Handleiding
NL
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
"Vertaling van de originele handleiding" Nr. 317.NL.80O.0
Schijvenmaaier
NOVAALPIN 226 (Type PSM 317 : + . . 01001)
NOVAALPIN 266 (Type PSM 318 : + . . 01001)
1300_NL-SEITE2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar
te stellen. Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en
onderhoudsvoorschriften.
Het feit dat de machine en de handleiding volgens de voorschriften zijn afgeleverd, dient te worden bevestigd.
Hiervoor dient het
document Aondertekend te worden toegestuurd aan de firma Pöttinger
Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
Document C is voor de klant.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar
niet aan de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie! Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet
volgens de voorschriften worden geïnstrueerd.
NL
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten.
Deze worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid,
probleemloos functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen
onze kerncompetenties, waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kunnen afwijkingen voorkomen tussen deze handleiding
en het product. Er kunnen daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen.
Bindende informatie omtrent bepaalde eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek
mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H – 31 oktober 2012
ttinger-Newsletter
www.poettinger.at/landtechnik/index_news.htm
Actuele vakinformatie, nuttige links en entertainment
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
0800_NL-INHALT_317
INHOUDSOPGAVE
NL
Veilig-
heids-
voor-
schriften
in aanhangsel A in
acht nemen
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk .................................................................................................................................................................... 5
Betekenis van de waarschuwing afbeeldingen ............................................................................................................... 5
AANKOPPELEN
Aankoppeling algemeen .................................................................................................................................................. 6
Aftakas ............................................................................................................................................................................ 6
Rijden op de openbare weg ............................................................................................................................................ 6
Aanbouw speciaal ........................................................................................................................................................... 7
Beschermkap en beschermkleden .................................................................................................................................. 8
Transportstand (< 3 m) ................................................................................................................................................... 8
Werkstand ....................................................................................................................................................................... 8
Snel-koppelraam (1) ....................................................................................................................................................... 9
Veerspanning .................................................................................................................................................................. 9
Aanbouwproblemen ....................................................................................................................................................... 9
Voor het voor de eerste keer aan de trekker bouwen eerst hier op letten! ................................................................... 10
IN GEBRUIK NEMEN
Belangrijke opmerkingen voor u begint te werken ........................................................................................................ 11
Draairichting van de maaischijven controleren ............................................................................................................. 11
Werken .......................................................................................................................................................................... 11
Aandrijftoerental ............................................................................................................................................................ 12
Aanwijzingen voor veilig werken ................................................................................................................................... 13
AANRIJBEVEILIGING
Aanrijbeveiliging ............................................................................................................................................................ 14
Mechanisch aanrijbeveiliging ....................................................................................................................................... 14
Functie van de aanrijbeveiliging .................................................................................................................................... 14
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing..................................................................................................................................................... 15
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud ............................................................................................................... 15
Reinigen van machinedelen .......................................................................................................................................... 15
In de openlucht laten staan ........................................................................................................................................... 15
Overwinteren ................................................................................................................................................................. 15
Aftakassen ..................................................................................................................................................................... 15
Hydrauliekinstallatie ...................................................................................................................................................... 15
Oliepeil controle bij het maaielement ........................................................................................................................... 16
Olie verversen maaielement ......................................................................................................................................... 16
Tandwielkast ................................................................................................................................................................. 17
Montage van de messen ............................................................................................................................................... 17
V-snaarspanning ........................................................................................................................................................... 17
Smeerschema ............................................................................................................................................................... 18
Slijtagecontrole van de maaimeshouder ....................................................................................................................... 19
Houder voor het snel wisselen van messen .................................................................................................................. 20
Controle van de bevestiging van de mesjes ................................................................................................................ 20
Messen verwisselen (tot bouwjaar 2003) ...................................................................................................................... 20
Verwisselen van de messen (vanaf bouwjaar 2004) ...................................................................................................... 21
Opbergen van de hefboom ........................................................................................................................................... 21
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .................................................................................................................................................... 22
Plaats van het typeplaatje ............................................................................................................................................. 22
Doelgericht gebruik van de machine ............................................................................................................................. 22
AANHANGSEL
Aftakas .......................................................................................................................................................................... 26
Aanbouw speciaal ......................................................................................................................................................... 28
Maximale hoek van de aftakas ...................................................................................................................................... 28
Smeermiddelen ............................................................................................................................................................. 30
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ............................................................................................................... 32
Reparaties aan het maaielement ................................................................................................................................... 34
- 5 -
9700_NL-Warnbilder_361
NL
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwing
afbeeldingen
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan. Wacht totdat
deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houdt voldoende afstand tot de messen, als de
trekkermotor draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatie werk zaamheden,
de trekkermotor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op de
veiligheid met dit
teken aangege-
ven.
bsb 447 410
495.167
- 6 -
0500-NL ANBAU_317
NL
Aankoppeling algemeen
1. Veiligheids aanwijzingen in bijlage A
opvolgen.
Let ook op de aanwijzingen in het hoofdstuk „
Aanbouw speciaal“.
2. Machine aan de driepuntshefinrichting
bevestigen.
Steekpennen met splitpen borgen.
De onderste hefpennen spelingvrij (2) borgen.
3. De hefarmen (U) vast zetten zodat de machine
niet zijdelings wegzwenken kan.
