Documenttranscriptie
VKLIK!
Inhoud
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Digital Still Camera
Cyber-shot-handboek
DSC-T10
Lees dit Handboek en de
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig door
voordat u het apparaat gebruikt. Bewaar deze
documenten voor het geval u deze later als
referentiemateriaal nodig hebt.
Het Setup-scherm
gebruiken
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
© 2006 Sony Corporation
2-698-135-71(1)
NL
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart
u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor
zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken.
• Zie pagina 111 voor meer informatie over de
accu.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee scherpe beelden met
uitstekend contrast kunnen worden
gereproduceerd.
De lens voor deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitseisen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Zie pagina 109 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de "InfoLITHIUM"-accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• De accu kan zelfs worden opgeladen wanneer
deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
2
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op
het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en
heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens
tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
De beelden in deze handleiding
De foto's die in deze handleiding worden gebruikt
als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
3
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 2
Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – "Beeldkwaliteit" en "beeldformaat" .................................................. 10
Onderdelen en bedieningselementen ..................................................... 11
Aanduidingen op het scherm .................................................................. 13
De schermweergave wijzigen ................................................................. 17
Basishandelingen
Het interne geheugen gebruiken ............................................................ 18
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) .................... 19
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)............................... 25
Beelden weergeven/verwijderen ............................................................. 28
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken................................................................ 31
Menu-items .......................................................................................... 32
Menu voor opnemen ............................................................................... 34
(Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren
COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen
9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie
M (Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
(Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
(Setup): De Setup-items wijzigen
4
Inhoud
Menu voor weergeven .............................................................................46
(Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
(Dia): Een reeks beelden afspelen
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
(Opdelen): Films knippen
(Setup): De Setup-items wijzigen
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken ...............................................................54
1
Camera 1 ...........................................................................................55
AF-functie
Digitale zoom
Functiegids
2
Rode-ogeneff
AF-verlicht
Auto Review
Camera 2 ...........................................................................................58
STEADY SHOT
Intern geheugen-tool..........................................................................59
Formatteren
Memory Stick tool ..............................................................................60
Formatteren
Opnamemap maken
1
Setup 1 ...............................................................................................63
Downl. muz
Format. muz
LCD-verlicht
2
Opnamemap wijz
Kopiëren
Pieptoon
Taal
Initialiseren
Setup 2 ...............................................................................................65
Bestandsnr
USB-aansl
Video-uit
Klokinstel
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................67
5
Inhoud
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 69
De software (bijgeleverd) installeren ....................................................... 71
Beelden kopiëren naar de computer....................................................... 72
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera
(met een "Memory Stick Duo")................................................................ 79
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken ................................... 80
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken................................................. 84
De Macintosh-computer gebruiken ......................................................... 85
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 87
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer .......................................................................................... 88
Afdrukken bij een fotowinkel ................................................................... 92
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 94
Foutcodes en berichten ........................................................................ 105
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 108
De "Memory Stick" ................................................................................ 109
De "InfoLITHIUM"-accu......................................................................... 111
De acculader......................................................................................... 112
Index
Index ..................................................................................................... 113
6
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Hier wordt
het gebruik van verschillende camerafuncties,
zoals de modusschakelaar, de menu's
(pagina 31), enzovoort beschreven.
Scherpstellen
Scherpstellen op een onderwerp
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Druk de sluiterknop
volledig in.
Aanduiding voor AE/
Druk de
AF-vergrendeling
sluiterknop half in. knippert , brandt/piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld t [Scherpstellen]
(pagina 36)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t
Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hierna).
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij. U wordt aangeraden tegen een
boom of een gebouw in de buurt te leunen om uzelf te stabiliseren. U kunt ook opnemen
met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden, de steadyshot-functie
activeren of een statief gebruiken. Gebruik de flitser wanneer u opnamen maakt bij
weinig licht.
7
Basistechnieken voor betere beelden
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting:
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO = opnamegevoeligheid
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld
(pagina 23).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 38).
De ISO-gevoeligheid aanpassen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Zie pagina 40 als u de ISO-gevoeligheid wilt aanpassen.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
8
Basistechnieken voor betere beelden
Kleur
De effecten van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het
licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Gloeilamp
Wit (standaard)
Blauwachtig
Blauwgetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 39).
9
Basistechnieken voor betere beelden
Kwaliteit "Beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 7M
3072
3072 pixels × 2304 pixels = 7.077.888 pixels
640
2304
480
Pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 24)
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal
A3-formaat
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
De beeldkwaliteit selecteren (compressieverhouding) (pagina 41)
U kunt de compressieverhouding selecteren die gebruikt wordt voor het opslaan van digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding selecteert, mist het beeld de fijne details, maar
is het beeldbestand kleiner.
10
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
A
-toets (STEADY SHOT) (22)
B Sluiterknop (19)
C POWER-lampje
D POWER-toets
E Microfoon
F Flitser (21)
G Lens
H Zelfontspannerlampje (22)/
AF-verlichting (57)
I Lensklep
A Modusschakelaar (19)
B Luidspreker
C LCD-scherm (17)
D
-toets (Schermweergave) (17)
E MENU-toets (31)
F
-toets (Beeldformaat/
Verwijderen) (24, 28)
G Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (20)
Voor weergeven: / -toets
(Weergavezoom)/
-toets (Index)
(28, 29)
H Klep voor accu/"Memory Stick Duo"
I Bevestigingsoog voor de polsriem
J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (31)
Menu uit: / / / (20-22)
K
-toets (EV/Diavoorstelling)
(23, 29)
L Toegangslampje
M "Memory Stick Duo"-sleuf
N Accusleuf
O Accuontgrendelknop
11
Onderdelen en bedieningselementen
P Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Bij gebruik van de netspanningsadapter
AC-LS5K (niet bijgeleverd)
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
1 Naar de
DC INaansluiting
Kabel voor de
multifunctionele v-markering
aansluiting
3 Naar
stopcontact
• U kunt de accu niet opladen door de camera
aan te sluiten op de netspanningsadapter
AC-LS5K. Gebruik de acculader om de
accu op te laden.
Q Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
12
Aanduidingen op het scherm
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Scherm
Aanduiding
Flitser wordt opgeladen
Bij opname van stilstaande beelden
1.3
Zoomvergrotingsfactor
(20, 55)
Rode-ogeneffect beperken
(56)
Scherpte (45)
Contrast (45)
ON
AF-verlichting (57)
Lichtmeetfunctie (38)
Bij opname van films
VIVID
NATURAL
SEPIA B&W
Kleurfunctie (35)
B
Scherm
Aanduiding
Macro/Vergrootglas (21)
S AF M AF
AF-functie (55)
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe (36)
1.0m
A
STEADY SHOT (22)
Scherm
Aanpassingsbalk voor
belichtingswaarde (23)
Aanduiding
Resterende acculading
• De weergave wordt
gewijzigd zoals links wordt
weergegeven, afhankelijk
van de camerafunctie
(pagina 34).
AE/AF-vergrendeling (19)
z
M
Vooraf ingestelde
scherpstelafstand (36)
BRK
Opnamefunctie (19, 42)
Witbalans (39)
WB
STBY
OPNEMEN
V Donkerder
v Helderder
Richtlijn voor
belichtingswaarde (23)
Stand-by/film opnemen
Camerafunctie
(Scènekeuze) (25)
Camerafunctie
(Programma) (34)
SL
Flitsfunctie (21)
13
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm
Aanduiding
7M
3:2
5M
Beeldformaat (24)
3M
2M
1M
•
VGA
16:9
FINE
640
STD
640
1M wordt alleen
weergegeven als Multi
Burst is ingeschakeld.
Scherm
Aanduiding
E
Waarschuwing voor
zwakke accu (105)
+
Dradenkruis van de
puntlichtmeting (38)
AF-bereikzoekerframe (36)
160
FINE STD
101
Beeldkwaliteit (41)
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
E
Scherm
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur]
1/30"
Multi Burst-interval (44)
400
Resterend aantal
opneembare beelden
Histogram (17, 23)
NR lange-sluitertijd
• Als de sluitertijd een
bepaalde snelheid
overschrijdt bij weinig licht,
wordt de NR langesluitertijdfunctie (Noise
Reduction; ruisbeperking)
automatisch ingeschakeld
om beeldruis te
verminderen.
Zelfontspanner (22)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (105)
±0.7EV
Waarde voor de
bracket-stap (44)
ISO-waarde (40)
D
Scherm
Aanduiding
125
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
+2.0EV
Belichtingswaarde (23)
Menu (31)
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het beste de steadyshotfunctie inschakelen, de
flitser gebruiken voor een
betere belichting of een
statief of ander hulpmiddel
gebruiken om de camera te
stabiliseren (pagina 7).
14
Aanduiding
(niet
weergegeven
op het scherm
op de vorige
pagina)
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
A
Scherm
Aanduiding
Resterende acculading
Opnamefunctie (19, 42)
M
7M
3:2
5M
3M
2M
1M
VGA
16:9
FINE
640
STD
640
Beeldformaat (24)
160
Beveiligen (46)
-
Afdrukmarkering (DPOF)
(92)
Bij weergave van films
Map wijzigen (46)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
1.3
Zoomvergrotingsfactor
(28)
Stap
12/16
Frame-voor-frameweergave (42)
N
Weergeven (28)
Volume (28)
B
Scherm
Aanduiding
101-0012
Map-bestandsnummer (46)
Weergavebalk
15
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm
101
E
Aanduiding
Histogram (17, 23)
•
Weergavemap (46)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Resterende interne
geheugencapaciteit
Resterende "Memory
Stick"-capaciteit
8/8 12/12
Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (105)
00:00:12
Teller
D
Scherm
Aanduiding
PictBridge-aansluiting (90)
• Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet los als het pictogram
wordt weergegeven.
+2.0EV
Belichtingswaarde (23)
ISO-waarde (40)
Lichtmeetfunctie (38)
Flitser
WB
Witbalans (39)
500
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
Weergavebeeld
16
Aanduiding
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
101
Scherm
PictBridge-aansluiting (89)
2006 1 1
9:30 AM
DPOF
z PAUZE
z AFSP.
wordt weergegeven als
het histogramscherm is
uitgeschakeld.
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
Menu (31)
Een reeks Multi Burstbeelden weergeven (42)
VORIGE/ Beelden selecteren
VOLGENDE
VOLUME
Volume aanpassen
De schermweergave wijzigen
Wanneer u op
(Schermweergave) drukt,
worden de aanduidingen op het scherm als
volgt gewijzigd.
Histogram aan
Histogramscherm
(pagina 23)
Aanduidingen uit
Aanduidingen aan
• Als u langer op de
-toets (Schermweergave)
drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm verhogen.
• Als het histogramscherm is ingeschakeld, wordt
tijdens de weergave beeldinformatie
weergegeven.
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven
– Tijdens het opnemen van films
Tijdens het weergeven
– Als het menu wordt weergegeven
– In de indexfunctie
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt
– Wanneer u stilstaande beelden roteert
– Tijdens het weergeven van films
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd lang of kort is.
