Sony DSC-TX1 Handleiding

Type
Handleiding
© 2009 Sony Corporation 4-148-677-71(1)
NL
Cyber-shot-handboek
DSC-TX1
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
2
NL
Gebruik van dit handboek
Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen.
Dit is handig wanneer u een functie zoekt waarover u wilt lezen.
Zoeken naar informatie op functie.
Zoeken naar informatie op bediening.
Zoeken naar informatie in een lijst met
MENU/Instellingen.
Zoeken naar informatie op trefwoord.
Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
In dit handboek wordt de volgorde van de
bedieningen aangegeven door pijlen (t).
U moet de onderdelen op het scherm
aanraken in de aangegeven volgorde.
Markeringen worden afgebeeld zoals ze
worden verschijnen in de
standaardinstellingen van de camera.
De standaardinstelling wordt aangegeven
met .
Dit geeft voorzorgen en beperkingen aan
die betrekking hebben op de correcte
bediening van de camera.
zDit geeft informatie aan die nuttig is
om te weten.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
3
NL
Opmerkingen over het gebruik
van de camera
Opmerkingen over de typen "Memory
Stick" die u kunt gebruiken (los
verkrijgbaar)
"Memory Stick Duo": U kunt
een "Memory Stick Duo"
gebruiken met de camera.
"Memory Stick": U kunt
geen "Memory Stick"
gebruiken met de camera.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie pagina 145.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter
(los verkrijgbaar) te steken.
Opmerkingen over de accu
Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
U kunt de accu opladen ook als deze niet
volledig leeg is. Bovendien, zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de
gedeeltelijke lading van de accu gebruiken.
Als u de accu gedurende een lange tijd niet
denkt te gaan gebruiken, verbruikt u de
resterende acculading, haalt u de accu uit de
camera, en bewaart u de accu op een koele,
droge plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden.
Voor verdere informatie over bruikbare accu’s,
zie pagina 147.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een lens van Carl Zeiss
die in staat is scherpe beelden met een uitstekend
contrast te reproduceren.
De lens van de camera is geproduceerd onder een
kwaliteitsborgingssysteem dat is gecertificeerd
door Carl Zeiss in overeenstemming met de
kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
uiterste precisietechnologie zodat meer dan
99,99% van de beeldpunten effectief werkt.
Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere
punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen
zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten
zijn een normaal gevolg van het productieproces
en hebben géén invloed op de opnamen.
Als water of een ander vloeistof op het LCD-
scherm spettert waardoor het nat wordt, veegt u
het scherm onmiddellijk af met een zachte doek.
Als vloeistof op het oppervlak van het LCD-
scherm blijft zitten, kan de kwaliteit ervan
achteruitgaan en een storing worden veroorzaakt.
Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de
camera bij een venster of buiten neerzet.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is geen
defect.
Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot
en er geen kracht op uitoefent.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude
naar een warme omgeving wordt overgebracht,
kan vocht condenseren binnenin of op de
buitenkant van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de camera
veroorzaken.
Als vocht condenseert, schakelt u de camera uit
en wacht u ongeveer een uur om het vocht te
laten verdampen. Als u probeert om opnamen te
maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig
is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek gebruikt worden
als voorbeeld, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met de camera zijn opgenomen.
"Memory Stick Duo"-
adapter
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
4
NL
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Gebruik van dit handboek ····································· 2
Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3
Zoeken op bediening············································· 7
Zoeken in MENU/Instellingen······························ 10
Namen van de onderdelen·································· 15
Lijst met pictogrammen die op het scherm
worden afgebeeld················································ 16
Het aanraakscherm gebruiken ···························· 18
Het interne geheugen gebruiken························· 20
Opnemen
Opn.functie·························································· 21
Slim automa- tisch instellen ································ 22
Panorama door beweging ··································· 23
Bewegende beeldn ············································· 25
Autom. Programma ············································· 26
Anti-bewe- gingswaas········································· 27
Schemeropname uit hand ··································· 28
Scènekeuze ························································ 29
Zoom ··································································· 31
Weergeven
Stilstaande beelden weergeven ·························· 32
Weergave zoom ·················································· 34
Breed-zoombeeld················································ 35
Tijdelijk geroteerde weergave ····························· 36
Bewegende beelden weergeven························· 37
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
5
NL
MENU (Opnemen)
MENU-onderdelen (Opnemen) ··························· 10
MENU
(Weergeven)
MENU-onderdelen (Weergeven)························· 12
Instellingen
Instellingen·························································· 13
Televisie
Beelden bekijken op een SD-televisie··············· 116
Beelden bekijken op een HD-televisie ·············· 117
Computer
Gebruiken met een computer···························· 119
Het softwareprogramma gebruiken··················· 121
De camera aansluiten op de computer·················124
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
weergeven························································· 126
Afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken·························· 127
Problemen oplossen
Problemen oplossen ········································· 130
Foutcodes en meldingen··································· 139
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
6
NL
Overige
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen················································· 144
"Memory Stick Duo" ·········································· 145
Accu ·································································· 147
Acculader ·························································· 148
Intelligente opnamerichter································· 149
Index
Index ································································· 150
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
7
NL
Zoeken op bediening
De instellingen
overlaten aan de
camera
Slim automa- tisch instellen······························ 22
Scènekeuze ·························································· 29
Scène- herkenning·············································· 60
Opnemen van
portretten
Soft Snap ······························································· 29
Schemer-portret ··················································· 29
Lach-sluiter···························································· 40
Scène- herkenning·············································· 60
Gezichts- herkenning ········································· 62
Dichte-ogen- vermindering ······························· 65
Rode-ogeneffect ·················································· 66
Opnemen van
panoramabeelden
Panorama door beweging································· 23
Opnemen van uw
huisdier
Huisdieren ····························································· 29
Opnemen dichtbij
onderwerpen
Macro ······································································ 51
Superclose-up In ················································· 51
Opnemen van
bewegende
onderwerpen
Korte sluitertijd······················································ 30
Bewegende beeldn ············································· 25
Burst········································································ 46
Opnemen zonder
wazige beelden
Hoge gevoeligheid ·············································· 29
Korte sluitertijd······················································ 30
Anti-bewe- gingswaas········································ 27
Schemeropname uit hand································· 28
Zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden···························································· 44
ISO··········································································· 53
SteadyShot···························································· 67
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
8
NL
Opnemen met
tegenlicht
Altijd flitsen ···························································· 42
Scène- herkenning·············································· 60
DRO········································································· 64
Opnemen op donkere
plaatsen
Hoge gevoeligheid ·············································· 29
Anti-bewe- gingswaas········································ 27
Lgz synchro··························································· 42
ISO··········································································· 53
Belichting instellen
EV ············································································ 52
Scherpstellingspositie
veranderen
Het aanraakscherm gebruiken ························ 18
Scherpstellen ························································ 57
Gezichts- herkenning ········································· 62
Beeldformaat
veranderen
Beeldformaat ························································ 48
Beelden wissen
Wissen ···································································· 76
Formatteren························································· 108
Vergrote beelden
weergeven
Weergave zoom··················································· 34
Trimmen ································································· 79
Beelden weergeven op
het hele scherm
Breed-zoombeeld················································ 35
Tijdelijk geroteerde weergave·························· 36
Beeldformaat ························································ 48
Beelden bewerken
Bijwerken ······························································· 79
Kleuren ··································································· 78
Een serie beelden op
volgorde weergeven
Diavoorstelling······················································ 73
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
9
NL
Bediening met
gemakkelijk afleesbare
indicators
Eenvoudig- functie ········································ 38, 70
Beelden afdrukken met
de datum erop
"PMB (Picture Motion Browser)"··················· 121
Datum- en
tijdinstellingen
veranderen
Tijdzone instellen··············································· 114
Datum/tijd instellen············································ 115
Instellingen
terugstellen
Initialiseren ·························································· 100
Beelden afdrukken
Afdrukken····························································· 127
Weergeven op een
televisie
Beelden bekijken op een SD-televisie········· 116
Beelden bekijken op een HD-televisie ········ 117
Informatie over
optionele accessoires
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"··· 126
Intelligente opnamerichter ······························ 149
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
10
NL
Zoeken in MENU/Instellingen
U kunt de diverse opnamefuncties eenvoudig selecteren op het .
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld,
worden niet afgebeeld op het MENU-scherm.
3 Raak het menuonderdeel aan t raak de
gewenste functie aan.
In de onderstaande tabel geeft een beschikbare functie aan. De onderstaande pictogrammen
en geven de beschikbare functies aan.
MENU-onderdelen (Opnemen)
Opn.functie
Menuon-
derdelen
Eenvoudig- functie
Bewegende bldn.
opnemen
—— ———
Lach-sluiter
—— ——
Flitser
—— ——
Zelfontsp.
Burst
—— ——
Opnamerichting
———
Beeldformaat
Macro
—— ——
EV
ISO
——— ——
Witbalans
Witbalans
onderwater
—— ———
Scherpstellen
———
Lichtmeetfunctie
——
Scène- herkenning
—————
Gezichts-
herkenning
——
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
11
NL
Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, verschillen afhankelijk van de
opnamefunctie.
DRO
——— ——
Dichte-ogen-
vermindering
——————
Rode-ogeneffect
—— ——
SteadyShot
——
Opnamescherm-
instellingen
Opmerking
Opn.functie
Menuon-
derdelen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
12
NL
U kunt de diverse weergavefuncties eenvoudig selecteren op het .
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld,
worden niet afgebeeld op het MENU-scherm.
3 Raak het menuonderdeel aan t raak de
gewenste functie aan.
In de onderstaande tabel geeft een beschikbare functie aan.
Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
MENU-onderdelen (Weergeven)
Weergavefunctie
Menuonderdelen
"Memory Stick Duo" Intern geheugen
Datumweergave Mapweergave Mapweergave
(Eenvoudig- functie)
(Kalender)
——
(Beeldindex)
(Diavoorstelling)
(Wissen)
(Kleuren)
(Bijwerken)
(Burstgroep weergeven)
——
(Weergavefunctie)
(Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Roteren)
(Volume- instellingen)
(Weergavescherm instellingen)
(Belichtings- gegevens)
(Beeldindex- instellingen)
(Map kiezen)
——
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
13
NL
U kunt de instellingen veranderen op het scherm (Instellingen).
1 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
2 Raak (Instellingen) aan t
gewenste categorie t gewenst onderdeel t
gewenste instelling.
Instellingen
Categorieën Onderdelen
Opname-instellingn
AF-verlicht.
Stramienlijn
Digitale zoom
Autom. Oriëntatie
Gids scèneherken.
Dichte-ogenalarm
Hoofdinstellingen
Pieptoon
LCD-helderheid
Language Setting
Demonstratiefunctie
Initialiseren
COMPONENT
Video-uit
Behuizing
USB-aansluiting
Downl. muz.
Format. muz.
Kalibratie
"Memory Stick"-tool
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Opn.map wissen
Kopiëren
Bestandsnummer
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
14
NL
[Opname-instellingn] wordt alleen afgebeeld als het instelscherm is opgeroepen vanuit de
opnamefunctie.
["Memory Stick"-tool] wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, en
[Intern geheugen-tool] wordt alleen afgebeeld als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst.
Intern geheugen-tool
Formatteren
Bestandsnummer
Klokinstellingen
Tijdzone instellen
Datum/tijd instellen
Opmerkingen
Categorieën Onderdelen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
15
NL
Namen van de onderdelen
A W/T-zoomknop (31, 34)
B Ontspanknop
C Microfoon
D ON/OFF (aan/uit-)toets
E Flitser
F Zelfontspannerlampje/Lach-sluiterlamp/
AF-verlichting
G Lens
H Lensafdekking
I LCD-scherm/aanraakscherm
J (weergave-)toets (32)
K Bevestigingsoog voor polsriem*/
handgreep
L Luidspreker
M Accu/"Memory Stick Duo"-deksel
N Schroefgat voor statief
O Accu-uitwerphendel
P Toegangslampje
Q Gleuf voor de "Memory Stick Duo"
R Accu-insteekgleuf
S Multifunctionele aansluiting
* De polsriem gebruiken
De polsriem is reeds in de fabriek aan de camera
bevestigd.
Steek uw hand door de lus om te voorkomen dat de
camera valt en beschadigd raakt.
* De tekenpen gebruiken
De tekenpen wordt gebruikt bij het bedienen van
het aanraakscherm. Hij is bevestigd aan de
polsriem. Draag de camera niet aan de tekenpen.
De camera kan dan vallen.
Onderkant
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
16
NL
Lijst met pictogrammen die op
het scherm worden afgebeeld
De pictogrammen worden op het scherm afgebeeld om de toestand van de camera aan te geven.
De plaats van de afgebeelde pictogrammen kan verschillen afhankelijk van de opnamefunctie.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van bewegende beelden
Bij weergave
1
Indicator Betekenis
Pictogram van scèneherkenning
Witbalans
DRO
SteadyShot
Bestemming
Scèneherkenning
Trillingswaarschuwing
Bewegende beelden opnemen
Weergavezoom
Opname-/weergavemedia
("Memory Stick Duo", intern
geheugen)
8/8 Beeldnummer/aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
PictBridge-aansluiting
Weergavemap
Burst-opnamen
Beveiliging
Afdrukmarkering (DPOF)
Map veranderen
Databasebestand is vol
Hoofdbeeld van de burst-groep
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
17
NL
2
3
4
Indicator Betekenis
Resterende acculading
Waarschuwing voor zwakke
accu
AF-verlichting
Opnamemap
Opname-/weergavemedia
("Memory Stick Duo", intern
geheugen)
100 Min Opneembare tijd
Zoomvergroting
Lichtmeetfunctie
Flitser
Witbalans
Indicator Betekenis
Burst-functie
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie
Waarschuwing hoge temperatuur
Zelfontspanner
Databasebestand is vol
96 Aantal opneembare beelden
Gezichtsherkenning
AF-bereikzoekerframe
Dradenkruis van de lichtmeting
Beeldformaat
ISO400 ISO-nummer
+2.0EV Belichtingswaarde
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Indicator Betekenis
Scherpstellen
Vermindering van het
rode-ogeneffect
N Normaal weergeven
Weergavebalk
35° 37' 32" N
139° 44' 31" E
Lengtegraad- en
breedtegraad-weergave
0:00:12 Teller
z AE/AF-vergrendelingsindicator
NR lange-sluitertijd
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
ISO400 ISO-nummer
+2.0EV Belichtingswaarde
Close-scherpstelling
Flitsfunctie
Opladen flitser
Lichtmeetfunctie
OPNMN.
Standby
Standby/opnemen van
bewegende beelden
0:12 Opnametijd (min:sec)
101-0012 Map-bestandsnummer
2009 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van het
weergavebeeld
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
18
NL
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt met deze camera bedieningen uitvoeren en instellingen maken door de toetsen aan te
raken of met uw vinger over het LCD-scherm te vegen.
Om het aanraakscherm te bedienen, raakt u het licht aan met uw vinger of de bijgeleverde tekenpen. Door
hard drukken of het gebruiken van een puntig voorwerp anders dan de bijgeleverde tekenpen kan het
aanraakscherm worden beschadigd.
Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en
pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger van
het scherm afhaalt.
v/V/b/B Geeft de verborgen onderdelen weer zodat de
onderdelen die u wilt instellen op het scherm
worden afgebeeld.
Keert terug naar het vorige scherm.
Beschrijft de opnamefuncties wanneer het
menu voor opnemen wordt afgebeeld.
Opmerkingen
Bedienen door over het LCD-scherm te vegen
Werking Bedieningsmethode
Tijdens
opnemen/
weergeven
Het MENU-scherm weergeven Raak met uw vinger de linkerkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar rechts
Het MENU scherm sluiten Raak met uw vinger de rechterkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen verbergen Raak met uw vinger de linkerkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen afbeelden Raak met uw vinger de linkerkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar rechts
Tijdens
weergave
Het volgende/vorige beeld weergeven Veeg met uw vinger naar rechts of links
Het beeld continu veranderen (volgende/
vorige beeld)
Veeg met uw vinger naar rechts of links, en
blijf op het LCD-scherm drukken
Het indexweergavescherm afbeelden
tijdens het weergeven
Veeg met uw vinger omhoog
De volgende/vorige pagina weergeven in
de indexweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag of omhoog
De kalender afbeelden tijdens het
weergeven in de datumweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag
Het MENU scherm weergeven/sluiten
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
19
NL
Door het onderwerp op het aanraakscherm aan te raken wordt een kader afgebeeld, en door
vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te drukken, wordt op het kader scherpgesteld. Als
in het kader een gezicht aanwezig is, worden naast de scherpstelling tevens de helderheid en tint
automatisch geoptimaliseerd.
U kunt deze functie niet gebruiken tijdens gebruik van de digitale zoom, opnemen in de superclose-
upfunctie, en in de eenvoudig-functie.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer de (Landschap), (Schemer), (Voedsel),
(Vuurwerk) of (Onderwater) functie is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
Tijdens het openemen/weergeven worden de vier MENU-onderdelen afgebeeld aan de
linkerkant van het LCD-scherm. U kunt deze vier toetsen aanpassen met de gewenste MENU-
onderdelen en op de gewenste positie op het LCD-scherm, zodat u veelgebruikte toetsen snel
kunt vinden.
U kunt deze toetsen aanpassen en de instellingen opslaan tijdens het opnemen voor iedere
opnamefunctie, en tijdens het weergeven voor het interne geheugen en de "Memory Stick Duo".
1 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
2 (Custom) t [OK]
3 Selecteer een MENU-onderdeel en sleep het naar
de gewenste positie aan de linkerkant van het
LCD-scherm.
4 Raak aan om te annuleren.
Deze functie kan niet worden gebruikt als [Behuizing] is ingesteld op [Aan] of tijdens opnemen in de
eenvoudig-functie.
Het scherm aanraken om scherp te stellen
Toets/Bedieningsmethode Werking
Raak het onderwerp aan De scherpstelling wordt
bijgeregeld.
De functie wordt geannuleerd.
Opmerkingen
De gewenste MENU-onderdelen aanpassen
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
20
NL
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 11 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera
worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp
van een van de onderstaande methoden.
Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer
Volg de procedure op pagina 124 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Een reservekopie (back-up) maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg
vervolgens de procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 112).
U kunt beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" niet importeren naar het interne geheugen.
Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de
kabel, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen importeren in een computer.
U kunt beeldgegevens echter niet exporteren van de computer naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden opgenomen op de "Memory
Stick Duo".
[Weergeven]: De beelden op de "Memory Stick Duo" worden
weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen
zijn opgeslagen
Opmerkingen
Intern
geheugen
B
B
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
21
NL
Opn.functie
U kunt de opnamefunctie selecteren aan de hand van de situatie en het gewenste eindresultaat.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak (Opn.functie) aan t gewenste functie
(Slim automa- tisch
instellen)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
(Panorama door
beweging)
Hiermee kunt u een panoramabeeld opnemen uit samengestelde.
(Bewegende beeldn)
Voor opnemen van bewegende beelden met geluid.
(Autom. Programma)
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse
instellingen kiezen op het menu.
(Anti-bewe-
gingswaas)
Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen zonder gebruik te
maken van de flitser bij het samenstellen van burst-opnamen
opgenomen met een korte sluitertijd.
(Schemeropname uit
hand)
Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden zonder gebruik te maken van een statief
bij het samenstellen van burst-opnamen opgenomen met een korte
sluitertijd.
(Scènekeuze)
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de
scène.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
22
NL
Slim automa- tisch instellen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Slim automa- tisch
instellen)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit].
Opmerking
zOver de scèneherkenning
De scèneherkenning werkt in de intelligente automatische instelfunctie. In deze functie
herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch
op.
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up) of (Portretopname), en beeldt het betreffende pictogram en de gids af op het
LCD-scherm nadat de scène is herkend.
Voor verdere informatie, zie pagina 60.
Pictogram van scèneherkenning (Gids)
zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp
waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
De minimale opnameafstand is ongeveer 8 cm (1 cm in de intelligente automatische instelfunctie en
eenvoudig-functie) (W-kant) of 50 cm (T-kant) (vanaf de lens). Neem op in de close-up-
opnamefunctie wanneer u een onderwerp wilt opnemen vanaf een kortere afstand dan de minimale
opnameafstand.
Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF-
vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw
samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 57).
In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen:
Als het donker is en het onderwerp ver weg is.
Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is.
Als het onderwerp door glas wordt opgenomen.
Als het onderwerp snel beweegt.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
23
NL
Panorama door beweging
Hiermee kunt u een panoramabeeld samenstellen uit opgenomen beelden.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Panorama door
beweging)
3 Houd de camera op de positie waar u het LCD-
scherm helder kunt zien, en druk daarna de
ontspanknop helemaal in.
4 Pan de camera naar het einde van de
overzichtsbalk volgens de aanwijzingen
op het LCD-scherm.
Als u de camera niet over het hele onderwerp kunt pannen binnen de aangegeven tijdsduur, zal een grijs
deel ontstaan in het samengestelde beeld. Als dit gebeurt, beweegt u de camera snel om een volledig
panoramabeeld op te nemen.
Aangezien meerder beelden aan elkaar worden gelast, wordt het gelaste deel niet storingsvrij
opgenomen.
Onder zwakke belichtingsomstandigheden kunnen panoramabeelden wazig zijn.
Onder flikkerende lampen, zoals tl-verlichting, is de helderheid of kleur van het samengestelde beeld niet
altijd hetzelfde.
Als het volledige hoekbereik van de panoramaopname en de hoek waaronder werd vergrendeld sterk
verschillen in helderheid, kleur en scherpstelling, zal de opname niet goed lukken. Als dit gebeurt,
vergrendelt u onder een andere hoek en neemt u opnieuw op.
Panorama met beweging is niet geschikt in de volgende situaties:
Het onderwerp beweegt
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
Beelden met een terugkerend patroon, zoals tegels, en beelden met weinig contrast zoals lucht,
zandstrand of gazon
Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
U kunt geen panoramabeelden maken in de volgende situaties:
Het pannen van de camera gaat te snel of te langzaam
De camera beweegt te veel
Opmerkingen
Dit deel wordt niet
opgenomen
Overzichts-
balk
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
24
NL
zDe opnamerichting of het beeldformaat van een
panoramabeeld veranderen
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan.
Opnamerichting: (Opnamerichting) t [Naar rechts], [Naar links], [Naar
boven] of [Naar beneden]
Beeldformaat: (Beeldformaat) t [Standaard] of [Breed]
zTips voor het opnemen van panoramabeelden
Pan de camera met constante snelheid in een boogbeweging.
Pan de camera in dezelfde richting als aangegeven op het LCD-scherm.
Bepaal de scène en druk de ontspanknop tot halverwege in zodat u de belichting en witbalans kunt
vergrendelen.
Pas de samenstelling van het beeld zodanig aan dat een deel met zeer gevarieerd landschap zich in
het midden van het beeld bevindt.
Straal zo kort mogelijk
Horizontale richtingVerticale richting
zDe panoramabeelden lopend weergeven
Terwijl panoramabeelden worden weergegeven raakt u aan om de panoramabeelden te
laten lopen. Raak tijdens het weergeven het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te
beelden.
Panoramabeelden kunnen ook worden weergegeven met behulp van de bijgeleverde software
"PMB" (pagina 121).
Bedieningstoets/
Bedieningsmethode
Werking
Raak of het LCD-
scherm aan
Lopende beelden weergeven/pauzeren
///
Veeg met uw vinger
omhoog/omlaag/naar
rechts/naar links
De beelden laten lopen
Geeft het weergegeven deel
aan van het hele
panoramabeeld
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
25
NL
Bewegende beeldn
Voor opnemen van bewegende beelden met geluid.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Bewegende beeldn)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
4 Om te stoppen met opnemen, drukt u de
ontspanknop nogmaals helemaal in.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
26
NL
Autom. Programma
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Autom. Programma)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
27
NL
Anti-bewe- gingswaas
Dit is geschikt voor opnamen binnenshuis zonder gebruikmaking van de flitser om de
onderwerpbewegingen te verminderen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Anti-bewe-
gingswaas)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldverwerking wordt toegepast om de
onderwerpbeweging en ruis te verminderen.
De sluiter brengt 6 pieptonen voort ondanks dat slechts één beeld wordt opgenomen.
Ruis wordt in de volgende situaties niet effectief verminderd:
Beeld met grootschalige beweging
Beeld waarvan het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
Beeld met te weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon
Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
De lach-sluiter kan niet worden gebruikt.
Bij gebruik van een lichtbron die flikkert, zoals tl-verlichting, kan blokruis optreden. In dergelijke
gevallen stelt u de scènekeuzefunctie in op (Hoge gevoeligheid).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
28
NL
Schemeropname uit hand
Ondanks dat nachtscènes gemakkelijk door camerabewegingen wazig worden, kunt u met deze
functie nachtscènes opnemen die minder wazig zijn zonder een statief te gebruiken.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Schemeropname uit
hand)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldverwerking wordt toegepast om de
onderwerpbeweging en ruis te verminderen.
De sluiter brengt 6 pieptonen voort ondanks dat slechts één beeld wordt opgenomen.
Ruis wordt in de volgende situaties niet effectief verminderd:
Beeld met grootschalige beweging
Beeld waarvan het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
Beeld met te weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon
Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
De lach-sluiter kan niet worden gebruikt.
Bij gebruik van een lichtbron die flikkert, zoals tl-verlichting, kan blokruis optreden. In deze gevallen
stelt u de scènekeuzefunctie in op (Hoge gevoeligheid).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
29
NL
Scènekeuze
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Scènekeuze) t
gewenste functie
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee kunt u beelden opnemen
zonder flitser onder zwakke belichting
met minder wazigheid.
(Soft Snap)
Hiermee kunt u beelden opnemen in een zachtere sfeer
voor portretopnamen, bloemen, enz.
(Landschap)
Hiermee kunt u ver verwijderde scènes eenvoudig
opnemen door scherp te stellen in de verte. Hiermee kunt
u de heldere lucht, bomen en bloemen opnemen in
levendige kleuren.
(Schemer-
portret)
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen van mensen
met een nachtscène in de achtergrond zonder de
atmosfeer geweld aan te doen.
(Schemer)
Hiermee kunt u nachtscènes van veraf opnemen met
behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving.
(Voedsel)
Hiermee kunt u de macrofunctie selecteren zodat u
opnamen van voedsel kunt maken met verrukkelijke en
felle kleuren.
(Huisdieren)
Hiermee kunt u beelden van uw huisdier opnemen met
de beste instellingen.
(Strand)
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water helder
vastleggen bij het opnemen van zee- en waterscènes.
(Sneeuw)
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen en ingezakte
kleuren voorkomen in sneeuwscènes of op ander
plaatsen waarbij het hele scherm wit lijkt.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
30
NL
Als u beelden opneemt in de (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk) functie, is de
sluitertijd langer en worden de beelden eerder wazig. Om wazige beelden te voorkomen, adviseren wij u
een statief te gebruiken.
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen. geeft een beschikbare functie aan.
De pictogrammen aangegeven bij "Flitser" geven de beschikbare functies aan.
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de gekozen scènekeuzefunctie.
*
1
[Flitser] kan niet worden geselecteerd voor [Witbalans].
*
2
[Na aanraken] kan niet worden geselecteerd voor [Gezichts- herkenning].
*
3
U kunt [Witbalans onderwater] gebruiken in plaats van [Witbalans].
(Vuurwerk)
Hiermee kunt u vuurwerkscènes opnemen in al hun
pracht.
(Onderwater)
Hiermee kunt u opnemen onderwater met natuurlijke
kleuren met gebruikmaking van een behuizing (zoals
een onderwaterset, enz.).
(Korte sluitertijd)
Hiermee kunt u snel bewegende onderwerpen
buitenshuis of op andere heldere plaatsen vastleggen.
De sluitertijd wordt korter zodat beelden opgenomen
op donkere plaatsen donkerder worden.
Opmerking
Functies die u kunt gebruiken in een
scènekeuzefunctie
Super-
close-up
Flitser
Gezichts-
herkenning/
Lach-sluiter
Burst
Witbalans
Rode-
ogeneffect
Dichte-
ogen- ver-
mindering
Steady-
Shot
——*
1
——
*
2
——
——
——
——
——
——
——
——
*
3
——
——
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
31
NL
Zoom
U kunt een beeld vergroten voordat u het opneemt. De optische zoomfunctie van de camera kan
beelden tot 4× vergroten.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Beweeg de W/T-zoomknop.
Beweeg de W/T-zoomknop naar de T-kant om in te zoomen,
en naar de W-kant om uit te zoomen.
Wanneer de zoomvergroting hoger wordt dan 4×, raadpleegt u
pagina 92.
De camera zoomt langzaam tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De zoom is vergrendeld aan de W-kant tijdens het opnemen in de functie Panorama met beweging.
Opmerkingen
T-kant
W-kant
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
32
NL
Stilstaande beelden weergeven
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Selecteer een beeld met / .
zTips voor veegbedieningen
Werking Bedieningsmethode
Het MENU-scherm weergeven Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar rechts
Het MENU scherm sluiten Raak met uw vinger de rechterkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen verbergen Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen afbeelden Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar rechts
Het volgende/vorige beeld weergeven Veeg met uw vinger naar rechts of links
Het beeld continu veranderen (volgende/
vorige beeld)
Veeg met uw vinger naar rechts of links, en blijf op het
LCD-scherm drukken
Het indexweergavescherm afbeelden
tijdens het weergeven
Veeg met uw vinger omhoog
De volgende/vorige pagina weergeven in
de indexweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag of omhoog
De kalender afbeelden tijdens het
weergeven in de datumweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag
Het MENU scherm weergeven/sluiten
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
33
NL
zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een
andere camera
Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera plaatst waarop zowel beelden staan die zijn
opgenomen met deze camera, als beelden die zijn opgenomen met een andere camera, wordt
een scherm afgebeeld waarop u de weergavemethode kunt selecteren.
"Alleen geregist. beelden
weergeven":
De beelden worden weergegeven in de geselecteerde
weergavefunctie. Sommige beelden die met een andere
camera zijn opgenomen, kunnen niet worden
weergegeven.
"Alles weergeven met
mapweergave":
De weergavefunctie wordt omgeschakeld naar de
mapweergave en alle beelden worden weergegeven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
34
NL
Weergave zoom
U kunt de beelden vergroot weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak de plaats aan die u wilt vergroten.
Het beeld wordt vergroot tot tweemaal de voorgaande
grootte met het aangeraakte gebied in het midden. U
kunt het beeld ook vergroten door de zoomknop (W/T)
naar de T-kant te bewegen.
3 Stel de zoomvergroting en -positie in.
Het beeld wordt verder vergroot iedere keer dat u het
scherm aanraakt.
Toets/Bedieningsmethode Werking
Veeg met uw vinger omhoog/
omlaag/naar rechts/naar links
Verandert de zoompositie.
/
Verandert de zoomvergroting.
Annuleert de weergavezoom.
Geeft het weergegeven
gebied aan binnen het
volledige beeld
zVergrote beelden opslaan
U kunt een vergroot beeld opslaan door de trimfunctie te gebruiken ( t [Bijwerken]
t [Trimmen]).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
35
NL
Breed-zoombeeld
In de enkelbeeldweergavefunctie kunt u stilstaande beelden met beeldverhouding 4:3 of 3:2
weergeven op het gehele LCD-scherm. In dit geval wordt van de boven- en onderrand van het
beeld een klein stukje afgesneden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak (breed-zoombeeld) aan.
3 Om het breed-zoombeeld te annuleren, raakt u
(breed-zoombeeld) nogmaals aan.
Breed-zoombeeld is niet beschikbaar voor bewegende beelden, panoramabeelden, beelden weergegeven
in een burst-groep, en beelden met beeldverhouding 16:9.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
36
NL
Tijdelijk geroteerde weergave
Dit wordt gebruikt in de enkelbeeldweergavefunctie om een beeld op het scherm tijdelijk te
roteren en te vergroten.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Selecteer een verticaal georiënteerd beeld t
raak (tijdelijk geroteerde weergave) aan.
3 Raak (tijdelijk geroteerde weergave)
nogmaals aan om de weergave te annuleren.
Tijdelijk geroteerde weergave is niet beschikbaar voor bewegende beelden, panoramabeelden, en
horizontaal georiënteerde beelden.
Raak / aan om de tijdelijk geroteerde weergave te annuleren.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
37
NL
Bewegende beelden weergeven
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Selecteer een video met / .
3 Raak aan op het LCD-scherm.
Als u tijdens het weergeven het LCD-scherm aanraakt,
worden de bedieningstoetsen afgebeeld.
Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die zijn opgenomen op een andere camera.
Toets/Bedieningsmethode Beschikbare functies
. Naar het begin van de bewegende beelden verspringen
m Achteruitspoelen
Raak u of het LCD-scherm
aan
Normaal weergeven/pauzeren
M Vooruitspoelen
Volumeniveau instellen
Stel het volumeniveau in met / .
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
38
NL
Eenvoudig- functie
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal benodigde functies.
De tekst wordt groter en de indicators zijn gemakkelijker te zien.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Eenvoudig- functie) t [OK]
De acculading wordt sneller opgebruikt omdat de helderheid van het scherm automatisch toeneemt.
De weergavefunctie verandert bovendien naar [Eenvoudig- functie].
Opmerkingen
zBeschikbare functies in de eenvoudig-functie
(opnemen)
Lach-sluiter: Raak (lach) aan.
Beeldformaat: t [Beeldformaat] t Selecteer
[Groot] of [Klein]
Flitser: t [Flitser] t Selecteer [Autom.] of [Uit]
Zelfontsp.: t [Zelfontsp.] t Selecteer [Aan] of
[Uit]
Eenvoudig-functie verlaten: t [Eenvoudig-functie
verlaten] t [OK]
zOver de scèneherkenning
Scèneherkenning werkt in de eenvoudig-functie. In deze functie herkent de camera
automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op.
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up) en (Portretopname), en beeldt een pictogram af op het LCD-scherm nadat
de scène is herkend.
Voor verdere informatie, zie pagina 60.
Pictogram van scèneherkenning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
39
NL
Bewegende bldn. opnemen
Als de camera is ingesteld op het opnemen van bewegende beelden, kunt u opnemen met vooraf
gemaakte instellingen specifiek voor een bepaalde soort scène.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Bewegende beeldn)
3 (Bewegende bldn. opnemen) t gewenste
functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
(Autom.)
Hiermee kunt u de instellingen automatisch instellen.
(Onderwater)
Hiermee kunt u bewegende beelden onderwater opnemen met natuurlijke
kleuren met gebruikmaking van een behuizing (zoals een onderwaterset,
enz.).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
40
NL
Lach-sluiter
Wanneer de camera een lachende mond herkent, kunt u hiermee de sluiter automatisch
ontspannen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak (lach) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
3 Wacht terwijl een lach wordt herkend.
Wanneer het lachniveau hoger wordt dan het V niveau op de
indicator, neemt de camera de beelden automatisch op.
Als u in de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop drukt, neemt
de camera het beeld op en keert daarna terug naar de lach-
sluiterfunctie.
4 Om de lach-sluiterfunctie te verlaten, raakt u
(lach) nogmaals aan.
Het opnemen in de lach-sluiterfunctie eindigt automatisch wanneer de "Memory Stick Duo" of het
interne geheugen vol raakt.
Het is mogelijk dat een lach niet goed wordt herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken.
Als een van de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas en
Schemeropname uit de hand, is geselecteerd, kunt u de lach-sluiterfunctie niet gebruiken.
Opmerkingen
Lach-herkennings-
gevoeligheid-
indicator
Gezichtsherkenningskader
zDe gevoeligheid van de lach-herkenningsfunctie
instellen
In de lach-sluiterfunctie wordt een toets afgebeeld waarmee de lach-
herkenningsgevoeligheid kan worden ingesteld.
De lach-herkenningsgevoeligheid ligt in de eenvoudig-functie vast op [Normale lach].
Als [Opnamescherm- instellingen] is ingesteld op [Uit], wordt de lach-herkenningsgevoeligheid niet
afgebeeld.
(Schaterlach): Een schaterlach wordt herkend.
(Normale lach): Een normale lach wordt herkend.
(Glimlach): Zelfs een glimlachje wordt herkend.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
41
NL
zTips voor het goed herkennen van een lachende
mond
De sluiter wordt ontspannen zodra een persoon waarvan het gezicht is herkend begint te lachen.
U kunt het geselecteerde onderwerp voor gezichtsherkenning selecteren of registreren met
[Gezichts- herkenning]. Als het geselecteerde gezicht in het geheugen van de camera is
geregistreerd, wordt de gezichtsherkenning alleen uitgevoerd voor dat gezicht. Om de lach-
herkenning toe te passen op een ander gezicht, raakt u dat gezicht aan (pagina 62).
Als de camera geen lach herkent, stelt u de lach-herkenningsgevoeligheid in.
1 Bedek de ogen niet met uw pony.
Bedek het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril,
enz.
2 Probeer het gezicht naar de camera te richten en kijk
recht vooruit. Houd de ogen toegeknepen.
3 Lach duidelijk en met een open mond. De lach is
gemakkelijker te herkennen wanneer de tanden
zichtbaar zijn.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
42
NL
Flitser
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Flitser) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld.
U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie.
[Aan] of [Lgz synchro] is niet beschikbaar wanneer de camera in de intelligente automatische
instelfunctie staat.
In de functies Panorama met beweging, Anti-bewegingswaas en Schemeropname uit de hand is de
flitserfunctie ingesteld op [Uit].
(Autom.) De flitser gaat af bij opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden en met tegenlicht.
(Aan) De flitser gaat altijd af.
(Lgz
synchro)
De flitser gaat altijd af.
Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die
buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen.
(Uit) De flitser gaat niet af.
Opmerkingen
zWanneer "witte, ronde vlekken" verschijnen in
flitsopnamen
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die dichtbij de lens zweven. Wanneer
deze worden belicht door het flitslicht van de camera, worden ze zichtbaar als witte, ronde
vlekken.
Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan?
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt ingesteld op [Uit].)
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen, enz.)
in de lucht
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
43
NL
Flitser
In de eenvoudig-functie kunt u de flitserfunctie selecteren met .
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Eenvoudig- functie) t [OK]
3 t [Flitser] t gewenste functie
Autom. De flitser gaat af bij opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden en met tegenlicht.
Uit De flitser gaat niet af.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
44
NL
Zelfontsp.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Zelfontsp.) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
De zelfontspanner werkt niet tijdens opnemen in de functie Panorama met beweging.
(Uit) Zelfontspanner buiten gebruik
(10 sec) Zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje
en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen.
Raak aan om te annuleren.
(2 sec) Zelfontspanner instellen op een vertraging van 2 seconden
Opmerking
zDe kans op wazige beelden verkleinen met de
2-seconden zelfontspanner
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te
voorkomen. 2 seconden nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt wordt de sluiter
ontspannen, waardoor camerabeweging als gevolg van het drukken op de ontspanknop
wordt verminderd.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
45
NL
Zelfontsp.
In de eenvoudig-functie kunt u de zelfontspannerinstelling selecteren met .
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Eenvoudig- functie) t [OK]
3 t [Zelfontsp.] t gewenste functie
Aan Zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje
en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen.
Raak aan om te annuleren.
Uit Zelfontspanner buiten gebruik
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
46
NL
Burst
Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, neemt de camera 10 frames achter elkaar op in één burst.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Burst) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
Burst-opnamen zijn niet beschikbaar in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-
bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen.
De flitser wordt ingesteld op [Uit].
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
In omstandigheden met een lange sluitertijd, kan het aantal burst-opnamen per seconde worden verlaagd.
Het opname-interval wordt langer afhankelijk van de instelling van het beeldformaat.
Het beeldformaat [VGA] wordt ingesteld tijdens het opnemen in het interne geheugen.
Wanneer er weinig acculading is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is,
stopt de Burst.
De scherpstelling, witbalans en belichting worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen
worden ook gebruikt voor de andere beelden.
(Uit) Hiermee wordt een enkel beeld opgenomen.
(Hoog) Neemt achter elkaar tot 10 beelden op.
(Middel) Neemt achter elkaar tot 5 beelden op.
(Laag) Neemt achter elkaar tot 2 beelden op.
Opmerkingen
zOver het vastleggen van de burst-opnamen
Nadat de burst-opnamen zijn gemaakt, worden de opgenomen beelden op het LCD-scherm
weergegeven in frames. Nadat alle beelden in de frames zijn geplaatst, is het opnemen klaar.
U kunt het opnemen stoppen door [Opnemen annuleren]
t [OK] aan te raken.
Nadat het opnemen is gestopt, wordt het beeld dat in de index wordt weergegeven en de
beelden die in de beeldbewerking zitten, vastgelegd.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
47
NL
Opnamerichting
Stel de richting van het pannen van de camera in wanneer u beelden opneemt met Panorama met
beweging.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Panorama door
beweging)
3 (Opnamerichting) t gewenste richting
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u
aan.
(Naar rechts)
Pannen van links naar rechts.
(Naar links)
Pannen van rechts naar links.
(Naar boven)
Pannen van beneden naar boven.
(Naar beneden)
Pannen van boven naar beneden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
48
NL
Beeldformaat
Het beeldformaat bepaalt de grootte van het beeldbestand dat wordt opgenomen wanneer u een
beeld opneemt.
Hoe groter het beeldformaat, hoe nauwkeuriger de gereproduceerde details bij het afdrukken op
een groot papierformaat. Hoe kleiner het beeldformaat, hoe meer beelden opgenomen kunnen
worden.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Beeldformaat) t gewenste functie
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen met beeldverhouding 16:9, kunnen beide zijranden worden
afgeknipt.
Bij opname van stilstaande beelden
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik LCD-scherm
(3648×2736) Voor afdrukken tot max. A3+-formaat
De beelden worden
weergegeven met
beeldverhouding 4:3 of 3:2.
(2592×1944) Voor afdrukken tot max. A4-formaat
(2048×1536) Voor afdrukken tot max. L/2L-formaat
(640×480) Voor e-mailbijlagen
(3648×2432) Beeldverhouding 3:2, net als
afgedrukte foto’s en ansichtkaarten
(3648×2056) Voor weergeven op een high-
definitiontelevisie en afdrukken tot A4
De beelden vullen het
gehele scherm.
(1920×1080) Voor weergeven op een high-
definitiontelevisie
Opmerking
In de eenvoudig-functie
Groot De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [10M].
Klein De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [3M].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
49
NL
1 (Beeldformaat) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u
aan.
Hoe groter het bewegend-beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. Hoe groter de hoeveelheid
gegevens die per seconde worden vastgelegd (gemiddelde bitsnelheid), hoe vloeiender het
weergavebeeld.
De bewegende beelden die met deze camera worden opgenomen, worden opgenomen in
MPEG-4, ongeveer 30 fps, progressief, AAC- of mp4-formaat.
1 (Beeldformaat) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u
aan.
Een telefotobeeld wordt verkregen wanneer het [VGA]-beeldformaat is geselecteerd voor bewegende
beelden.
Bewegende beelden waarvan het beeldformaat is ingesteld op [1280×720] kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Als u een ander opnamemedium gebruikt dan de
"Memory Stick PRO Duo", stelt u het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA].
Beelden opnemen met Panorama met beweging
(Standaard)
(Verticale richting: 3424×1920)
(Horizontale richting: 4912×1080)
Hiermee kunt u beelden opnemen in
standaardformaat.
(Breed)
(Verticale richting: 4912×1920)
(Horizontale richting: 7152×1080)
Hiermee kunt u beelden opnemen in
breedbeeldformaat.
Bij opname van bewegende beelden
Videoformaat Gemiddelde
bitsnelheid
Aanwijzingen voor gebruik
1280×720 (Fijn) 9 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen in de hoogste beeldkwaliteit,
voor weergave op een high-
definitiontelevisie.
1280×720
(Standaard)
6 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen in de standaard beeldkwaliteit,
voor weergave op een high-
definitiontelevisie.
VGA 3 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen die geschikt zijn voor
uploaden naar het web.
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
50
NL
zOver "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt
zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt
of weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 10M
3648 pixels × 2736 pixels = 9.980.928 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Veel pixels
(Hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels
(Lage beeldkwaliteit en klein bestand)
Pixels
Pixel
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
51
NL
Macro
Gebruik deze instelling om prachtige close-upbeelden op te nemen van kleine onderwerpen
zoals insecten of bloemen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Macro) t gewenste functie
In de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit
de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen ligt Macro vast op [Autom.].
Merk de volgende punten op bij het gebruik van de Close-scherpstellingsfunctie.
U kunt de scèneherkenningsfunctie of gezichtsherkenningsfuncties niet gebruiken.
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer u de camera uitschakelt of een andere opnamefunctie
selecteert.
De instellingen van de flitserfunctie die u in deze functie kunt gebruiken zijn alleen [Aan] of [Uit].
De snelheid waarmee wordt scherpgesteld wordt lager.
(Autom.) De camera stelt automatisch scherp van ver verwijderde
onderwerpen tot close-ups.
(Superclose-
up In)
Gebruik deze functie om van dichtbij op te nemen.
Vergrendeld aan de W-kant: Ongeveer 1 t/m 20 cm
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
52
NL
EV
U kunt de belichting handmatig instellen in stapjes van 1/3 EV binnen het bereik van –2,0 EV
t/m +2,0 EV.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (EV)
3 Raak / aan om de belichting in te stellen
t [OK].
U kunt de belichting ook instellen door z op de instelbalk aan
te raken en naar rechts of links te slepen.
[EV] is niet beschikbaar in de eenvoudig-functie.
Als u een onderwerp opneemt onder extreem heldere of donkere omstandigheden, of als u de flitser
gebruikt, is het mogelijk dat de belichtingsinstelling niet effectief is.
Opmerkingen
zDe belichting instellen voor mooiere beelden
Overbelicht = te veel licht
Te licht beeld
Lagere EV-instelling
Juiste belichting
Hogere EV-instelling +
Onderbelicht = te weinig licht
Te donker beeld
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
53
NL
ISO
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen wanneer de camera in de automatische
programmafunctie staat of wanneer de scènekeuze is ingesteld op (Onderwater).
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (ISO) t gewenst nummer
U kunt alleen [ISO AUTO] en [ISO 125] tot en met [ISO 800] selecteren wanneer de opnamefunctie is
ingesteld op de burst-functie of wanneer [DRO] is ingesteld op [DRO plus].
(Autom.) Stelt de ISO-gevoeligheid automatisch in.
///
//
U kunt voorkomen dat beelden opgenomen op donkere plaatsen of
van bewegende onderwerpen wazig worden door de ISO-
gevoeligheid te verhogen (een hogere waarde in te stellen).
Opmerking
zISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen-
belichtingsindex)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia die gebruik maken van een
beeldsensor die het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de
beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen, door een
kortere sluitertijd in te stellen om onderwerpbeweging tegen te gaan.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder
worden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
54
NL
Witbalans
Hiermee kunt u de kleurtinten instellen overeenkomstig het omgevingslicht. Gebruik deze
functie als de beeldkleuren onnatuurlijk lijken.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Witbalans)
3 Raak de gewenste functie aan t [OK]
(Autom.) Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld zodat de kleuren
natuurlijk lijken.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor omstandigheden buitenshuis op
een mooie dag, avondscènes, nachtscènes, neonreclame, vuurwerk, enz.
(Bewolkt) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of een
schaduwrijke plaats.
(Fluorescerend
licht 1)
(Fluorescerend
licht 2)
(Fluorescerend
licht 3)
[Fluorescerend licht 1]: Hiermee wordt gecompenseerd voor witte,
fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 2]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
natuurlijk witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 3]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
dagwitte, fluorescerende verlichting.
n (Gloeilamp) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een gloeilamp
of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
(Flitser) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
(1x drukken) Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de lichtbron.
De witte kleur die is opgeslagen in de functie [1x druk.inst.], wordt
de basiswitkleur. Gebruik deze functie als [Autom.] of andere
functies de kleur niet goed kunnen instellen.
(1x druk.inst.) Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt
in de functie [1x drukken].
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
55
NL
U kunt [Witbalans] niet selecteren in de intelligente automatische instelfunctie en eenvoudig-functie.
U kunt [Flitser] bij [Witbalans] niet instellen in de functies Panorama met beweging, Bewegende
beelden, Anti-bewegingswaas en Schemeropname uit de hand, of wanneer de scènekeuzefunctie is
ingesteld op (Hoge gevoeligheid).
Onder fluorescerende verlichting die flikkert, is het mogelijk dat de witbalans niet correct functioneert,
ondanks dat u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld.
Bij het opnemen met de flitser ingesteld op een andere instelling dan [Flitser], wordt de [Witbalans]
ingesteld op [Autom.].
Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op [Aan] of [Lgz synchro], kan de witbalans alleen worden ingesteld
op [Autom.], [Flitser], [1x drukken] of [1x druk.inst.].
[1x druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser.
1 Richt de lens op een wit voorwerp, zoals een vel papier, dat het hele
scherm vult onder dezelfde belichtingsomstandigheden waaronder u het
onderwerp gaat opnemen.
2 t (Witbalans) t [1x druk.inst.] t [Vastleggn.]
3 Het scherm wordt een moment zwart en nadat de witbalans is ingesteld
en in het geheugen is opgeslagen, wordt het scherm voor opnemen weer
afgebeeld.
Als tijdens het opnemen de indicator knippert, is de witbalans niet ingesteld of kan niet worden
ingesteld. Gebruik de automatische witbalans.
Beweeg de camera niet en stoot er niet tegen terwijl [1x druk.inst.] wordt uitgevoerd.
Als de flitsfunctie is ingesteld op [Aan] of [Lgz synchro], wordt de witbalans ingesteld op de toestand
waarin de flitser afgaat.
De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden
afzonderlijk opgeslagen.
Opmerkingen
De basiswitkleur opslaan in de functie [1x
druk.inst.]
Opmerkingen
zEffecten van de belichtingsomstandigheden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de
belichtingsomstandigheden.
De kleurtinten worden automatisch ingesteld, maar u kunt de kleurtinten ook handmatig
instellen met behulp van de witbalansfunctie.
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Eigenschappen
van het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
56
NL
Witbalans onderwater
U kunt de kleurtinten instellen wanneer de camera is ingesteld op de (Onderwater) functie als
de scènekeuzefunctie of (Onderwater) functie tijdens het opnemen van bewegende beelden.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Witbalans onderwater) t
gewenste functie t [OK]
Afhankelijk van de kleur van het water is het mogelijk dat de witbalans onderwater niet goed werkt
ondanks dat u [Onderwater 1] of [Onderwater 2] hebt ingesteld.
Als de flitserfunctie is ingesteld op [Aan], kan de onderwaterwitbalans alleen worden ingesteld op
[Autom.], [1x drukken] of [1x druk.inst.].
[1x druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser.
De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden
afzonderlijk opgeslagen.
(Autom.) Hiermee stelt u automatisch de kleurtinten in voor onderwater-
omstandigheden zodat de kleuren natuurlijk lijken.
(Onderwater 1) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat blauw
onderwater sterker is.
(Onderwater 2) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat groen
onderwater sterker is.
(1x drukken) Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de
lichtbron. De witte kleur die is opgeslagen in de functie [1x
druk.inst.], wordt de basiswitkleur. Gebruik deze functie als
[Autom.] of andere functies de kleur niet goed kunnen instellen.
(1x druk.inst.) Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt
in de functie [1x drukken] (pagina 55).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
57
NL
Scherpstellen
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
AF is de afkorting van "Auto Focus" (automatische scherpstelling), een functie die het beeld
automatisch scherpstelt.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Scherpstellen) t gewenste
functie
Als u de [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, is de instelling van het AF-bereikzoekerframe
uitgeschakeld en wordt het AF-bereikzoekerframe afgebeeld met een stippellijn. In dit geval zal de
camera scherpstellen op de onderwerpen rondom het midden van het scherm.
Als u de scherpstellingsfunctie instelt op iets anders dan [Multi-AF], ligt [Gezichts- herkenning] vast op
[Na aanraken].
De scherpstelling wordt ingesteld op [Multi-AF] tijdens het opnemen in de functies Bewegende beelden,
Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen.
(Multi-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in alle bereiken van het
zoekerframe.
Als u in de stilstaand-beeldopnamefunctie
de ontspanknop tot halverwege indrukt,
wordt een groen kader afgebeeld rondom het
gebied waarop is scherpgesteld.
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is
ingeschakeld, werkt de automatische
scherpstelling met voorrang voor gezichten.
Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Onderwater), wordt
met het scherpstellen rekening gehouden met het feit dat onderwater
wordt opgenomen. Nadat is scherpgesteld terwijl de ontspanknop tot
halverwege is ingedrukt, wordt een groot, groen kader afgebeeld.
(Midden-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in het midden van het
zoekerframe. Door tezamen met de AF-
vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u
het beeld naar wens samenstellen.
(Punt-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een extreem klein onderwerp of een smal
gebied. Door tezamen met de AF-
vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u
het beeld naar wens samenstellen. Houd de
camera stil zodat het onderwerp niet uit het
AF-bereikzoekerframe raakt.
Opmerkingen
AF-bereikzoekerframe
(Alleen voor stilstaande
beelden)
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
58
NL
zSnel het onderwerp kiezen dat voorrang moet
krijgen
Door het scherm aan te raken wordt een kader afgebeeld,
en door vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te
drukken, wordt op het kader scherpgesteld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
59
NL
Lichtmeetfunctie
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Lichtmeetfunctie) t gewenste
functie
Voor het opnemen van bewegende beelden, kan [Punt] niet worden geselecteerd.
De lichtmeetfunctie wordt ingesteld op [Multi] wanneer u het scherm aanraakt om een punt te selecteren
waarop u wilt scherpstellen, en wanneer u opneemt in de lach-sluiterfunctie of eenvoudig-functie.
Als u de lichtmeetfunctie instelt op iets anders dan [Multi], ligt [Gezichts- herkenning] vast op [Na
aanraken].
(Multi) Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt
op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera bepaalt een
goed afgewogen belichting (lichtmeting met meerdere patronen).
(Midden) Hiermee wordt het midden van het beeld gemeten en wordt de
belichting bepaald aan de hand van de helderheid van dat deel van
het onderwerp (lichtmeting met nadruk op het midden).
(Punt) Hiermee wordt slechts een deel van het
onderwerp gemeten (puntlichtmeting).
Deze functie is handig wanneer het
onderwerp van achteren wordt belicht
of wanneer er een sterk contrast is
tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Opmerkingen
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
60
NL
Scène- herkenning
De camera herkent de opnameomstandigheden automatisch en maakt vervolgens de opname.
Wanneer een beweging wordt vastgesteld, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd overeenkomstig
de beweging om onderwerpbewegingen te verminderen (bewegingherkenning).
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Slim automa- tisch
instellen)
3 t (Scène- herkenning) t gewenste
functie
(Autom.) Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de
optimale instellingen gemaakt en het beeld opgenomen.
(Geavanceerd)
Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de
optimale instellingen gemaakt. Wanneer de camera (Schemer),
(Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht) herkent,
verandert deze automatisch de instellingen en neemt nog een beeld
op.
Wanneer u twee beelden achter elkaar opneemt, wordt het + teken op het
pictogram groen.
Wanneer twee frames worden opgenomen, worden de twee beelden
onmiddellijk na de opname naast elkaar weergegeven.
Als [Dichte-ogen- vermindering] wordt afgebeeld, worden automatisch
2 beelden opgenomen en wordt het beeld weergegeven waarop de ogen
geopend zijn. Voor meer informatie over de dichte-
ogenverminderingsfunctie, zie "Wat is de dichte-
ogenverminderingsfunctie?".
Voorbeeld van een
beeld wanneer
(Tegenlichtopname) is
ingeschakeld.
Pictogram van scèneherkenning (Gids)
De camera herkent de volgende soorten
scènes. Nadat de camera de optimale scène
heeft bepaald, worden het bijbehorende
pictogram en de gids afgebeeld.
(Schemer), (Schemer-portret),
(Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met
tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up), (Portretopname)
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
61
NL
De scèneherkenningsfunctie werkt niet wanneer u beelden opneemt in de digitale-zoomfunctie.
Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op burst, of wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld, ligt
de scèneherkenningsfunctie vast op [Autom.].
De beschikbare flitserinstellingen zijn [Autom.] en [Uit].
(Schemeropn. met statief-)scènes worden soms niet herkend in een omgeving waarin trillingen
worden doorgegeven aan de camera ondanks dat deze op een statief is bevestigd.
Soms wordt een lange sluitertijd gebruikt als een scène wordt herkend als een
(Schemeropn. met
statief) scène. Houd de camera stil tijdens het maken van de opname.
Het pictogram van de scèneherkenning wordt afgebeeld ongeacht de [Opnamescherm- instellingen].
Mogelijk worden deze scènes niet herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
Opmerkingen
zBeelden die u kunt opnemen met [Geavanceerd]
In de [Geavanceerd] functie, neemt de camera twee beelden achter elkaar op met
verschillende instellingen wanneer de camera (Schemer), (Schemer-portret),
(Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht)
scènes herkent die wazig dreigen te worden.
U kunt het beste beeld kiezen uit de twee opgenomen beelden.
* Wanneer de flitser is ingesteld op [Autom.]
Eerste beeld* Tweede beeld
Opname met Langzame-
flitssynchronisatie
Opname met verhoogde gevoeligheid en
verminderde camerabewegingen
Opname met Langzame-
flitssynchronisatie en het gezicht dat door
de flitser wordt verlicht als richtlijn
Opname met verhoogde gevoeligheid, het gezicht
dat door de flitser wordt verlicht als richtlijn, en
verminderde camerabewegingen
Opname met Langzame-
flitssynchronisatie
Opname met een nog langere sluitertijd zonder
verhoogde gevoeligheid
Opname met de flitser Opname met de helderheid en het contrast van de
achtergrond ingesteld (DRO plus)
Opname met het gezicht dat door de flitser
wordt verlicht als richtlijn
Opname met de helderheid en het contrast van
het gezicht en de achtergrond ingesteld (DRO
plus)
zWat is de dichte-ogenverminderingsfunctie?
Indien ingesteld op [Geavanceerd], neemt de camera automatisch twee beelden achter
elkaar* op wanneer deze
(Portretopname) herkent. De camera zal automatisch het beeld
selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp niet knipperen. Als
op beide beelden het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen
gedetecteerd" afgebeeld.
* behalve wanneer de flitser afgaat of wanneer de sluitertijd lang is
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
62
NL
Gezichts- herkenning
Met deze instelling herkent de camera de gezichten van uw onderwerpen en stelt automatisch de
scherpstelling, flitser, belichting, witbalans en rode-ogeneffectvermindering in.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Gezichts- herkenning) t
gewenste functie
[Gezichts- herkenning] is niet beschikbaar in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden
en Eenvoudig opnemen.
U kunt [Gezichts- herkenning] alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Multi-
AF] en de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi].
De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie.
Maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend.
Afhankelijk van de omstandigheden is het mogelijk dat de gezichten van kinderen en volwassenen niet
juist worden herkend.
Tijdens het opnemen in de lach-sluiterfunctie, wordt [Gezichts- herkenning] automatisch ingesteld op
[Autom.], ook als dit ingesteld is op [Na aanraken].
(Na aanraken) Herkent een gezicht wanneer een gebied met een gezicht wordt
aangeraakt op het scherm.
(Autom.) Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch moet
scherpstellen.
(Voorkeur
voor kinderen)
Herkent de gezichten van kinderen en neemt deze met voorrang
op.
(Voorkeur
voor
volwassenen)
Herkent de gezichten van volwassenen en neemt deze met
voorrang op.
Opmerkingen
Gezichtsherkenningskader (wit)
Gezichtsherkenningskader (oranje)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, beoordeelt de camera welke het
primaire gezicht is en stelt daarop scherp. Het gezichtsherkenningskader rond het
hoofdonderwerp is oranje. Het gezichtsherkenningskader waarop wordt scherpgesteld
wordt groen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
63
NL
zHet gezicht met voorrang registreren (geselecteerd-
gezichtgeheugen)
Normaal gesproken selecteert de camera automatisch het gezicht waarop wordt
scherpgesteld aan de hand van de [Gezichts- herkenning]-instelling, maar u kunt ook zelf
een gezicht selecteren en registreren dat voorrang moet krijgen.
Als u de accu uit de camera haalt, wordt de registratie van het gezicht met voorrang teruggesteld.
Als het geregistreerde gezicht zich buiten het LCD-scherm beweegt, keert de camera terug naar de
instelling geselecteerd door [Gezichts- herkenning]. Wanneer het geregistreerde gezicht weer
binnen het LCD-scherm terugkeert, stelt de camera scherp op het geregistreerde gezicht.
Het kan onmogelijk zijn het geregistreerde gezicht juist te herkennen afhankelijk van de helderheid
van de omgeving, de haardracht van het onderwerp, enz. In dat geval registreert u het gezicht
opnieuw onder dezelfde omstandigheden waarin het beeld zal worden opgenomen.
Wanneer de lach-sluiterfunctie wordt gebruikt terwijl een gezichtsherkenningskader is
geregistreerd, wordt de lach-herkenning alleen uitgevoerd voor het geregistreerde gezicht.
In de eenvoudig-functie kan het gezicht dat voorrang moet krijgen niet worden geregistreerd.
1Raak een gezicht aan dat u wilt registreren als het gezicht met
voorrang tijdens de gezichtsherkenning.
Het geselecteerde gezicht wordt geregistreerd als het gezicht
met voorrang en het kader verandert in een oranje kader ( ).
2Iedere keer wanneer u een ander gezicht aanraakt, wordt dat
gezicht geregistreerd als het gezicht met voorrang.
3Raak aan om het registreren van gezichten uit te
schakelen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
64
NL
DRO
De camera analyseert de opnamescène en corrigeert de helderheid en het contrast automatisch
om de beeldkwaliteit te verhogen.
DRO is de afkorting van "Dynamic Range Optimizer" (optimalisatie van dynamisch bereik), een
functie die automatisch het verschil tussen lichte en donkere delen van een beeld optimaliseert.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Autom. Programma)
3 t (DRO) t gewenste functie
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, kan het onmogelijk zijn het beeld te corrigeren.
Als [DRO plus] is ingesteld, kan de ISO-gevoeligheid alleen worden ingesteld op [ISO AUTO] en
waarden van [ISO 125] tot en met [ISO 800].
(Uit) Hiermee wordt niets ingesteld.
(DRO
standard)
Hiermee kunt u de helderheid en het contrast van de beelden
automatisch instellen.
(DRO plus) Hiermee kunt u de helderheid en het contrast van de beelden
automatisch en sterk instellen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
65
NL
Dichte-ogen- vermindering
Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Soft Snap) terwijl een opname wordt
gemaakt, neemt de camera automatisch twee beelden achter elkaar op. De camera zal
automatisch het beeld selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp
niet knipperen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Scènekeuze) t
(Soft Snap)
3 t (Dichte-ogen- vermindering) t
gewenste functie
De dichte-ogenverminderingsfunctie werkt niet in de volgende situaties.
Tijdens het gebruik van de flitser
Tijdens opnemen in de Burst-functie
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie niet werkt
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Soms werkt de dichte-ogenverminderingsfunctie niet, afhankelijk van de situatie.
Wanneer de dichte-ogenverminderingsfunctie is ingesteld op [Autom.], maar alleen beelden zijn
opgenomen waarop het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd"
afgebeeld op het LCD-scherm. Maak zo nodig de opname opnieuw.
(Autom.)
Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de dichte-
ogenverminderingsfunctie zodat beelden worden opgenomen
waarop het onderwerp de ogen open heeft.
(Uit)
De dichte-ogenverminderingsfunctie wordt niet gebruikt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
66
NL
Rode-ogeneffect
De flitser gaat twee of meer keer af voordat de opname wordt gemaakt om het rode-ogeneffect
dat optreedt bij het gebruik van de flitser te verminderen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Rode-ogeneffect) t gewenste
functie
U kunt [Rode-ogeneffect] niet selecteren in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden,
Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen.
Om wazige beelden te voorkomen, moet u de camera stevig vasthouden totdat de sluiter is ontspannen.
Dit duurt normaal gesproken een seconde nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. Zorg er tevens voor
dat het onderwerp niet beweegt gedurende deze periode.
Het is mogelijk dat de rode-ogeneffectvermindering niet het gewenste resultaat oplevert. Dit is
afhankelijk van individuele verschillen en omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp, en of het
onderwerp weg keek van de voorflits.
Als u de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruikt, werkt de rode-ogeneffectvermindering niet, ook niet
wanneer u [Autom.] instelt.
(Autom.) Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, gaat hiermee de
flitser automatisch af om het rode-ogeneffect te verminderen.
(Aan) Hiermee gaat de flitser altijd af om het rode-ogeneffect te
verminderen.
(Uit) Hiermee wordt de rode-ogeneffectvermindering niet gebruikt.
Opmerkingen
zHoe ontstaat het rode-ogeneffect?
Pupillen worden groter in een donkere omgeving. Het flitslicht wordt gereflecteerd door de
bloedvaten op de achterkant van het oog (het netvlies) waardoor het "rode-ogeneffect"
optreedt.
Andere manieren om het rode-ogeneffect te verminderen
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt automatisch ingesteld
op [Uit].)
Als de ogen van het onderwerp in het beeld rood zijn, corrigeert u het beeld met behulp van
[Bijwerken] t [Rode-ogen- correctie] op het weergavemenu, of met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "PMB".
Camera
Oog
Netvlies
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
67
NL
SteadyShot
Hiermee kunt u de antiwaasfunctie selecteren.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (SteadyShot) t gewenste functie
In de intelligente automatische instelfunctie, de eenvoudig-functie of als de scènekeuzefunctie is
ingesteld op (Voedsel), ligt [SteadyShot] vast op [Opnemen].
[SteadyShot] ligt vast op [Continu] in de functie Panorama met beweging en wanneer de lach-
sluiterfunctie is ingeschakeld.
Voor bewegende beelden kunt u alleen [Continu] of [Uit] instellen. De standaardinstelling voor
bewegende beelden is ingesteld op [Continu].
De acculading wordt sneller opgebruikt in de [Continu]-functie dan in de [Opnemen]-functie.
(Opnemen) Hiermee wordt de antiwaasfunctie ingeschakeld als de ontspanknop
tot halverwege ingedrukt wordt.
(Continu) Hiermee is de antiwaasfunctie altijd ingeschakeld. Stabiele beelden
zijn mogelijk, zelfs als er ingezoomd is op een ver verwijderd
onderwerp.
(Uit) Hiermee wordt de antiwaasfunctie niet gebruikt.
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
68
NL
zTips om wazige beelden te voorkomen
De camera werd per ongeluk bewogen toen u een beeld opnam. Dit heet de
"camerabeweging". Het kan ook zijn dat het onderwerp bewoog toen u het beeld opnam. Dit
heet dan "onderwerpbeweging". Bovendien treden camerabewegingen en
onderwerpbewegingen vaak op bij zwakke belichting of lange sluitertijden, zoals die
optreden wanneer (Schemer-portret) of (Schemer) is gekozen als de
scènekeuzefunctie. In dergelijke gevallen houdt u bij het opnemen de onderstaande tips in
gedachten.
Camerabeweging
Uw hand of lichaam bewoog terwijl u de
camera vasthield en op de ontspanknop drukte,
waardoor het gehele beeld wazig is geworden.
Gebruik een statief of plaats de camera op een
vlakke ondergrond zodat de camera stevig staat.
Neem op met een zelfontspanner met een
vertraging van 2 seconden en stabiliseer de camera door uw armen stevig tegen uw zij te drukken
nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt.
Gebruik de functie [Schemeropname uit hand].
Onderwerpbeweging
Ondanks dat de camera stil wordt gehouden,
kan het onderwerp bewegen tijdens de
belichtingstijd nadat op de ontspanknop is
gedrukt, waardoor het onderwerp wazig is. De
camerabewegingen worden automatisch
verminderd met behulp van de antiwaasfunctie.
Deze functie vermindert echter niet de onderwerpbewegingen effectief.
Selecteer de functie Anti-bewegingswaas of (Hoge gevoeligheid) in de scènekeuzefunctie.
Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om de sluitertijd korter te maken, en druk op de
ontspanknop voordat het onderwerp beweegt.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
69
NL
Opnamescherm- instellingen
U kunt instellen of de bedieningstoetsen worden afgebeeld op het LCD-scherm in de
opnamefunctie.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Opnamescherm- instellingen) t
gewenste functie
(Aan) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
afbeelden.
(Uit) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
niet afbeelden.
zDe bedieningstoetsen afbeelden wanneer
[Opnamescherm- instellingen] is ingesteld op [Uit]
Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan
en veeg naar rechts.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
70
NL
Eenvoudig- functie
Als u in de eenvoudig-functie stilstaande beelden weergeeft, wordt de tekst op het
weergavescherm groter, zijn de indicators gemakkelijker te zien, en kunnen minder functies
worden gebruikt.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Eenvoudig- functie) t [OK]
De acculading wordt sneller opgebruikt omdat de helderheid van het scherm automatisch toeneemt.
De opnamefunctie verandert bovendien naar [Eenvoudig- functie].
Opmerkingen
zBeschikbare functies in de eenvoudig-functie
(weergeven)
(Wissen) : Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld
wissen.
(Zoom) : Hiermee kunt u het weergegeven beeld
vergroten.
Veeg met uw vinger omhoog, omlaag, naar rechts of
naar links, of raak /// aan om de zoompositie te
veranderen. Raak / aan om de zoomvergroting te
veranderen.
: Raak [Enkel beeld wissen] aan om het huidig
weergegeven beeld te wissen.
: Raak [Alle beelden wissen] aan om alle beelden in
die map te wissen.
: Raak [Eenvoudig-functie verlaten] aan om de
eenvoudig-functie te verlaten.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
71
NL
Kalender
U kunt in de datumweergave de datum op de kalender selecteren die moet worden weergegeven.
Stap 2 is overbodig wanneer [Datumweergave] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t
(Datumweergave)
3 Raak (Kalender) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
4 Selecteer de maand die u wilt weergeven met
/ en raak daarna de gewenste datum aan.
Veeg omhoog of omlaag over de miniaturen van de beelden
van de geselecteerde datum om de pagina te veranderen. Raak
een beeld aan om terug te keren naar het
enkelbeeldweergavescherm van dat beeld.
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
Beelden van de
geselecteerde datum
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
72
NL
Beeldindex
U kunt meerdere beelden tegelijkertijd weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak (Beeldindex) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
3 Raak het scherm aan en veeg omhoog of omlaag
om de pagina te veranderen.
Raak een beeld op het indexweergavescherm aan om terug te
keren naar het enkelbeeldweergavescherm van dat beeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
73
NL
Diavoorstelling
De beelden worden automatisch achter elkaar weergegeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak (Diavoorstelling) t gewenste functie
aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
1 Selecteer het beeld om de weergave te starten.
2 Raak (Diavoorstelling) t [Continue weergave] aan.
3 Om de continue weergave te stoppen, raakt u eerst het LCD-scherm aan
en raakt u daarna [Continue weergave verlaten] aan.
Raak / aan op het LCD-scherm om het volumeniveau bij de bewegende beelden in te stellen.
Als [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], wordt alleen het hoofdbeeld
weergegeven.
(Continue
weergave)
Alle beelden worden achter elkaar weergegeven.
(Diavoorstelling
met muziek)
Geeft de stilstaande beelden achter elkaar weer tezamen met
effecten en muziek.
Continue weergave
Opmerking
zPanoramabeelden bekijken tijdens ononderbroken
weergave
Het gehele panoramabeeld wordt gedurende 3 seconden weergegeven.
U kunt een panoramabeeld voorbij laten lopen door aan te raken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
74
NL
1 Raak (Diavoorstelling) t [Diavoorstelling met muziek] aan.
2 Raak de gewenste functie t [Start] aan.
3 Om de diavoorstelling te beëindigen, raakt u het scherm aan en selecteert
u daarna uit [Diavoorstelling verlaten].
[Diavoorstelling met muziek] is niet beschikbaar voor panoramabeelden en bewegende beelden.
Als [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], worden de burst-beelden als
volgt weergegeven.
Als [Effecten] is ingesteld op [Simpel], wordt alleen het hoofdbeeld weergegeven.
Als [Effecten] is ingesteld op iets anders dan [Simpel] en er twee of minder burst-beelden zijn, wordt
alleen het hoofdbeeld weergegeven.
Als [Effecten] is ingesteld op iets anders dan [Simpel] en er drie of meer burst-beelden zijn, worden
drie beelden weergegeven, inclusief het hoofdbeeld.
Diavoorstelling met muziek
Opmerking
Beeld
U kunt de groep beelden selecteren die moet worden vertoond. Deze instelling ligt vast op
[Map] wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
Alle beelden Geeft een diavoorstelling weer van alle stilstaande beelden op
volgorde.
Deze datum Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden binnen
het huidig geselecteerde datumbereik in het geval de
weergavefunctie (Datumweergave) is.
Map Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden in de
huidig geselecteerde map in het geval de weergavefunctie
(Mapweergave) is.
Effecten
U kunt de weergavesnelheid en atmosfeer van de diavoorstelling selecteren.
Simpel Een eenvoudige diavoorstelling met een vooraf ingesteld interval
tussen de stilstaande beelden.
Het weergave-interval is instelbaar bij [Interval] zodat u volledig
kunt genieten van uw beelden.
Nostalgisch Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène
oproept.
Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige snelheid
uitgevoerd wordt.
Actief Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes.
Opmerking
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
75
NL
Muziek
U kunt de muziek instellen die tijdens de diavoorstelling moet worden afgespeeld. U kunt
meer dan één track voor achtergrondmuziek selecteren. Raak aan om te luisteren naar
iedere achtergrondmuziek. Raak / aan langs de onderkant van het LCD-scherm om het
volumeniveau van de achtergrondmuziek in te stellen.
Geen geluid Hiermee wordt de achtergrondmuziek niet gebruikt.
Music1 De standaardinstelling voor een [Simpel]-diavoorstelling.
Music2 De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]-diavoorstelling.
Music3 De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling.
Music4 De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling.
Interval
U kunt het interval instellen waarmee de dia’s moeten worden verwisseld. De instelling ligt
vast op [Autom.] wanneer [Simpel] niet is geselecteerd bij [Effecten].
1 sec Hiermee stelt u het weergave-interval in van beelden voor een
diavoorstelling met effectinstelling [Simpel].
3 sec
5 sec
10 sec
Autom. Hiermee wordt het interval zodanig ingesteld dat het geschikt is
voor het geselecteerde onderdeel bij [Effecten].
Herhalen
U kunt het herhalen van de diavoorstelling in- of uitschakelen.
Aan Hiermee geeft u de beelden weer in een continu herhaalde
weergave.
Uit Hiermee eindigt de diavoorstelling nadat alle beelden eenmaal zijn
weergegeven.
zDe achtergrondmuziek selecteren
U kunt een gewenst muziekstuk kopiëren vanaf een cd of MP3-bestand naar de camera om
af te spelen tijdens een diavoorstelling. Om muziek te kunnen kopiëren, installeert u eerst
het softwareprogramma "Music Transfer" (bijgeleverd) op uw computer. Voor meer
informatie, zie de pagina’s 121 en 122.
U kunt maximaal vier muziekstukken kopiëren naar de camera (de 4 vooraf ingestelde
muziekstukken (Music1 t/m Music4) kunnen worden vervangen door de gekopieerde
muziekstukken).
De maximumlengte van ieder muziekbestand dat door de camera kan worden afgespeeld, is
ongeveer 5 minuten.
Als u een muziekbestand niet kunt weergeven als gevolg van beschadiging of ander defect van het
bestand, voert u [Format. muz.] (pagina 106) uit en brengt u de muziekbestanden nogmaals over
naar de camera.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
76
NL
Wissen
U kunt ongewenste beelden selecteren om te wissen.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 (Wissen) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
Als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen, wordt de weergavefunctie ingesteld op
[Mapweergave].
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie wissen.
(Meerdere beelden) Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te wissen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
1Raak het beeld aan dat u wilt wissen.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden
meer wilt wissen. Raak een beeld met een markering
nogmaals aan om de markering op te heffen.
2Raak [OK] t [OK] aan.
(Alle in deze map)
(Alle beelden in
datumbereik)
(Alle in deze groep)
Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde map,
datumbereik of burst-groep tegelijkertijd wissen.
Na stap 2, raak [OK] aan.
(Alle behalve dit beeld) Hiermee kunt u de beelden in de burst-groep, behalve het
geselecteerde beeld, wissen in de burst-groep-
weergavefunctie.
Na stap 2, raak [OK] aan.
Opmerking
In de eenvoudig-functie
Enkel beeld wissen Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld wissen.
Alle beelden wissen Hiermee kunt u alle beelden in die map wissen.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
77
NL
zU kunt wisselen tussen de indexweergavefunctie en
de enkelbeeldweergavefunctie tijdens het
selecteren van beelden
Raak aan om terug te keren naar het
enkelbeeldweergavescherm, en raak aan op het
enkelbeeldweergavescherm om terug te keren naar het
indexweergavescherm.
U kunt ook wisselen tussen de indexweergavefunctie en de
enkelbeeldweergavefunctie bij [Beveiligen], [DPOF] en
[Afdrukken].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
78
NL
Kleuren
Tekent of stempelt op een stilstaand beeld en neemt het op als een nieuw bestand.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
Als het interne geheugen wordt gebruikt, raakt u (Kleuren)
aan de linkerkant van het LCD-scherm aan.
2 t (Kleuren)
3 Teken op het beeld met de tekenpen
(bijgeleverd).
4 Raak de
/ toets aan t selecteer het beeldformaat om in op te slaan
U kunt op panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep en bewegende beelden niet
tekenen of stempelen.
Toets Werking
1 / Opslaan Om het beeld op te slaan in VGA- of 3M-formaat in
het interne geheugen of op een "Memory Stick Duo".
2 Tekenpen Om de tekens of tekeningen te maken.
3 Gum Om correcties te maken.
4 Stempel Om een stempel op het beeld te zetten.
5 Dikte/Stempels Om de dikte van de tekenpen of het gum te kiezen, of
om de stempel te kiezen.
6 Kleur Om de kleur te kiezen.
7 Verlaten Om de tekenfunctie te verlaten.
8 Lijst Om een lijst toe te voegen.
Kies de gewenste lijst met / .
9 Ongedaan maken Om de laatste handeling ongedaan te maken.
0 Alles wissen Om alle tekenbewerkingen te wissen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
79
NL
Bijwerken
Met deze instelling kunt u effecten toevoegen aan of correcties aanbrengen in een opgenomen
beeld en dit opnemen als een nieuw bestand.
Het oorspronkelijke beeld blijft behouden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Bijwerken) t gewenste functie
3 Voer het bijwerken uit volgens de
bedieningsmethode van de betreffende functie.
U kunt panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep en bewegende beelden niet
bijwerken.
(Trimmen) Hiermee neemt u het ingezoomde
weergavebeeld op.
Raak / aan t stel het punt in met
v/V/b/B t t selecteer een
beeldformaat om in op te slaan met
/ t t [OK]
De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
Het beeldformaat dat u kunt trimmen kan verschillen afhankelijk van het
beeld.
(Rode-ogen-
correctie)
Hiermee corrigeert u het rode-
ogeneffect dat wordt veroorzaakt
door de flitser.
Nadat het rode-ogeneffect is
gecorrigeerd, raakt u [OK] aan
Het is mogelijk dat het rode-ogeneffect niet geheel kan worden gecorrigeerd,
afhankelijk van het beeld.
(Onscherpte
repareren)
Hiermee maakt u het beeld
scherper binnen een gekozen
kader.
Raak het gebied (frame) aan van het
gewenste beeld dat u wilt bijwerken
t t [OK]
Afhankelijk van het beeld is het
mogelijk dat niet voldoende
reparatie kan worden verkregen en
de beeldkwaliteit verslechtert.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
80
NL
Burstgroep weergeven
U kunt selecteren of de burst-beelden in groepen weer te geven of alle beelden tijdens weergave
af te beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Burstgroep weergeven) t
gewenste functie
Als de weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave], ligt [Burstgroep weergeven] vast op [Alles
weergeven].
(Alleen
hoofdbld.
weergeven)
Hiermee kunt u de burst-beelden groeperen en vervolgens
alleen de hoofdbeelden weergeven.
Als gezichtsherkenning wordt gebruikt in de burst-functie, beslist de
camera wat het optimale beeld is en geeft dit weer als het
hoofdbeeld. Als gezichtsherkenning niet wordt gebruikt, wordt het
eerste beeld van de burst-groep weergegeven als het hoofdbeeld.
(Alles
weergeven)
Hiermee worden alle burst-beelden tegelijkertijd weergegeven.
Opmerking
zBurst-beelden naast elkaar weergeven
In de [Alleen hoofdbld. weergeven] functie kunnen de beelden van de burst-groep naast
elkaar worden weergegeven.
1Geef het hoofdbeeld weer in de weergavefunctie.
2Raak een beeld aan.
De beelden van die burst-groep worden naast elkaar
weergegeven langs de onderkant van het LCD-scherm.
3Raak / aan om het gewenste beeld weer te geven.
U kunt het beeld ook weergeven door het miniatuurbeeld
langs de onderkant van het LCD-scherm aan te raken. Het
miniatuurbeeld langs de onderkant van het LCD-scherm
kan worden in- en uitgeschakeld door het scherm aan te
raken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
81
NL
Weergavefunctie
U kunt de schermindeling selecteren voor het weergeven van beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t gewenste
functie
Als u het interne geheugen gebruikt, wordt de weergavefunctie ingesteld op [Mapweergave].
Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera.
(Datumweergave)
Geeft beelden op datum weer.
(Mapweergave)
Geeft de beelden weer, georganiseerd in mappen.
Opmerkingen
zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een
andere camera
Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera plaatst waarop zowel beelden staan die zijn
opgenomen met deze camera, als beelden die zijn opgenomen met een andere camera, wordt
een scherm afgebeeld waarop u de weergavemethode kunt selecteren.
Alleen geregist. beelden
weergeven:
De beelden worden weergegeven in de geselecteerde
weergavefunctie. Sommige beelden die met een andere
camera zijn opgenomen, kunnen niet worden weergegeven.
Alles weergeven met
mapweergave:
De weergavefunctie wordt omgeschakeld naar de
mapweergave en alle beelden worden weergegeven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
82
NL
Beveiligen
U kunt opgenomen beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Het merkteken wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Beveiligen) t gewenste functie
Als u het interne geheugen gebruikt, wordt de weergavefunctie ingesteld op [Mapweergave].
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie beveiligen.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te beveiligen.
Na stap 2, doet u het volgende.
1Selecteer een beeld dat u wilt beveiligen, en raak het aan.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
beveiligen. Raak een beeld met een markering nogmaals aan
om de markering op te heffen.
2Raak [OK] t [OK] aan.
(Alle in deze
map selecteren)
Hiermee kunt u alle beelden in de map beveiligen/ontgrendelen in
de weergavefunctie [Mapweergave].
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in deze
map wissen)
(Alle in datum-
bereik instellen)
Hiermee kunt u alle beelden in het datumbereik beveiligen/
ontgrendelen in de weergavefunctie [Datumweergave].
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in
datumbe- reik verw.)
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
83
NL
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u beelden op de "Memory Stick
Duo" kunt registreren die u later wilt afdrukken.
De -afdrukmarkering wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t t gewenste functie
De -afdrukmarkering kan niet wordt aangebracht op bewegende beelden of op beelden in het interne
geheugen.
U kunt de -afdrukmarkering aanbrengen op maximaal 999 beelden.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie registreren voor afdrukken.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te registreren voor
afdrukken.
Na stap 2, doet u het volgende.
1Selecteer een beeld dat u wilt afdrukken, en raak het aan.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
registreren. Raak een beeld met een markering nogmaals aan
om de markering op te heffen.
2Raak [OK] aan t [OK]
(Alle in deze
map selecteren)
Hiermee kunt u de afdrukmarkering van alle beelden in de map
instellen/annuleren in de weergavefunctie [Mapweergave].
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in deze
map wissen)
(Alle in datum-
bereik instellen)
Hiermee kunt u de afdrukmarkering van alle beelden in het
datumbereik instellen/annuleren in de weergavefunctie
[Datumweergave].
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in
datumbe- reik verw.)
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
84
NL
Roteren
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Gebruik deze functie om een beeld met een
horizontale oriëntatie, verticaal weer te geven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Roteren)
3 / t [OK]
U kunt bewegende beelden, beelden weergegeven in een burst-groep en beveiligde stilstaande beelden
niet roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
85
NL
Volume- instellingen
Met deze instelling kunt u het volumeniveau van diavoorstellingen en de weergave van
bewegende beelden instellen.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Volume- instellingen)
3 Stel het volumeniveau in door / t
aan te raken
U kunt het volumeniveau ook instellen door z op de
instelbalk aan te raken en naar rechts of links te slepen.
zHet volume instellen tijdens weergave van
bewegende beelden of een diavoorstelling
Bewegende
beelden:
Raak het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te beelden, en raak
daarna en vervolgens
/ aan om het volumeniveau in te stellen. Raak
aan om het volume-instelscherm te sluiten.
Diavoorstelling:
Raak het scherm aan om het volume-instelscherm af te beelden, en raak daarna
de
/ toetsen aan om het volumeniveau in te stellen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
86
NL
Weergavescherm instellingen
U kunt instellen of de bedieningstoetsen worden afgebeeld op het LCD-scherm in de
weergavefunctie.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavescherm instellingen) t
gewenste functie
(Aan) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
afbeelden
.
(Uit) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
niet afbeelden
.
zDe bedieningstoetsen afbeelden wanneer
[Weergavescherm instellingen] is ingesteld op [Uit]
Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan
en veeg naar rechts.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
87
NL
Belichtings- gegevens
U kunt instellen of de opnamegegevens van het huidig weergegeven bestand worden afgebeeld
of niet.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Belichtings- gegevens) t
gewenste functie
(Aan) Hiermee kunt u de opnamegegevens afbeelden op het LCD-
scherm
.
(Uit) Hiermee kunt u de opnamegegevens niet afbeelden op het LCD-
scherm
.
Belichtings- gegevens
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
88
NL
Beeldindex- instellingen
U kunt het aantal beelden instellen dat op het indexweergavescherm wordt weergegeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Beeldindex- instellingen) t
gewenste functie
(12 per scherm)
Hiermee kunt u 12 beelden tegelijk weergeven.
(28 per scherm)
Hiermee kunt u 28 beelden tegelijk weergeven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
89
NL
Map kiezen
Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt op een "Memory Stick Duo", kunt u met deze
functie de map selecteren waarin het beeld zit dat u wilt weergeven.
Stap 2 is overbodig wanneer [Mapweergave] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t
(Mapweergave)
3 t (Map kiezen) t selecteer de map
met / t [OK]
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
zBeelden uit meerdere mappen bekijken
Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt en het eerste of laatste beeld in de map wordt
weergegeven, worden de volgende pictogrammen afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan
: U kunt naar de volgende map gaan
: U kunt naar de voorgaande of volgende mappen gaan
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
90
NL
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in
een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de
ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld.
Op dat moment wordt de indicator afgebeeld.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [AF-verlicht.] t gewenste functie
De camera kan scherpstellen zolang het licht van de AF-verlichting het onderwerp bereikt, ongeacht of
het licht het midden van het onderwerp al of niet kan bereiken.
U kunt de AF-verlichting niet gebruiken wanneer:
Opnemen in de functie Panorama met beweging
(Landschap), (Schemer), (Huisdieren), (Vuurwerk) of (Korte sluitertijd) is geselecteerd
als de scènekeuzefunctie.
[Behuizing] is ingesteld op [Aan].
Als u de AF-verlichting gebruikt, is het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt met een
stippellijn een nieuw AF-bereikzoekerframe afgebeeld. De automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden.
De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen gezondheidsrisico’s bestaan, mag u
niet van dichtbij rechtstreeks in de AF-verlichtingslamp kijken.
Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
91
NL
Stramienlijn
Met behulp van de rasterlijnen kunt u het onderwerp gemakkelijker in een horizontale/verticale
stand brengen.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Stramienlijn] t gewenste functie
Aan Beeldt de rasterlijnen af. De rasterlijnen worden niet opgenomen.
Uit Beeldt de rasterlijnen niet af.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
92
NL
Digitale zoom
Met deze instelling kunt u de digitale-zoomfunctie instellen. De camera vergroot het beeld met
behulp van optische zoom (max. 4×). Wanneer de schaalverdeling van de zoom wordt
overschreden, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Digitale zoom] t gewenste
functie
De digitale zoomfunctie werkt niet in de functies Panorama met beweging en Bewegende beelden, of
wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [10M], [3:2(8M)]
of [16:9(7M)].
De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie.
De ondersteunde zoomvergroting verschilt afhankelijk van het beeldformaat.
Slim ( ) Hiermee wordt het beeld digitaal vergroot binnen het bereik waarin
het beeld niet wordt vervormd, overeenkomstig het beeldformaat.
(Slimme-zoomfunctie)
Nauwkeurig ( ) Hiermee worden alle beeldformaten vergroot met de totale
zoomvergroting van ongeveer 8
×, inclusief de optische-
zoomvergroting van 4
×. Merk echter op dat de beeldkwaliteit
verslechtert wanneer de optische-zoomvergroting wordt
overschreden. (Precisie-digitale-zoom)
Uit Hiermee wordt de digitale-zoomfunctie niet gebruikt.
Opmerkingen
Totale zoomvergroting bij gebruik van de slimme-
zoomfunctie (inclusief 4× optische zoom)
Formaat Totale zoomvergroting
5M
Ong. 5,
3M
Ong. 7,
VGA
Ong. 2
16:9(2M)
Ong. 7,
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
93
NL
Autom. Oriëntatie
Wanneer de camera wordt gedraaid (verticaal) om een portretopname te maken, neemt de
camera deze positiewijziging op en geeft het beeld weer in de portretoriëntatie.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Autom. Oriëntatie] t gewenste
functie
Aan de linker- en rechterkant van verticaal georiënteerde beelden wordt een zwarte rand afgebeeld.
Afhankelijk van de opnamehoek van de camera, is het mogelijk dat de oriëntatie van het beeld niet juist
wordt opgenomen.
U kunt [Autom. Oriëntatie] niet gebruiken wanneer (Onderwater) is geselecteerd als de
scènekeuzefunctie of tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Soms werkt automatische oriëntatiefunctie niet bij gebruik van de netspanningsadapter (los verkrijgbaar)
en de USB/AV/DC IN-kabel voor de multifunctionele aansluiting (los verkrijgbaar).
Aan Hiermee neemt u een beeld op in de juiste oriëntatie.
Uit Hiermee wordt automatische oriëntatie niet gebruikt.
Opmerkingen
zBeelden roteren na het opnemen
Als de oriëntatie van een beeld niet juist is, kunt u [Roteren] op het MENU-scherm
gebruiken om het beeld in de portretpositie weer te geven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
94
NL
Gids scèneherken.
U kunt selecteren of de gids wordt afgebeeld of niet naast het pictogram van de scèneherkenning
als scèneherkenning is ingeschakeld.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t (Gids scèneherken.) t
gewenste functie
Aan Hiermee kunt u de gids van de scèneherkenning afbeelden.
Uit Hiermee kunt u de gids van de scèneherkenning niet afbeelden.
Gids van de scèneherkenning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
95
NL
Dichte-ogenalarm
Als een beeld waarvan het onderwerp de ogen dicht heeft wordt opgenomen terwijl
gezichtsherkenning is ingeschakeld, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld
op het LCD-scherm.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Dichte-ogenalarm] t gewenste
functie
Autom. Hiermee wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd"
afgebeeld.
Uit Hiermee wordt de mededeling niet afgebeeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
96
NL
Pieptoon
U kunt het geluidssignaal dat klinkt wanneer u de camera bedient, selecteren of uitschakelen.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Pieptoon] t
gewenste functie
Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de ontspanknop
indrukt, ingeschakeld.
Hoog Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid, die klinken als u
het aanraakscherm en de ontspanknop bedient, ingeschakeld.
Als u het volumeniveau wilt verlagen, selecteert u [Laag].
Laag
Uit Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid uitgeschakeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
97
NL
LCD-helderheid
U kunt de helderheid van het LCD-scherm instellen.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [LCD-helderheid] t
gewenste functie
In de instelling [Helder] kan de acculading sneller opraken.
Als de camera ingeschakeld blijft en u deze gedurende ongeveer één minuut niet bedient, wordt het LCD-
scherm donker.
Normaal Hiermee kunt u het LCD-scherm instellen op de normale
helderheid.
Helder Hiermee kunt u het LCD-scherm instellen op hoge helderheid.
Deze functie is handig bij het weergeven van beelden in helder zonlicht
buiten.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
98
NL
Language Setting
Selecteert de taal waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen moeten worden
afgebeeld.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Language Setting] t
gewenste functie
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
99
NL
Demonstratiefunctie
U kunt instellen of een demonstratie van de scèneherkenningsfunctie en lach-sluiterfunctie moet
worden gegeven. Als geen demonstratie hoeft te worden gegeven, stelt u dit in op [Uit].
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Demonstratiefunctie]
t gewenste functie
2 (Opn.functie) t (Slim automa- tisch
instellen)
Door tijdens de demonstratie van de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop te drukken, wordt de sluiter
ontspannen, maar geen beeld opgenomen.
Demofunctie1 Hiermee wordt de scènekeuzefunctie gedemonstreerd.
Demofunctie2 Hiermee start de demonstratie van de lach-sluiterfunctie
automatisch als gedurende 15 seconden geen bediening wordt
uitgevoerd.
Uit Geeft geen demonstratie.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
100
NL
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden behouden.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Initialiseren] t [OK]
Let erop dat de camera niet wordt uitgeschakeld tijdens het initialiseren.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
101
NL
COMPONENT
U kunt het type videosignaaluitvoer selecteren uit SD of HD (1080i) overeenkomstig het type
televisie dat u met behulp van de HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) hebt aangesloten
op de camera.
Gebruik een Type1a-compatibele HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar).
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [COMPONENT] t
gewenste functie
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van
een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven
op het televisiescherm.
HD(1080i) Selecteer deze instelling wanneer u de camera aansluit op een high-
definitiontelevisie compatibel met 1080i-signalen.
SD Selecteer deze instelling om de camera aan te sluiten op een
televisie die niet compatibel is met HD(1080i)-signalen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
102
NL
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het
televisiekleursysteem van het aangesloten videoapparaat. Het kleursysteem van de televisie
verschilt afhankelijk van het land of gebied.
Om de beelden op het televisiescherm te kunnen bekijken, controleert u het kleursysteem van de
televisie in het land of gebied waarin u zich bevindt (pagina 118).
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Video-uit] t
gewenste functie
NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-
functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-
functie (bijv. voor Europa en China).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
103
NL
Behuizing
U kunt de specifieke bedieningstoetsen afbeelden wanneer de camera in de behuizing
(onderwaterset) is geplaatst. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de behuizing.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Behuizing] t
gewenste functie
U kunt niet scherpstellen op onderwerpen door het scherm aan te raken.
Sommige functies zijn beperkt en de posities van de pictogrammen op het LCD-scherm zijn anders.
Aan Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd.
Uit Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
104
NL
USB-aansluiting
U kunt de functie instellen wanneer de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting is aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [USB-aansluiting] t
gewenste functie
Als u de camera niet kunt aansluiten op een PictBridge-compatibele printer in de instelling [Autom.],
selecteert u [PictBridge].
Als u de camera niet kunt aansluiten op een computer of een USB-apparaat in de instelling [Autom.],
selecteert u [Mass Storage].
U kunt geen bewegende beelden importeren wanneer [PTP/MTP] is geselecteerd. Om bewegende
beelden in een computer te importeren, selecteert u [Autom.] of [Mass Storage].
Autom. De camera herkent automatisch en stelt de communicatie in met
een computer of PictBridge-compatibele printer.
PictBridge Hiermee sluit u de camera aan op een PictBridge-compatibele
printer.
PTP/MTP Wanneer u de camera aansluit op een computer, wordt de wizard
‘AutoPlay’ afgebeeld en worden de stilstaande beelden in de
opnamemap in de camera geïmporteerd in de computer. (met
Windows Vista/XP, Mac OS X)
Mass Storage Hiermee wordt een Mass Storage-verbinding tot stand gebracht
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
105
NL
Downl. muz.
U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om
achtergrondmuziekbestanden te veranderen.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.]
De mededeling "Muziek van diavoorstelling veranderen
Aansluiten op computer" wordt afgebeeld.
2 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer, en start het
softwareprogramma "Music Transfer" op.
3 Volg de instructies op het scherm om
muziekbestanden te veranderen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
106
NL
Format. muz.
U kunt alle achtergrondmuziekbestanden wissen die in de camera zijn opgeslagen. Dit is handig
in het geval bijvoorbeeld een achtergrondmuziekbestand beschadigd is en niet meer kan worden
afgespeeld.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Format. muz.] t
[OK]
zDe muziekbestanden herstellen die vooraf in de
fabriek werd ingesteld in de camera
U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om
de muziekbestanden te herstellen die vooraf in de fabriek werden ingesteld.
1Voer [Downl. muz.] uit en breng daarna een USB-verbinding tot stand tussen de camera
en een computer.
2Start "Music Transfer" en herstel daarna de standaardmuziekbestanden.
Voor meer informatie over "Music Transfer", zie de helpfunctie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
107
NL
Kalibratie
Met deze instelling kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking
niet meer op de juiste plaatsen reageren.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Kalibratie]
2 Raak met de tekenpen het midden van het ×
merkteken op volgorde aan dat op het scherm
wordt afgebeeld.
Raak [Annul.] aan om de kalibratie tussentijds te stoppen. De aanpassingen die tot dusver zijn gemaakt
worden niet doorgevoerd.
Als u het scherm naast de juiste plek aanraakt, wordt de kalibratie niet uitgevoerd. Raak nogmaals het
midden van het × merkteken aan.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
108
NL
Formatteren
U kunt de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen formatteren. Een in de handel
verkrijgbare "Memory Stick Duo" is reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
1 t (Instellingen) t ("Memory
Stick"-tool) of (Intern geheugen-tool) t
[Formatteren] t [OK]
Vergeet niet dat het formatteren alle gegevens permanent zal wissen, inclusief de beveiligde beelden.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
109
NL
Opnamemap maken
U kunt een map aanmaken op de "Memory Stick Duo" voor het opnemen van beelden.
De beelden worden opgenomen in de nieuw aangemaakte map totdat u een andere map
aanmaakt of een andere opnamemap selecteert.
1 t (Instellingen) t ("Memory
Stick"-tool) t [Opnamemap maken] t [OK]
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" die op een ander apparaat werd gebruikt in de camera plaatst en
beelden opneemt, wordt automatisch een nieuwe opnamemap aangemaakt.
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
Opmerkingen
zOver mappen
Nadat een nieuwe map is aangemaakt, kunt u de bestemmingsmap voor het opslaan van de
opgenomen beelden veranderen (pagina 110) en de map selecteren voor het weergeven van de
beelden (pagina 89).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
110
NL
Opnamemap wijz.
U kunt de map veranderen op de "Memory Stick Duo" die op dit moment wordt gebruikt voor
het opnemen van beelden.
1 t (Instellingen) t ("Memory
Stick"-tool) t [Opnamemap wijz.]
2 Selecteer de map die u wilt gebruiken t [OK].
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
U kunt de volgende map niet selecteren als de opnamemap.
de map "100"
een map waarvan de naam bestaat uit alleen een nummer en "sssMSDCF" of "sssMNV01".
U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
111
NL
Opn.map wissen
U kunt de map wissen op de "Memory Stick Duo" die op dit moment wordt gebruikt voor het
opnemen van beelden.
1 t (Instellingen) t ("Memory
Stick"-tool) t [Opn.map wissen]
2 Selecteer de map die u wilt wissen t [OK].
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Als u de map die is ingesteld als de opnamemap wist met [Opn.map wissen], wordt de map met het
hoogste mapnummer geselecteerd als de volgende opnamemap.
U kunt alleen lege mappen wissen. Als een map beelden of zelfs bestanden bevat die niet door de camera
kunnen worden weergegeven, moet u deze beelden en bestanden eerst wissen, en daarna de map wissen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
112
NL
Kopiëren
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar
een "Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende
vrije ruimte in de camera.
2 t (Instellingen) t ("Memory
Stick"-tool) t [Kopiëren] t [OK]
Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding
terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het
kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
U kunt de beelden niet afzonderlijk kopiëren.
De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de inhoud
van het interne geheugen te wissen, haalt u na het kopiëren de "Memory Stick Duo" uit de camera, en
formatteert u het interne geheugen ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]).
Een nieuwe map wordt aangemaakt op de "Memory Stick Duo" en alle gegevens worden ernaar
gekopieerd. U kunt niet een bepaalde map kiezen en er beelden naar kopiëren.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
113
NL
Bestandsnummer
U kunt de methode selecteren voor het toewijzen van bestandsnummers aan de beelden.
1 t (Instellingen) t ("Memory
Stick"-tool) of (Intern geheugen-tool) t
[Bestandsnummer] t gewenste functie
Reeks Hiermee worden de bestandsnummers op volgorde toegewezen,
zelfs wanneer de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt
veranderd. (Wanneer op de teruggeplaatste "Memory Stick Duo"
een bestand staat met een hoger nummer dan het laatst toegewezen
nummer, wordt aan een nieuwe opname een bestandsnummer
toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste nummer.)
Terugstellen Hiermee begint het bestandsnummer vanaf 0001 iedere keer
wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Wanneer in de
opnamemap een bestand zit, wordt aan een nieuwe opname een
bestandsnummer toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste
nummer.)
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
114
NL
Tijdzone instellen
U kunt de tijd instellen op de lokale tijd van een geselecteerd gebied.
1 t (Instellingen) t
(Klokinstellingen) t [Tijdzone instellen] t
gewenste functie
Thuis Hiermee kunt u de camera in uw gebied gebruiken.
Wanneer het huidig ingestelde gebied anders is dan uw thuisgebied,
moet u het gebied opnieuw instellen.
Bestemming Hiermee kunt u de camera gebruiken met de tijd ingesteld op de tijd
van uw bestemming.
Stel het gebied van de bestemming in.
zDe instelling van het gebied veranderen
Door een veelvuldig bezochte bestemming in te stellen kunt u de tijd eenvoudig aanpassen
wanneer u die bestemming bezoekt.
1Raak "Bestemming" aan en selecteer daarna het gebied met / en raak [OK] aan.
2Raak het pictogram van de zomertijd aan en selecteer daarna zomertijd Aan/Uit.
Pictogram zomertijd
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
115
NL
Datum/tijd instellen
U kunt de datum en tijd opnieuw instellen.
1 t (Instellingen) t
(Klokinstellingen) t [Datum/tijd instellen] t
gewenste functie
De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" op de cd-rom
(bijgeleverd) te gebruiken kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken.
Datum/tijd-notatie Hiermee kunt u het weergaveformaat van de datum en tijd
selecteren.
Zomertijd Hiermee kunt u de zomertijd [Aan]/[Uit] schakelen.
Datum en tijd Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
116
NL
Beelden bekijken op een SD-
televisie
U kunt beelden die met de camera zijn opgenomen weergeven in standaardbeeldkwaliteit door
de camera aan te sluiten op een SD-televisie (standaard-definitiontelevisie). Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van de televisie.
1 Schakel zowel de camera als de televisie uit.
2 Sluit de camera aan op de televisie met behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting (bijgeleverd).
3 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in.
4 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven.
Raak / afgebeeld op het LCD-scherm van deze camera aan om het gewenste beeld te
selecteren.
Als u een enkel beeld weergeeft, worden geen pictogrammen afgebeeld op de televisie.
U kunt geen beelden weergeven in de [Eenvoudig- functie] tijdens tv-uitvoer.
Als u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op de televisie, wordt het opgenomen
beeld niet weergegeven op het televisiescherm.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te
veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 102).
Opmerkingen
Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd)
1 Naar de multifunctionele
aansluiting
(weergave-)toets
2 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
117
NL
Beelden bekijken op een HD-
televisie
U kunt de beelden die met de camera zijn opgenomen bekijken in high-definitionkwaliteit door
de camera met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) aan te sluiten op een
HD-televisie (high-definitiontelevisie). Gebruik een Type1a-compatibele HD-
uitgangsadapterkabel.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de televisie.
1 Schakel zowel de camera als de televisie uit.
2 Sluit de camera aan op de televisie met behulp van een HD-
uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar).
3 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in.
4 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven.
Raak / afgebeeld op het LCD-scherm van deze camera aan om het gewenste beeld te
selecteren.
Voordat u deze functie gebruikt, selecteert u t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) en
stelt u [COMPONENT] in op [HD(1080i)].
Als u een enkel beeld weergeeft, worden geen pictogrammen afgebeeld op de televisie.
Beelden opgenomen op beeldformaat [VGA] kunnen niet worden weergegeven in HD-formaat.
U kunt geen beelden weergeven in de [Eenvoudig- functie] tijdens tv-uitvoer.
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van
een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven
op het televisiescherm.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te
veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 102).
Opmerkingen
HD-
uitgangsadapterkabel
(los verkrijgbaar)
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
AUDIO
(weergave-)toets
COMPONENT
VIDEO IN
1 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
Wit/roodGroen/blauw/rood
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
118
NL
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Het kleursysteem van
de televisie moet overeenkomen met dat van de digitale camera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Indonesië,
Italië, Koeweit, Kroatië, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Turkije, Verenigd
Koninkrijk, Vietnam, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Griekenland, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Televisiekleursystemen
z"PhotoTV HD"
Deze camera is compatibel met de "PhotoTV HD"-norm.
Door een Sony-televisie die compatibel zijn met "PhotoTV HD" aan te sluiten met behulp
van een HD-uitgangsdapterkabel (los verkrijgbaar), kan een compleet nieuwe wereld aan
foto's in comfort worden bekeken in de adembenemende 'Full HD'-beeldkwaliteit.
"PhotoTV HD" maakt een uiterst gedetailleerde, foto-achtige weergave mogelijk van subtiele
texturen en kleuren.
Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de televisie.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
119
NL
Gebruiken met een computer
"PMB" en andere softwareprogramma’s staan op de cd-rom (bijgeleverd) waarmee een
veelzijdiger gebruik mogelijk is van de beelden die u hebt opgenomen met uw Cyber-shot-
camera.
*
1
64-bit versies en Starter (Edition) worden niet ondersteund.
Windows Image Mastering API (IMAPI) Ver.2.0 of hoger is vereist om de functie voor het aanmaken
van discs te gebruiken.
*
2
Starter (Edition) wordt niet ondersteund.
Aanbevolen computeromgeving (Windows)
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd)
Overige
Voor het gebruik
van "PMB" en
"Music Transfer",
en bij het
importeren van
beelden
Microsoft Windows XP*
1
SP3/Windows Vista*
2
SP2
CPU: Intel Pentium III 800 MHz of
sneller (voor weergeven/bewerken van
high-definitionvideo’s: Intel Pentium 4
van 2,8 GHz of sneller/ Intel Pentium D
van 2,8 GHz of sneller/ Intel Core Duo
van 1,66 GHz of sneller/ Intel Core 2 Duo
van 1,20 GHz of sneller)
Geheugen: 512 MB of meer (voor
weergeven/bewerken van high-
definitionvideo’s: 1 GB of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte
benodigd voor installatie—ongeveer
500 MB
Computerscherm: Schermresolutie:
1.024 × 768 pixels of meer
Aanbevolen computeromgeving (Macintosh)
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd)
Overige
Voor het gebruik
van "Music
Transfer", en bij
het kopiëren van
beelden
Mac OS X (v10.3 t/m
v10.5)
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte
benodigd voor installatie—ongeveer
50 MB
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
120
NL
De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een
van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen
(multi-boot).
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd aansluit op een enkele computer, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken, afhankelijk van de typen USB-apparaten die zijn
aangesloten.
Door de camera aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt geavanceerde overdracht (overdracht op hoge snelheid) mogelijk aangezien de camera
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0).
Wanneer de computer terugkeert vanuit de stand-by- of slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
121
NL
Het softwareprogramma
gebruiken
1 Schakel de computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in het cd-rom-
station.
Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld.
Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op [Computer] (in Windows XP, [Deze computer]) t
(SONYPICTUTIL).
Nadat het scherm AutoPlay wordt afgebeeld, selecteert u "Install.exe uitvoeren" en volgt u de
instructies die op het scherm worden afgebeeld om de installatie uit te voeren.
2 Klik op [Installeren].
Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) wordt afgebeeld.
3 Selecteer de gewenste taal en ga daarna verder naar het volgende
scherm.
Het "License Agreement" (Licentieovereenkomst)-scherm wordt afgebeeld.
4 Lees de overeenkomst zorgvuldig door, klik daarna op de keuzeknop
( t ) om de bepalingen van de overeenkomst te accepteren, en klik
ten slotte op [Volgende].
5 Volg de aanwijzingen op het scherm om het installeren te voltooien.
Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer
opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm.
Het is mogelijk dat DirectX wordt geïnstalleerd, afhankelijk van de systeemomgeving van de
computer.
6 Haal de cd-rom eruit nadat de installatie voltooid is.
7 Start het softwareprogramma.
Om "PMB" te starten, klikt u op (PMB) op het bureaublad. Voor gedetailleerde
informatie over de bedieningswijze, klikt u op (Gids voor PMB). Om "PMB" te openen
vanuit het menu Start, selecteert u [start]
t [Alle programma’s] t [Sony Picture Utility].
Log in als beheerder.
Alvorens "Music Transfer" te starten, voert u t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t
[Downl. muz.] uit en sluit u de camera aan op de computer.
Wanneer "PMB" voor de eerste keer wordt opgestart, wordt de bevestigingsmededeling van de
informatiefunctie afgebeeld op het scherm. Selecteer [start].
"PMB (Picture Motion Browser)" en "Music
Transfer" installeren (Windows)
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
122
NL
1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in
het cd-rom-station.
2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik in de map [Mac] op het bestand [MusicTransfer.pkg].
De installatie van de software begint.
"PMB" is niet compatibel met Macintosh-computers.
Voor meer informatie over het gebruik van "Music Transfer", zie de Help-functie van "Music Transfer".
Alvorens "Music Transfer" te starten, voert u t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t
[Downl. muz.], uit en sluit u de camera aan op de computer.
Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn voordat u "Music Transfer" installeert.
Om deze software te installeren moet u ingelogd zijn als beheerder.
"Music Transfer" installeren (Macintosh)
Opmerkingen
zInleiding tot "PMB"
Met "PMB" kunt u beelden die met de camera zijn opgenomen importeren in een
computer om ze daarop weer te geven. Breng een USB-verbinding tot stand tussen de
camera en de computer, en klik daarna op [Importeren].
Beelden op een computer kunnen worden geëxporteerd naar een "Memory Stick Duo" en
worden weergegeven op de camera. Breng een USB-verbinding tot stand tussen de
camera en de computer, klik op bovenaan het scherm, en klik daarna op [Exporteren].
U kunt beelden met de datum erop opslaan en afdrukken.
U kunt beelden die op een computer zijn opgeslagen, weergeven op opnamedatum met de
kalenderweergave.
U kunt stilstaande beelden corrigeren (rode-ogen-vermindering, enz.), en de
opnamedatum en -tijd veranderen.
U kunt discs aanmaken met behulp van een cd- of dvd-schrijfstation.
U kunt beelden uploaden naar een netwerkservice. (Een internetverbinding is vereist.)
Voor verdere informatie raadpleegt u (Gids voor PMB).
zInleiding tot "Music Transfer"
Met "Music Transfer" kunt u de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden
meegeleverd, vervangen door uw favoriete tracks, en muziekbestanden wissen en
toevoegen.
U kunt ook de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd,
herstellen.
De volgende typen tracks kunnen worden geïmporteerd met behulp van "Music Transfer".
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van een computer
Tracks op een muziek-cd
Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen
Voor meer informatie, zie de Help-functie van "Music Transfer".
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
123
NL
zInleiding tot "Music Transfer"
Met "Music Transfer" kunt u de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden
meegeleverd, vervangen door uw favoriete tracks, en muziekbestanden wissen en
toevoegen.
U kunt ook de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd,
herstellen.
De volgende typen tracks kunnen worden geïmporteerd met behulp van "Music Transfer".
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van een computer
Tracks op een muziek-cd
Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen
Voor meer informatie, zie de Help-functie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
124
NL
De camera aansluiten op de
computer
1 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera, of sluit de camera
via de AC-LS5K/AC-LS5 netspanningsadapter (los verkrijgbaar) en de
USB/AV/DC IN-kabel voor de multifunctionele aansluiting (los
verkrijgbaar) aan op een stopcontact.
Gebruik een Type1a-compatibele USB/AV/DC IN-kabel (los verkrijgbaar).
2 Schakel de computer in en druk daarna op de (weergave-)toets.
3 Sluit de camera aan op de computer.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een
programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje.
Met "PMB" kunt u eenvoudig beelden importeren.
Voor meer informatie over de functies van "PMB", raadpleegt u de "Gids voor PMB".
Beelden naar een computer importeren zonder "PMB"
Als de wizard AutoPlay wordt afgebeeld nadat een USB-verbinding tot stand is gebracht tussen
de camera en een computer, klikt u op [Map openen en bestanden weergeven]
t [OK] t
[DCIM]
t en kopieert u de gewenste bestanden naar de computer.
Beelden importeren in een computer (Windows)
1 Naar de USB-aansluiting
van de computer
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd)
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
125
NL
1 Sluit eerst de camera aan op de Macintosh-computer. Dubbelklik op het
nieuw herkende pictogram op het bureaublad t [DCIM] t de map
waarin de beelden die u wilt importeren zijn opgeslagen.
2 Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd.
Voor informatie over de opslaglocatie van de beelden en de bestandsnamen, zie pagina 144.
3 Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de gekopieerde bestanden zitten.
Het beeld wordt afgebeeld.
Volg de procedures vanaf stap 1 t/m 3 hieronder voordat u de volgende handelingen uitvoert:
Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Eruit halen van een "Memory Stick Duo".
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het interne geheugen.
Uitschakelen van de camera.
1 Dubbelklik op het verwijderingspictogram in het
systeemvak.
2 Klik op (USB-apparaat voor massaopslag)
t [Stoppen].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en klik
op [OK].
Sleep het pictogram van de "Memory Stick Duo" of het pictogram van het station naar het pictogram van
de "Prullenbak" en laat het erin vallen wanneer u een Macintosh-computer gebruikt, voordat de camera
wordt losgekoppeld van de computer.
Beelden importeren in een computer (Macintosh)
De USB-verbinding verwijderen
Opmerking
Windows Vista
Verwijderingspictogram
Windows XP
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
126
NL
"Geavanceerde Cyber-shot-
handleiding" weergeven
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" beschrijft in groter detail het gebruik van de camera en
de optionele accessoires.
Wanneer u het "Cyber-shot-handboek" installeert, wordt tevens de "Geavanceerde Cyber-shot-
handleiding" geïnstalleerd.
1 Dubbelklik op (Geavanceerde handleiding) op het bureaublad.
Om de "Geavanceerde handleiding" te openen vanuit het menu Start, klikt u op [start] t [Alle
programma’s] t [Sony Picture Utility] t [Geavanceerde handleiding].
1 Kopieer de map [stepupguide] in de map [stepupguide] naar de computer.
2 Selecteer [stepupguide] t [language] en daarna de map [NL] op de cd-
rom (bijgeleverd), en kopieer alle bestanden in de map [NL] naar de map
[img] in de map [stepupguide] die u in stap 1 naar de computer hebt
gekopieerd. (Overschrijf de bestanden in de map [img] met de bestanden
in de map [NL].)
3 Nadat het kopiëren klaar is, dubbelklikt u op "stepupguide.hqx" in de map
[stepupguide] om het gecomprimeerde bestand uit te pakken, en
dubbelklikt u tenslotte op het resulterende bestand "stepupguide".
Als op de computer geen softwareprogramma is geïnstalleerd om het HQX-bestand uit te pakken,
installeert u Stuffit Expander.
Weergeven op een Windows-computer
Weergeven op een Macintosh-computer
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
127
NL
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt stilstaande beelden op de volgende manieren afdrukken.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer
Voor meer informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt beelden importeren in een computer met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "PMB" en de beelden afdrukken.
U kunt de datum in het beeld invoegen en deze afdrukken. Voor meer informatie, zie "Gids
voor PMB".
Beelden afdrukken in een winkel (pagina 129)
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de 16:9 functie, kunnen beide zijranden worden afgeknipt.
Afhankelijk van de printer kan het onmogelijk zijn panoramabeelden af te drukken.
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera
afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
"PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
1 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera.
2 Sluit de camera aan op de printer.
3 Schakel de camera en de printer in.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator afgebeeld op het scherm.
Als de indicator knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de
aangesloten printer.
Opmerkingen
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer
1Naar de USB-
aansluiting van de
printer
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd)
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
128
NL
4 t (Afdrukken) t gewenste functie
5 Gewenst onderdeel om in te stellen t [Start].
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Als de camera niet kon worden aangesloten op de printer, controleert u of bij [Hoofdinstellingen] het
onderdeel [USB-aansluiting] is ingesteld op [PictBridge].
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los terwijl de (PictBridge aangesloten)
indicator op het scherm wordt afgebeeld.
Dit beeld Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie afdrukken.
Meerdere beelden Hiermee selecteert u meerdere beelden om af te drukken.
Na stap 4, doet u het volgende.
1Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden
meer wilt registreren.
Raak een beeld met een markering nogmaals aan om
de markering op te heffen.
2Raak [OK] aan t [OK].
Alle in deze map
Alle beelden in datumbereik
Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde map en het
geselecteerde datumbereik tegelijkertijd afdrukken.
Raak [OK] aan na stap 4.
Aantal Hiermee selecteert u het aantal kopieën van het
gemarkeerde beeld dat u wilt afdrukken.
Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle
beelden op één vel passen.
Opmaak Hiermee selecteert u het aantal beelden dat u naast elkaar
wilt afdrukken op één vel.
Formaat Hiermee selecteert u de grootte van het afdrukvel.
Datum Hiermee selecteert u [Datum] of [Dag&Tijd] om de datum
en tijd op de beelden te projecteren.
Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd in het
formaat dat u hebt ingesteld bij [Datum/tijd instellen] op de
camera. Afhankelijk van de printer is deze functie mogelijk niet
beschikbaar.
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
129
NL
U kunt een "Memory Stick Duo", met daarop beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een winkel met fotoafdrukservice. Als de winkel het afdrukken van foto’s
volgens de DPOF-norm ondersteunt, kunt u van tevoren op het weergavefunctie-MENU een
-afdrukmarkering aanbrengen op de beelden, zodat u deze niet opnieuw hoeft te selecteren
wanneer u ze in de winkel afdrukt.
U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de camera
afdrukken in winkel met fotoafdrukservice. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo"
(pagina 112) en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee naar de afdrukwinkel.
Vraag aan de winkel met fotoafdrukservice welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken.
Als een "Memory Stick Duo" niet wordt ondersteund door uw winkel met fotoafdrukservice, kopieert u
de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een cd-r en neemt u deze mee naar de
winkel.
Een "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar) kan noodzakelijk zijn. Vraag dit aan de winkel met
fotoafdrukservice.
Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie ervan op
een vaste schijf.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
Als u de datum op de beelden wilt projecteren, vraagt u dit aan het personeel in de winkel met
fotoafdrukservice.
Beelden afdrukken in een winkel
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
130
NL
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, probeert u de onderstaande oplossingen.
Tijdens de reparatie van camera’s met een intern geheugen of opgenomen muziekbestanden,
kunnen de gegevens in de camera, uitsluitend voor zover noodzakelijk, worden gecontroleerd
om de storingssymptomen te bevestigen en verhelpen. Sony zal dergelijke gegevens niet
kopiëren of bewaren.
De accu kan niet worden geplaatst.
• Controleer of de accu in de juiste richting wordt gehouden en steek hem erin totdat de accu-
uitwerphendel wordt vergrendeld.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Nadat de accu in de camera is geplaatst, kan het enkele momenten duren voordat de camera van
stroom wordt voorzien.
• Plaats de accu op de juiste wijze.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
Gebruik een aanbevolen type accu.
De camera schakelt plotseling uit.
• Afhankelijk van de camera- en accutemperatuur kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld
om de camera te beschermen. In dat geval wordt een mededeling op het LCD-scherm afgebeeld
voordat de voeding wordt uitgeschakeld.
Als u de camera gedurende ongeveer twee minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg loopt. Schakel de camera weer in.
1 Controleer de punten op pagina’s 130 t/m 138.
Als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld,
raadpleegt u pagina 139.
2 Haal de accu eruit, wacht ongeveer een minuut, plaats de
accu weer terug, en schakel vervolgens de camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen
(pagina 100).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op
onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
Accu en spanning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
131
NL
De resterende-acculadingindicator is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera gebruikt op een zeer hete of koude plaats.
Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk resterende
acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding van de
resterende-acculadingindicator te corrigeren.
• De accu is niet meer bruikbaar (pagina 147). Vervang deze door een nieuwe.
De accu kan niet worden opladen.
U kunt de accu niet opladen met behulp van de AC-LS5K/AC-LS5 netspanningsadapter (los
verkrijgbaar). Gebruik de acculader om de accu op te laden.
Het CHARGE-lampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Haal de accu uit de acculader en plaats hem op de juiste wijze weer terug.
De temperatuur kan ongeschikt zijn voor opladen. Probeer de accu opnieuw op te laden binnen het
bedrijfstemperatuurbereik (10 °C t/m 30 °C).
Voor verdere informatie, zie pagina 147.
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
Controleer de vrije ruimte in het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als deze vol is, doet u
een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (pagina 76).
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Bewegende beelden waarvan het beeldformaat is ingesteld op [1280×720] kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Als u een ander opnamemedium gebruikt dan de
"Memory Stick PRO Duo", stelt u het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA].
• Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 99).
De lach-sluiterfunctie werkt niet.
• Er wordt geen beeld opgenomen als geen lachend gezicht wordt herkend.
• Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 99).
De antiwaasfunctie werkt niet.
• De antiwaasfunctie werkt niet wanneer wordt afgebeeld op het scherm.
• Het is mogelijk dat de antiwaasfunctie niet goed werkt tijdens het opnemen van nachtscènes.
Neem op nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt.
Het opnemen duurt erg lang.
• Als de sluitertijd langer wordt dan een bepaalde tijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van beelden op
donkere plaatsen, vermindert de camera automatisch de beeldruis. Deze functie heet NR
(ruisonderdrukking) lange-sluitertijdfunctie en de sluitertijd wordt langer.
De dichte-ogenverminderingsfunctie is ingeschakeld. Wanneer [Dichte-ogen- vermindering] is
ingesteld op [Autom.], stelt u dit in op [Uit] (pagina 65).
Stilstaande beelden/bewegende beelden
opnemen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
132
NL
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat tijdens het opnemen de lens van de camera
verder verwijderd is van het onderwerp dan de minimale opnameafstand van ongeveer 1 cm (W-kant)
of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp in de intelligente automatische instelfunctie en
eenvoudig-functie, en ongeveer 8 cm (W-kant) of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp in de
andere opnamefuncties. Of stel in op de superclose-upfunctie en neem op vanaf een afstand van
ongeveer 1 t/m 20 cm (W-kant).
(Landschap) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie voor het
opnemen van stilstaande beelden.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de optische zoom niet gebruiken tijdens opnemen met Panorama met beweging en in de
superclose-upfunctie.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken afhankelijk van het beeldformaat (pagina 92).
• U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken wanneer:
U bewegende beelden opneemt.
De lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
Kan de gezichtsherkenningsfunctie niet selecteren.
U kunt de gezichtsherkenningsfunctie alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld
op [Multi-AF] of de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi].
U kunt de gezichtsherkenning niet selecteren wanneer de superclose-upfunctie is ingeschakeld.
De flitser werkt niet.
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
U burst-beelden opneemt (pagina 46).
(Hoge gevoeligheid) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
U opneemt in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas en
Schemeropname uit de hand.
Stel de flitser in op [Aan] (pagina 42) in de superclose-upfunctie of wanneer de scènekeuzefunctie is
ingesteld op (Landschap), (Voedsel), (Huisdieren), (Strand), (Sneeuw),
(Onderwater) of (Korte sluitertijd).
Wazige, witte, ronde vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht weerkaatsten het flitslicht en werden zichtbaar in het beeld. Dit
is geen defect.
De superclose-upfunctie (Macro/Superclose-up Aan) werkt niet.
(Landschap) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
• Als de superclose-upfunctie is geselecteerd, is de opnameafstand ongeveer 1 t/m 20 cm.
De macrofunctie is ingesteld op [Autom.] tijdens het opnemen in de functies Panorama met
beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Eenvoudig
opnemen en Lach-sluiter.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
133
NL
De macrofunctie kan niet worden uitgeschakeld.
Er is geen mogelijkheid om de macrofunctie gedwongen uit te schakelen. In de [Autom.]-functie kunt
u zelfs een ver verwijderd onderwerp opnemen.
De datum en tijd worden niet afgebeeld op het LCD-scherm.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet afgebeeld. Deze worden alleen tijdens weergave
afgebeeld.
Kan de datum niet op het beeld projecteren.
• Deze camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" te gebruiken
kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken (pagina 121).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de ontspanknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (pagina 52).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel de [Witbalans] in (pagina 54).
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te
maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen
beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Autom.] of [Aan] (pagina 66).
• Neem het beeld op met behulp van de flitser vanaf een afstand korter dan het flitsbereik.
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Werk het beeld bij met behulp van [Bijwerken] t [Rode-ogen- correctie] op het weergavefunctie-
MENU, of bewerk het beeld met behulp van het softwareprogramma "PMB".
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
Dit is geen defect. Deze punten worden niet opgenomen.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• U kunt geen beelden achter elkaar opnemen terwijl de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (pagina 76).
De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen.
Stel [Burst] in op [Uit] (pagina 46).
[Scène- herkenning] staat op [Geavanceerd] (pagina 60).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
134
NL
Kan geen beelden weergeven.
De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden
bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (pagina 125).
Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die op de "Memory Stick Duo" staan en zijn
opgenomen op een andere camera. Geef dergelijke beelden weer in de mapweergave (pagina 81).
Dit wordt veroorzaakt door beelden op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo" zonder
gebruik te maken van "PMB". Geef dergelijke beelden weer in de mapweergave (pagina 81).
De datum en tijd worden niet afgebeeld.
• [Weergavescherm instellingen] is ingesteld op [Uit].
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Dit kan gebeuren als gevolg van de beeldverwerking. Dit is geen defect.
Langs de linker- en rechterzijkanten van het scherm zijn zwarte banden zichtbaar.
• [Autom. Oriëntatie] staat op [Aan] (pagina 93).
De toetsen en pictogrammen worden niet meer afgebeeld.
• Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en
pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger
van het scherm afhaalt.
• [Opnamescherm- instellingen] en [Weergavescherm instellingen] zijn ingesteld op [Uit]. Raak met
uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts (pagina's 69, 86).
Er is geen muziek hoorbaar tijdens een diavoorstelling.
• Kopieer de muziekbestanden naar de camera met "Music Transfer" (pagina's 121, 122).
• Controleer dat de instellingen van het volumeniveau en de diavoorstelling correct zijn (pagina's 74,
85).
• Een diavoorstelling wordt weergegeven in [Continue weergave]. Selecteer [Diavoorstelling met
muziek] en geef weer.
Het beeld wordt niet weergegeven op de televisie.
Controleer [Video-uit] om te bevestigen dat het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 102).
Controleer of de aansluitingen goed gemaakt zijn (pagina's 116, 117).
Als de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op de USB-aansluiting, koppelt u de
kabel los (pagina 125).
• Als u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op de televisie, wordt het
opgenomen beeld niet weergegeven op het televisiescherm.
Beelden kunnen niet worden gewist.
• Annuleer de beveiliging (pagina 82).
Beelden bekijken
Wissen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
135
NL
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-gleuf.
• Controleer dat de computer en de "Memory Stick"-lezer/schrijver "Memory Stick PRO Duo"
ondersteunen. Gebruikers van computers en "Memory Stick"-lezers/schrijvers gemaakt door andere
fabrikanten dan Sony dienen contact op te nemen met die fabrikanten.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer
(pagina's 124, 125). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
De computer herkent de camera niet.
Wanneer de accu bijna leeg is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u een netspanningsadapter
(los verkrijgbaar).
Stel [USB-aansluiting] in op [Autom.] of [Mass Storage] (pagina 104).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting om de camera aan te sluiten op de computer.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de camera en
sluit deze opnieuw stevig aan.
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen
van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat.
Kan geen beelden importeren.
• Sluit de camera goed aan op de computer door middel van een USB-verbinding (pagina 124).
Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan het
onmogelijk zijn de beelden te importeren in een computer. Neem op met behulp van een "Memory
Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd (pagina 108).
Nadat een USB-verbinding tot stand is gebracht, start "PMB" niet op.
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart.
Beelden kunnen niet worden weergegeven op de computer.
Wanneer u "PMB" gebruikt, raadpleegt u de "Gids voor PMB" (pagina 121).
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory
Stick Duo". Importeer de bewegende beelden in de vaste schijf van de computer, en geef daarna de
bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (pagina 124).
Beelden die eenmaal naar een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet meer op
de camera worden weergegeven.
Exporteer ze naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 144).
Als u een ander softwareprogramma dan "PMB" gebruikt, wordt de informatie mogelijk niet juist
bijgewerkt waardoor beelden blauw kunnen worden of anderszins niet goed worden weergegeven.
Dit is geen defect.
Wanneer blauwe beelden worden weergegeven, bekijkt u deze in de mapweergavefunctie of wist u ze
met de camera.
• Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera.
Computers
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
136
NL
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats ze in de juiste richting.
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen.
U kunt geen beelden weergeven of beelden opnemen met behulp van het interne
geheugen.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet worden gekopieerd naar
de "Memory Stick Duo".
De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer naar een "Memory Stick Duo" van voldoende capaciteit.
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
• Deze functie is niet beschikbaar.
Zie "PictBridge-compatibele printer" tezamen met de onderstaande punten.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de printer.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden afgesneden. Met name wanneer
u een beeld afdrukt dat is opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9], kunnen de zijranden
van het beeld worden bijgesneden.
Wanneer u beelden afdrukt op uw printer, annuleert u de instellingen van bijsnijden en afdrukken
zonder randen. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een winkel met fotoafdrukservice, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
U kunt geen beelden afdrukken met de datum erop geprojecteerd.
Met "PMB" kunt u beelden afdrukken met daarop de datum geprojecteerd (pagina 121).
De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Echter, omdat de beelden
opgenomen op deze camera informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u de beelden afdrukken
met daarop de datum geprojecteerd als de printer of de software deze Exif-informatie kan herkennen.
Voor eventuele compatibiliteit met Exif-informatie, neemt u contact op met de fabrikant van de
printer of van de software.
Als u gebruik maakt van een fotoafdrukservice, vraagt u het winkelpersoneel de datum op de beelden
te projecteren.
"Memory Stick Duo"
Intern geheugen
Afdrukken
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
137
NL
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
Stel [USB-aansluiting] in op [PictBridge] (pagina 104).
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan. Bij het verschijnen
van een foutmelding op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
Controleer of de camera en de printer juist op elkaar zijn aangesloten met behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Schakel de printer in. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de printer.
Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, is het mogelijk dat de beelden niet worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan. Als u de beelden
nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting nogmaals los,
schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u de kabel opnieuw aan.
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Beelden die op een andere camera werden opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt,
kunnen misschien niet worden afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kan het onmogelijk zijn panoramabeelden af te drukken, of worden de
panoramabeelden in afgeknipte vorm afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting werd losgekoppeld voordat de (PictBridge
aangesloten) indicator uitging.
In de indexweergavefunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen
de beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft
of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum in de indexweergavefunctie niet geprojecteerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Bij het beeld zit geen opnamedatum-informatie zodat de datum niet erop kan worden geprojecteerd.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 127).
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Als u het papier in de printer vervangt door papier van een ander formaat nadat u de camera op de
printer hebt aangesloten, koppelt u de multifunctionele aansluiting los van de printer, en sluit u daarna
de printer opnieuw aan.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de
camera (pagina 127) of de printer.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer,
enige tijd duren.
PictBridge-compatibele printer
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
138
NL
De toetsen van het aanraakscherm kunnen niet op de juiste wijze of volledig
worden bediend.
• Voer [Kalibratie] uit (pagina 107).
• [Behuizing] staat op [Aan] (pagina 103).
De tekenpenbediening werkt op onbedoelde plaatsen.
• Voer [Kalibratie] uit (pagina 107).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur
liggen voordat u deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is geen defect.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 115).
• De ingebouwde, oplaadbare reservebatterij is leeg. Plaats een opgeladen accu en laat de camera
gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
De datum of tijd is onjuist.
• Gebied is ingesteld op een andere locatie dan uw huidige positie. Verander de instelling op t
(Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Tijdzone instellen].
Aanraakscherm
Overige
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
139
NL
Foutcodes en meldingen
Als een code wordt afgebeeld die begint met een letter uit het alfabet, is de zelfdiagnosefunctie
in werking getreden. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes
ss)
verschillen afhankelijk van de toestand van de camera.
Als u de fout niet kunt verhelpen, zelfs niet nadat u de corrigerende handeling enkele keren hebt
uitgevoerd, kan het noodzakelijk zijn de camera te laten repareren.
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
Er is een storing opgetreden in de hardware van de camera. Schakel de camera uit en daarna weer in.
C:13:ss
De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". Probeer de
camera uit en weer in te schakelen, of probeer de "Memory Stick Duo" er meerdere keren uit te halen
en weer in te plaatsen.
• In het interne geheugen is een formatteringsfout opgetreden, of een niet-geformatteerde "Memory
Stick Duo" is geplaatst. Formatteer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (pagina 108).
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera, of de gegevens zijn
beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo".
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
Er is een storing opgetreden in de camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van
de camera (pagina 100) en schakel deze daarna weer in.
Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit.
• De accu is bijna leeg. Laad de accu onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicator knipperen ondanks dat er nog voor 5 tot 10 minuten acculading over
is.
Gebruik uitsluitend een geschikte batterij
• De geplaatste accu is niet de accu NP-BD1 (bijgeleverd)/NP-FD1 (los verkrijgbaar).
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Zelfdiagnosefunctie
Meldingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
140
NL
De camera is oververhit
Laat de camera eerst afkoelen
De temperatuur in de camera is opgelopen. De voeding kan automatisch worden uitgeschakeld of het
kan onmogelijk zijn bewegende beelden op te nemen. Laat de camera liggen op een koele plaats
totdat de temperatuur in de camera is gezakt.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de "Memory Stick" opnieuw
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 145).
De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil.
De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
Verkeerd type "Memory Stick"
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 145).
Met "Memory Stick" is opnemen en weergeven misschien onmogelijk
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 145).
Fout bij formatteren intern geheugen
Fout bij formatteren "Memory Stick"
Formatteer het medium opnieuw (pagina 108).
"Memory Stick" vergrendeld
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen.
Geheugen voor alleen-lezen
De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen beelden beschikbaar
• Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgenomen in het interne geheugen.
Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgeslagen op de "Memory Stick Duo".
Wanneer beelden opgenomen op een andere camera niet kunnen worden weergegeven op deze
camera, geeft u de beelden weer in de mapweergavefunctie (pagina 81).
Er zijn geen stilstaande beelden
De geselecteerde map of datum bevat geen bestand dat kan worden weergegeven in een
diavoorstelling.
Bestand gevonden dat niet herkend werd
• U probeert een map te wissen waarin een bestand zit dat niet kan worden weergegeven met deze
camera. Wis het bestand op de computer en wis daarna de map.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
141
NL
Mapfout
Een map met dezelfde drie cijfers aan het begin van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo"
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een andere map aan
(pagina’s 109, 110).
Kan geen mappen meer maken
Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval
geen mappen meer aanmaken.
Inhoud map weggooien
• U probeert een map te wissen waarin één of meerdere bestanden zitten. Wis eerst alle bestanden en
wis daarna de map.
Map is beschermd
• U probeert een map te wissen die op de computer beveiligd is als 'alleen lezen'.
Bestandsfout
Tijdens het weergeven van het beeld is een fout opgetreden.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden
bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
Deze map heeft het kenmerk Alleen lezen.
U hebt een map geselecteerd die niet kan worden ingesteld als de opnamemap op de camera.
Selecteer een andere map (pagina 110).
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (pagina 82).
Te groot beeldformaat
U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet kan worden weergegeven op de camera.
Kan gezicht voor bewerken niet vinden
• Het kan onmogelijk zijn het beeld bij te werken afhankelijk van het beeld.
(Trillingswaarschuwing-indicator)
Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, schakel de
antiwaasfunctie in, of bevestig de camera op een statief om de camera vast te zetten.
1280×720 (Fijn) is niet beschikbaar
1280×720 (Standaard) is niet beschikbaar
Alleen de "Memory Stick PRO Duo" is compatibel met het opnemen van bewegende beelden met een
beeldformaat van [1280×720]. Gebruik een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat van
de bewegende beelden in op [VGA].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
142
NL
Maximumaantal beelden
geselecteerd
Maximaal 100 bestanden kunnen worden geselecteerd bij gebruik van [Meerdere beelden].
• Maximaal 999 bestanden kunnen worden geselecteerd als DPOF, Beveiligen of Afdrukken is
ingesteld op [Alle beelden in datumbereik] of [Alle in deze map].
U kunt (afdrukmarkering) toevoegen aan maximaal 999 bestanden. Annuleer de selectie.
Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt…
• De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan,
afhankelijk van de printer, enige tijd duren.
Muziekfout
Wis het muziekbestand of vervang het door een normaal muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download daarna een nieuw muziekbestand.
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit.
Bediening kan niet worden uitge-
voerd voor niet-onderst. bestanden
• Verwerking en andere bewerkingsfuncties van de camera kunnen niet worden uitgevoerd voor
beeldbestanden die zijn bewerkt op een computer, of beelden die werden opgenomen op een andere
camera.
Bezig met herstellen van beelddatabasebestand…
• De camera herstelt de datuminformatie, enz., in gevallen waarin beelden werden gewist op een
computer, enz.
Het aantal beelden is hoger dan het aantal waarvoor in het databasebestand gegevensbeheer door de
camera mogelijk is. Wis beelden vanuit de datumweergave.
Fout van beelddatabasebestand
Kan niet herstellen
Importeer alle beelden in de computer met behulp van "PMB", en formatteer de "Memory Stick Duo"
of het interne geheugen (pagina 108).
Als u niet alle beelden in de computer kunt importeren met "PMB", importeert u alle beelden in de
computer zonder gebruik te maken van "PMB" (pagina 124). Om de beelden weer op de camera weer
te geven, exporteert u de geïmporteerde beelden naar de camera met behulp van "PMB".
Opnamefunctie is niet beschikbaar
vanwege hoge interne temperatuur
De temperatuur in de camera is opgelopen. U kunt geen beelden opnemen totdat de temperatuur in de
camera is gezakt.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
143
NL
Het opnemen is gestopt vanwege
verhoogde temperatuur in camera
• Het opnemen is gestopt omdat tijdens het opnemen van bewegende beelden de temperatuur in de
camera is opgelopen. Wacht totdat de temperatuur in de camera is gezakt.
Wanneer u gedurende een langere tijd bewegende beelden opneemt, loopt de temperatuur in de
camera op. Stop in dat geval met het opnemen van bewegende beelden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
144
NL
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
De beeldbestanden die met de camera zijn opgenomen,
zijn gegroepeerd als mappen op de "Memory Stick
Duo" of in het interne geheugen.
AEen map met beeldgegevens die zijn opgenomen met
een camera zonder de map-aanmaakfunctie.
BMap waarin de stilstaand-beeldgegevens zijn
opgeslagen die zijn opgenomen met de camera.
CMap waarin bewegend-beeldgegevens zijn
opgeslagen die zijn opgenomen met de camera.
U kunt geen beelden opnemen in de mappen "100MSDCF" en "100MNV01". De beelden in deze
mappen kunnen alleen worden bekeken.
U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC".
Beeldbestandsnamen worden als volgt weergegeven:
Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG
Bewegende-beeldbestanden
1280×720: M4H0ssss.MP4
VGA: M4V0ssss.MP4
Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt
1280×720: M4H0ssss.THM
VGA: M4V0ssss.THM
ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de
bestandsnaam van bewegende beelden opgenomen in de bewegende-beelden-opnamefunctie is hetzelfde
als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand.
Opmerkingen
Voorbeeld: mappen bekijken in
Windows Vista
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
145
NL
"Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory
Stick Duo" die kunnen worden gebruikt in deze camera worden vermeld in de onderstaande
tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick Duo".
*
1
Hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface wordt niet ondersteund.
*
2
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met
MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik
wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven
waarbij MagicGate-functies zijn vereist.
*
3
Bewegende beelden kunnen worden opgenomen op beeldformaat [1280×720].
*
4
Deze camera biedt geen ondersteuning voor 8-bit parallelle gegevensoverdracht. De camera voert
dezelfde 4-bit parallelle gegevensoverdracht uit als de "Memory Stick PRO Duo".
Dit apparaat is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting van "Memory Stick
Micro".
Wij kunnen niet garanderen dat een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, in deze
camera werkt.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en
apparatuur.
De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven
van gegevens.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn:
wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt gehaald of de camera wordt uitgeschakeld
tijdens het lezen of schrijven van gegevens
wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische
ruis
Wij raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken.
Druk niet hard wanneer u in het aantekeningenvak schrijft.
Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de "Memory Stick Duo"-adapter.
Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in de houder die erbij geleverd
werd.
Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
Sla niet op de "Memory Stick Duo", verbuig hem niet en laat hem niet vallen.
Demonteer of verander de "Memory Stick Duo" niet.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water.
Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per
ongeluk inslikken.
Steek niets anders dan een "Memory Stick Duo" in de "Memory Stick Duo"-gleuf. Als u dit toch doet, zal
een storing worden veroorzaakt.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen:
plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd
plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht
vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden
"Memory Stick"-type Opnemen/weergeven
Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a*
1
Memory Stick Duo (met MagicGate) a*
2
MagicGate Memory Stick Duo a*
1
*
2
Memory Stick PRO Duo a*
2
*
3
Memory Stick PRO-HG Duo a*
2
*
3
*
4
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
146
NL
Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Duo"-
adapter (los verkrijgbaar)
Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de
"Memory Stick Duo" eerst in een "Memory Stick Duo"-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo"
zonder een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt, kan het
onmogelijk zijn om hem weer uit het apparaat te halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick Duo"-adapter steekt, let u er goed op dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de
verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden.
Als u "Memory Stick Duo" die in een "Memory Stick Duo"-adapter is geplaatst, gebruikt in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat, controleert u dat de "Memory Stick Duo"-adapter in de juiste
richting is geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik het apparaat kan worden beschadigd.
Plaats nooit een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een
"Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in het apparaat optreden.
Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick PRO
Duo" (los verkrijgbaar)
Een "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 16 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in
deze camera.
Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Micro"
(los verkrijgbaar)
Om in de camera een "Memory Stick Micro" te kunnen gebruiken, moet u de "Memory Stick Micro" in
een "M2"-adapter ter grootte van een Duo steken. Als u een "Memory Stick Micro" in de camera plaatst
zonder een "M2"-adapter ter grootte van een Duo te gebruiken, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens
weer uit de camera te halen.
Laat de "Memory Stick Micro" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per
ongeluk inslikken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
147
NL
Accu
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10 °C t/m 30 °C. Het is
mogelijk dat de accu niet volledig wordt opgeladen buiten dit temperatuurbereik.
Doeltreffend gebruik van de accu
Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen zal de gebruiksduur van
de accu dus korter zijn. Wij bevelen het volgende aan om de accu langer mee te laten gaan:
Doe de accu in een zak zo dicht mogelijk tegen uw lichaam om deze op te warmen, en plaats de accu
vlak voordat u gaat opnemen terug in de camera.
De accu zal snel leeg raken als u de flitser of zoom vaak gebruikt.
Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te
houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
Laat de accu niet nat worden. De accu is niet waterdicht.
Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Bewaren van de accu
Ontlaad de accu volledig voordat u deze opbergt en bewaar de accu op een koele, droge plaats. Om de
werking van de accu tijdens bewaring te behouden, laadt u de accu minstens eenmaal per jaar volledig op
en verbruikt u de lading volledig in de camera.
Als u de acculading volledig wilt opgebruiken, laat u de camera in de diavoorstelling-weergavefunctie
(pagina 73) staan totdat de camera wordt uitgeschakeld.
Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de bijgeleverde
accuhouder gebruiken voor transport en bewaring.
Levensduur van de accu
De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald
gebruik af. Als de gebruiksduur na opladen aanzienlijk korter is geworden, is het waarschijnlijk tijd de
accu te vervangen door een nieuwe.
De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, alsmede de
omstandigheden en omgeving waarin de accu wordt gebruikt.
Compatibele accu’s
De accu NP-BD1 (bijgeleverd) kan alleen worden gebruikt in Cyber-shot-modellen die compatibel zijn
met accu’s van het type D. Deze accu kan niet worden gebruikt in Cyber-shot-modellen die compatibel
zijn met het type T en andere typen accu’s.
Als u de accu NP-FD1 (los verkrijgbaar) gebruikt, worden tevens de minuten afgebeeld achter de
resterende-acculadingindicator ( 60 Min).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
148
NL
Acculader
Uitsluitend accu’s van de typen D, T, R en E (en geen andere) kunnen worden opgeladen in de acculader
(bijgeleverd). Als u andere accu’s dan de opgegeven accu’s probeert op te laden, kunnen deze gaan
lekken, oververhit raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel als gevolg van elektrocutie en
brandwonden ontstaat.
De accu’s die compatibel zijn met deze camera, zijn accu’s van type D. De bijgeleverde batterij is NP-
BD1 (type D).
Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u de opgeladen accu in de acculader laat zitten, kan de
levensduur van de accu korter worden.
Als het CHARGE-lampje knippert, haalt u de accu die wordt opgeladen uit de acculader en plaatst u
dezelfde accu terug in de acculader zodat deze op zijn plaats vastklikt. Als het CHARGE-lampje
opnieuw knippert, kan dit duiden op een storing in de accu of is een verkeerd type accu geplaatst.
Controleer of de geplaatste accu van het opgegeven type is. Als de accu van het opgegeven type is, haalt
u de accu eruit, vervangt u deze door een nieuwe of een andere, en controleert u of de acculader nu wel
goed werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
149
NL
Intelligente opnamerichter
Met Intelligente opnamerichter (los verkrijgbaar) kunt u beelden opnemen door de camera de
gezichten van mensen te laten herkennen.
Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij Intelligente opnamerichter
werd geleverd.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
150
NL
Index
A
Aanraakscherm..................................................................18
Aansluiten
Computer
....................................................................124
Printer...........................................................................127
Televisie......................................................................116
Accu .....................................................................................147
Acculader ...........................................................................148
AF-bereikzoekerframe ...................................................57
Afdrukken....................................................................83, 127
Afdrukmarkering ............................................................129
AF-verlicht..........................................................................90
Anti-bewe- gingswaas....................................................27
Autom. Oriëntatie.............................................................93
Autom. Programma .........................................................26
B
Beeldformaat ......................................................................48
Beeldindex...........................................................................72
Beeldindex- instellingen................................................88
Behuizing...........................................................................103
Belichting.............................................................................52
Belichtings- gegevens.....................................................87
Bestandsnamen ................................................................144
Bestandsnummer.............................................................113
Besturingssysteem..........................................................119
Beveiligen............................................................................82
Bewegende beeldn
Opnemen.......................................................................25
Weergeven....................................................................37
Bewegende bldn. opnemen ..........................................39
Bijwerken.............................................................................79
Breed-zoombeeld..............................................................35
Burst.......................................................................................46
Burstgroep weergeven....................................................80
C
COMPONENT ................................................................101
Computer............................................................................119
Aanbevolen omgeving ..........................................119
Beelden importeren ........................................124, 125
Macintosh-computer ..............................................119
Windows-computer ................................................119
D
Datum ..................................................................................128
Datum/tijd instellen .......................................................115
Demonstratiefunctie ........................................................99
Diavoorstelling ..................................................................73
Dichte-ogen- vermindering..........................................65
Dichte-ogenalarm.............................................................95
Digitale zoom.....................................................................92
Downl. muz.......................................................................105
DPOF .....................................................................................83
DRO .......................................................................................64
E
Eenvoudig- functie
Opnemen
.......................................................................38
Weergeven....................................................................70
EV ...........................................................................................52
Extensie...............................................................................144
F
Flitser...............................................................................42, 43
Format. muz......................................................................106
Formatteren.......................................................................108
Foutcodes en meldingen..............................................139
G
Geheugen voor geselecteerd gezicht........................63
Geheugenlocaties voor bestanden...........................144
Gezichts- herkenning ......................................................62
Gids scèneherken..............................................................94
H
HD(1080i)..........................................................................101
Hoge gevoeligheid ...........................................................29
Huisdieren............................................................................29
I
Initialiseren........................................................................100
Instellingen..........................................................................13
Intelligente opnamerichter..........................................149
Intern geheugen.................................................................20
ISO..........................................................................................53
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
151
NL
K
Kalender ...............................................................................71
Kalibratie............................................................................107
Kleuren..................................................................................78
Klokinstellingen..............................................................115
Kopiëren .............................................................................112
Korte sluitertijd..................................................................30
L
Lach-sluiter .........................................................................40
Landschap............................................................................29
Language Setting ..............................................................98
LCD-helderheid.................................................................97
Lgz synchro.........................................................................42
Lichtmeetfunctie...............................................................59
Lichtmeting met meerdere patronen ........................59
Lichtmeting met nadruk op het midden..................59
M
Macintosh-computer .....................................................119
Macro.....................................................................................51
Map
Aanmaken...................................................................109
Selecteren......................................................................89
Wijzigen......................................................................110
Wissen..........................................................................111
Map kiezen ..........................................................................89
Mass Storage ....................................................................104
"Memory Stick Duo" ....................................................145
MENU-scherm.............................................................10, 12
Midden-AF..........................................................................57
MTP......................................................................................104
Multi-AF...............................................................................57
Multifunctionele aansluiting......................116, 124, 127
Music Transfer.................................................................121
N
Namen van de onderdelen ............................................15
Normaal weergeven
Bewegende beelden..................................................37
Stilstaande beelden ...................................................32
NTSC...................................................................................102
O
Onderwater..........................................................................30
Onscherpte repareren......................................................79
Opn.functie..........................................................................21
Opn.map wissen..............................................................111
Opnamemap maken.......................................................109
Opnamemap wijz............................................................110
Opnamerichting.................................................................47
Opnamescherm- instellingen.......................................69
Opnemen
Bewegende beelden..................................................25
Stilstaande beelden ...................................................22
Optische zoom .............................................................31, 92
P
PAL.......................................................................................102
Panorama door beweging..............................................23
PictBridge ..................................................................104, 127
Pieptoon................................................................................96
Pixel........................................................................................50
PMB .....................................................................................121
Precisie-digitale-zoom....................................................92
Problemen oplossen.......................................................130
PTP .......................................................................................104
Punt lichtmeting................................................................59
Punt-AF.................................................................................57
R
Rode-ogen- correctie.......................................................79
Rode-ogeneffect................................................................66
Roteren..................................................................................84
S
Scène- herkenning............................................................60
Scènekeuze..........................................................................29
Schemer ................................................................................29
Schemeropname uit hand..............................................28
Schemer-portret.................................................................29
Scherpstellen.......................................................................57
SD..........................................................................................101
Slim automa- tisch instellen.........................................22
Slimme-zoomfunctie.......................................................92
Sneeuw..................................................................................29
Soft Snap..............................................................................29
Software..............................................................................121
SteadyShot...........................................................................67
Stramienlijn.........................................................................91
Strand.....................................................................................29
Superclose-up In ...............................................................51
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
152
NL
T
Televisie .............................................................................116
Tijdelijk geroteerde weergave.....................................36
Tijdzone instellen ...........................................................114
Trimmen...............................................................................79
U
USB-aansluiting..............................................................104
V
VGA .......................................................................................48
Video-uit.............................................................................102
Voedsel .................................................................................29
Volume- instellingen.......................................................85
Vuurwerk .............................................................................30
W
Weergave zoom.................................................................34
Weergavefunctie ...............................................................81
Weergavescherm instellingen .....................................86
Windows-computer .......................................................119
Wissen...................................................................................76
Witbalans .............................................................................54
Witbalans onderwater.....................................................56
Z
Zelfdiagnosefunctie.......................................................139
Zelfontsp. .......................................................................44, 45
Zoom......................................................................................31
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
153
NL
Informatie over de licentie
De softwareprogramma’s "C Library", "Expat" en "zlib" worden in de camera meegeleverd. Wij
leveren deze softwareprogramma’s op grond van een licentieovereenkomst met de copyright-
houders ervan. Op grond van een verzoek van de copyright-houders van deze
softwareprogramma’s zijn wij verplicht u te informeren over het volgende. Lees a.u.b. de
onderstaande tekst.
Lees "license1.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels)
van de softwareprogramma’s "C Library", "Expat", "zlib", "dtoa", "pcre" en "libjpeg".
DIT PRODUCT IS GEDEPONEERD ONDER DE MPEG-4 VISUAL-
PATENTENPORTFOLIOLICENTIE VOOR HET PERSOONLIJKE EN NIET-
COMMERCIËLE GEBRUIK VAN EEN GEBRUIKER OM
(i) VIDEO TE CODEREN OVEREENKOMSTIG DE MPEG-4 VISUAL-NORM ("MPEG-4
VIDEO")
EN/OF
(ii) MPEG-4-VIDEO TE DECODEREN DIE WAS GECODEERD DOOR EEN GEBRUIKER
MET BETREKKING TOT EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT
EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER GEAUTORISEERD
DOOR MPEG LA OM MPEG-4-VIDEO TE LEVEREN.
ER ZAL GEEN LICENTIE WORDEN TOEGEKEND OF GEÏMPLICEERD VOOR ENIG
ANDER GEBRUIK. U KUNT AANVULLENDE INFORMATIE, WAARONDER
INFORMATIE OVER PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK EN
BIJBEHORENDE LICENTIES, VERKRIJGEN BIJ MPEG LA, LLC. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM
Over softwareprogramma’s waarop GNU GPL/LGPL van
toepassing is
De software die geschikt is voor de volgende GNU General Public License (hierna "GPL"
genoemd) of GNU Lesser General Public License (hierna "LGPL" genoemd) worden bij de
camera geleverd.
U bent hiermee geïnformeerd dat u het recht hebt op toegang tot de broncode van deze
softwareprogramma’s, en het recht hebt de broncode aan te passen en opnieuw te distribueren
onder de voorwaarden van GPL/LGPL.
De broncode is beschikbaar op het internet. U kunt deze downloaden vanaf de volgende URL.
http://www.sony.net/Products/Linux/
Wij stellen het op prijs als u geen contact met ons opneemt over de inhoud van de broncode.
Lees "license2.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels)
van de softwareprogramma’s "GPL", en "LGPL".
Om het pdf-bestand te kunnen lezen hebt u het softwareprogramma Adobe Reader nodig. Als dit
niet op uw computer geïnstalleerd is, kunt u het downloaden vanaf de website van Adobe
Systems:
http://www.adobe.com/
Over de licentie voor "Music Transfer" op de cd-rom
(bijgeleverd)
MPEG Layer-3 audio coding technology and patents licensed from Fraunhofer IIS and
Thomson.

Documenttranscriptie

Inhoud Zoeken op bediening Zoeken in MENU/ Instellingen Index Cyber-shot-handboek DSC-TX1 © 2009 Sony Corporation 4-148-677-71(1) NL Gebruik van dit handboek Inhoud Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen. Dit is handig wanneer u een functie zoekt waarover u wilt lezen. Inhoud Zoeken naar informatie op functie. Zoeken in MENU/ Instellingen Zoeken naar informatie in een lijst met MENU/Instellingen. Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek Zoeken in MENU/ Instellingen Index Zoeken naar informatie op trefwoord. Zoeken op bediening Zoeken op bediening Zoeken naar informatie op bediening. Index In dit handboek wordt de volgorde van de bedieningen aangegeven door pijlen (t). U moet de onderdelen op het scherm aanraken in de aangegeven volgorde. Markeringen worden afgebeeld zoals ze worden verschijnen in de standaardinstellingen van de camera. De standaardinstelling wordt aangegeven met . Dit geeft voorzorgen en beperkingen aan die betrekking hebben op de correcte bediening van de camera. z Dit geeft informatie aan die nuttig is om te weten. 2NL "Memory Stick": U kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera. Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens • Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van uiterste precisietechnologie zodat meer dan 99,99% van de beeldpunten effectief werkt. Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten zijn een normaal gevolg van het productieproces en hebben géén invloed op de opnamen. Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes • Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie pagina 145. "Memory Stick Duo"adapter Opmerkingen over de accu • Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de camera voor het eerst gebruikt. • U kunt de accu opladen ook als deze niet volledig leeg is. Bovendien, zelfs als de accu niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijke lading van de accu gebruiken. • Als u de accu gedurende een lange tijd niet denkt te gaan gebruiken, verbruikt u de resterende acculading, haalt u de accu uit de camera, en bewaart u de accu op een koele, droge plaats. Dit dient om de functies van de accu te behouden. • Voor verdere informatie over bruikbare accu’s, zie pagina 147. Carl Zeiss-lens De camera is uitgerust met een lens van Carl Zeiss die in staat is scherpe beelden met een uitstekend contrast te reproduceren. De lens van de camera is geproduceerd onder een kwaliteitsborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland. • Als water of een ander vloeistof op het LCDscherm spettert waardoor het nat wordt, veegt u het scherm onmiddellijk af met een zachte doek. Als vloeistof op het oppervlak van het LCDscherm blijft zitten, kan de kwaliteit ervan achteruitgaan en een storing worden veroorzaakt. • Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is geen defect. • Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent. Index Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"compatibel apparaat U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar) te steken. Zoeken in MENU/ Instellingen Andere geheugenkaarten kunnen niet worden gebruikt. Zoeken op bediening Opmerkingen over de typen "Memory Stick" die u kunt gebruiken (los verkrijgbaar) "Memory Stick Duo": U kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera. Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera Condensvorming • Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken. • Als vocht condenseert, schakelt u de camera uit en wacht u ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. De beelden in dit handboek De beelden die in dit handboek gebruikt worden als voorbeeld, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met de camera zijn opgenomen. 3NL Inhoud Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera Zoeken op bediening Zoeken in MENU/ Instellingen Gebruik van dit handboek ····································· 2 Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3 Zoeken op bediening············································· 7 Zoeken in MENU/Instellingen······························ 10 Namen van de onderdelen·································· 15 Lijst met pictogrammen die op het scherm worden afgebeeld················································ 16 Het aanraakscherm gebruiken ···························· 18 Het interne geheugen gebruiken························· 20 Index Opnemen Opn.functie·························································· 21 Slim automa- tisch instellen ································ 22 Panorama door beweging ··································· 23 Bewegende beeldn ············································· 25 Autom. Programma ············································· 26 Anti-bewe- gingswaas ········································· 27 Schemeropname uit hand ··································· 28 Scènekeuze ························································ 29 Zoom ··································································· 31 Weergeven Stilstaande beelden weergeven ·························· 32 Weergave zoom ·················································· 34 Breed-zoombeeld················································ 35 Tijdelijk geroteerde weergave ····························· 36 Bewegende beelden weergeven························· 37 4NL Inhoud MENU (Opnemen) MENU-onderdelen (Opnemen) ··························· 10 MENU (Weergeven) Instellingen Televisie Beelden bekijken op een SD-televisie··············· 116 Beelden bekijken op een HD-televisie ·············· 117 Zoeken in MENU/ Instellingen Instellingen ·························································· 13 Zoeken op bediening MENU-onderdelen (Weergeven)························· 12 Index Computer Gebruiken met een computer···························· 119 Het softwareprogramma gebruiken··················· 121 De camera aansluiten op de computer·················124 "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" weergeven························································· 126 Afdrukken Stilstaande beelden afdrukken·························· 127 Problemen oplossen Problemen oplossen ········································· 130 Foutcodes en meldingen··································· 139 5NL Index Zoeken in MENU/ Instellingen Index ································································· 150 Zoeken op bediening Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen················································· 144 "Memory Stick Duo" ·········································· 145 Accu ·································································· 147 Acculader ·························································· 148 Intelligente opnamerichter································· 149 Inhoud Overige Index 6NL Zoeken op bediening Opnemen van panoramabeelden Panorama door beweging ································· 23 Opnemen van uw huisdier Huisdieren ····························································· 29 Opnemen dichtbij onderwerpen Macro ······································································ 51 Superclose-up In ················································· 51 Opnemen van bewegende onderwerpen Korte sluitertijd······················································ 30 Bewegende beeldn ············································· 25 Burst ········································································ 46 Opnemen zonder wazige beelden Hoge gevoeligheid ·············································· 29 Korte sluitertijd······················································ 30 Anti-bewe- gingswaas ········································ 27 Schemeropname uit hand ································· 28 Zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden ···························································· 44 ISO ··········································································· 53 SteadyShot ···························································· 67 Index Soft Snap ······························································· 29 Schemer-portret ··················································· 29 Lach-sluiter ···························································· 40 Scène- herkenning ·············································· 60 Gezichts- herkenning ········································· 62 Dichte-ogen- vermindering ······························· 65 Rode-ogeneffect ·················································· 66 Zoeken in MENU/ Instellingen Opnemen van portretten Zoeken op bediening Slim automa- tisch instellen······························ 22 Scènekeuze ·························································· 29 Scène- herkenning ·············································· 60 Inhoud De instellingen overlaten aan de camera 7NL Belichting instellen EV ············································································ 52 Scherpstellingspositie veranderen Het aanraakscherm gebruiken ························ 18 Scherpstellen ························································ 57 Gezichts- herkenning ········································· 62 Beeldformaat veranderen Beeldformaat ························································ 48 Beelden wissen Wissen ···································································· 76 Formatteren························································· 108 Vergrote beelden weergeven Weergave zoom ··················································· 34 Trimmen ································································· 79 Index Hoge gevoeligheid ·············································· 29 Anti-bewe- gingswaas ········································ 27 Lgz synchro ··························································· 42 ISO ··········································································· 53 Zoeken in MENU/ Instellingen Opnemen op donkere plaatsen Zoeken op bediening Altijd flitsen ···························································· 42 Scène- herkenning ·············································· 60 DRO········································································· 64 Inhoud Opnemen met tegenlicht Beelden weergeven op Breed-zoombeeld ················································ 35 het hele scherm Tijdelijk geroteerde weergave ·························· 36 Beeldformaat ························································ 48 Beelden bewerken Bijwerken ······························································· 79 Kleuren ··································································· 78 Een serie beelden op volgorde weergeven Diavoorstelling ······················································ 73 8NL Inhoud Eenvoudig- functie ········································ 38, 70 Bediening met gemakkelijk afleesbare indicators Beelden afdrukken met "PMB (Picture Motion Browser)" ··················· 121 de datum erop Initialiseren ·························································· 100 Beelden afdrukken Afdrukken ····························································· 127 Weergeven op een televisie Beelden bekijken op een SD-televisie ········· 116 Beelden bekijken op een HD-televisie ········ 117 Informatie over optionele accessoires "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" ··· 126 Intelligente opnamerichter ······························ 149 Index Instellingen terugstellen Zoeken in MENU/ Instellingen Tijdzone instellen ··············································· 114 Datum/tijd instellen ············································ 115 Zoeken op bediening Datum- en tijdinstellingen veranderen 9NL Zoeken in MENU/Instellingen Inhoud MENU-onderdelen (Opnemen) U kunt de diverse opnamefuncties eenvoudig selecteren op het . 2 Raak beelden. Zoeken op bediening 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. aan om het MENU-scherm af te De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, worden niet afgebeeld op het MENU-scherm. In de onderstaande tabel geeft een beschikbare functie aan. De onderstaande pictogrammen en geven de beschikbare functies aan. Zoeken in MENU/ Instellingen 3 Raak het menuonderdeel aan t raak de gewenste functie aan. Opn.functie — Eenvoudig- functie Bewegende bldn. opnemen Index Menuonderdelen — — — — — Lach-sluiter — — — — Flitser — — — — Zelfontsp. — Burst — — — — — — Opnamerichting — — — — — Beeldformaat Macro — — — — — — — — — — — — EV ISO — Witbalans — Witbalans onderwater — Scherpstellen — Lichtmeetfunctie — — — — — — Scène- herkenning — — Gezichtsherkenning — — — — — — 10NL Wordt vervolgd r Opn.functie DRO — — — Dichte-ogenvermindering — — — — — Rode-ogeneffect — — — — — — — Opnamescherminstellingen — Zoeken op bediening SteadyShot — — Inhoud Menuonderdelen Opmerking Zoeken in MENU/ Instellingen • Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld. • De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, verschillen afhankelijk van de opnamefunctie. Index 11NL MENU-onderdelen (Weergeven) Inhoud U kunt de diverse weergavefuncties eenvoudig selecteren op het . 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 Raak beelden. aan om het MENU-scherm af te Zoeken op bediening De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, worden niet afgebeeld op het MENU-scherm. 3 Raak het menuonderdeel aan t raak de gewenste functie aan. Weergavefunctie Menuonderdelen een beschikbare functie aan. "Memory Stick Duo" Datumweergave Intern geheugen Mapweergave Mapweergave — — — — Zoeken in MENU/ Instellingen In de onderstaande tabel geeft (Eenvoudig- functie) (Kalender) Index (Beeldindex) (Diavoorstelling) (Wissen) (Kleuren) (Bijwerken) (Burstgroep weergeven) (Weergavefunctie) — (Beveiligen) DPOF — (Afdrukken) (Roteren) (Volume- instellingen) (Weergavescherm instellingen) (Belichtings- gegevens) (Beeldindex- instellingen) (Map kiezen) — — Opmerking • Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld. 12NL Instellingen 1 Raak beelden. Inhoud U kunt de instellingen veranderen op het scherm (Instellingen). aan om het MENU-scherm af te Zoeken op bediening 2 Raak (Instellingen) aan t gewenste categorie t gewenst onderdeel t gewenste instelling. Opname-instellingn Zoeken in MENU/ Instellingen Categorieën Onderdelen AF-verlicht. Stramienlijn Digitale zoom Autom. Oriëntatie Gids scèneherken. Hoofdinstellingen Index Dichte-ogenalarm Pieptoon LCD-helderheid Language Setting Demonstratiefunctie Initialiseren COMPONENT Video-uit Behuizing USB-aansluiting Downl. muz. Format. muz. Kalibratie "Memory Stick"-tool Formatteren Opnamemap maken Opnamemap wijz. Opn.map wissen Kopiëren Bestandsnummer 13NL Wordt vervolgd r Categorieën Formatteren Bestandsnummer Klokinstellingen Tijdzone instellen Inhoud Intern geheugen-tool Onderdelen Datum/tijd instellen Opmerkingen Zoeken op bediening • [Opname-instellingn] wordt alleen afgebeeld als het instelscherm is opgeroepen vanuit de opnamefunctie. • ["Memory Stick"-tool] wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, en [Intern geheugen-tool] wordt alleen afgebeeld als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 14NL Namen van de onderdelen B Ontspanknop Inhoud A W/T-zoomknop (31, 34) C Microfoon D ON/OFF (aan/uit-)toets E Flitser G Lens H Lensafdekking Zoeken op bediening F Zelfontspannerlampje/Lach-sluiterlamp/ AF-verlichting I LCD-scherm/aanraakscherm (weergave-)toets (32) K Bevestigingsoog voor polsriem*/ handgreep L Luidspreker M Accu/"Memory Stick Duo"-deksel N Schroefgat voor statief O Accu-uitwerphendel Zoeken in MENU/ Instellingen J P Toegangslampje Q Gleuf voor de "Memory Stick Duo" S Multifunctionele aansluiting Index R Accu-insteekgleuf * De polsriem gebruiken De polsriem is reeds in de fabriek aan de camera bevestigd. Steek uw hand door de lus om te voorkomen dat de camera valt en beschadigd raakt. Onderkant * De tekenpen gebruiken De tekenpen wordt gebruikt bij het bedienen van het aanraakscherm. Hij is bevestigd aan de polsriem. Draag de camera niet aan de tekenpen. De camera kan dan vallen. 15NL Inhoud Lijst met pictogrammen die op het scherm worden afgebeeld De pictogrammen worden op het scherm afgebeeld om de toestand van de camera aan te geven. De plaats van de afgebeelde pictogrammen kan verschillen afhankelijk van de opnamefunctie. Bij opname van stilstaande beelden 1 Betekenis Pictogram van scèneherkenning Zoeken op bediening Indicator Witbalans SteadyShot Bestemming Scèneherkenning Trillingswaarschuwing Bij opname van bewegende beelden Zoeken in MENU/ Instellingen DRO Bewegende beelden opnemen Weergavezoom 8/8 Index Opname-/weergavemedia ("Memory Stick Duo", intern geheugen) Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in de gekozen map PictBridge-aansluiting Weergavemap Burst-opnamen Beveiliging Afdrukmarkering (DPOF) Bij weergave Map veranderen Databasebestand is vol Hoofdbeeld van de burst-groep 16NL Wordt vervolgd r 2 Betekenis Indicator Resterende acculading Scherpstellen Waarschuwing voor zwakke accu Vermindering van het rode-ogeneffect AF-verlichting N Opnamemap Normaal weergeven Weergavebalk Opname-/weergavemedia ("Memory Stick Duo", intern geheugen) 35° 37' 32" N Lengtegraad- en 139° 44' 31" E breedtegraad-weergave 0:00:12 Teller Opneembare tijd z AE/AF-vergrendelingsindicator Zoomvergroting Lichtmeetfunctie Witbalans 125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde ISO400 ISO-nummer +2.0EV Belichtingswaarde Close-scherpstelling Flitsfunctie Opladen flitser 3 Indicator Zelfdiagnosefunctie Waarschuwing hoge temperatuur Zelfontspanner Databasebestand is vol 96 OPNMN. Standby Standby/opnemen van bewegende beelden 0:12 Opnametijd (min:sec) 101-0012 Map-bestandsnummer 2009 1 1 9:30 AM Opgenomen datum/tijd van het weergavebeeld Index C:32:00 Lichtmeetfunctie Betekenis Burst-functie Zoeken in MENU/ Instellingen Flitser NR lange-sluitertijd Zoeken op bediening 100 Min Betekenis Inhoud Indicator 4 Aantal opneembare beelden Gezichtsherkenning AF-bereikzoekerframe Dradenkruis van de lichtmeting Beeldformaat ISO400 ISO-nummer +2.0EV Belichtingswaarde 125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde 17NL Het aanraakscherm gebruiken v/V/b/B Inhoud U kunt met deze camera bedieningen uitvoeren en instellingen maken door de toetsen aan te raken of met uw vinger over het LCD-scherm te vegen. Geeft de verborgen onderdelen weer zodat de onderdelen die u wilt instellen op het scherm worden afgebeeld. Beschrijft de opnamefuncties wanneer het menu voor opnemen wordt afgebeeld. Opmerkingen Bedienen door over het LCD-scherm te vegen Zoeken in MENU/ Instellingen • Om het aanraakscherm te bedienen, raakt u het licht aan met uw vinger of de bijgeleverde tekenpen. Door hard drukken of het gebruiken van een puntig voorwerp anders dan de bijgeleverde tekenpen kan het aanraakscherm worden beschadigd. • Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger van het scherm afhaalt. Zoeken op bediening Keert terug naar het vorige scherm. Index Het MENU scherm weergeven/sluiten Tijdens opnemen/ weergeven Tijdens weergave Werking Bedieningsmethode Het MENU-scherm weergeven Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts Het MENU scherm sluiten Raak met uw vinger de rechterkant van het LCD-scherm aan en veeg naar links De bedieningstoetsen verbergen Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar links De bedieningstoetsen afbeelden Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts Het volgende/vorige beeld weergeven Veeg met uw vinger naar rechts of links Het beeld continu veranderen (volgende/ vorige beeld) Veeg met uw vinger naar rechts of links, en blijf op het LCD-scherm drukken Het indexweergavescherm afbeelden tijdens het weergeven Veeg met uw vinger omhoog De volgende/vorige pagina weergeven in de indexweergavefunctie Veeg met uw vinger omlaag of omhoog De kalender afbeelden tijdens het weergeven in de datumweergavefunctie Veeg met uw vinger omlaag 18NL Het scherm aanraken om scherp te stellen Werking Raak het onderwerp aan De scherpstelling wordt bijgeregeld. De functie wordt geannuleerd. Opmerkingen De gewenste MENU-onderdelen aanpassen 1 Raak beelden. 2 Index Tijdens het openemen/weergeven worden de vier MENU-onderdelen afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm. U kunt deze vier toetsen aanpassen met de gewenste MENUonderdelen en op de gewenste positie op het LCD-scherm, zodat u veelgebruikte toetsen snel kunt vinden. U kunt deze toetsen aanpassen en de instellingen opslaan tijdens het opnemen voor iedere opnamefunctie, en tijdens het weergeven voor het interne geheugen en de "Memory Stick Duo". Zoeken in MENU/ Instellingen • U kunt deze functie niet gebruiken tijdens gebruik van de digitale zoom, opnemen in de supercloseupfunctie, en in de eenvoudig-functie. • U kunt deze functie niet gebruiken wanneer de (Landschap), (Schemer), (Voedsel), (Vuurwerk) of (Onderwater) functie is geselecteerd als de scènekeuzefunctie. Zoeken op bediening Toets/Bedieningsmethode Inhoud Door het onderwerp op het aanraakscherm aan te raken wordt een kader afgebeeld, en door vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te drukken, wordt op het kader scherpgesteld. Als in het kader een gezicht aanwezig is, worden naast de scherpstelling tevens de helderheid en tint automatisch geoptimaliseerd. aan om het MENU-scherm af te (Custom) t [OK] 3 Selecteer een MENU-onderdeel en sleep het naar de gewenste positie aan de linkerkant van het LCD-scherm. 4 Raak aan om te annuleren. Opmerking • Deze functie kan niet worden gebruikt als [Behuizing] is ingesteld op [Aan] of tijdens opnemen in de eenvoudig-functie. 19NL Het interne geheugen gebruiken B Intern geheugen Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp van een van de onderstaande methoden. Index Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen Zoeken in MENU/ Instellingen B Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen opgenomen. [Weergeven]: De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen worden weergegeven. [Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen. Zoeken op bediening Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden opgenomen op de "Memory Stick Duo". [Weergeven]: De beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo". Inhoud De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 11 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer Volg de procedure op pagina 124 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Een reservekopie (back-up) maken op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg vervolgens de procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 112). Opmerkingen • U kunt beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" niet importeren naar het interne geheugen. • Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de kabel, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen importeren in een computer. U kunt beeldgegevens echter niet exporteren van de computer naar het interne geheugen. 20NL Opn.functie 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 Raak Inhoud U kunt de opnamefunctie selecteren aan de hand van de situatie en het gewenste eindresultaat. (Opn.functie) aan t gewenste functie Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. (Panorama door beweging) Hiermee kunt u een panoramabeeld opnemen uit samengestelde. (Autom. Programma) Voor opnemen van bewegende beelden met geluid. Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen zonder gebruik te maken van de flitser bij het samenstellen van burst-opnamen opgenomen met een korte sluitertijd. (Schemeropname uit hand) Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen onder zwakke belichtingsomstandigheden zonder gebruik te maken van een statief bij het samenstellen van burst-opnamen opgenomen met een korte sluitertijd. (Scènekeuze) Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène. Index (Anti-bewegingswaas) Zoeken in MENU/ Instellingen (Bewegende beeldn) Zoeken op bediening (Slim automa- tisch instellen) 21NL Slim automa- tisch instellen Inhoud Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden aangepast. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Opn.functie) t instellen) (Slim automa- tisch 3 Druk de ontspanknop helemaal in. Opmerking Zoeken op bediening 2 • De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit]. De scèneherkenning werkt in de intelligente automatische instelfunctie. In deze functie herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op. Pictogram van scèneherkenning (Gids) Index • De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro), (Superclose-up) of (Portretopname), en beeldt het betreffende pictogram en de gids af op het LCD-scherm nadat de scène is herkend. Voor verdere informatie, zie pagina 60. Zoeken in MENU/ Instellingen zOver de scèneherkenning zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp waarop moeilijk scherpgesteld kan worden • De minimale opnameafstand is ongeveer 8 cm (1 cm in de intelligente automatische instelfunctie en eenvoudig-functie) (W-kant) of 50 cm (T-kant) (vanaf de lens). Neem op in de close-upopnamefunctie wanneer u een onderwerp wilt opnemen vanaf een kortere afstand dan de minimale opnameafstand. • Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AFvergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 57). • In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen: – Als het donker is en het onderwerp ver weg is. – Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is. – Als het onderwerp door glas wordt opgenomen. – Als het onderwerp snel beweegt. – Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken. – Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is. 22NL Panorama door beweging Inhoud Hiermee kunt u een panoramabeeld samenstellen uit opgenomen beelden. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 (Panorama door Zoeken op bediening (Opn.functie) t beweging) 3 Houd de camera op de positie waar u het LCDscherm helder kunt zien, en druk daarna de ontspanknop helemaal in. 4 Pan de camera naar het einde van de overzichtsbalk volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm. Zoeken in MENU/ Instellingen Dit deel wordt niet opgenomen Overzichtsbalk Opmerkingen Index • Als u de camera niet over het hele onderwerp kunt pannen binnen de aangegeven tijdsduur, zal een grijs deel ontstaan in het samengestelde beeld. Als dit gebeurt, beweegt u de camera snel om een volledig panoramabeeld op te nemen. • Aangezien meerder beelden aan elkaar worden gelast, wordt het gelaste deel niet storingsvrij opgenomen. • Onder zwakke belichtingsomstandigheden kunnen panoramabeelden wazig zijn. • Onder flikkerende lampen, zoals tl-verlichting, is de helderheid of kleur van het samengestelde beeld niet altijd hetzelfde. • Als het volledige hoekbereik van de panoramaopname en de hoek waaronder werd vergrendeld sterk verschillen in helderheid, kleur en scherpstelling, zal de opname niet goed lukken. Als dit gebeurt, vergrendelt u onder een andere hoek en neemt u opnieuw op. • Panorama met beweging is niet geschikt in de volgende situaties: – Het onderwerp beweegt – Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera – Beelden met een terugkerend patroon, zoals tegels, en beelden met weinig contrast zoals lucht, zandstrand of gazon – Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen • U kunt geen panoramabeelden maken in de volgende situaties: – Het pannen van de camera gaat te snel of te langzaam – De camera beweegt te veel 23NL Wordt vervolgd r zDe opnamerichting of het beeldformaat van een Inhoud panoramabeeld veranderen Opnamerichting: Beeldformaat: (Opnamerichting) t [Naar rechts], [Naar links], [Naar boven] of [Naar beneden] (Beeldformaat) t [Standaard] of [Breed] aan. zTips voor het opnemen van panoramabeelden Verticale richting Zoeken op bediening • Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u Horizontale richting Zoeken in MENU/ Instellingen Straal zo kort mogelijk Index • Pan de camera met constante snelheid in een boogbeweging. • Pan de camera in dezelfde richting als aangegeven op het LCD-scherm. • Bepaal de scène en druk de ontspanknop tot halverwege in zodat u de belichting en witbalans kunt vergrendelen. • Pas de samenstelling van het beeld zodanig aan dat een deel met zeer gevarieerd landschap zich in het midden van het beeld bevindt. zDe panoramabeelden lopend weergeven Terwijl panoramabeelden worden weergegeven raakt u aan om de panoramabeelden te laten lopen. Raak tijdens het weergeven het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te beelden. Geeft het weergegeven deel aan van het hele panoramabeeld Bedieningstoets/ Bedieningsmethode Werking Raak of het LCDscherm aan Lopende beelden weergeven/pauzeren / / / Veeg met uw vinger omhoog/omlaag/naar rechts/naar links De beelden laten lopen • Panoramabeelden kunnen ook worden weergegeven met behulp van de bijgeleverde software "PMB" (pagina 121). 24NL Bewegende beeldn 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 (Opn.functie) t Inhoud Voor opnemen van bewegende beelden met geluid. (Bewegende beeldn) 4 Om te stoppen met opnemen, drukt u de ontspanknop nogmaals helemaal in. Zoeken op bediening 3 Druk de ontspanknop helemaal in. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 25NL Autom. Programma Inhoud Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Opn.functie) t (Autom. Programma) 3 Druk de ontspanknop helemaal in. Zoeken op bediening 2 Zoeken in MENU/ Instellingen Index 26NL Anti-bewe- gingswaas Inhoud Dit is geschikt voor opnamen binnenshuis zonder gebruikmaking van de flitser om de onderwerpbewegingen te verminderen. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Opn.functie) t gingswaas) (Anti-bewe- 3 Druk de ontspanknop helemaal in. Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldverwerking wordt toegepast om de onderwerpbeweging en ruis te verminderen. • De sluiter brengt 6 pieptonen voort ondanks dat slechts één beeld wordt opgenomen. • Ruis wordt in de volgende situaties niet effectief verminderd: – Beeld met grootschalige beweging – Beeld waarvan het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt – Beeld met te weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon – Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen • De lach-sluiter kan niet worden gebruikt. • Bij gebruik van een lichtbron die flikkert, zoals tl-verlichting, kan blokruis optreden. In dergelijke gevallen stelt u de scènekeuzefunctie in op (Hoge gevoeligheid). Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen Zoeken op bediening 2 Index 27NL Schemeropname uit hand Inhoud Ondanks dat nachtscènes gemakkelijk door camerabewegingen wazig worden, kunt u met deze functie nachtscènes opnemen die minder wazig zijn zonder een statief te gebruiken. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Opn.functie) t hand) (Schemeropname uit 3 Druk de ontspanknop helemaal in. Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldverwerking wordt toegepast om de onderwerpbeweging en ruis te verminderen. • De sluiter brengt 6 pieptonen voort ondanks dat slechts één beeld wordt opgenomen. • Ruis wordt in de volgende situaties niet effectief verminderd: – Beeld met grootschalige beweging – Beeld waarvan het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt – Beeld met te weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon – Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen • De lach-sluiter kan niet worden gebruikt. • Bij gebruik van een lichtbron die flikkert, zoals tl-verlichting, kan blokruis optreden. In deze gevallen stelt u de scènekeuzefunctie in op (Hoge gevoeligheid). Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen Zoeken op bediening 2 Index 28NL Scènekeuze Inhoud Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 (Hoge gevoeligheid) (Scènekeuze) t Zoeken op bediening (Opn.functie) t gewenste functie Hiermee kunt u beelden opnemen zonder flitser onder zwakke belichting met minder wazigheid. Hiermee kunt u beelden opnemen in een zachtere sfeer voor portretopnamen, bloemen, enz. (Landschap) Hiermee kunt u ver verwijderde scènes eenvoudig opnemen door scherp te stellen in de verte. Hiermee kunt u de heldere lucht, bomen en bloemen opnemen in levendige kleuren. (Schemer) (Voedsel) (Huisdieren) (Strand) (Sneeuw) Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen van mensen met een nachtscène in de achtergrond zonder de atmosfeer geweld aan te doen. Index (Schemerportret) Zoeken in MENU/ Instellingen (Soft Snap) Hiermee kunt u nachtscènes van veraf opnemen met behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving. Hiermee kunt u de macrofunctie selecteren zodat u opnamen van voedsel kunt maken met verrukkelijke en felle kleuren. Hiermee kunt u beelden van uw huisdier opnemen met de beste instellingen. Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water helder vastleggen bij het opnemen van zee- en waterscènes. Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen en ingezakte kleuren voorkomen in sneeuwscènes of op ander plaatsen waarbij het hele scherm wit lijkt. 29NL Wordt vervolgd r (Vuurwerk) Hiermee kunt u vuurwerkscènes opnemen in al hun pracht. Hiermee kunt u opnemen onderwater met natuurlijke kleuren met gebruikmaking van een behuizing (zoals een onderwaterset, enz.). Hiermee kunt u snel bewegende onderwerpen buitenshuis of op andere heldere plaatsen vastleggen. • De sluitertijd wordt korter zodat beelden opgenomen op donkere plaatsen donkerder worden. Zoeken op bediening (Korte sluitertijd) Inhoud (Onderwater) Opmerking Functies die u kunt gebruiken in een scènekeuzefunctie Superclose-up Flitser Gezichtsherkenning/ Lach-sluiter — — 2 — * — — Witbalans *1 Rodeogeneffect Dichteogen- vermindering — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — SteadyShot — — — — Burst Index Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de meest geschikte combinatie van functie-instellingen. geeft een beschikbare functie aan. De pictogrammen aangegeven bij "Flitser" geven de beschikbare functies aan. Sommige functies kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de gekozen scènekeuzefunctie. Zoeken in MENU/ Instellingen • Als u beelden opneemt in de (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk) functie, is de sluitertijd langer en worden de beelden eerder wazig. Om wazige beelden te voorkomen, adviseren wij u een statief te gebruiken. — — *3 — — — — — — — *1 [Flitser] kan niet worden geselecteerd voor [Witbalans]. *2 [Na aanraken] kan niet worden geselecteerd voor [Gezichts- herkenning]. *3 U kunt [Witbalans onderwater] gebruiken in plaats van [Witbalans]. 30NL Zoom 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. Inhoud U kunt een beeld vergroten voordat u het opneemt. De optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 4× vergroten. T-kant Zoeken op bediening 2 Beweeg de W/T-zoomknop. Beweeg de W/T-zoomknop naar de T-kant om in te zoomen, en naar de W-kant om uit te zoomen. • Wanneer de zoomvergroting hoger wordt dan 4×, raadpleegt u pagina 92. W-kant Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen • De camera zoomt langzaam tijdens het opnemen van bewegende beelden. • De zoom is vergrendeld aan de W-kant tijdens het opnemen in de functie Panorama met beweging. Index 31NL Stilstaande beelden weergeven Inhoud 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 Selecteer een beeld met / . Zoeken op bediening zTips voor veegbedieningen Bedieningsmethode Het MENU-scherm weergeven Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts Het MENU scherm sluiten Raak met uw vinger de rechterkant van het LCD-scherm aan en veeg naar links De bedieningstoetsen verbergen Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar links De bedieningstoetsen afbeelden Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts Het volgende/vorige beeld weergeven Veeg met uw vinger naar rechts of links Het beeld continu veranderen (volgende/ vorige beeld) Veeg met uw vinger naar rechts of links, en blijf op het LCD-scherm drukken Het indexweergavescherm afbeelden tijdens het weergeven Veeg met uw vinger omhoog De volgende/vorige pagina weergeven in de indexweergavefunctie Veeg met uw vinger omlaag of omhoog De kalender afbeelden tijdens het weergeven in de datumweergavefunctie Veeg met uw vinger omlaag Index Werking Zoeken in MENU/ Instellingen Het MENU scherm weergeven/sluiten 32NL Wordt vervolgd r zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera plaatst waarop zowel beelden staan die zijn opgenomen met deze camera, als beelden die zijn opgenomen met een andere camera, wordt een scherm afgebeeld waarop u de weergavemethode kunt selecteren. Zoeken op bediening "Alleen geregist. beelden De beelden worden weergegeven in de geselecteerde weergeven": weergavefunctie. Sommige beelden die met een andere camera zijn opgenomen, kunnen niet worden weergegeven. "Alles weergeven met De weergavefunctie wordt omgeschakeld naar de mapweergave": mapweergave en alle beelden worden weergegeven. Inhoud andere camera Zoeken in MENU/ Instellingen Index 33NL Weergave zoom Inhoud U kunt de beelden vergroot weergeven. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 Raak de plaats aan die u wilt vergroten. 3 Stel de zoomvergroting en -positie in. Geeft het weergegeven gebied aan binnen het volledige beeld Toets/Bedieningsmethode Werking Veeg met uw vinger omhoog/ omlaag/naar rechts/naar links Verandert de zoompositie. / Zoeken in MENU/ Instellingen Het beeld wordt verder vergroot iedere keer dat u het scherm aanraakt. Verandert de zoomvergroting. Annuleert de weergavezoom. t [Bijwerken] Index zVergrote beelden opslaan U kunt een vergroot beeld opslaan door de trimfunctie te gebruiken ( t [Trimmen]). Zoeken op bediening Het beeld wordt vergroot tot tweemaal de voorgaande grootte met het aangeraakte gebied in het midden. U kunt het beeld ook vergroten door de zoomknop (W/T) naar de T-kant te bewegen. 34NL Breed-zoombeeld (breed-zoombeeld) aan. 3 Om het breed-zoombeeld te annuleren, raakt u (breed-zoombeeld) nogmaals aan. Opmerking • Breed-zoombeeld is niet beschikbaar voor bewegende beelden, panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep, en beelden met beeldverhouding 16:9. Zoeken in MENU/ Instellingen 2 Raak Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud In de enkelbeeldweergavefunctie kunt u stilstaande beelden met beeldverhouding 4:3 of 3:2 weergeven op het gehele LCD-scherm. In dit geval wordt van de boven- en onderrand van het beeld een klein stukje afgesneden. Index 35NL Tijdelijk geroteerde weergave 3 Raak (tijdelijk geroteerde weergave) nogmaals aan om de weergave te annuleren. Opmerkingen • Tijdelijk geroteerde weergave is niet beschikbaar voor bewegende beelden, panoramabeelden, en horizontaal georiënteerde beelden. • Raak / aan om de tijdelijk geroteerde weergave te annuleren. Zoeken in MENU/ Instellingen 2 Selecteer een verticaal georiënteerd beeld t raak (tijdelijk geroteerde weergave) aan. Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud Dit wordt gebruikt in de enkelbeeldweergavefunctie om een beeld op het scherm tijdelijk te roteren en te vergroten. Index 36NL Bewegende beelden weergeven Inhoud 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 Selecteer een video met 3 Raak / . aan op het LCD-scherm. Beschikbare functies . Naar het begin van de bewegende beelden verspringen m Achteruitspoelen Raak u of het LCD-scherm aan Normaal weergeven/pauzeren M Vooruitspoelen Volumeniveau instellen Stel het volumeniveau in met / . Opmerking Zoeken in MENU/ Instellingen Toets/Bedieningsmethode Zoeken op bediening Als u tijdens het weergeven het LCD-scherm aanraakt, worden de bedieningstoetsen afgebeeld. • Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die zijn opgenomen op een andere camera. Index 37NL Eenvoudig- functie Inhoud Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal benodigde functies. De tekst wordt groter en de indicators zijn gemakkelijker te zien. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t (Eenvoudig- functie) t [OK] Opmerkingen • De acculading wordt sneller opgebruikt omdat de helderheid van het scherm automatisch toeneemt. • De weergavefunctie verandert bovendien naar [Eenvoudig- functie]. (opnemen) Index Lach-sluiter: Raak (lach) aan. Beeldformaat: t [Beeldformaat] t Selecteer [Groot] of [Klein] Flitser: t [Flitser] t Selecteer [Autom.] of [Uit] Zelfontsp.: t [Zelfontsp.] t Selecteer [Aan] of [Uit] Eenvoudig-functie verlaten: t [Eenvoudig-functie verlaten] t [OK] Zoeken in MENU/ Instellingen zBeschikbare functies in de eenvoudig-functie Zoeken op bediening 2 zOver de scèneherkenning Scèneherkenning werkt in de eenvoudig-functie. In deze functie herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op. Pictogram van scèneherkenning • De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro), (Superclose-up) en (Portretopname), en beeldt een pictogram af op het LCD-scherm nadat de scène is herkend. Voor verdere informatie, zie pagina 60. 38NL Bewegende bldn. opnemen Inhoud Als de camera is ingesteld op het opnemen van bewegende beelden, kunt u opnemen met vooraf gemaakte instellingen specifiek voor een bepaalde soort scène. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 3 (Opn.functie) t (Bewegende beeldn) (Bewegende bldn. opnemen) t gewenste functie (Autom.) Hiermee kunt u de instellingen automatisch instellen. (Onderwater) Hiermee kunt u bewegende beelden onderwater opnemen met natuurlijke kleuren met gebruikmaking van een behuizing (zoals een onderwaterset, enz.). Zoeken in MENU/ Instellingen Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Zoeken op bediening 2 Index 39NL Lach-sluiter Inhoud Wanneer de camera een lachende mond herkent, kunt u hiermee de sluiter automatisch ontspannen. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (lach) aan. Zoeken op bediening 2 Raak Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. 3 Wacht terwijl een lach wordt herkend. Lach-herkenningsgevoeligheidindicator 4 Om de lach-sluiterfunctie te verlaten, raakt u (lach) nogmaals aan. Gezichtsherkenningskader Zoeken in MENU/ Instellingen Wanneer het lachniveau hoger wordt dan het V niveau op de indicator, neemt de camera de beelden automatisch op. Als u in de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop drukt, neemt de camera het beeld op en keert daarna terug naar de lachsluiterfunctie. Opmerkingen Index • Het opnemen in de lach-sluiterfunctie eindigt automatisch wanneer de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen vol raakt. • Het is mogelijk dat een lach niet goed wordt herkend, afhankelijk van de omstandigheden. • U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken. • Als een van de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas en Schemeropname uit de hand, is geselecteerd, kunt u de lach-sluiterfunctie niet gebruiken. zDe gevoeligheid van de lach-herkenningsfunctie instellen In de lach-sluiterfunctie wordt een toets afgebeeld waarmee de lachherkenningsgevoeligheid kan worden ingesteld. (Schaterlach): Een schaterlach wordt herkend. (Normale lach): Een normale lach wordt herkend. (Glimlach): Zelfs een glimlachje wordt herkend. • De lach-herkenningsgevoeligheid ligt in de eenvoudig-functie vast op [Normale lach]. • Als [Opnamescherm- instellingen] is ingesteld op [Uit], wordt de lach-herkenningsgevoeligheid niet afgebeeld. 40NL Wordt vervolgd r zTips voor het goed herkennen van een lachende Zoeken in MENU/ Instellingen • De sluiter wordt ontspannen zodra een persoon waarvan het gezicht is herkend begint te lachen. • U kunt het geselecteerde onderwerp voor gezichtsherkenning selecteren of registreren met [Gezichts- herkenning]. Als het geselecteerde gezicht in het geheugen van de camera is geregistreerd, wordt de gezichtsherkenning alleen uitgevoerd voor dat gezicht. Om de lachherkenning toe te passen op een ander gezicht, raakt u dat gezicht aan (pagina 62). • Als de camera geen lach herkent, stelt u de lach-herkenningsgevoeligheid in. Zoeken op bediening Bedek de ogen niet met uw pony. Bedek het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril, enz. 2 Probeer het gezicht naar de camera te richten en kijk recht vooruit. Houd de ogen toegeknepen. 3 Lach duidelijk en met een open mond. De lach is gemakkelijker te herkennen wanneer de tanden zichtbaar zijn. 1 Inhoud mond Index 41NL Flitser 2 Inhoud 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Flitser) t gewenste functie Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. (Aan) (Lgz synchro) De flitser gaat altijd af. De flitser gaat altijd af. Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen. De flitser gaat niet af. Opmerkingen • • • • zWanneer "witte, ronde vlekken" verschijnen in Index De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen. Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld. U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie. [Aan] of [Lgz synchro] is niet beschikbaar wanneer de camera in de intelligente automatische instelfunctie staat. • In de functies Panorama met beweging, Anti-bewegingswaas en Schemeropname uit de hand is de flitserfunctie ingesteld op [Uit]. Zoeken in MENU/ Instellingen (Uit) De flitser gaat af bij opnemen onder zwakke belichtingsomstandigheden en met tegenlicht. Zoeken op bediening (Autom.) flitsopnamen Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die dichtbij de lens zweven. Wanneer deze worden belicht door het flitslicht van de camera, worden ze zichtbaar als witte, ronde vlekken. Camera Onderwerp Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan? • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op. • Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt ingesteld op [Uit].) 42NL Flitser . 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 t 3 t [Flitser] t gewenste functie Inhoud In de eenvoudig-functie kunt u de flitserfunctie selecteren met (Eenvoudig- functie) t [OK] Uit De flitser gaat niet af. Zoeken in MENU/ Instellingen De flitser gaat af bij opnemen onder zwakke belichtingsomstandigheden en met tegenlicht. Zoeken op bediening Autom. Index 43NL Zelfontsp. 2 Inhoud 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Zelfontsp.) t gewenste functie Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Zelfontspanner buiten gebruik Zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen. Raak aan om te annuleren. (2 sec) Zelfontspanner instellen op een vertraging van 2 seconden Opmerking • De zelfontspanner werkt niet tijdens opnemen in de functie Panorama met beweging. zDe kans op wazige beelden verkleinen met de Zoeken in MENU/ Instellingen (10 sec) Zoeken op bediening (Uit) 2-seconden zelfontspanner Index Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen. 2 seconden nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt wordt de sluiter ontspannen, waardoor camerabeweging als gevolg van het drukken op de ontspanknop wordt verminderd. 44NL Zelfontsp. . 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 t 3 t [Zelfontsp.] t gewenste functie Inhoud In de eenvoudig-functie kunt u de zelfontspannerinstelling selecteren met (Eenvoudig- functie) t [OK] Uit Zelfontspanner buiten gebruik Zoeken in MENU/ Instellingen Zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen. Raak aan om te annuleren. Zoeken op bediening Aan Index 45NL Burst 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 Inhoud Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, neemt de camera 10 frames achter elkaar op in één burst. (Burst) t gewenste functie Hiermee wordt een enkel beeld opgenomen. (Hoog) Neemt achter elkaar tot 10 beelden op. (Middel) Neemt achter elkaar tot 5 beelden op. (Laag) Neemt achter elkaar tot 2 beelden op. Opmerkingen Index • Burst-opnamen zijn niet beschikbaar in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Antibewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen. • De flitser wordt ingesteld op [Uit]. • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • In omstandigheden met een lange sluitertijd, kan het aantal burst-opnamen per seconde worden verlaagd. • Het opname-interval wordt langer afhankelijk van de instelling van het beeldformaat. • Het beeldformaat [VGA] wordt ingesteld tijdens het opnemen in het interne geheugen. • Wanneer er weinig acculading is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst. • De scherpstelling, witbalans en belichting worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden. Zoeken in MENU/ Instellingen (Uit) Zoeken op bediening Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. zOver het vastleggen van de burst-opnamen Nadat de burst-opnamen zijn gemaakt, worden de opgenomen beelden op het LCD-scherm weergegeven in frames. Nadat alle beelden in de frames zijn geplaatst, is het opnemen klaar. U kunt het opnemen stoppen door [Opnemen annuleren] t [OK] aan te raken. Nadat het opnemen is gestopt, wordt het beeld dat in de index wordt weergegeven en de beelden die in de beeldbewerking zitten, vastgelegd. 46NL Opnamerichting Inhoud Stel de richting van het pannen van de camera in wanneer u beelden opneemt met Panorama met beweging. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 3 (Opn.functie) t beweging) (Panorama door (Opnamerichting) t gewenste richting Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Pannen van links naar rechts. (Naar links) Pannen van rechts naar links. (Naar boven) Pannen van beneden naar boven. (Naar beneden) Pannen van boven naar beneden. Zoeken in MENU/ Instellingen (Naar rechts) Zoeken op bediening 2 Index 47NL Beeldformaat 2 t Zoeken op bediening 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Beeldformaat) t gewenste functie Aanwijzingen voor gebruik Voor afdrukken tot max. A3+-formaat (2592×1944) Voor afdrukken tot max. A4-formaat (2048×1536) Voor afdrukken tot max. L/2L-formaat (640×480) Voor e-mailbijlagen (3648×2432) Beeldverhouding 3:2, net als afgedrukte foto’s en ansichtkaarten (3648×2056) Voor weergeven op een highdefinitiontelevisie en afdrukken tot A4 (1920×1080) Voor weergeven op een highdefinitiontelevisie De beelden worden weergegeven met beeldverhouding 4:3 of 3:2. Index (3648×2736) LCD-scherm Zoeken in MENU/ Instellingen Bij opname van stilstaande beelden Beeldformaat Inhoud Het beeldformaat bepaalt de grootte van het beeldbestand dat wordt opgenomen wanneer u een beeld opneemt. Hoe groter het beeldformaat, hoe nauwkeuriger de gereproduceerde details bij het afdrukken op een groot papierformaat. Hoe kleiner het beeldformaat, hoe meer beelden opgenomen kunnen worden. De beelden vullen het gehele scherm. Opmerking • Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen met beeldverhouding 16:9, kunnen beide zijranden worden afgeknipt. In de eenvoudig-functie Groot De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [10M]. Klein De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [3M]. 48NL Beelden opnemen met Panorama met beweging (Beeldformaat) t gewenste functie Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. (Standaard) (Breed) (Verticale richting: 4912×1920) (Horizontale richting: 7152×1080) Hiermee kunt u beelden opnemen in standaardformaat. Hiermee kunt u beelden opnemen in breedbeeldformaat. Hoe groter het bewegend-beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. Hoe groter de hoeveelheid gegevens die per seconde worden vastgelegd (gemiddelde bitsnelheid), hoe vloeiender het weergavebeeld. De bewegende beelden die met deze camera worden opgenomen, worden opgenomen in MPEG-4, ongeveer 30 fps, progressief, AAC- of mp4-formaat. 1 Zoeken in MENU/ Instellingen Bij opname van bewegende beelden Zoeken op bediening (Verticale richting: 3424×1920) (Horizontale richting: 4912×1080) Inhoud 1 (Beeldformaat) t gewenste functie Videoformaat 1280×720 (Fijn) 1280×720 (Standaard) VGA Gemiddelde bitsnelheid Aanwijzingen voor gebruik 9 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen in de hoogste beeldkwaliteit, voor weergave op een highdefinitiontelevisie. 6 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen in de standaard beeldkwaliteit, voor weergave op een highdefinitiontelevisie. 3 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen die geschikt zijn voor uploaden naar het web. Index Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Opmerkingen • Een telefotobeeld wordt verkregen wanneer het [VGA]-beeldformaat is geselecteerd voor bewegende beelden. • Bewegende beelden waarvan het beeldformaat is ingesteld op [1280×720] kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Als u een ander opnamemedium gebruikt dan de "Memory Stick PRO Duo", stelt u het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA]. 49NL Wordt vervolgd r zOver "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Beeldformaat: 10M 3648 pixels × 2736 pixels = 9.980.928 pixels 2 Beeldformaat: VGA 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels 1 Pixels Veel pixels (Hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Weinig pixels (Lage beeldkwaliteit en klein bestand) Zoeken in MENU/ Instellingen Pixel Zoeken op bediening Beschrijving van de pixels en het beeldformaat Inhoud Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels. Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Index 50NL Macro Inhoud Gebruik deze instelling om prachtige close-upbeelden op te nemen van kleine onderwerpen zoals insecten of bloemen. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t (Autom.) (Macro) t gewenste functie De camera stelt automatisch scherp van ver verwijderde onderwerpen tot close-ups. Opmerkingen Index • In de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen ligt Macro vast op [Autom.]. • Merk de volgende punten op bij het gebruik van de Close-scherpstellingsfunctie. – U kunt de scèneherkenningsfunctie of gezichtsherkenningsfuncties niet gebruiken. – Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer u de camera uitschakelt of een andere opnamefunctie selecteert. – De instellingen van de flitserfunctie die u in deze functie kunt gebruiken zijn alleen [Aan] of [Uit]. – De snelheid waarmee wordt scherpgesteld wordt lager. Zoeken in MENU/ Instellingen (Superclose- Gebruik deze functie om van dichtbij op te nemen. Vergrendeld aan de W-kant: Ongeveer 1 t/m 20 cm up In) Zoeken op bediening 2 51NL EV Inhoud U kunt de belichting handmatig instellen in stapjes van 1/3 EV binnen het bereik van –2,0 EV t/m +2,0 EV. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t 3 Raak / t [OK]. (EV) aan om de belichting in te stellen Opmerkingen • [EV] is niet beschikbaar in de eenvoudig-functie. • Als u een onderwerp opneemt onder extreem heldere of donkere omstandigheden, of als u de flitser gebruikt, is het mogelijk dat de belichtingsinstelling niet effectief is. Zoeken in MENU/ Instellingen U kunt de belichting ook instellen door z op de instelbalk aan te raken en naar rechts of links te slepen. Zoeken op bediening 2 zDe belichting instellen voor mooiere beelden Index Overbelicht = te veel licht Te licht beeld Lagere EV-instelling – Juiste belichting Hogere EV-instelling + Onderbelicht = te weinig licht Te donker beeld 52NL ISO Inhoud Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen wanneer de camera in de automatische programmafunctie staat of wanneer de scènekeuze is ingesteld op (Onderwater). 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t (ISO) t gewenst nummer (Autom.) / / / U kunt voorkomen dat beelden opgenomen op donkere plaatsen of van bewegende onderwerpen wazig worden door de ISOgevoeligheid te verhogen (een hogere waarde in te stellen). Opmerking • U kunt alleen [ISO AUTO] en [ISO 125] tot en met [ISO 800] selecteren wanneer de opnamefunctie is ingesteld op de burst-functie of wanneer [DRO] is ingesteld op [DRO plus]. zISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen- Zoeken in MENU/ Instellingen / / Stelt de ISO-gevoeligheid automatisch in. Zoeken op bediening 2 belichtingsindex) Index De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia die gebruik maken van een beeldsensor die het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen, door een kortere sluitertijd in te stellen om onderwerpbeweging tegen te gaan. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder worden. 53NL Witbalans Inhoud Hiermee kunt u de kleurtinten instellen overeenkomstig het omgevingslicht. Gebruik deze functie als de beeldkleuren onnatuurlijk lijken. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t (Witbalans) Zoeken op bediening 2 3 Raak de gewenste functie aan t [OK] Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld zodat de kleuren natuurlijk lijken. (Daglicht) Hiermee wordt gecompenseerd voor omstandigheden buitenshuis op een mooie dag, avondscènes, nachtscènes, neonreclame, vuurwerk, enz. (Bewolkt) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of een schaduwrijke plaats. [Fluorescerend licht 1]: Hiermee wordt gecompenseerd voor witte, fluorescerende verlichting. [Fluorescerend licht 2]: Hiermee wordt gecompenseerd voor natuurlijk witte, fluorescerende verlichting. [Fluorescerend licht 3]: Hiermee wordt gecompenseerd voor dagwitte, fluorescerende verlichting. n (Gloeilamp) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio. (Flitser) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. (1x drukken) Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de lichtbron. De witte kleur die is opgeslagen in de functie [1x druk.inst.], wordt de basiswitkleur. Gebruik deze functie als [Autom.] of andere functies de kleur niet goed kunnen instellen. Index (Fluorescerend licht 1) (Fluorescerend licht 2) (Fluorescerend licht 3) Zoeken in MENU/ Instellingen (Autom.) (1x druk.inst.) Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt in de functie [1x drukken]. 54NL Wordt vervolgd r Opmerkingen 2 t (Witbalans) t [1x druk.inst.] t [Vastleggn.] 3 Het scherm wordt een moment zwart en nadat de witbalans is ingesteld en in het geheugen is opgeslagen, wordt het scherm voor opnemen weer afgebeeld. • Als tijdens het opnemen de indicator knippert, is de witbalans niet ingesteld of kan niet worden ingesteld. Gebruik de automatische witbalans. • Beweeg de camera niet en stoot er niet tegen terwijl [1x druk.inst.] wordt uitgevoerd. • Als de flitsfunctie is ingesteld op [Aan] of [Lgz synchro], wordt de witbalans ingesteld op de toestand waarin de flitser afgaat. • De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden afzonderlijk opgeslagen. Index Opmerkingen Zoeken in MENU/ Instellingen 1 Richt de lens op een wit voorwerp, zoals een vel papier, dat het hele scherm vult onder dezelfde belichtingsomstandigheden waaronder u het onderwerp gaat opnemen. Zoeken op bediening De basiswitkleur opslaan in de functie [1x druk.inst.] Inhoud • U kunt [Witbalans] niet selecteren in de intelligente automatische instelfunctie en eenvoudig-functie. • U kunt [Flitser] bij [Witbalans] niet instellen in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas en Schemeropname uit de hand, of wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Hoge gevoeligheid). • Onder fluorescerende verlichting die flikkert, is het mogelijk dat de witbalans niet correct functioneert, ondanks dat u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld. • Bij het opnemen met de flitser ingesteld op een andere instelling dan [Flitser], wordt de [Witbalans] ingesteld op [Autom.]. • Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op [Aan] of [Lgz synchro], kan de witbalans alleen worden ingesteld op [Autom.], [Flitser], [1x drukken] of [1x druk.inst.]. • [1x druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser. zEffecten van de belichtingsomstandigheden De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. De kleurtinten worden automatisch ingesteld, maar u kunt de kleurtinten ook handmatig instellen met behulp van de witbalansfunctie. Weer/lichtbron Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp Eigenschappen van het licht Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig 55NL Witbalans onderwater Inhoud U kunt de kleurtinten instellen wanneer de camera is ingesteld op de (Onderwater) functie als de scènekeuzefunctie of (Onderwater) functie tijdens het opnemen van bewegende beelden. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 (Autom.) (Onderwater 1) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat blauw onderwater sterker is. (Onderwater 2) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat groen onderwater sterker is. Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de lichtbron. De witte kleur die is opgeslagen in de functie [1x druk.inst.], wordt de basiswitkleur. Gebruik deze functie als [Autom.] of andere functies de kleur niet goed kunnen instellen. (1x druk.inst.) Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt in de functie [1x drukken] (pagina 55). Index (1x drukken) Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee stelt u automatisch de kleurtinten in voor onderwateromstandigheden zodat de kleuren natuurlijk lijken. Zoeken op bediening t (Witbalans onderwater) t gewenste functie t [OK] Opmerkingen • Afhankelijk van de kleur van het water is het mogelijk dat de witbalans onderwater niet goed werkt ondanks dat u [Onderwater 1] of [Onderwater 2] hebt ingesteld. • Als de flitserfunctie is ingesteld op [Aan], kan de onderwaterwitbalans alleen worden ingesteld op [Autom.], [1x drukken] of [1x druk.inst.]. • [1x druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser. • De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden afzonderlijk opgeslagen. 56NL Scherpstellen 2 t functie Zoeken op bediening 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. (Scherpstellen) t gewenste (Multi-AF) AF-bereikzoekerframe (Alleen voor stilstaande beelden) (Midden-AF) Index • Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de automatische scherpstelling met voorrang voor gezichten. • Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Onderwater), wordt met het scherpstellen rekening gehouden met het feit dat onderwater wordt opgenomen. Nadat is scherpgesteld terwijl de ontspanknop tot halverwege is ingedrukt, wordt een groot, groen kader afgebeeld. Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in alle bereiken van het zoekerframe. Als u in de stilstaand-beeldopnamefunctie de ontspanknop tot halverwege indrukt, wordt een groen kader afgebeeld rondom het gebied waarop is scherpgesteld. Inhoud Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie. AF is de afkorting van "Auto Focus" (automatische scherpstelling), een functie die het beeld automatisch scherpstelt. Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het midden van het zoekerframe. Door tezamen met de AFvergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u het beeld naar wens samenstellen. AF-bereikzoekerframe (Punt-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een extreem klein onderwerp of een smal gebied. Door tezamen met de AFvergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u het beeld naar wens samenstellen. Houd de camera stil zodat het onderwerp niet uit het AF-bereikzoekerframe raakt. AF-bereikzoekerframe Opmerkingen • Als u de [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, is de instelling van het AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt het AF-bereikzoekerframe afgebeeld met een stippellijn. In dit geval zal de camera scherpstellen op de onderwerpen rondom het midden van het scherm. • Als u de scherpstellingsfunctie instelt op iets anders dan [Multi-AF], ligt [Gezichts- herkenning] vast op [Na aanraken]. • De scherpstelling wordt ingesteld op [Multi-AF] tijdens het opnemen in de functies Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen. 57NL Wordt vervolgd r zSnel het onderwerp kiezen dat voorrang moet Door het scherm aan te raken wordt een kader afgebeeld, en door vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te drukken, wordt op het kader scherpgesteld. Inhoud krijgen Zoeken op bediening Zoeken in MENU/ Instellingen Index 58NL Lichtmeetfunctie Inhoud Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t functie (Lichtmeetfunctie) t gewenste (Midden) Hiermee wordt het midden van het beeld gemeten en wordt de belichting bepaald aan de hand van de helderheid van dat deel van het onderwerp (lichtmeting met nadruk op het midden). (Punt) Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gemeten (puntlichtmeting). Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Dradenkruis van de puntlichtmeting Plaats dit op het onderwerp Index Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera bepaalt een goed afgewogen belichting (lichtmeting met meerdere patronen). Zoeken in MENU/ Instellingen (Multi) Zoeken op bediening 2 Opmerkingen • Voor het opnemen van bewegende beelden, kan [Punt] niet worden geselecteerd. • De lichtmeetfunctie wordt ingesteld op [Multi] wanneer u het scherm aanraakt om een punt te selecteren waarop u wilt scherpstellen, en wanneer u opneemt in de lach-sluiterfunctie of eenvoudig-functie. • Als u de lichtmeetfunctie instelt op iets anders dan [Multi], ligt [Gezichts- herkenning] vast op [Na aanraken]. 59NL Scène- herkenning Zoeken in MENU/ Instellingen 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 (Opn.functie) t instellen) 3 t functie Zoeken op bediening Voorbeeld van een beeld wanneer (Tegenlichtopname) is ingeschakeld. Pictogram van scèneherkenning (Gids) De camera herkent de volgende soorten scènes. Nadat de camera de optimale scène heeft bepaald, worden het bijbehorende pictogram en de gids afgebeeld. (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro), (Superclose-up), (Portretopname) Inhoud De camera herkent de opnameomstandigheden automatisch en maakt vervolgens de opname. Wanneer een beweging wordt vastgesteld, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd overeenkomstig de beweging om onderwerpbewegingen te verminderen (bewegingherkenning). (Slim automa- tisch (Scène- herkenning) t gewenste Index (Autom.) (Geavanceerd) Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de optimale instellingen gemaakt en het beeld opgenomen. Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de optimale instellingen gemaakt. Wanneer de camera (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht) herkent, verandert deze automatisch de instellingen en neemt nog een beeld op. • Wanneer u twee beelden achter elkaar opneemt, wordt het + teken op het pictogram groen. • Wanneer twee frames worden opgenomen, worden de twee beelden onmiddellijk na de opname naast elkaar weergegeven. • Als [Dichte-ogen- vermindering] wordt afgebeeld, worden automatisch 2 beelden opgenomen en wordt het beeld weergegeven waarop de ogen geopend zijn. Voor meer informatie over de dichteogenverminderingsfunctie, zie "Wat is de dichteogenverminderingsfunctie?". 60NL Wordt vervolgd r Opmerkingen Tweede beeld Opname met Langzameflitssynchronisatie Opname met verhoogde gevoeligheid en verminderde camerabewegingen Opname met Langzameflitssynchronisatie en het gezicht dat door de flitser wordt verlicht als richtlijn Opname met verhoogde gevoeligheid, het gezicht dat door de flitser wordt verlicht als richtlijn, en verminderde camerabewegingen Opname met Langzameflitssynchronisatie Opname met een nog langere sluitertijd zonder verhoogde gevoeligheid Opname met de flitser Opname met de helderheid en het contrast van de achtergrond ingesteld (DRO plus) Index Eerste beeld* Zoeken in MENU/ Instellingen In de [Geavanceerd] functie, neemt de camera twee beelden achter elkaar op met verschillende instellingen wanneer de camera (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht) scènes herkent die wazig dreigen te worden. U kunt het beste beeld kiezen uit de twee opgenomen beelden. Zoeken op bediening zBeelden die u kunt opnemen met [Geavanceerd] Inhoud • De scèneherkenningsfunctie werkt niet wanneer u beelden opneemt in de digitale-zoomfunctie. • Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op burst, of wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld, ligt de scèneherkenningsfunctie vast op [Autom.]. • De beschikbare flitserinstellingen zijn [Autom.] en [Uit]. • (Schemeropn. met statief-)scènes worden soms niet herkend in een omgeving waarin trillingen worden doorgegeven aan de camera ondanks dat deze op een statief is bevestigd. (Schemeropn. met • Soms wordt een lange sluitertijd gebruikt als een scène wordt herkend als een statief) scène. Houd de camera stil tijdens het maken van de opname. • Het pictogram van de scèneherkenning wordt afgebeeld ongeacht de [Opnamescherm- instellingen]. • Mogelijk worden deze scènes niet herkend, afhankelijk van de omstandigheden. Opname met het gezicht dat door de flitser Opname met de helderheid en het contrast van wordt verlicht als richtlijn het gezicht en de achtergrond ingesteld (DRO plus) * Wanneer de flitser is ingesteld op [Autom.] zWat is de dichte-ogenverminderingsfunctie? Indien ingesteld op [Geavanceerd], neemt de camera automatisch twee beelden achter (Portretopname) herkent. De camera zal automatisch het beeld elkaar* op wanneer deze selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp niet knipperen. Als op beide beelden het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld. * behalve wanneer de flitser afgaat of wanneer de sluitertijd lang is 61NL Gezichts- herkenning Inhoud Met deze instelling herkent de camera de gezichten van uw onderwerpen en stelt automatisch de scherpstelling, flitser, belichting, witbalans en rode-ogeneffectvermindering in. Gezichtsherkenningskader (oranje) Gezichtsherkenningskader (wit) 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t (Gezichts- herkenning) t gewenste functie (Na aanraken) (Autom.) Herkent een gezicht wanneer een gebied met een gezicht wordt aangeraakt op het scherm. Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch moet scherpstellen. Herkent de gezichten van kinderen en neemt deze met voorrang op. (Voorkeur voor volwassenen) Herkent de gezichten van volwassenen en neemt deze met voorrang op. Index (Voorkeur voor kinderen) Zoeken in MENU/ Instellingen 2 Zoeken op bediening Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, beoordeelt de camera welke het primaire gezicht is en stelt daarop scherp. Het gezichtsherkenningskader rond het hoofdonderwerp is oranje. Het gezichtsherkenningskader waarop wordt scherpgesteld wordt groen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Opmerkingen • [Gezichts- herkenning] is niet beschikbaar in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden en Eenvoudig opnemen. • U kunt [Gezichts- herkenning] alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [MultiAF] en de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi]. • De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie. • Maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend. • Afhankelijk van de omstandigheden is het mogelijk dat de gezichten van kinderen en volwassenen niet juist worden herkend. • Tijdens het opnemen in de lach-sluiterfunctie, wordt [Gezichts- herkenning] automatisch ingesteld op [Autom.], ook als dit ingesteld is op [Na aanraken]. 62NL Wordt vervolgd r zHet gezicht met voorrang registreren (geselecteerd- 2Iedere keer wanneer u een ander gezicht aanraakt, wordt dat gezicht geregistreerd als het gezicht met voorrang. Zoeken op bediening Normaal gesproken selecteert de camera automatisch het gezicht waarop wordt scherpgesteld aan de hand van de [Gezichts- herkenning]-instelling, maar u kunt ook zelf een gezicht selecteren en registreren dat voorrang moet krijgen. 1Raak een gezicht aan dat u wilt registreren als het gezicht met voorrang tijdens de gezichtsherkenning. Het geselecteerde gezicht wordt geregistreerd als het gezicht met voorrang en het kader verandert in een oranje kader ( ). Inhoud gezichtgeheugen) 3Raak aan om het registreren van gezichten uit te schakelen. Zoeken in MENU/ Instellingen • Als u de accu uit de camera haalt, wordt de registratie van het gezicht met voorrang teruggesteld. • Als het geregistreerde gezicht zich buiten het LCD-scherm beweegt, keert de camera terug naar de instelling geselecteerd door [Gezichts- herkenning]. Wanneer het geregistreerde gezicht weer binnen het LCD-scherm terugkeert, stelt de camera scherp op het geregistreerde gezicht. • Het kan onmogelijk zijn het geregistreerde gezicht juist te herkennen afhankelijk van de helderheid van de omgeving, de haardracht van het onderwerp, enz. In dat geval registreert u het gezicht opnieuw onder dezelfde omstandigheden waarin het beeld zal worden opgenomen. • Wanneer de lach-sluiterfunctie wordt gebruikt terwijl een gezichtsherkenningskader is geregistreerd, wordt de lach-herkenning alleen uitgevoerd voor het geregistreerde gezicht. • In de eenvoudig-functie kan het gezicht dat voorrang moet krijgen niet worden geregistreerd. Index 63NL DRO 2 3 (Opn.functie) t t (Autom. Programma) Zoeken op bediening 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. Inhoud De camera analyseert de opnamescène en corrigeert de helderheid en het contrast automatisch om de beeldkwaliteit te verhogen. DRO is de afkorting van "Dynamic Range Optimizer" (optimalisatie van dynamisch bereik), een functie die automatisch het verschil tussen lichte en donkere delen van een beeld optimaliseert. (DRO) t gewenste functie (DRO standard) (DRO plus) Hiermee wordt niets ingesteld. Hiermee kunt u de helderheid en het contrast van de beelden automatisch instellen. Opmerkingen Index Hiermee kunt u de helderheid en het contrast van de beelden automatisch en sterk instellen. Zoeken in MENU/ Instellingen (Uit) • Afhankelijk van de opnameomstandigheden, kan het onmogelijk zijn het beeld te corrigeren. • Als [DRO plus] is ingesteld, kan de ISO-gevoeligheid alleen worden ingesteld op [ISO AUTO] en waarden van [ISO 125] tot en met [ISO 800]. 64NL Dichte-ogen- vermindering 2 3 (Opn.functie) t (Soft Snap) (Scènekeuze) t (Autom.) Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de dichteogenverminderingsfunctie zodat beelden worden opgenomen waarop het onderwerp de ogen open heeft. (Uit) De dichte-ogenverminderingsfunctie wordt niet gebruikt. Index Opmerkingen • De dichte-ogenverminderingsfunctie werkt niet in de volgende situaties. – Tijdens het gebruik van de flitser – Tijdens opnemen in de Burst-functie – Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie niet werkt – Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld • Soms werkt de dichte-ogenverminderingsfunctie niet, afhankelijk van de situatie. • Wanneer de dichte-ogenverminderingsfunctie is ingesteld op [Autom.], maar alleen beelden zijn opgenomen waarop het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld op het LCD-scherm. Maak zo nodig de opname opnieuw. Zoeken in MENU/ Instellingen t (Dichte-ogen- vermindering) t gewenste functie Zoeken op bediening 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. Inhoud Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Soft Snap) terwijl een opname wordt gemaakt, neemt de camera automatisch twee beelden achter elkaar op. De camera zal automatisch het beeld selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp niet knipperen. 65NL Rode-ogeneffect Inhoud De flitser gaat twee of meer keer af voordat de opname wordt gemaakt om het rode-ogeneffect dat optreedt bij het gebruik van de flitser te verminderen. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t functie (Rode-ogeneffect) t gewenste Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, gaat hiermee de flitser automatisch af om het rode-ogeneffect te verminderen. (Aan) Hiermee gaat de flitser altijd af om het rode-ogeneffect te verminderen. (Uit) Hiermee wordt de rode-ogeneffectvermindering niet gebruikt. Opmerkingen Index • U kunt [Rode-ogeneffect] niet selecteren in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Lach-sluiter en Eenvoudig opnemen. • Om wazige beelden te voorkomen, moet u de camera stevig vasthouden totdat de sluiter is ontspannen. Dit duurt normaal gesproken een seconde nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. Zorg er tevens voor dat het onderwerp niet beweegt gedurende deze periode. • Het is mogelijk dat de rode-ogeneffectvermindering niet het gewenste resultaat oplevert. Dit is afhankelijk van individuele verschillen en omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp, en of het onderwerp weg keek van de voorflits. • Als u de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruikt, werkt de rode-ogeneffectvermindering niet, ook niet wanneer u [Autom.] instelt. Zoeken in MENU/ Instellingen (Autom.) Zoeken op bediening 2 zHoe ontstaat het rode-ogeneffect? Pupillen worden groter in een donkere omgeving. Het flitslicht wordt gereflecteerd door de bloedvaten op de achterkant van het oog (het netvlies) waardoor het "rode-ogeneffect" optreedt. Camera Oog Netvlies Andere manieren om het rode-ogeneffect te verminderen • Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt automatisch ingesteld op [Uit].) • Als de ogen van het onderwerp in het beeld rood zijn, corrigeert u het beeld met behulp van [Bijwerken] t [Rode-ogen- correctie] op het weergavemenu, of met behulp van het bijgeleverde softwareprogramma "PMB". 66NL SteadyShot Inhoud Hiermee kunt u de antiwaasfunctie selecteren. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. 2 t (SteadyShot) t gewenste functie (Continu) Hiermee is de antiwaasfunctie altijd ingeschakeld. Stabiele beelden zijn mogelijk, zelfs als er ingezoomd is op een ver verwijderd onderwerp. (Uit) Hiermee wordt de antiwaasfunctie niet gebruikt. Opmerkingen Index • In de intelligente automatische instelfunctie, de eenvoudig-functie of als de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Voedsel), ligt [SteadyShot] vast op [Opnemen]. • [SteadyShot] ligt vast op [Continu] in de functie Panorama met beweging en wanneer de lachsluiterfunctie is ingeschakeld. • Voor bewegende beelden kunt u alleen [Continu] of [Uit] instellen. De standaardinstelling voor bewegende beelden is ingesteld op [Continu]. • De acculading wordt sneller opgebruikt in de [Continu]-functie dan in de [Opnemen]-functie. Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee wordt de antiwaasfunctie ingeschakeld als de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt. Zoeken op bediening (Opnemen) 67NL Wordt vervolgd r zTips om wazige beelden te voorkomen Index Onderwerpbeweging Ondanks dat de camera stil wordt gehouden, kan het onderwerp bewegen tijdens de belichtingstijd nadat op de ontspanknop is gedrukt, waardoor het onderwerp wazig is. De camerabewegingen worden automatisch verminderd met behulp van de antiwaasfunctie. Deze functie vermindert echter niet de onderwerpbewegingen effectief. Zoeken in MENU/ Instellingen • Gebruik een statief of plaats de camera op een vlakke ondergrond zodat de camera stevig staat. • Neem op met een zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden en stabiliseer de camera door uw armen stevig tegen uw zij te drukken nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. • Gebruik de functie [Schemeropname uit hand]. Zoeken op bediening Camerabeweging Uw hand of lichaam bewoog terwijl u de camera vasthield en op de ontspanknop drukte, waardoor het gehele beeld wazig is geworden. Inhoud De camera werd per ongeluk bewogen toen u een beeld opnam. Dit heet de "camerabeweging". Het kan ook zijn dat het onderwerp bewoog toen u het beeld opnam. Dit heet dan "onderwerpbeweging". Bovendien treden camerabewegingen en onderwerpbewegingen vaak op bij zwakke belichting of lange sluitertijden, zoals die optreden wanneer (Schemer-portret) of (Schemer) is gekozen als de scènekeuzefunctie. In dergelijke gevallen houdt u bij het opnemen de onderstaande tips in gedachten. • Selecteer de functie Anti-bewegingswaas of (Hoge gevoeligheid) in de scènekeuzefunctie. • Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om de sluitertijd korter te maken, en druk op de ontspanknop voordat het onderwerp beweegt. 68NL Opnamescherm- instellingen Inhoud U kunt instellen of de bedieningstoetsen worden afgebeeld op het LCD-scherm in de opnamefunctie. 1 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen. t (Opnamescherm- instellingen) t gewenste functie Hiermee kunt u de bedieningstoetsen afbeelden. (Uit) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen niet afbeelden. [Opnamescherm- instellingen] is ingesteld op [Uit] Index zDe bedieningstoetsen afbeelden wanneer Zoeken in MENU/ Instellingen (Aan) Zoeken op bediening 2 Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts. 69NL Eenvoudig- functie 2 t (Eenvoudig- functie) t [OK] Opmerkingen zBeschikbare functies in de eenvoudig-functie (weergeven) Index (Wissen) : Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld wissen. (Zoom) : Hiermee kunt u het weergegeven beeld vergroten. • Veeg met uw vinger omhoog, omlaag, naar rechts of naar links, of raak / / / aan om de zoompositie te veranderen. Raak / aan om de zoomvergroting te veranderen. : Raak [Enkel beeld wissen] aan om het huidig weergegeven beeld te wissen. : Raak [Alle beelden wissen] aan om alle beelden in die map te wissen. : Raak [Eenvoudig-functie verlaten] aan om de eenvoudig-functie te verlaten. Zoeken in MENU/ Instellingen • De acculading wordt sneller opgebruikt omdat de helderheid van het scherm automatisch toeneemt. • De opnamefunctie verandert bovendien naar [Eenvoudig- functie]. Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud Als u in de eenvoudig-functie stilstaande beelden weergeeft, wordt de tekst op het weergavescherm groter, zijn de indicators gemakkelijker te zien, en kunnen minder functies worden gebruikt. 70NL Kalender Inhoud U kunt in de datumweergave de datum op de kalender selecteren die moet worden weergegeven. Stap 2 is overbodig wanneer [Datumweergave] reeds is ingesteld. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. t (Weergavefunctie) t (Datumweergave) 3 Raak Zoeken op bediening 2 (Kalender) aan. Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Zoeken in MENU/ Instellingen 4 Selecteer de maand die u wilt weergeven met / en raak daarna de gewenste datum aan. Veeg omhoog of omlaag over de miniaturen van de beelden van de geselecteerde datum om de pagina te veranderen. Raak een beeld aan om terug te keren naar het enkelbeeldweergavescherm van dat beeld. Beelden van de geselecteerde datum • Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen. Index Opmerking 71NL Beeldindex 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 Raak Inhoud U kunt meerdere beelden tegelijkertijd weergeven. (Beeldindex) aan. 3 Raak het scherm aan en veeg omhoog of omlaag om de pagina te veranderen. Raak een beeld op het indexweergavescherm aan om terug te keren naar het enkelbeeldweergavescherm van dat beeld. Zoeken op bediening Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 72NL Diavoorstelling 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 Raak aan. (Diavoorstelling) t gewenste functie Alle beelden worden achter elkaar weergegeven. (Diavoorstelling met muziek) Geeft de stilstaande beelden achter elkaar weer tezamen met effecten en muziek. Continue weergave 1 Selecteer het beeld om de weergave te starten. 2 Raak Zoeken in MENU/ Instellingen (Continue weergave) Zoeken op bediening Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. (Diavoorstelling) t [Continue weergave] aan. / aan op het LCD-scherm om het volumeniveau bij de bewegende beelden in te stellen. Index 3 Om de continue weergave te stoppen, raakt u eerst het LCD-scherm aan en raakt u daarna [Continue weergave verlaten] aan. • Raak Inhoud De beelden worden automatisch achter elkaar weergegeven. zPanoramabeelden bekijken tijdens ononderbroken weergave Het gehele panoramabeeld wordt gedurende 3 seconden weergegeven. U kunt een panoramabeeld voorbij laten lopen door aan te raken. Opmerking • Als [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], wordt alleen het hoofdbeeld weergegeven. 73NL Diavoorstelling met muziek (Diavoorstelling) t [Diavoorstelling met muziek] aan. 2 Raak de gewenste functie t [Start] aan. Inhoud 1 Raak 3 Om de diavoorstelling te beëindigen, raakt u het scherm aan en selecteert u daarna uit [Diavoorstelling verlaten]. • [Diavoorstelling met muziek] is niet beschikbaar voor panoramabeelden en bewegende beelden. Beeld U kunt de groep beelden selecteren die moet worden vertoond. Deze instelling ligt vast op [Map] wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen. Geeft een diavoorstelling weer van alle stilstaande beelden op volgorde. Deze datum Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden binnen het huidig geselecteerde datumbereik in het geval de weergavefunctie (Datumweergave) is. Map Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden in de huidig geselecteerde map in het geval de weergavefunctie (Mapweergave) is. Simpel Een eenvoudige diavoorstelling met een vooraf ingesteld interval tussen de stilstaande beelden. Het weergave-interval is instelbaar bij [Interval] zodat u volledig kunt genieten van uw beelden. Nostalgisch Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène oproept. Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige snelheid uitgevoerd wordt. Actief Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes. Index Effecten U kunt de weergavesnelheid en atmosfeer van de diavoorstelling selecteren. Zoeken in MENU/ Instellingen Alle beelden Zoeken op bediening Opmerking Opmerking • Als [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], worden de burst-beelden als volgt weergegeven. – Als [Effecten] is ingesteld op [Simpel], wordt alleen het hoofdbeeld weergegeven. – Als [Effecten] is ingesteld op iets anders dan [Simpel] en er twee of minder burst-beelden zijn, wordt alleen het hoofdbeeld weergegeven. – Als [Effecten] is ingesteld op iets anders dan [Simpel] en er drie of meer burst-beelden zijn, worden drie beelden weergegeven, inclusief het hoofdbeeld. 74NL Wordt vervolgd r Hiermee wordt de achtergrondmuziek niet gebruikt. Music1 De standaardinstelling voor een [Simpel]-diavoorstelling. Music2 De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]-diavoorstelling. Music3 De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling. Music4 De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling. 1 sec 3 sec Hiermee stelt u het weergave-interval in van beelden voor een diavoorstelling met effectinstelling [Simpel]. 5 sec 10 sec Autom. Hiermee wordt het interval zodanig ingesteld dat het geschikt is voor het geselecteerde onderdeel bij [Effecten]. Aan Hiermee geeft u de beelden weer in een continu herhaalde weergave. Uit Hiermee eindigt de diavoorstelling nadat alle beelden eenmaal zijn weergegeven. Index Herhalen U kunt het herhalen van de diavoorstelling in- of uitschakelen. Zoeken in MENU/ Instellingen Interval U kunt het interval instellen waarmee de dia’s moeten worden verwisseld. De instelling ligt vast op [Autom.] wanneer [Simpel] niet is geselecteerd bij [Effecten]. Zoeken op bediening Geen geluid Inhoud Muziek U kunt de muziek instellen die tijdens de diavoorstelling moet worden afgespeeld. U kunt meer dan één track voor achtergrondmuziek selecteren. Raak aan om te luisteren naar iedere achtergrondmuziek. Raak / aan langs de onderkant van het LCD-scherm om het volumeniveau van de achtergrondmuziek in te stellen. zDe achtergrondmuziek selecteren U kunt een gewenst muziekstuk kopiëren vanaf een cd of MP3-bestand naar de camera om af te spelen tijdens een diavoorstelling. Om muziek te kunnen kopiëren, installeert u eerst het softwareprogramma "Music Transfer" (bijgeleverd) op uw computer. Voor meer informatie, zie de pagina’s 121 en 122. • U kunt maximaal vier muziekstukken kopiëren naar de camera (de 4 vooraf ingestelde muziekstukken (Music1 t/m Music4) kunnen worden vervangen door de gekopieerde muziekstukken). • De maximumlengte van ieder muziekbestand dat door de camera kan worden afgespeeld, is ongeveer 5 minuten. • Als u een muziekbestand niet kunt weergeven als gevolg van beschadiging of ander defect van het bestand, voert u [Format. muz.] (pagina 106) uit en brengt u de muziekbestanden nogmaals over naar de camera. 75NL Wissen Inhoud U kunt ongewenste beelden selecteren om te wissen. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 (Wissen) t gewenste functie (Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de enkelbeeldweergavefunctie wissen. (Meerdere beelden) Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te wissen. Voer de volgende handelingen uit na stap 2. 2Raak [OK] t [OK] aan. (Alle in deze map) (Alle beelden in datumbereik) Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde map, datumbereik of burst-groep tegelijkertijd wissen. Na stap 2, raak [OK] aan. (Alle behalve dit beeld) Hiermee kunt u de beelden in de burst-groep, behalve het geselecteerde beeld, wissen in de burst-groepweergavefunctie. Na stap 2, raak [OK] aan. Index (Alle in deze groep) Zoeken in MENU/ Instellingen 1Raak het beeld aan dat u wilt wissen. Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt wissen. Raak een beeld met een markering nogmaals aan om de markering op te heffen. Zoeken op bediening Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het LCD-scherm, raakt u aan. Opmerking • Als het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen, wordt de weergavefunctie ingesteld op [Mapweergave]. In de eenvoudig-functie Enkel beeld wissen Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld wissen. Alle beelden wissen Hiermee kunt u alle beelden in die map wissen. 76NL Wordt vervolgd r de enkelbeeldweergavefunctie tijdens het selecteren van beelden • U kunt ook wisselen tussen de indexweergavefunctie en de enkelbeeldweergavefunctie bij [Beveiligen], [DPOF] en [Afdrukken]. Zoeken op bediening Raak aan om terug te keren naar het enkelbeeldweergavescherm, en raak aan op het enkelbeeldweergavescherm om terug te keren naar het indexweergavescherm. Inhoud zU kunt wisselen tussen de indexweergavefunctie en Zoeken in MENU/ Instellingen Index 77NL Kleuren Als het interne geheugen wordt gebruikt, raakt u aan de linkerkant van het LCD-scherm aan. t (Kleuren) 3 Teken op het beeld met de tekenpen (bijgeleverd). 4 Raak de / toets aan t selecteer het beeldformaat om in op te slaan Zoeken in MENU/ Instellingen 2 (Kleuren) Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud Tekent of stempelt op een stilstaand beeld en neemt het op als een nieuw bestand. Index Toets 1 / Werking Opslaan Om het beeld op te slaan in VGA- of 3M-formaat in het interne geheugen of op een "Memory Stick Duo". 2 Tekenpen Om de tekens of tekeningen te maken. 3 Gum Om correcties te maken. 4 Stempel Om een stempel op het beeld te zetten. 5 Dikte/Stempels Om de dikte van de tekenpen of het gum te kiezen, of om de stempel te kiezen. 6 Kleur Om de kleur te kiezen. 7 Verlaten Om de tekenfunctie te verlaten. 8 Lijst Om een lijst toe te voegen. Kies de gewenste lijst met / . 9 Ongedaan maken Om de laatste handeling ongedaan te maken. 0 Alles wissen Om alle tekenbewerkingen te wissen. Opmerking • U kunt op panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep en bewegende beelden niet tekenen of stempelen. 78NL Bijwerken 2 t (Bijwerken) t gewenste functie 3 Voer het bijwerken uit volgens de bedieningsmethode van de betreffende functie. (Trimmen) Raak / aan t stel het punt in met v/V/b/B t t selecteer een beeldformaat om in op te slaan met / t t [OK] • De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren. • Het beeldformaat dat u kunt trimmen kan verschillen afhankelijk van het beeld. (Rode-ogencorrectie) Nadat het rode-ogeneffect is gecorrigeerd, raakt u [OK] aan • Het is mogelijk dat het rode-ogeneffect niet geheel kan worden gecorrigeerd, afhankelijk van het beeld. (Onscherpte repareren) Index Hiermee corrigeert u het rodeogeneffect dat wordt veroorzaakt door de flitser. Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee neemt u het ingezoomde weergavebeeld op. Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud Met deze instelling kunt u effecten toevoegen aan of correcties aanbrengen in een opgenomen beeld en dit opnemen als een nieuw bestand. Het oorspronkelijke beeld blijft behouden. Hiermee maakt u het beeld scherper binnen een gekozen kader. Raak het gebied (frame) aan van het gewenste beeld dat u wilt bijwerken t t [OK] • Afhankelijk van het beeld is het mogelijk dat niet voldoende reparatie kan worden verkregen en de beeldkwaliteit verslechtert. Opmerking • U kunt panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep en bewegende beelden niet bijwerken. 79NL Burstgroep weergeven Inhoud U kunt selecteren of de burst-beelden in groepen weer te geven of alle beelden tijdens weergave af te beelden. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. t (Burstgroep weergeven) t gewenste functie Hiermee kunt u de burst-beelden groeperen en vervolgens alleen de hoofdbeelden weergeven. (Alles weergeven) Hiermee worden alle burst-beelden tegelijkertijd weergegeven. • Als gezichtsherkenning wordt gebruikt in de burst-functie, beslist de camera wat het optimale beeld is en geeft dit weer als het hoofdbeeld. Als gezichtsherkenning niet wordt gebruikt, wordt het eerste beeld van de burst-groep weergegeven als het hoofdbeeld. Opmerking Zoeken in MENU/ Instellingen (Alleen hoofdbld. weergeven) Zoeken op bediening 2 • Als de weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave], ligt [Burstgroep weergeven] vast op [Alles weergeven]. In de [Alleen hoofdbld. weergeven] functie kunnen de beelden van de burst-groep naast elkaar worden weergegeven. 1Geef het hoofdbeeld weer in de weergavefunctie. Index zBurst-beelden naast elkaar weergeven 2Raak een beeld aan. De beelden van die burst-groep worden naast elkaar weergegeven langs de onderkant van het LCD-scherm. 3Raak / aan om het gewenste beeld weer te geven. U kunt het beeld ook weergeven door het miniatuurbeeld langs de onderkant van het LCD-scherm aan te raken. Het miniatuurbeeld langs de onderkant van het LCD-scherm kan worden in- en uitgeschakeld door het scherm aan te raken. 80NL Weergavefunctie 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 (Weergavefunctie) t gewenste Geeft beelden op datum weer. (Datumweergave) Zoeken op bediening t functie Inhoud U kunt de schermindeling selecteren voor het weergeven van beelden. Geeft de beelden weer, georganiseerd in mappen. (Mapweergave) • Als u het interne geheugen gebruikt, wordt de weergavefunctie ingesteld op [Mapweergave]. • Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera. zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen andere camera Alleen geregist. beelden weergeven: Alles weergeven met mapweergave: Index Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera plaatst waarop zowel beelden staan die zijn opgenomen met deze camera, als beelden die zijn opgenomen met een andere camera, wordt een scherm afgebeeld waarop u de weergavemethode kunt selecteren. De beelden worden weergegeven in de geselecteerde weergavefunctie. Sommige beelden die met een andere camera zijn opgenomen, kunnen niet worden weergegeven. De weergavefunctie wordt omgeschakeld naar de mapweergave en alle beelden worden weergegeven. 81NL Beveiligen Inhoud U kunt opgenomen beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Het merkteken wordt afgebeeld op geregistreerde beelden. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. t (Beveiligen) t gewenste functie (Dit beeld) Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te beveiligen. Na stap 2, doet u het volgende. 1Selecteer een beeld dat u wilt beveiligen, en raak het aan. Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt beveiligen. Raak een beeld met een markering nogmaals aan om de markering op te heffen. 2Raak [OK] t [OK] aan. (Alle in deze map selecteren) (Alle in datumbereik instellen) (Alle in datumbe- reik verw.) Hiermee kunt u alle beelden in het datumbereik beveiligen/ ontgrendelen in de weergavefunctie [Datumweergave]. Raak [OK] aan na stap 2. Index (Alle in deze map wissen) Hiermee kunt u alle beelden in de map beveiligen/ontgrendelen in de weergavefunctie [Mapweergave]. Raak [OK] aan na stap 2. Zoeken in MENU/ Instellingen (Meerdere beelden) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de enkelbeeldweergavefunctie beveiligen. Zoeken op bediening 2 Opmerking • Als u het interne geheugen gebruikt, wordt de weergavefunctie ingesteld op [Mapweergave]. 82NL DPOF 2 t t gewenste functie (Dit beeld) Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te registreren voor afdrukken. Na stap 2, doet u het volgende. 1Selecteer een beeld dat u wilt afdrukken, en raak het aan. Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt registreren. Raak een beeld met een markering nogmaals aan om de markering op te heffen. Zoeken in MENU/ Instellingen (Meerdere beelden) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de enkelbeeldweergavefunctie registreren voor afdrukken. Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u beelden op de "Memory Stick Duo" kunt registreren die u later wilt afdrukken. De -afdrukmarkering wordt afgebeeld op geregistreerde beelden. 2Raak [OK] aan t [OK] (Alle in deze map wissen) (Alle in datumbereik instellen) (Alle in datumbe- reik verw.) Hiermee kunt u de afdrukmarkering van alle beelden in de map instellen/annuleren in de weergavefunctie [Mapweergave]. Raak [OK] aan na stap 2. Index (Alle in deze map selecteren) Hiermee kunt u de afdrukmarkering van alle beelden in het datumbereik instellen/annuleren in de weergavefunctie [Datumweergave]. Raak [OK] aan na stap 2. Opmerkingen • De -afdrukmarkering kan niet wordt aangebracht op bewegende beelden of op beelden in het interne geheugen. • U kunt de -afdrukmarkering aanbrengen op maximaal 999 beelden. 83NL Roteren 2 / (Roteren) t [OK] Opmerkingen • U kunt bewegende beelden, beelden weergegeven in een burst-groep en beveiligde stilstaande beelden niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt. Zoeken in MENU/ Instellingen 3 t Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Gebruik deze functie om een beeld met een horizontale oriëntatie, verticaal weer te geven. Index 84NL Volume- instellingen Inhoud Met deze instelling kunt u het volumeniveau van diavoorstellingen en de weergave van bewegende beelden instellen. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. t (Volume- instellingen) 3 Stel het volumeniveau in door aan te raken / t zHet volume instellen tijdens weergave van bewegende beelden of een diavoorstelling Zoeken in MENU/ Instellingen U kunt het volumeniveau ook instellen door z op de instelbalk aan te raken en naar rechts of links te slepen. Zoeken op bediening 2 Bewegende beelden: Index Raak het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te beelden, en raak daarna en vervolgens / aan om het volumeniveau in te stellen. Raak aan om het volume-instelscherm te sluiten. Diavoorstelling: Raak het scherm aan om het volume-instelscherm af te beelden, en raak daarna de / toetsen aan om het volumeniveau in te stellen. 85NL Weergavescherm instellingen Inhoud U kunt instellen of de bedieningstoetsen worden afgebeeld op het LCD-scherm in de weergavefunctie. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. t (Weergavescherm instellingen) t gewenste functie Hiermee kunt u de bedieningstoetsen afbeelden. (Uit) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen niet afbeelden. [Weergavescherm instellingen] is ingesteld op [Uit] Index zDe bedieningstoetsen afbeelden wanneer Zoeken in MENU/ Instellingen (Aan) Zoeken op bediening 2 Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts. 86NL Belichtings- gegevens Inhoud U kunt instellen of de opnamegegevens van het huidig weergegeven bestand worden afgebeeld of niet. Belichtings- gegevens 2 (Aan) Hiermee kunt u de opnamegegevens afbeelden op het LCDscherm. (Uit) Hiermee kunt u de opnamegegevens niet afbeelden op het LCDscherm. Zoeken in MENU/ Instellingen t (Belichtings- gegevens) t gewenste functie Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Index 87NL Beeldindex- instellingen 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 (12 per scherm) Hiermee kunt u 12 beelden tegelijk weergeven. (28 per scherm) Hiermee kunt u 28 beelden tegelijk weergeven. Zoeken op bediening t (Beeldindex- instellingen) t gewenste functie Inhoud U kunt het aantal beelden instellen dat op het indexweergavescherm wordt weergegeven. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 88NL Map kiezen 2 t (Weergavefunctie) t (Mapweergave) 3 met t (Map kiezen) t selecteer de map / t [OK] • Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen. zBeelden uit meerdere mappen bekijken Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende pictogrammen afgebeeld. Index : U kunt naar de voorgaande map gaan : U kunt naar de volgende map gaan : U kunt naar de voorgaande of volgende mappen gaan Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerking Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Inhoud Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt op een "Memory Stick Duo", kunt u met deze functie de map selecteren waarin het beeld zit dat u wilt weergeven. Stap 2 is overbodig wanneer [Mapweergave] reeds is ingesteld. 89NL AF-verlicht. t (Instellingen) t (Opnameinstellingn) t [AF-verlicht.] t gewenste functie Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt. Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt. Opmerkingen Index • De camera kan scherpstellen zolang het licht van de AF-verlichting het onderwerp bereikt, ongeacht of het licht het midden van het onderwerp al of niet kan bereiken. • U kunt de AF-verlichting niet gebruiken wanneer: – Opnemen in de functie Panorama met beweging – (Landschap), (Schemer), (Huisdieren), (Vuurwerk) of (Korte sluitertijd) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie. – [Behuizing] is ingesteld op [Aan]. • Als u de AF-verlichting gebruikt, is het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt met een stippellijn een nieuw AF-bereikzoekerframe afgebeeld. De automatische scherpstelling werkt met voorrang op onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden. • De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen gezondheidsrisico’s bestaan, mag u niet van dichtbij rechtstreeks in de AF-verlichtingslamp kijken. Zoeken in MENU/ Instellingen Autom. Zoeken op bediening 1 Inhoud De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat moment wordt de indicator afgebeeld. 90NL Stramienlijn 1 Inhoud Met behulp van de rasterlijnen kunt u het onderwerp gemakkelijker in een horizontale/verticale stand brengen. t (Instellingen) t (Opnameinstellingn) t [Stramienlijn] t gewenste functie Beeldt de rasterlijnen af. De rasterlijnen worden niet opgenomen. Uit Beeldt de rasterlijnen niet af. Zoeken op bediening Aan Zoeken in MENU/ Instellingen Index 91NL Digitale zoom 1 Slim ( ) Uit ) Hiermee worden alle beeldformaten vergroot met de totale zoomvergroting van ongeveer 8×, inclusief de optischezoomvergroting van 4×. Merk echter op dat de beeldkwaliteit verslechtert wanneer de optische-zoomvergroting wordt overschreden. (Precisie-digitale-zoom) Hiermee wordt de digitale-zoomfunctie niet gebruikt. Zoeken in MENU/ Instellingen Nauwkeurig ( Hiermee wordt het beeld digitaal vergroot binnen het bereik waarin het beeld niet wordt vervormd, overeenkomstig het beeldformaat. (Slimme-zoomfunctie) Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Opnameinstellingn) t [Digitale zoom] t gewenste functie Inhoud Met deze instelling kunt u de digitale-zoomfunctie instellen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom (max. 4×). Wanneer de schaalverdeling van de zoom wordt overschreden, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie. Opmerkingen Index • De digitale zoomfunctie werkt niet in de functies Panorama met beweging en Bewegende beelden, of wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld. • De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [10M], [3:2(8M)] of [16:9(7M)]. • De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie. Totale zoomvergroting bij gebruik van de slimmezoomfunctie (inclusief 4× optische zoom) De ondersteunde zoomvergroting verschilt afhankelijk van het beeldformaat. Formaat Totale zoomvergroting 5M Ong. 5,6× 3M Ong. 7,1× VGA Ong. 22× 16:9(2M) Ong. 7,6× 92NL Autom. Oriëntatie 1 Aan Hiermee neemt u een beeld op in de juiste oriëntatie. Uit Hiermee wordt automatische oriëntatie niet gebruikt. • Aan de linker- en rechterkant van verticaal georiënteerde beelden wordt een zwarte rand afgebeeld. • Afhankelijk van de opnamehoek van de camera, is het mogelijk dat de oriëntatie van het beeld niet juist wordt opgenomen. • U kunt [Autom. Oriëntatie] niet gebruiken wanneer (Onderwater) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie of tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Soms werkt automatische oriëntatiefunctie niet bij gebruik van de netspanningsadapter (los verkrijgbaar) en de USB/AV/DC IN-kabel voor de multifunctionele aansluiting (los verkrijgbaar). Als de oriëntatie van een beeld niet juist is, kunt u [Roteren] op het MENU-scherm gebruiken om het beeld in de portretpositie weer te geven. Index zBeelden roteren na het opnemen Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Opnameinstellingn) t [Autom. Oriëntatie] t gewenste functie Inhoud Wanneer de camera wordt gedraaid (verticaal) om een portretopname te maken, neemt de camera deze positiewijziging op en geeft het beeld weer in de portretoriëntatie. 93NL Gids scèneherken. Inhoud U kunt selecteren of de gids wordt afgebeeld of niet naast het pictogram van de scèneherkenning als scèneherkenning is ingeschakeld. Gids van de scèneherkenning Aan Hiermee kunt u de gids van de scèneherkenning afbeelden. Uit Hiermee kunt u de gids van de scèneherkenning niet afbeelden. Zoeken in MENU/ Instellingen t (Instellingen) t (Opnameinstellingn) t (Gids scèneherken.) t gewenste functie Zoeken op bediening 1 Index 94NL Dichte-ogenalarm 1 Hiermee wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld. Uit Hiermee wordt de mededeling niet afgebeeld. Zoeken in MENU/ Instellingen Autom. Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Opnameinstellingn) t [Dichte-ogenalarm] t gewenste functie Inhoud Als een beeld waarvan het onderwerp de ogen dicht heeft wordt opgenomen terwijl gezichtsherkenning is ingeschakeld, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld op het LCD-scherm. Index 95NL Pieptoon 1 t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Pieptoon] t gewenste functie Hoog Laag Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid, die klinken als u het aanraakscherm en de ontspanknop bedient, ingeschakeld. Als u het volumeniveau wilt verlagen, selecteert u [Laag]. Uit Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid uitgeschakeld. Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de ontspanknop indrukt, ingeschakeld. Zoeken op bediening Sluiter Inhoud U kunt het geluidssignaal dat klinkt wanneer u de camera bedient, selecteren of uitschakelen. Index 96NL LCD-helderheid 1 t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [LCD-helderheid] t gewenste functie Hiermee kunt u het LCD-scherm instellen op de normale helderheid. Helder Hiermee kunt u het LCD-scherm instellen op hoge helderheid. Opmerkingen • In de instelling [Helder] kan de acculading sneller opraken. • Als de camera ingeschakeld blijft en u deze gedurende ongeveer één minuut niet bedient, wordt het LCDscherm donker. Zoeken in MENU/ Instellingen • Deze functie is handig bij het weergeven van beelden in helder zonlicht buiten. Zoeken op bediening Normaal Inhoud U kunt de helderheid van het LCD-scherm instellen. Index 97NL Language Setting 1 Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Language Setting] t gewenste functie Inhoud Selecteert de taal waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen moeten worden afgebeeld. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 98NL Demonstratiefunctie t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Demonstratiefunctie] t gewenste functie 2 (Opn.functie) t instellen) (Slim automa- tisch Hiermee wordt de scènekeuzefunctie gedemonstreerd. Demofunctie2 Hiermee start de demonstratie van de lach-sluiterfunctie automatisch als gedurende 15 seconden geen bediening wordt uitgevoerd. Uit Geeft geen demonstratie. • Door tijdens de demonstratie van de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop te drukken, wordt de sluiter ontspannen, maar geen beeld opgenomen. Index Opmerking Zoeken in MENU/ Instellingen Demofunctie1 Zoeken op bediening 1 Inhoud U kunt instellen of een demonstratie van de scèneherkenningsfunctie en lach-sluiterfunctie moet worden gegeven. Als geen demonstratie hoeft te worden gegeven, stelt u dit in op [Uit]. 99NL Initialiseren 1 Inhoud Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen. Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden behouden. t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Initialiseren] t [OK] • Let erop dat de camera niet wordt uitgeschakeld tijdens het initialiseren. Zoeken op bediening Opmerking Zoeken in MENU/ Instellingen Index 100NL COMPONENT 1 Selecteer deze instelling wanneer u de camera aansluit op een highdefinitiontelevisie compatibel met 1080i-signalen. SD Selecteer deze instelling om de camera aan te sluiten op een televisie die niet compatibel is met HD(1080i)-signalen. Opmerking • Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven op het televisiescherm. Zoeken in MENU/ Instellingen HD(1080i) Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [COMPONENT] t gewenste functie Inhoud U kunt het type videosignaaluitvoer selecteren uit SD of HD (1080i) overeenkomstig het type televisie dat u met behulp van de HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) hebt aangesloten op de camera. Gebruik een Type1a-compatibele HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar). Index 101NL Video-uit t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Video-uit] t gewenste functie Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSCfunctie (bijv. voor de VS en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PALfunctie (bijv. voor Europa en China). Zoeken in MENU/ Instellingen NTSC Zoeken op bediening 1 Inhoud Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het televisiekleursysteem van het aangesloten videoapparaat. Het kleursysteem van de televisie verschilt afhankelijk van het land of gebied. Om de beelden op het televisiescherm te kunnen bekijken, controleert u het kleursysteem van de televisie in het land of gebied waarin u zich bevindt (pagina 118). Index 102NL Behuizing 1 Aan Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd. Uit Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd. • U kunt niet scherpstellen op onderwerpen door het scherm aan te raken. • Sommige functies zijn beperkt en de posities van de pictogrammen op het LCD-scherm zijn anders. Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Behuizing] t gewenste functie Inhoud U kunt de specifieke bedieningstoetsen afbeelden wanneer de camera in de behuizing (onderwaterset) is geplaatst. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de behuizing. Index 103NL USB-aansluiting 1 De camera herkent automatisch en stelt de communicatie in met een computer of PictBridge-compatibele printer. PictBridge Hiermee sluit u de camera aan op een PictBridge-compatibele printer. PTP/MTP Wanneer u de camera aansluit op een computer, wordt de wizard ‘AutoPlay’ afgebeeld en worden de stilstaande beelden in de opnamemap in de camera geïmporteerd in de computer. (met Windows Vista/XP, Mac OS X) Mass Storage Hiermee wordt een Mass Storage-verbinding tot stand gebracht tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat. Zoeken in MENU/ Instellingen Autom. Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [USB-aansluiting] t gewenste functie Inhoud U kunt de functie instellen wanneer de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer. Opmerkingen Index • Als u de camera niet kunt aansluiten op een PictBridge-compatibele printer in de instelling [Autom.], selecteert u [PictBridge]. • Als u de camera niet kunt aansluiten op een computer of een USB-apparaat in de instelling [Autom.], selecteert u [Mass Storage]. • U kunt geen bewegende beelden importeren wanneer [PTP/MTP] is geselecteerd. Om bewegende beelden in een computer te importeren, selecteert u [Autom.] of [Mass Storage]. 104NL Downl. muz. 1 Inhoud U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om achtergrondmuziekbestanden te veranderen. t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.] 2 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer, en start het softwareprogramma "Music Transfer" op. Zoeken in MENU/ Instellingen 3 Volg de instructies op het scherm om muziekbestanden te veranderen. Zoeken op bediening De mededeling "Muziek van diavoorstelling veranderen Aansluiten op computer" wordt afgebeeld. Index 105NL Format. muz. 1 Zoeken op bediening t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Format. muz.] t [OK] Inhoud U kunt alle achtergrondmuziekbestanden wissen die in de camera zijn opgeslagen. Dit is handig in het geval bijvoorbeeld een achtergrondmuziekbestand beschadigd is en niet meer kan worden afgespeeld. zDe muziekbestanden herstellen die vooraf in de U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om de muziekbestanden te herstellen die vooraf in de fabriek werden ingesteld. 1Voer [Downl. muz.] uit en breng daarna een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer. 2Start "Music Transfer" en herstel daarna de standaardmuziekbestanden. Zoeken in MENU/ Instellingen fabriek werd ingesteld in de camera • Voor meer informatie over "Music Transfer", zie de helpfunctie van "Music Transfer". Index 106NL Kalibratie 1 Inhoud Met deze instelling kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking niet meer op de juiste plaatsen reageren. t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Kalibratie] Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen • Raak [Annul.] aan om de kalibratie tussentijds te stoppen. De aanpassingen die tot dusver zijn gemaakt worden niet doorgevoerd. • Als u het scherm naast de juiste plek aanraakt, wordt de kalibratie niet uitgevoerd. Raak nogmaals het midden van het × merkteken aan. Zoeken op bediening 2 Raak met de tekenpen het midden van het × merkteken op volgorde aan dat op het scherm wordt afgebeeld. Index 107NL Formatteren 1 Opmerking Zoeken op bediening t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) of (Intern geheugen-tool) t [Formatteren] t [OK] Inhoud U kunt de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Vergeet niet dat het formatteren alle gegevens permanent zal wissen, inclusief de beveiligde beelden. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 108NL Opnamemap maken 1 Opmerkingen zOver mappen Index • Nadat een nieuwe map is aangemaakt, kunt u de bestemmingsmap voor het opslaan van de opgenomen beelden veranderen (pagina 110) en de map selecteren voor het weergeven van de beelden (pagina 89). Zoeken in MENU/ Instellingen • Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die op een ander apparaat werd gebruikt in de camera plaatst en beelden opneemt, wordt automatisch een nieuwe opnamemap aangemaakt. • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. Zoeken op bediening t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Opnamemap maken] t [OK] Inhoud U kunt een map aanmaken op de "Memory Stick Duo" voor het opnemen van beelden. De beelden worden opgenomen in de nieuw aangemaakte map totdat u een andere map aanmaakt of een andere opnamemap selecteert. 109NL Opnamemap wijz. 1 Inhoud U kunt de map veranderen op de "Memory Stick Duo" die op dit moment wordt gebruikt voor het opnemen van beelden. t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Opnamemap wijz.] • Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen. • U kunt de volgende map niet selecteren als de opnamemap. – de map "100" – een map waarvan de naam bestaat uit alleen een nummer en "sssMSDCF" of "sssMNV01". • U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen Zoeken op bediening 2 Selecteer de map die u wilt gebruiken t [OK]. Index 110NL Opn.map wissen 1 Inhoud U kunt de map wissen op de "Memory Stick Duo" die op dit moment wordt gebruikt voor het opnemen van beelden. t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Opn.map wissen] Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen • Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen. • Als u de map die is ingesteld als de opnamemap wist met [Opn.map wissen], wordt de map met het hoogste mapnummer geselecteerd als de volgende opnamemap. • U kunt alleen lege mappen wissen. Als een map beelden of zelfs bestanden bevat die niet door de camera kunnen worden weergegeven, moet u deze beelden en bestanden eerst wissen, en daarna de map wissen. Zoeken op bediening 2 Selecteer de map die u wilt wissen t [OK]. Index 111NL Kopiëren Inhoud Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar een "Memory Stick Duo". 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende vrije ruimte in de camera. t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Kopiëren] t [OK] Opmerkingen Zoeken in MENU/ Instellingen • Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken. • U kunt de beelden niet afzonderlijk kopiëren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de inhoud van het interne geheugen te wissen, haalt u na het kopiëren de "Memory Stick Duo" uit de camera, en formatteert u het interne geheugen ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]). • Een nieuwe map wordt aangemaakt op de "Memory Stick Duo" en alle gegevens worden ernaar gekopieerd. U kunt niet een bepaalde map kiezen en er beelden naar kopiëren. Zoeken op bediening 2 Index 112NL Bestandsnummer 1 t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) of (Intern geheugen-tool) t [Bestandsnummer] t gewenste functie Terugstellen Hiermee begint het bestandsnummer vanaf 0001 iedere keer wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Wanneer in de opnamemap een bestand zit, wordt aan een nieuwe opname een bestandsnummer toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste nummer.) Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee worden de bestandsnummers op volgorde toegewezen, zelfs wanneer de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt veranderd. (Wanneer op de teruggeplaatste "Memory Stick Duo" een bestand staat met een hoger nummer dan het laatst toegewezen nummer, wordt aan een nieuwe opname een bestandsnummer toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste nummer.) Zoeken op bediening Reeks Inhoud U kunt de methode selecteren voor het toewijzen van bestandsnummers aan de beelden. Index 113NL Tijdzone instellen Inhoud U kunt de tijd instellen op de lokale tijd van een geselecteerd gebied. 1 t (Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Tijdzone instellen] t gewenste functie Bestemming Hiermee kunt u de camera gebruiken met de tijd ingesteld op de tijd van uw bestemming. Stel het gebied van de bestemming in. zDe instelling van het gebied veranderen Door een veelvuldig bezochte bestemming in te stellen kunt u de tijd eenvoudig aanpassen wanneer u die bestemming bezoekt. Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee kunt u de camera in uw gebied gebruiken. Wanneer het huidig ingestelde gebied anders is dan uw thuisgebied, moet u het gebied opnieuw instellen. Zoeken op bediening Thuis Index Pictogram zomertijd 1Raak "Bestemming" aan en selecteer daarna het gebied met / en raak [OK] aan. 2Raak het pictogram van de zomertijd aan en selecteer daarna zomertijd Aan/Uit. 114NL Datum/tijd instellen 1 t (Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Datum/tijd instellen] t gewenste functie Zomertijd Hiermee kunt u de zomertijd [Aan]/[Uit] schakelen. Datum en tijd Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. Opmerking • De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" op de cd-rom (bijgeleverd) te gebruiken kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken. Zoeken in MENU/ Instellingen Hiermee kunt u het weergaveformaat van de datum en tijd selecteren. Zoeken op bediening Datum/tijd-notatie Inhoud U kunt de datum en tijd opnieuw instellen. Index 115NL Inhoud Beelden bekijken op een SDtelevisie U kunt beelden die met de camera zijn opgenomen weergeven in standaardbeeldkwaliteit door de camera aan te sluiten op een SD-televisie (standaard-definitiontelevisie). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de televisie. 2 Sluit de camera aan op de televisie met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd). Zoeken op bediening 1 Schakel zowel de camera als de televisie uit. (weergave-)toets 2 Naar de audio/videoingangsaansluitingen Zoeken in MENU/ Instellingen 1 Naar de multifunctionele aansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) 4 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen. De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven. Raak / afgebeeld op het LCD-scherm van deze camera aan om het gewenste beeld te selecteren. Index 3 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in. Opmerkingen • Als u een enkel beeld weergeeft, worden geen pictogrammen afgebeeld op de televisie. • U kunt geen beelden weergeven in de [Eenvoudig- functie] tijdens tv-uitvoer. • Als u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op de televisie, wordt het opgenomen beeld niet weergegeven op het televisiescherm. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 102). 116NL 1 Schakel zowel de camera als de televisie uit. 2 Sluit de camera aan op de televisie met behulp van een HDuitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar). Zoeken in MENU/ Instellingen COMPONENT VIDEO IN Zoeken op bediening U kunt de beelden die met de camera zijn opgenomen bekijken in high-definitionkwaliteit door de camera met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) aan te sluiten op een HD-televisie (high-definitiontelevisie). Gebruik een Type1a-compatibele HDuitgangsadapterkabel. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de televisie. Inhoud Beelden bekijken op een HDtelevisie AUDIO (weergave-)toets Groen/blauw/rood Wit/rood Index HDuitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) 1 Naar de audio/videoingangsaansluitingen 2 Naar de multifunctionele aansluiting 3 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in. 4 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen. De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven. Raak / afgebeeld op het LCD-scherm van deze camera aan om het gewenste beeld te selecteren. Opmerkingen • Voordat u deze functie gebruikt, selecteert u t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) en stelt u [COMPONENT] in op [HD(1080i)]. • Als u een enkel beeld weergeeft, worden geen pictogrammen afgebeeld op de televisie. • Beelden opgenomen op beeldformaat [VGA] kunnen niet worden weergegeven in HD-formaat. • U kunt geen beelden weergeven in de [Eenvoudig- functie] tijdens tv-uitvoer. • Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven op het televisiescherm. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 102). 117NL Wordt vervolgd r z"PhotoTV HD" Televisiekleursystemen NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz. Index PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Indonesië, Italië, Koeweit, Kroatië, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Vietnam, Zweden, Zwitserland, enz. Zoeken in MENU/ Instellingen Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie nodig met een video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van de digitale camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt. Zoeken op bediening • "PhotoTV HD" maakt een uiterst gedetailleerde, foto-achtige weergave mogelijk van subtiele texturen en kleuren. • Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de televisie. Inhoud Deze camera is compatibel met de "PhotoTV HD"-norm. Door een Sony-televisie die compatibel zijn met "PhotoTV HD" aan te sluiten met behulp van een HD-uitgangsdapterkabel (los verkrijgbaar), kan een compleet nieuwe wereld aan foto's in comfort worden bekeken in de adembenemende 'Full HD'-beeldkwaliteit. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Griekenland, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz. 118NL Gebruiken met een computer Inhoud "PMB" en andere softwareprogramma’s staan op de cd-rom (bijgeleverd) waarmee een veelzijdiger gebruik mogelijk is van de beelden die u hebt opgenomen met uw Cyber-shotcamera. Aanbevolen computeromgeving (Windows) Index Microsoft Windows XP*1 CPU: Intel Pentium III 800 MHz of SP3/Windows Vista*2 SP2 sneller (voor weergeven/bewerken van high-definitionvideo’s: Intel Pentium 4 van 2,8 GHz of sneller/ Intel Pentium D van 2,8 GHz of sneller/ Intel Core Duo van 1,66 GHz of sneller/ Intel Core 2 Duo van 1,20 GHz of sneller) Geheugen: 512 MB of meer (voor weergeven/bewerken van highdefinitionvideo’s: 1 GB of meer) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 500 MB Computerscherm: Schermresolutie: 1.024 × 768 pixels of meer Zoeken in MENU/ Instellingen Voor het gebruik van "PMB" en "Music Transfer", en bij het importeren van beelden Overige Zoeken op bediening Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd) *1 64-bit versies en Starter (Edition) worden niet ondersteund. Windows Image Mastering API (IMAPI) Ver.2.0 of hoger is vereist om de functie voor het aanmaken van discs te gebruiken. *2 Starter (Edition) wordt niet ondersteund. Aanbevolen computeromgeving (Macintosh) Voor het gebruik van "Music Transfer", en bij het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd) Overige Mac OS X (v10.3 t/m v10.5) Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer wordt aanbevolen) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 50 MB 119NL Wordt vervolgd r Opmerkingen Inhoud Zoeken op bediening • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd aansluit op een enkele computer, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken, afhankelijk van de typen USB-apparaten die zijn aangesloten. • Door de camera aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) wordt geavanceerde overdracht (overdracht op hoge snelheid) mogelijk aangezien de camera compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0). • Wanneer de computer terugkeert vanuit de stand-by- of slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 120NL Inhoud Het softwareprogramma gebruiken "PMB (Picture Motion Browser)" en "Music Transfer" installeren (Windows) Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. 2 Klik op [Installeren]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) wordt afgebeeld. 3 Selecteer de gewenste taal en ga daarna verder naar het volgende scherm. Het "License Agreement" (Licentieovereenkomst)-scherm wordt afgebeeld. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm om het installeren te voltooien. Index 4 Lees de overeenkomst zorgvuldig door, klik daarna op de keuzeknop ( t ) om de bepalingen van de overeenkomst te accepteren, en klik ten slotte op [Volgende]. Zoeken in MENU/ Instellingen • Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op [Computer] (in Windows XP, [Deze computer]) t (SONYPICTUTIL). • Nadat het scherm AutoPlay wordt afgebeeld, selecteert u "Install.exe uitvoeren" en volgt u de instructies die op het scherm worden afgebeeld om de installatie uit te voeren. Zoeken op bediening 1 Schakel de computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in het cd-romstation. • Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm. • Het is mogelijk dat DirectX wordt geïnstalleerd, afhankelijk van de systeemomgeving van de computer. 6 Haal de cd-rom eruit nadat de installatie voltooid is. 7 Start het softwareprogramma. Om "PMB" te starten, klikt u op (PMB) op het bureaublad. Voor gedetailleerde informatie over de bedieningswijze, klikt u op (Gids voor PMB). Om "PMB" te openen vanuit het menu Start, selecteert u [start] t [Alle programma’s] t [Sony Picture Utility]. Opmerkingen • Log in als beheerder. • Alvorens "Music Transfer" te starten, voert u t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.] uit en sluit u de camera aan op de computer. • Wanneer "PMB" voor de eerste keer wordt opgestart, wordt de bevestigingsmededeling van de informatiefunctie afgebeeld op het scherm. Selecteer [start]. 121NL Wordt vervolgd r zInleiding tot "PMB" Index De volgende typen tracks kunnen worden geïmporteerd met behulp van "Music Transfer". Zoeken in MENU/ Instellingen Met "Music Transfer" kunt u de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd, vervangen door uw favoriete tracks, en muziekbestanden wissen en toevoegen. U kunt ook de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd, herstellen. Zoeken op bediening zInleiding tot "Music Transfer" Inhoud • Met "PMB" kunt u beelden die met de camera zijn opgenomen importeren in een computer om ze daarop weer te geven. Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en de computer, en klik daarna op [Importeren]. • Beelden op een computer kunnen worden geëxporteerd naar een "Memory Stick Duo" en worden weergegeven op de camera. Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en de computer, klik op bovenaan het scherm, en klik daarna op [Exporteren]. • U kunt beelden met de datum erop opslaan en afdrukken. • U kunt beelden die op een computer zijn opgeslagen, weergeven op opnamedatum met de kalenderweergave. • U kunt stilstaande beelden corrigeren (rode-ogen-vermindering, enz.), en de opnamedatum en -tijd veranderen. • U kunt discs aanmaken met behulp van een cd- of dvd-schrijfstation. • U kunt beelden uploaden naar een netwerkservice. (Een internetverbinding is vereist.) • Voor verdere informatie raadpleegt u (Gids voor PMB). • MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van een computer • Tracks op een muziek-cd • Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen Voor meer informatie, zie de Help-functie van "Music Transfer". "Music Transfer" installeren (Macintosh) 1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in het cd-rom-station. 2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL). 3 Dubbelklik in de map [Mac] op het bestand [MusicTransfer.pkg]. De installatie van de software begint. Opmerkingen • "PMB" is niet compatibel met Macintosh-computers. • Voor meer informatie over het gebruik van "Music Transfer", zie de Help-functie van "Music Transfer". • Alvorens "Music Transfer" te starten, voert u t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.], uit en sluit u de camera aan op de computer. • Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn voordat u "Music Transfer" installeert. • Om deze software te installeren moet u ingelogd zijn als beheerder. 122NL Wordt vervolgd r zInleiding tot "Music Transfer" • MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van een computer • Tracks op een muziek-cd • Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen Voor meer informatie, zie de Help-functie van "Music Transfer". Zoeken op bediening De volgende typen tracks kunnen worden geïmporteerd met behulp van "Music Transfer". Inhoud Met "Music Transfer" kunt u de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd, vervangen door uw favoriete tracks, en muziekbestanden wissen en toevoegen. U kunt ook de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd, herstellen. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 123NL • Gebruik een Type1a-compatibele USB/AV/DC IN-kabel (los verkrijgbaar). 2 Schakel de computer in en druk daarna op de (weergave-)toets. 3 Sluit de camera aan op de computer. Zoeken op bediening 1 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera, of sluit de camera via de AC-LS5K/AC-LS5 netspanningsadapter (los verkrijgbaar) en de USB/AV/DC IN-kabel voor de multifunctionele aansluiting (los verkrijgbaar) aan op een stopcontact. Inhoud De camera aansluiten op de computer • Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. Index 2 Naar de multifunctionele aansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) Zoeken in MENU/ Instellingen 1 Naar de USB-aansluiting van de computer Beelden importeren in een computer (Windows) Met "PMB" kunt u eenvoudig beelden importeren. Voor meer informatie over de functies van "PMB", raadpleegt u de "Gids voor PMB". Beelden naar een computer importeren zonder "PMB" Als de wizard AutoPlay wordt afgebeeld nadat een USB-verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en een computer, klikt u op [Map openen en bestanden weergeven] t [OK] t [DCIM] t en kopieert u de gewenste bestanden naar de computer. 124NL Beelden importeren in een computer (Macintosh) Inhoud 1 Sluit eerst de camera aan op de Macintosh-computer. Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram op het bureaublad t [DCIM] t de map waarin de beelden die u wilt importeren zijn opgeslagen. 2 Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet ze erop neer. • Voor informatie over de opslaglocatie van de beelden en de bestandsnamen, zie pagina 144. 3 Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste beeldbestand in de map waarin de gekopieerde bestanden zitten. Zoeken op bediening De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. Het beeld wordt afgebeeld. Volg de procedures vanaf stap 1 t/m 3 hieronder voordat u de volgende handelingen uitvoert: • • • • Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Eruit halen van een "Memory Stick Duo". Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het interne geheugen. Uitschakelen van de camera. 2 Klik op (USB-apparaat voor massaopslag) t [Stoppen]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. Windows Vista Windows XP Index 1 Dubbelklik op het verwijderingspictogram in het systeemvak. Zoeken in MENU/ Instellingen De USB-verbinding verwijderen Verwijderingspictogram Opmerking • Sleep het pictogram van de "Memory Stick Duo" of het pictogram van het station naar het pictogram van de "Prullenbak" en laat het erin vallen wanneer u een Macintosh-computer gebruikt, voordat de camera wordt losgekoppeld van de computer. 125NL Inhoud "Geavanceerde Cyber-shothandleiding" weergeven "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" beschrijft in groter detail het gebruik van de camera en de optionele accessoires. Wanneer u het "Cyber-shot-handboek" installeert, wordt tevens de "Geavanceerde Cyber-shothandleiding" geïnstalleerd. 1 Dubbelklik op Zoeken op bediening Weergeven op een Windows-computer (Geavanceerde handleiding) op het bureaublad. Weergeven op een Macintosh-computer 1 Kopieer de map [stepupguide] in de map [stepupguide] naar de computer. Index 2 Selecteer [stepupguide] t [language] en daarna de map [NL] op de cdrom (bijgeleverd), en kopieer alle bestanden in de map [NL] naar de map [img] in de map [stepupguide] die u in stap 1 naar de computer hebt gekopieerd. (Overschrijf de bestanden in de map [img] met de bestanden in de map [NL].) Zoeken in MENU/ Instellingen Om de "Geavanceerde handleiding" te openen vanuit het menu Start, klikt u op [start] t [Alle programma’s] t [Sony Picture Utility] t [Geavanceerde handleiding]. 3 Nadat het kopiëren klaar is, dubbelklikt u op "stepupguide.hqx" in de map [stepupguide] om het gecomprimeerde bestand uit te pakken, en dubbelklikt u tenslotte op het resulterende bestand "stepupguide". Opmerking • Als op de computer geen softwareprogramma is geïnstalleerd om het HQX-bestand uit te pakken, installeert u Stuffit Expander. 126NL Stilstaande beelden afdrukken Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Zoeken in MENU/ Instellingen Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer Zoeken op bediening Opmerkingen • Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de 16:9 functie, kunnen beide zijranden worden afgeknipt. • Afhankelijk van de printer kan het onmogelijk zijn panoramabeelden af te drukken. Inhoud U kunt stilstaande beelden op de volgende manieren afdrukken. • Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer • Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer Voor meer informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer. • Beelden afdrukken met behulp van een computer U kunt beelden importeren in een computer met behulp van het bijgeleverde softwareprogramma "PMB" en de beelden afdrukken. U kunt de datum in het beeld invoegen en deze afdrukken. Voor meer informatie, zie "Gids voor PMB". • Beelden afdrukken in een winkel (pagina 129) "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Index Association) 1 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera. 2 Sluit de camera aan op de printer. 1 Naar de USBaansluiting van de printer 2 Naar de multifunctionele aansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) 3 Schakel de camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator afgebeeld op het scherm. Als de indicator knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. 127NL Wordt vervolgd r 4 t (Afdrukken) t gewenste functie Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de enkelbeeldweergavefunctie afdrukken. Meerdere beelden Hiermee selecteert u meerdere beelden om af te drukken. Na stap 4, doet u het volgende. 2Raak [OK] aan t [OK]. Alle in deze map Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde map en het Alle beelden in datumbereik geselecteerde datumbereik tegelijkertijd afdrukken. Raak [OK] aan na stap 4. Aantal Hiermee selecteert u het aantal kopieën van het gemarkeerde beeld dat u wilt afdrukken. • Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle beelden op één vel passen. Hiermee selecteert u het aantal beelden dat u naast elkaar wilt afdrukken op één vel. Formaat Hiermee selecteert u de grootte van het afdrukvel. Datum Hiermee selecteert u [Datum] of [Dag&Tijd] om de datum en tijd op de beelden te projecteren. Index Opmaak Zoeken in MENU/ Instellingen 5 Gewenst onderdeel om in te stellen t [Start]. Zoeken op bediening 1Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken. Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt registreren. Raak een beeld met een markering nogmaals aan om de markering op te heffen. Inhoud Dit beeld • Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd in het formaat dat u hebt ingesteld bij [Datum/tijd instellen] op de camera. Afhankelijk van de printer is deze functie mogelijk niet beschikbaar. Opmerkingen • Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden. • Als de camera niet kon worden aangesloten op de printer, controleert u of bij [Hoofdinstellingen] het onderdeel [USB-aansluiting] is ingesteld op [PictBridge]. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los terwijl de (PictBridge aangesloten) indicator op het scherm wordt afgebeeld. 128NL Wordt vervolgd r Beelden afdrukken in een winkel Zoeken in MENU/ Instellingen • U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de camera afdrukken in winkel met fotoafdrukservice. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" (pagina 112) en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee naar de afdrukwinkel. • Vraag aan de winkel met fotoafdrukservice welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. • Als een "Memory Stick Duo" niet wordt ondersteund door uw winkel met fotoafdrukservice, kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een cd-r en neemt u deze mee naar de winkel. • Een "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar) kan noodzakelijk zijn. Vraag dit aan de winkel met fotoafdrukservice. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie ervan op een vaste schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. • Als u de datum op de beelden wilt projecteren, vraagt u dit aan het personeel in de winkel met fotoafdrukservice. Zoeken op bediening Opmerkingen Inhoud U kunt een "Memory Stick Duo", met daarop beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen naar een winkel met fotoafdrukservice. Als de winkel het afdrukken van foto’s volgens de DPOF-norm ondersteunt, kunt u van tevoren op het weergavefunctie-MENU een -afdrukmarkering aanbrengen op de beelden, zodat u deze niet opnieuw hoeft te selecteren wanneer u ze in de winkel afdrukt. Index 129NL Problemen oplossen 1 Controleer de punten op pagina’s 130 t/m 138. Inhoud Als u problemen ondervindt met de camera, probeert u de onderstaande oplossingen. Als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld, raadpleegt u pagina 139. 4 Neem contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke erkende Sony-servicecentrum. Index Tijdens de reparatie van camera’s met een intern geheugen of opgenomen muziekbestanden, kunnen de gegevens in de camera, uitsluitend voor zover noodzakelijk, worden gecontroleerd om de storingssymptomen te bevestigen en verhelpen. Sony zal dergelijke gegevens niet kopiëren of bewaren. Zoeken in MENU/ Instellingen 3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (pagina 100). Zoeken op bediening 2 Haal de accu eruit, wacht ongeveer een minuut, plaats de accu weer terug, en schakel vervolgens de camera in. Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning. http://www.sony.net/ Accu en spanning De accu kan niet worden geplaatst. • Controleer of de accu in de juiste richting wordt gehouden en steek hem erin totdat de accuuitwerphendel wordt vergrendeld. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Nadat de accu in de camera is geplaatst, kan het enkele momenten duren voordat de camera van stroom wordt voorzien. • Plaats de accu op de juiste wijze. • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu. • Gebruik een aanbevolen type accu. De camera schakelt plotseling uit. • Afhankelijk van de camera- en accutemperatuur kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld om de camera te beschermen. In dat geval wordt een mededeling op het LCD-scherm afgebeeld voordat de voeding wordt uitgeschakeld. • Als u de camera gedurende ongeveer twee minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg loopt. Schakel de camera weer in. 130NL De resterende-acculadingindicator is onjuist. Inhoud • Dit kan gebeuren wanneer u de camera gebruikt op een zeer hete of koude plaats. • Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk resterende acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding van de resterende-acculadingindicator te corrigeren. • De accu is niet meer bruikbaar (pagina 147). Vervang deze door een nieuwe. De accu kan niet worden opladen. Het CHARGE-lampje knippert tijdens het opladen van de accu. Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen Beelden kunnen niet worden opgenomen. Index • Controleer de vrije ruimte in het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen: – Wis overbodige beelden (pagina 76). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Bewegende beelden waarvan het beeldformaat is ingesteld op [1280×720] kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Als u een ander opnamemedium gebruikt dan de "Memory Stick PRO Duo", stelt u het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA]. • Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 99). Zoeken in MENU/ Instellingen • Haal de accu uit de acculader en plaats hem op de juiste wijze weer terug. • De temperatuur kan ongeschikt zijn voor opladen. Probeer de accu opnieuw op te laden binnen het bedrijfstemperatuurbereik (10 °C t/m 30 °C). • Voor verdere informatie, zie pagina 147. Zoeken op bediening • U kunt de accu niet opladen met behulp van de AC-LS5K/AC-LS5 netspanningsadapter (los verkrijgbaar). Gebruik de acculader om de accu op te laden. De lach-sluiterfunctie werkt niet. • Er wordt geen beeld opgenomen als geen lachend gezicht wordt herkend. • Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 99). De antiwaasfunctie werkt niet. • De antiwaasfunctie werkt niet wanneer wordt afgebeeld op het scherm. • Het is mogelijk dat de antiwaasfunctie niet goed werkt tijdens het opnemen van nachtscènes. • Neem op nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt. Het opnemen duurt erg lang. • Als de sluitertijd langer wordt dan een bepaalde tijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van beelden op donkere plaatsen, vermindert de camera automatisch de beeldruis. Deze functie heet NR (ruisonderdrukking) lange-sluitertijdfunctie en de sluitertijd wordt langer. • De dichte-ogenverminderingsfunctie is ingeschakeld. Wanneer [Dichte-ogen- vermindering] is ingesteld op [Autom.], stelt u dit in op [Uit] (pagina 65). 131NL Het beeld is onscherp. Kan de gezichtsherkenningsfunctie niet selecteren. • U kunt de gezichtsherkenningsfunctie alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Multi-AF] of de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi]. • U kunt de gezichtsherkenning niet selecteren wanneer de superclose-upfunctie is ingeschakeld. Zoeken in MENU/ Instellingen • U kunt de optische zoom niet gebruiken tijdens opnemen met Panorama met beweging en in de superclose-upfunctie. • U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken afhankelijk van het beeldformaat (pagina 92). • U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken wanneer: – U bewegende beelden opneemt. – De lach-sluiterfunctie is ingeschakeld. Zoeken op bediening De zoomfunctie werkt niet. Inhoud • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat tijdens het opnemen de lens van de camera verder verwijderd is van het onderwerp dan de minimale opnameafstand van ongeveer 1 cm (W-kant) of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp in de intelligente automatische instelfunctie en eenvoudig-functie, en ongeveer 8 cm (W-kant) of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp in de andere opnamefuncties. Of stel in op de superclose-upfunctie en neem op vanaf een afstand van ongeveer 1 t/m 20 cm (W-kant). • (Landschap) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie voor het opnemen van stilstaande beelden. De flitser werkt niet. Index • U kunt de flitser niet gebruiken wanneer: – U burst-beelden opneemt (pagina 46). – (Hoge gevoeligheid) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie. – U opneemt in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas en Schemeropname uit de hand. • Stel de flitser in op [Aan] (pagina 42) in de superclose-upfunctie of wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Landschap), (Voedsel), (Huisdieren), (Strand), (Sneeuw), (Onderwater) of (Korte sluitertijd). Wazige, witte, ronde vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser. • Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht weerkaatsten het flitslicht en werden zichtbaar in het beeld. Dit is geen defect. De superclose-upfunctie (Macro/Superclose-up Aan) werkt niet. • (Landschap) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie. • Als de superclose-upfunctie is geselecteerd, is de opnameafstand ongeveer 1 t/m 20 cm. • De macrofunctie is ingesteld op [Autom.] tijdens het opnemen in de functies Panorama met beweging, Bewegende beelden, Anti-bewegingswaas, Schemeropname uit de hand, Eenvoudig opnemen en Lach-sluiter. 132NL De macrofunctie kan niet worden uitgeschakeld. De datum en tijd worden niet afgebeeld op het LCD-scherm. Inhoud • Er is geen mogelijkheid om de macrofunctie gedwongen uit te schakelen. In de [Autom.]-functie kunt u zelfs een ver verwijderd onderwerp opnemen. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet afgebeeld. Deze worden alleen tijdens weergave afgebeeld. • Deze camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" te gebruiken kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken (pagina 121). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt. De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel de [Witbalans] in (pagina 54). In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. De ogen van het onderwerp zijn rood. Index • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. Zoeken in MENU/ Instellingen • De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (pagina 52). Zoeken op bediening Kan de datum niet op het beeld projecteren. • Stel [Rode-ogeneffect] in op [Autom.] of [Aan] (pagina 66). • Neem het beeld op met behulp van de flitser vanaf een afstand korter dan het flitsbereik. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. • Werk het beeld bij met behulp van [Bijwerken] t [Rode-ogen- correctie] op het weergavefunctieMENU, of bewerk het beeld met behulp van het softwareprogramma "PMB". Punten verschijnen en blijven op het scherm. • Dit is geen defect. Deze punten worden niet opgenomen. Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • U kunt geen beelden achter elkaar opnemen terwijl de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (pagina 76). • De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu. Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen. • Stel [Burst] in op [Uit] (pagina 46). • [Scène- herkenning] staat op [Geavanceerd] (pagina 60). 133NL Beelden bekijken De datum en tijd worden niet afgebeeld. Zoeken op bediening • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer. • Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen. • De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (pagina 125). • Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die op de "Memory Stick Duo" staan en zijn opgenomen op een andere camera. Geef dergelijke beelden weer in de mapweergave (pagina 81). • Dit wordt veroorzaakt door beelden op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo" zonder gebruik te maken van "PMB". Geef dergelijke beelden weer in de mapweergave (pagina 81). Inhoud Kan geen beelden weergeven. • [Weergavescherm instellingen] is ingesteld op [Uit]. • Dit kan gebeuren als gevolg van de beeldverwerking. Dit is geen defect. Langs de linker- en rechterzijkanten van het scherm zijn zwarte banden zichtbaar. • [Autom. Oriëntatie] staat op [Aan] (pagina 93). Zoeken in MENU/ Instellingen Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. De toetsen en pictogrammen worden niet meer afgebeeld. Index • Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger van het scherm afhaalt. • [Opnamescherm- instellingen] en [Weergavescherm instellingen] zijn ingesteld op [Uit]. Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts (pagina's 69, 86). Er is geen muziek hoorbaar tijdens een diavoorstelling. • Kopieer de muziekbestanden naar de camera met "Music Transfer" (pagina's 121, 122). • Controleer dat de instellingen van het volumeniveau en de diavoorstelling correct zijn (pagina's 74, 85). • Een diavoorstelling wordt weergegeven in [Continue weergave]. Selecteer [Diavoorstelling met muziek] en geef weer. Het beeld wordt niet weergegeven op de televisie. • Controleer [Video-uit] om te bevestigen dat het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op het kleursysteem van de televisie (pagina 102). • Controleer of de aansluitingen goed gemaakt zijn (pagina's 116, 117). • Als de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op de USB-aansluiting, koppelt u de kabel los (pagina 125). • Als u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op de televisie, wordt het opgenomen beeld niet weergegeven op het televisiescherm. Wissen Beelden kunnen niet worden gewist. • Annuleer de beveiliging (pagina 82). 134NL Computers De computer herkent de camera niet. Kan geen beelden importeren. Index • Sluit de camera goed aan op de computer door middel van een USB-verbinding (pagina 124). • Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan het onmogelijk zijn de beelden te importeren in een computer. Neem op met behulp van een "Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd (pagina 108). Zoeken in MENU/ Instellingen • Wanneer de accu bijna leeg is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u een netspanningsadapter (los verkrijgbaar). • Stel [USB-aansluiting] in op [Autom.] of [Mass Storage] (pagina 104). • Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting om de camera aan te sluiten op de computer. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de camera en sluit deze opnieuw stevig aan. • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat. Zoeken op bediening • Controleer dat de computer en de "Memory Stick"-lezer/schrijver "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen. Gebruikers van computers en "Memory Stick"-lezers/schrijvers gemaakt door andere fabrikanten dan Sony dienen contact op te nemen met die fabrikanten. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer (pagina's 124, 125). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo". Inhoud De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-gleuf. Nadat een USB-verbinding tot stand is gebracht, start "PMB" niet op. • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart. Beelden kunnen niet worden weergegeven op de computer. • Wanneer u "PMB" gebruikt, raadpleegt u de "Gids voor PMB" (pagina 121). • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Importeer de bewegende beelden in de vaste schijf van de computer, en geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (pagina 124). Beelden die eenmaal naar een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet meer op de camera worden weergegeven. • Exporteer ze naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 144). • Als u een ander softwareprogramma dan "PMB" gebruikt, wordt de informatie mogelijk niet juist bijgewerkt waardoor beelden blauw kunnen worden of anderszins niet goed worden weergegeven. Dit is geen defect. • Wanneer blauwe beelden worden weergegeven, bekijkt u deze in de mapweergavefunctie of wist u ze met de camera. • Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera. 135NL "Memory Stick Duo" • Plaats ze in de juiste richting. Inhoud De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. U kunt geen beelden weergeven of beelden opnemen met behulp van het interne geheugen. Zoeken op bediening Intern geheugen • Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit. • De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer naar een "Memory Stick Duo" van voldoende capaciteit. Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren naar het interne geheugen. Zoeken in MENU/ Instellingen De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet worden gekopieerd naar de "Memory Stick Duo". • Deze functie is niet beschikbaar. Index Afdrukken Zie "PictBridge-compatibele printer" tezamen met de onderstaande punten. Beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Zie de gebruiksaanwijzing van de printer. De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden. • Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden afgesneden. Met name wanneer u een beeld afdrukt dat is opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9], kunnen de zijranden van het beeld worden bijgesneden. • Wanneer u beelden afdrukt op uw printer, annuleert u de instellingen van bijsnijden en afdrukken zonder randen. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Als u de beelden laat afdrukken in een winkel met fotoafdrukservice, vraagt u aan het winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden. U kunt geen beelden afdrukken met de datum erop geprojecteerd. • Met "PMB" kunt u beelden afdrukken met daarop de datum geprojecteerd (pagina 121). • De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Echter, omdat de beelden opgenomen op deze camera informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u de beelden afdrukken met daarop de datum geprojecteerd als de printer of de software deze Exif-informatie kan herkennen. Voor eventuele compatibiliteit met Exif-informatie, neemt u contact op met de fabrikant van de printer of van de software. • Als u gebruik maakt van een fotoafdrukservice, vraagt u het winkelpersoneel de datum op de beelden te projecteren. 136NL PictBridge-compatibele printer Beelden kunnen niet worden afgedrukt. Zoeken in MENU/ Instellingen • Controleer of de camera en de printer juist op elkaar zijn aangesloten met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting. • Schakel de printer in. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de printer. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, is het mogelijk dat de beelden niet worden afgedrukt. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting nogmaals los, schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u de kabel opnieuw aan. • Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden. • Beelden die op een andere camera werden opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt, kunnen misschien niet worden afgedrukt. • Afhankelijk van de printer kan het onmogelijk zijn panoramabeelden af te drukken, of worden de panoramabeelden in afgeknipte vorm afgedrukt. Zoeken op bediening • De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansluiting] in op [PictBridge] (pagina 104). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen. Inhoud Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen. De afdrukopdracht is geannuleerd. (PictBridge Index • De kabel voor de multifunctionele aansluiting werd losgekoppeld voordat de aangesloten) indicator uitging. In de indexweergavefunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de beelden niet worden afgedrukt. • De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Afhankelijk van de printer kan de datum in de indexweergavefunctie niet geprojecteerd worden. Vraag het de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Bij het beeld zit geen opnamedatum-informatie zodat de datum niet erop kan worden geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 127). Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt. • Als u het papier in de printer vervangt door papier van een ander formaat nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, koppelt u de multifunctionele aansluiting los van de printer, en sluit u daarna de printer opnieuw aan. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de camera (pagina 127) of de printer. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. 137NL Aanraakscherm Inhoud De toetsen van het aanraakscherm kunnen niet op de juiste wijze of volledig worden bediend. • Voer [Kalibratie] uit (pagina 107). • [Behuizing] staat op [Aan] (pagina 103). De tekenpenbediening werkt op onbedoelde plaatsen. Zoeken op bediening • Voer [Kalibratie] uit (pagina 107). Overige De lens raakt beslagen. De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt. • Dit is geen defect. Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld. Zoeken in MENU/ Instellingen • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur liggen voordat u deze weer gebruikt. • Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 115). • De ingebouwde, oplaadbare reservebatterij is leeg. Plaats een opgeladen accu en laat de camera gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen. Index De datum of tijd is onjuist. • Gebied is ingesteld op een andere locatie dan uw huidige positie. Verander de instelling op (Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Tijdzone instellen]. t 138NL Foutcodes en meldingen C:32:ss Zoeken op bediening Als een code wordt afgebeeld die begint met een letter uit het alfabet, is de zelfdiagnosefunctie in werking getreden. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ss) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. Als u de fout niet kunt verhelpen, zelfs niet nadat u de corrigerende handeling enkele keren hebt uitgevoerd, kan het noodzakelijk zijn de camera te laten repareren. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Inhoud Zelfdiagnosefunctie • Er is een storing opgetreden in de hardware van de camera. Schakel de camera uit en daarna weer in. • De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". Probeer de camera uit en weer in te schakelen, of probeer de "Memory Stick Duo" er meerdere keren uit te halen en weer in te plaatsen. • In het interne geheugen is een formatteringsfout opgetreden, of een niet-geformatteerde "Memory Stick Duo" is geplaatst. Formatteer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (pagina 108). • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera, of de gegevens zijn beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo". E:62:ss Index E:61:ss Zoeken in MENU/ Instellingen C:13:ss E:91:ss • Er is een storing opgetreden in de camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van de camera (pagina 100) en schakel deze daarna weer in. Meldingen Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit. • De accu is bijna leeg. Laad de accu onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of het soort accu, kan de indicator knipperen ondanks dat er nog voor 5 tot 10 minuten acculading over is. Gebruik uitsluitend een geschikte batterij • De geplaatste accu is niet de accu NP-BD1 (bijgeleverd)/NP-FD1 (los verkrijgbaar). Systeemfout • Schakel de camera uit en weer in. 139NL • De temperatuur in de camera is opgelopen. De voeding kan automatisch worden uitgeschakeld of het kan onmogelijk zijn bewegende beelden op te nemen. Laat de camera liggen op een koele plaats totdat de temperatuur in de camera is gezakt. Inhoud De camera is oververhit Laat de camera eerst afkoelen Fout van intern geheugen • Schakel de camera uit en weer in. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 145). • De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil. • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 145). Met "Memory Stick" is opnemen en weergeven misschien onmogelijk • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 145). Fout bij formatteren intern geheugen Fout bij formatteren "Memory Stick" Zoeken in MENU/ Instellingen Verkeerd type "Memory Stick" Zoeken op bediening Plaats de "Memory Stick" opnieuw • Formatteer het medium opnieuw (pagina 108). Index "Memory Stick" vergrendeld • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen. Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick Duo". Geen beelden beschikbaar • Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgenomen in het interne geheugen. • Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgeslagen op de "Memory Stick Duo". • Wanneer beelden opgenomen op een andere camera niet kunnen worden weergegeven op deze camera, geeft u de beelden weer in de mapweergavefunctie (pagina 81). Er zijn geen stilstaande beelden • De geselecteerde map of datum bevat geen bestand dat kan worden weergegeven in een diavoorstelling. Bestand gevonden dat niet herkend werd • U probeert een map te wissen waarin een bestand zit dat niet kan worden weergegeven met deze camera. Wis het bestand op de computer en wis daarna de map. 140NL Mapfout Inhoud • Een map met dezelfde drie cijfers aan het begin van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo" (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een andere map aan (pagina’s 109, 110). Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer aanmaken. • U probeert een map te wissen waarin één of meerdere bestanden zitten. Wis eerst alle bestanden en wis daarna de map. Zoeken op bediening Inhoud map weggooien Map is beschermd Bestandsfout • Tijdens het weergeven van het beeld is een fout opgetreden. Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen. Zoeken in MENU/ Instellingen • U probeert een map te wissen die op de computer beveiligd is als 'alleen lezen'. Deze map heeft het kenmerk Alleen lezen. Bestandsbeveiliging Index • U hebt een map geselecteerd die niet kan worden ingesteld als de opnamemap op de camera. Selecteer een andere map (pagina 110). • Schakel de beveiliging uit (pagina 82). Te groot beeldformaat • U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet kan worden weergegeven op de camera. Kan gezicht voor bewerken niet vinden • Het kan onmogelijk zijn het beeld bij te werken afhankelijk van het beeld. (Trillingswaarschuwing-indicator) • Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, schakel de antiwaasfunctie in, of bevestig de camera op een statief om de camera vast te zetten. 1280×720 (Fijn) is niet beschikbaar 1280×720 (Standaard) is niet beschikbaar • Alleen de "Memory Stick PRO Duo" is compatibel met het opnemen van bewegende beelden met een beeldformaat van [1280×720]. Gebruik een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA]. 141NL • Maximaal 100 bestanden kunnen worden geselecteerd bij gebruik van [Meerdere beelden]. • Maximaal 999 bestanden kunnen worden geselecteerd als DPOF, Beveiligen of Afdrukken is ingesteld op [Alle beelden in datumbereik] of [Alle in deze map]. • U kunt (afdrukmarkering) toevoegen aan maximaal 999 bestanden. Annuleer de selectie. Verwerkt… • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. • Wis het muziekbestand of vervang het door een normaal muziekbestand. • Voer [Format. muz.] uit en download daarna een nieuw muziekbestand. Muziekgeheugen-formatteringsfout • Voer [Format. muz.] uit. • Verwerking en andere bewerkingsfuncties van de camera kunnen niet worden uitgevoerd voor beeldbestanden die zijn bewerkt op een computer, of beelden die werden opgenomen op een andere camera. Index Bediening kan niet worden uitgevoerd voor niet-onderst. bestanden Zoeken in MENU/ Instellingen Muziekfout Zoeken op bediening • Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los. Inhoud Maximumaantal beelden geselecteerd Bezig met herstellen van beelddatabasebestand… • De camera herstelt de datuminformatie, enz., in gevallen waarin beelden werden gewist op een computer, enz. • Het aantal beelden is hoger dan het aantal waarvoor in het databasebestand gegevensbeheer door de camera mogelijk is. Wis beelden vanuit de datumweergave. Fout van beelddatabasebestand Kan niet herstellen • Importeer alle beelden in de computer met behulp van "PMB", en formatteer de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen (pagina 108). Als u niet alle beelden in de computer kunt importeren met "PMB", importeert u alle beelden in de computer zonder gebruik te maken van "PMB" (pagina 124). Om de beelden weer op de camera weer te geven, exporteert u de geïmporteerde beelden naar de camera met behulp van "PMB". Opnamefunctie is niet beschikbaar vanwege hoge interne temperatuur • De temperatuur in de camera is opgelopen. U kunt geen beelden opnemen totdat de temperatuur in de camera is gezakt. 142NL • Het opnemen is gestopt omdat tijdens het opnemen van bewegende beelden de temperatuur in de camera is opgelopen. Wacht totdat de temperatuur in de camera is gezakt. Inhoud Het opnemen is gestopt vanwege verhoogde temperatuur in camera • Wanneer u gedurende een langere tijd bewegende beelden opneemt, loopt de temperatuur in de camera op. Stop in dat geval met het opnemen van bewegende beelden. Zoeken op bediening Zoeken in MENU/ Instellingen Index 143NL Inhoud Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die met de camera zijn opgenomen, Voorbeeld: mappen bekijken in Windows Vista zijn gegroepeerd als mappen op de "Memory Stick Duo" of in het interne geheugen. Zoeken op bediening AEen map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie. BMap waarin de stilstaand-beeldgegevens zijn opgeslagen die zijn opgenomen met de camera. CMap waarin bewegend-beeldgegevens zijn opgeslagen die zijn opgenomen met de camera. Zoeken in MENU/ Instellingen • U kunt geen beelden opnemen in de mappen "100MSDCF" en "100MNV01". De beelden in deze mappen kunnen alleen worden bekeken. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC". • Beeldbestandsnamen worden als volgt weergegeven: – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Bewegende-beeldbestanden 1280×720: M4H0ssss.MP4 VGA: M4V0ssss.MP4 – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt 1280×720: M4H0ssss.THM VGA: M4V0ssss.THM ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de bestandsnaam van bewegende beelden opgenomen in de bewegende-beelden-opnamefunctie is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. Index Opmerkingen 144NL "Memory Stick Duo" Opnemen/weergeven a*1 Memory Stick Duo (met MagicGate) MagicGate Memory Stick Duo a*2 a*1*2 Memory Stick PRO Duo Memory Stick PRO-HG Duo a*2*3 a*2*3*4 Zoeken op bediening "Memory Stick"-type Memory Stick Duo (zonder MagicGate) Inhoud Een "Memory Stick Duo" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick Duo" die kunnen worden gebruikt in deze camera worden vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick Duo". Zoeken in MENU/ Instellingen *1 Hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface wordt niet ondersteund. *2 "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven waarbij MagicGate-functies zijn vereist. *3 Bewegende beelden kunnen worden opgenomen op beeldformaat [1280×720]. *4 Deze camera biedt geen ondersteuning voor 8-bit parallelle gegevensoverdracht. De camera voert dezelfde 4-bit parallelle gegevensoverdracht uit als de "Memory Stick PRO Duo". Opmerkingen Index • Dit apparaat is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting van "Memory Stick Micro". • Wij kunnen niet garanderen dat een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, in deze camera werkt. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. • De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn: – wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt gehaald of de camera wordt uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven van gegevens – wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • Wij raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken. • Druk niet hard wanneer u in het aantekeningenvak schrijft. • Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de "Memory Stick Duo"-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in de houder die erbij geleverd werd. • Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • Sla niet op de "Memory Stick Duo", verbuig hem niet en laat hem niet vallen. • Demonteer of verander de "Memory Stick Duo" niet. • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. • Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per ongeluk inslikken. • Steek niets anders dan een "Memory Stick Duo" in de "Memory Stick Duo"-gleuf. Als u dit toch doet, zal een storing worden veroorzaakt. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden 145NL Wordt vervolgd r • Een "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 16 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Micro" (los verkrijgbaar) Index • Om in de camera een "Memory Stick Micro" te kunnen gebruiken, moet u de "Memory Stick Micro" in een "M2"-adapter ter grootte van een Duo steken. Als u een "Memory Stick Micro" in de camera plaatst zonder een "M2"-adapter ter grootte van een Duo te gebruiken, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit de camera te halen. • Laat de "Memory Stick Micro" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per ongeluk inslikken. Zoeken in MENU/ Instellingen Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick PRO Duo" (los verkrijgbaar) Zoeken op bediening • Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een "Memory Stick Duo"-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo" zonder een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt, kan het onmogelijk zijn om hem weer uit het apparaat te halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick Duo"-adapter steekt, let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden. • Als u "Memory Stick Duo" die in een "Memory Stick Duo"-adapter is geplaatst, gebruikt in een "Memory Stick"-compatibel apparaat, controleert u dat de "Memory Stick Duo"-adapter in de juiste richting is geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik het apparaat kan worden beschadigd. • Plaats nooit een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in het apparaat optreden. Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Duo"adapter (los verkrijgbaar) 146NL Accu • Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10 °C t/m 30 °C. Het is mogelijk dat de accu niet volledig wordt opgeladen buiten dit temperatuurbereik. Inhoud Opladen van de accu Doeltreffend gebruik van de accu • Ontlaad de accu volledig voordat u deze opbergt en bewaar de accu op een koele, droge plaats. Om de werking van de accu tijdens bewaring te behouden, laadt u de accu minstens eenmaal per jaar volledig op en verbruikt u de lading volledig in de camera. • Als u de acculading volledig wilt opgebruiken, laat u de camera in de diavoorstelling-weergavefunctie (pagina 73) staan totdat de camera wordt uitgeschakeld. • Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de bijgeleverde accuhouder gebruiken voor transport en bewaring. Index Levensduur van de accu Zoeken in MENU/ Instellingen Bewaren van de accu Zoeken op bediening • Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen zal de gebruiksduur van de accu dus korter zijn. Wij bevelen het volgende aan om de accu langer mee te laten gaan: – Doe de accu in een zak zo dicht mogelijk tegen uw lichaam om deze op te warmen, en plaats de accu vlak voordat u gaat opnemen terug in de camera. • De accu zal snel leeg raken als u de flitser of zoom vaak gebruikt. • Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken. • Laat de accu niet nat worden. De accu is niet waterdicht. • Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht. • De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald gebruik af. Als de gebruiksduur na opladen aanzienlijk korter is geworden, is het waarschijnlijk tijd de accu te vervangen door een nieuwe. • De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, alsmede de omstandigheden en omgeving waarin de accu wordt gebruikt. Compatibele accu’s • De accu NP-BD1 (bijgeleverd) kan alleen worden gebruikt in Cyber-shot-modellen die compatibel zijn met accu’s van het type D. Deze accu kan niet worden gebruikt in Cyber-shot-modellen die compatibel zijn met het type T en andere typen accu’s. • Als u de accu NP-FD1 (los verkrijgbaar) gebruikt, worden tevens de minuten afgebeeld achter de resterende-acculadingindicator ( 60 Min). 147NL Acculader Inhoud Zoeken op bediening • Uitsluitend accu’s van de typen D, T, R en E (en geen andere) kunnen worden opgeladen in de acculader (bijgeleverd). Als u andere accu’s dan de opgegeven accu’s probeert op te laden, kunnen deze gaan lekken, oververhit raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel als gevolg van elektrocutie en brandwonden ontstaat. • De accu’s die compatibel zijn met deze camera, zijn accu’s van type D. De bijgeleverde batterij is NPBD1 (type D). • Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u de opgeladen accu in de acculader laat zitten, kan de levensduur van de accu korter worden. • Als het CHARGE-lampje knippert, haalt u de accu die wordt opgeladen uit de acculader en plaatst u dezelfde accu terug in de acculader zodat deze op zijn plaats vastklikt. Als het CHARGE-lampje opnieuw knippert, kan dit duiden op een storing in de accu of is een verkeerd type accu geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van het opgegeven type is. Als de accu van het opgegeven type is, haalt u de accu eruit, vervangt u deze door een nieuwe of een andere, en controleert u of de acculader nu wel goed werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden. Zoeken in MENU/ Instellingen Index 148NL Intelligente opnamerichter Inhoud Met Intelligente opnamerichter (los verkrijgbaar) kunt u beelden opnemen door de camera de gezichten van mensen te laten herkennen. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij Intelligente opnamerichter werd geleverd. Zoeken op bediening Zoeken in MENU/ Instellingen Index 149NL Index D Aanraakscherm ..................................................................18 Datum ..................................................................................128 Aansluiten Datum/tijd instellen .......................................................115 Demonstratiefunctie ........................................................99 Printer ...........................................................................127 Diavoorstelling ..................................................................73 Televisie ......................................................................116 Dichte-ogen- vermindering ..........................................65 Accu .....................................................................................147 Dichte-ogenalarm .............................................................95 Acculader ...........................................................................148 Digitale zoom .....................................................................92 AF-bereikzoekerframe ...................................................57 Downl. muz.......................................................................105 Afdrukken ....................................................................83, 127 DPOF .....................................................................................83 Afdrukmarkering ............................................................129 DRO .......................................................................................64 Anti-bewe- gingswaas ....................................................27 E Autom. Oriëntatie .............................................................93 Eenvoudig- functie Opnemen .......................................................................38 Autom. Programma .........................................................26 Weergeven....................................................................70 B EV ...........................................................................................52 Beeldformaat ......................................................................48 Extensie...............................................................................144 Beeldindex ...........................................................................72 F Behuizing ...........................................................................103 Flitser ...............................................................................42, 43 Belichting .............................................................................52 Format. muz. .....................................................................106 Belichtings- gegevens .....................................................87 Formatteren .......................................................................108 Bestandsnamen ................................................................144 Foutcodes en meldingen ..............................................139 Bestandsnummer.............................................................113 Besturingssysteem ..........................................................119 G Beveiligen ............................................................................82 Geheugen voor geselecteerd gezicht ........................63 Bewegende beeldn Geheugenlocaties voor bestanden ...........................144 Opnemen .......................................................................25 Gezichts- herkenning ......................................................62 Weergeven....................................................................37 Gids scèneherken..............................................................94 Bewegende bldn. opnemen ..........................................39 Bijwerken .............................................................................79 H Breed-zoombeeld ..............................................................35 HD(1080i) ..........................................................................101 Burst .......................................................................................46 Hoge gevoeligheid ...........................................................29 Burstgroep weergeven ....................................................80 Huisdieren ............................................................................29 C I COMPONENT ................................................................101 Initialiseren ........................................................................100 Computer ............................................................................119 Instellingen ..........................................................................13 Aanbevolen omgeving ..........................................119 Intelligente opnamerichter ..........................................149 Beelden importeren ........................................124, 125 Intern geheugen .................................................................20 Macintosh-computer ..............................................119 ISO ..........................................................................................53 Windows-computer ................................................119 Index Beeldindex- instellingen ................................................88 Zoeken in MENU/ Instellingen AF-verlicht. .........................................................................90 Zoeken op bediening Computer ....................................................................124 Inhoud A 150NL Opn.functie ..........................................................................21 Kalender ...............................................................................71 Opn.map wissen ..............................................................111 Kalibratie ............................................................................107 Opnamemap maken .......................................................109 Kleuren ..................................................................................78 Opnamemap wijz............................................................110 Klokinstellingen ..............................................................115 Opnamerichting .................................................................47 Kopiëren .............................................................................112 Opnamescherm- instellingen .......................................69 Korte sluitertijd..................................................................30 Opnemen Inhoud K Bewegende beelden ..................................................25 Stilstaande beelden ...................................................22 Lach-sluiter .........................................................................40 Landschap ............................................................................29 Language Setting ..............................................................98 Optische zoom .............................................................31, 92 P PAL.......................................................................................102 Lgz synchro .........................................................................42 Panorama door beweging ..............................................23 Lichtmeetfunctie ...............................................................59 PictBridge ..................................................................104, 127 Lichtmeting met meerdere patronen ........................59 Pieptoon ................................................................................96 Lichtmeting met nadruk op het midden ..................59 Pixel ........................................................................................50 PMB .....................................................................................121 M Precisie-digitale-zoom ....................................................92 Macintosh-computer .....................................................119 Problemen oplossen .......................................................130 Macro .....................................................................................51 PTP .......................................................................................104 Map Punt lichtmeting ................................................................59 Selecteren......................................................................89 Wijzigen ......................................................................110 Punt-AF.................................................................................57 R Wissen ..........................................................................111 Rode-ogen- correctie .......................................................79 Map kiezen ..........................................................................89 Rode-ogeneffect ................................................................66 Mass Storage ....................................................................104 Roteren ..................................................................................84 "Memory Stick Duo" ....................................................145 S MENU-scherm.............................................................10, 12 Midden-AF ..........................................................................57 MTP ......................................................................................104 Multi-AF...............................................................................57 Multifunctionele aansluiting ......................116, 124, 127 Music Transfer .................................................................121 Index Aanmaken ...................................................................109 Zoeken in MENU/ Instellingen LCD-helderheid.................................................................97 Zoeken op bediening L Scène- herkenning ............................................................60 Scènekeuze ..........................................................................29 Schemer ................................................................................29 Schemeropname uit hand ..............................................28 Schemer-portret .................................................................29 Scherpstellen.......................................................................57 N SD ..........................................................................................101 Namen van de onderdelen ............................................15 Slim automa- tisch instellen .........................................22 Normaal weergeven Slimme-zoomfunctie .......................................................92 Bewegende beelden ..................................................37 Sneeuw ..................................................................................29 Stilstaande beelden ...................................................32 Soft Snap ..............................................................................29 NTSC ...................................................................................102 Software ..............................................................................121 SteadyShot ...........................................................................67 O Stramienlijn .........................................................................91 Onderwater ..........................................................................30 Strand .....................................................................................29 Onscherpte repareren ......................................................79 Superclose-up In ...............................................................51 151NL T Tijdelijk geroteerde weergave.....................................36 Tijdzone instellen ...........................................................114 Trimmen ...............................................................................79 Inhoud Televisie .............................................................................116 U V VGA .......................................................................................48 Video-uit.............................................................................102 Zoeken op bediening USB-aansluiting ..............................................................104 Voedsel .................................................................................29 Vuurwerk .............................................................................30 W Weergave zoom .................................................................34 Weergavefunctie ...............................................................81 Weergavescherm instellingen .....................................86 Zoeken in MENU/ Instellingen Volume- instellingen .......................................................85 Windows-computer .......................................................119 Wissen ...................................................................................76 Witbalans onderwater .....................................................56 Index Witbalans .............................................................................54 Z Zelfdiagnosefunctie .......................................................139 Zelfontsp. .......................................................................44, 45 Zoom ......................................................................................31 152NL Informatie over de licentie Index De software die geschikt is voor de volgende GNU General Public License (hierna "GPL" genoemd) of GNU Lesser General Public License (hierna "LGPL" genoemd) worden bij de camera geleverd. U bent hiermee geïnformeerd dat u het recht hebt op toegang tot de broncode van deze softwareprogramma’s, en het recht hebt de broncode aan te passen en opnieuw te distribueren onder de voorwaarden van GPL/LGPL. De broncode is beschikbaar op het internet. U kunt deze downloaden vanaf de volgende URL. http://www.sony.net/Products/Linux/ Wij stellen het op prijs als u geen contact met ons opneemt over de inhoud van de broncode. Zoeken in MENU/ Instellingen Over softwareprogramma’s waarop GNU GPL/LGPL van toepassing is Zoeken op bediening DIT PRODUCT IS GEDEPONEERD ONDER DE MPEG-4 VISUALPATENTENPORTFOLIOLICENTIE VOOR HET PERSOONLIJKE EN NIETCOMMERCIËLE GEBRUIK VAN EEN GEBRUIKER OM (i) VIDEO TE CODEREN OVEREENKOMSTIG DE MPEG-4 VISUAL-NORM ("MPEG-4 VIDEO") EN/OF (ii) MPEG-4-VIDEO TE DECODEREN DIE WAS GECODEERD DOOR EEN GEBRUIKER MET BETREKKING TOT EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER GEAUTORISEERD DOOR MPEG LA OM MPEG-4-VIDEO TE LEVEREN. ER ZAL GEEN LICENTIE WORDEN TOEGEKEND OF GEÏMPLICEERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. U KUNT AANVULLENDE INFORMATIE, WAARONDER INFORMATIE OVER PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK EN BIJBEHORENDE LICENTIES, VERKRIJGEN BIJ MPEG LA, LLC. ZIE HTTP://WWW.MPEGLA.COM Inhoud De softwareprogramma’s "C Library", "Expat" en "zlib" worden in de camera meegeleverd. Wij leveren deze softwareprogramma’s op grond van een licentieovereenkomst met de copyrighthouders ervan. Op grond van een verzoek van de copyright-houders van deze softwareprogramma’s zijn wij verplicht u te informeren over het volgende. Lees a.u.b. de onderstaande tekst. Lees "license1.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels) van de softwareprogramma’s "C Library", "Expat", "zlib", "dtoa", "pcre" en "libjpeg". Lees "license2.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels) van de softwareprogramma’s "GPL", en "LGPL". Om het pdf-bestand te kunnen lezen hebt u het softwareprogramma Adobe Reader nodig. Als dit niet op uw computer geïnstalleerd is, kunt u het downloaden vanaf de website van Adobe Systems: http://www.adobe.com/ Over de licentie voor "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) MPEG Layer-3 audio coding technology and patents licensed from Fraunhofer IIS and Thomson. 153NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153

Sony DSC-TX1 Handleiding

Type
Handleiding