4. Hydraulische slangen (Hyd) aansluiten op
de snelsluitingen van een dubbelwerkend
stuurventiel.
Aftakas
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht, laat
zien voor welk aftakas-toerental uw maaier geschikt is.
Extra toebehoren: hydraulische cilinder
Belangrijk!
Met de hydraylische cilinder (10) kan de
maaibalk naar links (L) of naar rechts (R)
worden verschoven.
Houdt hier rekening mee bij het afkorten
van de aftakas (GW), M = middenstand
Rijden op de openbare weg
Let op de wettelijke voorschriften.
De rit op de openbare weg mag alleen plaats vinden,
zoals beschreven in het hoofdstuk "transportstand".
De hefarmen (U) vast zetten zodat de machine niet
zijdelings kan wegzwenken.
AANKOPPELEN
- 7 -
0500-NL ANBAU_317
AANKOPPELEN NL
Aanbouw speciaal
Door de verschillende uitvoeringen van de hefinrichtingen
aan de diverse type trekkers moeten speciale
aanbouwsets worden gebruikt.
zie aanhang-D
zie ook de onderdelenlijst
Maximale hoek van de aftakas
De meeste aftakassen mogen tijdens het werk slechts
onder een hoek van maximaal 25° staan (GW max.).
Let op de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding van de
aftakassenfabrikant.
Posities van de aandrijfkast
De aandrijfkast kan in twee standen worden gemonteerd
(H1, H2).
Hiervoor moeten de betreffende houders worden
aangebracht,
- zie onderdelenlijst
Om beschadigingen te vermijden
- Hefhoofte van de hefinrichting begrenzen
Aanslag van de hefboom (ST) overeenkomstig
instellen
GW
max.
TD 37/96/4
- 8 -
0500-NL ANBAU_317
AANKOPPELEN NL
Transportstand (< 3 m)
Als de beide beschermingen zijn opgeklapt en in de
houders zijn vastgezet (3), bedraagt de totale breedte van
de machine minder dan 3 meter.
Werkstand
Voor u begint met werken
De aftakas aandrijving alleen inschakelen,
als alle beschermingen (beschermkappen,
beschermkleden, enz.) op de juiste wijze zijn
aangebracht.
Uit veiligheidsoverwegingen mag er alleen met
de machine gemaaid worden, als de machine
in deze stand staat.
Beschermkap en beschermkleden
Voor onderhoudswerkzaamheden kunnen de bescherm-
kappen en de beschermkleden omhooggeklapt worden.
Met bijvoorbeeld een schroevendraaier kan de
vergrendeling „R“ geopend worden en kan de
beschermkap gelijktijdig omhoog gedraaid worden.
Zijdelingse beschermingen openen
- Vergrendeling (R) los maken en bescherming
opklappen
- beugel in houder vastzetten (3)
- links en rechts
Frontscherm openen
- Vergrendeling (R) los
maken en bescherming
opklappen
- Houder vastzetten
(1a)
Frontscherm sluiten
- Houder ontgrendelen
(1a) en frontscherm naar
benenden zwenken
De vergrendeling werkt
zelfstandig
Sluiten van de
beschermkappen
De beschermingskap naar beneden draaien. De grendel
„R“ vergrendelt automatisch.
495.167
Achtung!
Uit veiligheidsover-
wegingen moet
gewacht worden
tot de schijven
stilstaan, voordat
de beschermin-
gen omhoogge-
klapt worden.
- 9 -
0500-NL ANBAU_317
AANKOPPELEN NL
Snel-koppelraam (1)
- Het snelkoppelraam
(Weiste-driehoek)
loodrecht of licht naar
voren hellend aan
de fronthefinrichting
monteren.
- Onderste hefpennen spelingvrij (2) borgen.
TD28/91/28
1
Veerspanning
Aanbouwset (extra-uitrusting)
De oplegdruk van de maaibalk wordt door De
veervoorspanning geregeld.
De maaibalk moet met ca. 150 kg op de bodem drukken
(links en rechts 75 kg).
- Machine hydraulisch heffen.
- De beide kettingen bevestigen
- Machine tot op de bodem laten zakken.
Hoek van 10° - 15° controleren
Instelmaat "X1"
- De slangklemmen (20) aan de trekveren monteren.
De instelling van de veerspanning hoeft dan niet
bij elke aankoppeling aan de trekker te worden
gecontroleerd.
Alleen bij het wisselen van type trekker, moet de
instelmaat "X1" gecontroleerd en eventueel opnieuw
afgesteld worden.
Aanbouwproblemen
- Bij een fronthefinrichting met een dwarsverbinding (Q)
tussen de hefarmen, kan de aftakas bij het laten zakken
worden beschadigd.
Om schade te voor komen is het nodig om een
aanbouwverhoging tussen de hefinrichting en het
aankoppelraam te monteren.
Is dit bij U het geval, neem dan contact op met uw
handelaar of de importeur.
Bij trekkers met een ver naar voren stekende
aftakas aansluitng moet de aftakas extreem worden
ingekort.
In geheven toestand is de overlapping van de
aftakasprofielbuizen dan te gering.
In dt geval moet het aankoppelraam (K1, K2) in de
betreffende Stand worden gemonteerd (zie aanhangsel-
D).
TD29/93/2
20
Aanwi-
jzingen
voor veilig
werken:
zie aanhangsel-A
p. 8a. - 8h.)
