Pottinger EUROCAT 275 H ED Handleiding

Type
Handleiding
(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R99 348.NL.80J.0
Trommelmaaiers
EUROCAT 275 H-ED
(Type PTM 348 : + . . 01001)
EUROCAT 315 H
(Type PTM 349 : + . . 01001)
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
NL
INHOUDSOPGAVE
0800_NL-Inhalt_348 - 4 -
Veiligheidsvoorschriften in aanhangsel A in acht nemen
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk ...................................................................................... 5
Betekenis van de waarschuwing afbeeldingen ................................. 5
AANKOPPELEN
Machine aan de trekker bouwen ....................................................... 6
Hoogte van de hefarmen afstellen .................................................... 7
Belangrijke aanwijzingen! .................................................................. 7
Aftakas aankoppelen ......................................................................... 7
Parkeren in de open lucht ................................................................. 7
TRANSPORTSTAND EN WERKSTAND
Veranderen van werkstand in transportstand.................................... 8
Veranderen van transportstand in werkstand.................................... 8
Transportstand 1 .............................................................................. 9
Transportstand 2 .............................................................................. 9
Transportstand 3 ............................................................................ 10
Transportstand 4 ............................................................................ 10
Vermindering van de totale hoogte ................................................. 10
AFKOPPELEN EN WEGZETTEN
Machine van de trekker afkoppelen ................................................ 11
Wegzetten van de machine ............................................................. 12
Steunpoot ........................................................................................ 12
Voorzichtig bij manoeuvres op een helling! ..................................... 13
IN GEBRUIK NEMEN
Aanwijzingen voor veilig werken ..................................................... 14
Afstelling .......................................................................................... 14
Werken ............................................................................................ 14
Werken ............................................................................................ 15
Maaihoogteverstelling ..................................................................... 15
Maaihoogteverstelling ..................................................................... 15
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer ................................................................... 17
Juiste riemspanning ........................................................................ 17
Stand van de rotorvingers ............................................................... 17
In- en uitbouwen van de kneuzer .................................................... 18
Maaien zonder kneuzer ................................................................... 20
Optie ................................................................................................ 20
STAND VAN DE GELEIDEPLATEN INSTELLEN
Systeem "extra dry" ........................................................................ 22
Harken ............................................................................................. 22
Breedspreiden ................................................................................. 22
Geleideplaat demonteren ................................................................ 23
Geleideplaat monteren .................................................................... 23
ZWADVORMERS
Afstellen van de beide zwadvormers (8i ......................................... 24
Afstellen van de zwadbreedte (8i ................................................... 24
Montage van de meenemer ............................................................ 25
Montage der Förderleisten innen .................................................... 25
AANRIJBEVEILIGING
Aanrijbeveiliging .............................................................................. 26
Werking van de hydraulische aanrijbeveiliging ................................ 26
Functie van de aanrijbeveiliging ...................................................... 26
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ....................................................................... 27
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ................................. 27
Reinigen van machinedelen ............................................................ 27
In de openlucht laten staan ............................................................. 27
Overwinteren ................................................................................... 27
Aftakassen ....................................................................................... 27
Hydrauliekinstallatie ........................................................................ 27
Houder voor het snel wisselen van messen .................................... 28
Controle van de bevestiging van de mesjes .................................. 28
Messen verwisselen ........................................................................ 28
Messen ........................................................................................... 29
Maaischijven ................................................................................... 29
Grotere Maaihoogte met hoogsnij-maaischijven............................. 30
De veerspanning controleren. ......................................................... 31
Veervoorspanning veranderen ......................................................... 31
Tabel: ............................................................................................... 32
Ongevallenrisico bij versleten onderdelen ....................................... 33
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ...................................................................... 34
Vereiste aansluitingen ...................................................................... 34
Doelgericht gebruik van de machine ............................................... 35
Plaats van het typeplaatje ............................................................... 35
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken ..................................................... 38
Aftakas ............................................................................................ 39
Aanbouwmogelijkheden .................................................................. 41
Smeerschema ................................................................................ 42
Smeermiddelen ............................................................................... 44
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ................................. 46
- 5 -
9700_NL-Warnbilder_361
NL
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwing
afbeeldingen
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan. Wacht totdat
deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houdt voldoende afstand tot de messen, als de
trekkermotor draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatie werk zaamheden,
de trekkermotor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
bsb 447 410
495.167
(348) ANBAU 0000-NL
NL
- 6 -
AANKOPPELEN
Machine aan de trekker bouwen
Aanwijzingen voor veilig werken:
zie aanhangsel-A p. 7.), 8a. - 8h.)
- De maaier zodanig aanbouwen dat de rand van de binnenste trommel net buiten het
rechter trekkerwiel uitkomt.
- zie ook hoofstuk "Verstek-aanbouw", aanhangsel-D
- Hefpennen (1) dienoverkomstig afstellen.
- Door het verdraaien van de hefstangverstelling het aanbouwraam horizontaal
afstellen.
- Door het verdraaien van de topverbinding (16) kan de maaihoogte worden veranderd.
(348) ANBAU 0000-NL
NL
- 7 -
AANKOPPELEN
Hoogte van de hefarmen afstellen
De stand van de aftakas (GW) moet tijdens het maaien ongeveer
horizontaal zijn
- Hefinrichting van de trekker goed afstellen (H1)
- Trekkerhydrauliek door de diepteaanslag (ST) instellen
Deze hoogte maakt een goede aanpassing aan bodemoneffenheden
mogelijk en hoeft bij het heffen van het maaielement niet te worden
veranderd.
- Snelsluiting voor hydraulische cylinder aansluiten en cylinder onder
druk zetten.
Belangrijke aanwijzingen!
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht, laat zien voor
welk aftakas-toerental uw maaier geschikt is.
Standaard: Aandrifskast voor aftakastoerental 1000 rpm.
Uitvoering tegen meerprijs: Aandrifskast voor aftakas-toerental 500
rpm.
Bestelnummers: zie onderdelenboek
Aftakas aankoppelen
Bij het voor de eerste keer gebruiken van de machine achter de
bepaalde trekker moet de lengte van de aftakas worden gekontroleerd
en eventueel worden aangepast. Zie ook „Aanpassen van de aftakas“,
aanhangsel B.
Parkeren in de open lucht
Wanneer u de wagen voor langere tijd in de open lucht wegzet,
moeten de zuigerstangen van de hydraulische cilinders gereinigd
en geconserveerd worden met zuurvrij vet.
H1 GW
TD 4-00-1
1000 rpm
540 rpm
TD 18/96/2
FETT
TD 49/93/2
(348) TRANSPORTSTELLUNG 0400-NL
NL
- 8 -
Attentie!
Bij de transportstand 1, 2, 3
Voor het opklappen van de maaier, de
aandrijving uitschakelen en wachten tot
de schijven stilstaan.
Aanwijzing:
De machine is zodanig ontworpen, dat de maai-eenheid
dichtbij de trekker is. Dit geeft tijdens het maaien en
tijdens het transport belangrijke voordelen.
Het zwaartepunt ligt dicht op de trekker, daardoor
- minder belasting van dragende onderdelen
- tijdens het transport, minder ontlasting van de voor-
as
- tijdens het maaien een directere bodemaanpassing
van de maai-eenheid
Voor het rijden in transportstand kan de machine in 4
standen worden gezwenkt.
Veiligheidsaanwij-
zing!
zie aanhangsel-A
p. 7.), 8c. - 8h.)
Het omschakelen
van werk- in
transportstand en
omgekeerd, al-
leen op een effen,
vaste ondergrond
uitvoeren.
De maaier nooit in
geheven toestand
laten draaien.
Zakken van het maaielement
- Vaststellen of de
ruimte waarin de
machine zwenkt
vrij is en dat
er zich verder
niemand in de
gevarenzone
rond de machine
bevindt.
Veranderen van werkstand in transportstand
Veranderen van transportstand in werkstand
- Maaielement met de cylinder licht heffen tot de haak
(13) ontgrendelt kan worden.
- Haak (13) ontgrendelen door aan het trekkoord
te trekken.
- Maaielement langzaam laten zakken.
tot bouwjaar 2003 vanaf bouwjaar 2004
48/00/20
TRANSPORTSTAND EN WERKSTAND
(348) TRANSPORTSTELLUNG 0400-NL
NL
- 9 -
TRANSPORTSTAND EN WERKSTAND
Transportstand 2
Maaier naar achteren en omhooggezwenkt
- tot aan aanslag (ca. 20°)
Aanwijzing: In deze stand mag slechts over een geringe
afstand, met een zeer lage snelheid, worden gereden
Variant-1:
Zonder hydraulische zwenkinrichting
- Maaielement op de grond laten zakken
- Pen (40) ontgrendelen door aan het koord (S1) te trekken
en voorwaarts te rijden
De maaier zwenkt daarbij zo
ver naar achteren tot de pen
(40) vergrendelt.
- Machine met de hydraulische
installatie op de trekker
heffen
Variant-2:
Met hydraulische zwenkinrichting
Er is hiervoor een extra dubbelwerkend ventiel op de
trekker nodig
In plaats van de mechanisme vergrendeling (pen 40) is
een hydraulisch geheel aangebouwd. Zie ook hoofdstuk
‘ Aanrijbeveiliging’
- Maaier heffen
Enkelwerkend ventiel (ST) bedienen
- Maaier naar achteren zwenken
Dubbelwerkend ventiel (ST) bedienen
Transportstand 1
Maaielement alleen zijdelings geheven.
- Het koord (S2) aantrekken en gelijktijdig het stuurventiel
(ST) bedienen.
- Maaielement langzaam in vertikale stand brengen en
trekkoord (S2) loslaten.
- Maaielement met de haak (13) vergrendelen.
- Stuurventiel in 0-
stand
Aanwijzing voor het rijden in de transportstand:
Het stuurventiel (ST) niet in de zweefstand plaatsen!
De haak (13) wordt te zwaar belast en zal uitslaan.
- Controleer voor iedere rit of de transportvergrendeling
in orde is!
- Verlichting aansluiten en de machine voor het vervoer
heffen.
- De machine helemaal laten zakken voordat de trekker
wordt verlaten!
ATTENTIE, de afstand (X1) moet voldoende zijn
In combinatie met grotere trekkers, kan het gebeuren dat
een afstand tot de spatborden
of de banden (X1) te klein is.
Dan zal de maaier tegen de
banden of het spatbord lopen.
Als dat het geval zal zijn, mag
de ze transportstand niet
worden gebruikt.
Dan kan worden geprobeerd de
maaier verder naar rechts aan
te bouwen
- Koppelpennen anders
monteren (zie ook het betreffende hoofdstuk in deze
gebruikershandleiding)
- De totale breedte mag echt niet meer dan 3 m
bedragen
ATTENTIE!
Belangrijke
aanwijzing
in hoofdstuk
‘Wegzetten van
de machine’
02/00/05
02/00/04
X1
02/00/08
max. 3 m
(348) TRANSPORTSTELLUNG 0400-NL
NL
- 10 -
TRANSPORTSTAND EN WERKSTAND
Transportstand 3
Maaier naar achteren en omhooggeklapt (ca.
90°)
1. Maaibalk, zoals beschreven onder het hoofdstuk
"Transportstand-2" naar achteren zwenken
2. Maaibalk, zoals beschreven onder het hoofdstuk
"Transportstand -1" in vertikale stand brengen.
- Maaielement met de haak (13) vergrendelen.
3. Controleer voor iedere rit of de transportvergrendeling
in orde is!
- Verlichting aansluiten en de machine voor het vervoer
heffen.
- De machine helemaal laten zakken voordat de trekker
wordt verlaten!
Transportstand 4
Maaier opgeklapt (ca. 20°)
- Deze stand is naar boven door aan aanslag
begrenst.
Alleen tijdens het wenden op het veld
Niet toepassen op tijdens het rijden over de weg!!
Vermindering van de totale hoogte
Voor het in transportstand brengen:
Om de transporthoogte met 30 cm te verminderen
kan het buitenste deel van de beschermkap (10)
worden opgeklapt.
Aanwijzing
Voor dat de
bescherming
mag worden
opgeklapt,
moet de maaier
totaal stil staan,
de schijven
mogen niet meer
bewegen.
02/00/06
TD48/00/21
30cm
10
02/00/07
0400_NL-Abbauen_348
NL
- 11 -
Machine van de trekker afkoppelen
Attentie
• Machine op een
vaste ondergrond
wegzetten
De
steunpoot ge-
bruiken – anders
kantelgevaar
• Verwondingrisico
door plaatsen
waar men be-
kneld kan raken
in de ruimte rond
het aanbou-
wraam.
• Ook de aanwi-
jzingen op de
volgende pagina
opvolgen.
Aanwijzing
De hefboom 13 b is een veiligheidsvoorziening. Deze
mag niet van vorm of van functie worden veranderd.
De hefboom is zodanig geconstrueerd, dat ze bij het
hydraulisch opklappen van de maaibalk niet uit de
blokkerende positie (13a, 13b) springt. De hefboom
kan daarbij slechts worden beschadigd (vervormd),
maar blijft in de blokkerende stand.
Dit is uit veiligheidsoverwegingen door de fabrikant
uitgevoerd.
Gebruik daarom de hydraulische cilinder
niet voor het heffen van de maaibalk als de
hefboom in de blokkerende stand staat.
Beschadigde hefbomen direct door nieuwe
vervangen.
Belangrijk!
De volgorde van het bedienen
aanhouden
1. Trekkerstuurventiel in de zweefstand zetten, om te
voorkomen dat er restdruk in de hydraulische leidingen
achterblijft.
2. Pen (13a) laten inhaken
- Trek aan het koord (S2)
- Het aanbouwraam door de hefinrichting zo ver laten
zakken tot de pen (13a) in de haak valt
3. De hefboom (13b) in de stand zwenken dat deze
blokkeert
Daardoor is pen (13a) geborgd.
Deze beveiliging is belangrijk!
Daar anders het risico bestaat dat het
aanbouwraam van de maaier bij het
afkoppelen van de hefarmen, omhoog
komt.
4 Steunpoot (14) in de steunstand brengen en borgen
met de veerpen
5 He nrichting zo ver laten zakken tot de machine met
de steunpoot op de grond staat
6 Machine van de trekker afkoppelen
- Aandrijfaftakas afkoppelen
- Hydraulische slangen loskoppelen
- Trekkoord van de trekker verwijderen
tot bouwjaar 2003 vanaf bouwjaar 2004
15
14
495-733a
S2
13a
13b
S2
13a
13b
AFKOPPELEN EN WEGZETTEN
0400_NL-Abbauen_348
NL
- 12 -
AFKOPPELEN EN WEGZETTEN
Steunpoot
De steunpoot kan in 4 standen worden gezet
Stand 1, 2, 3: Voor het afkoppelen van de machine
Stand 4: De transport en werkstand
Op de steunpoot zetten
Er moet worden gekozen uit positie 1, 2, of 3 om een
probleemloos afkoppelen van de he nrichting mogelijk
te maken.
Als er toch problemen bij het afkoppelen
optreden
- De machine op een vlakke, vaste ondergrond
wegzetten
- De hefarmen met
de spindels (15) zo
ver verdraaien tot
de hefarmen van
de pennen kunnen
worden getrokken
ATTENTIE!!
Verwondingrisico in het gebied tussen de
trekker en de machine
Wegzetten van de machine
De machine kan in 2 standen worden weggezet (R en
H)
Het hydraulische
stuurventiel niet in
zweefstand zetten als
het aankoppelraam
wordt geheven.
Attentie (STOP)
Het aankoppelraam mag niet te hoog worden geheven.
- Als de machine in de stand "H" wordt weggezet en het
stuurventiel in de zweefstand staat.
De aftakas zou daarbij kunnen worden beschadigd, omdat
die geheel wordt ingeschoven (0 mm).
ATTENTIE!
Voor het af-
koppelen van
de hefarmen,
moet pen (13a)
altijd eerst zijn
geborgd door de
hefboom (13b)
1
2
3
4
48-00-24
064-01-014
STOP
0 mm
064-01-015
(358) 9500-NL HANGFAHRT - 13 -
GEBRUIK OP HELLINGEN NL
Voorzichtig bij manoeuvres op een helling!
Door het gewicht (G) van de maaier worden de
rijeigenschapen van de trekker beïnvloedt. Dit
kan, speciaal op hellingen, tot gevaarlijke situaties
leiden.
Er bestaat kantelgevaar
- als de maaier "helling-af" is aangebracht en in deze positie
hydraulisch wordt geheven.
- bij bochten naar links terwijl de maaier is geheven.
- bij bochten naar links terwijl de maaier in transportstand is.
Veiligheidsaanwijzing
Reduceer de snelheid in bochten naar links.
Rijdt zodanig dat de geheven maaier "helling-op" is
aangebracht.
Op een helling kunt u beter achteruit rijden dan een riskante draai
te maken.
TD15/95/3
G
TD15/95/2
TD15/95/4
- 14 -
0300-NL Inbetriebn_348
NL
IN GEBRUIK NEMEN
Aanwijzingen voor veilig werken
1. Controle
- Slijtage van de mesbout
(31) controleren. Als de
pendikte 9 mm of minder
is moet de meshouder
gewisseld worden.
- Meshouder (30) op
beschadigingen con-
troleren.
- Als er een slijpend geluid
gehoord word, moet de
meshouder (30) gecontro-
leerd worden. Deze kan verbogen zijn en daardoor ligt het mes
niet goed meer.
2. De aftakas aandrijving inschakelen
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle bescher-
mingen (beschermkappen, beschermkleden, enz.) op de
juiste wijze zijn aangebracht.
3. Schakel de machine alleen in als ze in werkstand is en
overschrijdt het maximum toerental niet!
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht, laat zien
voor welk aftakas-toerental uw maaier geschikt is.
4. Let op de draairichting van de aftakas!
- Om te maaien moet de aftakas buiten het te maaien gewas worden
ingeschakeld en moet de machine langzaam op het volle toerental
worden gebracht. De rijsnelheid wordt mede bepaald door de
terreinomstandigheden en het soort gewas.
5. Afstand houden bij lopende motor
- Stuur personen buiten
het gevarengebied van
de ma chine; er kunnen
voor werpen worden weg-
ge slingerd. Bij zondere
aandacht is te be steden
aan het werken op perce-
len met veel stenen en in
de buurt van wegen.
6. Gehoorbeschermers dragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabine's, kan het
geluidspeil op de werkplek verschillen.
wordt een geluidspeil van 85 dB (A) of hoger bereikt, moet ge-
hoorbescherming binnen handbereik gehouden worden.
wordt een geluidspeil van 90 dB (A) bereikt of overschreden, dan
moet de gehoorbeschermer gedragen worden.
7. Voorkomen beschadigingen
Het te maaien veld moet vrij zijn van obstakels en vreemde voor-
werpen. Vreemde voorwerpen (bijv. grote stenen, stukken hout,
afrasteringspaaltjes enz.) kunnen de maaier beschadigen.
Mocht er toch een vreemd voorwerp in de maaier
komen
Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
De machine zorgvuldig op beschadigingen controleren.
Indien nodig, de machine door een vakman laten repareren.
8. Veiligheidsvoorschriften (p. 1, 2, 3 en 4) in aanhangsel A1
in acht nemen!
Afstelling
- De hefinrichting moet zo worden afgesteld dat de machine
bodemoneffenheden goed kan volgen.
- De stand van de aftakas (GW) moet tijdens het maaien ongeveer
horizontaal zijn
- Aanbouwraam moet horizontaal zijn.
- De hefstangen begrenzen om zijdelingse speling te voorkomen.
Werken
1. Snijhoogte verstellen door de topstang af te stellen
(maaischijven in een hoek van maximaal 5°).
2. Om te maaien wordt de aftakas buiten het te maaien
gewas ingeschakeld en wordt de machine langzaam
op toeren gebracht.
Door een gelijkmatig verhogen van het aandrijftoerental worden
systeembepaalde bijgeluiden in de vrijloopkoppeling vermeden.
- De rijsnelheid wordt mede bepaald door gewas- en
terreinomstandigheden.
bsb 447 410
- 15 -
0400-NL Schnitthöhe_344
NL
IN GEBRUIK NEMEN
Werken
Snijhoogte verstellen door de topstang af te stellen (maaischijven in
een hoek van maximaal 5°).
Maaihoogteverstelling
Door het verstellen van de middenste schotel kan de maaihoogte
van 35 tot 65 mm worden veranderd.
1. Machine heffen (~5 cm).
2. De sleutel (W) op het vierkant of sechskant steken en zolang
draaien tot de gewenste snijhoogte is bereikt.
1x draaien = 1,5 mm
Maaihoogteverstelling
Veiligheidsaanwijzing
voor het verrichten van
instel-, onderhouds- en
reparatie werkzaamheden,
de trekker motor uitschake-
len.
werkzaamheden onder de
machine alleen uitvoeren,
wanneer de machine vast
en zeker staat en goed wordt ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
Afstandsringen
Voor het instellen van de maaihogte moeten afstandsringen (4mm, 6mm)
gebruikt worden.
Hiervan zijn er al 2 gemonteerd (4mm, 6mm).
Uitvoering tegen meerprijs: 8
afstandsringen
(
6mm)
Uitvoering tegen meerprijs: hoogsnij-schotel (H1)
Aan elke trommel hetzelfde aantal afstandsschijven monteren
Afstandsschijven monteren
1. De beide glijschotels (S1, 1a) demonteren.
2. Afstandschijven (6mm) toevoegen
3. De beide glijschotels opnieuw monteren.
Versleten, beschadigde veerringen door nieuwe vervangen
Ook versleten of beschadigde bouten en moeren vervangen
De verbindingen vastdraaien!
4. Na 1 bedrijfsuur controleren en natrekken
TD 79/99/10
~ 5cm
TD 79/99/05
099-02-06
- 16 -
0400-NL Schnitthöhe_344
NL
IN GEBRUIK NEMEN
- 17 -
0500-NL AUFBEREITER_348
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer
Het effect van de kneuzer kan worden veranderd.
- De afstand tussen de rotor en de verstelplaat wordt met hendel
(13) veranderd.
In de laagste stand is het kneuseffect het grootst.
Het voer mag echter niet geplet worden.
Juiste riemspanning
Maat X2 controleren
NOVACAT 225: X2 = 164 mm
NOVACAT 265: X2 = 164 mm
NOVACAT 305: X2 = 164 mm
EUROCAT 275: X2 = 178 mm
Stand van de rotorvingers
Pos. Z1: Stand van de rotorvingers voor normaal gebruik
Pos. Z2: Voor zware omstandigheden, bijvoorbeeld als het gewas zich rond de rotor-as wikkelt.
De rotortanden 180° draaien (Pos. Z2). Deze stand van de vingers lost in de meeste gevallen de problemen op. Het
kneuseffect wordt er echter iets door verminderd.
- 18 -
0500-NL AUFBEREITER_348
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
3. V-snaren verwijderen
- Van te voren met de hefboom (3) ontspannen
4. Transportwielen (4) aanbrengen
- links en rechts
- borgen met pen (V)
In- en uitbouwen van de kneuzer
Voor het uitbouwen van de kneuzer moet
de veerspanning worden verminderd
Pen (18) in de betreffende stand brengen
(a, b, c)
- zie hoofdstuk "ONDERHOUD"
Anders bestaat het gevaar, dat de maaier
na het afkoppelen van de kneuzer,
ongecontroleerd omhoog komt.
1. Vergrendeling losmaken en scherm (1)
opklappen
2. Beschermkap (2) verwijderen en de aftakas
(GW) van de aandrijving trekken.
- 19 -
0500-NL AUFBEREITER_348
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
5. Bevestigingen links en rechts losmaken
Veerbelaste pennen tot bouwjaar 2004
Borgpen (V1) verwijderen en pen
ontgrendelen
• positie A = ontgrendeld
• positie B = vergrendelt
Geschroefd vanaf bouwjaar 2004
Bout S verwijderen
(Veerbelaste pennen (Optie))
6. Kneuzer altijd op een vaste ondergrond
wegzetten
7. Beschermplaat monteren (5)
Deze plaat voorkomt het indringen van smeer in de
omgeving van de aandrijving
Inbouwen van de kneuzer
- dit gebeurt in omgekeerde volgorde
Belangrijk!
Tijdens het
maaien zonder
kneuzer
moeten aan de
machine extra
beschermingen
worden
aangebracht
en de beide
zwadvormers
moeten worden
gemonteerd. Zie
onderdelenlijst.
- 20 -
0400-NL MÄHEN OHNE CR_375
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
Let hier speciaal op, als de kneuzer van de maaier is
gedemonteerd
Aanwijzing voor uw veiligheid
Een machine met kneuzer (CR) is als geheel met de voorgeschreven
beschermingen uitgerust.
Als de kneuzer echter wordt afgebouwd, is de maaier niet
meer voorzien van een complete bescherming. In deze
toestand mag zonder extra beschermingen niet worden
gemaaid!
ATTENTIE!
Voor het maaien zonder kneuzer (CR) moeten extra
beschermingen worden gemonteerd die speciaal voor deze
maaier zijn gemaakt.
Bij een nieuwe maaier met kneuzer horen deze extra
beschermdelen niet tot de leveromvang; ze moeten extra
worden besteld (zie onderdelenboek, bouwgroep ‘SCHUTZ
HINTEN’)
Optie
- steunwielenset (4)
- veerbelaste fixeerpen (A-B)
Voor het maaien zonder kneuzer (Conditioner)
- Veiligheidsaanwijzing (boven) zonder meer
navolgen!
Maaien zonder kneuzer
- 21 -
0200-D ROTOR_344
D
AUFBEREITER (CONDITIONER)
345.31.006.1
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
EUROCAT 316 F (Type PTM 345)
17
16
14 15
13
1234567 8 9 10 11 20 22
18 19 23 24 25 25 26 27 31
21 28 30
082-02-02
185 mm 170 mm
0000-NL LEITBLECHE (379) - 22 -
NL
STAND VAN DE GELEIDEPLATEN INSTELLEN
Varianten
Systeem "extra dry"
Aanwljzing
De hieronder beschreven instellingen zijn bedoeld als
standaardinstellingen. Afhankelijk van de verschillende
voersoorten, kan een optimale instelling van de platen
eventueel pas tijdens het gebruik worden gevonden.
Harken
1. Stand van de geleideplaten instellen
- zie afbeelding
Breedspreiden
1. Stand van de geleideplaten instellen
- zie afbeelding
NOVACAT 305 extra dry
EUROCAT 275 extra dry
0000-NL LEITBLECHE (379) - 23 -
STAND VAN DE GELEIDEPLATEN INSTELLEN NL
Geleideplaat demonteren
Tijdens het breed verspreiden kan het voorkomen, dat de links
gemonteerde geleideplaat (LB) de strooibreedte verkleind.
Als de spreidbreedte groter moet worden, kan de geleideplaat worden
gedemonteerd.
Ringschroef (1) en schijf (2) verwijderen
Borgpen (V) en pen (3) er uit trekken
Geleideplaat (LB) boven op de kneuzer monteren
- Pen (3) en borgpen (V)
- Ringschroef (1) en schijf (2)
Belangrijk: Schijf (2) als afgebeeld aanbrengen
Geleideplaat monteren
Voor het vormen van zwaden moet de geleideplaat op de daarvoor
bestemde plaats worden aangebracht
De montage vindt in omgekeerde volgorde van demontage
plaats
0800-NL SCHWADFORMER_344
NL
- 24 - (8i zie Aanhangsel-A
ZWADVORMERS
Afstellen van de beide zwadvormers (8i
Voorste zwadvormschijf
Ruimte tussen de schijf en de maaischotel "5-10mm".
inclination 5°
Achterste zwadvormschijf
Afstellen "+10 mm".
Afstellen van de zwadbreedte (8i
De breedte van het zwad kan worden versteld via de strippen (6).
Als er een verstopping optreedt moet een grotere zwadbreedte
gekozen worden.
TD 79-99-17
10 mm
TD 25-98-4
5-10 m
m
TD 37-98-02
6
119-01-30
TD 25-98-3
+ 10 mm
0800-NL SCHWADFORMER_344
ZWADVORMERS NL
- 25 - (8i zie Aanhangsel-A
Montage van de meenemer
Om verstoppingen te voorkomen bij zware voeders kunnen er
aanvullende transportbeugels op de binnenste maaitrommels
gemonteerd worden.
Afstelling "8 - 10 cm."
Attentie!
Bij maaiers met kneuzer (CR) de beugel demonteren
- risico dat elementen elkaar raken
Montage va binnen transportlijsten
Om bij zwaar voer verstoppingen te voorkomen, kunnen extra
transportlijsten worden gemonteerd.
(348) ANFAHRSICHERUNG 0100-NL - 26 -
NL
AANRIJBEVEILIGING
Aanrijbeveiliging
Bij het maaien rond bomen, afrasteringen e.d. kan het ondanks de
nodige voorzichtigheid tijdens het werken toch tot een aanraking met
het objekt komen. Om daarbij beschadigingen te voorkomen is er een
aanrijbeveiliging in de machine gebouwd.
Attentie!
Het doel van deze aanrijbeveiliging is niet om bij volle snelheid schade
aan de machine te voorkomen.
Variant-1: Mechanische aanrijbeveiliging.
Met veerbelaste haak (1)
Variant-2: Hydraulische aanrijbeveiliging (2)
Met hydraulische zwenkinrichting
Werking van de hydraulische aanrijbeveiliging
Bij het raken van een hindernis, kan het element zo ver naar achteren
zwenken dat het meestal aan de hindernis voorbij gaat.
Aansluitend kan het element hydraulisch in de werkstand worden
teruggezwenkt.
Daarvoor het dubbelwerkende ventiel bedienen
Aanwijzing: Het veranderen van werk- in transportstand en omgekeerd, kan
eveneens met deze zwenkinrichtring worden uitgevoerd. Zie ook hoofdstuk
‘Transport- en werkstand’
Functie van de aanrijbeveiliging
De veerbelaste haak (1) aan het draagraam laat het maaielement naar
achteren zwenken bij een aanrijding.
Als u aansluitend iets achteruit rijdt, koppelt de haak weer in.
Afstelling:
Als de beveiliging te licht staat afgesteld, kan de spanning door de
zeskantmoer versteld worden (Attentie! Afstelmaat: min. 100 mm).
LET OP: de maat (X1) is voor alle modellen gelijk (110 mm)
EUROCAT 275 H, 275 H-ED: X1 = 110 mm (min. 100 mm)
NOVACAT 225 H, 225 H-ED X1 = 110 mm (min. 100 mm)
NOVACAT 265 H, 265 H-ED: X1 = 110 mm (min. 100 mm)
NOVACAT 305 H, 305 H-ED X1 = 110 mm (min. 100 mm)
NOVACAT 350 H: X1 = 110 mm (min. 100 mm)
Als u niet zeker bent of het te maaien perceel werke-
lijk vrij is van hindernissen, rijdt dan overeenkomstig
langzaam!
- 27 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moe ten
de cylinderstangen worden
ge rei nigd en worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekker motor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
• Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bou ten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons ge con tro leerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde
om stan dig he den con struc tie ve eigenschappen van
Uw ma chi ne negatief beïnvloeden. De fa bri kant
kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor scha de
ont staan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doors me ren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekker motor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het over winteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
NL
ONDERHOUD
- 28 -
1000-NL WARTUNG (348)
Messen verwisselen
1. De hendel (H) horizontaal tussen maaischijf en houder
(30) schuiven.
2. De beweegbare houder (30) met behulp van hendel (H)
naar beneden duwen.
3. Mes (M) verwijderen
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (31) .
5. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze goed
vastzitten.
de houder (30) op beschadigingen, verbuiging
6. Messen monteren
en hendel (H)
verwijderen
Houder voor het snel wisselen van messen
Attentie!
Voor uw veiligheid
- Messen en hun bevestiging regelmatig controleren!
- De messen aan de maaischijf, moeten gelijkmatig slijten (gevaar
voor onbalans).
Bij ongelijkmatige slijtage, paar-wijze vervangen.
- Verbogen of beschadigde messen mogen niet verder gebruikt
worden.
Verbogen, beschadigde en/of versleten messenhouders (30)
mogen niet verder gebruikt worden.
Controle van de bevestiging van de mesjes
- Normale controle elke 50 uren.
- Vaker controleren als gewerkt wordt op een steenhoudende
grondsoort.
- Direkt na het raken van een voorwerp controleren (bijv. stenen,
stukken hout enz.).
Controle als volgt
- zoals beschreven onder het hoofdstuk "messen verwisselen"
Attentie!
Beschadigde, verbogen en sterk versleten onderdelen
niet verder gebruiken. (Gevaar voor ongevallen).
TD 79-99-03
31
30
H
NL
ONDERHOUD
- 29 -
0300-NL WARTUNG (348)
Messen
De messen aan één trommel moeten gelijkmatig
versleten zijn, (risico van onbalans) in het andere
geval de messen verwisselen.
Let op een juiste montage
- Messen met de aanduiding “L” alleen op een linksdraaiende
trommel monteren.
- Messen met de aanduiding “R” alleen op een rechtsdraaiende
trommel monteren.
Maaischijven
Als de maaischijven in het bereik van de messen verslijten moet als volgt worden
gehandeld
Beide onderste glijschotels verwijderen.
Bouten van de messenhouders (30) losdraaien
Meshouders 60° verdraaien
Bouten vastdraaien (120 Nm)
- na enkele bedrijfsuren controleren en natrekken
Beide onderste glijschotels opnieuw juist monteren
Fahrtrichtung
TD 86/98/08
R
L
TD 79-99-06
120 Nm
(12 kpm)
30
S1
M
NL
ONDERHOUD
- 30 -
0300-NL WARTUNG (348)
Grotere Maaihoogte met hoogsnij-maaischijven
Afstandschijven (basisuitvoering)
In de basisuitvoering van de machine kan de snijhoogte door
het toevoegen van afstandschijven worden ingesteld
- Zie hoofdstuk "In gebruik nemen"
Hoogsnij-maaischijven (Optie)
Daardoor kan de snijhoogte met 23 mm worden verhoogd.
Door het verwijderen van afstandsringen kan de snijhoogte kleiner
worden gemaakt
Ombouwen met hoogsnij-schotel
1. Moeren (M) verwijderen
2. De hoogsnij-schotel (H1) monteren
- Zeskant afstandstuk (SK) eerst op de bout schroeven en dan
vast schroeven
- Hoogsnij-schotel (H1) door middel van de zeskantbouten M
10 x 16 en ring (F) monteren
3. Na enkele uren gebruik, de verbindingen controleren en
natrekken
Het ombouwen van hoogsnij-schotel (H1) naar standaardschotel (S1) vindt in omgekeerde volgorde plaats.
0200-NL ENTLASTUNG_379
NL
ONDERHOUD
- 31 -
De veerspanning controleren.
1. Machine aan de trekker aanbouwen
- zie hoofdstuk ‘ Aanbouwen aan de trekker’
2. Maai-element op de grond laten zakken
- de bodemdruk van het maai-element mag (rechts buiten) ongeveer
75 kg. Bedragen.
Veervoorspanning veranderen
1. Maai-element opklappen
2. Let op het vergrendelen van de veiligheidshaak!
- zie ook hoofdstuk ‘Transportstand-3’
3. Pen (18) in de overeenkomende stand (a, b, c) steken,
zie ook de tabel
De normale stand van steekpen (18) is, als de halve-pen zich in
stand 17a bevindt.
De steekpen (18) kan in tussenliggende posities worden
gestoken.
Deze tussenliggende posities kunnen dan worden gekozen,
als er door het gebruik in de andere posities a, b of c geen
tevredenstellende oplegdruk van het maai-element wordt
bereikt.
0200-NL ENTLASTUNG_379
NL
ONDERHOUD
- 32 -
- Bj. 2001: Daarvoor de halve-pen 180° draaien en uit de boring
17a nemen. Aansluitend in de ander boring 17 steken en zo
ver draaien tot de pen (18) weer kan worden ingevoerd.
+ Bj. 2002: Pen (18) in de overeenkomende stand (a, b, c) steken,
zie ook de tabel
Tabel:
NOVACAT 225 Pos. a
NOVACAT 225 extra dry Pos. b
NOVACAT 265 Pos. b
NOVACAT 265 extra dry Pos. c
NOVACAT 7800 Pos. b
NOVACAT 7800 extra dry Pos. c
EUROCAT 275 Pos. a
EUROCAT 275 extra dry Pos. b
NOVACAT 305 Pos. b
NOVACAT 305 extra dry Pos. c
NOVACAT 8600 Pos. b
NOVACAT 8600 extra dry Pos. c
EUROCAT 315 Pos. b
EUROCAT 315 extra dry Pos. c
NOVACAT 350 Pos. c
180°
17a
064-01-018
- Bj. 2001:
+ Bj. 2002:
- 33 -
0000-NL SICHTKONTROLLE (348)
NL
MESSENHOUDERS
CONTROLE OP SLIJTAGE
ATTENTIE!
Ongevallenrisico bij versleten onderdelen
Slijtdelen zijn:
• Messenhouders (30)
• Mesbouten (31)
Als deze delen zijn versleten, mogen ze niet
langer worden gebruikt, anders kan het
vastzitten van de meshouderbout niet langer
worden gegarandeerd.
Er bestaat dan risico dat de onderdelen worden
weggeslingerd (mesjes, bouten)
Controleer de messenhouders in het geheel op
slijtage en/of andere beschadigingen
Telkens voor het in gebruik nemen van de machine
Regelmatig tijdens het gebruik
Direct nadat een vreemd voorwerp is geraakt (bijvoorbeeld een
steen, een stuk hout, metaal, ...)
Arbeidsstappen – zichtcontrole
1. Mesjes verwijderen
2. Voerresten en smeer verwijderen
- rondom de bouten (31).
ATTENTIE!
Er bestaat ongevallenrisico als:
- het gebied waar slijtage optreed (30a) tot aan de rand van de
mesbout (30b) is gekomen
- de doorsnede van de bout 9 mm of minder bedraagt
- het mesbout profiel 5 mm of minder is
(Originele maat = 7 mm)
- het geklonken deel van de bout (1) is versleten
- de mesbout (31) niet meer vast in de houder zit
Als één, of meerdere van deze slijtage
verschijningen zich voordoen, mag NIET
verder worden gewerkt.
De versleten onderdelen MOETEN direct
door originele Pöttinger onderdelen
worden vervangen.
30a
TD 59-00-09
30
30b
7 mm
min.
5 mm
1
TD 59-00-10
TD 79-99-03
31
30
NL
0800_NL -TECHN. DATEN_348 - 34 -
TECHNISCHE GEGEVENS
EUROCAT 275 H / EUROCAT 275 H-ED
Driepuntsbok (zijdelings verstelbaar)
Werkbreedte
Aantal trommels
Aantal messen per trommel
Hydraulische hef ng (enkelwerkend)
Capaciteit
Aftakastoerental max.
Gewicht 1)
Benodigd vermogen
Slipkoppeling aftakas
Geluidsniveau
Technische gegevens
(Type PTM 348)
Kat. II
2,70 m
4
3
2,7 ha/h
1000 U/min
870 kg / 1040 kg
44 kW (60 PK) / 51 kW (70 PK)
1500 Nm
90,4 dB(A)
Technische gegevens, afbeeldin-
gen, maten en gewichten niet
bindend.
EUROCAT 315 H
Driepuntsbok (zijdelings verstelbaar)
Werkbreedte
Aantal trommels
Aantal messen per trommel
Hydraulische hef ng (enkelwerkend)
Capaciteit
Aftakastoerental max.
Gewicht1)
Benodigd vermogen
Slipkoppeling aftakas
Geluidsniveau
(Type PTM 349)
Kat. II
3,05 m
4
3
3,2 ha/h
1000 U/min
930 kg
ab 51 kW (70 PK)
1500 Nm
91,1 dB(A)
Technische gegevens, afbeeldin-
gen, maten en gewichten niet
bindend.
Uitvoering tegen meerprijs
EUROCAT 275 H-ED
Kneuzer (Conditioner)
• Verlichting
• Waarschuwingsborden
Hydraulische zwenkinrichting
• 8
afstandsringen
Uitvoering tegen meerprijs
EUROCAT 315 H
• Verlichting
• Waarschuwingsborden
Hydraulische zwenkinrichting
Vereiste aansluitingen
1 enkelwerkende hydraulische steekaansluiting
(minimale uitrusting van de trekker bij maaiers met een kneuzer)
Bedrijfsdruk min.: 80 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
(alleen bij machines met hydraulische zwenkinrichting)
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
1) Gewicht: afwijkingen mogelijk, al naar gelang de uitrusting van de machine
NL
0800_NL -TECHN. DATEN_348
TECHNISCHE GEGEVENS
- 35 -
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de machine is op een typeplaatje ingeslagen en op
de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelenbestellingen of informatie kunnen niet in
behandeling worden genomen indien dit nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de handleiding c.q. het
onderdelenboek te schrijven.
Doelgericht gebruik van de machine
De machine „EUROCAT 275 H (Type PTM 348)“ „EUROCAT 315 H (Type PTM 349)“ mag alleen voor doeleinden worden gebruikt waarvoor
deze is ontworpen.
Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprakelijkheid van de fabrikant.
Voor het maaien van weilanden en korthalmige veldgewassen.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schade of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige
pas sing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
9400_NL-Anhang A_Sicherheit
Aanhangsel -A
Aanwijzingen voor veilig werken
- A 1 -
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking heb ben
op de vei lig heid met dit teken aan ge ge ven.
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
on der houd saan wij zin gen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
onderdelen niet door ons ge con tro leerd en vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde om stan dig he den
con struc tie ve eigenschappen van Uw ma chi ne negatief
bei nvloe den. De fa bri kant kan niet aansprakelijk wor den gesteld
voor scha de ont staan door het gebruik van niet originele delen
en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en - doeken
Alle beschermkappen, -beugels en - doeken moeten aan de
machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Re gel ma ti ge controle
en ver van ging van versleten en be scha dig de be scher min gen is
noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften ver trou wd ma ken.
Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine deze op
verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig of
machine kunnen om technische redenen asbest
bevatten. Let op ken te kens die op de onderdelen
staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet toe ge staan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven trans port stand over
openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van bal last ge wich ten
worden voorzien om de bestuurbaarheid en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig moet op de
vooras rusten).
b. De rijeigen schap pen
worden door de weg
en door de machine
beïnvloed. Rijstijl aan
de omstandig heden
aanpassen.
c. Als er eveneens een
volgwagen is aan-
gekoppeld, moet bij
het rijden van bo ch ten
rekening gehouden
worden met de breedte
van de machine en met
eventueel uitslaan van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op de
uit ste ken de delen en op door de massakracht doordraaiende
delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de drie punts hefin richting
de hendel van de hefinrichting in een stand blokkeren, waarin
ongecontroleerd heffen of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de drie punts hefin richting
ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van klemmen
of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting buiten
de kabine, niet tussen trekker en machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de hendel van
de hefinrichting geblokkeerd zijn, om ongecontroleerd zakken te
vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de grond
worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan, zonder
dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-werkzaamheden,
de aandrijfmotor uitschakelen en de aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde on der de len
te reinigen, ook het reinigen van hydraulische delen met een
hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
Tijdens het werk
Tijdens het werken met de machine mogen de
voorgeschreven toerentallen niet over schre den
worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen som mi ge
ma chi nes noch lange tijd door blijven draa ien
door de massa van som mi ge onderdelen(maaiers,
hakselaars,persen etc.).Gedurende deze tijd niet dicht
bij de ma chi ne komen. Wanneer alle delen vol le dig
stilstaan kan pas aan de ma chi ne ge werkt worden.
- wanneer de machine wordt af ge kop peld moet de
aftakas volgens voor schrift af ge legd wor den resp.
door een ketting be ve stigd worden. Blok keer ket ting
(H) niet voor het ophangen van de aftakas benutten.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tij dens het werk en niet
ingeschakeld 70 graden.
Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet in ge scha keld 90 gra den,
tij dens het werk maximaal 35 graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen di rect
ver ni eu wen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rust pe rio des aftakas schoon ma ken
en doorsmeren.
Tijdenswinterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voor komen dat ze vastvriezen.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald door de aftakas-helften
naast elkaar te houden.
Het afkorten
om de lengte aan te pas sen, de beide aftakashelften
in de positie van de kort ste af stand (L2)van de
aftakaseinden tov. elkaar, naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
• lengte (L1) niet overschrijden
- Zo groot mogelijke overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste- be scherm buis met ge lij ke
lengte in kor ten.
Slipkoppeling (2) aan de machinezijde mon te ren.
Voor elk gebruik de aftakas con tro le ren, of de gaf fels
goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de aftakas bor gen tegen
mee draa ien.
Let erop dat de ketting vol doen de lengte heeft voor de
be we gin gen van de kruiskoppelingsas.
8h
FETT
Let op!
Gebruik de meege-
leverde aftakas.
Monteer deze
met stilstaande
beschermbuizen.
Het gebruikva-
nandere aandri-
jfassen is niet
toegestaan.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling
De nok ken scha kel kop pe ling is een beveiliging, die het
draai mo ment bij overbelasting tot “nul” re du ceert. De
uitgeschakelde kop pe ling kan weer ingeschakeld wor den
als de aftakasaandrijving wordt uit ge scha keld.
Het in scha kel toe ren tal van deze koppeling ligt onder de
200 omw./min.
LET OP!
Opnieuw inschakelen ook bij verminderen van
het aftakas-toerental mogelijk.
AANWIJZING!
De nokkenschakelkoppeling van de aftakas is geen
“beladingsgraadmeter”. Het is een echte be vei li ging, die
Uw ma chi ne beschermen moet tegen beschadigingen.
Door gevoelsmatig te werk en voor komt U veelvuldig
uit scha ke len van de koppeling en behoedt hem en de
machine voor onnodige slij ta ge.
Smeerinterval: 500 uur (speciaal vet)
Belangrijk voor aftakassen met een platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten
gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking
controleren.
a.) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b.) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
NL
VERSTEK-AANBOUW
- E1 -
9600-NL SEITENVERSATZ (358)
Aanbouwmogelijkheden
Voorbeeld: Trekkermet een breedte van 195 cm.
1e Variant (7 cm.)
Hefpennen volgens schets gemonteerd
- links 10 cm.
- rechts 15 cm.
2e Variant (17 cm.)
Hefpennen links en rechts verwisselen en volgens schets
monteren
- links 20 cm.
- rechts 5 cm.
3e Variant (27 cm.)
als onder punt 2, echter daarbij
- de hefarmen 10 cm. naar rechts verstellen
195 cm
7 cm
17 cm
10 cm
27 cm
TD 26/96/6
195 cm
7 cm
17 cm
20 cm 5 cm
TD 26/96/5
15 cm
195 cm
7 cm
SB
100 cm
TD 26/96/7
10 cm
9900-ZENTRAL_LEGENDE-SCHMIERPLAN - 42 -
Schmierplan
X
h alle X Betriebsstunden
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
100 ha alle 100 Hektar
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
= Anzahl der Schmiernippel
(IV) Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Variante
Siehe Anleitung des Herstellers
Smeerschema
X
h alle X bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hectaren
FETT VET
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
Liter Liter
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Schema di lubrificazione
X
h ogni X ore di esercizio
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
100 ha ogni 100 ettari
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
= Numero degli ingrassatori
(IV) vedi capitolo “materiali di esercizio”
Liter litri
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
Plan de graissage
X
h Toutes les X heures de service
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
100 ha tous les 100 hectares
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
= Nombre de graisseurs
(IV) Voir annexe "Lubrifiants"
Liter Litre
* Variante
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
X
h after every X hours operation
40 F all 40 loads
80 F all 80 loads
1 J once a year
100 ha every 100 hectares
FETT GREASE
= Number of grease nipples
= Number of grease nipples
(IV) see supplement "Lubrificants"
Liter Litre
* Variation
See manufacturer’s instructions
FETT
Esquema de lubricación
X
h Cada X horas de servicio
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J 1 vez al año
100 ha Cada 100 hectáreas
FETT LUBRICANTE
= Número de boquillas de engrase
= Número de boquillas de engrase
(IV) Véase anexo “Lubrificantes”
Liter Litros
* Variante
Véanse instrucciones del fabricante
Plano de lubrificação
X
h Em cada X horas de serviço
40 F Em cada 40 transportes
80 F Em cada 80 transportes
1 J 1x por ano
100 ha Em cada100 hectares
FETT Lubrificante
= Número dos bocais de lubrificação
= Número dos bocais de lubrificação
(IV) Ver anexo ”Lubrificantes"
Liter Litro
* Variante
Ver instruções do fabricante
I
P
NL
D GBF
E
- 43 -
0000-SCHMIERPLAN (348)
FETT
1 - 1,5
cm
FETT
50
h
1 J
(IV)
(III)
0,7 Liter
(III)
11 Liter EUROCAT 275 H
(III)
13 Liter EUROCAT 315 H
TD 04/00/20
Leistung und Lebensdauer der Ma schi ne sind
von sorgfältiger Wartung und der Ver wen dung
guter Betriebsstoffe ab hän gig. Unsere
Betriebsstoffauflistung er leich tert die richtige Auswahl
geeigneter Be triebs stof fe.
Im Schmierplan ist der jeweils ein zu set zen de
Betriebsstoff durch die Be triebs stoff kenn zahl (z.B.
“III”) sym bo li siert. Anhand von “Be triebs stoff kenn zahl”
kann das ge for der te Qualitätsmerkmal und das
entsprechende Produkt der Mi ne ra löl fir men
festgestellt werden. Die Liste der Mineralölfirmen
er hebt keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung - je doch
mindestens 1 x jährlich wechseln.
- Ölablaßschraube herausnehmen, das Altöl
aus lau fen lassen und ord nungs ge mäß
entsorgen.
Vor Stillegung (Winterperiode) Öl wech sel durchführen
und alle Fett schmier stel len abschmieren. Blanke
Metallteile außen (Gelenke, usw.) mit einem Produkt
gemäß “IV” in der umseitigen Tabelle vor Rost
schüt zen.
I II III IV V VI VII
(II)
ÖL
(IV)
FETT
- D 1 -
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubri ant
Numero caratteristico del
lubri cante
Smeermiddelen code
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85
W-140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API
GL 5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140 se-
condo speci che API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi comp-
lessi
Getriebe ießfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso  uido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou
API-GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo speci che
API-GL 4 o API-GL 5
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
speci che API CD/SF
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
The performance and the lifetime of the farm
machines are highly depending on a careful
maintenance and application of correct
lubricants. our schedule enables an easy
selection of selected products.
The applicable lubricants are symbolized (eg.
“III”). According to this lubricant product code
number the specification, quality and brandname
of oil companies may easily be determined.
The listing of the oil companies is not said to
be complete.
Gear oils according to operating instructions
- however at least once a year.
- Take out oil drain plug, let run out and duly
dispose waste oil.
Before garaging (winter season) an oil change and
greasing of all lubricating points has to be done.
Unprotected, blanc metal parts outside (joints,
etc.) have to be protected against corrosion with
a group "Iv" product as indicated on the reverse
of this page.
Le bon fonctionnement et la longévité des
machines dépendent d’un entretien soigneux
et de l’utilisation de bons lubrifiants. Notre
liste facilite le choix correct des lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve un code
(p.ex."III") se référant à un lubrifiant donné.
En consultant ce code on peut facilement
déterminer la spécification demandée du
lubrifiant. La liste des sociétés pétrolières
ne prétend pas d’être complète.
Pour l’huile transmission consulter le cahier
d’entretien - Vidanger les boîtiers et carters
au moins une fois par an.
- retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et les dispositions
nécessaires au recyclage de celle-ci
Avant l’arrêt et hiver: vidanger et graisser
les éléments sensibles avec un produit type
"IV" pour les protégés de la rouille (consulter
tableau au verso).
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.Il lubrificante
da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato nello schema
di lubrificazione da un numero caratter-istico (per es.
"III"). In base al "numero caratteristico del lubrificante"
si possono stabilire sia la caratteristica di qualità che il
progetto corrispondente delle compagnie petrolifere.
L'elenco delle compagnie petrolifere non ha pretese di
completezza.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dell’olio; far scolare
l’olio e eliminare l’olio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti
che richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. proteggere dalla ruggine tutte le
parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a norma
di "Iv" della tabella riportata sul retro della pagina.
prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van
een zorgvuldig onderhoud en het
gebruik van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste smeer-
middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-
bruiksaanwijzing verwisselen - echter
tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie
aftappen en milieuvriendelijk
verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-
terperiode) de olie-wissel uitvoeren
en alle vetnippel smeerpunten
doorsmeren. Blanke metaaldelen
(koppelingen enz.) met een product
uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
D
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
GB
Lubricants
Edition 1997
F
Lubrifiants
Édition 1997
I
Lubrificanti
Edizione 1997
NL
Smeermiddelen
Uitgave 1997
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI TURBO-
RAL SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
IV ANMERKUNGEN
III VIV VIIII I
Firma
(IV)
FETT
(II)
ÖL
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID * HYDRAU-
LIKÖL MC 530 ** PLANTOHYD
40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRAC-
TAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40 AUS-
TROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90 GETRIE-
BEÖL B 85W-90 GETRIEBEÖL C
85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-90 GETRIEBE-
ÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC * HYDRAU-
LIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90 MULTI-
GEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WIN TERS HALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-schlep-
pern ist die internatio-
nale Spezi kation J 20
A erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf P an-
zenölbasis HLP + HV
Biologisch abbaubar,
deshalb besonders
umweltfreundlich
NL
TAPER SPANBUSSEN
0700-NL Taper Scheiben_Allg - 46 -
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper spanbus als ook
de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten aansluiten (halve bo-
ringen met schroefdraad moeten telkens tegenover een halve, gladde boring staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus op de gewenste
plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan leggen. Tussen de
inlegspie en de spiebaan moet een speling aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of cilinderbouten gelijkmatig
met de in de tabel aangegeven draaimomenten aantrekken
Bezeichnung der Buchse Anzugsmoment [Nm]
2017 30
2517 49
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de bouten controleren en
eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet gebruikte boringen
met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er helemaal uitdraaien, inoliën
en in de uitdrukopeningen indraaien (pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en houden tot de bus uit de
naaf loslaat en de schijf vrij op de as is te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.47 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet altijd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.48 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk () zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (GV min) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (GV), moet het gewicht in het front worden verhoogd
tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (GH min) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (GH) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de
tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
ALOIS PÖTTINGER Maschinenfabrik Gesellschaft m.b.H.
A-4710 Grieskirchen; Industriegelände 1
0600 NL-EG Konformitätserklärung
EG-Conformiteitsverklaring
overeenkomstig de EG-richtlijn 98/37/EG
Wij _______________________________________________________________________
(naam van de aanbieder)
__________________________________________________________________________________
(volledig adres van de rma - bij in de gemeenschap toegelaten gemachtigde eveneens de rma en het adres van
de fabrikant aangeven)
verklaren enig in verantwoording, dat het product
__________________________________________________________________________
(de fabrikant, type)
waarop deze verklaring betrekking heeft, met de desbetreffende grondleggende veiligheids-
en gezondheidseisen van de EG-richtlijnen 98/37/EG,
(indien van toepassing)
alsook de eisen van de andere desbetreffende EG-richtlijnen
__________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de andere EG-richtlijnen
overeenkomt.
(indien van toepassing)
Om de veiligheids- en gezondheidseisen, die in EG-richtlijnen vermeld zijn, in juiste vorm om
te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische specicatie(s) gebruik gemaakt:
__________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de norm(en) en/of van de technische spezicatie(s)
Bijblad 1
____________________________ ____________________________________
(plaats en datum van de verklaring) (naam, functie en handtekening van bevoegd persoon)
NL
Hoofd ontwikkeling
Trommelmaaiers
EUROCAT 275 H Type 348
EUROCAT 275 H-ED Type 348
EUROCAT 315 H Type 349
pa. Ing. W. Schremmer
Grieskirchen, 11.09.2006
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société P ÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
GHVFUL]LRQLGLTXHVWHLVWUX]LRQL SHUO·XVR$OORVWHVVR
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
G·DXWRUH
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51

Pottinger EUROCAT 275 H ED Handleiding

Type
Handleiding