Sony Cybershot DSC-H10 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2008 Sony Corporation 3-296-279-72(1)
NL
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-H10
Lees dit handboek, de
"Gebruiksaanwijzing" en de
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
aandachtig door voordat u het apparaat
gebruikt. Bewaar deze documenten voor het
geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
VKLIK!
Inhoud
Basishandelingen
De opnamefuncties
gebruiken
De weergavefuncties
gebruiken
De instellingen
aanpassen
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Opmerkingen over de typen "Memory
Stick" die kunnen worden gebruikt (niet
bijgeleverd)
"Memory Stick Duo"
U kunt een "Memory Stick
Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick"
U kunt geen
"Memory Stick"
gebruiken met de
camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
Zie pagina 118 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de accu
Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
U kunt de accu zelfs opladen wanneer deze nog
niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet
volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens
bewaart u de accu op een koele, droge plaats.
Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft
werken.
Zie pagina 120 voor meer informatie over de
accu.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een Carl Zeiss-
lens waarmee scherpe beelden met
uitstekend contrast kunnen worden
gereproduceerd.
De lens voor de camera is geproduceerd
onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitseisen
van Carl Zeiss Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Er kunnen op het
LCD-scherm echter enkele zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
zichtbaar zijn. Deze stipjes zijn normaal en
hebben geen enkele invloed op de opname.
Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
3
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 9
Kleur – De effecten van de lichtbron............................................................... 10
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Flitser – De flitser gebruiken............................................................................ 13
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................14
Aanduidingen op het scherm...................................................................17
De schermweergave wijzigen..................................................................21
Het interne geheugen gebruiken.............................................................22
De modusknop gebruiken .......................................................................23
Beelden eenvoudig opnemen (Autom. instellen-functie).........................24
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)..........................................28
Een foto maken met de handmatige belichting .......................................31
Beelden weergeven.................................................................................33
Beelden verwijderen................................................................................35
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu ..............37
Menu-items..............................................................................................40
Opnamemenu..........................................................................................41
Scènekeuze: de scènekeuze selecteren
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
EV: de lichtintensiteit instellen
Lichtmeetfun.: de lichtmeetfunctie selecteren
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
Flitsniveau: hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen
Rode-ogeneffect: het rode-ogeneffect beperken
Contrast: het contrast instellen
Scherpte: de beeldscherpte wijzigen
Basishandelingen
De opnamefuncties gebruiken
4
Inhoud
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
SETUP: de opname-instellingen selecteren
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm........................... 53
(Enkelbeeld): één beeld weergeven
(Indexweergave): een lijst met beelden afspelen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
Weergavemenu .................................................................................. 56
(Wissen): beelden verwijderen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
: een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van beelden
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen
..... 62
Geheugen beheren..................................................................... 64
Geheugen-tool — Memory Stick tool................................................ 64
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool........................................... 67
Formatteren
Instellingen ....................................................................................68
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1.......................................... 68
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2.......................................... 69
Opname-instellingen — Opname-instellingen 1............................... 71
De weergavefuncties gebruiken
De instellingen aanpassen
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Pieptoon
Functiegids
Initialiseren
USB-aansl.
COMPONENT
Video-uit
AF-verlicht.
Stramienlijn
AF-functie
Digitale zoom
Conversielens
5
Inhoud
Opname-instellingen — Opname-instellingen 2 ...............................74
Klokinstellingen .................................................................................75
Language Setting..............................................................................76
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................77
Werken met uw Windows-computer........................................................80
De software (bijgeleverd) installeren.......................................................82
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd) .............................84
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
................................................................................................................85
Beelden kopiëren naar een computer zonder "Picture Motion Browser"
................................................................................................................89
Beeldbestanden die zijn opgeslagen op de computer met de camera
kopiëren naar de "Memory Stick Duo" ....................................................91
De "Music Transfer" gebruiken (bijgeleverd)...........................................92
De Macintosh-computer gebruiken .........................................................93
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" weergeven .............................95
Stilstaande beelden afdrukken................................................................96
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
................................................................................................................97
Afdrukken bij een fotowinkel..................................................................100
Problemen oplossen..............................................................................102
Foutcodes en berichten.........................................................................113
Beelden bekijken op een televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Autom. Oriëntatie Auto Review
6
Inhoud
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 117
De "Memory Stick Duo" ........................................................................ 118
Over de accu......................................................................................... 120
De acculader......................................................................................... 121
Index ..................................................................................................... 122
Overige
Index
7
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Als scherpstellen moeilijk lukt t [Scherpstellen] (pagina 47)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" hieronder.
Scherp-
stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Druk de sluiterknop
niet onmiddellijk
volledig in.
Druk de
sluiterknop half
in.
Aanduiding voor AE/
AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
Scherp-
stellen
Belichting
Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. In dit
gedeelte wordt het gebruik van verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 23), het HOME-scherm (pagina 37)
en de menu's (pagina 39) beschreven.
Flitser
8
Basistechnieken voor betere beelden
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera heeft per ongeluk bewogen toen u het beeld maakte. Dit zijn
"Camerabewegingen". Anderzijds is mogelijk dat het onderwerp heeft bewogen toen u het
beeld maakte, dit is "onderwerpwazigheid".
Camerabewegingen
Oorzaak
Uw handen of lichaam beweegt terwijl u de
camera vasthoudt en op de sluiterknop drukt en
het hele scherm wordt wazig.
Wat kunt u doen om wazigheid te
voorkomen
Gebruik een statief of plaats de camera op een
plat oppervlak om de camera stil te houden.
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging
van 2 seconden om een foto te maken en
stabiliseer de camera door uw armen strak langs
uw zijde te houden nadat u de sluiterknop hebt
ingedrukt.
Onderwerpwazigheid
Oorzaak
Hoewel de camera stabiel is, beweegt het
onderwerp tijdens de belichting zodat het
onderwerp wazig lijkt als de sluiterknop wordt
ingedrukt.
Wat kunt u doen om wazigheid te
voorkomen
Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie) in
scènekeuze.
Kies een hogere ISO-gevoeligheid voor een
snellere sluitersnelheid en druk op de sluiterknop
voordat het onderwerp beweegt.
Opmerkingen
De steadyshot-functie is standaard ingeschakeld zodat de camerabewegingen automatisch worden
verminderd. Dit heeft echter geen invloed op onderwerpwazigheid.
Bovendien komen camerabeweging en onderwerpwazigheid geregeld voor onder omstandigheden met
weinig licht of trage sluitertijd zoals bij (Schemer-functie) of (Schemer-portret-functie). Neem
in dit geval foto's met bovenstaande tips in het achterhoofd.
9
Basistechnieken voor betere beelden
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
Handmatige belichting:
Hiermee kunt u de sluitersnelheid en
diafragmawaarde handmatig aanpassen
(pagina 31).
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is vastgesteld
(pagina 21, 46).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 46).
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingswaarde)
=
opnamegevoeligheid
Belichting:
10
Basistechnieken voor betere beelden
ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingswaarde)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia met een beeldsensor die het
licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van
de ISO-gevoeligheid.
De ISO-gevoeligheid aanpassen, zie pagina 45.
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 49).
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs in donkere omgevingen, terwijl de
sluitersnelheid wordt verhoogd om de wazigheid te verminderen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Kleur
De effecten van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Kenmerken van het
licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig
11
Basistechnieken voor betere beelden
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 12)
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 8M
3264 pixels × 2448 pixels = 7.990.272 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en
groot bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal A3-
formaat
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
Pixels
Pixel
12
Basistechnieken voor betere beelden
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
*1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
*2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 109).
Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
Hoe hoger het aantal frames per seconde, hoe vloeiender het weergegeven beeld.
Beeldformaat Gebruiksrichtlijnen Aantal beelden Afdrukken
8M
(3264×2448)
Voor afdrukken tot A3 Minder
Meer
Fijn
Ruw
3:2
*1
(3264×2176)
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
5M
(2592×1944)
Voor afdrukken tot A4
3M
(2048×1536)
Voor afdrukken tot 10×15 cm
of 13×18 cm
VGA
(640×480)
Klein beeldformaat opnemen
voor verzenden per e-mail
16:9
*2
(1920×1080)
Met HDTV-beeldverhouding
opnemen
Beeldformaat van films Frame/seconde Gebruiksrichtlijnen
640(Fijn) (640×480) Ongeveer 30 Bewegende beelden van hoge kwaliteit
opn. voor TV-weerg
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17 Bewegende beelden van std. kwaliteit opn.
voor TV-weerg
320 (320×240) Ongeveer 8 Klein formaat opnemen voor verzenden per
e-mail
13
Basistechnieken voor betere beelden
De ogen van het onderwerp worden mogelijk rood weergegeven of wazige witte ronde punten
kunnen voorkomen als u de flitser gebruikt. Deze verschijnselen kunnen worden
teruggedrongen met de volgende stappen.
Het "Rode-ogeneffect"
Pupillen worden groter in donkere omgevingen. Het flitslicht wordt door de bloedvaten aan de
achterkant van het oog (netvlies) gereflecteerd, met het "rode-ogeneffect" als resultaat.
Hoe kan het "Rode-ogeneffect" worden teruggedrongen?
Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 50).
Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie)* in scènekeuze (pagina 29). (De flitser wordt automatisch
uitgeschakeld.)
Corrigeer het beeld met [Bijwerken] in het weergavemenu (pagina 56) of met de bijgeleverde software
"Picture Motion Browser" als de ogen van het onderwerp rood worden weergegeven.
"Witte ronde punten"
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die in de buurt van de lens
rondzweven. Als ze door de flitser van de camera worden geaccentueerd, verschijnen ze als
witte ronde punten.
Hoe kunnen de "Witte ronde punten" worden teruggedrongen?
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder flitser.
Selecteer (Hoge gevoeligheid-functie)* in scènekeuze. (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
Flitser
De flitser gebruiken
* Hoewel u (Hoge gevoeligheid-functie) hebt geselecteerd in scènekeuze is de sluitersnelheid mogelijk
trager bij omstandigheden met weinig licht of op een donkere plaats. Gebruik in dat geval een statief of
houd uw armen strak langs uw zijde nadat u de sluitertoets hebt ingedrukt.
Camera Oog
Netvlies
Camera
Onder-
werp
Deeltjes (stof,
pollen, enz.) in
de lucht
14
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A POWER-toets
B POWER-lampje
C Modusknop (23)
D Sluiterknop (24)
E Microfoon
F Flitser (26)
G AF-verlichting (71)/
Zelfontspannerlampje (27)
H Bevestigingsoog voor de riem
I Lens
A Voor opnemen: W/T (zoom)-toets (25)
Voor weergeven: /
(Weergavezoom)-toets/ (Index)
-toets (33, 34)
B (Weergave)-toets (33)
C LCD-scherm (21)
D MENU-toets (39)
E HOME-toets (37)
F Bevestigingsoog voor de riem
G Aansluitingsklepje
H Multifunctionele aansluiting
voor gebruik in de volgende situaties:
Een USB-verbinding tot stand brengen
tussen de camera en de computer.
Aansluiten op de audio-/video-ingangen van
een televisie.
Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer.
1
2
3
4
5
7
8
9
6
1
2
6
7
8
9
0
qjqh qg qf
3
4
5
qd qs
qa
15
Onderdelen en bedieningselementen
I DC IN-aansluiting
Als u een AC-LS5K AC-adapter gebruikt
(niet bijgeleverd)
U kunt de accu niet opladen door de camera
op de AC-LS5K AC-adapter aan te sluiten.
Gebruik de batterijlader (bijgeleverd) om de
accu op te laden.
J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (39)
Menu uit: DISP/ / / (21, 26)
Wanneer de modusknop op M is
ingesteld:
Sluitertijd/Diafragma (31)
K Luidspreker (onderkant)
L Accu/"Memory Stick Duo"-klepje
(onderkant)
M Schroefgat voor statief (onderkant)
Gebruik een statief met een schroef die
minder dan 5,5 mm lang is. Anders kunt u
de camera niet stevig bevestigen en kan de
camera beschadigd worden.
N Accusleuf
O Accuontgrendelknop
P "Memory Stick Duo"-sleuf
Q Toegangslampje
1 Naar DC
IN-aansluiting
v-markering
2 Naar
stopcontact
16
Onderdelen en bedieningselementen
Lenskap/Adapterring
A Lenskap
B Adapterring
De lenskap bevestigen
Als u onder heldere lichtomstandigheden
opneemt, zoals buiten, raden we u aan dat u de
lenskap gebruikt om verslechtering van de
beeldkwaliteit terug te dringen die wordt
veroorzaakt door onnodig licht.
1 Bevestig de adapterring terwijl het
apparaat is uitgeschakeld.
2 Plaats de lenskap zoals getoond hieronder
en draai de lenskap rechtsom tot deze
vastklikt.
U kunt de lensdop bevestigen terwijl de lenskap
op het toestel is geplaatst.
Let op het volgende bij gebruik van de lenskap:
De AF-verlichting wordt mogelijk
geblokkeerd.
Het flitslicht wordt mogelijk geblokkeerd,
waardoor er schaduw verschijnt bij gebruik
van de ingebouwde flitser.
De lenskap opbergen
De lenskap kan in de omgekeerde richting
bevestigd worden om het met de camera op
te bergen wanneer het niet wordt gebruikt.
Plaats de lenskap zoals getoond hieronder
en draai de lenskap rechtsom tot deze
vastklikt.
Een conversielens bevestigen (niet
bijgeleverd)
Bevestig een conversielens als u
groothoekopnamen of ingezoomde
opnamen van verafgelegen objecten wilt
maken.
1 Bevestig de adapterring.
2 Bevestig een conversielens.
Doorloop de instellingen van [Conversielens]
(pagina 73) als u met een conversielens
opneemt.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij de
conversielens.
17
Aanduidingen op het scherm
Telkens wanneer u op v (DISP) op de
regeltoets drukt, worden de aanduidingen
op het scherm gewijzigd (pagina 21).
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Waarschuwing voor
zwakke accu (113)
Beeldformaat
(41)
Modusknop/menu
(scènekeuze)
(28)
Modusknop (23)
Witbalans (49)
RETURN
RETURN
P
M
Opnamefunctie (43)
Lichtmeetfunctie (46)
Gezichtsherkenning (42)
SteadyShot
(52)
Standaard verschijnt één
van deze aanduidingen als
de sluiterknop half wordt
ingedrukt, afhankelijk van
de instelling van de
SteadyShot.
Trillingswaarschuwing
Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het beste de steadyshot-
functie inschakelen, de
flitser gebruiken voor een
betere belichting of een
statief of ander hulpmiddel
gebruiken om de camera te
stabiliseren (pagina 8).
Zoomvergrotingsfactor
(
25, 72)
Kleurfunctie
(44)
Contrast (51)
Scherpte (51)
Scherm Aanduiding
BRK
±1.0
18
Aanduidingen op het scherm
BC
D
Scherm Aanduiding
Instellingsmodus voor
handmatige belichting (31)
z RETURN
z SET
Functiegids voor
handmatige belichting (31)
1.0m Vooraf ingestelde
scherpstelafstand
(47)
z AE/AF-vergrendeling (24)
Standby
OPNMN.
Standby/film opnemen
ISO400 ISO-getal (45)
NR lange-sluitertijd
Als de sluitertijd onder een
bepaalde snelheid belandt
bij weinig licht, wordt de
NR trage-sluitertijdfunctie
(Noise Reduction:
ruisbeperking) automatisch
ingeschakeld om beeldruis
te verminderen.
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
+2.0EV Belichtingswaarde
(46)
0:12 Opnameduur
(minuten : seconden)
Aanduiding voor AF-
bereikzoekerframe
(47)
Macro (26)
Scherm Aanduiding
Opnamemedia
("Memory Stick Duo",
Intern geheugen)
Opnamemap
(64)
Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
96 Aantal opneembare beelden
00:25:05 Opnameduur
(uren : minuten : seconden)
AF-verlichting
(71)
Rode-ogeneffect beperken
(50)
Flitsfunctie (26)
Flitser wordt opgeladen
Conversielens (73)
Scherm Aanduiding
C:32:00 Zelfdiagnoseweergave
(113)
Zelfontspanner (27)
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
(46)
AF-bereikzoekerframe (47)
Histogram (21)
19
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
B
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Beeldformaat
(41)
Beveiligen (58)
VOL. Volume (33)
Afdrukmarkering (DPOF)
(100)
PictBridge-aansluiting (98)
Zoomvergrotingsfactor
(33)
PictBridge-aansluiting (99)
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet los als het pictogram
wordt weergegeven.
Scherm Aanduiding
N Weergeven (33)
Weergavebalk
0:00:12 Teller
101-0012 Map-bestandsnummer
(61)
2008 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
z STOP
z PLAY
Functiegids voor het
weergeven van beelden
BACK/
NEXT
Beelden selecteren
V VOLUME Volume aanpassen
Histogram
(21)
wordt weergegeven als
het histogramscherm is
uitgeschakeld.
20
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm Aanduiding
Weergavemedia
("Memory Stick Duo",
Intern geheugen)
Weergavemap
(61)
Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
Map wijzigen
(61)
Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Lichtmeetfunctie (46)
Flitser
Witbalans
(49)
C:32:00 Zelfdiagnoseweergave
(113)
ISO400 ISO-getal (45)
+2.0EV Belichtingswaarde (46)
500 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
21
De schermweergave wijzigen
Telkens wanneer u op v (DISP) op de
regeltoets drukt, worden de aanduidingen
op het scherm als volgt gewijzigd:
Als u beelden buiten bekijkt bij helder licht,
kunt u de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
verhogen.
De accu loopt echter sneller leeg als u dit doet.
Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
Als het menu wordt weergegeven.
Tijdens het opnemen van films.
Tijdens het weergeven
Als het menu wordt weergegeven.
In de indexfunctie.
Wanneer u de weergavezoom gebruikt.
Wanneer u stilstaande beelden roteert.
Tijdens het weergeven van films.
Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
De flitser afgaat.
De sluitertijd langzaam of snel is.
Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere
camera's.
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen
door een histogram weer te geven
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Druk
herhaaldelijk op v (DISP) op de regeltoets
om het histogram in het scherm weer te
geven. De weergegeven grafiek geeft een
donker beeld aan wanneer deze links hoger
is en geeft een helder beeld aan wanneer
deze rechts hoger is.
Het histogram wordt ook weergegeven wanneer
u één beeld weergeeft, maar u kunt de belichting
dan niet aanpassen.
* De helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm hoog.
v (DISP)-toets
(Schermweergave)
Aanduidingen aan
Aanduidingen uit*
Aanduidingen aan*
Histogramscherm
(pagina 21)
Histogram aan*
Tijdens de
weergave
worden de
beeldgegevens
weergegeven.
A Aantal pixels
B Helderheid
HelderDonker
A
B
22
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 31 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)], kunnen niet worden opgenomen in het
interne geheugen.
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met voldoende opslagcapaciteit voor en voer vervolgens de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 66).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure uit op pagina 85, 86 of 89, 90 zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de
camera op de computer aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt gegevens
die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Intern
geheugen
B
B
23
Basishandelingen
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
: Autom. instellen-functie
Hiermee kunt u gemakkelijk opnamen maken terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
t pagina 24
: Autom. Programma-functie*
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt
aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde).
: Modus Opnemen met handmatige belichting*
Hiermee kunt u opnemen nadat u de belichting handmatig hebt aangepast
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde).
t pagina 31
: Filmopnamefunctie
Hiermee kunt u films opnemen met geluid. t pagina 24
/ / / / /SCN: Scènekeuze-functie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van
de scène.
U kunt , , , selecteren in het menu als de modusknop ingesteld
is op SCN.
t pagina 28
* U kunt verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare
functies
t pagina 40)
Modusknop
P
M
24
Beelden eenvoudig opnemen (Autom. instellen-
functie)
1 Selecteer de gewenste functie van de modusknop.
Bij opname van stilstaande beelden (Autom. instellen-functie): selecteer .
Bij opname van films: selecteer .
2 Houd de camera vast met uw ellebogen tegen uw lichaam gedrukt om hem
te stabiliseren.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Bij opname van stilstaande beelden:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
HOME-toets
MENU-toets
Zoomtoets
Sluiterknop
Regeltoets
v/V/b/B-toets
z-toets
Macrotoets
DISP-toets
Zelfontspannertoets
Flitsertoets
Modusknop
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
Aanduiding voor AE/AF-
vergrendeling
25
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Autom. instellen-functie)
2Druk de sluiterknop volledig in.
Bij opname van films:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
De kortste opnameafstand is ongeveer 50 cm (W)/90 cm (T) (van de lens). Neem op met de close-
upopnamefunctie (Macro) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de
opnameafstand (pagina 26).
Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/
AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Daarnaast verdwijnt het AF-
bereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
Het is donker en het onderwerp ligt veraf.
Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
Het onderwerp wordt door glas bekeken.
Het onderwerp beweegt snel.
Er is weerkaatsend licht op glanzende oppervlakken.
Het onderwerp heeft achtergrondlicht of er is een flitslicht.
W/T De zoom gebruiken
Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen.
Door zacht op de knop te drukken zoomt u traag in en door de knop volledig in te drukken
zoomt u snel in.
Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 10×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 72 voor meer informatie over de [Digitale zoom]-instellingen en de beeldkwaliteit.
U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
26
Beelden eenvoudig opnemen (Autom. instellen-functie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser automatisch
Flitst wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling).
: Flitser altijd aan
: Langzame synchro (Flitser altijd aan)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
De flitser komt automatisch tevoorschijn en knippert wanneer u de flitser gebruikt. Sluit de flitser
handmatig na gebruik.
De flitser gaat twee keer af. De eerste flits wijzigt de lichthoeveelheid.
Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op b ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro uit
: Macro Aan (W-zijde: ong. 2 cm of verder van de lens, T-zijde: ong. 90 cm of verder van de lens)
U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
De snelheid van de automatische scherpstelling daalt wanneer u beelden opneemt met de macrofunctie.
27
Basishandelingen
Beelden eenvoudig opnemen (Autom. instellen-functie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Als u op de sluiterknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot
de sluiter werkt.
Druk nogmaals op
V ( ) om te annuleren.
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om een wazig beeld te
voorkomen. De sluiter wordt 2 seconden nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt, vrijgegeven
waardoor de camerabeweging wordt verminderd als er op de sluiterknop wordt gedrukt.
Zelfontspannerlampje
28
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Selecteer de functie (////) met de modusknop
1 Selecteer de gewenste functie van scènekeuze ( ////) met de
modusknop.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Selecteer de functie ( / / / ) in SCN
1 Selecteer SCN met de modusknop
2 Druk op MENU en selecteer uit / / / met b/B op de regeltoets
(pagina 41).
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functie.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de Scènekeuze-functie.
v/V/b/B-toets
z-toets
MENU-toets
Modusknop
Sluiterknop
Regeltoets
29
Basishandelingen
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
* Wanneer u beelden opneemt met (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk), is de sluitertijd
langer en komt wazigheid frequenter voor. Het gebruik van een statief is bijgevolg aanbevolen.
Functies geselecteerd met de modusknop
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Soft Snap
Hiermee kunt u beelden opnemen
met een rustigere achtergrond
voor portretten en bloemen,
enzovoort.
Geavanceerde
sportopname
Geschikt voor scènes met snelle
bewegingen zoals sporten.
Met de sluiter halverwege
ingedrukt wordt de beweging
van het onderwerp voorspeld en
wordt de scherpstelling
aangepast.
Schemer-portret*
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen met de
nachtweergave in de achtergrond
zonder de atmosfeer te verliezen.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp in
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
Functies geselecteerd met het
menuscherm
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Strand
Hiermee kunt u de blauwe kleur
van het water duidelijk opnemen
als u aan het water opneemt.
Sneeuw
Hiermee kunt u duidelijke beelde
n
opnemen waarbij flauwe kleuren
worden voorkomen bij
sneeuwscènes of andere plaatsen
waar het hele beeld wit lijkt.
Vuurwerk*
Hiermee neemt u vuurwerk in alle
pracht op.
Als u beelden met conversielens
(niet bijgeleverd) opneemt, kunt
u de pracht van vuurwerk
mogelijk niet volledig
vastleggen.
30
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro
——
Flitser
/ / /
Gezichtsher-
kenning
———————
Burst/Bracket
————
EV
Witbalans
* ————————
Rode-
ogeneffect
———
SteadyShot
Zelfontspan-
ner
* [Flitser] voor [Witbalans] kan niet worden geselecteerd.
31
Basishandelingen
Een foto maken met de handmatige belichting
1 Selecteer M van de modusknop en druk op z op de regeltoets.
[SET] wordt gewijzigd in [RETURN] onderaan links op het scherm en de camera is ingesteld op
handmatige belichting.
2 Pas de belichting handmatig aan met de regeltoets.
b/B: Diafragma (F-waarde)
v/V: Sluitertijd
Kies als volgt een diafragmawaarde:
U kunt een sluitersnelheid van 30 tot 1/2.000 seconden instellen.
Het verschil tussen de instellingen en juiste belichting volgens de camera verschijnt als een EV-
waarde (pagina 46) op het scherm. 0EV geeft de volgens de camera meest geschikte waarde aan.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Als de zoom volledig op de W-kant is ingesteld, kunt u een diafragma F3,5 of F8,0 selecteren
(met de interne ND-filter).
Als de zoom volledig op de T-kant is ingesteld, kunt u een diafragma F4,4 of F10 selecteren
(met de interne ND-filter).
Modusknop
Sluiterknop
Regeltoets
v/V/b/B-toets
z-toets
RETURN
Diafragmawaarde
Sluitertijd
32
Een foto maken met de handmatige belichting
Om een flitsfunctie te selecteren, op te nemen met de Macrofunctie/zelfontspannerfunctie of de
schermweergavefunctie te wijzigen, drukt u op z om de opnamefunctie met handmatige belichting te
annuleren ([RETURN] wijzigt in [SET] op het scherm.).
De flitser is ingesteld op (Flitser aan) of (Flitser uit).
Wanneer de sluitertijd één seconde of trager is, wordt de sluitertijd aangegeven door ["], bijvoorbeeld
[1"].
Als u een langere sluitersnelheid instelt, wordt het gebruik van een statief aangeraden om de effecten van
trillingen te voorkomen.
Als de sluitertijd onder een bepaalde snelheid belandt, wordt de NR trage-sluitertijdfunctie ingeschakeld
om beeldruis te verminderen en verschijnt [NR] op het scherm.
Als u trage sluitertijden selecteert, duurt het even om de gegevens te verwerken.
33
Basishandelingen
Beelden weergeven
1 Druk op (Weergave).
Als u op (Weergave) drukt wanneer de camera is uitgeschakeld, wordt de camera automatisch
ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Als u wilt terugkeren naar de opnamefunctie, drukt
u nogmaals op (Weergave).
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op
z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b
als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normale weergave.)
Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b
/B om het
volume aan te passen.
Films met beeldformaat [320] worden kleiner weergegeven.
/ Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op om het zoomen ongedaan te maken.
Pas de positie aan met v/V/b/B.
Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
Zie [Trimmen] (pagina 58) voor het opslaan van vergrootte beelden.
v/V/b/B-toets
z-toets
(Weergavezoom)-toets
(Weergavezoom)/
(Index)-toets
(Weergave)-
toets
HOME-toets
Regeltoets
MENU-toets
34
Beelden weergeven
Om een indexscherm weer te geven
Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven terwijl een stilstaand beeld wordt
weergegeven.
Selecteer een beeld met v/V/b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
U kunt het indexscherm ook openen door [ Indexweergave] te selecteren vanuit
(Beelden bekijken) in het HOME-scherm.
Elke keer u op (Index) drukt, wordt het aantal beelden op het indexscherm verhoogd.
Selecteer de selectiebalk voor mappen met b en selecteer vervolgens de gewenste map met
v/V als u de "Memory Stick Duo" gebruikt en er meerdere mappen zijn.
Selectiebalk voor mappen
35
Basishandelingen
Beelden verwijderen
1 Druk op de (Weergave)-toets.
2 Druk op MENU tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of indexfunctie.
3 Selecteer [Wissen] met v op de regeltoets.
4 Selecteer de gewenste verwijderingsmethode met b/B uit [Dit beeld],
[Meerdere beelden] en [Alle in deze map] en druk vervolgens op z.
Regeltoets
v/V/b/B-toets
z-toets
MENU-toets
(Index)-toets
(Weergave)-toets
36
Beelden verwijderen
Wanneer u [Dit beeld] selecteert
U kunt het geselecteerde beeld verwijderen.
Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Wanneer u [Meerdere beelden] selecteert
U kunt meerdere beelden gelijktijdig selecteren en verwijderen.
1 Selecteer de beelden die u wilt verwijderen en druk op z.
(vinkje) verschijnt in het selectievakje van het beeld.
2 Druk op MENU.
3 Selecteer [OK] met
v en druk vervolgens op z.
Wanneer u [Alle in deze map] selecteert
U kunt alle beelden in een geselecteerde map verwijderen.
Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
U kunt ook alle beelden in een map verwijderen nadat u [Meerdere beelden] selecteert op het
indexscherm. Selecteer de selectiebalk voor mappen met b en plaats een (vinkje) bij de
map.
Enkelbeeld Indexweergave
37
Basishandelingen
Meer informatie over de verschillende functies –
HOME/Menu
Het HOME-scherm is een portaalscherm voor alle functies van de camera en kan worden
opgeroepen, ongeacht de functie-instelling (opnemen/weergeven).
1 Druk op HOME om het HOME-scherm weer te geven.
2 Selecteer een categorie met b/B op de regeltoets.
3 Selecteer een item met v/V en druk vervolgens op z.
U kunt het HOME-scherm niet weergeven wanneer een PictBridge-aansluiting of een USB-
verbinding tot stand is gebracht.
De camera wordt op de opnamefunctie of weergavefunctie ingesteld door nogmaals op
HOME te drukken.
Het HOME-scherm gebruiken
Regeltoets
v/V/b/B-toets
z-toets
HOME-toets
Categorie
Item
Gids
38
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu
Als u op de HOME-toets drukt, worden de volgende items weergegeven. De gids geeft meer
informatie over de items weer op het scherm.
HOME-items
Categorieën Items
Opnemen* Opnemen (pagina 23)
Beelden bekijken Enkelbeeld (pagina 53)
Indexweergave (pagina 53)
Diavoorstelling (pagina 53)
Afdrukken, Overig Afdrukken (pagina 97)
Muziek-tool (pagina 92)
Downl. muz. Format. muz.
Geheugen beheren Geheugen-tool
Memory Stick tool (pagina 64)
Formatteren Opnamemap maken
Opnamemap wijz. Kopiëren
Intern geheugen-tool (pagina 67)
Formatteren
Instellingen Hoofdinstellingen
Hoofdinstellingen 1 (pagina 68)
Pieptoon Functiegids
Initialiseren
Hoofdinstellingen 2 (pagina 69)
USB-aansl. COMPONENT
Video-uit
Opname-instellingen
Opname-instellingen 1 (pagina 71)
AF-verlicht. Stramienlijn
AF-functie Digitale zoom
Conversielens
Opname-instellingen 2 (pagina 74)
Autom. Oriëntatie Auto Review
Klokinstellingen (pagina 75)
Language Setting (pagina 76)
* De geselecteerde opnamemodus die met de modusknop is geselecteerd, wordt toegepast.
39
Basishandelingen
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
Het menu wordt alleen weergegeven tijdens de opname- en weergavefunctie.
Verschillende items zijn beschikbaar afhankelijk van de geselecteerde functie.
2 Selecteer een gewenst menu-item met v/V op de regeltoets.
Als het gewenste item is verborgen, blijft u op v/V drukken tot het item op het scherm wordt
weergegeven.
3 Selecteer een instelling met b/B.
Als de gewenste instelling is verborgen, blijft u op b/B drukken tot de instelling op het scherm wordt
weergegeven.
Selecteer een item in de weergavefunctie en druk op z.
4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
De menu-items gebruiken
MENU-toets
v/V/b/B-toets
z-toets
Regeltoets
Functiegids
Door [Functiegids] in te stellen op [Uit]
schakelt u de functiegids uit (pagina 68).
Gezichten herk.; scherpst.+
andere inst. eraan aanpassen
Gezichtsherkenning
Aan
40
Menu-items
De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de functie-instelling (opnemen/
weergeven) en de positie van de modusknop in de opnamemodus. Alleen de beschikbare items
worden op het scherm weergegeven.
( : beschikbaar)
Stand modusknop: Scène
Opnamemenu (pagina 41)
Scènekeuze *
Beeldformaat
Gezichtsherkenning *
Opn.functie *
Kleurfunctie
ISO
EV
Lichtmeetfun.
Scherpstellen
Witbalans *
Flitsniveau
Rode-ogeneffect *
Contrast
Scherpte
SteadyShot
SETUP
* De bewerking is beperkt op basis van de geselecteerde scènekeuzefunctie (pagina 29).
Weergavemenu (pagina 56)
(Wissen) (Diavoorstelling)
(Bijwerken) (Beveiligen)
(Afdrukken)
(Roteren) (Map kiezen)
P
M
41
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu
Hieronder worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de opnamemodus via de
MENU-toets.
zie pagina 39 voor meer informatie over de bediening van het menu.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De scènekeuze in het menu selecteren.
U kunt beelden opnemen met de instellingen vooraf ingesteld om met de scène-
omstandigheden overeen te komen (pagina 28).
Voor stilstaande beelden
Voor films
De selecteerbare functie wordt in het wit weergegeven.
Scènekeuze: de scènekeuze selecteren
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Hiermee wordt het beeldformaat geselecteerd voor het
opnemen van stilstaande beelden. Zie pagina 11 en 12 voor
meer informatie.
(Fijn)
Hiermee wordt het beeldformaat geselecteerd voor het
opnemen van films. zie pagina 12 voor meer informatie.
(Standaard)
Niet beschikbaar
Functies die via het menuscherm geselecteerd
zijn als de modusknop op SCN is ingesteld.
42
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee selecteert u of u de functie voor gezichtsherkenning wilt gebruiken.
Wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan]:
U kunt de AF-verlichting niet gebruiken.
U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken.
Alleen beschikbaar voor [Soft Snap], de standaardinstelling is [Aan].
Er kunnen maximaal 8 gezichten in de onderwerpen worden herkend. Wanneer u opnamen
maakt met [Soft Snap], kunnen er echter maximaal 2 gezichten worden herkend.
Wanneer de camera meerdere onderwerpen herkent, zal de camera bepalen wat het
hoofdonderwerp is en de scherpstelling instellen met voorrang.
Het frame waarop is scherpgesteld, wordt groen door de sluiterknop half in te drukken. Er
wordt ook op alle onderwerpen scherpgesteld die zich op gelijke afstand van het
scherpgestelde onderwerp bevinden, zelfs als de frames niet groen worden.
Gezichtsherkenning werkt mogelijk niet correct, afhankelijk van de omstandigheden, zoals:
Wanneer de belichting te donker of te licht is.
Wanneer een deel van het gezicht wordt verborgen door voorwerpen, zoals een zonnebril, masker,
hoed, enz.
Wanneer het gezicht van uw onderwerp niet naar de camera gericht is.
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
(Aan)
Bij de functie voor gezichtsherkenning worden ook de
instellingen voor scherpstelling, flitser, belichting, witbalans
en het rode-ogeneffect automatisch bepaald.
(Uit)
Maakt geen gebruik van de gezichtsherkenningsfunctie.
Frame gezichtsherkenning
Markering gezichtsherkenning
43
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
De Burst-functie
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
Als u opneemt met de modusknop ingesteld op M, kunt u geen sluitersnelheid van 1/3 seconden of trager
selecteren.
Het opname-interval bedraagt ongeveer 0,5 seconden. Het opname-interval wordt mogelijk langer,
afhankelijk van de instelling voor het beeldformaat.
Als de accu bijna leeg is, of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-
functie.
Scherpstelling, witbalans en belichting zijn vastgesteld op de waarden ingesteld voor de eerste foto.
Over de Exposure Bracket-functie
De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
Als u opneemt met de modusknop ingesteld op M, kunt u geen sluitersnelheid van 1/3 seconden of trager
selecteren.
Als u de belichting handmatig aanpast (pagina 46), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
aangepaste helderheid.
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
(Normaal)
Er wordt niet continu opgenomen.
(Burst)
Hiermee worden 100 beelden achter elkaar opgenomen
wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt.
De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
BRK±0,3EV
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen
waarbij de belichtingswaarden automatisch iets worden
verschoven (Exposure Bracket).
Hoe groter de waarde van de bracket-stap, hoe groter de
verschuiving van de belichtingswaarde.
Wanneer u de juiste belichting niet kunt bepalen, maakt u
opnamen in de Exposure Bracket-functie, zodat de
belichtingswaarde wordt verschoven. U kunt achteraf het beeld
kiezen met de beste belichting.
Wanneer de modusknop is ingesteld op , is de Exposure
Bracket-functie niet beschikbaar.
De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
BRK±0,7EV
BRK±1,0EV
44
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Het opname-interval is hetzelfde als de Burst-functie. Het opname-interval kan langer zijn, afhankelijk
van de scèneomstandigheden.
Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde
waarde voor de bracket-stap.
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
(Normaal)
Het beeld wordt ingesteld op standaardkleuren.
(Levendig)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren.
(Natuurlijk)
Beeld instellen op rustige kleuren.
(Sepia)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
45
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Sepia] of [Z-W] selecteren.
Selecteert de ISO-gevoeligheid
Voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid, zie pagina 9.
U kunt alleen kiezen van [ISO AUTO], [ISO 100] tot [ISO 400] indien de camera is ingesteld op Burst of
Exposure Bracket.
Als u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tinten om te voorkomen
dat beelden erg licht worden (behalve wanneer [ISO] is ingesteld op [ISO 100].).
(Z-W)
Het beeld wordt ingesteld op zwart/wit.
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
(Autom.)
U kunt beeldwazigheid op donkere plaatsen of door
bewegende onderwerpen verminderen door de ISO-
gevoeligheid te verhogen (kies een hogere waarde). Beelden
bevatten echter meer ruis naarmate de waarde van de ISO-
gevoeligheid toeneemt. Kies een ISO-gevoeligheid volgens
de opname-omstandigheden.
Hoge ISO-gevoeligheidLage ISO-gevoeligheid
46
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee kunt u de belichting handmatig
aanpassen.
Voor meer informatie over de belichting, zie pagina 9.
De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
Wanneer u een onderwerp onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden opneemt of wanneer u de
flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Voor meer informatie over de belichting, zie pagina 9.
EV: de lichtintensiteit instellen
–2.0EV
Naar –: maakt een beeld donkerder.
0EV
De belichting wordt automatisch bepaald door de camera.
+2.0EV
Naar +: maakt het beeld helderder.
Lichtmeetfun.: de lichtmeetfunctie selecteren
(Multi)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting (Lichtmeting met
meerdere patronen).
(Midden)
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat gedeelte van het onderwerp
(Lichtmeting met nadruk op het midden).
(Punt)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting (Puntlichtmeting).
Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Naar +Naar –
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
47
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [Scherpstellen]
instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (pagina 47).
U kunt de scherpstelmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te
stellen met de functie voor automatische scherpstelling.
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
(Multi-AF)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
(Midden-AF)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het midden van het zoekerframe.
Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
(Punt-AF)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stevig
vast zodat het onderwerp en het AF-bereikzoekerframe op één
lijn blijven.
AF-bereikzoekerframe
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Aanduiding voor AF-
bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor AF-
bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor AF-
bereikzoekerframe
48
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
AF betekent Auto Focus (Automatische scherpstelling).
Houd rekening met een foutmarge bij het instellen van de afstand voor "Focus instellen". De zoom naar de
T-kant instellen of de lens omhoog of omlaag richten zorgt voor meer fouten.
Wanneer u de digitale zoomfunctie of de AF-verlichting gebruikt, wordt het AF-bereikzoekerframe
uitgeschakeld en in een stippellijn weergegeven. In dit geval wordt voor de scherpstelling voorrang
gegeven aan onderwerpen rond het midden van het scherm.
z Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp
Wanneer u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm) of wanneer u [Midden-
AF] of [Punt-AF] gebruikt, zal de camera mogelijk niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het
frame.
In dergelijke gevallen doet u het volgende:
1 Stel het beeld opnieuw samen zodat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak u wilt opnieuw
uitvoeren.
2 Wanneer de aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ophoudt met knipperen en blijft branden,
keert u terug naar het samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop volledig in.
0.5 m
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met een
vooraf gedefinieerde afstand tot het onderwerp. (Vooraf
ingestelde scherpstelling)
Gebruik "Vooraf ingestelde scherpstelling" als het moeilijk is
om een goede scherpstelling te bekomen met automatisch
scherpstellen, zoals wanneer u een onderwerp door een net of
venster opneemt.
1.0 m
3.0 m
7.0 m
(onbeperkte afstand)
96P
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
AF-bereikzoekerframe
49
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Wijzigt de kleurtonen volgens de omliggende lichtomstandigheden. Gebruik deze functie als
de beeldkleur onnatuurlijk lijkt.
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
(Autom.)
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
bij heldere hemel, zonsondergang, nachtelijke scènes,
neonreclame of vuurwerk.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of
schaduwrijke omgeving.
(Fluorescerend licht 1)/
(Fluorescerend licht 2)/
(Fluorescerend licht 3)
[Fluorescerend licht 1]: hiermee wordt gecompenseerd voor
wit fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 2]: hiermee wordt gecompenseerd voor
natuurlijk wit fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 3]: hiermee wordt gecompenseerd voor
dagwit fluorescerende verlichting.
n (Gloeilamp)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een
gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
50
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Zie pagina 10 voor meer informatie over de witbalans.
Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld.
Behalve in de functie [Flitser] is [Witbalans] ingesteld op [Autom.] wanneer u beelden opneemt met
flitser.
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
Het flitsniveau kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
De waarde is niet zichtbaar op het scherm. Het wordt aangegeven als of .
Zie pagina 26 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
Als het onderwerp te licht of te donker is, heeft deze aanpassing mogelijk geen invloed.
De flitser gaat twee of meer keren voor het
opnemen af om het rode-ogeneffect te
verminderen tijdens het gebruik van de flitser.
(Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
Flitsniveau: hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen
+2.0EV
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
0EV
De hoeveelheid flitslicht die de camera automatisch bijstelt.
–2.0EV
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
Rode-ogeneffect: het rode-ogeneffect beperken
51
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Houd de camera stevig vast tot de sluiter wordt vrijgegeven om wazige beelden te voorkomen. Het duurt
gewoonlijk een seconde nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt. Zorg er ook voor dat het onderwerp in
deze tijd niet beweegt.
Het rode-ogeneffect geeft mogelijk niet de gewenste resultaten. Het hangt af van individuele verschillen
en omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp of als het onderwerp wegkeek van de voorflitser.
In een dergelijk geval kunt u het rode-ogeneffect aanpassen met [Bijwerken] in het weergavemenu nadat u
beelden hebt opgenomen (pagina 58).
Wanneer de functie Gezichtsherkenning niet wordt gebruikt, gaat de flitser voor rode-ogenreductie niet af,
zelfs wanneer [Autom.] is geselecteerd.
Hiermee wijzigt u het contrast van het beeld.
Hiermee wijzigt u de beeldscherpte.
(Autom.)
De flitser voor rode-ogenreductie gaat af wanneer nodig,
behalve wanneer u de functie Gezichtsherkenning gebruikt.
(Aan)
De flitser gaat altijd af om het rode-ogeneffect te beperken.
(Uit)
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet
gebruikt.
Contrast: het contrast instellen
(–)
Naar –: vermindert het contrast.
(Normaal)
(+)
Naar +: verhoogt het contrast.
(DRO)
Hiermee wordt het contrast van het beeld automatisch
gewijzigd.
Als u de flitser gebruikt en [Lichtmeetfun.] is ingesteld op
[Midden] of [Punt], wordt het contrast niet automatisch
gewijzigd.
Scherpte: de beeldscherpte wijzigen
(–)
Naar –: maakt een beeld zachter.
(Normaal)
(+)
Naar +: maakt een beeld scherper.
52
Opnamemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
In de automatische opnamefunctie wordt [SteadyShot] ingesteld op [Opnemen].
Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Continu] of [Uit] selecteren.
De standaardinstelling is ingesteld op [Continu].
De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed.
Als de bewegingen met de camera te hevig zijn.
Bij een lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes.
Hiermee selecteert u de instellingen voor de opnamefunctie. De items die in dit menu worden
weergegeven, zijn dezelfde als in [ Opname-instellingen] in het HOME-scherm. Zie
pagina 38.
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
(Opnemen)
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
(Continu)
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Opnemen].
(Uit)
Hiermee wordt de steadyshot-functie niet gebruikt.
SETUP: de opname-instellingen selecteren
53
De weergavefuncties gebruiken
De weergavefuncties gebruiken
Beelden weergeven vanaf het HOME-
scherm
U kunt kiezen op welke manier de beelden moeten worden weergegeven.
1 Druk op HOME.
2 Selecteer (Beelden bekijken) met b/B op de regeltoets.
3 Selecteer de gewenste weergavemethode met v/V.
Hiermee wordt het laatst opgenomen beeld weergegeven. U kunt hiervoor ook op
(Weergave) drukken (pagina 33).
Hiermee wordt een lijst met beelden uit de geselecteerde map weergegeven. U kunt hiervoor
ook op (Index) drukken (pagina 34).
1 Selecteer [ Diavoorstelling] in het HOME-scherm.
2 Selecteer [Start] met v
/V en druk vervolgens op z om de weergave te starten.
De diavoorstelling onderbreken
Druk op z.
Selecteer [Verder] met
v/V en druk vervolgens op z om opnieuw te starten.
De diavoorstelling gaat verder vanaf het beeld dat werd onderbroken. De muziek begint echter weer vanaf
het begin.
(Enkelbeeld): één beeld weergeven
(Indexweergave): een lijst met beelden afspelen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
HOME-toets
54
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm
Het vorige/volgende beeld weergeven
Druk op b/B terwijl de diavoorstelling is onderbroken.
Het volume van de muziek aanpassen
Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het volume
aan te passen.
De diavoorstelling beëindigen
Selecteer [Sluiten] met v/V terwijl de diavoorstelling is onderbroken en druk vervolgens op
z.
De instellingen wijzigen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Wanneer u ingesteld hebt op [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] of [Actief] kunnen alleen stilstaande
beelden worden weergegeven.
Wanneer [Normaal] is geselecteerd, wordt [Muziek] vastgesteld op [Uit]. U kunt echter het geluid van
films horen.
Beeld
U kunt alleen selecteren wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt (niet bijgeleverd)
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle beelden
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
Effecten
Eenvoudig
Een eenvoudige diavoorstelling die geschikt is voor veel
verschillende scènes
Nostalgisch
Een donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de
atmosfeer van een filmscène
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid
Actief
Een diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve
scènes
Normaal
Een standaarddiavoorstelling waarbij beelden worden
gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval
55
De weergavefuncties gebruiken
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt een gewenst muziekbestand van uw CD of MP3-bestanden overbrengen naar een camera voor
weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt muziek overbrengen met [ Muziek-tool] in
(Afdrukken, Overig) in het HOME-scherm en de software "Music Transfer" (bijgeleverd) die op een
computer is geïnstalleerd. Zie pagina 92 en 94 voor meer informatie.
U kunt maximaal vier liedjes op de camera opnemen (de vier vooraf ingestelde liedjes (Music 1-4) kunnen
worden vervangen door de muziek die u overbrengt).
De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 3 minuten.
Als u geen muziekbestand kunt weergeven omdat het bestand beschadigd is of niet goed werkt, voer dan
[Format. muz.] (pagina 92) uit en breng de muziek opnieuw over.
Muziek
De muziek die wordt afgespeeld, wordt standaard bepaald volgens het effect dat u selecteert. U
kunt zelf om het even welke muziek instellen met elk gewenst effect.
Music 1
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Eenvoudig]
Music 2
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Nostalgisch]
Music 3
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Stijlvol]
Music 4
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Actief]
Uit
Instelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Normaal]. Geen muziek beschikbaar
Interval
3 sec
Het weergave-interval van beelden voor een diavoorstelling
met de instelling [Normaal] instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
Autom.
Het interval is ingesteld zodat dit geschikt is voor het
geselecteerde [Effecten]-item.
De instelling is vastgesteld op [Autom.] wanneer [Normaal]
niet is geselecteerd bij [Effecten].
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
56
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Weergavemenu
In dit gedeelte worden de menu-items besproken die beschikbaar zijn wanneer u op MENU
drukt in de weergavefunctie. zie pagina 39 voor meer informatie over de bediening van het
menu.
Hiermee kunt u beelden selecteren en verwijderen in het scherm met één beeld of het
indexscherm, zie pagina 35.
Dit item heeft dezelfde functie als [ Diavoorstelling] in het HOME-scherm.
Zie pagina 53.
Voegt effecten toe of voert correcties uit op een opgenomen beeld en neemt het als een nieuw
bestand op. Het oorspronkelijke beeld wordt behouden.
Stilstaande beelden bijwerken
1 Selecteer de beelden die u wilt bijwerken in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Druk op MENU.
3 Selecteer [Bijwerken] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z nadat u de gewenste
functie hebt geselecteerd met b/B.
4 Werk de beelden bij volgens onderstaande instructies voor elke bijwerkingsfunctie.
Beelden kunnen niet worden bijgewerkt zolang de camera op een HD-televisie is aangesloten.
(Wissen): beelden verwijderen
(Dit beeld)
Hiermee verwijdert u het beeld dat momenteel is geselecteerd.
(Meerdere beelden)
Selecteert en verwijdert meerdere beelden.
(Alle in deze map)
Alle beelden in de geselecteerde map worden verwijderd.
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken
(Lagere beeldscherpte)
Maakt de omtrek van een gekozen punt in het beeld wazig om een
onderwerp te doen opvallen.
1 Stel het middelpunt van het beeld dat u wilt bijwerken in met
v/V/b/B en druk op MENU.
2 Selecteer [Niveau] met v en druk op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
3 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met W/T.
4 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
57
De weergavefuncties gebruiken
Weergavemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
(Gedeeltelijk kleur)
Omgeeft een gekozen punt om een onderwerp monochroom te
doen opvallen.
1 Stel het middelpunt van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op MENU.
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met W/T.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
(Vissenooglens)
Rondom een gekozen punt een vissenoogeffect toepassen.
1 Stel het middelpunt van het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken in met v/V/b/B en druk vervolgens op MENU.
2 Selecteer [Niveau] met v en druk op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Stereffect)
Voegt een stereffect toe aan lichtbronnen.
1 Selecteer [Niveau] met v en druk op z.
Selecteer het niveau van het bijwerken met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
2 Pas de gewenste lengte die u wilt bijwerken aan met W/T.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
58
Weergavemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Op een beveiligd beeld wordt
de aanduiding weergegeven.
Een beeld beveiligen
1 Selecteer de beelden die u wilt beveiligen in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Druk op MENU.
(Trimmen)
Weergavezoom wordt uitgevoerd op het beeld en een deel van het
beeld wordt bijgesneden.
1 Druk op W/T om in te zoomen op het gebied dat moet worden
bijgesneden.
2 Stel het punt in met v/V/b/B en druk op MENU.
3 Selecteer [Beeldformaat] met v en druk op z.
Selecteer een beeldformaat om op te nemen met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
4 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeldformaat dat u kunt bijsnijden, kan verschillen afhankelijk
van het beeld.
De beeldkwaliteit van bijgesneden beelden kan afnemen.
(Rode-ogen-correctie)
Corrigeert het rode-ogen-fenomeen dat door een flitser wordt
veroorzaakt.
Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
Het is mogelijk dat u rode ogen niet kunt corrigeren, afhankelijk van
het beeld.
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
(Dit beeld)
Het geselecteerde beeld wordt beveiligd/de vergrendeling wordt
opgeheven.
(Meerdere beelden)
Er worden meerdere beelden geselecteerd en deze worden
beveiligd/de vergrendeling wordt opgeheven.
59
De weergavefuncties gebruiken
Weergavemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
3 Selecteer [Beveiligen] met v/V op de regeltoets, [Dit beeld] met b/B en druk vervolgens op z .
Beelden selecteren en beveiligen
1 Druk op MENU in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Selecteer [Beveiligen] met v/V, selecteer [Meerdere beelden] met b/B en druk vervolgens op
z.
In de enkelbeeldfunctie:
3 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met b/B en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met .
4 Druk op b/B om andere beelden die u wilt beveiligen weer te geven en druk op z.
5 Druk op MENU.
6 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
In de indexfunctie:
3 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met .
4 Herhaal stap 3 om andere beelden te beveiligen.
5 Om alle beelden in een map te selecteren, selecteer de selectiebalk voor mappen met b en druk
vervolgens op z.
De geselecteerde map wordt gemarkeerd met .
6 Druk op MENU.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De beveiliging annuleren
Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt annuleren en verwijder de vergrendeling
door de procedure voor het beveiligen nogmaals te herhalen.
De aanduiding (Beveiligen) verdwijnt.
Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op het opnamemedium worden
gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden
hersteld.
Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
60
Weergavemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee voegt u een afdrukmarkering ( ) toe aan beelden die u wilt afdrukken.
Zie pagina 100.
Beelden afdrukken die met de camera werden gemaakt.
Zie pagina 97.
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [Roteren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
U kunt beveiligde beelden of films niet roteren.
Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
: een afdrukmarkering toevoegen
(Dit beeld)
Het beeld dat nu wordt geselecteerd, krijgt een DPOF-
aanduiding. Wis de DPOF-aanduiding als het geselecteerde beeld
een DPOF-teken draagt.
(Meerdere beelden)
Selecteert beelden en voegt er DPOF-aanduidingen aan toe. Wist
DPOF-tekens die al werden toegevoegd.
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
61
De weergavefuncties gebruiken
Weergavemenu Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 39
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met een "Memory Stick Duo" gebruikt.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het selecteren van een map annuleren
Selecteer [Sluiten] in stap 2 en druk vervolgens op z.
z De mappen
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 64)
De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 65)
Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map
: naar de volgende map
: naar de vorige of volgende map
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van beelden
62
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de
instellingen aanpassen
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met (Geheugen beheren) of (Instellingen) in
het HOME-scherm.
1 Druk op HOME om het HOME-scherm weer te geven.
2 Selecteer (Geheugen beheren) of (Instellingen) met b/B op de
regeltoets.
3 Selecteer een item met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer het gewenste item met v/V.
Dit is alleen functioneel als u (Instellingen) selecteert.
5 Druk op B en selecteer de gewenste instelling met v/V en druk vervolgens
op z.
Regeltoets
v/V/b/B-toets
z-toets
HOME-toets
63
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen
6 Selecteer een instelling met v/V en druk vervolgens op z.
Het wijzigen van de instelling annuleren
Selecteer [Annul.] als deze optie beschikbaar is op het scherm en druk op z.
Druk op b als dat niet het geval is.
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
De camera wordt op de opnamefunctie of weergavefunctie ingesteld door nogmaals op HOME te
drukken.
64
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Geheugen beheren
Geheugen-tool — Memory Stick tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, onherroepelijk worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren begint.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [Opnamemap maken] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat u een andere map maakt of een andere
opnamemap selecteert.
Formatteren
Opnamemap maken
65
De instellingen aanpassen
Geheugen beheren Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 87) voor meer informatie.
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [Opnamemap wijz.] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B en [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opnamemap wijz.
66
Geheugen beheren Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende opslagcapaciteit.
2 Selecteer [Kopiëren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. Gekopieerd" wordt weergegeven.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 3 en druk vervolgens op z.
Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de accu bijna leeg
is, kan de accu helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs
beschadigd raken.
U kunt beelden voor kopiëren niet selecteren.
De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de inhoud
van het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en
formatteert u vervolgens het interne geheugen ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]) (pagina 67).
Een nieuwe map wordt aangemaakt op de "Memory Stick Duo" en alle gegevens worden ernaar
gekopieerd. U kunt geen specifieke map kiezen en er beelden naar kopiëren.
De afdrukmarkeringen op de beelden worden niet gekopieerd.
Kopiëren
67
De instellingen aanpassen
Geheugen beheren Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle data in het interne geheugen, waaronder de beveiligde
beelden, onherroepelijk worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren begint.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Formatteren
68
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Instellingen
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Wanneer u de camera bedient, verschijnt de functiegids.
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. Zelfs als u deze
functie uitvoert, blijven de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, bewaard.
1 Selecteer [Initialiseren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het initialiseren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld bij het initialiseren.
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld dat
wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Functiegids
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Initialiseren
69
De instellingen aanpassen
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Hiermee kunt u de USB-modus selecteren wanneer de camera wordt aangesloten op een
computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor de multifunctionele
aansluiting.
Hiermee selecteert u het video-uitgangssignaal, SD of HD(1080i), volgens de aangesloten
televisie zie pagina 77.
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer (pagina 97). Wanneer u de camera
aansluit op een computer, wordt de kopieerwizard
automatisch gestart en worden de beelden in de opnamemap
op de camera naar de computer gekopieerd. (met
Windows XP/Vista, Mac OS X)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 85).
Autom.
De computer of PictBridge-compatibele printer wordt
automatisch herkend door de camera en een verbinding wordt
tot stand gebracht (pagina 85 en 97).
Selecteer [PictBridge] als u de camera niet op een PictBridge-
compatibele printer kunt aansluiten met de instelling [Autom.].
Selecteer [Mass Storage] als u de camera niet op een computer
of een USB-apparaat kunt aansluiten met de [Autom.]-
instelling.
COMPONENT
HD(1080i)
Selecteer dit item als u de camera wilt aansluiten op een HD-
televisie met 1080i.
SD
Selecteer dit item als u de camera wilt aansluiten op een
televisie die niet compatibel is met een HD(1080i)-signaal.
70
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. De kleursystemen voor televisies hangen af van het land
en de regio.
Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, controleert u het televisiekleursysteem van het
land of de regio waar de camera wordt gebruikt (pagina 79).
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
71
De instellingen aanpassen
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Opname-instellingen — Opname-instellingen 1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting zendt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de aanduiding weergegeven.
Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (U kunt het beste een afstand van ongeveer 3,0 m (zoom: W)/2,9 m
(zoom: T) aanhouden.)
De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, ongeacht of licht het
midden van het onderwerp al dan niet bereikt.
U kunt de AF-verlichting niet gebruiken als:
Scherpstelling vooraf is ingesteld (pagina 47).
(functie Geavanceerde sportopname), (Landschap-functie), (Schemer-functie) of
(Vuurwerk-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
[Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan].
[Conversielens] is ingesteld op [Telefoto], [Groothoek] of [Close-up].
Wanneer u de AF-verlichting gebruikt, wordt het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt
een nieuw AF-bereikzoekerframe weergegeven met een stippellijn. AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden.
De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Hoewel er geen enkel gezondheidsgevaar bestaat, kunt u het
beste niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting kijken.
Door de stramienlijnen als referentie te gebruiken, kunt u eenvoudig de horizontale/verticale
positie van een onderwerp bepalen.
De stramienlijnen worden niet opgenomen.
AF-verlicht.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Stramienlijn
Aan
Hiermee worden stramienlijnen weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de stramienlijn niet weergegeven.
72
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Hiermee kunt u de werking van de automatische scherpstelling selecteren.
U kunt de AF-verlichting niet gebruiken als:
[Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan]:
(functie Geavanceerde sportopname) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 10×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 10×,
gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Beeldformaat en totale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
(inclusief de optische zoom 10×)
AF-functie
Enkelvoud.
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra u
de sluiterknop half indrukt. Deze functie is handig bij het
opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat u
de sluiterknop half indrukt. Met deze functie wordt de
benodigde tijd voor de scherpstelling korter.
De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Enkelvoud.].
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Vergroot het beeld digitaal binnen het bereik waar het beeld
niet zal worden vervormd, volgens het beeldformaat. Dit is
niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op
[8M] of [3:2].
De totale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-
zoomfunctie)
()
Vergroot alle beeldformaten met de totale
zoomvergrotingsfactor van ongeveer 20×, inclusief de
optische zoom 10×. De beeldkwaliteit verslechtert echter
wanneer de optische zoomvergrotingsfactor wordt
overschreden.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Totale zoomvergrotingsfactor
5M Ongeveer 12×
3M Ongeveer 15×
VGA Ongeveer 51×
16:9 Ongeveer 17×
73
De instellingen aanpassen
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken als:
[Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan]:
(functie Geavanceerde sportopname) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
Stelt in om de juiste scherpstelling te verkrijgen bij bevestiging van een conversielens (niet
bijgeleverd). Bevestig de adapterring (bijgeleverd) en bevestig vervolgens een conversielens.
Als u de ingebouwde flitser gebruikt, wordt het flitslicht mogelijk geblokkeerd, waardoor de schaduw
verschijnt.
Controleer de beeldcompositie op het LCD-scherm als u opnamen maakt.
Het beschikbare zoombereik is beperkt.
Het beschikbare scherpstelbereik is beperkt.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing bij de conversielens.
Conversielens
Close-up ( )
Bevestigt een close-up-conversielens.
Telefoto ( )
Bevestigt een teleconversielens.
Groothoek ( )
Bevestigt een groothoekconversielens.
Uit
Bevestigt geen lens.
74
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Opname-instellingen — Opname-instellingen 2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Wanneer de camera wordt gedraaid om een portretfoto (verticaal) te maken, registreert de
camera de verandering van positie van de camera en wordt het beeld in de portretpositie
weergegeven.
Afhankelijk van de opnamehoek van de camera is het mogelijk dat de oriëntatie van het beeld niet correct
wordt opgenomen. Als een beeld niet wordt opgenomen met de correcte oriëntatie, kunt u het beeld
roteren volgens de procedure op pagina 60.
Links en rechts van verticaal georiënteerde beelden wordt zwart weergegeven.
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
Als u de sluiterknop half indrukt, verdwijnt de weergave van het opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk
het volgende beeld opnemen.
Autom. Oriëntatie
Aan
Het beeld wordt met aangepaste oriëntatie opgenomen.
Uit
Autom. Oriëntatie wordt niet gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
75
De instellingen aanpassen
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Klokinstellingen
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [ Klokinstellingen] uit (Instellingen) op het HOME-scherm.
2 Selecteer de datumnotatie met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 4 en druk vervolgens op z.
Middernacht wordt aangeduid als 12:00 AM en middag als 12:00 PM.
Klokinstellingen
76
Instellingen Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 62
Language Setting
Hiermee kunt u de taal selecteren voor de menu-items, waarschuwingen en berichten.
Language Setting
77
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een televisie door de camera aan te sluiten op een televisie.
De aansluiting is afhankelijk van het type televisie waarop de camera wordt aangesloten.
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op de televisie met de kabel voor de multifunctionele
aansluiting (bijgeleverd).
Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan op de linkeraudio-ingang van de televisie.
2 Schakel de televisie in en bepaal de ingang.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
3 Druk op (Weergave) en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op de televisie weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig de uitgang van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 70).
Beelden weergeven door de camera op een televisie aan te sluiten met
de bijgeleverde kabel voor multifunctionele aansluiting
1 Naar de audio-/
video-ingangen
2 Naar de
multifunctionele aansluiting
VIDEO
Geel Zwart
AUDIO
Regeltoets
(Weergave)-toets
78
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt een beeld dat is opgenomen op de camera in hoge kwaliteit* weergeven op de camera
door de camera aan te sluiten op een HD (High Definition)-televisie door middel van de
componentkabel (niet bijgeleverd).
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op een HD (High Definition)-televisie met een HD-
uitgangsadapterkabel (niet bijgeleverd).
2 Schakel de televisie in en bepaal de ingang.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
3 Druk op (Weergave) en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op de televisie weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
Een beeld weergeven door de camera aan te sluiten op een HD-televisie
* Beelden die in beeldformaat [VGA] zijn opgenomen, kunnen niet in HD-formaat worden weergegeven.
1 Naar de audio-/
video-ingangen
HD-
uitgangsadapterkabel
(niet bijgeleverd)
2 Naar de multifunctionele aansluiting
COMPONENT
VIDEO IN
AUDIO
Groen/blauw/rood Wit/rood
HOME-toets
Regeltoets
(Weergave)-toets
79
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
Stel [COMPONENT] in op [HD(1080i)] in [Hoofdinstellingen 2] door (Instellingen) in het
HOME-scherm te selecteren (pagina 69).
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig de uitgang van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 70).
U kunt geen films bekijken die in het [HD(1080i)]-signaalformaat worden uitgevoerd. Stel
[COMPONENT] in op [SD] wanneer u films wilt weergeven.
"PhotoTV HD"
Deze camera is compatibel met de standaard "PhotoTV HD".
Door apparaten van Sony die compatibel zijn met PhotoTV HD aan te sluiten met een HD-
uitgangsadapterkabel (niet bijgeleverd), kunt u genieten van een heel nieuwe wereld van foto's
in adembenemende Full HD-kwaliteit.
PhotoTV HD zorgt voor een uiterst gedetailleerde, fotografische uitdrukking van subtiele
texturen en kleuren.
De instellingen moeten ook worden opgegeven op de televisie. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de
televisie voor meer informatie.
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een video-
ingang en de kabel voor de multifunctionele aansluiting nodig. Het kleursysteem van de
televisie moet overeenkomen met dat van de digitale camera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten,
enzovoort.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden,
Zwitserland, enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
80
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 93) voor meer informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer.
Schermafbeeldingen die in dit hoofdstuk worden gebruikt,
zijn gebaseerd op de Engelse versie.
De software als volgt installeren:
"Picture Motion Browser"
"Music Transfer"
Beelden kopiëren naar de computer met "Picture Motion
Browser".
Als volgt genieten van beelden met "Picture Motion Browser"
en "Music Transfer":
Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
Beelden bewerken
De opnamelocaties van stilstaande beelden op kaarten
online weergeven
De opgenomen beelden opslaan op een disc (CD- of DVD-
schrijfstation vereist)
Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de
datum.
Muziek toevoegen/wijzigen voor diavoorstelling (met
"Music Transfer")
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 82)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 85)
Ga naar de website voor klantenondersteuning van Sony
voor meer informatie over dit product en antwoorden op
veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
81
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
De volgende computeromgeving wordt
aanbevolen voor een computer die is
aangesloten op de camera.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional SP4,
Windows XP* SP2/Windows Vista*
De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser" en "Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional SP4,
Windows XP* SP2/Windows Vista*
CPU: Intel Pentium III 500 MHz of sneller
(Aanbevolen: Intel Pentium III 800 MHz
of sneller)
Geheugen: 256 MB of meer (Aanbevolen:
512 MB of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie— ongeveer 400 MB
Scherm: schermresolutie: 1.024 × 768 pixels
of meer
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
De computeromgeving moet ook voldoen aan de
werkingsvereisten van het besturingssysteem.
Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
Er zijn drie modi voor een USB-verbinding bij
aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en
[PictBridge]. In dit gedeelte worden [Autom.]
en [Mass Storage] als voorbeelden beschreven.
Zie pagina 69 voor meer informatie over
[PictBridge].
Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving
* 64-bit-edities en Starter (Edition) worden niet
ondersteund.
82
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
Meld uzelf aan als beheerder.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
Als dit niet verschijnt, dubbelklikt u op
[Computer] (in Windows XP/2000, [My
Computer])
t (SONYPICTUTIL).
Onder Windows Vista kan het scherm
AutoPlay verschijnen. Selecteer "Run
Install.exe." en volg de instructies op het
scherm om verder te gaan met de installatie.
2 Klik op [Install].
Het scherm "Choose Setup Language"
wordt weergegeven.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven.
4 Lees de overeenkomst
aandachtig door. Als u de
voorwaarden van de
overeenkomst accepteert,
selecteert u het keuzerondje
naast [I accept the terms of the
license agreement] en klikt u op
[Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
u de computer opnieuw op volgens de
aanwijzingen op het scherm.
DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
Software als volgt installeren:
Picture Motion Browser
Music Transfer
83
De computer gebruiken
De software (bijgeleverd) installeren
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
worden op het bureaublad snelkoppelingen
gemaakt voor "Picture Motion Browser",
"Gids voor PMB", "Music Transfer".
Dubbelklik om "Picture
Motion Browser" te starten.
Dubbelklik om "Gids voor
PMB" te starten.
Dubbelklik om "Music
Transfer" te starten.
84
De "Picture Motion Browser" gebruiken
(bijgeleverd)
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit hoofdstuk vat de "Picture Motion
Browser" samen.
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
Kopieer beelden van de computer naar het
opnamemedium.
Stilstaande beelden bijwerken (Rode-ogen-
correctie, enz.), afdrukken en als bijlage bij e-
mailberichten versturen, de opnamedatum
wijzigen en meer.
Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of
opgeslagen met de datum.
Een gegevensdisc maken met een CD-
schrijfstation of DVD-schrijfstation.
Raadpleeg "Gids voor PMB" voor meer
informatie.
Dubbelklik op het pictogram (Gids
voor PMB) op het bureaublad.
Als u de "Gids voor PMB" via het
startmenu wilt openen, klikt u op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Help] t [Gids voor PMB].
"Picture Motion Browser" starten
Dubbelklik op het pictogram (Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of, via het startmenu, klik op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[PMB - Picture Motion Browser].
Het bevestigingsbericht van de Informatie-tool
verschijnt op het scherm wanneer u "Picture
Motion Browser" de eerste keer opstart.
Selecteer [Start]. Met deze functie ontvangt u
meldingen, zoals software-updates. U kunt de
instelling later wijzigen.
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op in de rechterbovenhoek van het
scherm.
"Picture Motion Browser" is vooraf
ingesteld met de URL van een aantal
websites. Geef uw akkoord voor het
volgende om de dienst voor het uploaden
van beelden, enz. te gebruiken (hierna
'dienst' genoemd) die beschikbaar is op de
websites (met inbegrip van de
vooringestelde websites) door "Picture
Motion Browser" te gebruiken.
Afhankelijk van de websites zijn mogelijk
registratieprocedures vereist of worden kosten
aangerekend om de dienst te gebruiken.
Volg de algemene voorwaarden van de
overeenkomst bepaald voor de website om de
dienst te gebruiken.
Beëindiging van of wijzigingen in de dienst
kunnen voorkomen afhankelijk van bepaalde
redenen van de websitebeheerder, enz. Zelfs in
die situatie is Sony niet verantwoordelijk voor
problemen tussen klanten en een derde partij of
verlies voor de klanten door de dienst te
gebruiken.
Om de website te bekijken wordt u
doorgestuurd door een server beheerd door Sony
(hierna 'Sony-server' genoemd). U krijgt
mogelijk geen toegang tot de website omwille
van onderhoud van de server, enz.
Bij stopzetting van het gebruik van de Sony-
server, wordt de stopzetting vooraf
bekendgemaakt op Sony-websites, enz.
De URL waarnaar u wordt doorgestuurd door de
Sony-server, enz. kan worden bewaard om
toekomstige producten en diensten van Sony te
verbeteren. In dat geval worden persoonlijke
gegevens niet bewaard.
Overzicht van "Picture Motion
Browser"
De "Gids voor PMB" starten
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
85
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer met de
"Picture Motion Browser"
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera of sluit de
camera met een
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de accu bijna leeg is, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
leeg raakt.
3 Schakel de computer in en druk
vervolgens op de -toets
(Weergave).
"Bezig met verbinding maken" verschijnt
op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
Als "Mass Storage" niet verschijnt, stelt u
[USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 69).
De camera en de computer
voorbereiden
(Weergave)-toets
De camera op de computer
aansluiten
* Tijdens de communicatie wordt
weergegeven op het scherm.
Gebruik de computer niet tijdens het weergeven
van de aanduiding. Wanneer de aanduiding
wordt gewijzigd in , kunt u de computer
weer gebruiken.
Kabel voor
multifunctionele
aansluiting
1 Op een USB-
aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Toegangs-
aanduidingen*
86
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
1 Verbindt de camera met een
computer zoals beschreven in
"De camera op de computer
aansluiten".
Nadat de USB-verbinding tot stand is
gebracht, wordt het scherm [Import
Media Files] van "Picture Motion
Browser" automatisch weergegeven.
Zie pagina 89 als u de Memory Stick-sleuf
gebruikt.
Als de wizard AutoPlay wordt
weergegeven, sluit u die.
2 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "Pictures"
(in Windows XP/2000, "My Pictures")
met als naam de datum waarop de
beelden zijn geïmporteerd.
Voor meer informatie over de "Picture
Motion Browser", zie "Gids voor PMB".
Wanneer het importeren is voltooid, start de
"Picture Motion Browser". Er worden
miniaturen van de geïmporteerde beelden
weergegeven.
De "My Pictures"-map is ingesteld als de
standaardmap in "Viewed folders".
Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
Zie de "Gids voor PMB" voor meer
informatie.
Beelden kopiëren naar een
computer
Beelden weergeven op de
computer
87
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
Voer de procedures uit van stap 1 tot 4
hieronder voordat u:
de kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelt.
een "Memory Stick Duo" verwijdert.
een "Memory Stick Duo" in de camera plaatst
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen.
de camera uitschakelt.
1 Dubbelklik op het pictogram voor
loskoppelen in de taakbalk.
2 Klik op (USB Mass Storage Device)
t
[Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
Voor Windows XP/Vista kunt u stap 4
overslaan.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo" of het interne
geheugen.
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows Vista
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met de camera.
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
"Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF"
Intern geheugen: alleen "101_SONY"
U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
De USB-verbinding annuleren
Voorbeeld: scherm met weergave
per maand
Dubbelklik hier
Windows Vista
Dubbelklik hier
Windows XP/Windows 2000
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
88
Beelden kopiëren naar de computer met de "Picture Motion Browser"
Beeldbestanden dragen de volgende namen:
Stilstaande beelden: DSC0ssss.JPG
Filmbestanden: MOV0ssss.MPG
Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in de
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
Zie pagina 61 en 64 voor meer informatie over
mappen.
89
De computer gebruiken
Beelden kopiëren naar een computer zonder
"Picture Motion Browser"
U kunt als volgt beelden naar uw computer
kopiëren zonder "Picture Motion Browser".
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duo-
adapter in de computer en kopieer de
beelden.
Zelfs wanneer u Windows 95/98/98
SecondEdition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden
kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick-sleuf van de computer te
plaatsen.
Zie pagina 107 als de "Memory Stick PRO
Duo" niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf
Maak een USB-verbinding en volg de
stappen om beelden te kopiëren.
De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
De camera is niet compatibel met Windows 95/
98/98 SecondEdition/NT/Me of het Windows-
besturingssysteem.
Wanneer u een computer gebruikt zonder een
Memory Stick-sleuf, kunt u een in de handel
verkrijgbare Memory Stick Reader/Writer
gebruiken om beelden te kopiëren vanaf een
"Memory Stick Duo" naar uw computer.
Als u beelden in het interne geheugen naar de
computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden
eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert
u ze vervolgens naar de computer.
Dit gedeelte beschrijft een voorbeeld van
het kopiëren van beelden naar de
"Documents" (Voor Windows XP: "My
Documents").
1 Bereid de camera en een
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 85.
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera op de
computer aansluiten" op pagina 85.
Als "Picture Motion Browser" reeds is
geïnstalleerd, wordt [Import Media Files]
gestart op "Picture Motion Browser" maar
selecteer [Cancel] om te beëindigen.
Beelden kopiëren naar een
computer-Windows Vista/XP
90
Beelden kopiëren naar een computer zonder "Picture Motion Browser"
3 Klik op [Open folder to view files]
(Voor Windows XP: [Open folder
to view files] t [OK]) wanneer
het wizardscherm automatisch
verschijnt op het bureaublad.
Volg de procedure als het scherm met de
wizard niet automatisch verschijnt: t
"voor Windows 2000" op pagina 90.
4 Dubbelklik op [DCIM].
5 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren. Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand om het menu weer
te geven en klik op [Copy].
Zie pagina 87 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden.
6 Klik op de map [Documents]
(Voor Windows XP: [My
Documents]). Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "Documents" om het
menu weer te geven en klik op
[Paste].
De beeldbestanden worden gekopieerd
naar de map [Documents] (Voor
Windows XP: [My Documents]).
Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 91).
Voor Windows 2000
Dubbelklik op [My Computer], t
[Removable Disk] nadat u de camera op op
de computer hebt aangesloten. Voer
vervolgens stap 4 uit.
2
1
1
2
91
De computer gebruiken
Beeldbestanden die zijn opgeslagen op de computer
met de camera kopiëren naar de "Memory Stick Duo"
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
Sony garandeert de weergave van
beeldbestanden op de camera niet als de
bestanden door een computer werden verwerkt
of werden opgenomen met een andere camera.
Als er geen mappen in een "Memory Stick Duo"
zijn, maakt u eerst een nieuwe map met uw
camera (pagina 64) en kopieert u vervolgens de
beeldbestanden.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik
vervolgens op [Rename]. Wijzig
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig
de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik vervolgens op
[Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[SonyMemoryStick] in [Computer] (in
Windows XP, [My Computer]).
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik vervolgens op [Paste].
sss staat voor een nummer tussen 100
en 999.
1
2
92
De "Music Transfer" gebruiken (bijgeleverd)
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door de
gewenste muziekbestanden met "Music
Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd). U
kunt deze bestanden ook op elk moment
verwijderen of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
Muziek op CD's
Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
1 Druk op HOME om het HOME-
scherm weer te geven.
2 Selecteer (Afdrukken, Overig)
met b/B op de regeltoets,
selecteer [ Muziek-tool] met
v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer [Downl. muz.] met
v/V/b/B en druk vervolgens op
z.
Het bericht "Aansluiten op computer" wordt
weergegeven.
4 Breng een USB-verbinding tot
stand tussen de camera en de
computer.
5 Start "Music Transfer".
6 Volg de instructies op het scherm
als u muziekbestanden wilt
toevoegen/wijzigen.
U kunt als volgt de vooraf ingestelde
muziek herstellen op de camera:
1 Voer [Format. muz.] uit in stap 3.
2 Voer [Standaardwaarden herstellen] uit in
"Music Transfer".
Alle muziekbestanden worden hersteld naar
de vooraf ingestelde muziek en [Muziek] in
het menu [Diavoorstelling] wordt ingesteld op
[Uit].
U kunt de muziekbestanden herstellen naar de
vooraf ingestelde bestanden met [Initialiseren]
(pagina 68), maar de andere instellingen worden
dan ook hersteld.
Raadpleeg de online Help van "Music Transfer"
voor meer informatie over het gebruik van
"Music Transfer".
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
93
De computer gebruiken
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintosh-
computer kopiëren.
"Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
De volgende computeromgeving wordt
aanbevolen voor een computer die is
aangesloten op de camera.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot v10.5)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Music
Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3
tot v10.5)
Processor: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4/G5 series, Mac mini
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
Er zijn drie modi voor een USB-verbinding bij
aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en
[PictBridge]. In dit gedeelte worden [Autom.]
en [Mass Storage] als voorbeelden beschreven.
Zie pagina 69 voor meer informatie over
[PictBridge].
Na herstel van de computer vanuit de stand-by-
of slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 85.
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "De camera op de
computer aansluiten" op pagina 85.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM]
t de map met de beelden die u
wilt kopiëren.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
94
De Macintosh-computer gebruiken
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
Zie pagina 87 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf
t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
Sleep op voorhand het stationspictogram of
het pictogram van de "Memory Stick Duo"
naar het "Prullenbak"-pictogram als u
onderstaande procedures uitvoert of als de
camera van de computer wordt
losgekoppeld.
De kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen.
Een "Memory Stick Duo" verwijderen.
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen.
De camera uitschakelen.
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door de
gewenste muziekbestanden. U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen
of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
Muziek op CD's
Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
"Music Transfer" installeren
Sluit alle andere toepassingen voordat u "Music
Transfer" installeert.
U moet zich aanmelden als beheerder om te
kunnen installeren.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik op het bestand
[MusicTransfer.pkg] in de map [MAC].
De installatie wordt gestart.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"" op pagina 92.
De USB-verbinding annuleren
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
95
De computer gebruiken
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
weergeven
Als u "Cyber-shot-handboek" installeert,
wordt "Geavanceerde Cyber-shot-
handleiding" ook geïnstalleerd.
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
verklaart verder hoe u de camera en
optionele accessoires kunt gebruiken.
Dubbelklik op (Step-up Guide)
op het bureaublad.
Klik op [Start] t [All Programs] (in
Windows 2000, [Programs]) t [Sony
Picture Utility] t [Step-up Guide] om
toegang te krijgen tot "Step-up Guide"
vanuit het startmenu.
1 Kopieer de map [stepupguide]
naar de map [stepupguide] op uw
computer.
2 Selecteer [stepupguide],
[language] en vervolgens de map
[NL] op de cd-rom (bijgeleverd)
en kopieer alle bestanden in de
[NL]-map. Overschrijf ze
vervolgens naar de map [img] in
[stepupguide] die in stap 1 naar
uw computer werd gekopieerd.
3 Na het voltooien van de
kopieeropdracht dubbelklikt u op
"stepupguide.hqx" in de map
[stepupguide] om het uit te
pakken en klikt u vervolgens op
het gegenereerde bestand
"stepupguide".
Installeer Stuffit Expander als er geen
hulpprogramma voor het uitpakken van een
HQX-bestand is geïnstalleerd.
In Windows weergeven
Op Macintosh weergeven
96
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]-
functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat
u begint met afdrukken (pagina 109).
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
"Picture Motion Browser"-software en de beelden afdrukken.
U kunt de datum invoegen in het beeld en dit afdrukken
(pagina 84).
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering aanbrengen op de beelden die
u wilt afdrukken.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
(pagina 97)
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer
Beelden afdrukken met een computer
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 100)
97
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
"PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
U kunt films niet afdrukken.
Als de aanduiding knippert op het scherm
van de camera (foutmelding), controleer dan u
de aangesloten printer.
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting. Wanneer
[USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.],
herkent de camera automatisch bepaalde
printers bij aansluiting. Sla 1 over als dit zo
is.
U kunt het beste een volledig opgeladen accu
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken.
1 Druk op HOME om het HOME-
scherm weer te geven.
2 Selecteer (Instellingen) met
b/B op de regeltoets, selecteer
[ Hoofdinstellingen] met v/V en
druk vervolgens op z.
3 Selecteer [Hoofdinstellingen 2]
met v/V/b/B, selecteer [USB-
aansl.] en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [PictBridge] met v/V en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
Fase 1: De camera voorbereiden
Regeltoets
HOME-
toets
MENU-toets
98
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Schakel de printer in, druk op de
-toets (Weergave) en schakel
vervolgens de camera in.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
Selecteer [Dit beeld] of [Meerdere
beelden] met v/V en druk
vervolgens op z.
Wanneer u [Dit beeld] selecteert
U kunt het geselecteerde beeld
afdrukken. Ga verder naar Fase 4.
Wanneer u [Meerdere beelden]
selecteert
U kunt meerdere geselecteerde beelden
afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z.
wordt op het geselecteerde beeld
weergegeven.
2Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3Selecteer [OK] met
v en druk
vervolgens op z.
Nadat u [Meerdere beelden] in het
indexscherm hebt geselecteerd, kunt u alle
beelden in een map afdrukken door de
selectiebalk voor mappen te selecteren met
b en door een (vinkje) aan de map te
plaatsen.
1 Selecteer afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Op een USB-
aansluiting
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Nadat de verbinding tot stand is gebracht,
wordt de aanduiding weergegeven.
Fase 3: De beelden selecteren
die u wilt afdrukken
Fase 4: Afdrukken
99
Stilstaande beelden afdrukken
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
[Aantal]
Selecteer het aantal kopieën dat u wilt
afdrukken.
Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
[Opmaak]
Selecteert het aantal beelden dat u op
één vel naast elkaar wilt afdrukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 75). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
2 Selecteer [OK] met v en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los wanneer de aanduiding
(PictBridge-aansluiting) op het
scherm wordt weergegeven.
Controleer of het scherm zich opnieuw in
Fase 2 bevindt en koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los van de
camera.
Fase 5: Het afdrukken voltooien
-
aanduiding
100
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
U kunt de beelden met de afdrukmarkering
ook afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF (Digital Print Order
Format)-norm of op een PictBridge-compatibele
printer.
Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
1 Druk op de (Weergave)-toets.
2 Selecteer het beeld dat u wilt
afdrukken.
3 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
4 Selecteer [DPOF] met v/V op de
regeltoets en selecteer [Dit beeld]
met b/B en druk vervolgens op z.
De afdrukmarkering wordt
weergegeven op het beeld.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in een geselecteerd
beeld
Regeltoets
MENU-
toets
(Weergave)-toets
101
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel
De afdrukmarkering verwijderen
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen en
herhaal vervolgens stappen 3 en 4.
1 Druk op MENU tijdens weergave
in de enkelbeeldfunctie of in de
indexfunctie.
2 Selecteer [DPOF] met v/V op de
regeltoets, [Meerdere beelden]
met b/B en druk vervolgens op z.
3 Selecteer een beeld dat u wilt
markeren met de regeltoets en
druk op z.
Het geselecteerde beeld wordt
gemarkeerd met
.
4 Druk op MENU.
5 Selecteer [OK] met v en druk
vervolgens op z.
De -markering verschijnt op het
scherm.
De selectie annuleren
Selecteer [Sluiten] in stap 5 en druk
vervolgens op z.
De afdrukmarkering verwijderen
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkeringen wilt verwijderen en
druk vervolgens in stap 3 op z.
Een afdrukmarkering aanbrengen op
alle beelden in de map
Verplaats in stap 3 het frame naar de
selectiebalk voor mappen met b en druk op
z tijdens de indexfunctie.
De geselecteerde map en alle beelden
worden gemarkeerd met
.
De beelden selecteren en een
afdrukmarkering aanbrengen
Enkelbeeld
Indexweergave
Enkelbeeld
Indexweergave
102
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
Merk op dat wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, u ermee instemt dat de inhoud van
het interne geheugen en muziekbestanden gecontroleerd worden.
1 Controleer de items op pagina 103 tot en met 112.
Zie pagina 113 als een foutcode als "C/E:ss:ss" op het scherm wordt
weergegeven.
2 Verwijder de accu uit de camera, wacht ongeveer één minuut, plaats de accu
terug en schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 68).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Accu en stroombron 103
Stilstaande beelden/films
opnemen 103
Beelden weergeven 106
Verwijderen 107
Computers 107
"Memory Stick Duo" 109
Intern geheugen 109
Afdrukken 109
PictBridge-compatibele printer 110
Overige 111
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
103
Problemen oplossen
Problemen oplossen
De accu kan niet worden geplaatst.
Plaats de accu op de juiste manier door op de hendel voor het uitwerpen van de accu te
duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Nadat u de accu in de camera hebt geplaatst, kan het even duren voordat u de camera kunt
inschakelen.
Plaats de accu op de juiste manier.
De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 120). Vervang de accu door een
nieuwe.
Gebruik een aanbevolen accu.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 120). Vervang de accu door een
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
Een discrepantie deed zich voor tussen de aanduiding voor resterende acculading en de
feitelijke acculading. Ontlaad de accu één keer volledig en laad de accu weer op om de juiste
aanduiding weer te geven.
De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 120). Vervang de accu door een
nieuwe.
De accu kan niet worden opgeladen.
U kunt de accu niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 35).
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
Wanneer u een stilstaand beeld opneemt, zet u de modusknop op een andere stand dan .
Accu en stroombron
Stilstaande beelden/films opnemen
104
Problemen oplossen
Zet de modusknop op wanneer u films wilt opnemen.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de
volgende handelingen uit:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op om de opnamefunctie (pagina 33)
te wijzigen.
De steadyshot-functie werkt niet.
De steadyshot-functie werkt niet als op het scherm wordt weergegeven.
De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt.
Neem op nadat u de sluiterknop half hebt ingedrukt. Druk de knop niet plotseling volledig in.
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (pagina 18). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie (Macro). Zorg
ervoor dat u de lens verder van het onderwerp plaatst dan de kortste afstand voor opnemen,
ongeveer 2 cm (W)/90 cm (T) bij opnamen (pagina 26).
(Schemer-functie), (Landschap-functie) of (Vuurwerk-functie) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
Als (functie Geavanceerde sportopname) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie en het
onderwerp te dichtbij is, kan scherpstellen moeilijk verlopen.
De functie voor vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie voor
automatische scherpstelling (pagina 47).
Controleer of de instelling van [Conversielens] correct is (pagina 73).
Raadpleeg "Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp" op pagina 48.
De zoomfunctie werkt niet.
U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M]
of [3:2].
U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken als:
[Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan].
(functie Geavanceerde sportopname) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
U neemt films op.
U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
Controleer of de instelling van [Conversielens] correct is (pagina 73).
105
Problemen oplossen
Problemen oplossen
De flitser werkt niet.
De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 26).
U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
[Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of Exposure Bracket (pagina 43).
(functie Hoge gevoeligheid), (functie Geavanceerde sportopname), (Schemer-
functie) of (Vuurwerk-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 30).
U neemt films op.
Stel de flitser in op (Flitser altijd aan) wanneer de modusknop op M is ingesteld of wanneer
(Landschap-functie), (Strand-functie) of (Sneeuw-functie) is geselecteerd in de
scènekeuzefunctie (pagina 26).
Wazige witte punten verschijnen in beelden die met de flitser worden
opgenomen.
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht hebben het flitslicht gereflecteerd en worden in het
beeld weergegeven. Dit is normaal (pagina 13).
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
(functie Geavanceerde sportopname), (Landschap-functie), (Schemer-functie) of
(Vuurwerk-functie) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 30).
De datum en tijd worden niet weergegeven op het LCD-scherm.
Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
De datums kunnen niet in een beeld worden ingevoegd.
De camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden
(pagina 110). Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken of
opslaan (pagina 84).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 46).
Het scherm is te donker of te licht.
Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 21).
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 46) of pas de belichting aan (pagina 46).
106
Problemen oplossen
Het beeld is te licht.
Pas de belichting aan (pagina 46).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
Stel [Kleurfunctie] in op [Normaal] (pagina 44).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Het vlekkerige verschijnsel doet zich voor en witte, zwarte, rode, paarse of andere strepen
verschijnen op het beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 50).
Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Bewerk het beeld met [Rode-ogen-correctie] (pagina 58).
Er verschijnen puntjes op het scherm.
Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 35).
De accu is bijna leeg. Plaats de opgeladen accu.
Het beeld opgenomen met hoge zoom is vervormd.
Het beeld kan worden vervormd wanneer het weer onstabiel is, omwille van nevel.
Dit is normaal. U kunt niet weten of er nevel zal voorkomen tijdens het maken van opnames.
We raden aan om het opgenomen beeld te controleren met behulp van weergavezoom na het
maken van de opname.
Beelden kunnen niet worden weergegeven.
Druk op (Weergave) (pagina 33).
De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 91).
Beelden weergeven
107
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Sony garandeert de weergave van beeldbestanden op de camera niet als de bestanden door een
computer werden verwerkt of werden opgenomen met een andere camera.
De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 87).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
De schermaanduidingen zijn uitgeschakeld. Door op v (DISP) op de regeltoets te drukken
worden de aanduidingen op het scherm getoond (pagina 21).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
Dit kan voorkomen door beeldverwerking. Dit is normaal.
Geen muziek tijdens diavoorstelling.
Zet muziekbestanden over naar de camera met "Music Transfer" (pagina 92).
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 70).
Controleer de aansluiting (pagina 77).
Als de USB-stekker van de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op een
ander apparaat, moet u de stekker loskoppelen (pagina 87).
U probeert films weer te geven bij HD(1080i)-uitvoer. Films kunnen niet worden
weergegeven aan high-definition-beeldkwaliteit. Stel [COMPONENT] in op [SD]
(pagina 69).
Beeld kan niet worden verwijderd.
Annuleer de beveiliging (pagina 59).
Computerstuurprogrammacompatibiliteit met de camera is onbekend.
Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 81 voor Windows en pagina 93 voor
Macintosh.
"Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
Controleer of de computer en de Memory Stick-Readers/Writers "Memory Stick PRO Duo"
ondersteunen. Gebruikers van computers en Memory Stick-Readers/Writers van een andere
fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 85 en 93). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
Verwijderen
Computers
108
Problemen oplossen
De computer herkent de camera niet.
Schakel de camera in.
Als de acculading laag is, installeert u een opgeladen accu of gebruikt u de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (pagina 85).
Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 69).
Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (pagina 85).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van de computer en de camera en
sluit de kabel opnieuw stevig aan.
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 85).
Beelden kunnen niet worden gekopieerd.
Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 85).
Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 89 en 93).
Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 64).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion
Browser" niet automatisch gestart.
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 85).
Beelden kunnen niet worden weergegeven op uw computer.
Raadpleeg "Gids voor PMB" (pagina 84) als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Als u niet weet hoe u "Picture Motion Browser" moet gebruiken.
Raadpleeg "Gids voor PMB" (pagina 84).
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 89).
Beeld kan niet worden afgedrukt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
109
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 87).
Volg de juiste procedures (pagina 91).
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
Plaats deze in de juiste richting.
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen.
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze uit de camera.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick
Duo" worden gekopieerd.
De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer het beeld naar de "Memory Stick Duo" met
voldoende vrije opslagruimte.
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
Deze functie is niet beschikbaar.
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden bijgesneden. Vooral
wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat [16:9], kunnen de zijranden van
het beeld worden bijgesneden.
Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
"Memory Stick Duo"
Intern geheugen
Afdrukken
110
Problemen oplossen
Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken (pagina 84).
De camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden. Aangezien
de beelden die met de camera zijn opgenomen echter gegevens bevatten over de
opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-
gegevens kan herkennen. Vraag de fabrikant van de printer of de software of het product
compatibel is met Exif-gegevens.
Vraag, als u beroep doet op een fotowinkel, om de data op de beelden af te drukken.
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (pagina 69).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een
foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
Films kunnen niet worden afgedrukt.
Beelden die met andere camera's dan de camera zijn opgenomen of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
Controleer of u de kabel voor de multifunctionele aansluiting hebt losgekoppeld voordat het
pictogram (PictBridge-aansluiting) is verdwenen.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
PictBridge-compatibele printer
111
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie.
Raadpleeg de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
Het beeld heeft geen opnamegegevens en de datum kan niet worden ingevoegd. Stel [Datum]
in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 98).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
Als u papier van verschillende formaten gebruikt nadat u de printer op de camera hebt
aangesloten, koppelt u de kabel voor multifunctionele aansluiting los en terug vast.
De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 98) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
Bestandsnummering kan niet worden teruggezet.
Als u een opnamemedium vervangt kunt u bestandsnummers met de camera niet initialiseren.
Formatteer de "Memory Stick Duo" (pagina 64, 67) of het interne geheugen en initialiseer
vervolgens de instellingen (pagina 68) om de bestandsnummering te initialiseren. De
gegevens op de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen worden echter verwijderd en
alle instellingen, inclusief datum, worden geïnitialiseerd.
De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven.
Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen.
Plaats een opgeladen batterij en schakel de camera opnieuw in.
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
De accu is ontladen. Vervang deze door een opgeladen batterijdoos.
Overige
112
Problemen oplossen
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 75).
De ingebouwde herlaadbare reservebatterij is leeg. Bevestig een opgeladen accu, schakel de
camera uit en gebruik hem niet gedurende 24 uur.
U wilt de datum of tijd wijzigen.
Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 75).
113
Problemen oplossen
Foutcodes en berichten
Als een foutcode wordt weergegeven die
met een letter van het alfabet begint, is de
zelfdiagnosefunctie van de camera actief.
De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid
met
ss) verschillen afhankelijk van de
status van de camera.
Als u het probleem niet kunt verhelpen,
zelfs niet nadat u de volgende oplossingen
een aantal keer hebt geprobeerd, moet de
camera wellicht worden gerepareerd. Neem
contact op met uw Sony-handelaar of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel de camera uit en
weer in.
C:13:ss
De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven naar de "Memory
Stick Duo". Probeer de camera uit en
weer in te schakelen, of verwijder de
"Memory Stick Duo" en plaats deze een
aantal keren terug.
Er is een formatteringsfout in het
interne geheugen opgetreden of er is een
niet-geformatteerde "Memory Stick
Duo" geplaatst. Formatteer het interne
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(pagina 64, 67).
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt of
de gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick Duo".
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
Er is een storing opgetreden in de
camera. Herstel de
standaardinstellingen van de camera
(pagina 68) en schakel de camera weer
in.
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
accu, kan de aanduiding knipperen,
zelfs als er nog voldoende acculading is
voor 5 tot 10 minuten gebruik.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
De gebruikte batterij is geen NP-BG1-
accu.
Systeemfout
Schakel de camera uit en weer in.
Fout van intern geheugen
Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 118).
De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Zelfdiagnosefunctie
Berichten
114
Foutcodes en berichten
Verkeerd type Memory Stick
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 118).
Geen toegang Memory Stick
Toegang geweigerd
U gebruikt de "Memory Stick Duo"
waarvan de toegang wordt
gecontroleerd.
Fout bij formatteren Memory Stick
Fout bij formatteren intern geheugen
Formatteer het medium opnieuw
(pagina 64, 67).
Memory Stick vergrendeld
U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen.
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 35).
Geheugen voor alleen-lezen
De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
Geen beelden beschikbaar
Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in het interne
geheugen.
Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven, opgenomen op de
"Memory Stick Duo".
De geselecteerde map bevat geen
bestand dat kan worden afgespeeld in
een diavoorstelling.
Mapfout
Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina 64,
65).
Kan geen mappen meer maken
Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Bestandsfout
Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld. Sony
garandeert de weergave van
beeldbestanden op de camera niet als de
bestanden door een computer werden
verwerkt of werden opgenomen met een
andere camera.
Deze map heeft het kenmerk Alleen
lezen.
U hebt een map geselecteerd die niet
kan worden ingesteld op de camera als
een opnamemap. Selecteer een andere
map (pagina 65).
Bestandsbeveiliging
Annuleer de beveiliging (pagina 58).
Te groot beeldformaat
U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op de
camera.
115
Problemen oplossen
Foutcodes en berichten
Ongeldige bediening
U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
U hebt een functie geselecteerd die niet
beschikbaar is voor films.
(Trillingswaarschuwing)
Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, activeer de steadyshot-functie of
bevestig de camera op een statief om de
camera te stabiliseren.
640(Fijn) is niet beschikbaar
Films met beeldformaat 640(Fijn)
kunnen alleen op een "Memory Stick
PRO Duo" worden opgenomen. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" of stel
het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
Macro is ongeldig
De macrofunctie is niet beschikbaar
onder deze instellingen (pagina 26, 30).
De flitserfunctie kan niet worden
veranderd
De flitser is niet beschikbaar onder deze
instellingen (pagina 26, 30).
Maximumaantal beelden
geselecteerd
U kunt maximaal 100 beelden
selecteren. Verwijder het vinkje.
Onvoldoende acculading
Gebruik een volledig opgeladen accu
wanneer u een beeld dat in het interne
geheugen is opgeslagen, kopieert naar
de "Memory Stick Duo".
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
Controleer de printer.
Printerfout
Controleer de printer.
Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
De gegevensoverdracht naar de printer
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los.
Verwerkt
De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
Muziekfout
Verwijder het muziekbestand of
vervang het door een normaal
muziekbestand.
Voer [Format. muz.] uit en download
vervolgens een nieuw muziekbestand.
Muziekgeheugen-formatteringsfout
Voer [Format. muz.] uit.
Ongeldige bediening
Bezig met HD (1080i)-uitvoer…
U probeert films weer te geven.
U probeert de functie [Bijwerken] te
gebruiken.
116
Foutcodes en berichten
Bezig met TV-uitvoer...
De camera geeft de beelden in de
functie Diavoorstelling weer.
Geen rode ogen gevonden
Het is mogelijk dat u rode ogen niet
kunt corrigeren, afhankelijk van het
beeld.
Schakel uit en weer in
Fout van de lens.
Haal de lensdop eraf en schakel de
camera uit en weer in
Haal de lensdop eraf en schakel de
camera uit en weer in.
Zelfontspanner is ongeldig
De zelfontspanner is niet beschikbaar
onder deze instellingen.
117
Overige
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de acculader (bijgeleverd) en de AC-LS5K-netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en
240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
Gebruik geen elektronische transformator (reistransformator), omdat
hierdoor een storing kan optreden.
118
De "Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick Duo" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick Duo".
Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is een afkorting van
"Memory Stick Micro".
De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
de camera niet worden gegarandeerd.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens.
Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis.
Wij raden aan dat u een kopie van belangrijke
gegevens op de vaste schijf van uw computer
opslaat.
Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
Plaats geen ander voorwerp dan een "Memory
Stick Duo" in de Memory Stick Duo-sleuf.
Anders kan er een storing optreden.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Type "Memory Stick" Opnemen/
weergeven
"Memory Stick Duo"
(zonder MagicGate)
a*
2
"Memory Stick Duo"
(met MagicGate)
a*
1
MagicGate Memory Stick
Duo
a*
1
*
2
Memory Stick PRO Duo a*
1
*
4
Memory Stick PRO-HG Duo a*
1
*
3
*
4
*
1)
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*
2)
De camera ondersteunt geen hoge
gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle
interface.
*
3)
De camera is niet compatibel met 8-bits
parallelle gegevensoverdracht. Ondersteunt 4-
bits parallelle gegevensoverdracht gelijk aan
"Memory Stick PRO Duo".
*
4)
Films met het formaat [640(Fijn)] kunnen
worden opgenomen.
119
Overige
De "Memory Stick Duo"
Opmerkingen over het gebruik van een
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel
apparaat plaatst zonder een Memory Stick Duo-
adapter, is het mogelijk dat u deze niet kunt
verwijderen.
Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting in een Memory Stick Duo-adapter
plaatst en plaats de "Memory Stick Duo"
vervolgens volledig.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er
rekening mee dat de apparatuur kan worden
beschadigd door onjuist gebruik.
Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 16 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in de camera.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd)
Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Micro" in
een "M2"-adapter van Duo-formaat plaatst om
een "Memory Stick Micro" met de camera te
gebruiken. Als u een "Memory Stick Micro"
rechtstreeks in de camera plaatst zonder een
"M2"-adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u
deze niet weer uit het apparaat kunt halen.
Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
120
Over de accu
De accu opladen
We raden u aan de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C. De
accu wordt mogelijk niet volledig opgeladen bij
temperaturen die buiten dit bereik liggen.
De accu effectief gebruiken
De prestaties van de accu gaan achteruit als deze
in een koude omgeving wordt gebruikt. Op
koude plaatsen is de gebruiksduur van de accu
korter. Voor een langdurig gebruik raden we u
het volgende aan:
Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu vlak
voordat u begint met opnemen in de camera.
De acculading wordt sneller verbruikt wanneer
u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
U kunt het beste reserveaccu's bij de hand
houden met een totale opnameduur van twee of
drie keer zo lang als de verwachte opnameduur,
en eerst proefopnamen maken voordat u de
werkelijke opnamen maakt.
Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
waterbestendig.
Laat de accu niet liggen op zeer warme locaties,
zoals in een auto of in direct zonlicht.
De accu bewaren
Ontlaad de accu volledig voordat u ze in een
koele droge plaats opbergt. Om de werking van
de accu te behouden moet u minstens één keer
per jaar tijdens bewaring de accu volledig
opladen en vervolgens volledig ontladen in de
camera.
Als u de acculading wilt verbruiken, schakelt u
de camera in de weergavefunctie voor
diavoorstelling (pagina 53) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
Gebruik de bijgeleverde accuhouder wanneer u
de accu meeneemt of opbergt om vlekken op het
aansluitpunt, kortsluiting, enzovoort te
voorkomen.
Levensduur van de accu
De levensduur van de accu is beperkt.
Accucapaciteit neemt na een tijd en door
herhaald gebruik af. Als een verminderde
gebruikstijd tussen het laden opmerkelijk wordt
is het waarschijnlijk tijd om ze te vervangen met
een nieuwe.
De levensduur van de accu verschilt afhankelijk
van de opslag- en gebruiksomstandigheden
waaronder de accu wordt gebruikt.
121
Overige
De acculader
De acculader
Plaatst geen andere accu dan de NP-BG-accu in
de acculader bijgeleverd met de camera. Andere
batterijen kunnen lekken, overhit geraken of
ontploffen als u ze probeert op te laden. Dit kan
leiden tot electrocutie en brandwonden.
Verwijder de opgeladen accu uit de acculader.
Als u de opgeladen accu in de lader laat zitten,
kan de levensduur van de accu worden verkort.
Verwijder de accu die wordt opgeladen en plaats
dezelfde accu vervolgens opnieuw in de camera
totdat deze vastklikt als het CHARGE-lampje
knippert. Als het CHARGE-lampje opnieuw
knippert, geeft dit aan dat een accufout is
opgetreden of dat een accu van een ander type
dan het opgegeven type is geplaatst. Controleer
of de geplaatste accu van het opgegeven type is.
Als de accu van het opgegeven type is, haalt u
de accu uit de lader, vervangt u deze door een
nieuwe of een andere en controleert u of de
acculader goed werkt. Als de acculader goed
werkt, kan een accufout zijn opgetreden.
122
Index
Index
A
Aanduiding ...........................17
Aanduiding voor AE/AF-
vergrendeling...........24, 48
Aansluiten
Computer.......................85
Printer............................98
Televisie ........................77
Accu....................................120
Acculader............................121
Adapterring...........................16
AF-bereikzoekerframe..........47
Afdrukken.......................60, 96
Afdrukken bij een fotowinkel
.....................................100
Afdrukmarkering ................100
AF-functie ............................72
AF-vergrendeling .................48
AF-verlicht. ..........................71
Auto Review.........................74
Autom. instellen-functie.......23
Autom. Oriëntatie.................74
Automat. instellen ................24
Automatische scherpstelling...7
B
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen ..............87
Beelden kopiëren naar de
computer........................85
Beelden verwijderen.............35
Beelden weergeven...............33
Beeldformaat ..................11, 41
Beeldkwaliteit.................11, 13
Belichting ...............................9
Bestandopslaglocatie ............87
Bestandsextensie ..................91
Bestandsnaam.......................87
Besturingssysteem ..........81, 93
Beveiligen.............................58
Bewolkt................................ 49
Bijwerken............................. 56
Burst..................................... 43
C
Camera vasthouden.............. 24
COMPONENT..................... 69
Computer ............................. 80
Aanbevolen omgeving
................................ 81, 93
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 91
Beelden kopiëren .... 85, 93
Macintosh ..................... 93
Software........................ 82
Windows....................... 80
Contrast................................ 51
Conversielens................. 16, 73
D
Daglicht................................ 49
Datum............................. 75, 99
DC IN-aansluiting................ 15
Diafragma .............................. 9
Diavoorstelling............... 53, 56
Digitale zoom....................... 72
DirectX................................. 82
DISP..................................... 21
Downl. muz. ........................ 92
DPOF ........................... 60, 100
Dradenkruis van de
puntlichtmeting............. 46
DRO..................................... 51
E
Enkelbeeld ........................... 53
Enkelvoud. ........................... 72
EV ........................................ 46
EV aanpassen................. 21, 46
Exposure Bracket ................. 43
F
Flitser (Opnemen) ................13
Flitser (witbalans).................50
Flitser altijd aan....................26
Flitsfunctie............................26
Flitsniveau ............................50
Fluorescerende licht 1, 2, 3
.......................................49
Format. muz. ........................92
Formatteren ....................64, 67
Foutcodes en berichten.......113
Functie geavanceerde
sportopname .................. 29
Functie vuurwerk..................29
Functiegids ...........................68
G
Gedeeltelijk kleur .................57
Geheugen beheren ................64
Gezichtsherkenning..............42
Gloeilamp .............................49
H
Half indrukken........................7
Histogram .............................21
Hoge gevoeligheid................ 29
HOME ..................................37
Hoofdinstellingen 1 .............. 68
Hoofdinstellingen 2 .............. 69
I
Indexscherm .........................34
Indexweergave .....................53
Initialiseren...........................68
Install ....................................82
Instellingen...........................68
Intern geheugen ....................22
Intern geheugen-tool ............67
123
Index
Index
ISO..............................9, 10, 45
J
JPG........................................88
K
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting ...............85, 98
Kleur .....................................10
Kleurfunctie ..........................44
Klokinstellingen....................75
Kopiëren ...............................66
L
Lagere beeldscherpte ............56
Landschap.............................29
Language Setting ..................76
Langzame synchro................26
LCD-scherm .........................21
Lenskap.................................16
Levendig ...............................44
Lichtmeetfun. .......................46
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................46
Lichtmeting met nadruk op het
midden...........................46
M
Macintosh-computer .............93
Aanbevolen omgeving
.......................................93
Macro....................................26
Map.......................................61
Maken............................64
Selecteren ......................61
Wijzigen ........................65
Map kiezen............................61
Mass Storage.........................69
"Memory Stick Duo" ..........118
Memory Stick tool................64
Menu
Items.............................. 40
Opnemen....................... 41
Weergeven .................... 56
Midden-AF........................... 47
Modus handmatige belichting
......................................31
Modusknop........................... 23
Monitor................................. 72
MPG ..................................... 88
Multi-AF .............................. 47
Multifunctionele aansluiting
.......................... 77, 85, 98
Music Transfer ............... 92, 94
Muziek ................................. 55
Muziek-tool.......................... 92
N
Natuurlijk ............................. 44
Nevel ..................................106
Niet flitsen............................ 26
NR lange-sluitertijd.............. 18
NTSC ................................... 70
O
Onderbelichting...................... 9
Onderdelen en
bedieningselementen..... 14
Opn.functie........................... 43
Opname-instellingen 1 ......... 71
Opname-instellingen 2 ......... 74
Opnamemap maken.............. 64
Opnamemap wijz. ................ 65
Opnemen .............................. 41
Films ....................... 24, 25
Stilstaand beeld............. 24
Optische zoom................25, 72
Overbelichting........................ 9
P
PAL ...................................... 70
PC .........................................80
PictBridge .......................69, 97
Picture Motion Browser .......84
Pieptoon................................68
Pixel ......................................11
Precisie-digitale-zoomfunctie
.......................................72
Problemen oplossen............102
Punt-AF ................................47
Puntlichtmeting.....................46
R
Rechtstreeks afdrukken ........97
Rode-ogen-correctie .............58
Rode-ogeneffect ...................50
Roteren .................................60
S
Scènekeuze .....................28, 41
Schemer ................................29
Schemer-portret ....................29
Scherm
Aanduiding ....................17
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm .....21
Schermweergave wijzigen
.......................................21
Scherpstellen...............7, 25, 47
Scherpte ................................51
Sepia .....................................44
SETUP..................................52
Slimme-zoomfunctie ............72
Sluitertijd ................................9
Sneeuw .................................29
Soft Snap ..............................29
Software....................82, 84, 92
SteadyShot............................52
Stereffect...............................57
Stramienlijn ..........................71
Strand....................................29
124
Index
T
Televisie ...............................77
Trimmen...............................58
U
USB-aansl. ...........................69
Uw camera in het buitenland
gebruiken.....................117
V
VGA .....................................12
Video-uit...............................70
Vissenooglens.......................57
Volume .................................33
Vooraf ingestelde
scherpstelling.................48
W
Wazige beelden ......................8
Weergavemenu.....................56
Weergavezoom.....................33
Windows-computer ..............80
Aanbevolen omgeving
.......................................81
Wissen ..................................56
Formatteren .............64, 67
Witbalans..............................49
Z
Zelfdiagnosefunctie............113
Zelfontspanner......................27
Zoom ....................................25
Z-W ......................................45
125
Opmerkingen over de licentie
De software "C Library" , "Expat" en "zlib"
worden bij de camera geleverd. Wij
voorzien deze software op basis van
licentieovereenkomsten met hun eigenaars
van auteursrechten. Omwille van aanvragen
door de eigenaars van auteursrechten van
deze softwaretoepassingen zijn wij
verplicht u over het volgende te informeren.
Gelieve de volgende hoofdstukken te lezen.
Lees "license1.pdf" in de map "License" op
de cd-rom. U zult licenties (in het Engels)
van de software "C Library", "Expat" en
"zlib" vinden.
De toegepaste GNU GPL/LGPL-software
De software die in aanmerking komt voor
de volgende GNU General Public License
(hierna "GPL") of GNU Lesser General
Public License (hierna "LGPL") is in de
camera voorzien.
Dit brengt u ervan op de hoogte dat u het
recht hebt op toegang tot de broncode en
het wijzigen en herverdelen van de
broncode voor deze softwareprogramma's
onder de voorwaarden van de bijgeleverde
GPL/LGPL.
De broncode wordt verschaft op het web.
Bezoek de volgende URL om ze te
downloaden.
http://www.sony.net/Products/Linux/
We verkiezen dat u geen contact met ons
opneemt betreffende de inhoud van de
broncode.
Lees "license2.pdf" in de map "License" op
de cd-rom. U zult licenties (in het Engels)
van de software "GPL" en "LGPL" vinden.
Adobe Reader is vereist om de PDF weer te
geven. U kunt het downloaden op de
webpagina van Adobe Systems als dit niet
op uw computer is geïnstalleerd.
http://www.adobe.com/
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126

Sony Cybershot DSC-H10 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor