Documenttranscriptie
VKLIK!
Inhoud
Basishandelingen
De opnamefuncties
gebruiken
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-W300
Lees dit handboek, de
"Gebruiksaanwijzing" en de
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
aandachtig door voordat u het apparaat
gebruikt. Bewaar deze documenten voor het
geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
De weergavefuncties
gebruiken
De instellingen
aanpassen
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
© 2008 Sony Corporation
3-300-511-71(1)
NL
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Opmerkingen over de typen "Memory
Stick" die kunnen worden gebruikt (niet
bijgeleverd)
"Memory Stick Duo"
U kunt een "Memory Stick
Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick"
U kunt geen
"Memory Stick"
gebruiken met de
camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 138 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duoadapter
Opmerkingen bij de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu zelfs opladen wanneer deze nog
niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet
volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens
bewaart u de accu op een koele, droge plaats.
Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft
werken.
• Zie pagina 140 voor meer informatie over de
accu.
2
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een Carl Zeisslens waarmee scherpe beelden met
uitstekend contrast kunnen worden
gereproduceerd.
De lens voor de camera is geproduceerd
onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitseisen
van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan
99,99 % van de pixels operationeel is. Er
kunnen op het LCD-scherm echter enkele
zwarte puntjes en/of heldere puntjes (wit, rood,
blauw of groen) zichtbaar zijn. Deze stipjes zijn
normaal en hebben geen enkele invloed op de
opname.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 9
Kleur – De effecten van de lichtbron............................................................... 10
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Flitser – De flitser gebruiken............................................................................ 13
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................14
Aanduidingen op het scherm...................................................................16
De schermweergave wijzigen..................................................................20
Het interne geheugen gebruiken .............................................................22
Basishandelingen
De modusknop gebruiken .......................................................................23
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie) ..........................................24
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)..........................................28
Opnemen met handmatige belichting......................................................34
Beelden weergeven.................................................................................36
Stilstaande beelden bekijken als een diavoorstelling ..............................38
Beelden wissen .......................................................................................43
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu ..............45
Menu-items..............................................................................................48
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu..........................................................................................50
Scènekeuze: de scènekeuze selecteren
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Flitser: flitserinstelling
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Lach-herkenning: de lach-herkenningsfunctie instellen
Lach-herkenn.gevoeligheid: de lach-herkenn.gevoeligheid instellen
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Scèneherkenning: de op te nemen scène bepalen en het beeld opnemen
EV: de lichtintensiteit instellen
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
Lichtmeetfunctie: de lichtmeetfunctie selecteren
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
3
Inhoud
Witbalans onderwater: de kleurtinten aanpassen tijdens de onderwaterfunctie
Flitsniveau: hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen
Rode-ogeneffect: de rode-ogeneffectfunctie instellen
DRO: de helderheid en het contrast optimaliseren
Ruisonderdrukking: de ruisonderdrukking aanpassen
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
Kleurfilter: de kleurfilterfunctie instellen
Kleurverzadiging: de kleurverzadiging aanpassen
Contrast: het contrast aanpassen
Scherpte: de scherpte aanpassen
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
(Opname-instellingn): de opname-instellingen selecteren
De weergavefuncties gebruiken
De weergavefunctie selecteren............................................................... 69
(Datumweergave): weergeven op datum
(Mapweergave): weergeven op map
(Favorieten): beelden die zijn opgeslagen als favorieten weergeven
Weergavemenu....................................................................................... 70
(Wissen): beelden wissen
(Weergavefunctie): de weergavefuncties instellen
(Datumlijst): de weergavedatum selecteren bij gebruik van datumweergave
(Filteren op gezicht): beelden weergeven die zijn gefilterd volgens bepaalde criteria
(Favorieten toevoegen/verw.): Favorieten toevoegen/verwijderen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken
(Formaat wijzigen): het beeldformaat wijzigen volgens het gebruik
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
: een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van beelden
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen ................ 81
Geheugen beheren .......................................................................... 83
Geheugen-tool — Memory Stick-tool ............................................... 83
Formatteren
Opnamemap maken
4
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Inhoud
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool ...........................................85
Formatteren
Instellingen........................................................................................86
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1 ..........................................86
Pieptoon
Functiegids
Initialiseren
Demo Lach-sluiter
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2 ..........................................88
USB-aansluiting
COMPONENT
Video-uit
Breed-zoombeeld
Opname-instellingn — Opname-instellingen 1 .................................90
AF-verlicht.
Stramienlijn
AF-functie
Digitale zoom
Conversielens
Opname-instellingn — Opname-instellingen 2 .................................93
Autom. Oriëntatie
Auto Review
Klokinstellingen .................................................................................94
Language Setting..............................................................................95
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................96
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer........................................................99
De software (bijgeleverd) installeren .....................................................101
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) ...........................103
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
..............................................................................................................104
Beelden kopiëren naar een computer zonder "Picture Motion Browser"
..............................................................................................................108
Beeldbestanden die zijn opgeslagen op de computer met de camera
kopiëren naar de "Memory Stick Duo" ..................................................110
De "Music Transfer" gebruiken (bijgeleverd).........................................111
De Macintosh-computer gebruiken .......................................................112
Weergeven "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"...........................114
5
Inhoud
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken.............................................................. 115
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
.............................................................................................................. 116
Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................. 119
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................. 121
Foutcodes en berichten ........................................................................ 133
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 137
De "Memory Stick Duo" ........................................................................ 138
Over de accu......................................................................................... 140
De acculader......................................................................................... 141
Over het Cyber-shot Station ................................................................. 142
Index
Index ..................................................................................................... 143
6
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Kwaliteit
Flitser
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. In dit
gedeelte wordt het gebruik van verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 23), het HOME-scherm (pagina 45)
en de menu's (pagina 47) beschreven.
Scherpstellen
Scherpstellen op een onderwerp
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Druk de sluiterknop niet
onmiddellijk volledig in.
Druk de sluiterknop
half in.
Aanduiding voor AE/
AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens de
sluiterknop volledig
in.
Als scherpstellen moeilijk lukt t [Scherpstellen] (pagina 59)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" hieronder.
7
Basistechnieken voor betere beelden
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera heeft per ongeluk bewogen toen u het beeld maakte. Dit zijn
"camerabewegingen". Anderzijds is het mogelijk dat het onderwerp heeft bewogen toen u
het beeld maakte, dit is "onderwerpwazigheid".
Camerabewegingen
Oorzaak
Uw handen of lichaam bewegen/beweegt terwijl u
de camera vasthoudt en op de sluiterknop drukt en
het hele scherm wordt wazig.
Wat u kunt doen om wazigheid te
voorkomen
• Gebruik een statief of plaats de camera op een
plat oppervlak om de camera stil te houden.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging
van 2 seconden om een foto te maken en
stabiliseer de camera door uw armen strak langs
uw zijde te houden nadat u de sluiterknop hebt
ingedrukt.
Onderwerpwazigheid
Oorzaak
Hoewel de camera stabiel is, beweegt het
onderwerp tijdens de belichting zodat het
onderwerp wazig lijkt als de sluiterknop wordt
ingedrukt.
Wat u kunt doen om wazigheid te
voorkomen
• Selecteer
-functie (Hoge gevoeligheid) of
-functie (Extra hoge gevoeligheid) in
scènekeuze.
• Kies een hogere ISO-gevoeligheid voor een
snellere sluitersnelheid en druk op de sluiterknop
voordat het onderwerp beweegt.
Opmerkingen
• De steadyshot-functie is standaard ingeschakeld zodat de camerabewegingen automatisch worden
verminderd. Dit heeft echter geen invloed op onderwerpwazigheid.
• Bovendien komen camerabewegingen en onderwerpwazigheid geregeld voor onder omstandigheden
met weinig licht of trage sluitertijd zoals bij de
-functie (Schemer) of
-functie (Schemerportret). Neem in dat geval foto's met bovenstaande tips in het achterhoofd.
8
Basistechnieken voor betere beelden
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Belichting:
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingswaarde)
= opnamegevoeligheid
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
In de functie Autom. instellen wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
Handmatige belichting:
Hiermee kunt u de sluitertijd en
diafragmawaarde handmatig aanpassen
(pagina 34).
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld
(pagina 56).
Lichtmeetfunctie:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 58).
9
Basistechnieken voor betere beelden
ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingswaarde)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia met een beeldsensor die het
licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van
de ISO-gevoeligheid.
Zie pagina 57 om de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs in donkere omgevingen, terwijl de
sluitersnelheid wordt verhoogd om de wazigheid te verminderen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Kleur
De effecten van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het
licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Gloeilamp
Wit (standaard)
Blauwachtig
Groengetint
Roodachtig
In de functie Autom. instellen worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 61).
10
Basistechnieken voor betere beelden
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 13M
4224 pixels × 3168 pixels = 13.381.632 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixels
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 12)
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en
groot bestand)
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal A3+formaat
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
11
Basistechnieken voor betere beelden
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
Beeldformaat
Gebruiksrichtlijnen
Aantal beelden
13M
(4224×3168)
Voor afdrukken tot A3+
3:2 (12M)*1
(4224×2816)
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
8M
(3264×2448)
Voor afdrukken tot A3
5M
(2592×1944)
Voor afdrukken tot A4
3M
(2048×1536)
Voor afdrukken tot 10×15 cm
of 13×18 cm
VGA
(640×480)
Klein beeldformaat opnemen
voor verzenden per e-mail
16:9 (10M)*2
(4224×2376)
Weergeven op HDTV's en
afdrukken tot A3
16:9 (2M)*2
(1920×1080)
Weergeven op HDTV's
Afdrukken
Minder
Fijn
Meer
Ruw
Minder
Fijn
Meer
Ruw
*1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
*2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 129).
Beeldformaat van films
Frame/seconde
Gebruiksrichtlijnen
640(Fijn) (640×480)
Ongeveer 30
Bewegend beelden van hoge kwaliteit opn.
voor TV-weerg
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17
Bewegende beelden van std. kwaliteit opn.
voor TV-weerg
320 (320×240)
Ongeveer 8
Klein formaat opnemen voor verzenden per
e-mail
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe hoger het aantal frames per seconde, hoe vloeiender het weergegeven beeld.
12
Basistechnieken voor betere beelden
Flitser
De flitser gebruiken
De ogen van het onderwerp worden mogelijk rood weergegeven of wazige witte ronde puntjes
kunnen voorkomen als u de flitser gebruikt. Deze verschijnselen kunnen worden
teruggedrongen met de volgende stappen.
Het "rode-ogeneffect"
Pupillen worden groter in donkere omgevingen. Het flitslicht wordt door de bloedvaten aan de
achterkant van het oog (netvlies) gereflecteerd, met het "rode-ogeneffect" als resultaat.
Camera
Oog
Netvlies
Hoe kan het "rode-ogeneffect" worden teruggedrongen?
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 64).
• Selecteer
-functie* (Hoge gevoeligheid) of
-functie* (Extra hoge gevoeligheid) in scènekeuze
(pagina 29). (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
• Corrigeer het beeld met [Bijwerken] in het weergavemenu (pagina 73) of met de bijgeleverde software
"Picture Motion Browser" als de ogen van het onderwerp rood worden weergegeven.
De "witte ronde puntjes"
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die in de buurt van de lens
rondzweven. Als ze door de flitser van de camera worden geaccentueerd, verschijnen ze als
witte ronde puntjes.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof,
pollen, enz.) in
de lucht
Hoe kunnen de "witte ronde puntjes" worden teruggedrongen?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder flitser.
• Selecteer
-functie* (Hoge gevoeligheid) of
-functie* (Extra hoge gevoeligheid) in scènekeuze. (De
flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
* Hoewel u
-functie (Hoge gevoeligheid) of
-functie (Extra hoge gevoeligheid) hebt geselecteerd in
scènekeuze, is de sluitertijd mogelijk trager bij omstandigheden met weinig licht of op een donkere plaats.
Gebruik in dat geval een statief of houd uw armen strak langs uw zijde nadat u de sluitertoets hebt
ingedrukt.
13
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Onderkant
A POWER-toets
B Sluiterknop (24)
C POWER-lampje
D Flitser (26)
E Microfoon
F Lens
G Luidspreker
H Zoekvenster
I Zelfontspannerlampje (27)/
Lach-sluiterlampje (32)/
AF-verlichting (90)
A Lampje voor AE/AF-vergrendeling
(groen)
B Laadlampje flitser/
Opnamelampje (oranje)
C Zoeker
D LCD-scherm (20)
E MENU- toets (47)
F
(Weergave)-toets (36)
G Voor opnemen: W/T (Zoom)-toets (25)
Voor weergeven: /
(Weergavezoom)-toets (36)/
(Index)-toets (37)
H Oog voor de polsriem
I Modusknop (23)
14
Onderdelen en bedieningselementen
J HOME-toets (45)
K Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (47)
Menu uit: DISP/ / / (20, 26, 27)
Wanneer de modusknop is ingesteld op
: Opnemen met/Diafragma(34)
L
(Diavoorstelling)-toets (38)
M Schroefgat voor statief
• Gebruik een statief met een schroef die
minder dan 5,5 mm lang is. Anders kunt u
de camera niet stevig bevestigen en kan de
camera beschadigd worden.
N Multifunctionele aansluiting
Voor gebruik in de volgende situaties:
• Een USB-verbinding tot stand brengen
tussen de camera en de computer.
• Aansluiten op de audio/video-ingangen van
een televisie.
• Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer.
O Accu/"Memory Stick Duo"-klepje
P Accusleuf
Q "Memory Stick Duo"-sleuf
R Toegangslampje
S Accuontgrendelknop
15
Aanduidingen op het scherm
Telkens wanneer u op v (DISP) op de
regeltoets drukt, worden de aanduidingen
op het scherm gewijzigd (pagina 20).
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Scherm
Aanduiding
Modusknop/menu
(scènekeuze) (28)
Modusknop (23)
Witbalans (61, 63)
Burst-functie/Bracketfunctie (54)
Lichtmeetfunctie (58)
Gezichtsherkenning (52)/
Lach-herkenning (53)
• De aanduidingen zijn beperkt in de functie
Eenvoudig opnemen.
Bij opname van films
SteadyShot (68)
• Standaard verschijnt één
van deze aanduidingen als
de sluiterknop half wordt
ingedrukt, afhankelijk van
de instelling van de
SteadyShot.
DRO (64)
Ruisonderdrukking (65)
Trillingswaarschuwing
A
Scherm
Aanduiding
Resterende acculading
Waarschuwing voor
zwakke accu (133)
Beeldformaat (50)
16
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
nog beelden opnemen. U
kunt het beste de
steadyshot-functie
inschakelen, de flitser
gebruiken voor een betere
belichting of een statief of
ander hulpmiddel gebruiken
om de camera te
stabiliseren (pagina 8).
Aanduidingen op het scherm
Scherm
Aanduiding
Scherm
Aanduiding
Aanduiding lachherkenn.gevoeligheid/
Aantal beelden (32)
0:12
Opnameduur
(minuten : seconden)
Aanduiding voor AFbereikzoekerframe (59)
1.0m
Semi-handmatige waarde
(60)
Macro (26)
Zoomvergrotingsfactor (25,
91)
C
Scherm
Kleurfunctie (65)
Opnamemap (83)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Kleurfilter (66)
96
Contrast (67)
Kleurverzadiging (67)
00:25:05
B
Instelfunctie handmatige
belichting (34)
Functiegids voor
handmatige belichting (34)
z
AE/AF-vergrendeling (24)
OPNMN.
Standby
Film opnemen/standby
ISO400
ISO-getal (57)
NR trage-sluitertijd
• Als de sluitertijd onder een
bepaalde snelheid belandt
bij weinig licht, wordt de
NR trage-sluitertijdfunctie
(Noise Reduction:
ruisbeperking) automatisch
ingeschakeld om beeldruis
te verminderen.
125
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
+2.0EV
Belichtingswaarde (56)
Opnameduur
(uren : minuten : seconden)
Scèneherkenning (55)
Aanduiding
z RETURN
z SET
Aantal opneembare beelden
Opnamemedia
("Memory Stick Duo",
intern geheugen)
Scherpte (68)
Scherm
Aanduiding
AF-verlichting (90)
Rode-ogeneffect beperken
(64)
Flitsfunctie (26)
Flitser wordt opgeladen
Conversielens (92)
D
Scherm
Aanduiding
Zelfontspanner (27)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (133)
Database vol (136)
Dradenkruis van de
puntlichtmeting (58)
17
Aanduidingen op het scherm
Scherm
Aanduiding
AF-bereikzoekerframe (59)
A
Scherm
Aanduiding
Resterende acculading
Waarschuwing voor
zwakke accu (133)
Beeldformaat (50)
Histogram (20)
PictBridge maakt
verbinding (117)
Bij weergave van stilstaande beelden
Weergavefunctie (69)
Filteren op gezicht (71)
Favorieten (69)
Beveiligen (78)
Afdrukmarkering (DPOF)
(119)
Zoomvergrotingsfactor
Bij weergave van films
(36)
VOL.
Volume (36)
PictBridge maakt
verbinding (118)
• Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet los als de markering
wordt weergegeven.
B
Scherm
N
Aanduiding
Weergeven (36)
Weergavebalk
18
0:00:12
Teller
101-0012
Map-bestandsnummer (80)
2008 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
z STOP
z PLAY
Functiegids voor het
weergeven van beelden
Aanduidingen op het scherm
Scherm
Aanduiding
BACK/
NEXT
Beelden selecteren
V VOLUME
Volume aanpassen
Histogram (20)
•
wordt weergegeven als
het histogramscherm is
uitgeschakeld.
C
Scherm
Aanduiding
Weergavemap (80)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
8/8 12/12
Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
Weergavemedia
("Memory Stick Duo",
intern geheugen)
Map wijzigen (80)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Lichtmeetfunctie (58)
Flitser
Witbalans (61)
ISO400
ISO-getal (57)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (133)
+2.0EV
Belichtingswaarde (56)
500
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
19
De schermweergave wijzigen
v (DISP)
(Schermweergave)toets
Telkens wanneer u op v (DISP) op de
regeltoets drukt, worden de aanduidingen
op het scherm als volgt gewijzigd:
Aanduidingen aan
Aanduidingen aan*
Histogram aan*
Tijdens de
weergave
worden de
beeldgegevens
weergegeven.
Histogramscherm
Aanduidingen uit*
LCD-scherm uit
* De helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm is hoog.
20
• Als u beelden buiten bekijkt bij helder licht,
kunt u de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
verhogen.
De accu loopt echter sneller leeg als u dit doet.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven.
– Tijdens het opnemen van films.
Tijdens het weergeven
– Als het menu wordt weergegeven.
– In de indexfunctie.
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt.
– Wanneer u stilstaande beelden roteert.
– Tijdens het weergeven van films.
– Als de favorietenlijst wordt weergegeven.
– Als de datumlijst wordt weergegeven.
• Tijdens het weergeven van beelden, kunt u het
LCD-scherm niet uitschakelen.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– De flitser afgaat.
– De sluitertijd langzaam of snel is.
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere
camera's.
• Wanneer u het LCD-scherm uitschakelt, werkt
de digitale zoom niet. Wanneer u
(Flitsfunctie)/ (Zelfontspanner)/ (Macro)
selecteert, wordt het beeld ongeveer twee
seconden weergegeven.
• Als u de camera uitschakelt en opnieuw
inschakelt terwijl het LCD-scherm is
uitgeschakeld, worden de aanduidingen
ingeschakeld.
De schermweergave wijzigen
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen
door een histogram weer te geven
A
B
Donker
Helder
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Druk
herhaaldelijk op v (DISP) op de regeltoets
om het histogram in het scherm weer te
geven. De weergegeven grafiek geeft een
donker beeld aan wanneer deze links hoger
is en geeft een helder beeld aan wanneer
deze rechts hoger is.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt ook weergegeven wanneer
u één beeld weergeeft, maar u kunt de belichting
dan niet aanpassen.
21
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 15 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
• Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)], kunnen niet worden opgenomen in het
interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
B
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
B
Intern
geheugen
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met voldoende opslagcapaciteit voor en voer vervolgens de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 84).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van uw computer
Voer de procedure uit op pagina 104, 105 of 108, 109 zonder dat er een "Memory Stick Duo"
in de camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de
camera op de computer aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt gegevens
die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
22
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Modusknop
Basishandelingen
:
Autom. instellen-functie
Hiermee kunt u opnamen maken terwijl de instellingen automatisch
worden aangepast. t pagina 24
:
Eenvoudig opnemen-functie
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal
noodzakelijke functies met goed zichtbare aanduidingen. tpagina 25
:
Autom. Programma-functie*
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt
aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde).
:
Opnemen met handmatige belichting-functie*
Hiermee kunt u opnemen nadat de belichting handmatig is aangepast
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). t pagina 34
:
Bewegende beeldn
Hiermee kunt u films opnemen met geluid. t pagina 24
/
/
/
/SCN: Scènekeuze-functie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van
de scène.
U kunt
,
,
, ,
, , ,
selecteren in het menu als de
modusknop is ingesteld op SCN. t pagina 28
* U kunt verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare
functies t pagina 48)
23
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
Sluiterknop
Macrotoets
DISP-toets
Flitsertoets
Zoomtoets
Modusknop
MENU-toets
Zelfontspannertoets
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
1 Selecteer de gewenste functie van de modusknop.
Bij opname van stilstaande beelden (Autom. instellen-functie): selecteer
Bij opname van films: selecteer
.
.
2 Houd de camera vast met uw ellebogen tegen uw lichaam gedrukt om hem
te stabiliseren.
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Bij opname van stilstaande beelden:
1 Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
Aanduiding voor AE/AFvergrendeling
2 Druk de sluiterknop volledig in.
24
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
Bij opname van films:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
–
–
–
–
–
–
Het is donker en het onderwerp bevindt zich veraf.
Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
Het onderwerp wordt door glas bekeken.
Het onderwerp beweegt snel.
Er is weerkaatsend licht of glanzende oppervlakken.
Het onderwerp heeft achtergrondlicht of er is een flitslicht.
Basishandelingen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 5 cm (W)/34 cm (T) (vanaf de voorkant van de lens).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/
AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Daarnaast verdwijnt het AFbereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
Opnemen met de functie Eenvoudig opnemen
Zet de modusknop op
.
Het tekstformaat wordt groter en de aanduidingen worden makkelijker zichtbaar.
De camera neemt beelden op met de optimale instellingen, zodat de enige instellingen die u
dient te wijzigen Beeldformaat (Groot/Klein) (pagina 51), Flitser (Autom./Uit) (pagina 51) en
Zelfontsp. (10 sec/Uit) zijn (pagina 27).
• De achtergrondverlichting wordt automatisch helder en de accu raakt sneller leeg.
W/T De zoom gebruiken
Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 91 voor meer informatie over de [Digitale zoom]-instellingen en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
25
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser automatisch
Flitst wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling).
: Flitser altijd aan
: Langzame synchro (Flitser altijd aan)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Flitser altijd uit
• De flitser gaat twee keer af. De eerste flits wijzigt de lichthoeveelheid.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt
weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op b (
) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): automatisch
De camera past de scherpstelling automatisch aan van onderwerpen veraf tot close-up.
Stel de camera normaal in op deze functie.
: macro
De camera past de scherpstelling aan met prioriteit voor close-uponderwerpen.
Stel Macro aan in bij het opnemen van onderwerpen dichtbij.
• De snelheid van de automatische scherpstelling daalt wanneer u opnamen maakt van onderwerpen in de verte met de
macrofunctie ingeschakeld.
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-zijde.
26
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V (
) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
Als u op de sluiterknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot
de sluiter werkt.
Zelfontspannerlampje
Druk nogmaals op V (
Basishandelingen
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
) om te annuleren.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om een wazig beeld te
voorkomen. De sluiter wordt 2 seconden nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt, vrijgegeven
waardoor de camerabewegingen worden verminderd als er op de sluiterknop wordt gedrukt.
• In de functie Eenvoudig opnemen, kunt u alleen
(10 sec) of
(Uit) selecteren.
27
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
MENU-toets
Sluiterknop
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
Modusknop
Selecteer de functie (
/
/
/ /SCN) met de modusknop
1 Selecteer de gewenste functie van scènekeuze (
/
/
/
/SCN) met de
modusknop.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Selecteer de functie (
/
/
/ /
/ / /
) in SCN
1 Selecteer SCN met de modusknop.
2 Druk op de MENU-toets en selecteer uit
/
/
/
/
b/B op de regeltoets (pagina 50).
3 Maak een foto met de sluiterknop.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functie.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de Scènekeuze-functie.
28
/
/
/
met v/V/
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om overeen te stemmen met de
scèneomstandigheden.
Functies geselecteerd met de modusknop
Basishandelingen
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht.
Extra hoge gevoeligheid
Hiermee kunt u heldere opnamen maken zonder flitser op donkere plaatsen wanneer handbewegingen
voorkomen, zelfs wanneer de
-functie (Hoge gevoeligheid) is ingeschakeld. Het beeldformaat is
ingesteld op [3M].
Extra snelle Burst
Hiermee kunt u maximaal 5 beelden per seconde opnemen met extra snelle burst. Het opname-interval is
ongeveer 0,2 seconden.
Het beeldformaat is ingesteld op [3M].
Lach-sluiter
Wanneer de camera een lach detecteert, wordt de sluiter automatisch vrijgegeven. Zie pagina 32 voor meer
informatie.
Functies geselecteerd met het menuscherm
Soft Snap
Hiermee kunt u beelden opnemen met een rustigere achtergrond voor portretten en bloemen, enzovoort.
29
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Landschap
Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen.
Schemer-portret*
Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen met de nachtweergave in de achtergrond zonder de
atmosfeer te verliezen.
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te
verliezen.
Strand
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water duidelijk opnemen als u aan het water opneemt.
Sneeuw
Hiermee kunt u duidelijke beelden opnemen waarbij flauwe kleuren worden voorkomen bij sneeuwscènes
of andere plaatsen waar het hele beeld wit lijkt.
Vuurwerk*
Hiermee neemt u vuurwerk in alle pracht op.
30
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Onderwater
Hiermee kunt u onder water beelden opnemen met natuurlijke kleuren met behulp van een waterdichte
behuizing.
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde functies zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie.
Basishandelingen
* Wanneer u beelden opneemt met
(Schemer-portret),
(Schemer) of
(Vuurwerk), is de sluitertijd
langer en komt wazigheid frequenter voor. Het gebruik van een statief is bijgevolg aanbevolen.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro
Flitser
Lachherkenn.
Gezichtsher- Lachkenning herkenning gevoeligheid
—
—
—
*1
—
—
—
—
*1
—
—
1
—
—
—
—
—
—
*3
—
/
—
—
—
Burst/
RodeWitbalans
Zelfontsp.
Bracket
ogeneffect
—
*
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
/
—
—
—
—
—
—
—
—
—
/
—
—
/
—
—
*2
—
—
—
—
*4
—
1)
* [Flitser] voor [Witbalans] kan niet worden geselecteerd.
*2) Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
*3) [Uit] voor [Gezichtsherkenning] kan niet worden geselecteerd.
*4) U kunt [Witbalans onderwater] gebruiken in plaats van [Witbalans].
31
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Beelden opnemen in Lach-sluiter-functie
Wanneer de camera een lach detecteert, wordt de sluiter automatisch vrijgegeven.
1 Selecteer
-functie (Lach-sluiter) met de modusknop.
2 Druk de sluiterknop half in om de scherpstelling aan te passen, terwijl u de camera richt
naar het onderwerp dat u wilt opnemen.
3 Druk de sluiterknop volledig in.
De lach-sluiter schakelt over naar standby.
Markering lach-herkenning/Aantal beelden
Frame lach-herkenning (oranje)
Aanduiding lach-herkenn.gevoeligheid
Dit duidt het huidige lach-niveau aan.
Telkens als het lach-niveau de ingestelde lach-herkenn.gevoeligheid bereikt (aangeduid
door b), bedient de camera automatisch de sluiter en neemt tot zes beelden op. Na het
opnemen van het beeld, licht de lach-sluiterlamp op (pagina 14).
4 Druk de sluiterknop opnieuw volledig in om de lach-sluiterfunctie te verlaten.
• Wanneer de lach-sluiter in standby staat, knippert het opnamelampje (oranje).
• Opnemen met de lach-sluiter eindigt automatisch wanneer de "Memory Stick Duo" of het interne
geheugen vol geraakt of wanneer zes beelden zijn opgenomen.
• U kunt het onderwerp dat voorrang krijgt voor lach-herkenning selecteren met [Lach-herkenning]
(pagina 53).
• Als er geen lach wordt gedetecteerd, stelt u de [Lach-herkenn.gevoeligheid] in (pagina 53).
• U kunt de camera het beeld automatisch laten opnemen wanneer een persoon weergegeven in het frame
voor lach-herkenning (oranje) lacht nadat u de sluiterknop volledig hebt ingedrukt.
• Het beeld is mogelijk niet scherpgesteld als de afstand tussen de camera en het onderwerp wordt
gewijzigd nadat u de sluiterknop volledig hebt ingedrukt. De geschikte belichting wordt mogelijk niet
bereikt als de helderheid van de omgeving wijzigt.
• Gezichten worden mogelijk niet correct gedetecteerd in de volgende gevallen:
– Het is te donker of te licht.
– Gezichten zijn gedeeltelijk verborgen door een zonnebril, masker, hoed, enz.
– De onderwerpen zijn niet naar de camera toe gericht.
• Afhankelijk van de omstandigheden gebeurt het detecteren van een lach niet correct.
• U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken.
• U kunt de zoomfactor niet wijzigen wanneer de lach-sluiter in standby staat.
32
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
z Tips voor het beter vastleggen van een lach
Basishandelingen
1 Bedek de ogen niet met de flitsen.
2 Probeer het gezicht recht voor de camera en zo horizontaal mogelijk te plaatsen. De
detecteringsfactor is hoger wanneer de ogen dichtgeknepen zijn.
3 Geef een duidelijke lach met een open mond. De lach is makkelijker te detecteren wanneer de tanden
zichtbaar zijn.
33
Opnemen met handmatige belichting
Sluiterknop
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
Modusknop
1 Selecteer M met de modusknop en druk op z op de regeltoets.
• [SET] wijzigt in [RETURN] linksonder op het scherm en de camera wordt ingesteld op de
instelfunctie voor handmatige belichting.
2 Pas de belichting handmatig aan met de regeltoets.
b/B: diafragma (F-waarde)
v/V: sluitertijd
Diafragmawaarde
RETURN
Sluitertijd
• Selecteer een van de onderstaande diafragmawaarden.
– Wanneer de zoom volledig op de W-zijde wordt ingesteld, kunt u een diafragma van F2,8, F5,6 of
F8,0 selecteren (met de interne ND-filter).
– Wanneer de zoom volledig op de T-zijde wordt ingesteld, kunt u een diafragma van F5,5, F11 of
F16 selecteren (met de interne ND-filter).
• U kunt een sluitertijd van 30 tot 1/1000 seconden selecteren.
Het verschil tussen de instellingen en de belichting gekozen door de camera verschijnt als een EVwaarde (pagina 56) op het scherm. 0EV duidt de waarde aan die de camera het meest geschikt vindt.
3 Een foto maken met de sluiterknop.
• Om een flitserfunctie te selecteren, op te nemen in macrofunctie/zelfontspannerfunctie of de
schermweergave te wijzigen, drukt u op z om Opnemen met handmatige belichting te annuleren
([RETURN] wijzigt in [SET] op het scherm.).
• De flitser is ingesteld op (Flitser aan) of
(Flitser uit).
• Sluitertijden van een seconde of langer worden aangeduid door ["], bijvoorbeeld [1"].
34
Opnemen met handmatige belichting
• Wanneer u een tragere sluitertijd instelt, gebruikt u best een statief om de effecten van trillingen te
voorkomen.
• Als de sluitertijd onder een bepaalde snelheid belandt, wordt de NR trage-sluitertijdfunctie automatisch
ingeschakeld om beeldruis te verminderen en verschijnt
onderaan het scherm.
• Als u trage sluitertijden selecteert, duurt het even om de gegevens te verwerken.
Basishandelingen
35
Beelden weergeven
(Index)/
(Weergavezoom)-toets
(Weergavezoom)-toets
z-toets
v/V/b/B-toets
MENU-toets
HOME-toets
Regeltoets
(Weergave)-toets
1 Druk op de
(Weergave)-toets.
• Als u op de
(Weergave)-toets drukt wanneer de camera is uitgeschakeld, wordt de camera
automatisch ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Als u wilt terugkeren naar de
opnamefunctie, drukt u nogmaals op de
(Weergave)-toets.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normale weergave.)
Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het
volume aan te passen.
• Films met beeldformaat [320] worden kleiner weergegeven.
• Soms kunnen beelden opgenomen met eerdere Sony-modellen niet worden weergegeven.
Druk op de HOME-toets, selecteer [
de beelden vervolgens weer.
/
Mapweergave] uit
(Beelden bekijken) en geef
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op
wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op
ongedaan te maken.
Pas de positie aan met v/V/b/B.
Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
om het zoomen
Toont het weergegeven deel van het volledige
beeld.
In dit geval wordt het midden vergroot
weergegeven.
• Zie [Trimmen] (pagina 73) voor het opslaan van vergrote beelden.
36
Beelden weergeven
Een indexscherm weergeven
Druk op
(Index) om het indexscherm weer te geven terwijl een stilstaand beeld wordt
weergegeven.
Selecteer een beeld met v/V/b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Basishandelingen
• In de standaardinstellingen worden beelden weergegeven in Datumweergave (bij gebruik
van de "Memory Stick Duo") of in Mapweergave (bij gebruik van het interne geheugen).
U kunt de weergavefunctie wijzigen door
(Beelden bekijken) te selecteren in het
HOME-scherm wanneer u de "Memory Stick Duo" gebruikt (pagina 69).
• Elke keer u op
(Index) drukt, wordt het aantal beelden op het indexscherm verhoogd.
• Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" kunt u de gewenste datum/map selecteren met
v/V na het selecteren van de balk met b.
Balk
37
Stilstaande beelden bekijken als een
diavoorstelling
Stilstaande beelden worden achtereenvolgens weergegeven met muziek en effecten
toegevoegd.
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
(Weergave)-toets
1 Druk op de
(Diavoorstelling)-toets
(Diavoorstelling)-toets.
Het instelscherm wordt weergegeven.
2 Druk opnieuw op de
(Diavoorstelling)-toets.
De diavoorstelling start.
• U kunt films niet afspelen.
• Andere instellingen dan [Beeld] en [Filter] worden opgeslagen tot de volgende keer dat ze
worden gewijzigd.
• Soms kan de [Filter]-functie niet worden gebruikt bij beelden opgenomen met eerdere Sony-
modellen.
De diavoorstelling beëindigen
Druk op de
(Diavoorstelling)-toets.
• U kunt de diavoorstelling niet pauzeren.
Het volume van de muziek aanpassen
Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het volume
aan te passen.
38
Stilstaande beelden bekijken als een diavoorstelling
De instellingen wijzigen
In het instelscherm in stap 1 selecteert u elk item met v/V en vervolgens drukt u op z.
U kunt de volgende items instellen.
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
Beeld
Deze instelling is vastgesteld op [Map] wanneer geen "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) is
geplaatst.
Alle stilstaande beelden worden op volgorde weergegeven.
Map
De stilstaande beelden in de geselecteerde map, van de
geselecteerde datum, of in Favorieten, worden weergegeven.
Deze datum
Favorieten 1-6
• [Map] en [Deze datum] kunnen alleen worden geselecteerd met
behulp van de bijbehorende weergavefunctie.
Basishandelingen
Alle beelden
Filter
Deze instelling is vastgesteld op [Uit] wanneer geen "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) is
geplaatst.
Uit
Beelden worden niet gefilterd.
Alle mensen
Geeft beelden weer, gefilterd op de geselecteerde
voorwaarden.
Kinderen
Baby's
Lachend
• Soms worden beelden per vergissing weergegeven of
verborgen.
• Soms kan het filteren niet worden uitgevoerd bij beelden
opgenomen met eerdere Sony-modellen.
39
Stilstaande beelden bekijken als een diavoorstelling
Effecten
Simpel
Een eenvoudige diavoorstelling waarbij stilstaande beelden
worden gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval
• Het weergave-interval kan worden aangepast. Met dit effect
kunt u genieten van uw beelden op uw eigen tempo.
40
Basis
Een standaard diavoorstelling die geschikt is voor veel
verschillende scènes
Nostalgisch
Een donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de sfeer
van een filmscène
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid
Actief
Een diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve
scènes
Gezicht 1: Basis
Een diavoorstelling met gemiddelde snelheid, met effecten
zoals inzoomen op gezichten en weergave van meerdere
beelden naast elkaar. Geschikt voor verschillende scènes,
brengt het beste van beelden, inclusief gezichten, tot uiting
Gezicht 2: Nostalgish
Een langzamere, meer emotieve diavoorstelling, met effecten
zoals inzoomen op gezichten en weergave van meerdere
beelden naast elkaar, om het beste van beelden, inclusief
gezichten, tot uiting te brengen
Gezicht 3: Stijlvol
Een levendige diavoorstelling met hoge snelheid, met
effecten zoals inzoomen op gezichten en weergave van
meerdere beelden naast elkaar, om het beste van beelden,
inclusief gezichten, tot uiting te brengen
Stilstaande beelden bekijken als een diavoorstelling
Muziek
De muziek die wordt afgespeeld, wordt standaard bepaald volgens het effect dat u selecteert. U
kunt zelf om het even welke muziek instellen met elk gewenst effect. U kunt ook kiezen uit
meerdere soorten achtergrondmuziek (BGM).
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Simpel]
Music2
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Basis]
Music3
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Nostalgisch]
Music4
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Stijlvol]
Music5
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Actief]
Music6
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Gezicht 1: Basis]
Music7
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Gezicht 2: Nostalgish]
Music8
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Gezicht 3: Stijlvol]
Uit
Hiermee wordt geen muziek gebruikt.
Terug
Keert terug naar het instelscherm.
Basishandelingen
Music1
41
Stilstaande beelden bekijken als een diavoorstelling
Overige instel.
Interval
De instelling is vastgesteld op [Autom.] wanneer [Simpel] niet is geselecteerd bij [Effecten].
1 sec
3 sec
Stelt het weergave-interval van beelden voor een
diavoorstelling met de instelling [Simpel] in.
5 sec
10 sec
Autom.
Het interval is ingesteld zodat dit geschikt is voor het
geselecteerde [Effecten]-item.
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt een gewenst muziekbestand van uw cd of MP3-bestanden overbrengen naar een camera voor
weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt muziek overbrengen met [ Muziek-tool] in
(Diavoorstelling) in het HOME-scherm en de software "Music Transfer" (bijgeleverd) die op een
computer is geïnstalleerd. Zie pagina 111 en 113 voor meer informatie.
• U kunt maximaal acht liedjes op de camera opnemen (de acht vooraf ingestelde liedjes (Music1 - Music8)
kunnen worden vervangen door de muziek die u overbrengt).
• De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 5 minuten.
• Als u geen muziekbestand kunt weergeven omdat het bestand beschadigd is of niet goed werkt, voer dan
[Format. muz.] (pagina 111) uit en breng de muziek opnieuw over.
42
Beelden wissen
(Index)-toets
MENU-toets
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
1 Druk op de
(Weergave)-toets.
Basishandelingen
(Weergave)-toets
2 Druk op de MENU-toets tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of
indexfunctie.
3 Selecteer
[Wissen] met v/V op de regeltoets.
4 Selecteer de gewenste verwijderingsmethode met b/B uit [Dit beeld],
[Meerdere beelden] en [Alle beelden in datumbereik]/[Alle in deze map] en
druk vervolgens op z.
• De weergegeven opties verschillen naargelang de geselecteerde weergavefunctie (pagina 69).
43
Beelden wissen
Wanneer u [Dit beeld] selecteert
U kunt het geselecteerde beeld wissen.
Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Wanneer u [Meerdere beelden] selecteert
U kunt meerdere beelden gelijktijdig selecteren en wissen.
1 Selecteer de beelden die u wilt verwijderen en druk vervolgens op z.
(vinkje) verschijnt in het selectievakje van het beeld.
Enkelbeeld
Indexweergave
2 Druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden van een datum/map wilt wissen, selecteer dan [Meerdere beelden] in het
indexscherm, selecteer de balk met b en vink het selectievakje
aan.
Wanneer u [Alle beelden in datumbereik]/[Alle in deze map] selecteert
U kunt alle beelden van een geselecteerde datum/map wissen.
Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
44
Meer informatie over de verschillende functies –
HOME/Menu
Het HOME-scherm gebruiken
Het HOME-scherm is een portaalscherm voor alle functies van de camera en kan worden
opgeroepen, ongeacht de functie-instelling (opnemen/weergeven).
Regeltoets
HOME-toets
Basishandelingen
z-toets
v/V/b/B-toets
1 Druk op de HOME-toets om het HOME-scherm weer te geven.
Categorie
Item
Gids
2 Selecteer een categorie met b/B op de regeltoets.
3 Selecteer een item met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt het HOME-scherm niet weergeven wanneer een PictBridge-aansluiting of een USB-
verbinding tot stand is gebracht.
• De camera wordt op de opnamefunctie of weergavefunctie ingesteld door nogmaals op de
HOME-toets te drukken.
45
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu
HOME-items
Als u op de HOME-toets drukt, worden de volgende items weergegeven. Alleen de
beschikbare items worden op het scherm weergegeven. De gids onderaan het scherm geeft
meer informatie over de items op het scherm.
Categorieën
Items
Opnemen*
Opnemen (pagina 23)
Beelden bekijken
Datumweergave (pagina 69)
Mapweergave (pagina 69)
Favorieten (pagina 69)
Diavoorstelling
Diavoorstelling (pagina 38)
Muziek-tool (pagina 111)
Downl. muz.
Afdrukken
Geheugen beheren
Format. muz.
Afdrukken (pagina 116)
Geheugen-tool
Memory Stick-tool (pagina 83)
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Intern geheugen-tool (pagina 85)
Formatteren
Instellingen
Hoofdinstellingen
Hoofdinstellingen 1 (pagina 86)
Pieptoon
Functiegids
Initialiseren
Demo Lach-sluiter
Hoofdinstellingen 2 (pagina 88)
USB-aansluiting
COMPONENT
Video-uit
Breed-zoombeeld
Opname-instellingn
Opname-instellingen 1 (pagina 90)
AF-verlicht.
Stramienlijn
AF-functie
Digitale zoom
Conversielens
Opname-instellingen 2 (pagina 93)
Autom. Oriëntatie
Auto Review
Klokinstellingen (pagina 94)
Language Setting (pagina 95)
* De geselecteerde opnamefunctie die met de modusknop is geselecteerd, wordt toegepast.
46
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu
De menu-items gebruiken
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
1 Druk op de MENU-toets om het menu weer te geven.
Basishandelingen
MENU-toets
Functiegids
Door [Functiegids] in te stellen op [Uit]
schakelt u de functiegids uit (pagina 86).
• Het menu wordt alleen weergegeven tijdens de opname- en weergavefunctie.
• Verschillende items zijn beschikbaar afhankelijk van de geselecteerde functie.
2 Selecteer een gewenst menu-item met v/V op de regeltoets.
• Als het gewenste item verborgen is, blijft u op v/V drukken tot het item op het scherm wordt
weergegeven.
3 Selecteer een instelling met b/B.
• Als de gewenste instelling verborgen is, blijft u op bB drukken tot de instelling op het scherm wordt
weergegeven.
• Selecteer een item in de weergavefunctie en druk op z.
4 Druk op de MENU-toets om het menu uit te schakelen.
47
Menu-items
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de functie-instelling (opnemen/
weergeven) en de positie van de modusknop in de opnamefunctie. Alleen de beschikbare
items worden op het scherm weergegeven.
( : beschikbaar)
Stand modusknop:
Scène
Opnamemenu (pagina 50)
Scènekeuze
—
—
Beeldformaat
Flitser
Lachherkenn.gevoeligheid
*2
—
*1
—
—
—
—
—
—
—
Opn.functie
—
Scèneherkenning
—
EV
—
—
—
—
—
*2
—
—
*2
—
—
*2
—
*2
—
—
—
—
—
—
—
ISO
—
—
*2
Lichtmeetfunctie
—
—
*2
Scherpstellen
—
—
*2
Witbalans
—
—
*2
Witbalans onderwater
—
—
Flitsniveau
—
—
Rode-ogeneffect
—
*2
*
Gezichtsherkenning
Lach-herkenning
—
1
—
*2
—
—
—
—
*2
—
—
—
DRO
—
—
—
—
Ruisonderdrukking
—
—
—
—
Kleurfunctie
—
—
*2
Kleurfilter
—
—
*2
—
Kleurverzadiging
—
—
*2
—
Contrast
—
—
*2
Scherpte
—
—
SteadyShot
—
(Opname-instellingn)
—
—
—
—
—
*1) De items die u kunt selecteren zijn beperkt in vergelijking tot andere functies (pagina 25).
*2) De bewerking is beperkt op basis van de geselecteerde scènekeuzefunctie (pagina 31).
48
Menu-items
Weergavemenu (pagina 70)
(Wissen)
(Datumlijst)
(Weergavefunctie)
(Filteren op gezicht)
(Favorieten toevoegen/verw.)
(Diavoorstelling)
(Bijwerken)
(Formaat wijzigen)
(Beveiligen)
(Roteren)
Basishandelingen
(Afdrukken)
(Map kiezen)
49
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu
Hieronder worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de opnamefunctie via de
MENU-toets.
Zie pagina 47 voor meer informatie over de bediening van het menu.
De selecteerbare functie wordt in het wit weergegeven.
Functies die via het menuscherm
geselecteerd zijn als de modusknop op SCN
is ingesteld
Niet beschikbaar
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
Scènekeuze: de scènekeuze selecteren
De scènekeuze in het menu selecteren.
U kunt beelden opnemen met de instellingen vooraf ingesteld om met de
scèneomstandigheden overeen te komen (pagina 28).
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Zie pagina 11 voor meer informatie.
Voor stilstaande beelden
Hiermee wordt het beeldformaat geselecteerd voor het
opnemen van stilstaande beelden.
• [Beeldformaat] is ingesteld op [3M] wanneer de
-functie (Extra hoge gevoeligheid) of
(Extra snelle Burst) is geselecteerd in de scènekeuze.
50
-functie
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Voor Eenvoudig opnemen-functie
Selecteert het gewenste beeldformaat voor de Eenvoudig opnemen-functie.
Groot
Neemt beelden op in het formaat [13M].
Klein
Neemt beelden op in het formaat [3M].
Voor films
(Fijn)
(Standaard)
Hiermee wordt het beeldformaat geselecteerd voor het
opnemen van films.
Selecteert de flitserinstelling in de Eenvoudig opnemen-functie.
Autom.
Flitst wanneer er niet voldoende licht of
achtergrondverlichting is.
Uit
Hiermee wordt de flitser niet gebruikt.
De opnamefuncties gebruiken
Flitser: flitserinstelling
51
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Selecteert of de gezichtsherkenningsfunctie wordt gebruikt of niet, en selecteert ook het
onderwerp waarvan de scherpstelling met voorrang wordt aangepast bij gebruik van de
functie.
Bij de functie voor gezichtsherkenning worden ook de instellingen voor scherpstelling, flitser,
belichting, witbalans en het rode-ogeneffect automatisch bepaald.
(Uit)
Maakt geen gebruik van de gezichtsherkenningsfunctie.
(Autom.)
Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch dient
scherp te stellen.
Markering gezichtsherkenning
Frame gezichtsherkenning
(oranje)
Frame gezichtsherkenning (wit)
(Voorkeur voor
kinderen)
Stelt bij voorkeur scherp op het gezicht van kinderen.
(Voorkeur voor
volwassenen)
Stelt bij voorkeur scherp op het gezicht van volwassenen.
• De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet bij gebruik van de digitale zoom.
• Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op de
-functie (Soft Snap), wordt de
gezichtsherkenningsfunctie geactiveerd.
• Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op de
-functie (Soft Snap), is de standaardinstelling van
[Gezichtsherkenning] [Autom.].
• Hoewel [Gezichtsherkenning] is vastgesteld op [Autom.] wanneer de functie Eenvoudig opnemen is
geselecteerd, worden geen frames voor gezichtsherkenning weergegeven.
• Er kunnen maximaal 8 gezichten in de onderwerpen worden herkend. Er kunnen echter slechts maximaal
4 gezichten van uw onderwerpen worden herkend wanneer de
-functie (Soft Snap) is geselecteerd in
de scènekeuzefunctie.
• Wanneer de camera meerdere onderwerpen herkent, zal de camera bepalen wat het hoofdonderwerp is en
de scherpstelling instellen met voorrang. Het frame voor gezichtsherkenning van het hoofdonderwerp
wordt oranje.
• Het frame waarop is scherpgesteld, wordt groen door de sluiterknop half in te drukken.
• Gezichten worden mogelijk niet correct gedetecteerd in de volgende gevallen:
– Het is te donker of te licht.
– Gezichten zijn gedeeltelijk verborgen door een zonnebril, masker, hoed, enz.
– De onderwerpen zijn niet naar de camera toe gericht.
• Afhankelijk van de omstandigheden worden volwassenen en kinderen niet correct herkend.
52
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Lach-herkenning: de lach-herkenningsfunctie instellen
Hiermee selecteert u het onderwerp met voorrang voor de Lach-sluiter-functie. Zie pagina 32
voor meer informatie over de lach-sluiter.
(Autom.)
Detecteert automatisch lachende gezichten en neemt ze op.
(Voorkeur voor
kinderen)
Detecteert en neemt bij voorkeur het gezicht van kinderen op.
(Voorkeur voor
volwassenen)
Detecteert en neemt bij voorkeur het gezicht van volwassenen
op.
Lach-herkenn.gevoeligheid: de lach-herkenn.gevoeligheid instellen
Hiermee stelt u het lach-herkenningsniveau in met behulp van de lach-sluiterfunctie. Zie
pagina 32 voor meer informatie over de lach-sluiter.
(Laag)
Detecteert een brede lach.
(Normaal)
Detecteert een normale lach.
(Hoog)
Detecteert een kleine lach.
De opnamefuncties gebruiken
• Afhankelijk van de omstandigheden gebeurt het detecteren van een lach niet correct.
• Afhankelijk van de omstandigheden gebeurt het detecteren van een lach niet correct.
53
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
(Normaal)
(Burst)
Er wordt niet continu opgenomen.
Hiermee worden 100 beelden achter elkaar opgenomen
wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt.
• De flitser is ingesteld op
BRK±0,3EV
BRK±0,7EV
BRK±1,0EV
(Flitser altijd uit).
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen
waarbij de belichtingswaarden automatisch iets worden
verschoven (Exposure Bracket).
Hoe groter de waarde van de bracket-stap, hoe groter de
verschuiving van de belichtingswaarde.
• Wanneer u de juiste belichting niet kunt bepalen, maakt u
opnamen in de Exposure Bracket-functie, zodat de
belichtingswaarde wordt verschoven. U kunt achteraf het beeld
kiezen met de beste belichting.
• Wanneer de modusknop is ingesteld op
, is de Exposure
Bracket-functie niet beschikbaar.
• De flitser is ingesteld op
(Flitser altijd uit).
De Burst-functie
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als u opneemt in burst met de modusknop ingesteld op , kunt u geen sluitertijd van 1/3 seconde of
trager selecteren.
• Het opname-interval bedraagt ongeveer 0,5 seconden. Het opname-interval wordt mogelijk langer,
afhankelijk van de instelling voor het beeldformaat.
• Als de accu bijna leeg is, of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burstfunctie.
• De scherpstelling, de witbalans en de belichting worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden.
De Exposure Bracket-functie
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
• Als u opneemt in burst met de modusknop ingesteld op , kunt u geen sluitertijd van 1/3 seconde of
trager selecteren.
54
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
• Als u de belichting handmatig aanpast (pagina 56), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
aangepaste helderheid.
• Het opname-interval is hetzelfde als de Burst-functie. Het opname-interval kan langer zijn, afhankelijk
van de scèneomstandigheden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde
waarde voor de bracket-stap.
Scèneherkenning: de op te nemen scène bepalen en het beeld opnemen
De camera detecteert automatisch de opnameomstandigheden, zoals achtergrondverlichting of
een nachtscène, en neemt het beeld op.
Hiermee wordt de scèneherkenning niet gebruikt.
De camera detecteert de omstandigheden, zoals
achtergrondverlichting of een nachtscène, en neemt het beeld
op met de optimale instellingen.
Als de camera de scène niet herkent, neemt deze het beeld op
alsof de scèneherkenning was ingesteld op [Uit].
Markering huidige
instelling
Markering
scèneherkenning
(Geavanceerd)
De opnamefuncties gebruiken
(Uit)
(Autom.)
De camera neemt een beeld op zonder gebruik van de
scèneherkenningsfunctie en nog een beeld met
scèneherkenning.
wordt weergegeven naast een markering
voor scèneherkenning. (In totaal twee opnamen)
Als de camera de scène niet herkent, neemt deze slechts één
beeld op.
In dat geval wordt het beeld opgenomen alsof de
scèneherkenning was ingesteld op [Uit].
Over scènes die worden herkend
De volgende scènes kunnen worden herkend. De camera identificeert de optimale scène en
geeft elke markering weer.
Wanneer u de sluiterknop half indrukt terwijl een markering wordt weergegeven, wordt de
markeringskleur groen en wordt scèneherkenning bevestigd.
Schemer
Schemer-portret
Schemer met een statief
Tegenlicht
Tegenlicht-portret
55
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
• Scèneherkenning werkt niet in de volgende situaties:
– Tijdens serieopnamen
– Bij gebruik van digitale zoom
• De flitser is ingesteld op
(Flitser automatisch) of
(Flitser altijd uit).
• Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is ingesteld op [Uit] en [Scèneherkenning] is ingesteld op
[Autom.] of [Geavanceerd], wijzigt de instelling van [Gezichtsherkenning] in [Autom.].
• Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is ingesteld op [Uit], kunnen
-scènes (Schemer-portret) en
-scènes (Tegenlicht-portret) niet worden gedetecteerd.
•
-scènes (Schemer met een statief) kunnen soms niet worden herkend in een omgeving waar trillingen
worden doorgegeven aan de camera, zelfs als deze is bevestigd op een statief.
• Soms is de sluiter trager wanneer een scène wordt herkend als een
(Schemer met een statief). Houd
de camera stil tijdens het opnemen.
• De markering voor de huidige instelling en voor scèneherkenning worden weergegeven, ongeacht de
schermweergave-instellingen (pagina 20).
• Soms worden deze scènes niet herkend afhankelijk van de situatie.
EV: de lichtintensiteit instellen
Hiermee kunt u de belichting handmatig aanpassen.
Naar –
Naar +
–2.0EV
Naar –: maakt een beeld donkerder.
0EV
De belichting wordt automatisch bepaald door de camera.
+2.0EV
Naar +: maakt een beeld helderder.
• Voor meer informatie over de belichting, zie pagina 9.
• Zie pagina 34 voor meer informatie over het instellen van de belichting van de functie Opnemen met
handmatige belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV.
• Wanneer u een onderwerp onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden opneemt of wanneer u de
flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
56
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
Selecteert de ISO-gevoeligheid
Lage ISOgevoeligheid
U kunt beeldwazigheid op donkere plaatsen terugdringen of
onderwerpen verplaatsen door de ISO-gevoeligheid te
verhogen (kies een hogere waarde). Beelden bevatten echter
meer ruis naarmate de waarde van de ISO-gevoeligheid
toeneemt. Kies een ISO-gevoeligheid volgens de
opnameomstandigheden.
De opnamefuncties gebruiken
(Autom.)
Hoge ISOgevoeligheid
• Voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid, zie pagina 9.
• Wanneer de
-functie (Extra hoge gevoeligheid) is ingesteld in de scènekeuzefunctie, wordt de
gevoeligheid verhoogd tot een maximum van 6400.
• U kunt alleen kiezen uit [ISO AUTO], [ISO 400] of [ISO 800] wanneer het toestel is ingesteld op de
-functie (Extra snelle Burst) in de scènekeuze.
• Wanneer u de camera instelt op Burst of Exposure Bracket, kunt u alleen [ISO AUTO], [ISO 80] of [ISO
400] selecteren.
• Als u opneemt bij helderdere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tinten om te
voorkomen dat beelden erg licht worden (behalve wanneer [ISO] is ingesteld op [ISO 80]).
57
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Lichtmeetfunctie: de lichtmeetfunctie selecteren
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
(Multi)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting (Lichtmeting met
meerdere patronen).
(Midden)
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat gedeelte van het onderwerp
(Lichtmeting met nadruk op het midden).
(Punt)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting (Puntlichtmeting).
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Wordt op het onderwerp
geplaatst
• Voor meer informatie over de belichting, zie pagina 9.
• Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [Scherpstellen]
instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (pagina 59).
• U kunt deze lichtmeetfunctie alleen selecteren wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Uit].
58
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
U kunt de scherpstelmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te
stellen met de functie voor automatische scherpstelling.
(Multi-AF)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
Aanduiding voor AFbereikzoekerframe
(Midden-AF)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het midden van het zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
De opnamefuncties gebruiken
AF-bereikzoekerframe
(Alleen voor stilstaande
beelden)
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor AFbereikzoekerframe
(Punt-AF)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stevig
vast zodat het onderwerp en het AF-bereikzoekerframe op één
lijn blijven.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor AFbereikzoekerframe
59
Opnamemenu
0.5 m
1.0 m
3.0 m
7.0 m
(onbeperkte afstand)
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Hiermee wordt automatisch snel scherpgesteld op het gebied
rond een vooraf ingestelde afstand (semi-handmatig).
• Hiermee wordt scherpgesteld op een onderwerp in het hele
bereik van het zoekerframe in de semi-handmatige functie.
• Deze functie is nuttig wanneer u een onderwerp herhaaldelijk
opneemt vanaf dezelfde afstand.
• Gebruik "Semi-handmatig" als het moeilijk is om een goede
scherpstelling te bekomen met automatisch scherpstellen, zoals
wanneer u een onderwerp door een net of venster opneemt.
• AF betekent Auto Focus (Automatische scherpstelling).
• Wanneer u de digitale zoomfunctie of de AF-verlichting gebruikt, wordt het AF-bereikzoekerframe
uitgeschakeld en in een stippellijn weergegeven. In dat geval wordt voor de scherpstelling voorrang
gegeven aan onderwerpen rond het midden van het frame.
• U kunt deze scherpstelmethode alleen wijzigen wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Uit].
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Multi-AF] of [ ] selecteren.
• Het semi-handmatig instellen van de afstand bevat een aantal fouten en deze fout neemt toe wanneer de
zoom is ingesteld op de T-zijde of de lens omhoog of omlaag wordt gekanteld.
z Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp
Wanneer u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm) of wanneer u [Midden-AF]
of [Punt-AF] gebruikt, zal de camera mogelijk niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het frame.
In dergelijke gevallen doet u het volgende:
1 Stel het beeld opnieuw samen zodat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak u wilt opnieuw
uitvoeren.
2 Wanneer de aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ophoudt met knipperen en blijft branden,
keert u terug naar het samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop volledig in.
60
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
Wijzigt de kleurtonen volgens de omliggende lichtomstandigheden. Gebruik deze functie als
de beeldkleur onnatuurlijk lijkt.
(Autom.)
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
bij heldere hemel, zonsondergang, nachtelijke scènes,
neonreclame of vuurwerk.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of
schaduwrijke omgeving.
(Fluorescerend licht 1)/
(Fluorescerend licht 2)/
(Fluorescerend licht 3)
[Fluorescerend licht 1]: hiermee wordt gecompenseerd voor
wit fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 2]: hiermee wordt gecompenseerd voor
natuurlijk wit fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 3]: hiermee wordt gecompenseerd voor
dagwit fluorescerende verlichting.
n (Gloeilamp)
De opnamefuncties gebruiken
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een
gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
61
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
(1× drukken)
Hiermee kunt u de witbalans aanpassen, afhankelijk van de
lichtbron. De witte kleur opgeslagen in de [1× druk.inst.]functie wordt de witte basiskleur. Gebruik deze functie
wanneer [Autom.] of andere functies de kleur niet correct
kunnen instellen.
(1× druk.inst.)
Slaat de witte basiskleur op die wordt gebruikt in de [1×
drukken]-functie.
• U kunt dit niet selecteren wanneer de flitser wordt opgeladen.
• Zie pagina 10 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt geselecteerd.
• Bij opnemen met een flitser in een andere functie dan [Flitser] of [1× drukken], wordt [Witbalans]
ingesteld op [Autom.].
• Wanneer de
-functie (Onderwater) is geselecteerd in de scènekeuze, kunt u [Witbalans onderwater]
gebruiken in plaats van [Witbalans].
• U kunt [Flitser] niet selecteren als u films opneemt.
De witte basiskleur vastleggen in de [1× druk.inst.]-functie
Slaat de witte basiskleur op voor de [1× drukken]-functie. Nadat u [1× drukken] hebt
geselecteerd, doet u het volgende:
1 Richt de camera op een wit voorwerp, zoals een stuk papier, dat het scherm vult onder dezelfde
belichtingsomstandigheden als wanneer u het onderwerp opneemt.
2 Druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [Witbalans] met v/V op de regeltoets en [1× druk.inst.] met b/B en druk vervolgens
op z.
4 Het scherm wordt tijdelijk zwart en wanneer de witbalans is aangepast en opgeslagen in het
geheugen, wordt het opnamescherm opnieuw weergegeven.
• Als de aanduiding
knippert tijdens het opnemen, is de witbalans niet ingesteld of kan deze niet
worden ingesteld. Gebruik automatische witbalans.
• Schud niet met de camera en stoot er niet tegen wanneer [1× druk.inst.] wordt uitgevoerd.
• Wanneer de flitserfunctie is ingesteld op (Flitser altijd aan) of
(Langzame synchro), wordt de
witbalans aangepast aan de omstandigheden met gebruik van de flitser.
• Wanneer [Kleurfilter] is ingesteld op iets anders dan [Uit], kan de witte kleur niet worden opgeslagen,
zelfs wanneer u iets wits opneemt.
62
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Witbalans onderwater: de kleurtinten aanpassen tijdens de onderwaterfunctie
De kleurtinten worden aangepast tijdens de
(Autom.)
-functie (Onderwater) (pagina 31).
De camera past automatisch de kleurtinten onder water aan,
zodat die er natuurlijk uit zien.
Hiermee kunt u de onderwateromstandigheden instellen
wanneer blauw sterk is.
(Onderwater 2)
Hiermee kunt u de onderwateromstandigheden instellen
wanneer groen sterk is.
(Flitser)
Hiermee kunt u het gebruik van de flitser onder water
instellen.
• Afhankelijk van de kleur van het water is soms geen goede instelling mogelijk, ongeacht of [Onderwater
1] of [Onderwater 2] wordt geselecteerd.
• Bij opnemen met een flitser in een andere functie dan [Flitser], wordt [Witbalans onderwater] ingesteld op
[Autom.].
Flitsniveau: hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen
De opnamefuncties gebruiken
(Onderwater 1)
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
(–)
Naar –: het flitsniveau wordt lager.
(Normaal)
(+)
Naar +: het flitsniveau wordt hoger.
• Zie pagina 26 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
• Als het onderwerp te licht of te donker is, heeft deze aanpassing mogelijk geen invloed.
63
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Rode-ogeneffect: de rode-ogeneffectfunctie instellen
De flitser gaat twee of meer keren voor het
opnemen af om het rode-ogeneffect te
verminderen tijdens het gebruik van de flitser.
(Autom.)
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is geactiveerd, gaat
de flitser altijd af om het rode-ogeneffect te beperken.
(Aan)
De flitser gaat altijd af om het rode-ogeneffect te beperken.
(Uit)
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet
gebruikt.
• Houd de camera stevig vast tot de sluiter wordt vrijgegeven om wazige beelden te voorkomen. Het duurt
gewoonlijk een seconde nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt. Zorg er ook voor dat het onderwerp in
deze tijd niet beweegt.
• Het rode-ogeneffect geeft mogelijk niet de gewenste resultaten. Het hangt af van individuele verschillen
en omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp of als het onderwerp wegkeek van de voorflitser.
In een dergelijk geval kunt u het rode-ogeneffect aanpassen met [Bijwerken] in het weergavemenu nadat u
beelden hebt opgenomen (pagina 74).
• Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruikt wordt, gaat de flitser niet af om het rode-ogeneffect
te corrigeren, ook al hebt u [Autom.] geselecteerd.
DRO: de helderheid en het contrast optimaliseren
Analyseert de op te nemen scène en verbetert de beeldkwaliteit door automatische correctie.
(Uit)
(DRO standard)
(DRO plus)
Er wordt niets aangepast.
De camera past automatisch de helderheid en het contrast van
de volledige scène aan.
De camera past automatisch de helderheid en het contrast van
de beelden aan, gebied per gebied.
• DRO is een afkorting voor "Dynamic Range Optimizer", een functie die het verschil tussen lichte en
donkere delen van een beeld automatisch optimaliseert.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het niet mogelijk om correctie-effecten te bekomen.
• Let op de volgende punten wanneer [DRO plus] is ingesteld.
– Er is tijd nodig voor het verwerken van een beeld.
– U kunt alleen [ISO AUTO], [ISO 80] of [ISO 400] selecteren.
– Wanneer Burst/bracket-opnamen wordt geselecteerd, wordt [DRO plus] geannuleerd en wordt [DRO
standard] ingesteld.
64
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Ruisonderdrukking: de ruisonderdrukking aanpassen
Hiermee past u de helderheid/ruisonderdrukking van opgenomen beelden aan.
(–)
Naar –: de ruisonderdrukking wordt zwakker. Deze instelling
legt de nadruk op de helderheid van beelden.
(Normaal)
(+)
Naar +: de ruisonderdrukking wordt sterker. Deze instelling
legt de nadruk op de onderdrukking van ruis.
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
(Normaal)
Het beeld wordt ingesteld op standaardkleuren.
(Levendig)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren.
(Natuurgetrouw)
Het beeld wordt ingesteld op zo natuurgetrouw mogelijke
kleuren.
De opnamefuncties gebruiken
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
65
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Sepia)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
(Z-W)
Het beeld wordt ingesteld op zwart-wit.
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Sepia] of [Z-W] selecteren.
Kleurfilter: de kleurfilterfunctie instellen
U kunt kleureffecten toevoegen aan beelden als u een kleurfilter gebruikt.
66
(Uit)
Hiermee wordt de kleurfilter niet gebruikt.
(Rood)
Hiermee worden rode tinten van zonsondergang, enz.
benadrukt.
(Groen)
Hiermee worden groene tinten van jonge blaadjes, enz.
benadrukt.
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Hiermee worden blauwe tinten van lucht en zee, enz.
benadrukt.
(Warm)
Hiermee worden tinten warmer voor portretten en
landschappen, enz.
(Koel)
Hiermee worden tinten koeler voor portretten en
landschappen, enz.
De opnamefuncties gebruiken
(Blauw)
Kleurverzadiging: de kleurverzadiging aanpassen
Hiermee past u de helderheid (kleurverzadiging) van opgenomen beelden aan.
(–)
Naar –: kleuren worden gedempt weergegeven.
(Normaal)
(+)
Naar +: kleuren worden helder weergegeven.
Contrast: het contrast aanpassen
Hiermee wordt het contrast van het beeld aangepast.
(–)
Naar –: het contrast wordt verminderd.
(Normaal)
(+)
Naar +: het contrast wordt versterkt.
67
Opnamemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Scherpte: de scherpte aanpassen
Hiermee wordt de scherpte van het beeld aangepast.
(–)
Naar –: maakt een beeld zachter.
(Normaal)
(+)
Naar +: maakt een beeld scherper.
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
(Opnemen)
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
(Continu)
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
• De accu verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Opnemen].
(Uit)
Hiermee wordt de steadyshot-functie niet gebruikt.
• In de functie Autom. instellen of Eenvoudig opnemen wordt [SteadyShot] ingesteld op [Opnemen].
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Continu] of [Uit] selecteren.
De standaardinstelling is ingesteld op [Continu].
• De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed.
– Als de bewegingen met de camera te hevig zijn.
– Bij een lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes.
(Opname-instellingn): de opname-instellingen selecteren
Hiermee selecteert u de instellingen voor de opnamefunctie. De items die in dit menu worden
weergegeven, zijn dezelfde als in [
Opname-instellingn] in het HOME-scherm. Zie
pagina 46, 90.
68
De weergavefuncties gebruiken
De weergavefunctie selecteren
Wanneer u de camera gebruikt met een "Memory Stick Duo", kunt u selecteren hoe beelden
worden weergegeven (Weergavefunctie) vanuit het HOME-scherm.
Bij gebruik van het interne geheugen, worden beelden alleen weergegeven in de functie
Mapweergave.
1 Druk op de HOME-toets om het HOME-scherm weer te geven.
2 Selecteer
(Beelden bekijken) met b/B op de regeltoets.
3 Selecteer de gewenste weergavefunctie met v/V en druk vervolgens op z.
Scheidt de beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo" op datum en geeft ze weer.
De standaardinstelling is [Datumweergave].
(Mapweergave): weergeven op map
Geeft beelden weer voor elke map die werd gemaakt met [Opnamemap maken] van de
[Geheugen-tool]. Als er geen nieuwe map is gemaakt, bevinden alle beelden zich in de map
"101MSDCF". Zie pagina 80, 83 voor meer informatie over de map.
De weergavefuncties gebruiken
(Datumweergave): weergeven op datum
(Favorieten): beelden die zijn opgeslagen als favorieten weergeven
Deze functie geeft beelden weer die zijn opgeslagen als favorieten (pagina 71).
Beelden met de meest
Aantal beelden die zijn recente datum weergeven
opgeslagen als
favorieten
1 Selecteer de favorietengroep die u wilt weergeven met v/V/b/B op de regeltoets en druk
vervolgens op z.
Alle beelden in de geselecteerde favorietengroep worden weergegeven.
2 Druk op z nadat u het beeld hebt geselecteerd dat u wilt weergeven in enkelbeeldfunctie.
69
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
In dit gedeelte worden de menu-items besproken die beschikbaar zijn wanneer u op de
MENU-toets drukt in de weergavefunctie. Zie pagina 47 voor meer informatie over de
bediening van het menu.
De selecteerbare weergavefunctie wordt in het wit weergegeven.
Beschikbaar
Niet beschikbaar
Weergavefunctie (Datumweergave/Mapweergave/Favorieten)
Intern geheugen
(Wissen): beelden wissen
Hiermee kunt u beelden selecteren en wissen in het scherm met één beeld of het indexscherm,
zie pagina 43.
(Dit beeld)
Hiermee wist u het beeld dat momenteel is geselecteerd.
• Dit item wordt alleen weergegeven in de enkelbeeldfunctie.
(Meerdere beelden)
(Alle beelden in
datumbereik)
(Alle in deze map)
Selecteert en wist meerdere beelden.
Alle beelden van de geselecteerde datum/map worden gewist.
• De weergegeven berichten verschillen naargelang de geselecteerde
weergavefunctie.
(Weergavefunctie): de weergavefuncties instellen
Selecteert de weergavefunctie. Dit item heeft dezelfde functie als
het HOME-scherm.
Zie pagina 69.
(Beelden bekijken) in
(Datumlijst): de weergavedatum selecteren bij gebruik van datumweergave
Deze functie selecteert de datum die moet worden weergegeven bij gebruik van datumweergave.
1 Druk op de MENU-toets tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of indexfunctie.
2 Selecteer [Datumlijst] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Een lijst van data (kalender) wordt weergegeven.
3 Selecteer de datum die u wilt weergeven met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
70
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Filteren op gezicht): beelden weergeven die zijn gefilterd
volgens bepaalde criteria
Deze functie filtert beelden en geeft ze weer.
(Uit)
(Alle mensen)
(Kinderen)
Beelden worden niet gefilterd.
Beelden worden gefilterd volgens bepaalde criteria en vervolgens
weergegeven.
(Baby's)
(Lachend)
• Beelden worden mogelijk niet correct weergegeven, zelfs als de beelden worden gefilterd volgens de
opgegeven voorwaarden.
• Soms kan het filteren niet worden uitgevoerd bij beelden opgenomen met eerdere Sony-modellen.
Selecteer uw favoriete beeld en voeg het toe/verwijder het van groepen als favorieten.
(Dit beeld)
Voeg het geselecteerde beeld toe als favoriet of verwijder het uit
de favorieten.
• Dit item wordt alleen weergegeven in de enkelbeeldfunctie.
(Meerdere beelden)
(Alle in datumbereik
toev.)
Selecteer meerdere beelden en voeg ze toe/verwijder ze als
favorieten.
De weergavefuncties gebruiken
(Favorieten toevoegen/verw.): Favorieten toevoegen/
verwijderen
Voeg alle beelden in het geselecteerde datumbereik toe en voeg
ze toe als favorieten.
• Dit item verschijnt alleen tijdens lijstweergave in datumweergave.
(Alle in datumbereik
verw.)
Verwijdert alle beelden binnen de geselecteerde datum/
favorietenlijst.
(Alle in Favorieten
verwijder.)
• De weergegeven berichten verschillen naargelang de geselecteerde
weergavefunctie.
• Dit item wordt alleen weergegeven in de indexfunctie.
Een beeld toevoegen aan een favorietengroep
1 Selecteer het beeld dat u wilt toevoegen aan een favorietengroep tijdens weergave van beelden in
de enkelbeeldfunctie.
2 Druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [Favorieten toevoegen/verw.] met v/V op de regeltoets en selecteer [Dit beeld] met
b/B en druk vervolgens op z.
4 Selecteer de favorietengroep waaraan u het beeld wilt toevoegen met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
71
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
5 Druk op de MENU-toets.
6 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Meerdere beelden selecteren en toevoegen aan een favorietengroep
1 Druk op de MENU-toets tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Selecteer [Favorieten toevoegen/verw.] met v/V op de regeltoets en selecteer [Meerdere
beelden] met b/B en druk vervolgens op z.
3 Selecteer de favorietengroep waaraan u de beelden wilt toevoegen met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
In de enkelbeeldfunctie:
4 Geef het beeld weer dat u wilt toevoegen met b/B en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met
.
5 Druk op b/B om andere beelden die u wilt toevoegen weer te geven en druk vervolgens op z.
6 Druk op de MENU-toets.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
In de indexfunctie:
4 Selecteer het beeld dat u wilt toevoegen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met
.
5 Herhaal stap 4 om andere beelden toe te voegen.
Om alle beelden van een bepaalde datum te selecteren, selecteert u de balk met b en drukt u
vervolgens op z.
6 Druk op de MENU-toets.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle beelden van een bepaalde datum toevoegen
1 Druk op de MENU-toets tijdens de weergave van beelden in de indexfunctie.
2 Selecteer [Favorieten toevoegen/verw.] met v/V op de regeltoets.
3 Selecteer [Alle in datumbereik toev.] met b/B en druk vervolgens op z.
4 Selecteer de favorietengroep waaraan u de beelden wilt toevoegen met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
5 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Verwijderen uit favorieten
Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen volgens dezelfde procedure als in "Meerdere
beelden selecteren en toevoegen aan een favorietengroep".
De
verdwijnt.
• Selecteer [Alle in datumbereik verw.]/[Alle in Favorieten verwijder.] om alle beelden van de
geselecteerde datum of favorietengroep te verwijderen.
72
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
Dit item heeft dezelfde functie als op de
Zie pagina 38.
(Diavoorstelling)-toets drukken.
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken
Voegt effecten toe of voert correcties uit op een opgenomen beeld en neemt het als een nieuw
bestand op. Het oorspronkelijke beeld wordt behouden.
Stilstaande beelden bijwerken
1 Selecteer de beelden die u wilt bijwerken in de enkelbeeldfunctie.
2 Druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [Bijwerken] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z nadat u de gewenste
functie hebt geselecteerd met b/B.
(Trimmen)
Weergavezoom wordt uitgevoerd op het beeld en een deel van het
beeld wordt bijgesneden.
1 Druk op W/T om in te zoomen op het gebied dat moet worden
bijgesneden.
2 Stel het punt in met v/V/b/B en druk vervolgens op de
MENU-toets.
3 Selecteer [Beeldformaat] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer een beeldformaat om op te nemen met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
4 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
De weergavefuncties gebruiken
4 Werk de beelden bij volgens onderstaande instructies voor elke bijwerkingsfunctie.
• Het beeldformaat dat u kunt bijsnijden, kan verschillen afhankelijk
van het beeld.
• De beeldkwaliteit van bijgesneden beelden kan afnemen.
73
Weergavemenu
(Rode-ogen-correctie)
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Corrigeert het rode-ogen-fenomeen dat door een flitser wordt
veroorzaakt.
Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• Het is mogelijk dat u rode ogen niet kunt corrigeren, afhankelijk van
het beeld.
(Onscherpte repareren)
Verscherpt het beeld binnen een gekozen frame.
1 Stel het gebied (frame) van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op de MENUtoets.
2 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• Afhankelijk van het beeld is de correctie mogelijk niet correct of kan
de kwaliteit van het beeld afnemen.
(Lagere beeldscherpte)
Maakt de omtrek van een gekozen punt in het beeld wazig om een
onderwerp te doen opvallen.
1 Stel het middelpunt van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op de MENUtoets.
2 Selecteer [Niveau] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
3 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met W/T.
4 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
74
Weergavemenu
(Gedeeltelijk kleur)
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Omgeeft een gekozen punt om een onderwerp monochroom te
doen opvallen.
1 Stel het middelpunt van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op de MENUtoets.
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met W/T.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Vissenooglens)
Past rondom een gekozen punt een vissenoogeffect toe.
(Stereffect)
De weergavefuncties gebruiken
1 Stel het middelpunt van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op de MENUtoets.
2 Selecteer [Niveau] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
Voegt een stereffect toe aan lichtbronnen.
1 Selecteer [Niveau] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
2 Pas de lengte die u wilt bijwerken aan met W/T.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
75
Weergavemenu
(Radiale waas)
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
Bepaalt het middelpunt voor het uitdrukken van beweging in het
stilstaande beeld.
1 Stel het middelpunt van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op de MENUtoets.
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met W/T.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Retro)
Dit verzacht het beeld door de scherpstelling te verzachten en het
omgevingslicht te verlagen, zodat het lijkt of het beeld is
opgenomen met een oude camera.
1 Selecteer [Niveau] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met W/T.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Lachen)
Deze functie zet een lach op het gezicht van een persoon.
Wanneer de camera een gezicht detecteert dat kan worden
bijgewerkt, verschijnt een frame rond het gezicht.
1 Selecteer [Niveau] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
2 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• Afhankelijk van het beeld is bijwerken niet mogelijk.
76
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Formaat wijzigen): het beeldformaat wijzigen volgens het gebruik
U kunt de breedte-/hoogteverhouding en het formaat van de opgenomen beelden wijzigen en
ze opslaan als nieuwe bestanden.
U kunt beelden converteren naar de breedte-/hoogteverhouding 16:9 voor weergave in high
definition en naar het VGA-formaat voor blog- en e-mailbijlagen.
HDTV (
)
)
Wijzigt de breedte-/hoogteverhouding van 16:9/3:2 naar 4:3 en
slaat op in VGA-formaat.
1 Selecteer de beelden die u wilt bijwerken in de enkelbeeldfunctie.
2 Druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [Formaat wijzigen] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z nadat u het
gewenste beeldformaat hebt geselecteerd met b/B.
De weergavefuncties gebruiken
Blog / E-mail (
Wijzigt de breedte-/hoogteverhouding van 4:3/3:2 naar 16:9 en
slaat op in 2M-formaat.
4 Druk op W/T om in te zoomen op het gebied dat moet worden bijgesneden.
5 Stel het punt in met v/V/b/B en druk vervolgens op de MENU-toets.
6 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
•
•
•
•
Zie pagina 11 voor meer informatie over het beeldformaat.
Het formaat van films kan niet worden gewijzigd.
U kunt het formaat van beelden niet wijzigen van VGA in [HDTV].
Het beeld vergroten en formaat wijzigen kan de beeldkwaliteit doen afnemen.
77
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Op een beveiligd beeld wordt
de aanduiding
(Beveiligen) weergegeven.
(Dit beeld)
Het geselecteerde beeld wordt beveiligd/de vergrendeling wordt
opgeheven.
• Dit item wordt alleen weergegeven in de enkelbeeldfunctie.
(Meerdere beelden)
Er worden meerdere beelden geselecteerd en deze worden
beveiligd/de vergrendeling wordt opgeheven.
Een beeld beveiligen
1 Selecteer de beelden die u wilt beveiligen in de enkelbeeldfunctie.
2 Druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [Beveiligen] met v/V op de regeltoets, [Dit beeld] met b/B en druk vervolgens op z.
Beelden selecteren en beveiligen
1 Druk op de MENU-toets tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Selecteer [Beveiligen] met v/V, selecteer [Meerdere beelden] met b/B en druk vervolgens op
z.
In de enkelbeeldfunctie:
3 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met b/B en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met .
4 Druk op b/B om andere beelden die u wilt beveiligen weer te geven en druk op z.
5 Druk op de MENU-toets.
6 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
In de indexfunctie:
3 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met
.
4 Herhaal stap 3 om andere beelden te beveiligen.
Om alle beelden van een bepaalde datum/map/favorieten te selecteren, selecteert u de balk met
b en drukt u vervolgens op z.
5 Druk op de MENU-toets.
6 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
78
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs
als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
De beveiliging annuleren
Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt annuleren en verwijder de vergrendeling
door de stappen van "Beelden selecteren en beveiligen" nogmaals te herhalen.
De aanduiding
(Beveiligen) verdwijnt.
: een afdrukmarkering toevoegen
Hiermee voegt u een afdrukmarkering (
Zie pagina 119.
) toe aan beelden die u wilt afdrukken.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met DPOF. Wist de
DPOF-markering als het geselecteerde beeld een DPOFmarkering heeft.
(Meerdere beelden)
Selecteert beelden en voegt er DPOF-markeringen aan toe. Wist
DPOF-markeringen die al werden toegevoegd.
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
Beelden afdrukken die met de camera werden gemaakt.
Zie pagina 116.
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
De weergavefuncties gebruiken
(Dit beeld)
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op de MENU-toets om het menu weer te geven.
3 Selecteer [Roteren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt beveiligde beelden of films niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie mogelijk niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
79
Weergavemenu
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 47
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van
beelden
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het selecteren van een map annuleren
Selecteer [Sluiten] in stap 2 en druk vervolgens op z.
z De mappen
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 83)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 84)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map
: naar de volgende map
: naar de vorige of volgende map
80
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de
instellingen aanpassen
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met
het HOME-scherm.
(Geheugen beheren) of
(Instellingen) in
z-toets
v/V/b/B-toets
HOME-toets
Regeltoets
1 Druk op de HOME-toets om het HOME-scherm weer te geven.
2 Selecteer
(Geheugen beheren) of
(Instellingen) met b/B op de
regeltoets.
De instellingen aanpassen
3 Selecteer een item met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer de gewenste instelling met v/V en druk vervolgens op z.
• Het HOME-scherm wordt weergegeven door op b te drukken.
81
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen
5 Selecteer een instelling met v/V en druk vervolgens op z.
Het wijzigen van de instelling annuleren
Selecteer [Annul.] als deze optie beschikbaar is op het scherm en druk op z.
Druk op b als dat niet het geval is.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
• De camera wordt op de opnamefunctie of weergavefunctie ingesteld door nogmaals op de HOME-toets te
drukken.
82
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Geheugen-tool — Memory Stick-tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, onherroepelijk worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren begint.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [Opnamemap maken] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
De instellingen aanpassen
Opnamemap maken
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
• Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
• U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
• U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
• De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat u een andere map maakt of een andere
opnamemap selecteert.
83
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 106) voor meer informatie.
Opnamemap wijz.
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [Opnamemap wijz.] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B en [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Kopiëren
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende opslagcapaciteit.
2 Selecteer [Kopiëren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd" wordt weergegeven.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 3 en druk vervolgens op z.
• Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de accu bijna leeg
is, kan de accu helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs
beschadigd raken.
• U kunt beelden voor kopiëren niet selecteren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de inhoud
van het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en
formatteert u vervolgens het interne geheugen ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]) (pagina 85).
• Een nieuwe map wordt aangemaakt op de "Memory Stick Duo" en alle gegevens worden ernaar
gekopieerd. U kunt geen specifieke map kiezen en er beelden naar kopiëren.
• De afdrukmarkeringen
op de beelden worden niet gekopieerd.
84
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, onherroepelijk worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren begint.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
De instellingen aanpassen
85
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
Pieptoon
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Functiegids
Wanneer u de camera bedient, verschijnt de functiegids.
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Initialiseren
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. Zelfs als u deze
functie uitvoert, blijven de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, bewaard.
1 Selecteer [Initialiseren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het initialiseren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
• Zorg ervoor dat de camera niet is uitgeschakeld bij het initialiseren.
86
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Demo Lach-sluiter
U kunt een demonstratie van de lach-sluiterfunctie bekijken.
Aan
Voert een demonstratie uit wanneer u de lach-sluiterfunctie
gebruikt.
Uit
Er wordt niets uitgevoerd.
1 Selecteer de
-functie (Lach-sluiter) met de modusknop (pagina 29).
2 Richt de camera naar het onderwerp en druk de sluiterknop volledig in.
De demonstratie start.
• Als u de camera niet gebruikt gedurende ongeveer 15 seconden, start de demonstratie automatisch, zelfs
als u de sluiterknop niet indrukt.
• U kunt de demonstratie tijdelijk sluiten nadat ze gestart is door de sluiterknop volledig in te drukken.
• Hoewel de sluiter wordt vrijgegeven wanneer de camera een lach detecteert, wordt geen beeld
opgenomen.
• Stel altijd [Uit] in om een opname met lach-sluiter te maken.
De instellingen aanpassen
87
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
USB-aansluiting
Hiermee kunt u de USB-functie selecteren wanneer de camera wordt aangesloten op een
computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor de multifunctionele
aansluiting.
Autom.
De computer of PictBridge-compatibele printer wordt
automatisch herkend door de camera en een verbinding wordt
tot stand gebracht (pagina 104, 116).
• Selecteer [PictBridge] als u de camera niet op een PictBridgecompatibele printer kunt aansluiten met de instelling [Autom.].
• Selecteer [Mass Storage] als u de camera niet op een computer
of een USB-apparaat kunt aansluiten met de instelling [Autom.].
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 116).
PTP/MTP
Wanneer u de camera aansluit op een computer, wordt de
kopieerwizard automatisch gestart en worden de beelden in
de opnamemap op de camera naar de computer gekopieerd.
(met Windows Vista/XP, Mac OS X)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 104).
COMPONENT
Hiermee selecteert u het video-uitgangssignaal, SD of HD(1080i), volgens de aangesloten
televisie (pagina 96).
88
HD(1080i)
Selecteer dit item als u de camera wilt aansluiten op een HDtelevisie met 1080i.
SD
Selecteer dit item als u de camera wilt aansluiten op een
televisie die niet compatibel is met een HD(1080i)-signaal.
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Video-uit
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. De kleursystemen voor televisies hangen af van het land
en de regio.
Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, controleert u het televisiekleursysteem van het
land of de regio waar de camera wordt gebruikt (pagina 98).
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Breed-zoombeeld
Tijdens weergave op High Definition-tv worden stilstaande beelden met een breedte-/
hoogteverhouding van 4:3 en 3:2 weergegeven met een breedte-/hoogteverhouding van 16:9.
Beelden worden weergegeven met de bovenste en onderste delen enigszins bijgesneden.
Weergave met een breedte-/hoogteverhouding van 16:9.
Uit
Hiermee wordt breed-zoombeeld niet gebruikt.
• De enige beelden die kunnen worden weergegeven met brede zoom zijn beelden in 4:3 en 3:2. Films,
beelden in 16:9 en portretten kunnen niet worden gezoomd.
• Het beeld weergegeven op het LCD-scherm van de camera wijzigt niet.
De instellingen aanpassen
Aan
89
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Opname-instellingn — Opname-instellingen 1
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting zendt rood licht uit, zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de aanduiding
weergegeven.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (U kunt het best een afstand van ongeveer 3,0 m (zoom: W)/2,0 m
(zoom: T) aanhouden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, ongeacht of licht het
midden van het onderwerp al dan niet bereikt.
• U kunt de AF-verlichting niet gebruiken als:
– Semi-handmatig is ingesteld (pagina 60).
–
-functie (Landschap), -functie (Schemer) of -functie (Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie.
– Films opnemen
• Wanneer u de AF-verlichting gebruikt, wordt het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt
een nieuw AF-bereikzoekerframe weergegeven met een stippellijn. AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Hoewel er geen enkel gezondheidsgevaar bestaat, kunt u het
beste niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting kijken.
Stramienlijn
Door de stramienlijnen als referentie te gebruiken, kunt u eenvoudig de horizontale/verticale
positie van een onderwerp bepalen.
Aan
Hiermee worden stramienlijnen weergegeven.
Uit
Hiermee worden de stramienlijnen niet weergegeven.
• De stramienlijnen worden niet opgenomen.
90
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
AF-functie
Hiermee kunt u de werking van de automatische scherpstelling selecteren.
Enkelvoudig
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra u
de sluiterknop half indrukt. Deze functie is handig bij het
opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat u
de sluiterknop half indrukt. Met deze functie wordt de
benodigde tijd voor de scherpstelling korter.
• De accu verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Enkelvoudig].
• De instelling van de AF-functie is ongeldig wanneer de -functie (Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie.
• Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie of lach-herkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de AF-functie
alsof [Monitor] is geselecteerd.
• Bij gebruik van semi-handmatig werkt de AF-functie alsof [Enkelvoudig] is geselecteerd.
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Vergroot het beeld digitaal binnen het bereik waar het beeld
niet zal worden vervormd, volgens het beeldformaat. Dit is
niet beschikbaar als het beeldformaat is ingesteld op [13M],
[3:2 (12M)] of [16:9 (10M)].
• De totale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitalezoomfunctie)
(
)
Vergroot alle beeldformaten met de totale
zoomvergrotingsfactor van ongeveer 6×, inclusief de optische
zoom 3×. Houd er echter rekening mee dat de beeldkwaliteit
verslechtert wanneer de optische zoomvergrotingsfactor
wordt overschreden.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
De instellingen aanpassen
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×,
gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
91
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Beeldformaat en totale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
(inclusief optische zoom 3×)
Formaat
Totale zoomvergrotingsfactor
8M
Ongeveer 3,9 ×
5M
Ongeveer 4,9 ×
3M
Ongeveer 6,2 ×
VGA
Ongeveer 19 ×
16:9 (2M)
Ongeveer 6,6 ×
• Wanneer
-functie (Extra hoge gevoeligheid) of
-functie (Extra snelle Burst) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie, werkt de slimme zoom niet.
• U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken als:
–
-functie (Lach-sluiter) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
– Het LCD-scherm is uitgeschakeld.
– Films opnemen
Conversielens
Stelt in om de juiste scherpstelling te verkrijgen bij bevestiging van een conversielens (niet
bijgeleverd). Bevestig een lensadapter (niet bijgeleverd) en bevestig vervolgens een
conversielens.
Telefoto (
Groothoek (
Uit
)
Bevestigt een teleconversielens.
)
Bevestigt een groothoekconversielens.
Bevestigt geen lens.
• Als u de ingebouwde flitser gebruikt, wordt het flitslicht mogelijk geblokkeerd, waardoor de schaduw
verschijnt.
• Controleer de beeldcompositie op het LCD-scherm tijdens het opnemen.
• Macro is ingesteld op
(Autom.).
• Het beschikbare zoombereik is beperkt.
• Het beschikbare scherpstelbereik is beperkt.
• De AF-verlichting zendt geen licht uit.
• U kunt semi-handmatig niet selecteren.
• Als u beelden opneemt met een teleconversielens (niet bijgeleverd), kan de camera ook scherpstellen op
onderwerpen dichtbij in de
-functie (Landschap) en de -functie (Schemer).
• Als u beelden met een conversielens (niet bijgeleverd) opneemt, kunt u mogelijk geen beelden opnemen
in de
-functie (Vuurwerk) met het optimale effect.
• Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij de conversielens.
92
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Opname-instellingn — Opname-instellingen 2
De standaardinstellingen worden aangeduid met
.
Autom. Oriëntatie
Wanneer de camera gedraaid is om een portretfoto (verticaal) op te nemen, legt de camera de
gewijzigde positie vast en geeft het beeld weer in portretpositie.
Aan
Neemt het beeld op met de correcte oriëntatie.
Uit
Hiermee wordt Autom. Oriëntatie niet gebruikt.
• Links en rechts van verticaal georiënteerde beelden wordt zwart weergegeven.
• Afhankelijk van de opnamehoek van de camera wordt de oriëntatie van het beeld mogelijk niet correct
weergegeven. Als een beeld niet in de correctie oriëntatie wordt opgenomen, kunt u het beeld roteren
volgens de procedure op pagina 79.
• Wanneer de
-functie (Onderwater) is geselecteerd in de scènekeuze, kunt u [Autom. Oriëntatie] niet
gebruiken.
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
De instellingen aanpassen
Auto Review
• Als u de sluiterknop half indrukt, verdwijnt de weergave van het opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk
het volgende beeld opnemen.
• U kunt in de volgende gevallen Auto Review niet gebruiken:
–
-functie (Extra hoge gevoeligheid) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
– Tijdens burst/bracket-opnamen
– Wanneer [Autom.] of [Geavanceerd] is geselecteerd in [Scèneherkenning].
93
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Klokinstellingen
Klokinstellingen
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [
Klokinstellingen] uit
(Instellingen) op het HOME-scherm.
2 Druk op z op de regeltoets.
3 Selecteer het datumweergaveformaat met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer [OK] en druk vervolgens op z.
• Middernacht wordt aangeduid als 12:00 AM en middag als 12:00 PM.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 5 en druk vervolgens op z.
94
Instellingen
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 81
Language Setting
Language Setting
Hiermee kunt u de taal selecteren voor de menu-items, waarschuwingen en berichten.
De instellingen aanpassen
95
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een televisie door de camera aan te sluiten op een televisie.
De aansluiting is afhankelijk van het type televisie waarop de camera wordt aangesloten.
Beelden weergeven door de camera op een televisie aan te sluiten met
de bijgeleverde kabel voor multifunctionele aansluiting
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op de televisie met de kabel voor de multifunctionele
aansluiting (bijgeleverd).
1 Naar de audio/
video-ingangen
VIDEO AUDIO
Geel
Zwart
(Weergave)-toets
Regeltoets
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
• Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan op de linkeraudio-ingang.
2 Schakel de televisie in en bepaal de ingang.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
3 Druk op de
(Weergave)-toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op de televisie weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig de uitgang van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 89).
96
Beelden bekijken op een televisiescherm
Een beeld weergeven door de camera aan te sluiten op een HD-televisie
U kunt een beeld dat is opgenomen op de camera in hoge kwaliteit* weergeven door de
camera aan te sluiten op een HD (High Definition)-televisie door middel van een HDuitgangsadapterkabel (niet bijgeleverd).
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
* Beelden die in beeldformaat [VGA] zijn opgenomen, kunnen niet in HD-formaat worden weergegeven.
• In [Breed-zoombeeld] kunnen stilstaande beelden met een verhouding van 4:3 of 3:2 worden
weergegeven met een verhouding van 16:9 (pagina 89).
• In [Formaat wijzigen] kan de verhouding worden geconverteerd naar 16:9 voor weergave in high
definition (pagina 77).
1 Sluit de camera aan op een HD (High Definition)-televisie met een HDuitgangsadapterkabel (niet bijgeleverd).
1 Naar de audio/
video-ingangen
(Weergave)-toets
Groen/blauw/rood
HDuitgangsadapterkabel
(niet bijgeleverd)
Wit/rood
Regeltoets
2 Naar de
multifunctionele HOME-toets
aansluiting
Beelden bekijken op een televisiescherm
COMPONENT AUDIO
VIDEO IN
2 Schakel de televisie in en bepaal de ingang.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
97
Beelden bekijken op een televisiescherm
3 Druk op de
(Weergave)-toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op de televisie weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
• Stel [COMPONENT] in op [HD(1080i)] in [Hoofdinstellingen 2] door
(Instellingen) in het HOMEscherm te selecteren (pagina 88).
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig de uitgang van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 89).
• U kunt geen films bekijken die in het [HD(1080i)]-signaalformaat worden uitgevoerd. Stel
[COMPONENT] in op [SD] bij het weergeven van films (pagina 88).
"PhotoTV HD"
Deze camera is compatibel met de standaard "PhotoTV HD".
Door apparaten van Sony die compatibel zijn met PhotoTV HD aan te sluiten met een HDuitgangsadapterkabel (niet bijgeleverd), kunt u genieten van een heel nieuwe wereld van foto's
in adembenemende Full HD-kwaliteit.
PhotoTV HD zorgt voor een uiterst gedetailleerde, fotografische uitdrukking van subtiele
texturen en kleuren.
• De instellingen moeten ook worden opgegeven op de televisie. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een videoingang en de kabel voor de multifunctionele aansluiting nodig. Het kleursysteem van de
televisie moet overeenkomen met dat van de digitale camera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten,
enzovoort.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden,
Zwitserland, enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
98
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 112) voor meer informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer.
Schermafbeeldingen die in dit hoofdstuk worden gebruikt,
zijn gebaseerd op de Engelse versie.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 101)
• De software als volgt installeren:
– "Picture Motion Browser"
– "Music Transfer"
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 104)
• Beelden kopiëren naar de computer met "Picture Motion
Browser".
• Als volgt genieten van beelden met "Picture Motion Browser"
De computer gebruiken
en "Music Transfer":
– Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
– Beelden bewerken
– De opnamelocaties van stilstaande beelden op kaarten
online weergeven
– De opgenomen beelden opslaan op een disc (CD- of DVDschrijfstation vereist)
– Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de
datum
– Muziek toevoegen/wijzigen voor diavoorstelling (met
"Music Transfer")
Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony
voor meer informatie over dit product en antwoorden op
veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
99
Werken met uw Windows-computer
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional SP4,
Windows XP* SP2, Windows Vista*
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser" en "Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional SP4,
Windows XP* SP2, Windows Vista*
CPU: Intel Pentium III 500 MHz of sneller
(Aanbevolen: Intel Pentium III 800 MHz
of sneller)
Geheugen: 256 MB of meer (Aanbevolen:
512 MB of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie— ongeveer 400 MB
Scherm: Schermresolutie: 1.024 × 768 pixels
of meer
* 64-bit-edities en Starter (Edition) worden niet
ondersteund.
100
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• De computeromgeving moet ook voldoen aan de
werkingsvereisten van het besturingssysteem.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
• Er zijn vier modi voor een USB-verbinding bij
aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage],
[PictBridge] en [PTP/MTP]. In dit gedeelte
worden [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeelden beschreven. Zie pagina 88 voor
meer informatie over [PictBridge] en [PTP/
MTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Meld u aan als beheerder.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
4 Het scherm "License Agreement"
wordt weergegeven.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, selecteert u
het keuzerondje naast [I accept the
terms of the license agreement] en klikt
u op [Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op [Computer] (in Windows XP/2000 [My
Computer]) t
(SONYPICTUTIL).
• Het scherm AutoPlay wordt mogelijk
weergegeven. Selecteer "Run Install.exe."
en volg de instructies op het scherm om
verder te gaan met de installatie.
2 Klik op [Install].
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
• Software als volgt installeren:
– Picture Motion Browser
– Music Transfer
De computer gebruiken
Het scherm "Choose Setup Language"
wordt weergegeven.
• Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
u de computer opnieuw op volgens de
aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
101
De software (bijgeleverd) installeren
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
worden snelkoppelingspictogrammen op het
bureaublad gemaakt voor "Picture Motion
Browser", "Gids voor PMB", "Music
Transfer".
Dubbelklik om "Picture
Motion Browser" te starten.
Dubbelklik om "Gids voor
PMB" te starten.
Dubbelklik om "Music
Transfer" te starten.
102
De "Picture Motion Browser" gebruiken
(bijgeleverd)
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit hoofdstuk vat de "Picture Motion
Browser" samen.
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
"Picture Motion Browser" starten
Overzicht van "Picture Motion
Browser"
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• U kunt beeldbestanden die zijn opgeslagen op
een computer met de camera kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
• Stilstaande beelden bijwerken (rode-ogencorrectie, enz.), afdrukken en als bijlage bij emailberichten versturen, de opnamedatum
wijzigen en meer.
• Druk de stilstaande beelden met de datum af of
sla ze op.
• Maak een gegevensdisc met een CDschrijfstation of DVD-schrijfstation.
• Upload het beeld naar het internet.
• Raadpleeg "Gids voor PMB" voor meer
informatie.
Dubbelklik op het pictogram
(Gids
voor PMB) op het bureaublad.
Als u de "Gids voor PMB" wilt openen via
het startmenu, klikt u op [Start] t [All
Programs] (in Windows 2000, [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [Help] t
[Gids voor PMB].
• Het bevestigingsbericht van de Informatie-tool
verschijnt op het scherm wanneer u "Picture
Motion Browser" de eerste keer opstart.
Selecteer [Start]. Met deze functie ontvangt u
meldingen, zoals software-updates. U kunt de
instelling later wijzigen.
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op
scherm.
in de rechterbovenhoek van het
De computer gebruiken
De "Gids voor PMB" starten
Dubbelklik op het pictogram
(Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of via het startmenu: klik op [Start] t [All
Programs] (in Windows 2000, [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [PMB Picture Motion Browser].
103
Beelden kopiëren naar de computer met de
"Picture Motion Browser"
De camera en de computer
voorbereiden
De camera op de computer
aansluiten
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera of sluit de
camera met een
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact en de USB/AV/DC INkabel voor multifunctionele
aansluiting (niet bijgeleverd).
• Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de accu bijna leeg is, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
leeg raakt.
3 Schakel de computer in en druk
op de
(Weergave)-toets.
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
1 Naar een USB-aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
"Maakt verbinding..." verschijnt op het
scherm van de camera.
Toegangsaanduidingen*
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
(Weergave)-toets
* Tijdens de communicatie wordt
weergegeven op het scherm.
Gebruik de computer niet tijdens het weergeven
van de aanduiding. Wanneer de aanduiding
wordt gewijzigd in
, kunt u de computer
weer gebruiken.
• Als "Mass Storage" niet verschijnt, stelt u
[USB-aansluiting] in op [Mass Storage]
(pagina 88).
104
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
Beelden kopiëren naar een
computer
1 Sluit de camera aan op een
computer zoals beschreven in
"De camera op de computer
aansluiten".
Nadat de USB-verbinding tot stand is
gebracht, wordt het scherm [Import
Media Files] van "Picture Motion
Browser" automatisch weergegeven.
• Voor meer informatie over de "Picture
Motion Browser", raadpleeg "Gids voor
PMB".
Beelden weergeven op de
computer
Wanneer het importeren is voltooid, start de
"Picture Motion Browser". Er worden
miniaturen van de geïmporteerde beelden
weergegeven.
• De map "Pictures" (in Windows XP/2000, "My
Pictures") is ingesteld als de standaardmap in
"Viewed folders".
De computer gebruiken
• Zie pagina 108 als u de Memory Stick-sleuf
gebruikt.
• Als de wizard AutoPlay verschijnt, sluit u
die.
Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
Raadpleeg de "Gids voor PMB" voor meer
informatie.
2 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
Voorbeeld: scherm met
weergave per maand
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "Pictures"
(in Windows XP/2000, "My Pictures").
Deze map heeft als naam de datum
waarop de beelden zijn geïmporteerd.
105
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
De USB-verbinding annuleren
Voer de procedures uit van stappen 1 tot
4 hieronder voordat u:
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelt.
• Een "Memory Stick Duo" verwijdert.
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatst
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen.
• De camera uitschakelt.
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo" of in het interne
geheugen.
Voorbeeld: mappen weergeven in Windows
Vista
1 Dubbelklik op het pictogram om los te
koppelen op de taakbalk.
Windows Vista
Dubbelklik hier
Windows XP/Windows 2000
Dubbelklik hier
2 Klik op
[Stop].
(USB Mass Storage Device) t
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat wordt
verbroken.
• Voor Windows Vista/XP kunt u stap 4
overslaan.
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen.
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met de camera.
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen: alleen "101_SONY"
106
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
• Beeldbestanden dragen de volgende namen:
– Stilstaande beelden: DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in de
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
• Zie pagina 80 en 83 voor meer informatie over
mappen.
De computer gebruiken
107
Beelden kopiëren naar een computer zonder
"Picture Motion Browser"
U kunt als volgt beelden naar uw computer
kopiëren zonder "Picture Motion Browser".
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf:
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second
Edition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden
kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick-sleuf op uw computer te
plaatsen.
• Zie pagina 127 als de "Memory Stick PRO
Duo" niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf:
Maak een USB-verbinding en volg de
onderstaande procedures om beelden te
kopiëren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
• De camera is niet compatibel met Windows 95/
98/98 Second Edition/NT/Me van het
besturingssysteem Windows. Gebruik een in de
handel verkrijgbare Memory Stick-lezer/
schrijver om beelden te kopiëren van een
"Memory Stick Duo" naar uw computer.
Om beelden te kopiëren van het interne
geheugen naar uw computer, kopieert u de
beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en
vervolgens naar uw computer.
108
Beelden kopiëren naar een
computer-Windows Vista/XP
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "Documents"
beschreven (Voor Windows XP: "My
Documents").
1 Bereid de camera en een
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in “De camera en de
computer voorbereiden” op pagina 104.
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in “De camera op de
computer aansluiten” op pagina 104.
• Als "Picture Motion Browser" reeds is
geïnstalleerd, wordt [Import Media Files]
gestart op "Picture Motion Browser" maar
selecteer [Cancel] om te beëindigen.
Beelden kopiëren naar een computer zonder "Picture Motion Browser"
3 Klik op [Open folder to view files]
(Voor Windows XP: [Open folder
to view files] t [OK]) zodra het
scherm met de wizard
automatisch op het bureaublad
verschijnt.
6 Klik op de map [Documents]
(Voor Windows XP: [My
Documents]). Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "Documents" om het
menu weer te geven en klik op
[Paste].
1
2
• Volg de procedure als het scherm met de
wizard niet automatisch verschijnt: t
"Voor Windows 2000".
4 Dubbelklik op [DCIM].
beeldbestanden die u wilt
kopiëren. Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand om het menu weer
te geven en klik op [Copy].
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 110).
De computer gebruiken
5 Dubbelklik op de map met de
De beeldbestanden worden naar de map
[Documents] gekopieerd (Voor
Windows XP: [My Documents]).
Voor Windows 2000
1
Dubbelklik op [My Computer], t
[Removable Disk] nadat u de camera op de
computer hebt aangesloten. Voer
vervolgens stap 4 uit.
2
• Zie pagina 106 voor meer informatie over
de opslaglocatie van de beeldbestanden.
109
Beeldbestanden die zijn opgeslagen op de computer
met de camera kopiëren naar de "Memory Stick Duo"
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand naar de camera te exporteren
(kopiëren) met de "Picture Motion
Browser".
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden mogelijk niet weergeven.
• Sony garandeert de weergave van
beeldbestanden op de camera niet als de
bestanden door een computer werden verwerkt
of werden opgenomen met een andere camera.
1 Verbind de camera met uw
computer en start de "Picture
Motion Browser" (pagina 103,
104).
2 Selecteer de stilstaande beelden
die u wilt exporteren in het
hoofdvenster.
3 In het menu [Manipuleren]
selecteert u [Openen met extern
programma] t [Hulpprogramma
voor het exporteren van
afbeeldingen].
4 Volg daarna de instructies op het
scherm en exporteer de
beeldbestanden naar de "Memory
Stick Duo".
• Zie "Gids voor PMB" voor meer informatie
over de "Picture Motion Browser".
110
Exporteer de beelden naar de camera
zonder gebruik van de "Picture Motion
Browser"
• Beelden gekopieerd volgens de onderstaande
procedure kunnen niet worden weergegeven met
Datumweergave, Filteren op gezicht of kunnen
niet worden opgeslagen als favorieten. Geef
deze beelden weer op de camera met behulp van
Mapweergave (pagina 69).
• Sla stappen 1 en 2 over als de bestandsnaam
die door de camera is gegeven, niet gewijzigd is.
1 Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik vervolgens op
[Rename].
2 Wijzig de bestandsnaam in
"DSC0ssss". Geef een nummer op
tussen 0001 en 9999 voor ssss.
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig
de bestandsextensie niet.
3 Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik vervolgens op
[Copy].
4 Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony
MemoryStick] in [Computer] (in Windows
XP, [My Computer]).
5 Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik vervolgens op [Paste].
• sss staat voor een nummer tussen 100 en
999.
• Als er geen mappen in een "Memory Stick Duo"
zijn, maakt u eerst een nieuwe map met uw
camera (pagina 83) en kopieert u vervolgens de
beeldbestanden.
De "Music Transfer" gebruiken (bijgeleverd)
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door de
gewenste muziekbestanden met "Music
Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd). U
kunt deze bestanden ook op elk moment
verwijderen of toevoegen.
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
1 Druk op de HOME-toets om het
HOME-scherm weer te geven.
6 Volg de instructies op het scherm
als u muziekbestanden wilt
toevoegen/wijzigen.
• U kunt als volgt de vooraf ingestelde
muziek herstellen op de camera:
1 Voer [Format. muz.] uit in stap 3.
2 Voer [Standaardwaarden herstellen] op
"Music Transfer" uit.
Alle muziekbestanden worden hersteld naar
de vooraf ingestelde muziek en [Muziek] in
het menu [Diavoorstelling] wordt ingesteld op
[Uit].
• U kunt de muziekbestanden herstellen naar de
vooraf ingestelde bestanden met [Initialiseren]
(pagina 86), maar de andere instellingen worden
dan ook hersteld.
• Raadpleeg de online helpfunctie van "Music
Transfer" voor meer informatie over het gebruik
van "Music Transfer".
2 Selecteer
3 Selecteer [Downl. muz.] met
v/V en druk vervolgens op z.
Het bericht "Aansluiten op computer" wordt
weergegeven.
De computer gebruiken
(Diavoorstelling) met
b/B op de regeltoets, selecteer
[ Muziek-tool] met v/V en druk
vervolgens op z.
4 Breng een USB-verbinding tot
stand tussen de camera en de
computer.
5 Start "Music Transfer".
111
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot v10.5)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Music
Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3
tot v10.5)
Processor: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4/G5-reeks, Mac mini
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie— ongeveer 250 MB
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
112
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
• Er zijn vier modi voor een USB-verbinding bij
aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage],
[PictBridge] en [PTP/MTP]. In dit gedeelte
worden [Autom.] en [Mass Storage] als
voorbeelden beschreven. Zie pagina 88 voor
meer informatie over [PictBridge] en [PTP/
MTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 104.
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera op de
computer aansluiten" op pagina 104.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM] t de map met de beelden die u
wilt kopiëren.
De Macintosh-computer gebruiken
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 106 voor meer informatie over
de opslaglocatie van de beeldbestanden en
de bestandsnamen.
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door de
gewenste muziekbestanden. U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen
of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
"Music Transfer" installeren
De USB-verbinding annuleren
Sleep op voorhand het stationspictogram of
het pictogram van de "Memory Stick Duo"
naar het "Prullenbak"-pictogram als u
onderstaande procedures uitvoert of als de
camera van de computer wordt
losgekoppeld.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op
(SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik op het bestand
[MusicTransfer.pkg] in de map [MAC].
De installatie wordt gestart.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"" op pagina 111.
Technische ondersteuning
De computer gebruiken
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen.
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen.
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen.
• De camera uitschakelen.
• Sluit alle andere toepassingen voordat u "Music
Transfer" installeert.
• U moet zich aanmelden als beheerder om te
kunnen installeren.
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
113
Weergeven "Geavanceerde Cyber-shothandleiding"
Wanneer u het "Cyber-shot-handboek"
installeert, wordt de "Geavanceerde Cybershot-handleiding" ook geïnstalleerd.
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
verklaart verder hoe u de camera en
optionele accessoires kunt gebruiken.
Weergave in Windows
Dubbelklik op
(Step-up Guide) op
het bureaublad.
Als u de "Step-up Guide" via het startmenu
wilt openen, klikt u op [Start] t [All
Programs] (in Windows 2000, [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [Step-up
Guide].
Weergave op Macintosh
1 Kopieer de map [stepupguide]
naar de map [stepupguide] op uw
computer.
2 Selecteer [stepupguide],
[language] en vervolgens de map
[NL] op de cd-rom (bijgeleverd)
en kopieer alle bestanden in de
map [NL] naar de map [img] in de
map [stepupguide] die in stap 1
naar uw computer werd
gekopieerd. (Overschrijf de
bestanden in de map [img] met de
bestanden in de map [NL].)
114
3 Na het voltooien van de
kopieeropdracht dubbelklikt u op
"stepupguide.hqx" in de map
[stepupguide] om ze uit te pakken
en dubbelklikt u vervolgens op
het gegenereerde bestand
"stepupguide".
• Installeer Stuffit Expander als er geen
hulpprogramma voor het uitpakken van een
HQX-bestand is geïnstalleerd.
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat
u begint met afdrukken (pagina 129).
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
(pagina 116)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
Beelden afdrukken met een computer
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
software "Picture Motion Browser" en de beelden afdrukken.
U kunt de datum invoegen in het beeld en dit afdrukken
(pagina 103).
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering
aanbrengen op de beelden die
u wilt afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 119)
115
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding
knippert op het scherm
van de camera (foutmelding), controleer dan de
aangesloten printer.
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting. Wanneer
[USB-aansluiting] is ingesteld op [Autom.],
herkent de camera automatisch bepaalde
printers bij aansluiting. Sla fase 1 over als
dit zo is.
MENU-toets
Regeltoets
HOMEtoets
• U kunt het beste een volledig opgeladen accu
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken.
1 Druk op de HOME-toets om het
HOME-scherm weer te geven.
2 Selecteer
(Instellingen) met
b/B op de regeltoets, selecteer
[ Hoofdinstellingen] met v/V en
druk vervolgens op z.
3 Selecteer [Hoofdinstellingen 2]
met v/V, selecteer [USBaansluiting] en druk vervolgens
op z.
4 Selecteer [PictBridge] met v/V en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
116
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
1 Naar de
USBaansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
3 Druk op de MENU-toets, selecteer
[Afdrukken] met v/V op de
regeltoets en druk vervolgens op
z.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het
afdrukmenu op het scherm worden
weergegeven.
Fase 3: De beelden selecteren
die u wilt afdrukken
Selecteer [Dit beeld] of [Meerdere
beelden] met v/V en druk
vervolgens op z.
Wanneer u [Dit beeld] selecteert
U kunt het geselecteerde beeld afdrukken.
Ga verder naar Fase 4.
2 Schakel de printer in. Druk op de
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, wordt de aanduiding
weergegeven.
Wanneer u [Meerdere beelden]
selecteert
U kunt meerdere geselecteerde beelden
afdrukken.
1 Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
verschijnt op het geselecteerde beeld.
2 Druk op de MENU-toets om het menu
weer te geven.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens
op z.
• Als u alle beelden van een datum/map/
favorieten wilt afdrukken, selecteer dan
[Meerdere beelden] in het indexscherm,
selecteer de balk met b en vink het
selectievakje
aan.
Stilstaande beelden afdrukken
(Weergave)-toets en schakel
de camera in.
117
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
Fase 4: Afdrukken
2 Selecteer [OK] met v en druk
vervolgens op z.
1 Selecteer afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los wanneer de aanduiding
(PictBridge-aansluiting) op het
scherm wordt weergegeven.
aanduiding
[Aantal]
Hiermee selecteert u het aantal vellen
waarop u het opgegeven beeld wilt
afdrukken.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
[Opmaak]
Hiermee selecteert u het aantal beelden
dat u op één vel naast elkaar wilt
afdrukken.
[Formaat]
Hiermee selecteert u het formaat van het
afdrukvel.
[Datum]
Hiermee selecteert u [Dag&Tijd] of
[Datum] om de datum en tijd in de
beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 94). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
118
Fase 5: Het afdrukken voltooien
Controleer of het scherm zich opnieuw in
Fase 2 bevindt en koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los van de
camera.
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering
op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in een geselecteerd
beeld
MENUtoets
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Regeltoets
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
• U kunt de beelden met de afdrukmarkering
ook afdrukken met een printer die
compatibel is met de DPOF (Digital Print Order
Format)-norm of met een PictBridgecompatibele printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
• U kunt van tevoren een afdrukmarkering
aanbrengen op maximaal 999 beelden.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
1 Druk op de
(Weergave)-toets.
2 Selecteer het beeld dat u wilt
afdrukken.
3 Druk op de MENU-toets om het
menu weer te geven.
4 Selecteer [DPOF] met v/V op de
regeltoets en selecteer [Dit beeld]
met b/B en druk vervolgens op z.
De afdrukmarkering
wordt
weergegeven op het beeld.
DPOF
Stilstaande beelden afdrukken
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
(Weergave)-toets
De afdrukmarkering verwijderen
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen en
herhaal stappen 3 en 4.
119
Afdrukken bij een fotowinkel
De beelden selecteren en een
afdrukmarkering aanbrengen
1 Druk op de MENU-toets tijdens
weergave in de enkelbeeldfunctie
of in de indexfunctie.
5 Selecteer [OK] met v en druk
vervolgens op z.
De markering
scherm.
verschijnt op het
Enkelbeeld
2 Selecteer [DPOF] met v/V op de
regeltoets, [Meerdere beelden]
met b/B en druk vervolgens op z.
Indexweergave
3 Selecteer een beeld dat u wilt
markeren met de regeltoets en
druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt
gemarkeerd met .
Enkelbeeld
De selectie annuleren
Selecteer [Sluiten] in stap 5 en druk
vervolgens op z.
De afdrukmarkering verwijderen
Indexweergave
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkeringen wilt verwijderen en
druk vervolgens in stap 3 op z.
Alle beelden van een bepaalde datum/
map/favorieten markeren
4 Druk op de MENU-toets.
120
Als u alle beelden van een datum/map/
favorieten wilt markeren, selecteer dan
[Meerdere beelden] in het indexscherm,
selecteer de balk met b en vink het
selectievakje
aan.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
1 Controleer de items op pagina 122 tot en met 132.
Zie pagina 133 als een foutcode als "C/E:ss:ss" op het scherm wordt
weergegeven.
2 Verwijder de accu uit de camera, wacht ongeveer één minuut, plaats de accu
terug en schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 86).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Merk op dat wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, u ermee instemt dat de inhoud van
het interne geheugen en muziekbestanden gecontroleerd worden.
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
122
"Memory Stick Duo"
129
Stilstaande beelden/films
opnemen
122
Intern geheugen
129
Beelden weergeven
126
Afdrukken
129
Verwijderen
127
PictBridge-compatibele printer 130
Computers
127
Overige
Problemen oplossen
Accu en stroombron
131
121
Problemen oplossen
Accu en stroombron
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu op de juiste manier door op de hendel voor het uitwerpen van de accu te
duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Nadat u de accu in de camera hebt geplaatst, kan het even duren voordat u de camera kunt
inschakelen.
• Plaats de accu op de juiste manier.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 140). Vervang de accu door een
nieuwe.
• Gebruik een aanbevolen accu.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 140). Vervang de accu door een
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• Een discrepantie deed zich voor tussen de aanduiding voor resterende acculading en de
feitelijke acculading. Ontlaad de accu één keer volledig en laad de accu weer op om de juiste
aanduiding weer te geven.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 140). Vervang de accu door een
nieuwe.
De accu kan niet worden opgeladen.
• U kunt de accu niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Gebruik de
batterijlader (bijgeleverd) om de batterij op te laden.
Stilstaande beelden/films opnemen
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Verwijder overbodige beelden (pagina 43).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
122
Problemen oplossen
• Wanneer u een stilstaand beeld opneemt, zet u de modusknop op een andere stand dan
.
• Zet de modusknop op
wanneer u films wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de
volgende handelingen uit:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
Kan niet opnemen in lach-sluiterfunctie.
• Druk de sluiterknop volledig in.
• Er wordt pas een beeld opgenomen als een lach wordt gedetecteerd (pagina 32).
• [Demo Lach-sluiter] is ingesteld op [Aan]. Stel [Demo Lach-sluiter] in op [Uit] (pagina 87).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op de
(Weergave)-toets om de
opnamefunctie te wijzigen (pagina 36).
De steadyshot-functie werkt niet.
• De steadyshot-functie werkt niet als
op het scherm wordt weergegeven.
• De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt.
• Neem op nadat u de sluiterknop half hebt ingedrukt. Druk de knop niet plotseling volledig in.
• Controleer of de instelling van [Conversielens] correct is (pagina 92).
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (pagina 17). Dit is normaal.
• [DRO] is ingesteld op [DRO plus] (pagina 64). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken afhankelijk van het beeldformaat (pagina 91).
• Wanneer
-functie (Extra hoge gevoeligheid) of
-functie (Extra snelle Burst) is
Problemen oplossen
van het onderwerp verwijdert dan de kortste opnameafstand, ongeveer 5 cm (W)/34 cm (T)
(vanaf de voorkant van de lens) (pagina 25).
•
-functie (Landschap), -functie (Schemer) of -functie (Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De semi-handmatige functie is geselecteerd. Selecteer de functie voor automatische
scherpstelling (pagina 59).
• Controleer of de instelling van [Conversielens] correct is (pagina 92).
• Raadpleeg "Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp" op pagina 60.
geselecteerd in de scènekeuzefunctie, werkt de slimme zoom niet.
• U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken bij het opnemen van films.
123
Problemen oplossen
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen in de volgende gevallen:
– De lach-sluiter staat in standby (pagina 32).
– U neemt films op.
• Controleer of de instelling van [Conversielens] correct is (pagina 92).
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op
(Flitser altijd uit) (pagina 26).
• U kunt de flitser niet gebruiken in de volgende gevallen:
– [Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of Exposure Bracket (pagina 54).
–
-functie (Hoge gevoeligheid),
-functie (Extra hoge gevoeligheid),
-functie (Extra
snelle Burst), -functie (Schemer) of -functie (Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie (pagina 31).
– U neemt films op.
• Stel de flitser in op (Flitser altijd aan) wanneer de modusknop is ingesteld op of wanneer
de -functie (Landschap), -functie (Strand), -functie (Sneeuw) of
-functie
(Onderwater) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 26).
Wazige witte punten verschijnen in beelden die met de flitser worden
opgenomen.
• Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht hebben het flitslicht gereflecteerd en worden in het
beeld weergegeven. Dit is normaal (pagina 13).
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
•
-functie (Landschap), -functie (Schemer) of
scènekeuzefunctie (pagina 31).
-functie (Vuurwerk) is geselecteerd in de
Macro-opnamen kunnen niet worden vrijgegeven.
• Er is geen functie om een macro vrij te geven. In de
-functie (Autom.) zijn teleopnamen
zelfs mogelijk in de macro-opnameomstandigheden.
De datum en tijd worden niet weergegeven op het LCD-scherm.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
De datums kunnen niet in een beeld worden ingevoegd.
• De camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden
(pagina 129). Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken of
opslaan (pagina 103).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 56).
124
Problemen oplossen
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 20).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 58) of pas de belichting aan (pagina 56).
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 56).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [Kleurfunctie] in op [Normaal] (pagina 65).
• Stel [Kleurfilter] in op [Uit] (pagina 66).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Het vlekkerige verschijnsel doet zich voor en witte, zwarte, rode, paarse of andere strepen
verschijnen op het beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Het volledige beeld wordt roodachtig wanneer u iets helders opneemt.
• Dit is het vlekkerige verschijnsel. Dit kan voorkomen in de
- of
-functie (Soft Snap),
enz. wanneer de sluitertijd snel is of wanneer de F-waarde klein is. Dit is niet van invloed op
het opgenomen beeld.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Problemen oplossen
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 64).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
• Bewerk het beeld met [Rode-ogen-correctie] (pagina 74).
125
Problemen oplossen
Het beeld zichtbaar door de zoeker komt niet overeen met het werkelijke
opnamebereik.
• Er treedt verschilzicht op wanneer het onderwerp te dichtbij is. Gebruik in dat geval het LCD-
scherm om het opnamebereik te bevestigen.
• Beelden kunnen niet worden bevestigd door de zoeker wanneer u de digitale zoom gebruikt.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 43).
• De accu is bijna leeg. Plaats de opgeladen accu.
Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen.
• [Opn.functie] is ingesteld op [Burst]. Of [Scèneherkenning] is ingesteld op [Geavanceerd]
(pagina 54, 55).
Beelden weergeven
Beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Druk op de
(Weergave)-toets (pagina 36).
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 110).
• Sony garandeert de weergave van beeldbestanden op de camera niet als de bestanden door een
computer werden verwerkt of werden opgenomen met een andere camera.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 106).
• Weergave is niet mogelijk als de lach-sluiter in standby staat. Druk de sluiterknop volledig in
om de stand-bystand te verlaten.
• Dit wordt veroorzaakt door het kopiëren van beelden op de pc naar de "Memory Stick Duo"
zonder gebruik van de "Picture Motion Browser" (pagina 110). Geef zulke beelden weer in
Mapweergave (pagina 69).
• Soms kunnen beelden opgenomen op een "Memory Stick Duo" met eerdere Sony-modellen
niet worden weergegeven. Geef zulke beelden weer in Mapweergave (pagina 69).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De schermaanduidingen zijn uitgeschakeld. Door op v (DISP) op de regeltoets te drukken,
worden de aanduidingen op het scherm getoond (pagina 20).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Dit kan voorkomen door beeldverwerking. Dit is normaal.
De linker- en rechterkant van het scherm worden in zwart weergegeven.
• [Autom. Oriëntatie] is ingesteld op [Aan] (pagina 93).
126
Problemen oplossen
Geen muziek tijdens diavoorstelling.
• Zet muziekbestanden over naar de camera met "Music Transfer" (pagina 111).
• Controleer of de volume-instelling en instellingen van de diavoorstelling correct zijn
(pagina 38).
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 89).
• Controleer de aansluiting (pagina 96).
• Als de USB-stekker van de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op een
ander apparaat, moet u de stekker loskoppelen (pagina 106).
• U probeert films weer te geven bij HD(1080i)-uitvoer. Films kunnen niet worden
weergegeven aan high-definition-beeldkwaliteit. Stel [COMPONENT] in op [SD]
(pagina 88).
Verwijderen
Beeld kan niet worden verwijderd.
• Annuleer de beveiliging (pagina 78).
Computers
De compatibiliteit van het computerstuurprogramma met de camera is
onbekend.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 100 voor Windows en pagina 112
voor Macintosh.
"Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de computer en de Memory Stick-lezers/schrijvers "Memory Stick PRO Duo"
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Als de acculading laag is, installeert u een opgeladen accu of gebruikt u de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (pagina 104).
Problemen oplossen
ondersteunen. Gebruikers van computers en Memory Stick-lezers/schrijvers van een andere
fabrikant dan Sony dienen contact op te nemen met die fabrikant.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 104, 112). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
• Stel [USB-aansluiting] in op [Mass Storage] (pagina 88).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (pagina 104).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van de computer en de camera en
sluit de kabel opnieuw stevig aan.
127
Problemen oplossen
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 104).
Beelden kunnen niet worden gekopieerd.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 104).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 108, 112).
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 83).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion
Browser" niet automatisch gestart.
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 104).
Beelden kunnen niet worden weergegeven op uw computer.
• Raadpleeg de "Gids voor PMB" als u "Picture Motion Browser" gebruikt (pagina 103).
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
U weet niet hoe u "Picture Motion Browser" moet gebruiken.
• Raadpleeg "Gids voor PMB" (pagina 103).
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
• U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 104).
Beeld kan niet worden afgedrukt.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 106).
• Volg de juiste procedures (pagina 110).
• Wanneer u beelden naar een computer kopieert zonder gebruik van "Picture Motion
Browser", worden de beelden niet weergegeven met de functie Datumweergave. Bekijk de
beelden met de functie Mapweergave.
128
Problemen oplossen
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen.
Intern geheugen
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze uit de camera.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick
Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer het beeld naar de "Memory Stick Duo" met
voldoende vrije opslagruimte.
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• Deze functie is niet beschikbaar.
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden met beide randen bijgesneden afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden bijgesneden. Vooral
Problemen oplossen
wanneer u een beeld hebt opgenomen in het beeldformaat [16:9], kunnen de zijranden van het
beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken (pagina 103).
129
Problemen oplossen
• De camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera zijn opgenomen echter gegevens bevatten over de
opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exifgegevens kan herkennen. Vraag de fabrikant van de printer of de software of het product
compatibel is met Exif-gegevens.
• Vraag, als u beroep doet op een fotowinkel, om de datums op de beelden af te drukken.
PictBridge-compatibele printer
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansluiting] in op [PictBridge] (pagina 88).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een
foutbericht wordt weergegeven op de printer, dient u de gebruiksaanwijzing van de printer te
raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• Films kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met andere camera's dan de camera zijn opgenomen of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• Controleer of u de kabel voor de multifunctionele aansluiting hebt losgekoppeld voordat het
pictogram
(PictBridge-aansluiting) is verdwenen.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie.
Raadpleeg de fabrikant van de printer.
130
Problemen oplossen
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Het beeld heeft geen opnamegegevens en de datum kan niet worden ingevoegd. Stel [Datum]
in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 118).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet in het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Als u papier van verschillende formaten gebruikt nadat u de printer op de camera hebt
aangesloten, koppelt u de kabel voor multifunctionele aansluiting los en sluit u hem
vervolgens weer aan.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 118) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
Overige
Bestandsnummering kan niet worden teruggezet.
• Als u een opnamemedium vervangt, kunt u bestandsnummers niet initialiseren met de camera.
Voer [Formatteren] uit (pagina 83, 85) en voer vervolgens [Initialiseren] (pagina 86) uit om
de bestandsnummering te initialiseren. De gegevens op de "Memory Stick Duo" of in het
interne geheugen worden echter verwijderd en alle instellingen, inclusief datum, worden
geïnitialiseerd.
De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven.
• Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen.
• Plaats een opgeladen accu en schakel de camera opnieuw in.
• Verwijder de accu/"Memory Stick Duo" nooit als het toegangslampje brandt. Dit kan de
gegevens in de "Memory Stick Duo"/het interne geheugen beschadigen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
Problemen oplossen
De lens raakt beslagen.
• De accu is leeg. Vervang deze door een opgeladen accu.
131
Problemen oplossen
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 94).
• De interne oplaadbare reservebatterij is leeg. Plaats een opgeladen batterij en laat de camera
24 uur of langer uitgeschakeld.
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 94).
132
Foutcodes en berichten
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode wordt weergegeven die
met een letter van het alfabet begint, is de
zelfdiagnosefunctie van de camera actief.
De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid
met ss) verschillen afhankelijk van de
status van de camera.
Als u het probleem niet kunt verhelpen,
zelfs niet nadat u de volgende oplossingen
een aantal keer hebt geprobeerd, moet de
camera wellicht worden gerepareerd. Neem
contact op met uw Sony-handelaar of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel de camera uit en
weer in.
C:13:ss
• De camera kan geen gegevens lezen
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
• Er is een storing opgetreden in de
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
• De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
accu, kan de aanduiding knipperen,
zelfs als er nog voldoende acculading is
voor 5 tot 10 minuten gebruik.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
• De gebruikte batterij is geen NP-BG1-
accu (bijgeleverd) of NP-FG1-accu
(niet bijgeleverd).
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 138).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 138).
Problemen oplossen
vanaf of schrijven naar de "Memory
Stick Duo". Probeer de camera uit en
weer in te schakelen, of verwijder de
"Memory Stick Duo" en plaats deze een
aantal keren terug.
• Er is een formatteringsfout in het
interne geheugen opgetreden of er is een
niet-geformatteerde "Memory Stick
Duo" geplaatst. Formatteer het interne
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(pagina 83, 85).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo".
Berichten
camera. Herstel de
standaardinstellingen van de camera
(pagina 86) en schakel de camera weer
in.
133
Foutcodes en berichten
Geen toegang Memory Stick
Toegang geweigerd
• U gebruikt de "Memory Stick Duo"
waarvan de toegang wordt
gecontroleerd.
Fout bij formatteren Memory Stick
Fout bij formatteren intern geheugen
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina 83, 85).
Memory Stick vergrendeld
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde eerste drie cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina 83,
84).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen.
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
Bestandsfout
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld. Sony
garandeert de weergave van
beeldbestanden op de camera niet als de
bestanden door een computer werden
verwerkt of werden opgenomen met een
andere camera.
• Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 43).
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
Geen beelden beschikbaar
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven, opgenomen in het interne
geheugen.
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven, opgenomen op de
"Memory Stick Duo".
• De geselecteerde map bevat geen
bestand dat in een diavoorstelling kan
worden afgespeeld.
Deze map heeft het kenmerk Alleen
lezen.
• U hebt een map geselecteerd die niet
kan worden ingesteld op de camera als
een opnamemap. Selecteer een andere
map (pagina 84).
Bestandsbeveiliging
• Annuleer de beveiliging (pagina 78).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op de
camera.
(Trillingswaarschuwing)
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, activeer de steadyshot-functie of
bevestig de camera op een statief om de
camera te stabiliseren.
134
Foutcodes en berichten
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Films met beeldformaat 640(Fijn)
kunnen alleen op een "Memory Stick
PRO Duo" worden opgenomen. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" of stel
het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
• De gegevensoverdracht naar de printer
Macro is ongeldig
• De macrofunctie is niet beschikbaar
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los.
onder deze instellingen (pagina 31).
Verwerkt···
De flitserfunctie kan niet worden
veranderd
• De flitser is niet beschikbaar onder deze
instellingen (pagina 31).
Maximumaantal beelden
geselecteerd
• U kunt maximaal 100 beeldbestanden
selecteren uit [Meerdere beelden].
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
• Als u alle beeldbestanden van een
datum/map/favorieten selecteert, kan
het verwerken even duren.
Muziekfout
• Wanneer u alle beeldbestanden van een
• Verwijder het muziekbestand of
datum/map/favorieten selecteert, is het
maximale aantal 999.
• U kunt maximaal 999 beeldbestanden
toevoegen als favorieten en u kunt de
afdrukmarkering
toevoegen aan
maximaal 999 bestanden. Annuleer de
selectie.
vervang het door een normaal
muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download
vervolgens een nieuw muziekbestand.
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit.
Onvoldoende acculading
• Gebruik een volledig opgeladen accu
Bediening kan niet worden
uitgevoerd
voor bestand met bew. bldn.
• U hebt een functie geselecteerd die niet
beschikbaar is voor films.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
Problemen oplossen
wanneer u een beeld dat in het interne
geheugen is opgeslagen, kopieert naar
de "Memory Stick Duo".
• Controleer de printer.
135
Foutcodes en berichten
Bediening kan niet worden
uitgevoerd
voor niet-onderst. bestanden
• Verwerken en andere
bewerkingsfuncties van de camera
kunnen niet worden uitgevoerd op
beeldbestanden die op een computer
werden verwerkt of werden opgenomen
met een andere camera.
Bediening kan niet worden
uitgevoerd
bij een PictBridge-verbinding
• Sommige functies zijn beperkt wanneer
de camera is aangesloten op een
PictBridge-compatibele printer.
Bediening kan niet worden
uitgevoerd
tijdens HD(1080i)-uitvoer
• Sommige functies zijn beperkt wanneer
de camera is aangesloten op een High
Definition-televisie.
Kan gezicht voor bewerken niet
vinden
• Afhankelijk van het beeld is bijwerken
niet mogelijk.
Schakel uit en weer in
• Fout van de lens.
Zelfontspanner is ongeldig
• De zelfontspanner is niet beschikbaar
onder deze instellingen (pagina 31).
Data herstellen
Herstelt data
• Datuminformatie of andere gegevens
wordt hersteld in gevallen wanneer
beelden zijn verwijderd op de pc.
136
• Het aantal beelden overschrijdt het
aantal waarvoor databeheer door de
camera mogelijk is (minder dan
20.000). Wis beelden van de
Datumweergave.
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de acculader (bijgeleverd) en de AC-LS5K-netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en
240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistransformator), omdat
hierdoor een storing kan optreden.
Overige
137
De "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick Duo" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick Duo".
Type "Memory Stick"
Opnemen/
weergeven
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a*1
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a*2
MagicGate Memory Stick
Duo
a*1*2
Memory Stick PRO Duo
a*2*3
Memory Stick PRO-HG Duo
a*2*3*4
*1) De camera ondersteunt geen hoge
gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle
interface.
*2) "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij wordt gebruikgemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*3) Films met het formaat [640(Fijn)] kunnen
worden opgenomen.
*4) De camera is niet compatibel met 8-bits
parallelle gegevensoverdracht. Ondersteunt
4-bits parallelle gegevensoverdracht gelijk aan
"Memory Stick PRO Duo".
• Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is een afkorting van
"Memory Stick Micro".
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
de camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
138
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens.
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis.
• Wij raden aan dat u een kopie van belangrijke
gegevens op de vaste schijf van uw computer
opslaat.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Plaats geen ander voorwerp dan een "Memory
Stick Duo" in de Memory Stick Duo-sleuf.
Anders kan er een storing optreden.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
De "Memory Stick Duo"
Opmerkingen over het gebruik van een
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel
apparaat plaatst zonder een Memory Stick Duoadapter, is het mogelijk dat u deze niet kunt
verwijderen.
• Zorg er bij het plaatsen van een "Memory Stick
Duo" in een Memory Stick Duo-adapter voor
dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting
en volledig wordt geplaatst. Verkeerde plaatsing
kan een fout veroorzaken.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er
rekening mee dat de apparatuur kan worden
beschadigd door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dat toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 16 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in de camera.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd)
Overige
• Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Micro" in
een "M2"-adapter van Duo-formaat plaatst om
een "Memory Stick Micro" met de camera te
gebruiken. Als u een "Memory Stick Micro"
rechtstreeks in de camera plaatst zonder een
"M2"-adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u
deze niet meer uit het apparaat kunt halen.
• Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
139
Over de accu
De accu opladen
Levensduur van de accu
We raden u aan de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C. De
accu wordt mogelijk niet volledig opgeladen bij
temperaturen die buiten dit bereik liggen.
• De levensduur van de accu is beperkt. De
accucapaciteit neemt na een tijd en door
herhaald gebruik af. Als een verminderde
gebruikstijd tussen het laden opmerkelijk wordt,
is het waarschijnlijk tijd om ze te vervangen met
een nieuwe.
• De levensduur van de accu verschilt afhankelijk
van de opslag- en gebruiksomstandigheden
waaronder de accu wordt gebruikt.
De accu effectief gebruiken
• De prestaties van de accu gaan achteruit als deze
in een koude omgeving wordt gebruikt. Op
koude plaatsen is de gebruiksduur van de accu
korter. Voor een langdurig gebruik raden we u
het volgende aan:
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu vlak
voordat u begint met opnemen in de camera.
• De acculading wordt sneller verbruikt wanneer
u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
• U kunt het beste reserveaccu's bij de hand
houden met een totale opnameduur van twee of
drie keer zo lang als de verwachte opnameduur,
en eerst proefopnamen maken voordat u de
werkelijke opnamen maakt.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
waterbestendig.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme locaties,
zoals in een auto of in direct zonlicht.
De accu bewaren
• Ontlaad de accu volledig voordat u ze in een
koele droge plaats opbergt. Om de werking van
de accu te behouden moet u minstens één keer
per jaar tijdens bewaring de accu volledig
opladen en vervolgens volledig ontladen in de
camera.
• Als u de acculading wilt verbruiken, zet u de
camera in de weergavefunctie voor
diavoorstelling (pagina 38) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
• Gebruik de bijgeleverde accuhouder wanneer u
de accu meeneemt of opbergt om vlekken op het
aansluitpunt, kortsluiting, enzovoort te
voorkomen.
140
Compatibele accu
• De NP-BG1 (bijgeleverd) kan alleen worden
gebruikt in Cyber-shot-modellen compatibel
met het G-type.
• Als u de NP-FG1-accu gebruikt (niet
bijgeleverd), worden de minuten ook
weergegeven na de aanduiding van resterende
batterijlading (
60 Min).
De acculader
De acculader
• Plaats geen andere accu dan accu's van het NPBG-type of NP-FG-type in de acculader
(bijgeleverd). Andere accu's kunnen lekken,
oververhit geraken of ontploffen als u ze
probeert op te laden. Dit kan leiden tot
elektrocutie en brandwonden.
• Verwijder de opgeladen accu uit de acculader.
Als u de opgeladen accu in de lader laat zitten,
kan de levensduur van de accu worden verkort.
• Verwijder de accu die wordt opgeladen als het
CHARGE-lampje knippert en plaats diezelfde
accu opnieuw in het laadtoestel totdat deze
vastklikt. Als het CHARGE-lampje opnieuw
knippert, geeft dit aan dat een accufout is
opgetreden of dat een accu van een ander type
dan het opgegeven type is geplaatst. Controleer
of de geplaatste accu van het opgegeven type is.
Als de accu van het opgegeven type is, haalt u
de accu uit de lader, vervangt u deze door een
nieuwe of een andere en controleert u of de
acculader goed werkt. Als de acculader goed
werkt, kan een accufout zijn opgetreden.
Overige
141
Over het Cyber-shot Station
Cyber-shot Station
De Cyber-shot Station CSS-HD2 (niet bijgeleverd) is compatibel met uw camera.
Het Cyber-shot Station (niet bijgeleverd) laadt de batterij sneller op dan de bijgeleverde batterijlader en
maakt een eenvoudige aansluiting op een tv mogelijk.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het Cyber-shot Station voor meer informatie.
142
Index
Index
Cijfers
Bestandsextensie ................ 110
1× druk.inst. .........................62
Bestandsnaam..................... 106
Dradenkruis van de
puntlichtmeting .............58
1× drukken ............................62
Besturingssysteem...... 100, 112
DRO......................................64
Beveiligen ............................ 78
E
A
Bewolkt ................................ 61
Aanduiding ...........................16
Bijwerken ............................. 73
Aanduiding voor AE/AFvergrendeling...........24, 60
Breed-zoombeeld ................. 89
Aansluiten
Burst ..................................... 54
BRK ..................................... 54
Computer .....................104
C
Televisie ........................96
Camera vasthouden .............. 24
Accu....................................140
COMPONENT..................... 88
Acculader............................141
Computer.............................. 99
AF-bereikzoekerframe..........59
Aanbevolen omgeving
............................ 100, 112
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera......................... 110
Afdrukken bij een fotowinkel
.....................................119
Afdrukmarkering ..........79, 119
AF-functie.............................91
Enkelvoudig..........................91
EV.........................................56
EV aanpassen..................21, 56
Exposure Bracket..................54
Printer ..........................117
Afdrukken .....................79, 115
Eenvoudig opnemen-functie
.......................................25
Extra hoge gevoeligheid .......29
Extra snelle Burst .................29
F
Favorieten .............................69
Favorieten toevoegen/verw.
.......................................71
Filteren op gezicht ................71
Flitser (Witbalans) ................62
AF-vergrendeling..................60
Beelden kopiëren
............................ 104, 112
AF-verlicht. ..........................90
Macintosh.................... 112
Auto Review .........................93
Software ...................... 101
Autom. instellen....................24
Windows ....................... 99
Autom. Oriëntatie .................93
Contrast ................................ 67
Fluorescerende licht 1, 2, 3
.......................................61
Autom. Programma-functie
.......................................23
Conversielens ....................... 92
Formaat wijzigen ..................77
Automatische scherpstelling
...................................7, 59
D
Daglicht ................................ 61
Foutcodes en berichten .......133
B
Datum................................... 94
Functiegids ...........................86
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen.............106
Flitser altijd aan ....................26
Flitser altijd uit .....................26
Flitser-functie .................26, 51
Flitsniveau ............................63
Format. muz. ......................111
Formatteren.....................83, 85
Datumlijst............................. 70
G
Beelden kopiëren naar de
computer......................104
Demo Lach-sluiter................ 87
Gedeeltelijk kleur .................75
Diafragma............................... 9
Geheugen beheren ................83
Beelden weergeven...............36
Diavoorstelling............... 38, 73
Gezichtsherkenning ..............52
Beelden wissen .....................43
Digitale zoom ....................... 91
Gloeilamp .............................61
Beeldformaat...................11, 50
DirectX ............................... 101
Beeldkwaliteit .......................11
DISP ..................................... 20
H
Belichting................................9
Downl. muz. ...................... 111
Half indrukken........................7
Bestandopslaglocatie ..........106
DPOF ........................... 79, 119
Handmatige belichting..........34
Index
Datumweergave ................... 69
143
Index
HD(1080i) ............................88
Levendig .............................. 65
O
Histogram .......................20, 21
Lichtmeetfunctie .................. 58
Onderbelichting ...................... 9
Hoge gevoeligheid................29
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 58
Onderdelen en
bedieningselementen..... 14
Lichtmeting met nadruk op het
midden .......................... 58
Onderwater ...........................31
M
Opn.functie ...........................54
HOME ..................................45
Hoofdinstellingen 1 ..............86
Hoofdinstellingen 2 ..............88
I
Indexscherm .........................37
Macintosh-computer .......... 112
Opname-instellingn 1 ...........90
Opname-instellingn 2 ...........93
Initialiseren ...........................86
Aanbevolen omgeving
.................................... 112
Installeren ...........................101
Macro ................................... 26
Opnamemap wijz. ................ 84
Instellingen ...........................86
Map
Opnemen
Opnamemap maken.............. 83
Intern geheugen ....................22
Maken ........................... 83
Intern geheugen-tool.............85
Selecteren ..................... 80
stilstaand beeld.............. 24
ISO..............................9, 10, 57
Wijzigen ....................... 84
Optische zoom................25, 91
Map kiezen........................... 80
Overbelichting ........................ 9
J
Mapweergave....................... 69
film ................................ 24
JPG .....................................107
Mass Storage........................ 88
P
K
"Memory Stick Duo" ......... 138
PAL ......................................89
Memory Stick-tool............... 83
Pc .......................................... 99
Menu
PictBridge..................... 88, 116
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting ...........104, 117
Items ............................. 48
Picture Motion Browser ..... 103
Weergeven .................... 70
Pieptoon................................ 86
Midden-AF........................... 59
Pixel......................................11
Modusknop .......................... 23
Problemen oplossen............ 121
Monitor ................................ 91
PTP ....................................... 88
MPG................................... 107
Punt-AF ................................ 59
MTP ..................................... 88
Puntlichtmeting ....................58
Kleur.....................................10
Kleurfilter .............................66
Kleurfunctie..........................65
Kleurverzadiging ..................67
Klokinstellingen ...................94
Kopiëren ...............................84
L
Multi-AF .............................. 59
Lachen ..................................76
Multifunctionele aansluiting
...................... 96, 104, 117
Lach-herkenn.gevoeligheid
.......................................53
R
Radiale waas.........................76
Music Transfer........... 111, 113
Rechtstreeks afdrukken ...... 116
Lach-herkenning...................53
Muziek-tool........................ 111
Retro ..................................... 76
Lach-sluiterfunctie..........29, 32
N
Rode-ogeneffect ................... 64
Natuurgetrouw ..................... 65
Roteren ................................. 79
Nauwkeurig Digitale zoom
...................................... 91
Ruisonderdrukking ............... 65
NR lange-sluitertijd.............. 17
S
NTSC ................................... 89
Scèneherkenning ..................55
Lagere beeldscherpte............74
Landschap.............................30
Language Setting ..................95
Langzame synchro................26
LCD-scherm .........................20
144
Onscherpte repareren............ 74
Rode-ogen-correctie .............74
Index
Scènekeuze .....................28, 50
W
Schemer ................................30
Wazige beelden ...................... 8
Schemer-portret ....................30
Weergavefunctie ............ 69, 70
Scherm
Weergavemenu..................... 70
Aanduiding ....................16
Weergavezoom..................... 36
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm .....20
Windows-computer .............. 99
Schermweergave wijzigen
.......................................20
Scherpstellen...............7, 25, 59
Scherpte ................................68
SD .........................................88
Semi-handmatig....................60
Aanbevolen omgeving
.................................... 100
Wissen ............................ 43, 70
Formatteren............. 83, 85
Witbalans ............................. 61
Witbalans onderwater
...................................... 63
Sepia .....................................66
Slimme-zoomfunctie ............91
Z
Sluitertijd ................................9
Zelfdiagnosefunctie............ 133
Sneeuw..................................30
Zelfontspanner ..................... 27
Soft Snap...............................29
Zoom .................................... 25
Software..............101, 103, 111
Z-W ...................................... 66
SteadyShot ............................68
Stereffect...............................75
Stramienlijn ..........................90
Strand....................................30
T
Televisie................................96
Trimmen ...............................73
U
USB-aansluiting....................88
Uw camera in het buitenland
gebruiken .....................137
V
Video-uit ...............................89
Index
VGA......................................12
Vissenooglens .......................75
Volume .................................36
Vuurwerk ..............................30
145
Opmerkingen bij de licentie
De software "C Library", "Expat" en "zlib"
worden bij de camera geleverd. We leveren
deze software op basis van de
licentieovereenkomsten met de eigenaars
van het auteursrecht. Op basis van
verzoeken door de eigenaars van het
auteursrecht van deze
softwaretoepassingen, hebben we de
verplichting om u over het volgende te
informeren. Gelieve de volgende delen te
lezen.
Lees "license1.pdf" in de map "License" op
de cd-rom. U vindt daar licenties (in
Engels) van de software "C Library",
"Expat" en "zlib".
Over GNU GPL/LGPL-software
De software die in aanmerking komt voor
de volgende GNU General Public License
(hierna "GPL" genoemd) of GNU Lesser
General Public License (hierna "LGPL"
genoemd) wordt bij de camera geleverd.
Dit informeert u dat u het recht hebt om de
broncode van deze softwareprogramma's te
raadplegen, te wijzigen en opnieuw te
verdelen onder de voorwaarden van de
voorziene GPL/LGPL.
De broncode is beschikbaar op het internet.
Gebruik de volgende URL om ze te
downloaden.
http://www.sony.net/Products/Linux/
We geven er de voorkeur aan dat u ons niet
contacteert over de inhoud van de
broncode.
Lees "license2.pdf" in de map "License" op
de cd-rom. U vindt daar licenties (in
Engels) van de software "GPL" en "LGPL".
Om de PDF te bekijken, hebt u Adobe
Reader nodig. Als dat niet is geïnstalleerd
op uw computer, kunt u het downloaden
van de webpagina van Adobe Systems:
http://www.adobe.com/
146
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.