Downloaded from www.vandenborre.be
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
3.2. Verbrande gassen verwijderen van de omgeving
Voor kookapparaten die op gas werken, moet u de verbrande gas afvalproducten
rechtstreeks naar buiten of via kooktoestel ventilatie verwijderen die verbonden zijn met de
schouw die uitgeeft op de buitenzijde. Als het onmogelijk blijkt een dergelijke kast te
installeren, moet een elektrische ventilator aangebracht worden in het venster of de muur
die naar buiten uitgeeft. Deze elektrische ventilator moet krachtig genoeg zijn om de lucht
van de keukenomgeving te verversen aan een volume van 4-5 maal het eigen volume aan
lucht/uur.
Er is een aantal aspecten dat niet over het hoofd mag worden gezien tijdens de
installatie van de oven. Let goed op tijdens de installatie van uw oven. Volg onze
instructies om problemen en/of gevaarlijke situaties te vermijden die later kunnen
optreden.
Zorg ervoor niet te installeren in de buurt van de koelkast. Er mag geen ontvlambaar
materiaal zoals gordijnen of stof aanwezig zijn dat snel kan branden. De meubelstukken
dicht bij de oven moeten vervaardigd zijn uit materiaal dat bestand is tegen temperaturen
van tot 80°C. De minimum hoogten van de pan van de oven en muurkasten en
kookdekplaten met ventilator boven de oven, zoals hierboven weergegeven. De kap van het
kooktoestel moet dus op minimum 650mm hoogte van de kookpan worden geplaatst. Als er
geen kap is, mag deze hoogte niet minder zijn dan 750mm.
3.3. gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat moet worden uitgevoerd in conformiteit met de
toepasselijke lokale en internationale normen en reglementering. U vindt de informatie
met betrekking tot het juiste gastype en gepaste gasinjectoren terug op de technische
gegevenstabel. Als de druk van het gebruikte gas verschilt van de vermelde waarden of
als de druk onstabiel is in uw zone moet u een drukregelaar installeren op de gasinlaat.
Een gekwalificeerde onderhoudstechnicus moet worden geraadpleegd om deze
aanpassingen uit te voeren.
Als de gasverbinding wordt uitgevoerd via een flexibele buis die wordt aangebracht op de
gasinlaat van het apparaat moet ze ook worden bevestigd op een buiskraag. Verbind uw
apparaat met een korte en duurzame buis die zo dicht mogelijk bij de gasbron wordt
aangebracht. De maximum toegelaten lengte van de buis is 1,5m. De buis die gas aanvoert
naar het apparaat moet een maal per jaar vervangen worden uit veiligheidsoverwegingen.
De punten die moeten worden gecontroleerd tijdens de montage van de flexibele buis
De buis mag niet in contact komen met zones die opwarmen tot temperaturen van meer
dan 50°C. De buis mag niet worden doorboord, vastgeklemd of opgevouwd. De buis mag
niet in aanraking komen met scherpe hoeken, bewegende objecten en ze mag op geen
enkele wijze worden beschadigd. Voor de montage moet u controleren op schade.
Wanneer de gas wordt ingeschakeld, moeten alle verbindingen en slangen met een
zeepsopje worden gecontroleerd op gaslekken.
8