Mitsubishi Electric MAC-399IF-E Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Mitsubishi Electric MAC-399IF-E Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
26
1. Veiligheidsvoorschriften
Lees alle veiligheidsvoorschriften aandachtig door voordat u dit apparaat gebruikt.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie over veilig gebruik van het apparaat. U dient alle aanwijzingen op te volgen.
Geef deze installatiehandleiding na installatie van de interface aan de gebruiker.
Adviseer gebruikers om de gebruikershandleiding en garantie voor hun kamerairconditioner op een veilige plaats op te bergen.
Waarschuwing
(Onjuist gebruik kan in ernstig of dodelijk letsel resulteren.)
Gebruikers dienen de interface niet zelf te installeren.
Als de interface-unit verkeerd wordt geïnstalleerd, bestaat het risico van brand en elektrische schokken. Als de unit valt,
kunnen schade/waterlekken optreden. Raadpleeg de zaak waar u de unit heeft gekocht of een professionele installateur.
De interface moet stevig worden geïnstalleerd overeenkomstig de instructies in deze handleiding.
Als de interface-unit verkeerd wordt geïnstalleerd, bestaat het risico van brand en elektrische schokken. Als de unit valt,
kunnen schade/waterlekken optreden.
De unit moet worden gemonteerd op een plek die het gewicht van de unit kan dragen.
Als de interface-unit wordt geïnstalleerd op een plek die niet sterk genoeg is, kan de unit komen te vallen en schade
teweegbrengen.
Bevestig het deksel van de elektrische onderdelen stevig aan de interface-unit.
Als het deksel van de elektrische onderdelen niet stevig aan de unit wordt bevestigd, kan stof of water binnendringen, wat
tot brand of elektrische schokken kan leiden.
Voor installatie moeten Mitsubishi-onderdelen of andere gespecificeerde onderdelen worden gebruikt.
Als de interface-unit verkeerd wordt geïnstalleerd, bestaat het risico van brand en elektrische schokken. Als de unit valt,
kunnen schade/waterlekken optreden.
Houd u bij het uitvoeren van elektrische werkzaamheden aan de relevante technische normen voor elektrische
apparatuur en de normen voor binnenbedrading. Volg de instructies in de gebruikershandleiding en gebruik een
aparte schakeling.
Ontoereikende capaciteit van de schakeling of verkeerde installatie kan resulteren in brand of elektrische schokken.
Inhoud
1. Veiligheidsvoorschriften ................................................................................................................ 26
2. Vóór installatie .............................................................................................................................. 27
3. De M-NET-interface-unit monteren ............................................................................................... 28
4. De schakelaars instellen............................................................................................................... 29
5. De M-NET-interface op een binnenunit aansluiten ....................................................................... 30
6. De M-NET-interface, de voedingseenheid en de ME-afstandsbediening aansluiten .................... 31
7. Opmerkingen over gebruik ........................................................................................................... 32
8. Functies die via de systeem-/ME-afstandsbediening worden geactiveerd ................................... 33
9. Specificaties.................................................................................................................................. 33
27
2. Vóór installatie
2.1. De M-NET-interface gebruiken
Voorzichtig
Als u een systeemafstandsbediening voor een packaged (vrijstaande) airconditioner (city-multi) gebruikt, kunt u packaged
airconditioners en room (kamer-)airconditioners niet in dezelfde groep registreren. Registreer in dit geval de packaged
en room airconditioners in verschillende groepen.
Functies
Gecentraliseerd en afzonderlijk beheer van M-, P- en S-serie met M-NET(*).
* Type bedieningssysteem voor PAC (city-multi)
Verwante, apart verkrijgbare producten
ME-afstandsbediening PAR-F27MEA
Gecentraliseerde afstandsbediening G-50A
Systeemafstandsbediening PAC-SF44SRA
AAN/UIT-afstandsbediening PAC-YT40ANRA
Programmatimer (M-NET) PAC-YT34STA
Voedingseenheid PAC-SC50KUA
Voorbeeld van systeemconfiguratie (alleen buitenunit van M- en S-serie)
Voorbeeldconfiguratie van een systeem dat een gecentraliseerde afstandsbediening gebruikt
1 Gecentraliseerde afstandsbediening (M-NET)
2 Voedingseenheid
3 Vrijstaand airconditioningsysteem
4 M-NET-interface
5 Binnenunit
6 ME-afstandsbediening
* Er kunnen maximaal 50 units op de gecentraliseerde
afstandsbediening (G-50A) worden aangesloten, met
inbegrip van packaged (vrijstaande) en room (kamer-
)airconditioners. De bedrading van de M-NET-interface
naar de gecentraliseerde afstandsbediening mag
maximaal 500 meter lang zijn. De bedrading van de
M-NET-interface naar de ME-afstandsbediening mag
maximaal 10 meter lang zijn.
Zie de MELANS-catalogus en de gebruikers-
handleidingen voor de gecentraliseerde afstandsbe-
diening en de ME-afstandsbediening voor meer
informatie.
2.2. Onderdeel
Controleer voordat u het apparaat installeert of u alle benodigde onderdelen heeft.
Onderdeel
1 Interface-unit (met 5-aderige verbindingskabel) 1
2 Bevestigingsbeugels 1
3 Schroeven voor bevestiging van 2 3,5 × 12 4
4 Schokdempend materiaal (met kleefmiddel) 1
5 Snoerklem voor bevestiging (klein) 2
6 Snoerklem voor bevestiging (groot) 2
7 Schroeven voor bevestiging van 5 en 6 3,5 × 12 2
8
Schroef voor bevestiging van 5 en 6 4 × 10
1* Voor bevestiging van kabelklem aan en rondom M-se-
rie.
9
Schroef voor bevestiging van 5 en 6 4 × 16
1* Voor bevestiging van kabelklem samen met onderde-
len van M-serie.
0 Kabelbeugels 4
A Clips (voor het samenvoegen van de looddraden) 5
B Snoerklem voor bedrading 5
C Schroeven voor bevestiging van B 3,5 × 12 5
D
Schroeven voor bevestiging van de interfacebehuizing
3,5 × 12
2
Items die ter plekke moeten worden gereedgemaakt
A
Verbindingsbedrading (gecentraliseerde afstandsbediening)
Afgeschermde bedrading CVVS/CPEVS
B
Verbindingsbedrading (voor aansluiting van de ME-afstandsbediening)
Afstandsbedieningsdraden (2-aderige draad met mantel, 0,3 mm
2
)
Verwante, apart verkrijgbare onderdelen
C * Maak het benodigde aantal apart verkrijgbare onderdelen voor
uw systeem gereed.
1
3
2
6
6
4
4
5
5
* CPEVS; PE-geïsoleerde, afgeschermde communicatiekabel met
pvc-mantel
* CVVS; pvc-geïsoleerde afgeschermde besturingskabel met pvc-
mantel
PE: polyethyleen pvc: polyvinylchloride
28
3. De M-NET-interface-unit monteren
U dient de M-NET-interface-unit op een locatie te plaatsen waar de 5-aderige verbindingskabel van de interface een binnenunit
kan bereiken.
Verleng de 5-aderige verbindingskabel niet. Hierdoor wordt de werking van het apparaat aangetast.
Bevestig de interface-unit stevig aan een pilaar of muur met 2 of meer schroeven.
Bevestigings-
schroeven 3
Bij gebruik van beugels voor bevestiging aan de muur 2
1
Bevestig de beugels 2 aan de interface-unit 1 met 2
bevestigingsschroeven 3.
Bevestigings-
schroeven C
Interface-unit 1
Beugels voor bevesti-
ging aan de muur 2
Bevestigings-
schroeven 3
Snoerklem voor
bedrading B
Bij directe bevestiging aan een muur
Bevestig de behuizing van de interface-unit 1 aan de muur
met de bevestigingsschroeven 3.
* Bij gebruik van schokdempend materiaal 4 dient u de inter-
face-unit 1 te monteren op een plaats waar geen gevaar
van vallen bestaat.
Schroeven voor
bevesting van de
interfacebehuizing D
Bevestigings-
schroeven 3
Schokdempend
materiaal 4
Interface-unit 1
2
Bevestig de unit aan een pilaar of muur met 2 bevestigings-
schroeven 3.
Als u de interface-unit 1 in een plafond of muur
monteert, dient u een toegangsdeur te installeren om
onderhoudswerk te vergemakkelijken.
Bij montage boven een binnenunit dient u
ervoor te zorgen dat de interface-unit 1 op
een afstand van minstens 40 mm van de
unit wordt geplaatst, zodat plafondroosters
kunnen worden verwijderd.
Minstens 40 mm
Bevestig de vijfaderige verbindingskabel van de
interface-unit 1 hier.
Berg het resterende deel van de 5-aderige
verbindingskabel op in de kanalenruimte achter de
binnenunit.
* Als de 5-aderige verbindingskabel loshangt, zet u
de kabel vast met een clip A.
29
4. De schakelaars instellen
Als het systeem niet correct wordt geconfigureerd, zal de unit niet goed werken. In dat geval kan het gebeuren dat u de functies
van de binnenunit niet kunt regelen via de systeem-/ME-afstandsbediening of dat er functies die niet beschikbaar zijn op de
binnenunit verschijnen op het display van de systeem-/ME-afstandsbediening. U dient er dus voor te zorgen dat het systeem juist
is geconfigureerd voordat u het aanzet.
SW500 No. 1, No. 2 - Niet in gebruik
Deze schakelaars moeten op UIT staan (als ze op AAN staan, zal het apparaat niet correct communiceren met de systeem-
afstandsbediening).
SW500 No. 3 - Aan/uit-instellingen
Deze instelling geeft aan of de binnenunit moet worden uit- of aangezet wanneer de binnenunit of de M-NET-interface van stroom
wordt voorzien.
Inschakelen bij levering van stroom Nee
[Unit blijft uit wanneer stroom wordt geleverd.]
SW500 No. 4 - Beschikbaarheid van reinigings- of ventilatormodus
Als de draadloze afstandsbediening geen Purifier-knop heeft en het woord “Fan” niet verschijnt wanneer de Mode-knop wordt
ingedrukt, zijn de reinigings- en ventilatormodus niet beschikbaar (op UIT ingesteld).
Inschakelen bij levering van stroom Ja
[Unit wordt aangezet wanneer stroom wordt
geleverd.]
Heeft een reinigings- of ventilatormodus.
Heeft geen reinigings- of ventilatormodus.
ON (ANN)
Heeft een automatische
bedrijfsstand
Heeft geen instelling
voor ventilatoroscillatie
Heeft geen instelling
voor ventilatorrichting
Koelunit zonder
verwarmingsfunctie
SW500 No. 5No. 8 - Functiecontrole M-serie
Functiebeschrijving
Beschikbaarheid van de
automatische bedrijfsstand
(een stand waarin de
airconditioner kan kiezen
tussen koelen en verwarmen).
Beschikbaarheid van een
instelling voor
ventilatoroscillatie
Beschikbaarheid van een in-
stelling voor ventilatorrichting
Beschikbaarheid van een
verwarmingsstand
SW500
No. 5
No. 6
No. 7
No. 8
Methode voor controle van functie
Als “Auto” niet wordt weergegeven wanneer u op de
“Mode”-knop van de draadloze afstandsbediening drukt,
is de automatische bedrijfsstand niet beschikbaar (OFF)
(UIT).
Als “Oscillate” wordt weergegeven wanneer u op de
knop “Fan Direction” op de draadloze afstandsbedie-
ning drukt, is de instelling voor ventilatoroscillatie be-
schikbaar (OFF) (UIT). (Als er geen Fan Direction-knop
is, is de instelling (OFF) (UIT).)
Als de draadloze afstandsbediening een “Fan Direction”-
knop heeft, is de instelling voor de ventilatorrichting
beschikbaar (OFF) (UIT).
Als “Heat” verschijnt wanneer u op de “Mode”-knop van
de draadloze afstandsbediening drukt, is de unit een mo-
del dat zowel koeling als verwarming biedt (OFF) (UIT).
OFF (UIT)
Heeft geen automati-
sche bedrijfsstand
Heeft een instelling voor
ventilatoroscillatie
Heeft een instelling voor
ventilatorrichting
Model dat kan koelen en
verwarmen
SW510, SW501 - Adresinstellingen
Definieert de adresinstellingen voor gecentraliseerd beheer (geldige adresinstellingen: 01–50).
Met SW510 wordt de positie 10s en met SW501 wordt de positie 1s van het adres ingesteld.
Als u een unit bijvoorbeeld op het adres 25 wilt instellen, zet u SW510 op 2 en SW501 op 5.
Positie 1s
Zelfadres
Positie 10s
30
5. De M-NET-interface op een binnenunit aansluiten
Sluit de kaart van de M-NET-interface aan op de besturingskaart van de binnenunit.
Koppel de 5-aderige verbindingskabel die bij de M-
NET-interface-unit is geleverd, aan connector CN105
op de besturingskaart van de binnenunit.
Binnenunit
Besturingskaart binnenunit
Interface-unit 1
DM00J805B
DIP
(1)
1
24
40
64
A
IC570
LD501-1
LD501-2
LD503-1
LD503-2
CST50
CST51
1
8
CN501
1
9
CN502
1
11
CN503
4
1
CN504
L570
L571
1
5
CN127
C500
1
5
CN560
C570
C571
C572
C573
C576
LD502-1
LD502-2
R5A1
R5A2
R5A3
R5A4
R5A5
R5A6
R5A7
R5A8
R5B1
R5B2
R5B3
R5B4
R5B5
R5B6
R5B7
R5B8
R5C1
R5C2
R5C3
R5C4
R5C5R5C6
R5D1
R5D2
R5D3
R5D4
R5D5
R5D6
R5D7
R5D8
R5E1
R5E2
R5E3
R5E4
R5E5
R5E6
R5E7
R5E8
R5F1
R5F2
R5F3
PG
R5F4
R5F5
R5F6
R5F7
R5G1
R5G2
R5G3
R5G4
R5G5
R5G6
Q560
R500
Q561
R501
R502
R503R504
R505
R506
R507
R508
R509
R510
R511
R512
R513
R514
R515
R516
R517
R518
R51A
PC560
PC561
R535
R536
C502
C503
R540
R541
C510
C511
C512
C513
R550
C514
R551
R562
R563
R564
R565
R582
R583
R584
R585
C560
D500
C574
IC500
IC501
52
40
1
13
14
26
27
39
IC510
C575
C501
Pb Solder
DM00J805B
A
DIP
(2)
1
1
A1
A2B2
B1
S
M-Net2
M-Net1
1
10
M-NET
Address
Q520
Q521
ON
SW500
SW501SW510
ON
SW520
TB520
TB521
1
8
CN511
1
9
CN512
1
11
CN513
4
1
CN514
C520
C521
C522
C523C524
C525
PG
ZD520
ZD521
ZD522
ZD523
R520
R521
R522
R523
R524
R525
R526
R527
R528
C526
C527 C528
1
11
12
22
23
33
34
44
IC520
PG
Pb Solder
SW500
SW510
SW501
Positie van SW500, SW501, SW510
Snoerklem voor bevestiging 6
Snoerklem voor
bevestiging 6
Bevestigingsbeugel
voor elektrische leiding
Bevestigingsschroeven
9 4 × 16
Bevestigingsschroeven 8 4 × 10
5-aderige verbindingskabels die op de binnenunit worden aangesloten, moeten op of bij de binnenunit worden bevestigd.
Als de 5-aderige verbindingskabel niet stevig wordt bevestigd, kan de connector losraken, afbreken of defect raken.
31
6.
De M-NET-interface, de voedingseenheid en de ME-afstandsbediening aansluiten
Wanneer u de unit op een systeemafstandsbediening of ME-afstandsbediening aansluit, dient u de transmissieleiding van de
M-NET aan het stuursignaalcontact te koppelen.
Verbind de 2-aderige verbindingsleidingen A met A1/B1 of A2/B2 (ze kunnen op beide worden aangesloten).
Gebruik het S-contact alleen om het afgeschermde deel van elke verbindingsdraad te kruisen wanneer u de verbindings-
draden kruiselings aansluit.
Wanneer u de verbindingsleidingen A en de verbindingsleidingen van de ME-afstandsbediening B aan het aansluitpaneel
bevestigt, hoeft u niet op polariteit te letten.
Als de draden van de verbindingsleidingen A
niet kruiselings zijn aangesloten
Als de draden van de verbindingsleidingen A
kruiselings zijn aangesloten
1 Afscherming
2 Verbindingsleidingen A
(M-NET-transmissiedraad)
3 ME-afstandsbediening
(alleen wanneer nodig)
Grootte van blote draad
Zet de draden stevig vast met de snoerklem (groot) en de kabelbeugels nadat u de
bedrading heeft voltooid.
Voorzichtig
Elektrische werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de relevante technische normen voor
elektrische apparatuur en de normen voor binnenbedrading.
Verbindingsbedrading en de bedrading van de afstandsbediening moeten zich zo ver mogelijk uit de buurt van
andere elektrische bedrading bevinden. Als u ze te dicht bij elkaar plaatst, kan een storing optreden.
A1
B1A2 B2 S
2
3
A1
B1A2 B2 S
22
3
1
Als de draden van de verbindingsleidingen
A niet kruiselings zijn aangesloten
Als de ME-afstandsbediening ge-
bruikt wordt
Als de draden van de verbindingsleidingen A
kruiselings zijn aangesloten
1
4
2
1
5
4
1
2
4
3
1
4
2
1 Schroeven
2 Snoerklem (groot)
3 Snoerklem (klein)
4 Kabelbeugels
5 Knip de inkepingen met een tang in.
Zorg dat het snijoppervlak geen oneffen randen heeft.
Hierdoor kan de verbindingsdraad beschadigd raken.
32
7. Opmerkingen over gebruik
Lees deze informatie zorgvuldig door voordat u probeert het apparaat te proefdraaien.
De volgende bedieningsinformatie dient in detail te worden uitgelegd en aan de gebruikers van dit apparaat te worden gegeven.
(Geef deze instructies na voltooiing van de installatie aan de gebruiker.)
* Deze M-NET-interface bedient de M-, P- en S-serie door middel van de regelaars van een packaged (vrijstaande) airconditioner
(city-multi), maar er zijn enkele beperkingen vanwege de functionele verschillen tussen de M-, P- en S-serie en vrijstaande
airconditioners.
1. Wanneer u het systeem gebruikt met een systeem- of ME-afstandsbediening, worden deze activiteiten niet weergegeven
op het display van de draadloze afstandsbediening.
2. Functies die alleen op de M-serie beschikbaar zijn (b.v. ECONO COOL) kunnen niet bediend worden met de systeem-/ME-
afstandsbediening. Wanneer u deze functies bedient met de draadloze afstandsbediening die bij de M-serie is geleverd,
dan verschijnt de activiteit niet op het display van de systeem-/ME-afstandsbediening.
3. Functies die wel beschikbaar zijn op de systeem-/ME-afstandsbediening maar niet op de M-/ P-/ S-serie, kunnen worden
gebruikt door om te schakelen naar een vooraf bepaalde afzonderlijke bedrijfsstand. (Zie de RAC-functies die via de
systeem-/ME-afstandsbediening worden geactiveerd.)
4. Functies die wel beschikbaar zijn op de afstandsbediening van de M-/ P-/ S-serie maar niet op de systeem-/ME-afstands-
bediening, produceren een vooraf bepaalde displayweergave. In dat geval kan de feitelijke werking afwijken van het display.
(Als de ventilatorsnelheid automatisch wordt ingesteld via de afstandsbediening die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd,
verschijnt de instelling High op de systeem-/ME-afstandsbediening. Is de ventilatorrichting op automatisch ingesteld, dan
verschijnt de instelling Downward Air Flow 80% op de systeem-/ME-afstandsbediening.)
5. Als de M-/ S-serie ingesteld wordt op een temperatuur onder 17 °C of boven 30 °C, verschijnt op het display van de
systeem-/ME-afstandsbediening de laagste of hoogste temperatuur die ingesteld kan worden. Het temperatuurbereik van
de M-/ S-serie is namelijk groter dan dat van de systeem-/ME-afstandsbediening. (Zelfs als de kamerairconditioner bijvoor-
beeld ingesteld is op koeling tot 16 °C, wordt op het display van de systeem-/ME-afstandsbediening mogelijk 17 °C
aangegeven.)
De M- /S-serie werkt overeenkomstig de kamertemperatuur die de M- /S- unit detecteert.
6. Timerfuncties moeten ingesteld worden met alleen de afstandsbediening die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd of alleen de
systeem-/ME-afstandsbediening. Als de timer met beide op dezelfde tijd wordt ingesteld, dan zal de timer niet correct
werken.
7. Wanneer de timer wordt ingesteld met de afstandsbediening die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd, dan wordt de timerinformatie
niet weergegeven op de systeem-/ME-afstandsbediening.
8. Wanneer de timer wordt ingesteld met de systeem-/ME-afstandsbediening, dan wordt de met dat apparaat ingestelde tijd
niet geannuleerd, zelfs niet als de unit wordt uitgezet met de afstandsbediening die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd.
9. Wanneer handmatige bewerkingen met de systeemafstandsbediening niet zijn toegestaan, dan zal de afstandsbediening
die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd niet werken. De pieptoon die de normale werking aangeeft is in dat geval echter nog
wel te horen.
10. Om een foutbericht van het display van de systeem-/ME-afstandsbediening te wissen, schakelt u de unit korte tijd uit met
de systeem-/ME-afstandsbediening of met de afstandsbediening die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd. (De foutweergave
op de airconditionerunit wordt mogelijk automatisch gewist, maar op de systeem-/ME-afstandsbediening gebeurt dit pas
wanneer de unit wordt uitgezet.)
11. De kamertemperatuursensor in de ME-afstandsbediening kan niet worden gebruikt.
33
9. Specificaties
Ingangsspanning
Energieverbruik
Ingangsstroom
Ingangsspanning
Airconditioner
M-NET
12 V
0,6 W
0,05 A
1724 V
8.
Functies die via de systeem-/ME-afstandsbediening worden geactiveerd
Functies bediend via de draadloze afstandsbediening die bij de M-/ P-/ S-serie is geleverd.
[Symbol] : Beschikbaar/ : Beschikbaar met beperkingen op het display/ ×: Niet beschikbaar/ : Niet van toepassing (geen functies)
*1: Functies die niet beschikbaar zijn op de M-/ P-/ S-serie (MAC-399IF) kunnen niet worden uitgevoerd.
Weergave op de M-NET vindt plaats tussen ( ).
*2: Deze weergave verschijnt niet op de draadloze afstandsbediening.
ME-afstandsbedie-
ning
(hoog)
(hoog)
(omlaag
positie 3)
×
Voeding aan (in werking)
Voeding unit (stop)
Automatisch (in werking)
Handmatig koelen (koelen)
Handmatig verwarmen (verwarmen)
Handmatig drogen (drogen)
Luchtreiniging (ventilator)
Laag (eerste: laag)
Middelm. (tweede: middelmatig2)
Middelm. (derde: middelmatig2)
Hoog (derde: middelmatig1)
Hoog (vierde: hoog)
Zeer hoog (vierde: hoog)
AUTO
Laag (eerste: laag)
Middelm. (tweede: middelmatig)
Middelm. (tweede: middelmatig1)
Hoog (derde: middelmatig)
Middelm. (tweede: middelmatig2)
Zeer hoog (vierde: hoog)
AUTO
Positie 1 (horizontaal)
Positie 2 (omlaag positie 2)
Positie 3 (omlaag positie 3)
Positie 4 (verticaal)
Positie 5 (verticaal)
Zwaaien
AUTO
16°C31°C
Timer
Inlaattemp. (1038 °C) *2
Functies *1
Aan/uit
Modus
Ventilator-
snelheid
(MSZ, S, P)
Ventilator-
snelheid
(MFZ)
Luchtstroom-
richting
Temperatuur-
instelling
Weergave
G-50A
(hoog)
(hoog)
(omlaag
positie 3)
×
BACnetl/F
(hoog)
(hoog)
(omlaag
positie 3)
×
LM-AP
(hoog)
(hoog)
×
1/116