Sony DSC-S750 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2008 Sony Corporation 3-285-742-71(1)
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-S750/S780
Lees dit handboek, de
"Gebruiksaanwijzing" en de
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
aandachtig door voordat u het apparaat
gebruikt. Bewaar deze documenten voor het
geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
Inhoudsopgave
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Het Setup-scherm
gebruiken
Beelden op een televisie
bekijken
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
VKLIK!
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Opmerkingen over typen "Memory Stick"
die kunnen worden gebruikt (niet
bijgeleverd)
"Memory Stick Duo"
U kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken
met de camera.
"Memory Stick"
U kunt geen "Memory Stick" gebruiken met
de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 96 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen over de accu
• Laad de accu op (bijgeleverd) voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu zelfs opladen als die niet
volledig leeg is. Als de accu niet volledig is
opgeladen, kunt u bovendien de huidige
gedeeltelijke lading gebruiken.
• Als u de accu gedurende lange tijd niet zult
gebruiken, gebruikt u de resterende lading op,
verwijdert u de accu uit de camera en bewaart u
deze op een koele, droge plek. Op deze manier
behoudt de accu zijn functies.
• Raadpleeg pagina 98 voor meer informatie over
de accu die kan worden gebruikt.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan
99,99 % van de pixels operationeel is. Soms
kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte
stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of
groen) zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft
geen enkele invloed op het opgenomen beeld.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Let op dat u niet tegen de beweegbare lens stoot
en voer er geen druk op uit.
De beelden in dit handboek
De foto's die in dit handboek worden gebruikt als
voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Over illustraties
De illustraties in deze handleiding zijn van de
DSC-S750 tenzij anders vermeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
3
Inhoudsopgave
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................6
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 6
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10
Flitser – Over het gebruik van de flitser........................................................... 11
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................12
Aanduidingen op het scherm ..................................................................14
De schermweergave wijzigen..................................................................18
Het interne geheugen gebruiken.............................................................19
De modusknop gebruiken .......................................................................20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie).....................21
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) ...............................25
Beelden weergeven/wissen.....................................................................28
De menu-items gebruiken ................................................................30
Menu-items ..........................................................................................31
Menu voor opnemen ...............................................................................32
(Gezichtsherkenning): Het gezicht van een onderwerp herkennen
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten
toevoegen
(EV): De lichtintensiteit instellen
9 (Scherpstellen): De scherpstelling wijzigen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu-opname selecteren
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Basishandelingen
Het menu gebruiken
4
Inhoudsopgave
Menu voor weergeven............................................................................. 42
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
De Setup-items gebruiken ............................................................... 49
Camera.............................................................................................. 50
Intern geheugen-tool ......................................................................... 52
Formatteren
Memory Stick tool..............................................................................53
Setup 1............................................................................................... 56
Setup 2............................................................................................... 57
Beelden op een televisie bekijken........................................................... 59
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden op een televisie bekijken
Digitale zoom
Functiegids
Rode-ogeneff.
Auto Review
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
1
Pieptoon
Taal
Initialiseren
2
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
5
Inhoudsopgave
Werken met uw Windows-computer........................................................61
De software (bijgeleverd) installeren .......................................................63
Over de "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) ......................................65
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"...66
Beelden kopiëren naar de computer zonder "Picture Motion Browser"...70
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven met de camera
en kopiëren naar de "Memory Stick Duo" ...............................................72
De Macintosh-computer gebruiken .........................................................73
De "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" weergeven ........................75
Stilstaande beelden afdrukken ................................................................76
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
................................................................................................................77
Afdrukken bij een fotowinkel....................................................................81
Problemen oplossen................................................................................83
Waarschuwingsmeldingen ......................................................................93
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening ...............95
De "Memory Stick Duo"...........................................................................96
Over de accu ...........................................................................................98
Over de oplader.......................................................................................99
Index......................................................................................................100
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
6
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Als u moeilijk kunt scherpstellen
t [Scherpstellen] (pagina 35)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Raadpleeg "Tips om wazige beelden te voorkomen" hieronder.
Scherp-
stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Druk de sluiterknop
niet onmiddellijk
volledig in.
Scherp-
stellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Hier worden
het gebruik van de verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 20), en de menu's (pagina 30)
beschreven.
Flitser
Druk de
sluiterknop half
in.
Aanduiding voor
AE/AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens de
sluiterknop volledig
in.
7
Basistechnieken voor betere beelden
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera is per ongeluk bewogen wanneer u het beeld nam. Dit zijn
"cameratrillingen". Als daarentegen het onderwerp bewoog terwijl u het beeld nam, is
dit een wazig beeld door "beweging van het onderwerp".
Cameratrillingen
Oorzaak
Uw handen of lichaam hebben bewogen
terwijl u de camera vasthield en de sluiterknop
indrukte. Het volledige scherm is bijgevolg
wazig.
Wat doen om wazige beelden te
voorkomen
• Gebruik een statief of plaats de camera op
een vlakke ondergrond zodat deze stabiel is.
• Stel de zelfontspanner met een vertraging
van twee seconden in en stabiliseer de
camera door uw handen langs uw zij te
houden nadat u op de sluiterknop drukt.
Beweging van het onderwerp
Oorzaak
Hoewel de camera stabiel is, beweegt het
onderwerp tijdens de belichting zodat het
onderwerp wazig is als u op de sluiterknop
drukt.
Wat doen om wazige beelden te
voorkomen
• Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie) in
scènekeuze.
• Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om
de sluitersnelheid te verhogen en druk op de
sluiterknop voordat het onderwerp beweegt.
Opmerkingen
Cameratrillingen en bewegingen van het onderwerp komen echter regelmatig voor bij weinig licht en
trage sluitersnelheden; zoals bij (Schemer-functie) of (Schemer-portret-functie). Neem in
deze gevallen het beeld op met bovenstaande tips in het achterhoofd.
8
Basistechnieken voor betere beelden
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld
(pagina 34).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 37).
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingswaarde) =
opnamegevoeligheid
Belichting:
9
Basistechnieken voor betere beelden
De ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingswaarde)
De ISO-gevoeligheid is de snelheid van opnameapparatuur met een ingebouwde beeldsensor
die licht ontvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk
van de ISO-gevoeligheid.
Zie pagina 39 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 38).
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op zelfs bij weinig licht terwijl de sluitersnelheid wordt
verhoogd om wazige beelden te voorkomen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Kleur
De effecten van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Kenmerken van het
licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groenachtig Roodachtig
10
Basistechnieken voor betere beelden
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24)
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 8 M (alleen DSC-S780)
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
2 Beeldformaat: 7 M (alleen DSC-S750)
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
3 Beeldformaat: VGA (E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal
A3-formaat
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
Pixels
11
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de flitser gebruikt, kunnen de ogen van het onderwerp rood zijn of kunnen er wazige
witte ronde vlekken verschijnen. U kunt dit vermijden door de volgende maatregelen in acht te
nemen.
Het "rode-ogeneffect"
In een donkere omgeving verwijden de pupillen. Het flitserlicht wordt weerkaatst door de
bloedvaten achter in het oog (netvlies), waardoor het "rode-ogeneffect" wordt veroorzaakt.
Hoe het "rode-ogeneffect" voorkomen?
• Stel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (pagina 51).
• Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie)* in scènekeuze (pagina 26). (De flitser wordt automatisch
uitgeschakeld.)
• Corrigeer het beeld met de bijgeleverde software "Picture Motion Browser" als de ogen van het onderwerp
rood worden weergegeven.
"Witte ronde vlekken"
Dit wordt veroorzaakt door kleine deeltjes (stof, pollen, enzovoort) die voor de lens zweven.
Door gebruik van de cameraflitser worden deze deeltjes weergegeven als witte ronde vlekken.
Hoe "witte ronde vlekken" voorkomen?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
• Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie)* in scènekeuze. (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
* Zelfs al hebt u (Hoge gevoeligheid-functie) in scènekeuze geselecteerd, toch kan de sluitersnelheid
trager zijn bij weinig licht of in een donker vertrek. Gebruik in dit geval een statief of houd uw armen
langs uw zij nadat u op de sluiterknop drukt.
Flitser
Over het gebruik van de flitser
Camera Oog
Netvlies
Camera
Onderwerp
Kleine deeltjes (stof,
pollen, enzovoort) in de lucht
12
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A Sluiterknop (21)
B Zelfontspannerlampje (23)
C Microfoon
D Lens
E (POWER)-toets
F POWER-lampje
G Flitser (22)
H Luidspreker
A Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (22)
Voor weergeven: /
(weergavezoom)-toets/ (index)-toets
(28, 29)
B Modusknop (20)
C LCD-scherm (18)
D MENU-toets (30)
• Druk langer op MENU om het scherm
(Setup) weer te geven.
E Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (30)
Menu uit: DISP/ / / (18, 22-23)
F (Weergave)-toets (28)
1
6
2
7
3
4
5
8
1
2
6
7
8
9
0
qjqhqg
qf
3
4
5
qd
qs
qa
Onderkant
13
Onderdelen en bedieningselementen
G DC IN-aansluiting
Bij gebruik van een AC-LS5K-
netadapter (niet bijgeleverd)
• U kunt de accu niet opladen door de camera
op de AC-LS5K-netadapter aan te sluiten.
Gebruik de oplader (bijgeleverd) om de
accu op te laden.
H Aansluitingsklepje
I (USB) · A/V OUT-aansluiting
(zijkant)
J Bevestigingsoog voor de polsriem
K Voor opnemen: -toets (Beeldformaat)
(24)
Voor weergeven: -toets (Wissen) (28)
L Schroefgat voor statief
• Gebruik voor het statief schroeven van
maximaal 5,5 mm. Zoniet kan de camera
niet stevig op het statief worden bevestigd
en kan de camera beschadigd raken.
M Klep voor accu/"Memory Stick Duo"
N "Memory Stick Duo"-sleuf
O Toegangslampje
P Accusleuf
Q Uitwerphendel voor de accu
1 naar DC IN-aansluiting
2 naar stopcontact
v-aanduiding (achterkant)
14
Aanduidingen op het scherm
Wanneer u op v (DISP) op de regeltoets
drukt, worden de aanduidingen op het
scherm gewijzigd (pagina 18).
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van bewegende beelden
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
z AE/AF-vergrendeling (21)
Opnamefunctie (21, 40)
Witbalans (38)
STBY
OPNEMEN
Stand-by/bewegende
beelden opnemen
Modusknop (scènekeuze)
(25)
Modusknop (Autom.
Programma) (20)
Camerafunctie
Flitsfunctie (22)
Flitser wordt opgeladen
Zoomvergrotingsfactor
(22, 50)
Rode-ogeneffect beperken
(51)
Scherpte (41)
Gezichtsherkenning (32)
Lichtmeetfunctie (37)
RICH
NATURAL
SEPIA B&W
Kleurfunctie (33)
Scherm Aanduiding
Macro (23)
Aanduiding
AF-bereikzoekerframe (35)
1.0 m Vooraf ingestelde
scherpstelling (35)
WB
SL
1.6
15
Aanduidingen op het scherm
CD
E
Scherm Aanduiding
Beeldformaat (24)
• wordt alleen
weergegeven voor de DSC-
S780.
• wordt alleen
weergegeven voor de DSC-
S750.
Opnamemap (53)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
0:12
[00:00:40]
Opnameduur [maximale
opnameduur]
12 Resterend aantal
opneembare beelden
Zelfontspanner (23)
ISO-waarde (39)
8M 7M 3:2
5M 3M VGA
16:9
8M
7M
101
Scherm Aanduiding
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het best de flitser gebruiken
voor een betere belichting
of een statief of ander
hulpmiddel gebruiken om
de camera te stabiliseren
(pagina 7).
E Waarschuwing voor
zwakke batterijen (93)
+ Dradenkruis van de
puntlichtmeting (37)
AF-bereikzoekerframe (35)
Scherm Aanduiding
Histogram (18)
125 Sluitertijd
F2.8 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde (34)
(niet
weergegeven
op het scherm
op de vorige
pagina)
Menu (30)
16
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Opnamefunctie (21)
Beeldformaat (24)
• wordt alleen
weergegeven voor de DSC-
S780.
• wordt alleen
weergegeven voor de DSC-
S750.
Weergavefunctie
- Beveiligen (43)
Afdrukmarkering (DPOF)
(81)
Map wijzigen (42)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Zoomvergrotingsfactor (28)
N Weergeven (28)
Vo l u m e ni v e au (2 8 )
Scherm Aanduiding
101-0012 Map-bestandsnummer (42)
Weergavebalk
8M 7M 3:2
5M 3M
VGA
16:9
8M
7M
1.6
17
Aanduidingen op het scherm
C
D
E
Scherm Aanduiding
PictBridge bezig met
aansluiten (78)
Opnamemap (53)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Weergavemap (42)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
00:00:12 Teller
Scherm Aanduiding
PictBridge bezig met
aansluiten (79)
• Koppel de specifieke
USB-kabel niet los als het
pictogram wordt
weergegeven.
+2.0EV Belichtingswaarde (34)
ISO-waarde (39)
Lichtmeetfunctie (37)
Flitser
Witbalans (38)
500 Sluitertijd
F2.8 Diafragmawaarde
101
101
WB
Scherm Aanduiding
Histogram (18)
• verschijnt als de
histogramweergave is
uitgeschakeld.
2008 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
Menu (30)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden selecteren
VOLUME Volume wijzigen
DPOF
18
De schermweergave wijzigen
Wanneer u op v (DISP) op de regeltoets
drukt, worden de aanduidingen op het
scherm als volgt gewijzigd.
*Pas de helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm aan
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm aan als u beelden bij helder
natuurlijk licht wilt weergeven. Het
batterijniveau kan echter sneller afnemen in
deze omstandigheden.
• Het histogram verschijnt niet in de volgende
omstandigheden:
Bij opnamen
– Als het menu wordt weergegeven.
– Bij opname van bewegende beelden.
Bij weergave
– Als het menu wordt weergegeven.
– In de indexfunctie.
– Bij gebruik van de weergavezoom.
– Als u stilstaande beelden roteert.
– Bij weergave van bewegende beelden.
• De histogramweergave kan erg verschillend zijn
tijdens opname en weergave indien:
– De flitser afgaat.
– De sluitersnelheid traag of snel is.
• Het kan voorkomen dat het histogram niet wordt
weergegeven voor beelden die met een andere
camera zijn opgenomen.
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen
door histogramweergave
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld aanduidt. Druk
herhaaldelijk op v (DISP) op de regeltoets
om het histogram op het scherm weer te
geven. De grafiekweergave duidt een helder
beeld aan als u naar rechts schuift en een
donker beeld als u naar links schuift.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram verschijnt ook als u één beeld
weergeeft, maar u kunt de belichting dan niet
aanpassen.
v DISP-toets
(Schermweergave)
Aanduidingen aan*
Histogram aan*
Aanduidingen aan
Histogramweer-
gave (pagina 18)
De
beeldgegevens
worden
weergegeven op
het scherm.
Aanduidingen uit*
HelderDonker
A
B
19
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 22 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met voldoende beschikbare opslagcapaciteit voor en voer de
procedure in [Kopiëren] uit (pagina 55).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina 66, 67 of 70, 71 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen kopiëren naar een computer door de
camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. U kunt gegevens die op een
computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
20
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Functiegids
Als u [Functiegids] instelt op [Aan] worden de functiebeschrijvingen weergegeven terwijl u de
camera bedient.
De standaardinstelling is [Aan]. Selecteer [Uit] als u de functiegids niet wilt weergeven
(pagina 51).
Modusknop
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
:
Autom. instellen-functie
Vergemakkelijkt de opname doordat de instellingen automatisch worden
aangepast.
t pagina 21
: Autom. Programma-functie
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende
instellingen selecteren met het menu.
(Voor meer informatie over de beschikbare functies
t pagina 31)
: Opnamefunctie voor bewegende beelden
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen. t pagina 21
: Scènekeuzefunctie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de
scène.
t pagina 25
21
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
instelfunctie)
1 Selecteer een functie met de modusknop.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer .
Bewegende beelden: selecteer .
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
-toets
(Beeldformaat)
Sluiterknop
Regeltoets
Zoomtoets
Modusknop
v/V/b/B-toets
z-toets
Macroknop
DISP-knop
Flitsknop
Zelfontspannerknop
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Bewegende beelden:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm (vanaf de voorkant van de lens). Neem op met de close-
upfunctie (Macro) (pagina 23) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de
opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Bovendien verdwijnt het
AF-bereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende omstandigheden:
– Het is donker en het onderwerp bevindt zich veraf.
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Het onderwerp bevindt zich achter glas.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Er wordt licht weerkaatst of het oppervlak is erg glanzend.
– Het onderwerp is voorzien van achtergrondverlichting of is een knipperlicht.
W/T De zoomfunctie gebruiken
Druk op T om te zoomen en op W om het zoomen ongedaan te maken.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 50 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u bewegende beelden opneemt.
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht is (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
: Lgz synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is traag in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
SL
23
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Macro (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op b ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro Uit
: Macro On (W-kant: ongeveer 5 cm of verder, T-kant: ongeveer 35 cm of verder van de voorkant van de
lens)
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling neemt af als u beelden in de macrofunctie opneemt.
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Als u op de sluiterknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot
de sluiter werkt.
Druk nogmaals op
V ( ) om te annuleren.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen. De
sluiter gaat 2 seconden nadat u op de sluiterknop drukte, af. Hierdoor worden cameratrillingen verminderd
als u de sluiterknop indrukt.
Zelfontspannerlampje
24
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het formaat van stilstaande beelden wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren.
Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
De standaardinstelling wordt aangegeven met .
*1)
De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
*2)
Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 90).
Beeldformaat Richtlijnen Aantal beelden Afdrukken
8M (3264×2448)
(alleen DSC-S780)
Max. formaat is A3 (11×17")
Minder
Meer
Fijn
Ruw
3:2
*1
(3264×2176)
(alleen DSC-S780)
Net als beeldverhouding 3:2
7M (3072×2304)
(alleen DSC-S750)
Max. formaat is A3 (11×17")
3:2
*1
(3072×2048)
(alleen DSC-S750)
Net als beeldverhouding 3:2
5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7")
VGA (640×480) Voor e-mail
16:9
*2
(1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV
25
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , , ,
, ).
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie (pagina 20).
Sluiterknop
Modusknop
26
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scène-
omstandigheden.
*Bij beeldopnamen met (Schemer-portret-functie) of (Schemer-functie) wordt de sluitersnelheid
trager en komen wazige beelden vaak voor. Het gebruik van een statief is daarom aanbevolen.
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in
helderdere en warmere tinten
opnemen voor mooiere beelden.
Daarnaast wordt met de zachte
achtergrond een rustige atmosfeer
voor foto's van personen,
bloemen, enzovoort tot stand
gebracht.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp in
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
Schemer-portret*
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen met de
nachtweergave op de achtergrond
om zo dezelfde sfeer te kunnen
weergeven.
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Strand
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
27
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die u in scènekeuze kunt gebruiken
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet
gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
* [Flitser] voor [Witbalans] kan niet worden geselecteerd.
Macro Flitser Gezichtsherkenning Witbalans Burst
—*
—
— / — —
———
————
/ — —
/ — —
SL
28
Beelden weergeven/wissen
1 Druk op (Weergave).
• Als u op (Weergave) drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera automatisch
ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Druk nogmaals op (Weergave) om naar de
opnamefunctie over te schakelen.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Bewegende beelden:
Druk op
z om bewegende beelden weer te geven. (Druk nogmaals op z om de weergave
te stoppen.)
Druk op
B om snel vooruit te spoelen en op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normale weergave.)
Druk op
V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk vervolgens op b/B
om het volume te wijzigen.
Beelden wissen
1 Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk op (Wissen).
2 Selecteer [Wissen] met
v en druk vervolgens op z.
Het wissen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op om het zoomen ongedaan te maken.
Pas het gedeelte aan met v/V /b/B.
Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
• Raadpleeg [Trimmen] (pagina 48) om vergrote beelden op te slaan.
-toets (Wissen)
Regeltoets
MENU-toets
-toets (Weergavezoom)
/ -toets
(Index/Weergavezoom)
(Weergave)-toets
v/V/b/B-toets
z-toets
29
Basishandelingen
Beelden weergeven/wissen
Een indexscherm weergeven
Druk op (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige)
indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Beelden wissen in de indexfunctie
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op (Wissen) en selecteer [Kiezen] met
v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
2 Selecteer het beeld dat u wilt wissen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding (Wissen)
weer te geven op het geselecteerde beeld.
3 Druk op (Wissen).
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt wissen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats van
[Kiezen] en drukt u op z.
Groen selectiekader
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder voor wissen hebt geselecteerd en druk op
z om de aanduiding van het beeld te wissen.
30
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken
1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste
functie.
Weergave: druk op (Weergave).
• Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de opname-/
weergavefunctie.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het item op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in
de weergavefunctie.
4 Selecteer een instelling met v/V.
• De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de
plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt
weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.
• U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.
Modusknop
Regeltoets
MENU-toets
(Weergave)-toets
v/V/b/B-toets
z-toets
31
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Het menu gebruiken
Menu-items
Menu voor opnemen (pagina 32)
De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de functie-instellingen (opname/weergave)
en van de stand van de modusknop in de opnamefunctie. Alleen de beschikbare items worden
op het scherm weergegeven.
Menu voor weergeven (pagina 42)
(Map) - (Beveiligen)
DPOF (Afdrukken)
(Dia) (Ander form.)
(Roteren) (Setup)
Trimmen
*2
*1)
De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
*2)
Alleen beschikbaar voor weergavezoom
In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt
weergegeven.
( : beschikbaar)
Stand modusknop: Scène
(Gezichtsherkenning)
—
*1
—
COLOR (Kleurfunctie) —
—
(EV)
9 (Scherpstellen) —
—
—
(Lichtmeetfun.) —
—
WB (Witbalans) —
*1
ISO —
—
—
Mode (Opn.functie)
*1
—
(Flitsniveau) —
—
—
(Scherpte) — — —
(Setup)
Niet beschikbaar Beschikbaar
De selecteerbare functie wordt in wit weergegeven.
32
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Bepaalt of de functie Gezichtsherkenning moet worden gebruikt of niet.
• Als [Gezichtsherkenning] op [Aan] staat, kunt u digitale zoom niet gebruiken.
• Alleen beschikbaar voor [Soft Snap]. De standaardinstelling is [Aan].
• Maximum 3 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend. Er kunnen echter slechts 2
gezichten van uw onderwerpen worden herkend als u foto's maakt met [Soft Snap].
• Als de camera meer dan één onderwerp waarneemt, zal de camera beoordelen welk onderwerp het
hoofdonderwerp is en naar prioriteit scherpstellen.
• Het kader waarin wordt scherpgesteld zal groen worden door de sluitertoets half in te drukken. Op alle
onderwerpen die op dezelfde afstand liggen wordt ook scherpgesteld, zelfs als de kaders niet groen
worden.
• Gezichtsherkenning kan mislukken, afhankelijk van de omstandigheden.
(Gezichtsherkenning): Het gezicht van een onderwerp herkennen
Aan
Detecteert de gezichten van uw onderwerpen en past de
scherpstelling en belichtingsinstellingen automatisch aan.
Uit
Maakt geen gebruik van de functie Gezichtsherkenning.
Aanduiding
gezichtsherkenning
Kader gezichtsherkenning
33
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
• Wanneer u bewegende beelden opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren.
COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten
toevoegen
Z-W (B & W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
Sepia (SEPIA)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Natuurlijk (NATURAL)
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
Sprekend (RICH)
Het beeld wordt ingesteld op heldere kleuren.
Normaal
Het beeld wordt ingesteld op standaardkleuren.
34
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Past de belichting manueel aan.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
(EV): De lichtintensiteit instellen
+2.0EV
Naar +: het beeld wordt helderder.
0EV
De belichting wordt automatisch door de camera bepaald.
–2.0EV
Naar –: het beeld wordt donkerder.
Naar – Naar +
35
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
U kunt de scherpstelling wijzigen. Gebruik het menu als u moeilijk kunt scherpstellen in de
functie voor automatische scherpstelling.
• AF is de afkorting van Auto Focus (automatische scherpstelling).
• Voorzie een foutenmarge in de instelling van de afstand bij "Vooraf ingestelde scherpstelling". Door de
lens naar boven en beneden te richten neemt de kans op fouten toe.
• Als u digitale zoom gebruikt, kiest de automatische scherpstelling onderwerpen in of dichtbij het midden
van het frame. In dit geval knippert de aanduiding of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet
weergegeven.
9 (Scherpstellen): De scherpstelling wijzigen
(onbeperkte afstand)
Stel scherp op het onderwerp met een vooraf ingestelde
afstand tot het onderwerp (vooraf ingestelde scherpstelling).
• Gebruik de "Vooraf ingestelde scherpstelling" als u moeilijk
automatisch kunt scherpstellen zoals bij het opnemen van een
onderwerp dat zich achter een net of venster bevindt.
7.0 m
3.0 m
1.0 m
0.5 m
Midden-AF
()
Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van
het zoekframe.
• Als u tegelijkertijd de AF-vergrendelingsfunctie gebruikt, kunt u
het beeld samenstellen zoals u het wenst.
Multi-AF
(Multipunt-AF)
()
Stelt automatisch scherp op het volledige bereikzoekerframe.
• Deze functie is handig als het onderwerp zich niet in het midden
van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding
AF-bereikzoekerframe
36
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
z Het onderwerp is onscherp
Als u een opname maakt van een onderwerp dat zich aan de rand van het frame (of het scherm) bevindt of
als u [Midden-AF] gebruikt, kan de camera niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het frame.
Doe in zulke gevallen het volgende:
1 Stel de opname opnieuw zodanig samen dat het onderwerp zich in het midden van de
AF-bereikzoeker bevindt en druk de sluiterknop half in om op het onderwerp scherp te stellen
(AF-vergrendeling).
Zolang als u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u deze procedure zo vaak herhalen als u
wenst.
2 Keer terug naar uw compositie als de aanduiding voor de AE/AF-vergrendeling stopt met
knipperen en ingeschakeld blijft, en druk vervolgens de sluiterknop volledig in.
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
AF-bereikzoekerframe
37
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• Als u puntlichtmeting of midden-lichtmeting gebruikt, kunt u best [9] (Scherpstellen) instellen op
[Midden-AF] om op de meetpositie scherp te stellen (pagina 35).
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
Punt (Puntlichtmeting)
()
(alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Midden (Midden-
lichtmeting) ( )
Gebruikt het midden van het beeld voor de lichtmeting en
bepaalt de belichting aan de hand van de helderheid van het
onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
38
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Past de kleurtinten aan volgens de lichtomstandigheden. Gebruik deze functie als de
beeldkleuren onnatuurlijk ogen.
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
Flitser ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u bewegend beelden opneemt.
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de lichtomstandigheden
zoals onder een gloeilamp of felle verlichting, zoals in een
fotostudio.
Fluorescerend ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Bewolkt ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of
schaduwgebieden.
WB
39
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
• Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, is [Witbalans] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( ).
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
Selecteert de ISO-gevoeligheid.
• Zie pagina 9 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
Daglicht ( )
Hiermee wordt gecompenseerd voor buitenopnamen zoals bij
heldere hemel, zonsondergang, nachtopnamen,
neonverlichting of vuurwerk.
Autom.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
1250
U kunt wazige beelden in donkere plaatsen of het bewegen
van onderwerpen beperken door de ISO-gevoeligheid te
verhogen (selecteer een hogere waarde). Houd er rekening
mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor
de ISO-gevoeligheid hoger wordt. Selecteer de waarde voor
de ISO-gevoeligheid rekening houdend met de opname-
omstandigheden.
800
400
200
100
Autom.
WB
Hoge ISO-gevoeligheidLage ISO-gevoeligheid
40
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De [Burst]-functie
• Als u met de zelfontspanner opneemt, wordt er een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Het opname-interval is ongeveer 0,9 seconden (DSC-S780) of 1,2 seconden (DSC-S750). Het opname-
interval wordt langer, afhankelijk van de instelling voor de beeldgrootte.
• Als de batterij bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" niet voldoende vrije
ruimte bevat, kunt u niet continu-opnamen maken.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
• Scherpstelling, witbalans en belichting liggen vast op de waarden die ingesteld waren voor de eerste
opname.
Het maximale aantal continu-opnamen
(eenheden: beelden)
Mode (Opn.functie): De functie voor continu-opname selecteren
Burst ( )
Neemt het maximale aantal opeenvolgende beelden op (zie
onderstaande tabel) als u de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld
opnemen.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
Formaat
Maximaal aantal continu-opnamen
DSC-S780 DSC-S750
8M 3 —
3:2 3 —
7M — 3
3:2 — 3
5M 4 4
3M 6 6
VGA 64 64
16:9 10 10
41
Het menu gebruiken
Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
• Zie pagina 22 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, is het mogelijk dat deze instelling niet kan worden gebruikt.
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen.
Zie pagina 49.
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
+ ( +)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
+ ( )
Naar +: het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: het beeld wordt zachter.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Naar +Naar –
42
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met "Memory Stick Duo" gebruikt.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
z De mappen
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 53)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 54)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map.
: naar de volgende map.
: naar de vorige of volgende map.
(Map): De map voor beelden weergeven selecteren
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de selectie geannuleerd.
43
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Een aanduiding - wordt op
een beveiligd beeld weergegeven.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z.
Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z.
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten.
-
- (groen)
44
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
De beveiliging annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt verwijderen in stap
5 van "Beelden beveiligen
in de indexfunctie".
2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken.
3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt
verwijderen.
4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op
z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle
gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens
niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
Hiermee voegt u een (afdrukmarkering) toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 81).
Beelden afdrukken die met de camera zijn opgenomen.
Zie pagina 77.
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
45
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diashow).
1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z.
De diashow wordt gestart.
Als u de diashow wilt beëindigen, drukt u op z om de diashow te onderbreken. Selecteer [Sluiten]
met V en druk vervolgens op z.
• Wanneer een diashow is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B.
• Het interval is enkel ter referentie. Bijgevolg kan dit afhangen van de beeldgrootte enz.
(Dia): Een reeks beelden afspelen
Interval
3 sec
Het interval voor een diashow instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diashow
beëindigd.
Beeld
U kunt alleen selecteren als u een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) gebruikt.
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diashow annuleren.
46
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander formaat) en het
opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het
oorspronkelijke beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
• Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden niet wijzigen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af.
• U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9.
• Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste
zwarte gedeelten op het scherm weergegeven.
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
8M (alleen DSC-S780)
Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het
selecteren van het beeldformaat.
7M (alleen DSC-S750)
5M
3M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat
geannuleerd.
Klein formaatGroot formaat
47
Het menu gebruiken
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt beveiligde en bewegende beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
Zie pagina 49.
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Setup): De Setup-items wijzigen
48
Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 30
Neemt een vergroot beeld op (pagina 28) als een nieuw bestand.
1 Druk tijdens weergavezoom op MENU om het menu weer te geven.
2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld wordt opgenomen en het originele beeld opnieuw weergegeven.
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen en opgeslagen in de geselecteerde opnamemap als het meest
recente bestand en het originele beeld blijft bewaard.
• Bijgesneden beelden kunnen van slechtere kwaliteit zijn.
• U kunt niet bijsnijden naar een beeldformaat in de breedte-/hoogteverhouding 3:2 of 16:9.
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het bijsnijden geannuleerd.
49
Het Setup-scherm gebruiken
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm.
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling
(Setup) en drukt u nogmaals op B.
3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt
instellen.
• Het kader van het geselecteerde item wordt geel.
4 Druk op z om de instelling op te geven.
Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm
(Setup).
• Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie.
Als het menu niet wordt weergegeven
Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven.
De instelling (Setup) annuleren
Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als
dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
Modusknop
Regeltoets
MENU-toets
v/V/b/B-toets
z-toets
50
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Camera
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt
de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en totale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
(inclusief optische zoom 3×)
• Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven.
• De totale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische
zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding
of knippert en de automatische scherpstelling geeft prioriteit aan onderwerpen die zich dichtbij
het midden van het frame bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
• U kunt de digitale zoom niet gebruiken als [Gezichtsherkenning] op [Aan] is ingesteld.
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [8M] (DSC-S780), [7M] (DSC-S750) of [3:2].
• De totale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-
zoomfunctie) ( )
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit neemt af wanneer de
optische zoom groter wordt dan 3×.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat
Totale zoomvergrotingsfactor
DSC-S780 DSC-S750
5M Ongeveer 3,8× Ongeveer 3,6×
3M Ongeveer 4,8× Ongeveer 4,5×
VGA Ongeveer 15× Ongeveer 14×
16:9 Ongeveer 5,1× Ongeveer 4,8×
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor
51
Het Setup-scherm gebruiken
Camera Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Wanneer u de camera bedient, verschijnt de functiegids.
De flitser gaat tweemaal of meer voor de opname
af om het rode-ogeneffect tijdens gebruik van de
flitser te verminderen.
• Houd de camera stevig vast totdat de opname is gemaakt als u wazige beelden wilt voorkomen. Dit duurt
gewoonlijk één seconde nadat u de sluiterknop indrukt. Zorg er ook voor dat het onderwerp tijdens deze
tijdspanne niet beweegt.
• Het is mogelijk dat de vermindering van het rode-ogeneffect niet het gewenste resultaat oplevert. Dit
hangt af van individuele verschillen en omstandigheden zoals de afstand tot het onderwerp of als het
onderwerp van de voorflitser wegkeek.
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, verdwijnt de weergave van het opgenomen beeld en
kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
Functiegids
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff.
Aan ( )
Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect.
Uit
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet
gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
52
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
Formatteren
53
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Het Setup-scherm gebruiken
Memory Stick tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
• Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
• U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
• U kunt een map niet met de camera wissen. Als u een map wilt wissen, moet u dit doen met een computer,
enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 69) voor meer informatie.
Formatteren
Opnamemap maken
54
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opnamemap wijz.
55
Het Setup-scherm gebruiken
Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende beschikbare opslagcapaciteit.
2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z.
• Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u beeldbestanden probeert te kopiëren met een accu die te
weinig lading heeft, kan de accu leeg geraken, waardoor het kopiëren kan mislukken of de gegevens
kunnen worden beschadigd.
• U kunt geen beelden voor kopiëren selecteren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de
beeldgegevens in het interne geheugen wilt wissen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick
Duo" en formatteert u vervolgens het interne geheugen met ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool])
(pagina 52).
• Op de "Memory Stick Duo" wordt een nieuwe map gemaakt en alle gegevens worden hierop gekopieerd.
U kunt geen bepaalde map selecteren en er beelden naar kopiëren.
• De aanduiding (afdrukmarkering) wordt niet naar de beelden gekopieerd.
Kopiëren
56
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten
worden weergegeven.
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden opgeslagen in het interne geheugen
bewaard.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het initialiseren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
• Zorg ervoor dat de camera niet wordt uitgeschakeld tijdens het initialiseren.
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren
57
Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Het Setup-scherm gebruiken
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de
camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de
specifieke USB-kabel.
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. Het televisiekleursysteem kan verschillen afhankelijk van
het land en de regio.
Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u (pagina 60) voor het
televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer (pagina 77).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in
de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer
(compatibel met Windows XP en Mac OS X).
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 66).
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
58
Setup 2 Voor meer informatie over de bediening
1 pagina 49
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [Klokinstel.] in het scherm (Setup 2).
2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z.
• Middernacht wordt aangegeven als 12:00 AM en middag als 12:00 PM.
Klokinstel.
2
59
Beelden op een televisie bekijken
Beelden op een televisie bekijken
Beelden op een televisie bekijken
U kunt de beelden weergeven op een televisie door de camera aan te sluiten op een televisie.
De aansluiting kan verschillen afhankelijk van het soort televisie waarop de camera is
aangesloten.
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera op de televisie aan met de specifieke A/V-kabel (bijgeleverd).
• Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de specifieke
A/V-kabel aan op de linkeraudio-ingang.
2 Schakel de televisie in en stel de ingang in.
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
3 Druk op (Weergave) om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op de televisie weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 57).
Beelden bekijken door de camera op een televisie aan te sluiten met de
bijgeleverde specifieke A/V-kabel
1 Naar de audio-/
video-ingangen
Specifieke
A/V-kabel
2 Naar de (USB) ·
A/V OUT-aansluiting
Geel Zwart
VIDEO AUDIO
(Weergave)-toets
Regeltoets
60
Beelden op een televisie bekijken
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een video-
ingang en de specifieke A/V-kabel nodig. Het kleursysteem van de televisie moet
overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het
televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten,
enzovoort.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
61
De computer gebruiken
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 73) door voor meer informatie over het gebruik van
een Macintosh-computer.
De schermillustraties die in dit gedeelte worden gebruikt,
worden in het Engels weergegeven.
• Bij Windows Vista kunnen bepaalde namen en
handelingen verschillen van deze die
hieronder worden beschreven.
• De software als volgt installeren:
– "Picture Motion Browser"
• Beelden kopiëren naar de computer met "Picture Motion
Browser"
• Beelden met "Picture Motion Browser":
– Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
– Beelden bewerken
– De opnamelocaties van stilstaande beelden online
weergeven op kaarten
– Een disk met opgenomen beelden maken (een cd- of dvd-
schrijfstation is vereist)
– Stilstaande beelden met de datum afdrukken of opslaan
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 63)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 66)
Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony
voor meer informatie over dit product en antwoorden op
veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
62
Werken met uw Windows-computer
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional SP4,
Windows XP* SP2/Windows Vista*
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen computeromgeving voor
"Picture Motion Browser"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional SP4,
Windows XP* SP2/Windows Vista*
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 256 MB RAM of
meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of
sneller en 512 MB RAM of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie — ongeveer 200 MB
Beeldscherm: Schermresolutie: 1.024 × 768
pixels of meer
Kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of
meer
*Edities van 64-bits en Starter (Edition) worden
niet ondersteund.
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Door de camera aan te sluiten met een
USB-interface die compatibel is met Hi-Speed
USB (compatibel met USB 2.0) is een
geavanceerde overdracht mogelijk (snelle
gegevensoverdracht) gezien de camera
compatibel is met Hi-Speed USB (compatibel
met USB 2.0).
• Er zijn twee functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Mass Storage]
(standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte
wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven.
Zie pagina 57 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving
63
De computer gebruiken
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Log in als Beheerder.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op (My Computer) t
(SONYPICTUTIL).
• Voor Windows Vista wordt het AutoPlay-
scherm weergegeven. Selecteer "Run
Install.exe." en volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te voltooien.
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
wordt weergegeven.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm [Location Settings] wordt
weergegeven.
4 Selecteer [Region] en [Country/
Area] en klik vervolgens op
[Next].
Als [Welcome to the InstallShield
Wizard for SonyPicture Utility]
verschijnt, klikt u op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven. Lees de overeenkomst
aandachtig door. Als u de voorwaarden
van de overeenkomst accepteert,
selecteert u het keuzerondje naast
[I accept the terms of the license
agreement] en klikt u op [Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
• Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
u de computer opnieuw op volgens de
aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
64
De software (bijgeleverd) installeren
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
wordt een snelkoppeling op het bureaublad
gemaakt voor "Picture Motion Browser", de
"Gids voor Picture Motion Browser".
• Dubbelklik om "Picture
Motion Browser" te starten.
• Dubbelklik om "Gids voor
Picture Motion Browser" te
starten.
65
De computer gebruiken
Over de "Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
Met de software kunt u stilstaande en
bewegende beelden van de camera optimaal
benutten.
Dit gedeelte geeft een beschrijving van de
"Picture Motion Browser".
Met de "Picture Motion Browser" kunt u
het volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken (rode-ogeneffect
enz.), afdrukken en verzenden als bijlage bij e-
mailberichten, de opnamedatum wijzigen en
meer.
• Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of
opgeslagen met de datum.
• U kunt een datadisc maken met een
CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation.
• Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion
Browser" voor meer informatie.
De "Gids voor Picture Motion Browser"
openen
• Dubbelklik op het bureaublad op het
pictogram "Gids voor Picture Motion
Browser".
• Klik in het startmenu op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Help] t [Gids voor Picture Motion
Browser].
De "Picture Motion Browser" openen
Dubbelklik op het bureaublad op het
pictogram (Picture Motion Browser).
Of klik in het startmenu op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Picture Motion Browser].
• Het bevestigingsbericht van de informatie-tool
verschijnt op het scherm wanneer u de "Picture
Motion Browser" de eerste keer opstart.
Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de
hoogte van nieuws, zoals software-updates. U
kunt de instelling later wijzigen.
De "Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op in de rechterbovenhoek van het
scherm.
"Picture Motion Browser"-
overzicht
De "Picture Motion Browser"
openen en afsluiten
66
Beelden kopiëren naar de computer met de
"Picture Motion Browser"
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera of sluit de
camera aan op een stopcontact
met de netspanningsadapter (niet
bijgeleverd).
• Als u beelden naar uw computer kopieert
met een accu die weinig lading heeft, kan
het kopiëren mislukken of kunnen
beeldgegevens worden beschadigd als de
accu te snel leegloopt.
3 Druk op (weergave) en
schakel de computer vervolgens
in.
"USB-functie Mass Storage" wordt
weergegeven op het camerascherm.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsaanduidingen rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit zijn
geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt,
stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage]
(pagina 57).
De camera en de computer
voorbereiden
(Weergave)-toets
De camera en de computer op
elkaar aansluiten
Specifieke USB-kabel
2 Naar een
USB-aansluiting
1 Naar de (USB) ·
A/V OUT-aansluiting
Toegangs-
aanduidingen*
67
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
1 Sluit de camera aan op een
computer zoals beschreven in
"De camera en de computer op
elkaar aansluiten".
Nadat de USB-verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt het scherm [Import
Media Files] van "Picture Motion
Browser" automatisch.
• Zie pagina 70 als u de Memory Stick-sleuf
gebruikt.
• Als in Windows XP/Windows Vista de
wizard AutoPlay wordt weergegeven, sluit u
deze wizard.
2 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures". Deze map heeft als naam de
datum waarop de beelden zijn
geïmporteerd.
• Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion
Browser" voor meer informatie over de
"Picture Motion Browser".
Beelden kopiëren naar een
computer
68
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
Wanneer het importeren is voltooid, wordt
de "Picture Motion Browser" gestart. Er
worden miniaturen van de geïmporteerde
beelden weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als
standaardmap in "Viewed folders".
Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion
Browser" voor meer informatie.
Voer de procedure beschreven in stap 1 tot
4 uit vooraleer u:
• de specifieke USB-kabel loskoppelt.
• een "Memory Stick Duo" verwijdert.
• een "Memory Stick Duo" in de camera plaatst
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen.
• de camera uitschakelt.
1 Dubbelklik op op de taakbalk.
2 Klik op (USB Mass Storage Device)
t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
• Voor Windows XP/Windows Vista kunt u
stap 4 overslaan.
Beelden weergeven op de
computer
Voorbeeld: scherm met weergave
per maand
De USB-verbinding annuleren
Dubbelklik hier
69
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo" of het interne
geheugen.
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows XP
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met de camera
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen: alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen of weergeven in
de map "MISC".
• Namen van beeldbestanden zijn als volgt:
– Bestanden van stilstaande beelden:
DSC0ssss.JPG
– Bestanden van bewegende beelden:
MOV0ssss.AVI
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
bestand van bewegende beelden dat is
opgenomen in opnamefunctie voor bewegende
beelden, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
• Zie pagina 42 en 53 voor meer informatie over
mappen.
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
70
Beelden kopiëren naar de computer zonder
"Picture Motion Browser"
U kunt beelden als volgt naar een computer
kopiëren zonder de "Picture Motion
Browser".
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en plaats deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98
SecondEdition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden
kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick-sleuf van de computer te
plaatsen.
• Zie pagina 88 als de "Memory Stick PRO Duo"
niet wordt herkend.
Voor een computer zonder Memory
Stick-sleuf
Maak een USB-verbinding en volg de
stappen om beelden te kopiëren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
• Deze camera is niet compatibel met Windows
95/98/98 SecondEdition/NT/Me van het
Windows-besturingssysteem.
Als u een computer zonder Memory Stick-sleuf
gebruikt, gebruik dan een in de handel
verkrijgbare Memory Stick Reader/Writer om
beelden van een "Memory Stick Duo" naar uw
computer te kopiëren.
• Als u beelden in het interne geheugen naar de
computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden
eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert
u ze vervolgens naar de computer.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar "My Documents" (voor
Windows Vista: "Documents") omschreven.
1 Bereid de camera en de computer
voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 66.
2 Sluit de camera aan op de
computer met de specifieke
USB-kabel.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 66.
• Als "Picture Motion Browser" al is
geïnstalleerd, dan wordt [Import Media
Files] automatisch gestart op "Picture
Motion Browser". Selecteer [Cancel] om te
eindigen.
Beelden kopiëren naar een
computer -Windows XP/Vista
71
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer zonder "Picture Motion Browser"
3 Klik op [Open folder to view files]
t [OK] (alleen voor Windows XP)
wanneer het scherm met de
wizard automatisch op het
bureaublad verschijnt.
• Wanneer het scherm met de wizard niet
automatisch wordt weergegeven, volgt u de
procedure die wordt beschreven in t "Voor
Windows 2000" op pagina 71.
4 Dubbelklik op [DCIM].
5 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren. Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand om het menu weer
te geven en klik op [Copy].
• Zie pagina 69 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden.
6 Dubbelklik op de map [My
Documents] (voor Windows Vista:
map "Documents"). Klik
vervolgens met de
rechtermuisknop op het venster
"My Documents" om het menu
weer te geven en klik op [Paste].
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd (voor
Windows Vista: map "Documents").
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u een
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 72).
Voor Windows 2000
Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] nadat u de camera op uw
computer hebt aangesloten. Ga vervolgens
verder met stap 4.
2
1
2
1
1
2
72
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven
met de camera en kopiëren naar de "Memory Stick Duo"
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd, kunt u stap 1
overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Sony kan de weergave van beeldbestanden op de
camera niet garanderen als de bestanden zijn
verwerkt met een computer of opgenomen met
een andere camera.
• Als er geen mappen zijn op de "Memory Stick
Duo", maakt u eerst een map met uw camera
(pagina 53) en kopieert u vervolgens de
beeldbestanden.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en vervolgens
op [Rename]. Wijzig de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
AVI. Wijzig de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en vervolgens op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
vervolgens op [Paste].
• sss staat voor een nummer tussen 100
en 999.
1
2
73
De computer gebruiken
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintosh-
computer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Door de camera aan te sluiten met een
USB-interface die compatibel is met Hi-Speed
USB (compatibel met USB 2.0) is een
geavanceerde overdracht mogelijk (snelle
gegevensoverdracht) gezien de camera
compatibel is met Hi-Speed USB (compatibel
met USB 2.0).
• Er zijn twee functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Mass Storage]
(standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte
wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven.
Zie pagina 57 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 66.
2 Sluit de specifieke USB-kabel
aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 66.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM] t de map met de beelden die
u wilt kopiëren.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 69 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
74
De Macintosh-computer gebruiken
Sleep eerst het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick Duo"
naar het pictogram "Trash" wanneer u
onderstaande procedures uitvoert. Zoniet
wordt de verbinding tussen de camera en de
computer onderbroken.
• De specifieke USB-kabel loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
De USB-verbinding annuleren
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
75
De computer gebruiken
De "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
weergeven
Wanneer u het "Cyber-shot-handboek"
installeert, wordt de "Geavanceerde Cyber-
shot-handleiding" ook geïnstalleerd. De
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
geeft verdere uitleg over het gebruik van de
camera en optionele onderdelen.
Dubbelklik op (Step-up Guide) op
het bureaublad.
Om "Step-up Guide" via het Start-menu te
openen, klikt u op [Start] t [All
Programs] (in Windows 2000, [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [Step-up
Guide].
1 Kopieer de map [stepupguide] in
de map [stepupguide] naar uw
computer.
2 Selecteer [stepupguide],
[language] en vervolgens de map
[NL] opgeslagen op de CD-ROM
(bijgeleverd) en kopieer alle
bestanden in de map [NL].
Overschrijf vervolgens deze
bestanden in de map [img]
opgeslagen in [stepupguide] dat
naar uw computer wordt
gekopieerd in stap 1.
3 Na het kopiëren dubbelklikt u op
"stepupguide.hqx" in de map
[stepupguide] om deze te
unzippen. Dubbelklik vervolgens
op het gegenereerde bestand
"stepupguide".
• Als er geen tool voor unzippen voor het
bestand HQX is geïnstalleerd, installeert u
Stuffit Expander.
Op Windows weergeven
Op Macintosh weergeven
76
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]-
functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus
voordat u begint met afdrukken
(pagina 90).
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
software "Picture Motion Browser" en de beelden afdrukken.
Beelden kunnen met de datum worden afgedrukt (pagina 65).
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u
wilt afdrukken.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
(pagina 77)
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer
Beelden afdrukken met een computer
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 81)
77
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op een
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op een afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
• De functie voor het afdrukken van een index is
mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de
printer.
• De hoeveelheid beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk
van de printer.
• U kunt geen bewegende beelden afdrukken.
• Als de aanduiding ongeveer vijf seconden
knippert op het camerascherm (foutmelding),
controleert u de aangesloten printer.
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de specifieke
USB-kabel.
• Het is aanbevolen om een volledig opgeladen
accu te gebruiken om te vermijden dat het
toestel wordt uitgeschakeld tijdens het
afdrukken.
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2 Druk op B op de regeltoets en
selecteer (Setup).
3 Selecteer (Setup 2) met V en
selecteer vervolgens [USB-aansl.]
met v/V/B.
4 Selecteer [PictBridge] met B/v en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
Regeltoets
MENU-toets
2
78
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
aanduiding weergegeven.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
Nadat fase 2 is voltooid, wordt het
afdrukmenu weergegeven, ongeacht de
stand van de modusknop.
1 Selecteer de gewenste
afdrukmethode met v/V op de
regeltoets en druk vervolgens op
z.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden
afgedrukt.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt (pagina 81),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z .
De markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
• Als u meer beelden wilt selecteren,
herhaalt u deze procedure.
2Selecteer [Afdrukken] met V en druk
vervolgens op z.
[Dit beeld]
Het weergegeven beeld wordt afgedrukt.
• Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt
op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
2 Naar de
USB-aansluiting
1 Naar de
(USB) ·
A/V OUT-
aansluiting
Specifieke
USB-kabel
Fase 3: Afdrukken
79
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
2 Selecteer de afdrukinstellingen
met v/V/b/B.
[Index]
Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te
drukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 58). Deze functie is mogelijk niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Selecteer het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt
afzonderlijk afgedrukt.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Selecteer het aantal beelden dat u als
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt geselecteerd in stap 1,
selecteert u het aantal van hetzelfde
beeld dat u naast en onder elkaar op
hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als
indexbeeld.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
3 Selecteer [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de specifieke USB-kabel niet los
wanneer de aanduiding (PictBridge-
aansluiting) op het scherm wordt
weergegeven.
Andere beelden afdrukken
Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens
het gewenste beeld met v/V en voer de
procedure uit vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(pagina 77) en "Fase 2: De camera
aansluiten op de printer" (pagina 78) uit en
ga als volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
weergegeven. Selecteer [Annul.] om het
afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt
verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met
v/V en druk vervolgens op z.
-
aanduiding
80
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
[Kiezen]
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met v/V/b/B en druk vervolgens op z
om de markering weer te geven. (Als u
andere beelden wilt selecteren, herhaalt u
deze procedure.) Druk vervolgens op
MENU.
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken"
(pagina 78) uit.
81
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
• U kunt ook de beelden met de afdrukmarkering
afdrukken met een printer die de DPOF-
standaard (Digital Print Order Format)
ondersteunt of met een PictBridge-compatibele
printer.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering wordt
weergegeven op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regeltoets
MENU-toets
82
Afdrukken bij een fotowinkel
1 Geef het indexscherm weer
(pagina 29).
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en
druk vervolgens op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in deze map].
5 Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b /B en druk
vervolgens op z.
Een groene markering wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren,
selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u
[Sluiten] in stap 8 en drukt u op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
indexfunctie
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk vervolgens op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en
druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en
druk vervolgens op z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
(groen)
83
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
Door de camera voor reparatie te verzenden stemt u toe dat de inhoud van het interne
geheugen mag worden gecontroleerd.
1 Controleer de items op pagina 84 tot en met 92.
2 Verwijder de accu, wacht ongeveer een minuut, plaats de accu opnieuw en
schakel het apparaat in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 56).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Accu en stroom 84
Stilstaande beelden/bewegende
beelden opnemen 85
Beelden weergeven 87
Beelden wissen/bewerken 88
Computers 88
"Memory Stick Duo" 89
Intern geheugen 90
Afdrukken 90
PictBridge-compatibele printer 91
Overige 92
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
84
Problemen oplossen
Kan accu niet plaatsen.
• Plaats de accu correct om de uitwerphendel voor de accu in te drukken.
Kan de camera niet inschakelen.
• Het duurt even voordat de camera wordt ingeschakeld nadat u de accu in de camera hebt
geplaatst.
• Plaats de accu correct.
• De accu is leeg. Plaats opgeladen accu.
• De accu werkt niet meer (pagina 98). Vervang de accu met een nieuwe.
• Gebruik een aanbevolen accu.
Het apparaat wordt plots uitgeschakeld.
• Als u de camera drie minuten niet gebruikt terwijl het apparaat is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om verzwakking van de accu te vermijden. Schakel de
camera weer in.
• De accu werkt niet meer (pagina 98). Vervang de accu met een nieuwe.
De indicator voor resterende lading klopt niet.
• Dit fenomeen doet zich voor als u de camera in extreme koude of warmte gebruikt.
• Er heeft zich een afwijking voorgedaan tussen de indicator voor resterende lading en de
feitelijk resterende acculading. Laat de accu volledig ontladen en laad hem op om de indicatie
te corrigeren.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
• De accu werkt niet meer (pagina 98). Vervang de accu met een nieuwe.
Kan de accu niet opladen.
• U kunt de accu niet opladen met een netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Accu en stroom
85
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Wis overbodige beelden (pagina 28).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Bij opname van een stilstaand beeld stelt u de modusknop in op een andere stand dan .
• Zet de modusknop op wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op (Weergave) om de
opnamefunctie (pagina 28) te wijzigen.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 5 cm (W)/35 cm (T) van de voorkant van de lens (pagina 23).
• (Schemer-functie) of (Landschap-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij
het opnemen van stilstaande beelden.
• U hebt de vooraf ingestelde scherpstelling geselecteerd. Selecteer de functie voor
automatische scherpstelling (pagina 35).
• Zie "Het onderwerp is onscherp" op pagina 36.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken als het beeldformaat is ingesteld op [8M]
(DSC-S780), [7M] (DSC-S750) of [3:2].
• U kunt digitale zoom niet gebruiken als:
– [Gezichtsherkenning] op [Aan] staat.
– u bewegende beelden opneemt.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 22).
• U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] (pagina 40).
– (Hoge gevoeligheid-functie) of (Schemer-functie) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie (pagina 27).
– U neemt bewegende beelden op.
• Stel de flitser in op (Altijd flitsen) wanneer (Landschap-functie), (Strand-functie)
of (Sneeuw-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 22).
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
86
Problemen oplossen
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
• Klein deeltjes (stof, pollen, enzovoort) in de lucht hebben het flitslicht gereflecteerd en
worden in het beeld weergegeven. Dit is normaal (pagina 11).
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
• (Schemer-functie) of (Landschap-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
Kan geen datums aan beelden toevoegen.
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden
(pagina 90).
Door "Picture Motion Browser" te gebruiken kunt u beelden met de datum afdrukken of
opslaan (pagina 65).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 34).
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 18).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 37) of pas de belichting aan (pagina 34).
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 34).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 33).
Bij het opnemen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale
strepen.
• Dit verschijnsel noemt men "smear": er verschijnen witte, rode, paarse of andere kleuren
strepen op het beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
87
Problemen oplossen
Problemen oplossen
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 51).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (pagina 28).
• De accu is bijna leeg. Plaats de opgeladen accu.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Druk op (Weergave) (pagina 28).
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 72).
• Sony kan de weergave van beeldbestanden op de camera niet garanderen als de bestanden zijn
verwerkt met een computer of opgenomen met een andere camera.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 68).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De weergaveaanduidingen zijn uitgeschakeld. Geef de weergaveaanduidingen weer door op
v (DISP) op de regeltoets te drukken (pagina 18).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Dit kan voorkomen door de beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op de televisie.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 57).
• Controleer de aansluiting (pagina 59).
Beelden weergeven
88
Problemen oplossen
De camera kan een beeld niet wissen.
• Annuleer de beveiliging (pagina 44).
De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet.
• Bewegende beelden kunnen geen ander formaat krijgen.
Het besturingssysteem van de computer is niet compatibel met de camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 62 voor Windows en pagina 73 voor
Macintosh.
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de computer en de Memory Stick Reader/Writer "Memory Stick PRO Duo"
ondersteunen. Gebruikers van computers en een Memory Stick Reader/Writer van een andere
fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 66 en 73). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Plaats de opgeladen accu of gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) als het
accuniveau laag is.
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 57).
• Gebruik de specifieke USB-kabel (bijgeleverd) (pagina 66).
• Koppel de specifieke USB-kabel los van de computer en de camera en sluit de kabel opnieuw
stevig aan.
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de
USB-aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 66).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 66).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 62 en 73).
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden mogelijk niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen
op een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 53).
Beelden wissen/bewerken
Computers
89
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser"
niet automatisch gestart.
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 66).
De camera kan geen beelden op de computer weergeven.
• Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion Browser" voor meer informatie over de "Picture
Motion Browser" (pagina 65).
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer weergeeft, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en
geef ze vervolgens weer vanaf de vaste schijf (pagina 66).
De camera kan geen beelden afdrukken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 69).
• Voer de bewerking correct uit (pagina 72).
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn door het formatteren gewist. U kunt het
niet herstellen.
"Memory Stick Duo"
90
Problemen oplossen
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder ze.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer het beeld naar de "Memory Stick Duo" met
voldoende beschikbare ruimte.
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• Deze functie is niet beschikbaar.
Raadpleeg "PictBridge-compatibele printer" samen met onderstaande items.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden bijgesneden. Vooral
wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de randen van het
beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en afdrukken
zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze
functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• U kunt geen beelden met de datum afdrukken met "Picture Motion Browser" (pagina 65).
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over
de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-
gegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor informatie
over compatibiliteit met Exif-gegevens.
• Als u naar een fotowinkel gaat, vraag dan of ze de datums aan de beelden kunnen toevoegen.
Intern geheugen
Afdrukken
91
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 57).
• Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt
weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de specifieke USB-kabel.
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden mogelijk niet afgedrukt.
Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet
kunt afdrukken, koppelt u de specifieke USB-kabel los, schakelt u de printer uit en vervolgens
weer in en sluit u de specifieke USB-kabel weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen mogelijk niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• U hebt de specifieke USB-kabel losgekoppeld voordat het pictogram (PictBridge-
aansluiting) is verdwenen.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg
de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 79).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
PictBridge-compatibele printer
92
Problemen oplossen
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Als u een ander papierformaat gebruikt nadat u de printer op de camera hebt aangesloten,
koppelt u deze los en sluit u opnieuw aan met de specifieke USB-kabel.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 79) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
Het bestandsnummer kan niet worden teruggezet.
• Als u een opnamemedium vervangt, kunt u de bestandsnummers niet met de camera
herstellen. Formatteer de "Memory Stick Duo" (pagina 52, 53) of het interne geheugen om de
bestandsnummers te herstellen en initialiseer vervolgens de instellingen (pagina 56). De
gegevens op de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen worden echter gewist en alle
instellingen, inclusief de datum, worden geïnitialiseerd.
De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven.
• Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen.
• Plaats een opgeladen accu en schakel de camera weer in.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De accu is leeg. Vervang hem met een opgeladen accu.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 58).
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 58).
Overige
93
Problemen oplossen
Waarschuwingsmeldingen
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E
• De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksvoorwaarden of het type accu
knippert de indicator mogelijk even
hoewel er nog 5 tot 10 minuten
resterende accuduur is.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
• De geplaatste accu is geen NP-BK1-
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 96).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 96).
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina 52 en 53).
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen.
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Wis overbodige beelden of bestanden
(pagina 28).
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestand
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven, opgenomen in het interne
geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven, opgenomen in deze map.
• U hebt de handelingen voor het
kopiëren van beelden vanaf de computer
niet juist uitgevoerd (pagina 72).
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina 53,
54).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Berichten
94
Waarschuwingsmeldingen
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de geselecteerde map. Selecteer een
andere map (pagina 54).
Bestandsfout
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Bestandsbeveiliging
• Annuleer de beveiliging (pagina 43).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Ongeldige bediening
• U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
(Trillingswaarschuwing)
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser of bevestig de camera op een
statief om de camera te stabiliseren.
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge] terwijl de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
compatibel is met PictBridge.
Controleer het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de specifieke USB-kabel los en
sluit deze weer aan. Als een foutbericht
wordt weergegeven op de printer, moet
u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd beelden af te
drukken voordat de printer was
aangesloten. Sluit een PictBridge-
compatibele printer aan.
Geen afdrukbaar beeld
• U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te
voeren zonder een DPOF-
afdrukmarkering op het (de) beeld(en)
aan te brengen.
• U hebt geprobeerd [Alle in deze map]
uit te voeren terwijl een map was
geselecteerd die alleen bewegende
beelden bevat. U kunt geen bewegende
beelden afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
• De gegevensoverdracht naar de printer
is mogelijk nog niet voltooid. Koppel de
specifieke USB-kabel niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
95
Overige
Overige
De camera in het buitenland gebruiken
— Stroomvoorziening
U kunt de camera, de oplader (bijgeleverd) en de AC-LS5K-netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) gebruiken in een land of regio met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V
netspanning, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een
storing kan optreden.
96
De "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick Duo" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick Duo".
*1)
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*2)
Hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een
parallelle interface wordt niet door de camera
ondersteund.
*3)
Parallelle gegevensoverdracht van 8-bit wordt
niet door de camera ondersteund. Ondersteunt
parallelle gegevensoverdracht van 4-bit gelijk
aan "Memory Stick PRO Duo".
• Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting van
"Memory Stick Micro".
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens.
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruik op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis.
• Het is aanbevolen om een reservekopie (back-
up) van gegevens te maken op de vaste schijf
van uw computer.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Plaats geen andere voorwerpen dan een
"Memory Stick Duo" in de Memory Stick Duo-
sleuf. Anders kan er een storing optreden.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Type "Memory Stick" Opnemen/
weergeven
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a
*1
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
*2
MagicGate Memory Stick
Duo
a
*1*2
Memory Stick PRO Duo a
*1
Memory Stick PRO-HG Duo a
*1*3
97
Overige
De "Memory Stick Duo"
Opmerkingen over het gebruik van een
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat plaatst zonder een Memory
Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk
dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u
ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst. Een foutieve plaatsing
kan een storing veroorzaken.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt,
moet u ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-
adapter in de juiste richting wordt geplaatst.
Houd er rekening mee dat de apparatuur kan
worden beschadigd door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 8 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Micro" met de camera
wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick
Micro" eerst in een Duo-sized "M2"-adapter
plaatsen. Als u een "Memory Stick Micro" in de
camera plaatst zonder een Duo-sized "M2"-
adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze
niet weer uit het apparaat kunt halen.
• Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
98
Over de accu
De accu opladen
Wij raden u aan om de accu in een
omgevingstemperatuur op te laden die ligt
tussen 10°C tot 30°C. De accu wordt
mogelijk niet volledig opgeladen bij
temperaturen die buiten dit bereik liggen.
Efficiënt gebruik van de accu
• Accuprestaties nemen af in omgevingen met
lage temperaturen. In koude omgevingen ligt de
gebruiksduur van de accu lager. Wij raden u het
volgende aan om de accu langer te gebruiken:
– Bewaar de accu in een borstzak dicht tegen
uw lichaam om hem op te warmen en plaats
hem in de camera onmiddellijk voordat u
begint met de opname.
• De accu loopt sneller leeg als u de flitser of de
zoom regelmatig gebruikt.
• We raden u aan om reserve-accu's bij de hand te
houden voor twee tot drie keer de verwachte
opnameduur en maak oefenopnames voordat u
met de eigenlijke opname begint.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
watervast.
• Laat de accu niet in extreme warmte zoals in een
auto of onder direct zonlicht.
Hoe de accu bewaren
• Ontlaad de accu volledig voordat u hem opbergt
en bewaar hem in een koele, droge ruimte. Laad
de accu minstens eens per jaar volledig op en
ontlaad hem met de camera minstens eens per
jaar tijdens de opbergperiode om de
functionaliteit van de accu te behouden.
• Laat de camera in de weergavemodus
diavoorstelling (pagina 45) totdat het apparaat
wordt uitgeschakeld om de accu te ontladen.
• Bewaar de accu in een plastic zak enz. om de
aansluitpunten van de accu proper te houden en
om kortsluiting te vermijden als u de accu
ronddraagt en opbergt om hem vrij te houden
van andere metalen objecten enz.
Over de levensduur van de accu
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd
en door herhaald gebruik af. Als de afgenomen
gebruiksduur tussen ladingen opmerkelijk
wordt, is het beter om de accu te vervangen met
een nieuwe.
• De levensduur van de accu hangt af van de
manier waarop de accu wordt bewaard en de
omgeving waarin de accu wordt gebruikt.
99
Overige
Over de oplader
Over de oplader
• Laad geen andere accu's op dan een NP-BK-
type accu in de oplader die bij de camera wordt
geleverd. Andere accu's dan de aangegeven
kunnen lekken, overhit raken of ontploffen als u
ze probeert op te laden met een risico op
verwonding door elektrocutie en brandwonden.
• Verwijder de opgeladen accu uit de lader. Als u
de opgeladen accu in de lader laat, wordt de
levensduur van de accu mogelijk ingekort.
• Verwijder de accu die wordt opgeladen als het
CHARGE-lampje knippert en plaats diezelfde
accu opnieuw in de camera totdat deze vastklikt.
Als het CHARGE-lampje opnieuw knippert
betekent dit mogelijk dat er zich een accufout
heeft voorgedaan of dat er een andere accu dan
het aangegeven type werd geplaatst. Controleer
of de accu van het juiste type is. Als de accu van
het aangegeven type is, verwijdert u de accu en
vervangt u hem met een nieuwe of een andere en
controleert u of de oplader juist werkt. Als de
oplader juist werkt, heeft er zich mogelijk een
accufout voorgedaan.
100
Index
Index
A
Aanduiding ...........................14
Aanduiding voor AE/AF-
vergrendeling...........21, 36
Accu......................................98
AF-bereikzoekerframe..........36
Afdrukken.............................76
Enkelbeeldfunctie..........77
Indexfunctie...................77
Afdrukken bij een fotowinkel
.......................................81
Afdrukken in enkelbeeldfunctie
.......................................77
Afdrukken in indexfunctie....77
Afdrukmarkering ..................81
AF-vergrendeling............21, 36
Altijd flitsen..........................22
Ander form. ..........................46
Auto Review .........................51
Autom. Programma-functie
.......................................20
Automatische instelfunctie ...21
Automatische scherpstelling...6
AVI .......................................69
B
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen ..............69
Beelden kopiëren naar de
computer........................66
Beeldformaat ..................10, 24
Beeldkwaliteit.......................10
Belichting ...............................8
Bestandopslaglocatie ............ 69
Bestandsextensie...................72
Bestandsnaam.......................69
Besturingssysteem ..........62, 73
Beveiligen.............................43
Bewolkt.................................38
Bezig met aansluiten
Computer ...................... 66
Printer ........................... 78
TV................................. 59
Burst..................................... 40
C
Camera................................. 50
Camera vasthouden.............. 21
Computer ............................. 61
Aanbevolen omgeving
................................ 62, 73
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 72
Beelden kopiëren .... 66, 73
Macintosh ..................... 73
Software........................ 63
Windows ....................... 61
D
Daglicht................................ 39
Datum................................... 58
DC IN-aansluiting................ 13
De camera in het buitenland
gebruiken ...................... 95
Diafragma .............................. 8
Diavoorstelling..................... 45
Digitale zoom....................... 50
DirectX................................. 63
DISP..................................... 18
DPOF ................................... 81
Dradenkruis van de
puntlichtmeting............. 37
E
EV ........................................ 34
EV aanpassen................. 18, 34
F
Flitser (Opnemen) ................11
Flitser (witbalans).................38
Flitsfunctie............................22
Flitsniveau ............................41
Fluorescerend ....................... 38
Formatteren .................... 52, 53
Functiegids ...........................51
G
Gezichtsherkenning ..............32
Gloeilamp .............................38
H
Half indrukken........................6
Histogram .............................18
Hoge gevoeligheid................26
I
Indexscherm .........................29
Initialiseren........................... 56
Installeren .............................63
Intern geheugen ....................19
Intern geheugen-tool ............52
ISO ...............................8, 9, 39
J
JPG .......................................69
K
Kleur....................................... 9
Kleurfunctie..........................33
Klokinstel. ...........................58
Kopiëren ...............................55
101
Index
Index
L
Landschap.............................26
LCD-scherm .........................18
Lgz synchro ..........................22
Lichtmeetfun.........................37
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................37
M
Macintosh-computer .............73
Aanbevolen omgeving...73
Macro....................................23
Map.......................................42
Maken............................53
Selecteren ......................42
Wijzigen ........................54
Map kiezen............................42
Mass Storage.........................57
"Memory Stick Duo" ............96
Memory Stick tool................53
Menu.....................................30
Items ..............................31
Opnemen .......................32
Weergeven .....................42
Menu voor opnemen .............32
Menu voor weergeven...........42
Midden-AF ...........................35
Midden-lichtmeting ..............37
Mode.....................................40
Modusknop ...........................20
Multi-AF ...............................35
N
Natuurlijk ..............................33
Netspanningsadapter.............13
Niet flitsen ............................22
NTSC ....................................57
O
Onderbelichting...................... 8
Onderdelen en
bedieningselementen..... 12
Oplader................................. 99
Opn.functie........................... 40
Opnamefunctie voor
bewegende beelden ....... 20
Opnamemap maken.............. 53
Opnamemap wijz. ............... 54
Opnemen
Bewegende beelden ...... 21
Stilstaand beeld............. 21
Optische zoom................ 22, 50
Overbelichting........................8
P
PAL....................................... 57
PC......................................... 61
PictBridge....................... 57, 77
Picture Motion Browser ....... 65
Pieptoon ...............................56
Pixel...................................... 10
Precisie-digitale-zoomfunctie
...................................... 50
Problemen oplossen ............. 83
PTP....................................... 57
Puntlichtmeting .................... 37
R
Rechtstreeks afdrukken ........ 77
Rode-ogeneff. ......................51
Roteren ................................. 47
S
Scènekeuze........................... 25
Schemer................................ 26
Schemer-portret.................... 26
Scherm
Aanduiding ....................14
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm .....18
Schermweergave wijzigen
.......................................18
Scherpstellen...............6, 22, 35
Scherpte ................................41
Sepia .....................................33
Setup .........................41, 47, 49
Camera ..........................50
Intern geheugen-tool .....52
Memory Stick tool.........53
Setup 1...........................56
Setup 2...........................57
Setup 1 ..................................56
Setup 2 ..................................57
Slimme-zoomfunctie ............50
Sluitertijd ................................8
Sneeuw .................................26
Soft Snap ..............................26
Software..........................63, 65
Specifieke A/V-kabel ............59
Specifieke USB-kabel.....66, 78
Sprekend ...............................33
Strand....................................26
T
Taal .......................................56
Terugspoelen/snel
vooruitspoelen ...............28
Trimmen ...............................48
TV.........................................59
U
USB·A/V OUT-aansluiting
.......................................13
USB-aansl.............................57
102
Index
V
VGA .....................................24
Video-uit...............................57
Volumeniveau .......................28
Vooraf ingestelde
scherpstelling.................35
W
Waarschuwingsmeldingen....93
Wazige beelden.......................7
Weergave ..............................28
Weergavezoom .....................28
Windows-computer...............61
Aanbevolen omgeving...62
Wissen ..................................28
Formatteren .............52, 53
Witbalans..............................38
Z
Zelfontspanner......................23
Zoom ....................................22
Z-W ......................................33
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.

Documenttranscriptie

VKLIK! Inhoudsopgave Basishandelingen Het menu gebruiken Digitale camera Cyber-shot-handboek DSC-S750/S780 Lees dit handboek, de "Gebruiksaanwijzing" en de "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" aandachtig door voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze documenten voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. Het Setup-scherm gebruiken Beelden op een televisie bekijken De computer gebruiken Stilstaande beelden afdrukken Problemen oplossen Overige Index © 2008 Sony Corporation 3-285-742-71(1) NL Opmerkingen over het gebruik van de camera Opmerkingen over typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) "Memory Stick Duo" U kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera. • Raadpleeg pagina 98 voor meer informatie over de accu die kan worden gebruikt. Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens • Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99 % van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. "Memory Stick" U kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera. U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken. • Zie pagina 96 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo". Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen. Memory Stick Duo-adapter Opmerkingen over de accu • Laad de accu op (bijgeleverd) voordat u de camera voor het eerst gebruikt. • U kunt de accu zelfs opladen als die niet volledig leeg is. Als de accu niet volledig is opgeladen, kunt u bovendien de huidige gedeeltelijke lading gebruiken. • Als u de accu gedurende lange tijd niet zult gebruiken, gebruikt u de resterende lading op, verwijdert u de accu uit de camera en bewaart u deze op een koele, droge plek. Op deze manier behoudt de accu zijn functies. 2 Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes • Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Let op dat u niet tegen de beweegbare lens stoot en voer er geen druk op uit. De beelden in dit handboek De foto's die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. Over illustraties De illustraties in deze handleiding zijn van de DSC-S750 tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2 Basistechnieken voor betere beelden .......................................................6 Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 6 Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8 Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10 Flitser – Over het gebruik van de flitser........................................................... 11 Onderdelen en bedieningselementen .....................................................12 Aanduidingen op het scherm ..................................................................14 De schermweergave wijzigen..................................................................18 Het interne geheugen gebruiken .............................................................19 Basishandelingen De modusknop gebruiken .......................................................................20 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie).....................21 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) ...............................25 Beelden weergeven/wissen.....................................................................28 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken ................................................................30 Menu-items ..........................................................................................31 Menu voor opnemen ...............................................................................32 (Gezichtsherkenning): Het gezicht van een onderwerp herkennen COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen (EV): De lichtintensiteit instellen 9 (Scherpstellen): De scherpstelling wijzigen (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen ISO: De lichtgevoeligheid selecteren Mode (Opn.functie): De functie voor continu-opname selecteren (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen (Setup): De Setup-items wijzigen 3 Inhoudsopgave Menu voor weergeven............................................................................. 42 (Map): De map voor beelden weergeven selecteren - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer (Dia): Een reeks beelden afspelen (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren (Setup): De Setup-items wijzigen Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken ............................................................... 49 Camera .............................................................................................. 50 Digitale zoom Functiegids Rode-ogeneff. Auto Review Intern geheugen-tool ......................................................................... 52 Formatteren Memory Stick tool.............................................................................. 53 Formatteren Opnamemap maken 1 Setup 1............................................................................................... 56 Pieptoon Taal 2 Opnamemap wijz. Kopiëren Initialiseren Setup 2............................................................................................... 57 USB-aansl. Video-uit Klokinstel. Beelden op een televisie bekijken Beelden op een televisie bekijken........................................................... 59 4 Inhoudsopgave De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer........................................................61 De software (bijgeleverd) installeren .......................................................63 Over de "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) ......................................65 Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"...66 Beelden kopiëren naar de computer zonder "Picture Motion Browser"...70 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven met de camera en kopiëren naar de "Memory Stick Duo" ...............................................72 De Macintosh-computer gebruiken .........................................................73 De "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" weergeven ........................75 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken ................................................................76 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer ................................................................................................................77 Afdrukken bij een fotowinkel....................................................................81 Problemen oplossen Problemen oplossen................................................................................83 Waarschuwingsmeldingen ......................................................................93 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening ...............95 De "Memory Stick Duo"...........................................................................96 Over de accu ...........................................................................................98 Over de oplader.......................................................................................99 Index Index......................................................................................................100 5 Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Flitser Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier worden het gebruik van de verschillende camerafuncties, zoals de modusknop (pagina 20), en de menu's (pagina 30) beschreven. Scherpstellen Scherpstellen op een onderwerp Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden. Druk de sluiterknop niet onmiddellijk volledig in. Aanduiding voor Druk de AE/AF-vergrendeling sluiterknop half knippert , brandt/ in. piept Druk vervolgens de sluiterknop volledig in. Als u moeilijk kunt scherpstellen t [Scherpstellen] (pagina 35) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Raadpleeg "Tips om wazige beelden te voorkomen" hieronder. 6 Basistechnieken voor betere beelden Tips om wazige beelden te voorkomen De camera is per ongeluk bewogen wanneer u het beeld nam. Dit zijn "cameratrillingen". Als daarentegen het onderwerp bewoog terwijl u het beeld nam, is dit een wazig beeld door "beweging van het onderwerp". Cameratrillingen Oorzaak Uw handen of lichaam hebben bewogen terwijl u de camera vasthield en de sluiterknop indrukte. Het volledige scherm is bijgevolg wazig. Wat doen om wazige beelden te voorkomen • Gebruik een statief of plaats de camera op een vlakke ondergrond zodat deze stabiel is. • Stel de zelfontspanner met een vertraging van twee seconden in en stabiliseer de camera door uw handen langs uw zij te houden nadat u op de sluiterknop drukt. Beweging van het onderwerp Oorzaak Hoewel de camera stabiel is, beweegt het onderwerp tijdens de belichting zodat het onderwerp wazig is als u op de sluiterknop drukt. Wat doen om wazige beelden te voorkomen • Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie) in scènekeuze. • Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om de sluitersnelheid te verhogen en druk op de sluiterknop voordat het onderwerp beweegt. Opmerkingen Cameratrillingen en bewegingen van het onderwerp komen echter regelmatig voor bij weinig licht en trage sluitersnelheden; zoals bij (Schemer-functie) of (Schemer-portret-functie). Neem in deze gevallen het beeld op met bovenstaande tips in het achterhoofd. 7 Basistechnieken voor betere beelden Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Belichting: Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO-gevoeligheid (aanbevolen belichtingswaarde) = opnamegevoeligheid Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld 8 In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies. EV aanpassen: Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is ingesteld (pagina 34). Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 37). Basistechnieken voor betere beelden De ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingswaarde) De ISO-gevoeligheid is de snelheid van opnameapparatuur met een ingebouwde beeldsensor die licht ontvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Zie pagina 39 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen. Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op zelfs bij weinig licht terwijl de sluitersnelheid wordt verhoogd om wazige beelden te voorkomen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is. Kleur De effecten van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen Weer/lichtbron Kenmerken van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp Wit (standaard) Blauwachtig Groenachtig Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 38). 9 Basistechnieken voor betere beelden Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 8 M (alleen DSC-S780) 3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels 2 Beeldformaat: 7 M (alleen DSC-S750) 3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels 3 Beeldformaat: VGA (E-Mail) 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Pixels Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24) Pixel 10 Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3-formaat Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht Basistechnieken voor betere beelden Flitser Over het gebruik van de flitser Als u de flitser gebruikt, kunnen de ogen van het onderwerp rood zijn of kunnen er wazige witte ronde vlekken verschijnen. U kunt dit vermijden door de volgende maatregelen in acht te nemen. Het "rode-ogeneffect" In een donkere omgeving verwijden de pupillen. Het flitserlicht wordt weerkaatst door de bloedvaten achter in het oog (netvlies), waardoor het "rode-ogeneffect" wordt veroorzaakt. Camera Oog Netvlies Hoe het "rode-ogeneffect" voorkomen? • Stel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (pagina 51). • Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie)* in scènekeuze (pagina 26). (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.) • Corrigeer het beeld met de bijgeleverde software "Picture Motion Browser" als de ogen van het onderwerp rood worden weergegeven. "Witte ronde vlekken" Dit wordt veroorzaakt door kleine deeltjes (stof, pollen, enzovoort) die voor de lens zweven. Door gebruik van de cameraflitser worden deze deeltjes weergegeven als witte ronde vlekken. Camera Onderwerp Kleine deeltjes (stof, pollen, enzovoort) in de lucht Hoe "witte ronde vlekken" voorkomen? • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op. • Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie)* in scènekeuze. (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.) * Zelfs al hebt u (Hoge gevoeligheid-functie) in scènekeuze geselecteerd, toch kan de sluitersnelheid trager zijn bij weinig licht of in een donker vertrek. Gebruik in dit geval een statief of houd uw armen langs uw zij nadat u op de sluiterknop drukt. 11 Onderdelen en bedieningselementen Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. 1 7 8 1 5 6 7 2 3 2 3 4 9 5 0 6 qa 8 4 Onderkant A Sluiterknop (21) B Zelfontspannerlampje (23) C Microfoon qs qd D Lens E (POWER)-toets qf F POWER-lampje G Flitser (22) H Luidspreker qg qh qj A Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (22) Voor weergeven: / (weergavezoom)-toets/ (index)-toets (28, 29) B Modusknop (20) C LCD-scherm (18) D MENU-toets (30) • Druk langer op MENU om het scherm (Setup) weer te geven. E Regeltoets Menu aan: v/V/b/B/z (30) Menu uit: DISP/ / / (18, 22-23) F 12 (Weergave)-toets (28) Onderdelen en bedieningselementen G DC IN-aansluiting Bij gebruik van een AC-LS5Knetadapter (niet bijgeleverd) Q Uitwerphendel voor de accu v-aanduiding (achterkant) 1 naar DC IN-aansluiting 2 naar stopcontact • U kunt de accu niet opladen door de camera op de AC-LS5K-netadapter aan te sluiten. Gebruik de oplader (bijgeleverd) om de accu op te laden. H Aansluitingsklepje I (USB) · A/V OUT-aansluiting (zijkant) J Bevestigingsoog voor de polsriem K Voor opnemen: -toets (Beeldformaat) (24) Voor weergeven: -toets (Wissen) (28) L Schroefgat voor statief • Gebruik voor het statief schroeven van maximaal 5,5 mm. Zoniet kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. M Klep voor accu/"Memory Stick Duo" N "Memory Stick Duo"-sleuf O Toegangslampje P Accusleuf 13 Aanduidingen op het scherm Wanneer u op v (DISP) op de regeltoets drukt, worden de aanduidingen op het scherm gewijzigd (pagina 18). Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie. Bij opname van stilstaande beelden A Scherm Aanduiding Resterende acculading z AE/AF-vergrendeling (21) Opnamefunctie (21, 40) Witbalans (38) WB STBY OPNEMEN Stand-by/bewegende beelden opnemen Modusknop (scènekeuze) (25) Modusknop (Autom. Programma) (20) Camerafunctie SL Flitsfunctie (22) Flitser wordt opgeladen Bij opname van bewegende beelden 1.6 Zoomvergrotingsfactor (22, 50) Rode-ogeneffect beperken (51) Scherpte (41) Gezichtsherkenning (32) Lichtmeetfunctie (37) RICH NATURAL SEPIA B&W Kleurfunctie (33) B Scherm Aanduiding Macro (23) Aanduiding AF-bereikzoekerframe (35) 1.0 m 14 Vooraf ingestelde scherpstelling (35) Aanduidingen op het scherm C D Scherm Aanduiding Scherm Aanduiding 8M 7M 3:2 Beeldformaat (24) Trillingswaarschuwing 5M 3M VGA • • Waarschuwt dat door trillingen het beeld wellicht niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het best de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 7). 16:9 101 wordt alleen weergegeven voor de DSCS780. • 7M wordt alleen weergegeven voor de DSCS750. 8M Opnamemap (53) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende interne geheugencapaciteit Resterende "Memory Stick"-capaciteit E 0:12 [00:00:40] Opnameduur [maximale opnameduur] Waarschuwing voor zwakke batterijen (93) + 12 Resterend aantal opneembare beelden Dradenkruis van de puntlichtmeting (37) AF-bereikzoekerframe (35) Zelfontspanner (23) ISO-waarde (39) E Scherm Aanduiding Histogram (18) 125 Sluitertijd F2.8 Diafragmawaarde +2.0EV Belichtingswaarde (34) Menu (30) (niet weergegeven op het scherm op de vorige pagina) 15 Aanduidingen op het scherm Bij weergave van stilstaande beelden A Scherm Aanduiding Resterende acculading Opnamefunctie (21) 8M 7M 3:2 Beeldformaat (24) 5M 3M VGA • 16:9 8M wordt alleen weergegeven voor de DSCS780. • 7M wordt alleen weergegeven voor de DSCS750. Weergavefunctie Bij weergave van bewegende beelden Beveiligen (43) - Afdrukmarkering (DPOF) (81) Map wijzigen (42) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. 1.6 N Zoomvergrotingsfactor (28) Weergeven (28) Volumeniveau (28) B Scherm Aanduiding 101-0012 Map-bestandsnummer (42) Weergavebalk 16 Aanduidingen op het scherm C Scherm E Aanduiding Scherm PictBridge bezig met aansluiten (78) 101 101 Histogram (18) • Opnamemap (53) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Weergavemap (42) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt. Resterende interne geheugencapaciteit Aanduiding 2008 1 1 9:30 AM DPOF verschijnt als de histogramweergave is uitgeschakeld. Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld Menu (30) VORIGE/ Beelden selecteren VOLGENDE VOLUME Volume wijzigen Resterende "Memory Stick"-capaciteit 8/8 12/12 Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in geselecteerde map 00:00:12 Teller D Scherm Aanduiding PictBridge bezig met aansluiten (79) • Koppel de specifieke USB-kabel niet los als het pictogram wordt weergegeven. +2.0EV Belichtingswaarde (34) ISO-waarde (39) Lichtmeetfunctie (37) Flitser WB Witbalans (38) 500 Sluitertijd F2.8 Diafragmawaarde 17 De schermweergave wijzigen v DISP-toets (Schermweergave) Wanneer u op v (DISP) op de regeltoets drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd. Aanduidingen aan Aanduidingen aan* • Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan als u beelden bij helder natuurlijk licht wilt weergeven. Het batterijniveau kan echter sneller afnemen in deze omstandigheden. • Het histogram verschijnt niet in de volgende omstandigheden: Bij opnamen – Als het menu wordt weergegeven. – Bij opname van bewegende beelden. Bij weergave – Als het menu wordt weergegeven. – In de indexfunctie. – Bij gebruik van de weergavezoom. – Als u stilstaande beelden roteert. – Bij weergave van bewegende beelden. • De histogramweergave kan erg verschillend zijn tijdens opname en weergave indien: – De flitser afgaat. – De sluitersnelheid traag of snel is. • Het kan voorkomen dat het histogram niet wordt weergegeven voor beelden die met een andere camera zijn opgenomen. z De EV (belichtingswaarde) aanpassen door histogramweergave A Histogram aan* De beeldgegevens worden weergegeven op het scherm. Aanduidingen uit* Histogramweergave (pagina 18) B Donker Helder Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld aanduidt. Druk herhaaldelijk op v (DISP) op de regeltoets om het histogram op het scherm weer te geven. De grafiekweergave duidt een helder beeld aan als u naar rechts schuift en een donker beeld als u naar links schuift. A Aantal pixels B Helderheid * Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan 18 • Het histogram verschijnt ook als u één beeld weergeeft, maar u kunt de belichting dan niet aanpassen. Het interne geheugen gebruiken De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 22 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. [Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo". B Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst B Intern geheugen [Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen. Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen. Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" met voldoende beschikbare opslagcapaciteit voor en voer de procedure in [Kopiëren] uit (pagina 55). Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer Voer de procedure op pagina 66, 67 of 70, 71 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. • U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen kopiëren naar een computer door de camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen. 19 Basishandelingen De modusknop gebruiken Zet de modusknop op de gewenste functie. Modusknop Opnamefuncties voor stilstaande beelden : Autom. instellen-functie Vergemakkelijkt de opname doordat de instellingen automatisch worden aangepast. t pagina 21 : Autom. Programma-functie Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare functies t pagina 31) : Opnamefunctie voor bewegende beelden Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen. t pagina 21 : Scènekeuzefunctie Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène. t pagina 25 Functiegids Als u [Functiegids] instelt op [Aan] worden de functiebeschrijvingen weergegeven terwijl u de camera bedient. De standaardinstelling is [Aan]. Selecteer [Uit] als u de functiegids niet wilt weergeven (pagina 51). 20 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Macroknop Sluiterknop DISP-knop Flitsknop Zoomtoets Modusknop -toets (Beeldformaat) Regeltoets 1 Selecteer een functie met de modusknop. Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer Bewegende beelden: selecteer . Basishandelingen Zelfontspannerknop z-toets v/V/b/B-toets . 2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe. 3 Maak een foto met de sluiterknop. Stilstaand beeld: 1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen. De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden. Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling 2Druk de sluiterknop volledig in. U hoort het geluid van de sluiter. 21 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Bewegende beelden: Druk de sluiterknop volledig in. Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in. Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen • De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm (vanaf de voorkant van de lens). Neem op met de closeupfunctie (Macro) (pagina 23) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand. • Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Bovendien verdwijnt het AF-bereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp. Scherpstellen kan moeilijk zijn in de volgende omstandigheden: – – – – – – Het is donker en het onderwerp bevindt zich veraf. Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. Het onderwerp bevindt zich achter glas. Het onderwerp beweegt snel. Er wordt licht weerkaatst of het oppervlak is erg glanzend. Het onderwerp is voorzien van achtergrondverlichting of is een knipperlicht. W/T De zoomfunctie gebruiken Druk op T om te zoomen en op W om het zoomen ongedaan te maken. • Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Zie pagina 50 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit. • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u bewegende beelden opneemt. Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden) Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. (Geen aanduiding): Flitser Auto Gaat af wanneer er niet voldoende licht is (standaardinstelling) : Altijd flitsen SL : Lgz synchro (Altijd flitsen) De sluitertijd is traag in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht. : Niet flitsen • De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast. • Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven. 22 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Macro (Close-upopname maken) Druk herhaaldelijk op b ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. De zelfontspanner gebruiken Druk herhaaldelijk op V ( Basishandelingen (Geen aanduiding): Macro Uit : Macro On (W-kant: ongeveer 5 cm of verder, T-kant: ongeveer 35 cm of verder van de voorkant van de lens) • U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant. • Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld. • De snelheid van de automatische scherpstelling neemt af als u beelden in de macrofunctie opneemt. ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd. (Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken : De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen : De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen Als u op de sluiterknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot de sluiter werkt. Zelfontspannerlampje Druk nogmaals op V ( ) om te annuleren. • Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen. De sluiter gaat 2 seconden nadat u op de sluiterknop drukte, af. Hierdoor worden cameratrillingen verminderd als u de sluiterknop indrukt. 23 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Het formaat van stilstaande beelden wijzigen Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op v/V om het formaat te selecteren. Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstelling wordt aangegeven met . *1) *2) 24 Beeldformaat Richtlijnen 8M (3264×2448) (alleen DSC-S780) Max. formaat is A3 (11×17") 3:2*1 (3264×2176) (alleen DSC-S780) Net als beeldverhouding 3:2 7M (3072×2304) (alleen DSC-S750) Max. formaat is A3 (11×17") 3:2*1 (3072×2048) (alleen DSC-S750) Net als beeldverhouding 3:2 5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10") 3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7") VGA (640×480) Voor e-mail 16:9*2 (1920×1080) Weergeven op 16:9 HDTV Aantal beelden Afdrukken Minder Fijn Meer Ruw De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort. Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 90). Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Sluiterknop 1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie ( , , , ). , , , Basishandelingen Modusknop • Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies. 2 Maak een foto met de sluiterknop. De scènekeuzefunctie annuleren Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie (pagina 20). 25 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Scènekeuzefuncties De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden. Hoge gevoeligheid Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht. Schemer-portret* Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen met de nachtweergave op de achtergrond om zo dezelfde sfeer te kunnen weergeven. Schemer* Soft Snap Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht. Landschap Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen. Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen. Strand Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen. Sneeuw Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen. * Bij beeldopnamen met (Schemer-portret-functie) of (Schemer-functie) wordt de sluitersnelheid trager en komen wazige beelden vaak voor. Het gebruik van een statief is daarom aanbevolen. 26 Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) Functies die u in scènekeuze kunt gebruiken De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven. ( : u kunt de gewenste instelling selecteren) Macro Flitser Gezichtsherkenning Burst * — — / — — — — — — — — / — — / — — SL — Basishandelingen — Witbalans * [Flitser] voor [Witbalans] kan niet worden geselecteerd. 27 Beelden weergeven/wissen v/V/b/B-toets / -toets (Index/Weergavezoom) -toets (Weergavezoom) MENU-toets z-toets -toets (Wissen) Regeltoets (Weergave)-toets 1 Druk op (Weergave). • Als u op (Weergave) drukt als de camera is uitgeschakeld, wordt de camera automatisch ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Druk nogmaals op (Weergave) om naar de opnamefunctie over te schakelen. 2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets. Bewegende beelden: Druk op z om bewegende beelden weer te geven. (Druk nogmaals op z om de weergave te stoppen.) Druk op B om snel vooruit te spoelen en op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om terug te keren naar normale weergave.) Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk vervolgens op b/B om het volume te wijzigen. Beelden wissen 1 Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk op (Wissen). 2 Selecteer [Wissen] met v en druk vervolgens op z. Het wissen annuleren Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z. Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom) Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op om het zoomen ongedaan te maken. Pas het gedeelte aan met v/V/b/B. Druk op z om de weergavezoom te annuleren. • Raadpleeg [Trimmen] (pagina 48) om vergrote beelden op te slaan. 28 Beelden weergeven/wissen Een indexscherm weergeven Druk op (Index) en selecteer een beeld met v/V/b/B. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z. 1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z. (Wissen) en selecteer [Kiezen] met 2 Selecteer het beeld dat u wilt wissen met v/V/b/B en druk op z om de aanduiding weer te geven op het geselecteerde beeld. (Wissen) Groen selectiekader Basishandelingen Beelden wissen in de indexfunctie Een selectie annuleren Selecteer een beeld dat u eerder voor wissen hebt geselecteerd en druk op z om de aanduiding van het beeld te wissen. 3 Druk op (Wissen). 4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. • Als u alle beelden in de map wilt wissen, selecteert u [Alle in deze map] met v/V in stap 1 in plaats van [Kiezen] en drukt u op z. 29 Het menu gebruiken De menu-items gebruiken v/V/b/B-toets MENU-toets Modusknop z-toets Regeltoets (Weergave)-toets 1 Opnemen: schakel de camera in en zet de modusknop op de gewenste functie. Weergave: druk op (Weergave). • Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusknop en de opname-/ weergavefunctie. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer het gewenste menu-item met b/B op de regeltoets. • Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u b/B ingedrukt totdat het item op het scherm wordt weergegeven. • Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in de weergavefunctie. 4 Selecteer een instelling met v/V. • De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld. 5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. • Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v/V weergegeven aan het uiteinde van de plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets. • U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn. 30 Menu-items Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Menu voor opnemen (pagina 32) De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de functie-instellingen (opname/weergave) en van de stand van de modusknop in de opnamefunctie. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven. ( : beschikbaar) Stand modusknop: Scène (Gezichtsherkenning) COLOR (Kleurfunctie) — *1 — — 9 (Scherpstellen) — — (Lichtmeetfun.) — — — (EV) — ISO — *1 — *1 Mode (Opn.functie) — — (Flitsniveau) — — — (Scherpte) — — — Het menu gebruiken WB (Witbalans) — (Setup) Menu voor weergeven (pagina 42) (Map) DPOF (Dia) (Roteren) Trimmen*2 *1) *2) - (Beveiligen) (Afdrukken) (Ander form.) (Setup) De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27). Alleen beschikbaar voor weergavezoom In dit "Cyber-shot-handboek" worden de beschikbare instellingen van de modusknop als volgt weergegeven. De selecteerbare functie wordt in wit weergegeven. Niet beschikbaar Beschikbaar 31 Menu voor opnemen De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 . (Gezichtsherkenning): Het gezicht van een onderwerp herkennen Bepaalt of de functie Gezichtsherkenning moet worden gebruikt of niet. Aan Detecteert de gezichten van uw onderwerpen en past de scherpstelling en belichtingsinstellingen automatisch aan. Aanduiding gezichtsherkenning Kader gezichtsherkenning Uit Maakt geen gebruik van de functie Gezichtsherkenning. • Als [Gezichtsherkenning] op [Aan] staat, kunt u digitale zoom niet gebruiken. • Alleen beschikbaar voor [Soft Snap]. De standaardinstelling is [Aan]. • Maximum 3 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend. Er kunnen echter slechts 2 gezichten van uw onderwerpen worden herkend als u foto's maakt met [Soft Snap]. • Als de camera meer dan één onderwerp waarneemt, zal de camera beoordelen welk onderwerp het hoofdonderwerp is en naar prioriteit scherpstellen. • Het kader waarin wordt scherpgesteld zal groen worden door de sluitertoets half in te drukken. Op alle onderwerpen die op dezelfde afstand liggen wordt ook scherpgesteld, zelfs als de kaders niet groen worden. • Gezichtsherkenning kan mislukken, afhankelijk van de omstandigheden. 32 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten. Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren. Sepia (SEPIA) Het beeld wordt ingesteld op sepia. Natuurlijk (NATURAL) Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren. Sprekend (RICH) Het beeld wordt ingesteld op heldere kleuren. Normaal Het beeld wordt ingesteld op standaardkleuren. Het menu gebruiken Z-W (B & W) • Wanneer u bewegende beelden opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Z-W] of [Sepia] selecteren. 33 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (EV): De lichtintensiteit instellen Past de belichting manueel aan. Naar – Naar + +2.0EV Naar +: het beeld wordt helderder. 0EV De belichting wordt automatisch door de camera bepaald. –2.0EV Naar –: het beeld wordt donkerder. • Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting. • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld. 34 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 9 (Scherpstellen): De scherpstelling wijzigen U kunt de scherpstelling wijzigen. Gebruik het menu als u moeilijk kunt scherpstellen in de functie voor automatische scherpstelling. (onbeperkte afstand) 7.0 m 3.0 m 1.0 m Stel scherp op het onderwerp met een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp (vooraf ingestelde scherpstelling). • Gebruik de "Vooraf ingestelde scherpstelling" als u moeilijk automatisch kunt scherpstellen zoals bij het opnemen van een onderwerp dat zich achter een net of venster bevindt. 0.5 m Stelt automatisch scherp op een onderwerp in het midden van het zoekframe. • Als u tegelijkertijd de AF-vergrendelingsfunctie gebruikt, kunt u het beeld samenstellen zoals u het wenst. Het menu gebruiken Midden-AF ( ) AF-bereikzoekerframe Aanduiding AF-bereikzoekerframe Multi-AF (Multipunt-AF) ( ) Stelt automatisch scherp op het volledige bereikzoekerframe. • Deze functie is handig als het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt. AF-bereikzoekerframe Aanduiding AF-bereikzoekerframe • AF is de afkorting van Auto Focus (automatische scherpstelling). • Voorzie een foutenmarge in de instelling van de afstand bij "Vooraf ingestelde scherpstelling". Door de lens naar boven en beneden te richten neemt de kans op fouten toe. • Als u digitale zoom gebruikt, kiest de automatische scherpstelling onderwerpen in of dichtbij het midden van het frame. In dit geval knippert de aanduiding of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven. 35 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 z Het onderwerp is onscherp Als u een opname maakt van een onderwerp dat zich aan de rand van het frame (of het scherm) bevindt of als u [Midden-AF] gebruikt, kan de camera niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het frame. Doe in zulke gevallen het volgende: 1 Stel de opname opnieuw zodanig samen dat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker bevindt en druk de sluiterknop half in om op het onderwerp scherp te stellen (AF-vergrendeling). Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling AF-bereikzoekerframe Zolang als u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u deze procedure zo vaak herhalen als u wenst. 2 Keer terug naar uw compositie als de aanduiding voor de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en ingeschakeld blijft, en druk vervolgens de sluiterknop volledig in. 36 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Punt (Puntlichtmeting) ( ) (alleen voor stilstaande beelden) Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Midden (Middenlichtmeting) ( ) Gebruikt het midden van het beeld voor de lichtmeting en bepaalt de belichting aan de hand van de helderheid van het onderwerp. Multi (Lichtmeting met meerdere patronen) Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. Het menu gebruiken Dradenkruis van de puntlichtmeting Plaats dit op het onderwerp • Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting. • Als u puntlichtmeting of midden-lichtmeting gebruikt, kunt u best [9] (Scherpstellen) instellen op [Midden-AF] om op de meetpositie scherp te stellen (pagina 35). 37 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen Past de kleurtinten aan volgens de lichtomstandigheden. Gebruik deze functie als de beeldkleuren onnatuurlijk ogen. Flitser ( WB ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet selecteren als u bewegend beelden opneemt. Gloeilamp (n) Fluorescerend ( Bewolkt ( 38 ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de lichtomstandigheden zoals onder een gloeilamp of felle verlichting, zoals in een fotostudio. ) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of schaduwgebieden. Menu voor opnemen Daglicht ( ) Autom. Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Hiermee wordt gecompenseerd voor buitenopnamen zoals bij heldere hemel, zonsondergang, nachtopnamen, neonverlichting of vuurwerk. Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld. ISO: De lichtgevoeligheid selecteren Lage ISO-gevoeligheid Het menu gebruiken • Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans. • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, is [Witbalans] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( WB ). • Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). Hoge ISO-gevoeligheid Selecteert de ISO-gevoeligheid. 1250 800 400 200 100 U kunt wazige beelden in donkere plaatsen of het bewegen van onderwerpen beperken door de ISO-gevoeligheid te verhogen (selecteer een hogere waarde). Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger wordt. Selecteer de waarde voor de ISO-gevoeligheid rekening houdend met de opnameomstandigheden. Autom. • Zie pagina 9 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. 39 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Mode (Opn.functie): De functie voor continu-opname selecteren Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt. Burst ( ) Neemt het maximale aantal opeenvolgende beelden op (zie onderstaande tabel) als u de sluiterknop ingedrukt houdt. • Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld opnemen. • De flitser is ingesteld op Normaal (Niet flitsen). Er wordt niet continu opgenomen. De [Burst]-functie • Als u met de zelfontspanner opneemt, wordt er een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen. • Het opname-interval is ongeveer 0,9 seconden (DSC-S780) of 1,2 seconden (DSC-S750). Het opnameinterval wordt langer, afhankelijk van de instelling voor de beeldgrootte. • Als de batterij bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" niet voldoende vrije ruimte bevat, kunt u niet continu-opnamen maken. • U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27). • Scherpstelling, witbalans en belichting liggen vast op de waarden die ingesteld waren voor de eerste opname. Het maximale aantal continu-opnamen (eenheden: beelden) Maximaal aantal continu-opnamen Formaat DSC-S780 DSC-S750 3 — 3:2 3 — 7M — 3 3:2 — 3 5M 4 4 3M 6 6 VGA 64 64 16:9 10 10 8M 40 Menu voor opnemen Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager. • Zie pagina 22 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie. • Als het onderwerp te helder of te donker is, is het mogelijk dat deze instelling niet kan worden gebruikt. Naar – Het menu gebruiken (Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen Naar + Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen. +( ) Naar +: het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: het beeld wordt zachter. (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 49. 41 Menu voor weergeven De standaardinstellingen worden aangegeven met Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 . (Map): De map voor beelden weergeven selecteren Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera met "Memory Stick Duo" gebruikt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de selectie geannuleerd. 1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. z De mappen De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen of een nieuwe map maken. • Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 53) • De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 54) • Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven. : naar de vorige map. : naar de volgende map. : naar de vorige of volgende map. 42 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 - (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Een aanduiding - wordt op een beveiligd beeld weergegeven. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. - Het menu gebruiken 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (beveiligen) wordt op het beeld weergegeven. 4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u vervolgens op z. Beelden beveiligen in de indexfunctie 1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. 5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. - (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. • Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z. Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z. 43 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 De beveiliging annuleren In de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie". In de indexfunctie 1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt verwijderen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken. 3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt verwijderen. 4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z. Selecteer [Uit] met B en druk vervolgens op z. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren. DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen Hiermee voegt u een (afdrukmarkering) toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 81). (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer Beelden afdrukken die met de camera zijn opgenomen. Zie pagina 77. 44 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Dia): Een reeks beelden afspelen Hiermee kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diashow). Interval 3 sec Het interval voor een diashow instellen. 5 sec 10 sec 30 sec 1 min Aan De weergave van de beelden wordt continu herhaald. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diashow beëindigd. Het menu gebruiken Herhalen Beeld U kunt alleen selecteren als u een "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) gebruikt. Map Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven. Alle Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op volgorde weergegeven. Start Zie de onderstaande procedure. Annul. De diashow annuleren. 1 Selecteer [Interval], [Herhalen] en [Beeld] met v/V/b/B op de regeltoets. 2 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z. De diashow wordt gestart. Als u de diashow wilt beëindigen, drukt u op z om de diashow te onderbreken. Selecteer [Sluiten] met V en druk vervolgens op z. • Wanneer een diashow is onderbroken, kunt u het vorige/volgende beeld weergeven met b/B. • Het interval is enkel ter referentie. Bijgevolg kan dit afhangen van de beeldgrootte enz. 45 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen Groot formaat Klein formaat Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander formaat) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 8M (alleen DSC-S780) 7M (alleen DSC-S750) Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het selecteren van het beeldformaat. 5M 3M VGA Annul. Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd. 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. • • • • • 46 Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. U kunt het beeldformaat van bewegende beelden niet wijzigen. Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af. U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9. Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste zwarte gedeelten op het scherm weergegeven. Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 (Roteren): Een stilstaand beeld roteren Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ 4 Selecteer [ ] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z. ] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B. Het menu gebruiken OK 5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z. • U kunt beveiligde en bewegende beelden niet roteren. • Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk van de gebruikte software. (Setup): De Setup-items wijzigen Zie pagina 49. 47 Menu voor weergeven Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 30 Trimmen: Een vergroot beeld opnemen Neemt een vergroot beeld op (pagina 28) als een nieuw bestand. Trimmen Zie de onderstaande procedure. Terug Hiermee wordt het bijsnijden geannuleerd. 1 Druk tijdens weergavezoom op MENU om het menu weer te geven. 2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z. 3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z. Het beeld wordt opgenomen en het originele beeld opnieuw weergegeven. • Het bijgesneden beeld wordt opgenomen en opgeslagen in de geselecteerde opnamemap als het meest recente bestand en het originele beeld blijft bewaard. • Bijgesneden beelden kunnen van slechtere kwaliteit zijn. • U kunt niet bijsnijden naar een beeldformaat in de breedte-/hoogteverhouding 3:2 of 16:9. 48 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-items gebruiken U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm. v/V/b/B-toets Modusknop MENU-toets z-toets Regeltoets 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. 2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling 3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt instellen. • Het kader van het geselecteerde item wordt geel. 4 Druk op z om de instelling op te geven. Het Setup-scherm gebruiken (Setup) en drukt u nogmaals op B. Druk op MENU om het scherm (Setup) uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm (Setup). • Druk de sluiterknop half in om het scherm (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie. Als het menu niet wordt weergegeven Druk langer op MENU om het scherm De instelling (Setup) weer te geven. (Setup) annuleren Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 49 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Digitale zoom Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie. Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] (DSC-S780), [7M] (DSC-S750) of [3:2]. • De totale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de volgende tabel. Nauwkeurig (Precisie-digitalezoomfunctie) ( Uit ) Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar de beeldkwaliteit neemt af wanneer de optische zoom groter wordt dan 3×. Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en totale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie (inclusief optische zoom 3×) Totale zoomvergrotingsfactor Formaat DSC-S780 DSC-S750 5M Ongeveer 3,8× Ongeveer 3,6× 3M Ongeveer 4,8× Ongeveer 4,5× VGA Ongeveer 15× Ongeveer 14× 16:9 Ongeveer 5,1× Ongeveer 4,8× • Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor • De totale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding of knippert en de automatische scherpstelling geeft prioriteit aan onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. • U kunt de digitale zoom niet gebruiken als [Gezichtsherkenning] op [Aan] is ingesteld. 50 Camera Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 Functiegids Wanneer u de camera bedient, verschijnt de functiegids. Aan Hiermee wordt de functiegids weergegeven. Uit Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven. Rode-ogeneff. De flitser gaat tweemaal of meer voor de opname af om het rode-ogeneffect tijdens gebruik van de flitser te verminderen. ) Uit Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect. Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet gebruikt. • Houd de camera stevig vast totdat de opname is gemaakt als u wazige beelden wilt voorkomen. Dit duurt gewoonlijk één seconde nadat u de sluiterknop indrukt. Zorg er ook voor dat het onderwerp tijdens deze tijdspanne niet beweegt. • Het is mogelijk dat de vermindering van het rode-ogeneffect niet het gewenste resultaat oplevert. Dit hangt af van individuele verschillen en omstandigheden zoals de afstand tot het onderwerp of als het onderwerp van de voorflitser wegkeek. Het Setup-scherm gebruiken Aan ( Auto Review Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het scherm weergeven. Aan Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, verdwijnt de weergave van het opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. 51 Intern geheugen-tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. 52 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het formatteren is voltooid. Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. Opnamemap maken 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven. Het Setup-scherm gebruiken Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden opgenomen. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. Het maken van een map annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. • • • • Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap. U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd. U kunt een map niet met de camera wissen. Als u een map wilt wissen, moet u dit doen met een computer, enzovoort. • Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt. • Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 69) voor meer informatie. 53 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 Opnamemap wijz. Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven. 2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z. Het wijzigen van de opnamemap annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. • U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap. • U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. 54 Memory Stick tool Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 Kopiëren Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende beschikbare opslagcapaciteit. 2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt. 3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Het kopiëren begint. Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk op z. • Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u beeldbestanden probeert te kopiëren met een accu die te weinig lading heeft, kan de accu leeg geraken, waardoor het kopiëren kan mislukken of de gegevens kunnen worden beschadigd. • U kunt geen beelden voor kopiëren selecteren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de beeldgegevens in het interne geheugen wilt wissen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en formatteert u vervolgens het interne geheugen met ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]) (pagina 52). • Op de "Memory Stick Duo" wordt een nieuwe map gemaakt en alle gegevens worden hierop gekopieerd. U kunt geen bepaalde map selecteren en er beelden naar kopiëren. • De aanduiding (afdrukmarkering) wordt niet naar de beelden gekopieerd. Het Setup-scherm gebruiken Het kopiëren annuleren 55 1 Setup 1 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Pieptoon Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt weergegeven als u de sluiterknop indrukt. Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop indrukt. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten worden weergegeven. Initialiseren Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden opgeslagen in het interne geheugen bewaard. 1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt. 2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z. Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen. Het initialiseren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z. • Zorg ervoor dat de camera niet wordt uitgeschakeld tijdens het initialiseren. 56 Setup 2 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 De standaardinstellingen worden aangegeven met . USB-aansl. Met deze instelling kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de specifieke USB-kabel. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 77). PTP Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer (compatibel met Windows XP en Mac OS X). Mass Storage Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (pagina 66). Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem van de aangesloten videoapparatuur. Het televisiekleursysteem kan verschillen afhankelijk van het land en de regio. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u (pagina 60) voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa). Het Setup-scherm gebruiken Video-uit 57 Setup 2 Voor meer informatie over de bediening 1 pagina 49 Klokinstel. Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. 1 Selecteer [Klokinstel.] in het scherm (Setup 2). 2 2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z. 3 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z. 4 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z. 5 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De klokinstelling annuleren Selecteer [Annul.] en druk vervolgens op z. • Middernacht wordt aangegeven als 12:00 AM en middag als 12:00 PM. 58 Beelden op een televisie bekijken Beelden op een televisie bekijken U kunt de beelden weergeven op een televisie door de camera aan te sluiten op een televisie. De aansluiting kan verschillen afhankelijk van het soort televisie waarop de camera is aangesloten. Beelden bekijken door de camera op een televisie aan te sluiten met de bijgeleverde specifieke A/V-kabel Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie. 1 Sluit de camera op de televisie aan met de specifieke A/V-kabel (bijgeleverd). 1 Naar de audio-/ video-ingangen VIDEO AUDIO Geel Zwart Specifieke A/V-kabel (Weergave)-toets 2 Naar de (USB) · A/V OUT-aansluiting • Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de specifieke A/V-kabel aan op de linkeraudio-ingang. Beelden op een televisie bekijken Regeltoets 2 Schakel de televisie in en stel de ingang in. • Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie. 3 Druk op (Weergave) om de camera in te schakelen. De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op de televisie weergegeven. Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 57). 59 Beelden op een televisie bekijken Televisiekleursystemen Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een videoingang en de specifieke A/V-kabel nodig. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enzovoort. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort. 60 De computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken" (pagina 73) door voor meer informatie over het gebruik van een Macintosh-computer. De schermillustraties die in dit gedeelte worden gebruikt, worden in het Engels weergegeven. • Bij Windows Vista kunnen bepaalde namen en handelingen verschillen van deze die hieronder worden beschreven. Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 63) • De software als volgt installeren: – "Picture Motion Browser" Beelden kopiëren naar de computer (pagina 66) • Beelden kopiëren naar de computer met "Picture Motion Browser" weergeven op kaarten – Een disk met opgenomen beelden maken (een cd- of dvd- schrijfstation is vereist) – Stilstaande beelden met de datum afdrukken of opslaan Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ De computer gebruiken • Beelden met "Picture Motion Browser": – Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen – Beelden bewerken – De opnamelocaties van stilstaande beelden online 61 Werken met uw Windows-computer Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional SP4, Windows XP* SP2/Windows Vista* • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving waarin een upgrade naar een van de bovenstaande besturingssystemen is uitgevoerd of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). USB-aansluiting: standaardonderdeel Aanbevolen computeromgeving voor "Picture Motion Browser" Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 2000 Professional SP4, Windows XP* SP2/Windows Vista* Processor/geheugen: Pentium III 500 MHz of sneller, 256 MB RAM of meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of sneller en 512 MB RAM of meer) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie — ongeveer 200 MB Beeldscherm: Schermresolutie: 1.024 × 768 pixels of meer Kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of meer * Edities van 64-bits en Starter (Edition) worden niet ondersteund. 62 Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Door de camera aan te sluiten met een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (compatibel met USB 2.0) is een geavanceerde overdracht mogelijk (snelle gegevensoverdracht) gezien de camera compatibel is met Hi-Speed USB (compatibel met USB 2.0). • Er zijn twee functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Mass Storage] (standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Zie pagina 57 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. De software (bijgeleverd) installeren U kunt de software (bijgeleverd) installeren met de volgende procedure. • Log in als Beheerder. 1 Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. Het installatiemenu wordt weergegeven. • Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt u op (My Computer) t (SONYPICTUTIL). • Voor Windows Vista wordt het AutoPlayscherm weergegeven. Selecteer "Run Install.exe." en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Het scherm "Choose Setup Language" wordt weergegeven. 3 Selecteer de gewenste taal en klik op [Next]. Het scherm [Location Settings] wordt weergegeven. Area] en klik vervolgens op [Next]. Als [Welcome to the InstallShield Wizard for SonyPicture Utility] verschijnt, klikt u op [Next]. Het scherm "License Agreement" wordt weergegeven. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, selecteert u het keuzerondje naast [I accept the terms of the license agreement] en klikt u op [Next]. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. • Wanneer het bevestigingsbericht voor opnieuw opstarten wordt weergegeven, start u de computer opnieuw op volgens de aanwijzingen op het scherm. • DirectX wordt wellicht geïnstalleerd afhankelijk van de systeemomgeving van uw computer. 6 Verwijder de CD-ROM uit de computer nadat de installatie is voltooid. De computer gebruiken 2 Klik op [Install]. 4 Selecteer [Region] en [Country/ 63 De software (bijgeleverd) installeren Nadat u de software hebt geïnstalleerd, wordt een snelkoppeling op het bureaublad gemaakt voor "Picture Motion Browser", de "Gids voor Picture Motion Browser". • Dubbelklik om "Picture Motion Browser" te starten. • Dubbelklik om "Gids voor Picture Motion Browser" te starten. 64 Over de "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) Met de software kunt u stilstaande en bewegende beelden van de camera optimaal benutten. Dit gedeelte geeft een beschrijving van de "Picture Motion Browser". "Picture Motion Browser"overzicht Met de "Picture Motion Browser" kunt u het volgende: • Beelden die met de camera zijn opgenomen, importeren en weergeven op de computer. • Beelden op de computer indelen op opnamedatum om deze te bekijken. • Stilstaande beelden bijwerken (rode-ogeneffect enz.), afdrukken en verzenden als bijlage bij emailberichten, de opnamedatum wijzigen en meer. • Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of opgeslagen met de datum. • U kunt een datadisc maken met een CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation. • Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion Browser" voor meer informatie. De "Picture Motion Browser" openen Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram (Picture Motion Browser). Of klik in het startmenu op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000 [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Picture Motion Browser]. • Het bevestigingsbericht van de informatie-tool verschijnt op het scherm wanneer u de "Picture Motion Browser" de eerste keer opstart. Selecteer [Start]. Deze functie brengt u op de hoogte van nieuws, zoals software-updates. U kunt de instelling later wijzigen. De "Picture Motion Browser" afsluiten Klik op scherm. in de rechterbovenhoek van het De computer gebruiken De "Gids voor Picture Motion Browser" openen • Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram "Gids voor Picture Motion Browser". • Klik in het startmenu op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000 [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Gids voor Picture Motion Browser]. De "Picture Motion Browser" openen en afsluiten 65 Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser" De camera en de computer voorbereiden 1 Plaats een "Memory Stick Duo" De camera en de computer op elkaar aansluiten 1 Naar de (USB) · A/V OUT-aansluiting met opgenomen beelden in de camera. • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden kopieert die in het interne geheugen zijn opgeslagen. 2 Plaats de voldoende opgeladen Specifieke USB-kabel accu in de camera of sluit de camera aan op een stopcontact met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). • Als u beelden naar uw computer kopieert met een accu die weinig lading heeft, kan het kopiëren mislukken of kunnen beeldgegevens worden beschadigd als de accu te snel leegloopt. 3 Druk op (weergave) en schakel de computer vervolgens in. 2 Naar een USB-aansluiting "USB-functie Mass Storage" wordt weergegeven op het camerascherm. Toegangsaanduidingen* Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, wordt op de computer automatisch een programma uitgevoerd om de camera te herkennen. Wacht enige tijd. (Weergave)-toets * Tijdens communicatie zijn de toegangsaanduidingen rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 57). 66 Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser" Beelden kopiëren naar een computer 1 Sluit de camera aan op een 2 Importeer de beelden. Als u het importeren van de beelden wilt starten, klikt u op [Import]. computer zoals beschreven in "De camera en de computer op elkaar aansluiten". Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het scherm [Import Media Files] van "Picture Motion Browser" automatisch. De beelden worden standaard geïmporteerd naar een map in "My Pictures". Deze map heeft als naam de datum waarop de beelden zijn geïmporteerd. • Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion Browser" voor meer informatie over de "Picture Motion Browser". De computer gebruiken • Zie pagina 70 als u de Memory Stick-sleuf gebruikt. • Als in Windows XP/Windows Vista de wizard AutoPlay wordt weergegeven, sluit u deze wizard. 67 Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser" Beelden weergeven op de computer Wanneer het importeren is voltooid, wordt de "Picture Motion Browser" gestart. Er worden miniaturen van de geïmporteerde beelden weergegeven. De USB-verbinding annuleren Voer de procedure beschreven in stap 1 tot 4 uit vooraleer u: • de specifieke USB-kabel loskoppelt. • een "Memory Stick Duo" verwijdert. • een "Memory Stick Duo" in de camera plaatst na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen. • de camera uitschakelt. 1 Dubbelklik op op de taakbalk. Dubbelklik hier • De map "My Pictures" is ingesteld als standaardmap in "Viewed folders". Beelden op de computer indelen op opnamedatum om deze te bekijken. Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion Browser" voor meer informatie. 2 Klik op (USB Mass Storage Device) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. De verbinding met het apparaat is verbroken. • Voor Windows XP/Windows Vista kunt u stap 4 overslaan. Voorbeeld: scherm met weergave per maand 68 Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser" Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen. Voorbeeld: mappen weergeven in Windows XP B Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met de camera Als er geen nieuwe mappen worden gemaakt, worden de mappen als volgt weergegeven: De computer gebruiken A Map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera die geen functie bevat voor het maken van mappen • Namen van beeldbestanden zijn als volgt: – Bestanden van stilstaande beelden: DSC0ssss.JPG – Bestanden van bewegende beelden: MOV0ssss.AVI – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt: MOV0ssss.THM ssss staat voor een nummer tussen 0001 en 9999. Het numerieke deel van de naam van een bestand van bewegende beelden dat is opgenomen in opnamefunctie voor bewegende beelden, is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. • Zie pagina 42 en 53 voor meer informatie over mappen. – "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF" – Intern geheugen: alleen "101_SONY" • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen of weergeven in de map "MISC". 69 Beelden kopiëren naar de computer zonder "Picture Motion Browser" U kunt beelden als volgt naar een computer kopiëren zonder de "Picture Motion Browser". Voor een computer met een Memory Stick-sleuf In dit gedeelte wordt het kopiëren van beelden naar "My Documents" (voor Windows Vista: "Documents") omschreven. Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de camera en plaats deze in de Memory Stick Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de beelden. 1 Bereid de camera en de computer • Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 SecondEdition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick-sleuf van de computer te plaatsen. • Zie pagina 88 als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt herkend. Voor een computer zonder Memory Stick-sleuf Maak een USB-verbinding en volg de stappen om beelden te kopiëren. • De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick Duo". • Deze camera is niet compatibel met Windows 95/98/98 SecondEdition/NT/Me van het Windows-besturingssysteem. Als u een computer zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, gebruik dan een in de handel verkrijgbare Memory Stick Reader/Writer om beelden van een "Memory Stick Duo" naar uw computer te kopiëren. • Als u beelden in het interne geheugen naar de computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert u ze vervolgens naar de computer. 70 Beelden kopiëren naar een computer -Windows XP/Vista voor. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "De camera en de computer voorbereiden" op pagina 66. 2 Sluit de camera aan op de computer met de specifieke USB-kabel. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 66. • Als "Picture Motion Browser" al is geïnstalleerd, dan wordt [Import Media Files] automatisch gestart op "Picture Motion Browser". Selecteer [Cancel] om te eindigen. Beelden kopiëren naar de computer zonder "Picture Motion Browser" 3 Klik op [Open folder to view files] t [OK] (alleen voor Windows XP) wanneer het scherm met de wizard automatisch op het bureaublad verschijnt. 6 Dubbelklik op de map [My Documents] (voor Windows Vista: map "Documents"). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het venster "My Documents" om het menu weer te geven en klik op [Paste]. 1 1 2 2 • Wanneer het scherm met de wizard niet automatisch wordt weergegeven, volgt u de procedure die wordt beschreven in t "Voor Windows 2000" op pagina 71. 4 Dubbelklik op [DCIM]. beeldbestanden die u wilt kopiëren. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op een beeldbestand om het menu weer te geven en klik op [Copy]. • Als de bestemmingsmap een beeld met dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een bevestigingsbericht voor overschrijven weergegeven. Als u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u een beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder overschrijven, geeft u het bestand eerst een andere naam en kopieert u vervolgens het beeldbestand. Houd er echter rekening mee dat u het betreffende beeld wellicht niet meer op de camera kunt weergeven als u de bestandsnaam wijzigt (pagina 72). De computer gebruiken 5 Dubbelklik op de map met de De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd (voor Windows Vista: map "Documents"). Voor Windows 2000 1 2 Dubbelklik op [My Computer] t [Removable Disk] nadat u de camera op uw computer hebt aangesloten. Ga vervolgens verder met stap 4. • Zie pagina 69 voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden. 71 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven met de camera en kopiëren naar de "Memory Stick Duo" In dit gedeelte wordt de procedure op een Windows-computer beschreven. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo". • Als de bestandsnaam die door de camera is gegeven, niet is gewijzigd, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kunt u bepaalde beelden wellicht niet weergeven. • Sony kan de weergave van beeldbestanden op de camera niet garanderen als de bestanden zijn verwerkt met een computer of opgenomen met een andere camera. • Als er geen mappen zijn op de "Memory Stick Duo", maakt u eerst een map met uw camera (pagina 53) en kopieert u vervolgens de beeldbestanden. 1 Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en vervolgens op [Rename]. Wijzig de bestandsnaam in "DSC0ssss". Geef een nummer op tussen 0001 en 9999 voor ssss. 1 2 • Als het bevestigingsbericht voor overschrijven wordt weergegeven, geeft u een ander nummer op. • De bestandsextensie kan worden weergegeven, afhankelijk van de computerinstellingen. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor bewegende beelden is AVI. Wijzig de bestandsextensie niet. 72 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" met de onderstaande procedure. 1Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en vervolgens op [Copy]. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in [My Computer]. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM] en vervolgens op [Paste]. • sss staat voor een nummer tussen 100 en 999. De Macintosh-computer gebruiken U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren. • "Picture Motion Browser" is niet compatibel met Macintosh-computers. Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten, moet aan de volgende vereisten voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/ Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4) USB-aansluiting: standaardonderdeel Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "De camera en de computer voorbereiden" op pagina 66. 2 Sluit de specifieke USB-kabel aan. Voer dezelfde procedure uit als wordt beschreven in "De camera en de computer op elkaar aansluiten" op pagina 66. 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t [DCIM] t de map met de beelden die u wilt kopiëren. 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet deze daar neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Zie pagina 69 voor meer informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen. De computer gebruiken • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op één computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken afhankelijk van het type USB-apparaten dat u gebruikt. • Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub. • Door de camera aan te sluiten met een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (compatibel met USB 2.0) is een geavanceerde overdracht mogelijk (snelle gegevensoverdracht) gezien de camera compatibel is met Hi-Speed USB (compatibel met USB 2.0). • Er zijn twee functies voor een USB-verbinding bij aansluiting op een computer: [Mass Storage] (standaardinstelling) en [PTP]. In dit gedeelte wordt [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Zie pagina 57 voor meer informatie over [PTP]. • Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 4 Geef beelden weer op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf t het gewenste beeldbestand in de map met de gekopieerde bestanden om dat beeldbestand te openen. 73 De Macintosh-computer gebruiken De USB-verbinding annuleren Sleep eerst het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" naar het pictogram "Trash" wanneer u onderstaande procedures uitvoert. Zoniet wordt de verbinding tussen de camera en de computer onderbroken. • De specifieke USB-kabel loskoppelen • Een "Memory Stick Duo" verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden vanuit het interne geheugen • De camera uitschakelen Technische ondersteuning Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony voor meer informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen. http://www.sony.net/ 74 De "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" weergeven Wanneer u het "Cyber-shot-handboek" installeert, wordt de "Geavanceerde Cybershot-handleiding" ook geïnstalleerd. De "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" geeft verdere uitleg over het gebruik van de camera en optionele onderdelen. Op Windows weergeven Dubbelklik op (Step-up Guide) op het bureaublad. Om "Step-up Guide" via het Start-menu te openen, klikt u op [Start] t [All Programs] (in Windows 2000, [Programs]) t [Sony Picture Utility] t [Step-up Guide]. Op Macintosh weergeven 1 Kopieer de map [stepupguide] in de map [stepupguide] naar uw computer. 2 Selecteer [stepupguide], [language] en vervolgens de map [NL] opgeslagen op de CD-ROM (bijgeleverd) en kopieer alle bestanden in de map [NL]. Overschrijf vervolgens deze bestanden in de map [img] opgeslagen in [stepupguide] dat naar uw computer wordt gekopieerd in stap 1. 3 Na het kopiëren dubbelklikt u op • Als er geen tool voor unzippen voor het bestand HQX is geïnstalleerd, installeert u Stuffit Expander. De computer gebruiken "stepupguide.hqx" in de map [stepupguide] om deze te unzippen. Dubbelklik vervolgens op het gegenereerde bestand "stepupguide". 75 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat u begint met afdrukken (pagina 90). Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 77) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. Beelden afdrukken met een computer U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde software "Picture Motion Browser" en de beelden afdrukken. Beelden kunnen met de datum worden afgedrukt (pagina 65). Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 81) U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. 76 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u met de camera hebt opgenomen, afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Fase 1: De camera voorbereiden Bereid de camera voor om deze op de printer aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. Indextoets • "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) MENU-toets Regeltoets In de enkelbeeldfunctie U kunt één beeld afdrukken op een afdrukvel. • Het is aanbevolen om een volledig opgeladen accu te gebruiken om te vermijden dat het toestel wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken. 1 Druk op MENU om het menu weer te geven. In de indexfunctie U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op een afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. 1 2 2 Druk op B op de regeltoets en selecteer 3 Selecteer (Setup). (Setup 2) met V en selecteer vervolgens [USB-aansl.] met v/V/B. 2 druk vervolgens op z. • De functie voor het afdrukken van een index is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. • De hoeveelheid beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk van de printer. • U kunt geen bewegende beelden afdrukken. • Als de aanduiding ongeveer vijf seconden knippert op het camerascherm (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. Stilstaande beelden afdrukken 4 Selecteer [PictBridge] met B/v en De USB-functie is ingesteld. 77 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer Fase 2: De camera aansluiten op de printer 1 Sluit de camera aan op de printer. Fase 3: Afdrukken Nadat fase 2 is voltooid, wordt het afdrukmenu weergegeven, ongeacht de stand van de modusknop. 1 Selecteer de gewenste 1 Naar de (USB) · A/V OUTaansluiting afdrukmethode met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z. [Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. Specifieke USB-kabel [DPOF-beeld] 2 Naar de USB-aansluiting Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt (pagina 81), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Kiezen] 2 Schakel de camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de aanduiding weergegeven. U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. 1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met b/B en druk vervolgens op z. De markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. • Als u meer beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure. 2Selecteer [Afdrukken] met V en druk vervolgens op z. [Dit beeld] Het weergegeven beeld wordt afgedrukt. De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden weergegeven. 78 • Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld. Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer 2 Selecteer de afdrukinstellingen met v/V/b/B. 3 Selecteer [OK] met V/B en druk vervolgens op z. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de specifieke USB-kabel niet los wanneer de aanduiding (PictBridgeaansluiting) op het scherm wordt weergegeven. aanduiding [Index] Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te drukken. [Formaat] Selecteer het formaat van het afdrukvel. [Datum] Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd in de beelden in te voegen. • Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd met de geselecteerde notatie (pagina 58). Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer. [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Selecteer het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt afzonderlijk afgedrukt. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: • Het is mogelijk dat niet alle beelden op één vel passen, afhankelijk van het aantal beelden. Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens het gewenste beeld met v/V en voer de procedure uit vanaf stap 1. Beelden op het indexscherm afdrukken Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (pagina 77) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (pagina 78) uit en ga als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu weergegeven. Selecteer [Annul.] om het afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt verder. 1 Druk op (Index). Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk vervolgens op z. 4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v/V en druk vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken Selecteer het aantal beelden dat u als indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt geselecteerd in stap 1, selecteert u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als indexbeeld. Andere beelden afdrukken 79 Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer [Kiezen] U kunt beelden selecteren en alle geselecteerde beelden afdrukken. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met v/V/b/B en druk vervolgens op z om de markering weer te geven. (Als u andere beelden wilt selecteren, herhaalt u deze procedure.) Druk vervolgens op MENU. [DPOF-beeld] Alle beelden met een afdrukmarkering worden afgedrukt, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. 5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken" (pagina 78) uit. 80 Afdrukken bij een fotowinkel U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. Als de fotowinkel beschikt over een fotoafdrukservice die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een afdrukmarkering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te selecteren. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie MENU-toets Regeltoets • U kunt de beelden in het interne geheugen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" mee naar de fotowinkel. Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u een afdrukmarkering kunt aanbrengen op beelden op de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. • U kunt ook de beelden met de afdrukmarkering afdrukken met een printer die de DPOFstandaard (Digital Print Order Format) ondersteunt of met een PictBridge-compatibele printer. • Bewegende beelden kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. 1 Geef het beeld weer dat u wilt afdrukken. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk vervolgens op z. Een afdrukmarkering wordt weergegeven op het beeld. Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een fotowinkel 4 Als u andere beelden wilt markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u vervolgens op z. Stilstaande beelden afdrukken • Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo" kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden naar een ander medium, zoals een CD-R, en neemt u die mee naar de fotowinkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie (back-up) van de gegevens maken op een schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. • Als u datums op de beelden wilt afdrukken, raadpleegt u de fotowinkel. Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4. 81 Afdrukken bij een fotowinkel Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z. De markering wordt wit. (pagina 29). 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie 3 Selecteer [DPOF] met b/B en druk vervolgens op z. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z. • U kunt geen markering [Alle in deze map]. aanbrengen in 5 Selecteer het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk vervolgens op z. Een groene markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven. (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. 7 Druk op MENU. 82 Als u het markeren wilt annuleren, selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u [Sluiten] in stap 8 en drukt u op z. Selecteer de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk vervolgens op z. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op z. Problemen oplossen Problemen oplossen Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen. 1 Controleer de items op pagina 84 tot en met 92. 2 Verwijder de accu, wacht ongeveer een minuut, plaats de accu opnieuw en schakel het apparaat in. 3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 56). 4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Door de camera voor reparatie te verzenden stemt u toe dat de inhoud van het interne geheugen mag worden gecontroleerd. Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven. Accu en stroom 84 89 Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen 85 Intern geheugen 90 Beelden weergeven 87 Afdrukken 90 Beelden wissen/bewerken 88 PictBridge-compatibele printer 91 Computers 88 Overige Problemen oplossen "Memory Stick Duo" 92 83 Problemen oplossen Accu en stroom Kan accu niet plaatsen. • Plaats de accu correct om de uitwerphendel voor de accu in te drukken. Kan de camera niet inschakelen. • Het duurt even voordat de camera wordt ingeschakeld nadat u de accu in de camera hebt geplaatst. • Plaats de accu correct. • De accu is leeg. Plaats opgeladen accu. • De accu werkt niet meer (pagina 98). Vervang de accu met een nieuwe. • Gebruik een aanbevolen accu. Het apparaat wordt plots uitgeschakeld. • Als u de camera drie minuten niet gebruikt terwijl het apparaat is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om verzwakking van de accu te vermijden. Schakel de camera weer in. • De accu werkt niet meer (pagina 98). Vervang de accu met een nieuwe. De indicator voor resterende lading klopt niet. • Dit fenomeen doet zich voor als u de camera in extreme koude of warmte gebruikt. • Er heeft zich een afwijking voorgedaan tussen de indicator voor resterende lading en de feitelijk resterende acculading. Laat de accu volledig ontladen en laad hem op om de indicatie te corrigeren. • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu. • De accu werkt niet meer (pagina 98). Vervang de accu met een nieuwe. Kan de accu niet opladen. • U kunt de accu niet opladen met een netspanningsadapter (niet bijgeleverd). 84 Problemen oplossen Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen Kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit: – Wis overbodige beelden (pagina 28). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Bij opname van een stilstaand beeld stelt u de modusknop in op een andere stand dan • Zet de modusknop op wanneer u bewegende beelden wilt opnemen. . Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm. • De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op (Weergave) om de opnamefunctie (pagina 28) te wijzigen. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 5 cm (W)/35 cm (T) van de voorkant van de lens (pagina 23). • (Schemer-functie) of (Landschap-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • U hebt de vooraf ingestelde scherpstelling geselecteerd. Selecteer de functie voor automatische scherpstelling (pagina 35). • Zie "Het onderwerp is onscherp" op pagina 36. De zoomfunctie werkt niet. • U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken als het beeldformaat is ingesteld op [8M] (DSC-S780), [7M] (DSC-S750) of [3:2]. • U kunt digitale zoom niet gebruiken als: – [Gezichtsherkenning] op [Aan] staat. – u bewegende beelden opneemt. • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u bewegende beelden opneemt. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 22). • U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] (pagina 40). – (Hoge gevoeligheid-functie) of (Schemer-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 27). Problemen oplossen De flitser werkt niet. – U neemt bewegende beelden op. • Stel de flitser in op of (Altijd flitsen) wanneer (Landschap-functie), (Strand-functie) (Sneeuw-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 22). 85 Problemen oplossen Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen. • Klein deeltjes (stof, pollen, enzovoort) in de lucht hebben het flitslicht gereflecteerd en worden in het beeld weergegeven. Dit is normaal (pagina 11). De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet. • (Schemer-functie) of (pagina 27). (Landschap-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie De datum en tijd worden niet weergegeven. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen weergegeven tijdens het afspelen. Kan geen datums aan beelden toevoegen. • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden (pagina 90). Door "Picture Motion Browser" te gebruiken kunt u beelden met de datum afdrukken of opslaan (pagina 65). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half ingedrukt houdt. • De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 34). Het scherm is te donker of te licht. • Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 18). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie (pagina 37) of pas de belichting aan (pagina 34). Het beeld is te licht. • Pas de belichting aan (pagina 34). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 33). Bij het opnemen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit verschijnsel noemt men "smear": er verschijnen witte, rode, paarse of andere kleuren strepen op het beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. 86 Problemen oplossen In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel [Rode-ogeneff.] in het menu (Setup) in op [Aan] (pagina 51). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Er verschijnen puntjes op het scherm. • Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2). Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (pagina 28). • De accu is bijna leeg. Plaats de opgeladen accu. Beelden weergeven De camera kan geen beelden weergeven. • Druk op (Weergave) (pagina 28). • De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 72). • Sony kan de weergave van beeldbestanden op de camera niet garanderen als de bestanden zijn verwerkt met een computer of opgenomen met een andere camera. • De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 68). De datum en tijd worden niet weergegeven. • De weergaveaanduidingen zijn uitgeschakeld. Geef de weergaveaanduidingen weer door op v (DISP) op de regeltoets te drukken (pagina 18). • Dit kan voorkomen door de beeldverwerking. Dit is normaal. Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op het kleursysteem van de televisie (pagina 57). Problemen oplossen Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Controleer de aansluiting (pagina 59). 87 Problemen oplossen Beelden wissen/bewerken De camera kan een beeld niet wissen. • Annuleer de beveiliging (pagina 44). De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet. • Bewegende beelden kunnen geen ander formaat krijgen. Computers Het besturingssysteem van de computer is niet compatibel met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 62 voor Windows en pagina 73 voor Macintosh. De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-sleuf. • Controleer of de computer en de Memory Stick Reader/Writer "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen. Gebruikers van computers en een Memory Stick Reader/Writer van een andere fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer (pagina 66 en 73). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend. De computer herkent de camera niet. • Schakel de camera in. • Plaats de opgeladen accu of gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) als het accuniveau laag is. • Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu (Setup) (pagina 57). • Gebruik de specifieke USB-kabel (bijgeleverd) (pagina 66). • Koppel de specifieke USB-kabel los van de computer en de camera en sluit de kabel opnieuw stevig aan. • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (pagina 66). U kunt geen beelden kopiëren. • Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 66). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 62 en 73). • Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is geformatteerd, kunt u de beelden mogelijk niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 53). 88 Problemen oplossen Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser" niet automatisch gestart. • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 66). De camera kan geen beelden op de computer weergeven. • Raadpleeg de "Gids voor Picture Motion Browser" voor meer informatie over de "Picture Motion Browser" (pagina 65). • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer weergeeft, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef ze vervolgens weer vanaf de vaste schijf (pagina 66). De camera kan geen beelden afdrukken. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera worden weergegeven. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 69). • Voer de bewerking correct uit (pagina 72). "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting. U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. niet herstellen. Problemen oplossen • Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn door het formatteren gewist. U kunt het 89 Problemen oplossen Intern geheugen Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne geheugen. • Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder ze. De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer het beeld naar de "Memory Stick Duo" met voldoende beschikbare ruimte. De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. • Deze functie is niet beschikbaar. Afdrukken Raadpleeg "PictBridge-compatibele printer" samen met onderstaande items. Beelden worden zonder beide randen afgedrukt. • Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden. • Wanneer u beelden afdrukt met uw printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden. Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt. • U kunt geen beelden met de datum afdrukken met "Picture Motion Browser" (pagina 65). • Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden. Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exifgegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor informatie over compatibiliteit met Exif-gegevens. • Als u naar een fotowinkel gaat, vraag dan of ze de datums aan de beelden kunnen toevoegen. 90 Problemen oplossen PictBridge-compatibele printer Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht. • De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu (Setup) (pagina 57). • Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. Beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de specifieke USB-kabel. • Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden mogelijk niet afgedrukt. Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de specifieke USB-kabel los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de specifieke USB-kabel weer aan. • Bewegende beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt, kunnen mogelijk niet worden afgedrukt. Het afdrukken is geannuleerd. • U hebt de specifieke USB-kabel losgekoppeld voordat het pictogram (PictBridge- aansluiting) is verdwenen. In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet worden afgedrukt. • De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg de fabrikant van de printer. • Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 79). Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. Problemen oplossen In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. 91 Problemen oplossen Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt. • Als u een ander papierformaat gebruikt nadat u de printer op de camera hebt aangesloten, koppelt u deze los en sluit u opnieuw aan met de specifieke USB-kabel. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de camera (pagina 79) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Overige Het bestandsnummer kan niet worden teruggezet. • Als u een opnamemedium vervangt, kunt u de bestandsnummers niet met de camera herstellen. Formatteer de "Memory Stick Duo" (pagina 52, 53) of het interne geheugen om de bestandsnummers te herstellen en initialiseer vervolgens de instellingen (pagina 56). De gegevens op de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen worden echter gewist en alle instellingen, inclusief de datum, worden geïnitialiseerd. De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven. • Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen. • Plaats een opgeladen accu en schakel de camera weer in. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u deze weer gebruikt. De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt. • De accu is leeg. Vervang hem met een opgeladen accu. De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt. • Dit is normaal. Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 58). U wilt de datum of tijd wijzigen. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 58). 92 Waarschuwingsmeldingen Berichten Als een van de volgende berichten wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen. E • De accu is bijna leeg. Laad de accu onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden of het type accu knippert de indicator mogelijk even hoewel er nog 5 tot 10 minuten resterende accuduur is. Memory Stick vergrendeld • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen. Geen geheugenruimte in het intern geheugen Geen geheugenruimte in de Memory Stick • Wis overbodige beelden of bestanden (pagina 28). Gebruik uitsluitend een geschikte batterij • De geplaatste accu is geen NP-BK1- accu. Systeemfout • Schakel de camera uit en weer in. Fout van intern geheugen Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick Duo". Geen bestand • Er zijn geen beelden die kunnen worden weergegeven, opgenomen in het interne geheugen. • Schakel de camera uit en weer in. Geen bestanden in deze map Plaats de Memory Stick opnieuw • Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste manier. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 96). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • Het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" is vuil. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 96). Formatteringsfout • Formatteer het medium opnieuw (pagina 52 en 53). weergegeven, opgenomen in deze map. • U hebt de handelingen voor het kopiëren van beelden vanaf de computer niet juist uitgevoerd (pagina 72). Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Selecteer een andere map of maak een nieuwe map (pagina 53, 54). Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een Problemen oplossen Verkeerd type Memory Stick • Er zijn geen beelden die kunnen worden map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer maken. 93 Waarschuwingsmeldingen Kan niet opnemen • De camera kan geen beelden opnemen in de geselecteerde map. Selecteer een andere map (pagina 54). Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd beelden af te drukken voordat de printer was aangesloten. Sluit een PictBridgecompatibele printer aan. Bestandsfout • Er is een fout opgetreden tijdens het weergeven van het beeld. Bestandsbeveiliging • Annuleer de beveiliging (pagina 43). Te groot beeldformaat • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Ongeldige bediening • U wilt een beeldbestand weergeven dat niet compatibel is met de camera. (Trillingswaarschuwing) Geen afdrukbaar beeld • U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te voeren zonder een DPOFafdrukmarkering op het (de) beeld(en) aan te brengen. • U hebt geprobeerd [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was geselecteerd die alleen bewegende beelden bevat. U kunt geen bewegende beelden afdrukken. Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. • Door onvoldoende licht is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser of bevestig de camera op een statief om de camera te stabiliseren. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken, is beschadigd. Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op [PictBridge] terwijl de camera is aangesloten op een apparaat dat niet compatibel is met PictBridge. Controleer het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de specifieke USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. 94 • De gegevensoverdracht naar de printer is mogelijk nog niet voltooid. Koppel de specifieke USB-kabel niet los. Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken voordat dit is voltooid. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening U kunt de camera, de oplader (bijgeleverd) en de AC-LS5K-netspanningsadapter (niet bijgeleverd) gebruiken in een land of regio met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V netspanning, 50/60 Hz. • Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een storing kan optreden. Overige 95 De "Memory Stick Duo" Een "Memory Stick Duo" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick Duo" die kunnen worden gebruikt met deze camera, worden vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick Duo". Type "Memory Stick" Opnemen/ weergeven Memory Stick Duo (met MagicGate) a*1 Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a*2 MagicGate Memory Stick Duo a*1*2 Memory Stick PRO Duo a*1 Memory Stick PRO-HG Duo a*1*3 *1) "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van coderingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor MagicGate-functies zijn vereist. *2) Hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface wordt niet door de camera ondersteund. *3) Parallelle gegevensoverdracht van 8-bit wordt niet door de camera ondersteund. Ondersteunt parallelle gegevensoverdracht van 4-bit gelijk aan "Memory Stick PRO Duo". • Dit product is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting van "Memory Stick Micro". • De juiste werking van een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan met deze camera niet worden gegarandeerd. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. • Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl gegevens worden gelezen of geschreven. 96 • De gegevens kunnen in de volgende gevallen worden beschadigd: – Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt verwijderd of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens. – Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruik op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis. • Het is aanbevolen om een reservekopie (backup) van gegevens te maken op de vaste schijf van uw computer. • Druk niet te hard wanneer u in het memogebied schrijft. • Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf of op een Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt of opbergt, plaatst u deze terug in het bijgeleverde doosje. • Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig deze niet en laat deze niet vallen. • Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo" niet. • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. • Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. • Plaats geen andere voorwerpen dan een "Memory Stick Duo" in de Memory Stick Duosleuf. Anders kan er een storing optreden. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet onder de volgende omstandigheden: – Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden De "Memory Stick Duo" Opmerkingen over het gebruik van een Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" met een "Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat plaatst zonder een Memory Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in de juiste richting plaatst. Een foutieve plaatsing kan een storing veroorzaken. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een "Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de Memory Stick Duoadapter in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er rekening mee dat de apparatuur kan worden beschadigd door onjuist gebruik. • Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder dat een "Memory Stick Duo" in de adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) Typen "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 8 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd) Overige • Als u een "Memory Stick Micro" met de camera wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Micro" eerst in een Duo-sized "M2"-adapter plaatsen. Als u een "Memory Stick Micro" in de camera plaatst zonder een Duo-sized "M2"adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen. • Houd de "Memory Stick Micro" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart per ongeluk doorslikken. 97 Over de accu De accu opladen Wij raden u aan om de accu in een omgevingstemperatuur op te laden die ligt tussen 10°C tot 30°C. De accu wordt mogelijk niet volledig opgeladen bij temperaturen die buiten dit bereik liggen. Efficiënt gebruik van de accu • Accuprestaties nemen af in omgevingen met lage temperaturen. In koude omgevingen ligt de gebruiksduur van de accu lager. Wij raden u het volgende aan om de accu langer te gebruiken: – Bewaar de accu in een borstzak dicht tegen uw lichaam om hem op te warmen en plaats hem in de camera onmiddellijk voordat u begint met de opname. • De accu loopt sneller leeg als u de flitser of de zoom regelmatig gebruikt. • We raden u aan om reserve-accu's bij de hand te houden voor twee tot drie keer de verwachte opnameduur en maak oefenopnames voordat u met de eigenlijke opname begint. • Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet watervast. • Laat de accu niet in extreme warmte zoals in een auto of onder direct zonlicht. Hoe de accu bewaren • Ontlaad de accu volledig voordat u hem opbergt en bewaar hem in een koele, droge ruimte. Laad de accu minstens eens per jaar volledig op en ontlaad hem met de camera minstens eens per jaar tijdens de opbergperiode om de functionaliteit van de accu te behouden. • Laat de camera in de weergavemodus diavoorstelling (pagina 45) totdat het apparaat wordt uitgeschakeld om de accu te ontladen. • Bewaar de accu in een plastic zak enz. om de aansluitpunten van de accu proper te houden en om kortsluiting te vermijden als u de accu ronddraagt en opbergt om hem vrij te houden van andere metalen objecten enz. Over de levensduur van de accu • De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en door herhaald gebruik af. Als de afgenomen gebruiksduur tussen ladingen opmerkelijk wordt, is het beter om de accu te vervangen met een nieuwe. 98 • De levensduur van de accu hangt af van de manier waarop de accu wordt bewaard en de omgeving waarin de accu wordt gebruikt. Over de oplader Over de oplader • Laad geen andere accu's op dan een NP-BKtype accu in de oplader die bij de camera wordt geleverd. Andere accu's dan de aangegeven kunnen lekken, overhit raken of ontploffen als u ze probeert op te laden met een risico op verwonding door elektrocutie en brandwonden. • Verwijder de opgeladen accu uit de lader. Als u de opgeladen accu in de lader laat, wordt de levensduur van de accu mogelijk ingekort. • Verwijder de accu die wordt opgeladen als het CHARGE-lampje knippert en plaats diezelfde accu opnieuw in de camera totdat deze vastklikt. Als het CHARGE-lampje opnieuw knippert betekent dit mogelijk dat er zich een accufout heeft voorgedaan of dat er een andere accu dan het aangegeven type werd geplaatst. Controleer of de accu van het juiste type is. Als de accu van het aangegeven type is, verwijdert u de accu en vervangt u hem met een nieuwe of een andere en controleert u of de oplader juist werkt. Als de oplader juist werkt, heeft er zich mogelijk een accufout voorgedaan. Overige 99 Index Index A Bezig met aansluiten Computer ...................... 66 Flitser (Opnemen) ................ 11 Aanduiding voor AE/AFvergrendeling...........21, 36 Printer ........................... 78 Flitser (witbalans)................. 38 TV................................. 59 Flitsfunctie............................ 22 Accu......................................98 Burst..................................... 40 Flitsniveau ............................ 41 C Fluorescerend ....................... 38 AF-bereikzoekerframe..........36 Afdrukken.............................76 Formatteren .................... 52, 53 Enkelbeeldfunctie..........77 Camera ................................. 50 Indexfunctie...................77 Camera vasthouden.............. 21 Afdrukken bij een fotowinkel .......................................81 Computer ............................. 61 Afdrukken in enkelbeeldfunctie .......................................77 Afdrukken in indexfunctie....77 Afdrukmarkering ..................81 AF-vergrendeling............21, 36 Altijd flitsen..........................22 Ander form. ..........................46 Autom. Programma-functie .......................................20 Automatische instelfunctie ...21 Functiegids ...........................51 G Aanbevolen omgeving ................................ 62, 73 Gezichtsherkenning .............. 32 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera........................... 72 H Gloeilamp .............................38 Half indrukken........................ 6 Beelden kopiëren .... 66, 73 Histogram .............................18 Macintosh ..................... 73 Hoge gevoeligheid................ 26 Software........................ 63 Auto Review .........................51 Windows ....................... 61 D I Indexscherm .........................29 Initialiseren...........................56 Daglicht................................ 39 Installeren .............................63 Datum................................... 58 Intern geheugen ....................19 DC IN-aansluiting................ 13 Intern geheugen-tool ............ 52 B De camera in het buitenland gebruiken ...................... 95 ISO ............................... 8, 9, 39 Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen ..............69 Diafragma .............................. 8 J Automatische scherpstelling...6 AVI .......................................69 Beelden kopiëren naar de computer........................66 Diavoorstelling..................... 45 Digitale zoom....................... 50 Beeldformaat ..................10, 24 DirectX................................. 63 Beeldkwaliteit.......................10 DISP..................................... 18 Belichting ...............................8 DPOF ................................... 81 Bestandopslaglocatie ............69 Dradenkruis van de puntlichtmeting............. 37 Bestandsextensie...................72 Bestandsnaam .......................69 Besturingssysteem ..........62, 73 Beveiligen.............................43 Bewolkt.................................38 100 F Aanduiding ...........................14 JPG ....................................... 69 K Kleur....................................... 9 Kleurfunctie.......................... 33 Klokinstel. ...........................58 Kopiëren ............................... 55 E EV ........................................ 34 EV aanpassen ................. 18, 34 Index L O Landschap .............................26 Onderbelichting...................... 8 Aanduiding ....................14 LCD-scherm .........................18 Lgz synchro ..........................22 Onderdelen en bedieningselementen..... 12 Achtergrondverlichting van het LCD-scherm .....18 Lichtmeetfun.........................37 Oplader................................. 99 Schermweergave wijzigen .......................................18 Lichtmeting met meerdere patronen .........................37 Opn.functie........................... 40 M Opnamemap maken.............. 53 Sepia .....................................33 Macintosh-computer .............73 Opnamemap wijz. ............... 54 Setup .........................41, 47, 49 Aanbevolen omgeving ...73 Scherm Opnamefunctie voor bewegende beelden ....... 20 Scherpstellen...............6, 22, 35 Scherpte ................................41 Camera ..........................50 Opnemen Macro....................................23 Bewegende beelden ...... 21 Intern geheugen-tool .....52 Map .......................................42 Stilstaand beeld ............. 21 Memory Stick tool.........53 Maken ............................53 Optische zoom................ 22, 50 Setup 1...........................56 Selecteren ......................42 Overbelichting........................ 8 Wijzigen ........................54 Setup 2...........................57 Setup 1 ..................................56 Map kiezen............................42 P Setup 2 ..................................57 Mass Storage.........................57 PAL....................................... 57 Slimme-zoomfunctie ............50 "Memory Stick Duo" ............96 PC......................................... 61 Sluitertijd ................................8 Memory Stick tool ................53 PictBridge....................... 57, 77 Sneeuw .................................26 Menu .....................................30 Picture Motion Browser ....... 65 Soft Snap ..............................26 Items ..............................31 Pieptoon ............................... 56 Software..........................63, 65 Opnemen .......................32 Pixel...................................... 10 Specifieke A/V-kabel ............59 Weergeven .....................42 Precisie-digitale-zoomfunctie ...................................... 50 Specifieke USB-kabel.....66, 78 Problemen oplossen ............. 83 Strand....................................26 Menu voor opnemen .............32 Menu voor weergeven...........42 Midden-AF ...........................35 Midden-lichtmeting ..............37 Mode .....................................40 Sprekend ...............................33 PTP....................................... 57 Puntlichtmeting .................... 37 T Taal .......................................56 R Terugspoelen/snel vooruitspoelen ...............28 Rode-ogeneff. ...................... 51 Trimmen ...............................48 N Roteren ................................. 47 TV.........................................59 Natuurlijk ..............................33 S U Scènekeuze ........................... 25 USB·A/V OUT-aansluiting .......................................13 Multi-AF ...............................35 Netspanningsadapter.............13 Niet flitsen ............................22 NTSC ....................................57 Schemer................................ 26 Schemer-portret.................... 26 Index Rechtstreeks afdrukken ........ 77 Modusknop ...........................20 USB-aansl.............................57 101 Index V VGA .....................................24 Video-uit ...............................57 Volumeniveau .......................28 Vooraf ingestelde scherpstelling.................35 W Waarschuwingsmeldingen ....93 Wazige beelden.......................7 Weergave ..............................28 Weergavezoom .....................28 Windows-computer...............61 Aanbevolen omgeving...62 Wissen ..................................28 Formatteren .............52, 53 Witbalans ..............................38 Z Zelfontspanner......................23 Zoom ....................................22 Z-W ......................................33 102 Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103

Sony DSC-S750 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor