Sony DSC-TX5 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2010 Sony Corporation 4-174-213-72(1)
NL
Cyber-shot-handboek
DSC-TX5
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
2
NL
Gebruik van dit handboek
Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen.
Dit is handig wanneer u een functie zoekt waarover u wilt lezen.
Zoeken naar informatie op functie.
Zoeken naar informatie op bediening.
Zoeken naar informatie in een lijst met
MENU/Instellingen.
Zoeken naar informatie op trefwoord.
Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
In dit handboek wordt de volgorde van de
bedieningen aangegeven door pijlen (t).
U moet de onderdelen op het scherm
aanraken in de aangegeven volgorde.
Markeringen worden afgebeeld zoals ze
worden verschenen in de
standaardinstellingen van de camera.
De standaardinstelling wordt aangegeven
met .
Dit geeft voorzorgen en beperkingen aan
die betrekking hebben op de correcte
bediening van de camera.
zDit geeft informatie aan die nuttig is
om te weten.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
3
NL
Opmerkingen over het gebruik
van de camera
Opmerkingen over de typen
geheugenkaarten die u kunt gebruiken
(los verkrijgbaar)
De volgende geheugenkaarten zijn
compatibel met deze camera: "Memory Stick
PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo",
"Memory Stick Duo", SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart en SDXC-
geheugenkaart. De MultiMediaCard kan niet
worden gebruikt.
In deze gebruiksaanwijzing wordt de term
"Memory Stick Duo" gebruikt als verwijzing
naar een "Memory Stick PRO Duo",
"Memory Stick PRO-HG Duo" en "Memory
Stick Duo", en wordt de term "SD-
geheugenkaart" gebruikt als verwijzing naar
een SD-geheugenkaart, SDHC-
geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart.
Een "Memory Stick Duo" met een
opslagcapaciteit tot 32 GB, en een SD-
geheugenkaart met een opslagcapaciteit tot
64 GB, zijn goedgekeurd voor gebruik in deze
camera.
Voor het opnemen van bewegende beelden
adviseren wij u een van de volgende
geheugenkaarten te gebruiken:
(Mark2) ("Memory Stick
PRO Duo" (Mark2))
("Memory Stick PRO-
HG Duo")
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart of
SDXC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller)
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een standaardformaat
"Memory Stick"-gleuf
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter
(los verkrijgbaar) te steken.
Opmerkingen over de accu
Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
U kunt de accu opladen ook als deze niet
volledig leeg is. Bovendien, zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de
gedeeltelijke lading van de accu gebruiken.
Als u de accu gedurende een lange tijd niet
denkt te gaan gebruiken, verbruikt u de
resterende acculading, haalt u de accu uit de
camera, en bewaart u de accu op een koele,
droge plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden.
Voor verdere informatie over bruikbare accu’s,
zie pagina 152.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een lens van Carl
Zeiss die in staat is scherpe beelden met een
uitstekend contrast te reproduceren. De lens
van de camera is geproduceerd onder een
kwaliteitsborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
uiterste precisietechnologie zodat meer dan
99,99% van de beeldpunten effectief werkt.
Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere
punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen
zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten
zijn een normaal gevolg van het productieproces
en hebben géén invloed op de opnamen.
Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de
camera bij een venster of buiten neerzet.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
"Memory Stick Duo"-
adapter
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
4
NL
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is geen
defect.
Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot
en er geen kracht op uitoefent.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude
naar een warme omgeving wordt overgebracht,
kan vocht condenseren binnenin of op de
buitenkant van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de camera
veroorzaken.
Als vocht condenseert, haalt u de accu en de
geheugenkaart uit de camera en laat u de camera
daarna op een droge plaats liggen met het deksel
van de accu/geheugenkaart open totdat het vocht
is verdampt. Als u probeert om opnamen te
maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig
is, zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek gebruikt
worden als voorbeeld, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met de camera
zijn opgenomen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
5
NL
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Gebruik van dit handboek ····································· 2
Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3
Zoeken op bediening············································· 8
Zoeken in MENU/Instellingen······························ 11
Namen van de onderdelen·································· 16
Lijst met pictogrammen die op het scherm
worden afgebeeld················································ 17
Het aanraakscherm gebruiken ···························· 19
De onderdelen van het MENU aanpassen·········· 21
Het interne geheugen gebruiken························· 23
Opnemen
Opn.functie·························································· 24
Slim automatisch instellen··································· 25
Autom. Programma ············································· 26
Intelligente panorama door beweging ················· 27
Bewegende beeldn ············································· 29
Anti-bewegingswaas ··········································· 30
Schemeropn. uit hand ········································· 31
Tegenlichtopnamecorr. HDR······························· 32
Scènekeuze ························································ 33
Zoom ··································································· 35
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
6
NL
Weergeven
Stilstaande beelden weergeven ·························· 36
Weergave zoom ·················································· 38
Breed-zoombeeld················································ 39
Tijdelijk geroteerde weergave ····························· 40
Bewegende beelden weergeven························· 41
MENU (Opnemen)
MENU-onderdelen (Opnemen) ··························· 11
MENU
(Weergeven)
MENU-onderdelen (Weergeven)························· 13
Instellingen
Instellingen·························································· 14
Televisie
Een beeld bekijken op een standard-
definitiontelevisie (SD-televisie) ························ 122
Een beeld bekijken op een high-
definitiontelevisie (HD-televisie) ························ 123
Computer
Gebruiken met een computer···························· 125
Het softwareprogramma gebruiken··················· 126
De camera aansluiten op een computer···············128
Beelden uploaden naar een mediaservice········ 130
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
7
NL
Afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken·························· 132
Problemen oplossen
Problemen oplossen ········································· 135
Foutcodes en meldingen··································· 145
Overige
"Memory Stick Duo" ·········································· 150
Accu ·································································· 152
Acculader ·························································· 153
Index
Index ································································· 154
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
8
NL
Zoeken op bediening
De instellingen
overlaten aan de
camera
Slim automatisch instellen ································ 25
Scènekeuze ·························································· 33
Scèneherkenning················································· 67
Opnemen van
portretten
Soft Snap ······························································· 33
Schemer-portret ··················································· 33
Lach-sluiter···························································· 44
Scèneherkenning················································· 67
Gezichtsherkenning············································ 69
Dichte-ogenvermindering·································· 71
Rode-ogenvermind. ············································ 98
Opnemen van
panoramabeelden
Intelligente panorama door beweging ··········· 27
Opnemen van uw
huisdier
Huisdieren ····························································· 33
Opnemen dichtbij
onderwerpen
Macro ······································································ 56
Superclose-up ······················································ 56
Opnemen van
bewegende
onderwerpen
Korte sluitertijd······················································ 34
Bewegende beeldn ············································· 29
Burst········································································ 55
Opnemen zonder
wazige beelden
Hoge gevoeligheid ·············································· 33
Korte sluitertijd······················································ 34
Anti-bewegingswaas··········································· 30
Schemeropn. uit hand········································ 31
Zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden···························································· 48
ISO··········································································· 58
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
9
NL
Opnemen met
tegenlicht
Altijd flitsen ···························································· 46
Scèneherkenning················································· 67
Tegenlichtopnamecorr. HDR ··························· 32
Opnemen op donkere
plaatsen
Hoge gevoeligheid ·············································· 33
Anti-bewegingswaas··········································· 30
Lgz synchro··························································· 46
ISO··········································································· 58
Belichting instellen
EV ············································································ 57
Scherpstellingspositie
veranderen
Het aanraakscherm gebruiken ························ 19
Scherpstellen ························································ 64
Gezichtsherkenning············································ 69
Beeldformaat
veranderen
Beeldformaat ························································ 52
Beelden wissen
Wissen ···································································· 79
Formatteren························································· 114
Vergrote beelden
weergeven
Weergave zoom··················································· 38
Trimmen (formaat wijz.)····································· 82
Beelden weergeven op
het hele scherm
Breed-zoombeeld················································ 39
Tijdelijk geroteerde weergave·························· 40
Beeldformaat ························································ 52
Beelden bewerken
Bijwerken ······························································· 82
Kleuren ··································································· 81
Een serie beelden op
volgorde weergeven
Diavoorstelling······················································ 76
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
10
NL
Bediening met
gemakkelijk afleesbare
indicators
Eenvoudig-functie·········································· 42, 73
Beelden afdrukken met
de datum erop
"PMB (Picture Motion Browser)"
gebruiken
····························································· 126
Datum- en
tijdinstellingen
veranderen
Tijdzone instellen··············································· 120
Datum/tijd instellen············································ 121
Instellingen
terugstellen
Initialiseren ·························································· 104
Beelden afdrukken
Afdrukken····························································· 132
Weergeven op een
televisie
Een beeld bekijken op een standard-
definitiontelevisie (SD-televisie) ···················· 122
Een beeld bekijken op een high-
definitiontelevisie (HD-televisie)···················· 123
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
11
NL
Zoeken in MENU/Instellingen
U kunt de diverse opnamefuncties eenvoudig selecteren op het .
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld,
worden niet afgebeeld op het MENU-scherm.
3 Raak het menuonderdeel aan t raak de
gewenste functie aan.
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een
instelling aan die niet kan worden veranderd. Een instelling kan vast liggen of beperkt zijn,
afhankelijk van de opnamefunctie. Zie voor meer informatie de betreffende pagina van het
onderdeel.
De onderstaande pictogrammen en geven de beschikbare functies aan.
MENU-onderdelen (Opnemen)
Opn.functie
Menuonderdelen
Eenvoudig-functie
Scène bew. bldn.
opnemen
——————
Lach-sluiter
————
Flitser
———
Zelfontsp.
Opnamerichting
—— ———
Beeldformaat
Burst
————
Macro
———
EV
ISO
————
Witbalans
Witbalans onderwater
——————
Scherpstellen
——
Lichtmeetfunctie
——
Scèneherkenning
—————
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
12
NL
Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, verschillen afhankelijk van de functie.
Gezichtsherkenning
Dichte-ogenvermindering
——————
Scherminstellingen
Opmerkingen
Opn.functie
Menuonderdelen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
13
NL
U kunt de diverse weergavefuncties eenvoudig selecteren op het .
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld,
worden niet afgebeeld op het MENU-scherm.
3 Raak het menuonderdeel aan t raak de
gewenste functie aan.
In onderstaande tabel geeft een instelling aan die kan worden veranderd, en geeft – een
instelling aan die niet kan worden veranderd.
Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
De vier menuonderdelen die onder worden afgebeeld, verschillen afhankelijk van de functie.
MENU-onderdelen (Weergeven)
Weergavefunctie
Menuonderdelen
Geheugenkaart
Intern
geheugen
Datumweergave Mapweergave
(stilstaand)
Mapweergave
(bewegend)
Mapweergave
(Eenvoudig-functie)
(Kalender)
——
(Beeldindex)
(Diavoorstelling)
(Wissen)
(Kleuren)
(Bijwerken)
(Weergavefunctie)
(Burstgroep weergeven)
——
(Beveiligen)
DPOF
——
(Afdrukken)
(Roteren)
(Volume-instellingen)
(Scherminstellingen)
(Belichtingsgegevens)
(Beeldindexinstellingen)
(Map kiezen)
——
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
14
NL
U kunt de instellingen veranderen op het scherm (Instellingen).
1 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
2 Raak (Instellingen) aan t gewenste
categorie t gewenst onderdeel t gewenste
instelling.
Instellingen
Categorieën Onderdelen
Opname-instellingn
AF-verlicht.
Stramienlijn
Digitale zoom
Autom. Oriëntatie
Gids scèneherken.
Rode-ogenvermind.
Dichte-ogenalarm
Hoofdinstellingen
Pieptoon
LCD-helderheid
Language Setting
Demonstratiefunctie
Initialiseren
COMPONENT
Video-uit
Behuizing
USB-aansluiting
LUN-instellingen
Downl. muz.
Format. muz.
Stroombesparing
Kalibratie
Geheugenkaart-tool
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Opn.map wissen
Kopiëren
Bestandsnummer
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
15
NL
[Opname-instellingn] wordt alleen afgebeeld als het instelscherm is opgeroepen vanuit de
opnamefunctie.
[Geheugenkaart-tool] wordt alleen afgebeeld wanneer een geheugenkaart in de camera is geplaatst, en
[Intern geheugen-tool] wordt alleen afgebeeld wanneer een geheugenkaart niet is geplaatst.
Intern geheugen-tool
Formatteren
Bestandsnummer
Klokinstellingen
Tijdzone instellen
Datum/tijd instellen
Opmerkingen
Categorieën Onderdelen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
16
NL
Namen van de onderdelen
A Ontspanknop
B Microfoon
C Lensafdekking
D ON/OFF (aan/uit-)toets
E Flitser
F Zelfontspannerlampje/Lach-sluiterlamp/
AF-verlichting
G Lens
H LCD-scherm/aanraakscherm
I Luidspreker
J (weergave-)toets (36)
K W/T-zoomknop (35, 38)
L Bevestigingspunt voor polsriem*
M Geheugenkaartgleuf
N Accu-uitwerphendel
O Multifunctionele aansluiting
P Schroefgat voor statief
Q Deksel van geheugenkaartgleuf en
accuvak
R Accu-insteekgleuf
S Toegangslampje
T Afdekking van multifunctionele
aansluiting
* De polsriem gebruiken
Steek uw hand door de lus om te voorkomen dat de
camera omlaag zakt of beschadigd raakt doordat
hij valt.
* De tekenpen gebruiken
De tekenpen wordt gebruikt bij het bedienen van
het aanraakscherm. Hij is bevestigd aan de
polsriem. Draag de camera niet aan de tekenpen.
De camera kan dan vallen.
Oog
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
17
NL
Lijst met pictogrammen die op
het scherm worden afgebeeld
De pictogrammen worden op het scherm afgebeeld om de toestand van de camera aan te geven.
De plaats van de afgebeelde pictogrammen kan verschillen afhankelijk van de opnamefunctie.
Bij het opnemen van stilstaande
beelden
Bij het opnemen van bewegende
beelden
Bij het weergeven
1
Indicator Betekenis
Pictogram van scèneherkenning
Witbalans
Bestemming
Scèneherkenning
Trillingswaarschuwing
Bewegende-
beeldenopnamefunctie
Weergavezoom
Media opnemen/weergeven
(geheugenkaart, intern geheugen)
8/8 Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen op/in de
geselecteerde datum/map
Opnamemap
Weergavemap
Beeldformaat
Burst-opnamen
Hoofdbeeld van de burst-groep
Map veranderen
Beveiliging
Afdrukmarkering (DPOF)
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
18
NL
2
3
4
Indicator Betekenis
Accu-restlading
Waarschuwing voor zwakke
accu
AF-verlichting
Opnamemap
Media opnemen/weergeven
(geheugenkaart, intern geheugen)
Zoomvergroting
Databasebestand is vol/
Databasebestand-foutmelding
PictBridge-aansluiting
Lichtmeetfunctie
Flitser
Witbalans
Indicator Betekenis
Burst-functie
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie
Waarschuwing hoge temperatuur
Zelfontspanner
96 Aantal opneembare beelden
100 Min Opneembare tijd
Gezichtsherkenning
Databasebestand is vol/
Databasebestand-foutmelding
Beeldformaat
AF-bereikzoekerframe
Dradenkruis van de
puntlichtmeetfunctie
ISO400 ISO-nummer
+2.0EV Belichtingswaarde
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
Indicator Betekenis
Scherpstellen
Vermindering van het rode-
ogeneffect
z AE/AF-vergrendelingsindicator
NR lange-sluitertijd
125 Sluitertijd
F3.5 Diafragmawaarde
ISO400 ISO-nummer
+2.0EV Belichtingswaarde
Close-scherpstelling
Flitsfunctie
Opladen flitser
Lichtmeetfunctie
OPNMN.
Standby
Standby/opnemen van
bewegende beelden
0:12 Opnametijd (min:sec)
N Normaal weergeven
Weergavebalk
Azimut-richting
GPS-informatie
35° 37' 32" N
139° 44' 31" E
Lengtegraad- en breedtegraad-
weergave
0:00:12 Teller
101-0012 Map-bestandsnummer
2010 1 1
9:30 AM
Opgenomen datum/tijd van het
weergavebeeld
Indicator Betekenis
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
19
NL
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt met deze camera bedieningen uitvoeren en instellingen maken door de toetsen aan te
raken of met uw vinger over het LCD-scherm te vegen.
Om het aanraakscherm te bedienen, raakt u het licht aan met uw vinger of de bijgeleverde tekenpen. Door
hard drukken of het gebruiken van een puntig voorwerp anders dan de bijgeleverde tekenpen kan het
aanraakscherm worden beschadigd.
Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en
pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger van
het scherm afhaalt.
///
Geeft de verborgen onderdelen weer zodat de
onderdelen die u wilt instellen op het scherm
worden afgebeeld.
Keert terug naar het vorige scherm.
Beschrijft de opnamefuncties wanneer de
opnamefunctie of de scènekeuzefunctie wordt
afgebeeld.
Raak aan t raak de onderdelen aan
waarvan u de beschrijving wilt lezen.
Opmerkingen
Bedienen door over het LCD-scherm te vegen
Werking Bedieningsmethode
Tijdens
opnemen/
weergeven
Het MENU-scherm weergeven Raak met uw vinger de linkerkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar rechts
Het MENU-scherm sluiten Raak met uw vinger de rechterkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen verbergen Raak met uw vinger de linkerkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen afbeelden Raak met uw vinger de linkerkant van het
LCD-scherm aan en veeg naar rechts
Het MENU-scherm weergeven/sluiten
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
20
NL
Door het onderwerp op het aanraakscherm aan te raken wordt een kader afgebeeld, en door
vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te drukken, wordt op het kader scherpgesteld. Als
in het kader een gezicht aanwezig is, worden naast de scherpstelling tevens de helderheid en tint
automatisch geoptimaliseerd.
In de volgende gevallen kunt u het kader niet scherpstellen door het scherm aan te raken:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de eenvoudig-functie
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Als (Landschap), (Schemer), (Voedsel), (Vuurwerk) of (Onderwater) is geselecteerd
als de scènekeuzefunctie
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen]
Als u [Digitale zoom] gebruikt
Tijdens
weergave
Het volgende/vorige beeld weergeven Veeg met uw vinger naar rechts of links
Het beeld continu veranderen (volgende/
vorige beeld)
Veeg met uw vinger naar links of rechts, en
blijf op die rand van het LCD-scherm
drukken.
Het indexweergavescherm afbeelden
tijdens het weergeven
Veeg met uw vinger omhoog
De volgende/vorige pagina weergeven in
de indexweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag of omhoog
De kalender afbeelden tijdens het
weergeven in de datumweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag
Het scherm aanraken om scherp te stellen
Toets/Bedieningsmethode Werking
Raak het onderwerp aan De scherpstelling wordt
bijgeregeld.
De functie wordt geannuleerd.
Opmerking
Werking Bedieningsmethode
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
21
NL
De onderdelen van het MENU
aanpassen
Tijdens het openemen/weergeven worden de vier MENU-onderdelen afgebeeld onder op
het LCD-scherm. U kunt deze vier toetsen aanpassen met de gewenste MENU-onderdelen en op
de gewenste positie op het LCD-scherm, zodat u veelgebruikte toetsen snel kunt vinden.
U kunt deze toetsen aanpassen en de instellingen opslaan tijdens het opnemen voor iedere
opnamefunctie, en tijdens het weergeven voor het interne geheugen en de geheugenkaart.
1 Raak aan om het MENU-scherm af te
beelden.
2 (Custom) t [OK]
3 Selecteer een MENU-pictogram en sleep het naar
de gewenste positie aan de linkerkant van het
LCD-scherm.
Het MENU-pictogram in het aanpassingsgebied wordt
omgeruild.
4 Raak aan om te annuleren.
U kunt het pictogram MENU niet aanpassen tijdens het opnemen in de Eenvoudig-functie.
Opmerking
Aanpassingsgebied
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
22
NL
zHet menu naar wens aanpassen
U kunt niet alleen de MENU-pictogrammen omruilen met het menuscherm, maar u kunt
ook de MENU-pictogrammen omruilen binnen het aanpassingsgebied, en u kunt het aantal
MENU-pictogrammen verkleinen.
MENU-pictogrammen binnen het
aanpassingsgebied omruilen
Terwijl u een MENU-pictogram binnen het
aanpassingsgebied aanraakt, verplaatst u het naar de
gewenste locatie.
Het aantal pictogrammen in het
aanpassingsgebied verkleinen
Terwijl u een MENU-pictogram binnen het
aanpassingsgebied aanraakt, verplaatst u het naar het
gebied rechts.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
23
NL
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 45 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera
worden verwijderd. Zelfs als er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp
van een van de onderstaande methoden.
Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer
Volg de procedure op pagina 128 zonder dat een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Een reservekopie (back-up) maken op een geheugenkaart
Bereid een geheugenkaart voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg vervolgens de
procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 118).
U kunt beeldgegevens op een geheugenkaart niet importeren in het interne geheugen.
Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de
kabel, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen importeren in een computer.
U kunt beeldgegevens echter niet exporteren van de computer naar het interne geheugen.
Als een geheugenkaart is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden opgenomen op de
geheugenkaart.
[Weergeven]: De beelden op de geheugenkaart worden
weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden
uitgevoerd op de beelden op de geheugenkaart.
Als geen geheugenkaart is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen
zijn opgeslagen
Opmerkingen
Intern
geheugen
B
B
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
24
NL
Opn.functie
U kunt de opnamefunctie selecteren aan de hand van de situatie en het gewenste eindresultaat.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak (Opn.functie) aan t gewenste functie.
(Slim automatisch
instellen)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast.
(Autom. Programma)
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse
instellingen kiezen op het menu.