- 10 -
0500-NL ANBAU_317
AANKOPPELEN NL
snelkoppelraam (Weiste-driehoek)
Voor het voor de eerste keer aan de
trekker bouwen eerst hier op letten!
Attentie!
Bij een fronthefinrichting met een
dubbelwerkend hydraulisch circuit
(beschadigingsrisico)!
Oplossing:
- Schakel het stuurventiel om naar enkelwerkend
- Ombouwen van de fronthefinrichting naar
enkelwerkend (Bypassleiding) door een
vakwerkplaats.
Als de maaier aan de trekker is aangebouwd,
mag het stuurventiel (ST) niet op de stand
’zakken’ worden gezet.
Na zo een bedieningsfout moet de
plaat (P1) onmiddellijk opnieuw worden
afgesteld. Beschadigde onderdelen eerst
vervangen.
Bij zo een bedieningsfout zou het volgende kunnen
plaatsvinden:
- De stand van de plaat (P1) verandert in het sleufgat, de
afstand van de vergrendelingshaak (V) wordt daardoor
te groot.
- De vergrendelingshaak (V) breekt.
De verstelbare plaat (P1) opnieuw afstellen
1) De bouten (SK) iets losdraaien
- Niet te ver losdraaien, de plaat (P1) moet met
lichte hamertikken juist nog in de sleufgaten zijn te
verplaatsen
2) De maaier in de hefinrichting aankoppelen
3) De verstelbare plaat (P1) zo plaatsen dat de
vergrendelingshaak (V) nog kan worden ontgrendeld.
De afstand tot de haak moet zo gering mogelijk zijn.
4) De maaier van de hefinrichting afkoppelen
5) De boutverbinding (SK) met een kracht van 65Nm
aantrekken
met een kracht van
6
5
N
m
- 13 -
0300-NL EINSATZ_317
NL
Belangrijke opmerkingen voor u begint
te werken
Na één bedrijfsuur
Alle mesbouten natrekken.
Draairichting van de maaischijven
controleren
Allgemeines
Voor het maaien moet de draairichting links worden
gekozen
Hulpmiddel als de trekker niet op links-aandrijven
kan worden geschakeld:
De aandrijfas in de aandrijfkst in stand L monteren
Aanwijzing: Bij deze ombouw, de oliekeerring (1) en het
afsluitdeksel (2) door nieuwe delen vervangen (zie
onderdelenlijst).
TD40/94/16
156-03-05
NOVAALPIN 226
NOVAALPIN 266
Werken
1. Snijhoogte verstellen door de topstang af te
stellen (maaischijven in een hoek van maximaal
5°).
2. Om te maaien wordt de aftakas buiten het
te maaien gewas ingeschakeld en wordt de
machine langzaam op toeren gebracht.
Door een gelijkmatig verhogen van het aandrijftoerental
worden systeembepaalde bijgeluiden in de
vrijloopkoppeling vermeden.
- De rijsnelheid wordt mede bepaald door gewasen
terreinomstandigheden.
Aanwi-
jzingen
voor veilig
werken:
zie aanhangsel-A
p. 1. - 7.)
IN GEBRUIK NEMEN
- 14 -
0300-NL EINSATZ_317
IN GEBRUIK NEMEN NL
Aandrijftoerental
De machine aan de aandrijftoerentallen (540 rpm, 1000
rpm) worden aangepast.
De beide V-snaarschijven (ø212 mm en ø160 mm) op de
Overeenkomende plaats monteren (zie schets).
- 15 -
0300-NL EINSATZ_317
IN GEBRUIK NEMEN NL
01-00-10
4a
Mocht er toch een vreemd voorwerp in de maaier
komen
Direct stoppen en
de aandrijving
uitschakelen.
De machine
zorg vuldig op
beschadi gingen
controleren.
Vooral de
maaischijven en
hun aandrijfas
goed controleren
(4a).
Indien nodig, de
machine door
een vakman
laten repareren.
Na contact met een vreemd voorwerp
De staat van de messen en de mesbe ve stiging
controleren (zie ook hoofstuk "Onderhoud")
Alle mesbouten natrekken.
De machine zorg vuldig op beschadi gingen controleren.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren (4a).
Indien nodig, de machine door een vakman laten
repareren.
5. Afstand houden bij een draaiende motor.
- Stuur personen
buiten het
gevarengebied
van de machine;
er kunnen
voorwerpen
worden
weggeslingerd.
Bijzondere aandacht is te besteden aan het werken op
percelen met veel stenen en in de buurt van wegen.
5. Gehoorbeschermers dragen
Afhankelijk van de verschillende
trekkercabine's, kan het geluidspeil op
de werkplek verschillen.
Wordt een geluidspeil van 85 dB (A) of hoger bereikt,
moet gehoorbescherming binnen handbereik gehouden
worden (UVV 1.1 § 2).
Wordt een geluidspeil van 90 dB (A) bereikt of
overschreden, dan moet de gehoorbeschermer
gedragen worden (UVV 1.1 § 16).
Aanwijzingen voor veilig werken
1. Controle
- De staat van de messen en de mesbevestiging
controleren.
- De maaischijven op beschadigingen controleren (zie
ook hoofdstuk onderhoud en reparaties).
2. Schakel de machine alleen in als ze in
werkstand is en overschrijdt het maximum
toerental niet!
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht,
laat zien voor welk aftakas-toerental uw maaier geschikt
is.
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle
beschermingen (beschermkappen, beschermkleden,
enz.) op de juiste wijze zijn aangebracht.
3. Let op de draairichting van de
aftakas!
4. Voorkomen beschadigingen
Het te maaien veld moet vrij zijn van
obstakels en vreemde voorwerpen.
Vreemde voorwerpen (bijv. grote stenen,
stukken hout, afrasteringspaaltjes enz.)
kunnen de maaier beschadigen.
bsb 447 410
TD8/95/6
540 Upm 1000 Upm
- 14 -
0500-NL Anfahrsicherung_317
NL
Functie van de aanrijbeveiliging
De veerbelaste bouten aan het draagraam laat
het maaielement naar achteren zwenken bij een
aanrijding.
Als u aansluitend iets achteruit rijdt, koppelt de bouten
weer in.
Afstelling
Als de beveiliging te licht staat afgesteld, kan de
spanning door de zeskantmoer versteld worden.
tot bouwjaar 200
X = 120 mm (Attentie! Afstelmaat: max. 120 mm).
vanaf bouwjaar 2006
X = 95 mm
Aanrijbeveiliging
De aanrijbeveiliging is alleen voorzien voor aanbouwraam
type-B en niet voor het aanbouwraam met de
aankoppeldriehoek.
Mechanisch aanrijbeveiliging
met veerbelaste bouten (2)
Bij het maaien kan het ondanks de nodige voorzichtigheid
tijdens het werken toch tot een aanraking met het objekt
komen. Om daarbij beschadigingen te voorkomen is
er een aanrijbeveiliging in de machine gebouwd.
AANRIJBEVEILIGING
Attentie!
Het doel van deze
aanrijbeveiliging
is niet om bij volle
snelheid schade
aan de machine te
voorkomen.
Attentie!
Als u niet zeker
bent of het te
maaien perceel
werkelijk vrij is
van hindernissen,
rijdt dan
overeenkomstig
langzaam!
- 15 -
NL
1400_NL-ALLG WARTUNG_BA
Hydraulische installatie
Let op verwondings- en infectiegevaar!
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden kunnen
de huid binnendringen en zware verwondingen
veroorzaken. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een
arts!
Voordat de hydraulische leidingen worden aangesloten,
moet worden gecontroleerd of de hydraulische installatie
geschikt is voor de tractor.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Hydraulisch aggregaat en leidingen controleren op
lekkage en evt. schroefverbindingen aandraaien.
Voor iedere ingebruikname
- hydraulische slangen op slijtage controleren.
Versleten of beschadigde hydraulische slangen moeten
direct worden vervangen. De nieuwe slangen moeten
voldoen aan de techn. eisen van de producent.
Slangen zijn onderhevig aan een natuurlijke veroudering,
gebruiksduur niet langer dan 5-6 jaar.
Parkeren in de open lucht
Als de machine langere tijd in de open
lucht moet blijven staan, moe ten de
cylinderstangen worden ge rei nigd en
worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Reinigen van machinedelen
Let op! Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen
van lagers en hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Reinigen met te
hoge druk kan
beschadigingen
aan de lak
veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden motor uitschakelen.
Winterklaar maken
- De machine voor de winter goed schoon maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Olie verversen of bijvullen
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
- Terminal losmaken, droog en vorstvrij bewaren.
Cardanassen
- zie ook de aanwijzingen in de bijlage
Voor het plegen van onderhoud in acht nemen!
In principe gelden de aanwijzingen die in de handleiding
worden gegeven.
Als hier geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende cardanassenproducent.
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Leef de volgende aanwijzingen na om
de machine gedurende langere tijd in
goede conditie te houden:
- Na de eerste gebruiksuren alle
bou ten en moeren natrekken.
Speciaal gecontroleerd moeten
worden:
Mesbouten bij maaiers
Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Reserve-onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn ge con tro leerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenhandig aangebrachte wijzigingen en het gebruik
van bouw- en aanbouwelementen aan de machine
vallen buiten de aansprakelijkheid van de producent!
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veilig-
heidsaan-
wijzingen
• Voor instel-, on-
derhouds- en re-
paratiewerkzaam-
heden de motor
stopzetten en de
contactsleutel
verwijderen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoeren,
wanneer de ma-
chine veilig staat
en goed wordt
ondersteund.
• Na de eerste
bedrijfsuren alle
bouten natrekken.
• Machine alleen
wegzetten op een
vlakke, stevige
ondergrond.
Reparatieaanwij-
zingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de bijlage (indien
beschikbaar).
Veilig-
heidsaan-
wijzingen
De koppelings-
stekkers van de
hydraulische
slangen en de
oliestekkerdozen
moeten worden
schoongemaakt,
iedere keer voor-
dat ze worden
aangekoppeld.
Controleer op slij-
tageplekken waar
de slangen heb-
ben geschuurd of
klemgezeten.
- 16 -
1100-NL Wartung_317
ONDERHOUD NL
4. Oliepeil controleren
Het oliepeil is korrekt als de olie tot aan de vulschroef (63)
(OIL LEVEL) komt.
Teveel olie leidt tijdens het werk tot
oververhitting van het maaielement.
Te weinig olie brengt de benodigde smering
in gevaar.
1) De vulschroef (63) is gelijktijdig de niveauplug (OLIEPEIL)
Olie verversen maaielement
Olie verversen
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren of om de
100 hektare.
Aanwijzing:
olie verwangen als deze op bedrijfstemperatuur is.
De olie is te stroperig als deze koud is. Er blijft dan
teveel oude olie aan de tandwielen hechten en daardoor
worden de aanwezige zwevende deeltjes niet uit de
aandrijving verwijdert.
Hoeveelheid olie:
NovaAlpin 226: 2,5 Liter SAE 90
NovaAlpin 266: 3 Liter SAE 90
- Maaibalk aan de rechterkant opheffen.
- Controle-schroef (62) verwijderen en de oude olie eruit
laten lopen en milieuvriendelijk verwerken.
Oliepeil controle bij het maaielement
Het oliepeil kan, onder normale omstandigheden,
jaarlijks bij-gevuld worden.
Aanwijzing:
- Oliepeilcontrole uitvoeren als de olie op
bedrijfstemperatuur is.
De olie is te stroperig als deze koud is. Er blijft te veel
olie aan de tandwielen kleven, het meetresultaat zou
dan verkeerd zijn.
1. Maaielement aan een kant heffen (X1) en
ondersteunen.
X1 = afstand van de bodem tot de maaibalkbovenzijde
NovaAlpin 226 : X1 = 195 mm
NovaAlpin 266: X1 = 150 mm
De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft
op de bodem.
Het maaielement aan de andere kant X1 heffen en
met juiste hulpstukken ondersteunen.
2. Maaielement in deze stand ca. 15 minuten
laten staan.
Deze tijd is nodig, zodat alle olie onderin het
maaielement zakt.
3. Olievulschroef (63) uitnemen.
Aan de boring van deze vulschroef wordt het oliepeil
gemeten.
Attentie!
- De balk rechtop zetten.
- Vulschroef (63) eruit draaien en olie „SAE90“ tot aan
de niveauschroef (OIL LEVEL) opvullen.
61-00-19
63
OIL LEVEL
61-00-20
OIL LEVEL
- 17 -
1100-NL Wartung_317
ONDERHOUD NL
Tandwielkast
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
Het oliepeil kan, onder normale omstandig heden,
jaarlijks bij-gevuld worden (OIL LEVEL).
- Verversen om de 100 hektare.
Hoeveelheid olie: 1,4 liter SAE 90
Montage van de messen
Attentie!
De pijl op het mes geeft de draairichting
van de maaischijf aan.
- Voor montage schroefoppervlak van lak
ontdoen.
V-snaarspanning
Bij een juist ingesteld V-snaarspanning bedraagt de
afstand tussen aanwijzer en de schijf „ 0 mm „.
Wordt de afstand groter, dan moet de veer
dienovereenkomend worden nagespannen.
156-03-06
NOVAALPIN 226
NOVAALPIN 266
- 18 -
1100-NL Wartung_317
ONDERHOUD NL
Smeerschema
Compensatiedelen
De meegeleverde compensatiedelen (2) monteren, als de
glijstukken (1) zijn versleten.
NL
ONDERHOUD
- 19 -
0000-NL SICHTKONTROLLE (379)
Slijtagecontrole van de maaimeshouder
ATTENTIE!
Er bestaat ongevallenrisico als:
- de mesbout in het midden tot op 15 mm is
versleten
- het gebied waar slijtage optreed tot aan de rand
van de boring (30a) is gekomen
- de mesbout onderaan (30b) is versleten
- de mesbout niet meer vast in de houder zit
Als één, of meerdere van deze
slijtage verschijningen zich
voordoen, mag NIET verder worden
gewerkt.
De versleten onderdelen MOETEN
direct door originele Pöttinger
onderdelen worden vervangen.
De mesbouten en de moeren
met een kracht van 120 Nm
vastzetten.
Controleer de messenhouders in
het geheel op slijtage en/of andere
beschadigingen
Telkens voor het in gebruik nemen van de machine
Regelmatig tijdens het gebruik
Direct nadat een vreemd voorwerp is geraakt
(bijvoorbeeld een steen, een stuk hout, metaal, ...)
Attentie!
Ongevallenrisico
bij versleten
onderdelen
Als deze delen zijn
versleten, mogen
ze niet langer
worden gebruikt.
Er bestaat dan
risico dat de
onderdelen
worden
weggeslingerd
(mesjes, of
afgebroken
andere delen)
Slijtdelen zijn:
• Messenhouders (30)
• Mesbouten (31)
Arbeidsstappen – zichtcontrole
1. Mesjes verwijderen
2. Voerresten en smeer verwijderen
- om de hele mesbout heen weghalen (31)
- 20 -
0300-NL KLINGEN_317
ONDERHOUD NL
Controle van de bevestiging van de mesjes
- Normale controle elke 50 uren.
- Vaker controleren tijdens maaien op steenachtige velden
of tijdens maaien onder moeilijke omstandigheden.
- Direkt na het raken van een voorwerp controleren (bijv.
stenen, stukken hout enz.).
Controle als volgt
- zoals beschreven onder het hoofdstuk "messen
verwisselen"
Attentie!
Beschadigde, verbogen en sterk versleten
onderdelen niet verder gebruiken. (Gevaar
voor ongevallen).
Messen verwisselen (tot bouwjaar 2003)
1. De hendel (H) horizontaal tussen maaischijf
en houder (30) schuiven.
2. De beweegbare houder (30) met behulp van
hendel (H) naar beneden duwen.
3. Mes (M) verwijderen
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
5. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze
goed vastzitten.
de houder (30) op beschadigingen, verbuiging
bus (32) op beschadigingen
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Messen monteren en hendel (H) verwijderen
Hefboom (H) in de beide U-beugels leggen
min.
15 mm
TD 17-99-16e
120 Nm
(12 kpm)
Houder voor het snel wisselen van messen
Attentie!
Voor uw veiligheid
Messen en hun bevestiging regelmatig controleren!
- De messen aan de maaischijf, moeten gelijkmatig
slijten (gevaar voor onbalans).
Bij ongelijkmatige slijtage, paar-wijze vervangen.
- Verbogen of beschadigde messen mogen niet verder
gebruikt worden.
Verbogen, beschadigde en/of versleten meshouders
mogen niet langer worden gebruikt en dienen direct
te worden vervangen.
- 21 -
0300_NL-HEBEL_379
ONDERHOUD NL
Nova Cat 266F / 306F
Nova Alpin 226/266
snelkoppeldriehoek
Nova Disc 225
Nova Cat 225/ 265 / 305 / 350
/ 400
Nova Alpin 226/266
Verwisselen van de messen (vanaf
bouwjaar 2004)
1. Hefboom (H) van de linker- of de rechterkant
tot aan aanslag op de maaischijf "Pos. A"
schuiven
2. Hefboom van "Pos. A" naar "Pos. B" zwenken
en de bewegende houder (30) naar beneden
drukken.
Opbergen van de hefboom
- Hefboom na het gebruik op de
houders brengen in borgen.
- Plaats: zie afbeeldingen
5. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze
goed vastzitten.
de houder (30) op beschadigingen, verbuiging
bus (32) op beschadigingen
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Mes monteren
Pos A
Pos B
3. Mes (M) verwijderen
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
7. Zichtcontrole! Controleer of het mes (M) juist
tussen de mesbout (31) en de houder (30) is
aangebracht (zie afbeelding).
8. Hefboom (H) weer naar stand "A" zwenken en
verwijderen.
- 22 -
1100-NL TECHN. DATEN_317
NL
NOVAALPIN 266 (Type PSM 318)
Driepuntsbok (40 cm zijdelings verstelbaar) .......Kat. I/II
Werkbreedte ........................................................ 2,64 m
Aantal maaischijven ...................................................... 6
Aantal messen per schijf .............................................. 2
Aftakastoerental max. ......................... 540 / 1000 U/min
Gewicht 1) ............................................................. 400 kg
Benodigd vermogen ..................................22 kW (30 PS)
Gebruik bij trekkers tot max. ............................... .3,5 to
Geluidsniveau ................................................ 92,9 dB(A)
Uitvoering tegen meerprijs:
Hydr zijverschuiving
Slijtplaten
Hoogmaaiplaten
2e verhoogde maaischijf
Technische gegevens, afbeeldingen,
maten en gewichten niet bindend.
NOVAALPIN 226 (Type PSM 317)
Driepuntsbok (40 cm zijdelings verstelbaar) .......Kat. I/II
Werkbreedte ........................................................ 2,20 m
Aantal maaischijven ....................................................... 5
Aantal messen per schijf .............................................. 2
Aftakastoerental max........................... 540 / 1000 U/min
Gewicht1) .............................................................. 370 kg
Benodigd vermogen ..................................19 kW (26 PS)
Gebruik bij trekkers tot max. ................................ 3,5 to
Geluidsniveau ................................................ 91,1 dB(A)
Uitvoering tegen meerprijs:
Hydr zijverschuiving
Slijtplaten
Hoogmaaiplaten
Technische gegevens, afbeeldingen,
maten en gewichten niet bindend.
Doelgericht gebruik van de machine
De machine NOVAALPIN 226 (Type PSM 317), NOVAALPIN 266 (Type PSM 318) mag alleen voor doeleinden
worden gebruikt waarvoor deze is ontworpen. Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprakelijkheid van
de fabrikant.
Voor het maaien van weilanden en korthalmige veldgewassen.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schade of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico
daarvan draagt alleen de gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
Technische gegevens
1) Gewicht: afwijkingen mogelijk, al naar gelang de uitrusting van de machine
TECHNISCHE GEGEVENS
Plaats van het typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserve-onderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Het verdient daarom aanbeveling om het chassisnummer
van het voertuig of de machine direct na aankoop op het
titelblad van de handleiding over te nemen.
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige pas sing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 25 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A NL
Aanwijzingen voor veilig werken
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die
betrekking heb ben op de vei lig heid met dit teken
aan ge ge ven.
1.) Handleiding
a. De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine.
Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats waar de
machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar is.
b. Bewaar de handleiding zolang de machine in gebruik
is.
c. De handleiding moet bij verkoop of als van gebruiker
wordt gewisseld altijd samen met de machine worden
doorgegeven.
d. Zorg ervoor dat veiligheids- en gevarenaanwijzingen
aan de machine compleet zijn en dat zij leesbaar zijn.
De gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig
gebruik van de machine en dienen dus uw eigen
veiligheid.
2.) Gekwalificeerd personeel
a. Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en psychisch geschikt zijn
en die op de juiste manier zijn geschoold, mogen de
machine bedienen.
b. Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet
worden, of dat momenteel een algemene opleiding volgt,
mag de machine alleen bedienen onder permanent
toezicht van een ervaren persoon.
c. Test-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a. In deze handleiding zijn alleen onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden beschreven die de bestuurder
zelfstandig mag uitvoeren.
Alle andere werkzaamheden mogen alleen door een
vakmonteur worden uitgevoerd.
b. Reparaties aan de elektrische of hydraulische installatie,
aan voorgespannen veren, aan drukreservoirs
enz. vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
gereedschappen en beschermende kleding en mogen
daarom alleen in een vakgarage worden uitgevoerd.
4.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
on der houd saan wij zin gen.
5.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde onderdelen niet door ons ge con tro leerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde
om stan dig he den con struc tie ve eigenschappen van Uw
ma chi ne negatief bei nvloe den. De fa bri kant kan niet
aansprakelijk wor den gesteld voor scha de ont staan
door het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
6.) Beschermkappen, -beugels en - doeken
a. Alle beschermkappen, -beugels en - doeken moeten
aan de machine gemonteerd zijn en ook intact zijn.
Re gel ma ti ge controle en ver van ging van versleten en
be scha dig de be scher min gen is noodzakelijk.
7.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet
de bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften
ver trou wd ma ken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
8.) Asbest
a. Bepaalde toeleveringsdelen van
het voertuig of machine kunnen
om technische redenen asbest
bevatten. Let op ken te kens die op
de onderdelen staan.
- 26 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A NL
20%
Kg
9.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet
toe ge staan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
trans port stand over openbare wegen worden vervoerd.
10.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor
en achter voldoende
van bal last ge wich ten
worden voorzien om
de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het leeggewicht van
het voertuig moet op
de vooras rusten).
b. De rijeigen schap pen worden door de weg en door
de machine beïnvloed. Rijstijl aan de omstandig heden
aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aan gekoppeld, moet
bij het rijden van bo ch ten rekening gehouden worden met
de breedte van de machine en met eventueel uitslaan
van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt
op de uit ste ken de delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
11.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
drie punts hefin richting de hendel van de hefinrichting
in een stand blokkeren, waarin ongecontroleerd heffen
of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
drie punts hefin richting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de
hefinrichting buiten de kabine, niet tussen trekker en
machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor
stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet
de hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongecontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op
de grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd.
(Door gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
12.) Het reinigen van de machine
a. Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
on der de len te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- 27 -
1300_NL-ANHANGB_GELENKWELLE
AFTAKAS NL
Aanhangsel - B
Tijdens het werk
Bij het gebruik van de machine mag het toegestane
aftakastoerental niet worden overschreden.
- Na het uitschakelen van de aftakas kan het gemonteerde
apparaat nalopen. Pas wanneer het volledig stilstaat,
mag eraan worden gewerkt.
- Bij het uitschakelen van de machine moet de aftakas
volgens de voorschriften worden verwijderd of met
kettingen worden geborgd. De borgingsketting (H) niet
voor het ophangen van de aftakas gebruiken
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tij dens het werk en niet
ingeschakeld 70°.
Normale koppeling:
Maximale hoek bij stilstand 90°.
Maximale hoek bij werking 35°.
Onderhoud
Versleten beschermdelen di rect ver ni eu wen.
- Bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- Gedurende langere rust pe rio des aftakas schoon ma ken
en doorsmeren
Tijdens winterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voor komen dat ze vastvriezen.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald door de aftakas-helften
naast elkaar te houden.
Doorsnijproces
- Voor de lengteaanpassing de aftakas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
Lengte (L1) niet overschrijden
- Een zo groot mogelijke buisoverlapping (min. 1/2 X)
nastreven
Beschermingsbuis binnen en buiten gelijkmatig inkorten
Overbelastingsbescherming (2) aan apparaatzijde
plaatsen!
Voor elk gebruik van de aftakas con tro le ren, of de gaf fels
goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- Beschermbuis van de aftakas bor gen tegen mee draa ien.
Op een voldoende zwenkbereik van de aftakas letten!
- De borgingsketting zodanig doorsnijden dat deze zich
niet rond de aftakas kan wikkelen.
8
Let op!
Gebruik alleen de
opgegeven of
meegeleverde
aftakas, anders
hebt u geen recht
op garantie bij
eventuele schade.
- 28 -
1300_NL-ANHANGB_GELENKWELLE
AFTAKAS NL
Aanhangsel - B
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Informatie in geval van het gebruik van een nok ken scha kel kop pe ling
De nok ken scha kel kop pe ling is een beveiliging, die het
draai mo ment bij overbelasting tot “nul” re du ceert. De
uitgeschakelde kop pe ling kan weer ingeschakeld wor den
als de aftakasaandrijving wordt uit ge scha keld.
Het in scha kel toe ren tal van deze koppeling ligt onder de
200 omw./min.
Let op!
Opnieuw inschakelen ook bij verminderen van
het aftakas-toerental mogelijk.
AANWIJZING!
De nokkenschakelkoppeling van de aftakas is geen
“beladingsgraadmeter”. Het is een echte be vei li ging, die
Uw ma chi ne beschermen moet tegen beschadigingen.
Door verstandig rijden vermijdt u het overmatig belasten
van de koppeling en beschermt u deze en de machine
tegen onnodige slijtage.
Smeerinterval: 500 uur (speciaal vet)
Belangrijk voor aftakassen met een platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten gebruik
te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking controleren.
a) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden.
Koppeling doordraaien.
c) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
- 29 -
0300-NL WUNSCH_317
AANHANGSEL-D NL
GW
max.
TD 37/96/4
Universeel aanbouwraam (K1)
Dit aanbouwraam biedt meerdere mogelijke
bevestigingsstanden voor de Verschillende
trekkerhefinrichtingen.
Daardoor is een geode aanpassing van de maaier aan
de diverse Trekkertypen mogelijk.
Aanbouwraam (K2)
- voor RASANT
Maximale hoek van de aftakas
De meeste aftakassen mogen tijdens het werk slechts
onder een hoek van maximaal 25° worden gebruikt
(GW max.).
Let op de aanwijzingen in de gebruikershandleiding
van de aftakassenfabrikant.
Om beschadigingen te voorkomen
Door de geometrie van de hefinrichtingen van enkelen
trekkers (BCS, Carraro) kan het Tijdens het heffen van de
machine tot ongunstige hoeken in de kruisstukken van
de aftakas komen. Dit leidt tot een ongelijkmatig draaien
van de aftakas.
U merkt dit aan een abnormale
geluidontwikkeling en vibraties.
- In zo een geval moet, om beschadigingen te
voorkomen, de aftakasaandrijving onmiddellijk worden
uitgeschakeld en de hefhoogte worden gereduceerd.
Aanbouw speciaal
Door de verschillende uitvoeringen van de hefinrichtingen aan de diverse trekkertype moeten speciale aanbouwsets
worden gebruikt. Zie ook de onderdelenlijst.
- 30 -
0300-NL WUNSCH_317
AANHANGSEL-D NL
NOVAALPIN 266 (Type 318)
Pos. 1
Zwadvormer
- 31 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VII
caratteristica richiesta di
qualità HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5 Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K) Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R) smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 32 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
AGIP OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO
- ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
* B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90 ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
AVIA
GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB
SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BP ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30 GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE
GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS • TITAN HYD 1030
• AGRIFARM STOU MC 10W-30
• AGRIFARM UTTO MP
• PLANTOHYD 40N ***
• AGRIFARM STOU MC 10W-30
• TITAN UNIVERSAL HD
• AGRIFARM GEAR 80W90
• AGRIAFRM GEAR 85W-140
• AGRIFARM GEAR LS 90
• AGRIFARM HITEC 2
• AGRIFARM PROTEC 2
• RENOLIT MP
• RENOLIT FLM 2
• PLANTOGEL 2-N
• AGRIFARM FLOWTEC
000
• RENOLIT SO-GFO 35
• RENOLIT DURAPLEX
EP 00
• PLANTOGEL 00N
• RENOLIT
DURAPLEX EP 1 • AGRIFARM GEAR
8090
• AGRIFARM GEAR
85W-140
• AGRIFARM GEAR
LS90
GENOL HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
- 33 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
SHELL TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
* Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1 HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 M U LTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WIN TERS HALL WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174 FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.34 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet altijd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.35 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk () zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (GV min) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (GV), moet het gewicht in het front worden
verhoogd tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (GH min) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (GH) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
- 36 -
0500-NL REP. HINWEISE_317
REPARATIE-AANWIJZING NL
Reparaties aan het maaielement
Markeringen op één lijn brengen (K1, K2)
Moer (M) pas dan vastschroeven wanneer de lengte
van schroef (L) voldoende is om beschadiging te
voorkomen.
Moer (M) tegen losdraaien borgen:
- met Loctite 242 of een gelijkwaardig product (Pos.
1,2,3,4)
- met Loctite 648 of een gelijkwaardig product (Pos.
5, 6)
- en door in te kerven (2x)
NL
0700-NL Taper Scheiben_Allg - 37 -
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper
spanbus als ook de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en
invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten
aansluiten (halve boringen met schroefdraad moeten telkens
tegenover een halve, gladde boring staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog
niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus
op de gewenste plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan
leggen. Tussen de inlegspie en de spiebaan moet een speling
aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of
cilinderbouten gelijkmatig met de in de tabel aangegeven
draaimomenten aantrekken
Aanduiding van de spanbus Draaimoment [Nm]
2017 30
2517 49
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de
bouten controleren en eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet
gebruikte boringen met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er
helemaal uitdraaien, inoliën en in de uitdrukopeningen indraaien
(pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en
houden tot de bus uit de naaf loslaat en de schijf vrij op de as is
te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
Firmanaam en adres van de producent:
Alois Pöttinger Maschinenfabrik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Maaier
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1 EN ISO 4254-12
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Andreas Gadermayr
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Klaus Pöttinger,
Bedrijfsleiding
Grieskirchen, 14.05.2014
Schijvenmaaier
NOVAALPIN 226 Type 317
NOVAALPIN 266 Type 318
Grieskirchen, 02.05.2007
pa. Ing. W. Schremmer
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
GHVFUL]LRQLGL TXHVWH LVWUX]LRQLSHUO·XVR$OORVWHVVR
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
G·DXWRUH
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40