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere
camera's.
17
Basishandelingen
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 56 MB. Dit geheugen kan niet uit de
camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst,
kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
• Films met het beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen met het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
B
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
B
Intern
geheugen
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 62).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina's 72 tot en met 75 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in
de camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de
camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt
gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
18
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
instelfunctie)
Modusschakelaar
v/V/b/B-toets
Sluiterknop
-toets
(STEADY SHOT)
Zoomtoets
z-toets
-toets
(Beeldformaat/
Verwijderen)
-toets (EV)
1 Selecteer een functie met de modusschakelaar.
Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): selecteer
Film: selecteer
.
Basishandelingen
Regeltoets
.
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Stilstaand beeld:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
2Druk de sluiterknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter.
Aanduiding voor
AE/AF-vergrendeling
19
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Film:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) of
Vergrootglas (pagina 21) wanneer u opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de
opnameafstand.
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen en
stel opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
–
–
–
–
–
–
–
Ver van de camera en donker
Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
Gezien door glas
Snel bewegend
Weerkaatsend licht of glanzend
Knipperend
Met tegenlicht
De zoomfunctie gebruiken
Druk op de zoomtoets.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 55 voor meer informatie over de instellingen van [Digitale zoom] en de beeldkwaliteit.
• De camera zoomt langzaam wanneer u een film opneemt.
Snelle controle (Het laatst opgenomen stilstaande beeld controleren)
Druk op b ( ) op de regeltoets.
Druk nogmaals op b om te annuleren.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien.
• Als u het beeld wilt verwijderen, drukt u op
(Verwijderen) en selecteert u [Wissen] met v op de
regeltoets. Druk vervolgens op z.
20
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op v ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
Basishandelingen
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling)
: Altijd flitsen
SL : Lgz synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt
weergegeven.
Macro/Vergrootglas (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op B (
) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro Uit
: Macro Aan (W-kant: ongeveer 8 cm of verder, T-kant: ongeveer 25 cm of verder)
:Vergrootglas Aan (Vergrendeld op de W-kant: ongeveer 1 tot 20 cm)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling gaat omlaag.
Vergrootglas
• Gebruik de functie als u nog dichterbij opnamen wilt maken dan bij opnemen met
(Macro).
• De optische zoomfunctie is vergrendeld aan de W-kant en kan niet worden gebruikt.
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt het beeld vergroot met de digitale zoomfunctie.
21
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V (
) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de
sluiter werkt.
Zelfontspannerlampje
Druk nogmaals op V om te annuleren.
• Als u de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden gebruikt, kunt u wazige beelden wellicht
voorkomen.
Functiegids
Als u op de regeltoets drukt, worden de beschrijvingen van de functies tijdelijk weergegeven
(pagina 56).
Steadyshot-functie
De steadyshot-functie is altijd geactiveerd als
(Camera) is ingesteld op [Autom.].
Als u wilt controleren of de steadyshot-functie is geactiveerd, drukt u de sluiterknop half in en
kijkt u of het pictogram
(STEADY SHOT) op het scherm wordt weergegeven.
Andere functies dan de instelfunctie [Autom.]:
Druk op de
-toets (STEADY SHOT) om de steadyshot-functie te annuleren. Als u de
steadyshot-functie wilt activeren, drukt u nogmaals op de
-toets.
• U kunt de steadyshot-functie wijzigen (pagina 58).
22
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
EV (De belichting handmatig aanpassen)
Druk op de
-toets (EV) en druk vervolgens op v (Helderder)/ V (Donkerder) om de
belichting aan te passen.
Als u de weergegeven balk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de
-toets.
Naar +
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
Basishandelingen
Naar –
z EV (Belichtingswaarde) aanpassen met een histogram
A
Donker
B
Helder
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
(Schermweergave) om het histogram in het
scherm weer te geven. De weergegeven grafiek
geeft een donker beeld aan wanneer deze links
hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer
deze rechts hoger is. Stel de modusschakelaar in
op
en pas EV aan terwijl u de belichting
controleert met het histogram.
A Aantal pixels
B Helderheid
• In de volgende gevallen wordt het histogram ook weergegeven, maar u kunt de belichting dan niet
aanpassen.
– Als één stilstaand beeld wordt weergegeven
– Tijdens Snelle controle
23
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Het beeldformaat wijzigen
Druk op
(Beeldformaat) en druk vervolgens op v/ V om het formaat te selecteren.
Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Beeldformaat
Richtlijnen
7M (3072×2304)
Max. formaat is A3 (11×17")
3:21) (3072×2048)
Net als beeldverhouding 3:2
Aantal beelden
5M (2592×1944)
Max. formaat is A4 (8×10")
3M (2048×1536)
Max. formaat is 13×18cm (5×7")
2M (1632×1224)
Max. formaat is 10×15cm (4×6")
VGA (640×480)
Voor e-mail
16:92) (1920×1080)
Weergeven op 16:9 HDTV3)
Afdrukken
Minder
Fijn
Meer
Ruw
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 102).
3) Als u een Memory Stick-sleuf of USB-verbinding gebruikt, kunt u genieten van beelden met een hogere
kwaliteit.
Beeldformaat van films
Frame/seconde
Gebruiksrichtlijnen
640(Fijn) (640×480)
Ongeveer 30
Weergave op tv, hoge kwaliteit
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17
Weergave op tv, standaard
160 (160×112)
Ongeveer 8
Voor e-mail
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave kan zijn.
24
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
Modusschakelaar
v/V/b/B-toets
z-toets
Sluiterknop
MENU-toets
1 Selecteer
Basishandelingen
Regeltoets
met de modusschakelaar.
2 Druk op MENU.
3 Selecteer
(Camera) met b op de regeltoets en selecteer een functie met
v / V.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
• De instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
5 Maak een foto met de sluiterknop.
De scènekeuzefunctie annuleren
Selecteer [Autom.] of [Programma] met v / V (pagina 34).
25
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
Hoge gevoelighd
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp in
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
Korte sluitertijd
Schemer*
Hiermee kunt u's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van
portretten op donkere plaatsen.
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen op
donkere plaatsen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in
helderdere en warmere tinten
opnemen voor mooiere beelden.
Daarnaast wordt met de zachte
achtergrond een rustige atmosfeer
voor foto's van personen,
bloemen, enzovoort tot stand
gebracht.
* De sluitertijd wordt lager. U kunt dus het beste een statief gebruiken.
26
Hiermee kunt u buiten of op
andere heldere plaatsen
bewegende onderwerpen
opnemen.
• De sluitertijd wordt korter, dus
beelden die op donkere plaatsen
worden opgenomen, worden
donkerder.
Strand
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
Vuurwerk*
Hiermee kunt u vuurwerk
opnemen met schitterende details.
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die niet kunnen worden gecombineerd met een scènekeuzefunctie
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie. Wanneer u op de toets drukt om functies te selecteren die niet
gecombineerd kunnen worden met een scènekeuzefunctie, wordt een pieptoon weergegeven.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Flitser
Witbalans
Burst/
Exposure Bracket/ Flitsniveau
Multi Burst
/—
—
—/—
/—
—
Autom./ WB
SL
—
—
/—
—/—
/
/—
/
/—
/
/—
/
—/—
—
—
Basishandelingen
Macro/
Vergrootglas
Vooraf
AFingestelde
bereikzoeker
scherpstelling
—
27
Beelden weergeven/verwijderen
Modusschakelaar
v/V/b/B-toets
/ -toets
(Index/Weergavezoom)
-toets (Weergavezoom)
z-toets
MENU-toets
Regeltoets
-toets
(Verwijderen)
1 Selecteer
-toets
(Diavoorstelling)
met de modusschakelaar.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op b/B als u wilt terugspoelen/snel vooruitspoelen. (Druk op z om terug te keren
naar normaal afspelen.)
Druk op v/V om het volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [160] worden één formaat kleiner weergegeven.
Beelden verwijderen
1 Geef het beeld weer dat u wilt verwijderen en druk op
2 Selecteer [Wissen] met v en druk vervolgens op z.
Het verwijderen annuleren
Selecteer [Sluiten] en druk vervolgens op z.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op
wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op
om het zoomen ongedaan te maken.
Het gedeelte aanpassen: v/V/b/B
Weergavezoom annuleren: z
• Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 53)
28
(Verwijderen).
Beelden weergeven/verwijderen
Indexscherm weergeven
Druk op
(Index) en selecteer een beeld met v / V/b/B. Als u het volgende (vorige)
indexscherm wilt weergeven, drukt u op b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
1 Druk terwijl een indexscherm wordt weergegeven, op
[Kiezen] met v/V op de regeltoets en druk op z.
(Verwijderen) en selecteer
2 Selecteer het beeld dat u wilt verwijderen met v / V/b/B en druk op z om de aanduiding
(Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
Groen selectiekader
Basishandelingen
Beelden verwijderen in de indexfunctie
Een selectie annuleren
Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd voor verwijderen en
druk op z om de aanduiding
van het beeld te verwijderen.
3 Druk op
(Verwijderen).
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
• Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met v / V in stap 1 in plaats
van [Kiezen] en drukt u op z.
Een reeks beelden afspelen (Diavoorstelling)
Druk tijdens het weergeven van stilstaande beelden op
nogmaals op
om te annuleren.
(Diavoorstelling). Druk
De diavoorstelling onderbreken
Druk op z op de regeltoets.
Selecteer [Verder] en druk op z om opnieuw te starten.
• De diavoorstelling gaat verder vanaf het beeld dat werd onderbroken. De muziek begint
echter weer vanaf het begin.
Het vorige/volgende beeld weergeven
Druk op b/B in de pauzestand.
Het volume van de muziek aanpassen
Druk op v/V om het volume aan te passen.
29
Beelden weergeven/verwijderen
De diavoorstelling beëindigen
Druk op
of selecteer [Sluiten] met V in de pauzestand en druk op z.
• U kunt een diavoorstelling niet afspelen terwijl u de PictBridge-aansluiting gebruikt.
De instelling wijzigen
U kunt de gewenste instelling selecteren voor de diavoorstelling. Zie pagina 48 voor meer
informatie.
30
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken
v/V/b/B-toets
Modusschakelaar
z-toets
MENU-toets
Regeltoets
Verschillende items zijn beschikbaar, afhankelijk van de stand van de modusschakelaar en de
instellingen in het menu
(Camera).
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
Het menu gebruiken
1 Stel de modusschakelaar in.
3 Selecteer het gewenste menu-item met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste item niet zichtbaar is, houdt u
b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z nadat u een item hebt geselecteerd
terwijl de modusschakelaar is ingesteld op
.
4 Selecteer een instelling met v / V.
De instelling die u selecteert, wordt groter weergegeven en wordt ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
U kunt het menu ook uitschakelen door de sluiterknop half in te drukken.
• Als een item niet wordt weergegeven, wordt de aanduiding v / V weergegeven aan het uiteinde van de
plaats waar de menu-items normaal gesproken worden weergegeven. Als u niet-weergegeven items wilt
weergeven, selecteert u deze aanduiding met de regeltoets.
• U kunt geen items instellen die niet beschikbaar zijn.
31
Menu-items
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de stand van de modusschakelaar. Alleen de
beschikbare items worden op het scherm weergegeven.
(
: beschikbaar)
Modusschakelaar:
Autom.
Programma
Scène
Menu voor opnemen (pagina 34)
(Camera)
—
COLOR (Kleurfunctie)
—
9 (Scherpstellen)
—
(Lichtmeetfun.)
—
—
—
—
—
WB (Witbalans)
—
—
ISO
—
—
—
—
—
—
—
—
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
BRK (Bracket-stap)
M
—
*
—
—
(Interval)
—
*
—
—
(Flitsniveau)
—
*
—
—
(Contrast)
(Scherpte)
—
—
—
—
—
—
—
—
(Setup)
*De bewerking is beperkt op basis van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
32
—
—
Menu-items
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Menu voor weergeven (pagina 46)
(Map)
—
—
—
—
- (Beveiligen)
—
—
—
—
DPOF
—
—
—
—
(Afdrukken)
—
—
—
—
(Dia)
—
—
—
—
(Ander form.)
—
—
—
—
—
—
—
—
(Opdelen)
—
—
—
—
(Setup)
—
—
—
—
—
—
—
—
Trimmen*
*Alleen beschikbaar voor weergavezoom.
Het menu gebruiken
(Roteren)
33
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
.
(Camera): De camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren
Hiermee kunt u de camerafunctie voor stilstaande beelden selecteren.
34
Autom.
Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
Programma ( )
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch
wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen
selecteren met het menu.
Hoge gevoelighd ( )
Schemer ( )
Schemer-portret ( )
Soft Snap ( )
Landschap ( )
Korte sluitertijd (
)
Strand (
)
Sneeuw ( )
Vuurwerk (
)
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen
op basis van de scène (Scènekeuze) (pagina 25).
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
COLOR (Kleurfunctie): De helderheid van het beeld wijzigen
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
Sepia (SEPIA)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Natuurlijk (NATURAL)
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
Levendig (VIVID)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren.
Het menu gebruiken
Z-W (B & W)
Normaal
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Z-W] en [Sepia] selecteren.
• Wanneer [Multi Burst] is geselecteerd, wordt de kleurfunctie ingesteld op [Normaal].
35
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode wijzigen
U kunt de scherpstellingsmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp
te stellen met de functie voor automatische scherpstelling.
(onbeperkte afstand)
7.0m
3.0m
• Wanneer u een onderwerp door een net of een ruit opneemt, is
het moeilijk om scherp te stellen met de functie voor
automatische scherpstelling. In deze gevallen kunt u het beste
[Scherpstellen] gebruiken.
1.0m
0.5m
Punt-AF (
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met een
vooraf gedefinieerde afstand tot het onderwerp. (Vooraf
ingestelde scherpstelling)
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stevig
vast zodat het onderwerp en het AF-bereikzoekerframe op één
lijn blijven.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
Midden-AF
(
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het midden van het zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
Multi-AF
(Multipoint AF)
(Stilstaand beeld
(Film
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
)
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
36
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
• AF betekent Auto Focus (Automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand bij [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• Voor het opnemen van films kunt u het beste [Multi-AF] gebruiken, omdat de automatische scherpstelling
dan ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u Digitale zoom of AF-verlicht. gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of in de buurt van het midden van het frame. In dit geval knippert
,
of
en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet weergegeven.
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
z Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp
Wanneer u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u
[Midden-AF] of [Punt-AF] gebruikt, stelt de camera wellicht niet scherp op een onderwerp aan de rand van
het frame.
Het menu gebruiken
In dergelijke gevallen doet u het volgende.
1 Stel het beeld opnieuw samen zodat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
AF-bereikzoekerframe
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak u wilt opnieuw
uitvoeren.
2 Wanneer de aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ophoudt met knipperen en blijft branden,
keert u terug naar het samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop volledig in.
37
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
(Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie selecteren
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Punt (Puntlichtmeting)
( )
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat gedeelte van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de belichting.
• Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [9]
(Scherpstellen) instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (pagina 36).
38
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
WB (Witbalans): De kleurtinten aanpassen
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het
opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien.
Flitser ( WB )
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
Fluorescerend (
Bewolkt (
)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal,
of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
)
Het menu gebruiken
Gloeilamp (n)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting.
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
39
Menu voor opnemen
Daglicht (
Autom.
)
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
• Zie pagina 9 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, is [WB] ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( WB ).
• Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
ISO: De lichtgevoeligheid selecteren
Lage waarde
Hoge waarde
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe
hoger de gevoeligheid.
1000
800
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats
of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een
lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
400
200
100
80
Autom.
• Zie pagina 8 voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid.
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger
wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
• Als u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en helpt zo
voorkomen dat beelden erg licht worden (behalve als [ISO] is ingesteld op [80] of [100]).
40
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
(Beeldkwaliteit): De kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren
Hiermee kunt u de kwaliteit voor stilstaande beelden selecteren.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt met hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt met standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
Het menu gebruiken
41
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Mode (Opn.functie): De functie voor continu opnemen selecteren
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
Multi Burst ( M )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandebeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen in de functie
[Interval] (pagina 44).
• Het beeld wordt op volgorde op het camerascherm
weergegeven.
• Het beeld wordt afgedrukt als één beeld met 16 frames.
Exposure Bracket (BRK)
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij
de belichtingswaarden automatisch iets worden verschoven.
• Wanneer u de juiste belichting niet kunt bepalen, maakt u
opnamen met Exposure Bracket, zodat de belichtingswaarde
wordt verschoven. U kunt achteraf het beeld kiezen met de beste
belichting.
Burst (
)
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de volgende tabel) wanneer u de sluiterknop
ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is verdwenen, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
De [Multi Burst]-functie
• U kunt beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, weergeven met de volgende procedure.
– Onderbreken/hervatten: druk op z op de regeltoets.
– Frame-voor-frame-weergave: druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave van de reeks
te hervatten.
42
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
• U kunt de volgende functies niet gebruiken in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– Een reeks beelden opdelen die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen
– Een frame extraheren of verwijderen uit een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer
(Camera) is ingesteld op
[Autom.]
• Wanneer u een reeks beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, weergeeft met een computer
of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als één beeld
met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, is 1M.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Multi Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
De [Exposure Bracket]-functie
Het menu gebruiken
• De flitser is ingesteld op
(Niet flitsen).
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
• Als de belichting handmatig is aangepast (pagina 23), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
aangepaste helderheid.
• Het opname-interval is ongeveer 1 seconde.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde
waarde voor de bracket-stap.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Exposure Bracket-functie, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie (pagina 27).
De [Burst]-functie
•
•
•
•
De flitser is ingesteld op
(Niet flitsen).
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
Het opname-interval is ongeveer 0,92 seconde.
Als de accu bijna leeg is, of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• U kunt wellicht geen beelden opnemen in de Burst-functie, afhankelijk van de scènekeuzefunctie
(pagina 27).
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Fijn
Standaard
7M
5
8
3:2
5
8
5M
6
11
Formaat
3M
9
17
2M
15
27
VGA
85
100
16:9
15
27
43
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
BRK (Bracket-stap): De EV verschuiven in de [Exposure Bracket]-functie
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij de belichtingswaarden
automatisch iets worden verschoven.
±1.0EV
Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV
verschoven.
±0.7EV
Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV
verschoven.
±0.3EV
Hiermee wordt de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV
verschoven.
• BRK (Bracket-stap) wordt niet weergegeven in sommige scènekeuzefuncties.
(Interval): Het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren
Hiermee kunt u het frame-interval voor de [Multi Burst]-functie selecteren (pagina 42).
1/7.5 (1/7.5")
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
•
M
• Selecteer eerst [Multi Burst] bij [Mode] en stel vervolgens het
gewenste frame-interval in bij [Interval]. Wanneer u een andere
functie dan [Multi Burst] selecteert, is deze functie niet
beschikbaar.
(Interval) wordt niet weergegeven in sommige scènekeuzefuncties.
(Flitsniveau): De hoeveelheid flitslicht instellen
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
• Zie pagina 21 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
• U kunt wellicht het flitsniveau niet instellen, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 27).
44
Menu voor opnemen
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
(Contrast): Het contrast van het beeld aanpassen
Naar –
Naar +
Hiermee kunt u het contrast van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: het contrast wordt groter.
Normaal
)
Naar –: het contrast wordt kleiner.
(Scherpte): De scherpte van het beeld aanpassen
Naar –
Het menu gebruiken
–(
Naar +
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld regelen.
+(
)
Naar +: het beeld wordt scherper.
Normaal
–(
)
Naar –: het beeld wordt zachter.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Zie pagina 54.
45
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
.
(Map): De map voor het weergeven van beelden selecteren
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met "Memory Stick Duo" gebruikt.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de selectie geannuleerd.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
z De map
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 60)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 61)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map.
: naar de volgende map.
: naar de vorige of volgende map.
- (Beveiligen): Voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiligingsfunctie afgesloten.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
46
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding - (Beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
-
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, selecteert u het gewenste beeld met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
(Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v/V en druk vervolgens op z.
5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk vervolgens op z.
Een groene aanduiding - wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
Het menu gebruiken
1 Druk op
- (groen)
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De aanduiding - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Als u alle beelden in de map wilt beveiligen, selecteert u [Alle in deze map] in stap 4 en drukt u op z.
Selecteer [Aan] met B en druk vervolgens op z.
De beveiliging annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in
de indexfunctie".
2 Druk op z om de aanduiding - grijs te maken.
3 Herhaal de bovenstaande bewerking voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
47
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op
z. Selecteer [Uit] met B en druk op z.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" alle
gegevens op het opnamemedium worden gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens
niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF: Een afdrukmarkering toevoegen
Hiermee voegt u een afdrukmarkering
toe aan beelden die u wilt afdrukken (pagina 92).
(Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer
Zie pagina 88.
(Dia): Een reeks beelden afspelen
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Selecteer
(Dia) met b/B op de regeltoets en druk op z.
3 Selecteer het item dat u wilt instellen met v / V en selecteer het gewenste item met b/B.
4 Selecteer [Start] met V/B en druk vervolgens op z.
De diavoorstelling wordt gestart.
Als u de diavoorstelling niet meteen wilt starten, drukt u op [Annul.].
• De geselecteerde instelling blijft bewaard tot de volgende instelling is toegewezen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Effecten
48
Eenvoudig
Een eenvoudige diavoorstelling die geschikt is voor veel
verschillende scènes.
Nostalgisch
Een donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de
atmosfeer van een filmscène.
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid.
Actief
Een diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve scènes.
Normaal
Een standaarddiavoorstelling waarbij beelden worden
gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval.
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
• Wanneer deze is ingesteld op [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] of [Actief]:
– Alleen stilstaande beelden worden weergegeven.
– Wanneer beelden zijn opgenomen met Multi Burst, wordt het eerste frame van de continu opgenomen
beelden weergegeven.
• Muziek wordt niet afgespeeld (ingesteld op [Uit]) tijdens een diavoorstelling met de instelling [Normaal].
Het geluid van films wordt weergegeven.
Muziek
De vooraf ingestelde muziek is afhankelijk van het geselecteerde effect.
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Eenvoudig].
Music2
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Nostalgisch].
Music3
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Stijlvol].
Music4
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Actief].
Uit
Instelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Normaal]. Geen muziek beschikbaar.
Het menu gebruiken
Music1
Beeld
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
Interval
3 sec
5 sec
Het weergave-interval van beelden voor een diavoorstelling
met de instelling [Normaal] instellen.
10 sec
30 sec
1 min
49
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Start
De diavoorstelling starten.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt een gewenst muziekbestand van uw CD of MP3-bestanden overbrengen naar een camera voor
weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek overbrengen met [Downl. muz.] in
(Setup) met
de software "Music Transfer" (bijgeleverd) op een computer. Zie pagina's 84 en 86 voor meer informatie.
• U kunt maximaal vier liedjes op de camera opnemen (de vier vooraf ingestelde liedjes (Music 1-4) kunnen
worden vervangen door de muziek die u overbrengt).
• De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 180 seconden.
• Als u een muziekbestand niet kunt afspelen omdat het is beschadigd of er een ander probleem is, voert u
[Format. muz.] (pagina 63) nogmaals uit en brengt u de muziek opnieuw over.
(Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
Groot formaat
Klein formaat
Hiermee kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Ander form.) en het
opslaan als nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt gewijzigd, blijft het oorspronkelijke
beeld bewaard.
7M
5M
Zie pagina 24 voor meer informatie over richtlijnen voor het
selecteren van het beeldformaat.
3M
2M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het wijzigen van het beeldformaat geannuleerd.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt wijzigen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [
] (Ander form.) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer het gewenste formaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
•
•
•
•
•
50
Zie pagina 10 voor meer informatie over het Beeldformaat.
U kunt het beeldformaat van films of beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, niet wijzigen.
Wanneer u van een klein formaat overschakelt naar een groot formaat, neemt de beeldkwaliteit af.
U kunt het beeldformaat niet wijzigen in 3:2 of 16:9.
Wanneer u het formaat van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9 wijzigt, worden de bovenste en onderste
zwarte gedeelten op het scherm weergegeven.
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
(Roteren): Een stilstaand beeld roteren
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [
4 Selecteer [
] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
] met v en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v / V en druk vervolgens op z.
Het menu gebruiken
OK
• U kunt beveiligde beelden, films en beelden die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
(Opdelen): Films knippen
Verloop van de film ,
Opdelen
Opdelen
Hiermee kunt u films knippen of overbodige scènes van films verwijderen. Dit is de
aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het interne geheugen of de
"Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u films als bijlage bij uw e-mailberichten
wilt verzenden.
• Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke film wordt verwijderd en dat het nummer wordt
overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze zijn geknipt.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het opdelen geannuleerd.
51
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
Voorbeeld: een film met nummer 101_0002 knippen
In dit gedeelte wordt een voorbeeld beschreven waarin een film met nummer 101_0002 wordt
opgedeeld en wordt verwijderd.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1 Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
101_0002
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
101_0004
1
A
3
2
B
101_0005
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Verwijderen van scène A en B als deze overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
B
101_0006
Verwijderen
Verwijderen
4 Alleen de gewenste scènes blijven over.
1
3
2
101_0006
Procedure
1 Geef de film weer die u wilt opdelen.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [
] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt gestart.
52
Menu voor weergeven
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 31
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, selecteert u [c/C] (frame terug/vooruit) en past u het knippunt
aan met b/B.
• Als u het knippunt wilt wijzigen, selecteert u [Annul.]. De film wordt opnieuw gestart.
6 Selecteer [OK] met v / V en druk vervolgens op z.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De film wordt geknipt.
(Setup): De Setup-items wijzigen
Het menu gebruiken
• Aan de geknipte films worden nieuwe nummers toegewezen en deze worden vervolgens opgenomen als
de meest recente bestanden in de geselecteerde opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde films (pagina 46)
Zie pagina 54.
Trimmen: Een vergroot beeld opnemen
Hiermee kunt u een vergroot beeld opnemen (pagina 28) als nieuw bestand.
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het bijsnijden geannuleerd.
1 Druk tijdens weergavezoom op MENU om het menu weer te geven.
2 Selecteer [Trimmen] met B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
3 Selecteer het beeldformaat met v/V en druk vervolgens op z.
Het bijgesneden beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt opnieuw
weergegeven.
• Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het meest recente bestand in de geselecteerde opnamemap en
het oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van bijgesneden beelden kan afnemen.
• U kunt het beeldformaat niet bijsnijden naar beeldverhouding 3:2 of 16:9.
• U kunt beelden die worden weergegeven met Snelle controle, niet bijsnijden.
53
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met het Setup-scherm.
v/V/b/B-toets
Modusschakelaar
MENU-toets
z-toets
Regeltoets
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
2 Nadat u op B op de regeltoets hebt gedrukt, gaat u naar de instelling
(Setup) en drukt u nogmaals op B.
3 Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het item te selecteren dat u wilt
instellen.
Het kader van het geselecteerde item wordt geel.
4 Druk op z om de instelling op te geven.
Druk op MENU om het scherm
(Setup) uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op b op de regeltoets om terug te keren naar het menu vanuit het scherm
(Setup).
• Druk de sluiterknop half in om het scherm
(Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie.
Als het menu niet wordt weergegeven
Druk langer op MENU om het scherm
De instelling
(Setup) weer te geven.
(Setup) annuleren
Selecteer [Annul.] als dit wordt weergegeven en druk vervolgens op z op de regeltoets. Als
dit niet wordt weergegeven, selecteert u de vorige instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
54
Camera 1
1
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-functie
Hiermee kunt u de werking van de automatische scherpstelling selecteren.
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is
handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Met deze
functie wordt de benodigde tijd voor de scherpstelling korter.
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie
[Enkelvoud.].
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [7M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitalezoomfunctie) (
Uit
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar neemt de beeldkwaliteit af.
Het Setup-scherm gebruiken
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt
de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
)
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
Formaat
Maximale zoomvergrotingsfactor
5M
Ongeveer 3,6×
3M
Ongeveer 4,5×
2M
Ongeveer 5,6×
VGA
Ongeveer 14×
16:9
Ongeveer 4,8×
55
Camera 1
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
• Als u op de zoomtoets drukt, wordt de aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor als volgt weergegeven.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Aanduiding voor de zoomvergrotingsfactor
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De aanduiding
,
of
knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich in de buurt van het midden
van het frame bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Functiegids
Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven.
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff
Hiermee kunt u het rode-ogeneffect beperken bij
gebruik van de flitser. Selecteer deze instelling
voordat u begint met opnemen.
Aan (
)
Hiermee beperkt u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt Rode-ogeneff niet gebruikt.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op.
56
Camera 1
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
AF-verlicht
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting zendt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de aanduiding ON weergegeven.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Auto Review
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
Het Setup-scherm gebruiken
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (U kunt het beste een afstand van ongeveer 2,7 m voor groothoek
(zoom: W) en 2,5 m voor telefoto (zoom: T) aanhouden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Bij vooraf ingestelde scherpstelling (pagina 36) werkt de AF-verlichting niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De aanduiding ,
of
knippert en AF werkt met
voorrang voor onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer
(Schemer),
(Landschap),
(Korte sluitertijd) of
(Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Hoewel er geen enkel gevaar bestaat, kunt u het beste niet
rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
57
2
Camera 2
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
STEADY SHOT
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
Opnemen
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
Continu
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie
[Opnemen].
• Bij het opnemen van films wordt [Continu] geactiveerd, zelfs als [Opnemen] is geselecteerd.
• Als
(Camera) niet is ingesteld op [Autom.] (pagina 22), kunt u de steadyshot-functie uitschakelen met
de
-toets (STEADY SHOT).
• De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed.
– Als de bewegingen met de camera te hevig zijn
– Bij een te lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes
58
Intern geheugen-tool
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
Het Setup-scherm gebruiken
59
Memory Stick tool
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
Opnamemap maken
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
•
•
•
•
Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 77) voor meer informatie.
60
Memory Stick tool
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Opnamemap wijz
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B, selecteer vervolgens [OK] met v en druk op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
Het Setup-scherm gebruiken
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
61
Memory Stick tool
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Kopiëren
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of groter.
2 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" wordt weergegeven.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 of 3 en druk vervolgens op z.
• Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert
beeldbestanden te kopiëren terwijl de accu bijna leeg is, kan de accu helemaal leeg raken. Hierdoor kan
het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs beschadigd raken.
• U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de
beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory
Stick Duo" en voert u vervolgens [Formatteren] uit in
(Intern geheugen-tool) (pagina 59).
• U kunt geen map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo".
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering
niet gekopieerd.
62
1
Setup 1
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Downl. muz
Hiermee kunt u muziek downloaden om af te spelen tijdens de diavoorstelling.
Zie pagina's 50, 84, 86.
Format. muz
Als een muziekbestand niet kan worden afgespeeld tijdens de diavoorstelling, is het
muziekbestand mogelijk beschadigd. Als dit gebeurt, voert u [Format. muz] uit.
Als [Format. muz] is uitgevoerd, zijn alle muziekbestanden gewist. Gebruik de bijgeleverde
software "Music Transfer" om [Downl. muz] te activeren.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk op z.
Het bericht "Alle gegevens worden gewist Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk op z.
Alle muziekbestanden worden gewist.
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk op z.
LCD-verlicht
Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm selecteren
wanneer u de camera gebruikt met de accu.
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Het Setup-scherm gebruiken
Het formatteren annuleren
Normaal
• U kunt de instelling ook wijzigen door de
-toets (Schermweergave) langer ingedrukt te houden.
• Als u [Helder] selecteert, wordt meer acculading verbruikt.
Pieptoon
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
63
Setup 1
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Taal
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten
worden weergegeven.
Initialiseren
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren Klaar?" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 1 of 2 en druk vervolgens op z.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
64
2
Setup 2
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr
Hiermee kunt u de methode selecteren op basis waarvan bestandsnummers worden
toegewezen aan beelden.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegewezen, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick
Duo" wordt verwisseld. (Als de nieuw geplaatste "Memory
Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het
laatste toegewezen bestandsnummer, wordt een nummer één
hoger dan het hoogste bestandsnummer toegewezen.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegewezen bestandsnummers elke keer
opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer toegewezen dat één hoger is dan het hoogte
nummer.)
Hiermee kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera
wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor
de multifunctionele aansluiting.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 88).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is ingesteld en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden in
de opnamemap op de camera gekopieerd naar de computer.
(Compatibel met Windows XP en Mac OS X.)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 73).
Autom.
De computer of PictBridge-compatibele printer wordt
automatisch herkend door de camera en een verbinding wordt
tot stand gebracht (pagina's 73 en 88).
Het Setup-scherm gebruiken
USB-aansl
• Als de camera geen verbinding kan maken met de PictBridgecompatibele printer als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u
de instelling in [PictBridge].
• Als de camera geen verbinding kan maken met een computer of
ander USB-apparaat als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u
de instelling in [Mass Storage].
65
Setup 2
Voor meer informatie over de
bediening 1 pagina 54
Video-uit
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende
televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u
pagina 68 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt
gebruikt.
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Klokinstel
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [OK] met v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op z.
De klokinstelling annuleren
Selecteer [Annul.] en druk op z.
66
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een
televisiescherm door de camera aan te
sluiten op een televisie.
Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de
televisie.
2 Stel de schakelaar van de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in op "TV".
1 Sluit de camera aan op de
televisie.
1 Naar de audio-/
video-ingangen
3 Schakel de televisie in en stel de
televisie/video-ingang in op
"video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie
voor meer informatie.
4 Stel de modusschakelaar in op
Modusschakelaar
Kabel voor de
multifunctionele aansluiting
• Leg de camera neer met het scherm naar boven
gericht.
• Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen,
sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor
de multifunctionele aansluiting aan op de
linkeraudio-ingang van de televisie.
Beelden bekijken op een televisiescherm
en schakel de camera in.
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Regeltoets
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het
televisiescherm weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te selecteren.
67
Beelden bekijken op een televisiescherm
• Als de schakelaar van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting is ingesteld op
"TV", worden beelden niet weergegeven op
het scherm van de camera.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
televisiesysteem (pagina 66).
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een televisiescherm
wilt weergeven, hebt u een televisie met een
video-ingang en de kabel voor de
multifunctionele aansluiting nodig. Het
kleursysteem van de televisie moet
overeenkomen met dat van uw digitale
camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten
voor het televisiekleursysteem van het land
of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
68
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 85) door voor meer informatie over het gebruik van
een Macintosh-computer.
Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 71)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 72)
• Beelden weergeven op de computer
•
•
•
•
Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
Beelden op datum weergeven
Beelden bewerken
Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer"
De computer gebruiken
Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" en "Music Transfer"
(pagina's 80 en 84)
• Beelden afdrukken
69
Werken met uw Windows-computer
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser" en "Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition of Windows XP Professional
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met
luidsprekers
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 128 MB RAM of
meer (Aanbevolen: Pentium III 800 MHz
of sneller en 256 MB RAM of meer)
Software: DirectX 9.0c of hoger
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Beeldscherm: Schermresolutie: 1024 × 768
pixels of meer, Kleuren: hoge kleuren
(16-bits kleuren) of meer
• De software is compatibel met DirectXtechnologie. U moet wellicht "DirectX"
installeren.
70
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP].
Is dit gedeelte worden [Autom.] en [Mass
Storage] als voorbeelden beschreven. Zie
pagina 65 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Wanneer u Windows 2000/Me gebruikt, moet u
de camera niet aansluiten op de computer
voordat u de installatie hebt uitgevoerd.
• In Windows 2000/XP meldt u zich aan als
beheerder.
• Als de bijgeleverde software is geïnstalleerd,
wordt het USB-stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven,
start u de computer opnieuw op volgens
de aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
5 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
wordt een snelkoppeling op het bureaublad
gemaakt waarmee u naar de website voor
klantenregistratie kunt gaan.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op
(My Computer) t
(SONYPICTUTIL).
Het scherm "Choose Setup Language"
verschijnt.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
De computer gebruiken
2 Klik op [Install].
Zodra u zich hebt geregistreerd op de
website, kunt u veilige en nuttige
klantenondersteuning krijgen.
http://www.sony.net/registration/di
op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, selecteert u
het keuzerondje naast [I accept the
terms of the license agreement] en klikt
u op [Next].
71
Beelden kopiëren naar de computer
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
U kunt als volgt beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second
Edition/NT gebruikt, kunt u beelden kopiëren
door de "Memory Stick Duo" in de Memory
Stick-sleuf van de computer te plaatsen.
• Zie pagina 99 als de "Memory Stick PRO Duo"
niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf
Voer fase 1 tot en met 4 op pagina's 72 tot
en met 76 uit om beelden te kopiëren.
• Wanneer u Windows 2000/Me gebruikt, moet u
de software (bijgeleverd) installeren voordat u
doorgaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u
de software niet te installeren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
Met Windows 95/98/98 Second Edition/
NT:
Deze camera is niet compatibel met deze
versies van het Windowsbesturingssysteem. Als u een computer
zonder Memory Stick-sleuf gebruikt, kunt u
een Memory Stick Reader/Writer (niet
bijgeleverd) gebruiken om beelden van een
"Memory Stick Duo" naar de computer te
kopiëren.
Als u beelden in het interne geheugen naar
de computer wilt kopiëren, kopieert u de
beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
en kopieert u ze vervolgens naar de
computer.
72
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera of sluit de
camera met de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
• Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de accu bijna leeg is, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
leeg raakt.
3 Stel de modusschakelaar in op
en schakel de camera en
computer in.
Beelden kopiëren naar de computer
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
1 Sluit de camera aan op de
computer.
"USB-functie Mass Storage" wordt
weergegeven op het scherm van de camera.
Toegangsaanduidingen*
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
1 Naar een
USB-aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsaanduidingen rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit zijn
geworden.
• Als "USB-functie Mass Storage" niet verschijnt,
stelt u [USB-aansl.] in op [Mass Storage]
(pagina 65).
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd,
kan het scherm [Import Images] (pagina 80)
worden weergegeven. In dit geval kunt u
beelden rechtstreeks importeren met "Picture
Motion Browser".
2 Stel de schakelaar van de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in op "CAMERA".
• Voor Windows 2000/Me volgt u de procedure
die wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 75.
• Wanneer u Windows XP gebruikt en het scherm
met de wizard wordt niet automatisch
weergegeven, volgt u de procedure die wordt
beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar
een computer" op pagina 75.
De computer gebruiken
Fase 3-A: Beelden kopiëren
naar een computer
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
• In Windows XP wordt de wizard AutoPlay
automatisch weergegeven.
73
Beelden kopiëren naar de computer
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in fase 2,
klikt u op [Copy pictures to a
folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard] t [OK] wanneer het
scherm met de wizard
automatisch op de computer
wordt weergegeven.
3 Schakel de selectievakjes van
niet-gewenste beelden uit zodat
deze niet worden gekopieerd en
klik op [Next].
1
2
1
Het scherm "Picture Name and
Destination" verschijnt.
4 Selecteer de naam en de
2
bestemming van de beelden en
klik op [Next].
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" verschijnt.
1
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen,
worden op de computer weergegeven.
• Als er geen "Memory Stick Duo" is
geplaatst, worden de beelden weergegeven
die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
2
Het kopiëren van beelden wordt gestart.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options".
• In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
74
Beelden kopiëren naar de computer
5 Selecteer het keuzerondje naast
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] en klik op
[Next].
[Removable Disk] t [DCIM].
1
2
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het scherm met de wizard wordt
gesloten.
2 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren.
Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand en klik op [Copy] in
het snelmenu.
1
2
Fase 3-B: Beelden kopiëren
naar een computer
• Zie pagina 77 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden.
De computer gebruiken
• Als u nog meer beelden wilt kopiëren,
koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los (pagina 77). Voer vervolgens
de procedure uit die wordt beschreven in
"Fase 2: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op pagina 73.
• Zie pagina 100 als het pictogram
"Removable Disk" niet wordt weergegeven.
• Voor Windows XP volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 73.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
75
Beelden kopiëren naar de computer
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "My Documents" en klik
op [Paste] in het snelmenu.
Fase 4: Beelden weergeven op
de computer
In dit gedeelte wordt de procedure
beschreven om gekopieerde beelden in de
map "My Documents" weer te geven.
1 Klik op [Start] t [My Documents].
1
2
2
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 79).
1
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Als u een ander besturingssysteem dan
Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op
[My Documents] op het bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
76
Beelden kopiëren naar de computer
De USB-verbinding annuleren
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• Kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows XP
op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
• Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan.
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met deze camera
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo": alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen: alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
De computer gebruiken
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
77
Beelden kopiëren naar de computer
• Beeldbestanden worden als volgt benoemd:
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in de
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
• Zie pagina's 46 en 60 voor meer informatie over
mappen.
78
Beeldbestanden opgeslagen op de computer
weergeven op de camera (met een "Memory Stick Duo")
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het
model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• Als er geen map is, maakt u een nieuwe map
met uw camera (pagina 60) en kopieert u
vervolgens het beeldbestand.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig
de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik op [Copy] in het
snelmenu.
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik op [Paste] in het snelmenu.
• sss staat voor een nummer tussen
100 en 999.
1 Klik met de rechtermuisknop op
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
De computer gebruiken
het beeldbestand en klik op
[Rename] in het snelmenu. Wijzig
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
1
2
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
79
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd)
gebruiken
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit gedeelte bevat een beschrijving en
algemene instructies voor "Picture Motion
Browser".
Overzicht van "Picture Motion
Browser "
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken, afdrukken en
verzenden als bijlage bij e-mailberichten, de
opnamedatum wijzigen en meer.
• Raadpleeg de Help voor meer informatie over
"Picture Motion Browser".
Als u de Help wilt openen, klikt u op
[Start] t [All Programs] (in Windows
2000/Me, [Programs]) t [Sony Picture
Utility] t [Help] t [Picture Motion
Browser].
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
"Picture Motion Browser" starten
Algemene instructies
Voer de volgende procedure uit om beelden
vanaf de camera te importeren en weer te
geven.
Beelden importeren
1 Controleer of "Media Check
Tool"* wordt uitgevoerd.
Controleer of het pictogram
(Media
Check Tool) in de taakbalk wordt
weergegeven.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
wanneer een "Memory Stick" wordt
geplaatst of wanneer de camera wordt
aangesloten.
• Als het pictogram
niet wordt
weergegeven: Klik op [Start] t [All
Programs] (in Windows 2000/Me:
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Tools] t [Media Check Tool].
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Als de camera automatisch is herkend,
verschijnt het scherm [Import Images].
Dubbelklik op het pictogram
(Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of vanuit het menu Start: Klik op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000/Me,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Picture Motion Browser].
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op
scherm.
in de rechterbovenhoek van het
• Zie eerst pagina 72 als u de Memory Sticksleuf gebruikt.
80
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken
• Als in Windows XP de wizard AutoPlay
wordt weergegeven, sluit u deze wizard.
2 Beelden in "Viewed folders"
weergeven op opnamedatum
3 Importeer de beelden.
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures". Deze map heeft als naam de
datum waarop de beelden zijn
geïmporteerd.
• Zie pagina 83 voor instructies over het
wijzigen van de "Folder to be imported".
1Klik op de tab [Calendar].
De jaren waarin de beelden zijn
opgenomen, worden weergegeven.
2Klik op het jaar.
Beelden die in dat jaar zijn opgenomen,
worden weergegeven, ingedeeld op
opnamedatum.
3Als u de beelden per maand wilt
weergeven, klikt u op de gewenste
maand.
Miniaturen van beelden die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
4Als u de beelden op tijd wilt weergeven,
klikt u op de gewenste datum.
Miniaturen van beelden die op die dag
zijn opgenomen, worden weergegeven,
ingedeeld op uur.
Beelden weergeven
Scherm met weergave per jaar
1 Geïmporteerde beelden
1
Wanneer het importeren is voltooid,
wordt de "Picture Motion Browser"
gestart. Er worden miniaturen van de
geïmporteerde beelden weergegeven.
2
3
Scherm met weergave per maand
De computer gebruiken
controleren
4
• De map "My Pictures" is ingesteld als
standaardmap in "Viewed folders".
• Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven,
dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur.
81
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken
Scherm met weergave per uur
Beelden weergeven op volledig
scherm
Als u een diavoorstelling van de huidige
beelden wilt weergeven op volledig
scherm, klikt u op .
• Als u beelden van een bepaald jaar of een
bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op
die periode aan de linkerkant van het
scherm.
3 Afzonderlijke beelden weergeven
In het scherm met weergave per uur
dubbelklikt u op een miniatuur om het
betreffende beeld in een afzonderlijk
venster weer te geven.
• U kunt weergegeven beelden bewerken door
op
in de werkbalk te klikken.
82
• Als u de diavoorstelling wilt afspelen of
onderbreken, klikt u op
in de
linkerbenedenhoek van het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u
op
in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
"Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken
Andere functies
Beelden die op de computer zijn
opgeslagen, voorbereiden voor
weergave
Als u de beelden wilt weergeven, registreert
u de map met de beelden als een van de
"Viewed folders".
1 Kies [Import Settings] t
[Location for Imported Images] in
het menu [File].
Het scherm "Location for Imported Images"
wordt weergegeven.
1 Klik op
in het hoofdvenster, of
kies [Register Folders to View] in
het menu [File].
2 Selecteer de "Folder to be
Het scherm met instellingen voor registratie
van "Viewed folders" wordt weergegeven.
• U kunt de "Folder to be imported" kiezen
imported".
uit de mappen die zijn geregistreerd als
"Viewed folders".
Registratiegegevens van beelden
bijwerken
moeten worden geïmporteerd om
de map te registreren als een van
de "Viewed folders".
3 Klik op [OK].
De beeldgegevens worden geregistreerd in de
database.
• Beelden in submappen van "Viewed
folders" worden ook geregistreerd.
De "Folder to be imported" wijzigen
Als u de "Folder to be imported" wilt
wijzigen, opent u het scherm "Import
Settings".
De installatie van "Picture
Motion Browser" ongedaan
maken
De computer gebruiken
2 Geef de map op met beelden die
Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u
[Update Database] in het menu [Tools].
• Het bijwerken van de database kan enige
tijd duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of
mappen in "Viewed folders" wijzigt,
kunnen deze niet worden weergegeven
met deze software. Werk in dit geval de
database bij.
1 Klik op [Start] t [Control Panel]
(in Windows 2000/Me: [Start] t
[Settings] t [Control Panel]) en
dubbelklik op [Add/Remove Programs].
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Remove] (in Windows 2000/Me: klik op
[Change/Remove]) om de installatie
ongedaan te maken.
83
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door uw
eigen muziekbestanden met "Music
Transfer" op de CD-ROM (bijgeleverd). U
kunt deze bestanden ook op elk moment
verwijderen of toevoegen.
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
7 Volg de instructies op het scherm
als u muziekbestanden wilt
toevoegen/wijzigen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• U kunt als volgt de vooraf ingestelde
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
1 Voer [Format. muz.] uit (pagina 63).
1 Druk op MENU om het menu weer
3 Selecteer een geschikt muziekbestand voor
de diavoorstelling (pagina 48).
U kunt de muziekbestanden herstellen naar
de vooraf ingestelde bestanden met
[Initialiseren] (pagina 64), maar de andere
instellingen worden dan ook hersteld.
te geven.
2 Selecteer
(Setup) met B op de
3 Selecteer
muziek herstellen op de camera:
2 Voer [Standaardinstellingen] uit in "Music
Transfer".
Alle muziekbestanden worden hersteld naar
de vooraf ingestelde muziek en [Muziek] in
het menu [Dia] wordt ingesteld op [Uit].
• Raadpleeg de online Help van "Music Transfer"
voor meer informatie over het gebruik van
"Music Transfer".
regeltoets.
(Setup 1) met v / V
op de regeltoets. Selecteer
vervolgens [Downl. muz.] met
v/B.
1
4 Selecteer [OK] met B/v en druk
op z.
Het bericht "Aansluiten op computer"
verschijnt.
5 Breng een USB-verbinding tot
stand tussen de camera en de
computer.
84
6 Start "Music Transfer".
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot en met v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor
"Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3
tot en met v10.4)
Processor: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 72.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 73.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM] t de map met de beelden die u
wilt kopiëren.
De computer gebruiken
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen)
• Er zijn drie functies voor een USB-verbinding
bij aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP].
Is dit gedeelte worden [Autom.] en [Mass
Storage] als voorbeelden beschreven. Zie
pagina 65 voor meer informatie over [PTP].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 77 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
85
De Macintosh-computer gebruiken
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
De USB-verbinding annuleren
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• Kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" naar het pictogram "Trash" en zet
dit daar neer.
De verbinding tussen de camera en de
computer is verbroken.
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door uw
eigen muziekbestanden. U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen
of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
86
"Music Transfer" installeren
• Sluit alle andere toepassingen voordat u "Music
Transfer" installeert.
• U moet zich aanmelden als beheerder om te
kunnen installeren.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op
(SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik op het bestand
[MusicTransfer.pkg] in de map [MAC].
De installatie wordt gestart.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"" op pagina 84.
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus
voordat u begint met afdrukken
(pagina 102).
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer (pagina 88)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele printer
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
Beelden afdrukken met een computer
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
"Picture Motion Browser"-software en de beelden afdrukken.
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering
aanbrengen op de beelden die u
wilt afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 92)
87
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting. Wanneer u de
camera aansluit op een printer die
automatisch wordt herkend wanneer
[USB-aansl.] is ingesteld op [Autom.], is
fase 1 overbodig.
Indextoets
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
MENU-toets
Regeltoets
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
1
• U kunt het beste een volledig opgeladen accu of
een netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken.
1 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
2
2 Druk op B op de regeltoets en
selecteer
3 Selecteer [
• De functie voor het afdrukken van een index is
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de
printer.
• De hoeveelheid beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt, verschilt afhankelijk
van de printer.
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding
ongeveer vijf seconden
knippert op het scherm van de camera
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
88
(Setup).
] (Setup 2) met V en
selecteer vervolgens [USB-aansl.]
met v / V/B.
2
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
4 Selecteer [PictBridge] met B/v en
druk vervolgens op z.
2 Stel de schakelaar van de kabel
voor de multifunctionele
aansluiting in op "CAMERA".
De USB-functie is ingesteld.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
3 Schakel de camera en de printer
in.
1 Sluit de camera aan op de printer.
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
Fase 3: Afdrukken
Het afdrukmenu wordt weergegeven nadat
fase 2 is voltooid, ongeacht de stand van de
modusschakelaar.
1 Selecteer de gewenste
afdrukmethode met v / V op de
regeltoets en druk vervolgens op
z.
Stilstaande beelden afdrukken
1 Naar de
USBaansluiting
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
aanduiding
weergegeven.
[Alle in deze map]
Alle beelden in de map worden
afgedrukt.
89
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
[DPOF-beeld]
[Aantal]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt (pagina 92),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
[Kiezen]
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
Selecteer het aantal beelden dat u als
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt geselecteerd in stap 1,
selecteert u het aantal van hetzelfde
beeld dat u naast en onder elkaar op
hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als
indexbeeld.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z.
De markering
wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
• Als u meer beelden wilt selecteren,
herhaalt u deze procedure.
2Selecteer [Afdrukken] met V en druk
vervolgens op z.
Selecteer het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt
afzonderlijk afgedrukt.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
[Dit beeld]
Het weergegeven beeld wordt afgedrukt.
• Als u [Dit beeld] selecteert en [Index] instelt
op [Aan] in stap 2, kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als indexbeeld.
2 Selecteer de afdrukinstellingen
met v / V/b/B.
3 Selecteer [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los wanneer de aanduiding
(PictBridge-aansluiting) op het
scherm wordt weergegeven.
aanduiding
[Index]
Selecteer [Aan] om een indexbeeld af te
drukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 66). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
90
Andere beelden afdrukken
Selecteer na stap 3 [Kiezen] en vervolgens
het gewenste beeld met v / V en voer de
procedure uit vanaf stap 1.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(pagina 88) en "Fase 2: De camera
aansluiten op de printer" (pagina 89) uit en
ga als volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
weergegeven. Selecteer [Annul.] om het
afdrukmenu uit te schakelen en ga als volgt
verder.
1 Druk op
(Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu weer te
geven.
3 Selecteer [ ] (Afdrukken) met B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer de gewenste afdrukmethode met
v / V en druk vervolgens op z.
[Kiezen]
[DPOF-beeld]
Alle beelden met een afdrukmarkering
worden afgedrukt, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in deze map]
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt beelden selecteren en alle
geselecteerde beelden afdrukken.
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met v / V/b/B en druk vervolgens op z
om de markering
weer te geven. (Als u
meer beelden wilt selecteren, herhaalt u
deze procedure.) Druk vervolgens op
MENU.
Alle beelden in de map worden afgedrukt.
5 Voer stap 2 en 3 van "Fase 3: Afdrukken"
(pagina 89) uit.
91
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering
op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
MENU-toets
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
• U kunt de beelden met de afdrukmarkering
ook afdrukken op een printer die compatibel is
met de DPOF-norm (Digital Print Order
Format) of op een PictBridge-compatibele
printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst]-functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Regeltoets
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
3 Selecteer DPOF met b/B en druk
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering
wordt
weergegeven op het beeld.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
92
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Afdrukken bij een fotowinkel
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer
8 Selecteer [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De markering
wordt wit.
(pagina 29).
2 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
Een afdrukmarkering verwijderen in de
indexfunctie
3 Selecteer DPOF met b/B en druk
vervolgens op z.
4 Selecteer [Kiezen] met v / V en
druk vervolgens op z.
• U kunt geen markering
[Alle in deze map].
Als u het markeren wilt annuleren,
selecteert u [Annul.] in stap 4 of selecteert u
[Sluiten] in stap 8 en drukt u op z.
aanbrengen in
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk vervolgens op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en
druk vervolgens op z. Selecteer [Uit] en
druk vervolgens op z.
5 Selecteer het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
Een groene markering
wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
Stilstaande beelden afdrukken
(groen)
7 Druk op MENU.
93
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
1 Controleer de items op pagina's 95 tot en met 104.
Zie pagina 105 als een foutcode als "C/E:ss:ss" op het scherm wordt
weergegeven.
2 Verwijder de accu uit de camera, plaats deze na ongeveer één minuut terug en
schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 64).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de
beeldgegevens en muziekbestanden in het interne geheugen worden gecontroleerd.
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
Accu en stroombron
95
Stilstaande beelden/films
opnemen
95
Beelden weergeven
98
102
Intern geheugen
102
Afdrukken
102
Beelden verwijderen/bewerken 99
PictBridge-compatibele printer 103
Computers
Overige
Picture Motion Browser
94
"Memory Stick Duo"
99
101
104
Problemen oplossen
Accu en stroombron
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu op de juiste manier en gebruik de punt van de accu om de accuontgrendelknop
naast beneden te drukken.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de accu op de juiste manier.
• De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een
nieuwe.
• Gebruik een aanbevolen accu.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• De weergegeven resterende acculading verschilt van de werkelijke acculading. Ontlaad de
accu volledig en laad de accu weer op om de juiste lading weer te geven.
• De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 111). Vervang de accu door een
nieuwe.
Stilstaande beelden/films opnemen
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Problemen oplossen
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Verwijder overbodige beelden (pagina 28).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusschakelaar op
wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
• Zet de modusschakelaar op
wanneer u films wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de
volgende handelingen uit:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
95
Problemen oplossen
De steadyshot-functie werkt niet.
• De steadyshot-functie werkt niet als
op het scherm wordt weergegeven.
• De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt.
• Neem op nadat u de sluiterknop half hebt ingedrukt. Druk de knop niet plotseling volledig in.
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (pagina 14). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie
(Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 8 cm voor groothoek (W)/25 cm voor telefoto (T). Of stel
(Vergrootglas) in en stel scherp op een afstand tussen ongeveer 1 cm en 20 cm tot het
onderwerp (pagina 21).
•
(Vergrootglas) is ingesteld of (Schemer),
(Landschap) of
(Vuurwerk) is
geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De functie voor vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie voor
automatische scherpstelling (pagina 36).
• Zie "Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp" op pagina 37.
De zoomfunctie werkt niet.
• Als
(Vergrootglas) is geselecteerd, is de optische zoomfunctie niet beschikbaar.
• In de volgende gevallen kan de slimme-zoomfunctie niet worden gebruikt:
– Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].
– U neemt op in de Multi Burst-functie.
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op
(Niet flitsen) (pagina 21).
• U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst], [Exposure Bracket ] of [Multi Burst]
(pagina 42).
(Hoge gevoelighd), (Schemer) of
scènekeuzefunctie (pagina 26).
– U neemt films op.
• Stel de flitser in op (Altijd flitsen) als
(Landschap),
(Korte sluitertijd),
scènekeuzefunctie (pagina 21).
–
(Vuurwerk) is geselecteerd in de
(Vergrootglas) is ingesteld of als
(Strand) of
(Sneeuw) is geselecteerd in de
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
• Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
normaal.
96
Problemen oplossen
De close-upopnamefunctie (Macro/Vergrootglas) werkt niet.
•
(Schemer),
(pagina 27).
(Landschap) of
(Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 23).
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina's 17, 63).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 38) of pas de belichting aan (pagina 23).
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 23).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (pagina 35).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend verschijnsel. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneff.] in het menu
(Setup) in op [Aan] (pagina 56).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Problemen oplossen
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
97
Problemen oplossen
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 28).
• De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Beelden weergeven
De camera kan geen beelden weergeven.
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 79).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 77).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De
-toets (Schermweergave) is uitgeschakeld (pagina 17).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven als een USB-verbinding tot
stand is gebracht.
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Koppel
de kabel voor de multifunctionele aansluiting los of stel de schakelaar in op "CAMERA"
(pagina 73).
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 66).
• Controleer de aansluiting (pagina 67).
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "CAMERA".
Stel deze in op "TV" (pagina 67).
98
Problemen oplossen
Beelden verwijderen/bewerken
De camera kan een beeld niet verwijderen.
• Annuleer de beveiliging (pagina 47).
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd.
• Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 46) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 109) om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist.
De functie voor het wijzigen van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van films en Multi Burst-beelden niet wijzigen.
Films kunnen niet worden geknipt.
• De film is niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden).
• Annuleer de beveiliging (pagina 47).
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 70 voor Windows en pagina 85 voor
Macintosh.
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de
Er wordt niets op het scherm van de camera weergegeven als een
USB-verbinding tot stand is gebracht.
Problemen oplossen
Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers met computers en Memory Stick Readers/Writers
die zijn gemaakt door andere fabrikanten dan Sony, moeten contact opnemen met de
betreffende fabrikanten.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina's 73 en 85). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer
herkend.
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Stel
deze in op "CAMERA" (pagina 73).
99
Problemen oplossen
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd).
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] in het menu
(Setup) (pagina 65).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (pagina 73).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van de computer en de camera en
sluit de kabel opnieuw stevig aan.
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de
USB-aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 73).
• De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 71).
• De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met de kabel voor de multifunctionele aansluiting voordat u de software
(bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer en
installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt).
Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven
wanneer u de camera aansluit op de computer.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure geldt voor Windows-computers.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu.
Het scherm "System Properties" wordt weergegeven.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• In Windows Me klikt u op de tab [Device Manager].
"Device Manager" wordt weergegeven.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de software (pagina 71).
Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
U kunt geen beelden kopiëren.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 73).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina's 73 en 85).
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 60).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser"
niet automatisch gestart.
• Start "Media Check Tool" (pagina 80).
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 73).
100
Problemen oplossen
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Raadpleeg de Help als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
• U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 72).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 77).
• Voer de bewerking correct uit (pagina 79).
Picture Motion Browser
Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser".
• Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet
worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de
database bijwerken (pagina 83).
U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser", niet
vinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "De "Folder to be imported"
wijzigen" op pagina 83 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren.
• Open het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een
andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in
"Viewed folders" (pagina 83).
Alle geïmporteerde beelden worden in de kalender weergegeven met de datum
1 januari.
Problemen oplossen
U wilt de "Folder to be imported" wijzigen.
• U hebt de datum nog niet ingesteld op de camera. Stel de datum in op de camera (pagina 66).
101
Problemen oplossen
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 109).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden
gewist (pagina 109).
Intern geheugen
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt
aanbevolen).
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat
[16:9], kunnen de randen van het beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
102
Problemen oplossen
Er worden beelden met 16 frames afgedrukt.
• Beelden die zijn opgenomen in de Multi Burst-functie, worden opgenomen als één beeld met
16 frames. U kunt het beeld niet frame voor frame afdrukken.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van datums aan beelden.
Aangezien de beelden die met de camera worden opgenomen, echter informatie bevatten over
de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exifgegevens kan herkennen. Raadpleeg de fabrikant van de printer of de software voor meer
informatie over de compatibiliteit met Exif-gegevens.
• Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum
op de beelden af te drukken.
PictBridge-compatibele printer
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] in het menu
(Setup) (pagina 65).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een
foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Er wordt niets op het scherm van de camera weergegeven als een USBverbinding tot stand is gebracht.
• De schakelaar op de kabel voor de multifunctionele aansluiting is ingesteld op "TV". Stel
deze in op "CAMERA" (pagina 89).
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• Films kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Problemen oplossen
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat het pictogram
(Aansluiten op PictBridge apparaat) is verdwenen.
103
Problemen oplossen
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg
de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 90).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan wanneer u
het papierformaat wilt wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 90) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
Overige
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 66).
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 66).
104
Foutcodes en berichten
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met ss) verschillen,
afhankelijk van de status van de camera.
Als u het probleem niet kunt verhelpen,
zelfs niet nadat u de volgende oplossingen
een aantal keer hebt geprobeerd, moet de
camera wellicht worden gerepareerd. Neem
contact op met uw Sony-handelaar of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
Berichten
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E
• De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
accu, kan de aanduiding knipperen,
zelfs als er nog voldoende acculading is
voor 5 tot 10 minuten gebruik.
Alleen voor "InfoLITHIUM" accu
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel de camera uit en
weer in.
C:13:ss
• Deze accu is geen "InfoLITHIUM"-
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven naar de "Memory
Stick Duo". Probeer de camera uit en
weer in te schakelen, of verwijder de
"Memory Stick Duo" en plaats deze een
aantal keren terug.
• Er is een formatteringsfout in het
interne geheugen opgetreden of er is een
niet-geformatteerde "Memory Stick
Duo" geplaatst. Formatteer het interne
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(pagina's 59, 60).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met deze camera worden gebruikt,
of de gegevens zijn beschadigd. Plaats
een nieuwe "Memory Stick Duo".
E:62:ss
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 109).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 109).
E:91:ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Herstel de
standaardinstellingen van de camera
(pagina 64) en schakel de camera weer
in.
Formatteringsfout
Problemen oplossen
E:61:ss
Fout van intern geheugen
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina's 59 en 60).
105
Foutcodes en berichten
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen (pagina 109).
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de geselecteerde map. Selecteer een
andere map (pagina 61).
Bestandsfout
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 28).
Geheugen voor alleen-lezen
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Bestandsbeveiliging
• Annuleer de beveiliging (pagina 47).
Te groot beeldformaat
• De camera kan geen beelden opnemen
• U geeft een beeld weer met een formaat
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
interne geheugen.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de handelingen voor het
kopiëren van beelden vanaf de computer
niet juist uitgevoerd (pagina 79).
Kan niet opdelen
• De film is niet lang genoeg om te
knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Het bestand is geen film.
Ongeldige bediening
• U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
(Trillingswaarschuwing)
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina's 60,
61).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
106
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, activeer de steadyshot-functie of
bevestig de camera op een statief om de
camera te stabiliseren.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Films met beeldformaat 640(Fijn)
kunnen alleen op een "Memory Stick
PRO Duo" worden opgenomen. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" of stel
het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
Foutcodes en berichten
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge] terwijl de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
compatibel is met PictBridge.
Controleer het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Als een foutbericht
wordt weergegeven op de printer, moet
u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
• De gegevensoverdracht naar de printer
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
Geen beeld voor diavoorstelling
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd beelden af te
drukken voordat de printer was
aangesloten. Sluit een PictBridgecompatibele printer aan.
Geen afdrukbaar beeld
• U hebt geprobeerd [DPOF-beeld] uit te
voeren zonder een DPOFafdrukmarkering op de beelden aan te
brengen.
• U hebt geprobeerd [Alle in deze map]
uit te voeren terwijl een map was
geselecteerd die alleen films bevat. U
kunt films niet afdrukken.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
bestand dat in een diavoorstelling met
muziek kan worden afgespeeld.
Muziekfout
• Verwijder het muziekbestand of vervang
het door een normaal muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download
een nieuw muziekbestand (pagina 63).
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit (pagina 63).
Problemen oplossen
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• De geselecteerde map bevat geen
afdrukken, is beschadigd.
107
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de acculader (bijgeleverd) en de netspanningsadapter AC-LS5K (niet
bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en
240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een
storing kan optreden.
108
De "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
Type "Memory Stick"
Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a*1*2
MagicGate Memory Stick
—
MagicGate Memory Stick
Duo
a*1
Memory Stick PRO
—
Memory Stick PRO Duo
a*1*2*3
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
verwijderen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK
is gezet met een puntig voorwerp.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Memogebied
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle
interface.
*3
Films kunnen worden opgenomen met het
beeldformaat 640(Fijn).
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• U kunt het beste een reservekopie (back-up) van
belangrijke gegevens maken.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
Overige
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar is afhankelijk
van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt.
109
De "Memory Stick"
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over het gebruik van de
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat plaatst zonder een Memory
Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk
dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u
ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting wordt geplaatst. Houd er rekening
mee dat de apparatuur kan worden beschadigd
door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
110
De "InfoLITHIUM"-accu
Voor deze camera is een "InfoLITHIUM"accu nodig (type T).
De aanduiding voor resterende
acculading
Wat is een "InfoLITHIUM"-accu?
De camera kan worden uitgeschakeld terwijl de
aanduiding voor resterende acculading aangeeft
dat er voldoende stroom is. Verbruik alle
acculading en laad de accu opnieuw volledig op
zodat de aanduiding voor de resterende
acculading correct is. Houd er echter rekening
mee dat mogelijk de aanduiding voor de
acculading niet correct wordt weergegeven
wanneer de accu langere tijd in hoge temperaturen
wordt gebruikt, ongebruikt wordt gelaten terwijl
deze volledig is opgeladen of vaak wordt gebruikt.
Een "InfoLITHIUM"-accu is een lithiumion accu die functies bevat voor het
uitwisselen van informatie over
gebruiksomstandigheden met de camera.
De "InfoLITHIUM"-accu berekent het
stroomverbruik volgens de
gebruiksomstandigheden van de camera en
geeft de resterende acculading weer in
minuten.
De accu opladen
We raden u aan de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C.
Buiten dit temperatuurbereik kunt u de accu
wellicht niet efficiënt opladen.
De accu effectief gebruiken
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze volledig op en verbruikt u de lading
volledig voordat u de accu bewaart op een
droge, koele plaats. Herhaal het opladen en
verbruiken eens per jaar zodat de accu goed
blijft werken.
• Als u de acculading wilt verbruiken, schakelt u
de camera in de weergavefunctie voor
diavoorstelling (pagina 29) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
• Gebruik de bijgeleverde accuhouder wanneer u
de accu meeneemt of opbergt om vlekken op het
aansluitpunt, kortsluiting, enzovoort te
voorkomen.
Levensduur van de accu
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is
waarschijnlijk het einde van de levensduur van
de accu bereikt. Koop een nieuwe accu.
• De levensduur van de accu verschilt afhankelijk
van de opslag- en gebruiksomstandigheden
waaronder de accu wordt gebruikt.
Overige
• De prestaties van de accu gaan achteruit als deze
in een koude omgeving wordt gebruikt. U kunt
de accu dus korter gebruiken op koude locaties.
Voor een langdurig gebruik raden we u het
volgende aan:
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu vlak
voordat u begint met opnemen in de camera.
• De acculading wordt sneller verbruikt wanneer
u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
• U kunt het beste reserve-accu's bij de hand
houden met een totale opnameduur van twee of
drie keer zo lang als de verwachte opnameduur,
en eerst proefopnamen maken voordat u de
werkelijke opnamen maakt.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
waterbestendig.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme locaties,
zoals in een auto of in direct zonlicht.
De accu bewaren
111
De acculader
De acculader
• Laad geen andere accu's dan Sony
"InfoLITHIUM"-accu's op met de acculader die
bij de camera is geleverd. Andere accu's dan het
opgegeven type kunnen lekken, oververhitten of
ontploffen wanneer u deze oplaadt. Dit kan
letsel door elektrische schokken en brand
veroorzaken.
• De acculader blijft aangesloten op de
netspanning zolang de lader is aangesloten op
het stopcontact, zelfs wanneer het CHARGElampje niet brandt. Als er problemen optreden
met de acculader, schakelt u de lader
onmiddellijk uit door de stekker uit het
stopcontact te halen.
• Verwijder de opgeladen accu uit de acculader.
Als u de opgeladen accu in de lader laat zitten,
kan de levensduur van de accu worden verkort.
• Als het CHARGE-lampje knippert, geeft dit aan
dat een accufout is opgetreden of dat een accu
van een ander type dan het opgegeven type is
geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van
het opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu uit de lader,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere
en controleert u of de acculader goed werkt. Als
de acculader goed werkt, kan een accufout zijn
opgetreden.
• Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek,
enzovoort.
112
Index
Index
A
Bestandsextensie .................. 79
EV aanpassen........................23
Aanduiding ...........................13
Bestandsnaam....................... 77
Exposure Bracket..................42
Aanduiding voor
AE/AF-vergrendeling ....37
Bestandsnr. ........................... 65
Besturingssysteem.......... 70, 85
F
Aanduiding voor AFbereikzoekerframe .........36
Beveiligen............................. 46
Fijn........................................41
Bewolkt ................................ 39
Flitser ....................................39
Aansluiten
Bracket-stap.......................... 44
Flitsfunctie ............................21
Burst ..................................... 42
Flitsniveau.............................44
Computer .......................73
Printer ............................89
Fluorescerend .......................39
C
Formatteren.....................59, 60
Accu....................................111
Camera 1 .............................. 55
Foutcodes en berichten .......105
Acculader............................112
Camera 2 .............................. 58
Functiegids............................56
AF-bereikzoekerframe ..........36
Camera vasthouden .......... 7, 19
Afdrukken .............................87
Compressieverhouding......... 10
G
Enkelbeeldfunctie..........88
Computer.............................. 69
Gloeilamp .............................39
Indexfunctie...................88
Aanbevolen
omgeving................. 70, 85
Televisie.........................67
Afdrukken bij een
fotowinkel......................92
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 79
Afdrukken in
enkelbeeldfunctie...........88
Afdrukken in indexfunctie ....88
Beelden kopiëren .... 72, 85
Afdrukmarkering ..................92
Auto Review .........................57
Automatische instelfunctie ...19
Automatische scherpstelling ...7
B
Indexscherm..........................29
Windows ....................... 69
"InfoLITHIUM"-accu.........111
Contrast ................................ 45
Initialiseren ...........................64
Beelden kopiëren naar de
computer........................72
Beeldformaat...................10, 24
Installeren .............................71
D
Intern geheugen ....................18
Daglicht ................................ 40
Intern geheugen-tool.............59
DC IN-aansluiting ................ 12
Interval..................................44
Diafragma............................... 8
ISO....................................8, 40
Diavoorstelling ............... 29, 48
Digitale zoom ....................... 55
J
DirectX ................................. 70
JPG .......................................78
DPOF ................................... 92
Dradenkruis van de
puntlichtmeting ............. 38
K
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting .........67, 73, 89
Beeldkwaliteit .................10, 41
E
Kleur .......................................9
Belichting................................8
Enkelvoud. ........................... 55
Kleurfunctie ..........................35
Bestandopslaglocatie ............77
EV ........................................ 23
Klokinstel. ............................66
Index
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen...............77
Hoge gevoeligheid ................26
I
AF-vergrendeling..................37
Ander form............................50
Histogram .......................17, 23
Software ........................ 71
Afspelen................................28
Altijd flitsen ..........................21
Half indrukken ........................7
Macintosh...................... 85
AF-functie.............................55
AF-verlicht............................57
H
113
Index
Kopiëren ...............................62
Korte sluitertijd.....................26
Multifunctionele
aansluiting..................... 12
Multipoint AF ...................... 36
L
Music Transfer ............... 84, 86
Landschap.............................26
Muziek ........................... 49, 63
Langzame synchro................21
N
LCD-verlicht.........................63
Natuurlijk ............................. 35
Levendig ...............................35
Netspanningsadapter............ 12
Lichtmeetfun. .......................38
Niet flitsen............................ 21
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................38
NR lange-sluitertijd.............. 14
NTSC ................................... 66
O
Onderbelichting ..................... 8
M
Rode-ogeneff. ....................... 56
Roteren ................................. 51
S AF......................................55
Scènekeuze .....................25, 34
Schemer ................................ 26
Schemer-portret ....................26
Scherm
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
................................. 17, 63
Schermweergave
wijzigen.........................17
M AF ....................................55
Onderdelen en
bedieningselementen .... 11
Scherpstellen .................... 7, 36
Macintosh-computer.............85
Opdelen ................................ 51
Scherpte ................................ 45
Aanbevolen omgeving...85
Opn.functie .......................... 42
Macro....................................21
Opnamemap maken ............. 60
Schrijfbeveiligingsschakelaar
..................................... 109
Map.......................................46
Opnamemap wijzigen .......... 61
Sepia ..................................... 35
Opnemen
Setup......................... 45, 53, 54
Maken............................60
Wijzigen ........................61
Film............................... 19
Camera 1 ....................... 55
Mass Storage ........................65
Stilstaand beeld............. 19
Camera 2 ....................... 58
"Memory Stick Duo"..........109
Optische zoom ............... 20, 55
Intern geheugen-tool ..... 59
Memory Stick tool................60
Overbelichting........................ 8
Memory Stick tool ........ 60
Setup 1 .......................... 63
Menu.....................................31
Items..............................32
P
Opnemen .......................34
PAL ...................................... 66
Setup 1..................................63
Setup 2 .......................... 65
Weergeven .....................46
PC......................................... 69
Setup 2..................................65
Menu voor opnemen.............34
PictBridge ...................... 65, 88
Slimme-zoomfunctie ............ 55
Menu voor weergeven ..........46
Picture Motion Browser....... 80
Sluitertijd ................................ 8
Midden-AF ...........................36
Pieptoon ............................... 63
Sneeuw ................................. 26
Mode.....................................42
Pixel ..................................... 10
Snelle controle......................20
Monitor.................................55
Precisie-digitale-zoomfunctie
...................................... 55
Soft Snap .............................. 26
Problemen oplossen ............. 94
Standaard .............................. 41
PTP....................................... 65
STEADY SHOT ................... 58
Punt-AF................................ 36
Strand ................................... 26
MPG .....................................78
mScherm
Aanduiding ....................13
Multi Burst ...........................42
Multi-AF...............................36
114
Rechtstreeks afdrukken ........ 88
S
LCD-scherm .........................17
Lichtmeting met nadruk op het
midden...........................38
R
Puntlichtmeting.................... 38
Software ................... 71, 80, 84
Index
T
Taal .......................................64
Televisie ................................67
Terugspoelen/snel
vooruitspoelen ...............28
Trimmen................................53
U
USB-aansl. ............................65
V
Vergrootglas ..........................21
VGA......................................24
Video-uit ...............................66
Volume ..................................28
Vooraf ingestelde
scherpstelling.................36
Vuurwerk ..............................26
W
Wazige beelden .......................7
WB........................................39
Weergavezoom......................28
Windows-computer...............69
Aanbevolen omgeving ...70
Wissen...................................28
Formatteren .............59, 60
Witbalans ..............................39
Z
Zelfdiagnosefunctie ............105
Zelfontspanner ......................22
Zoom.....................................20
Z-W.......................................35
Index
115
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.