(iPanorama door
beweging)
Hiermee kunt u een panoramabeeld opnemen uit samengestelde
beelden.
(Bewegende beeldn)
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
(Anti-
bewegingswaas)
Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen zonder gebruik te
maken van de flitser bij het samenstellen van burst-opnamen
opgenomen met een korte sluitertijd.
(Schemeropn. uit
hand)
Hiermee kunt u minder wazige beelden opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden zonder gebruik te maken van een statief
bij het samenstellen van burst-opnamen opgenomen met een korte
sluitertijd.
(Tegenlichtopnamecorr.
HDR)
Hiermee kunt u een groter bereik aan gradatie opnemen door twee
beelden met verschillende belichtingen op elkaar te projecteren.
(Scènekeuze)
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de
scène.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
25
NL
Slim automatisch instellen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Slim automatisch
instellen)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.] of [Uit].
Opmerking
zOver de scèneherkenning
De scèneherkenning werkt in de intelligente automatische instelfunctie. In deze functie
herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch
op.
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up) of (Portretopname), en beeldt het betreffende pictogram en de gids af op het
LCD-scherm nadat de scène is herkend.
Voor verdere informatie, zie pagina 67.
Pictogram van de scèneherkenning en gids
zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp
waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
De minimale opnameafstand is ongeveer 8 cm (1 cm in de intelligente automatische instelfunctie en
eenvoudig-functie) (W-kant) of 50 cm (T-kant) (vanaf de lens). Neem op in de close-up-
opnamefunctie wanneer u een onderwerp wilt opnemen vanaf een kortere afstand dan de minimale
opnameafstand.
Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF-
vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw
samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 64).
In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen:
Als het donker is en het onderwerp ver weg is.
Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is.
Als het onderwerp door glas wordt opgenomen.
Als het onderwerp snel beweegt.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
26
NL
Autom. Programma
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Autom. Programma)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
27
NL
Intelligente panorama door
beweging
De camera neemt tijdens de beweging meerdere beelden op en stelt u in staat een panoramabeeld
samen te stellen uit de opgenomen beelden. De camera herkent tevens automatisch gezichten en
bewegende onderwerpen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (iPanorama door
beweging)
3 Lijn de camera uit met het einde van het
onderwerp dat u wilt opnemen en druk de
ontspanknop helemaal in.
4 Pan de camera naar het einde van de
overzichtsbalk volgens de aanwijzingen
op het LCD-scherm.
Als u de camera niet over het hele onderwerp kunt pannen binnen de aangegeven tijdsduur, zal een grijs
deel ontstaan in het samengestelde beeld. Als dit gebeurt, beweegt u de camera sneller om een volledig
panoramabeeld op te nemen.
Aangezien meerder beelden aan elkaar worden gelast, wordt het gelaste deel niet storingsvrij
opgenomen.
Onder zwakke belichtingsomstandigheden kunnen panoramabeelden wazig zijn of kunnen de opnamen
mislukken.
Onder flikkerende lampen, zoals tl-verlichting, is de helderheid of kleur van het samengestelde beeld niet
altijd hetzelfde.
Als de volledige hoek van de panoramaopname en de AE/AF-vergrendelingshoek sterk verschillen in
helderheid, kleur en scherpstelling, zal de opname niet goed lukken. Als dit gebeurt, verandert u de AE/
AF-vergrendelingshoek en neemt u opnieuw op.
De functie intelligente panorama door beweging is niet geschikt in de volgende situaties:
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
Een beeld met te weinig contrast, zoals de lucht, een zandstrand, een gazon of onderwater
Een beeld met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
Wanneer veel voorwerpen bewegen, zoals een school vissen
Als het moeilijk is om de camera stil te houden, bijvoorbeeld onderwater.
U kunt geen panoramabeelden maken in de volgende situaties:
Het pannen van de camera gaat te snel of te langzaam
De camera beweegt te veel
Opmerkingen
Dit deel wordt niet opgenomen
Overzichts-
balk
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
28
NL
zDe opnamerichting of het beeldformaat van een
panoramabeeld veranderen
Opnamerichting: (Opnamerichting) t [Naar rechts], [Naar links], [Naar
boven] of [Naar beneden]
Beeldformaat: (Beeldformaat) t [Standaard] of [Breed]
zTips voor het opnemen van panoramabeelden
Pan de camera met constante snelheid in een boogbeweging in de richting aangegeven op
het LCD-scherm. Stationaire onderwerpen zijn beter geschikt voor een panoramaopname
dan bewegende onderwerpen.
Bepaal de scène en druk de ontspanknop tot halverwege in zodat u de belichting en witbalans kunt
vergrendelen.
Als een deel met zeer gevarieerde vormen of landschap zich langs de rand van het scherm bevindt,
kan de beeldcompositie mislukken. Pas in dergelijke gevallen de beeldcompositie aan zodat het deel
zich in het midden van het beeld bevindt, en neem het beeld opnieuw op.
Straal zo kort mogelijk
Horizontale richtingVerticale richting
zDe panoramabeelden lopend weergeven
Terwijl panoramabeelden worden weergegeven raakt u aan om de panoramabeelden te
laten lopen. Raak tijdens het weergeven het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te
beelden.
Panoramabeelden kunnen ook worden weergegeven met behulp van de bijgeleverde software
"PMB" (pagina 126).
Panoramaopnamen die op een andere camera zijn opgenomen lopen bij het weergeven mogelijk niet
goed.
Bedieningstoets/
Bedieningsmethode
Werking
Raak of het LCD-
scherm aan
Start/pauzeert de weergave van
lopende beelden
Raak ///
aan of veeg met uw
vinger omhoog/
omlaag/naar rechts/
naar links
Loopt door de beelden
Geeft het weergegeven deel
aan van het hele
panoramabeeld
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
29
NL
Bewegende beeldn
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Bewegende beeldn)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
4 Om te stoppen met opnemen, drukt u de
ontspanknop nogmaals helemaal in.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
30
NL
Anti-bewegingswaas
Dit is geschikt voor opnamen binnenshuis zonder gebruikmaking van de flitser om de
onderwerpbewegingen te verminderen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Anti-bewegingswaas)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldverwerking wordt
toegepast om de onderwerpbeweging en ruis te verminderen.
De sluiter brengt 6 pieptonen voort ondanks dat slechts één beeld wordt opgenomen.
Ruis wordt in de volgende situaties niet effectief verminderd:
Beeld met grootschalige beweging
Beeld waarvan het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
Beeld met te weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon
Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
De lach-sluiter kan niet worden gebruikt.
Bij gebruik van een lichtbron die flikkert, zoals tl-verlichting, kan blokruis optreden. In dergelijke
gevallen stelt u de scènekeuzefunctie in op (Hoge gevoeligheid).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
31
NL
Schemeropn. uit hand
Ondanks dat nachtscènes gemakkelijk door camerabewegingen wazig worden, kunt u met deze
functie nachtscènes opnemen die minder wazig zijn zonder een statief te gebruiken.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Schemeropn. uit hand)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldverwerking wordt
toegepast om de onderwerpbeweging en ruis te verminderen.
De sluiter brengt 6 pieptonen voort ondanks dat slechts één beeld wordt opgenomen.
Ruis wordt in de volgende situaties niet effectief verminderd:
Beeld met grootschalige beweging
Beeld waarvan het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
Beeld met te weinig contrast, zoals lucht, zandstrand of gazon
Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
De lach-sluiter kan niet worden gebruikt.
Bij gebruik van een lichtbron die flikkert, zoals tl-verlichting, kan blokruis optreden. In deze gevallen
stelt u de scènekeuzefunctie in op (Hoge gevoeligheid).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
32
NL
Tegenlichtopnamecorr. HDR
U kunt twee beelden met verschillende belichtingen opnemen om een enkel beeld samen te
stellen met een groter bereik aan gradatie door de donkere delen van het beeld opgenomen met
de heldere belichtingsinstelling te combineren met de lichte delen van het beeld opgenomen met
de donkere belichtingsinstelling.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t
(Tegenlichtopnamecorr. HDR)
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Ondanks dat het sluitergeluid tweemaal klinkt, wordt slechts één beeld opgenomen.
[Tegenlichtopnamecorr. HDR] heeft mogelijk niet het verwachte effect in de volgende situaties:
Tijdens het gebruik van de flitser
Beeld met grootschalige beweging
De camera beweegt te veel
Beelden waarvan de belichtingsomstandigheden van de omgeving bijzonder helder of donker zijn
Beelden met continue veranderingen, zoals golven of watervallen
De lach-sluiterfunctie is niet beschikbaar met [Tegenlichtopnamecorr. HDR].
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
33
NL
Scènekeuze
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Scènekeuze) t
gewenste functie
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee kunt u beelden opnemen
zonder flitser onder zwakke belichting
met minder wazigheid.
(Soft Snap)
Hiermee kunt u beelden opnemen in een zachtere sfeer
voor portretopnamen, bloemen, enz.
(Landschap)
Hiermee kunt u ver verwijderde scènes eenvoudig
opnemen door scherp te stellen in de verte. Hiermee kunt
u de heldere lucht, bomen en bloemen opnemen in
levendige kleuren.
(Schemer-
portret)
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen van mensen
met een nachtscène in de achtergrond zonder de
atmosfeer geweld aan te doen.
(Schemer)
Hiermee kunt u nachtscènes van veraf opnemen met
behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving.
(Voedsel)
Hiermee kunt u de macrofunctie selecteren zodat u
opnamen van voedsel kunt maken met verrukkelijke en
felle kleuren.
(Huisdieren)
Hiermee kunt u beelden van uw huisdier opnemen met
de beste instellingen.
(Strand)
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water helder
vastleggen bij het opnemen van zee- en waterscènes.
(Sneeuw)
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen en ingezakte
kleuren voorkomen in sneeuwscènes of op ander
plaatsen waarbij het hele scherm wit lijkt.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
34
NL
Als u beelden opneemt in de (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk) functie, is de
sluitertijd langer en worden de beelden eerder wazig. Om wazige beelden te voorkomen, adviseren wij u
een statief te gebruiken.
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen. geeft instellingen aan die kunnen worden
veranderd, en – geeft instellingen aan die niet kunnen worden veranderd.
De pictogrammen aangegeven bij "Flitser" en "Zelfontsp." geven de beschikbare functies aan.
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de gekozen scènekeuzefunctie.
*
1
[Flitser] kan niet worden geselecteerd voor [Witbalans].
*
2
[Na aanraken] kan niet worden geselecteerd voor [Gezichtsherkenning].
*
3
U kunt [Witbalans onderwater] gebruiken in plaats van [Witbalans].
(Vuurwerk)
Hiermee kunt u vuurwerkscènes opnemen in al hun
pracht.
(Onderwater)
Hiermee kunt u onderwater opnemen met natuurlijke
kleuren.
(Korte sluitertijd)
Hiermee kunt u snel bewegende onderwerpen
buitenshuis of op andere heldere plaatsen vastleggen.
De sluitertijd wordt korter zodat beelden opgenomen
op donkere plaatsen donkerder worden.
Opmerking
Functies die u kunt gebruiken in een
scènekeuzefunctie
Superclose-
up
Flitser
Gezichts-
herkenning/
Lach-sluiter
Zelfontsp. Burst Witbalans
Dichte-
ogenver-
mindering
——*
1
*
2
——
——
—— ——
——
——
——
——
—— ——
*
3
——
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
35
NL
Zoom
U kunt een beeld vergroten voordat u het opneemt. De optische zoomfunctie van de camera kan
beelden tot 4× vergroten.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Beweeg de W/T-zoomknop.
Beweeg de W/T-zoomknop naar de T-kant om in te zoomen,
en naar de W-kant om uit te zoomen.
Wanneer de zoomvergroting hoger wordt dan 4×, raadpleegt u
pagina 95.
De camera zoomt langzaam tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De zoom is vergrendeld aan de W-kant tijdens het opnemen in de functie intelligente panorama door
beweging.
Opmerkingen
T-kant
W-kant
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
36
NL
Stilstaande beelden weergeven
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Selecteer een beeld met / .
zTips voor veegbedieningen
Werking Bedieningsmethode
Het MENU-scherm weergeven Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar rechts
Het MENU-scherm sluiten Raak met uw vinger de rechterkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen verbergen Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar links
De bedieningstoetsen afbeelden Raak met uw vinger de linkerkant van het LCD-scherm
aan en veeg naar rechts
Het volgende/vorige beeld weergeven Veeg met uw vinger naar rechts of links
Het beeld continu veranderen (volgende/
vorige beeld)
Veeg met uw vinger naar links of rechts, en blijf op die
rand van het LCD-scherm drukken.
Het indexweergavescherm afbeelden
tijdens het weergeven
Veeg met uw vinger omhoog
De volgende/vorige pagina weergeven in
de indexweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag of omhoog
De kalender afbeelden tijdens het
weergeven in de datumweergavefunctie
Veeg met uw vinger omlaag
Het MENU-scherm weergeven/sluiten
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
37
NL
zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een
andere camera
Deze camera maakt een beelddatabasebestand aan op de geheugenkaart voor het opnemen
en weergeven van de beelden. Als de camera beelden tegenkomt die niet zijn geregistreerd
in het beelddatabasebestand op de geheugenkaart, wordt een registratiescherm afgebeeld
met de mededeling "Niet-herkende bestanden gevonden Bestanden importeren". Om niet-
geregistreerde beelden weer te geven, registreert u deze eerst door [OK] te selecteren.
Gebruik voor het registreren van beelden een voldoende opgeladen accu. Als een accu met weinig
lading wordt gebruikt, kan het onmogelijk zijn om de gegevens te registreren of kunnen de gegevens
beschadigd raken in het geval de acculading opraakt.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
38
NL
Weergave zoom
U kunt de beelden vergroot weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak de plaats aan die u wilt vergroten.
Het beeld wordt vergroot tot tweemaal de voorgaande
grootte met het aangeraakte gebied in het midden. U
kunt het beeld ook vergroten door de zoomknop (W/T)
naar de T-kant te bewegen.
3 Stel de zoomvergroting en -positie in.
Het beeld wordt verder vergroot iedere keer dat u het
scherm aanraakt.
Toets/Bedieningsmethode Werking
Veeg met uw vinger omhoog/
omlaag/naar rechts/naar links
Verandert de zoompositie.
/
Verandert de zoomvergroting.
Annuleert de weergavezoom.
Geeft het weergegeven
gebied aan binnen het
volledige beeld
zVergrote beelden opslaan
U kunt een vergroot beeld opslaan door de trimfunctie te gebruiken ( t [Bijwerken]
t [Trimmen (formaat wijz.)]).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
39
NL
Breed-zoombeeld
In de enkelbeeldweergavefunctie kunt u stilstaande beelden met beeldverhouding 4:3
weergegeven op het gehele LCD-scherm. In dit geval wordt van de boven- en onderrand van het
beeld een klein stukje afgesneden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak (breed-zoombeeld) aan.
3 Om het breed-zoombeeld te annuleren, raakt u
(breed-zoombeeld) nogmaals aan.
Breed-zoombeeld is niet beschikbaar voor de volgende beeldbestanden:
Bewegende beelden
Panoramabeelden
Beelden weergegeven in een burst-groep
16:9 beelden
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
40
NL
Tijdelijk geroteerde weergave
Dit wordt gebruikt in de enkelbeeldweergavefunctie om een beeld op het scherm tijdelijk te
roteren en te vergroten.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Selecteer een verticaal georiënteerd beeld t
raak (tijdelijk geroteerde weergave) aan.
3 Raak (tijdelijk geroteerde weergave)
nogmaals aan om de weergave te annuleren.
Tijdelijk geroteerde weergave is niet beschikbaar voor de volgende beelden:
Bewegende beelden
Panoramabeelden
Beelden met een horizontale oriëntatie
Raak / aan om de tijdelijk geroteerde weergave te annuleren.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
41
NL
Bewegende beelden weergeven
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Selecteer een video met / .
3 Raak aan op het LCD-scherm.
Als u tijdens het weergeven het LCD-scherm aanraakt, wordt
de weergave gepauzeerd, en worden de bedieningstoetsen afgebeeld.
Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die zijn opgenomen op een andere camera.
Toets/Bedieningsmethode Werking
Volumeniveau instellen
Stel het volumeniveau in met / .
. Verspringt naar het begin van de bewegende beelden
m Achteruitspoelen
Raak u of het LCD-scherm aan Normaal weergeven/pauzeren
M Vooruitspoelen
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
42
NL
Eenvoudig-functie
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal benodigde functies.
De tekst wordt groter en de indicators zijn gemakkelijker te zien.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Eenvoudig-functie) t [OK]
De batterijlading kan sneller opraken omdat de helderheid van het scherm automatisch wordt verhoogd.
De weergavefunctie verandert bovendien naar [Eenvoudig-functie].
Opmerkingen
zBeschikbare functies in de eenvoudig-functie
(opnemen)
Lach-sluiter: Raak (Lach-sluiter) aan.
Beeldformaat: t [Beeldformaat] t Selecteer
[Groot] of [Klein]
Flitser: t [Flitser] t Selecteer [Autom.] of [Uit]
Zelfontsp.: t [Zelfontsp.] t Selecteer [Uit] of
[Aan]
Eenvoudig-functie verlaten: t [Eenvoudig-functie
verlaten] t [OK]
zOver de scèneherkenning
Scèneherkenning werkt in de eenvoudig-functie. In deze functie herkent de camera
automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op.
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up) en (Portretopname), en beeldt een pictogram af op het LCD-scherm nadat
de scène is herkend.
Voor verdere informatie, zie pagina 67.
Pictogram van scèneherkenning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
43
NL
Scène bew. bldn. opnemen
Als de camera is ingesteld op het opnemen van bewegende beelden, kunt u opnemen met vooraf
gemaakte instellingen specifiek voor een bepaalde soort scène.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Bewegende beeldn)
3 t (Scène bew. bldn. opnemen) t
gewenste functie
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
5 Om te stoppen met het opnemen van bewegende beelden, drukt u de
ontspanknop nogmaals helemaal in.
(Autom.)
Hiermee kunt u de instellingen automatisch instellen.
(Onderwater)
Hiermee kunt u onderwater bewegende beelden opnemen met natuurlijke
kleuren.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
44
NL
Lach-sluiter
Wanneer de camera een lachende mond herkent, kunt u hiermee de sluiter automatisch
ontspannen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 Raak (Lach-sluiter) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
3 Wacht terwijl een lach wordt herkend.
Wanneer het lachniveau hoger wordt dan het V niveau op de
indicator, neemt de camera de beelden automatisch op.
Als u in de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop drukt, neemt
de camera het beeld op en keert daarna terug naar de lach-
sluiterfunctie.
4 Om de lach-sluiterfunctie te verlaten, raakt u
(Lach-sluiter) nogmaals aan.
Het opnemen in de lach-sluiterfunctie eindigt automatisch wanneer de geheugenkaart of het interne
geheugen vol raakt.
Het is mogelijk dat een lach niet goed wordt herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken.
De lach-sluiterfunctie is niet beschikbaar in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
In de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR
Opmerkingen
Lach-herkenningsge-
voeligheidindicator
Gezichtsherkenningskader
zDe gevoeligheid van de lach-herkenningsfunctie
instellen
In de lach-sluiterfunctie wordt een toets afgebeeld waarmee de lach-
herkenningsgevoeligheid kan worden ingesteld.
De lach-herkenningsgevoeligheid ligt in de eenvoudig-functie vast op [Normale lach].
Als [Scherminstellingen] is ingesteld op [Uit], wordt de lach-herkenningsgevoeligheid niet
afgebeeld.
: Een schaterlach wordt herkend.
: Een normale lach wordt herkend.
: Zelfs een glimlachje wordt herkend.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
45
NL
zTips voor het goed herkennen van een lachende
mond
De sluiter wordt ontspannen zodra een persoon waarvan het gezicht is herkend begint te lachen.
U kunt het geselecteerde onderwerp voor gezichtsherkenning selecteren of registreren met
[Gezichtsherkenning]. Als het geselecteerde gezicht in het geheugen van de camera is geregistreerd,
wordt de gezichtsherkenning alleen uitgevoerd voor dat gezicht. Om de lach-herkenning toe te
passen op een ander gezicht, raakt u dat gezicht aan (pagina 69).
Als de camera geen lach herkent, stelt u de lach-herkenningsgevoeligheid in.
1 Bedek de ogen niet met uw pony.
Bedek het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril,
enz.
2 Probeer het gezicht naar de camera te richten en kijk
recht vooruit. Houd de ogen toegeknepen.
3 Lach duidelijk en met een open mond. De lach is
gemakkelijker te herkennen wanneer de tanden
zichtbaar zijn.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
46
NL
Flitser
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Flitser) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld.
U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie.
[Aan] of [Lgz synchro] is niet beschikbaar wanneer de camera in de intelligente automatische
instelfunctie staat.
[Autom.] of [Lgz synchro] is niet beschikbaar wanneer de camera in de functie
tegenlichtopnamecorrectie HDR staat.
[Flitser] wordt ingesteld op [Uit] in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
(Autom.) De flitser gaat af bij opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden en met tegenlicht.
(Aan) De flitser gaat altijd af.
(Lgz
synchro)
De flitser gaat altijd af.
Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die
buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen.
(Uit) De flitser gaat niet af.
Opmerkingen
zWanneer "witte, ronde vlekken" verschijnen in
flitsopnamen
Dergelijke vlekken worden veroorzaakt door vreemde deeltjes (stof, pollen, enz.) die
dichtbij de lens zweven. Wanneer deze worden belicht door het flitslicht van de camera,
worden ze zichtbaar als witte, ronde vlekken.
Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan?
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt ingesteld op [Uit].)
Camera
Onderwerp
Vreemde deeltjes (stof, pollen,
mist, enz.) in de lucht of
zwevende deeltjes in het water
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
47
NL
Flitser
In de eenvoudig-functie kunt u de flitserfunctie selecteren met .
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Eenvoudig-functie) t [OK]
3 t [Flitser] t gewenste functie
Autom. De flitser gaat af bij opnemen onder zwakke
belichtingsomstandigheden en met tegenlicht.
Uit De flitser gaat niet af.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
48
NL
Zelfontsp.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Zelfontsp.) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
Tijdens het opnemen van bewegende beelden, zijn [Zelfportret één persoon] en [Zelfportret twee
personen] niet beschikbaar.
De zelfontspanner werkt niet tijdens opnemen in de functie intelligente panorama door beweging.
(Uit) Hiermee kunt u het gebruik van de zelfontspanner uitschakelen.
(10 sec) Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
10 seconden.
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje
en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen.
Raak aan om te annuleren.
(2 sec) Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
2 seconden.
(Zelfportret
één persoon)
Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op de zelfportrettimer.
Nadat de camera het opgegeven aantal gezichten heeft herkend
klinkt een pieptoon, waarna de sluiter 2 seconden later wordt
ontspannen. Beweeg de camera niet gedurende deze korte tijd.
(Zelfportret
twee personen)
Opmerkingen
zAutomatisch opnemen met de zelfportrettimer
Richt de lens op uzelf zodat uw gezicht wordt weergegeven op het LCD-scherm. De camera
herkent de onderwerpen en ontspant de sluiter. De camera bepaalt zelf de optimale
samenstelling van het beeld en voorkomt dat een half gezicht aan de rand van het beeld
wordt opgenomen.
U kunt ook een beeld opnemen door tijdens deze bediening op de
ontspanknop te drukken.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
49
NL
zTips om wazige beelden te voorkomen
Als uw handen of lichaam beweegt terwijl u de camera vasthoud en op de ontspanknop
drukt, zal "camerabeweging" optreden. Camerabeweging treedt vaak op bij zwakke
belichting of lange sluitertijden, zoals die optreden wanneer (Schemer-portret) of
(Schemer) is gekozen als de scènekeuzefunctie. In dergelijke gevallen houdt u bij het
opnemen de onderstaande tips in gedachten.
Neem op met een zelfontspanner met een
vertraging van 2 seconden en stabiliseer de camera
door uw armen stevig tegen uw zij te drukken
nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt.
Gebruik een statief of plaats de camera op een
vlakke ondergrond zodat de camera stevig staat.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
50
NL
Zelfontsp.
In de eenvoudig-functie kunt u de zelfontspannerinstelling selecteren met .
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Eenvoudig-functie) t [OK]
3 t [Zelfontsp.] t gewenste functie
Uit Hiermee kunt u het gebruik van de zelfontspanner uitschakelen.
Aan Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
10 seconden.
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje
en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen.
Raak aan om te annuleren.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
51
NL
Opnamerichting
Stel de richting van het pannen van de camera in wanneer u beelden opneemt met intelligente
panorama door beweging.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (iPanorama door
beweging)
3 (Opnamerichting) t gewenste richting
(Naar rechts)
Pannen van links naar rechts.
(Naar links)
Pannen van rechts naar links.
(Naar boven)
Pannen van beneden naar boven.
(Naar
beneden)
Pannen van boven naar beneden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
52
NL
Beeldformaat
Het beeldformaat bepaalt de grootte van het beeldbestand dat wordt opgenomen wanneer u een
beeld opneemt.
Hoe groter het beeldformaat, hoe nauwkeuriger de gereproduceerde details bij het afdrukken op
een groot papierformaat. Hoe kleiner het beeldformaat, hoe meer beelden opgenomen kunnen
worden.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Beeldformaat) t gewenst formaat
Afhankelijk van de opnamefunctie wordt dit ingesteld met
behulp van de toetsen afgebeeld aan de linkerkant van het
scherm.
Als u stilstaande beelden afdrukt die zijn opgenomen in de beeldverhouding 16:9, kunnen beide
zijranden worden afgeknipt.
Bij opname van stilstaande beelden
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik LCD-scherm
(3648×2736) Voor afdrukken tot max. A3+-formaat
De beelden worden
weergegeven in de
beeldverhouding 4:3.
(2592×1944) Voor afdrukken vanaf 10 × 15 cm tot
max. A4-formaat
(640×480) Voor e-mailbijlagen
(3648×2056) Voor weergeven op een high-
definitiontelevisie en afdrukken tot A4
De beelden vullen het
gehele scherm.
(1920×1080) Voor weergeven op een high-
definitiontelevisie
Opmerking
In de eenvoudig-functie
Groot De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [10M].
Klein De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [5M].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
53
NL
Hoe groter het bewegend-beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. Hoe groter de hoeveelheid
gegevens die per seconde worden vastgelegd (gemiddelde bitsnelheid), hoe vloeiender het
weergavebeeld.
De bewegende beelden die met deze camera worden opgenomen, worden opgenomen in MPEG-
4, ongeveer 30 fps, progressief, AAC- of mp4-formaat.
Een telefotobeeld wordt verkregen wanneer het [VGA]-beeldformaat is geselecteerd voor bewegende
beelden.
Beelden opnemen met de functie intelligente
panorama door beweging
(Standaard)
(Horizontaal: 4912×1080)
(Verticaal: 3424×1920)
Hiermee kunt u beelden opnemen in
standaardformaat.
(Breed)
(Horizontaal: 7152×1080)
(Verticaal: 4912×1920)
Hiermee kunt u beelden opnemen in
breedbeeldformaat.
Bij opname van bewegende beelden
Videoformaat Gemiddelde
bitsnelheid
Aanwijzingen voor gebruik
1280×720 (Fijn) 9 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen in de hoogste beeldkwaliteit,
voor weergave op een high-
definitiontelevisie.
1280×720
(Standaard)
6 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen in de standaard beeldkwaliteit,
voor weergave op een high-
definitiontelevisie.
VGA 3 Mbps Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen die geschikt zijn voor
uploaden naar het web.
Opmerking
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
54
NL
zOver "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt
zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt
of weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 10M
3648 pixels × 2736 pixels = 9.980.928 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Veel pixels
(Hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels
(Lage beeldkwaliteit en klein bestand)
Pixels
Pixel
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
55
NL
Burst
Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, neemt de camera 10 frames achter elkaar op in één burst.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Burst) t gewenste functie
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
De burst-functie is niet beschikbaar in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
In de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
In de eenvoudig-functie
De flitser wordt ingesteld op [Uit].
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
Het opname-interval wordt langer afhankelijk van de instelling van het beeldformaat.
[Scherpstellen], [Witbalans] en [EV] worden ingesteld voor het eerste beeld, en deze instellingen worden
ook gebruikt voor de volgende beelden.
Het beeldformaat [VGA] wordt ingesteld tijdens het opnemen in het interne geheugen.
Wanneer er weinig batterijlading is, of wanneer het interne geheugen of de geheugenkaart vol is, stopt de
burst-opname.
In omstandigheden met een lange sluitertijd, kan het aantal burst-opnamen per seconde worden verlaagd.
(Uit) Hiermee wordt een enkel beeld opgenomen.
(Hoog) Hiermee worden achter elkaar tot 10 beelden per seconde
opgenomen.
(Middel) Hiermee worden achter elkaar tot 5 beelden per seconde
opgenomen.
(Laag) Hiermee worden achter elkaar tot 2 beelden per seconde
opgenomen.
Opmerkingen
zOver het vastleggen van de burst-opnamen
Nadat de burst-opnamen zijn gemaakt, worden de opgenomen beelden op het LCD-scherm
weergegeven in frames. Nadat alle beelden in de frames zijn geplaatst, is het opnemen klaar.
U kunt het opnemen stoppen door [Opnemen annuleren] t [OK] aan te raken.
Nadat het opnemen is gestopt, wordt het beeld dat in de index wordt weergegeven en de
beelden die in de beeldbewerking zitten, vastgelegd.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
56
NL
Macro
Gebruik deze instelling om prachtige close-upbeelden op te nemen van kleine onderwerpen
zoals insecten of bloemen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Macro) t gewenste functie
Afhankelijk van de opnamefunctie wordt dit ingesteld met
behulp van de toetsen afgebeeld aan de linkerkant van het
scherm.
[Macro] wordt ingesteld op [Autom.] in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
In de eenvoudig-functie
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen]
Merk de volgende punten op bij het gebruik van de Close-scherpstellingsfunctie.
U kunt de scèneherkenningsfunctie of gezichtsherkenningsfuncties niet gebruiken.
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer u de camera uitschakelt of een andere opnamefunctie
selecteert.
De instellingen van de flitserfunctie die u in deze functie kunt gebruiken zijn alleen [Aan] of [Uit].
De snelheid waarmee wordt scherpgesteld wordt lager.
(Autom.) De camera stelt automatisch scherp van ver verwijderde
onderwerpen tot close-ups.
(Superclose-
up)
Gebruik deze functie om van dichtbij op te nemen.
Vergrendeld aan de W-kant: Ongeveer 1 cm tot 20 cm
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
57
NL
EV
U kunt de belichting handmatig instellen in stapjes van 1/3 EV binnen het bereik van –2,0 EV
t/m +2,0 EV.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (EV)
Afhankelijk van de opnamefunctie wordt dit ingesteld met
behulp van de toetsen afgebeeld aan de linkerkant van het
scherm.
3 Raak / aan om de belichting in te stellen
t [OK].
U kunt de belichting ook instellen door z op de instelbalk aan
te raken en naar rechts of links te slepen.
[EV] is niet beschikbaar in de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR of in de eenvoudig-functie.
Als u een onderwerp opneemt onder extreem heldere of donkere omstandigheden, of als u de flitser
gebruikt, is het mogelijk dat de belichtingsinstelling niet effectief is.
Opmerkingen
zDe belichting instellen voor mooiere beelden
Overbelicht = te veel licht
Te licht beeld
Lagere EV-instelling –
Juiste belichting
Hogere EV-instelling +
Onderbelicht = te weinig licht
Te donker beeld
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
58
NL
ISO
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen wanneer de camera in de automatische
programmafunctie staat of wanneer de scènekeuze is ingesteld op (Onderwater).
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (ISO) t gewenst nummer
U kunt alleen [ISO AUTO] en [ISO 125] tot en met [ISO 800] selecteren wanneer de opnamefunctie is
ingesteld op de burst-functie.
(Autom.) Stelt de ISO-gevoeligheid automatisch in.
///
//
U kunt voorkomen dat beelden opgenomen op donkere plaatsen of
van bewegende onderwerpen wazig worden door de ISO-
gevoeligheid te verhogen (een hogere waarde in te stellen).
Opmerking
zISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen-
belichtingsindex)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia die gebruik maken van een
beeldsensor die het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de
beelden verschillend zijn afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen, door een
kortere sluitertijd in te stellen om wazige beelden te voorkomen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder
worden.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
59
NL
zTips om wazige beelden te voorkomen
Ondanks dat de camera stil wordt gehouden, kan het onderwerp bewegen tijdens de
belichtingstijd nadat op de ontspanknop is gedrukt, waardoor het onderwerp wazig wordt
opgenomen. De camerabewegingen worden automatisch verminderd, echter, deze functie
kan niet de onderwerpbewegingen effectief verminderen.
Onderwerpbeweging treedt vaak op bij zwakke belichting of lange sluitertijden. In
dergelijke gevallen houdt u bij het opnemen de onderstaande tips in gedachten.
Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om de
sluitertijd korter te maken, en druk op de
ontspanknop voordat het onderwerp beweegt.
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de
scènekeuzefunctie.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
60
NL
Witbalans
Hiermee kunt u de kleurtinten instellen overeenkomstig het omgevingslicht. Gebruik deze
functie als de beeldkleuren onnatuurlijk lijken.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Witbalans)
3 Raak de gewenste functie aan t [OK]
(Autom.) Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld zodat de kleuren
natuurlijk lijken.
(Daglicht) Hiermee wordt gecompenseerd voor omstandigheden buitenshuis
op een mooie dag, avondscènes, nachtscènes, neonreclame,
vuurwerk, enz.
(Bewolkt) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of een
schaduwrijke plaats.
(Fluorescerend
Witbalans 1)
(Fluorescerend
Witbalans 2)
(Fluorescerend
Witbalans 3)
[Fluorescerend Witbalans 1]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend Witbalans 2]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
natuurlijk witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend Witbalans 3]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
dagwitte, fluorescerende verlichting.
n (Gloeilamp) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een gloeilamp
of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
(Flitser) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
(1× drukken) Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de lichtbron.
De witte kleur die is opgeslagen in de functie [1× druk.inst.], wordt
de basiswitkleur. Gebruik deze functie wanneer de kleur niet goed
kan worden ingesteld in [Autom.] of in de andere functies.
(1×
druk.inst.)
Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt
in de functie [1× drukken].
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
61
NL
[Witbalans] is niet beschikbaar in de volgende situaties:
In de intelligente automatische instelfunctie
In de eenvoudig-functie
Wanneer [Flitser] is ingesteld op [Aan] in de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR, is [Witbalans] niet
beschikbaar.
[Flitser] van [Witbalans] is niet beschikbaar in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
Als de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Hoge gevoeligheid)
Onder fluorescerende verlichting die flikkert, is het mogelijk dat de witbalans niet correct functioneert,
ondanks dat u [Fluorescerend Witbalans 1], [Fluorescerend Witbalans 2] of [Fluorescerend Witbalans 3]
hebt ingesteld.
Bij het opnemen met de flitser ingesteld op een andere instelling dan [Flitser], wordt de [Witbalans]
ingesteld op [Autom.].
Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op [Aan] of [Lgz synchro], kan de witbalans alleen worden ingesteld
op [Autom.], [Flitser], [1× drukken] of [1× druk.inst.].
[1× druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser.
1 Richt de lens op een wit voorwerp, zoals een vel papier, dat het hele
scherm vult onder dezelfde belichtingsomstandigheden waaronder u het
onderwerp gaat opnemen.
2 t (Witbalans) t [1× druk.inst.] t [Vastleggn.]
Het scherm wordt een moment zwart en nadat de witbalans is ingesteld en in het geheugen is
opgeslagen, wordt het scherm voor opnemen weer afgebeeld.
Als tijdens het opnemen de indicator knippert, is de witbalans niet ingesteld of kan niet worden
ingesteld. Gebruik de automatische witbalans.
Beweeg de camera niet en stoot er niet tegen terwijl [1× druk.inst.] wordt uitgevoerd.
Als de flitsfunctie is ingesteld op [Aan] of [Lgz synchro], wordt de witbalans ingesteld op de toestand
waarin de flitser afgaat.
De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden
afzonderlijk opgeslagen.
Opmerkingen
De basiswitkleur opslaan in de functie
[1× druk.inst.]
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
62
NL
zEffecten van de belichtingsomstandigheden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de
belichtingsomstandigheden.
De kleurtinten worden automatisch ingesteld, maar u kunt de kleurtinten ook handmatig
instellen met behulp van de witbalansfunctie.
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Eigenschappen
van het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
63
NL
Witbalans onderwater
U kunt de kleurtinten instellen wanneer de camera is ingesteld op de scènekeuzefunctie
(Onderwater) of op de (Onderwater) functie van [Scène bew. bldn. opnemen].
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Witbalans onderwater)
3 Gewenste functie t [OK]
Afhankelijk van de kleur van het water is het mogelijk dat de witbalans onderwater niet goed werkt
ondanks dat u [Onderwater 1] of [Onderwater 2] hebt ingesteld.
Als de flitserfunctie is ingesteld op [Aan], kan de onderwaterwitbalans alleen worden ingesteld op
[Autom.], [1× drukken] of [1× druk.inst.].
[1× druk.inst.] kan niet worden geselecteerd tijdens het opladen van de flitser.
De witreferenties die worden geladen tijdens gebruik van [Witbalans] en [Witbalans onderwater] worden
afzonderlijk opgeslagen.
(Autom.) Hiermee stelt u automatisch de kleurtinten in voor onderwater-
omstandigheden zodat de kleuren natuurlijk lijken.
(Onderwater 1) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat blauw
onderwater sterker is.
(Onderwater 2) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat groen
onderwater sterker is.
(1× drukken) Hiermee wordt de witbalans ingesteld afhankelijk van de
lichtbron. De witte kleur die is opgeslagen in de functie
[1× druk.inst.], wordt de basiswitkleur. Gebruik deze functie
wanneer de kleur niet goed kan worden ingesteld in [Autom.] of in
de andere functies.
(1× druk.inst.) Hiermee wordt de basiswitkleur vastgelegd, welke wordt gebruikt
in de functie [1× drukken] (pagina 61).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
64
NL
Scherpstellen
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
AF is de afkorting van "Auto Focus" (automatische scherpstelling), een functie die het beeld
automatisch scherpstelt.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Scherpstellen) t gewenste
functie
(Multi-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in alle bereiken van het
zoekerframe.
Als u in de stilstaand-beeldopnamefunctie
de ontspanknop tot halverwege indrukt,
wordt een groen kader afgebeeld rondom het
gebied waarop is scherpgesteld.
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de
automatische scherpstelling met voorrang voor gezichten.
Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Onderwater), wordt
met het scherpstellen rekening gehouden met het feit dat onderwater
wordt opgenomen. Nadat is scherpgesteld terwijl de ontspanknop tot
halverwege is ingedrukt, wordt een groot, groen kader afgebeeld.
(Midden-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in het midden van het
zoekerframe. Door tezamen met de AF-
vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u
het beeld naar wens samenstellen.
(Punt-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een extreem klein onderwerp of een smal
gebied. Door tezamen met de AF-
vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u
het beeld naar wens samenstellen. Houd de
camera stil zodat het onderwerp niet uit het
AF-bereikzoekerframe raakt.
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
65
NL
Als u de [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, is de instelling van het AF-bereikzoekerframe
uitgeschakeld en wordt het AF-bereikzoekerframe afgebeeld met een stippellijn. In dit geval zal de
camera scherpstellen op de onderwerpen rondom het midden van het scherm.
Als u de scherpstellingsfunctie instelt op iets anders dan [Multi-AF], ligt [Gezichtsherkenning] vast op
[Na aanraken].
[Scherpstellen] wordt ingesteld op [Multi-AF] in de volgende situaties:
In de intelligente automatische instelfunctie
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
In de eenvoudig-functie
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen]
Wanneer u scherpstelt door het LCD-scherm aan te raken
Opmerkingen
zSnel het onderwerp kiezen dat voorrang moet
krijgen
Door het scherm aan te raken wordt een kader afgebeeld,
en door vervolgens de ontspanknop tot halverwege in te
drukken, wordt op het kader scherpgesteld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
66
NL
Lichtmeetfunctie
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Lichtmeetfunctie) t gewenste
functie
Voor het opnemen van bewegende beelden, kan [Punt] niet worden geselecteerd.
[Lichtmeetfunctie] wordt ingesteld op [Multi] in de volgende situaties:
In de intelligente automatische instelfunctie
In de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
In de eenvoudig-functie
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen]
Wanneer u het LCD-scherm aanraakt om scherp te stellen
Als u de lichtmeetfunctie instelt op iets anders dan [Multi], ligt [Gezichtsherkenning] vast op [Na
aanraken].
(Multi) Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt
op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera bepaalt een
goed afgewogen belichting (lichtmeting met meerdere patronen).
(Midden) Hiermee wordt het midden van het beeld gemeten en wordt de
belichting bepaald aan de hand van de helderheid van dat deel van
het onderwerp (lichtmeting met nadruk op het midden).
(Punt) Hiermee wordt slechts een deel van het
onderwerp gemeten (puntlichtmeting).
Deze functie is handig wanneer het
onderwerp van achteren wordt belicht
of wanneer er een sterk contrast is
tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Opmerkingen
Dradenkruis van de
puntlichtmeetfunctie
Plaats dit op het onderwerp
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
67
NL
Scèneherkenning
De camera herkent de opnameomstandigheden automatisch en maakt vervolgens de opname.
Wanneer een beweging wordt vastgesteld, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd overeenkomstig
de beweging om onderwerpbewegingen te verminderen (bewegingherkenning).
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Slim automatisch
instellen)
3 t (Scèneherkenning) t gewenste
functie
(Autom.) Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de
optimale instellingen gemaakt en het beeld opgenomen.
(Geavanceerd)
Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de
optimale instellingen gemaakt. Wanneer de camera (Schemer),
(Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht) herkent,
verandert deze automatisch de instellingen en neemt nog een beeld
op.
Wanneer u twee beelden achter elkaar opneemt, wordt het + teken op het
pictogram groen.
Wanneer twee frames worden opgenomen, worden de twee beelden
onmiddellijk na de opname naast elkaar weergegeven.
Wanneer [Dichte-ogenvermindering] wordt afgebeeld, worden
automatisch 2 beelden opgenomen en wordt het beeld waarop het
onderwerp de ogen open heeft automatisch geselecteerd. Voor meer
informatie over de dichte-ogenverminderingsfunctie, zie "Wat is de
dichte-ogenverminderingsfunctie?".
Voorbeeld van een
beeld wanneer
(Tegenlichtopname)
is ingeschakeld.
Pictogram van de scèneherkenning en
gids
De camera herkent de volgende soorten
scènes. Nadat de camera de optimale scène
heeft bepaald, worden het bijbehorende
pictogram en de gids afgebeeld.
(Schemer), (Schemer-portret),
(Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met
tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Superclose-up), (Portretopname)
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
68
NL
De scèneherkenningsfunctie werkt niet wanneer u beelden opneemt in de digitale-zoomfunctie.
[Scèneherkenning] wordt ingesteld op [Autom.] in de volgende situaties:
Tijdens opnemen in de Burst-functie
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen]
De beschikbare flitserinstellingen zijn [Autom.] en [Uit].
(Schemeropn. met statief-)scènes worden soms niet herkend in een omgeving waarin trillingen
worden doorgegeven aan de camera ondanks dat deze op een statief is bevestigd.
Soms wordt een lange sluitertijd gebruikt als een scène wordt herkend als een
(Schemeropn. met
statief-)scène. Houd de camera stil tijdens het maken van de opname.
Het pictogram van de scèneherkenning wordt afgebeeld ongeacht de [Scherminstellingen].
Mogelijk worden deze scènes niet herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
Opmerkingen
zTwee beelden met verschillende instellingen
opnemen en de beste kiezen (geavanceerde
functie)
In de [Geavanceerd] functie, neemt de camera twee beelden achter elkaar op met
verschillende instellingen wanneer de camera (Schemer), (Schemer-portret),
(Schemeropn. met statief), (Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht)
scènes herkent die wazig dreigen te worden.
U kunt het beste beeld kiezen uit de twee opgenomen beelden.
* Wanneer de flitser is ingesteld op [Autom.].
Eerste beeld* Tweede beeld
Opname met langzame-flitssynchronisatie Opname met verhoogde gevoeligheid en
verminderde camerabewegingen
Opname met langzame-flitssynchronisatie
en het gezicht dat door de flitser wordt
verlicht als richtlijn
Opname met verhoogde gevoeligheid, het gezicht
dat door de flitser wordt verlicht als richtlijn, en
verminderde camerabewegingen
Opname met langzame-flitssynchronisatie Opname met een nog langere sluitertijd zonder
verhoogde gevoeligheid
Opname met de flitser Opname met de helderheid en het contrast van de
achtergrond ingesteld
Opname met het gezicht dat door de flitser
wordt verlicht als richtlijn
Opname met de helderheid en het contrast van
het gezicht en de achtergrond ingesteld
zWat is de dichte-ogenverminderingsfunctie?
Indien ingesteld op [Geavanceerd], neemt de camera automatisch twee beelden achter
elkaar* op wanneer deze (Portretopname) herkent. De camera zal automatisch het beeld
selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp niet knipperen. Als
op beide beelden het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen
gedetecteerd" afgebeeld.
* behalve wanneer de flitser afgaat of wanneer de sluitertijd lang is
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
69
NL
Gezichtsherkenning
Met deze instelling herkent de camera de gezichten van uw onderwerpen en stelt automatisch de
scherpstelling, flitser, belichting, witbalans en rode-ogeneffectvermindering in.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Gezichtsherkenning) t
gewenste functie
[Gezichtsherkenning] is niet beschikbaar in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de eenvoudig-functie
[Na aanraken] is niet beschikbaar wanneer [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of
[Zelfportret twee personen].
U kunt [Gezichtsherkenning] alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Multi-
AF] en de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi].
De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie.
Maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend.
Afhankelijk van de omstandigheden is het mogelijk dat de gezichten van kinderen en volwassenen niet
juist worden herkend.
Tijdens het opnemen in de lach-sluiterfunctie, wordt [Gezichtsherkenning] automatisch ingesteld op
[Autom.], ook als dit ingesteld is op [Na aanraken].
(Na aanraken) Herkent een gezicht wanneer een gebied met een gezicht wordt
aangeraakt op het scherm.
(Autom.) Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch moet
scherpstellen.
(Voorkeur
voor kinderen)
Herkent de gezichten van kinderen en neemt deze met voorrang
op.
(Voorkeur
voor
volwassenen)
Herkent de gezichten van volwassenen en neemt deze met
voorrang op.
Opmerkingen
Gezichtsherkenningskader (wit)
Gezichtsherkenningskader (oranje)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, beoordeelt de camera welke het
primaire gezicht is en stelt daarop scherp. Het gezichtsherkenningskader rond het
hoofdonderwerp is oranje. Het gezichtsherkenningskader waarop wordt scherpgesteld
wordt groen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
70
NL
zHet gezicht met voorrang registreren (geselecteerd-
gezichtgeheugen)
Normaal gesproken selecteert de camera automatisch het gezicht waarop wordt
scherpgesteld aan de hand van de [Gezichtsherkenning]-instelling, maar u kunt ook zelf een
gezicht selecteren en registreren dat voorrang moet krijgen.
Als u de accu uit de camera haalt, wordt de registratie van het gezicht met voorrang teruggesteld.
Als het geregistreerde gezicht zich buiten het LCD-scherm beweegt, keert de camera terug naar de
instelling geselecteerd door [Gezichtsherkenning]. Wanneer het geregistreerde gezicht weer binnen
het LCD-scherm terugkeert, stelt de camera scherp op het geregistreerde gezicht.
Het kan onmogelijk zijn het geregistreerde gezicht juist te herkennen afhankelijk van de helderheid
van de omgeving, de haardracht van het onderwerp, enz. In dat geval registreert u het gezicht
opnieuw onder dezelfde omstandigheden waarin het beeld zal worden opgenomen.
Wanneer de lach-sluiterfunctie wordt gebruikt terwijl een gezichtsherkenningskader is
geregistreerd, wordt de lach-herkenning alleen uitgevoerd voor het geregistreerde gezicht.
In de eenvoudig-functie of wanneer [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of
[Zelfportret twee personen], kan het gezicht dat voorrang moet krijgen niet worden geregistreerd.
1Raak een gezicht aan dat u wilt registreren als het gezicht met
voorrang tijdens de gezichtsherkenning.
Het geselecteerde gezicht wordt geregistreerd als het gezicht
met voorrang en het kader verandert in een oranje kader .
2Iedere keer wanneer u een ander gezicht aanraakt, wordt dat
gezicht geregistreerd als het gezicht met voorrang.
3Raak aan om het registreren van gezichten uit te
schakelen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
71
NL
Dichte-ogenvermindering
Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Soft Snap) terwijl een opname wordt
gemaakt, neemt de camera automatisch twee beelden achter elkaar op. De camera zal
automatisch het beeld selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp
niet knipperen.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 (Opn.functie) t (Scènekeuze) t
(Soft Snap)
3 t (Dichte-ogenvermindering) t
gewenste functie
De dichte-ogenverminderingsfunctie werkt niet in de volgende situaties:
Tijdens het gebruik van de flitser
Tijdens opnemen in de Burst-functie
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie niet werkt
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Soms werkt de dichte-ogenverminderingsfunctie niet, afhankelijk van de situatie.
Wanneer de dichte-ogenverminderingsfunctie is ingesteld op [Autom.], maar alleen beelden zijn
opgenomen waarop het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd"
afgebeeld op het LCD-scherm. Maak zo nodig de opname opnieuw.
(Autom.) Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de dichte-
ogenverminderingsfunctie zodat beelden worden opgenomen
waarop het onderwerp de ogen open heeft.
(Uit) De dichte-ogenverminderingsfunctie wordt niet gebruikt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
72
NL
Scherminstellingen
U kunt instellen of de bedieningstoetsen worden afgebeeld op het LCD-scherm in de
opnamefunctie.
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2 t (Scherminstellingen) t gewenste
functie
(Aan) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
afbeelden.
(Uit) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
niet afbeelden.
zDe bedieningstoetsen afbeelden wanneer
[Scherminstellingen] is ingesteld op [Uit]
Raak de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar
rechts om de bedieningstoetsen af te beelden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
73
NL
Eenvoudig-functie
Als u in de eenvoudig-functie stilstaande beelden weergeeft, wordt de tekst op het
weergavescherm groter, zijn de indicators gemakkelijker te zien, en kunnen minder functies
worden gebruikt.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Eenvoudig-functie) t [OK]
De batterijlading wordt sneller opgebruikt omdat de helderheid van het scherm automatisch toeneemt.
De opnamefunctie verandert bovendien naar [Eenvoudig-functie].
Opmerkingen
zBeschikbare functies in de eenvoudig-functie
(weergeven)
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, is [Weergavefunctie] ingesteld op
[Datumweergave].
(Wissen) : Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld
wissen.
(Zoom) : Hiermee kunt u het weergegeven beeld
vergroten.
Veeg met uw vinger omhoog, omlaag, naar rechts of
naar links, of raak /// aan om de zoompositie te
veranderen. Raak / aan om de zoomvergroting te
veranderen.
:
Raak [Enkel beeld wissen] aan om het huidig weergegeven
beeld te wissen.
Raak [Alle beelden wissen] aan om alle beelden in dat
datumbereik of die map te wissen.
Raak [Eenvoudig-functie verlaten] aan om de eenvoudig-
functie te verlaten.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
74
NL
Kalender
U kunt in de datumweergave de datum op de kalender selecteren die moet worden weergegeven.
Stap 2 is overbodig wanneer [Datumweergave] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t
(Datumweergave)
3 Raak (Kalender) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
4 Selecteer de maand die u wilt weergeven met
/ en raak daarna de gewenste datum aan.
Veeg omhoog of omlaag over de miniaturen van de beelden
van de geselecteerde datum om de pagina te veranderen. Raak
een beeld aan om terug te keren naar het
enkelbeeldweergavescherm van dat beeld.
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
Beelden van de geselecteerde
datum
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
75
NL
Beeldindex
U kunt meerdere beelden tegelijkertijd weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak (Beeldindex) aan.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
3 Raak het scherm aan en veeg omhoog of omlaag
om de pagina te veranderen.
Raak een beeld op het indexweergavescherm aan om terug te
keren naar het enkelbeeldweergavescherm van dat beeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
76
NL
Diavoorstelling
De beelden worden automatisch achter elkaar weergegeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Raak (Diavoorstelling) aan t gewenste
functie.
Als de toetsen niet worden afgebeeld aan de linkerkant van het
LCD-scherm, raakt u aan.
1 Selecteer het beeld om de weergave te starten.
2 Raak (Diavoorstelling) t [Continue weergave] aan.
3 Om de continue weergave te stoppen, raakt u eerst het LCD-scherm aan
en raakt u daarna [Continue weergave verlaten] aan.
Raak / aan op het LCD-scherm om het volumeniveau bij de bewegende beelden in te stellen.
Als [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], wordt alleen het hoofdbeeld
weergegeven.
Als u de [Continue weergave] start terwijl het laatste beeld op het scherm wordt weergegeven, stopt de
weergave nadat dat beeld is weergegeven.
(Continue
weergave)
Geeft alle beelden opeenvolgend weer vanaf het weergegeven
beeld tot en met het allerlaatste beeld.
(Diavoorstelling
met muziek)
Geeft de stilstaande beelden achter elkaar weer tezamen met
effecten en muziek.
Continue weergave
Opmerkingen
zPanoramabeelden bekijken tijdens continue
weergave
Het gehele panoramabeeld wordt gedurende 3 seconden weergegeven.
U kunt een panoramabeeld voorbij laten lopen door aan te raken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
77
NL
1 Raak (Diavoorstelling) t [Diavoorstelling met muziek] aan.
2 Raak de gewenste functie t [Start] aan.
3 Om de diavoorstelling te beëindigen, raakt u het scherm aan en raakt u
daarna [Diavoorstelling verlaten] aan.
[Diavoorstelling met muziek] is niet beschikbaar voor panoramabeelden en bewegende beelden.
[Beeld] ligt vast [Map] op wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
Als [Burstgroep weergeven] is ingesteld op [Alleen hoofdbld. weergeven], worden de burst-beelden als
volgt weergegeven.
Als [Effecten] is ingesteld op [Simpel], wordt alleen het hoofdbeeld weergegeven.
Als [Effecten] is ingesteld op iets anders dan [Simpel] en er twee of minder burst-beelden zijn, wordt
alleen het hoofdbeeld weergegeven.
Als [Effecten] is ingesteld op iets anders dan [Simpel] en er drie of meer burst-beelden zijn, worden
drie beelden weergegeven, inclusief het hoofdbeeld.
Diavoorstelling met muziek
Opmerking
Beeld
U kunt de groep beelden selecteren die moet worden vertoond. Deze instelling ligt vast op
[Map] wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
Alle beelden Geeft een diavoorstelling weer van alle stilstaande beelden op
volgorde.
Deze datum Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden binnen
het huidig geselecteerde datumbereik in het geval de
weergavefunctie (Datumweergave) is.
Map Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden in de
huidig geselecteerde map in de mapweergavefunctie.
Opmerking
Effecten
U kunt de weergavesnelheid en atmosfeer van de diavoorstelling selecteren.
Simpel Een eenvoudige diavoorstelling met een vooraf ingesteld interval
tussen de stilstaande beelden.
Het weergave-interval is instelbaar bij [Interval] zodat u volledig
kunt genieten van uw beelden.
Nostalgisch Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène
oproept.
Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige snelheid
uitgevoerd wordt.
Actief Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes.
Opmerking
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
78
NL
Muziek
U kunt de muziek instellen die tijdens de diavoorstelling moet worden afgespeeld. U kunt
meer dan één track voor achtergrondmuziek selecteren. Raak aan om te luisteren naar
iedere achtergrondmuziek. Raak / aan om het volumeniveau van de achtergrondmuziek in
te stellen.
Music1 De standaardinstelling voor een [Simpel]-diavoorstelling.
Music2 De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]-diavoorstelling.
Music3 De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling.
Music4 De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling.
Geen geluid Hiermee wordt de achtergrondmuziek niet gebruikt.
Interval
U kunt het interval instellen waarmee de dia’s moeten worden verwisseld. De instelling ligt
vast op [Autom.] wanneer [Simpel] niet is geselecteerd bij [Effecten].
1 sec Hiermee stelt u het weergave-interval in van beelden voor een
diavoorstelling met effectinstelling [Simpel].
3 sec
5 sec
10 sec
Autom. Hiermee wordt het interval zodanig ingesteld dat het geschikt is
voor het geselecteerde onderdeel bij [Effecten].
Herhalen
U kunt het herhalen van de diavoorstelling in- of uitschakelen.
Aan Hiermee geeft u de beelden weer in een continu herhaalde
weergave.
Uit Hiermee eindigt de diavoorstelling nadat alle beelden eenmaal zijn
weergegeven.
zDe achtergrondmuziek selecteren
U kunt een gewenst muziekstuk kopiëren vanaf een cd of MP3-bestand naar de camera om
af te spelen tijdens een diavoorstelling. Om muziek te kunnen kopiëren, installeert u eerst
het softwareprogramma "Music Transfer" (bijgeleverd) op uw computer. Voor meer
informatie, zie de pagina’s 126 en 127.
U kunt maximaal vier muziekstukken kopiëren naar de camera (de 4 vooraf ingestelde
muziekstukken (Music1 t/m Music4) kunnen worden vervangen door de gekopieerde
muziekstukken).
De maximumlengte van ieder muziekbestand dat door de camera kan worden afgespeeld, is
ongeveer 5 minuten.
Als u een muziekbestand niet kunt weergeven als gevolg van beschadiging of ander defect van het
bestand, voert u [Format. muz.] (pagina 111) uit en brengt u de muziekbestanden nogmaals over
naar de camera.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
79
NL
Wissen
U kunt ongewenste beelden selecteren om te wissen.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 (Wissen) t gewenste functie
Bij gebruik van het interne geheugen, geeft de camera beelden weer in de mapweergave, en worden de
stilstaande en bewegende beelden afgebeeld in dezelfde map.
(Alle behalve dit beeld) Hiermee kunt u de beelden in de burst-groep, behalve het
geselecteerde beeld, wissen in de burst-groep-
weergavefunctie.
Na stap 2, raak [OK] aan.
(Alles in deze groep) Hiermee wist u alle beelden in de geselecteerde burst-
groep tegelijkertijd.
Na stap 2, raak [OK] aan.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie wissen.
(Meerdere beelden) Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te wissen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
1Raak het beeld aan dat u wilt wissen.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden
meer wilt wissen. Raak een beeld met een markering
nogmaals aan om de markering op te heffen.
2Raak [OK] t [OK] aan.
(Alle beelden in
datumbereik)
(Alle in deze map)
Hiermee worden alle beelden in het geselecteerde
datumbereik of map tegelijk gewist.
Na stap 2, raak [OK] aan.
Opmerking
In de eenvoudig-functie
Enkel beeld wissen Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld wissen.
Alle beelden wissen Hiermee worden alle beelden in dat datumbereik of die
map gewist.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
80
NL
zU kunt wisselen tussen de indexweergavefunctie en
de enkelbeeldweergavefunctie tijdens het
selecteren van beelden
Raak aan om terug te keren naar het
enkelbeeldweergavescherm, en raak aan op het
enkelbeeldweergavescherm om terug te keren naar het
indexweergavescherm.
U kunt ook wisselen tussen de indexweergavefunctie en de
enkelbeeldweergavefunctie bij [Beveiligen], [DPOF] en
[Afdrukken].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
81
NL
Kleuren
U kunt tekenen of stempelen op een stilstaand beeld en het opslaan als een nieuw bestand.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Kleuren)
Als het interne geheugen wordt gebruikt, raakt u (Kleuren)
aan de linkerkant van het LCD-scherm aan.
3 Teken op het beeld met de tekenpen (bijgeleverd).
4 Raak de
/ toets aan t selecteer het beeldformaat om in op te slaan.
U kunt op panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep en bewegende beelden niet
tekenen of stempelen.
Toets Werking
1 / Opslaan Om het beeld op te slaan in VGA- of 5M-formaat in
het interne geheugen of op een geheugenkaart.
2 Tekenpen Hiermee kunt u tekens of illustraties tekenen.
3 Gum Hiermee kunt u correcties maken.
4 Stempel Hiermee kunt u een stempel op een beeld zetten.
5 / Dikte/Stempels Hiermee kunt u de dikte van de tekenpen of het gum,
of de stempel selecteren.
6 Kleur Hiermee kunt u de kleur selecteren.
7 Verlaten Hiermee kunt u de tekenfunctie verlaten.
8 Lijst Hiermee kunt u een lijst toevoegen.
Kies de gewenste lijst met / .
9 Ongedaan maken Hiermee kunt u de laatste handeling ongedaan maken.
0 Alles wissen Hiermee kunt u alle tekenbewerkingen wissen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
82
NL
Bijwerken
U kunt een opgenomen beeld bijwerken en het bijgewerkte beeld als een nieuw bestand
opnemen.
Het oorspronkelijke beeld blijft behouden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Bijwerken) t gewenste functie
3 Voer het bijwerken uit volgens de
bedieningsmethode van de betreffende functie.
U kunt panoramabeelden, beelden weergegeven in een burst-groep en bewegende beelden niet
bijwerken.
(Trimmen
(formaat wijz.))
Hiermee neemt u het ingezoomde
weergavebeeld op.
Raak / aan t stel het punt in met
v/V/b/B t t selecteer een
beeldformaat om in op te slaan met
/ t t [OK].
De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
Het beeldformaat dat u kunt trimmen kan verschillen afhankelijk van het
beeld.
(Rode-ogen-
correctie)
Hiermee corrigeert u het rode-
ogeneffect dat wordt veroorzaakt
door de flitser.
Nadat het rode-ogeneffect is
gecorrigeerd, raakt u [OK] aan.
Het is mogelijk dat het rode-ogeneffect niet geheel kan worden gecorrigeerd,
afhankelijk van het beeld.
(Onscherpte
repareren)
Hiermee maakt u het beeld
scherper binnen een gekozen
kader.
Raak het gebied (frame) aan van het
gewenste beeld dat u wilt bijwerken
t t [OK].
Afhankelijk van het beeld is het
mogelijk dat niet voldoende
reparatie kan worden verkregen en
de beeldkwaliteit verslechtert.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
83
NL
Weergavefunctie
U kunt de schermindeling selecteren voor het weergeven van beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t gewenste
functie
Bij gebruik van het interne geheugen, wordt een mapweergave gebruikt waarbij stilstaande en
bewegende beelden in dezelfde map worden afgebeeld.
Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera.
(Datumweergave)
Geeft beelden op datum weer.
(Mapweergave
(stilstaand))
Hiermee geeft u stilstaande beelden weer.
(Mapweergave
(bewegend))
Hiermee kunt u bewegende beelden weergeven.
Opmerkingen
zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een
andere camera
Deze camera maakt een beelddatabasebestand aan op de geheugenkaart voor het opnemen
en weergeven van de beelden. Als de camera beelden tegenkomt die niet zijn geregistreerd
in het beelddatabasebestand op de geheugenkaart, wordt een registratiescherm afgebeeld
met de mededeling "Niet-herkende bestanden gevonden Bestanden importeren". Om niet-
geregistreerde beelden weer te geven, registreert u deze eerst door [OK] te selecteren.
Gebruik voor het registreren van beelden een voldoende opgeladen accu. Als een accu met weinig
lading wordt gebruikt, kan het onmogelijk zijn om de gegevens te registreren of kunnen de gegevens
beschadigd raken in het geval de acculading opraakt.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
84
NL
Burstgroep weergeven
U kunt selecteren of de burst-beelden in groepen weer te geven of alle beelden tijdens weergave
af te beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t
(Datumweergave)
3 t (Burstgroep weergeven) t
gewenste functie
(Alleen
hoofdbld.
weergeven)
Hiermee kunt u de burst-beelden groeperen en vervolgens
alleen de hoofdbeelden weergeven.
Als gezichtsherkenning wordt gebruikt in de burst-functie, beslist de
camera wat het optimale beeld is en geeft dit weer als het
hoofdbeeld. Als gezichtsherkenning niet wordt gebruikt, wordt het
eerste beeld van de burst-groep weergegeven als het hoofdbeeld.
(Alles
weergeven)
Hiermee worden alle burst-beelden tegelijkertijd weergegeven.
zGegroepeerde burst-beelden naast elkaar
weergeven
Alleen de hoofdbeelden worden weergegeven als [Alleen hoofdbld. weergeven] is
ingesteld. U kunt een reeks beelden weergeven door de onderstaande procedure te volgen.
1Geef het hoofdbeeld weer in de weergavefunctie en raak het aan.
De miniatuurbeeldweergave wordt afgebeeld.
2Raak / aan om het gewenste beeld weer te geven.
U kunt het beeld ook weergeven door het miniatuurbeeld langs de onderkant van het LCD-
scherm aan te raken.
3Het scherm verandert tussen de enkelbeeldweergave en de miniatuurbeeldweergave
iedere keer dat het scherm wordt aangeraakt.
4Raak aan om de functie te annuleren.
Dit beeld wordt erboven
weergegeven
MiniatuurbeeldweergaveHoofdbeeld Enkelbeeldweergave
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
85
NL
Beveiligen
U kunt opgenomen beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Het merkteken wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Beveiligen) t gewenste functie
Bij gebruik van het interne geheugen, wordt een mapweergave gebruikt waarbij stilstaande en
bewegende beelden in dezelfde map worden afgebeeld.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie beveiligen.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te beveiligen.
Na stap 2, doet u het volgende.
1Selecteer een beeld dat u wilt beveiligen, en raak het aan.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
beveiligen. Raak een beeld met een markering nogmaals aan
om de markering op te heffen.
2Raak [OK] t [OK] aan.
(Alle in
datumbereik
instellen)
Hiermee worden alle beelden in het datumbereik of map beveiligd.
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in deze
map selecteren)
(Alle in
datumbereik verw.)
Hiermee worden alle beelden in het datumbereik of map
ontgrendeld.
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in deze
map verwijdern.)
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
86
NL
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u beelden op de geheugenkaart kunt
registreren die u later wilt afdrukken.
De -afdrukmarkering wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t t gewenste functie
De -afdrukmarkering kan niet worden aangebracht op bewegende beelden of op beelden in het
interne geheugen.
U kunt de -afdrukmarkering aanbrengen op maximaal 999 beelden.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie registreren voor afdrukken.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te registreren voor
afdrukken.
Na stap 2, doet u het volgende.
1Selecteer een beeld dat u wilt afdrukken, en raak het aan.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
registreren. Raak een beeld met een markering nogmaals aan
om de markering op te heffen.
2Raak [OK] t [OK] aan.
(Alle in
datumbereik
instellen)
Hiermee kunt u een afdrukmarkering op alle beelden in het
datumbereik of in de map aanbrengen.
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in deze
map selecteren)
(Alle in
datumbereik verw.)
Hiermee kunt u de afdrukmarkering op alle beelden in het
datumbereik of in de map annuleren.
Raak [OK] aan na stap 2.
(Alle in deze
map verwijdern.)
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
87
NL
Roteren
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren. Gebruik deze functie om een beeld met een
horizontale oriëntatie, verticaal weer te geven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Roteren)
3 / t [OK]
U kunt bewegende beelden, beelden weergegeven in een burst-groep en beveiligde stilstaande beelden
niet roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
88
NL
Volume-instellingen
Met deze instelling kunt u het volumeniveau van diavoorstellingen en de weergave van
bewegende beelden instellen.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Volume-instellingen)
3 Stel het volumeniveau in door / t
aan te raken.
U kunt het volumeniveau ook instellen door z op de
instelbalk aan te raken en naar rechts of links te slepen.
zHet volume instellen tijdens weergave van
bewegende beelden of een diavoorstelling
Bewegende
beelden:
Raak het LCD-scherm aan om de bedieningstoetsen af te beelden, en
raak daarna en vervolgens / aan om het volumeniveau in te
stellen.
Diavoorstelling: Raak het scherm aan om het volume-instelscherm af te beelden, en
raak daarna de / toetsen aan om het volumeniveau in te stellen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
89
NL
Scherminstellingen
U kunt instellen of de bedieningstoetsen worden afgebeeld op het LCD-scherm in de
weergavefunctie.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Scherminstellingen) t gewenste
functie
(Aan) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
afbeelden.
(Uit) Hiermee kunt u de bedieningstoetsen
niet afbeelden.
zDe bedieningstoetsen afbeelden wanneer
[Scherminstellingen] is ingesteld op [Uit]
Raak de linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar
rechts om de bedieningstoetsen af te beelden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
90
NL
Belichtingsgegevens
U kunt instellen of de opnamegegevens van het huidig weergegeven bestand worden afgebeeld
of niet.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Belichtingsgegevens) t
gewenste functie
(Aan) Hiermee kunt u de opnamegegevens afbeelden op het LCD-scherm.
(Uit) Hiermee kunt u de opnamegegevens niet afbeelden op het LCD-
scherm.
Belichtingsgegevens
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
91
NL
Beeldindexinstellingen
U kunt het aantal beelden instellen dat op het indexweergavescherm wordt weergegeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Beeldindexinstellingen) t
gewenste functie
(12 per
scherm)
Hiermee kunt u 12 beelden tegelijk weergeven.
(28 per
scherm)
Hiermee kunt u 28 beelden tegelijk weergeven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
92
NL
Map kiezen
Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt op een geheugenkaart, selecteert deze functie de
map waarin het beeld zit dat u wilt weergeven.
Stap 2 is overbodig wanneer [Mapweergave] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 t (Weergavefunctie) t
[Mapweergave (stilstaand)] of [Mapweergave
(bewegend)]
3 t (Map kiezen) t selecteer de map met / t [OK]
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
zBeelden uit meerdere mappen bekijken
Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt en het eerste of laatste beeld in de map wordt
weergegeven, worden de volgende pictogrammen afgebeeld:
: U kunt naar de voorgaande map gaan
: U kunt naar de volgende map gaan
: U kunt naar de voorgaande of volgende mappen gaan
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
93
NL
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in
een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de
ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld.
Op dat moment wordt de indicator afgebeeld.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [AF-verlicht.] t gewenste functie
De camera kan scherpstellen zolang het licht van de AF-verlichting het onderwerp bereikt, ongeacht of
het licht het midden van het onderwerp al of niet kan bereiken.
U kunt de AF-verlichting niet gebruiken wanneer:
U opneemt in de functie intelligente panorama door beweging.
(Landschap), (Schemer), (Huisdieren), (Vuurwerk) of (Korte sluitertijd) is geselecteerd
als de scènekeuzefunctie.
[Behuizing] is ingesteld op [Aan].
[Zelfontsp.] staat in de stand [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen].
Als u de AF-verlichting gebruikt, is het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt met een
stippellijn een nieuw AF-bereikzoekerframe afgebeeld. De automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden.
De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen gezondheidsrisico’s bestaan, mag u
niet van dichtbij rechtstreeks in de AF-verlichtingslamp kijken.
Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
94
NL
Stramienlijn
Met behulp van de rasterlijnen kunt u het onderwerp gemakkelijker in een horizontale/verticale
stand brengen.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Stramienlijn] t gewenste functie
Aan Beeldt de rasterlijnen af. De rasterlijnen worden niet opgenomen.
Uit Beeldt de rasterlijnen niet af.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
95
NL
Digitale zoom
Met deze instelling kunt u de digitale-zoomfunctie instellen. De camera vergroot het beeld met
behulp van optische zoom (max. 4×). Wanneer de schaalverdeling van de zoom wordt
overschreden, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Digitale zoom] t gewenste
functie
De digitale-zoomfunctie werkt niet in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen]
De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [10M] of
[16:9(7M)].
De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie.
De ondersteunde zoomvergroting verschilt afhankelijk van het beeldformaat.
Slim ( ) Hiermee wordt het beeld digitaal vergroot binnen het bereik waarin
het beeld niet wordt vervormd, overeenkomstig het beeldformaat.
(Slimme-zoomfunctie)
Nauwkeurig ( ) Hiermee worden alle beeldformaten vergroot met de totale
zoomvergroting van ongeveer 8
×, inclusief de optische-
zoomvergroting van 4
×. Merk echter op dat de beeldkwaliteit
verslechtert wanneer de optische-zoomvergroting wordt
overschreden. (Precisie-digitale-zoom)
Uit Hiermee wordt de digitale-zoomfunctie niet gebruikt.
Opmerkingen
Totale zoomvergroting bij gebruik van de slimme-
zoomfunctie (inclusief 4× optische zoom)
Formaat Totale zoomvergroting
5M Ong. 5,6×
VGA Ong. 22×
16:9(2M) Ong. 7,6×
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
96
NL
Autom. Oriëntatie
Wanneer de camera wordt gedraaid (verticaal) om een portretopname te maken, neemt de
camera deze positiewijziging op en geeft het beeld weer in de portretoriëntatie.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Autom. Oriëntatie] t gewenste
functie
Aan de linker- en rechterkant van verticaal georiënteerde beelden wordt een zwarte rand afgebeeld.
Afhankelijk van de opnamehoek van de camera, is het mogelijk dat de beeldoriëntatie verkeerd wordt
opgenomen.
U kunt [Autom. Oriëntatie] niet gebruiken wanneer (Onderwater) is geselecteerd als de
scènekeuzefunctie of tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Wanneer een beeld onderwater wordt opgenomen, kan de beeldoriëntatie verkeerd worden weergegeven.
Aan Hiermee neemt u een beeld op in de juiste oriëntatie.
Uit Hiermee wordt automatische oriëntatie niet gebruikt.
Opmerkingen
zBeelden roteren na het opnemen
Als de oriëntatie van een beeld niet juist is, kunt u [Roteren] op het MENU-scherm
gebruiken om het beeld in de portretpositie weer te geven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
97
NL
Gids scèneherken.
U kunt selecteren of de gids wordt afgebeeld of niet naast het pictogram van de scèneherkenning
als scèneherkenning is ingeschakeld.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Gids scèneherken.] t gewenste
functie
Aan Hiermee kunt u de gids van de scèneherkenning afbeelden.
Uit Hiermee kunt u de gids van de scèneherkenning niet afbeelden.
Gids van de scèneherkenning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
98
NL
Rode-ogenvermind.
De flitser gaat twee of meer keer af voordat de opname wordt gemaakt om het rode-ogeneffect
dat optreedt bij het gebruik van de flitser te verminderen.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Rode-ogenvermind.] t
gewenste functie
Om wazige beelden te voorkomen, moet u de camera stevig vasthouden totdat de sluiter is ontspannen.
Het duurt normaal gesproken een seconde voordat de sluiter wordt ontspannen. Zorg er bovendien voor
dat het onderwerp gedurende deze tijdsduur niet beweegt.
Het is mogelijk dat de rode-ogeneffectvermindering niet het gewenste resultaat oplevert. Dit is
afhankelijk van individuele verschillen en omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp, en of het
onderwerp weg keek van de voorflits.
Als u de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruikt, werkt de rode-ogeneffectvermindering niet, ook niet
wanneer u [Autom.] instelt.
[Rode-ogenvermind.] wordt ingesteld op [Uit] in de volgende situaties:
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
Als de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Hoge gevoeligheid)
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Autom. Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, gaat hiermee de
flitser automatisch af om het rode-ogeneffect te verminderen.
Aan Hiermee gaat de flitser altijd af om het rode-ogeneffect te
verminderen.
Uit Hiermee wordt de rode-ogeneffectvermindering niet gebruikt.
Opmerkingen
zHoe ontstaat het rode-ogeneffect?
Pupillen worden groter in een donkere omgeving. Het flitslicht wordt gereflecteerd door de
bloedvaten op de achterkant van het oog (het netvlies) waardoor het "rode-ogeneffect"
optreedt.
Andere manieren om het rode-ogeneffect te verminderen
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt automatisch ingesteld
op [Uit].)
Als de ogen van het onderwerp in het beeld rood zijn, corrigeert u het beeld met behulp van
[Bijwerken] t [Rode-ogen-correctie] op het weergavemenu, of met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "PMB".
Camera
Oog
Netvlies
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
99
NL
Dichte-ogenalarm
Als een beeld waarvan het onderwerp de ogen dicht heeft wordt opgenomen terwijl
gezichtsherkenning is ingeschakeld, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld
op het LCD-scherm.
1 t (Instellingen) t (Opname-
instellingn) t [Dichte-ogenalarm] t gewenste
functie
Autom. Hiermee wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd"
afgebeeld.
Uit Hiermee wordt de mededeling niet afgebeeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
100
NL
Pieptoon
U kunt het geluidssignaal dat klinkt wanneer u de camera bedient, selecteren of uitschakelen.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Pieptoon] t
gewenste functie
Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de ontspanknop
indrukt, ingeschakeld.
Hoog Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid, die klinken als u
het aanraakscherm en de ontspanknop bedient, ingeschakeld.
Als u het volumeniveau van de pieptoon wilt verlagen, selecteert u
[Laag].
Laag
Uit Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid uitgeschakeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
101
NL
LCD-helderheid
U kunt de helderheid van het LCD-scherm instellen.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [LCD-helderheid] t
gewenste functie
In de instelling [Helder] kan de acculading sneller opraken.
Als u de camera niet bedient gedurende een bepaalde tijdsduur terwijl deze is ingeschakeld, wordt het
LCD-scherm donker.
Normaal Hiermee kunt u het LCD-scherm instellen op de normale
helderheid.
Helder Hiermee kunt u het LCD-scherm instellen op hoge helderheid.
Deze functie is handig bij het weergeven van beelden in helder zonlicht
buiten.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
102
NL
Language Setting
Selecteert de taal waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen moeten worden
afgebeeld.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Language Setting] t
gewenste functie
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
103
NL
Demonstratiefunctie
U kunt instellen of een demonstratie van de scèneherkenningsfunctie en lach-sluiterfunctie moet
worden gegeven. Als geen demonstratie hoeft te worden gegeven, stelt u dit in op [Uit].
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Demonstratiefunctie]
t gewenste functie
2 (Opn.functie) t (Slim automatisch
instellen)
Door tijdens de demonstratie van de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop te drukken, wordt de sluiter
ontspannen, maar geen beeld opgenomen.
Demofunctie1 Hiermee wordt de scènekeuzefunctie gedemonstreerd.
Demofunctie2 Hiermee start de demonstratie van de lach-sluiterfunctie
automatisch als gedurende 15 seconden geen bediening wordt
uitgevoerd.
Uit Geeft geen demonstratie.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
104
NL
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden behouden.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Initialiseren] t [OK]
Let erop dat de camera niet wordt uitgeschakeld tijdens het initialiseren.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
105
NL
COMPONENT
U kunt het type videosignaaluitvoer selecteren uit SD of HD (1080i) overeenkomstig het type
televisie dat u met behulp van de HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) hebt aangesloten
op de camera.
Gebruik een Type3-compatibele HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar).
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [COMPONENT] t
gewenste functie
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van
een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven
op het televisiescherm.
HD(1080i) Selecteer deze instelling wanneer u de camera aansluit op een high-
definitiontelevisie compatibel met 1080i-signalen.
SD Selecteer deze instelling om de camera aan te sluiten op een
televisie die niet compatibel is met HD(1080i)-signalen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
106
NL
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het
televisiekleursysteem van het aangesloten videoapparaat. Het kleursysteem van de televisie
verschilt afhankelijk van het land of gebied.
Om de beelden op het televisiescherm te kunnen bekijken, controleert u het kleursysteem van de
televisie in het land of gebied waarin u zich bevindt (pagina 124).
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Video-uit] t
gewenste functie
NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-
functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-
functie (bijv. voor Europa en China).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
107
NL
Behuizing
U kunt de specifieke bedieningstoetsen afbeelden wanneer de camera in de behuizing
(onderwaterset) is geplaatst. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de behuizing.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Behuizing] t
gewenste functie
U kunt niet scherpstellen op onderwerpen door het scherm aan te raken.
Sommige functies zijn beperkt en de posities van de pictogrammen op het LCD-scherm zijn anders.
Selecteer (Onderwater) om onderwater op te nemen met minder vervorming.
Aan Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd.
Uit Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
108
NL
USB-aansluiting
U kunt de functie instellen wanneer de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting is aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [USB-aansluiting] t
gewenste functie
Als u de camera niet kunt aansluiten op een PictBridge-compatibele printer in de instelling [Autom.],
selecteert u [PictBridge].
Als u de camera niet kunt aansluiten op een computer of een USB-apparaat in de instelling [Autom.],
selecteert u [Mass Storage].
U kunt geen bewegende beelden importeren wanneer [PTP/MTP] is geselecteerd. Om bewegende
beelden in een computer te importeren, selecteert u [Autom.] of [Mass Storage].
Autom. De camera herkent automatisch en stelt de communicatie in met
een computer of PictBridge-compatibele printer.
PictBridge Hiermee sluit u de camera aan op een PictBridge-compatibele
printer.
PTP/MTP Wanneer u de camera aansluit op een computer, wordt de wizard
'AutoPlay' afgebeeld en worden de stilstaande beelden in de
opnamemap in de camera geïmporteerd in de computer (met
Windows 7/Vista/XP, Mac OS X).
Mass Storage Hiermee wordt een Mass Storage-verbinding tot stand gebracht
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
109
NL
LUN-instellingen
U kunt de weergavemethode instellen voor de opnamemedia die wordt weergegeven op een
computerbeeldscherm of andere monitor in het geval de camera door middel van en USB-
verbinding is aangesloten op een computer of AV-component.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [LUN-instellingen] t
gewenste functie
Stel [LUN-instellingen] in op [Multi] voor het uploaden van beelden naar een mediaservice met behulp
van het softwareprogramma "PMB Portable".
Multi De beelden, zowel op de geheugenkaart als in het interne geheugen,
worden weergegeven. Kies deze instelling wanneer u de camera
aansluit op een computer.
Enkel Wanneer de geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden de
beelden op de geheugenkaart weergegeven, terwijl als deze niet is
geplaatst, de beelden in het interne geheugen worden weergegeven.
Kies deze instelling in gevallen waarin de beelden op de
geheugenkaart en in het interne geheugen niet worden weergegeven
wanneer de camera is aangesloten op een ander apparaat dan een
computer.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
110
NL
Downl. muz.
U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om
achtergrondmuziekbestanden te veranderen.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.]
De mededeling "Muziek van diavoorstelling veranderen
Aansluiten op computer" wordt afgebeeld.
2 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de
camera en een computer, en start het
softwareprogramma "Music Transfer" op.
3 Volg de instructies op het scherm om
muziekbestanden te veranderen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
111
NL
Format. muz.
U kunt alle achtergrondmuziekbestanden wissen die in de camera zijn opgeslagen. Dit is handig
in het geval bijvoorbeeld een achtergrondmuziekbestand beschadigd is en niet meer kan worden
afgespeeld.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Format. muz.] t
[OK]
zDe muziekbestanden herstellen die vooraf in de
fabriek werd ingesteld in de camera
U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om
de muziekbestanden te herstellen die vooraf in de fabriek werden ingesteld.
1Voer [Downl. muz.] uit en breng daarna een USB-verbinding tot stand tussen de camera
en een computer.
2Start "Music Transfer" en herstel daarna de standaardmuziekbestanden.
Voor meer informatie over "Music Transfer", zie de helpfunctie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
112
NL
Stroombesparing
U kunt de tijdsduur instellen waarna het LCD-scherm donker wordt en de camera wordt
uitgeschakeld. Als u de camera gedurende een bepaalde tijdsduur niet bedient, terwijl de camera
door de accu van stroom wordt voorzien, wordt het scherm automatisch donker en zal de camera
daarna automatisch worden uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt (automatische
uitschakelfunctie).
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Stroombesparing] t
gewenste functie
Uithoudverm. Het LCD-scherm wordt automatisch donker nadat de camera
gedurende ongeveer 30 seconden niet is bediend, en de camera
wordt uitgeschakeld nadat deze gedurende nogmaals 30 seconden
niet is bediend.
Standaard Het LCD-scherm wordt automatisch donker nadat de camera
gedurende ongeveer 1 minuut niet is bediend, en de camera wordt
uitgeschakeld nadat deze gedurende nogmaals 1 minuut niet is
bediend.
Uit Het LCD-scherm wordt niet donker en de camera wordt niet
automatisch uitgeschakeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
113
NL
Kalibratie
Met deze instelling kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking
niet meer op de juiste plaatsen reageren.
1 t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen) t [Kalibratie]
2 Raak met de tekenpen het midden van het ×
merkteken op volgorde aan dat op het scherm
wordt afgebeeld.
Raak [Annul.] aan om de kalibratie tussentijds te stoppen. De aanpassingen die tot dusver zijn gemaakt
worden niet doorgevoerd.
Als u het scherm naast de juiste plek aanraakt, wordt de kalibratie niet uitgevoerd. Raak nogmaals het
midden van het × merkteken aan.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
114
NL
Formatteren
U kunt de geheugenkaart of het interne geheugen formatteren. Om een stabiele werking van de
geheugenkaart te garanderen, adviseren wij u iedere geheugenkaart die u voor het eerst in deze
camera wilt gebruiken formatteert met behulp van deze camera. Let erop dat door het
formatteren alle gegevens op de geheugenkaart zullen worden gewist. Deze gegevens kunnen
daarna niet meer worden hersteld. Maak een reservekopie van alle belangrijke gegevens op een
computer of ander opslagmedium.
1 t (Instellingen) t
(Geheugenkaart-tool) of (Intern
geheugen-tool) t [Formatteren] t [OK]
Vergeet niet dat het formatteren alle gegevens permanent zal wissen, inclusief de beveiligde beelden.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
115
NL
Opnamemap maken
U kunt een map op de geheugenkaart aanmaken waarin de opgenomen beelden worden
opgeslagen.
De beelden worden opgenomen in de nieuw aangemaakte map totdat u een andere map
aanmaakt of een andere opnamemap selecteert.
1 t (Instellingen) t
(Geheugenkaart-tool) t [Opnamemap
maken] t [OK]
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Wanneer u een geheugenkaart die op een ander apparaat werd gebruikt in de camera plaatst en beelden
opneemt, wordt automatisch een nieuwe opnamemap aangemaakt.
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
Opmerkingen
zOver mappen
Nadat een nieuwe map is aangemaakt, kunt u de bestemmingsmap voor het opslaan van de
opgenomen beelden veranderen (pagina 116) en de map selecteren voor het weergeven van de
beelden (pagina 92).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
116
NL
Opnamemap wijz.
U kunt de map op de geheugenkaart veranderen waarin de opgenomen beelden worden
opgeslagen.
1 t (Instellingen) t
(Geheugenkaart-tool) t [Opnamemap wijz.]
2 Selecteer de map waar u de beelden in wilt
opslaan met / t [OK].
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
U kunt de volgende map niet selecteren als de opnamemap.
De map "100"
Een map waarvan de naam bestaat uit alleen een nummer en "sssMSDCF" of "sssMNV01".
U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
117
NL
Opn.map wissen
U kunt de map op de geheugenkaart wissen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen.
1 t (Instellingen) t
(Geheugenkaart-tool) t [Opn.map wissen]
2 Selecteer de map die u wilt wissen met / t
[OK].
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Als u de map die is ingesteld als de opnamemap wist met [Opn.map wissen], wordt de map met het
hoogste mapnummer geselecteerd als de volgende opnamemap.
U kunt alleen lege mappen wissen. Als een map beelden of zelfs bestanden bevat die niet door de camera
kunnen worden weergegeven, moet u deze beelden en bestanden eerst wissen, en daarna de map wissen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
118
NL
Kopiëren
Hiermee kunt u alle beelden in het interne geheugen kopiëren naar een geheugenkaart.
1 Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije
geheugencapaciteit in de camera.
2 t (Instellingen) t
(Geheugenkaart-tool) t [Kopren] t [OK]
Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding
terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het
kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
U kunt de beelden niet afzonderlijk kopiëren.
De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de inhoud
van het interne geheugen te wissen, haalt u na het kopiëren de geheugenkaart uit de camera, en
formatteert u het interne geheugen ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]).
Een nieuwe map wordt aangemaakt op de geheugenkaart en alle gegevens worden ernaar gekopieerd. U
kunt niet een bepaalde map kiezen en er beelden naar kopiëren.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
119
NL
Bestandsnummer
U kunt de methode selecteren voor het toewijzen van bestandsnummers aan de beelden.
1 t (Instellingen) t
(Geheugenkaart-tool) of (Intern
geheugen-tool) t [Bestandsnummer] t
gewenste functie
Reeks Hiermee worden de bestandsnummers op volgorde toegewezen,
zelfs wanneer de opnamemap of de geheugenkaart wordt
veranderd. (Wanneer op de teruggeplaatste geheugenkaart een
bestand staat met een hoger nummer dan het laatst toegewezen
nummer, wordt aan een nieuwe opname een bestandsnummer
toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste nummer op de
geheugenkaart.)
Terugstellen Hiermee begint het bestandsnummer vanaf 0001 iedere keer
wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Wanneer in de
opnamemap een bestand zit, wordt aan een nieuwe opname een
bestandsnummer toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste
nummer.)
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
120
NL
Tijdzone instellen
U kunt de tijd instellen op de lokale tijd van een geselecteerd gebied.
1 t (Instellingen) t
(Klokinstellingen) t [Tijdzone instellen] t
gewenste functie
Thuis Hiermee kunt u de camera in uw gebied gebruiken.
Wanneer het huidig ingestelde gebied anders is dan uw thuisgebied,
moet u het gebied opnieuw instellen.
Bestemming Hiermee kunt u de camera gebruiken met de tijd ingesteld op de tijd
van uw bestemming.
Stel het gebied van de bestemming in.
zDe instelling van het gebied veranderen
Door een veelvuldig bezochte bestemming in te stellen kunt u de tijd eenvoudig aanpassen
wanneer u die bestemming bezoekt.
1Raak "Bestemming" aan.
2Selecteer het gebied met / .
3Raak het pictogram van de zomertijd aan en selecteer daarna zomertijd Aan/Uit.
4Raak [OK] aan.
Pictogram zomertijd
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
121
NL
Datum/tijd instellen
U kunt de datum en tijd opnieuw instellen.
1 t (Instellingen) t
(Klokinstellingen) t [Datum/tijd instellen] t
gewenste functie
De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" op de cd-rom
(bijgeleverd) te gebruiken kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken.
Datum/tijd-notatie Hiermee kunt u het weergaveformaat van de datum en tijd
selecteren.
Zomertijd Hiermee kunt u de zomertijd [Aan]/[Uit] schakelen.
Datum en tijd Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
122
NL
Een beeld bekijken op een
standard-definitiontelevisie
(SD-televisie)
U kunt beelden die met de camera zijn opgenomen weergeven in standaardbeeldkwaliteit door
de camera aan te sluiten op een standard-definitiontelevisie (SD-televisie). Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van de televisie.
1 Schakel zowel de camera als de televisie uit.
2 Open eerst het deksel van de accu/geheugenkaart, en open daarna de
afdekking van multifunctionele aansluiting.
3 Sluit de camera aan op de televisie met behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting (bijgeleverd).
4 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in.
5 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven.
Raak / afgebeeld op het LCD-scherm van deze camera aan om het gewenste beeld te
selecteren.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te
veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 106).
Als u een enkel beeld weergeeft, worden geen pictogrammen afgebeeld op de televisie.
U kunt geen beelden weergeven in de [Eenvoudig-functie] tijdens tv-uitvoer.
Als u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op de televisie, wordt het opgenomen
beeld niet weergegeven op het televisiescherm.
Wanneer u de kabel van de multifunctionele aansluiting loskoppelt en de afdekkingen van de camera
sluit, sluit u eerst de afdekking van multifunctionele aansluiting en daarna het deksel van de accu/
geheugenkaart.
Opmerkingen
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
1 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
(weergave-)toets
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
123
NL
Een beeld bekijken op een high-
definitiontelevisie (HD-televisie)
U kunt de beelden die met de camera zijn opgenomen bekijken in high-definitionkwaliteit door
de camera met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar) aan te sluiten op een
HD-televisie (high-definitiontelevisie). Gebruik een Type3-compatibele HD-
uitgangsadapterkabel. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de televisie.
1 Schakel zowel de camera als de HD-televisie uit.
2 Open eerst het deksel van de accu/geheugenkaart, en open daarna de
afdekking van multifunctionele aansluiting.
3 Bevestig een adapter op de HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar)
en sluit de camera met behulp van de geschikte kabel aan op een HD-
televisie (high-definitiontelevisie).
* De adapter wordt geleverd bij een Type3-compatibele HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar).
4 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in.
5 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven.
Selecteer het gewenste beeld door op het LCD-scherm / aan te raken.
Stel [COMPONENT] in op [HD(1080i)] (pagina 105).
Beelden opgenomen in het [VGA] beeldformaat kunnen niet worden weergegeven in het HD-formaat.
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van
een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven
op het televisiescherm.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te
veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 106).
Bij uitvoer naar een televisie, is de Eenvoudig-weergeven-functie ongeldig.
Wanneer u de HD-uitgangsadapterkabel loskoppelt en de afdekkingen van de camera sluit, sluit u eerst
de afdekking van multifunctionele aansluiting en daarna het deksel van de accu/geheugenkaart.
Opmerkingen
HD-uitgangsadapterkabel
(los verkrijgbaar)
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
AUDIO
COMPONENT
VIDEO IN
Wit/roodGroen/blauw/rood
1 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
(weergave-)toets
Adapter*
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
124
NL
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Het kleursysteem van
de televisie moet overeenkomen met dat van de digitale camera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Indonesië,
Italië, Koeweit, Kroatië, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Turkije, Verenigd
Koninkrijk, Vietnam, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Griekenland, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Televisiekleursystemen
z"PhotoTV HD"
Deze camera is compatibel met de "PhotoTV HD"-norm.
Door Sony-apparaten die compatibel zijn met PhotoTV HD op elkaar aan te sluiten met
behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), kan een compleet nieuwe
wereld aan foto’s worden bekeken in de adembenemende 'Full HD'-kwaliteit.
PhotoTV HD maakt een uiterst gedetailleerde, foto-achtige weergave mogelijk van subtiele texturen
en kleuren.
De instellingen moeten ook op de televisie worden gemaakt. Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de televisie.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
125
NL
Gebruiken met een computer
"PMB" en andere softwareprogramma’s staan op de cd-rom (bijgeleverd) waarmee een
veelzijdiger gebruik mogelijk is van de beelden die u hebt opgenomen met uw Cyber-shot-
camera.
De volgende computeromgeving wordt aanbevolen voor gebruik van de bijgeleverde
softwareprogramma’s "PMB", "Music Transfer" en "PMB Portable", en voor het importeren van
beelden via een USB-verbinding.
*
1
64-bit versies en Starter (Edition) worden niet ondersteund.
Windows Image Mastering API (IMAPI) Ver.2.0 of hoger is vereist om de functie voor het aanmaken
van discs te gebruiken.
*
2
Starter (Edition) wordt niet ondersteund.
De volgende computeromgeving wordt aanbevolen voor gebruik van de bijgeleverde
softwareprogramma’s "Music Transfer" en "PMB Portable", en voor het importeren van beelden
via een USB-verbinding.
De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een
van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen
(multi-boot).
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd aansluit op een enkele computer, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken, afhankelijk van de typen USB-apparaten die zijn
aangesloten.
Door de camera aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt geavanceerde overdracht (overdracht op hoge snelheid) mogelijk aangezien de camera
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0).
Wanneer de computer terugkeert vanuit de stand-by- of slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving (Windows)
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd)
Microsoft Windows XP*
1
SP3/Windows Vista*
2
SP2/
Windows 7
Overige CPU: Intel Pentium III 800 MHz of sneller (voor
weergeven/bewerken van high-definitionvideo’s: Intel
Core Duo van 1,66 GHz of sneller/ Intel Core 2 Duo van
1,20 GHz of sneller)
Geheugen: 512 MB of meer (voor weergeven/bewerken
van high-definitionvideo’s: 1 GB of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor
installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Schermresolutie: 1.024 × 768 pixels
of meer
Aanbevolen computeromgeving (Macintosh)
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd)
USB-verbinding: Mac OS X (v10.3 t/m v10.6)
Music Transfer/PMB Portable: Mac OS X (v10.4 t/m
v10.6)
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
126
NL
Het softwareprogramma
gebruiken
1 Schakel de computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in het cd-rom-
station.
Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld.
Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op [Computer] (in Windows XP, [Deze computer]) t
(SONYPMB).
Nadat het scherm AutoPlay wordt afgebeeld, selecteert u "Install.exe uitvoeren" en volgt u de
instructies die op het scherm worden afgebeeld om de installatie uit te voeren.
2 Klik op [Installeren].
Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) wordt afgebeeld.
3 Selecteer de gewenste taal en ga daarna verder naar het volgende
scherm.
Het scherm "License Agreement" (Licentieovereenkomst) wordt afgebeeld.
4 Lees de overeenkomst zorgvuldig door, klik daarna op de keuzeknop
( t ) om de bepalingen van de overeenkomst te accepteren, en klik
ten slotte op [Volgende].
5 Volg de aanwijzingen op het scherm om het installeren te voltooien.
Tijdens het installeren moet u de camera aansluiten op de computer (pagina 128).
Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer
opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm.
Het is mogelijk dat DirectX wordt geïnstalleerd, afhankelijk van de systeemomgeving van de
computer.
6 Haal de cd-rom eruit nadat de installatie voltooid is.
7 Start het softwareprogramma.
Om "PMB" te starten, klikt u op (PMB) op het bureaublad.
Voor gedetailleerde informatie over de bedieningswijze, raadpleegt u de ondersteuningspagina van
PMB (alleen in het Engels) of klikt u op (PMB Help).
http://www.sony.co.jp/pmb-se/
Om het softwareprogramma "PMB" te openen vanuit het menu Start, selecteert u [start] t [Alle
programma’s] t (PMB).
Als "PMB" op de computer werd geïnstalleerd en als u met behulp van de bijgeleverde cd-rom "PMB"
opnieuw installeert, kunt u alle softwareprogramma’s starten vanuit "PMB Launcher". Om "PMB
Launcher" te starten, dubbelklikt u op (PMB Launcher) op het bureaublad.
Log in als beheerder.
Wanneer "PMB" voor de eerste keer wordt opgestart, wordt de bevestigingsmededeling van de
informatiefunctie afgebeeld op het scherm. Selecteer [start].
"PMB (Picture Motion Browser)" en "Music
Transfer" installeren (Windows)
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
127
NL
1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in
het cd-rom-station.
2 Dubbelklik op (SONYPMB).
3 Dubbelklik in de map [Mac] op het bestand [MusicTransfer.pkg].
De installatie van de software begint.
"PMB" is niet compatibel met Macintosh-computers.
Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn voordat u "Music Transfer" installeert.
Om deze software te installeren moet u ingelogd zijn als beheerder.
"Music Transfer" installeren (Macintosh)
Opmerkingen
zInleiding tot "PMB"
Met "PMB" kunt u beelden die met de camera zijn opgenomen importeren in een
computer om ze daarop weer te geven. Breng een USB-verbinding tot stand tussen de
camera en de computer, en klik daarna op [Importeren].
Beelden op een computer kunnen worden geëxporteerd naar een geheugenkaart en
worden weergegeven op de camera. Breng een USB-verbinding tot stand tussen de
camera en de computer, klik daarna op [Exporteren] t [Eenvoudig exporteren (PC
Sync)] in het menu [Behandelen] en klik tenslotte op [Exporteren].
U kunt beelden met de datum erop opslaan en afdrukken.
U kunt beelden die op een computer zijn opgeslagen, weergeven op opnamedatum met de
kalenderweergave.
U kunt stilstaande beelden corrigeren (rode-ogen-vermindering, enz.), en de
opnamedatum en -tijd veranderen.
U kunt discs aanmaken met behulp van een cd- of dvd-schrijfstation.
U kunt beelden uploaden naar een netwerkservice. (Een internetverbinding is vereist.)
Voor verdere informatie raadpleegt u (PMB Help).
zInleiding tot "Music Transfer"
Met "Music Transfer" kunt u de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden
meegeleverd, vervangen door uw favoriete tracks, en muziekbestanden wissen en
toevoegen.
U kunt ook de muziekbestanden die vanuit de fabriek in de camera werden meegeleverd,
herstellen.
De volgende typen tracks kunnen worden geïmporteerd met behulp van "Music Transfer".
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van een computer
Tracks op een muziek-cd
Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen
Alvorens "Music Transfer" te starten, voert u t (Instellingen) t
(Hoofdinstellingen)
t [Downl. muz.] uit en sluit u de camera aan op de computer.
Voor meer informatie, zie de Help-functie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
128
NL
De camera aansluiten op een
computer
1 Open eerst het deksel van de accu/geheugenkaart, en open daarna de
afdekking van multifunctionele aansluiting.
2 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera, of sluit de camera
via de AC-LS5 netspanningsadapter (los verkrijgbaar) en de USB/AV/DC
IN-kabel voor de multifunctionele aansluiting (los verkrijgbaar) aan op een
stopcontact.
Gebruik een Type3-compatibele USB/AV/DC IN-kabel (los verkrijgbaar).
3 Schakel de computer in en druk daarna op de (weergave-)toets.
4 Sluit de camera aan op de computer.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een
programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje.
Met "PMB" kunt u eenvoudig beelden importeren.
Voor meer informatie over de functies van "PMB", raadpleegt u "PMB Help".
Beelden naar een computer importeren zonder "PMB"
Als de wizard AutoPlay wordt afgebeeld nadat een USB-verbinding tot stand is gebracht tussen
de camera en een computer, klikt u op [Map openen en bestanden weergeven]
t [OK] t
[DCIM] of [MP_ROOT]
t en kopieert u de gewenste bestanden naar de computer.
Beelden importeren in een computer (Windows)
1 Naar de USB-aansluiting van
de computer
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
129
NL
1 Sluit eerst de camera aan op de Macintosh-computer. Dubbelklik op het
nieuw herkende pictogram op het bureaublad t [DCIM] of op
[MP_ROOT] t de map waarin de beelden die u wilt importeren zijn
opgeslagen.
2 Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd.
3 Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de gekopieerde bestanden zitten.
Het beeld wordt afgebeeld.
Volg de procedures vanaf stap 1 t/m 3 hieronder voordat u de volgende handelingen uitvoert:
Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Eruit halen van de geheugenkaart.
Een geheugenkaart in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het interne geheugen.
Uitschakelen van de camera.
1 Dubbelklik op het verwijderingspictogram in het
systeemvak.
2 Klik op (USB-apparaat voor massaopslag)
t [Stoppen].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en klik
op [OK].
Sleep het pictogram van de geheugenkaart of het pictogram van het station naar het pictogram van de
"Prullenbak" en laat het erin vallen wanneer u een Macintosh-computer gebruikt, voordat de camera
wordt losgekoppeld van de computer.
Wanneer u de kabel van de multifunctionele aansluiting loskoppelt en de afdekkingen van de camera
sluit, sluit u eerst de afdekking van multifunctionele aansluiting en daarna het deksel van de accu/
geheugenkaart.
Beelden importeren in een computer (Macintosh)
De USB-verbinding verwijderen
Opmerkingen
Windows Vista
Verwijderingspictogram
Windows XP
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
130
NL
Beelden uploaden naar een
mediaservice
Deze camera is voorzien van het ingebouwde softwareprogramma "PMB Portable".
U kunt dit softwareprogramma gebruiken om het volgende te doen:
U kunt eenvoudig beelden uploaden naar een blog of andere mediaservice.
U kunt beelden uploaden vanaf een computer die is aangesloten op het internet zelfs als u niet
thuis of op kantoor bent.
U kunt de mediaservices (zoals een blog) die u veelvuldig gebruikt eenvoudig registreren.
Voor informatie over "PMB Portable", raadpleegt u de helpfunctie van "PMB Portable".
Wanneer u "PMB Portable" voor het eerst gebruikt, moet u de taal instellen. Volg de
onderstaande procedure om de taal in te stellen. Nadat de taal is ingesteld, zijn de volgende keer
dat u "PMB Portable" gebruikt de stappen 3 t/m 5 niet meer nodig.
1 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer.
Als u de camera en computer op elkaar aansluit, wordt de wizard AutoPlay afgebeeld.
Klik op [×] om de wizard AutoPlay af te sluiten voor eventuele onnodige stations.
Als de gewenste wizard AutoPlay niet wordt afgebeeld, klikt u op [Computer] (in Windows XP,
[Deze computer]) t [PMBPORTABLE], en dubbelklikt u daarna op "PMBP_Win.exe".
2 Klik op "PMB Portable".
(In Windows XP, klik op "PMB Portable"
t [OK].)
Als "PMB Portable" niet wordt afgebeeld binnen de wizard AutoPlay, klikt u op [Computer] t
[PMBPORTABLE], en dubbelklikt u daarna op "PMBP_Win.exe".
Het scherm Language Selection (Taalkeuze) wordt afgebeeld.
3 Selecteer de gewenste taal en klik daarna op [OK].
Het scherm Region Selection (Regiokeuze) wordt afgebeeld.
4 Selecteer [Regio] en [Land/streek] en klik daarna op [OK].
Het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst) wordt afgebeeld.
5 Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de bepalingen van de
overeenkomst accepteert, klikt u op [Ik ga akkoord].
Het softwareprogramma "PMB Portable" start op.
"PMB Portable" starten (Windows)
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
131
NL
1 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer.
Als u de camera en computer op elkaar aansluit, verschijnt op het bureaublad
[PMBPORTABLE]. Klik op [×] van overbodige stations.
2 Klik in de map [PMBPORTABLE] op [PMBP_Mac].
Het scherm Region Selection (Regiokeuze) wordt afgebeeld.
3 Selecteer [Regio] en [Land/streek] en klik daarna op [OK].
Het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst) wordt afgebeeld.
4 Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de bepalingen van de
overeenkomst accepteert, klikt u op [Ik ga akkoord].
Het softwareprogramma "PMB Portable" start op.
Stel [LUN-instellingen] bij [Hoofdinstellingen] in op [Multi].
Wanneer u "PMB Portable" gebruikt, maakt u altijd verbinding met een netwerk.
Als u beelden via het internet uploadt, is het mogelijk dat uw beelden achterblijven in de cache van de
computer die wordt gebruikt, afhankelijk van de serviceprovider. Dit geldt eveneens wanneer deze
camera voor dit doel wordt gebruikt.
Wanneer zich een bug voordoet in "PMB Portable" of u per ongeluk "PMB Portable" wist, kunt u "PMB
Portable" herstellen door het installatieprogramma van PMB Portable te downloaden vanaf de website.
"PMB Portable" maakt het mogelijk de URL’s van een aantal websites te downloaden vanaf de
server in beheer bij Sony (de "Sony-server").
Om "PMB Portable" te gebruiken en te genieten van de voordelen van de beelduploadservice of
andere services (de "services") die door deze en andere websites worden geleverd, moet u
instemmen met het volgende:
Sommige websites vereisen registratieprocedures en/of -kosten voor het gebruik van hun services. Als u
gebruik maakt van dergelijke services, moet u de bepalingen en voorwaarden naleven die door de
betreffende websites worden gesteld.
De services kunnen worden gewijzigd of stopgezet al naar gelang de beslissingen van de website-
exploitanten. Sony kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige problemen die ontstaan tussen
gebruikers en derden, of enig ongemak toegebracht aan gebruikers in verband met het gebruik van de
services, waaronder het wijzigen en stopzetten van dergelijke services.
Om een website te bezoeken, zal u worden doorgestuurd door een Sony-server. Het kan voorkomen dat u
geen toegang kunt krijgen tot de website vanwege onderhoud aan de server of andere oorzaken.
Indien de werking van de Sony-server wordt gestaakt, zal u voortijdig hierover op de hoogte gebracht
worden op de website van Sony, enz.
De URL’s waarnaar u wordt doorgestuurd door de Sony-server en andere informatie kunnen worden
vastgelegd ter verbetering van toekomstige Sony-producten en -diensten. In dergelijke gevallen zullen
echter nooit persoonlijke gegevens worden vastgelegd.
"PMB Portable" starten (Macintosh)
Opmerkingen
Opmerkingen over "PMB Portable"
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
132
NL
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt stilstaande beelden op de volgende manieren afdrukken.
Rechtstreeks afdrukken op een PictBridge-compatibele printer
Rechtstreeks afdrukken op een geheugenkaart-compatibele printer
Voor meer informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt beelden importeren in een computer met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "PMB" en de beelden afdrukken. U kunt de datum in het beeld invoegen
en deze afdrukken.
Voor meer informatie, zie "PMB Help".
Beelden afdrukken in een winkel (pagina 134)
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de 16:9 functie, kunnen beide zijranden worden afgeknipt.
Afhankelijk van de printer kan het onmogelijk zijn panoramabeelden af te drukken.
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera
afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
"PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
1 Open eerst het deksel van de accu/geheugenkaart, en open daarna de
afdekking van multifunctionele aansluiting.
2 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera.
3 Sluit de camera aan op de printer.
4 Schakel de camera en de printer in.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator afgebeeld op het scherm.
Als de indicator knippert op het scherm van de camera (foutmelding), controleert u de
aangesloten printer.
Opmerkingen
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer
1 Naar de USB-
aansluiting van
de printer
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
133
NL
5 t (Afdrukken) t gewenste functie
6 Gewenst onderdeel om in te stellen t [Start]
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Als de camera niet kon worden aangesloten op de printer, controleert u of bij [Hoofdinstellingen] het
onderdeel [USB-aansluiting] is ingesteld op [PictBridge].
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los terwijl de (PictBridge aangesloten)
indicator op het scherm wordt afgebeeld.
Wanneer u de kabel van de multifunctionele aansluiting loskoppelt en de afdekkingen van de camera
sluit, sluit u eerst de afdekking van multifunctionele aansluiting en daarna het deksel van de accu/
geheugenkaart.
Dit beeld Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie afdrukken.
Meerdere beelden Hiermee selecteert u meerdere beelden om af te drukken.
Na stap 5, doet u het volgende.
1Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden
meer wilt registreren.
Raak een beeld met een markering nogmaals aan om
de markering op te heffen.
2Raak [OK] t [OK] aan.
Alle beelden in datumbereik
Alle in deze map
Hiermee kunt u alle beelden in het geselecteerde
datumbereik en de geselecteerde map tegelijkertijd
afdrukken.
Raak [OK] aan na stap 5.
Aantal Hiermee selecteert u het aantal kopieën van het
gemarkeerde beeld dat u wilt afdrukken.
Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle
beelden op één vel passen.
Opmaak Hiermee selecteert u het aantal beelden dat u naast elkaar
wilt afdrukken op één vel.
Formaat Hiermee selecteert u de grootte van het afdrukvel.
Datum Hiermee selecteert u [Datum] of [Dag&Tijd] om de datum
en tijd op de beelden te projecteren.
Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd in het
formaat dat u hebt ingesteld bij [Datum/tijd instellen] op de
camera. Afhankelijk van de printer is deze functie mogelijk niet
beschikbaar.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
134
NL
U kunt een geheugenkaart, met daarop beelden die met de camera zijn opgenomen, meenemen
naar een winkel met fotoafdrukservice. Als de winkel het afdrukken van foto’s volgens de
DPOF-norm ondersteunt, kunt u van tevoren in het weergavemenu een -afdrukmarkering
aanbrengen op de beelden, zodat u deze niet opnieuw hoeft te selecteren wanneer u ze in de
winkel afdrukt.
U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de camera
afdrukken in winkel met fotoafdrukservice. Kopieer de beelden naar een geheugenkaart (pagina 118) en
neem daarna de geheugenkaart mee naar een winkel met fotoafdrukservice.
Vraag aan de winkel met fotoafdrukservice met welke typen geheugenkaarten ze kunnen werken.
Een geheugenkaartadapter (los verkrijgbaar) kan noodzakelijk zijn. Vraag dit aan de winkel met
fotoafdrukservice.
Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie ervan op
een vaste schijf.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
Als u de datum op de beelden wilt projecteren, vraagt u dit aan het personeel in de winkel met
fotoafdrukservice.
Beelden afdrukken in een winkel
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
135
NL
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, probeert u de onderstaande oplossingen.
Let erop dat door de camera ter reparatie op te sturen u automatisch toestemming geeft de inhoud
van het interne geheugen en de muziekbestanden te controleren.
De accu kan niet worden geplaatst.
• Controleer of de accu in de juiste richting wordt gehouden en steek hem erin totdat de accu-
uitwerphendel wordt vergrendeld.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Nadat de accu in de camera is geplaatst, kan het enkele momenten duren voordat de camera van
stroom wordt voorzien.
• Plaats de accu op de juiste wijze.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
De aansluitpunten van de accu zijn vuil. Veeg het vuil voorzichtig af met een zachte doek.
Gebruik een aanbevolen type accu.
1 Controleer de punten op pagina’s 135 t/m 144.
Als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld,
raadpleegt u pagina 145.
2 Haal de accu eruit, wacht ongeveer een minuut, plaats de
accu weer terug, en schakel vervolgens de camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen
(pagina 104).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op
onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
Accu en spanning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
136
NL
De camera schakelt plotseling uit.
• Afhankelijk van de camera- en accutemperatuur kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld
om de camera te beschermen. In dat geval wordt een mededeling op het LCD-scherm afgebeeld
voordat de voeding wordt uitgeschakeld.
• Als u de camera gedurende een bepaalde tijdsduur niet bedient terwijl deze is ingeschakeld en
[Stroombesparing] is ingesteld op [Standaard] of [Uithoudverm.], wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in.
De resterende-acculadingindicator is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera gebruikt op een zeer hete of koude plaats.
Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk resterende
acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding van de
resterende-acculadingindicator te corrigeren. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, kan de
weergave onjuist blijven.
De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald gebruik af. Wanneer de
gebruiksduur van een volledig geladen accu merkbaar korter wordt, moet de accu worden vervangen.
Koop een nieuwe accu.
De accu kan niet worden opladen.
U kunt de accu niet opladen met behulp van de netspanningsadapter (los verkrijgbaar). Gebruik de
acculader om de accu op te laden.
Het CHARGE-lampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Haal de accu uit de acculader en plaats hem op de juiste wijze weer terug.
De temperatuur kan ongeschikt zijn voor opladen. Probeer de accu opnieuw op te laden binnen het
bedrijfstemperatuurbereik (10°C t/m 30°C).
Voor verdere informatie, zie pagina 152.
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
• Als de beelden niet op een geheugenkaart kunnen worden opgenomen, maar in het interne geheugen
worden opgenomen ondanks dat de geheugenkaart in de camera is geplaatst, controleert u of de
geheugenkaart zo ver mogelijk in de gleuf is geduwd.
• Controleer de vrije ruimte in het interne geheugen of de geheugenkaart. Als deze vol is, doet u een
van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (pagina 79).
Plaats een andere geheugenkaart.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een van de volgende geheugenkaarten te
gebruiken:
"Memory Stick PRO Duo" (Mark2), "Memory Stick PRO-HG Duo"
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart of SDXC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller)
• Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 103).
De lach-sluiterfunctie werkt niet.
• Er wordt geen beeld opgenomen als geen lachend gezicht wordt herkend.
• Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 103).
Stilstaande beelden/bewegende beelden
opnemen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
137
NL
De antiwaasfunctie werkt niet.
• Het is mogelijk dat de antiwaasfunctie niet goed werkt tijdens het opnemen van nachtscènes.
Neem op nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt.
Het opnemen duurt erg lang.
• Als de sluitertijd langer wordt dan een bepaalde tijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van beelden op
donkere plaatsen, vermindert de camera automatisch de beeldruis. Deze functie heet NR
(ruisonderdrukking) lange-sluitertijdfunctie en de sluitertijd wordt langer.
• De dichte-ogenverminderingsfunctie is ingeschakeld. Wanneer [Dichte-ogenvermindering] is
ingesteld op [Autom.], stelt u dit in op [Uit] (pagina 71).
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat tijdens het opnemen de lens van de camera
verder verwijderd is van het onderwerp dan de minimale opnameafstand van ongeveer 1 cm (W-kant)
of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp in de intelligente automatische instelfunctie en
eenvoudig-functie, en ongeveer 8 cm (W-kant) of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp in de
andere opnamefuncties. Of stel in op de superclose-upfunctie en neem op vanaf een afstand van
ongeveer 1 cm tot 20 cm (W-kant).
(Landschap) of (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie voor het
opnemen van stilstaande beelden.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de zoom niet gebruiken tijdens het opnemen in de functie intelligente panorama door
beweging.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken afhankelijk van het beeldformaat (pagina 95).
• U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken in de volgende situaties:
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
Kan de gezichtsherkenningsfunctie niet selecteren.
U kunt de gezichtsherkenningsfunctie alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld
op [Multi-AF] en de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi].
U kunt de gezichtsherkenning niet selecteren wanneer de superclose-upfunctie is ingeschakeld.
De flitser werkt niet.
• U kunt de flitser niet gebruiken in de volgende situaties:
Wanneer u burst-beelden opneemt (pagina 55).
Als (Hoge gevoeligheid), (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de
scènekeuzefunctie.
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
• Stel de flitser in op [Aan] (pagina 46) in de volgende situaties:
In de functie tegenlichtopnamecorrectie HDR
In de superclose-upfunctie
Als (Landschap), (Voedsel), (Huisdieren), (Strand), (Sneeuw), (Onderwater) of
(Korte sluitertijd) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
138
NL
Wazige, witte, ronde vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
• Vreemde deeltjes (stof, pollen, mist, enz.) in de lucht of zwevende deeltjes in het water weerkaatsten
het flitslicht en werden zichtbaar in het beeld. Dit is geen defect.
De close-up-opnamefunctie (macro/superclose-upfunctie) werkt niet.
(Landschap), (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
• Als de superclose-upfunctie is geselecteerd, is de opnameafstand ongeveer 1 cm tot 20 cm.
[Macro] wordt ingesteld op [Autom.] in de volgende situaties:
In de functie intelligente panorama door beweging
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
In de functie anti-bewegingswaas
In de functie schemeropname uit de hand
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
In de eenvoudig-functie
Als [Zelfontsp.] is ingesteld op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen].
De macrofunctie kan niet worden uitgeschakeld.
Er is geen mogelijkheid om de macrofunctie gedwongen uit te schakelen. In de [Autom.]-functie kunt
u zelfs een ver verwijderd onderwerp opnemen.
De datum en tijd worden niet afgebeeld op het LCD-scherm.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet afgebeeld. Deze worden alleen tijdens weergave
afgebeeld.
Kan de datum niet op het beeld projecteren.
• Deze camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" te gebruiken
kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken (pagina 126).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de ontspanknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (pagina 57).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel de [Witbalans] in (pagina 60).
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te
maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen
beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogenvermind.] in op [Autom.] of [Aan] (pagina 98).
• Neem het beeld op met behulp van de flitser vanaf een afstand korter dan het flitsbereik.
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Werk het beeld bij met behulp van [Bijwerken] t [Rode-ogen-correctie] op het weergavemenu, of
bewerk het beeld met behulp van het softwareprogramma "PMB".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
139
NL
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
Dit is geen defect. Deze punten worden niet opgenomen.
Een vervormd beeld wordt opgenomen.
(Onderwater) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie. Stel een andere functie in als u niet
onderwater opneemt.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• U kunt geen beelden achter elkaar opnemen terwijl de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
Het interne geheugen of de geheugenkaart is vol. Wis overbodige beelden (pagina 79).
• De batterijen zijn bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen.
Stel [Burst] in op [Uit] (pagina 55).
• [Scèneherkenning] staat op [Geavanceerd] (pagina 67).
Kan geen beelden weergeven.
Zorg ervoor dat de geheugenkaart helemaal in de gleuf van de camera is geduwd.
De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden
bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (pagina 129).
U hebt beelden die op een computer zijn opgeslagen gekopieerd naar een geheugenkaart zonder het
softwareprogramma "PMB" te gebruiken. Registreer de niet-geregistreerde beelden op het
registratiescherm van de beelddatabase (pagina 37), of geef de beelden weer in [Mapweergave
(stilstaand)] of [Mapweergave (bewegend)] (pagina 83).
De datum en tijd worden niet afgebeeld.
• [Scherminstellingen] is ingesteld op [Uit].
Langs de linker- en rechterzijkanten van het scherm zijn zwarte banden zichtbaar.
• [Autom. Oriëntatie] staat op [Aan] (pagina 96).
De toetsen en pictogrammen worden niet meer afgebeeld.
• Als u tijdens het opnemen de rechterbovenhoek van het scherm aanraakt, gaan de toetsen en
pictogrammen tijdelijk uit. De toetsen en pictogrammen worden weer afgebeeld zodra u uw vinger
van het scherm afhaalt.
In het opname- of weergavemenu is het onderdeel [Scherminstellingen] ingesteld op [Uit]. Raak de
linkerkant van het LCD-scherm aan en veeg naar rechts.
Er is geen muziek hoorbaar tijdens een diavoorstelling.
• Kopieer de muziekbestanden naar de camera met "Music Transfer" (pagina’s 126, 127).
• Controleer dat de instellingen van het volumeniveau en de diavoorstelling correct zijn (pagina’s 77,
88).
• Een diavoorstelling wordt weergegeven in [Continue weergave]. Selecteer [Diavoorstelling met
muziek] en geef weer.
Beelden bekijken
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
140
NL
Het beeld wordt niet weergegeven op de televisie.
Controleer [Video-uit] om te bevestigen dat het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 106).
• Controleer of de aansluitingen goed gemaakt zijn (pagina’s 122 ,123).
Als de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op de USB-aansluiting, koppelt u de
kabel los (pagina 129).
• Als u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op de televisie, wordt het
opgenomen beeld niet weergegeven op het televisiescherm.
Beelden kunnen niet worden gewist.
• Annuleer de beveiliging (pagina 85).
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-gleuf.
• Controleer dat de computer en de "Memory Stick"-lezer/schrijver "Memory Stick PRO Duo"
ondersteunen. Gebruikers van computers en "Memory Stick"-lezers/schrijvers gemaakt door andere
fabrikanten dan Sony dienen contact op te nemen met die fabrikanten.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer
(pagina 128). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
De computer herkent de camera niet.
Wanneer de accu bijna leeg is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u een netspanningsadapter
(los verkrijgbaar).
Stel [USB-aansluiting] in op [Autom.] of [Mass Storage] (pagina 108).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting om de camera aan te sluiten op de computer.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de camera en
sluit deze opnieuw stevig aan.
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen
van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat.
Kan geen beelden importeren.
• Sluit de camera goed aan op de computer door middel van een USB-verbinding (pagina 128).
Als u beelden opneemt op een geheugenkaart die op een computer is geformatteerd, kan het
onmogelijk zijn de beelden te importeren in een computer. Neem op met behulp van een
geheugenkaart die in deze camera is geformatteerd (pagina 114).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PMB" niet automatisch op.
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart.
Nadat een USB-verbinding tot stand is gebracht, start "PMB Portable" niet.
Stel [LUN-instellingen] in op [Multi].
Stel [USB-aansluiting] in op [Autom.] of [Mass Storage].
• Sluit de computer aan op het netwerk.
Wissen
Computers
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
141
NL
Beelden kunnen niet worden weergegeven op de computer.
• Wanneer u "PMB" gebruikt, raadpleegt u de "PMB Help" (pagina 126).
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of de geheugenkaart.
Importeer de bewegende beelden met het softwareprogramma "PMB" in uw computer en geef ze dan
weer (pagina 126).
Beelden die eenmaal naar een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet meer op
de camera worden weergegeven.
Exporteer ze naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF", en geef daarna
weer in [Mapweergave (stilstaand)] of [Mapweergave (bewegend)] (pagina 83).
• Registreer het beeld in het beelddatabasebestand en geef het weer in de [Datumweergave]
(pagina 83).
• Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera.
Kan geen geheugenkaart plaatsen.
• Plaats ze in de juiste richting.
U hebt een geheugenkaart per ongeluk geformatteerd.
Alle gegevens op de geheugenkaart zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen.
De gegevens worden opgenomen in het interne geheugen ondanks dat een
geheugenkaart is geplaatst.
• Controleer of de geheugenkaart zo ver mogelijk in de gleuf is gestoken.
U kunt geen beelden weergeven of beelden opnemen met behulp van het interne
geheugen.
• Er is een geheugenkaart in de camera geplaatst. Haal deze eruit.
Kan de gegevens in het interne geheugen niet kopiëren naar de geheugenkaart.
De geheugenkaart is vol. Kopieer naar een geheugenkaart met voldoende capaciteit.
Kan de gegevens op de geheugenkaart of de computer niet kopiëren naar het
interne geheugen.
• Deze functie is niet beschikbaar.
Geheugenkaart
Intern geheugen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
142
NL
Zie "PictBridge-compatibele printer" tezamen met de onderstaande punten.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de printer.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden afgesneden. Met name wanneer
u een beeld afdrukt dat is opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9], kunnen de zijranden
van het beeld worden bijgesneden.
Wanneer u beelden afdrukt op uw printer, annuleert u de instellingen van bijsnijden en afdrukken
zonder randen. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een winkel met fotoafdrukservice, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
U kunt geen beelden afdrukken met de datum erop geprojecteerd.
Met "PMB" kunt u beelden afdrukken met daarop de datum geprojecteerd (pagina 126).
De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Echter, omdat de beelden
opgenomen op deze camera informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u de beelden afdrukken
met daarop de datum geprojecteerd als de printer of de software deze Exif-informatie kan herkennen.
Voor eventuele compatibiliteit met Exif-informatie, neemt u contact op met de fabrikant van de
printer of van de software.
Als u gebruik maakt van een fotoafdrukservice, vraagt u het winkelpersoneel de datum op de beelden
te projecteren.
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
Stel [USB-aansluiting] in op [PictBridge] (pagina 108).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
Schakel de printer in. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de printer.
Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, is het mogelijk dat de beelden niet worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan. Als u de beelden
nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting nogmaals los,
schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u de kabel opnieuw aan.
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Beelden die op een andere camera werden opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt,
kunnen misschien niet worden afgedrukt.
De panoramaopnamen kunnen niet worden afgedrukt of worden afgedrukt met beide randen
afgeknipt, afhankelijk van de printer.
Afdrukken
PictBridge-compatibele printer
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
143
NL
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los voordat de (PictBridge
aangesloten) indicator is uit gegaan.
In de indexweergavefunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen
de beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft
of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum in de indexweergavefunctie niet geprojecteerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Bij het beeld zit geen opnamedatum-informatie zodat de datum niet erop kan worden geprojecteerd.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 132).
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Als u het papier in de printer vervangt door papier van een ander formaat nadat u de camera op de
printer hebt aangesloten, koppelt u de multifunctionele aansluiting los van de printer, en sluit u daarna
de printer opnieuw aan.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de
camera (pagina 132) of de printer.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer,
enige tijd duren.
De toetsen van het aanraakscherm kunnen niet op de juiste wijze of volledig
worden bediend.
• Voer [Kalibratie] uit (pagina 113).
• [Behuizing] staat op [Aan] (pagina 107).
De tekenpenbediening werkt op onbedoelde plaatsen.
• Voer [Kalibratie] uit (pagina 113).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Haal de accu en de geheugenkaart uit de camera, laat de camera
daarna op een droge plaats liggen met het deksel van de accu/geheugenkaart open totdat het vocht is
verdampt.
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is geen defect.
Aanraakscherm
Overige
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
144
NL
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 121).
• De ingebouwde, oplaadbare reservebatterij is leeg. Plaats een opgeladen accu en laat de camera
gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
De datum of tijd is onjuist.
Gebied is ingesteld op een andere locatie dan uw huidige positie. Verander de instellingen op
t (Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Tijdzone instellen].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
145
NL
Foutcodes en meldingen
Als een code wordt afgebeeld die begint met een letter uit het alfabet, is de zelfdiagnosefunctie
in werking getreden. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes
ss)
verschillen afhankelijk van de toestand van de camera.
Als u de fout niet kunt verhelpen, zelfs niet nadat u de corrigerende handeling enkele keren hebt
uitgevoerd, kan het noodzakelijk zijn de camera te laten repareren. Neem contact op met uw
Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
Er is een storing opgetreden in de hardware van de camera. Schakel de camera uit en daarna weer in.
C:13:ss
De camera kan geen gegevens op de geheugenkaart schrijven of lezen. Probeer de camera uit en weer
in te schakelen, of probeer de geheugenkaart er meerdere keren uit te halen en weer in te plaatsen.
• In het interne geheugen is een formatteringsfout opgetreden, of een niet-geformatteerde
geheugenkaart is geplaatst. Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart (pagina 114).
• De geplaatste geheugenkaart kan niet worden gebruikt in deze camera, of de gegevens zijn
beschadigd. Plaats een nieuwe geheugenkaart.
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
Er is een storing opgetreden in de camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van
de camera (pagina 104) en schakel deze daarna weer in.
E:94:ss
Er is een storing opgetreden bij het schrijven of wissen van gegevens. Reparatie is noodzakelijk.
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Bereid u voor om
alle cijfers van de foutcode door te geven die achter de ‘E’ staan.
Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit.
• De batterijen zijn bijna leeg. Laad de accu onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden of het soort accu, kan de indicator knipperen ondanks dat er nog voor 5 tot
10 minuten acculading over is.
Gebruik uitsluitend een geschikte batterij
• De geplaatste accu is niet de accu NP-BN1 (bijgeleverd) .
Zelfdiagnosefunctie
Meldingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
146
NL
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
De camera is oververhit
Laat de camera eerst afkoelen
De temperatuur in de camera is opgelopen. De voeding kan automatisch worden uitgeschakeld of het
kan onmogelijk zijn bewegende beelden op te nemen. Laat de camera liggen op een koele plaats
totdat de temperatuur in de camera is gezakt.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de geheugenkaart opnieuw
• De geplaatste geheugenkaart kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 3).
De aansluitpunten van de geheugenkaart zijn vuil.
• De geheugenkaart is beschadigd.
Verkeerd type geheugenkaart
• De geplaatste geheugenkaart kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 3).
Met geheugenkaart is opnemen en weergeven misschien onmogelijk
• De geplaatste geheugenkaart kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 3).
Fout bij formatteren intern geheugen
Fout bij formatteren geheugenkaart
Formatteer het medium opnieuw (pagina 114).
Geheugenkaart vergrendeld
U gebruikt een geheugenkaart met een schrijfbeveiligingsschakelaar en de schakelaar staat in de stand
LOCK. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen.
Geheugenkaart voor alleen-lezen
De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze geheugenkaart.
Geen beelden beschikbaar
• Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgenomen in het interne geheugen.
Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgenomen op de geheugenkaart.
Er zijn geen stilstaande beelden
De geselecteerde map of datum bevat geen bestand dat kan worden weergegeven in een
diavoorstelling.
Bestand gevonden dat niet herkend werd
• U probeert een map te wissen waarin een bestand zit dat niet kan worden weergegeven met deze
camera. Wis het bestand op de computer en wis daarna de map.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
147
NL
Mapfout
• Een map met dezelfde drie cijfers aan het begin van de naam bestaat reeds op de geheugenkaart
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een andere map aan
(pagina’s 115, 116).
Kan geen mappen meer maken
Een map waarvan de naam begint met "999" bestaat reeds op de geheugenkaart. U kunt in dat geval
geen mappen meer aanmaken.
Inhoud map weggooien
• U probeert een map te wissen waarin één of meerdere bestanden zitten. Wis eerst alle bestanden en
wis daarna de map.
Map is beschermd
• U probeert een map te wissen die op de computer beveiligd is als 'alleen lezen'.
Bestandsfout
Tijdens het weergeven van het beeld is een fout opgetreden.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden
bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
Deze map heeft het kenmerk Alleen lezen.
U hebt een map geselecteerd die niet kan worden ingesteld als de opnamemap op de camera.
Selecteer een andere map (pagina 116).
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (pagina 85).
Te groot beeldformaat
U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet kan worden weergegeven op de camera.
Kan gezicht voor bewerken niet vinden
• Het kan onmogelijk zijn het beeld bij te werken afhankelijk van het beeld.
(Trillingswaarschuwing-indicator)
Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser of bevestig de
camera op een statief om camerabewegingen te voorkomen.
1280×720 (Fijn) wordt niet ondersteund door deze geheugenkaart
1280×720 (Standaard) wordt niet ondersteund door deze geheugenkaart
Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een geheugenkaart van 1 GB of groter te
gebruiken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
148
NL
Maximumaantal beelden is reeds
geselecteerd
Maximaal 100 bestanden kunnen worden geselecteerd bij gebruik van [Meerdere beelden].
• Maximaal 999 bestanden kunnen worden geselecteerd als DPOF, Beveiligen of Afdrukken is
ingesteld op [Alle beelden in datumbereik] of [Alle in deze map].
U kunt (afdrukmarkering) toevoegen aan maximaal 999 bestanden. Annuleer de selectie.
Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt…
• De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan,
afhankelijk van de printer, enige tijd duren.
Fout tijdens weergeven van muziek
Wis het muziekbestand of vervang het door een normaal muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download daarna een nieuw muziekbestand.
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit.
Bediening kan niet worden uitge-
voerd voor niet-onderst. bestanden
• Verwerking en andere bewerkingsfuncties van de camera kunnen niet worden uitgevoerd voor
beeldbestanden die zijn bewerkt op een computer, of beelden die werden opgenomen op een andere
camera.
Voorbereiden beelddatabasebestand
• De camera herstelt de datuminformatie, enz., in gevallen waarin beelden werden gewist op een
computer, enz.
Het noodzakelijke beelddatabasebestand wordt aangemaakt nadat de geheugenkaart is geformatteerd.
Het aantal beelden is hoger dan het aantal waarvoor in het databasebestand gegevensbeheer door de
camera mogelijk is. Om meer beelden in het beelddatabasebestand te kunnen registreren, wist u eerst
beelden in de [Datumweergave].
Het is niet mogelijk om op te nemen in het beelddatabasebestand van de camera, of om weer te geven
in de [Datumweergave]. Gebruik het softwareprogramma "PMB" om van alle beelden een
reservekopie te maken op een computer, en gebruik het ook om de geheugenkaart of het interne
geheugen te herstellen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
149
NL
Fout van beelddatabasebestand Kan niet herstellen
• Importeer alle beelden in de computer met het softwareprogramma "PMB", en formatteer de
geheugenkaart of het interne geheugen (pagina 114).
Als u niet alle beelden in de computer kunt importeren met "PMB", importeert u de beelden in de
computer zonder gebruik te maken van "PMB" (pagina 128).
Om de beelden weer op de camera weer te geven, exporteert u de geïmporteerde beelden naar de
camera met behulp van "PMB".
Opnamefunctie is niet beschikbaar
vanwege hoge interne temperatuur
De temperatuur in de camera is opgelopen. U kunt geen beelden opnemen totdat de temperatuur in de
camera is gezakt.
Het opnemen is gestopt vanwege
verhoogde temperatuur in camera
• Het opnemen is gestopt omdat tijdens het opnemen van bewegende beelden de temperatuur in de
camera is opgelopen. Wacht totdat de temperatuur in de camera is gezakt.
Wanneer u gedurende een langere tijd bewegende beelden opneemt, loopt de temperatuur in de
camera op. Stop in dat geval met het opnemen van bewegende beelden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
150
NL
"Memory Stick Duo"
Een "Memory Stick Duo" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory
Stick Duo" die kunnen worden gebruikt in deze camera worden vermeld in de onderstaande
tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick Duo".
*
1
Hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface wordt niet ondersteund.
*
2
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo", "Memory Stick PRO Duo" en "Memory Stick
PRO-HG Duo" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarbij MagicGate-functies zijn vereist.
*
3
Bewegende beelden in het formaat [1280×720] kunnen niet worden opgenomen in het interne geheugen
of op een andere "Memory Stick" dan een "Memory Stick PRO Duo" of "Memory Stick PRO-HG Duo".
*
4
Deze camera biedt geen ondersteuning voor 8-bit parallelle gegevensoverdracht. De camera voert
dezelfde 4-bit parallelle gegevensoverdracht uit als de "Memory Stick PRO Duo".
Dit apparaat is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting van "Memory Stick
Micro".
Wij kunnen niet garanderen dat een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, in deze
camera werkt.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en
apparatuur.
De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven
van gegevens.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn:
Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt gehaald of de camera wordt uitgeschakeld
tijdens het lezen of schrijven van gegevens
Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische
ruis
Wij raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken.
Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de "Memory Stick Duo"-adapter.
Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
Sla niet op de "Memory Stick Duo", verbuig hem niet en laat hem niet vallen.
Demonteer of verander de "Memory Stick Duo" niet.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water.
Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per
ongeluk inslikken.
Steek niets anders dan een "Memory Stick Duo" in de "Memory Stick Duo"-gleuf. Als u dit toch doet, zal
een storing worden veroorzaakt.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen:
Plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd
Plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht
Vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden
"Memory Stick"-type Opnemen/weergeven
Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a*
1
Memory Stick Duo (met MagicGate) a*
2
MagicGate Memory Stick Duo a*
1
*
2
Memory Stick PRO Duo a*
2
*
3
Memory Stick PRO-HG Duo a*
2
*
3
*
4
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
151
NL
Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Duo"-
adapter (los verkrijgbaar)
Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de
"Memory Stick Duo" eerst in een "Memory Stick Duo"-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo"
zonder een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt, kan het
onmogelijk zijn om hem weer uit het apparaat te halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick Duo"-adapter steekt, let u er goed op dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de
verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden.
Als u "Memory Stick Duo" die in een "Memory Stick Duo"-adapter is geplaatst, gebruikt in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat, controleert u dat de "Memory Stick Duo"-adapter in de juiste
richting is geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik het apparaat kan worden beschadigd.
Plaats nooit een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een
"Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in het apparaat optreden.
Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Micro"
(los verkrijgbaar)
Om in de camera een "Memory Stick Micro" te kunnen gebruiken, moet u de "Memory Stick Micro" in
een "M2"-adapter ter grootte van een Duo steken. Als u een "Memory Stick Micro" in de camera plaatst
zonder een "M2"-adapter ter grootte van een Duo te gebruiken, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens
weer uit de camera te halen.
Laat de "Memory Stick Micro" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per
ongeluk inslikken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
152
NL
Accu
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10°C t/m 30°C. Het is
mogelijk dat de accu niet volledig wordt opgeladen buiten dit temperatuurbereik.
Doeltreffend gebruik van de accu
Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen zal de gebruiksduur van
de accu dus korter zijn.
De accu zal snel leeg raken als u de flitser of zoom vaak gebruikt.
Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te
houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
Laat de accu niet nat worden. De accu is niet waterdicht.
Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Wanneer de aansluitpunten van de accu vuil zijn, kan de camera mogelijk niet ingeschakeld worden, kan
de accu mogelijk niet opgeladen worden, of kunnen andere symptomen zich voordoen. Veeg in
dergelijke gevallen het vuil voorzichtig af met een zachte doek.
Bewaren van de accu
Ontlaad de accu volledig voordat u deze opbergt en bewaar de accu op een koele, droge plaats. Om de
werking van de accu tijdens bewaring te behouden, laadt u de accu minstens eenmaal per jaar volledig op
en verbruikt u de lading volledig in de camera.
Als u de acculading volledig wilt opgebruiken, laat u de camera in de diavoorstelling-weergavefunctie
(pagina 76) staan totdat de camera wordt uitgeschakeld.
Om de contactpunten van de accu schoon te houden en kortsluiting te voorkomen, plaatst u de accu in
een plastic zakje of iets dergelijks wanneer u deze meeneemt of opbergt. Zo houdt u de accu ook uit de
buurt van andere metalen voorwerpen.
Levensduur van de accu
De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald
gebruik af. Als de gebruiksduur na opladen aanzienlijk korter is geworden, is het waarschijnlijk tijd de
accu te vervangen door een nieuwe.
De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, alsmede de
omstandigheden en omgeving waarin de accu wordt gebruikt.
Compatibele accu’s
De accu NP-BN1 (bijgeleverd) kan alleen worden gebruikt in Cyber-shot-modellen die compatibel zijn
met accu’s van het type N.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
153
NL
Acculader
Alleen accu’s van het type NP-BN (en geen andere) kunnen worden opgeladen in de acculader
(bijgeleverd). Als u andere accu’s dan de opgegeven accu’s probeert op te laden, kunnen deze gaan
lekken, oververhit raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel als gevolg van elektrocutie en
brandwonden ontstaat.
Het CHARGE-lampje op de bijgeleverde acculader kent de volgende twee knipperpatronen.
Snel knipperen: Het lampje knippert herhaaldelijk aan en uit met een interval van ongeveer 0,15 seconde.
Langzaam knipperen: Het lampje knippert herhaaldelijk aan en uit met een interval van ongeveer
1,5 seconde.
Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u de opgeladen accu in de acculader laat zitten, kan de
levensduur van de accu korter worden.
Als het CHARGE-lampje knippert, haalt u de accu die wordt opgeladen uit de acculader en plaatst u
dezelfde accu terug in de acculader zodat deze op zijn plaats vastklikt. Als het CHARGE-lampje
opnieuw knippert, kan dit duiden op een storing in de accu of is een verkeerd type accu geplaatst.
Controleer of de geplaatste accu van het opgegeven type is. Als de accu van het opgegeven type is, haalt
u de accu eruit, vervangt u deze door een nieuwe of een andere, en controleert u of de acculader nu wel
goed werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden.
Als het CHARGE-lampje langzaam knippert, staat de acculader in de standby-stand en is het opladen
tijdelijk onderbroken. Het opladen stopt tijdelijk en de acculader wordt in de standby-stand gezet
wanneer de temperatuur buiten het voor opladen geschikte temperatuurbereik valt. Nadat de temperatuur
weer binnen het voor opladen geschikte temperatuurbereik valt, wordt het opladen hervat en gaat het
CHARGE-lampje branden. Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van
10°C t/m 30°C.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
154
NL
Index
A
Aanraakscherm..................................................................19
Aansluiten
Computer
....................................................................128
Printer...........................................................................132
Televisie......................................................................122
Accu .....................................................................................152
Acculader ...........................................................................153
AF-bereikzoekerframe ...................................................64
Afdrukken....................................................................86, 132
Afdrukmarkering ............................................................134
AF-verlicht..........................................................................93
Anti-bewegingswaas.......................................................30
Autom. Oriëntatie.............................................................96
Autom. Programma .........................................................26
B
Beeldformaat ......................................................................52
Beeldindex...........................................................................75
Beeldindexinstellingen...................................................91
Behuizing...........................................................................107
Belichting.............................................................................57
Belichtingsgegevens........................................................90
Bestandsnummer.............................................................119
Besturingssysteem..........................................................125
Beveiligen............................................................................85
Bewegende beeldn
Opnemen.......................................................................29
Weergeven....................................................................41
Bijwerken.............................................................................82
Breed-zoombeeld..............................................................39
Burst.......................................................................................55
Burstgroep weergeven....................................................84
C
COMPONENT ................................................................105
Computer............................................................................125
Aanbevolen omgeving ..........................................125
Beelden importeren ........................................128, 129
Macintosh-computer ..............................................125
Windows-computer ................................................125
Custom ..................................................................................21
D
Datum ..................................................................................133
Datum/tijd instellen .......................................................121
Demonstratiefunctie ......................................................103
Diavoorstelling ..................................................................76
Dichte-ogenalarm.............................................................99
Dichte-ogenvermindering.............................................71
Digitale zoom.....................................................................95
Downl. muz.......................................................................110
DPOF .....................................................................................86
E
Eenvoudig-functie
Opnemen.......................................................................42
Weergeven....................................................................73
EV ...........................................................................................57
F
Flitser...............................................................................46, 47
Format. muz......................................................................111
Formatteren.......................................................................114
Foutcodes en meldingen..............................................145
G
Geheugen voor geselecteerd gezicht........................70
Geheugenkaart .....................................................................3
Gezichtsherkenning.........................................................69
Gids scèneherken..............................................................97
H
HD(1080i)..........................................................................105
Hoge gevoeligheid ...........................................................33
Huisdieren............................................................................33
I
Initialiseren........................................................................104
Instellingen..........................................................................14
Intelligente panorama door beweging .....................27
Intern geheugen.................................................................23
ISO..........................................................................................58
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
155
NL
K
Kalender ...............................................................................74
Kalibratie............................................................................113
Kleuren..................................................................................81
Klokinstellingen..............................................................121
Kopiëren .............................................................................118
Korte sluitertijd..................................................................34
L
Lach-sluiter .........................................................................44
Landschap............................................................................33
Language Setting ............................................................102
LCD-helderheid...............................................................101
Lgz synchro.........................................................................46
Lichtmeetfunctie...............................................................66
Lichtmeting met meerdere patronen ........................66
Lichtmeting met nadruk op het midden..................66
LUN-instellingen............................................................109
M
Macintosh-computer .....................................................125
Macro.....................................................................................56
Map
Aanmaken
...................................................................115
Selecteren......................................................................92
Wijzigen......................................................................116
Wissen..........................................................................117
Map kiezen ..........................................................................92
Mass Storage ....................................................................108
"Memory Stick Duo" ....................................................150
MENU-scherm.............................................................11, 13
Midden-AF..........................................................................64
MTP......................................................................................108
Multi-AF...............................................................................64
Multifunctionele aansluiting..............122, 123, 128, 132
Music Transfer.................................................................126
N
Namen van de onderdelen ............................................16
Normaal weergeven
Bewegende beelden
..................................................41
Stilstaande beelden ...................................................36
NTSC...................................................................................106
O
Onderwater..........................................................................34
Onscherpte repareren ......................................................82
Opn.functie..........................................................................24
Opn.map wissen..............................................................117
Opnamemap maken.......................................................115
Opnamemap wijz............................................................116
Opnamerichting.................................................................51
Opnemen
Bewegende beelden
..................................................29
Stilstaande beelden ...................................................25
Optische zoom .............................................................35, 95
P
PAL.......................................................................................106
PictBridge ..................................................................108, 132
Pieptoon..............................................................................100
Pixel........................................................................................54
PMB .....................................................................................126
PMB Portable...................................................................130
Precisie-digitale-zoom....................................................95
Problemen oplossen.......................................................135
PTP .......................................................................................108
Punt-AF.................................................................................64
Puntlichtmeting .................................................................66
R
Rode-ogen-correctie........................................................82
Rode-ogenvermind. .........................................................98
Roteren..................................................................................87
S
Scène bew. bldn. opnemen...........................................43
Scèneherkenning...............................................................67
Scènekeuze..........................................................................33
Schemer ................................................................................33
Schemeropn. uit hand .....................................................31
Schemer-portret.................................................................33
Scherminstellingen
Opnemen.......................................................................72
Weergeven....................................................................89
Scherpstellen.......................................................................64
SD..........................................................................................105
Slim automatisch instellen............................................25
Slimme-zoomfunctie.......................................................95
Sneeuw..................................................................................33
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
156
NL
Soft Snap..............................................................................33
Software..............................................................................126
Stramienlijn.........................................................................94
Strand.....................................................................................33
Stroombesparing .............................................................112
Superclose-up.....................................................................56
T
Tegenlichtopnamecorr. HDR ......................................32
Televisie .....................................................................122, 123
Tijdelijk geroteerde weergave.....................................40
Tijdzone instellen ...........................................................120
Trimmen (formaat wijz.)...............................................82
U
USB-aansluiting..............................................108, 128, 132
V
VGA .......................................................................................52
Video-uit.............................................................................106
Voedsel .................................................................................33
Volume-instellingen........................................................88
Vuurwerk .............................................................................34
W
Weergave zoom.................................................................38
Weergavefunctie ...............................................................83
Windows-computer .......................................................125
Wissen...................................................................................79
Witbalans .............................................................................60
Witbalans onderwater.....................................................63
Z
Zelfdiagnosefunctie.......................................................145
Zelfontsp. .......................................................................48, 50
Zelfportret............................................................................48
Zoom......................................................................................35
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
157
NL
Informatie over de licentie
De softwareprogramma’s "C Library", "Expat", "zlib", "dtoa", "pcre" en "libjpeg" worden in de
camera meegeleverd. Wij leveren deze softwareprogramma’s op grond van een
licentieovereenkomst met de copyright-houders ervan. Op grond van een verzoek van de
copyright-houders van deze softwareprogramma’s zijn wij verplicht u te informeren over het
volgende. Lees a.u.b. de onderstaande tekst.
Lees "license1.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels)
van de softwareprogramma’s "C Library", "Expat", "zlib", "dtoa", "pcre" en "libjpeg".
DIT PRODUCT IS GEDEPONEERD ONDER DE MPEG-4-VISUEEL-
PATENTENPORTFOLIOLICENTIE VOOR HET PERSOONLIJKE EN NIET-
COMMERCIËLE GEBRUIK VAN EEN GEBRUIKER OM
(i) VIDEO TE CODEREN OVEREENKOMSTIG DE MPEG-4-VISUEEL-NORM ("MPEG-4
VIDEO")
EN/OF
(ii)MPEG-4-VIDEO TE DECODEREN DIE WAS GECODEERD DOOR EEN GEBRUIKER
MET BETREKKING TOT EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT
EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER GEAUTORISEERD
DOOR MPEG LA OM MPEG-4-VIDEO TE LEVEREN.
ER ZAL GEEN LICENTIE WORDEN TOEGEKEND OF GEÏMPLICEERD VOOR ENIG
ANDER GEBRUIK. U KUNT AANVULLENDE INFORMATIE, WAARONDER
INFORMATIE OVER PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK EN
BIJBEHORENDE LICENTIES, VERKRIJGEN BIJ MPEG LA, LLC. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM
Over softwareprogramma’s waarop GNU GPL/LGPL van
toepassing is
De software die geschikt is voor de volgende GNU General Public License (hierna "GPL"
genoemd) of GNU Lesser General Public License (hierna "LGPL" genoemd) worden bij de
camera geleverd.
U bent hiermee geïnformeerd dat u het recht hebt op toegang tot de broncode van deze
softwareprogramma’s, en het recht hebt de broncode aan te passen en opnieuw te distribueren
onder de voorwaarden van GPL/LGPL.
De broncode is beschikbaar op het internet. U kunt deze downloaden vanaf de volgende URL.
http://www.sony.net/Products/Linux/
Wij stellen het op prijs als u geen contact met ons opneemt over de inhoud van de broncode.
Lees "license2.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels)
van de softwareprogramma’s "GPL", en "LGPL".
Om het pdf-bestand te kunnen lezen hebt u het softwareprogramma Adobe Reader nodig. Als dit
niet op uw computer geïnstalleerd is, kunt u het downloaden vanaf de website van Adobe
Systems:
http://www.adobe.com/
Over de licentie voor "Music Transfer" op de cd-rom
(bijgeleverd)
MPEG Layer-3 audio coding technology and patents licensed from Fraunhofer IIS and
Thomson.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157

Sony DSC-TX5 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor