De meeste films zijn oorspronkelijk gemixt voor de
bioscoop, waarin een groot aantal luidsprekers rond
het publiek zijn opgesteld om een surround klankbeeld
te creëren. In dat geval zijn er meer surround
luidsprekers dan er gescheiden kanalen zijn en
ontstaat een minder exact klankbeeld met een volledig
omringend effect. Dipolen en soortgelijke diffuse
luidsprekers kunnen dit type klank in de woonkamer
beter reproduceren en vereisen minder luidsprekers.
De plaatsbepaling is met dergelijke luidsprekers nooit
zo exact als met enkelvoudig afstralende typen
mogelijk is. Het is met deze luidsprekers echter
gemakkelijker het systeem te balanceren voor een
grotere ruimte.
De kans is groot dat u tegenstrijdige adviezen krijgt
ten aanzien van het beste type surround luidspreker. In
feite bestaat er geen eensluidende oplossing voor alle
situaties en de uiteindelijke keus voor een gegeven
situatie wordt door allerlei factoren beïnvloed, die
deels ook nog eens tegenstrijdig zijn. De DS3 heeft
dan het voordeel dat uit zowel enkelvoudige afstraling
als dipool gekozen kan worden met een schakelaar op
het front, achter de afneembare grill. Op die manier
kunt u kiezen welke functie het beste bij de
omstandigheden in de luisterkamer, het aantal
luisteraars en het type programmamateriaal past.
Inderdaad is het denkbaar dat de functie wordt
omgeschakeld voor een bepaald type materiaal en
daar de totale energie naar de kamer in beide gevallen
gelijk is, is opnieuw kalibreren na omschakelen niet
nodig.
In de enkelzijdig afstralende functie werken alleen de
beide luidsprekers op het front. In de dipool functie is
de tweeter op het front uitgeschakeld; de beide naar
de zijkant gerichte worden ingeschakeld en de
wisselfrequentie naar het laag wordt lager ingesteld en
de eenheden aan de zijkant worden onderling uit fase
gezet, wat een trogvormig gebied zonder geluid geeft,
haaks op de wand. Luisteraars die daar zitten horen
minder van de positie van de luidspreker en horen
meer gereflecteerd geluid; vandaar het diffuse karakter
van het klankbeeld.
Opstelling
Bepaal de optimale positie voor de luidsprekers
alvorens ze definitief te bevestigen.
Om beide functies met succes te kunnen gebruiken
dienen de luidsprekers zo opgesteld te worden dat de
luisteraar zich in het geluidloze deel van de afstraling
van de luidspreker bevindt.
5.1 formaat (afbeelding 2)
Stel elke luidspreker aan de zijkant en iets achter het
midden van het luistergebied op.
6.1 en 7.1 formaten (afbeelding 3)
Wij raden het gebruik van 4 surround luidsprekers aan,
ook bij het 6.1 formaat. Plaats de zijluidsprekers in lijn
met het luistergebied.
Plaats de achter luidsprekers achter het luistergebied
binnen een hoek als aangegeven in het diagram.
Alle formaten
lDe surround luidsprekers worden normaal opgesteld
ca. 60 cm boven oorhoogte (afbeelding 4). Hogere
posities kunnen eventueel ook gebruikt worden.
Hoewel een luidspreker in principe tegen het plafond
gemonteerd kan worden, wordt dat niet aanbevolen,
tenzij speciale maatregelen zijn genomen om vallen te
voorkomen. B&W accepteert geen enkele
verantwoordelijkheid voor het vallen van een luidspreker.
De luidsprekers zijn gemerkt waar de positieve en
negatieve lobben van de richtingskarakteristiek zich
bevinden. De indicatie vindt u op het label op de
achterzijde, die wijst in de richting van de positieve
lob. (afbeelding 5).
Om het geluid dat op de voorzijde van de kamer en
naar achter is gericht rustig te houden wanneer de
luidsprekers in de dipool functie worden gebruikt,
raden we u aan de positieve lob (pijlen) naar de
voorzijde van de kamer te richten en die van de achter
luidsprekers naar het midden van de achterwand.
(afbeelding 6).
Magnetisch strooiveld
De luidsprekereenheden hebben een magnetisch veld
dat ook buiten de kast aanwezig is. Wij raden u
daarom aan de luidsprekers minimaal een halve meter
uit de nabijheid van magnetisch gevoelige apparatuur
(televisie- en computerschermen, computer diskettes,
audio- en videobanden, creditcards e.d.) te houden.
LCD- en plasmaschermen hebben daar geen last van.
Aansluitingen (afbeelding 7)
Schakel voordat u de verbindingen maakt alle
apparatuur uit.
Let er op dat de positieve aansluiting van de
luidspreker (gemerkt + en rood gekleurd) wordt
verbonden met de positieve uitgang van de versterker
en de negatieve (gemerkt – en zwart gekleurd) met de
negatieve.
De aansluitingen zijn geschikt voor max. 8 mm
spades, blanke draadeinden of ronde pennen tot
5 mm diameter en 4 mm banaanstekkers.
Belangrijk voor uw veiligheid
In bepaalde landen, vooral de Europese, wordt het
gebruik van 4 mm banaanstekkers als potentieel
gevaarlijk gezien, omdat deze ook in de onbeschermde
openingen van een stopcontact kunnen worden
gestoken. Om aan de Europese CENELEC
veiligheidsvoorschriften te voldoen, worden de
uiteinden van de aansluitingen geblokkeerd met plastic
pennen. Verwijder deze pennen niet wanneer u het
product gebruikt op een plaats waar deze
veiligheidsvoorschriften van kracht zijn.
Draai de klemmen altijd stevig aan om een goede
verbinding te waarborgen en rammelen te voorkomen.
Vraag zonodig uw dealer om advies bij het kiezen van
de juiste kabel. Houd de weerstand beneden de
aanbevolen waarde in de technische gegevens en
gebruik een kabel met een lage zelfinductie anders
wordt het hoog verzwakt.
19