V-ZUG 64003 Handleiding

Type
Handleiding
Bedieningshandleiding
DSDSR12
Dampafzuiger
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
De productfamilie (het modelnummer) komt overeen met de eerste cijfers op het type-
plaatje. Deze bedieningshandleiding geldt voor:
Type Productfamilie Maatsysteem
DSDSR12 64003 120
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2018
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 4
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 4
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 5
1.4 Aanwijzingen bij gebruik ...................................... 6
2 Beschrijving van het toestel 8
2.1 Luchtafzuigmodel................................................... 8
2.2 Luchtcirculatiemodel met luchtcirculatiebox .... 8
2.3 Uitrusting ................................................................. 8
2.4 Opbouw ................................................................... 8
2.5 Bedienings- en display-elementen ..................... 9
2.6 Afstandsbediening................................................. 9
3 Bediening 10
3.1 Afstandsbediening activeren/deactiveren.......10
3.2 Toestel in-/uitschakelen......................................10
3.3 Verlichting in-/uitschakelen................................10
3.4 Intensiteit van het licht wijzigen.........................10
3.5 Ventilatorstanden wijzigen..................................10
3.6 Niveau Intensief in-/voortijdig uitschakelen ....11
3.7 Nalooptijd in/uitschakelen .................................11
3.8 CleanAir-functie in-/voortijdig uitschakelen.....11
3.9 Verzadigingsindicator metalen vetfilters..........11
3.10 Gebruik met behulp van de bedienings- en dis-
play-elementen .....................................................12
4 Verzorging en onderhoud 13
4.1 Behuizing reinigen...............................................13
4.2 Metalen vetfilters reinigen ..................................13
5 Storingen zelf verhelpen 14
5.1 Wat te doen als....................................................14
6 Toebehoren en vervangende onderdelen
15
7 Technische gegevens 15
8 Afvoer 16
9 Trefwoordenlijst 17
10 Notities 18
11 Service & Support 19
4
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
klantendienst of een gelijk ge-
kwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaarlijke si-
tuaties te voorkomen.
1 Veiligheidsvoorschriften
5
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
Er moet voor een adequate
ventilatie van de ruimte wor-
den gezorgd, wanneer de
dampafzuiger samen met toe-
stellen wordt gebruikt, die gas
of andere brandstoffen ver-
branden.
Bij de leidinginstallatie voor
de luchtafvoer dienen de offi-
ciële voorschriften te worden
nageleefd.
De luchtafvoer mag niet
plaatsvinden via een schoor-
steen die gebruikt wordt voor
rookgassen van toestellen die
met gas of andere brandstof-
fen worden gestookt.
De minimale afstand tussen
het vlak, waarop de kookpan-
nen op de kookplaat worden
geplaatst en het onderste ge-
deelte van de afzuigkap moet
in acht worden genomen. De-
ze afstand moet minimaal 65
cm zijn als de afzuigkap bo-
ven een gastoestel is inge-
bouwd. Als in de montage-in-
structies voor de gaskook-
plaat een grotere afstand
staat vermeld, dient er reke-
ning te worden gehouden met
deze afstand.
WAARSCHUWING: Om elek-
trische schokken te voorko-
men, dient u ervoor te zorgen
dat het toestel is uitgescha-
keld en losgekoppeld van de
netvoeding voordat u de lamp
vervangt.
Het opschrift van het maxi-
maal toegestane vermogen
van lampen die kunnen wor-
den vervangen, moet bij het
vervangen van een lamp
zichtbaar zijn.
Dit toestel is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik of soort-
gelijke toepassingen, bijv.:
door personeel in keukens
van winkels, kantoren en an-
dere commerciële sectoren;
in landbouwbedrijven; door
klanten in hotels, motels en
andere woonvoorzieningen; in
B&B.
Het toestel mag niet worden
gebruikt met een externe tijd-
schakelklok of een separaat
op afstand aansturend sys-
teem.
Er heerst brandgevaar als de
reiniging niet volgens de aan-
wijzing wordt uitgevoerd.
Onder de afzuigkap mag niet
worden geflambeerd.
1 Veiligheidsvoorschriften
6
1.4 Aanwijzingen bij gebruik
Vóór de eerste inbedrijfstelling
Het toestel mag alleen volgens de apar-
te installatiehandleiding worden gemon-
teerd en op de netstroom worden aan-
gesloten. Laat de benodigde werkzaam-
heden uitvoeren door een erkende in-
stallateur/elektricien.
Bij de leidinginstallatie voor de luchtaf-
voer dienen de officiële voorschriften te
worden nageleefd.
Voer het verpakkingsmateriaal af vol-
gens de plaatselijke voorschriften.
Reglementair gebruik
Het toestel is bedoeld voor het afzuigen
van damp boven een huishoudelijke
kookplaats.
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan stroomgeleidende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, diens
klantenservice of een vergelijkbaar ge-
kwalificeerde persoon worden uitge-
voerd. Ondeskundige reparaties kunnen
zware ongevallen, schade aan het toe-
stel en de inrichting, alsmede werkings-
storingen tot gevolg hebben. Neem bij
een storing aan het toestel of in geval
van een reparatieopdracht de aanwijzin-
gen in het hoofdstuk 'Service & Support'
in acht. Neem indien nodig contact op
met onze klantenservice.
Er mogen uitsluitend originele onderde-
len worden gebruikt.
Bewaar de handleiding zorgvuldig, zo-
dat u deze te allen tijde kunt raadple-
gen.
Over het gebruik
Als het toestel zichtbare beschadigin-
gen vertoont, mag het toestel niet in ge-
bruik worden genomen en dient u con-
tact met onze klantendienst op te ne-
men.
Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden losgekoppeld.
Tijdens het gebruik van de afzuigventila-
tor moet een toereikende toevoer van
verse lucht gewaarborgd zijn om onder-
druk in de keukenruimte te vermijden
en een optimale luchtafvoer mogelijk te
maken.
Dwars stromende tocht, die de damp
over de kookplaats kan wegblazen, ver-
mijden.
Bij gelijktijdig gebruik van andere toe-
stellen die op gas of op andere brand-
stoffen werken, moet een toereikende
toevoer van verse lucht gewaarborgd
zijn. Geldt niet voor luchtcirculatietoe-
stellen.
Bij gelijktijdig gebruik van vuurhaarden
(zoals hout-, gas-, olie- of kolengestook-
te toestellen) is een veilig gebruik alleen
mogelijk als de onderdruk in de ruimte
van 4 Pa (0,04 mbar) niet wordt over-
schreden. Gevaar voor vergiftiging! Er
moet een toereikende toevoer van ver-
se lucht gewaarborgd zijn, bijv. door
openingen in deuren of ramen die niet
gesloten kunnen worden in combinatie
met luchttoevoer- en luchtafvoerkasten
in de muur of door andere technische
maatregelen.
Tijdens de uitvoering van reinigings-
werkzaamheden erop letten dat geen
water het toestel kan binnendringen.
Een ietwat vochtige doek gebruiken. De
binnenkant of de buitenkant van het
toestel nooit met water of met een
stoomreiniger afspuiten. Binnendrin-
gend water kan schade veroorzaken.
Toegankelijke onderdelen kunnen bij
het gebruik met kooktoestellen heet
worden.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
Voorzichtig, gevaar voor verbranding!
Bij het frituren op de kookplaats dient
het toestel voortdurend in de gaten ge-
houden te worden. De in de friteuse ge-
bruikte olie kan bij oververhitting ont-
vlammen en een brand veroorzaken.
Daarom moet de olietemperatuur ge-
controleerd en onder het ontstekings-
punt gehouden worden. Ervoor zorgen
dat schone olie gebruikt wordt; vervuil-
de olie ontvlamt gemakkelijker.
Voorzichtig, levensgevaar!
Delen van de verpakking, bijv. folie of
piepschuim, kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen en dieren. Verstikkingsgevaar!
Houd verpakkingsdelen buiten bereik
van kinderen en dieren.
Tijdens de uitvoering van onderhouds-
werkzaamheden aan het toestel, ook tij-
dens het vervangen van lampen, dient
het toestel stroomloos geschakeld te
worden: zekeringen uit de fittingen ver-
wijderen, automatische zekeringen uit-
schakelen of stekker uit het stopcontact
trekken.
Schade aan het toestel voorkomen
De reinigingsintervallen moeten worden
aangehouden. Als deze aanwijzing niet
in acht wordt genomen, kan er als ge-
volg van een te grote hoeveelheid vet in
de metalen vetfilters brand ontstaan.
2 Beschrijving van het toestel
Het toestel is bedoeld voor het afzuigen van damp boven een huishoudelijke kookplaats.
Het toestel wordt met afzuigwerking gebruikt.
2.1 Luchtafzuigmodel
De damp die boven de kookplaat ontstaat, wordt door een ventilator afgezogen. De afge-
zogen lucht wordt gereinigd door het metalen vetfilter en wordt via een aansluitstuk met
geïntegreerde stuwklep en dan door de luchtafvoerleiding naar buiten geleid.
Tijdens gebruik moet worden geborgd dat er voldoende verse lucht wordt aange-
voerd. Voor de luchtafvoer is luchttoevoer nodig.
2.2 Luchtcirculatiemodel met luchtcirculatiebox
De dampen die boven de kookplaats ontstaan, worden aansluitend bij de metalen vetfil-
ters vie een luchtcirculatiebox met geïntegreerde actieve koolfilters grondig van onaange-
name geuren ontdaan en weer naar de ruimte teruggeleid.
2.3 Uitrusting
1 afzuigventilator
4 metalen vetfilters
Verlichting
Afstandsbediening
De afzuigventilator heeft 4 vermogensniveaus:
1 = gering, 2 = middel, 3 = sterk afzuigvermogen en intensief niveau.
De niveaus 1–3 zijn geschikt voor continu gebruik.
Het intensieve niveau dient voor kortstondig intensief afzuigen van dampen, bijvoor-
beeld bij het braden. Het intensieve niveau is voor zes minuten beschikbaar.
2.4 Opbouw
1
Bedienings- en display-elementen
1
2
34
2
Metalen vetfilter
3
Paneel, klapbaar
4
Verlichting
8
2 Beschrijving van het toestel
2.5 Bedienings- en display-elementen
2 3
I
Infrarode interface afstandbediening
Verlichting in-/uitschakelen; intensiteit van het licht wijzigen
Ventilatorstand 1/toestel uitschakelen; nalooptijd activeren
2
Ventilatorstand 2
3
Ventilatorstand 3
I
Ventilatorstand Intensief
Verzadigingsindicator voor metalen vetfilters/actieve koolfilters
Afhankelijk van het model en de uitrusting kan de uitvoering van uw toestel en dé-
tail afwijken van de beschreven standaarduitvoering.
2.6 Afstandsbediening
Dit toestel kan met een afstandbediening worden bediend. De afstandbediening werkt
met een 3V-batterij van type CR2032 (niet bij de levering gevoegd).
Leg de afstandsbediening niet in de buurt van warmtebronnen. De accu's moeten
reglementair worden verwijderd.
Bedienings- en display-elementen
Verlichting in-/uitschakelen/
intensiteit van het licht wijzigen
Toestel in-/uitschakelen
Ventilatorstand stapsgewijs
verlagen
Ventilatorstand stapsgewijs
verhogen
Niveau Intensief in-/voortijdig
uitschakelen
Nalooptijd resp. CleanAir-functie
in-/voortijdig uitschakelen
9
3 Bediening
3 Bediening
3.1 Afstandsbediening activeren/deactiveren
Het toestel kan met behulp van de bedienings- en display-elementen op het toestel zelf
of met de afstandsbediening worden bediend.
Wij adviseren om het toestel met behulp van de afstandsbediening te bedienen.
Houd bij het uitgeschakelde toestel de toets vijf seconden ingedrukt.
De LED van de toets knippert twee keer.
Het toestel kan nu met behulp van de afstandsbediening worden bediend.
Houd bij het uitgeschakelde toestel de toets opnieuw vijf seconden ingedrukt.
De LED van de toets knippert een keer.
Het toestel kan alleen nog met behulp van de bedienings- en display-elementen
worden bediend.
3.2 Toestel in-/uitschakelen
Raak de toets aan.
Het toestel schakelt in op ventilatorstand 1.
Raak de toets nogmaals aan.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
3.3 Verlichting in-/uitschakelen
Raak de toets aan.
De verlichting wordt met maximale intensiteit ingeschakeld.
Raak de toets nogmaals aan.
De verlichting wordt uitgeschakeld.
3.4 Intensiteit van het licht wijzigen
Bij ingeschakelde verlichting de toets gedurende twee seconden ingedrukt hou-
den.
De intensiteit van het licht wordt verlaagd.
Bij gereduceerde intensiteit van het licht de toets aantippen.
De intensiteit van het licht wordt verhoogd.
Als de toets bij een gereduceerde intensiteit van het licht gedurende twee secon-
den ingedrukt werd of bij hogere intensiteit van het licht aangeraakt werd, wordt de
verlichting uitgeschakeld.
De verlichting kan onafhankelijk van de ventilator worden gebruikt.
3.5 Ventilatorstanden wijzigen
Raak de toets aan.
De volgende hogere ventilatorstand wordt ingeschakeld.
Raak de toets aan.
De volgende lagere ventilatorstand wordt ingeschakeld.
10
3 Bediening
3.6 Niveau Intensief in-/voortijdig uitschakelen
Raak de toets aan.
De toets
I
brandt.
Het niveau Intensief wordt ingeschakeld.
Als er eerder een ventilatorstand is gekozen, wordt het toestel na zes minuten weer
naar dit niveau teruggeschakeld.
Als het niveau Intensief bij een uitgeschakeld toestel is geselecteerd, wordt het toestel
na zes minuten uitgeschakeld.
Raak de toets nogmaals aan.
De toets
I
gaat uit.
Het niveau Intensief wordt voortijdig uitgeschakeld.
3.7 Nalooptijd in/uitschakelen
Tijdens de nalooptijd blijven de motor en de verlichting gedurende 30 minuten werken
en schakelen vervolgens uit.
De nalooptijd kan alleen via de afstandsbediening worden gekozen.
Raak de toets aan.
De toets of aantippen tot de gewenste ventilatorstand is bereikt.
Raak de toets aan.
De nalooptijd wordt ingeschakeld.
De LED van de betreffende ventilatorstand knippert gedurende 30 minuten een
keer per seconde.
Raak de toets nogmaals aan.
De LED van de betreffende ventilatorstand knippert niet meer.
De nalooptijd wordt voortijdig uitgeschakeld.
3.8 CleanAir-functie in-/voortijdig uitschakelen
De luchtafzuiging wordt ieder uur voor tien minuten op ventilatorstand 1 ingeschakeld.
Na 24 uur wordt de CleanAir-functie uitgeschakeld.
De CleanAir-functie kan alleen via de afstandsbediening worden gekozen.
Houd toets twee seconden ingedrukt.
De CleanAir-functie wordt ingeschakeld.
De LED van de toets knippert twee keer per seconde.
Houd toets opnieuw twee seconden ingedrukt.
De LED van de toets gaat uit.
De CleanAir-functie wordt voortijdig uitgeschakeld.
3.9 Verzadigingsindicator metalen vetfilters
Na 100 bedrijfsuur knippert de verzadigingsindicator bij in- en uitgeschakelde afzuig-
kap. De verzadigingsgraad is bereikt, de metalen vetfilters moeten worden gereinigd.
11
3 Bediening
Verzadigingsindicator resetten
Schakel het toestel en de verlichting uit.
Houd toets
3
drie seconden ingedrukt.
De LED van de toets
3
knippert drie keer.
De verzadigingsindicator gaat uit.
3.10 Gebruik met behulp van de bedienings- en display-elementen
Toestel in-/uitschakelen
Raak de toets aan.
Het toestel schakelt in op ventilatorstand 1.
Raak de toets nogmaals aan.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
Verlichting in-/uitschakelen
Raak de toets aan.
De verlichting wordt met maximale intensiteit ingeschakeld.
Raak de toets aan.
De verlichting wordt uitgeschakeld.
Intensiteit van het licht wijzigen
Bij ingeschakelde verlichting de toets gedurende twee seconden ingedrukt hou-
den.
De intensiteit van het licht wordt verlaagd.
Bij gereduceerde intensiteit van het licht de toets aantippen.
De intensiteit van het licht wordt verhoogd.
De verlichting kan onafhankelijk van de ventilator worden gebruikt.
Ventilatorstand wijzigen
Tik op de toets /
2
of
3
.
De LED van de betreffende toets brandt.
De betreffende ventilatorstand gaat aan.
Niveau Intensief in-/voortijdig uitschakelen
Tik op de toets
I
.
De LED van de toets
I
brandt.
Als er eerder een ventilatorstand is gekozen, wordt het toestel na zes minuten weer
naar dit niveau teruggeschakeld.
Als het niveau Intensief bij een uitgeschakeld toestel is geselecteerd, wordt het toestel
na zes minuten uitgeschakeld.
Tik op de toets /
2
of
3
.
De LED van de toets
I
gaat uit.
Het niveau Intensief gaat voortijdig uit.
De betreffende ventilatorstand gaat aan.
12
4 Verzorging en onderhoud
4 Verzorging en onderhoud
4.1 Behuizing reinigen
Zorg ervoor dat er geen water in de behuizing binnendringt! Water in de behuizing
kan tot schade leiden.
Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen, schuursponsjes, staalwol, etc.
Het oppervlak wordt daardoor beschadigd.
Draai de schroefzekering eruit of schakel de veiligheidsschakelaar uit.
Buitenkanten reinigen
Draai bij een uitgeschakeld toestel het paneel naar beneden.
Maak de buitenkanten met een iets vochtige doek en een beetje neutraal schoon-
maakmiddel schoon.
Binnenkanten reinigen
Aan de binnenkanten kan zich vet en condenswater afzetten naast de vetfilters.
Maak de binnenkanten met een iets vochtige doek en een beetje neutraal schoon-
maakmiddel schoon.
4.2 Metalen vetfilters reinigen
De vetfilters kunnen worden gereinigd.
Kies bij de vaatwasmachine het programma «Intensief» - resp. «Krachtig» – met
warm voorspoelen. Vetfilters kunnen door het reinigen verkleuren. Dit beïnvloedt
de filterwerking echter op geen enkele wijze.
Demontage
Draai de panelen 1 naar beneden.
Schuif greep 2 naar achter en trek
het vetfilter 3 naar beneden.
1
2 3
Beschadig de metalen vetfilters niet.
Reiniging
De metalen vetfilters moeten bij normaal gebruik minstens alle twee maanden, of altijd
als de verzadigingsindicator aan gaat, worden gereinigd. Bij een optimaal onderhoud
is de levensduur van de metalen vetfilters gelijk aan de levensduur van de afzuigkap.
Maak de metalen vetfilters schoon in de vaatwasmachine.
Kies bij de vaatwasmachine het programma «Intensief» – resp. «Krachtig» – met warm
voorspoelen.
13
5 Storingen zelf verhelpen
Inbouwen
Plaats steeds een vetfilter 3 in de
houder 4.
Druk greep 2 naar achter en laat het
vetfilter 3 boven in de bevestiging
vergrendelen.
Draai de panelen 1 naar boven.
1
2 3
3
Luchtcirculatiemodus met luchtcirculatiebox
Onderhoud, verzorging en vervanging van de actieve koolfilters, zie handleiding luchtcir-
culatiebox.
5 Storingen zelf verhelpen
5.1 Wat te doen als...
...de verlichting niet functioneert
Mogelijke oorzaak Oplossing
De zekering of de automati-
sche zekering van de wo-
ning resp. de huishoudelijke
installatie is defect.
Vervang de zekering.
Schakel de automatische zekering weer in.
Onderbreking in de stroom-
toevoer.
Controleer de stroomtoevoer.
LED is defect. Neem contact op met de klantendienst.
... het toestel onvoldoende onlucht
Mogelijke oorzaak Oplossing
Vetfilters zijn vervuild. Vetfilters reinigen.
De toevoer van verse lucht
is onvoldoende.
Waarborg voldoende toevoer van verse lucht.
Alleen bij luchtcirculatiemo-
del met luchtcirculatiebox:
de actieve koolfilters zijn ver-
zadigd.
Vervang de actieve koolfilters.
14
6 Toebehoren en vervangende onderdelen
6 Toebehoren en vervangende onderdelen
Geef bij bestellingen a.u.b. de productfamilie van het toestel en een exacte aanduiding
van het toebehoren of het vervangingsonderdeel aan.
Metalen vetfilter
Actieve koolfilters voor de luchtcircula-
tiebox
7 Technische gegevens
Elektrische aansluiting
Zie typeplaatje.
Metalen vetfilter verwijderen.
Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
15
8 Afvoer
8 Afvoer
8.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
8.2 Veiligheid
Maak het apparaat onbruikbaar, zodat ongelukken kunnen worden voorkomen door on-
eigenlijk gebruik (bijvoorbeeld door spelende kinderen):
Koppel het apparaat los van het stroomnet. Bij een vast gemonteerd apparaat moet
dit door een erkend elektricien worden uitgevoerd! Snij vervolgens het netsnoer bij het
apparaat los.
8.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
16
9 Trefwoordenlijst
A
Actieve koolfilters................................................ 8
Afstandsbediening.............................................. 9
Activeren/deactiveren................................. 10
Afvoer................................................................. 16
B
Bedienings- en display-elementen................... 9
Bedieningselementen
Afstandsbediening..........................................9
Behuizing reinigen ........................................... 13
D
Display-elementen
Afstandsbediening..........................................9
E
Elektrische aansluiting .................................... 15
G
Garantieverlenging .......................................... 19
Geldigheidsbereik............................................... 2
I
Inbedrijfstelling .................................................... 6
Intensiteit van het licht wijzigen
Op de afzuigkap .......................................... 12
L
Luchtafzuigmodel................................................ 8
Luchtcirculatiemodel met luchtcirculatiebox
........................................................................ 8
M
Metalen vetfilters
Demonteren .................................................. 13
Inbouwen....................................................... 13
Reinigen ........................................................ 13
Verzadigingsindicator ................................. 11
Modelnummer ..................................................... 2
N
Nalooptijd in-/voortijdig uitschakelen
..................................................................... 11
Niveau Intensief
Met afstandsbediening ............................... 11
Niveau Intensief in-/voortijdig uitschakelen
Op de afzuigkap .......................................... 12
Notities ............................................................... 18
O
Opbouw ................................................................ 8
P
Productfamilie...................................................... 2
R
Reserveonderdelen ......................................... 15
S
Service & Support............................................ 19
Storing
Toestel ontlucht onvoldoende ................... 14
Verlichting functioneert niet ....................... 14
Symbolen.............................................................. 4
T
Technische gegevens ..................................... 15
Technische vragen .......................................... 19
Toebehoren....................................................... 15
Toestel afvoeren............................................... 16
Toestel in-/uitschakelen
Met afstandsbediening ........................ 10, 12
Type....................................................................... 2
Typeplaatje........................................................ 15
U
Uitrusting .............................................................. 8
V
Veiligheidsaanwijzingen
Algemene .........................................................4
Veiligheidsinstructies
Reglementair gebruik.....................................6
Vóór de eerste inbedrijfstelling ....................6
Veiligheidsvoorschriften
Aanwijzingen bij gebruik ...............................6
Over het gebruik .............................................6
Toestelspecifieke ............................................5
Ventilatorstand wijzigen
Met afstandsbediening ............................... 10
Op de afzuigkap .......................................... 12
Verlichting
Met afstandsbediening ............................... 10
Op de afzuigkap .......................................... 12
Verzadigingsindicator...................................... 11
W
Wat te doen als
De verlichting niet functioneert ................. 14
Wat te doen als...
... het toestel onvoldoende ontlucht
........................................................................ 14
17
18
10 Notities
11 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Verwijder het metalen vetfilter.
Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
Een tweede typeplaatje bevindt zich bij de levering en moet ter identificatie van het
toestel worden bewaard.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
19
Korte handleiding
Lees eerst de veiligheidsvoorschriften in de bedieningshandleiding!
Afstandsbediening activeren
Houd bij het uitgeschakelde toestel de toets vijf seconden ingedrukt.
De LED van de toets knippert twee keer.
Het toestel kan nu met behulp van de afstandsbediening worden bediend.
Bedienings- en display-elementen van de afstandsbediening
Verlichting in-/uitschakelen/
intensiteit van het licht wijzigen
Toestel in-/uitschakelen
Ventilatorstand stapsgewijs
verlagen
Ventilatorstand stapsgewijs
verhogen
Niveau Intensief in-/voortijdig
uitschakelen
Nalooptijd resp. CleanAir-functie
in-/voortijdig uitschakelen
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
J64003356-R05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

V-ZUG 64003 Handleiding

Type
Handleiding