Pentax MMK-AP0121H Handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Indoor Unit
Unité intérieure
Raumeinheit
Unità interna
Unidad interior
Unidade interior
Binnenunit
ÅóùôåñéêÞ mïíÜäá
<High-Wall Type>
<Type mural haut>
<Wandmodell>
<Tipo per mura alte>
<Tipo montaje en pared alta>
<Tipo Mural>
<Hogewandmodel>
<Ôýðïò åíôïé÷éæüìåíïõ øçëÜ>
MMK-AP0071H, AP0091H,
MMK-AP0121H, AP0151H,
MMK-AP0181H, AP0241H
INSTALLATION MANUAL
MANUEL DINSTALLATION
INSTALLATIONS-HANDBUCH
MANUALE DI INSTALLAZIONE
MANUAL DE INSTALACIÓN
MANUAL DE INSTALAÇÃO
INSTALLATIEHANDLEIDING
ÅÃ×ÅÉÑÉÄÉÏ ÅÃÊÁÔÁÓÔÁÓÇÓ
SUPER MODULAR MULTI SYSTEM
AIR CONDITIONER
SMMS
CLIMATISEUR
SMMS
KLIMAGERÄT
SMMS
CONDIZIONATORE D'ARIA
SMMS
APARATO DE AIRE ACONDICIONADO
SMMS
AR CONDICIONADO
SMMS
AIRCONDITIONER
SMMS ÊËÉÌÁÔÉÓÔÉÊÏ
SMMS
For commercial use
Pour usage commercial
Nur für gewerbliche Nutzung
Per uso commerciale
Para uso comercial
Para uso comercial
Voor commercieel gebruik (niet geschikt voor huishoudelijk gebruik)
Ãéá åìðïñéêÞ ÷ñÞóç
ADOPTION OF NEW REFRIGERANT
This Air Conditioner is a new type which adopts a new
refrigerant HFC (R410A) instead of the conventional
refrigerant R22 in order to prevent destruction of the
ozone layer.
UTILISATION DU NOUVEAU REFRIGERANT
Ce climatiseur est d’un type inédit qui utilise le nouveau
réfrigérant HFC (R410A) au lieu du réfrigérant
traditionnel R22, afin d’éviter la destruction de la couche
d’ozone.
EINFÜHRUNG EINES NEUEN KÜHLMITTELS
Dies ist ein neuartiges Klimagerät. Anstatt des
herkömmlichen Kühlmittels R22 verwendet es das neue
ozonschicht-schonende HFC Kühlmittel R410A.
ADOZIONE DI UN NUOVO REFRIGERANTE
Questo condizionatore d'aria è di un tipo nuovo che
adotta un nuovo refrigerate HFC (R410A) al posto del
refrigerante convenzionale R22, per prevenire la
distruzione dello strato di ozono dell'atmosfera terrestre.
ADOPCIÓN DE NUEVO REFRIGERANTE
Este aparato de aire acondicionado es un modelo
reciente que incorpora el nuevo refrigerante HFC
(R410A) en lugar del refrigerante convencional R22
para así evitar daños en la capa de ozono.
ADOPÇÃO DO NOVO REFRIGERANTE
Este ar condicionado é um modelo novo que adopta um
novo refrigerante HFC (R410A) em vez do refrigerante
convencional R22 para evitar a destruição da cama de
ozono.
ÕÉÏÈÅÔÇÓÇ ÍÅÏÕ ØÕÊÔÉÊÏÕ
Ôï ðáñüí Êëéìáôéóôéêü åßíáé íÝïò ôýðïò ðïõ õéïèåôåß íÝï
øõêôéêü HFC (R410A) óôç èÝóç ôïõ óõìâáôéêïý
øõêôéêïý R22 ðñïêåéìÝíïõ íá âïçèÞóåé óôçí ðñïóôáóßá
ôïõ üæïíôïò.
TOEPASSING VAN EEN NIEUW KOELMIDDEL
Deze airconditioner is een nieuwe type dat werkt met
een nieuw koelmiddel HFC (R410A) in plaats van met
het conventionele koelmiddel R22, als bijdrage om de
aantasting van de ozonlaag te reduceren.
Thank you very much for purchasing TOSHIBA Air Conditioner.
Please read this owner's manual carefully before using your Air
Conditioner.
Be sure to obtain the “Owner’s manual” and “Installation manual” from
constructor (or dealer).
Request to constructor or dealer
Please clearly explain the contents of the Owner’s manual and hand over it.
Nous vous remercions pour avoir choisi un climatiseur TOSHIBA.
Veuillez lire attentivement ce Manuel du propriétaire avant d’utiliser votre
climatiseur.
Assurez-vous que le constructeur (ou le revendeur) vous remette le
“Manuel du propriétaire” et le “Manuel d’installation”.
Demande au constructeur ou au revendeur
Veuillez expliquer clairement le contenu du Manuel du propriétaire et le
remettre au client.
Wir danken Ihnen, dass Sie sich für ein TOSHIBA Klimagerät entschieden
haben.
Bitte lesen Sie diese Betriebsanleitung, bevor Sie Ihr Klimagerät benutzen, sorgfältig.
Lassen Sie sich die “Betriebsanleitung” und das “Installations-Handbuch”
unbedingt vom Installateur oder vom Lieferanten aushändigen.
Eine Bitte an den Installateur oder Lieferanten:
Bitte erklären Sie dem Käufer den Inhalt der Betriebsanleitung und händigen
sie ihm aus.
Grazie di aver acquistato un condizionatore d'aria TOSHIBA.
Prima di usare il condizionatore d'aria, leggere con attenzione questo
manuale del proprietario.
Si raccomanda di tenere a portata di mano il “Manuale del proprietario”
e il “Manuale di installazione” ricevuti dal produttore (o dal rivenditore).
Richiesta al produttore o al rivenditore
Spiegare chiaramente il contenuto del Manuale del proprietario e
consegnarne una copia all'utente.
Muchas gracias por haber adquirido el aparato de aire acondicionado TOSHIBA.
Lea atentamente este manual del propietario antes de utilizar el aparato de aire
acondicionado.
Asegúrese de que el fabricante (o distribuidor) le proporcione el “Manual del
propietario” y el “Manual de instalación”.
Solicitud al fabricante o distribuidor
Explique con claridad el contenido del Manual del propietario y entréguelo al
cliente.
Muito obrigada por adquirir o Ar Condicionado TOSHIBA.
Leia atentamente este manual do utilizador antes de utilizar o seu ar
condicionado.
Não se esqueça de receber o “Manual do utilizador” e o “Manual de
inslatação” do fabricante (ou agente).
Pedido ao fabricante ou agente
Explique por favor o conteúdo do Manual do utilizador e entregue-o.
Hartelijk dank voor uw keuze voor een airconditioner van TOSHIBA.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de
airconditioner gaat gebruiken.
Zorg ervoor dat u zowel de ‘gebruiksaanwijzing’ als de
‘installatiehandleiding’ van de installateur (of leverancier) krijgt.
Verzoek aan de installateur of de leverancier
Leg de inhoud van de gebruiksaanwijzing duidelijk uit en overhandig de
gebruiksaanwijzing nadien aan de klant.
Óáò åõ÷áñéóôïýìå ðïëý ðïõ ðñïôéìÞóáôå ãéá ôçí áãïñÜ óáò Ýíá
Êëéìáôéóôéêü TOSHIBA.
Ðáñáêáëïýìå äéáâÜóôå ðñïóå÷ôéêÜ ôéò ïäçãßåò ÷ñÞóçò ðñéí áðü ôç ÷ñÞóç
ôïõ Êëéìáôéóôéêïý.
Âåâáéùèåßôå üôé ï êáôáóêåõáóôÞò (Þ ï ðùëçôÞò) óáò ðáñÝäùóå êáé ôéò
“Ïäçãßåò ×ñÞóçò” êáé ôï “Åã÷åéñßäéï ÅãêáôÜóôáóçò”.
ÐáñÜêëçóç ãéá ôïí êáôáóêåõáóôÞ Þ ôïí ðùëçôÞ
Ðáñáêáëþ åîçãÞóôå ìå óáöÞíåéá ôá ðåñéå÷üìåíá ôùí Ïäçãéþí ×ñÞóçò êáé
ðáñáäþóôå ôï.
HFC
R410A R22
2004/07/20, 14:45Page 2
133
Accessoires en niet meegeleverde onderdelen
Accessoires
Niet meegeleverde onderdelen
Verbindingsleiding (Vloeistofzijde)
(6.4mm (diam.), Nominaal (diam.) 1/4” wanddikte 0.8mm)
MMU-AP0091H tot MMU-AP0181H
(9.5mm (diam.), Nominaal (diam.) 3/8” wanddikte 0.8mm)
MMU-AP0241H tot MMU-AP0561H
Verbindingsleiding (Gaszijde)
(9.5mm (diam.), Nominaal (diam.) 3/8” wanddikte 0.8mm)
MMU-AP0091H tot MMU-AP0121H
(12.7mm (diam.), Nominaal (diam.) 1/2” wanddikte 0.8mm)
MMU-AP0151H tot MMU-AP0181H
(15.9mm (diam.), Nominaal (diam.) 5/8” wanddikte 1.0mm)
MMU-AP0241H tot MMU-AP0561H
Netsnoer
3-aderige kabel 2.5 mm², volgens 60245 IEC57
<Niet meegeleverde onderdelen>
Onderdeelbenaming
Standaard
bekabelde
afstandsbediening
Aantal
1
Vorm Toepassing
Type
RBC-AMT21E
Koelmiddelleidingen
Het is niet mogelijk om een leidingenset voor
conventioneel koelmiddel te gebruiken.
Gebruik koperen leiding Ø6.4; Ø9.5; Ø12.7 met een
wanddikte van minimaal 0.8 mm.
Gebruik koperen leiding Ø15.9 met een wanddikte van
minimaal 1.0 mm.
De trompgereedschappen hebben een andere
maatvoering dan de gereedschappen voor het
conventionele koelmiddel.
Draai de flensmoer op de hoofdunit van de
airconditioner en gebruik die.
Onderdeelbenaming
Installatiehand-
leiding
Thermische
buisisolatie
Houtschroef
M4 × 35L
Installatie-
plaat
Aantal
1
2
12
1
Vorm
Deze
handleiding
Toepassing
(
Te overhandigen aan de klant)
Voor warmte-isolatie van de
leidingaansluiting
Om de installatieplaat te
bevestigen
Om de binnenunit te monteren
Onderdeelbenaming
Installaties-
jabloon
Schroefafde-
kkapje
Ty-wrap
Aantal
1
4
4
Vorm
Toepassing
Voor het bepalen van de positie
van de plafondopening en de
hoofdunit
Afdekkapje voor
bevestigingsschroef op zijpaneel
Om de isolatie van de aansluiting
te isoleren
134
1
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR UW VEILIGHEID
Zorg ervoor dat alle lokale, nationale en internationale voorschriften nauwgezet worden opgevolgd.
Lees voordat u aan het werk gaat eerst de paragraaf ‘VOORZORGSMAATREGELEN VOOR UW VEILIGHEID’ aandachtig door.
De volgende voorzorgsmaatregelen bevatten belangrijke informatie met betrekking tot de veiligheid.
Volg de aanwijzingen altijd op.
Schakel, nadat de installatie is voltooid, de installatie in om te controleren of het systeem goed werkt.
Leg het gebruik en het onderhoud van de afstandsbediening aan de klant uit aan de hand van de Gebruiksaanwijzing.
Schakel de hoofdschakelaar (of de onderbrekerschakelaar) uit voordat u onderhoud aan het apparaat uitvoert.
Vraag de klant om de installatiehandleiding samen met de gebruiksaanwijzing te bewaren.
LET OP Installeren van een airconditioner met een nieuw koelmiddel
Deze airconditioner werkt met het nieuwe koelmiddel HFC (R410A) dat de ozonlaag niet aantast.
De kenmerken van koelmiddel R410A zijn: gemakkelijke oplosbaarheid in water, oxidelaag of olie en de werkdruk is circa
1.6 maal hoger dan bij gebruik van het koelmiddel R22. Samen met het nieuwe koelmiddel moet ook de koelolie worden
vervangen. Zorg er daarom tijdens de installatiewerkzaamheden dat er geen water, stof, oud koelmiddel of koelolie in het
koelsysteem terecht kan komen.
Om vullen met een verkeerd koelmiddel en verkeerde koelolie te voorkomen hebben het vulstuk en de gereedschappen
een andere maatvoering dan de gereedschappen voor het conventionele koelmiddel.
Voor het nieuwe koelmiddel (R410A) zijn dus andere gereedschappen nodig.
Gebruik voor de verbindingsleidingen nieuwe en schone leidingen die ontworpen zijn voor R410A, en voorkom dat water of
stof in het systeem terecht komt.
Gebruik nooit de bestaande leidingen omdat die mogelijk niet bestand zijn tegen de hogere druk en/of vervuild zijn.
LET OP Het apparaat loskoppelen van de netvoeding.
Dit apparaat moet verbonden worden met de netvoeding via een schakelaar met een contactafstand van ten minste
3 mm.
WAARSCHUWING
Laat de installatie en het uitvoeren van onderhoud over aan een erkend elektrotechnisch installateur.
Door een onoordeelkundige installatie kunnen waterlekkage, gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan.
Schakel de hoofdschakelaar of de onderbrekerschakelaar uit voordat u onderhoud aan het elektrische
deel van het apparaat uitvoert.
Zorg ervoor dat alle voedingsschakelaars uitgeschakeld zijn. Wanneer dat niet het geval is kan gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
Sluit de verbindingskabel correct aan.
Als de verbindingskabel verkeerd aangesloten is, kunnen elektrische componenten beschadigen.
Zorg er bij het verplaatsen van de airconditioner voor dat er geen andere gassen of ander dan het
voorgeschreven koelmiddel in het koelsysteem terecht kan komen.
Als het koelmiddel wordt gemengd met lucht of een ander gas zal de gasdruk in het koelsysteem te hoog oplopen
waardoor leidingen kunnen scheuren en persoonlijk letsel kan ontstaan.
Breng nooit eigenhandig wijzigingen aan dit apparaat aan door beveiligingen te verwijderen of
beveiligingsschakelaars te overbruggen.
Wanneer het apparaat wordt blootgesteld aan water of andere vochtigheid voor de installatie kan
kortsluiting in elektrische componenten ontstaan.
Sla het apparaat niet op in een vochtige kelder en voorkom dat het natregent.
Controleer het apparaat nadat u het heeft uitgepakt op mogelijke beschadigingen.
Installeer het apparaat niet op een plaats die de trillingen van het apparaat versterkt.
Neem de nodige voorzichtigheid in acht bij het vastpakken van onderdelen (scherpe hoeken) om
persoonlijk letsel te voorkomen.
Voer de installatiewerkzaamheden altijd uit volgens de aanwijzingen in de installatiehandleiding.
Door een onoordeelkundige installatie kunnen waterlekkage, gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan.
Wanneer de airconditioner in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten maatregelen worden
getroffen om te voorkomen dat de concentratie weggelekt koelmiddel niet de maximaal toegestane
concentratie overschrijdt.
NEDERLANDS
135
Installeer de airconditioner op een plaats die het gewicht ervan kan dragen.
Tref afdoende maatregelen wanneer de installatie blootgesteld kan worden aan aardbevingen.
Als de airconditioner niet goed geïnstalleerd wordt, kunnen er ongelukken gebeuren wanneer het apparaat van de muur loskomt.
Ventileer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt tijdens de
installatiewerkzaamheden.
Wanneer koelmiddel uit het apparaat lekt, kan een schadelijk gas ontstaan wanneer het in contact komt met open vuur.
Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er geen gaslek aanwezig is.
Wanneer ontsnapt gas in de buurt of in contact komt met open vuur, kunnen giftige gassen worden gevormd.
Alle elektrische installatiewerkzaamheden moeten in overeenstemming met de installatiehandleiding
worden uitgevoerd door een erkend elektrotechnisch installateur. Zorg ervoor dat de airconditioner op
een schone groep is aangesloten.
Door onvoldoende capaciteit van de elektrische groep of onoordeelkundige installatie kan gevaar voor brand ontstaan.
Gebruik de voorgeschreven bekabeling en zet deze stevig vast. Om te voorkomen dat de
aansluitingen door belasting van buitenaf beschadigen.
Volg de voorschriften van het lokale energiebedrijf voor de bekabeling van de voeding.
Als u de airconditioner niet correct aardt kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
Installeer de airconditioner niet op een plaats waar brandbare gassen kunnen vrijkomen.
Wanneer brandbaar gas ontsnapt en zich in de buurt van het apparaat ophoopt kan brand ontstaan.
2
KEUZE VAN DE LOCATIE VOOR DE INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Installeer het apparaat op een locatie die het gehele gewicht van het apparaat kan dragen.
Als dat niet het geval is kan het apparaat loskomen van de wand en leiden tot persoonlijk letsel.
Tref afdoende maatregelen wanneer de installatie blootgesteld kan worden aan aardbevingen.
Het apparaat kan anders loskomen van de wand waardoor persoonlijk letsel en schade kan ontstaan.
LET OP
Installeer de airconditioner niet op een plek, waar een risico bestaat op blootstelling aan
ontvlambaar gas.
Lekt er ontvlambaar gas weg dat zich bij de unit verzamelt, dan kan er brand ontstaan.
Overleg met de klant en installeer de airconditioner op een plaats die voldoet aan de volgende
condities.
Er moet voldoende ruimte zijn om het apparaat horizontaal te installeren.
Er moet voldoende ruimte zijn om onderhouds- en reparatiewerkzaamheden gemakkelijk uit te kunnen voeren.
Afgevoerd water mag geen problemen veroorzaken.
Installeer de airconditioner niet op de volgende plaatsen.
Op plaatsen met een zanderige of zoute omgeving (zoals aan het strand), of op plaatsen waar hoge concentraties
zwavelhoudend gas aanwezig zijn (warme bronnen). (Wanneer het apparaat toch op dergelijke plaatsen gebruikt wordt,
zijn speciale beschermingsmaatregelen noodzakelijk.)
Op plaatsen waar olie, damp, olierook of corrosieve gassen vrijkomen.
Plaatsen waar organische oplosmiddelen worden verwerkt.
In de buurt van machines die hoogfrequente signalen genereren.
Op plaatsen waar de uitgeblazen lucht direct op een raam van een naburig gebouw wordt geblazen. (Voor de buitenunit)
Plaatsen waar het geluid van de buitenunit gemakkelijk kan worden doorgegeven. (Let er bij het installeren van de
airconditioner op de erfscheiding met de buren op dat het apparaat niet voor geluidsoverlast zorgt.)
Plaatsen met een slechte ventilatie.
1
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR UW VEILIGHEID
136
Installatieruimte
Houd bij het installeren van de binnenunit rekening
met de ruimte die nodig is voor de installatie en voor
het uitvoeren van onderhoud.
Zorg ervoor dat de ruimte tussen de binnenunit en het
plafondoppervlak minimaal 300 mm bedraagt.
De transportsteunen zijn meegeleverd. Verwijder de steunen, afhankelijk van de richting waarin de leiding
gemonteerd wordt (zie tabel). (Links, rechts, midden) (Bij de modellen AP0091H tot en met AP0561H zit slechts
twee transportsteunen (links) en (rechts)).
VOORWAARDE
Belast de onderzijde van de behuizing niet nadat
de transportsteunen verwijderd zijn. Als u dat toch
doet kan de behuizing vervormen of beschadigen.
Verwijder de installatieplaat.
Leidingaansluitingspositie
<Vooraanzicht>
Leidingaansluitingzijde
Leidingaansluiting aan
rechter zijkant
Leidingaansluiting aan
achterzijde
Leidingaansluitingen aan
linker zijkant
Te verwijderen onderdelen
verwijder alleen de transportsteun
(rechts).
Verwijder de transportsteunen.
<Onderaanzicht>
Model MMK-
AP0071H tot en met AP0121H
AP0151H, AP0181H
AP0241H
AB
Ø9.5 Ø6.4
Ø12.7 Ø6.4
Ø15.9 Ø9.5
minimaal 300
minimaal 300
minimaal 300
Installatieplaat
Transportsteun (Rechts)
Transportsteun (Midden)
Transportsteun
(Links)
Bovenzijde van de
installatieplaat
Gaszijde
Afvoerleiding
(inclusief de installatieplaat)
Koelmiddelleidingaansluiting
vloeistofzijde B
Koelmiddelleidingaansluiting
gaszijde A
Aansluiting voor de
afvoerleiding
Linker- en rechter
leidingaansluiting
(Uitdrukopening)
Af fabriek (Leidingaansluitingen aan linkerzijde)
Gasleiding 440
Vloeistofleiding 540
Afvoerleiding 560
Installatieplaat (meegeleverd)
Vloeistofzijde
137
3
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
WAARSCHUWING
Installeer het apparaat op een locatie die het gehele gewicht van het apparaat kan dragen.
Als dat niet het geval is kan het apparaat loskomen van de wand en leiden tot persoonlijk letsel.
Neem passende maatregelen om schade of storingen als gevolg van harde wind of aardbevingen te voorkomen.
Het apparaat kan anders loskomen van de wand leiden tot persoonlijk letsel en schade.
VOORWAARDE
Lees de volgende punten aandachtig om beschadiging van de binnenunits en persoonlijk letsel te voorkomen.
Plaats geen zware objecten op de binnenunit. (Ook niet als de units nog in de verpakking zitten)
Transporteer de binnenunit bij voorkeur wanneer deze nog verpakt is. Gebruik, als de binnenunit toch uit de
verpakking getransporteerd moet worden, doeken om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Til de binnenunit, om deze te verplaatsen, alleen op aan de ophangbeugels op.
Trek niet aan of druk niet op de andere onderdelen (koelmiddelleiding, afvoerleiding, isolatiemateriaal,
kunststof componenten, enz.).
Draag de verpakking minimaal met zijn tweeën en bundel de verpakking niet op andere dan de aangegeven
plaatsen.
2
KEUZE VAN DE LOCATIE VOOR DE INSTALLATIE
Afhankelijk van het geïnstalleerde filter, kan het noodzakelijk zijn om het tijdstip waarop de
filterreinigingswaarschuwing gaat branden te wijzigen. Als de ruimte tijdens de installatie of een verbouwing niet
verwarmd moet worden, kan de detectietemperatuur voor verwarmen verhoogd worden.
Meer informatie hierover vindt u onder “Het tijdstip van de filterreinigingswaarschuwing wijzigen” en “Effectiever
verwarmen” in deze handleiding.
Bij een draadloos model
De sensor van de binnenunit met draadloze
afstandsbediening kan een signaal vanaf een afstand van
maximaal 8m. Bepaal, op basis van dit gegeven, waar de
afstandsbediening gemonteerd en bediend kan worden.
Kies, om storingen te voorkomen, een plaats die niet via tl-
verlichting of direct zonlicht wordt verlicht.
In een ruimte kunnen maximaal 6 binnenunits met
draadloze afstandsbediening worden geïnstalleerd.
Let op de volgende punten bij het installeren
van het apparaat.
Kies de installatielocatie zodanig dat de
uitgeblazen lucht gelijkmatig door de ruimte
kan circuleren. Installeer het apparaat nooit
op de met een ‘
×
’ in de volgende afbeelding
gemarkeerde plaatsen.
Maximaal 8 m
Goede installatielocatie
Goede en gelijkmatige
koeling.
Verkeerde installatielocatie
: geen goede koeling.
Scherm
138
Controleer of het apparaat horizontaal of iets naar
voor gekanteld gemonteerd is, om een goede
afvoerwerking te garanderen.
Monteer het apparaat nooit met schroeven en
pluggen.
Het gewicht, inclusief de installatieplaat van de
binnenunit, is weergegeven in de volgende tabel.
Controleer of de wand sterk genoeg is om het
gewicht van de installatie te dragen.
Model MMK-
0071H tot en met 0121H
0151H tot en met 0181H
0241H
Gewicht (kg)
20
22
29
Controleer, wanneer u het zijpaneel monteert, of de
haak in vierkante opening valt. Druk tegen het
zijpaneel tot het vlak aanligt tegen de binnenunit.
De installatieplaat installeren
Bepaal met behulp van het installatiesjabloon de installatiepositie van de binnenunit en boor vervolgens de
leidingopening aan de hand van het installatiesjabloon. Isoleer de koelmiddelleiding, wanneer die een muur moet
passeren met een metalen wapening, altijd met bijvoorbeeld een pvc-buis.
Bij een houten constructie (holle wand)
(1) Bepaal de verticale positie van de installatieplaat aan de hand van de hoogte tussen de binnenunit en het plafond.
(2) Verschuif de installatieplaat dan zodanig opzij dat de schroefgaten in het midden van een staander komen te
zitten.
(3) Draai de schroeven in voorgeboorde gaten (om scheuren te voorkomen).
Bij een constructie uit gewapend beton
(1) Boor eerst de gaten op een hartafstand van 150 mm op
de gewenste posities in de muur en plaats vervolgens
spreidpluggen of keilbouten in de gaten.
(2) Zet de installatieplaat op de bouten vast. Boor de gaten,
bij gebruik van keilbouten, zo diep dat het draaduiteinde
maximaal 10 mm uitsteekt.
VOORWAARDE
De installatiebuis kan in de muur ingestort zijn. Neem contact op met de bouwer voor de exacte locatie ervan.
Controleer, voordat u begint met de installatiewerkzaamheden voor de binnenunit, of de installatieplaat goed
bevestigd is.
Bij installatie van de leidingen via de achterzijde
Bepaal met behulp van het installatiesjabloon de installatiepositie van de binnenunit en boor vervolgens de
leidingopening iets aflopend aan de hand van het installatiesjabloon.
Onderkant rechts, gezien
vanaf de voorzijde
Onderkant links, gezien
vanaf de voorzijde
Horizontale installatie
Binnenunit
Haak
Vierkante opening
Schroefdop
Bevestigingsschroeven zijpaneel
Keilbout
Bout
Installatieplaat
Keilbout
Moer
Ø 8
10 mm
of
minder
Betonwand
Betonwand
Installatieplaat
139
Installatie van de binnenunit
Bij installatie van de leidingen via de achter- en
rechterzijde
(1) Steek de afvoerleiding door de wand en hang de binnenunit over
de bovenzijde van de installatieplaat.
(2) Controleer of de bovenzijde van de installatieplaat ingrijpt door de
binnenunit naar links en rechts te schuiven.
(3) Zet de onderkant van de behuizing met schroeven vast op de
installatieplaat zodat de binnenunit niet meer verplaatst kan
worden.
Verwijder het rechter zijpaneel van de binnenunit.
Verwijder het rechter zijpaneel op de volgende manier.
(1) Draai de twee bevestigingsschroeven van de zijpanelen los.
(2) Verwijder het zijpaneel door de grijze hendel linksom te draaien,
zodat de haken uit de vierkante openingen in de luchtinlaatgrille
loskomen.
(3) Open, wanneer de leidingen via de rechterzijde worden
geïnstalleerd, de uitdrukopening met een mes of vergelijkbaar
gereedschap en verwijder eventuele bramen.
Bij installatie van de leidingen via de
achterzijde
Bij installatie van de leidingen via de
rechterzijde
Monteer het rechterzijpaneel en zorg ervoor dat dit
vastklikt. (Zie installatietekening voor het rechter
zijpaneel.)
Monteer het zijpaneel en dek de schroef af met het
meegeleverde afdekkapje.
Bij installatie van de leidingen via de
linkerzijde
verwijder eerst de onderzijde van de behuizing.
(1) Verwijder het linker- en rechterzijpaneel.
(2) Draai twee schroeven van de onderkant van de
behuizing los.
(3) Trek de onderkant van de behuizing iets naar u
toe.
3
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
Ophangen
Installatieplaat
Schroeven
Onderzijde
behuizing
Haak
Vierkante opening
Bevestigings-
schroeven
zijpaneel
Openen
Ondersteun het met de letter A
gemarkeerde deel met de hand
terwijl u de leiding buigt.
Zijaanzicht
Niet horizontaal
buigen.
Omhoog/omlaag
buigen.
Uitdrukopening in rechter
zijpaneel
Uitdrukopening in
linker zijpaneel
Ondersteun het met de letter A
gemarkeerde deel met de hand
terwijl u de leiding buigt.
Schroefdop
140
Tape
Leiding
(vloeistofzijde)
Leiding
(gaszijde)
Besturingsbekabeling
Afvoerslang
Onderzijde
behuizing
4
AFVOERLEIDINGEN
LET OP
Monteer de afvoerleiding op de manier zoals is beschreven in de installatiehandleiding, zodat het water goed
afgevoerd wordt en isoleer de leidingen om condensvorming te voorkomen.
Door een onjuiste installatie van de leiding kan waterlekkage en schade aan meubilair enzovoort ontstaan.
VOORWAARDE
Isoleer de afvoerleidingen volledig.
Isoleer de aansluiting op de binnenunit. Door onvolledige
isolatie kan condensvorming ontstaan.
Zorg ervoor dat de afvoerleiding een verval heeft van
minimaal 1/100, leg de afvoerleiding niet over een andere
leiding en zorg ervoor dat er geen sifon ontstaat.
Dit kan ongebruikelijke geluiden veroorzaken.
Belast de aansluiting van de afvoerleiding niet onnodig.
Leidingen en isolatie
Zorg voor de volgende materialen voor de installatie van de leiding en de isolatie ervan.
Leidingen en afvoerslang buigen
De afvoerleiding kan via de achterzijde, de linkerzijde of de rechterzijde worden geleid.
Leid, wanneer de afvoerleiding via de linker- of rechterzijde wordt geïnstalleerd,
de leidingen en de afvoerslang op de manier zoals is weergegeven in de
afbeelding rechts. Zorg ervoor dat de slang niet aan de achterzijde uit het
apparaat steekt.
Maakk de verbinding, wanneer de afvoerslang verlengd moet worden,
op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts.
VOORWAARDE
Lijm de PVC-afvoerleidingen met PVC-lijm in elkaar zodat ze niet lekken.
De lijm is na een tijdje uitgehard. (Zie de gebruiksaanwijzing van de
PVC-lijm.) Belast het aansluitgedeelte van de afvoerleidingen tijdens
het uithardingsproces niet.
Omdat de afvoer natuurlijk is, moeten de leidingen buiten het apparaat aflopen.
Giet, zodra de leidingen geïnstalleerd zijn, water in de afvoerschaal en
controleer of het water helemaal wegloopt.
Monteren van de afstandsbediening (niet meegeleverd)
Meer informatie over het aansluiten van de bedrading van de afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding
van de afstandsbediening.
Meer informatie over het aansluiten van de draadloze afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding van de
afstandsbediening.
Plaats de afstandsbediening niet in direct zonlicht of in de buurt van een kachel, enzovoort.
Test de afstandsbediening, controleer of de binnenunit het signaal goed ontvangt en installeer dan de
afstandsbediening. (Draadloos model)
Installeer de afstandsbediening 1 m verwijderd van apparaten zoals tv’s of stereoapparatuur. (Het beeld kan
anders vervormd of onderdrukt worden.) (Draadloos model)
Leidingen
Thermische isolatie
PVC-buis: nominale diameter (binnendiameter) ; Ø 20mm
Polyethyleenschuim: Dikte: 10 mm
Zorg ervoor dat de
afvoerleiding afloopt.
Laat het einde
van de
afvoerslang niet
onder water
hangen.
Voorkom golven
in de
afvoerleiding.
PVC-buis
Thermische isolatie
Afvoerschaal
Afvoerslang
Lijmverbinding
voor de PVC-
buis
Binnenzijde
Buitenunitzijde
Leidingopening
(aflopend naar de buitenunitzijde)
141
5
KOELMIDDELLEIDINGEN
WAARSCHUWING
Ventileer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt tijdens de
installatiewerkzaamheden.
Wanneer koelmiddel uit het apparaat lekt, kan een schadelijk gas ontstaan wanneer het in contact komt met open vuur.
Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er geen gaslek aanwezig is.
Wanneer ontsnapt gas in de buurt of in contact komt met open vuur, kunnen giftige gassen worden gevormd.
VOORWAARDE
Wanneer de koelmiddelleiding lang is, moet deze om de 2.5 tot 3 m ondersteund worden. Als de leiding niet
ondersteund wordt, kan deze gaan resoneren.
Gebruik de trompmoeren bij de binnenunit of moeren geschikt voor R410A.
Toegestane leidinglengte en hoogteverschil
Deze verschillen en zijn afhankelijk van de gebruikte buitenunit. Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding
bij de buitenunit.
Leidingmateriaal en -afmetingen
Leidingmateriaal
Type MMK-
Leidingdiameter
Gaszijde
(mm)
Vloeistofzijde
Naadloze, met fosfor gedesoxydeerde buis voor airconditioners
AP0071H tot AP0121H AP0151H, AP0181H AP0241H
Ø9.5 Ø12.7 Ø15.9
Ø6.4 Ø6.4 Ø9.5
A
Gebruik een schone en nieuwe leiding en controleer of er geen ongerechtigheden, zoals stof, olie, vocht enzovoort
in de leiding aanwezig is.
Leidingen buigen/
Bepalen van het uiteinde van de leidingen
Trompen
1. Kort de leiding af met een pijpsnijder.
2. Steek een flensmoer in de leiding en tromp de
leiding.
Omdat de trompafmetingen van R410A anders zijn
dan die van R22, adviseren we u om de
trompgereedschappen die speciaal bedoeld zijn
voor R410A te gebruiken.
U kunt echter ook de conventionele
gereedschappen gebruiken door de uitstekende
lengte van de koperen leiding aan te passen.
Trompdiameter:
A (eenheid: mm)
90˚
Schuin Ruw Niet vlak
+0
-
0.4
Buitendiameter van
de koperen leiding
6.4
9.5
12.7
15.9
A
R410A
9.1
13.2
16.6
19.7
*
Trek, wanneer u een trompverbinding voor R410A
met het standaard trompgereedschap moet maken,
de leiding ongeveer 0.5 mm verder dan voor R22 om
de juiste trompafmeting te bereiken.
De diameter van de koperen leiding gebruikt u om
de uitstekende leidinglengte te bepalen.
142
Gebruik altijd twee sleutels
Uitstekende leidinglengte
bij trompen:
B (eenheid: mm)
Rigid
Imperial
Aansluiten van koelmiddelleidingen
Sluit alle koelmiddelleidingen met een trompverbinding
aan.
Omdat de atmosferische druk heerst, is het normaal
dat u geen sissend geluid hoort wanneer de
flensmoer losgedraaid wordt.
Gebruik altijd twee sleutels om de verbindingen met
de binnenunit te monteren.
Zie de volgende tabel voor het juiste
aandraaimoment.
B
Gasdichtheid testen/
Ontluchten enzovoort.
Meer informatie over de procedures voor het testen op
gasdichtheid, ontluchten, toevoegen van koelmiddel
vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit.
Open de afsluiters van de buitenunit
volledig
Controle op gaslekkage
Controleer de flensmoerverbindingen, de
kraandopverbindingen en de
onderhoudsaansluitingfittingen op gaslekken met een
lektester of zeepsop.
VOORWAARDE
Gebruik een lektester die geschikt is voor het
HFC-koelmiddelen (R410A, R134a, enz.).
Isoleren
Breng om zowel de gas- als de vloeistofleidingen
thermisch isolatiemateriaal aan.
In warme perioden (wanneer de unit moet koelen) zal
de temperatuur aan zowel vloeistof- als gaszijde lager
worden.
Isoleer daarom voldoende om condensvorming te
voorkomen.
Breng thermische isolatie aan vanaf de buitenzijde
van de binnenunit. (Wanneer de leidingen via de
achter- en rechterzijde worden geïnstalleerd)
Gebruik voor de leiding aan gaszijde een
isolatiemateriaal dat bestand is tegen temperaturen
van minimaal 120°C.
Isoleer de aansluiting op de binnenunit zorgvuldig
met de meegeleverd thermische buisisolatie.
Binnenunit
Thermische isolatie
Bevestig de leiding met
vinyl tape.
Zorg ervoor dat de naad
aan de bovenkant zit.
Installatiezijde
Leidingisolatie
Buitendiameter
van de koperen
leiding
6.4
9.5
12.7
15.9
Te gebruiken
R410A-gereedschap
R410A R22
0 tot 0.5 (zelfde als links)
0 tot 0.5 (zelfde als links)
0 tot 0.5 (zelfde als links)
0 tot 0.5 (zelfde als links)
Bij gebruik van
conventioneel
gereedschap
R410A R22
1.0 tot 1.5 0.5 to 1.0
1.0 tot 1.5 0.5 tot 1.0
1.0 tot 1.5 0.5 tot 1.0
1.0 tot 1.5 0.5 tot 1.0
Buitendiameter van de koperen leiding
6.4
9.5
12.7
15.9
R410A R22
1.5 tot 2.0 1.0 tot 1.5
1.5 tot 2.0 1.0 tot 1.5
2.0 tot 2.5 1.5 tot 2.0
2.0 tot 2.5 1.5 tot 2.0
Buitendiameter van de
verbindingsleiding
(mm)
Ø6.4
Ø9.5
Ø12.7
Ø15.9
Aandraaimoment
(N•m)
14 tot 18
(1.4 tot 1.8 kgf•m)
33 tot 42
(3.3 tot 4.2 kgf•m)
50 tot 62
(5.0 tot 6.2 kgf•m)
68 tot 82
(6.8 tot 8.2 kgf•m)
Aandraaimoment bij
nogmaals aandraaien
(N•m)
18
(1.8 kgf•m)
42
(4.2 kgf•m)
50
(5.0 kgf•m)
68
(6.8 kgf•m)
143
6
ELEKTRISCHE BEDRADING
WAARSCHUWING
1. Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat de
aansluitpunten en kabels niet mechanisch kunnen worden belast.
Een slechte aansluiting of bevestiging kan brand veroorzaken, enz.
2. Controleer of de aardingsaansluiting is gemonteerd. (Aarding)
Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een
telefooninstallatie.
Door een slechte aarding kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
3. De elektrotechnisch installateur moet de elektrische aansluitingen volgens de lokale voorschriften en
op de manier zoals is beschreven in deze installatiehandleiding uitvoeren en de installatie aansluiten
op een schone groep.
Door onvoldoende capaciteit van de voedingsschakeling kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
LET OP
Installeer altijd een aardlekschakelaar.
Zorg er steeds voor dat de airconditioner is aangesloten op een aardlekschakelaar om elektrische schokken te
voorkomen.
VOORWAARDE
Gebruik voor de voedingsaansluiting bekabeling die in overeenstemming is met de lokaal geldende voorschriften.
Meer informatie over de bekabeling van de buitenunits vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit.
Sluit de voedingskabel nooit aan op het aansluitingenblok (A, B, U1, U2, X, Y enzovoort) voor de
afstandsbediening. (Het systeem werkt dan niet.)
Leid de bedrading zodanig dat deze niet in contact komt met de hete leiding.
Daardoor kan de coating smelten en kunnen ongelukken ontstaan.
Vergeet niet, bij het maken van de aansluitingen in het aansluitingencompartiment, een lus in de kabel te
maken en de kabel vast te zetten met de kabelklem.
Installeer de koelmiddelleidingen en de besturingsbekabeling in dezelfde montagegoot.
Schakel de voedingsspanning van de binnenunit pas in nadat de koelmiddelleidingen volledig vacuüm gezogen zijn.
Voedingspecificaties
De kabels en de kabels voor de afstandsbediening zijn niet meegeleverd.
Meer informatie over de voedingspecificaties vindt u in de onderstaande tabel. Een lage capaciteit is gevaarlijk
omdat daardoor oververhitting kan ontstaan.
Meer informatie over de specificaties van de voeding van de buitenunit en de voedingskabels vindt u in de
installatiehandleiding bij de buitenunit.
Voeding
Voeding
binnenunit (*1)
Voedingskabel
Maximaal 20 m
Maximaal 50 m
Verbindingsbekabeling
Aantal
Kabeldikte
tussen binnen- en buitenunit (*2)
Besturing
Bekabeling voor centrale
Aantal
Kabeldikte
bediening (*3)
Bekabeling voor de
Aantal
afstandsbediening (*4)
Kabeldikte
220–240V
~ 50Hz
220V
~ 60Hz
Twisted pairkabel: 2.0 mm²
Twisted pairkabel: 3.5 mm²
2
(Maximaal 1000 m) Twisted pairkabel: 1.25 mm²
(Maximaal 2000 m) Twisted pairkabel: 2.00 mm²
2
(Maximaal 1000 m) Twisted pairkabel: 1.25 mm²
(Maximaal 2000 m) Twisted pairkabel: 2.00 mm²
2
Twisted pairkabel: 0.5 tot 2.0 mm²
Installeer een hoofdschakelaar/aardlekschakelaar of voedingskabel/zekering voor de binnenunits met
specificaties die voldoen aan de totale stroomspecificaties van de binnenunits.
144
Bekabeling tussen units
Binnenunit
Afstandsbediening
Binnenunit
L1 L2 Ln
(maximaal 8 apparaten)
Binnenunit Binnenunit
Bekabeling voor de
afstandsbediening
KABELAANSLUITINGEN
VOORWAARDE
Voer de kabel altijd door de kabeldoorvoer van de binnenunit.
De laagspanningsschakeling is voor de afstandsbediening.
Draai de schroeven van het aansluitingenblok aan en zet
de kabels met de meegeleverde snoerklem vast in het
elektrische aansluitingencompartiment. Voorkom dat het
aansluitgedeelte van het aansluitingenblok mechanisch
belast wordt.)
Aarding
Verbindingskabel
R(L)
R(L)
S(N)
S(N)
A B X Y
U1 U2
Aansluitingenblok
voor de voeding
(2-fase)
Printplaat hoofdunit
Kabel van de
afstands-
bediening
Snoerklem
Snoerklem
Voedingskabel
Verbindingskabel tussen
de binnen- en buitenunit
Voeding binnenunit (*1)
Gebruik voor de voeding van de binnenunit een schone groep die niet gedeeld wordt met de buitenunit.
Installeer de voeding, de aardlekschakelaar en de hoofdschakelaar van de binnenunit op een goed bereikbare positie.
Netsnoerspecificatie: 3-aderige kabel, 2.5 mm² conform 60245 IEC 57.
Verbindingsbekabeling tussen de units, bekabeling voor centrale bediening (*2) (*3)
2-aderig snoer voor de verbindingsbekabeling tussen de units en de bekabeling voor centrale bediening.
Gebruik, om ruis te voorkomen, 2-aderige afgeschermde kabel.
De lengte van de verbindingsbekabeling is de totale lengte van de kabel tussen de binnen- en buitenunits plus de lengte van
de kabel voor centrale bediening.
Bekabeling voor de afstandsbediening (*4)
2-aderig snoer voor de bekabeling voor de afstandsbediening en bekabeling voor groepsafstandsbedieningen.
LET OP
De kabel van de afstandsbediening
(besturingskabel) en de voedingskabel
mogen nooit contact met elkaar maken
en mogen nooit door dezelfde
kabelgoot worden geleid. Wanneer ze
een gemeenschappelijke kabelgoot
gebruiken, zal dat leiden tot storingen
in de besturing als gevolg van ruis
enzovoort.
Bekabeling voor de afstandsbediening,
verbindingsbekabeling voor centrale bediening
Twisted pairkabel: 0.5 tot 2.0 mm² × 2
Totale kabellengte van de bekabeling voor de
afstandsbediening en de verbindingsbekabeling tussen units
= L + L1 + L2 +...Ln
Alleen bij niet-draadloos model
Bij meegeleverd draadloos model
Totale kabellengte van de verbindingsbekabeling tussen units = L1 + L2 +...Ln
Maximaal 500 m
Maximaal 400 m
Maximaal 200 m
145
Aansluitingenblok voor
bekabeling van de
afstandsbediening van
de binnenunit
A
B
Ongeveer 200 mm
W : Wit
B : Zwart
W
B
Kabel van de afstandsbediening
(niet meegeleverd)
Kabel vanaf de
afstandsbediening of sensor
Verbinding
Afstandsbedieningunit
of sensor
Kabel vanaf de
afstandsbediening
of sensor
Bekabeling van de
afstandsbediening
Kabelverbinding
Masterunit Subunit
Aardlekschakelaar
Aardlekschakelaar
Schakelaar
(Open)
Aarde
(Aarde)
(Aarde)
Voeding van de buitenunit,
3-fase
380–415V, 50Hz
380V, 60Hz
Centrale
bedieningkabel
Voeding
220–240V
~
50Hz
220V
~
60Hz
Afstandsbediening,
voor centrale bediening enzovoort
Verbinding van
afgeschermde kabels
Verbindingskabel
tussen buitenunits
Verbindingskabel tussen de binnen- en buitenunit
Voeding binnenunit
220–240V
~
50Hz
220V
~
60Hz
Verbinding van
afgeschermde kabels
(Bediening met behulp van een groepsafstandsbediening)
Kabeldoos
Binnenunit
6
ELEKTRISCHE BEDRADING
Bekabeling van de afstandsbediening
Strip de aan te sluiten kabel ongeveer 14 mm.
Twijn de kabel van de aan te sluiten afstandsbediening met de kabel van de afstandsbedieningsunit (of draadloze
sensor) en pers ze op elkaar met een kabelverbinder. (Kabelverbinders (Wit: 2 stuks) zijn meegeleverd bij de
hoofdafstandsbediening (niet meegeleverd) of de draadloze afstandsbedieningset (niet meegeleverd).)
Omdat de kabel van de afstandsbediening geen polariteit heeft, is het niet erg wanneer de aansluitingen A en B
verwisseld worden.
<Aansluitschema>
Bekabeling tussen de binnen- en buitenunits
OPMERKING
De buitenunit die wordt
aangesloten met een
verbindingskabel tussen de
units, wordt automatisch de
masterunit.
Adres instellen
Stel de adressen in op de manier zoals is beschreven in de installatiehandleiding bij de buitenunit.
146
UNIT
SET
CL
UNIT No.
CODE No.
R.C. No.
1
4
6
2
3
5
7
BEDIENINGSELEMENTEN
BELANGRIJK
Wanneer de apparatuur voor de eerste keer ingeschakeld wordt, zal het even duren voordat u de
afstandsbediening zult kunnen gebruiken. Dit is geen storing.
Automatische adressering
Tijdens het automatisch bepalen van het communicatieadres is het niet mogelijk om het systeem met behulp van de
afstandsbediening te bedienen.
Het automatisch bepalen van het communicatieadres duurt maximaal 10 minuten (over het algemeen zal het ongeveer 5
minuten duren).
Wanneer de voedingsspanning ingeschakeld wordt nadat het communicatieadres is bepaald.
Na maximaal 10 minuten (over het algemeen al na ongeveer 3 minuten) nadat de voedingsspanning ingeschakeld werd,
zal de buitenunit inschakelen.
Omdat alle toetsen in de fabriek ingesteld zijn op [standaard], zult u eventueel de instelling van de binnenunit moeten
wijzigen.
Gebruik daarvoor de hoofdafstandsbediening (bekabelde afstandsbediening).
* Het is niet mogelijk om de instellingen voor systemen met een draadloze afstandsbediening, een slave-
afstandsbediening of systemen zonder afstandsbediening te wijzigen (die bediend worden met behulp van een centrale
afstandsbediening). Monteer bij gebruik van dergelijke systemen een afzonderlijke hoofdafstandsbediening.
Wijzigen van de instellingen
Bedieningsprincipes bij het wijzigen van instellingen
U kunt de instellingen alleen wijzigen als het apparaat uitgeschakeld is.
(vergeet dus niet het apparaat uit te schakelen.)
Procedure
1
2
3
4
5
6
Omschrijving
Wanneer u de toets en
SET
,
CL
en ten minste 4 seconden ingedrukt houdt, zal het display gaan knipperen
zoals is weergegeven in de afbeelding.
Controleer of de weergegeven itemcode [10] is.
Als de weergegeven itemcode een andere dan [10] is, drukt u op de
toets
om het display te wissen. Herhaal vervolgens stap.
(Nadat u de toets heeft ingedrukt, accepteert het apparaat geen
opdrachten van de afstandsbediening.)
(Bij groepsbediening wordt de eerst weergegeven binnenunit de master.)
(* Het weergegeven display kan verschillen,
afhankelijk van het model van de binnenunit.)
Telkens wanneer u de toets
UNIT
indrukt, wordt het volgende nummer van een binnenunit bij groepsbediening weergegeven.
Selecteer de binnenunit waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Het is gemakkelijk te controleren of u de instellingen van de gewenste
binnenunit wijzigt: de ventilator en de jaloezie van de geselecteerde
binnenunit worden ingeschakeld.
Voer met behulp van de toetsen en de itemcode [
**
] in.
Selecteer met behulp van de toetsen en de in te stellen gegevens
[
****
].
Druk op
SET
. Als het display stopt met knipperen en gaat branden is de instelling gewijzigd.
Om ook de instellingen van een andere binnenunit te wijzigen, voert u de handelingen opnieuw uit, te beginnen bij stap
2
.
Om andere instellingen van een dezelfde binnenunit te wijzigen, voert u de handelingen opnieuw uit, te beginnen bij stap
3
.
Wanneer u de toets
CL
indrukt, worden de al gemaakte instellingen geannuleerd. Begin in dat geval opnieuw bij stap
2
.
Druk, nadat u alle instellingen heeft gewijzigd, op de toets .
(De instellingen worden doorgevoerd.)
Wanneer u op de toets drukt, wordt de inhoud van het display gewist en
de instelmodus afgesloten.
(Nadat u de toets heeft ingedrukt, accepteert het apparaat geen
opdrachten van de afstandsbediening.)
UNIT No.
CODE No.
R.C. No.
UNIT No.
CODE No.
R.C. No.
** **
** **
*
**
147
7
BEDIENINGSELEMENTEN
De uitblaasrichting instellen
1. Zet de uitblaasrichting omhoog/omlaag door de
horizontale jaloezie met de afstandsbediening te
verplaatsen.
2. Zet de uitblaasrichting naar rechts/links door de
verticale grille van de luchtuitlaatopening met de
hand te verdraaien.
VOORWAARDE
Raak de horizontale jaloezie niet aan, omdat
daardoor een storing kan ontstaan.
Zie voor het verplaatsen van de horizontale
jaloezie de gebruiksaanwijzing bij de buitenunit.
Groepsbediening
Bij groepsbediening kan één afstandsbediening
maximaal 8 apparaten bedienen.
Meer informatie over de bekabelingsprocedure en
de kabels van de afzonderlijke (maar identieke
koelmiddelleidingsystemen) vindt u in de paragraaf
‘Elektrische bekabeling’ in deze handleiding.
De bekabeling tussen binnenunits in een groep moet
op de volgende manier worden geïnstalleerd.
Sluit de binnenunits op elkaar aan door de
verbindingskabels van de aansluitblokken (A, B) van
een binnenunit aan te sluiten op de aansluitblokken
(A, B) van de volgende binnenunit. (geen polariteit)
Meer informatie over het instellen van adressen
vindt u in de installatiehandleiding bij de unit.
Het tijdstip waarop de
filterreinigingswaarschuwing gaat
branden wijzigen
Afhankelijk van het geïnstalleerde filter, kan het
noodzakelijk zijn om het tijdstip waarop de
filterreinigingswaarschuwing gaat branden te wijzigen.
Ga te werk op de manier zoals is beschreven in de
‘Basisprocedure voor het wijzigen van instellingen
(
1
2
3
4
5
6
).
Voer voor itemcode in stap
3
de waarde [01] in.
Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel
welke instelling in stap
4
voor het tijdstip waarop de
filterreinigingswaarschuwing moet gaan branden
moet worden gekozen.
De verwarmingscapaciteit optimaliseren
Wanneer het moeilijk is om de ruimte aangenaam
verwarmd te krijgen als gevolg van de installatielocatie
van de binnenunit of de vorm van de ruimte, is het
mogelijk om de meettemperatuur te verhogen. Het
verdient ook aanbeveling om een ventilator te gebruiken
om de opstijgende warme lucht te circuleren.
Ga te werk op de manier zoals is beschreven in de
‘Basisprocedure voor het wijzigen van instellingen
(
1
2
3
4
5
6
).
Voer voor itemcode in stap
3
de waarde [06] in.
Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel
welke instelling in stap
4
voor de
detectietemperatuur moet worden gekozen.
Instelgegevens
0000
0001
0002
0003
0004
Tijdstip waarop de
filterreinigingswaarschuwing gaat branden
Geen
150H
2500H (Fabrieksinstelling)
5000H
10000H
Instelgegevens
0000
0001
0002
0003
0004
0005
0006
Verschuiven van de
detectietemperatuur
Geen verschuiving
+1°C
+2°C (Fabrieksinstelling)
+3°C
+4°C
+5°C
+6°C
148
UNIT
SET
CL
1, 5
3
2, 4
TEST
8
WERKINGSTEST
Voordat u een werkingstest uitvoert
Voer, voordat u de voeding inschakelt, eerst de volgende procedures uit.
1) Controleer of de weerstand tussen het aansluitingenblok van de
voeding en de aarde tenminste 1M is. Schakel het apparaat niet in
als de weerstand lager is dan 1M.
2) Controleer of alle afsluiters van de buitenunit volledig geopend zijn.
Druk nooit de elektromagnetische contactschakelaar in om een
geforceerde werkingstest uit te voeren.
(Dat is erg gevaarlijk omdat in dat geval een beveiliging niet werkt.)
Zo voert u de werkingstest uit
Sluit, om één binnenunit te laten ventileren, CN72 op de printplaat kort en schakel dan de voedingsspanning
opnieuw in. (Start het apparaat in VENTILATOR-modus.) Vergeet in dit geval niet om na het uitvoeren van de
werkingstest de kortsluiting van CN72 ongedaan te maken.
Controleer de werking met behulp van de afstandsbediening. Meer informatie over de werking ervan vindt u in de
Gebruiksaanwijzing.
Een geforceerde werkingstest kan uitgevoerd worden met behulp van de volgende procedure wanneer de
kamertemperatuur lager is dan de ingestelde inschakeltemperatuur.
Om te voorkomen dat de werkingstest meteen na een andere werkingstest wordt uitgevoerd, kan het apparaat
pas na ongeveer 60 minuten opnieuw ingeschakeld worden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de
voedingsspanning, om de
compressor bij opstarten te
beschermen, minimaal 12 uur
ingeschakeld is.
OPMERKING
Gebruik geen Geforceerde bediening in andere
gevallen dan voor een werkingstest, omdat dit de
airconditioner extra zwaar belast.
Bij een bekabelde afstandsbediening
Procedure
1
2
3
4
5
Omschrijving
Houd de toets minimaal 4 seconden ingedrukt.
Op het display wordt de melding [TEST] weergegeven, waarna het
mogelijk is om een werkingstest uit te voeren.
Druk op x.
Selecteer met de toets [COOL (KOELEN)] of
[HEAT (VERWARMEN)].
Schakel de airconditioner niet in een andere modus dan de modus
[COOL] of [HEAT] in.
Tijdens de werkingstest werkt de temperatuurregeling niet.
Wel worden fouten op de gebruikelijke manier gedetecteerd.
Druk, na het uitvoeren van de werkingstest, op om het
apparaat uit te schakelen. (Het display is gelijk aan dat bij stap 1 )
Druk op de toets om de werkingstest te annuleren.
(Op het display wordt de melding [TEST] gewist en de status wordt
opnieuw normaal.)
149
Bij gebruik van een draadloze afstandsbediening
8
WERKINGSTEST
Procedure
1
2
3
4
Omschrijving
Draai de schroef waarmee het typeplaatje van de sensor bevestigd is los.
Verwijder de typeplaatje van de sensor met een kleine rechte schroevendraaier (in de opening aan de
onderzijde van het plaatje) en stel de dipswitch in op [WERKINGSTEST AAN].
Start de werkingstest met de toets op de draadloze afstandsbediening.
De LED’s , en knipperen tijdens de werkingstest.
In de toestand [WERKINGSTEST AAN] kan de temperatuur niet met behulp van de draadloze
afstandsbediening worden aangepast.
Gebruik deze methode niet wanneer er geen werkingstest wordt uitgevoerd, omdat daardoor de apparatuur
zal beschadigen.
Voer de werkingstest uit in de modus KOELEN of VERWARMEN.
* De buitenunit kan, nadat de voeding ingeschakeld is of het apparaat uitgeschakeld werd, pas na 3 minuten
opnieuw ingeschakeld worden.
Stop de airconditioner, nadat de werkingstest voltooid is, met behulp van de draadloze afstandsbediening en
zet de dipswitch van de ontvanger weer in de oorspronkelijke stand terug.
(In de sensor is een timerprogramma ingebouwd om te voorkomen dat de test continu wordt uitgevoerd.)
Sensor
Afstandsbus
Schroef
M4 × 25
(2 stuks)
Kleine schroef
Nokje
Typeplaatje
150
UNIT No.
CODE No.
R.C. No.
Storingscode Nummer van de binnenunit waarin
een storing is opgetreden
UNIT
SET
CL
3
2
1
UNIT No.
CODE No.
R.C. No.
9
STORINGEN VERHELPEN
Controles
Wanneer er een probleem is met de airconditioner,
wordt de storingscode en het nummer van de
binnenunit op het display van de afstandsbediening
weergegeven.
De storingscode wordt alleen weergegeven tijdens
bedrijf.
Bedien, als het display leeg is, de airconditioner op de
manier die beschreven is in de paragraaf
“Storingscodes opslaan”.
Storingscodes opslaan
telkens wanneer er een storing optreedt aan de
airconditioner, kunt u de storingsgeschiedenis
controleren met de volgende procedure.
(De storingsgeschiedenis wordt opgeslagen in het
geheugen en bevat maximaal 4 fouten.)
Deze geschiedenis kunt u zowel tijdens bedrif als
wanneer het apparaat uitgeschakeld is bekijken.
Procedure
1
2
3
Omschrijving
Wanneer u de toetsen
SET
en gelijktijdig minimaal 4 seconden
indrukt, wordt het display rechts weergegeven.
Als [Service Check] wordt weergegeven, kunt u de
storingsgeschiedenis bekijken.
[01: Het volgnummer van de storingsgeschiedenis] wordt
weergegeven in het [CODE No.] codenummervenster.
De [storingscode] wordt weergegeven in het CHECK-venster.
In het venster UNIT No. wordt het [adres van de binnenunit waar
de storing is opgetreden] weergegeven.
Met de toetsen , kunt u achtereenvolgens alle storingscodes aflezen.
De cijfers in het [CODE No.] codenummervenster lopen op van [01] (meest recente storingscode) tot [04] (minst
recente storingscode).
LET OP
Door te drukken op de toets
CL
worden alle opgeslagen storingscodes gewist.
Druk op de toets om terug te keren naar het normale display.
151
9
STORINGEN VERHELPEN
Storingscodelijst
In de volgende lijst zijn alle storingscodes opgenomen. Aan de hand van deze tabel kunt u alle te controleren
onderdelen vinden.
Bij controle met behulp van de afstandsbediening van de binnenunit: zie “Display Hoofdafstandsbediening” in de lijst.
Bij controle met behulp van het display op de printplaat van de buitenunit: Zie “7-segmentdisplay van de
buitenunit” in de lijst.
Bij controle met behulp van de AI-NET-afstandsbediening voor centrale bediening: Zie “Display AI-NET-
afstandsbediening” in de lijst
Bij controle met behulp van de draadloze afstandsbediening van de binnenunit: Zie “Display sensorblok van het
ontvangende apparaat” in de lijst.
Terminologie
AI-NET: Artificial Intelligence (Kunstmatige intelligentie).
IPDU: Intelligent Power Drive Unit
{
: Brandend,
¤
: Knipperend,
z
: Dooft
ALT. : Wanneer er twee LED’s knipperen, doen ze dat om en om.
SIM: Wanneer er twee LED’s knipperen, doen ze dat gelijktijdig.
Storing gedetecteerd door TCC-LINK van centrale bedieningsapparaat
Storingscode
Display van de
hoofdafstandsbediening
E01
E02
E03
E04
E06
E08
E09
E10
E12
E15
E16
E18
E19
E20
E23
E25
E26
E28
E31
7-segment display op buitenunit
E06
E07
E08
E12
E15
E16
E19
E20
E23
E25
E26
E28
E31
Hulpcode
Aantal binnenunits waarin sensor
normaal ontvangt
Dubbele adressen voor binnenunits
01: Communicatie tussen binnen-
en buitenunit
02: Communicatie tussen
buitenunits
00: Capaciteit te hoog
01 ~: Aantal aangesloten apparaten
00: Master is nul
02: Twee of meer masterunits
01: Buitenunit van ander circuit
aangesloten
02: Binnenunit van ander circuit
aangesloten
Aantal buitenunits dat signaal
gewoonlijk ontvangt
Gedetecteerd buitenunitnummer
01: IPDU1-fout
02: IPDU2-fout
03: IPDU1-, 2-fout
04: Ventilator IPDU-fout
05: IPDU1 + Ventilator IPDU-fout
06: IPDU2 + Ventilator IPDU-fout
07: Storing in alle IPDU’s
Display AI-NET-
afstandsbediening
97
04
04
96
99
CF
42
42
89
97, 99
96
42
15
15
15
d2
CF
Draadloze afstandsbediening
Display sensorblok van het
ontvangende apparaat
Bediening
Timer Gereed
Knipperend
¤
zz
¤
zz
¤
zz
zz
¤
zz
¤
zz
¤
¤
zz
¤
zz
¤
zz
¤
zz
zz
¤
zz
¤
¤
zz
zz
¤
zz
¤
zz
¤
zz
¤
zz
¤
zz
¤
zz
¤
Naam van de storingscode
Communicatiefout tussen binnenunit en
afstandsbediening
(Gedetecteerd aan afstandsbedieningzijde)
Transmissiefout bij afstandsbediening
Communicatiefout tussen binnenunit en
afstandsbediening
(Gedetecteerd aan binnenunitzijde)
Communicatieschakelingfout tussen binnen-
en buitenunit
(Gedetecteerd aan binnenunitzijde)
Verlaag het aantal binnenunits
Communicatieschakelingfout tussen binnen-
en buitenunit
(Gedetecteerd aan buitenunitzijde)
Dubbele adressen voor binnenunits
Dubbele adressen hoofdafstandsbedieningen
Communicatiefout tussen binnenunit en MCU
Startfout automatische adressering
Binnenunit is nul tijdens automatische adressering
Capaciteit te hoog /
Aantal aangesloten binnenunits
Communicatiefout tussen binnenunits
Fout in aantal masterbuitenunits
Ander circuit aangesloten tijdens automatische
adressering
Verzendfout bij communicatie tussen
buitenunits
Dubbele adressen bij slave buitenunits
Verminderd aantal buitenunits
Fout bij slave van buitenunit
IPDU-communicatiefout
Te controleren
apparaat
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Binnenunit
Binnenunit
I/F
I/F
Binnenunit/ I/F
Afstandsbediening
Binnenunit
I/F
I/F
I/F
Binnenunit
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
152
Storingscode
Display van de
hoofdafstandsbediening
F01
F02
F03
F04
F05
F06
F07
F08
F10
F12
F13
F15
F16
F23
F24
F29
F31
H01
H02
H03
H04
H06
H07
H08
H14
H16
L03
L04
L05
L06
L07
L08
L09
L10
L20
L28
L29
L30
7-segment display op buitenunit
F04
F05
F06
F07
F08
F12
F13
F15
F16
F23
F24
F31
H01
H02
H03
H04
H06
H07
H08
H14
H16
L04
L06
L08
L10
L20
L28
L29
L30
L31
Hulpcode
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
01: Storing in TK1-sensor
02: Storing in TK2-sensor
03: Storing in TK3-sensor
04: Storing in TK4-sensor
01: Storing in oliesysteem TK1
02: Storing in oliesysteem TK2
03: Storing in oliesysteem TK3
04: Storing in oliesysteem TK4
Aantal binnenunits met prioriteit
SIM
01: IPDU1-fout
02: IPDU2-fout
03: IPDU3-fout
04: Ventilator IPDU-fout
05:
IPDU1 + Ventilator IPDU-fout
06:
IPDU2 + Ventilator IPDU-fout
07: Storing in alle IPDU’s
Gedetecteerd binnenunitadres
Display AI-NET-
afstandsbediening
0F
0d
93
19
A1
18
18
1b
OC
A2
43
18
43
43
43
12
1C
IF
1d
17
44
20
d7
d4
44
d7
96
96
96
96
99
99
46
88
98
46
CF
b6
Draadloze afstandsbediening
Display sensorblok van het
ontvangende apparaat
Bediening
Timer Gereed
Knipperend
¤¤
z
ALT
¤¤
z
ALT
¤¤
z
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
z
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
{
ALT
¤¤
z
SIM
¤¤
{
SIM
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
z
¤
z
¤
z
¤
SIM
¤
{
¤
SIM
¤
z
¤
SIM
¤
z
¤
SIM
¤
z
¤
SIM
¤
z
¤
SIM
¤
z
¤
SIM
¤
{
¤
SIM
¤
{
¤
SIM
¤
{
¤
SIM
¤
{
¤
SIM
¤
{
¤
SIM
Naam van de storingscode
Storing in TCJ-binnenunitsensor
Storing in TC2-binnenunitsensor
Storing in TC1-binnenunitsensor
Storing in TD1-sensor
Storing in TD2-sensor
Storing in TE1-sensor
Storing in TL-sensor
Storing TO-sensor
Storing in TA-binnenunitsensor
Storing in TS1-sensor
Storing in TH-sensor
Fout in bekabeling temperatuursensor buitenunit
(TE, TL)
Fout in bekabeling druksensor buitenunit (Pd, Ps)
Storing in Ps-sensor
Storing in Pd-sensor
Andere storing binnenunit
EEPROM-fout binnenunit
Compressor defect
Magneetschakelaarfout
Overstroomrelais geactiveerd
Compressorprobleem (vergrendeld)
Stroing in huidige detectieschakelingsysteem
Thermostaatbediening Compr. 1
Lagedrukbeveiliging
Laag oliepeilbeveiliging
Storing in olietemperatuursensor
Thermostaatbediening compr. 2
Storing in oliepeilsensor
Magneetschakelaarfout
Overstroomrelais geactiveerd
Dubbel centraal apparaat
Dubbel buitenunitcircuitadres
Dubbele binnenunits met prioriteit
(Weergegeven op binnenunit met prioriteit)
Dubbele binnenunits met prioriteit (Weergegeven
op andere unit dan binnenunit met prioriteit)
Groepcircuit in individuele binnenunit
Groep binnenunit/Adres niet meer ingesteld
Capaciteit binnenunits niet meer ingesteld
Capaciteit buitenunits niet meer ingesteld
Dubbel adres voor centrale bediening
Teveel buitenunits aangesloten
Aantal IPDU-storingen
Vergrendeling binnenunit-buitenunit
Extended I/C error
Te controleren
apparaat
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
Binnenunit
I/F
IPDU
I/F
I/F
I/F
I/F
Binnenunit
I/F
IPDU
MG-SW
Overstroomrelais
IPDU
IPDU
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
MG-SW
Overstroomrelais
Binnenunit
I/F
I/F
I/F
Binnenunit
Binnenunit/ I/F
Binnenunit
I/F
AI-NET, binnenunit
I/F
I/F
Binnenunit
I/F
153
9
STORINGEN VERHELPEN
Storingscode
Display van de
hoofdafstandsbediening
P01
P03
P04
P05
P07
P10
P12
P13
P15
P17
P19
P20
P22
P26
P29
P31
7-segment display op buitenunit
P03
P04
P05
P07
P10
P13
P15
P17
P19
P20
P22
P26
P29
P31
Hulpcode
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
01: Fase ontbreekt
02: Fasefout
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
Gedetecteerd binnenunitadres
01: TS-conditie
02: TD-conditie
Gedetecteerd buitenunitnummer
0 : IGBT kortgesloten
1 : Storing in
ventilatormotorpositiedetectiesysteem
3 : Ventilatormotorstoring
C :TH-sensortemperatuurfout
(Heatsink oververhit)
D :Storing in TH-sensor
E :Vdc-uitgangfout
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
01: Compr. 1-zijde
02: Compr. 2-zijde
Display AI-NET-
afstandsbediening
11
1E
21
AF
IC
Ob
11
47
AE
bb
O8
22
1A
14
16
47
b7
97
99
Draadloze afstandsbediening
Display sensorblok van het
ontvangende apparaat
Bediening
Timer Gereed
Knipperend
z
¤¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
z
¤¤
ALT
z
¤¤
ALT
z
¤¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
¤
z
¤
ALT
Door alarmapparaat ALT
Naam van de storingscode
Storing ventilatormotor binnenunit
Uitblaastemperatuur TD1 defect
Hogedruksysteem SW ingeschakeld
Fase ontbreekt/Fasefout
Heatsink oververhit
Storing overflow binnenunit
Storing ventilatormotor binnenunit
Storing vloeistofretourdetectie
Gaslekkagedetectie
Uitblaastemperatuur TD2 defect
Storing 4-wegafsluiter
Hogedrukbeveiliging
Storing in buitenunit-IPDU
G-TR kortsluitbeveiligingfout
Storing in compressorpositiedetectiesysteem
Andere binnenunitfout
(Fout in groepsaansluiting)
Fout in binnenunitgroep
AI-NET communicatiesysteemfout
Dubbele netwerkadapters
Te controleren
apparaat
Binnenunit
I/F
IPDU
I/F
IPDU, I/F
Binnenunit
Binnenunit
I/F
I/F
I/F
I/F
I/F
IPDU
IPDU
IPDU
Binnenunit
AI-NET
AI-NET
AI-NET
Storing gedetecteerd door TCC-LINK van centrale bedieningsapparaat
Storingscode
Uitlezing Centrale
bedieningapparaat
C05
C06
C12
P30
7-segment display op buitenunit
Hulpcode
Display AI-NET-
afstandsbediening
Draadloze afstandsbediening
Display sensorblok van het
ontvangende apparaat
Bediening
Timer Gereed
Knipperend
Naam van de storingscode
AVerzendfout in TCC-LINK van centrale
bedieningsapparaat
Ontvangfout in TCC-LINK van centrale
bedieningsapparaat
Batchalarm van besturingsinterface van
algemeen apparaat
Fout in vertakkingsapparaat bij groepsbediening
Dubbel adres voor centrale bediening
Te controleren
apparaat
TCC-link
TCC-link
Algemeen apparaat
I/F
TCC-link
Verschilt, afhankelijk van de het apparaat dat het alarm veroorzaakte
(L20 wordt weergegeven.)
Terminologie
TCC-link: TOSHIBA Carrier Communication LINK.
154
AI-NETWERKBUS
Binnenunit
AI-NET
afstandsbediening voor
centrale bediening
Hoofdafstandsbediening
OC
F10
Netwerkadapter
Nieuwe storingscode
1. Verschil tussen de nieuwe storingscode en het huidige systeem
De weergegeven methode van de storingscode wijkt af bij dit en latere types.
Gebruikte tekens
Kenmerken van
codeklassificatie
Blokweergave
Storingscode in huidige systeem
Hexadecimale notatie, 2 tekens
Enkele classificaties van communicatie binnen/
onjuiste instelling van het systeem
Printplaat binnenunit, printplaat buitenunit, cyclus,
communicatie
Nieuwe storingscode
Alfanumeriek, 2 tekens
Veel classificaties van communicatie binnen/onjuiste instelling
van het systeem
Communicatie/onjuiste instelling (4-weg), beveiliging binnenunit,
beveiliging buitenunit, sensor, compressorbeveiliging enzovoort.
Uitlezing
A
C
E
F
H
J
L
P
EC-klassificatie
Niet gebruikt
Storing in centrale bedieningsysteem
Storing in communicatiesysteem
Storing in alle sensoren (defect)
Storing in compressorbeveiligingsysteem
Niet gebruikt
Instellingfout, overige fouten
Beveiliging ingeschakeld
<Uitlezing op display van bekabelde
afstandsbediening>
•[ ] gaat branden
[UNIT No. (Apparaatnummer)] + Storingscode
+ Verklikkerlamp (groen) knipperend
<Uitlezing op sensordeel van draadloze
afstandsbediening>
Blokweergave van combinatie van [ ] [ ] [ ]
<Uitlezing op display van ontvanger van de
draadloze afstandsbediening>
Apparaatnummer en storingscode worden weergegeven.
Bij een storing met een hulpcode, worden de storingscode
en de hulpcode om en om weergegeven.
2. LET OP
1) Als dit type verbonden is met een AI-NET met behulp van een netwerkadapter, worden de andere
storingscodes weergegeven op de hoofdafstandsbediening (Nieuwe storingscode op nieuwe
afstandsbediening) en AI-NET centrale besturingsafstandsbediening (Huidige systeem storingscode op de
afstandsbediening voor centrale bediening).
2) De storingscode wordt alleen weergegeven terwijl de airconditioner in bedrijf is (Starttoets van de
afstandsbediening AAN).
Wanneer de airconditioner stopt en de storingscode gewist wordt, wordt ook de uitlezing van de storingscode
op het display gewist. Als de storing echter blijft bestaan nadat de unit uitgeschakeld is, wordt de
storingscode bij opnieuw inschakelen onmiddellijk opnieuw weergegeven.
→

Documenttranscriptie

INSTALLATION MANUAL MANUEL D’INSTALLATION INSTALLATIONS-HANDBUCH MANUALE DI INSTALLAZIONE MANUAL DE INSTALACIÓN MANUAL DE INSTALAÇÃO INSTALLATIEHANDLEIDING ÅÃ×ÅÉÑÉÄÉÏ ÅÃÊÁÔÁÓÔÁÓÇÓ SUPER MODULAR MULTI SYSTEM AIR CONDITIONER SMMS CLIMATISEUR SMMS KLIMAGERÄT SMMS CONDIZIONATORE D'ARIA SMMS APARATO DE AIRE ACONDICIONADO SMMS AR CONDICIONADO SMMS AIRCONDITIONER SMMS ÊËÉÌÁÔÉÓÔÉÊÏ SMMS Indoor Unit Unité intérieure Raumeinheit Unità interna Unidad interior Unidade interior Binnenunit ÅóùôåñéêÞ mïíÜäá <High-Wall Type> <Type mural haut> <Wandmodell> <Tipo per mura alte> <Tipo montaje en pared alta> <Tipo Mural> <Hogewandmodel> <Ôýðïò åíôïé÷éæüìåíïõ øçëÜ> MMK-AP0071H, AP0091H, MMK-AP0121H, AP0151H, MMK-AP0181H, AP0241H For commercial use Pour usage commercial Nur für gewerbliche Nutzung Per uso commerciale Para uso comercial Para uso comercial Voor commercieel gebruik (niet geschikt voor huishoudelijk gebruik) Ãéá åìðïñéêÞ ÷ñÞóç ADOPTION OF NEW REFRIGERANT This Air Conditioner is a new type which adopts a new refrigerant HFC (R410A) instead of the conventional refrigerant R22 in order to prevent destruction of the ozone layer. UTILISATION DU NOUVEAU REFRIGERANT Ce climatiseur est d’un type inédit qui utilise le nouveau réfrigérant HFC (R410A) au lieu du réfrigérant traditionnel R22, afin d’éviter la destruction de la couche d’ozone. EINFÜHRUNG EINES NEUEN KÜHLMITTELS Dies ist ein neuartiges Klimagerät. Anstatt des herkömmlichen Kühlmittels R22 verwendet es das neue ozonschicht-schonende HFC Kühlmittel R410A. ADOZIONE DI UN NUOVO REFRIGERANTE Questo condizionatore d'aria è di un tipo nuovo che adotta un nuovo refrigerate HFC (R410A) al posto del refrigerante convenzionale R22, per prevenire la distruzione dello strato di ozono dell'atmosfera terrestre. ADOPCIÓN DE NUEVO REFRIGERANTE Este aparato de aire acondicionado es un modelo reciente que incorpora el nuevo refrigerante HFC (R410A) en lugar del refrigerante convencional R22 para así evitar daños en la capa de ozono. ADOPÇÃO DO NOVO REFRIGERANTE Este ar condicionado é um modelo novo que adopta um novo refrigerante HFC (R410A) em vez do refrigerante convencional R22 para evitar a destruição da cama de ozono. TOEPASSING VAN EEN NIEUW KOELMIDDEL Deze airconditioner is een nieuwe type dat werkt met een nieuw koelmiddel HFC (R410A) in plaats van met het conventionele koelmiddel R22, als bijdrage om de aantasting van de ozonlaag te reduceren. ÕÉÏÈÅÔÇÓÇ ÍÅÏÕ ØÕÊÔÉÊÏÕ Ôï ðáñüí Êëéìáôéóôéêü åßíáé íÝïò ôýðïò ðïõ õéïèåôåß íÝï øõêôéêü HFC (R410A) óôç èÝóç ôïõ óõìâáôéêïý øõêôéêïý R22 ðñïêåéìÝíïõ íá âïçèÞóåé óôçí ðñïóôáóßá ôïõ üæïíôïò. Thank you very much for purchasing TOSHIBA Air Conditioner. Please read this owner's manual carefully before using your Air Conditioner. • Be sure to obtain the “Owner’s manual” and “Installation manual” from constructor (or dealer). Request to constructor or dealer Please clearly explain the contents of the Owner’s manual and hand over it. Nous vous remercions pour avoir choisi un climatiseur TOSHIBA. Veuillez lire attentivement ce Manuel du propriétaire avant d’utiliser votre climatiseur. • Assurez-vous que le constructeur (ou le revendeur) vous remette le “Manuel du propriétaire” et le “Manuel d’installation”. Demande au constructeur ou au revendeur Veuillez expliquer clairement le contenu du Manuel du propriétaire et le remettre au client. Wir danken Ihnen, dass Sie sich für ein TOSHIBA Klimagerät entschieden haben. Bitte lesen Sie diese Betriebsanleitung, bevor Sie Ihr Klimagerät benutzen, sorgfältig. • Lassen Sie sich die “Betriebsanleitung” und das “Installations-Handbuch” unbedingt vom Installateur oder vom Lieferanten aushändigen. Eine Bitte an den Installateur oder Lieferanten: Bitte erklären Sie dem Käufer den Inhalt der Betriebsanleitung und händigen sie ihm aus. Grazie di aver acquistato un condizionatore d'aria TOSHIBA. Prima di usare il condizionatore d'aria, leggere con attenzione questo manuale del proprietario. • Si raccomanda di tenere a portata di mano il “Manuale del proprietario” e il “Manuale di installazione” ricevuti dal produttore (o dal rivenditore). Richiesta al produttore o al rivenditore Spiegare chiaramente il contenuto del Manuale del proprietario e consegnarne una copia all'utente. Muchas gracias por haber adquirido el aparato de aire acondicionado TOSHIBA. Lea atentamente este manual del propietario antes de utilizar el aparato de aire acondicionado. • Asegúrese de que el fabricante (o distribuidor) le proporcione el “Manual del propietario” y el “Manual de instalación”. Solicitud al fabricante o distribuidor Explique con claridad el contenido del Manual del propietario y entréguelo al cliente. Muito obrigada por adquirir o Ar Condicionado TOSHIBA. Leia atentamente este manual do utilizador antes de utilizar o seu ar condicionado. • Não se esqueça de receber o “Manual do utilizador” e o “Manual de inslatação” do fabricante (ou agente). Pedido ao fabricante ou agente Explique por favor o conteúdo do Manual do utilizador e entregue-o. Hartelijk dank voor uw keuze voor een airconditioner van TOSHIBA. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de airconditioner gaat gebruiken. • Zorg ervoor dat u zowel de ‘gebruiksaanwijzing’ als de ‘installatiehandleiding’ van de installateur (of leverancier) krijgt. Verzoek aan de installateur of de leverancier Leg de inhoud van de gebruiksaanwijzing duidelijk uit en overhandig de gebruiksaanwijzing nadien aan de klant. Óáò åõ÷áñéóôïýìå ðïëý ðïõ ðñïôéìÞóáôå ãéá ôçí áãïñÜ óáò Ýíá Êëéìáôéóôéêü TOSHIBA. Ðáñáêáëïýìå äéáâÜóôå ðñïóå÷ôéêÜ ôéò ïäçãßåò ÷ñÞóçò ðñéí áðü ôç ÷ñÞóç ôïõ Êëéìáôéóôéêïý. • Âåâáéùèåßôå üôé ï êáôáóêåõáóôÞò (Þ ï ðùëçôÞò) óáò ðáñÝäùóå êáé ôéò “Ïäçãßåò ×ñÞóçò” êáé ôï “Åã÷åéñßäéï ÅãêáôÜóôáóçò”. ÐáñÜêëçóç ãéá ôïí êáôáóêåõáóôÞ Þ ôïí ðùëçôÞ Ðáñáêáëþ åîçãÞóôå ìå óáöÞíåéá ôá ðåñéå÷üìåíá ôùí Ïäçãéþí ×ñÞóçò êáé ðáñáäþóôå ôï. HFC R410A FRONT.pmd R22 Page 2 2004/07/20, 14:45 Adobe PageMaker 7.0J/Win Accessoires en niet meegeleverde onderdelen ˆ Accessoires Onderdeelbenaming Aantal Installatiehandleiding 1 Thermische buisisolatie 2 Houtschroef M4 × 35L 12 Installatieplaat 1 Toepassing Vorm Onderdeelbenaming Aantal Deze handleiding (Te overhandigen aan de klant) Installatiesjabloon Voor warmte-isolatie van de leidingaansluiting Om de installatieplaat te bevestigen Toepassing Vorm 1 — Voor het bepalen van de positie van de plafondopening en de hoofdunit Schroefafdekkapje 4 Afdekkapje voor bevestigingsschroef op zijpaneel Ty-wrap 4 Om de isolatie van de aansluiting te isoleren Om de binnenunit te monteren <Niet meegeleverde onderdelen> Koelmiddelleidingen • Het is niet mogelijk om een leidingenset voor conventioneel koelmiddel te gebruiken. • Gebruik koperen leiding Ø6.4; Ø9.5; Ø12.7 met een wanddikte van minimaal 0.8 mm. Gebruik koperen leiding Ø15.9 met een wanddikte van minimaal 1.0 mm. • De trompgereedschappen hebben een andere maatvoering dan de gereedschappen voor het conventionele koelmiddel. Draai de flensmoer op de hoofdunit van de airconditioner en gebruik die. ˆ Niet meegeleverde onderdelen Verbindingsleiding (Vloeistofzijde) (6.4mm (diam.), Nominaal (diam.) 1/4” wanddikte 0.8mm) MMU-AP0091H tot MMU-AP0181H (9.5mm (diam.), Nominaal (diam.) 3/8” wanddikte 0.8mm) MMU-AP0241H tot MMU-AP0561H Verbindingsleiding (Gaszijde) (9.5mm (diam.), Nominaal (diam.) 3/8” wanddikte 0.8mm) MMU-AP0091H tot MMU-AP0121H (12.7mm (diam.), Nominaal (diam.) 1/2” wanddikte 0.8mm) MMU-AP0151H tot MMU-AP0181H (15.9mm (diam.), Nominaal (diam.) 5/8” wanddikte 1.0mm) MMU-AP0241H tot MMU-AP0561H Netsnoer 3-aderige kabel 2.5 mm², volgens 60245 IEC57 133 Onderdeelbenaming Aantal Standaard bekabelde afstandsbediening 1 Vorm Toepassing Type RBC-AMT21E 1 VOORZORGSMAATREGELEN VOOR UW VEILIGHEID • Zorg ervoor dat alle lokale, nationale en internationale voorschriften nauwgezet worden opgevolgd. • Lees voordat u aan het werk gaat eerst de paragraaf ‘VOORZORGSMAATREGELEN VOOR UW VEILIGHEID’ aandachtig door. • De volgende voorzorgsmaatregelen bevatten belangrijke informatie met betrekking tot de veiligheid. Volg de aanwijzingen altijd op. • Schakel, nadat de installatie is voltooid, de installatie in om te controleren of het systeem goed werkt. Leg het gebruik en het onderhoud van de afstandsbediening aan de klant uit aan de hand van de Gebruiksaanwijzing. • Schakel de hoofdschakelaar (of de onderbrekerschakelaar) uit voordat u onderhoud aan het apparaat uitvoert. • Vraag de klant om de installatiehandleiding samen met de gebruiksaanwijzing te bewaren. LET OP Installeren van een airconditioner met een nieuw koelmiddel • Deze airconditioner werkt met het nieuwe koelmiddel HFC (R410A) dat de ozonlaag niet aantast. De kenmerken van koelmiddel R410A zijn: gemakkelijke oplosbaarheid in water, oxidelaag of olie en de werkdruk is circa 1.6 maal hoger dan bij gebruik van het koelmiddel R22. Samen met het nieuwe koelmiddel moet ook de koelolie worden vervangen. Zorg er daarom tijdens de installatiewerkzaamheden dat er geen water, stof, oud koelmiddel of koelolie in het koelsysteem terecht kan komen. Om vullen met een verkeerd koelmiddel en verkeerde koelolie te voorkomen hebben het vulstuk en de gereedschappen een andere maatvoering dan de gereedschappen voor het conventionele koelmiddel. Voor het nieuwe koelmiddel (R410A) zijn dus andere gereedschappen nodig. Gebruik voor de verbindingsleidingen nieuwe en schone leidingen die ontworpen zijn voor R410A, en voorkom dat water of stof in het systeem terecht komt. Gebruik nooit de bestaande leidingen omdat die mogelijk niet bestand zijn tegen de hogere druk en/of vervuild zijn. LET OP Het apparaat loskoppelen van de netvoeding. Dit apparaat moet verbonden worden met de netvoeding via een schakelaar met een contactafstand van ten minste 3 mm. WAARSCHUWING • Laat de installatie en het uitvoeren van onderhoud over aan een erkend elektrotechnisch installateur. Door een onoordeelkundige installatie kunnen waterlekkage, gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan. • Schakel de hoofdschakelaar of de onderbrekerschakelaar uit voordat u onderhoud aan het elektrische deel van het apparaat uitvoert. Zorg ervoor dat alle voedingsschakelaars uitgeschakeld zijn. Wanneer dat niet het geval is kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan. • Sluit de verbindingskabel correct aan. Als het koelmiddel wordt gemengd met lucht of een ander gas zal de gasdruk in het koelsysteem te hoog oplopen waardoor leidingen kunnen scheuren en persoonlijk letsel kan ontstaan. • Breng nooit eigenhandig wijzigingen aan dit apparaat aan door beveiligingen te verwijderen of beveiligingsschakelaars te overbruggen. • Wanneer het apparaat wordt blootgesteld aan water of andere vochtigheid voor de installatie kan kortsluiting in elektrische componenten ontstaan. Sla het apparaat niet op in een vochtige kelder en voorkom dat het natregent. • Controleer het apparaat nadat u het heeft uitgepakt op mogelijke beschadigingen. • Installeer het apparaat niet op een plaats die de trillingen van het apparaat versterkt. • Neem de nodige voorzichtigheid in acht bij het vastpakken van onderdelen (scherpe hoeken) om persoonlijk letsel te voorkomen. • Voer de installatiewerkzaamheden altijd uit volgens de aanwijzingen in de installatiehandleiding. Door een onoordeelkundige installatie kunnen waterlekkage, gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan. • Wanneer de airconditioner in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat de concentratie weggelekt koelmiddel niet de maximaal toegestane concentratie overschrijdt. 134 NEDERLANDS Als de verbindingskabel verkeerd aangesloten is, kunnen elektrische componenten beschadigen. • Zorg er bij het verplaatsen van de airconditioner voor dat er geen andere gassen of ander dan het voorgeschreven koelmiddel in het koelsysteem terecht kan komen. 1 VOORZORGSMAATREGELEN VOOR UW VEILIGHEID • Installeer de airconditioner op een plaats die het gewicht ervan kan dragen. • Tref afdoende maatregelen wanneer de installatie blootgesteld kan worden aan aardbevingen. Als de airconditioner niet goed geïnstalleerd wordt, kunnen er ongelukken gebeuren wanneer het apparaat van de muur loskomt. • Ventileer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt tijdens de installatiewerkzaamheden. Wanneer koelmiddel uit het apparaat lekt, kan een schadelijk gas ontstaan wanneer het in contact komt met open vuur. • Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er geen gaslek aanwezig is. Wanneer ontsnapt gas in de buurt of in contact komt met open vuur, kunnen giftige gassen worden gevormd. • Alle elektrische installatiewerkzaamheden moeten in overeenstemming met de installatiehandleiding worden uitgevoerd door een erkend elektrotechnisch installateur. Zorg ervoor dat de airconditioner op een schone groep is aangesloten. Door onvoldoende capaciteit van de elektrische groep of onoordeelkundige installatie kan gevaar voor brand ontstaan. • Gebruik de voorgeschreven bekabeling en zet deze stevig vast. Om te voorkomen dat de aansluitingen door belasting van buitenaf beschadigen. • Volg de voorschriften van het lokale energiebedrijf voor de bekabeling van de voeding. Als u de airconditioner niet correct aardt kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan. • Installeer de airconditioner niet op een plaats waar brandbare gassen kunnen vrijkomen. Wanneer brandbaar gas ontsnapt en zich in de buurt van het apparaat ophoopt kan brand ontstaan. 2 KEUZE VAN DE LOCATIE VOOR DE INSTALLATIE WAARSCHUWING • Installeer het apparaat op een locatie die het gehele gewicht van het apparaat kan dragen. Als dat niet het geval is kan het apparaat loskomen van de wand en leiden tot persoonlijk letsel. • Tref afdoende maatregelen wanneer de installatie blootgesteld kan worden aan aardbevingen. Het apparaat kan anders loskomen van de wand waardoor persoonlijk letsel en schade kan ontstaan. LET OP • Installeer de airconditioner niet op een plek, waar een risico bestaat op blootstelling aan ontvlambaar gas. Lekt er ontvlambaar gas weg dat zich bij de unit verzamelt, dan kan er brand ontstaan. Overleg met de klant en installeer de airconditioner op een plaats die voldoet aan de volgende condities. • Er moet voldoende ruimte zijn om het apparaat horizontaal te installeren. • Er moet voldoende ruimte zijn om onderhouds- en reparatiewerkzaamheden gemakkelijk uit te kunnen voeren. • Afgevoerd water mag geen problemen veroorzaken. Installeer de airconditioner niet op de volgende plaatsen. • Op plaatsen met een zanderige of zoute omgeving (zoals aan het strand), of op plaatsen waar hoge concentraties zwavelhoudend gas aanwezig zijn (warme bronnen). (Wanneer het apparaat toch op dergelijke plaatsen gebruikt wordt, zijn speciale beschermingsmaatregelen noodzakelijk.) • Op plaatsen waar olie, damp, olierook of corrosieve gassen vrijkomen. • Plaatsen waar organische oplosmiddelen worden verwerkt. • In de buurt van machines die hoogfrequente signalen genereren. • Op plaatsen waar de uitgeblazen lucht direct op een raam van een naburig gebouw wordt geblazen. (Voor de buitenunit) • Plaatsen waar het geluid van de buitenunit gemakkelijk kan worden doorgegeven. (Let er bij het installeren van de airconditioner op de erfscheiding met de buren op dat het apparaat niet voor geluidsoverlast zorgt.) • Plaatsen met een slechte ventilatie. 135 Installatieruimte minimaal 300 Houd bij het installeren van de binnenunit rekening met de ruimte die nodig is voor de installatie en voor het uitvoeren van onderhoud. Zorg ervoor dat de ruimte tussen de binnenunit en het plafondoppervlak minimaal 300 mm bedraagt. minimaal 300 minimaal 300 De transportsteunen zijn meegeleverd. Verwijder de steunen, afhankelijk van de richting waarin de leiding gemonteerd wordt (zie tabel). (Links, rechts, midden) (Bij de modellen AP0091H tot en met AP0561H zit slechts twee transportsteunen (links) en (rechts)). Leidingaansluitingzijde Te verwijderen onderdelen • Verwijder de installatieplaat. Leidingaansluiting aan rechter zijkant verwijder alleen de transportsteun (rechts). Leidingaansluiting aan achterzijde Leidingaansluitingen aan linker zijkant Installatieplaat Verwijder de transportsteunen. VOORWAARDE Transportsteun (Links) Belast de onderzijde van de behuizing niet nadat de transportsteunen verwijderd zijn. Als u dat toch doet kan de behuizing vervormen of beschadigen. Transportsteun (Midden) Transportsteun (Rechts) Leidingaansluitingspositie <Vooraanzicht> (inclusief de installatieplaat) Bovenzijde van de installatieplaat Installatieplaat (meegeleverd) Koelmiddelleidingaansluiting vloeistofzijde B Vloeistofzijde Gaszijde Afvoerleiding Koelmiddelleidingaansluiting gaszijde A Linker- en rechter leidingaansluiting (Uitdrukopening) Aansluiting voor de afvoerleiding <Onderaanzicht> Af fabriek (Leidingaansluitingen aan linkerzijde) Model MMK- A B AP0071H tot en met AP0121H Ø9.5 Ø6.4 AP0151H, AP0181H Ø12.7 Ø6.4 AP0241H Ø15.9 Ø9.5 Gasleiding 440 Vloeistofleiding 540 Afvoerleiding 560 136 2 KEUZE VAN DE LOCATIE VOOR DE INSTALLATIE Afhankelijk van het geïnstalleerde filter, kan het noodzakelijk zijn om het tijdstip waarop de filterreinigingswaarschuwing gaat branden te wijzigen. Als de ruimte tijdens de installatie of een verbouwing niet verwarmd moet worden, kan de detectietemperatuur voor verwarmen verhoogd worden. Meer informatie hierover vindt u onder “Het tijdstip van de filterreinigingswaarschuwing wijzigen” en “Effectiever verwarmen” in deze handleiding. Bij een draadloos model De sensor van de binnenunit met draadloze afstandsbediening kan een signaal vanaf een afstand van maximaal 8m. Bepaal, op basis van dit gegeven, waar de afstandsbediening gemonteerd en bediend kan worden. • Kies, om storingen te voorkomen, een plaats die niet via tlverlichting of direct zonlicht wordt verlicht. • In een ruimte kunnen maximaal 6 binnenunits met draadloze afstandsbediening worden geïnstalleerd. 3 Ma xim aal 8m INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT WAARSCHUWING Installeer het apparaat op een locatie die het gehele gewicht van het apparaat kan dragen. Als dat niet het geval is kan het apparaat loskomen van de wand en leiden tot persoonlijk letsel. Neem passende maatregelen om schade of storingen als gevolg van harde wind of aardbevingen te voorkomen. Het apparaat kan anders loskomen van de wand leiden tot persoonlijk letsel en schade. VOORWAARDE Lees de volgende punten aandachtig om beschadiging van de binnenunits en persoonlijk letsel te voorkomen. • Plaats geen zware objecten op de binnenunit. (Ook niet als de units nog in de verpakking zitten) • Transporteer de binnenunit bij voorkeur wanneer deze nog verpakt is. Gebruik, als de binnenunit toch uit de verpakking getransporteerd moet worden, doeken om beschadiging van het apparaat te voorkomen. • Til de binnenunit, om deze te verplaatsen, alleen op aan de ophangbeugels op. Trek niet aan of druk niet op de andere onderdelen (koelmiddelleiding, afvoerleiding, isolatiemateriaal, kunststof componenten, enz.). • Draag de verpakking minimaal met zijn tweeën en bundel de verpakking niet op andere dan de aangegeven plaatsen. Let op de volgende punten bij het installeren van het apparaat. • Kies de installatielocatie zodanig dat de uitgeblazen lucht gelijkmatig door de ruimte kan circuleren. Installeer het apparaat nooit op de met een ‘ ’ in de volgende afbeelding gemarkeerde plaatsen. × Goede installatielocatie Goede en gelijkmatige koeling. Verkeerde installatielocatie : geen goede koeling. Scherm 137 • Controleer of het apparaat horizontaal of iets naar voor gekanteld gemonteerd is, om een goede afvoerwerking te garanderen. Onderkant rechts, gezien vanaf de voorzijde • Het gewicht, inclusief de installatieplaat van de binnenunit, is weergegeven in de volgende tabel. Controleer of de wand sterk genoeg is om het gewicht van de installatie te dragen. Onderkant links, gezien vanaf de voorzijde Model MMK- Gewicht (kg) 0071H tot en met 0121H 20 0151H tot en met 0181H 22 0241H 29 • Controleer, wanneer u het zijpaneel monteert, of de haak in vierkante opening valt. Druk tegen het zijpaneel tot het vlak aanligt tegen de binnenunit. Horizontale installatie Haak Vierkante opening Schroefdop • Monteer het apparaat nooit met schroeven en pluggen. Binnenunit Bevestigingsschroeven zijpaneel De installatieplaat installeren • Bepaal met behulp van het installatiesjabloon de installatiepositie van de binnenunit en boor vervolgens de leidingopening aan de hand van het installatiesjabloon. Isoleer de koelmiddelleiding, wanneer die een muur moet passeren met een metalen wapening, altijd met bijvoorbeeld een pvc-buis. „ Bij een houten constructie (holle wand) (1) Bepaal de verticale positie van de installatieplaat aan de hand van de hoogte tussen de binnenunit en het plafond. (2) Verschuif de installatieplaat dan zodanig opzij dat de schroefgaten in het midden van een staander komen te zitten. (3) Draai de schroeven in voorgeboorde gaten (om scheuren te voorkomen). „ Bij een constructie uit gewapend beton Keilbout (1) Boor eerst de gaten op een hartafstand van 150 mm op de gewenste posities in de muur en plaats vervolgens spreidpluggen of keilbouten in de gaten. (2) Zet de installatieplaat op de bouten vast. Boor de gaten, bij gebruik van keilbouten, zo diep dat het draaduiteinde maximaal 10 mm uitsteekt. Keilbout Moer Ø8 Bout Installatieplaat VOORWAARDE Installatieplaat Betonwand 10 mm Betonwand of minder • De installatiebuis kan in de muur ingestort zijn. Neem contact op met de bouwer voor de exacte locatie ervan. • Controleer, voordat u begint met de installatiewerkzaamheden voor de binnenunit, of de installatieplaat goed bevestigd is. „ Bij installatie van de leidingen via de achterzijde Bepaal met behulp van het installatiesjabloon de installatiepositie van de binnenunit en boor vervolgens de leidingopening iets aflopend aan de hand van het installatiesjabloon. 138 3 INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT Installatie van de binnenunit Ophangen „ Bij installatie van de leidingen via de achter- en rechterzijde Installatieplaat (1) Steek de afvoerleiding door de wand en hang de binnenunit over de bovenzijde van de installatieplaat. (2) Controleer of de bovenzijde van de installatieplaat ingrijpt door de binnenunit naar links en rechts te schuiven. (3) Zet de onderkant van de behuizing met schroeven vast op de installatieplaat zodat de binnenunit niet meer verplaatst kan worden. Schroeven Onderzijde behuizing Haak Vierkante opening „ Verwijder het rechter zijpaneel van de binnenunit. Schroefdop Verwijder het rechter zijpaneel op de volgende manier. (1) Draai de twee bevestigingsschroeven van de zijpanelen los. (2) Verwijder het zijpaneel door de grijze hendel linksom te draaien, zodat de haken uit de vierkante openingen in de luchtinlaatgrille loskomen. (3) Open, wanneer de leidingen via de rechterzijde worden geïnstalleerd, de uitdrukopening met een mes of vergelijkbaar gereedschap en verwijder eventuele bramen. „ Bij installatie van de leidingen via de achterzijde Bevestigingsschroeven zijpaneel „ Bij installatie van de leidingen via de rechterzijde • Monteer het rechterzijpaneel en zorg ervoor dat dit vastklikt. (Zie installatietekening voor het rechter zijpaneel.) • Monteer het zijpaneel en dek de schroef af met het meegeleverde afdekkapje. Ondersteun het met de letter A gemarkeerde deel met de hand terwijl u de leiding buigt. Ondersteun het met de letter A gemarkeerde deel met de hand terwijl u de leiding buigt. Zijaanzicht Niet horizontaal buigen. „ Bij installatie van de leidingen via de linkerzijde verwijder eerst de onderzijde van de behuizing. (1) Verwijder het linker- en rechterzijpaneel. (2) Draai twee schroeven van de onderkant van de behuizing los. (3) Trek de onderkant van de behuizing iets naar u toe. Omhoog/omlaag buigen. Uitdrukopening in rechter zijpaneel Uitdrukopening in linker zijpaneel Openen 139 4 AFVOERLEIDINGEN LET OP Monteer de afvoerleiding op de manier zoals is beschreven in de installatiehandleiding, zodat het water goed afgevoerd wordt en isoleer de leidingen om condensvorming te voorkomen. Door een onjuiste installatie van de leiding kan waterlekkage en schade aan meubilair enzovoort ontstaan. VOORWAARDE • Isoleer de afvoerleidingen volledig. • Isoleer de aansluiting op de binnenunit. Door onvolledige isolatie kan condensvorming ontstaan. • Zorg ervoor dat de afvoerleiding een verval heeft van minimaal 1/100, leg de afvoerleiding niet over een andere Zorg ervoor dat de leiding en zorg ervoor dat er geen sifon ontstaat. afvoerleiding afloopt. Dit kan ongebruikelijke geluiden veroorzaken. • Belast de aansluiting van de afvoerleiding niet onnodig. Laat het einde van de afvoerslang niet onder water hangen. Voorkom golven in de afvoerleiding. Leidingen en isolatie Zorg voor de volgende materialen voor de installatie van de leiding en de isolatie ervan. Leidingen Thermische isolatie PVC-buis Thermische isolatie PVC-buis: nominale diameter (binnendiameter) ; Ø 20mm Polyethyleenschuim: Dikte: 10 mm • Maakk de verbinding, wanneer de afvoerslang verlengd moet worden, op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts. Afvoerschaal VOORWAARDE • Lijm de PVC-afvoerleidingen met PVC-lijm in elkaar zodat ze niet lekken. • De lijm is na een tijdje uitgehard. (Zie de gebruiksaanwijzing van de PVC-lijm.) Belast het aansluitgedeelte van de afvoerleidingen tijdens het uithardingsproces niet. • Omdat de afvoer natuurlijk is, moeten de leidingen buiten het apparaat aflopen. • Giet, zodra de leidingen geïnstalleerd zijn, water in de afvoerschaal en controleer of het water helemaal wegloopt. Afvoerslang Lijmverbinding voor de PVCbuis Binnenzijde Buitenunitzijde Leidingopening (aflopend naar de buitenunitzijde) Tape Leidingen en afvoerslang buigen De afvoerleiding kan via de achterzijde, de linkerzijde of de rechterzijde worden geleid. Leid, wanneer de afvoerleiding via de linker- of rechterzijde wordt geïnstalleerd, de leidingen en de afvoerslang op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts. Zorg ervoor dat de slang niet aan de achterzijde uit het apparaat steekt. Monteren van de afstandsbediening (niet meegeleverd) Besturingsbekabeling Leiding (vloeistofzijde) Leiding (gaszijde) Onderzijde behuizing Afvoerslang Meer informatie over het aansluiten van de bedrading van de afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding van de afstandsbediening. Meer informatie over het aansluiten van de draadloze afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding van de afstandsbediening. • Plaats de afstandsbediening niet in direct zonlicht of in de buurt van een kachel, enzovoort. • Test de afstandsbediening, controleer of de binnenunit het signaal goed ontvangt en installeer dan de afstandsbediening. (Draadloos model) • Installeer de afstandsbediening 1 m verwijderd van apparaten zoals tv’s of stereoapparatuur. (Het beeld kan anders vervormd of onderdrukt worden.) (Draadloos model) 140 5 KOELMIDDELLEIDINGEN WAARSCHUWING • Ventileer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt tijdens de installatiewerkzaamheden. • Wanneer koelmiddel uit het apparaat lekt, kan een schadelijk gas ontstaan wanneer het in contact komt met open vuur. • Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er geen gaslek aanwezig is. • Wanneer ontsnapt gas in de buurt of in contact komt met open vuur, kunnen giftige gassen worden gevormd. VOORWAARDE Wanneer de koelmiddelleiding lang is, moet deze om de 2.5 tot 3 m ondersteund worden. Als de leiding niet ondersteund wordt, kan deze gaan resoneren. Gebruik de trompmoeren bij de binnenunit of moeren geschikt voor R410A. Toegestane leidinglengte en hoogteverschil Deze verschillen en zijn afhankelijk van de gebruikte buitenunit. Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit. Leidingmateriaal en -afmetingen Naadloze, met fosfor gedesoxydeerde buis voor airconditioners Leidingmateriaal Type Leidingdiameter (mm) AP0071H tot AP0121H AP0151H, AP0181H AP0241H Gaszijde Ø9.5 Ø12.7 Ø15.9 Vloeistofzijde Ø6.4 Ø6.4 Ø9.5 MMK- • Gebruik een schone en nieuwe leiding en controleer of er geen ongerechtigheden, zoals stof, olie, vocht enzovoort in de leiding aanwezig is. • Trompdiameter: A (eenheid: mm) Leidingen buigen/ Bepalen van het uiteinde van de leidingen A Trompen 1. Kort de leiding af met een pijpsnijder. 90˚ Schuin Ruw Buitendiameter van de koperen leiding Niet vlak 2. Steek een flensmoer in de leiding en tromp de leiding. Omdat de trompafmetingen van R410A anders zijn dan die van R22, adviseren we u om de trompgereedschappen die speciaal bedoeld zijn voor R410A te gebruiken. U kunt echter ook de conventionele gereedschappen gebruiken door de uitstekende lengte van de koperen leiding aan te passen. A +0 - 0.4 R410A 6.4 9.1 9.5 13.2 12.7 16.6 15.9 19.7 * Trek, wanneer u een trompverbinding voor R410A met het standaard trompgereedschap moet maken, de leiding ongeveer 0.5 mm verder dan voor R22 om de juiste trompafmeting te bereiken. De diameter van de koperen leiding gebruikt u om de uitstekende leidinglengte te bepalen. 141 B • Uitstekende leidinglengte bij trompen: B (eenheid: mm) Gasdichtheid testen/ Ontluchten enzovoort. Meer informatie over de procedures voor het testen op gasdichtheid, ontluchten, toevoegen van koelmiddel vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit. Rigid Buitendiameter van de koperen leiding Bij gebruik van conventioneel gereedschap Te gebruiken R410A-gereedschap R410A R22 R410A Open de afsluiters van de buitenunit volledig R22 6.4 0 tot 0.5 (zelfde als links) 1.0 tot 1.5 0.5 to 1.0 9.5 0 tot 0.5 (zelfde als links) 1.0 tot 1.5 0.5 tot 1.0 12.7 0 tot 0.5 (zelfde als links) 1.0 tot 1.5 0.5 tot 1.0 15.9 0 tot 0.5 (zelfde als links) 1.0 tot 1.5 0.5 tot 1.0 Controle op gaslekkage Controleer de flensmoerverbindingen, de kraandopverbindingen en de onderhoudsaansluitingfittingen op gaslekken met een lektester of zeepsop. Imperial Buitendiameter van de koperen leiding R410A R22 6.4 1.5 tot 2.0 1.0 tot 1.5 9.5 1.5 tot 2.0 1.0 tot 1.5 12.7 2.0 tot 2.5 1.5 tot 2.0 15.9 2.0 tot 2.5 1.5 tot 2.0 VOORWAARDE Gebruik een lektester die geschikt is voor het HFC-koelmiddelen (R410A, R134a, enz.). Isoleren Breng om zowel de gas- als de vloeistofleidingen thermisch isolatiemateriaal aan. In warme perioden (wanneer de unit moet koelen) zal de temperatuur aan zowel vloeistof- als gaszijde lager worden. Isoleer daarom voldoende om condensvorming te voorkomen. • Breng thermische isolatie aan vanaf de buitenzijde van de binnenunit. (Wanneer de leidingen via de achter- en rechterzijde worden geïnstalleerd) Aansluiten van koelmiddelleidingen Binnenunit Sluit alle koelmiddelleidingen met een trompverbinding aan. • Omdat de atmosferische druk heerst, is het normaal dat u geen sissend geluid hoort wanneer de flensmoer losgedraaid wordt. • Gebruik altijd twee sleutels om de verbindingen met de binnenunit te monteren. Gebruik altijd twee sleutels • Gebruik voor de leiding aan gaszijde een isolatiemateriaal dat bestand is tegen temperaturen van minimaal 120°C. • Isoleer de aansluiting op de binnenunit zorgvuldig met de meegeleverd thermische buisisolatie. • Zie de volgende tabel voor het juiste aandraaimoment. Buitendiameter van de verbindingsleiding (mm) Aandraaimoment (N•m) Aandraaimoment bij nogmaals aandraaien (N•m) Ø6.4 14 tot 18 (1.4 tot 1.8 kgf•m) 18 (1.8 kgf•m) Ø9.5 33 tot 42 (3.3 tot 4.2 kgf•m) 42 (4.2 kgf•m) Ø12.7 50 tot 62 (5.0 tot 6.2 kgf•m) 50 (5.0 kgf•m) Ø15.9 68 tot 82 (6.8 tot 8.2 kgf•m) 68 (6.8 kgf•m) Thermische isolatie Bevestig de leiding met vinyl tape. Zorg ervoor dat de naad aan de bovenkant zit. Installatiezijde Leidingisolatie 142 6 ELEKTRISCHE BEDRADING WAARSCHUWING 1. Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat de aansluitpunten en kabels niet mechanisch kunnen worden belast. Een slechte aansluiting of bevestiging kan brand veroorzaken, enz. 2. Controleer of de aardingsaansluiting is gemonteerd. (Aarding) Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een telefooninstallatie. Door een slechte aarding kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan. 3. De elektrotechnisch installateur moet de elektrische aansluitingen volgens de lokale voorschriften en op de manier zoals is beschreven in deze installatiehandleiding uitvoeren en de installatie aansluiten op een schone groep. Door onvoldoende capaciteit van de voedingsschakeling kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan. LET OP Installeer altijd een aardlekschakelaar. Zorg er steeds voor dat de airconditioner is aangesloten op een aardlekschakelaar om elektrische schokken te voorkomen. VOORWAARDE • Gebruik voor de voedingsaansluiting bekabeling die in overeenstemming is met de lokaal geldende voorschriften. • Meer informatie over de bekabeling van de buitenunits vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit. • Sluit de voedingskabel nooit aan op het aansluitingenblok (A, B, U1, U2, X, Y enzovoort) voor de afstandsbediening. (Het systeem werkt dan niet.) • Leid de bedrading zodanig dat deze niet in contact komt met de hete leiding. Daardoor kan de coating smelten en kunnen ongelukken ontstaan. • Vergeet niet, bij het maken van de aansluitingen in het aansluitingencompartiment, een lus in de kabel te maken en de kabel vast te zetten met de kabelklem. • Installeer de koelmiddelleidingen en de besturingsbekabeling in dezelfde montagegoot. • Schakel de voedingsspanning van de binnenunit pas in nadat de koelmiddelleidingen volledig vacuüm gezogen zijn. Voedingspecificaties De kabels en de kabels voor de afstandsbediening zijn niet meegeleverd. Meer informatie over de voedingspecificaties vindt u in de onderstaande tabel. Een lage capaciteit is gevaarlijk omdat daardoor oververhitting kan ontstaan. Meer informatie over de specificaties van de voeding van de buitenunit en de voedingskabels vindt u in de installatiehandleiding bij de buitenunit. 220–240V ~ 50Hz 220V ~ 60Hz Voeding Voeding binnenunit (*1) Besturing Installeer een hoofdschakelaar/aardlekschakelaar of voedingskabel/zekering voor de binnenunits met specificaties die voldoen aan de totale stroomspecificaties van de binnenunits. Maximaal 20 m Twisted pairkabel: 2.0 mm² Voedingskabel Maximaal 50 m Twisted pairkabel: 3.5 mm² Aantal 2 Verbindingsbekabeling (Maximaal 1000 m) Twisted pairkabel: 1.25 mm² tussen binnen- en buitenunit (*2) Kabeldikte (Maximaal 2000 m) Twisted pairkabel: 2.00 mm² Aantal 2 Bekabeling voor centrale (Maximaal 1000 m) Twisted pairkabel: 1.25 mm² bediening (*3) Kabeldikte (Maximaal 2000 m) Twisted pairkabel: 2.00 mm² Aantal 2 Bekabeling voor de afstandsbediening (*4) Kabeldikte Twisted pairkabel: 0.5 tot 2.0 mm² 143 Voeding binnenunit (*1) • Gebruik voor de voeding van de binnenunit een schone groep die niet gedeeld wordt met de buitenunit. • Installeer de voeding, de aardlekschakelaar en de hoofdschakelaar van de binnenunit op een goed bereikbare positie. • Netsnoerspecificatie: 3-aderige kabel, 2.5 mm² conform 60245 IEC 57. Verbindingsbekabeling tussen de units, bekabeling voor centrale bediening (*2) (*3) • 2-aderig snoer voor de verbindingsbekabeling tussen de units en de bekabeling voor centrale bediening. • Gebruik, om ruis te voorkomen, 2-aderige afgeschermde kabel. • De lengte van de verbindingsbekabeling is de totale lengte van de kabel tussen de binnen- en buitenunits plus de lengte van de kabel voor centrale bediening. Bekabeling voor de afstandsbediening (*4) • 2-aderig snoer voor de bekabeling voor de afstandsbediening en bekabeling voor groepsafstandsbedieningen. Bekabeling voor de afstandsbediening, verbindingsbekabeling voor centrale bediening Twisted pairkabel: 0.5 tot 2.0 mm² × 2 Totale kabellengte van de bekabeling voor de afstandsbediening en de verbindingsbekabeling tussen units = L + L1 + L2 +...Ln Alleen bij niet-draadloos model Maximaal 500 m Bij meegeleverd draadloos model Maximaal 400 m Maximaal 200 m Totale kabellengte van de verbindingsbekabeling tussen units = L1 + L2 +...Ln LET OP Binnenunit Bekabeling voor de afstandsbediening Binnenunit L1 Afstandsbediening Binnenunit L2 De kabel van de afstandsbediening (besturingskabel) en de voedingskabel mogen nooit contact met elkaar maken en mogen nooit door dezelfde kabelgoot worden geleid. Wanneer ze een gemeenschappelijke kabelgoot gebruiken, zal dat leiden tot storingen in de besturing als gevolg van ruis enzovoort. Binnenunit Ln (maximaal 8 apparaten) Bekabeling tussen units KABELAANSLUITINGEN VOORWAARDE • Voer de kabel altijd door de kabeldoorvoer van de binnenunit. • De laagspanningsschakeling is voor de afstandsbediening. • Draai de schroeven van het aansluitingenblok aan en zet de kabels met de meegeleverde snoerklem vast in het elektrische aansluitingencompartiment. Voorkom dat het aansluitgedeelte van het aansluitingenblok mechanisch belast wordt.) Printplaat hoofdunit Aansluitingenblok voor de voeding (2-fase) R(L) S(N) R(L) S(N) U1 U2 A B X Y Kabel van de afstandsbediening Snoerklem Aarding Verbindingskabel Snoerklem Voedingskabel Verbindingskabel tussen de binnen- en buitenunit 144 6 ELEKTRISCHE BEDRADING Bekabeling van de afstandsbediening • Strip de aan te sluiten kabel ongeveer 14 mm. • Twijn de kabel van de aan te sluiten afstandsbediening met de kabel van de afstandsbedieningsunit (of draadloze sensor) en pers ze op elkaar met een kabelverbinder. (Kabelverbinders (Wit: 2 stuks) zijn meegeleverd bij de hoofdafstandsbediening (niet meegeleverd) of de draadloze afstandsbedieningset (niet meegeleverd).) • Omdat de kabel van de afstandsbediening geen polariteit heeft, is het niet erg wanneer de aansluitingen A en B verwisseld worden. <Aansluitschema> Aansluitingenblok voor bekabeling van de afstandsbediening van de binnenunit Ongeveer 200 mm A B W B Kabel van de afstandsbediening (niet meegeleverd) W : Wit B : Zwart Bekabeling van de afstandsbediening Afstandsbedieningunit of sensor Verbinding Kabel vanaf de afstandsbediening of sensor Kabel vanaf de afstandsbediening of sensor Kabelverbinding Bekabeling tussen de binnen- en buitenunits OPMERKING Masterunit De buitenunit die wordt aangesloten met een verbindingskabel tussen de units, wordt automatisch de masterunit. Subunit Aardlekschakelaar (Aarde) Aarde Voeding van de buitenunit, 3-fase 380–415V, 50Hz 380V, 60Hz Verbindingskabel tussen buitenunits Centrale bedieningkabel Verbinding van afgeschermde kabels (Open) Voeding 220–240V ~ 50Hz 220V ~ 60Hz Verbindingskabel tussen de binnen- en buitenunit Afstandsbediening, voor centrale bediening enzovoort Voeding binnenunit 220–240V ~ 50Hz 220V ~ 60Hz Verbinding van afgeschermde kabels Kabeldoos (Aarde) Aardlekschakelaar Schakelaar (Bediening met behulp van een groepsafstandsbediening) Binnenunit Adres instellen Stel de adressen in op de manier zoals is beschreven in de installatiehandleiding bij de buitenunit. 145 7 BEDIENINGSELEMENTEN BELANGRIJK Wanneer de apparatuur voor de eerste keer ingeschakeld wordt, zal het even duren voordat u de afstandsbediening zult kunnen gebruiken. Dit is geen storing. • Automatische adressering • Tijdens het automatisch bepalen van het communicatieadres is het niet mogelijk om het systeem met behulp van de afstandsbediening te bedienen. • Het automatisch bepalen van het communicatieadres duurt maximaal 10 minuten (over het algemeen zal het ongeveer 5 minuten duren). • Wanneer de voedingsspanning ingeschakeld wordt nadat het communicatieadres is bepaald. • Na maximaal 10 minuten (over het algemeen al na ongeveer 3 minuten) nadat de voedingsspanning ingeschakeld werd, zal de buitenunit inschakelen. Omdat alle toetsen in de fabriek ingesteld zijn op [standaard], zult u eventueel de instelling van de binnenunit moeten wijzigen. Gebruik daarvoor de hoofdafstandsbediening (bekabelde afstandsbediening). * Het is niet mogelijk om de instellingen voor systemen met een draadloze afstandsbediening, een slaveafstandsbediening of systemen zonder afstandsbediening te wijzigen (die bediend worden met behulp van een centrale afstandsbediening). Monteer bij gebruik van dergelijke systemen een afzonderlijke hoofdafstandsbediening. CODE No. UNIT No. Wijzigen van de instellingen R.C. Bedieningsprincipes bij het wijzigen van instellingen U kunt de instellingen alleen wijzigen als het apparaat uitgeschakeld is. (vergeet dus niet het apparaat uit te schakelen.) Procedure 4 6 1 No. 2 3 5 UNIT SET CL Omschrijving 1 Wanneer u de toets en SET , CL en ten minste 4 seconden ingedrukt houdt, zal het display gaan knipperen zoals is weergegeven in de afbeelding. CODE No. Controleer of de weergegeven itemcode [10] is. * • Als de weergegeven itemcode een andere dan [10] is, drukt u op de UNIT No. om het display te wissen. Herhaal vervolgens stap. toets R.C. No. (Nadat u de toets heeft ingedrukt, accepteert het apparaat geen opdrachten van de afstandsbediening.) (Bij groepsbediening wordt de eerst weergegeven binnenunit de master.) (* Het weergegeven display kan verschillen, afhankelijk van het model van de binnenunit.) 2 Telkens wanneer u de toets UNIT indrukt, wordt het volgende nummer van een binnenunit bij groepsbediening weergegeven. Selecteer de binnenunit waarvan u de instellingen wilt wijzigen. Het is gemakkelijk te controleren of u de instellingen van de gewenste binnenunit wijzigt: de ventilator en de jaloezie van de geselecteerde binnenunit worden ingeschakeld. en de itemcode [**] in. 3 Voer met behulp van de toetsen 4 Selecteer met behulp van de toetsen [****]. 5 Druk op SET . Als het display stopt met knipperen en gaat branden is de instelling gewijzigd. • Om ook de instellingen van een andere binnenunit te wijzigen, voert u de handelingen opnieuw uit, te beginnen bij stap 2. • Om andere instellingen van een dezelfde binnenunit te wijzigen, voert u de handelingen opnieuw uit, te beginnen bij stap 3. Wanneer u de toets CL indrukt, worden de al gemaakte instellingen geannuleerd. Begin in dat geval opnieuw bij stap 2. 6 Druk, nadat u alle instellingen heeft gewijzigd, op de toets . (De instellingen worden doorgevoerd.) Wanneer u op de toets drukt, wordt de inhoud van het display gewist en de instelmodus afgesloten. (Nadat u de toets heeft ingedrukt, accepteert het apparaat geen opdrachten van de afstandsbediening.) en de in te stellen gegevens 146 CODE No. ** ** UNIT No. ** ** R.C. No. ** 7 BEDIENINGSELEMENTEN Het tijdstip waarop de filterreinigingswaarschuwing gaat branden wijzigen De uitblaasrichting instellen 1. Zet de uitblaasrichting omhoog/omlaag door de horizontale jaloezie met de afstandsbediening te verplaatsen. 2. Zet de uitblaasrichting naar rechts/links door de verticale grille van de luchtuitlaatopening met de hand te verdraaien. Afhankelijk van het geïnstalleerde filter, kan het noodzakelijk zijn om het tijdstip waarop de filterreinigingswaarschuwing gaat branden te wijzigen. Ga te werk op de manier zoals is beschreven in de ‘Basisprocedure voor het wijzigen van instellingen (1 → 2 → 3 → 4 → 5 → 6 ). • Voer voor itemcode in stap 3 de waarde [01] in. • Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel welke instelling in stap 4 voor het tijdstip waarop de filterreinigingswaarschuwing moet gaan branden moet worden gekozen. Instelgegevens Tijdstip waarop de filterreinigingswaarschuwing gaat branden 0000 Geen 0001 VOORWAARDE Raak de horizontale jaloezie niet aan, omdat daardoor een storing kan ontstaan. Zie voor het verplaatsen van de horizontale jaloezie de gebruiksaanwijzing bij de buitenunit. Groepsbediening Bij groepsbediening kan één afstandsbediening maximaal 8 apparaten bedienen. • Meer informatie over de bekabelingsprocedure en de kabels van de afzonderlijke (maar identieke koelmiddelleidingsystemen) vindt u in de paragraaf ‘Elektrische bekabeling’ in deze handleiding. • De bekabeling tussen binnenunits in een groep moet op de volgende manier worden geïnstalleerd. Sluit de binnenunits op elkaar aan door de verbindingskabels van de aansluitblokken (A, B) van een binnenunit aan te sluiten op de aansluitblokken (A, B) van de volgende binnenunit. (geen polariteit) • Meer informatie over het instellen van adressen vindt u in de installatiehandleiding bij de unit. 150H 0002 2500H (Fabrieksinstelling) 0003 5000H 0004 10000H De verwarmingscapaciteit optimaliseren Wanneer het moeilijk is om de ruimte aangenaam verwarmd te krijgen als gevolg van de installatielocatie van de binnenunit of de vorm van de ruimte, is het mogelijk om de meettemperatuur te verhogen. Het verdient ook aanbeveling om een ventilator te gebruiken om de opstijgende warme lucht te circuleren. Ga te werk op de manier zoals is beschreven in de ‘Basisprocedure voor het wijzigen van instellingen (1 → 2 → 3 → 4 → 5 → 6 ). • Voer voor itemcode in stap 3 de waarde [06] in. • Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel welke instelling in stap 4 voor de detectietemperatuur moet worden gekozen. Instelgegevens Verschuiven van de detectietemperatuur 0000 Geen verschuiving 0001 +1°C 0002 +2°C (Fabrieksinstelling) 0003 +3°C 0004 +4°C 0005 +5°C 0006 +6°C 147 8 WERKINGSTEST Voordat u een werkingstest uitvoert WAARSCHUWING • Voer, voordat u de voeding inschakelt, eerst de volgende procedures uit. 1) Controleer of de weerstand tussen het aansluitingenblok van de voeding en de aarde tenminste 1MΩ is. Schakel het apparaat niet in als de weerstand lager is dan 1MΩ. 2) Controleer of alle afsluiters van de buitenunit volledig geopend zijn. • Druk nooit de elektromagnetische contactschakelaar in om een geforceerde werkingstest uit te voeren. (Dat is erg gevaarlijk omdat in dat geval een beveiliging niet werkt.) Zorg ervoor dat de voedingsspanning, om de compressor bij opstarten te beschermen, minimaal 12 uur ingeschakeld is. Zo voert u de werkingstest uit • Sluit, om één binnenunit te laten ventileren, CN72 op de printplaat kort en schakel dan de voedingsspanning opnieuw in. (Start het apparaat in VENTILATOR-modus.) Vergeet in dit geval niet om na het uitvoeren van de werkingstest de kortsluiting van CN72 ongedaan te maken. • Controleer de werking met behulp van de afstandsbediening. Meer informatie over de werking ervan vindt u in de Gebruiksaanwijzing. Een geforceerde werkingstest kan uitgevoerd worden met behulp van de volgende procedure wanneer de kamertemperatuur lager is dan de ingestelde inschakeltemperatuur. Om te voorkomen dat de werkingstest meteen na een andere werkingstest wordt uitgevoerd, kan het apparaat pas na ongeveer 60 minuten opnieuw ingeschakeld worden. OPMERKING 2, 4 3 Gebruik geen Geforceerde bediening in andere gevallen dan voor een werkingstest, omdat dit de airconditioner extra zwaar belast. 1, 5 SET Bij een bekabelde afstandsbediening Procedure CL Omschrijving Houd de toets 1 UNIT minimaal 4 seconden ingedrukt. Op het display wordt de melding [TEST] weergegeven, waarna het mogelijk is om een werkingstest uit te voeren. TEST 2 Druk op x. Selecteer met de toets [HEAT (VERWARMEN)]. 3 [COOL (KOELEN)] of • Schakel de airconditioner niet in een andere modus dan de modus [COOL] of [HEAT] in. • Tijdens de werkingstest werkt de temperatuurregeling niet. • Wel worden fouten op de gebruikelijke manier gedetecteerd. 4 5 Druk, na het uitvoeren van de werkingstest, op om het apparaat uit te schakelen. (Het display is gelijk aan dat bij stap 1 ) Druk op de toets om de werkingstest te annuleren. (Op het display wordt de melding [TEST] gewist en de status wordt opnieuw normaal.) 148 8 WERKINGSTEST Bij gebruik van een draadloze afstandsbediening Procedure 1 Omschrijving Draai de schroef waarmee het typeplaatje van de sensor bevestigd is los. Verwijder de typeplaatje van de sensor met een kleine rechte schroevendraaier (in de opening aan de onderzijde van het plaatje) en stel de dipswitch in op [WERKINGSTEST AAN]. Start de werkingstest met de toets • De LED’s 2 , en op de draadloze afstandsbediening. knipperen tijdens de werkingstest. • In de toestand [WERKINGSTEST AAN] kan de temperatuur niet met behulp van de draadloze afstandsbediening worden aangepast. Gebruik deze methode niet wanneer er geen werkingstest wordt uitgevoerd, omdat daardoor de apparatuur zal beschadigen. Voer de werkingstest uit in de modus KOELEN of VERWARMEN. 3 4 * De buitenunit kan, nadat de voeding ingeschakeld is of het apparaat uitgeschakeld werd, pas na 3 minuten opnieuw ingeschakeld worden. Stop de airconditioner, nadat de werkingstest voltooid is, met behulp van de draadloze afstandsbediening en zet de dipswitch van de ontvanger weer in de oorspronkelijke stand terug. (In de sensor is een timerprogramma ingebouwd om te voorkomen dat de test continu wordt uitgevoerd.) Sensor Schroef M4 × 25 (2 stuks) Kleine schroef Nokje Afstandsbus Typeplaatje 149 9 STORINGEN VERHELPEN Controles Wanneer er een probleem is met de airconditioner, wordt de storingscode en het nummer van de binnenunit op het display van de afstandsbediening weergegeven. De storingscode wordt alleen weergegeven tijdens bedrijf. Bedien, als het display leeg is, de airconditioner op de manier die beschreven is in de paragraaf “Storingscodes opslaan”. CODE No. UNIT No. R.C. Storingscode No. Nummer van de binnenunit waarin een storing is opgetreden Storingscodes opslaan telkens wanneer er een storing optreedt aan de airconditioner, kunt u de storingsgeschiedenis controleren met de volgende procedure. (De storingsgeschiedenis wordt opgeslagen in het geheugen en bevat maximaal 4 fouten.) Deze geschiedenis kunt u zowel tijdens bedrif als wanneer het apparaat uitgeschakeld is bekijken. 3 UNIT SET 2 CL 1 Procedure Omschrijving Wanneer u de toetsen SET en gelijktijdig minimaal 4 seconden indrukt, wordt het display rechts weergegeven. Als [Service Check] wordt weergegeven, kunt u de storingsgeschiedenis bekijken. 1 • [01: Het volgnummer van de storingsgeschiedenis] wordt weergegeven in het [CODE No.] codenummervenster. CODE No. UNIT No. R.C. No. • De [storingscode] wordt weergegeven in het CHECK-venster. • In het venster UNIT No. wordt het [adres van de binnenunit waar de storing is opgetreden] weergegeven. Met de toetsen 2 , kunt u achtereenvolgens alle storingscodes aflezen. De cijfers in het [CODE No.] codenummervenster lopen op van [01] (meest recente storingscode) tot [04] (minst recente storingscode). LET OP Door te drukken op de toets 3 Druk op de toets CL worden alle opgeslagen storingscodes gewist. om terug te keren naar het normale display. 150 9 STORINGEN VERHELPEN Storingscodelijst In de volgende lijst zijn alle storingscodes opgenomen. Aan de hand van deze tabel kunt u alle te controleren onderdelen vinden. • Bij controle met behulp van de afstandsbediening van de binnenunit: zie “Display Hoofdafstandsbediening” in de lijst. • Bij controle met behulp van het display op de printplaat van de buitenunit: Zie “7-segmentdisplay van de buitenunit” in de lijst. • Bij controle met behulp van de AI-NET-afstandsbediening voor centrale bediening: Zie “Display AI-NETafstandsbediening” in de lijst • Bij controle met behulp van de draadloze afstandsbediening van de binnenunit: Zie “Display sensorblok van het ontvangende apparaat” in de lijst. Terminologie AI-NET: Artificial Intelligence (Kunstmatige intelligentie). IPDU: Intelligent Power Drive Unit { : Brandend, ¤ : Knipperend, z : Dooft ALT. : Wanneer er twee LED’s knipperen, doen ze dat om en om. SIM: Wanneer er twee LED’s knipperen, doen ze dat gelijktijdig. Storing gedetecteerd door TCC-LINK van centrale bedieningsapparaat Storingscode 7-segment display op buitenunit Display van de hoofdafstandsbediening Draadloze afstandsbediening Display AI-NETafstandsbediening Hulpcode Display sensorblok van het ontvangende apparaat Naam van de storingscode Te controleren apparaat Bediening Timer Gereed Knipperend E01 — — — E02 — — — ¤ ¤ ¤ z z Communicatiefout tussen binnenunit en afstandsbediening (Gedetecteerd aan afstandsbedieningzijde) Afstandsbediening z z Transmissiefout bij afstandsbediening Afstandsbediening z z Communicatiefout tussen binnenunit en afstandsbediening (Gedetecteerd aan binnenunitzijde) Binnenunit Binnenunit E03 — — 97 E04 — — 04 z z ¤ Communicatieschakelingfout tussen binnenen buitenunit (Gedetecteerd aan binnenunitzijde) E06 Aantal binnenunits waarin sensor normaal ontvangt 04 z z ¤ Verlaag het aantal binnenunits I/F E07 — z z ¤ Communicatieschakelingfout tussen binnenen buitenunit (Gedetecteerd aan buitenunitzijde) I/F ¤ ¤ ¤ z z z z z z E06 — E08 — E08 Dubbele adressen voor binnenunits 96 E09 — — 99 E10 — — CF Dubbele adressen voor binnenunits Binnenunit/ I/F Dubbele adressen hoofdafstandsbedieningen Afstandsbediening Communicatiefout tussen binnenunit en MCU Binnenunit E12 01: Communicatie tussen binnenE12 en buitenunit 02: Communicatie tussen buitenunits 42 ¤ z z E15 E15 42 z z E16 E16 00: Capaciteit te hoog 01 ~: Aantal aangesloten apparaten 89 z 97, 99 ¤ z z ¤ ¤ z Communicatiefout tussen binnenunits 96 z z ¤ Fout in aantal masterbuitenunits I/F z z ¤ Ander circuit aangesloten tijdens automatische adressering I/F z z z z Verzendfout bij communicatie tussen buitenunits I/F Dubbele adressen bij slave buitenunits I/F z z ¤ ¤ ¤ ¤ Verminderd aantal buitenunits I/F Fout bij slave van buitenunit I/F z ¤ IPDU-communicatiefout I/F E18 — — — E19 E19 00: Master is nul 02: Twee of meer masterunits E20 01: Buitenunit van ander circuit E20 aangesloten 02: Binnenunit van ander circuit aangesloten 42 E23 E23 — 15 E25 E25 — 15 E26 E26 Aantal buitenunits dat signaal gewoonlijk ontvangt 15 E28 E28 Gedetecteerd buitenunitnummer d2 z z E31 01: IPDU1-fout 02: IPDU2-fout 03: IPDU1-, 2-fout E31 04: Ventilator IPDU-fout 05: IPDU1 + Ventilator IPDU-fout 06: IPDU2 + Ventilator IPDU-fout 07: Storing in alle IPDU’s CF z 151 Startfout automatische adressering I/F Binnenunit is nul tijdens automatische adressering I/F Capaciteit te hoog / Aantal aangesloten binnenunits I/F Binnenunit Storingscode Display van de hoofdafstandsbediening 7-segment display op buitenunit Draadloze afstandsbediening Display AI-NETafstandsbediening Hulpcode Display sensorblok van het ontvangende apparaat IF z ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ z — — 0F F02 — — 0d F03 — — 93 F04 F04 — 19 F05 F05 — A1 F06 F06 — 18 F07 F07 — 18 F08 F08 — 1b F10 — — OC F12 F12 — A2 F13 F13 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde 43 F15 F15 — 18 F16 F16 — 43 F23 F23 — 43 F24 F24 — 43 F29 — — 12 F31 F31 — 1C H01 H01 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ H04 — 44 H06 — 20 H07 H07 — d7 H08 01: Storing in TK1-sensor H08 02: Storing in TK2-sensor 03: Storing in TK3-sensor 04: Storing in TK4-sensor d4 z ¤ H14 H14 44 z H16 01: Storing in oliesysteem TK1 H16 02: Storing in oliesysteem TK2 03: Storing in oliesysteem TK3 04: Storing in oliesysteem TK4 d7 96 L06 — — L06 Aantal binnenunits met prioriteit SIM 96 96 Binnenunit Storing in TD1-sensor I/F ALT Storing in TD2-sensor I/F ALT Storing in TE1-sensor I/F ALT Storing in TL-sensor I/F ALT Storing TO-sensor z ALT Storing in TA-binnenunitsensor { ALT Storing in TS1-sensor I/F { ALT Storing in TH-sensor IPDU { ALT Fout in bekabeling temperatuursensor buitenunit (TE, TL) I/F ALT Fout in bekabeling druksensor buitenunit (Pd, Ps) I/F ALT Storing in Ps-sensor I/F ALT Storing in Pd-sensor z SIM Andere storing binnenunit Binnenunit { SIM EEPROM-fout binnenunit I/F { { { z z z z H06 — Storing in TC1-binnenunitsensor ALT ¤ ¤ ¤ ¤ H04 L04 ALT { { { { { z z z z 17 L04 Binnenunit Magneetschakelaarfout Overstroomrelais geactiveerd Compressorprobleem (vergrendeld) H03 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde 96 Binnenunit Storing in TC2-binnenunitsensor z H03 — Storing in TCJ-binnenunitsensor ALT ¤ 1d — ALT Compressor defect 01: Compr. 1-zijde H02 02: Compr. 2-zijde L03 z z z z H02 L05 Stroing in huidige detectieschakelingsysteem I/F IPDU MG-SW Overstroomrelais IPDU IPDU I/F Lagedrukbeveiliging I/F Laag oliepeilbeveiliging I/F z Storing in olietemperatuursensor I/F ¤ z Thermostaatbediening compr. 2 I/F z ¤ z Storing in oliepeilsensor Magneetschakelaarfout Overstroomrelais geactiveerd ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ z { { { ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ { z z z z z Dubbel centraal apparaat SIM Dubbel buitenunitcircuitadres I/F SIM Dubbele binnenunits met prioriteit (Weergegeven op binnenunit met prioriteit) I/F SIM Dubbele binnenunits met prioriteit (Weergegeven op andere unit dan binnenunit met prioriteit) I/F SIM Groepcircuit in individuele binnenunit SIM Groep binnenunit/Adres niet meer ingesteld SIM Capaciteit binnenunits niet meer ingesteld Binnenunit SIM Capaciteit buitenunits niet meer ingesteld I/F SIM Dubbel adres voor centrale bediening SIM Teveel buitenunits aangesloten I/F I/F — — 99 L08 — 99 L09 — — 46 L10 L10 — 88 L20 L20 — 98 L28 L28 — 46 L29 01: IPDU1-fout 02: IPDU2-fout 03: IPDU3-fout L29 04: Ventilator IPDU-fout 05: IPDU1 + Ventilator IPDU-fout 06: IPDU2 + Ventilator IPDU-fout 07: Storing in alle IPDU’s CF ¤ { ¤ SIM Aantal IPDU-storingen L30 L30 Gedetecteerd binnenunitadres b6 ¤ { ¤ SIM Vergrendeling binnenunit-buitenunit L31 — — 152 I/F MG-SW Overstroomrelais SIM L08 — I/F Binnenunit Thermostaatbediening Compr. 1 L07 — Te controleren apparaat Bediening Timer Gereed Knipperend F01 — Naam van de storingscode Extended I/C error Binnenunit Binnenunit Binnenunit/ I/F AI-NET, binnenunit Binnenunit I/F 9 STORINGEN VERHELPEN Storingscode Display van de hoofdafstandsbediening 7-segment display op buitenunit Draadloze afstandsbediening Display AI-NETafstandsbediening Hulpcode Display sensorblok van het ontvangende apparaat Naam van de storingscode Te controleren apparaat Bediening Timer Gereed Knipperend P01 — — 11 P03 P03 — 1E P04 P04 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde 21 P05 P05 01: Fase ontbreekt 02: Fasefout AF P07 P07 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde IC P10 P10 Gedetecteerd binnenunitadres Ob z ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ z z z z ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ z z z z ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ z z z ALT Storing ventilatormotor binnenunit ALT Uitblaastemperatuur TD1 defect Binnenunit ALT Hogedruksysteem SW ingeschakeld ALT Fase ontbreekt/Fasefout ALT Heatsink oververhit ALT Storing overflow binnenunit Binnenunit ALT Storing ventilatormotor binnenunit Binnenunit ALT Storing vloeistofretourdetectie I/F ALT Gaslekkagedetectie I/F ALT Uitblaastemperatuur TD2 defect I/F ALT Storing 4-wegafsluiter I/F ALT Hogedrukbeveiliging I/F ALT Storing in buitenunit-IPDU IPDU ALT G-TR kortsluitbeveiligingfout IPDU ALT Storing in compressorpositiedetectiesysteem IPDU ALT Andere binnenunitfout (Fout in groepsaansluiting) ALT I/F IPDU I/F IPDU, I/F P12 — — 11 P13 P13 — 47 P15 P15 01: TS-conditie 02: TD-conditie P17 P17 P19 P19 Gedetecteerd buitenunitnummer O8 P20 P20 22 P22 0 : IGBT kortgesloten 1 : Storing in ventilatormotorpositiedetectiesysteem : Ventilatormotorstoring P22 3 C :TH-sensortemperatuurfout (Heatsink oververhit) :Storing in TH-sensor D E : Vdc-uitgangfout 1A ¤ z ¤ P26 P26 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde 14 z P29 P29 01: Compr. 1-zijde 02: Compr. 2-zijde 16 P31 P31 — 47 ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ ¤ — — — b7 Fout in binnenunitgroep AI-NET — — — 97 — AI-NET communicatiesysteemfout AI-NET — — — 99 — Dubbele netwerkadapters AI-NET — — AE bb z z Door alarmapparaat Binnenunit Storing gedetecteerd door TCC-LINK van centrale bedieningsapparaat Storingscode Uitlezing Centrale bedieningapparaat 7-segment display op buitenunit Draadloze afstandsbediening Display AI-NETafstandsbediening Hulpcode Display sensorblok van het ontvangende apparaat Naam van de storingscode Te controleren apparaat Bediening Timer Gereed Knipperend C05 — — — — AVerzendfout in TCC-LINK van centrale bedieningsapparaat TCC-link C06 — — — — Ontvangfout in TCC-LINK van centrale bedieningsapparaat TCC-link C12 — — — — Batchalarm van besturingsinterface van algemeen apparaat Algemeen apparaat I/F Verschilt, afhankelijk van de het apparaat dat het alarm veroorzaakte Fout in vertakkingsapparaat bij groepsbediening P30 TCC-link — — (L20 wordt weergegeven.) Terminologie TCC-link: TOSHIBA Carrier Communication LINK. 153 Dubbel adres voor centrale bediening Nieuwe storingscode 1. Verschil tussen de nieuwe storingscode en het huidige systeem De weergegeven methode van de storingscode wijkt af bij dit en latere types. Storingscode in huidige systeem Nieuwe storingscode Gebruikte tekens Hexadecimale notatie, 2 tekens Alfanumeriek, 2 tekens Kenmerken van codeklassificatie Enkele classificaties van communicatie binnen/ onjuiste instelling van het systeem Veel classificaties van communicatie binnen/onjuiste instelling van het systeem Blokweergave Printplaat binnenunit, printplaat buitenunit, cyclus, communicatie Communicatie/onjuiste instelling (4-weg), beveiliging binnenunit, beveiliging buitenunit, sensor, compressorbeveiliging enzovoort.           → <Uitlezing op display van bekabelde afstandsbediening> • [ ] gaat branden • [UNIT No. (Apparaatnummer)] + Storingscode + Verklikkerlamp (groen) knipperend <Uitlezing op sensordeel van draadloze afstandsbediening> • Blokweergave van combinatie van [ ][ ][ ] <Uitlezing op display van ontvanger van de draadloze afstandsbediening> • Apparaatnummer en storingscode worden weergegeven. • Bij een storing met een hulpcode, worden de storingscode en de hulpcode om en om weergegeven. Uitlezing EC-klassificatie A Niet gebruikt C Storing in centrale bedieningsysteem E Storing in communicatiesysteem F Storing in alle sensoren (defect) H Storing in compressorbeveiligingsysteem J Niet gebruikt L Instellingfout, overige fouten P Beveiliging ingeschakeld 2. LET OP 1) Als dit type verbonden is met een AI-NET met behulp van een netwerkadapter, worden de andere storingscodes weergegeven op de hoofdafstandsbediening (Nieuwe storingscode op nieuwe afstandsbediening) en AI-NET centrale besturingsafstandsbediening (Huidige systeem storingscode op de afstandsbediening voor centrale bediening). 2) De storingscode wordt alleen weergegeven terwijl de airconditioner in bedrijf is (Starttoets van de afstandsbediening AAN). Wanneer de airconditioner stopt en de storingscode gewist wordt, wordt ook de uitlezing van de storingscode op het display gewist. Als de storing echter blijft bestaan nadat de unit uitgeschakeld is, wordt de storingscode bij opnieuw inschakelen onmiddellijk opnieuw weergegeven. AI-NETWERKBUS Binnenunit Netwerkadapter OC F10 AI-NET afstandsbediening voor centrale bediening Hoofdafstandsbediening 154
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181

Pentax MMK-AP0121H Handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor