1 Veiligheidsvoorschriften
5
1.3 Vóór de eerste
inbedrijfstelling
▪ Het toestel mag alleen volgens de apar-
te installatiehandleiding worden gemon-
teerd en op de netstroom worden aan-
gesloten. Laat de benodigde werkzaam-
heden uitvoeren door een erkende in-
stallateur/elektricien.
▪ Bij de leidinginstallatie voor de luchtaf-
voer dienen de officiële voorschriften te
worden nageleefd.
▪ Voer het verpakkingsmateriaal af vol-
gens de plaatselijke voorschriften.
1.4 Reglementair gebruik
▪ Het toestel is bedoeld voor het afzuigen
van damp boven een huishoudelijke
kookplaats.
▪ Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan stroomgeleidende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, diens
klantenservice of een vergelijkbaar ge-
kwalificeerde persoon worden uitge-
voerd. Ondeskundige reparaties kunnen
zware ongevallen, schade aan het toe-
stel en de inrichting, alsmede werkings-
storingen tot gevolg hebben. Neem bij
een storing aan het toestel of in geval
van een reparatieopdracht de aanwijzin-
gen in het hoofdstuk 'Service & Support'
in acht. Neem indien nodig contact op
met onze klantenservice.
▪ Er mogen uitsluitend originele onderde-
len worden gebruikt.
▪ Bewaar de handleiding zorgvuldig, zo-
dat u deze te allen tijde kunt raadple-
gen.
1.5 Over het gebruik
▪ Als het toestel zichtbare beschadigin-
gen vertoont, mag het toestel niet in ge-
bruik worden genomen en dient u con-
tact met onze klantendienst op te ne-
men.
▪ Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden losgekoppeld.
▪ Tijdens het gebruik van de afzuigventila-
tor moet een toereikende toevoer van
verse lucht gewaarborgd zijn om onder-
druk in de keukenruimte te vermijden
en een optimale luchtafvoer mogelijk te
maken.
▪ Dwars stromende tocht, die de damp
over de kookplaats kan wegblazen, ver-
mijden.
▪ Bij gelijktijdig gebruik van andere toe-
stellen die op gas of op andere brand-
stoffen werken, moet een toereikende
toevoer van verse lucht gewaarborgd
zijn. Geldt niet voor luchtcirculatietoe-
stellen.
▪ Bij gelijktijdig gebruik van vuurhaarden
(zoals hout-, gas-, olie- of kolengestook-
te toestellen) is een veilig gebruik alleen
mogelijk als de onderdruk in de ruimte
van 4 Pa (0,04 mbar) niet wordt over-
schreden. Gevaar voor vergiftiging! Er
moet een toereikende toevoer van ver-
se lucht gewaarborgd zijn, bijv. door
openingen in deuren of ramen die niet
gesloten kunnen worden in combinatie
met luchttoevoer- en luchtafvoerkasten
in de muur of door andere technische
maatregelen.
▪ Tijdens de uitvoering van reinigings-
werkzaamheden erop letten dat geen
water het toestel kan binnendringen.
Een ietwat vochtige doek gebruiken. De
binnenkant of de buitenkant van het
toestel nooit met water of met een
stoomreiniger afspuiten. Binnendrin-
gend water kan schade veroorzaken.
▪ Toegankelijke onderdelen kunnen bij
het gebruik met kooktoestellen heet
worden.