookvel-
den of kookplaten. De onder de glaskeramische plaat liggende inductiespoel wekt een
snel wisselend magnetisch veld op, dat de magnetiseerbare bodem van het kookgerei
direct verhit.
De glaskeramische plaat wordt alleen door het warme kookgerei opgewarmd. Als het
kookgerei van de kookzone wordt gehaald, wordt de vermogenstoevoer meteen onder-
broken.
Inductiekookvelden zijn:
zeer reactief energie-efficiënt
fijn instelbaar veilig
krachtig
Voorwaarde voor het werken met een inductiekookveld is het gebruik van kookge-
rei met een over het gehele vlak of volledig magnetiseerbare bodem.
3.4 Flexibel koken
Bij het flexibel koken zijn er geen afgetekende kookzones.
Pannen met verschillende diameter kunnen op elke zone worden geplaatst. Voor de pan-
herkenning moet echter volledig bedekt zijn.
Voor een gelijkmatig resultaat bij het braden moet de pan gecentreerd op wor-
den gezet. De doorsnede van de bodem van de pan zou niet groter moeten zijn
dan de doorsnede van de kookzone.
3.5 Panherkenning
Iedere kookzone is voorzien van panherkenning. Deze herkent voor inductie geschikt
kookgerei met een magnetiseerbare bodem.
Als het kookgerei tijdens gebruik verwijderd wordt of als ongeschikt kookgerei ge-
bruikt wordt,
knippert het gekozen vermogensniveau afwisselend met .
Als tijdens de duur van de panherkenning van 10 minuten geen geschikt kookgerei
op de kookzone wordt geplaatst,
wordt de kookzone uitgeschakeld.
schakelt het display over van naar «0».
wordt het toestel na 10 seconden uitgeschakeld als geen andere kookzone inge-
schakeld is.
3.6 Kookgerei
Geschikt kookgerei
Uitsluitend kookgerei met een magnetiseerbare bodem (ø10 cm tot 22 cm) is geschikt
voor het koken op een inductiekookveld.
Dit kan op de volgende manieren worden gecontroleerd:
Een magneet blijft aan ieder punt van de bodem van het kookgerei vastzitten.
Bij het kookveld brandt alleen het ingestelde vermogensniveau.
Verhit geen ongeschikt kookgerei met behulp van hulpmiddelen zoals metalen
schijven e.d. Dit kan het kookveld beschadigen.
10
3 Beschrijving van het toestel
Sandwichbodem
Capsulebodem
Materiaal bestaande
uit meerdere lagen
Ingeperste bodem
Gietijzer
Geëmailleerd gietij-
zer
Geëmailleerd staal
Legenda:
Warmteverdeling Staal
Reactiesnelheid Aluminium
Geluidsproductie Emaille
Verzorging Goed
Gewicht Bevredigend
Ongunstig
Algemene aanwijzingen betreffende het kookgerei
Er moet op gelet worden dat de bo-
dem van het kookgerei indien moge-
lijk even groot is als het kookgerei.
Wij raden het gebruik van kookgerei
met een ingeperste bodem af, omdat
dit type niet op alle inductiekookvel-
den werkt.
Enkele inductiekookvelden beschik-
ken over de functies smelten, warm
houden of sudderen. Voor het gebruik
van deze functies raden wij aan kook-
gerei zonder uitsparing in de bodem
te gebruiken.
11
3 Beschrijving van het toestel
Slechte contactplekken aan de grepen en holle grepen kunnen voor harde fluittonen
zorgen.
Tijdens het gebruik daalt de hechtcapaciteit van het kookgerei. Daardoor kan het
kookgerei makkelijker verschuiven.
De dikke wanden van de pan dempen de trilling en verminderen de geluidsproductie.
Panpositie
Pannen op het kookveld dusdanig positi-
oneren dat de stoom niet via de grepen
in de dampafzuiger gezogen wordt.
Energiebesparend koken
Neem voor een zo efficiënt mogelijke energieopname en gelijkmatige warmteverdeling
het volgende in acht:
De bodem van het kookgerei moet schoon, droog en niet ruw zijn.
Plaats het kookgerei midden op de kookzone.
Gebruik een goed sluitende deksel.
Pas de diameter van het kookgerei aan het vulgewicht aan.
Gecoat kookgerei
Gebruik voor het braden maximaal vermogensniveau «7».
Gecoat kookgerei mag alleen boven niveau «7» worden gebruikt, als de bodem ge-
heel met vloeistof is bedekt.
De coating kan anders oververhit en beschadigd raken.
Gecoate braadpannen nooit met automatische opkookfunctie en PowerPlus ge-
bruiken.
Geluiden tijdens het bedrijf
Het kookgerei kan tijdens het bedrijf geluiden voortbrengen. Dat duidt niet op een sto-
ring. De werking van het toestel wordt op geen enkele wijze nadelig beïnvloed.
De geluiden zijn afhankelijk van het gebruikte kookgerei. Bij sterk lawaai is het wel-
licht beter om van kookgerei te wisselen.
3.7 Dampafzuiger
De dampafzuiger is bedoeld om damp af te zuigen, dat tijdens het kookproces ontstaat
en kan in de bedrijfsmodus luchtafvoer of luchtcirculatie gebruikt worden.
Luchtafvoermodus
De dampen die tijdens het koken ontstaan, worden door een ventilator afgezogen. De af-
gezogen lucht wordt door het metalen vetfilter gereinigd en daarna via een aansluitstuk
met geïntegreerde stuwklep en luchtafvoerleiding naar buiten geleid.
12
4 Bediening algemeen
Tijdens gebruik moet worden geborgd dat er voldoende verse lucht wordt aange-
voerd. Voor de luchtafvoer is luchttoevoer nodig.
Luchtcirculatiemodus met actieve-koolfilter
De dampen die tijdens het koken ontstaan, worden door een ventilator afgezogen. Door
het metalen vetfilter en het actieve-koolfilter wordt de lucht in hoge mate van vetdeeltjes
en geurtjes bevrijd en vervolgens weer naar de ruimte teruggeleid.
Als het toestel niet met actieve-koolstoffilters uitgerust is, moeten deze worden be-
steld en vóór de inbedrijfstelling van het toestel worden aangebracht.
4 Bediening algemeen
Overzicht van de verschillende menu's, functies en opties van het kookveld:
Menu Inhoud Selectie Menu-activering
Specifiek menu
voor kookzones
Functies en opties die
op een individuele
kookzone gebruikt
kunnen worden.
Inschakeltijdsduur
Temperatuurfuncties
Automatische func-
ties
Betreffende kook-
zone gedurende 1
seconde ingedrukt
houden of 2× aan-
tippen
Menu van de
dampafzuiger
Functies en opties van
de dampafzuiger.
OptiLink
Nalooptijd
CleanAir
Filteropties
of gedurende
1 seconde inge-
drukt houden of
2× aantippen
Gebruikersmenu Functies en opties
die het gehele toestel
betreffen.
Kinderbeveiliging
Taal
Helderheid
Volume
Toetsgeluid
Ventilatie-instellingen
Fabrieksinstelling
aantippen
5 Bediening kookveld
5.1 Toestel inschakelen
Toets 1seconde ingedrukt houden.
Er klinkt een geluidssignaal en op het display verschijnt
een melding.
Bevestig met .
Geen heet kookgerei
op de display zetten
Na 2 seconden verdwijnt de melding automatisch.
13
5 Bediening kookveld
5.2 Vermogensniveau van een kookzone instellen
Gewenste kookzone aantippen.
De gekozen kookzone wordt gemarkeerd en de slider
verschijnt.
Tip de slider «0–P» aan of maak er een glijdende bewe-
ging overheen om het vermogensniveau in te stellen.
De gewenste instelling kan worden geselecteerd zo-
lang de kookzone en de slider worden weergegeven.
Zodra de slider wordt losgelaten, wordt het geselec-
teerde vermogen overgenomen.
Kort na de laatste invoer wordt de slider verborgen.
5.3 Overzicht vermogensniveau
Vermogensniveau Gaarproces Praktische toepassing
Smelten Boter, chocolade
1
Voorzichtig verwarmen Gelatine, sauzen
2
Sudderen Eieren pocheren
3
Wellen Rijst
4
Doorkoken, inkoken, stoven Groente, aardappels, sauzen, fruit, vis
5
6
Doorkoken, smoren Deegwaren, soepen, smoorvlees
7
Behoedzaam braden Rösti, omeletten, gepaneerde
gerechten, braadworsten
8
Braden, frituren Vlees, patates frites
9
Sterk braden Steaks
P «PowerPlus»
Snel verhitten Water aan de kook brengen
5.4 Kookzone uitschakelen
Gewenste kookzone aantippen.
De gekozen kookzone wordt weergegeven en de slider
verschijnt.
Tip de slider «0» aan.
Als verder niets wordt ingevoerd en de andere kookzo-
nes uitgeschakeld zijn, wordt het toestel na 10secon-
den uitgeschakeld.
14
5 Bediening kookveld
5.5 Restwarmte-indicatie
Zolang er sprake is van gevaar voor verbrandingen, brandt
in de positie van de betreffende kookzone.
5.6 Powermanagement
Beide kookzones van een groep (A of B)
kunnen niet gelijktijdig gebruikmaken van
hoog vermogen.
Wordt bijv. PowerPlus bij beide kookzo-
nes van een groep geactiveerd, dan
wordt het vermogen van de als eerste in-
gestelde kookzone conform de volgende
tabel gereduceerd.
A
B
A2
B1
A1
B2
Nieuw ingestelde
kookzone
Restvermogen van de resterende kookzone van dezelfde groep
A1 A2 B1 B2
PowerPlus
7 5 7 5
9
8 8 9 9
8
9 9 9 9
7
9 P 9 P
6
9 P 9 P
5
P P P P
Kookautomaat
6 4 6 6
Als het vermogensniveau hoger dan de hierboven weergegeven waarden wordt in-
gesteld, wordt PowerPlus uitgeschakeld.
5.7 PowerPlus
Alle kookzones zijn voorzien van het krachtige PowerPlus.
Als PowerPlus erbij is ingeschakeld, werkt de gekozen kookzone gedurende 10 minuten
met een extra hoog vermogen. Met PowerPlus kan bv. een grote hoeveelheid water snel
worden verhit.
15
5 Bediening kookveld
5.8 Inschakeltijdsduur
Houd het kookgerecht tijdens de inschakeltijdsduur in de gaten. Gevaar voor over-
koken, aanbranden en ontbranden!
De inschakeltijdsduur maakt het mogelijk dat een kookzone na een ingestelde tijdsduur
(1 minuut tot 1 uur en 59 minuten) automatisch uitgeschakeld wordt.
Inschakeltijdsduur instellen
Actieve kookzone 1 seconde ingedrukt houden of 2× aan-
tippen.
Menupunt «inschakeltijdsduur» met of selecteren.
Werkingsduur
Geselecteerde waarde met verhogen of met vermin-
deren.
In het instelbereik hieronder met en tussen uren en mi-
nuten wisselen.
Tip de toets aan.
De inschakeltijdsduur wordt op «0h00» gezet.
Invoer met bevestigen of met verder bladeren.
Werkingsduur
Toets aantippen om het menu te verlaten en de instelling te annuleren.
In het display wordt de inschakeltijdsduur onder de
kookzone weergegeven.
1h 30
Inschakeltijdsduur wijzigen
Kookzone met inschakeltijdsduur 1 seconde ingedrukt
houden of 2× aantippen.
Geselecteerde waarde met verhogen of met vermin-
deren.
In het instelbereik hieronder met en tussen de plekken
wisselen.
Invoer met bevestigen.
Werkingsduur
In het display wordt de gewijzigde inschakeltijdsduur
onder de kookzone weergegeven.
30min
16
5 Bediening kookveld
Inschakeltijdsduur voortijdig beëindigen
Kookzone met een actieve inschakeltijdsduur 1 seconde
ingedrukt houden of 2× aantippen.
Tip de toets aan.
De inschakeltijdsduur wordt op «0h00» teruggezet.
Invoer met bevestigen.
Werkingsduur
Inschakeltijdsduur afgelopen
Na afloop van de inschakeltijdsduur
wordt de toegewezen kookzone uitgeschakeld.
klinkt er een geluidssignaal.
knippert «00s» onder de kookzone.
Geluidssignaal en display door aantippen van de kookzo-
ne uitschakelen.
00s
5.9 Kookfuncties
Smelten Met de smeltfunctie kan bijv. boter, chocola of honing op ca.
42°C behoedzaam worden gesmolten.
Warmhouden Het warmhoudniveau houdt gegaarde gerechten bij ca. 65°C
warm.
Sudderen Met de sudderfunctie kunnen bijv. worsten, knoedels of gevulde
deegwaren onder het kookpunt gaar sudderen.
Kookfunctie inschakelen
Kookzone 1 seconde ingedrukt houden of 2× aantippen.
Menupunt «Kookfuncties» met of selecteren.
Keuze aantippen en met bevestigen.
Kookfuncties
Sudderen
Kookfunctie voortijdig beëindigen
Kookzone aantippen.
Tip de slider «0» aan.
Als verder niets wordt ingevoerd en de andere kookzo-
nes uitgeschakeld zijn, wordt het toestel na 10secon-
den uitgeschakeld.
17
5 Bediening kookveld
5.10 Comfort-koken
Houd het gerecht tijdens de tijdsduur van de automatische comfortfunctie in de
gaten. Gevaar voor overkoken, aanbranden en ontbranden!
De volgende functies zijn beschikbaar:
Kookautomaat Het kookveld herkent het kookpunt en schakelt au-
tomatisch over op het doorkookniveau.
Temperatuurautomaat Het kookveld controleert de temperatuur van de
panbodem en houdt deze constant.
Automatische opkookfunctie Een kookzone werkt gedurende een bepaalde tijds-
duur met vermogensniveau 9. Na deze tijdsduur
wordt er automatisch teruggeschakeld op het van
tevoren ingestelde vermogen.
Kookautomaat
Voor een correcte herkenning van het kookpunt mag uitsluitend koud water zonder
zout of kruiden gebruikt worden. Het verdient aanbeveling een deksel te gebrui-
ken. De kookautomaat mag alleen op een uitgeschakelde kookzone worden ge-
start. De kookpan mag tijdens de opwarmfase niet verschoven worden.
Minimale en maximale waterhoeveelheid per kookzone:
Diameter kookzone Minimale waterhoeveelheid Maximum waterhoeveelheid
180mm 0,2l 3l
210mm 0,4l 4l
Kookautomaat selecteren en starten
Kookgerei met water op de gewenste kookzone plaatsen.
Kookzone 1seconde ingedrukt houden.
Menupunt «Comfort-koken» met of selecteren.
Tip de toets aan.
Kookautomaat wordt gestart.
Bij een bereikt kookpunt klinkt een signaal.
Comfort koken
KookAutomaat
Aanpassing van het vermogen met slider mogelijk.
Bij gebruik van «0» wordt de functie beëindigd.
18
5 Bediening kookveld
Temperatuurautomaat
Voor deze functie moet de kookzone met kookgerei in de bedrijf zijn.
Kookzone 1seconde ingedrukt houden.
Menupunt «Comfort-koken» met of selecteren.
Tip de toets aan.
Temperatuurautomaat wordt gestart.
Bij een succesvolle temperatuurdetectie klinkt een drie-
voudig signaal.
Comfort koken
TemperatuurAutomaat
Aanpassing van het vermogen met slider mogelijk.
Bij gebruik van «0» wordt de functie beëindigd.
Comfortfunctie uitschakelen
Kookzone aantippen.
Tip de slider «0» aan.
Als alternatief kan in het menu «Comfort-koken» de
comfortfunctie met uitgeschakeld worden.
Automatische opkookfunctie
Met de automatische opkookfunctie werkt een kookzone tijdens een bepaalde tijdsduur
(zie tabel) op het hoogste doorkookniveau. Na deze tijdsduur wordt er automatisch te-
ruggeschakeld op het van tevoren ingestelde vermogen.
Vermogensniveau/functie 1 2 3 4 5 6 7 8
Opkookduur in min:s
0:40 1:15 2:00 3:00 4:15 7:15 2:00 2:15
Wordt tijdens de automatische opkookfunctie een hoger vermogensniveau gese-
lecteerd, dan wordt automatisch de nieuwe duur geldig. Als een lager vermogens-
niveau wordt gekozen, schakelt de automatische opkookfunctie uit.
Automatische opkookfunctie selecteren en starten
Bij het activeren van de automatische opkookfunctie moet een doorkookniveau van 1-8
gekozen worden.
Kookzone 1 seconde ingedrukt houden of 2× aantippen.
Menupunt «Comfort-koken» met of selecteren.
Tip de toets aan.
Comfort koken
Automatische snelle start
19
5 Bediening kookveld
Gewenst doorkookniveau door aantippen van het cijfer se-
lecteren.
Invoer met bevestigen.
Automatische snelle start
Doorkookstand 7
Automatische opkookfunctie voortijdig uitschakelen
Schakel de kookzone uit.
Om weer verder te gaan zonder automatische opkookfunctie, de kookzone selecteren
en een vermogensniveau instellen.
5.11 Timer
De timer werkt als een eierwekker (1 minuut tot 99 uur en 59 minuten).
Deze kan altijd en onafhankelijk van alle andere functies worden gebruikt.
Timer instellen
Tip de toets aan.
Geselecteerde waarde met verhogen of met vermin-
deren.
Tussen uren en minuten met en wisselen.
aantippen, de timer wordt op «00h00» gezet.
Invoer met bevestigen.
Timer
Toets aantippen om het menu te verlaten en de instelling te annuleren.
In het display wordt de aflopende tijd van de timer naast
weergegeven.
2h 15
Resterende tijd timer wijzigen
of het cijfer van de timer aantippen.
Geselecteerde waarde met verhogen of met vermin-
deren.
Tussen uren en minuten met en wisselen.
Invoer met bevestigen.
Timer
20
5 Bediening kookveld
Timer voortijdig uitschakelen
of het cijfer van de timer aantippen.
Tip de toets aan.
De timer wordt op «00h00» gezet.
Invoer met bevestigen.
Timer
Timer afgelopen
Na afloop van de timer.
klinkt er een geluidssignaal.
knippert .
knippert «00s».
Geluidssignaal en display door aantippen van «00s» of
uitschakelen.
00s
5.12 Kookpauze
Met deze functie kunnen alle ingeschakelde kookzones gedurende maximaal 10 minuten
op vermogensniveau «0» worden geschakeld. Het gebruik kan na een kookpauze met
de voorafgaande instellingen worden voortgezet.
Temperatuurautomaat en kookautomaat worden door de kookpauze uitgescha-
keld.
Kookpauze inschakelen
Tip de toets aan.
Alle ingeschakelde kookzones schakelen op vermo-
gensniveau «0».
Inschakeltijdsduren worden gepauzeerd.
Timer loopt verder.
Indien ingeschakeld, worden temperatuurautomaat en
kookautomaat uitgeschakeld.
Pauze actief
9‘40
De pauze kan maximaal 10 minuten duren. Wordt de pauze binnen deze tijd niet
beëindigd, dan gaat het toestel helemaal uit.
Kookpauze uitschakelen
Tip de toets aan.
Alle kookzones schakelen weer terug naar de vooraf-
gaande instelling.
Inschakelduren lopen weer door.
Automatische functies kunnen niet opnieuw ingesteld
worden.
Pauze actief
9‘40
21
5 Bediening kookveld
5.13 Veegbescherming
Deze functie voorkomt het onopzettelijk wijzigen van het vermogensniveau wanneer bijv.
met een doek over het bedieningsveld wordt geveegd.
Veegbescherming inschakelen
Tip de toets aan.
De veegbescherming is slechts gedurende 20 secon-
den geactiveerd of tot deze wordt opgeheven.
Veegbeveiliging geactiveerd
19s
Veegbescherming voortijdig uitschakelen
Tijdens de eerste 3 seconden kan de veegbescherming afgebroken worden. Daarna ver-
dwijnt .
Tip de toets aan.
De veegbescherming is opgeheven en de bediening
weer mogelijk.
Veegbeveiliging geactiveerd
19s
Door de toets aan te tippen kan het toestel op elk moment uitgeschakeld wor-
den.
5.14 Recall-functie
Bij het onbedoeld uitschakelen van het kookveld kan dit binnen 5 seconden met de vori-
ge instellingen opnieuw ingesteld worden.
De toets 1seconde ingedrukt houden.
aantippen om de laatste instellingen opnieuw in te
stellen.
aantippen om de functie te annuleren.
Laatste instellingen
herstellen?
Temperatuurautomaat en kookautomaat kunnen niet opnieuw ingsteld worden.
5.15 Demomodus
Met deze instelling kan de speciaalzaak het toestel in een demonstratiemodus zetten.
Deze instelling maakt het mogelijk om functies weer te geven zonder het toestel aan te
zetten. Deze instelling wordt niet aanbevolen voor particulier gebruik.
De demo-modus kan alleen door een servicemonteur worden uitgeschakeld.
22
6 Bediening dampafzuiger
6 Bediening dampafzuiger
6.1 Dampafzuiger handmatig inschakelen
Tip de toets aan.
De slider wordt weergegeven.
Tip de slider «0–P» aan of maak er een glijdende bewe-
ging overheen om het vermogensniveau in te stellen.
De gewenste instelling kan worden geselecteerd zo-
lang het display knippert.
Bij het loslaten van de slider wordt de instelling overge-
nomen.
Kort na de laatste invoer wordt de slider verborgen.
6.2 Vermogensniveau «P»
Het vermogensniveau «P» is het sterkste niveau van de dampafzuiger. De dampafzuiger
schakelt het vermogen automatisch na 6 minuten terug om naar een lager niveau. Na 30
seconden zonder invoer stel de dampafzuiger het vermogensniveau «P» opnieuw in.
6.3 Dampafzuiger uitschakelen
Dampafzuiger aantippen.
Het vermogensniveau wordt weergegeven en de slider
verschijnt.
Tip de slider «0» aan.
De dampafzuiger schakelt zichzelf uit.
6.4 OptiLink
Met deze functie hoeft de gebruiker de dampafzuiger niet meer handmatig te besturen.
OptiLink controleert het ingestelde vermogensniveau van de kookzone en stelt het ge-
schikte vermogensniveau van de dampafzuiger automatisch in.
23
6 Bediening dampafzuiger
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
UIT OptiLink uitgeschakeld
Silent bedrijfsmodus Laag afzuiggeluidsni-
veau
Een kooklepel ge-
bruiken om de
stoom met het pan-
deksel naar de inlaat
van de dampafzuiger
te leiden.
Standard bedrijfsmodus Normale bedrijfsmodus
Power bedrijfsmodus Hoog vermogen voor het afzuigen van dampen
OptiLink instellen
gedurende twee seconden ingedrukt houden.
Menupunt «OptiLink» met of selecteren.
Keuze aantippen en met bevestigen.
Bij een geactiveerde OptiLink worden de symbolen ,
of boven op het display weergegeven.
OptiLink
Standaard
6.5 CleanAir
Met deze functie wordt de dampafzuiger na gebruik regelmatig ingeschakeld om de
lucht van storende geurtjes te reinigen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
UIT CleanAir uitgeschakeld
Standaard Normale bedrijfsmodus. Om de 60 minuten wordt de
dampafzuiger 10 minuten lang op niveau 1 ingeschakeld.
Deze functie is tijdelijk niet gelimiteerd.
Intensief De dampafzuiger wordt gedurende 8 uur op niveau 1 ge-
bruikt om hardnekkige geuren van bijv. vis of fondue op te
heffen.
CleanAir instellen
2 seconden ingedrukt houden of 2× aantippen.
Menupunt «CleanAir» met of selecteren.
Keuze aantippen en met bevestigen
Zolang de functie is ingeschakeld, is het CleanAir-dis-
play verlicht.
CleanAir
Standaard
24
6 Bediening dampafzuiger
6.6 Nalooptijd
Na het uitschakelen van het toestel kan het gebruik van de dampafzuiger voor een be-
paalde tijdsduur op niveau 1 worden voortgezet. Daardoor worden restgeuren van het
koken afgezogen en de dampafzuiger gedroogd. De nalooptijd wordt geactiveerd wan-
neer het toestel daarvoor op minstens één kookzone in bedrijf was, de dampafzuiger ge-
bruikt werd of een restwarmte wordt aangegeven.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
UIT Nalooptijd uitgeschakeld
10 minuten Dampafzuiger werkt gedurende 10 minuten op niveau 1.
20 minuten Dampafzuiger werkt gedurende 20 minuten op niveau 1.
30 minuten Dampafzuiger werkt gedurende 30 minuten op niveau 1.
Nalooptijd instellen
2 seconden ingedrukt houden of 2× aantippen.
Menupunt «Nalooptijd» met of selecteren.
Keuze aantippen en met bevestigen.
Zolang de functie is ingeschakeld, is het naloop-display
verlicht.
Nalooptijd
10 minuten
6.7 Filter
Met deze functie wordt de status van het vetfilter en het actieve-koolfilter weergegeven en
ingesteld.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Status Geeft de status van het filter aan.
Actieve-koolfilters Teller van het actieve-koolfilter terugzetten.
Vetfilters Teller van het vetfilter resetten.
Filter terugplaatsen
Ventilatorstand of 2seconden ingedrukt houden.
Menupunt «Filter» met of selecteren.
Keuze of aantippen en met bevestigen
Filter
Koolstoffilter resetten
25
7 Persoonlijke instellingen
7 Persoonlijke instellingen
Overzicht persoonlijke instellingen
Kinderbeveiliging Toetsgeluid
Taal Ventilatie
Helderheid Fabrieksinstelling
Volume
Persoonlijke instellingen aanpassen
Om de persoonlijke instellingen te wijzigen, moet het toestel ingeschakeld zijn.
Tip de toets aan.
Kies de gewenste pagina van de persoonlijke instelling door middel van of .
Voer de gewenste instelling uit.
Bevestig de instelling met .
Instelling wordt opgeslagen.
Blader na elke aparte verandering verder met of of bevestig direct met om
meerdere veranderde persoonlijke instelling in een keer te bevestigen.
Om de persoonlijke instellingen te verlaten zonder een wijziging door te voeren, tipt u
aan.
7.1 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging bemoeilijkt het inschakelen van het toestel door kinderen.
Kinderbeveiliging inschakelen
Persoonlijke instelling «Kinderbeveiliging» kiezen.
aantippen om de kinderbeveiliging te activeren.
Bevestig de instelling met .
actief
Kinderbeveiliging
Kinderbeveiliging overbruggen om te koken
Schakel het toestel in.
Een steeds opnieuw gegenereerde code verschijnt in
het midden van het display.
Aangegeven code d.m.v. onderstaande cijfers invoeren.
Tijdens de invoer geeft elk cijfer een signaal.
Na de invoer van de code is de kinderbeveiliging over-
brugd en kan er zonder beperking gekookt worden.
Kinderbeveiliging aan
Code 226
Zodra het toestel wordt uitgeschakeld, wordt de kinderbeveiliging meteen weer ge-
activeerd.
26
7 Persoonlijke instellingen
Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij de actieve kinderbeveiliging persoonlijke instelling
«Kinderbeveiliging» kiezen.
aantippen om de kinderbeveiliging te deactiveren.
Bevestig de instelling met .
uit
7.2 Talen
De taal op het display kan worden gewijzigd. U heeft de keuze uit verschillende talen.
Persoonlijke instelling «Talen» kiezen.
Selectie van de taal kan door en hieronder gewisseld
worden.
Bevestig de instelling met .
Talen
Dutch
7.3 Helderheid
De helderheid van het display kan gewijzigd worden. U heeft de keuze uit 9 verschillende
niveaus.
Persoonlijke instelling «Helderheid» kiezen.
Helderheidsniveau van «1–9» op de slider selecteren.
Bevestig de instelling met .
Helderheid
7.4 Volume
Het volume van de toetssignalen kan gewijzigd worden. U heeft de keuze uit 9 verschil-
lende volumes.
Persoonlijke instelling «Volume» kiezen.
Volumeniveau van «1–9» op de slider selecteren.
Bevestig de instelling met .
Volume
27
7 Persoonlijke instellingen
7.5 Toetsgeluid
Het geluidssignaal van de toetsen kan in- en uitgeschakeld worden.
Persoonlijke instelling «Toetsgeluid» kiezen.
aantippen om het toetsgeluid te activeren.
Bevestig de instelling met .
actief
Toetssignaal
7.6 Ventilatie
De ventilatie van de dampafzuiger kan gewijzigd worden. Er kan tussen luchtcirculatie
of luchtafvoer gewisseld worden.
Kies de persoonlijke instelling «Ventilatie».
aantippen om de bedrijfsmodus te wijzigen naar lucht-
afvoer.
Bevestig de instelling met .
Ventilatie
Luchtafvoer
7.7 Fabrieksinstelling
Gewijzigde persoonlijke instellingen kunnen weer worden teruggezet naar fabrieksinstel-
lingen.
Persoonlijke instelling «Fabrieksinstelling» kiezen.
aantippen om het toestel naar de fabrieksinstellingen
terug te zetten.
Bevestig met .
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstellingen
herstellen?
De volgende functies zijn als fabrieksinstelling in het toestel gedefinieerd:
Functie Fabrieksinstelling
Kinderbeveiliging UIT
Talen Duits
Helderheid Niveau 9 (sterk)
Volume Niveau 5 (middelhoog)
Toetsgeluid UIT
Ventilatie luchtcirculatie
OptiLink Standard bedrijfsmodus
Nalooptijd 20 minuten
CleanAir UIT
28
8 Verzorging en onderhoud
8 Verzorging en onderhoud
8.1 Glaskeramische oppervlakken
Reinig het toestel bij voorkeur pas in koude toestand.
Risico op verbranding!
Reinig het kookveld na elk gebruik, zo wordt het inbranden van voedselresten vermeden.
Ingedroogd c.q. ingebrand vuil is moeilijker te reinigen.
Door een onjuiste behandeling bij de reiniging kunnen het decor of het oppervlak be-
schadigd raken.
Reinig het glaskeramische oppervlak in geen geval met schurende reinigingsmid-
delen, krassende multifunctionele schuursponsjes, staalwol, etc. Het oppervlak kan
daardoor beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend een zachte doek of spons, water en een geschikt reinigingsmiddel
voor het reinigen van alledaagse vervuilingen. Neem daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant van het reinigingsmiddel in acht. Het verdient aanbeveling reinigingsmidde-
len met beschermende werking te gebruiken.
Verwijder sterke vuilkorsten bijv. van overgekookte melk in warme toestand met een
reinigingsschaaf voor glaskeramiek. Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant
van de reinigingsschaaf voor glaskeramiek in acht.
Verwijder sterk suikerhoudend voedsel zoals jam, in warme toestand met een reini-
gingsschaaf voor glaskeramiek. Anders kan het glaskeramische oppervlak bescha-
digd raken.
Verwijder gesmolten kunststof nog in warme toestand met een reinigingsschaaf voor
glaskeramiek. Anders kan het glaskeramische oppervlak beschadigd raken.
Verwijder kalkvlekken in afgekoelde toestand met kleine hoeveelheden kalkoplossend
middel bijv. met azijn of citroensap. Wrijf vervolgens met een vochtige doek na.
Reiniging
Neem de volgende reinigingsinstructies in acht voor een goed resultaat.
Verwijder voor een grondige reiniging eerst het grove vuil en etensresten met een rei-
nigingsschaaf of een speciale reinigingsspons voor glaskeramiek-kookplaten.
Breng enkele druppels van een geschikt Reinigingsmiddel (zie pagina 30) aan op de
afgekoelde kookplaat en wrijf deze in met een papieren handdoek of schone doek.
29
8 Verzorging en onderhoud
Wrijf de kookplaat vervolgens af met een vochtige doek en wis hem na met een scho-
ne doek of de zachte kant van een geschikte reinigingsspons.
Reinigingsmiddel
Glaskeramiek met OptiGlass
De coating kan worden beschadigd door het gebruik van een ongeschikt reini-
gingsmiddel.
Alleen de door ons aanbevolen reinigingsmiddelen en reini-
gingsmethoden voor glaskeramiek met OptiGlass gebruiken.
8.2 Dampafzuiger
Zorg ervoor, dat er geen water in de behuizing binnendringt! Water in de behuizing
kan tot schade leiden.
Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen, schuursponsjes, staalwol enz. Het
oppervlak wordt daardoor beschadigd.
Binnenkant reinigen
Reinig de binnenkant met een vochtig warme doek en een beetje afwasmiddel, goed
nadrogen.
Aan de binnenkant kan zich vet en condenswater ophopen.
Indien nodig met een borstel nareinigen, met keukenpapier goed afdrogen.
Vetfilter reinigen
De vetfilters moeten bij normaal gebruik minimaal een keer per maand worden gereinigd
of telkens wanneer de verzadigingsindicator brandt. Bij een optimaal onderhoud is de
goede functionaliteit van de metalen vetfilters gedurende vele jaren gewaarborgd.
Filtercassette en vetfilters tijdens het uit-/inschuiven niet beschadigen.
Filtercassette demonteren
Schakel het toestel uit.
Filtercassette aan de greep optillen en helemaal naar boven eruit trekken.
Vetfilters zijn zichtbaar.
30
8 Verzorging en onderhoud
Vetfilter demonteren
Klep bij het vetfilter naar buiten schuiven.
Vetfilters komen los.
Vetfilters voorzichtig zijdelings kantelen en uit de filtercas-
sette trekken.
Vetfilter spoelen
Reinig het vetfilter in de vaatwasmachine.
Vaatwasmachineprogramma «Intensief» of «Sterk» kiezen.
Vetfilters kunnen door het reinigen licht verkleuren. Dit beïnvloedt de filterwerking
echter op geen enkele wijze.
Indien geen vaatwasmachine beschikbaar is:
Reinig het vetfilter in heet afwaswater.
Laat het vetfilter ca. 2 uur in een bak heet afwaswater inweken en reinig het vervol-
gens met een afwasborstel. Spoel goed af met schoon, koud water.
Gereinigde metalen vetfilters kunnen weer worden gebruikt.
Reinig de randen van de vetfiltercassette indien nodig met een vochtig warme doek
en wat afwasmiddel, met keukenpapier goed nadrogen.
Vetfiltercassette kan met de vetfilters in de vaatwasmachine gereinigd worden. De
vetfiltercassette moet met de greep naar onderen of zijdelings in de vaatwasmachi-
ne worden gelegd.
Filtercassette monteren
De inbouw vindt plaats in omgekeerde volgorde.
Let erop dat de klep bij het vetfilter aan de bovenkant zit.
31
8 Verzorging en onderhoud
Verzadigingsindicator vetfilter resetten
Vetfilter in het display aantippen.
Menu «Filter» wordt weergegeven.
Filter volgens beschrijving (zie pagina 25) terugplaatsen.
Vetfilter
Vetfilter resetten
Als alternatief kan de verzadigingsindicator ook via het menu «Filter» van de
dampafzuiger gevonden worden.
Luchtcirculatiebox met actieve-koolfilter
De actieve-koolfilters moeten bij normaal gebruik om de 3 jaar worden gereinigd of tel-
kens als de verzadigingsindicator brandt. Er moeten altijd alle actieve-koolfilters wor-
den vervangen. De verontreinigde actieve-koolfilters kunnen via het normale huishoudelij-
ke afval of een hiervoor geschikt afvalpunt worden verwijderd.
Verzadigingsindicator actieve-koolfilter resetten
Actieve-koolfilter in het display aantippen.
Menu «Filter» wordt weergegeven.
Filter volgens beschrijving (zie pagina 25) terugplaatsen.
Filter
Koolstoffilter resetten
Als alternatief kan de verzadigingsindicator ook via het menu «Filter» van de
dampafzuiger gevonden worden.
Opvangbak reinigen
Opvangbak mag niet in de vaatwasmachine worden gereinigd.
Draai de scharnieren los en trek de opvangbak naar bene-
den weg.
Reinig de opvangbak in heet afwaswater.
Reinig de opvangbak met de zachte zijde van de spons,
spoel hem daarna met koud water goed af en droog hem.
Leid de lekbak naar het apparaat en bevestig hem dan
met de scharnieren.
32
9 Storingen verhelpen
9 Storingen verhelpen
De volgende storingen kunt u onder bepaalde omstandigheden zelf oplossen. Mocht dit
niet mogelijk zijn, noteer dan de complete storingsmelding (melding en E-nummer) en
neem telefonisch of online contact op met de klantenservice.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Continugebruik
Toets vrijgeven of reinigen
Een toets werd langer dan
10 seconden aangeraakt.
Op het bedieningspaneel
bevinden zich overgelo-
pen etenswaren.
Voorwerp of de vloeistof van
het display verwijderen.
Neem het toestel zoals ge-
woonlijk weer in gebruik.
Meervoudig gebruik
Toetsen vrijgeven
of reinigen
Er is een voorwerp
(braadpan, schotel enz.)
op het bedieningsveld ge-
plaatst.
Op het bedieningspaneel
bevinden zich overgelo-
pen etenswaren.
Voorwerp of de vloeistof van
het display verwijderen.
Neem het toestel zoals ge-
woonlijk weer in gebruik.
knippert De overtemperatuurbevei-
liging van een kookzone
werd geactiveerd.
Laat de kookzone afkoelen.
Zet het koken voort op een
andere kookzone.
Controleer het kookgerei.
en «0» knipperen af-
wisselend
De automatische veilig-
heidsuitschakeling werd
geactiveerd.
Schakel de kookzone zo no-
dig weer in.
Wanneer een kookzone langere tijd in bedrijf is zonder dat instellingen gewijzigd
worden, schakelt het toestel de kookzone automatisch uit. De uitschakeling vindt
plaats op basis van het ingestelde vermogensniveau.
Vermogensniveau/
functie
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Veiligheidsuitscha-
keling na h:min
2:00 8:30 6:30 5:30 4:30 3:30 3:00 2:30 2:00 1:30
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
«A0» of «EC» brandt in
het display
Automatisch programma
werd geannuleerd.
Pan werd bewogen of van
de kookzone verwijderd.
Pan in het midden plaatsen.
Te kleine pan gekozen.
Kookgerei is onvoldoende
geschikt voor inductie.
33
9 Storingen verhelpen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Toestel werkt niet en
display is donker
De zekering of de auto-
matische zekering van de
woning c.q. de huishou-
delijke installatie is de-
fect.
Zekering vervangen.
Automatische zekering weer
inschakelen.
Onderbreking in de
stroomtoevoer.
Stroomtoevoer controleren.
De zekering of de auto-
matische zekering wordt
meermaals geactiveerd.
Service bellen.
Ventilator buiten wer-
king
Bij een geopend raam-
contact controleren of het
raam geopend is.
Raam openen.
- DEMO MODE -
De demo-modus is inge-
schakeld.
De demo-modus moet door
een servicemonteur worden uit-
geschakeld.
Service bellen.
Geselecteerd vermo-
gensniveau en knip-
peren afwisselend in het
display
Kookgerei is niet geschikt
voor inductie.
Geschikt en magnetiseer-
baar kookgerei gebruiken,
zie paragraaf «Kookgerei».
Kookgerei is te klein voor
de geselecteerde kookzo-
ne.
De diameter van de bodem
van het kookgerei moet min.
10 cm zijn.
Kinderbeveiliging aan
Code 226
De kinderbeveiliging is
geactiveerd.
Bediening met kinderbeveili-
ging in acht nemen, zie
hoofdstuk «Persoonlijke in-
stellingen» (zie pagina 26).
Kinderbeveiliging uitschake-
len of overbruggen.
34
9 Storingen verhelpen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
«E» en «8» knipperen af-
wisselend in het display
Een voorwerp onder het
kookveld belemmert de
luchtaanzuiging voor de
koeling van het kookveld,
bijv. papier.
Voorwerp uit de lade onder
het kookveld verwijderen.
Fout door het aantippen van
een willekeurige toets beves-
tigen.
Het toestel na 10minuten
zoals gebruikelijk weer in ge-
bruik nemen.
Ventilatie defect. Foutnummer noteren
Serienummer (SN) van het
toestel noteren, zie typeplaat-
je (zie pagina 43).
Service bellen.
Er 22
Interne fout opgetreden. Foutnummer noteren.
Serienummer (SN) van het
toestel noteren, zie typeplaat-
je (zie pagina 43).
Service bellen.
«E6» of «E9» knipperen
of branden in het dis-
play
Interne fout opgetreden. Foutnummer noteren.
Serienummer (SN) van het
toestel noteren, zie typeplaat-
je (zie pagina 43).
Service bellen.
In het display brandt
«Er57» en er weerklinkt
een geluidssignaal
Display is oververhit om-
dat zich bijv. heet kook-
gerei of kooksel op het
display bevindt.
Heet kookgerei of overgelo-
pen kooksel onmiddellijk van
het display verwijderen.
Fout door het aantippen van
de toets bevestigen.
Een voorwerp onder het
kookveld belemmert de
luchtaanzuiging voor de
koeling van het kookveld,
bijv. papier.
Voorwerp uit de lade onder
het kookveld verwijderen.
Fout door het aantippen van
een willekeurige toets beves-
tigen.
Het toestel na 10minuten
zoals gebruikelijk weer in ge-
bruik nemen.
Ventilatie defect. Foutnummer noteren
Serienummer (SN) van het
toestel noteren, zie typeplaat-
je.
Service bellen.
35
10 Toebehoren en reserveonderdelen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Toestel zuigt de damp
onvoldoende af
Vetfilters zijn vervuild. Vetfilters reinigen (zie pagina
30).
Uitsluitend bij luchtcircu-
latiemodus: actieve-kool-
filters in de luchtcirculatie-
box zijn verzadigd.
Alle actieve-koolfilters in de
luchtcirculatiebox vervangen
(zie pagina 30).
Uitsluitend bij luchtafvoer-
modus: toevoer van verse
lucht is onvoldoende.
Voor voldoende toevoer van
verse lucht zorgen.
Als de fout maar op een of twee kookzones wordt weergegeven, kunnen de overi-
ge kookzones tot aan de reparatie gewoon worden gebruikt.
10 Toebehoren en reserveonderdelen
Vetfilters Luchtcirculatiebox Actieve-koolfilters
11 Technische gegevens
11.1 Kookveld
Conform EU-verordening nr. 66/2014
Beschrijving Eenheid Waarde
Modelnummer GK 31094
Typeaanduiding GK GKD46TIMASZO
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie-kookzone
Afmeting van de kookzone cm ø18 ø21 ø21 ø18
Energieverbruik per kookzone Wh/kg 175,7 168,9 174,3 176,8
Energieverbruik van het gehele kookveld EC Wh/kg 173,9
36
11 Technische gegevens
11.2 Dampafzuiger
Conform EU-verordening nr. 65/2014 en nr. 66/2014
Beschrijving Afkortingen Eenheid Waarde
Merk - - V-ZUG Ltd
Modelnummer - - 31094
Jaarlijks energieverbruik AEC
hood
kWh/a 50,2
Energie-efficiëntie-index EEI
hood
% 58,3
Energie-efficiëntieklasse EEC - B
Vloeistof dynamische efficiëntie FDE
hood
% 25,9
Klasse voor de vloeistof dynamische efficiëntie FDEC - B
Verlichtingsefficiëntie LE
hood
lux/W -
Klasse van de verlichtingsefficiëntie LEC - -
Vetafscheiderniveau GFE
hood
% 84,3
Klasse voor het vetafscheiderniveau GFEC - C
Luchtstroom bij minimumsnelheid Q
min
m
3
/h 58,2
Luchtstroom bij maximale snelheid (met uitzondering
van niveau Intensief of snellopende stand)
Q
max
m
3
/h 324,3
Luchtstroom tijdens bedrijf met intensieve of
snellopende stand
Q
boost
m
3
/h 582,8
A-beoordeelde geluidsemissiedruk bij minimale
snelheid
SPE
min
dBA 27,9
A-beoordeelde geluidsemissiedruk bij maximale
snelheid
SPE
max
dBA 59,6
A-beoordeelde geluidsemissie tijdens bedrijf met
stand Intensief of Snellopend
SPE
boost
dBA 67,7
Gemeten vermogensopname in uitgeschakelde
toestand
P
0
W -
Gemeten opgenomen vermogen in stand-by (automa-
tische uitschakeling)
P
s
W 0,27
Tijdverlengingsfactor f - 1,1
Gemeten luchtvolumestroom in BEP Q
BEP
m
3
/h 264,9
Gemeten luchtdruk bij BEP P
BEP
PA 454
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen bij BEP W
BEP
W 128,9
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem W
L
W -
Gemiddelde lichtintensiteit van het verlichtingssysteem
op de kookplaats
E
middle
lux -
Geluidsvermogensniveau L
wa
dBA 63
37
12 Afvoer
12 Afvoer
12.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
12.2 Veiligheid
Het apparaat onbruikbaar maken om ongevallen door ondeskundig gebruik (bijv. door
spelende kinderen) te vermijden:
Het toestel loskoppelen van het stroomnet. Bij een vast geïnstalleerd toestel moet dit
door een erkende elektromonteur worden gedaan. De voedingskabel aan het toestel
afsnijden.
12.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
38
13 Trefwoordenlijst
A
Aansluitingsplaatje........................................... 43
Afvoer................................................................. 38
Automatische opkookfunctie ......................... 19
selecteren en starten .................................. 19
Voortijdig uitschakelen ............................... 20
B
Bediening algemeen ....................................... 13
Bediening dampafzuiger ................................ 23
Bediening kookveld......................................... 13
Bedienings- en display-elementen................... 9
Display ..............................................................9
Beschrijving van het toestel.............................. 9
C
CleanAir ............................................................. 24
Instellen ......................................................... 24
Comfortfunctie
Uitschakelen ................................................. 19
Comfort-koken .................................................. 18
D
Dampafzuiger ................................................... 12
Binnenkant reinigen .................................... 30
Filtercassette demonteren ......................... 30
Filtercassette monteren .............................. 31
handmatig inschakelen .............................. 23
Luchtcirculatiebox met actieve-koolfilter . 32
Uitschakelen ................................................. 23
Verzadigingsindicator actieve-koolfilter
resetten.......................................................... 32
Verzadigingsindicator vetfilter resetten.... 32
Vetfilter demonteren.................................... 31
Vetfilter reinigen ........................................... 30
Vetfilter spoelen ........................................... 31
Demomodus ..................................................... 22
E
Eerste inbedrijfstelling........................................ 9
Energiebesparend koken ............................... 12
F
Fabrieksinstelling ............................................. 28
Filter.................................................................... 25
terugplaatsen................................................ 25
Flexibel koken .................................................. 10
G
Garantieverlenging .......................................... 43
Gecoat kookgerei ............................................ 12
Gegevens van het product
Dampafzuiger ............................................... 37
Kookveld ....................................................... 36
Geldigheidsbereik............................................... 2
Geluiden tijdens het bedrijf ............................ 12
H
Helderheid......................................................... 27
I
Inschakeltijdsduur............................................ 16
Afgelopen...................................................... 17
Instellen ......................................................... 16
voortijdig beëindigen................................... 17
Wijzigen ......................................................... 16
K
Kinderbeveiliging ............................................. 26
Inschakelen................................................... 26
overbruggen ................................................. 26
Uitschakelen ................................................. 27
Kookautomaat .................................................. 18
selecteren en starten .................................. 18
Kookfunctie
Inschakelen................................................... 17
voortijdig beëindigen................................... 17
Kookfuncties ..................................................... 17
Kookpauze ........................................................ 21
Inschakelen................................................... 21
Uitschakelen ................................................. 21
Kookzone uitschakelen................................... 14
Korte handleiding............................................. 44
L
Luchtafvoermodus ........................................... 12
Luchtcirculatiemodus met actieve-koolfilter
..................................................................... 13
M
Modelnaam .......................................................... 2
Modelnummer ..................................................... 2
N
Nalooptijd .......................................................... 25
Instellen ......................................................... 25
Notities ............................................................... 41
O
OptiLink.............................................................. 23
Instellen ......................................................... 24
Opvangbak reinigen........................................ 32
Overzicht vermogensniveau .......................... 14
39
P
Panherkenning ................................................. 10
Panpositie.......................................................... 12
Persoonlijke instellingen................................. 26
Aanpassen .................................................... 26
Overzicht ....................................................... 26
Powermanagement.......................................... 15
PowerPlus.......................................................... 15
Problemen......................................................... 33
R
Recall-functie .................................................... 22
Reinigingsmiddelen
OptiGlass....................................................... 30
Reserveonderdelen ......................................... 36
Timer .................................................................. 20
Restwarmte-indicatie ....................................... 15
S
Serienummer (SN) ........................................... 43
Service & Support............................................ 43
Storingen ........................................................... 33
Symbolen.............................................................. 4
T
Talen................................................................... 27
Technische gegevens ..................................... 36
Technische vragen .......................................... 43
Temperatuurautomaat..................................... 19
Timer .................................................................. 20
Afgelopen...................................................... 21
Instellen ......................................................... 20
Voortijdig uitschakelen ............................... 21
Toebehoren....................................................... 36
Toestel afvoeren............................................... 38
Toestel inschakelen......................................... 13
Toesteloverzicht .................................................. 9
Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften
........................................................................ 5
Toetsgeluid........................................................ 28
Type....................................................................... 2
V
Veegbescherming............................................ 22
Inschakelen................................................... 22
Voortijdig uitschakelen ............................... 22
Veiligheidsuitschakeling ................................. 33
Veiligheidsvoorschriften
Algemene .........................................................4
Ventilatie ............................................................ 28
Vermogensniveau instellen ............................ 14
Vermogensniveau P ........................................ 23
Verzorging en onderhoud .............................. 29
Volume............................................................... 27
W
Werking van inductiekookvelden.................. 10
40
41
14 Notities
42
15 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Het typeplaatje en het aansluitingsplaatje bevinden zich aan de onderkant van het kook-
veld.
1
Typeplaatje met serienummer (SN)
2
1
2
Aansluitingsplaatje
Een tweede typeplaatje is bijgesloten en dient in het
inbouwmeubel onder het kookveld geplakt te wor-
den.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
43
Korte handleiding
Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen in de bedieningshandleiding!
Toestel inschakelen
De toets 1seconde ingedrukt houden.
Kookzone of dampafzuiger instellen
Gewenste kookzone of dampafzuiger aantippen.
Tip de slider «0–P» aan of maak er een glijdende beweging overheen om het vermo-
gensniveau in te stellen.
Kookzone of dampafzuiger uitschakelen
Gewenste kookzone of dampafzuiger aantippen.
Tip de slider «0» aan.
Toestel uitschakelen
De toets 1seconde ingedrukt houden.
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
1059095-R04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

V-ZUG 31094 Handleiding

Type
Handleiding