dji Agras T40 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Vlieghandleiding onbemande drone
2023.07
v1.2
AGRAS T40 (Type: DJI-3WWDZ-40A)
AGRAS T20 P(Type: DJI-3WWDZ-20A)
 Zoeken naar trefwoorden
Zoek naar trefwoorden, zoals ‘accu’ en ‘installeren’, om een onderwerp te vinden. Als u Adobe
Acrobat Reader gebruikt om dit document te openen, druk dan op Ctrl+F (Windows) of
Command+F (Mac) om een trefwoord in te vullen en een zoekopdracht te starten.
 Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat
hoofdstuk te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
Registratie van handleidingrevisies
Versie Datum Herzieningen
v1.0 2022.08 Eerste uitgave
v1.2 2023.07 Bijgewerkt druppelgrootte
Het copyright voor dit document rust bij DJI, met alle rechten voorbehouden.
Tenzij anderszins toegestaan door DJI, komt u niet in aanmerking om het
document of enig deel van het document te gebruiken noch om anderen toe te
staan deze te gebruiken door het document te reproduceren, over te dragen of te
verkopen. Gebruikers mogen dit document en de inhoud ervan alleen raadplegen
als gebruiksaanwijzing voor DJI UAV. Het document mag niet voor andere
doeleinden worden gebruikt.
De T40-drone en T20P-drone hebben vergelijkbare functies en bedieningen. Tenzij anders
vermeld, gebruiken de beschrijvingen in dit document de T40-drone als voorbeeld en zijn ze
van toepassing op beide dronemodellen.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
1
Informatie
De drone wordt in bepaalde regio's niet geleverd met een vluchtaccu. Koop alleen officiële DJITM-
vluchtaccu's. Lees de bijbehorende gebruikershandleiding van de Intelligent Flight Battery en neem de
nodige voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de accu's om uw eigen veiligheid te garanderen. DJI
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of letsel die direct of indirect voortvloeit uit het verkeerd
gebruik van accu's.
Het gebruik van deze handleiding
Legenda
Belangrijk Hints en tips Verwijzing
Voor de vlucht
De volgende documenten zijn opgesteld om u te helpen uw drone veilig te besturen en ten volle te
benutten:
1. In de doos
2. Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen
3. Snelstartgids
4. Gebruikershandleiding (vlieghandleiding onbemande drone)
Raadpleeg de bijbehorende document in de doos om de vermelde onderdelen te controleren en lees
de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen voor de vlucht. Raadpleeg de snelstartgids voor meer informatie
over montage en basisbediening. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor uitgebreidere informatie.
DJI Assistant 2 voor MG wordt gedownload
Download DJI ASSISTANTTM 2 voor MG van:
https://www.dji.com/t40/downloads or https://www.dji.com/t20p/downloads
De bedrijfstemperatuur van dit product is 0 °C tot 45 °C. Het voldoet niet aan de standaard
bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen (-55 °C tot 125 °C), die vereist is om een
grotere omgevingsvariabiliteit te doorstaan. Gebruik het product op de juiste manier en alleen
voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de
bedrijfstemperatuur gelden.
2
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave
Algemene informatie en systeembeschrijving 4
Inleiding 4
Drone 5
Besturingsstation 12
Link voor opdracht en besturing 26
Instellen operationeel gebied op de grond 26
Prestaties en beperkingen 27
Prestaties 27
Verboden manoeuvres 28
Midden van zwaartekrachtbeperkingen 28
Toepasselijke milieubeperkingen 31
Normale procedures 32
Omgeving luchtruim 32
Omgeving radiofrequentie 35
Gebruik van lancerings- en herstelapparatuur 35
Afstand tot besturingsstation 35
Montage van systeem 36
Checklist ter voorbereiding van de vlucht 38
Starten van het systeem 39
De debietmeter kalibreren 39
Het kompas kalibreren 40
Opstijgen/Landing 40
Cruise-/manoeuvreervlucht 42
Systeem uitschakelen 52
Inspectie na de vlucht 52
Noodprocedures 53
Algemene informatie 53
Motorstoring 53
Brand 53
Verlies van C2-link 53
Verlies van navigatiesystemen 55
Storingen in het besturingsstation 55
Wegvliegen 55
Rapportagevereisten 55
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
3
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Gewicht en balans, en apparatuurlijst 56
Hantering, onderhoud en instructies voor onderhoud en voortdurende
luchtwaardigheid 56
Grondafhandeling 56
Demontage, opslag en opnieuw monteren 56
Accu's opladen/conditioneren/vervangen 60
Onderhoudsprogramma 61
Supplementen 63
Technische gegevens 63
Hervatting van de bewerking 71
Bescherming van systeemgegevens 73
Waarschuwing lege tank 73
Terug naar thuisbasis (Return to Home, RTH) 74
Waarschuwingen voor laag accuniveau en laag voltage 75
RTK-functies 75
Leds van de drone 76
De rmware updaten 77
DJI-assistent 2 voor MG 77
Intelligent Flight Battery 78
Lading - Spuitsysteem 85
Optionele lading - T40/T20P-strooisysteem 85
Aanbevolen onderhoudscyclus T40-/T20P-drone 88
4
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Algemene informatie en systeembeschrijving
Inleiding
De Agras T40 en Agras T20P hebben een spantconstructie met armen die kunnen worden ingeklapt
om het behuizingsformaat te verkleinen, waardoor de drone gemakkelijker te vervoeren is. Het geheel
nieuwe geïntegreerde spuitsysteem kan snel door een strooisysteem worden vervangen. De strooilading
van de T40 is vergroot tot 50 kg voor een efciëntere spreiding.
Het ruimtelijk intelligente detectiesysteem omvat actieve gefaseerde array-radars en binoculair zicht om
vliegveiligheid te garanderen. Met een 12MP UHD FPV-camera met een kantelbare gimbal kan de drone
automatisch HD-veldbeelden verzamelen voor lokale offline reconstructie, om bij een nauwkeurige
veldplanning te kunnen helpen. Met behulp van de P4 Multispectral en DJI Agras Intelligent Cloud
kunnen voorschriftkaarten worden gegenereerd om bevruchting met variabele snelheid uit te voeren.
Het spuitsysteem is uitgerust met het nieuwe type magnetische aandrijfpompen, dubbele vernevelde
sprinklers en centrifugale antidruppelkleppen. Bij gebruik in combinatie met de gewichtssensoren biedt
het spuitsysteem real-time detectie van het vloeistofniveau en verbetert het de spuitefciëntie, terwijl het
tegelijkertijd vloeibaar pesticide bespaart.
Kernmodules maken gebruik van opvultechnologie en hebben een beschermingsgraad van IPX6K (ISO
20653:2013).
De nieuwe generatie DJI RC Plus afstandsbediening is uitgerust met DJI O3 Agras, de nieuwste
versie van de kenmerkende OCUSYNCTM-beeldtransmissietechnologie, en heeft een maximale
transmissieafstand van maximaal 7 km (op een hoogte van 2,5 m).[1] De afstandsbediening heeft
een krachtige CPU met 8 kernen en een ingebouwd touchscreen van 7 inch met hoge helderheid,
aangedreven door het Android-besturingssysteem. Gebruikers kunnen via wi of de DJI mobiele dongle
verbinding maken met het internet. De bediening is handiger en nauwkeuriger dan ooit dankzij het
vernieuwde ontwerp van de DJI Agras-app en een breed scala aan knoppen op de afstandsbediening.
Met de Mapping-modus die aan de app is toegevoegd, kunnen gebruikers ofine reconstructies maken
en nauwkeurige veldplanning uitvoeren zonder dat er extra apparaten nodig zijn. De afstandsbediening
heeft een maximale bedrijfstijd van 3 uur en 18 minuten met de interne accu met hoge capaciteit.
Gebruikers kunnen ook afzonderlijk een externe accu aanschaffen om de afstandsbediening van stroom
te voorzien en volledig te voldoen aan de vereisten voor lange en intensieve taken.
[1] De afstandsbediening kan de maximale transmissieafstand bereiken (FCC/NCC: 7 km); SRRC: 5 km; CE/KCC/MIC:
4 km in een open gebied zonder elektromagnetische interferentie, en op een hoogte van ongeveer 2,5 m.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
5
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Drone
Belangrijkste functies
De drone heeft een behuizing in truss-stijl met armen die snel kunnen worden ingeklapt, waardoor
het gemakkelijk te vervoeren is. Door de in de framearmen ingebouwde inklapsensoren kan de drone
een zelfcontrole van het klapmechanisme uitvoeren, zodat de armen goed zijn uitgeklapt. De drone
ondersteunt positionering op centimeterniveau [1] wanneer deze wordt gebruikt met de onboard D-RTKTM.
Dankzij het ruimtelijk intelligente detectiesysteem met het binoculaire zichtsysteem, de omnidirectionele
actieve gefaseerde arrayradar en de actieve gefaseerde array achterwaartse en neerwaartse radar, kan
de drone uitgebreide obstakeldetectie bereiken en het terrein volgen om vliegveiligheid te garanderen
en de operationele efciëntie te verbeteren.
In de nieuwe mapping bedieningsmodus kunnen beelden in het taakgebied worden vastgelegd met
de UHD FPV-camera en kunnen lokale kaarten worden gegenereerd met de afstandsbediening zonder
internetverbinding om te helpen bij een nauwkeurige planning.
In de nieuwe fruitboom bedieningsmodus kunnen bewerkingen die in meerdere methoden zijn
geïmporteerd, samen worden weergegeven zodat gebruikers efficiënter kunnen beginnen met
bewerkingen.
Het dubbele vernevelde spuitsysteem is uitgerust met de gloednieuwe waaierpomp met magnetische
aandrijving, waardoor het systeem corrosiebestendiger en duurzamer wordt. De dubbele vernevelde
sprinkler en bedrijfseigen centrifugale klep voorkomen lekkage en verminderen het gebruik van
pesticiden terwijl ze het milieu beschermen.
De T40-drone is uitgerust emet een coaxiale dubbele rotorstructuur om sterke winden te produceren,
zodat pesticiden dikke begroeiing kunnen binnendringen voor grondig spuiten.
De drone- en bedieningscontrole is handiger dan ooit dankzij een breed scala aan knoppen en
draaiknoppen op de DJI RC Plus afstandsbediening. Met de ingebouwde vernieuwde DJI Agras-app
wordt de lading voor elke vlucht gemaximaliseerd via intelligente routeplanning voor meer efciëntie.
[1] Moet worden gebruikt met een DJI D-RTK 2 High Precision GNSS mobiel station (apart verkrijgbaar) of een door DJI
goedgekeurde netwerk RTK-service.
6
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
16
4
2
3
56
79
1
18
15
21
14
13
10
19
11
12
17
8
20
Overzicht van de drone
T40
Achteraanzicht
16
4
2
3
56
79
1
18
15
21
14
13
10
19
11
12
17
8
20
Ingeklapt
1. Propellers
2. Motoren
3. ESC's
4. Indicatoren voorkant
drone (op twee
voorarmen)
5. Frame-armen
6. Inklapbare
detectiesensoren
(ingebouwd)
7. Spuitlans
8. Sprinklerinstallaties
9. Spuitreservoir
10. Toevoerpompen
11. FPV-camera
12. Binoculair zichtsysteem
13. Schijnwerpers
14. Koellichamen
15. Actief gefaseerde array
omnidirectionele radar
16. Actief gefaseerde
array achterwaartse en
neerwaartse radar
17. Intelligent Flight Battery
18. Landingsgestel
19. OcuSync-
beeldtransmissieantennes
20. Onboard D-RTK antennes
21. Indicatoren achterkant
drone (op twee
achterarmen)
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
7
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
4
6
2
3
5
1
10
18
21
20
15
14
13
19
11
12
9
7
17
8
16
T20P
4
6
2
3
5
1
10
18
21
20
15
14
13
19
11
12
9
7
17
8
16
1. Propellers
2. Motoren
3. ESC's
4. Indicatoren voorkant
drone (op twee
voorarmen)
5. Frame-armen
6. Inklapbare
detectiesensoren
(ingebouwd)
7. Spuitlans
8. Sprinklerinstallaties
9. Spuitreservoir
10. Toevoerpompen
11. FPV-camera
12. Binoculair zichtsysteem
13. Schijnwerpers
14. Koellichamen
15. Actief gefaseerde array
omnidirectionele radar
16. Actief gefaseerde
array achterwaartse en
neerwaartse radar
17. Intelligent Flight Battery
18. Landingsgestel
19. OcuSync-
beeldtransmissieantennes
20. Onboard D-RTK antennes
21. Indicatoren achterkant drone
(op twee achterarmen)
Achteraanzicht Ingeklapt
8
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Oppervlakken vluchtcontrole
Niet van toepassing op multicopters.
Voorstuwingssysteem
Het voorstuwingssysteem bestaat uit motoren, ESC's en inklapbare propellers, voor een stabiele en
krachtige stuwkracht.
T40 T20P
Avionica
De avionica omvat een luchtelektronicasysteem, beeldtransmissiesysteem, binoculair zicht- en
radarsysteem, een besturingskaart voor spuiten en een FPV-module.
Vluchtcontrole- en navigatiesysteem
Het in de drone ingebouwde vluchtcontrole- en navigatiesysteem is geïntegreerd met modules zoals
de vluchtcontroller, IMU, barometer, GNSS-ontvanger, RTK-module en kompas, voor stabiele en
betrouwbare navigatie en controle. De speciale industriële vluchtcontroller biedt meerdere vluchtmodi
en bedieningsmodi voor verschillende toepassingen. Het GNSS+RTK dual-redundantiesysteem is
compatibel met GPS, GLONASS, BeiDou en Galileo. De drone ondersteunt ook positionering op
centimeterniveau wanneer deze wordt gebruikt met de ingebouwde onboard D-RTK-antennes. Dual-
antennetechnologie zorgt voor een sterke weerstand tegen magnetische interferentie.
Communicatieapparatuur
De drone beschikt over twee OcuSync-beeldtransmissieantennes en een DJI O3 Agras-
beeldtransmissiesysteem, met een maximaal transmissiebereik van 7 km voor communicatie met de
afstandsbediening.
FPV-module
De drone is uitgerust met een UHD FPV-camera met een kantelbare gimbal en kan automatisch HD-
veldbeelden verzamelen voor lokale offline reconstructie, om bij een nauwkeurige veldplanning te
kunnen helpen. Bovendien verdubbelt de heldere verlichting de nachtzichtmogelijkheden van de drone,
waardoor meer mogelijkheden voor het uitvoeren van nachtelijke vluchten worden gecreëerd.
Binoculair zicht en gefaseerde array-radar (detectie- en obstakelvermijdingssysteem)
Kenmerken
Het ruimtelijke intelligente detectiesysteem van de drone bestaat uit het binoculaire zichtsysteem, de
omnidirectionele actieve gefaseerde arrayradar en de actieve gefaseerde array achterwaartse en
neerwaartse radar. In een optimale gebruiksomgeving kan de radarmodule de afstand tussen de drone
en de vegetatie of andere oppervlakken voorspellen in voorwaartse, achterwaartse en neerwaartse
richting om op een constante afstand te vliegen en te zorgen voor gelijkmatig spuiten en het terrein
volgen. Het systeem kan obstakels in alle horizontale richtingen detecteren, maar ook neerwaarts
en achterwaarts om de vliegveiligheid te garanderen. Bovendien beperkt het vluchtcontrolesysteem
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
9
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
de dalingssnelheid van de drone op basis van de afstand tussen de drone en de grond die door de
radarmodules wordt gedetecteerd, om een soepele landing te bereiken.
Het binoculaire zichtsysteem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de drone in gebruik is. De
functies voor terrein volgen en omzeilen moeten voor gebruik in de app worden ingeschakeld. In de
bedieningsmodi Route en A-B-route kunnen gebruikers de functies voor terrein volgen en omzeilen
voor verschillende soorten terrein inschakelen. De drone vliegt boven de vegetatie op een constante
spuitafstand en omzeilt gedetecteerde obstakels. Wanneer taakterrein is ingesteld op Mapping/Veld op
vlak land, kan omzeilen onafhankelijk worden in- of uitgeschakeld. In de bedieningsmodi Handmatig
plus en Mapping selecteert u Mapping/Veld op vlak land als taakterrein en schakelt u Automatisch
terrein volgen in. De drone zal het terrein volgen. In de modi Handmatig en Fruitboom kan de radar de
spuitafstand boven de vegetatie of andere oppervlakken meten, maar de drone zal de gegevens niet
gebruiken voor hoogtestabilisatie. Obstakels vermijden kan in elke modus worden gebruikt.
Detectiebereik
Binoculair zichtsysteem: 90° (horizontaal), 106° (verticaal), 0,4-25 m.
Actieve gefaseerde array omnidirectionele radar: 360° (horizontaal), ±45° (verticaal), 1,5-50 m.
Actieve gefaseerde array achterwaarts en neerwaartse radar: ±60° (horizontaal), ±25° (verticaal),
1,5-30 m (achterwaarts), 1-45 m (neerwaarts).
Houd er rekening mee dat de drone geen obstakels kan waarnemen die buiten het detectiebereik van
de drone liggen. Vlieg voorzichtig.
Detectiebereik van het binoculaire zichtsysteem en radars (verticaal)
45°
28° 25°
±
45°
±
45°
106°
Het effectieve detectiebereik varieert afhankelijk van de grootte en het materiaal van het
obstakel. Bij het waarnemen van objecten zoals gebouwen met een radardoorsnede (RCS)
van meer dan -5 dBsm, is het effectieve detectiebereik 50 m. Bij het detecteren van objecten
zoals elektriciteitskabels met een RCS van -10 dBsm, is het effectieve detectiebereik ongeveer
30 m. Bij het waarnemen van objecten zoals droge boomtakken met een RCS van -15 dBsm,
is het effectieve detectiebereik ongeveer 20 m. Obstakeldetectie kan worden beïnvloed of niet
beschikbaar zijn in gebieden buiten de effectieve detectieafstand.
Vlieg voorzichtig wanneer de drone zich in de buurt van een obstakel bevindt dat zich op een
vergelijkbare hoogte bevindt als de onderkant van de drone. De drone kan het obstakel niet
detecteren omdat het meeste van of zelfs het hele obstakel buiten het detectiebereik ligt.
Gebruik van horizontale obstakelvermijding
Zorg ervoor dat horizontale en achterwaartse obstakelvermijding is ingeschakeld in de app. Het
vermijden van obstakels wordt gebruikt in de volgende twee scenario's:
10
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
1. De drone begint te vertragen wanneer het 15 m voor de drone een obstakel detecteert (wanneer de
drone vooruit vliegt) of 15 m achter de drone (wanneer de drone achteruit vliegt), remt vervolgens en
zweeft. Tijdens het remmen kan de drone niet naar het obstakel toe versnellen, maar kan het er van
wegvliegen.
2. De drone remt en zweeft onmiddellijk als het een obstakel in de buurt detecteert. Gebruikers kunnen
de drone niet besturen terwijl het remt.
Gebruikers kunnen wegvliegen van het obstakel om de volledige controle over de drone terug te krijgen.
Het achterwaarts vermijden van obstakels wordt uitgeschakeld wanneer de drone met een
snelheid van meer dan 7 m/s achteruit vliegt. Vlieg voorzichtig.
Het vermijden van obstakels is uitgeschakeld tijdens automatische landing. Zorg ervoor dat u
de drone voorzichtig bedient bij het handmatig besturen van de drone tijdens automatische
landing.
Als het achterwaarts vermijden van obstakels is uitgeschakeld in de app, kan de drone geen
obstakels achter de drone detecteren terwijl het achteruit vliegt.
Gebruik van opwaartse radar
Zorg ervoor dat de opwaartse obstakelvermijdingsfunctie van de radarmodule is ingeschakeld in de
app. Het vermijden van obstakels wordt gebruikt in de volgende twee scenario's:
1. De drone begint te vertragen wanneer het op 3 m afstand een obstakel detecteert en remt
vervolgens en zweeft op de plaats.
2. De drone remt onmiddellijk als het een obstakel in de buurt detecteert.
Gebruikers kunnen niet versnellen in de richting van het obstakel, maar kunnen in een richting weg
van het obstakel vliegen wanneer de drone remt of zweeft.
Gebruik van de functies terrein volgen en omzeilen
Selecteer in Sensorinstellingen in de app de taakterrein op basis van de omgeving en schakel
Automatisch terrein volgen en Obstakel omzeilen in. Elk type taakterrein is geschikt voor de
bijbehorende bedieningsmodi. Raadpleeg de onderstaande beschrijvingen.
Het omzeilen is 's nachts of in donkere omgevingen uitgeschakeld. Vlieg voorzichtig.
In sommige scenario's, zoals bij elektriciteitskabels, kan de functie Omzeilen het obstakel
mogelijk niet met succes omzeilen. Gebruikers kunnen het obstakel omzeilen door de drone
handmatig te besturen.
Het volgen van het terrein wordt beïnvloed wanneer de drone over water vliegt. Vlieg
voorzichtig.
De maximale vliegsnelheid van de drone is beperkt tot 7 m/s en de hoogte boven de vegetatie
is beperkt van 2,5 tot 8 m wanneer omzeilen van obstakels is ingeschakeld.
Mapping/Veld op vlak land
Dit taakterrein is geschikt voor Mapping-bedieningen of route-, A-B-route- en Handmatige bedieningen
in gebieden zonder duidelijke veranderingen in de hoogte van het oppervlak.
1. Selecteer Mapping/Veld op vlak land als taakterrein.
2. Schakel alleen Automatisch terrein volgen in. Ga naar de gewenste bedieningsmodus en stel de
hoogte boven de vegetatie in. Nadat de vlucht is gestart, vliegt de drone boven de vegetatie op de
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
11
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
vooraf ingestelde hoogte.
3. Schakel zowel Automatisch terrein volgen als Obstakel omzeilen in (alleen ter ondersteuning van
route- en A-B-routebewerkingen). Nadat een route- of A-B-route-bediening is gestart, omzeilt de
drone automatisch gedetecteerde obstakels. Het bewegen van de joystick kan het automatisch
omzeilen onderbreken. De drone zal op de plaats zweven als het omzeilen mislukt. Gebruikers
kunnen het obstakel omzeilen door de drone handmatig te besturen.
Fruitboomgaard op vlak land en bergland
Zowel fruitboomgaard op vlak land als bergland zijn geschikt voor route- en A-B-route-bedieningen.
Fruitboomgaard op vlak land is geschikt voor terrein zonder duidelijke veranderingen in de hoogte van
het oppervlak. Bergland is geschikt voor glooiend terrein bedekt met berggewassen en fruitbomen.
Verticaal vliegen om obstakels te omzeilen heeft voorrang in de modus Bergland. Beide modi hebben
dezelfde bedieningsinstructies.
1. Selecteer het bijbehorende taakterrein.
2. Terrein volgen en Obstakel omzeilen inschakelen. Nadat een route- of A-B-route-bediening is gestart,
vliegt de drone boven de vegetatie op de vooraf ingestelde hoogte en worden gedetecteerde
obstakels automatisch omzeild. Het bewegen van de joystick kan het automatisch omzeilen
onderbreken. De drone zal op de plaats zweven als het omzeilen mislukt. Gebruikers kunnen het
obstakel omzeilen door de drone handmatig te besturen.
Kennisgeving inzake radargebruik
Raak de motoren NIET aan en laat uw handen en lichaam niet in contact komen met de
metalen onderdelen van de radarmodule tijdens het inschakelen of na de vlucht omdat deze
heet kunnen zijn.
Behoud te allen tijde de volledige controle over de drone en vertrouw niet volledig op de
radarmodule en de DJI Agras-app. Houd de drone te allen tijde binnen een visuele zichtlijn
(VLOS). Gebruik uw verstand bij de besturing van de drone om obstakels te vermijden.
In de handmatige bedieningsmodus hebben de gebruikers volledige controle over de drone.
Let bij het gebruik op de vliegsnelheid en -richting. Wees u bewust van de omgeving en
vermijd de blinde vlekken van de radarmodule.
De obstakelvermijdingsfuncties zijn uitgeschakeld in de Attitude-modus.
Bij het detecteren van objecten zoals een hellende lijn, een hellende elektriciteitsmast of
een elektriciteitskabel onder een hellende hoek tegen de vliegrichting van de drone, zal de
radardetectieprestatie worden beïnvloed, omdat de meeste elektromagnetische radargolven
in andere richtingen worden gereecteerd. Vlieg voorzichtig.
Met de radarmodule kan de drone alleen binnen zijn werkbereik een vaste afstand tot de
vegetatie aanhouden. Houd de afstand van de drone tot de vegetatie te allen tijde in de
gaten.
Wees extra voorzichtig bij het vliegen over hellende oppervlakken. De aanbevolen maximale
helling bij verschillende snelheden van de drone is 10° bij 1 m/s, 6° bij 3 m/s en 3° bij 5 m/s.
Houd u aan de lokale wet- en regelgeving inzake radiotransmissie.
De gevoeligheid van de radarmodule kan worden verminderd bij het besturen van meerdere
drones op korte afstand van elkaar. Ga voorzichtig te werk.
De radarmodule is een precisie-instrument. Knijp, tik of stoot NIET tegen de radarmodule.
Zorg er voor het gebruik voor dat de radarmodule schoon is en dat de buitenste
beschermhoes niet gebarsten, afgebroken, verzonken of vervormd is.
12
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Houd de beschermkap van de radarmodule schoon. Reinig het oppervlak met een zachte,
vochtige doek en laat het aan de lucht drogen voordat u het weer gebruikt.
Kennisgeving over het gebruik van het Binoculaire zichtsysteem
De prestaties van het binoculaire zichtsysteem worden beïnvloed door de lichtintensiteit en
de patronen of textuur van het oppervlak waarover wordt gevlogen. Bedien de drone zeer
voorzichtig in een van de volgende situaties:
a. Bij het vliegen boven oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen zwart,
volkomen wit, volkomen groen).
b. Bij het vliegen boven oppervlakken met hoge reectie.
c. Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
d. Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of drastisch verandert.
e. Bij het vliegen boven extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 10.000 lux) oppervlakken.
f. Bij het vliegen boven oppervlakken met identieke patronen of texturen of met bijzonder
dunne patronen of texturen.
Houd de camera's van het binoculaire zichtsysteem te allen tijde schoon.
Zorg ervoor dat er duidelijke patronen en voldoende verlichting in de omgeving zijn,
aangezien het binoculaire zichtsysteem afhankelijk is van beelden van de omgeving om
verplaatsingsgegevens te verkrijgen.
De obstakeldetectiefunctie van het binoculaire zichtsysteem werkt mogelijk niet goed wanneer
de drone wordt gebruikt in een donkere omgeving of boven water of oppervlakken zonder
een helder patroon.
Houd de camera's van het binoculaire zichtsysteem schoon. Zorg ervoor dat de drone is
uitgeschakeld. Verwijder eerst grotere stukken gruis of zand en veeg vervolgens de lens af met
een schone, zachte doek om stof of ander vuil te verwijderen.
Besturingsstation
Kenmerken
De DJI RC Plus afstandsbediening wordt gebruikt als besturingsstation. De afstandsbediening
is voorzien van DJI O3 Agras, de nieuwste versie van de karakteristieke OcuSync-
beeldtransmissietechnologie, met een maximale transmissieafstand van 7 km (op een hoogte van
2,5 m). [1] De afstandsbediening heeft een ingebouwde touchscreen van 7,02 inch met hoge helderheid
aangedreven door het Android-besturingssysteem. Gebruikers kunnen via wi of de DJI Cellular Dongle
verbinding maken met het internet. De bediening is handiger en nauwkeuriger dan ooit dankzij het
vernieuwde ontwerp van de DJI Agras-app en een breed scala aan knoppen op de afstandsbediening.
De afstandsbediening heeft een maximale gebruikstijd van 3 uur en 18 min met de interne accu en tot 6
uur bij gebruik met een externe WB37 Intelligent Battery, voor lange en intensieve operaties.
[1] De afstandsbediening kan de maximale transmissieafstand (FCC/NCC: 7 km); SRRC: 5 km; CE/MIC: 4 km) bereiken in
een open gebied zonder elektromagnetische interferentie en op een hoogte van ongeveer 2,5 m.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
13
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Overzicht afstandsbediening
34
32
36
35
33
37
38 39
813
5 5
77
1
44
315
2
10 11
9
9
16
17
18
19 25
26
27
28
3
0
29
21
22 23 24
31 31
31
4
0
2
0
2
0
12
614
4
1
1. Externe RC-antennes
Geeft het besturings- en
beeldtransmissiesignaal van de drone weer.
2. Touchscreen
Geeft systeem- en app-weergaven weer en
ondersteunt maximaal 10 aanraakpunten.
Op Android gebaseerd apparaat voor het
uitvoeren van de DJI Agras-app.
3. Indicatorknop (gereserveerd)
4. Joysticks
Regelt de beweging van de drone. De
bedieningsmodus kan worden ingesteld in DJI
Agras.
5. Interne wifi-antennes
Blokkeer de interne wi-antennes niet tijdens
het gebruik, anders kunnen de signalen
worden beïnvloed.
6. Terugknop
Druk eenmaal om terug te keren naar het
vorige scherm. Tik hier tweemaal op om naar
het startscherm terug te keren. Houd de
terugknop ingedrukt en druk op een andere
knop om de knopcombinaties te activeren.
Raadpleeg het hoofdstuk Toetscombinaties
voor meer informatie.
7. L1/L2/L3/R1/R2/R3-knoppen
Wanneer knoppen in de app worden
weergegeven in de buurt van deze fysieke
knoppen of de prompts in de app L1/L2/L3/R1/
R2/R3 bevatten, drukt u op de bijbehorende
knop op de afstandsbediening voor bediening
in plaats van op het touchscreen te tikken.
8. Knop Return to Home (RTH) (terug naar
thuisbasis)
Druk en houd ingedrukt om RTH te starten.
Druk nogmaals om RTH te annuleren.
9. Microfoons
10. Ledlampjes voor status
Geeft de status van de afstandsbediening
aan. Raadpleeg de handleiding op het
startscherm voor meer informatie.
11. Ledlampjes voor accuniveau
Geeft het huidige accuniveau van de interne
accu weer.
12. Interne GNSS-antennes
Blokkeer de interne GNSS-antennes
niet tijdens gebruik. Anders kan de
positioneringsnauwkeurigheid worden
beïnvloed.
13. Aan-/uitknop
Druk eenmaal om het huidige accuniveau
te controleren. Druk eenmaal, druk
vervolgens opnieuw en houd ingedrukt
om de afstandsbediening in of uit te
schakelen. Wanneer de afstandsbediening
34
32
36
35
33
37
38 39
813
5 5
77
1
44
315
2
10 11
9
9
16
17
18
19 25
26
27
28
3
0
29
21
22 23 24
31 31
31
4
0
2
0
2
0
12
614
4
1
34
32
36
35
33
37
38 39
813
5 5
77
1
44
315
2
10 11
9
9
16
17
18
19 25
26
27
28
3
0
29
21
22 23 24
31 31
31
4
0
2
0
2
0
12
614
4
1
14
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
is ingeschakeld, drukt u eenmaal op om het
touchscreen in of uit te schakelen.
14. 5D-knop
15. Vluchtpauzeknop (gereserveerd)
16. Knop C3
Druk hierop om horizontale
obstakelvermijding in of uit te schakelen
nadat DJI Agras is gestart.
17. Linkerdraaiknop
Draai om de spuitsnelheid in de handmatige
bedieningsmodus aan te passen.
18. Knop Spuiten/verspreiden
Druk hierop om te starten of te stoppen
met spuiten/verspreiden in de handmatige
bedrijfsmodus.
19. Vliegstandschakelaar
De drie standen van de schakelaar komen
overeen met: N-modus (Normaal), S-modus
(Attitude) en F-modus (Normaal).
20. Externe RC-antennes
Geeft dronebesturings- en
beeldtransmissiesignalen weer. Blokkeer
de interne RC-antennes niet tijdens gebruik.
Anders kunnen de signalen worden
beïnvloed.
21. microSD-kaartsleuf
Sleuf om een microSD-kaart te plaatsen.
22. USB-A-poort
Voor het aansluiten van apparaten zoals de
RTK-dongle. Wanneer het is aangesloten
op de intelligente lader of multifunctionele
omvormgenerator, kunnen gebruikers de
informatie over de apparaatstatus bekijken in
DJI Agras.
23. HDMI-poort
Voor de uitvoer van het HDMI-signaal naar
een externe monitor.
24. USB-C-poort
Voor het opladen van de afstandsbediening
of het aansluiten op een computer om
rmware bij te werken en logboeken te
exporteren via de DJI Assistant 2-software.
25. Schakelknop voor FPV/kaart
Druk hierop in Bedieningsweergave in DJI
Agras om te schakelen tussen FPV- en
Kaartweergave.
26. Rechterdraaiknop
Draai om de kanteling van de FPV-camera
aan te passen.
27. Scrollwiel (gereserveerd)
28. Handgreep
29. Luidspreker
30. Ventilatieopening
Voor warmteafvoer. Blokkeer de luchtopening
niet tijdens gebruik.
31. Gereserveerde montagegaten
32. Knop C1
Druk hierop in de A-B-routemodus om punt A
toe te voegen.
33. Knop C2
Druk hierop in de A-B-routemodus om punt B
toe te voegen.
34. Achterkap
35. Accu-ontgrendelknop
36. Accucompartiment
Voor het installeren van de WB37 Intelligent
Battery.
37. Knop openen achterkap
38. Alarm
39. Luchtinlaat
Voor warmteafvoer. Blokkeer de luchtinlaat
niet tijdens gebruik.
40. Donglecompartiment
De USB-C-connector in het compartiment
wordt gebruikt om de DJI mobiele dongle
aan te sluiten.
41. Riembeugel
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
15
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening in- en uitschakelen
Zowel de interne accu als de externe accu kunnen worden gebruikt om de afstandsbediening
van stroom te voorzien. Het accuniveau wordt aangegeven via de leds voor het accuniveau op de
afstandsbediening of op de externe accu. Volg de onderstaande stappen om de afstandsbediening in
te schakelen:
1. Wanneer de afstandsbediening is uitgeschakeld, drukt u eenmaal op de aan-/uitknop om het huidige
accuniveau van de interne accu te controleren. Druk op de knop accuniveau op de externe accu om
het huidige accuniveau van de externe accu te controleren. Als het accuniveau te laag is, laadt u de
accu op voor gebruik.
2. Druk één keer op de aan-/uitknop, houd vervolgens de knop ingedrukt om de afstandsbediening in
te schakelen.
3. De afstandsbediening geeft een pieptoon wanneer deze is ingeschakeld. De statusled brandt
continu groen wanneer de koppeling is voltooid.
4. Herhaal stap 2 om de afstandsbediening uit te schakelen.
De accu’s opladen
1. Gebruik de DJI 65W draagbare oplader om zowel de interne als de externe accu tegelijkertijd op te
laden.
B
A B A
Stopcontact
(100-240 V, 50/60 Hz)
Gebruik de meegeleverde oplader om de afstandsbediening op te laden. Gebruik anders een
gecerticeerde USB-C oplader met een maximaal nominaal vermogen van 65 W en 20 V.
Laad en ontlaad de interne en externe accu’s van de afstandsbediening ten minste eenmaal
per drie maanden volledig. De accu loopt leeg als deze voor langere tijd wordt bewaard.
2. Gebruik de WB37 accu-oplaadhub (USB-C) en de 65 W draagbare oplader om de externe accu op
te laden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de WB37 accu-oplaadhub (USB-C) voor meer
informatie.
Stopcontact
(100-240 V, 50/60 Hz)
16
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Bediening van de drone
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de oriëntatie van de drone via de afstandsbediening kan worden
geregeld. De bediening kan worden ingesteld op modus 1, modus 2 of modus 3.
Omhoog
Omlaag
Links Rechts
Links Rechts
Links Rechts
Achteruit
Vooruit
Omlaag
Omhoog
Achteruit
Vooruit
Omlaag
Omhoog
Vooruit
Achteruit
Linksaf Rechtsaf
Linksaf Rechtsaf
Linker joystick Rechter joystick
Rechter joystick
Linker joystick
Rechter joystickLinker joystick
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Linksaf Rechtsaf
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
17
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
De volgende beschrijving gebruikt bijvoorbeeld modus 2:
Afstandsbediening
(modus 2) Drone ( geeft neusrichting aan) Opmerkingen
Linker joystick
Gashendel: Beweeg de linker joystick
verticaal om de hoogte van de drone te
regelen.
Duw omhoog om te stijgen en omlaag om
te dalen. Gebruik de linker joystick om op
te stijgen wanneer de motoren stationair
draaien. De drone zal op zijn plaats zweven
als de joystick in het midden staat. Hoe
verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone van
hoogte verandert.
Linker joystick
Yaw-joystick (giering): Beweeg de linker
joystick horizontaal om de koers van de
drone te regelen.
Duw naar links om de drone tegen de klok
in te draaien en duw naar rechts om met
de klok mee te draaien. De drone zal op
zijn plaats zweven als de joystick in het
midden staat. Hoe verder de joystick van
de middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone zal draaien.
Rechter joystick
Pitch-joystick (hellingshoek): Beweeg de
rechter joystick verticaal om de hellingshoek
van de drone te regelen.
Duw omhoog om voorwaarts te vliegen
en duw naar beneden om achterwaarts
te vliegen. De drone zal op zijn plaats
zweven als de joystick in het midden staat.
Duw de joystick verder voor een grotere
hellingshoek en een snellere vlucht.
Rechter joystick
Rolstick: Beweeg de rechter joystick
horizontaal om de rol van de drone te
regelen.
Duw de joystick naar links om naar links te
vliegen en naar rechts om naar rechts te
vliegen. De drone zal op de plaats zweven
als de joystick in het midden staat. Duw de
joystick verder voor een grotere rol en een
snellere vlucht.
18
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Het spuitsysteem bedienen
2
6
3
5
14
7
1. Linkerdraaiknop
Ga in de handmatige bedieningsmodus linksaf om de spuitsnelheid te verlagen en rechtsaf om de
spuitsnelheid te verhogen.* De app geeft de huidige spuitsnelheid aan.
* De spuitsnelheid kan variëren afhankelijk van het sprinklermodel en de viscositeit van de vloeistof.
2. Knop Spuiten/verspreiden
Druk hierop in de handmatige bedieningsmodus om te starten of te stoppen met spuiten.
3. Schakelknop voor FPV/kaart
Druk hierop in Bedieningsweergave in DJI Agras om te schakelen tussen FPV- en Kaartweergave.
4. Rechterdraaiknop
Wanneer de drone geen mapping-bewerking uitvoert, draait u aan de knop om de kanteling van de
FPV-camera aan te passen. De kanteling kan niet worden aangepast tijdens mapping-bewerkingen.
5. Knop C1
Registreert punt A van de route bij een A-B-routebewerking.
6. Knop C2
Registreert punt B van de route in een A-B-routebewerking.
7. Knop C3
Druk hierop om horizontale obstakelvermijding in of uit te schakelen nadat DJI Agras is gestart.
Vliegstandschakelaar
Schakel de schakelaar om tussen vluchtmodi te schakelen.
Positie Vliegmodus
NN-modus (normaal)
SS-modus (toegewezen aan A-modus, attitude)
FF-modus (normaal) N
S
F
Ongeacht positie van de schakelaar op de afstandsbediening start de drone standaard in de N-modus.
Om van vluchtmodus te wisselen, gaat u eerst naar Bedieningsweergave in DJI Agras, tikt u op ,
vervolgens op en schakelt u de 'Attitude-modus inschakelen' in Geavanceerde instellingen in. Nadat
u de attitude-modus hebt ingeschakeld, schakelt u de schakelaar naar N of F en vervolgens naar S om
de vliegmodus naar attitude-modus te schakelen.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
19
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
De drone begint standaard nog in de N-modus nadat het is ingeschakeld, ook al was de A-modus
van tevoren ingeschakeld in de app. Wanneer A-modus vereist is, schakelt u de schakelaar voor de
vluchtmodus zoals hierboven vermeld in nadat u de afstandsbediening en de drone hebt ingeschakeld.
RTH-knop
Houd de RTH-knop ingedrukt om drone keert terug te laten keren naar de laatst geregistreerde
thuisbasis. De LED rond de RTH-knop knippert wit tijdens RTH. Gebruikers kunnen de hoogte van de
drone regelen terwijl het naar de thuisbasis vliegt. Druk nogmaals op deze knop om RTH te annuleren
en de controle over de drone weer over te nemen.
Optimale transmissiezone
Til de antennes op en stel ze af. De sterkte van het signaal van de afstandsbediening wordt beïnvloed
door de positie van de antennes. Pas de richting van de externe RC-antennes van de afstandsbediening
aan zodat de afstandsbediening en de drone zich binnen de optimale zendzone bevinden.
Knopcombinaties
Sommige veelgebruikte functies kunnen worden geactiveerd met behulp van toetscombinaties. Gebruik
tegelijkertijd de terugknop en de andere knop om een specieke functie uit te voeren.
Knopcombinaties Beschrijving
Knop Terug + Linkerdraaiknop Pas de helderheid van het scherm aan
Knop Terug + Rechterdraaiknop Stel het systeemvolume in
Knop Terug + Spuitknop Opname van het scherm maken
Knop Terug + Wisselknop FPV/kaart Screenshot van het scherm
Knop Terug + 5D-knop
Omhoog schakelen - Home; Omlaag schakelen - Snelle
instellingen;
links schakelen - Onlangs geopende apps
20
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Ledlampjes van de afstandsbediening
Status-led Indicatoren accuniveau
De indicatoren accuniveau geven het accuniveau van de controller weer. De statusled geeft de
verbindingsstatus en waarschuwingen voor de joystick, het lage accuniveau en de hoge temperatuur
weer.
Knipperpatronen Beschrijvingen
Continu rood Niet verbonden met drone
Knippert rood Accuniveau drone laag
Continu groen Verbonden met drone
Knippert blauw De afstandsbediening is gekoppeld aan een drone
Continu geel Firmware-update mislukt
Knippert geel Accuniveau afstandsbediening laag
Knippert cyaan De joysticks zijn niet gecentreerd
Indicatoren accuniveau Accuniveau
75%~100%
50%~75%
25%~50%
0%~25%
Waarschuwing afstandsbediening
De afstandsbediening trilt of piept om een foutmelding of waarschuwing aan te geven. Zie voor
gedetailleerde informatie de realtime aanwijzingen op het touchscreen of in de DJI Agras-app. Om
sommige waarschuwingen uit te schakelen, schuift u van boven naar beneden en selecteert u Niet
storen in Snelle instellingen.
Alle gesproken meldingen en waarschuwingen worden uitgeschakeld in de stille modus, inclusief
waarschuwingen tijdens RTH en waarschuwingen voor laag accuniveau voor de afstandsbediening of
de drone. Vlieg voorzichtig.
Koppelen van de afstandsbediening
De afstandsbediening is standaard aan de drone gekoppeld. Koppelen is alleen vereist wanneer u
voor het eerst een nieuwe afstandsbediening gebruikt. Bij gebruik van de Multi-Aircraft Control-functie
moeten alle drones aan dezelfde afstandsbediening worden gekoppeld.
1. Zet de afstandsbediening aan en open DJI Agras. Zet de drone aan.
2. Tik op Bediening uitvoeren om naar de Bedieningsweergave te gaan en tik op , vervolgens op
Tik op Enkele koppeling en vervolgens op Koppeling starten. De statusled knippert blauw en de
afstandsbediening piept twee keer herhaaldelijk, wat aangeeft dat de afstandsbediening klaar is om
te worden gekoppeld.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
21
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Firefox
4:53
Tips
Settings
DJI Agras
Files
25%25%
3. Houd de aan-/uitknop op de Intelligent Flight Battery vijf seconden ingedrukt. De leds van de
Intelligent Flight Battery knipperen achtereenvolgens, wat aangeeft dat de koppeling wordt
uitgevoerd.
4. De statusled van de afstandsbediening brandt continu groen als de koppeling geslaagd is. Als het
koppelen mislukt, gaat u opnieuw naar de koppelingsstatus en probeert u het opnieuw.
Het touchscreen bedienen
Startscherm
De bovenste balk geeft de tijd, netwerkstatus en accuniveaus van de interne en externe accu's van de
afstandsbediening weer.
Bedieningen
Schuif omhoog vanaf de
onderkant van het scherm
en houd vast om toegang
te krijgen tot de recentelijk
geopende apps.
Schuif van links naar rechts
naar het midden van het
scherm om terug te keren
naar het vorige scherm.
Schuif omhoog vanaf de
onderkant van het scherm
om terug te keren naar het
startscherm.
22
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Snelle instellingen
Schuif van boven naar beneden om naar Snelle instellingen te gaan.
2
Wi-Fi
Bluetooth
Do Not Dis
Record Screen
Screenshot
Notifications
3:05
PM
Mondy
Apr 18, 2022
Mobile dat Airplane mo
3 4
5
7
6
1
1. Berichten
Tik om systeem- of app-meldingen te bekijken.
2. Recent
Tik op om recent geopende apps te bekijken en ernaar over te schakelen.
3. Startscherm
Tik op om naar het startscherm terug te keren.
4. Systeeminstellingen
Tik op om toegang te krijgen tot de systeeminstellingen.
5. Snelkoppelingen
: tik hierop om wifi in of uit te schakelen. Houd het pictogram ingedrukt om instellingen in te
voeren en verbinding te maken met een wi-netwerk of deze toe te voegen.
: tik hierop om Bluetooth in of uit te schakelen. Druk op het pictogram en houd het ingedrukt om de
instellingen te openen en verbinding te maken met Bluetooth-apparaten in de buurt.
: tik hierop om de modus NIET storen in te schakelen. In deze modus worden systeemmeldingen
uitgeschakeld.
: tik hierop om een video-opname van het scherm te starten.
: tik hierop om een screenshot van het scherm te maken.
: mobiele gegevens. Tik om mobiele gegevens in of uit te schakelen; houd lang ingedrukt om
mobiele gegevens in te stellen en de status van de netwerkverbinding te diagnosticeren.
: tik hierop om de vliegtuigmodus in te schakelen. Wifi, Bluetooth en mobiele data worden
uitgeschakeld.
6. Helderheid aanpassen
Schuif de balk om de helderheid aan te passen. Tik op het pictogram om de modus voor
automatische helderheid in te schakelen. Tik op het pictogram of verschuif de balk, zodat het
pictogram overschakelt naar de handmatige helderheidsmodus.
7. Volume aanpassen
Verschuif de balk om het volume aan te passen en tik om te dempen. Na het dempen worden alle
geluiden van de afstandsbediening volledig uitgeschakeld, inclusief bijbehorende alarmgeluiden.
Schakel het geluid voorzichtig in.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
23
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Geavanceerde functies
Het kompas kalibreren
Nadat de afstandsbediening is gebruikt op plaatsen met elektromagnetische interferentie, kan het
nodig zijn om het kompas te kalibreren. Er verschijnt een waarschuwingsbericht als het kompas van de
afstandsbediening moet worden gekalibreerd. Tik op het waarschuwingsbericht om te beginnen met
het kalibreren. In andere gevallen moet u de onderstaande stappen volgen om uw afstandsbediening te
kalibreren.
1. Schakel de afstandsbediening in en ga naar het startscherm.
2. Tik op Instellingen, scrol omlaag en tik op Kompas.
3. Volg het schema op het scherm om uw afstandsbediening te kalibreren.
4. De gebruiker krijgt een melding wanneer de kalibratie succesvol is.
HDMI-instellingen
Het touchscreen kan worden gedeeld met een display nadat de HDMI-poort van de afstandsbediening
is aangesloten. De resolutie kan worden ingesteld door naar Instellingen, Weergave en vervolgens
Geavanceerde HDMI te gaan.
DJI Agras-app (informatiedisplay en gebruikersinterface)
DJI Agras is ontwikkeld voor landbouwtoepassingen. De app heeft een duidelijke en beknopte interface
en toont de status van de drone, het spuitsysteem en andere apparaten die zijn aangesloten op de
afstandsbediening, en stelt gebruikers in staat om verschillende instellingen te congureren. Na het
plannen van een veld via het intelligente operationele planningssysteem van de app, kan de drone
automatisch de vooraf geplande vliegroute volgen.
Begin
Aircraft connected
New firmware
9
2 3 4 5 6
7
8
1
Startscherm
1. Documentbeheer
: bekijk geplande velden, voortgang van de bediening en bronnen zoals voorschriftkaarten en
reconstructie-uitvoer. U kunt de lokale gegevens synchroniseren met de gegevens op het DJI AG-
platform.
2. Gebruikersinformatie
: bekijk accountinformatie.
24
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
3. Informatie over de drone
: bekijk de informatie van de verbonden drone, zoals de rmwareversie.
4. Problemen oplossen
: bekijk oplossingen voor fouten van elke module en upload foutenlogboeken.
5. Meldingscentrum
: controleer meldingen over eventuele wijzigingen van de drone, gebruikers of bedieningen.
6. Algemene instellingen
: tik voor instellingen zoals meeteenheden, netwerkdiagnose en Android-systeeminstellingen.
7. Firmware-meldingen
: toont de meldingen van de rmware-update. Tik hierop op om de rmware-pagina te openen.
8. Status droneverbinding
: geeft aan of de drone is verbonden met de afstandsbediening.
9. Beginnen
Tik hierop om naar Bedieningsweergave te gaan.
Bedieningsweergave
Bekijk de dronestatus, stel parameters in, schakel tussen bedrijfsmodi, plan een veld en voer
bedieningen uit in Bedieningsweergave.
Schuif van links naar rechts naar het midden van het scherm om terug te keren naar het startscherm.
Tik op de pictogrammen of knoppen in Bedieningsweergave en houd deze ingedrukt om de
functiebeschrijvingen te controleren. In de volgende sectie wordt de andere weergegeven informatie en
het instellingenmenu in Bedieningsweergave beschreven.
41.8
N
8.3
498.2
24.28
24.28
( )
2.54
164.9
FIX
RTK
4.7
99%
Route (RTK)
Pause
End
5.6
!
5.6
m
L
Flow(L/Min)
Distance(m)
Speed(m/s)
Completed Area(Ha)
Altitude(m)
1
2
6
3 4 5
1. Veldlijst/taakinstellingen
Tik op om de lijst uit te vouwen.
Wanneer de drone geen bedieningen uitvoert, wordt de veldlijst weergegeven, gebruikers kunnen
de geplande velden en de uitgevoerde bedieningen bekijken.
Wanneer een bediening is toegepast of gestart, worden de taakinstellingen weergegeven
waar gebruikers bedrijfsparameters kunnen instellen. De instelbare parameters verschillen per
bedieningsmodus.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
25
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
2. Weergave FPV-camera
Geeft het livebeeld van de FPV-camera weer. Tik hierop om te schakelen tussen de kaartweergave
en cameraweergave.
3. Indicator opwaarts obstakel
Als opwaartse obstakelvermijding is ingeschakeld, verschijnt er een rode zone bovenaan het scherm
wanneer een obstakel wordt gedetecteerd, inclusief de afstand tot het obstakel.
4. Radarindicator
Geeft informatie weer zoals de oriëntatie van de drone en de thuisbasis. Toont informatie over
de gedetecteerde obstakels wanneer de functie voor het vermijden van horizontale obstakels
is ingeschakeld. Rode, gele en groene zones geven de relatieve afstand van de obstakels aan,
variërend van dichtbij tot veraf. De waarde geeft de afstand in meter of voet aan, afhankelijk van de
instellingen. Tik op de radarindicator om horizontale obstakelvermijding in of uit te schakelen en stel
de detectieafstand van het obstakel aan de zijkant in het pop-upmenu in. Er is een rode cirkel rond
de radarindicator wanneer horizontale obstakelvermijding is uitgeschakeld.
5. Vliegtelemetrie en bedieningsstatus
Hoogte: wanneer de functie terrein volgen is ingeschakeld, toont deze de hoogte tussen de drone en
het dichtstbijzijnde object of de dichtstbijzijnde grond onder de drone. Als de functie terrein volgen is
uitgeschakeld, wordt de hoogtelimiet tussen de drone en het opstijgpunt weergegeven.
Afstand: geeft de horizontale afstand tussen de drone en de thuisbasis weer.
Snelheid: geeft de vliegsnelheid van de drone weer.
Debiet: geeft de vloeistofstroomsnelheid weer.
Gebied: geeft de gebiedswaarden weer die verband houden met het taakgebied.
6. Instellingen
Tik op om het uitgebreide menu te openen en de parameters van alle andere instellingen te
bekijken en aan te passen.
Drone-instellingen: omvatten het instellen van de routing van de verbinding en de RTH-snelheid en
-hoogte, maximale hoogte, maximale vliegafstand, of het lege tankpunt moet worden weergegeven,
de actie die moet worden uitgevoerd wanneer de tank leeg is en wanneer een bediening is voltooid,
de actie die moet worden uitgevoerd en of de bediening moet worden afgebroken wanneer de
signalen van de afstandsbediening verloren gaan, de startpuntpositie, de schijnwerperschakelaar en
geavanceerde instellingen.
Instellingen spuitsysteem: omvatten het instellen van de spuitsysteemschakelaar, de realtime
gegevensschakelaar van het spuitsysteem, waarschuwing voor lege tank, spuitdruppelgrootte,
kalibratie van de debietmeter, het herstellen van de debietmeter naar de fabrieksinstellingen en het
instellen van de gewichtssensoren.
RC-instellingen: omvat het koppelen en kalibreren van afstandsbedieningen, het instellen van de
joystickmodus en aanpasbare knoppen, en het controleren van informatie over gekoppelde drones.
Sensorinstellingen: omvatten instelling, horizontale obstakelvermijding, achterwaartse
obstakelvermijding, geluidswaarschuwing obstakelvermijding, opwaartse obstakelvermijding,
radargevoeligheid, detectieafstand van obstakels aan de zijkant, waarschuwing afstand, weergave
van obstakelafstand, taakterrein, terrein volgen en omzeilen en geavanceerde instellingen.
RTK-instellingen: omvat de RTK-signaalbron en de bijbehorende instellingen.
Instellingen voor beeldtransmissie: omvat kanaalmodus en selectie van sweep-frequentiegraek.
Drone-accu: omvat waarschuwingsdrempel voor laag accuniveau, actie laag accuniveau en
informatie over de accu.
Algemene instellingen: omvat kaartinstellingen, weergave van vluchtroutes en FPV-instellingen.
26
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Link voor opdracht en besturing
De commando- en besturingskoppeling (C2) tussen de drone en de afstandsbediening wordt tot stand
gebracht met behulp van DJI O3 Agras-transmissietechnologie met de twee OcuSync-antennes op de
drone en het DJI O3 Agras-beeldtransmissiesysteem, met een maximaal transmissiebereik van 7 km.
De prestaties staan hieronder vermeld.
Bedieningsfrequentie* 2,4000-2,4835 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: <33 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: <33 dBm (FCC), <14 dBm (CE), <23 dBm (SRRC)
* In sommige landen is de frequentie van 5,8 GHz verboden.
Instellen operationeel gebied op de grond
Het wordt aanbevolen om de drone in een open ruimte op te laten stijgen. Bij het opstijgen moet de
operator zich op meer dan 10 m afstand van de drone bevinden.
>10 m
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
27
Prestaties en beperkingen
Prestaties
T40
Basis leeg gewicht 50 kg
Max. opstijggewicht Max. opstijggewicht voor spuiten: 90 kg (op zeeniveau)
Max. opstijggewicht voor spuiten: 101 kg (op zeeniveau)
Topsnelheid/Overschrijd de snelheid
nooit 10 m/s (op zeeniveau)
Duur*
18 min. (opstijggewicht van 50 kg met een 30 Ah accu)
7 min. (opstijggewicht van 90 kg met een 30 Ah accu)
6 min. (opstijggewicht van 101 kg met een 30 Ah accu)
Flight Battery
Type: Li-ionen
Capaciteit: 30 Ah
Vermogen: 1567 Wh
Max. windbestendigheid 6 m/s
Max. servicehoogte boven zeeniveau 4500 m
Max. vluchtbereik 2000 m
* De duur wordt getest in een laboratoriumomgeving en is alleen ter referentie. De duur onder werkelijke
bedrijfsomstandigheden wordt verminderd.
T20P
Basis leeg gewicht 32 kg
Max. opstijggewicht Max. opstijggewicht voor spuiten: 52 kg (op zeeniveau)
Max. opstijggewicht voor spuiten: 58 kg (op zeeniveau)
Topsnelheid/Overschrijd de snelheid
nooit 10 m/s (op zeeniveau)
Duur*
14,5 min. (opstijggewicht van 32 kg met een 13 Ah accu)
7 min. (opstijggewicht van 52 kg met een 13 Ah accu)
6 min. (opstijggewicht van 58 kg met een 13 Ah accu)
Flight Battery
Type: Li-ionen
Capaciteit: 13 Ah
Vermogen: 679 Wh
Max. windbestendigheid 6 m/s
Max. servicehoogte boven zeeniveau 4500 m
Max. vluchtbereik 2000 m
* De duur wordt getest in een laboratoriumomgeving en is alleen ter referentie. De duur onder werkelijke
bedrijfsomstandigheden wordt verminderd.
28
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Verboden manoeuvres
De volgende acties zijn verboden.
1. U mag niet onder invloed van alcohol, drugs of verdoving zijn, of lijden aan duizeligheid,
vermoeidheid, misselijkheid of andere aandoeningen, hetzij lichamelijk of geestelijk, die nadelige
gevolgen kunnen hebben voor uw geschiktheid om de drone veilig te besturen.
2. De motoren tijdens het vliegen stoppen. OPMERKING: dit is niet verboden in een noodsituatie
waarbij dit het risico op schade of letsel vermindert.
3. Bij de landing schakelt u de afstandsbediening uit voordat u de drone uitschakeld.
4. Gevaarlijke ladingen, of ladingen die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, op
of bij gebouwen, personen of dieren lanceren, afvuren, laten vallen of anderszins projecteren.
5. Roekeloos vliegen met de drone zonder enig plan.
6. Voor illegale of ongepaste doeleinden gebruiken zoals spionage, militaire operaties of ongeoorloofd
onderzoek.
7. Om anderen te belasteren, te misbruiken, lastig te vallen, te belagen (stalken), te bedreigen of om op
enigerlei andere wijze de rechten van anderen te schenden, zoals privacy- en uitgaverechten.
8. Op privé-eigendommen van anderen begeven.
Midden van zwaartekrachtbeperkingen
1. Met de M1-motoras als referentie varieert het zwaartepunt van de drone in de richting van voren
naar achteren van 768,1 tot 828,6 mm (voor T40) en van 755,8 tot 806 mm (voor T20P), zoals
weergegeven in het onderstaande diagram.
2. Met het laagste punt van de drone als referentie varieert het zwaartepunt in de verticale richting van
het luchtvaartuig van 529,0 tot 536,1 mm (voor T40) en van 401,5 tot 416,4 mm (voor T20P), zoals
weergegeven in het onderstaande diagram.
3. Het zwaartepunt van de drone in de richting van links naar rechts moet het symmetrische midden
van de drone zijn.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
29
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
T40
Front Center of Gravity
768.1 mm
Rear Center of Gravity
828.6 mm
Wheelbase L1 1453 mm
Wheelbase L2 1563 mm
Wheelbase L2 1700 mm
M2
M1
M3
M4
Aircraft Front
529.0 mm
536.1 mm
Center of Gravity
Without Load
Aircraft Front
Voorkant drone
Voorkant drone
Wielbasis L2 1700 mm
Wielbasis L2 1563 mm
Zwaartepunt voorkant
Zwaartepunt achterkan
Wielbasis L1 1453 mm
Zwaartepunt zonder
lading
30
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
T20P
Front Center of
Gravity 755.8 mm
Rear Center of
Gravity 806 mm
Wheelbase L1 1425 mm
Wheelbase L2 1583 mm
Wheelbase L2 1750 mm
M2
M1
M3
M4
Aircraft Front
401.5 mm
416.4 mm
Center of Gravity
Without Load
Aircraft Front
Wielbasis L2 1583 mm
Wielbasis L2 1750 mm
Zwaartepunt
voorkant 755.8 mm
Zwaartepunt achterkan
806 mm
Wielbasis L1 1425 mm
Zwaartepunt zonder lading
Voorkant drone
Voorkant drone
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
31
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Toepasselijke milieubeperkingen
1. Gebruik de drone NIET bij ongunstige weersomstandigheden, zoals bij windsnelheden van meer
dan 6 m/s, regen, sneeuw of mist.
2. De prestaties van de drone en de accu zijn afhankelijk van omgevingsfactoren, zoals luchtdichtheid
en temperatuur. Wees zeer voorzichtig tijdens het vliegen op 2 km of hoger boven de zeespiegel,
omdat de prestaties van de accu en de drone dan kunnen verminderen.
3. Gebruik de drone NIET in de buurt van ongevallen, brand, explosies, overstromingen, tsunami’s,
lawines, aardverschuivingen, aardbevingen, stof of zandstormen.
4. Zorg er in omgevingen met lage temperaturen (tussen 0 °C en 10 °C) voor dat de vluchtaccu
volledig is opgeladen en verminder het laadvermogen van de drone. Anders is dit van invloed op de
vliegveiligheid of kan er een opstijglimiet optreden.
32
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Normale procedures
Omgeving luchtruim
De DJI Agras T40/T20P is een multicopter gewasbeschermings-RPAS die voornamelijk wordt gebruikt
in landbouw-, bosbouw-, veehouderij- en visserijscenario's. Als de voorbereidingen voor de vlucht zijn
voltooid, verdient het aanbeveling om uw vliegvaardigheden te verbeteren en te oefenen in het veilig
vliegen. Zorg ervoor dat alle vluchten in een open gebied worden uitgevoerd.
Gebruiksomgeving
1. Om letsel en schade te voorkomen en ervoor te zorgen dat het spuiten effectief is, spuit u bij
windsnelheden lager dan 6 m/s. Het wordt aanbevolen bij windsnelheden van minder dan 3 m/s
te spuiten voor herbiciden, fungiciden en insecticiden die kunnen afdwalen en fytotoxiciteit kunnen
veroorzaken, wat vergiftiging kan veroorzaken.
2. Gebruik de drone NIET bij ongunstige weersomstandigheden, zoals bij windsnelheden van meer
dan 6 m/s, regen, sneeuw of mist.
3. Gebruik de drone allen in open terrein. Hoge gebouwen en stalen constructies kunnen de
nauwkeurigheid van het kompas beïnvloeden en het GNSS-signaal beïnvloeden.
4. Let op elektriciteitsmasten, elektriciteitskabels en andere obstakels. Vlieg NIET in de buurt van of
boven water, mensen of dieren.
5. Zorg te allen tijde voor een visuele zichtlijn (VLOS) van de drone en vermijd vliegen in de buurt van
obstakels, menigten, dieren en waterlichamen.
6. Vermijd vliegen in gebieden met veel elektromagnetisme, waaronder basisstations voor mobiele
telefoons en radiozendmasten.
7. Vlieg NIET meer dan 4.500 m boven zeeniveau.
8. De DJI Agras-app zal op intelligente wijze de limiet van het laadvermogen voor de tank aanbevelen
op basis van de huidige status en omgeving van de drone. Overschrijd de aanbevolen gewichtslimiet
voor het laadvermogen niet wanneer u materiaal aan de tank toevoegt. Anders kan de vliegveiligheid
in gevaar komen.
9. Zorg ervoor dat er een sterk GNSS-signaal is en dat de D-RTK-antennes tijdens het gebruik niet
geblokkeerd zijn.
10. Gebruik de drone NIET binnenshuis.
GEO (Geospatial Environment Online)-systeem
GEO-zones
Het GEO-systeem van DJI geeft veilige vluchtlocaties aan, biedt risiconiveaus en
veiligheidsoverwegingen voor individuele vluchten en biedt informatie over beperkte luchtruimtes.
De door GEO aangewezen locaties worden GEO-zones genoemd. GEO-zones zijn specifieke
vluchtgebieden die worden gecategoriseerd door vliegregels en -beperkingen. GEO-zones die een
vliegverbod inhouden, worden geïmplementeerd rond locaties zoals luchthavens, elektriciteitscentrales
en gevangenissen. Ze kunnen ook tijdelijk worden vastgesteld rond grote stadionevenementen,
bosbranden of andere noodsituaties. Bepaalde GEO-zones verbieden geen vluchten, maar geven
wel waarschuwingen af om de gebruikers te informeren over mogelijke risico’s. Alle gebieden
waarvoor beperkingen gelden worden GEO-zones genoemd. Deze zijn verder onderverdeeld in
waarschuwingszones, geavanceerde waarschuwingszones, vergunningszones, hoogtezones en
restrictiezones. Standaard beperkt GEO de vluchten naar of het opstijgen binnen zones die tot
veiligheids- of veiligheidsproblemen kunnen leiden. Er is een GEO Zone Map, die uitgebreide globale
GEO-zone-informatie bevat op de ofciële DJI website: https://www.dji.com/ysafe.
Het GEO-systeem is uitsluitend bedoeld voor adviesdoeleinden. Individuele gebruikers zijn
verantwoordelijk voor het controleren van ofciële bronnen en het bepalen welke wet- of regelgeving
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
33
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Max. vlieghoogte
Max. radius
Thuisbasis
Hoogte van de drone wanneer het wordt ingeschakeld
of de afstand van de drone tot de oppervlakte
van toepassing is op hun vlucht. In sommige gevallen heeft DJI algemeen aanbevolen parameters
(zoals een straal van 2,5 kilometer rond luchthavens) geselecteerd zonder te bepalen of deze richtlijnen
overeenstemmen met de regelgeving die van toepassing is voor specieke gebruikers.
Definities GEO-zones
Waarschuwingszones: Gebruikers ontvangen een waarschuwingsbericht met informatie die relevant is
voor hun vlucht.
Geavanceerde waarschuwingszones: Gebruikers ontvangen een melding van het GEO-systeem op het
moment van de vlucht. Ze moeten hun vluchttraject bevestigen.
Autorisatiezones: Gebruikers ontvangen een waarschuwingsbericht en de vlucht is standaard
verboden. Autorisatiezones kunnen worden ontgrendeld door geautoriseerde gebruikers met een
door DJI geverieerde account. Rechten om zelf te ontgrendelen moeten online worden aangevraagd.
https://www.dji.com/ysafe
Hoogtezones: De vluchten zijn beperkt tot een bepaalde hoogte.
Restrictiezones: Vluchten zijn volledig verboden. UAV’s kunnen niet in deze zones vliegen. Als u
toestemming heeft gekregen om in een restrictiezone te vliegen, ga dan naar https://www.dji.com/ysafe
of neem contact op met [email protected] om de zone te ontgrendelen.
GEO-zones van DJI hebben als doel de vliegveiligheid van de gebruiker te garanderen, maar er
kan niet gegarandeerd worden dat de lokale wet- en regelgeving volledig wordt nageleefd. De
gebruikers moeten voor elke vlucht de lokale wetten, voorschriften en reglementen controleren en zijn
verantwoordelijk voor de veiligheid van de vlucht.
Alle intelligente vluchtfuncties zullen worden beïnvloed wanneer DJI-drones in de buurt van of in GEO-
zones vliegen. Dergelijke interferentie omvat, maar is niet beperkt tot, verminderde snelheid, het uitvallen
van opstijgen en het beëindigen van de vlucht.
Vlieglimieten
Operators van onbemande luchtvaartuigen (UAV) moeten zich houden aan de voorschriften van
zelfregulerende organisaties zoals de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Federal Aviation
Administration en hun lokale luchtvaartautoriteiten. Om veiligheidsredenen zijn vluchtlimieten standaard
ingeschakeld om gebruikers te helpen deze drone veilig en legaal te besturen. Gebruikers kunnen
vluchtlimieten instellen voor hoogte en afstand.
Bij gebruik met een sterk GNSS-signaal werken de hoogte- en afstandslimieten en GEO-zones samen
om de vlucht te controleren. Met een zwak GNSS-signaal voorkomt alleen de rmware-hoogtelimiet dat
de drone boven de 100 meter uitkomt.
Maximale hoogte- en radiuslimieten
Gebruikers kunnen de maximale hoogte- en radiuslimieten in de app wijzigen. Na voltooiing is de
vlucht van de drone beperkt tot een cilindrisch gebied dat door deze instellingen wordt bepaald. De
onderstaande tabellen tonen de details van deze limieten.
34
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Met een sterk GNSS-signaal
Vlieglimieten
Max. hoogte De vlieghoogte moet lager zijn dan de vooraf ingestelde hoogte.
Max. radius De vliegafstand moet zich binnen de max. radius bevinden.
Met een zwak GNSS-signaal
Vlieglimieten
Max. hoogte De vlieghoogte moet lager zijn dan de vooraf ingestelde hoogte.
Max. radius Geen limiet.
Als de drone naar een beperkte zone vliegt, kan het nog steeds worden bestuurd, maar de
drone kan alleen in achterwaartse richting vliegen.
Als het vliegtuig het GNSS-signaal verliest en buiten de maximale radius vliegt, maar later het
GNSS-signaal terugkrijgt, vliegt het automatisch terug binnen het bereik.
Laat de drone NIET dicht in de buurt van vliegvelden, snelwegen, treinstations, treinsporen,
stadscentra of andere drukke gebieden vliegen. Zorg ervoor dat de drone te allen tijde
zichtbaar is.
GEO-zone vliegbeperkingen
GEO-zone Beschrijving
Restrictiezone
Opstijgen: De motoren van de drone kunnen niet worden gestart.
Tijdens de vlucht: Wanneer het GNSS-signaal verandert van zwak naar
sterk, star de app een aftelling van 100 seconden. Als het aftellen voorbij
is, landt de drone onmiddellijk in de halfautomatische daalmodus en
schakelt hij na de landing zijn motoren uit.
Tijdens de vlucht: Wanneer de drone de grens van de restrictiezone
nadert, vertraagt en zweeft het automatisch.
Vergunningszone
Opstijgen: De motoren van de drone kunnen niet worden gestart.
Tijdens de vlucht: Wanneer het GNSS-signaal verandert van zwak naar
sterk, star de app een aftelling van 100 seconden. Als het aftellen voorbij
is, landt de drone onmiddellijk in de halfautomatische daalmodus en
schakelt hij na de landing zijn motoren uit.
Geavanceerde
waarschuwingszone
De drone vliegt normaal, maar de gebruiker moet de vliegroute
bevestigen.
Waarschuwingszone De drone vliegt normaal, maar de gebruiker ontvangt
waarschuwingsberichten.
Hoogtezone
Wanneer het GNSS-signaal sterk is, kan de drone de gespecificeerde
hoogte niet overschrijden.
Tijdens de vlucht: Wanneer het GNSS-signaal verandert van zwak naar
sterk zal de drone dalen en onder de hoogtelimiet zweven.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
35
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Hoogtezone
Wanneer het GNSS-signaal sterk is, nadert de drone de grens van de
hoogtezone. Als hij hoger is dan de hoogtelimiet, vertraagt de drone en
zweeft hij op zijn plek.
Wanneer het GNSS-signaal verandert van zwak naar sterk, star de app
een aftelling van 100 seconden. Zodra het aftellen voorbij is, zal de drone
dalen en onder de hoogtelimiet zweven.
Vrije zone De drone vliegt normaal gesproken zonder beperkingen.
Semiautomatische afdaling: Alle joystickcommando’s zijn beschikbaar, behalve het
acceleratiecommando en de RTH-knop tijdens de afdaling en de landing. De motoren van de
drone worden na de landing automatisch uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen om de drone
vóór de halfautomatische afdaling naar een veilige locatie te vliegen.
Omgeving radiofrequentie
1. Gebruik geen draadloze apparaten die dezelfde frequentiebanden gebruiken als de
afstandsbediening.
2. Bij gebruik met meerdere drones, waaronder de T40, T20P en andere drones, moet u ervoor zorgen
dat de afstand tussen de drones meer dan 10 m bedraagt om interferentie te voorkomen.
3. De gevoeligheid van de radarmodule kan worden verminderd bij het besturen van meerdere drones
op korte afstand van elkaar. Ga voorzichtig te werk.
4. Wees alert als u in de buurt vliegt van gebieden met magnetische of radiostoringen. Daaronder zijn,
zonder beperking, inbegrepen: hoogspanningslijnen, grote onderstations of mobiele basisstations
en zendmasten. Als u dit niet doet, kan dit ten koste gaan van de transmissiekwaliteit van dit product.
Ook kan dit transmissiefouten veroorzaken die van invloed kunnen zijn op de vluchtrichting en
nauwkeurigheid van de plaatsbepaling. De drone kan zich vreemd gedragen of onbestuurbaar
worden in gebieden met te veel storing.
5. Als de RTK-dongle wordt gebruikt voor veldplanning, moet de module worden losgekoppeld van de
afstandsbediening nadat de planning is voltooid. Anders beïnvloed dit de communicatieprestaties
van de afstandsbediening.
Gebruik van lancerings- en herstelapparatuur
Niet van toepassing.
Afstand tot besturingsstation
Bij het opstijgen of landen moet de drone zich op meer dan 10 m afstand van de afstandsbediening en
de operator bevinden om de veiligheid te waarborgen. Houd de drone te allen tijde in de zichtlijn.
36
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
M4
M3
M1
M2
M4
M3
M1
M2
1. Vouw de M3- en M4-armen uit en maak de twee armvergrendelingen vast. Voorkom dat uw vingers
bekneld raken.
2. Vouw de M1- en M2-armen uit en maak de twee armvergrendelingen vast. Voorkom dat uw vingers
bekneld raken.
3. Klap de propellerbladen uit.
4. Plaats de Intelligent Flight Battery in de drone totdat u een klik hoort.
De T40 maakt gebruik van de T40 Intelligent Flight Battery (model: BAX601-30000mAh-52.22V),
terwijl de T20P gebruik maakt van de T20P Intelligent Flight Battery (model: BAX601-13000mAh-
52.22V). Controleer de accu en laad deze op op basis van de vereisten in de betreffende
accuhandleiding.
Zorg ervoor dat de accu stevig in de drone is geplaatst. Plaats of verwijder de accu NIET
wanneer de drone is ingeschakeld.
Om de accu te verwijderen, houdt u de klem vast en tilt u de accu op.
Zorg er bij het inklappen van de armen voor dat de M1- en M2-armen worden ingeklapt,
gevolgd door de M3- en M4-armen, en zorg ervoor dat de armen in de opbergklemmen aan
beide zijden van de drone worden geplaatst. Anders kunnen de armen beschadigd raken.
Voorbereiding van de afstandsbediening
De WB37 Intelligent Battery plaatsen
Volg onderstaande instructies om de accu te monteren als u de WB37 Intelligent Battery gebruikt voor
de voeding van de afstandsbediening.
Montage van systeem
Voorbereiding van de drone
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
37
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
1
2
3
Accu-ontgrendelknop
Voor het verwijderen van de SB37-accu houdt u de batterij-ontgrendelknop ingedrukt en drukt
u de accu naar beneden.
De dongle en simkaart monteren
Dongle-gerelateerde functies worden in sommige landen of regio's niet ondersteund. Houd u
aan de lokale wet- en regelgeving.
Gebruik alleen een door DJI goedgekeurde dongle (naam: DJI mobiele dongle (LTE USB
Modem), model: IG830/IG830E).
De dongle en de nano-simkaart geven de afstandsbediening toegang tot specieke netwerken
en platformen, zoals DJI Agras Intelligent Cloud. Zorg ervoor dat je ze op de juiste manier
gebruikt. Anders is de netwerktoegang niet beschikbaar.
1. Druk op de ontgrendelknop van het achterdeksel om het achterdeksel 1 te openen. Verwijder de
schroeven 2 en open het deksel van het donglecompartiment 3.
2. Plaats de nano-simkaart in de dongle 4. Steek de dongle in de USB-C-connector in het
donglecompartiment 5. Sluit het deksel van het donglecompartiment 6.
3. Breng de schroeven 7 weer aan. Sluit het achterdeksel 8.
1. Duw de ontgrendelknop van de achterdeksel naar het uiteinde om het achterdeksel te openen.
2. Plaats de Intelligent Battery in het compartiment en duw deze naar boven. Er klinkt een klikgeluid om
aan te geven dat de accu stevig is geïnstalleerd.
3. Sluit het achterdeksel.
2
1
3
7
8
5
6
4Nano-SIM
38
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
De antennes verstellen
Til de antennes op en stel ze af. De signaalsterkte van de afstandsbediening wordt beïnvloed door de
positie van de antennes.
Montage van de RTK-dongle
Wanneer u punten toevoegt met de afstandsbediening om het werkgebied te plannen, sluit u de
RTK-dongleconnector (voor DJI RC Plus) en de RTK-dongle aan op de afstandsbediening voor een
nauwkeurigere positionering.
1. Monteer de RTK-dongleconnector op de USB-A-poort op de afstandsbediening en draai de twee
schroeven vast.
2. Monteer de RTK-dongle op de RTK-dongleconnector.
De interne accu activeren
De accu moet voor het eerste keer gebruik eerst worden opgeladen. Sluit de 65W draagbare oplader
aan op de USB-C-poort op de afstandsbediening en sluit de oplader aan op een stopcontact. De leds
van het accuniveau beginnen te knipperen om aan te geven dat de interne accu is geactiveerd.
B
A B A
Checklist ter voorbereiding van de vlucht
1. Zorg ervoor dat de afstandsbediening en drone-accu volledig zijn opgeladen. De benodigde
pesticiden adequaat zijn.
2. Zorg ervoor dat de spuittank en de Intelligent Flight Battery stevig op hun plaats zitten.
3. Zorg ervoor dat alle onderdelen stevig zijn gemonteerd.
4. Zorg ervoor dat alle kabels goed en stevig zijn aangesloten.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
39
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
5. Zorg ervoor dat de propellers goed gemonteerd zijn, dat er geen vreemde voorwerpen in of
op de motoren en propellers zitten, dat de propellerbladen en armen uitgeklapt zijn en dat de
armvergrendelingen goed vastzitten.
6. De FPV-camera en het binoculaire zichtsysteem schoon en in goede staat zijn.
7. Zorg ervoor dat het spuitsysteem op geen enkele manier geblokkeerd is.
8. Zorg ervoor dat de sprinklerslangen vrij zijn van luchtbellen. Laat eventuele bellen ontsnappen,
aangezien deze de werking van de sprinkler kunnen beïnvloeden.
Starten van het systeem
1. Druk op de aan-/uitknop op de afstandsbediening en houd vervolgens de knop ingedrukt om de
afstandsbediening in te schakelen. Zorg ervoor dat DJI Agras open is.
2. Druk de aan-/uitknop op de Intelligent Flight Battery in en houd vervolgens ingedrukt om de drone in
te schakelen.
3. Controleer het startscherm in DJI Agras om er zeker van te zijn dat de drone is verbonden met de
afstandsbediening.
4. Als u RTK gebruikt voor positionering, zorg er dan voor dat de RTK-signaalbron correct is ingesteld
(D-RTK 2 mobiel station of netwerk-RTK-service). Ga naar Bedieningsweergave in de app, tik op
en selecteer RTK om te bekijken en in te stellen.
Stel de RTK-signaalbron in op Geen als RTK-positionering niet in gebruik is. Anders kan de drone
niet opstijgen als er geen differentiële gegevens zijn.
5. Wacht tot satellieten worden doorzocht, zorg dat er een sterk GNSS-signaal is en zorg ervoor dat de
koersmeting van de drone met de dubbele antennes gereed is. (Als de dubbele antennes niet klaar
zijn na een langere periode wachten, verplaats de drone dan naar een open gebied met een sterk
GNSS-signaal.)
De debietmeter kalibreren
Zorg ervoor dat u de debietmeter kalibreert voordat u hem voor het eerst gebruikt. Anders kan de werking
worden beïnvloed.
1. Vul het sproeireservoir met ongeveer 2 liter water.
2. Ga in de app naar Bedieningsweergave, tik op en vervolgens op . Tik op Kalibratie aan de
rechterkant van het kalibratiegedeelte van de debietmeter.
3. Tik op Kalibratie starten en de kalibratie wordt automatisch gestart. Het resultaat van de kalibratie
wordt na voltooiing in de app weergegeven.
Na het kalibreren kunnen gebruikers doorgaan met de taak.
Als de kalibratie mislukt, tikt u op “?” om het probleem te bekijken en op te lossen. Kalibreer
opnieuw zodra het probleem is opgelost.
Tik tijdens de kalibratie op , vervolgens op om te annuleren. Als de kalibratie wordt
geannuleerd, is de nauwkeurigheid van de debietmeter gebaseerd op de gegevens voordat de
kalibratie werd gestart.
Wanneer opnieuw kalibreren
1. Gebruik van een vloeistof met een andere viscositeit.
2. De fout tussen de werkelijke waarde en de theoretische waarde van het voltooide gebied is meer
dan 15%.
40
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Het kompas kalibreren
Het is belangrijk om het kompas te kalibreren. Het kalibratieresultaat heeft invloed op de
vliegveiligheid. De drone kan defect raken als het kompas niet gekalibreerd is.
Kalibreer het kompas NIET als er kans is op sterke magnetische interferentie. Dit omvat
gebieden waar bovengrondse nutsleidingen of muren met stalen versterkingen zijn.
Draag GEEN ferromagnetische materialen bij u tijdens het kalibreren, zoals sleutels of mobiele
telefoons.
Na een geslaagde kalibratie kan het kompas abnormaal zijn wanneer u de drone op de grond
plaatst. Dit kan het gevolg zijn van ondergrondse magnetische interferentie. Verplaats de
drone naar een andere locatie en probeer het opnieuw.
Kalibreer het kompas wanneer de app u vraagt om dit te doen. Het wordt aanbevolen om het kompas te
kalibreren met een lege tank.
1. Tik op , vervolgens op , verplaats de schuifregelaar naar beneden en selecteer Geavanceerde
instellingen en vervolgens IMU- en kompaskalibratie. Tik op Kalibratie in het gedeelte
kompaskalibratie.
2. Houd de drone horizontaal en draai het 360° rond een verticale as met de drone ongeveer 1,2 m
boven de grond. De kalibratie is voltooid wanneer de app weergeeft dat de kalibratie is geslaagd.
3. Als de app een gekantelde drone weergeeft, geeft dit aan dat de horizontale kalibratie is mislukt.
Gebruikers moeten de drone kantelen en horizontaal draaien. De kalibratie is voltooid wanneer de
app weergeeft dat de kalibratie is geslaagd. Om het aantal vereiste rotaties te verminderen, moet de
drone ten minste 45° worden gekanteld.
Opstijgen/Landing
De hieronder vermelde gecombineerde joystickcommando (CSC) wordt gebruikt om de motoren te
starten en stoppen. Zorg ervoor dat u de CSC in één continue beweging uitvoert. De motoren beginnen
te versnellen bij een stationair toerental. Laat beide joysticks tegelijkertijd los. Stijg onmiddellijk op zodra
de motoren draaien, anders kan de drone uit balans raken, afdwalen of zelfs zelf opstijgen en schade of
letsel veroorzaken.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
41
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Opstijgen
Voer een gecombineerd joystickcommando (Combination Stick Command - CSC) uit en duw de
gashendel omhoog om op te stijgen.
OF
Gashendel
(linker joystick in modus 2)
Landen
Trek, om te landen, de gashendel naar beneden om te dalen totdat de drone de grond raakt. Er zijn
twee methoden om de motoren te stoppen.
Methode 1: duw na het landen van de drone de linker joystick omlaag en houd deze vast. De motoren
stoppen na drie seconden.
Gashendel
(linker joystick in modus 2)
Methode 2: als de drone geland is, duwt u de gasjoystick naar beneden waarna u dezelfde CSC uitvoert
die gebruikt werd om de motoren te starten. Laat beide joysticks los zodra de motoren zijn gestopt.
OF
Draaiende propellers kunnen gevaarlijk zijn. Blijf uit de buurt van draaiende propellers en
motoren. Start de motoren NIET in krappe ruimten of wanneer er mensen in de buurt zijn.
Behoud de controle over de afstandsbediening zolang de motoren draaien.
Stop de motoren NIET tijdens de vlucht, tenzij in een noodsituatie waar dit het risico op
schade of letsel vermindert.
Het wordt aanbevolen om methode 1 te gebruiken om de motoren te stoppen. Bij gebruik van
Methode 2 om de motoren te stoppen, kan de drone omrollen als deze niet volledig aan de
grond is gezet. Gebruik methode 2 met de nodige voorzichtigheid.
Schakel na de landing de drone uit voordat u de afstandsbediening uitschakelt.
42
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Afstandsbediening
(modus 2) Drone ( geeft neusrichting aan) Opmerkingen
Linker joystick
Gashendel: Beweeg de linker joystick
verticaal om de hoogte van de drone te
regelen.
Duw omhoog om te stijgen en omlaag om
te dalen. Gebruik de linker joystick om op
te stijgen wanneer de motoren stationair
draaien. De drone zal op zijn plaats zweven
als de joystick in het midden staat. Hoe
verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone van
hoogte verandert.
Linker joystick
Yaw-joystick (giering): Beweeg de linker
joystick horizontaal om de koers van de
drone te regelen.
Duw naar links om de drone tegen de klok
in te draaien en duw naar rechts om met
de klok mee te draaien. De drone zal op
zijn plaats zweven als de joystick in het
midden staat. Hoe verder de joystick van
de middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone zal draaien.
Rechter joystick
Pitch-joystick (hellingshoek): Beweeg de
rechter joystick verticaal om de hellingshoek
van de drone te regelen.
Duw omhoog om voorwaarts te vliegen
en duw naar beneden om achterwaarts
te vliegen. De drone zal op zijn plaats
zweven als de joystick in het midden staat.
Duw de joystick verder voor een grotere
hellingshoek en een snellere vlucht.
Rechter joystick
Rolstick: Beweeg de rechter joystick
horizontaal om de rol van de drone te
regelen.
Duw de joystick naar links om naar links te
vliegen en naar rechts om naar rechts te
vliegen. De drone zal op de plaats zweven
als de joystick in het midden staat. Duw de
joystick verder voor een grotere rol en een
snellere vlucht.
Cruise-/manoeuvreervlucht
Bediening van de drone
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de oriëntatie van de drone via de afstandsbediening kan worden
geregeld. De bediening kan worden ingesteld op modus 1, modus 2 of modus 3. De volgende
beschrijving gebruikt bijvoorbeeld modus 2:
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
43
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Vliegstanden
De drone vliegt standaard in de N-stand (Normaal). Gebruikers kunnen schakelen tussen vluchtmodi
door de schakelaar voor de vluchtmodus op de afstandsbediening in te schakelen wanneer de A-modus
is ingeschakeld in de app.
N-modus/F-modus (normaal): De drone maakt gebruik van GNSS of de RTK-module voor de
plaatsbepaling. Wanneer het GNSS-signaal sterk is, gebruikt de drone GNSS voor de plaatsbepaling.
Wanneer de RTK-module is ingeschakeld en de differentiële datatransmissie sterk is, zorgt deze voor
een positionering op centimeterniveau. Het zal terugkeren naar de A-modus wanneer het GNSS-signaal
zwak is of wanneer het kompas interferentie ondervindt.
S-modus (toegewezen aan A-modus, attitude): GNSS wordt niet gebruikt voor de plaatsbepaling en
de drone kan alleen met behulp van de barometer hoogte houden. De vliegsnelheid in de A-stand is
afhankelijk van de omgeving, zoals de windsnelheid.
Waarschuwing attitudemodus
In de A-stand kan de drone zichzelf niet positioneren en wordt deze gemakkelijk nadelig beïnvloed
wordt door de omgeving, wat kan resulteren in horizontaal schakelen. Gebruik de afstandsbediening om
de drone te positioneren.
Het manoeuvreren van de drone in de A-stand kan lastig zijn. Vermijd vliegen in besloten ruimten of
in gebieden waar het GNSS-signaal zwak is. Anders schakelt de drone over op de A-modus, wat kan
leiden tot mogelijke vluchtrisico’s. Land de drone zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Mapping-bedieningsmodi
Nadat de grenspunten van het taakgebied zijn toegevoegd, produceert de app automatisch een
taakroute. De drone voert de mapping-bediening uit langs de route en maakt foto's voor het mapping-
taakgebied. De app reconstrueert een HD-kaart met behulp van de foto's na de vlucht, zodat gebruikers
een veld op de HD-kaart kunnen plannen.
Bedieningsprocedure
1. Ga in de app naar Bedieningsweergave, tik op de modusschakelaarknop linksboven en selecteer
Route-mapping in het deelvenster Mapping.
2. Tik op rechtsonder in het scherm en selecteer Gebiedsroute of Grensroute. In Gebiedsroute
worden mapping en reconstructie uitgevoerd voor het hele taakgebied om gebruikers te helpen de
huidige status van het gebied te controleren. In Grensroute worden mapping en reconstructie alleen
voor de grens van het taakgebied uitgevoerd, wat korter duurt.
3. Tik op in het midden van het rechterscherm om de modus voor het toevoegen van punten te
selecteren. Dradenkruis is standaard ingesteld.
4. Sleep de kaart en tik op Add om een punt toe te voegen op een positie van de dradenkruizen.
Als Punt toevoegen met RC of Punt toevoegen met drone is geselecteerd, loopt u met de
afstandsbediening naar de gewenste positie of vliegt u de drone naar de gewenste positie en
tikt u op Toevoegen.
5. Grenspunten bewerken: Tik op het toegevoegde grenspunt om het te selecteren en sleep vervolgens
om het punt te verplaatsen. Tik tweemaal om te verwijderen.
6. De routerichting aanpassen:
a. Versleep het pictogram bij de route om de vliegrichting van de geplande route aan te passen.
Tik op het pictogram om het menu Fijnafstelling weer te geven en aan te passen.
44
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
b. Tik op een van de grenzen om deze te selecteren en tik vervolgens tweemaal om de routerichting
uit te lijnen met de geselecteerde grens.
7. Tik op om op te slaan.
8. Tik op en verplaats de schuifregelaar om de drone te starten. De drone vliegt automatisch langs
de route om de mapping-taak uit te voeren. Controleer de voortgang rechtsboven van het scherm in
de app.
9. De drone voltooit de vlucht en landt. Wacht tot de reconstructie voltooid is. De gereconstrueerde
kaart wordt op de oorspronkelijke kaart weergegeven.
Als de mapping-bediening wordt gepauzeerd of gestopt tijdens de vlucht en er een nieuw
mapping-veld wordt toegevoegd, kunnen gebruikers alleen de gepauzeerde of gestopte
bediening in de bedieningslijst bekijken en kan de bediening niet worden hervat.
Als de gebruiker een mapping-bediening verlaat tijdens de reconstructie, selecteert u de
bediening in de lijst met bedieningen en tikt u op om de reconstructie opnieuw te starten.
Toepassing reconstructieresultaat
Veldplanning
Tik na de reconstructie op Veld plannen om een veld op de HD-kaart te plannen. De stappen zijn
hetzelfde als het plannen van een veld in de modus Routebediening. Gebruikers kunnen ook op
tikken om de huidige selectie te annuleren en een nieuwe toewijzingsbewerking te starten.
Veld identiceren
1. Nadat de reconstructie is voltooid, tikt u op Veld identiceren. De app identiceert en markeert de
grens van velden en obstakels.
2. Wanneer aanpassing voor de grens van een veld vereist is, tikt u op om het veld te selecteren en tikt
u op Grensinstellingen om de grenspunten te bewerken, zoals het aanpassen van de puntpositie
en het toevoegen van punten. De bedieningen zijn hetzelfde als het bewerken van een veld in de
modus Routebediening. Tik na het bewerken op Bevestigen.
3. Pas indien nodig de grens voor andere velden aan.
4. Als de identicatieresultaten voldoen aan de bijbehorende bewerkingsscenario's, selecteert u een of
meerdere velden en tikt u op Opslaan om de velden op te slaan in de veldlijst in Routebedieningen.
Gebruikers kunnen de velden eenvoudig gebruiken in de modus Routebediening.
Bedieningsmodi spuiten
De bedieningsmodi voor spuiten zijn Route, A-B Route, Handmatig, Handmatig Plus en Fruitboom.
Gebruik de modusschakelaarknop in de app om tussen modi te schakelen. Selecteer de gewenste
spuitmodus volgens de gebruiksscenario's.
Bedieningsmodus Route
In de modus Routebediening produceert de app, na het plannen van een veld, het toevoegen van
obstakels en het instellen van parameters, op intelligente wijze een taakroute op basis van de input van
de gebruiker. Pas een bediening toe en start deze, de drone vliegt automatisch langs de taakroute.
Zodra voorschriftkaarten zijn toegevoegd nadat een bediening is toegepast, voert de drone bemesting
met variabele snelheid uit volgens de informatie in de kaarten. De drone ondersteunt de routebepaling
en hervatting van de vluchtuitvoering, evenals de hoogtestabilisatie- en obstakelvermijdingsfuncties van
het binoculaire zichtsysteem en actieve fase array-radars. Gebruik de app om de spuithoeveelheid en
vliegsnelheid aan te passen. De bedieningsmodus Route wordt aanbevolen voor grote spuitgebieden.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
45
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Veldplanning
1. Ga in de app naar Bedieningsweergave, tik op de modusschakelaarknop linksboven en selecteer
Route in het deelvenster Landbouw.
2. Tik op rechtsonder en tik op in het midden van het rechterscherm om de modus voor het
toevoegen van punten en het type punt te selecteren. De volgende beschrijving gebruikt Dradenkruis
als voorbeeld.
3. Grenspunten toevoegen: Selecteer Grenspunt als het type punt, versleep de kaart en tik op
Toevoegen om een punt bij het dradenkruis toe te voegen.
Een nauwkeurigere kaart is vereist om punten toe te voegen met behulp van het dradenkruis.
Het wordt aanbevolen om de HD-kaart die is gereconstrueerd in een afbeeldingsbewerking
te gebruiken of een kaartbron te selecteren in HD-tweelaags kaart in onder om de
nauwkeurigheid van de toegevoegde punten te verbeteren.
Als Punt toevoegen met RC is geselecteerd, loopt u met de afstandsbediening naar de
gewenste positie en tikt u op Toevoegen. Als de RTK-dongle op de afstandsbediening
is gemonteerd om punten toe te voegen, zorg er dan voor dat RTK-plaatsbepaling is
ingeschakeld. Ga naar , tik op RTK om de RTK-signaalbron te selecteren en voltooi de
configuratie. Wacht tot de systeemstatusbalk linksboven op het scherm groen wordt, wat
aangeeft dat de RTK-plaatsbepaling in gebruik is.
Als Punt toevoegen met drone is geselecteerd, vlieg de drone dan naar de gewenste positie
en tik op Toevoegen.
4. Markeer eventuele obstakels:
Gebruik een van de twee onderstaande methoden om obstakels in of buiten een doelveld te
markeren. Obstakels die tijdens de veldplanning buiten het taakgebied zijn gemarkeerd, worden
vermeden bij het plannen van een verbindingsroute voor Verbindingsroutering. Raadpleeg
Verbindingsroutering voor meer informatie.
1 Selecteer Obstakel als het type punt, versleep de kaart en tik op Toevoegen om een punt bij het
dradenkruis toe te voegen.
2 Selecteer Rond als het type punt. Er verschijnt een rode cirkel op de kaart. Tik op het midden van
de cirkel om het obstakel te selecteren en sleep om de positie aan te passen. Selecteer het rode
punt op de omtrek van het obstakel en sleep om de radius aan te passen.
5. Tik op , geef het veld een naam, kies de bijsnijding en sla op. Het nieuw toegevoegde veld wordt
weergegeven in de lijst met velden.
Veld bewerken
Selecteer een veld in de lijst met velden en tik op om naar de modus Bewerken te gaan.
1. Grenspunten bewerken
Verplaatsen: Tik en sleep om het punt te verplaatsen.
Verwijderen: Tik tweemaal om een punt te verwijderen.
2. Obstakels bewerken
Tik op het obstakel om het te selecteren en te bewerken.
Voor veelhoekige obstakels volgt u de instructies Grenspunten bewerken om de toegevoegde
punten rond het obstakel te bewerken. Voor cirkelvormige obstakels tikt u op het midden van de
cirkel om het obstakel te selecteren en sleept u om de positie aan te passen. Selecteer het rode punt
op de omtrek van het obstakel en sleep om de radius aan te passen.
46
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
3. Gebruikers kunnen meer grenspunten of obstakels toevoegen. De stappen zijn hetzelfde als voor
veldplanning.
4. Tik op om op te slaan.
Het uitvoeren van een bewerking
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de achterkant van de drone naar u toe gericht.
Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Tik op Start op het startscherm van de app om Bedieningsweergave te openen. Tik op de
modusschakelaarknop linksboven en selecteer Route in het deelvenster Landbouw.
3. Tik op aan de linkerkant en selecteer een veld in de lijst met velden.
4. Tik op om het veld opnieuw te bewerken.
5. Tik op om het veld toe te passen.
6. Bedieningsinstellingen
Stel parameters in op het tabblad Taak in het menu aan de linkerkant van het scherm. Gebruikers
kunnen een spuitsjabloon selecteren of de spuithoeveelheid, vliegsnelheid, lijnafstand (de afstand
tussen twee aangrenzende lijnen) en hoogte boven de vegetatie dienovereenkomstig instellen.
Als Automatische aanpassing van de routeafstand is ingeschakeld in Geavanceerde instellingen
onder Drone-instellingen, wordt automatische fijnafstelling toegepast nadat de gebruiker de
waarde van de lijnafstand heeft aangepast. Dit past de route aan zodat deze beter aansluit op
het taakgebied. De weergegeven afstandswaarde kan enigszins afwijken van de invoer van de
gebruiker.
7. Route-instellingen
De app produceert automatisch een taakroute nadat het veld is toegepast. Het groene punt op de
route geeft het beginpunt aan, terwijl het gele punt het eindpunt aangeeft. De route-instellingen zijn
als volgt.
Routerichting:
a. Versleep het pictogram bij de route om de vliegrichting van de geplande route aan te passen.
Tik op het pictogram om het menu Fijnafstelling weer te geven en aan te passen.
b. Tik op een van de grenzen om deze te selecteren en tik vervolgens tweemaal om de routerichting
uit te lijnen met de geselecteerde grens.
Beginpunt: Tik rechts op Beginpunt, selecteer een grenspunt en bevestig. Het beginpunt van de
route verandert in een locatie dicht bij het geselecteerde grenspunt.
Verbindingspunt: Versleep de kaart en tik op Verbindingspunt aan de rechterkant om een
verbindingspunt aan het dradenkruis toe te voegen. Verbindingspunten en Verbindingsroutering
kunnen worden gebruikt om de verbindingsroute aan te passen om obstakels te omzeilen die
niet zijn gemarkeerd tijdens veldplanning. Raadpleeg de onderstaande beschrijvingen voor meer
informatie over de Verbindingsroutering.
Offset corrigeren: Tik op Offset corrigeren en pas de routepositie aan met de knoppen voor
jnafstelling.
8. Voorschriftkaarten toevoegen
Tik op in het veld en selecteer een voorschriftkaart uit de lijst voor een voorbeeld. Elk gebied van
het veld op de kaart wordt weergegeven in een kleur die overeenkomt met de hoeveelheid materiaal
die moet worden gespoten of verstrooit. Tik op OK om de geselecteerde voorschriftkaart op het veld
toe te passen.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
47
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
9. Tik op , controleer de dronestatus en taakinstellingen, stel een geschikte Connection Routing/RTH
Altitude in en verplaats de schuifregelaar om de drone op te laten stijgen. De drone voert de taak
automatisch uit.
De hoogte en snelheid van de Verbindingsroutering en de RTH kunnen worden aangepast
onder Automatisch controleren vóór de taak en Drone-instellingen. Als het op de ene locatie
wordt aangepast, wordt het ook op de andere locatie automatisch bijgewerkt.
Gebruikers kunnen Hoogte verbindingsroute in- of uitschakelen in Automatische controle
vóór de taak of Drone-instellingen. Indien ingeschakeld, vliegt de drone naar het eerste
navigatiepunt op de vooraf ingestelde hoogte van de Verbindingsroute en keert het terug naar
de vliegroute met deze hoogte nadat de vlucht is gepauzeerd en hervat. Wanneer de drone
uitgeschakeld is, komt het aan op het eerste navigatiepunt met de vooraf ingestelde hoogte
boven de vegetatie.
Stijg alleen op in open ruimtes en stel een geschikte automatische starthoogte in, afhankelijk
van de gebruiksomgeving.
De bediening wordt automatisch geannuleerd als de motoren worden gestart voordat de
bediening wordt gestart. U moet de bediening in de takenlijst oproepen.
Zodra de drone is gestart, vliegt het naar het beginpunt van de route en vergrendelt het
de koers in de richting van het eerste keerpunt voor de duur van de vliegroute. Tijdens het
gebruik kunnen gebruikers de koers van de drone niet regelen via de joystick.
De drone spuit niet tijdens het vliegen langs de afstand tussen de routes, maar spuit
automatisch tijdens het vliegen langs de rest van de route. Gebruikers kunnen de
spuithoeveelheid, vliegsnelheid en hoogte boven de vegetatie in de app aanpassen.
Een bediening kan worden gepauzeerd door de joystick iets te verplaatsen. De drone zal zweven
en het onderbrekingspunt registreren, daarna kan de drone handmatig worden bediend. Om
de bediening voort te zetten, selecteert u deze opnieuw uit de uitvoertag in de veldlijst. De
drone keert dan automatisch terug naar het onderbrekingspunt en hervat de bediening. Let op
de veiligheid van de drone wanneer u terugkeert naar een onderbrekingspunt.
Gebruikers kunnen de actie die de drone zal uitvoeren nadat de taak in de app is voltooid,
instellen.
Verbindingsroutering
Verbindingsroutering: verwijst naar de procedure waarbij de drone van de huidige positie naar
de taakroute vliegt. Alleen beschikbaar in de bedieningsmodi Route en Fruitboom.
Verbindingsroutering brengt de drone van de huidige positie terug naar de taakroute en worden
obstakels die tijdens de veldplanning buiten het taakgebied zijn gemarkeerd, automatisch vermeden.
Gebruikers kunnen verbindingspunten toevoegen, waar de drone doorheen moet vliegen op de
verbindingsroute om de obstakels te omzeilen die tijdens de veldplanning niet zijn gemarkeerd.
1. Het wordt aanbevolen om tijdens de veldplanning alle obstakels binnen of buiten het taakgebied
te markeren. Na het invoeren of hervatten van een bewerking, wordt de verbindingsroute berekend
door Verbindingsroutering automatisch op de kaart weergegeven.
2. Versleep de kaart om het dradenkruis uit te lijnen met de gewenste positie en tik op Verbindingspunt
om een verbindingspunt in de dradenkruispositie toe te voegen.
3. Voer een bediening uit en de drone vliegt langs de verbindingsroute, inclusief door alle
verbindingspunten die onderweg zijn gemarkeerd.
48
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Bedieningsmodus A-B-route
In de bedieningsmodus A-B-route vliegt de drone langs een vooraf geplande route. Hervatting
van de bediening en gegevensbescherming zijn beschikbaar, evenals de hoogtestabilisatie- en
obstakelvermijdingsfuncties van het binoculaire zichtsysteem en actieve fase array-radars. Gebruik de
app om de vliegsnelheid en spuithoeveelheid aan te passen. De bedieningsmodus A-B-route wordt
aanbevolen voor grote, driehoekige of rechthoekige spuitgebieden.
Bedieningsroute
De drone vliegt langs een geplande vierkante zigzagroute na het vastleggen van keerpunten A en B.
Onder optimale werkomstandigheden is het vermijden van obstakels mogelijk en behoudt de drpme
dezelfde afstand tot de vegetatie. De lengte van de stippellijnen, routeafstand genoemd, kan in de app
worden aangepast. Als gebruikers de koers voor de punten A en B aanpassen nadat de punten zijn
vastgelegd, veranderen de draaihoeken voor de draaipunten van de bedieningsroute volgens de vooraf
ingestelde koers voor de punten A en B. De vorm van de bedieningsroute verandert ook, bijvoorbeeld
als Route L' en Route R' in de onderstaande afbeelding.
A
B
A
B R1
R2
L1
L2 R3
R4
L3
L4 R5
…………
R6
L5
L6
Route L Route R
A
B
A
B
R1’
R2’
L1’
L2’
R3’
R4’
L3’
L4’
R5’
…………
R6’
L5’
L6’
Route L'Route R'Legenda
- - - -
Route-afstand
Draaipunt
Bedieningsprocedure
Houd de drone te allen tijde in de zichtlijn.
Zorg ervoor dat het GNSS-signaal sterk is. Anders kan de bedieningsmodus A-B-route
onbetrouwbaar zijn.
Zorg ervoor dat u de gebruiksomgeving inspecteert voordat u vliegt.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
49
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Zorg ervoor dat de GNSS-signalen sterk zijn en dat het scherm Klaar om te vertrekken (GNSS) of Klaar
om te vertrekken (RTK) weergeeft.
1. Bedieningsmodus A-B-route openen
Ga in de app naar Bedieningsweergave, tik op de modusschakelaarknop linksboven en selecteer
A-B-route.
2. De bedieningsparameters instellen
In de parameterinstellingen aan de linkerkant van het scherm kunnen gebruikers een spuitsjabloon
selecteren of de spuithoeveelheid, vliegsnelheid, lijnafstand en hoogte boven de vegetatie
dienovereenkomstig instellen.
3. Punten A en B in volgorde registreren
Vlieg de drone naar het beginpunt, afgebeeld als punt A of B, zweef en tik op punt A of B op het
scherm of druk op de vooraf ingestelde aanpasbare knop op de afstandsbediening. Punt A of B
verschijnt op de kaart nadat deze is geregistreerd. Als de koers voor punt A of B moet worden
aangepast, moet de koers voor punt A worden aangepast nadat punt A is geregistreerd en kunnen
gebruikers punt B registreren en de koers voor punt B aanpassen.
De drone spuit automatisch wanneer het van punt A naar punt B vliegt.
Punten A en B kunnen niet worden geregistreerd als de sproeitank leeg is of de vliegsnelheid
van de drone hoger is dan 0,4 m/s.
Zorg ervoor dat u punt A vóór punt B registreert en dat de afstand tussen punt A en B meer
dan 1 m bedraagt.
Gebruikers kunnen de positie van punt A of B niet aanpassen nadat ze zijn geregistreerd.
Start een nieuwe bediening A-B-route als aanpassing van punt A of B vereist is.
Voor optimale prestaties wordt aanbevolen om de richting van punt A tot B parallel te houden
aan één kant van het veelhoekige spuitgebied.
4. Instelhoek voor punt A en B
Nadat punt A of B is geregistreerd, tikt u op Koers A of B aanpassen op het scherm en verplaatst
u de yaw-joystick op de afstandsbediening. De koers van de drone komt overeen met de koers
naar punt A of B die wordt aangegeven door een stippellijn op het scherm. Tik nogmaals op Koers
A of B aanpassen om de huidige koers voor punt A of B in te stellen. Er zijn hoeklimieten voor het
aanpassen van de koers voor punt A of B. Let op eventuele aanwijzingen in de app wanneer u deze
gebruikt.
De koers voor punt A of B kan niet worden ingesteld wanneer de draaisnelheid van de koers
van de drone hoger is dan 15°/s.
5. Selecteer de route
Nadat punt A en B zijn geregistreerd, produceert de app standaard route R of route R'. Tik op om
over te schakelen naar Route L of Route L'.
6. Het uitvoeren van een bewerking
Tik op en verplaats de schuifregelaar om de bediening te starten.
50
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Gebruikers kunnen de spuithoeveelheid, vliegsnelheid en hoogte boven de vegetatie tijdens
de bediening aanpassen terwijl de afstand tussen de lijnen niet kan worden aangepast.
Gebruikers kunnen tijdens de bediening de koers van de drone niet besturen via de joystick.
Wanneer de joysticks worden gebruikt om de drone te besturen in de bedieningsmodus A-B-
route, schakelt de drone automatisch over naar de bedieningsmodus Handmatig, voltooit de
drone het bijbehorende vluchtgedrag en blijft dan zweven. Tik op Hervatten op het scherm
om de bediening te hervatten. De drone hervat het vliegen langs de vliegroute. Raadpleeg
Hervatting bediening voor meer informatie.
Hoewel de koers van de drone niet kan worden aangepast, gebruikt u de joysticks om
obstakels te vermijden als de functie voor het vermijden van obstakels van de radarmodule is
uitgeschakeld. Raadpleeg Handmatige obstakelvermijding voor meer informatie.
Tijdens de bediening spuit de drone geen vloeistof terwijl het langs de route parallel aan de
lijn van A naar B vliegt, maar spuit het automatisch vloeistof terwijl het langs de andere delen
van de route vliegt.
Bedieningsmodus Handmatig
Tik op de modusschakelaarknop linksboven in de app en selecteer M om naar de bedieningsmodus
Handmatig te gaan. In deze modus kunt u alle bewegingen van de drone regelen, vloeistof spuiten via
de spuitknop van de afstandsbediening en de spuitsnelheid aanpassen via de draaiknop. Raadpleeg
Het spuitsysteem bedienen voor meer informatie. De bedieningsmodus Handmatig is ideaal wanneer
het werkgebied klein is.
Bedieningsmodus Handmatig Plus
Tik op de modusschakelaarknop linksboven en selecteer M+ om naar de bedieningsmodus
Handmatig Plus te gaan. In deze modus is de koers vergrendeld en kunnen alle andere bewegingen
handmatig worden geregeld. Gebruikers kunnen de M+ koersvergrendeling uitschakelen in de
parameterinstellingen. Gebruik de knoppen in de app om de drone naar links of rechts te sturen.
Onder optimale werkomstandigheden behoudt de radarmodule de spuitafstand tussen de drone en
de vegetatie als de hoogtestabilisatiefunctie is ingeschakeld. Bediening Handmatig Plus is ideaal voor
onregelmatig gevormde werkgebieden.
1. In de parameterinstellingen aan de linkerkant kunnen gebruikers een spuitsjabloon selecteren, de
spuithoeveelheid, vliegsnelheid, lijnafstand en hoogte boven de vegetatie instellen en de koers
vergrendelen.
2. Tik op en verplaats de schuifregelaar om de drone te starten.
3. Tik op de bijbehorende knoppen in de app en de drone vliegt naar links of rechts op de vooraf
ingestelde afstand voor lijnafstand. De drone spuit automatisch wanneer het vooruit, achteruit of
diagonaal versnelt, maar spuit niet wanneer het zijwaarts vliegt.
Tijdens een bediening kunnen gebruikers de spuithoeveelheid, vliegsnelheid en hoogte boven
de vegetatie aanpassen, maar niet de lijnafstand.
Bedieningsmodus Fruitboom
Gebruikers kunnen informatie over Fruitboom-bedieningen verkrijgen door deze te downloaden van
DJI Agras Intelligent Cloud of te importeren van een microSD-kaart en de bediening gebruiken in de
bedieningsmodus Fruitboom.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
51
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Informatie over Fruitboom-bedieningen downloaden/importeren
1. Downloaden vanuit DJI Agras Intelligent Cloud: Ga naar het startscherm in de DJI Agras-app en
tik op om het taakbeheerscherm te openen. Tik op en selecteer de gewenste Fruitboom-
bedieningen in het pop-upvenster en download.
2. Importeren vanaf de microSD-kaart: Plaats de microSD-kaart met de planningsgegevens van DJI
Terra in de microSD-kaartsleuf op de afstandsbediening. Ga vervolgens naar het startscherm van
DJI Agras. Selecteer de gegevens in het pop-upvenster en importeer deze. Om de gegevens te
bekijken, gaat u naar taakbeheer op het startscherm.
3. De gedownloade of geïmporteerde bewerkingen worden weergegeven in de bewerkingslijst in de
bedieningsmodus Fruitboom.
Het uitvoeren van een bewerking
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de achterkant van de drone naar u toe gericht.
Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Tik op Start in het startscherm van de app om Bedieningsweergave te openen. Tik op de
modusschakelaarknop linksboven van het scherm en selecteer Fruitboom in het deelvenster
Landbouw.
3. Tik op aan de linkerkant en selecteer de bediening in de bedieningslijst.
4. Tik op om de bediening toe te passen.
5. Bedieningsinstellingen
Stel in de parameterinstellingen aan de linkerkant de spuithoeveelheid of debiet, vluchtsnelheid en
hoogte boven de vegetatie in.
Roterend spuiten kan worden in- of uitgeschakeld voor bedieningen met middelpunten van
boomkruinen. Eenmaal ingeschakeld, draait de drone automatisch en spuit het pesticide spuiten
wanneer het bij een centrum van boomkruinen aankomt.
Voor bedieningen zonder middelpunten van de boomkruin kunnen gebruikers de methode voor het
berekenen van het taakgebied selecteren.
6. Verbindingspunt: Versleep de kaart en tik op Verbindingspunt aan de rechterkant om een
verbindingspunt aan het dradenkruis toe te voegen. Verbindingspunten en Verbindingsroutering
kunnen worden gebruikt om de verbindingsroute aan te passen om obstakels te omzeilen die niet zijn
gemarkeerd tijdens veldplanning. Verbindingsroutering werkt hetzelfde als in de bedieningsmodus
Route.
7. Offset corrigeren: Tik op Offset corrigeren en pas de routepositie aan met de knoppen voor
jnafstelling. Als er kalibratiepunten in de route zijn opgenomen, plaatst u de drone op een van de
kalibratiepunten en tikt u op Dronepositie corrigeren.
8. Tik op , controleer de dronestatus en taakinstellingen, stel een geschikte Connection Routing/RTH
Altitude in en verplaats de schuifregelaar om de drone op te laten stijgen. De drone voert de taak
automatisch uit.
De hoogte en snelheid van de Verbindingsroutering en de RTH kunnen worden aangepast
onder Automatisch controleren vóór de taak en Drone-instellingen. Als het op de ene locatie
wordt aangepast, wordt het ook op de andere locatie automatisch bijgewerkt.
52
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Stijg alleen op in open ruimtes en stel een geschikte automatische starthoogte in, afhankelijk
van de gebruiksomgeving.
De bediening wordt automatisch geannuleerd als de motoren worden gestart voordat de
bediening wordt gestart. U moet de bediening in de takenlijst oproepen.
Zodra de drone is gestart, vliegt het naar het beginpunt van de route en vergrendelt het
de koers in de richting van het eerste keerpunt voor de duur van de vliegroute. Tijdens het
gebruik kunnen gebruikers de koers van de drone niet regelen via de joystick.
De drone spuit niet tijdens het vliegen langs de afstand tussen de routes, maar spuit
automatisch tijdens het vliegen langs de rest van de route. Gebruikers kunnen de
spuithoeveelheid, vliegsnelheid en hoogte boven de vegetatie in de app aanpassen.
Een bediening kan worden gepauzeerd door de joystick iets te verplaatsen. De drone zal
zweven en het onderbrekingspunt registreren, daarna kan de drone handmatig worden
bediend. Om de bediening voort te zetten, selecteert u deze opnieuw uit de uitvoertag
in de veldlijst. De drone keert dan automatisch terug naar het onderbrekingspunt en
hervat de bediening. Let op de veiligheid van de drone wanneer u terugkeert naar een
onderbrekingspunt.
Gebruikers kunnen de actie die de drone zal uitvoeren nadat de taak in de app is voltooid,
instellen.
Systeem uitschakelen
Duw na het landen de gasjoystick volledig naar beneden en houd deze naar beneden om de motoren
te stoppen. Druk op de aan-/uitknop en houd deze ingedrukt om de drone en de afstandsbediening uit
te schakelen.
Inspectie na de vlucht
1. Zorg ervoor dat de drone is uitgeschakeld. Verwijder de accu uit de drone en berg deze op de juiste
wijze op.
2. Controleer de constructie van de drone, verwijder vuil en stof en vervang losse of beschadigde
onderdelen.
3. Zorg ervoor dat er geen resten in de spuit-/strooistank en het hele spuit-/strooisysteem zitten.
4. Zorg ervoor dat de drone correct is ingeklapt voor transport.
5. Zorg ervoor dat de accuconnector van de drone schoon en droog is.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
53
Noodprocedures
Algemene informatie
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u met de drone of de afstandsbediening moet omgaan als een van
de volgende noodsituaties zich voordoet.
Motorstoring
Als een of meer motoren tijdens de vlucht uitvallen, berekent de drone de resterende voortstuwing
op basis van factoren zoals de status van het voortstuwingssysteem, het gewicht van de drone en de
vliegomgeving. Er kunnen twee mogelijke scenario's optreden:
1. Resterende voortstuwing is voldoende: de drone blijft in stabiele toestand vliegen met resterende
voortstuwing.
2. Resterende voortstuwing is onvoldoende: de drone zal draaien en een gecontroleerde daling
uitvoeren.
Daarna wordt aanbevolen dat gebruikers de drone handmatig landen en de drone onmiddellijk
controleren en repareren.
Brand
Er verschijnt een melding in de app en de vluchtcontroller zal het vermogen van de drone verminderen
wanneer de temperatuur van de vluchtaccu te hoog is. De accu wordt vergrendeld voor toekomstig
gebruik als deze de temperatuurdrempel tijdens de vlucht overschrijdt en kan niet opnieuw worden
gebruikt na de landing.
Volg de onderstaande instructies als de vluchtaccu vlam vatten.
1. Als de accu vlam vat wanneer de accu wordt opgeladen met behulp van een accustation of
generator, zorg er dan voor dat de persoonlijke veiligheid gegarandeerd is, schakel het accustation
of de generator onmiddellijk uit en koppel de accu los van het oplaadapparaat. Als de accu in de
drone vlam vat, zorg er dan voor dat de persoonlijke veiligheid gewaarborgd is en koppel de accu
onmiddellijk los van de drone.
2. Breng de ontvlambare materialen rond de accu naar een veilige afstand van meer dan 5 m.
3. Als de brand klein is, gebruik dan materialen zoals een grote hoeveelheid zand om de locatie
van de brand te bedekken en giet koud water om de accu te koelen totdat er geen rook meer
wordt geproduceerd. Met behulp van brandwerende handschoenen of andere beschermende
hulpmiddelen waarmee gebruikers direct contact met de accu kunnen vermijden, verplaatst u de
accu naar een container met voldoende water om de accu volledig onder te dompelen en voegt u
een geschikte hoeveelheid zout toe om de accu volledig te ontladen. Laat de container langer dan
72 uur op een koele plaats liggen en verwijder de accu en voer de accu af.
4. Als de brand groot is, controleer dan nogmaals of er geen ontvlambare materialen rondom de brand
zijn, verleng de veiligheidsafstand tot meer dan 10 m en evacueer alle mensen in de omgeving.
Wacht tot de accu leeg is en het vuur is gedoofd om verdere ongevallen te voorkomen.
Verlies van C2-link
De drone ondersteunt de functie RTH met uitvalbeveiliging.
Thuisbasis: De standaard thuisbasis is de eerste locatie waar uw drone sterke GNSS-signalen
ontving . Merk op dat het witte GNSS-pictogram ten minste vier balken vereist voordat het
signaal sterk is.
RTH: Terug naar thuisbasis (RTH) brengt de drone terug naar de laatst geregistreerde
thuisbasis.
54
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
RTH met uitvalbeveiliging
De drone zal terug naar de thuisbasis keren of zweven als het signaal van de
afstandsbediening wegvalt. De actie kan in de app worden ingesteld. RTH met uitvalbeveiliging
is alleen beschikbaar als RTH is ingesteld.
RTH met uitvalbeveiliging wordt automatisch geactiveerd als het signaal van de afstandsbediening
langer dan drie seconden verloren gaat, op voorwaarde dat het beginpunt met succes is geregistreerd,
het GNSS-signaal sterk is en de RTK-module de koers van de drone kan meten. De RTH gaat
verder als het signaal van de afstandsbediening wordt hersteld en gebruikers de drone kunnen besturen
met de afstandsbediening. Druk eenmaal op de RTH-knop om RTH te annuleren en de controle over de
drone weer over te nemen.
Illustratie van RTH
Als RTH wordt geactiveerd tijdens route-operaties, kan de drone een vliegpad plannen voor
RTH om de obstakels te omzeilen die zijn toegevoegd bij het plannen van een veld.
Veiligheidsmededelingen RTH
3 m
H
De drone gaat niet over tot RTH als de RTH wordt geactiveerd wanneer de drone zich
binnen een straal van 3 m van de thuisbasis bevindt, maar de afstandsbediening geeft
nog steeds een waarschuwing. Verlaat RTH om de waarschuwing te annuleren.
De drone kan niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GPS-signaal zwak (het
GNSS-pictogram is rood) of niet beschikbaar is.
Ontwijken van obstakels tijdens RTH
In een optimale werkomgeving is het vermijden van obstakels tijdens RTH mogelijk. Als er binnen
20 m van de drone een obstakel is, vertraagt en stopt de drone waarna deze zweeft. De drone verlaat
de RTH-procedure en wacht op verdere opdrachten.
Landingsbeveiligingsfunctie
Tijdens automatisch landen wordt de landingsbeveiliging geactiveerd. De procedure is als volgt:
1. Na aankomst bij de thuisbasis daalt de drone naar een positie van 3 m boven de grond en zweeft.
2. Controleer het veld en de roljoysticks om de positie van de drone aan te passen en zorg ervoor dat
de grond geschikt is om te landen.
1. Thuisbasis (HP) registreren
4. RTH geïnitieerd als signaal > 3 s verloren
is gegaan
5. RTH geïnitieerd (hoogte 15 m (aanpasbaar))
3. Signaal met afstandsbediening verloren 2. Thuisbasis bevestigen
6. Landt na 5 seconden zweven
Hoogte boven HP > 15 m
Hoogte tot 15 m
Hoogte boven HP ≤ 15 m
15 m
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
55
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
3. Trek de gashendel omlaag of volg de instructies op het scherm in de app om de drone te landen.
Bij gebruik van vaste RTK-positionering landt de drone direct in plaats van
Landingsbescherming te betreden. Landingsbescherming is nog steeds beschikbaar als de
drone een fruitboomroute uitvoert die is gepland met DJI Terra.
Verlies van navigatiesystemen
Bij gebruik van vaste RTK-positionering schakelt de drone over naar GNSS als RTK niet beschikbaar
is tijdens de vlucht. Als GNSS ook niet beschikbaar is, schakelt de drone automatisch over naar
de Attitude (ATTI)-modus om de houding te stabiliseren en verschijnt er een melding in de app om
gebruikers eraan te herinneren om voorzichtig te vliegen en zo snel mogelijk te landen.
Storingen in het besturingsstation
Storingen in het besturingsstation omvatten de volgende scenario's.
1. Controlesignaal gaat verloren: het vliegtuig gaat naar RTH met uitvalbeveiliging als RTH met
uitvalbeveiliging is ingeschakeld in de app. Raadpleeg Verlies van C2-link voor meer informatie over
RTH met uitvalbeveiliging. De drone-actie kan ook worden ingesteld om op de plaats te zweven
totdat de drone landt met een kritiek laag accuniveau of rechtstreeks landt.
2. De app crasht tijdens automatische bedieningen terwijl het controlesignaal normaal is: in dit geval
is de C2-koppeling tussen de drone en de afstandsbediening in goede staat, zodat de drone
de huidige bediening blijft uitvoeren totdat de landing wordt geactiveerd door een kritiek laag
accuniveau. Gebruikers kunnen de routebedieningen verlaten door de joystick iets te bewegen en
de drone handmatig te besturen.
Wegvliegen
De vluchttelemetrie van de drone wordt tijdens de vlucht weergegeven op het scherm van de
afstandsbediening. Als de drone tijdens de vlucht wegvliegt, kunnen gebruikers de drone zoeken
op basis van de locatie van de drone en de afstandsbediening die op de kaart in de app worden
weergegeven. Als het GNSS-signaal van de drone verloren gaat nadat de drone wegvliegt, wordt de
drone niet weergegeven op de kaart in de app. Gebruikers kunnen de locatie van de drone schatten op
de laatste locatie, de vliegsnelheid en de koers voordat het GNSS-signaal verloren gaat.
Rapportagevereisten
Gebruikers zijn verantwoordelijk om binnen 2 werkdagen te informeren over elk geval van een
ongecontroleerde crash of vlucht via DJI Support, een door DJI geautoriseerde dealer of andere
middelen en moeten de vluchtgegevens met betrekking tot de gebeurtenis uploaden. Zie de instructies
voor het uploaden van vluchtgegevens op
https://youtu.be/X8sVce69z5g
56
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Gewicht en balans, en apparatuurlijst
Gebruikers kunnen de spuittank verwijderen en het strooisysteem installeren voor strooiwerkzaamheden.
Het zwaartepunt ligt binnen het bereik dat wordt vermeld in het gedeelte 'Midden van
zwaartekrachtbeperkingen', ongeacht of een spuittank of strooisysteem wordt gebruikt.
Hantering, onderhoud en instructies voor onderhoud
en voortdurende luchtwaardigheid
Grondafhandeling
1. Zorg ervoor dat de drone is uitgeschakeld. Verwijder de accu uit de drone en berg deze op de juiste
wijze op.
2. Controleer de constructie van de drone, verwijder vuil en stof en vervang losse of beschadigde
onderdelen.
3. Reinig de restanten in de spuit-/strooitank en het spuit-/strooisysteem en houd het systeem droog.
4. Zorg ervoor dat de drone correct is ingeklapt voor transport of opslag.
5. Zorg ervoor dat de accuconnector van de drone schoon en droog is.
Demontage, opslag en opnieuw monteren
De tank, propellers en sprinklers van de drone kunnen worden gedemonteerd. Volg onderstaande
instructies om ze te demonteren, opnieuw te monteren en op te bergen. Zorg ervoor dat u de Intelligent
Flight Battery uit de drone verwijdert voordat u deze demonteert en weer monteert.
Tank
Demontage
1
2
3
4
A
B
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
57
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
1
2
3
4
A.
1
2
3
4
B. C.
1. Zoek op de drone de slangen aan weerszijden van de spuittank. Draai de moer op de slang los,
haal de slang uit de slangklem , draai de klem en sluit de slang aan op het uitsteeksel op de
klem . (Afbeelding A)
Opmerking: Nadat de slang is verwijderd, moet u ervoor zorgen dat u de slangmoer op de
slangconnector van de sproeitank aandraait om te voorkomen dat u de moer kwijtraakt.
2. Zoek de kabel van het spuitsysteem voor het rechter landingsgestel op de drone. Koppel de kabel
los van de connector. Wees voorzichtig om beschadiging van de kabel te voorkomen. (Afbeelding B)
3. Til de spuittank op de drone op en verwijder deze. (Afbeelding C)
Opnieuw monteren
Volg de stappen van demontage in omgekeerde volgorde voor het opnieuw monteren.
58
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Propellers
Demontage
1. Verwijder de twee schroeven van het M5×15 propellerblad met een geschikte inbussleutel.
2. Verwijder de propelleradapter, de vier teonpakkingen en twee rubberen sluitringen boven en onder
elk propellerblad.
Opnieuw monteren
Identificeer de CW- of CCW-markeringen op de propellerbladen en motoren. Zorg ervoor dat u de
onderdelen met dezelfde markering monteert. T40-gebruikers kunnen de bovenste (U) en onderste (L)
propellerbladen identiceren met de bijbehorende letter aan het einde van het modelnummer op elke
propeller.
1. Plaats de ene rubberen sluitring en vervolgens twee teonpakkingen op een van de montagegaten
van de motor. Plaats het propellerblad en vervolgens twee teonpakkingen en één rubberen sluitring.
2. Volg dezelfde stappen voor het andere montagegat op de motor.
3. Plaats de propelleradapter bovenaan.
4. Plaats de twee M5×15-schroeven in de montagegaten en draai ze vast om de propellerbladen vast
te zetten.
Sprinklerinstallaties
Demontage
1. Draai en verwijder de schroef en het deksel aan de onderkant van de sprinkler. Verwijder de
centrifugale schijfmodule.
2. Scheid de bovenste en onderste schijven.
3. Verwijder de sluitring op de onderste schijf.
Opnieuw monteren
Volg de stappen van demontage in omgekeerde volgorde voor het opnieuw monteren.
M5×15 Screws
Rubber Washers
Teflon Gaskets
M5×15-schroeven
Rubberen sluitringen
Teflonpakkingen
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
59
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Opslag
Opslag van de drone
1. Houd de drone en de onderdelen schoon en droog en bewaar ze op een koele, droge plaats.
Aanbevolen opslagtemperatuur (wanneer de tank, debietmeter, pompen en slangen leeg zijn):
tussen -20 °C en 40 °C.
2. Zorg ervoor dat u de kleine onderdelen goed bewaart om verlies te voorkomen. Kleine onderdelen,
zoals kabels en riemen, zijn gevaarlijk als ze worden ingeslikt. Houd alle onderdelen buiten het bereik
van kinderen en dieren.
3. Verwijder of leeg de tank wanneer deze niet in gebruik is om beschadiging van het landingsgestel te
voorkomen.
4. Verwijder de accu uit de drone wanneer deze wordt opgeslagen.
Opslag van accu's
Koppel de accu los van de drone en controleer of er zich ophoping in de accupoort bevindt.
Schakel de accu uit en koppel deze los van de drone of andere apparaten tijdens het transport.
Houd accu's buiten het bereik van kinderen en huisdieren. Roep onmiddellijk professionele
medische hulp in als kinderen delen van de accu inslikken.
Als het accuniveau kritiek laag is, laad de accu dan op tot een vermogensniveau van 40% tot
60%. Bewaar een accu met een laag vermogensniveau NIET gedurende een langere periode.
Anders kan de werking negatief worden beïnvloed.
Plaats de accu NIET in de buurt van warmtebronnen, zoals een oven of een kachel. Laat de
accu op warme dagen NIET achter in een voertuig.
De accu moet in een droge omgeving worden bewaard.
Plaats de accu NIET in de buurt van explosieve of gevaarlijke materialen of in de buurt van
metalen voorwerpen zoals een bril, horloges, sieraden en haarspelden.
Probeer NIET een beschadigde accu of een accu met meer dan 30% vermogen te vervoeren.
Ontlaad de accu tot 30% of lager voor transport.
Zorg ervoor dat de accu op een vlak oppervlak wordt geplaatst, om schade aan de accu door
scherpe voorwerpen te voorkomen.
Als de accu langer dan drie maanden wordt opgeslagen, wordt aanbevolen de accu in een
veiligheidszak voor accu's op te slaan in een omgeving met een temperatuurbereik van -20 °C
tot 40 °C.
Sla de accu NIET voor langere tijd op nadat deze volledig is ontladen. Hierdoor wordt de accu
te veel ontladen en dit veroorzaakt onherstelbare schade aan de accucel.
Als een accu met een laag vermogensniveau gedurende langere tijd wordt opgeslagen,
schakelt de accu over naar de diepe slaapstand. Laad de accu op om deze uit de slaapstand
te halen.
Koppel de accu los van de drone als u de accu voor langere tijd wilt opbergen.
60
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Accu's opladen/conditioneren/vervangen
Accu's opladen
Gebruik de T40/T20P Intelligent Charger om de accu's op te laden.
1. Sluit de accu aan op de acculader.
Als u Agras T40 gebruikt, sluit u de oplaadkabel aan op het luchtgekoelde koellichaam voordat
u de accu in het koellichaam plaatst. De oplader begint de accu op te laden. De vier leds van de
accu knipperen achtereenvolgens tijdens het opladen. Verwijder de accu wanneer de vier leds
continu branden of uit gaan en plaats een andere accu in het koellichaam om op te laden.
Als u Agras T20P gebruikt, sluit u de oplaadkabel rechtstreeks aan op de accu. De oplader
begint de accu op te laden. De vier leds van de accu knipperen achtereenvolgens tijdens het
opladen. Verwijder de accu wanneer de vier leds continu branden of uit gaan en sluit een andere
accu aan om op te laden.
2. Sluit de twee eenfasige wisselstroomkabels aan. Sluit de eenfasige wisselstroomkabel (oplader) aan
op de oplader en sluit vervolgens de eenfasige wisselstroomkabel (voeding) aan op een stopcontact.
13 2
≥16 A
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
61
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
3. Zodra het opladen is voltooid, brandt de status-LED van het laadkanaal op de oplader continu groen.
Koppel de accu los van de oplader.
Gebruikers kunnen ook de D12000i multifunctionele omvormergenerator of de D6000i
multifunctionele omvormergenerator gebruiken om de vluchtaccu op te laden. Raadpleeg de
bijbehorende gebruikershandleiding voor meer informatie.
Accu's conditioneren
De levensduur van de accu kan worden verkort als deze gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt.
Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op en ontlaad deze ten minste
éénmaal per drie maanden om een goede prestatie van de accu te garanderen.
Als een accu vijf maanden of langer niet is opgeladen of ontladen, valt de accu niet meer
onder de garantie.
Accu's vervangen
De accu mag niet opnieuw worden gebruikt als er een ongeluk plaatsvindt. Gebruikers moeten de accu
onmiddellijk vervangen. Zie de details hieronder.
1. Gebruik NOOIT gezwollen, lekkende of beschadigde accu's.
2. Gebruik GEEN accu die gevallen is.
3. Als de accu in het water valt terwijl het tijdens de vlucht in een drone is geplaatst, haal de accu er
dan onmiddellijk uit en plaats het op een veilige en open plek. Gebruik de accu NIET opnieuw.
4. Als de accu niet volledig ontladen kan worden, vervang dan de accu en neem contact op met een
professioneel bedrijf voor het recyclen van accu's voor hulp bij het afvoeren.
Onderhoudsprogramma
Operator voert lijst uit
1. Reinig alle onderdelen van de drone aan het einde van elke dag spuiten nadat de drone weer op
normale temperatuur is. Reinig de drone NIET onmiddellijk nadat de taken zijn voltooid.
a. Vul de sproeitank met schoon water of zeepwater en spuit het water door de sprinklers totdat de
tank leeg is. Herhaal de stap nog twee keer.
b. Verwijder de zeef en sprinklers van de sproeitank om ze te reinigen en verstoppingen te
verwijderen. Dompel ze daarna gedurende 12 uur onder in schoon water.
c. Zorg ervoor dat de constructie van de drone volledig is aangesloten, zodat deze direct met
water kan worden gewassen. Het wordt aanbevolen om een sproeier met water te gebruiken
om de dronebehuizing te reinigen en af te vegen met een zachte borstel of natte doek voordat u
waterresten verwijdert met een droge doek.
d. Als er stof of pesticidevloeistof op de motoren, propellers of koellichamen zit, veeg deze dan af
met een natte doek voordat u de resterende waterresten met een droge doek reinigt.
e. Bewaar de gereinigde drone in een droge omgeving.
62
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
2. Veeg het oppervlak en het scherm van de afstandsbediening dagelijks na gebruik schoon met een
schone natte doek die met water is uitgewrongen.
3. Inspecteer de drone elke 100 vluchten of na een vlucht van meer dan 20 uur:
a. Controleer op versleten propellers en vervang deze.
b. Controleer op losse propellers. Vervang propellers en propellerringen indien nodig.
c. Controleer op verouderde kunststof of rubberen onderdelen.
d. Controleer op slechte verneveling van de sprinklers. Reinig de centrifugaalschijven van de
sprinklers grondig. Vervang de centrifugaalschijven in geval van zeer slechte verneveling.
e. Vervang de zeef van de sproeitank.
4. Houd de beschermkap van de radarmodule schoon. Reinig het oppervlak met een zachte, vochtige
doek en laat het aan de lucht drogen voordat u het weer gebruikt.
5. Veeg regelmatig het vuil van de gimbal van de FPV-camera. Houd de FPV-camera en de camera's
van het binoculaire zichtsysteem schoon. Zorg ervoor dat de drone is uitgeschakeld. Verwijder eerst
grotere stukken gruis of zand en veeg vervolgens de lens af met een schone, zachte doek om stof of
ander vuil te verwijderen.
Opmerking
1. In geval van neerstorten of een botsing moet u ervoor zorgen dat u elk onderdeel van de drone
grondig inspecteert en de nodige reparaties en vervangingen uitvoert voor uw volgende vlucht. Als u
problemen of vragen hebt, neem dan contact op met DJI Support of een door DJI erkende dealer.
2. Probeer de drone NIET te repareren als er onderdelen beschadigd zijn. Neem contact op met
DJI Support of een door DJI erkende dealer voor professionele onderhoudsdiensten. De tabel
Aanbevolen onderhoudscyclus T40/T20P-drone in de sectie Supplementen geeft een overzicht van
de aanbevolen onderhoudscyclus en het artikelonderhoud dat alleen door erkende DJI-dealers
wordt uitgevoerd.
3. Wanneer een vervangend onderdeel nodig is, zorg er dan voor dat u het nieuwe onderdeel alleen bij
een erkende DJI-dealer koopt.
Vind de dealerinformatie op https://www.dji.com/where-to-buy/agriculture-dealers
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
63
Supplementen
In dit hoofdstuk worden de specicaties van het gehele systeem, aanvullende functies van de drone, de
werking van optionele apparatuur en andere relevante informatie geïntroduceerd.
Technische gegevens
T40
Drone
Model 3WWDZ-40A
Gewicht 38 kg (excl. accu)
50 kg (incl. accu)
Max. startgewicht[1] Max. opstijggewicht voor spuiten: 90 kg (op zeeniveau)
Max. opstijggewicht voor spuiten: 101 kg (op zeeniveau)
Max. diagonale wielbasis 2.184 mm
Afmetingen
2800 × 3150 × 780 mm (armen en propellers uitgeklapt)
1590 × 1930 × 780 mm (armen uitgeklapt en propellers ingeklapt)
1125 × 750 × 850 mm (armen en propellers ingeklapt)
Nauwkeurigheidsbereik bij
zweven (met sterk GNSS-
signaal)
D-RTK ingeschakeld: horizontaal: ±10 cm, verticaal: ±10 cm
D-RTK uitgeschakeld:
horizontaal: ± 60 cm, verticaal: ± 30 cm (radarmodule ingeschakeld: ± 10 cm)
Gebruiksfrequentie[2] 2,4000-2,4835 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: <20 dBm (SRRC/CE/MIC), <33 dBm (FCC)
5,8 GHz: <33 dBm (SRRC/FCC), <14 dBm (CE)
RTK/GNSS-bedrijfsfrequentie GPS L1/L2, GLONASS F1/F2, BeiDou B1/B2, Galileo E1/E5
GNSS: GPS L1, GLONASS F1, Galileo E1, BeiDou B1
Zweeftijd[3]
Geen lading: 18 min. (opstijggewicht van 50 kg met een 30 Ah accu)
Volledig geladen voor spuiten: 7 min. (opstijggewicht van 90 kg met een 30 Ah
accu)
Volledig geladen voor verspreiding: 6 min. (opstijggewicht van 101 kg met een
30 Ah accu)
Max. congureerbare
vliegradius 2000 m
Max. windbestendigheid 6 m/s
Bedrijfstemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Voorstuwingssysteem
Motoren
Statorgrootte 100 × 33 mm
KV 48 tpm/V
Vermogen 4000 met rotor
Propellers
Diameter 1371,6 mm
Aantal rotors 8
64
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Dubbel vernevelend spuitsysteem
Spuitreservoir
Volume Vol: 40 L
Laadvermogen in bedrijf[1] Volledig: 40 kg
Sprinklerinstallaties
Model LX8060SZ
Aantal 2
Druppelgrootte 50-500 μm
Max. effectieve
spuitbreedte[4]
11 m (op een hoogte van 2,5 m boven de gewassen met een vliegsnelheid
van 7 m/s)
Toevoerpompen
Type Magnetische aandrijving waaierpomp
Max. stroomsnelheid 6 l/min × 2
Actief gefaseerde array omnidirectionele radar
Model RD2484R
Terrein volgen Max. helling in bergmodus: 30°
Vermijden van obstakels[5]
Obstakeldetectiebereik (horizontaal): 1,5-50 m
Detectiegebied: Horizontaal 360°, verticaal ±45°
Werkomstandigheden: vliegen hoger dan 1,5 m over het obstakel met een
snelheid van niet meer dan 7 m/s
Afstand veiligheidslimiet: 2,5 m (afstand tussen de voorkant van propellers en
het obstakel na remmen)
Vermijden van obstakels: vermijden van obstakels in de horizontale richting.
Obstakeldetectiebereik (omhoog): 1,5-30 m
Detectiegebied: 45°
Werkomstandigheden: beschikbaar tijdens het opstijgen, landen en klimmen
wanneer een obstakel zich meer dan 1,5 m boven de drone bevindt.
Afstand veiligheidslimiet: 3 m (afstand tussen de bovenkant van de drone en
het obstakel na remmen)
Richting voor het vermijden van obstakels: omhoog
Bedieningsfrequentie 24,05-24,25 GHz (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Stroomverbruik 15 W
Zendervermogen (EIRP) <20 dBm (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Werkspanning DC 15V
Bedrijfstemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Actief gefaseerde array achterwaartse en neerwaartse radar
Model RD2484B
Hoogtedetectie[5] Hoogtedetectiebereik: 1-45 m
Werkbereik stabilisatie: 1,5-30 m
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
65
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Vermijden van obstakels[5]
Obstakeldetectiebereik (achterwaarts): 1,5-30 m
Detectiegebied: Horizontaal ±60°, verticaal ±25°
Werkomstandigheden: beschikbaar tijdens het opstijgen, landen en opstijgen
wanneer de afstand tussen de achterkant van de drone en het obstakel
meer dan 1,5 m bedraagt en de snelheid van de drone niet meer dan 7 m/s
bedraagt.
Afstand veiligheidslimiet: 2,5 m (afstand tussen de voorkant van propellers en
het obstakel na remmen)
Richting voor het vermijden van obstakels: achteruit
Bedieningsfrequentie 24,05-24,25 GHz (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Stroomverbruik 4 W
Zendervermogen (EIRP) <20 dBm (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Werkspanning DC 15V
Bedrijfstemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Binoculair zichtsysteem
Meetbereik 0,4 – 25 m
Effectieve detectiesnelheid ≤10 m/s
Gezichtsveld Horizontaal: 90°, verticaal: 106°
Gebruiksomgeving Voldoende lichte en waarneembare omgeving
Afstandsbediening
Model RM700B
GNSS GPS + Galileo + BeiDou
Scherm 7,02 inch LCD-touchscreen met een resolutie van 1920×1200 pixels en een
hoge helderheid van 1200 cd/m2
Bedrijfstemperatuur -20 tot 50°C
Opslagtemperatuurbereik
Minder dan een maand: -30 tot 45°C
Een tot drie maanden: -30 tot 35°C
Drie maanden tot een jaar: -30 to 30°C
Laadtemperatuur 5 tot 40°C
Chemisch systeem voor
interne accu's LiNiCoAIO2
Bedrijfstijd interne accu 3 uur en 18 minuten
Bedrijfstijd externe accu 2 uur en 42 minuten
Oplaadtype
Het wordt aanbevolen om een lokaal gecerticeerde USB-C-lader te gebruiken
bij een maximaal nominaal vermogen van 65 W en een maximale spanning
van 20 V, zoals de DJI 65W draagbare oplader.
Oplaadtijd
2 uur voor interne accu of interne en externe accu (wanneer de
afstandsbediening is uitgeschakeld en een standaard DJI-lader wordt
gebruikt)
O3 Agras
Gebruiksfrequentie[2] 2,4000-2,4835 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: <33 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: <33 dBm (FCC), <14 dBm (CE), <23 dBm (SRRC)
66
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Max. zendafstand 7 km (FCC), 5 km (SRRC), 4 km (MIC/CE)
(zonder obstakels, zonder interferentie en op een hoogte van 2,5 m)
Wifi
Protocol Wi 6
Gebruiksfrequentie[2] 2,4000-2,4835 GHz, 5,150-5,250 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP)
2,4 GHz: <26 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,1 GHz: <26 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: <26 dBm (FCC/SRRC), <14 dBm (CE)
Bluetooth
Protocol Bluetooth 5.1
Bedieningsfrequentie 2,4000-2,4835 GHz
Zendervermogen (EIRP) <10 dBm
[1] De DJI Agras-app zal op intelligente wijze de gewichtslimiet van de lading voor de tank aanbevelen, op basis van de
huidige status en omgeving van de drone. Overschrijd de aanbevolen gewichtslimiet voor het laadvermogen bij het
toevoegen van materiaal aan de tank niet. Anders kan de vliegveiligheid in gevaar komen.
[2] In sommige landen zijn frequenties van 5,8 en 5,1 GHz verboden. In sommige landen is de 5,1 GHz frequentie alleen
toegestaan voor gebruik binnenshuis.
[3] Zweeftijd op zeeniveau met windsnelheid lager dan 3 m/s en een temperatuur van 25°C. Uitsluitend ter referentie. De
gegevens kunnen variëren afhankelijk van de omgeving. Werkelijke resultaten overeenkomen met de testresultaten.
[4] De spuitbreedte is afhankelijk van de werkelijke bedrijfsscenario's.
[5] Het effectieve detectiebereik varieert afhankelijk van het materiaal, de positie, de vorm en andere eigenschappen van
het obstakel.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
67
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
T20P
Drone
Model 3WWDZ-20A
Gewicht 26 kg (excl. accu)
32 kg (incl. accu)
Max. startgewicht[1] Max. opstijggewicht voor spuiten: 52 kg (op zeeniveau)
Max. opstijggewicht voor spuiten: 58 kg (op zeeniveau)
Max. diagonale wielbasis 2190 mm
Afmetingen
2800 × 3125 × 640 mm (armen en propellers uitgeklapt)
1565 × 1915 × 640 mm (armen uitgeklapt en propellers ingeklapt)
1077 × 620 × 670 mm (armen en propellers ingeklapt)
Nauwkeurigheidsbereik
zweven
(met sterk GNSS-signaal)
D-RTK ingeschakeld: horizontaal: ±10 cm, verticaal: ±10 cm
D-RTK uitgeschakeld:
horizontaal: ± 60 cm, verticaal: ± 30 cm (radarmodule ingeschakeld: ± 10 cm)
Gebruiksfrequentie[2] 2,4000-2,4835 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: <20 dBm (SRRC/CE/MIC), <33 dBm (FCC)
5,8 GHz: <33 dBm (SRRC/FCC), <14 dBm (CE)
RTK/GNSS-bedrijfsfrequentie GPS L1/L2, GLONASS F1/F2, BeiDou B1/B2, Galileo E1/E5
GNSS: GPS L1, GLONASS F1, Galileo E1, BeiDou B1
Zweeftijd[3]
Geen lading: 14,5 min. (opstijggewicht van 32 kg met een 13 Ah accu)
Volledig geladen voor spuiten: 7 min. (opstijggewicht van 52 kg met een 13 Ah
accu)
Volledig geladen voor verspreiding: 6 min. (opstijggewicht van 58 kg met een 13
Ah accu)
Max. congureerbare
vliegradius 2000 m
Max. windbestendigheid 6 m/s
Bedrijfstemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Voorstuwingssysteem
Motoren
Statorgrootte 100 × 33 mm
KV 48 tpm/V
Vermogen 4000 met rotor
Propellers
Diameter 1371,6 mm
Aantal rotors 4
Dubbel vernevelend spuitsysteem
Spuitreservoir
Volume Vol: 20 L
Laadvermogen in bedrijf[1] Volledig: 20 kg
68
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Sprinklerinstallaties
Model LX8060SZ
Aantal 2
Druppelgrootte 50-500 μm
Max. eectieve spuitbreedte[4] 7 m (op een hoogte van 2,5 m boven de gewassen met een vliegsnelheid van 7
m/s)
Toevoerpompen
Type Magnetische aandrijving waaierpomp
Max. stroomsnelheid 6 l/min × 2
Actief gefaseerde array omnidirectionele radar
Model RD2484R
Terrein volgen Max. helling in bergmodus: 30°
Vermijden van obstakels[5]
Obstakeldetectiebereik (horizontaal): 1,5-50 m
Detectiegebied: Horizontaal 360°, verticaal ±45°
Werkomstandigheden: vliegen hoger dan 1,5 m over het obstakel met een
snelheid van niet meer dan 7 m/s
Afstand veiligheidslimiet: 2,5 m (afstand tussen de voorkant van propellers en het
obstakel na remmen)
Vermijden van obstakels: vermijden van obstakels in de horizontale richting.
Obstakeldetectiebereik (omhoog): 1,5-30 m
Detectiegebied: 45°
Werkomstandigheden: beschikbaar tijdens het opstijgen, landen en klimmen
wanneer een obstakel zich meer dan 1,5 m boven de drone bevindt.
Afstand veiligheidslimiet: 3 m (afstand tussen de bovenkant van de drone en het
obstakel na remmen)
Richting voor het vermijden van obstakels: omhoog
Bedieningsfrequentie 24,05-24,25 GHz (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Stroomverbruik 15 W
Zendervermogen (EIRP) <20 dBm (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Werkspanning DC 15V
Bedrijfstemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Actief gefaseerde array achterwaartse en neerwaartse radar
Model RD2484B
Hoogtedetectie[5] Hoogtedetectiebereik: 1-45 m
Werkbereik stabilisatie: 1,5-30 m
Vermijden van obstakels[5]
Obstakeldetectiebereik (achterwaarts): 1,5-30 m
Detectiegebied: Horizontaal ±60°, verticaal ±25°
Werkomstandigheden: beschikbaar tijdens het opstijgen, landen en opstijgen
wanneer de afstand tussen de achterkant van de drone en het obstakel meer dan
1,5 m bedraagt en de snelheid van de drone niet meer dan 7 m/s bedraagt.
Afstand veiligheidslimiet: 2,5 m (afstand tussen de voorkant van propellers en het
obstakel na remmen)
Richting voor het vermijden van obstakels: achteruit
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
69
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Bedieningsfrequentie 24,05-24,25 GHz (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Stroomverbruik 4 W
Zendervermogen (EIRP) <20 dBm (NCC/FCC/MIC/KCC/CE)
Werkspanning DC 15V
Bedrijfstemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Binoculair zichtsysteem
Meetbereik 0,4 – 25 m
Eectieve detectiesnelheid ≤10 m/s
Gezichtsveld Horizontaal: 90°, verticaal: 106°
Gebruiksomgeving Voldoende lichte en waarneembare omgeving
Afstandsbediening
Model RM700B
GNSS GPS + Galileo + BeiDou
Scherm 7,02 inch LCD-touchscreen met een resolutie van 1920×1200 pixels en een hoge
helderheid van 1200 cd/m2
Bedrijfstemperatuur -20 tot 50°C
Opslagtemperatuurbereik
Minder dan een maand: -30 tot 45°C
Een tot drie maanden: -30 tot 35°C
Drie maanden tot een jaar: -30 to 30°C
Laadtemperatuur 5 tot 40°C
Chemisch systeem voor
interne accu's LiNiCoAIO2
Bedrijfstijd interne accu 3 uur en 18 minuten
Bedrijfstijd externe accu 2 uur en 42 minuten
Oplaadtype
Het wordt aanbevolen om een lokaal gecerticeerde USB-C-lader te gebruiken bij
een maximaal nominaal vermogen van 65 W en een maximale spanning van 20 V,
zoals de DJI 65W draagbare oplader.
Oplaadtijd 2 uur voor interne accu of interne en externe accu (wanneer de afstandsbediening
is uitgeschakeld en een standaard DJI-lader wordt gebruikt)
O3 Agras
Gebruiksfrequentie[2] 2,4000-2,4835 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: <33 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: <33 dBm (FCC), <14 dBm (CE), <23 dBm (SRRC)
Max. zendafstand 7 km (FCC), 5 km (SRRC), 4 km (MIC/CE)
(zonder obstakels, zonder interferentie en op een hoogte van 2,5 m)
Wifi
Protocol Wi 6
Gebruiksfrequentie[2] 2,4000-2,4835 GHz, 5,150-5,250 GHz, 5,725-5,850 GHz
Zendervermogen (EIRP)
2,4 GHz: <26 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,1 GHz: <26 dBm (FCC), <23 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: <26 dBm (FCC/SRRC), <14 dBm (CE)
70
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Bluetooth
Protocol Bluetooth 5.1
Bedieningsfrequentie 2,4000-2,4835 GHz
Zendervermogen (EIRP) <10 dBm
[1] De DJI Agras-app zal op intelligente wijze de gewichtslimiet van de lading voor de tank aanbevelen, op basis van de
huidige status en omgeving van de drone. Overschrijd de aanbevolen gewichtslimiet voor het laadvermogen bij het
toevoegen van materiaal aan de tank niet. Anders kan de vliegveiligheid in gevaar komen.
[2] In sommige landen zijn frequenties van 5,8 en 5,1 GHz verboden. In sommige landen is de 5,1 GHz frequentie alleen
toegestaan voor gebruik binnenshuis.
[3] Zweeftijd op zeeniveau met windsnelheid lager dan 3 m/s en een temperatuur van 25°C. Uitsluitend ter referentie. De
gegevens kunnen variëren afhankelijk van de omgeving. Werkelijke resultaten overeenkomen met de testresultaten.
[4] De spuitbreedte is afhankelijk van de werkelijke bedrijfsscenario's.
[5] Het effectieve detectiebereik varieert afhankelijk van het materiaal, de positie, de vorm en andere eigenschappen van
het obstakel.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
71
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Hervatting van de bewerking
Bij het verlaten van een route, A-B-route of Fruitboom-bediening registreert de drone een
onderbrekingspunt. Met de functie Hervatting bediening kan de gebruiker een bediening tijdelijk
pauzeren om de spuittank bij te vullen, de accu te vervangen of obstakels handmatig te vermijden.
Hervat daarna de bediening vanaf het onderbrekingspunt.
Een onderbrekingspunt registeren
Als GNSS-signalen sterk zijn, wordt tijdens een operatie een onderbrekingspunt geregistreerd in de
volgende scenario's. Als de GNSS-signalen zwak zijn, gaat de drone naar de attitude-modus en verlaat
de huidige bediening. De laatste positie waar GNSS-signalen sterk waren, wordt geregistreerd als een
onderbrekingspunt.
1. Tik op de knop Pauzeren of Einde in de rechterbenedenhoek van het scherm. Opmerking: het
tikken op de knop Einde tijdens een A-B-route-bediening zorgt er niet voor dat de drone een
onderbrekingspunt registreert. De bediening eindigt onmiddellijk en kan niet worden hervat.
2. RTH initialiseren.
3. Duw het kantel- of de roljoystick in een willekeurige richting op de afstandsbediening.
4. Obstakel gedetecteerd. De drone remt en gaat naar de modus voor het vermijden van obstakels.
5. Fout in radarmodule gedetecteerd wanneer de functie voor het vermijden van obstakels is
ingeschakeld.
6. De drone bereikt zijn afstands- of hoogtelimiet, of de drone bevindt zich in de buurt van een GEO-
zone.
7. Tank leegmaken.
8. De drone gaat naar de landingsmodus met laag accuniveau.
9. Als de optie "Doorgaan met bediening als het signaal van de afstandsbediening verloren gaat" is
uitgeschakeld in de drone-instellingen en de drone wordt losgekoppeld van de afstandsbediening,
registreert de drone een onderbrekingspunt nadat het de vooraf ingestelde actie uitvoert voor
wanneer de signalen verloren gaan.
Zorg ervoor dat het GNSS-signaal sterk is wanneer u de functie Hervatting bediening
gebruikt.
Anders kan de drone niet registreren en terugkeren naar het onderbrekingspunt.
Het onderbrekingspunt wordt bijgewerkt zolang het aan een van de bovenstaande
voorwaarden voldoet.
Als de RTK-positionering niet in gebruik is en de bediening langer dan 25 minuten wordt
gepauzeerd tijdens een A-B-routebediening, schakelt het systeem automatisch over naar de
bedieningsmodus Handmatig en wordt het onderbrekingspunt gewist.
Bediening hervatten
1. Sluit een bediening af via een van de bovenstaande methoden. De drone registreert de huidige
locatie als het onderbrekingspunt.
2. Vlieg de drone naar een veilige locatie na het besturen van de drone of het verwijderen van de
voorwaarden voor het registreren van een onderbrekingspunt.
72
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
3. Retourroute
Voor routebedieningen wordt hervatting van vluchtefciënte activiteiten beschikbaar als aan een van
de volgende voorwaarden wordt voldaan. De app berekent het optimale retourpunt op basis van
het onderbrekingspunt en de dronelocatie om de vliegafstand te verminderen bij het dragen van
meer lading. Zorg ervoor dat Vluchtefciënte hervatting bediening is ingeschakeld in Geavanceerde
instellingen onder Drone-instellingen voordat u de functie gebruikt.
De drone landt op de grond nadat de vlucht is gepauzeerd.
Verlaat een bediening door op de knop Einde te tikken en start deze bediening vervolgens
opnieuw in de tag Uitvoeren in de bedieningslijst.
Voor Routebedieningen die niet voldoen aan de hierboven vermelde voorwaarden, evenals voor
bedieningen in andere modi, is de retourroute als volgt.
De standaard retourroute is om terug te vliegen naar het onderbrekingspunt. Gebruikers kunnen ook
een retourpunt selecteren uit de lijst met retourpunten en onderbrekingspunten op het scherm, wat
betekent dat de drone terugkeert naar de taakroute via een loodrechte lijn. Nadat u een bediening
hebt afgesloten door op de knop Einde te tikken, hervat u de bediening door de tag Uitvoeren in de
bedieningslijst te selecteren om de bediening opnieuw toe te passen en de retourroute te selecteren.
4. Tik op Hervatten in de rechterbenedenhoek van het scherm en de drone vliegt naar de taakroute
door de geselecteerde retourroute te volgen en verder te spuiten. Voor route- en fruitboom-
bedieningen wordt Verbindingsroutering ondersteund voor retourvluchten.
5. Als het vermijden van obstakels vereist is bij terugkeer naar de route, kunnen gebruikers de drone
voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts besturen. Raadpleeg de sectie Handmatige vermijding van
obstakels voor meer informatie.
Gangbare toepassingen
In de bedieningsmodus Route, A-B-route of Fruitboom kunnen gebruikers de drone voorwaarts,
achterwaarts en zijwaarts besturen, waardoor obstakels langs de vluchtroute worden vermeden,
of in een noodsituatie zoals wanneer de drone abnormaal gedrag ervaart. De volgende instructies
beschrijven hoe u handmatig obstakels kunt vermijden:
Handmatige obstakelvermijding
C
D
E1
E2
E3
Obstakel
Draaipunt
Bedieningsroute
Handmatige vliegroute
Route voor automatisch retour
Legenda
1. Een Route, A-B-route of Fruitboom verlaten
In deze modi schakelt de drone, wanneer het de joysticks gebruikt om de drone vooruit, achteruit of
opzij te besturen, automatisch de huidige modus over naar de handmatige bedrijfsmodus, pauzeert
het de vluchtuitvoering, registreert de huidige positie als een onderbrekingspunt (punt C), voltooit het
bijbehorende vlieggedrag en zweeft.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
73
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Bij het duwen van de joysticks om de bediening te verlaten, vereist de drone een remafstand.
Zorg ervoor dat er een veilige afstand is tussen de drone en eventuele obstakels.
2. Een obstakel vermijden
Na het overschakelen naar de bedieningsmodus Handmatig kunnen gebruikers de drone besturen
om het obstakel van punt C naar D te vermijden.
3. Bediening hervatten
Selecteer een van de drie retourpunten gemarkeerd als E1, E2 of E3. Tik op Hervatten en de drone
vliegt van het punt gemarkeerd met D naar het geselecteerde retourpunt via een loodrechte lijn.
Het aantal selecteerbare retourpunten is gerelateerd aan de positie van de drone. Selecteer
op basis van het app-display.
Zorg ervoor dat de drone het obstakel volledig heeft vermeden voordat de bediening wordt
hervat.
Zorg er in geval van nood voor dat de drone normaal functioneert en vlieg de drone
handmatig naar een veilig gebied om de vlucht te hervatten.
Herhaal de bovenstaande instructies om te verlaten en de bediening te hervatten in geval van
nood wanneer u terugkeert naar de route, zoals wanneer het vermijden van obstakels vereist is.
Bescherming van systeemgegevens
In de bedieningsmodus Route, A-B-route of Fruitboom stelt de functie Systeemgegevensbescherming
de drone in staat om vitale systeemgegevens te bewaren, zoals de voortgang van de vluchtuitvoering
en onderbrekingspunten nadat de drone is uitgeschakeld om een accu te vervangen of de spuittank
bij te vullen. Volg de instructies in Hervatting bediening om de bediening te hervatten nadat de drone
opnieuw is opgestart.
Tijdens Routebedieningen, in situaties zoals wanneer de app crasht of de afstandsbediening loskoppelt
van de drone, wordt het onderbrekingspunt geregistreerd door de vluchtcontroller en automatisch
hersteld in de app zodra de drone opnieuw is verbonden. Als herstel niet automatisch wordt uitgevoerd,
kunnen gebruikers de bediening handmatig uitvoeren. Ga naar Geavanceerde instellingen onder Drone-
instellingen in de app en tik op Onvoltooide taak voortzetten. Roep de bediening op in de tag Uitvoeren
in de bedieningslijst.
Waarschuwing lege tank
Kenmerken
De drone berekent de lege tank en vulpunten volgens de vooraf ingestelde drempel voor het resterende
vloeistofniveau, het huidige resterende vloeistofniveau, de dronestatus en de bedieningsparameters
en geeft het lege tankpunt weer op de kaart. Bij Route-, A-B-route- en Fruit Tree-bedieningen kunnen
gebruikers de actie instellen die de drone zal uitvoeren voor een lege tankpunt.
74
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Het lege tankpunt wordt niet weergegeven op de kaart als de tank niet wordt berekend dat de
tank leeg raakt voor het einde van de taakroute.
Bij Routebedieningen wordt bij het toevoegen van vloeistof aan de spuittank of het aanpassen
van de bedieningsparameters het leeg tankpunt dynamisch bijgewerkt op de bedieningsroute
op basis van de hoeveelheid toegevoegde vloeistof en de aangepaste instellingen.
Gebruik
1. Schakel in de drone-instellingen de weergave van het leeg tankpunt in en stel de actie voor de lege
tank in.
2. Wanneer er een waarschuwing voor een lege tank verschijnt in de app, worden de sprinklers
automatisch uitgeschakeld en voert de drone de vooraf ingestelde actie voor een lege tank uit.
3. Land de drone en stop de motoren. Vul de spuittank bij en maakt het deksel stevig vast.
4. Selecteer een bedieningsmodus en ga verder met de bediening.
Terug naar thuisbasis (Return to Home, RTH)
Thuisbasis: De standaard thuisbasis is de eerste locatie waar uw drone sterke GNSS-signalen
ontving . Merk op dat het witte GNSS-pictogram ten minste vier balken vereist voordat het
signaal sterk is.
RTH: Terug naar thuisbasis (RTH) brengt de drone terug naar de laatst geregistreerde
thuisbasis.
Er zijn drie soorten RTH: Smart RTH, RTH bij laag accuniveau, en RTH met uitvalbeveiliging.
Smart RTH
Houd de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt wanneer GNSS beschikbaar is om Smart RTH in
te schakelen. Zowel Smart RTH als RTH met uitvalbeveiliging gebruiken dezelfde procedure. Met Smart
RTH kunt u de hoogte van de drone regelen om botsingen te voorkomen wanneer u terugkeert naar de
thuisbasis. Druk eenmaal op de RTH-knop of druk tegen de kanteljoystick om Smart-RTH te verlaten en
de controle over de drone weer over te nemen.
RTH bij laag accuniveau
RTH bij laag accuniveau is alleen beschikbaar in Route- en A-B-route-bedieningen. Als de actie Accu
bijna leeg is ingesteld op RTH in de instellingen van de drone-accu in de app, pauzeert de drone de
bediening en gaat automatisch naar RTH wanneer het niveau van de drone-accu de drempel voor laag
accuniveau bereikt. Tijdens RTH kunnen gebruikers de hoogte van de drone regelen om botsingen
te voorkomen bij terugkeer naar de thuisbasis. Druk eenmaal op de RTH-knop of druk tegen de
kanteljoystick om RTH te verlaten en de controle over de drone weer over te nemen.
De drone gaat niet over naar RTH als de actie Laag accuniveau is ingesteld op Waarschuwing in de
instellingen voor de drone-accu in de app.
RTH met uitvalbeveiliging
Raadpleeg de noodprocedures voor meer informatie over RTH met uitvalbeveiliging.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
75
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
De thuisbasis bijwerken
U kunt de thuisbasis in DJI Agras tijdens de vlucht bijwerken. Er zijn twee manieren om een thuisbasis in
te stellen:
1. Stel de huidige coördinaten van de drone in als de thuisbasis.
2. Stel de huidige coördinaten van de afstandsbediening in als de thuisbasis.
Zorg ervoor dat de ruimte boven de GNSS-module van de afstandsbediening (die zich in de
plaats boven de vluchtschakelaarmodus bevindt) niet wordt belemmerd en dat er geen hoge
gebouwen in de buurt zijn bij het bijwerken van de thuisbasis.
Volg onderstaande instructies om de thuisbasis bij te werken:
1. Ga in DJI Agras naar Bedieningsweergave.
2. Tik op , vervolgens op en selecteer in de instellingen voor de locatie van de thuisbasis om
de huidige coördinaten van de drone als de thuisbasis in te stellen.
3. Tik op , vervolgens op en selecteer in de instellingen voor de locatie van de thuisbasis om de
huidige coördinaten van de afstandsbediening als de thuisbasis in te stellen.
4. De dronestatusindicatoren knipperen groen om aan te geven dat de nieuwe thuisbasis met succes is
ingesteld.
Waarschuwingen voor laag accuniveau en laag voltage
De drone heeft een waarschuwing voor laag accuniveau, een waarschuwing voor een kritiek laag
accuniveau en een waarschuwing voor een kritiek laag voltage.
1. Wanneer de waarschuwing voor een laag accuniveau in de app verschijnt, vliegt u de drone naar
een veilig gebied en landt u zo snel mogelijk. Stop de motoren en vervang de accu. De drone gaat
automatisch naar RTH nadat het waarschuwingsbericht Laag accuniveau verschijnt in de app als de
actie Laag accuniveau is ingesteld op RTH in de instellingen voor de drone-accu.
2. De drone zal automatisch dalen en landen wanneer de waarschuwing voor een kritiek laag
accuniveau of kritieke spanning (accuspanning lager dan 47,6 V) verschijnt in de app. Landen kan
niet worden geannuleerd.
Gebruikers kunnen de drempel voor waarschuwingen voor laag accuniveau instellen in de app.
RTK-functies
De drone heeft een onboard D-RTK. De koersreferentie van de drone vanaf de dubbele antennes van
de onboard D-RTK is nauwkeuriger dan een standaard kompassensor en is bestand tegen magnetische
interferentie door metalen structuren en hoogspanningskabels. Wanneer er een sterk GNSS-signaal is,
worden de dubbele antennes automatisch geactiveerd om de koers van de drone te meten.
De drone ondersteunt positionering op centimeterniveau om de landbouwactiviteiten te verbeteren
wanneer het wordt gebruikt met het DJI D-RTK 2 mobiele station. Volg onderstaande instructies om de
RTK-functies te gebruiken.
76
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
RTK inschakelen/uitschakelen
Controleer vóór elk gebruik of de RTK-signaalbron correct is ingesteld op D-RTK 2 mobiel station of
Netwerk RTK. Anders kan RTK niet worden gebruikt voor positionering. Ga naar Bedieningsweergave in
de app, tik op en selecteer RTK om het te bekijken en in te stellen.
Stel de RTK-signaalbron in op Geen als RTK-positionering niet in gebruik is. Anders kan de drone niet
opstijgen als er geen differentiële gegevens zijn.
Gebruik met het DJI D-RTK 2 mobiele station
1. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het D-RTK 2 mobiele station voor meer informatie over het
voltooien van de koppeling tussen de drone en het mobiele station en het instellen van het mobiele
station.
2. Schakel het mobiele station in en wacht tot het systeem begint te zoeken naar satellieten. Het RTK-
statuspictogram boven aan de Bedieningsweergave in de app geeft
RTK
FIX
aan dat de drone de
differentiële gegevens van het mobiele station heeft verkregen en gebruikt.
Gebruik met de Netwerk RTK-service
De Netwerk-RTK-service gebruikt de afstandsbediening in plaats van het basisstation om verbinding
te maken met een goedgekeurde Netwerk-RTK-server voor differentiële gegevens. Houd de
afstandsbediening ingeschakeld en verbonden met internet terwijl u deze functie gebruikt.
1. Zorg ervoor dat de afstandsbediening is verbonden met de drone en internettoegang heeft.
2. Ga naar Bedieningsweergave in de app, tik op en vervolgens op RTK. Stel de RTK-signaalbron in
op Aangepast Netwerk-RTK en voer de netwerkinformatie in.
3. Wacht tot de afstandsbediening is verbonden met de Netwerk-RTK-server. Het RTK-statuspictogram
boven aan de Bedieningsweergave in de app geeft
RTK
FIX
aan dat de drone de RTK-gegevens van de
server heeft verkregen en gebruikt.
Leds van de drone
Er zijn leds op de framearmen gemarkeerd met M1 tot M4. De leds op de framearmen M1 en M2 zijn
leds aan de voorkant die continu rood branden om de voorkant van de drone aan te geven. De leds op
de framearmen M3 en M4 zijn leds aan de achterkant die continu groen branden om de achterkant van
de drone aan te geven. Alle leds worden uitgeschakeld wanneer de drone op de grond staat.
M1M2
M3 M4
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
77
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
De firmware updaten
De rmware van de afstandsbediening, de drone en andere apparaten zoals de intelligente lader en
de multifunctionele omvormgenerator kunnen samen worden bijgewerkt in de DJI Agras-app. Volg de
onderstaande stappen.
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in. Zorg ervoor dat de afstandsbediening toegang heeft
tot internet via wi of de mobiele dongle. Het rmwarebestand kan groot zijn. Het wordt aanbevolen
om wi te gebruiken.
2. Er verschijnt een bericht onderaan in het startscherm in DJI Agras wanneer er een nieuwe rmware-
update beschikbaar is. Tik op de melding om het rmware-scherm te openen.
3. Sluit het apparaat aan op de USB-A-poort op de afstandsbediening om de firmware van de
intelligente lader of multifunctionele omvormgenerator bij te werken. Tik op het vervolgkeuzemenu
voor elk apparaat en selecteer de rmware. Er verschijnt een vinkje op het apparaat dat in de app
wordt weergegeven wanneer er rmware is geselecteerd voor het bijbehorende apparaat. Schakel
het vinkje uit om de update te annuleren.
4. Tik op Alles bijwerken om naar het updatescherm te gaan. De app downloadt de rmware voor alle
geselecteerde apparaten en werkt deze automatisch bij.
5. Zorg ervoor dat alle apparaten zijn verbonden met de afstandsbediening en wacht tot de update is
voltooid. De leds aan de voorkant van de drone knipperen geel tijdens een update.
6. De indicatoren aan de voorkant van de drone branden groen nadat een update is voltooid. Start de
afstandsbediening en de drone handmatig opnieuw. Als de indicatielampjes continu rood branden
om aan te geven dat een rmware-update is mislukt, probeer de update dan opnieuw uit te voeren.
DJI-assistent 2 voor MG
Congureer de instellingen van de basisparameters, kopieer vluchtrecords en update de rmware van
de drone en afstandsbediening in DJI Assistant 2 voor MG.
Installatie en starten
1. Download het installatiebestand DJI Assistant 2 voor MG van de downloadpagina van de T40 of
T20P:
https://www.dji.com/t40/downloads of https://www.dji.com/t20p/downloads
2. Installeer de software.
3. Start DJI-assistent 2 voor MG.
Gebruik van DJI-assistent 2 voor MG
De drone aansluiten
Sluit de USB-C-poort onder de onderste deksel aan de voorkant van de drone aan op een computer
met een USB-C-kabel en schakel de drone vervolgens in.
Zorg ervoor dat u de propellers verwijdert voordat u DJI Assistant 2 voor MG gebruikt.
Verwijder vóór gebruik het waterdichte deksel van de USB-C-poort. Bevestig het waterdichte
deksel na gebruik aan de poort. Anders kan er water in de poort komen, wat tot kortsluiting kan
leiden.
Firmware-update
Voor rmware-updates is een DJI-account vereist. Log in of registreer een account.
78
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Logboek exporteren
Bekijk alle logboeken van de drone en selecteer de logboeken om te exporteren.
Simulator
Klik op Openen om de vluchtsimulatieweergave te openen. Voer locatie- en omgevingsparameters in en
klik op Congureren om op te slaan. Klik op Simulatie starten om de vluchtsimulatie te starten.
Basisinstellingen
Congureer het stationair toerental van en test de motor.
De afstandsbediening aansluiten
Sluit de USB-C-poort van de afstandsbediening aan op een computer met een USB-C-kabel en schakel
de afstandsbediening in.
Firmware-update
Voor rmware-updates is een DJI-account vereist. Log in of registreer een account.
Logboek exporteren
Bekijk alle logboeken van de afstandsbediening en selecteer de logboeken om te exporteren.
Schakel de afstandsbediening NIET uit tijdens de update.
Voer de firmware-update NIET uit terwijl de drone in de lucht is. Voer de firmware-update
alleen uit wanneer de drone zich op de grond bevindt.
De afstandsbediening wordt mogelijk na het updaten van de drone losgekoppeld. Koppel de
afstandsbediening en de drone indien noodzakelijk opnieuw.
Intelligent Flight Battery
Accufuncties
1. Weergave accuniveau: de statusleds geven het huidige accuniveau aan. Druk op de aan-/uitknop
om te controleren.
2. Communicatie: accuparameters, inclusief de spanning en het vermogensniveau, worden naar de
drone verzonden zodat de drone de juiste actie kan ondernemen wanneer de accuparameters
veranderen.
3. Zelfdiagnose accufout: de accu kan fouten detecteren zoals abnormale spanning, stroom en
temperatuur, en een waarschuwing geven. De foutinformatie wordt vastgelegd in de accu.
4. Kortsluitingsdetectie: nadat de accu in de drone is geplaatst en is ingeschakeld, detecteert de accu
eerst of er kortsluiting in de drone aanwezig is. Als de accu wordt gedetecteerd, schakelt deze de
stroomvoorziening naar de drone uit om brand te voorkomen.
5. Oplaadfoutdetectie: fouten die optreden tijdens het opladen worden aangegeven door de statusleds.
Wanneer er een fout optreedt, wacht u totdat de accu de fout automatisch oplost. Raadpleeg het
gedeelte Ledpatronen voor meer informatie.
6. Automatische balancering: in bepaalde situaties balanceert de accu automatisch de spanningen
van de cellen.
7. Automatisch ontladen: als de accu langer dan één dag volledig is opgeladen, ontlaadt deze zich
automatisch tot 97%. Na 7 dagen ontlaadt hij automatisch naar 60%.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
79
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
8. Automatische stroomaanpassing: de accu past de laadstroom op intelligente wijze aan op basis
van de temperatuur van de accucellen. De accu ondersteunt ook zelfbescherming op basis van de
omgevingstemperatuur.
9. Temperatuurregeling: de accu zorgt ervoor dat het temperatuurverschil tussen de accucellen
hetzelfde is en binnen het toegestane temperatuurbereik blijft.
Raadpleeg de veiligheidsvereisten op het etiket van de accu voordat u deze voor het
eerst gebruikt. De gebruiker aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor eventuele
overtredingen van de op het etiket vermelde veiligheidseisen.
De productgarantie vervalt als er zich accufouten voordoen als gevolg van verkeerd gebruik
van de accu.
Het gebruik van de accu
Druk de aan-/uitknop in, vervolgens indrukken en ingedrukt houden om de accu aan te zetten nadat
deze op de drone is aangesloten. Wanneer de drone landt en de motoren stoppen, druk dan op de aan-/
uitknop. Vervolgens indrukken ingedrukt houden om de accu uit te schakelen en koppel de accu los van
de drone.
Gebruik de accu NIET in de buurt van warmtebronnen, zoals een oven of een kachel. Laat de
accu op warme dagen NIET achter in een voertuig.
Laat de accu NIET in contact komen met enige vorm van vloeistof. Laat de accu NIET in de
buurt van een vochtbron liggen en gebruik de accu NIET in vochtige omgevingen. De accu kan
anders gaan corroderen, wat kan leiden tot brand of ontplofng van de accu.
Gebruik NOOIT gezwollen, lekkende of beschadigde accu's. Wanneer uw accu een afwijking
heeft, neem dan contact op met een door DJI erkende dealer voor assistentie.
Zorg ervoor dat de accu is uitgeschakeld voordat u de drone verbind of loskoppelt. De
accu NIET aansluiten of loskoppelen terwijl deze is ingeschakeld. Anders kunnen de
voedingspoorten beschadigd raken.
Gebruik de accu in een temperatuurbereik van -5 °C tot 45 °C. Gebruik van accu's in een
omgeving warmer dan 50 °C kan leiden tot brand of een ontplofng. Gebruik van de accu bij
temperaturen onder -5 °C kan de prestaties van de accu negatief beïnvloeden. De accu kan
weer worden gebruikt wanneer deze weer op een normale temperatuur is.
Gebruik de accu NIET in sterk elektrostatische of elektromagnetische omgevingen of in de
buurt van hoogspanningslijnen. Anders raakt het accucircuit mogelijk defect, wat tot een ernstig
gevaar tijdens de vlucht leiden kan.
Demonteer of doorboor een accu NIET. Hij kan gaan lekken, in brand vliegen of exploderen.
De elektrolyten in de accu zijn zeer corrosief. Als een elektrolyt contact maakt met de huid of de
ogen, moet u het betreffende lichaamsdeel direct met water wassen. Ga daarna onmiddellijk
voor controle naar een arts.
Gebruik GEEN accu die gevallen is. Voer de accu af zoals beschreven in het gedeelte Accu
afvoeren.
Als de accu in het water valt terwijl het tijdens de vlucht in een drone is geplaatst, haal de accu
er dan onmiddellijk uit en plaats het op een veilige en open plek. Gebruik de accu NIET meer
en voer hem op de juiste manier af, zoals beschreven het gedeelte Accu afvoeren.
80
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Plaats de accu NIET in een magnetron of een container onder druk.
Plaats de accu NIET op of in de buurt van bedrading of andere metalen voorwerpen zoals
een bril, horloges, sieraden en haarspelden. Anders kunnen de accupoorten kortsluiting
veroorzaken.
Accu's NIET laten vallen of omstoten. Plaats GEEN zware voorwerpen op de accu's of het
station. Laat de accu's niet vallen.
Gebruik altijd een schone, droge doek bij het reinigen van de aansluitklemmen van de accu.
Vlieg NIET wanneer het accuvermogen lager is dan 15% om schade aan de accu en een
vliegrisico te voorkomen.
Zorg ervoor dat de accu correct is aangesloten. Anders kan de accu oververhit raken of zelfs
exploderen als gevolg van abnormaal opladen. Gebruik alleen goedgekeurde accu’s van
erkende dealers. DJI aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade veroorzaakt door het
gebruik van niet-goedgekeurde accu’s.
Zorg ervoor dat u de accu aan de hendel optilt.
Zorg ervoor dat de accu op een vlak oppervlak wordt geplaatst, om schade aan de accu door
scherpe voorwerpen te voorkomen.
Plaats NIETS op een accu. Anders kan de accu beschadigd raken, wat kan leiden tot
brandgevaar.
De accu is zwaar. Wees voorzichtig bij het verplaatsen van de accu om te voorkomen dat deze
valt. Als de accu is gevallen en beschadigd is, plaats de accu dan onmiddellijk in een open
ruimte buiten het bereik van mensen. Wacht 30 minuten en laat de accu 24 uur weken in water.
Nadat u hebt gecontroleerd of de accu volledig leeg is, voert u hem af in overeenstemming met
de lokale wetgeving.
Controleer vóór elk gebruik of de accu volledig is opgeladen.
Land de drone onmiddellijk als er een waarschuwing voor een kritiek accuniveau verschijnt en
vervang de accu door een volledig opgeladen accu.
Zorg ervoor dat de accu minimaal boven 5 °C is voordat u deze in een omgeving met lage
temperaturen gebruikt. Idealiter boven 20 °C.
Ledpatronen
De indicatoren van het accuniveau tonen het huidige accuniveau en de accustatus tijdens het
opladen en ontladen. De indicatoren worden hieronder beschreven:
Led brandt Led knippert
Ledlampje is uit
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
81
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Het accuniveau controleren
Als de accu in de energiebesparingsmodus is, drukt u één keer op de aan-/uitknop om het huidige
accuniveau te controleren.
LED1 LED2 LED3 LED4 Accuniveau
88-100%
75-87%
63-74%
50-62%
38-49%
25-37%
13-24%
0-12%
Ledpatronen tijdens het opladen
Tijdens het opladen knipperen de leds achtereenvolgens om het huidige accuniveau aan te geven. Alle
leds gaan uit na volledig opladen. Koppel de accu los wanneer het opladen is voltooid en gebruik altijd
de officieel aanbevolen oplader om de accu op te laden.
LED1 LED2 LED3 LED4 Accuniveau
0-49%
50-74%
75-89%
90-99%
100%
Ledpatronen bij accufout
De onderstaande tabel toont de mechanismen voor accubeveiliging en de bijbehorende ledpatronen.
LED1 LED2 LED3 LED4 Knipperpatroon Uitzonderingsitem accu
LED2 en LED4 knipperen
driemaal per seconde Kortsluiting drone
LED2 knippert tweemaal
per seconde Overstroom gedetecteerd
LED2 knippert driemaal
per seconde Het accusysteem is abnormaal
LED3 knippert tweemaal
per seconde Overbelasting gedetecteerd
LED3 knippert driemaal
per seconde Overspanning oplaadapparaat
82
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
LED4 knippert tweemaal
per seconde De laadtemperatuur is te laag
LED4 knippert driemaal
per seconde De laadtemperatuur is te hoog
Alle 4 de leds knipperen
snel
De accu is abnormaal en niet
beschikbaar
Als er kortsluiting optreedt, koppel de accu dan los, los het probleem met de drone op en sluit de
accu aan.
Als de oplaadtemperatuur abnormaal is, wacht dan tot de oplaadtemperatuur weer normaal is.
De accu wordt dan automatisch weer opgeladen zonder dat u de oplader opnieuw hoeft los te
koppelen en aan te sluiten.
In andere situaties drukt u na het oplossen van het probleem (overstroom, overmatige
accuspanning als gevolg van overladen of overmatige spanning van het oplaadapparaat) op de
aan-/uitknop om het alarm voor led-indicatorbescherming te annuleren. Vervolgens koppelt u het
oplaadapparaat los en sluit u het opnieuw aan om het opladen te hervatten.
DJI is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door oplaadapparaten van
andere producenten.
Laad de accu NIET op in de nabijheid van ontvlambare materialen of op brandbare
oppervlakken zoals tapijt of hout. Laat de accu NIET onbeheerd achter tijdens het opladen.
Er moet een afstand van ten minste 30 cm zijn tussen het accustation en eventuele accu’s die
worden opgeladen. Anders kunnen het accustation of de laadaccu’s beschadigd raken door
overmatige verhitting en zelfs brandgevaar veroorzaken.
De temperatuur van de accu zal hoog zijn na een vlucht. Plaats de accu in het DJI
luchtgekoelde koellichaam of een luchtgekoelde warmteafvoerinrichting van derden
om deze op te laden. Anders kan het opladen worden uitgeschakeld. Raadpleeg het
handleidingsdocument van het DJI luchtgekoelde koellichaam voor de gebruiksinstructies.
Laad de accu op bij een temperatuur van 0 tot 60 °C. De ideale temperatuur om op te laden
is 22 tot 28 °C. Opladen binnen het ideale temperatuurbereik kan de levensduur van de accu
verlengen.
Dompel de accu NIET onder in water om deze af te koelen of tijdens het opladen. Anders
corroderen de accucellen en veroorzaken ernstige schade aan de accu. De gebruiker
aanvaardt de volledige aansprakelijkheid voor schade aan de accu die wordt veroorzaakt
door onderdompeling van de accu in water.
Laad de accu NIET op in de buurt van warmtebronnen, zoals een oven of een kachel.
Controleer regelmatig de aansluitklemmen en accupoorten. Reinig de accu NIET met alcohol
of een andere ontvlambare vloeistof. Gebruik het oplaadapparaat NIET als deze beschadigd
is.
Houd de accu te allen tijde droog.
De accu stopt met opladen wanneer het opladen is voltooid. Het wordt aanbevolen om de
accu los te koppelen zodra het opladen is voltooid.
Zorg ervoor dat de accu is uitgeschakeld voordat u deze oplaadt. Anders kunnen de
accupoorten beschadigd raken.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
83
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Opslag en transport van de accu
Koppel de accu los van de drone en controleer of er zich ophoping in de accupoort bevindt.
Schakel de accu uit en koppel deze los van de drone of andere apparaten tijdens het
transport.
Houd accu's buiten het bereik van kinderen en huisdieren. Roep onmiddellijk professionele
medische hulp in als kinderen delen van de accu inslikken.
Als het accuniveau kritiek laag is, laad de accu dan op tot een vermogensniveau van 40%
tot 60%. Bewaar een accu met een laag vermogensniveau NIET gedurende een langere
periode. Anders kan de werking negatief worden beïnvloed.
Plaats de accu NIET in de buurt van warmtebronnen, zoals een oven of een kachel. Laat de
accu op warme dagen NIET achter in een voertuig.
De accu moet in een droge omgeving worden bewaard.
Plaats de accu NIET in de buurt van explosieve of gevaarlijke materialen of in de buurt van
metalen voorwerpen zoals een bril, horloges, sieraden en haarspelden.
Probeer NIET een beschadigde accu of een accu met meer dan 30% vermogen te vervoeren.
Ontlaad de accu tot 30% of lager voor transport.
Zorg ervoor dat de accu op een vlak oppervlak wordt geplaatst, om schade aan de accu
door scherpe voorwerpen te voorkomen.
Als de accu langer dan drie maanden wordt opgeslagen, wordt aanbevolen de accu in een
veiligheidszak voor accu's op te slaan in een omgeving met een temperatuurbereik van
-20 °C tot 40 °C.
Sla de accu NIET voor langere tijd op nadat deze volledig is ontladen. Hierdoor wordt de
accu te veel ontladen en dit veroorzaakt onherstelbare schade aan de accucel.
Als een accu met een laag vermogensniveau gedurende langere tijd wordt opgeslagen,
schakelt de accu over naar de diepe slaapstand. Laad de accu op om deze uit de slaapstand
te halen.
Koppel de accu los van de drone als u de accu voor langere tijd wilt opbergen.
Afvoeren van een accu
Laat de accu 24 uur in water weken voordat u hem afvoert, om het volledig te ontladen. Voer
de accu af in specieke recyclingdozen. Plaats de accu NIET in reguliere afvalcontainers of
vuilnisbakken. Houd u strikt aan de plaatselijke regelgeving inzake de verwijdering en recycling
van accu's.
Als de accu niet volledig kan worden ontladen, voer de accu dan NIET rechtstreeks af in een
accurecyclingdoos. Neem contact op met een professioneel bedrijf voor het recyclen van
accu’s voor hulp.
Accu-onderhoud
Spat GEEN water op de accu. Een overmatige hoeveelheid water zal de accu beschadigen.
Bewaar de accu NIET bij een temperatuur die buiten het bereik van -20 °C tot 45 °C ligt.
De prestaties van de accu worden negatief beïnvloed als de accu gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op en ontlaad deze ten minste
éénmaal per drie maanden om een goede prestatie van de accu te garanderen.
Als een accu vijf maanden of langer niet is opgeladen of ontladen, valt de accu niet meer onder
de garantie.
84
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
[1] De laadapparaten die te koop zijn, verschillen per land of regio. Raadpleeg uw plaatselijke dealers voor meer informatie.
[2] Firmware-update is vereist om de T40/T20P Intelligent Flight Battery op te laden.
[3] De oplaadtijd is getest in een laboratoriumomgeving bij een temperatuur van 25 °C. Uitsluitend ter referentie.
Technische gegevens
Technische gegevens T40 Intelligent Flight Battery
(BAX601-30000mAh-52.22V)
T20P Intelligent Flight Battery
(BAX601-13000mAh-52.22V)
Nominale spanning 52,22 V
Type accu Li-ionen
Chemisch systeem van
accu LiNiMnCoO2
Ontlaadsnelheid 11,5C
Bedrijfstemperatuur -5 °C tot 45 °C
Laadtemperatuur 0 °C tot 60 °C
Garantiegegevens 1.500 cycli of 12 maanden (afhankelijk van wat zich het eerst voordoet)
IP-classicatie IP54 + inkapselingsbeveiliging op printplaatniveau
Compatibele drone DJI Agras T40, T20P, T30 DJI Agras T20P
Capaciteit 30 Ah 13 Ah
Vermogen 1567 Wh 679 Wh
Max. laadvermogen 9500 W 4200 W
Compatibele
oplaadapparaat [1]
D12000iE multifunctionele
omvormgenerator, T40 intelligente
oplader, T30 Intelligent Battery-
station [2]
D6000i multifunctionele
omvormgenerator, T20P
intelligente oplader, T30 Intelligent
Battery-station [2]
Oplaadtijd voor elke accu [3]
De D12000iE multifunctionele
omvormgenerator gebruiken: 9-12
minuten
De D6000i multifunctionele
omvormgenerator gebruiken: 9-12
minuten
Gewicht Circa 12 kg Circa 6 kg
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
85
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Lading - Spuitsysteem
Het spuitsysteem is uitgerust met de 2-kanaals elektromagnetische debietmeter en continue
vloeistofniveaumeter en biedt gebruikers nauwkeurige controle over de waaierpompen met magnetische
aandrijving en dubbel vernevelde sprinklers.
Optionele lading - T40/T20P-strooisysteem
Inleiding
Het T40/T20P-strooisysteem is compatibel met de Agras T40/T20P-drone met een grote strooitank van
respectievelijk 70 liter en 35 liter en biedt een efciënte en betrouwbare verspreiding.
Het strooisysteem heeft een ingebouwd roermechanisme om materiaalblokkades te voorkomen wat
de bediening nauwkeurig en betrouwbaarder maakt. De regelmodule op het strooisysteem en de
gewichtssensoren op de drone bewaken het gewicht van het resterende materiaal in de strooitank
in realtime om de nauwkeurigheid van de controle van de strooisnelheid en waarschuwingen voor
een lege tank te verbeteren. De meegeleverde spatborden kunnen strooimateriaal dat omhoog vliegt
blokkeren en voorkomen dat de propellers beschadigen. De trechterpoort met snelkoppeling zorgt voor
eenvoudig onderhoud.
Gebruikers kunnen de strooi-instellingen configureren in de DJI Agras-app en specifieke sjablonen
aanmaken voor verschillende materialen om zo aan de verschillende vereisten te voldoen. De app
waarschuwt bij een lege tank en zodra er afwijkingen zijn in de draaisnelheid, de temperatuur en de
trechtermond.
Montage
Verwijder voor montage de Intelligent Flight Battery uit de drone.
Ga voorzichtig te werk om letsel door scherpe of bewegende mechanische onderdelen te
voorkomen.
Controleer de onderdelen van de drone en het strooisysteem na installatie om er zeker van te
zijn dat de draaischijf de kabels of andere onderdelen tijdens gebruik niet beschadigt.
Het T40-strooisysteem en het T20-strooisysteem lijken qua uiterlijk op elkaar, maar de strooitanks
hebben verschillende afmetingen. Tenzij anders vermeld, wordt in de illustraties in deze handleiding het
T40-strooisysteem als voorbeeld gebruikt.
1. Zoek op de drone de slangen aan weerszijden van de spuittank. Draai de moer op de slang los,
haal de slang uit de slangklem , draai de klem en sluit de slang aan op het uitsteeksel op de
klem . (Afbeelding A)
Opmerking: Nadat de slang is verwijderd, moet u ervoor zorgen dat u de slangmoer op de
slangconnector van de sproeitank aandraait om te voorkomen dat u de moer kwijtraakt.
2. Zoek de kabel van het spuitsysteem voor het rechter landingsgestel op de drone. Koppel de kabel
los van de connector. Wees voorzichtig om beschadiging van de kabel te voorkomen. (Afbeelding B)
3. Til de spuittank op de drone op en verwijder deze. (Afbeelding C)
4. Plaats het strooisysteem in de drone. (Afbeelding D)
5. Sluit de strooisysteemkabel aan op de connector in stap 2 en zorg voor een stevige en goede
aansluiting. (Afbeelding E)
86
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
1
2
3
4
A
B
C. D. E.
1
2
3
4
A. B.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
87
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Technische gegevens
Artikelen T40-strooisysteem T20P-strooisysteem
Compatibele drone [1] Agras T40 Agras T20P
Gewicht strooisysteem
(incl. strooitank en spatbord) 4,41 kg 3,57 kg
Volume strooitank 70 L 35 L
Capaciteit strooitank [2] 50 kg 25 kg
Diameter compatibel materiaal 0,5-5 mm
Strooibereik
Verschilt naar gelang de diameter van het materiaal, de snelheid van de
draaischijf, de grootte van de trechtermond en de vlieghoogte. Voor de beste
prestaties wordt aanbevolen om de betreende variabelen aan te passen om
een strooibereik van 5-7 meter te bereiken.
[1] De rmware van de drone moet het strooisysteem ondersteunen. Controleer de release notes van de betreffende drone
op de ociële DJI-website.
[2] De DJI Agras-app zal op intelligente wijze de gewichtslimiet van de lading voor de spreidingstank aanbevelen, op basis
van de huidige status en omgeving van de drone. Overschrijd de aanbevolen gewichtslimiet voor het laadvermogen bij
het toevoegen van materiaal aan de spreidingstank niet. Anders kan de vliegveiligheid in het beïnvloed worden.
88
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Aanbevolen onderhoudscyclus T40-/T20P-drone
Onderdeel voor
onderhoud Module Aanbevolen onderhoudstijd Aanbevolen
vervangingscyclus
Voortstuwingssysteem -
motor Motor
1. Voer, voor een nieuwe drone,
de eerste inspectie uit na 100
vluchten.
2. Voer elke 100 uur na de eerste
inspectie een inspectie uit.
3. Als een ESC vastloopt en de
temperatuur van de motor/
ESC abnormaal is, voert u deze
inspectie uit.
4. Voer deze inspectie uit als
de motor beschadigd is door
externe kracht.
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Voortstuwingsysteem -
interne weerstand motor Motor
1. Voer, voor een nieuwe drone,
de eerste inspectie uit na 100
vluchten.
2. Voer elke 100 uur of 1 maand
na de eerste inspectie een
inspectie uit.
3. Als een ESC vastloopt en de
temperatuur van de motor/
ESC abnormaal is, voert u deze
inspectie uit.
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Voortstuwingssysteem ESC Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Voortstuwingssysteem -
motorvoet Motorvoet
1. Voer, voor een nieuwe drone,
de eerste inspectie uit na 100
vluchten.
2. Voer elke 100 uur of 1 maand
na de eerste inspectie een
inspectie uit.
3. Voer deze inspectie uit als de
motorvoet beschadigd is door
externe kracht.
Vervanging na 500
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Voortstuwingssysteem -
propellers Propellers
1. Voer, voor een nieuwe drone,
de eerste inspectie uit na 100
vluchten.
2. Voer elke 100 uur of 1 maand
na de eerste inspectie een
inspectie uit.
3. Als een ESC vastloopt en de
temperatuur van de motor/
ESC abnormaal is, voert u deze
inspectie uit.
Vervanging na 700
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Voortstuwingssysteem -
propelleradapter Propelleradapter Vóór de dagelijkse voorbereiding
van de bediening
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Voortstuwingssysteem
- schroefbouten van
framearm
Schroefbouten van
framearm Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
89
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Drone-onderdelen -
connector van framearm
Connector van
framearm Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Drone-onderdelen -
schroeven
Bevestigingsschroeven
van de gesp van de
framearm
Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Drone-onderdelen -
connector Connector van de drone Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Bevestigingsstuk
tussenframe - schroeven
Schroef die het
tussenframe bevestigen Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Onderdelen
landingsgestel -
schroeven
Schroefbouten die
het landingsgestel
bevestigen
Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Onderdelen van
het landingsgestel -
bevestigingsbeugel
Bevestigingsbeugel
voor radar Elke maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem -
toevoerpomp Toevoerpomp Elke 100 uur of 1 maand
Vervanging van
de pomp na 500
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Vervanging van
de motor na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem - sprinkler Sprinkler Elke 100 uur of 1 maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem -
slangconnector Slangconnector Vóór de dagelijkse voorbereiding
van de bediening
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem - slang Slang Vóór de dagelijkse voorbereiding
van de bediening
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem -
gewichtsensor Gewichtssensor Elke 100 uur of 1 maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem - lter en
vloeistofpeilmeter Vloeistofpeilmeter Vóór de dagelijkse voorbereiding
van de bediening
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Spuitsysteem - spuittank Spuitsysteem Elke 6 maanden
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
RF-module RF-module Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Systeemmodule
antenne-elektronica
Systeemmodule
antenne-elektronica Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
90
© 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Kabel
distributiekaartmodule
Kabel
distributiekaartmodule Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Spuitmodule Spuitmodule Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Radarsysteem -
omnidirectionele digitale
radar
Omnidirectionele
digitale radar Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Radarsysteem -
achterwaartse en
neerwaartse radar
Achterwaartse en
neerwaartse radar Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Stroomdistributiemodule Stroomdistributiemodule Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Drone-onderdelen -
voorste frame Voorste frame Elke 6 maanden
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Drone-onderdelen -
achterste frame Achterste frame Elke 6 maanden
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Drone-onderdelen -
tussenframe Tussenframe Elke 6 maanden
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Positioneringssysteem -
SDR-antenne SDR-antenne Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Positioneringssysteem -
RTK-module RTK-module Elke 6 maanden
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Dronekabels Dronekabel Elke maand
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Spuitsysteem -
debietmeter Debietmeter Elke maand
Vervanging na 36
maanden of 3.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Drone-onderdelen -
Accuglijder Accuglijder
Vervanging na 2.000 keer
aansluiten en loskoppelen is vereist
of 1 maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Afstandsbediening Afstandsbediening Elke maand
Vervanging na 36
maanden gebruik
wordt aanbevolen.
Accu Standaardaccu drone Na 100 oplaadcycli of 1 maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
Intelligente oplader Intelligente oplader Na 200 oplaadcycli of 1 maand
Vervanging na 1.000
uur gebruik wordt
aanbevolen.
DJI Support
http://www.dji.com/support
DJI en AGRAS zijn handelsmerken van DJI.
Copyright © 2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Deze inhoud kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93

dji Agras T40 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor