Proline PGH461W-F Handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
Handleiding
Downloaded from www.vandenborre.be
15
be carried out by a gas
Downloaded from www.vandenborre.be
16
Downloaded from www.vandenborre.be
Beste klant,
Deze handleiding wordt geleverd om u te helpen bij het gebruik van uw
apparaat dat werd gefabriceerd met de meest recente technologie
voor een optimale efficiëntie.
Voor u het apparaat in gebruik neemt, dient u deze handleiding zorgvuldig
door te lezen. Ze bevat basisinformatie voor een correcte en veilige
installatie, het onderhoud en het gebruik. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde gekwalificeerde installateur voor de installatie van uw
product.
CE verklaring van overeenstemming
Deze kookplaat werd uitsluitend ontworpen voor het koken. Ieder ander
gebruik (zoals het opwarmen van een ruimte) is incorrect en gevaarlijk.
Deze kookplaat werd ontworpen, gebouwd en gecommercialiseerd in
conformiteit met:
Veiligheidsvereisten van de "Gas" richtlijn 142/2009/EC;
Veiligheidsvereisten van de "Lage spanning" richtlijn 2006/95/EC;
Veiligheidsvereisten van de "EMC" richtlijn 2004/108/EC;
Vereisten van de richtlijn 93/68/EC.
Downloaded from www.vandenborre.be
INHOUDSOPGAVE:
1. Deel: VOORSTELLING EN AFMETINGEN VAN HET PRODUCT
2. Deel: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
3.1 Locatie van uw ingebouwde kookplaat
3.2 Verbrande gassen verwijderen van de omgeving
3.3 gasaansluiting
3.4 Elektrische aansluiting en veiligheid
3.5 Elektrische aansluiting (ENKEL VK)
3.6 Algemene waarschuwingen en maatregelen
3.7 Gas conversies
4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT
4.1 Gebruik van gasbranders
4.2 Gebruik van de warme platen
5. Deel: SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
5.1 Reinigen
5.2 Handhaving
6. Deel: HELPLIJN EN VERWIJDERING
2
Downloaded from www.vandenborre.be
1. Deel: VOORSTELLING EN AFMETINGEN VAN HET PRODUCT
Voorstelling:
1
2
3
4
5
6
Onderdelenlijst:
1- Gemiddelde brander 5- Elektrische ontstekingsknop voor
2-
Gemiddelde brander
3- Bedieningsknop
4- Hulpbrander
gasbranders
6- Snelle Brander
* Uw kookplaat kan er anders uitzien dan het hierboven weergegeven model omwille van de configuraties.
3
Downloaded from www.vandenborre.be
2. Deel: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Nadat u het apparaat uit de verpakking hebt verwijderd, moet u controleren dat het niet
beschadigd is. Bij twijfel mag u het apparaat niet gebruiken en moet u uw leverancier
of een professioneel gekwalificeerde technicus raadplegen. De verpakking (bijv. plastic
zakken, po lystyreen sch uim, nage ls, verp akkingstroken, etc.) mogen niet worden
achtergelaten bin nen h et bere ik v an kind eren want d it kan ernstige l etsels
veroorzaken.
Het verpakkingsmateriaal is recycleerbaar en wordt gemarkeerd met het
recyclagesymbool.
DIT APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALEERD DOOR EEN GAS
GEREGISTREERDE INSTALLATEUR; OOK MOET DE HULP VAN EEN
GEKWALIFICEERDE ELEKTRICIEN WORDEN INGEROEPEN ALS EEN
AANSLUITING OP HET ELEKTRISCH NET VEREIST IS.
Probeer de technische eigenschappen van het apparaat niet te wijzigen want dit kan
risico's veroorzaken tijdens het gebruik.
Het apparaat is ontworpen voor niet-professioneel gebruik door privépersonen in
gemeenschappelijke woonplaatsen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsels veroorzaakt
door een onredelijk, incorrect of onbezonnen gebruik van het apparaat.
Indien u zou besluiten het apparaat niet te gebruiken (of indien u een ouder model wilt
vervangen), moet u, voor u het weggooit, het apparaat op correcte wijze inoperationeel
maken conform de lokale wetgeving. Indien u een oud apparaat weggooit met een slot of
grendel op de deur moet u dit onbruikbaar maken om te vermijden dat kinderen gekneld
kunnen raken tijdens het spelen.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd en de gas/elektrische aansluitingen uitgevoerd
door een gekwalificeerde technicus conform de lokale geldige wetgeving en de
instructies van de fabrikant.
TIPS VOOR DE GEBRUIKER
Tijdens en na het gebruik van de kookplaat kunnen bepaalde onderdelen uiterst heet
worden. Raak de hete onderdelen niet aan.
Houd kinderen uit de b uurt van de kookplaat wanneer ze in gebruik is. N a ieder gebruik
moet u er v oor zorge n dat de kno ppen i n de u it positi e staan e n d e g astoevoerklep
sluiten. Wanneer het apparaat niet in gebruik is, wordt het aanger aden de gaskraan
gesloten te ho uden. De per iodieke smering van de gaskranen moet worden uitgevoerd
door g ekwalificeerd p ersoneel. Indien u mo eilijkheden on dervindt tijde ns de bedi ening
van de gaskranen mo et u contact opnemen m et d e Onder houdsdienst. Vo or u
schoonmaak- of onder houdswerken uitvoer t, m oet u de elektricit eit afsluite n van d e
kookplaat.
Brandrisico!
Laat geen ontvlambaar materiaal op de kookplaat. Zorg ervoor dat de elektrische kabels
van andere apparaten in de nabijheid niet in contact kunnen komen met de kookplaat.
4
Downloaded from www.vandenborre.be
2. Deel: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN EN AANBEVELINGEN VOOR
GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATEN
Het gebruik van een elektrisch apparaat veronderstelt de noodzaak een reeks
fundamentele regels na te leven.
Het apparaat nooit aanraken met natte handen of voeten.
bedien het apparaat niet met natte handen of voeten of op blote voeten;
kinderen of mindervaliden mogen het apparaat niet gebruiken zonder uw toezicht.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsels veroorzaakt
door een onredelijk, incorrect of onbezonnen gebruik van het apparaat.
Het gebruik van een gasfornuis veroorzaakt warmte- en vochtigheid in de kamer waar het
geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd is: houd de natuurlijke
ventilatieopeningen open of installeer een mechanisch ventilatietoestel (mechanische
ventilator).
Langdurig intensief gebruik van het toestel kan bijkomende ventilatie vereisen, bijvoorbeeld
door het openen van een raam of meer efficiënte ventilatie; het niveau van de mechanische
ventilatie verhogen)
Bewaar geen ontvlambare materialen in de buurt van het toestel. Let op de kabels van
elektrische apparaten die in werking zijn dicht bij het apparaat zodat u de warme punten
niet aanraakt.
Let erop dat de schakelaars op “0” staan wanneer het toestel niet in werking is. Deze
handleiding is bereid voor meer dan een model. Het is mogelijk dat uw kookplaat
bepaalde functies niet bevat die in de handleiding beschreven worden. Let op de
uitdrukkingen met afbeeldingen tijdens het lezen van de handleiding. Houd kinderen
steeds uit de buurt van de kookplaat.
Tijdens het gebruik wordt het toestel heet. Let er bijzonder op geen hete onderdelen
aan te raken.
Gebruik geen stoomreinigers om de kookplaat schoon te maken.
Het toestel mag niet worden gebruikt door kinderen of personen met verminderde
fysieke, gevoelsmatige of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij zijn onder toezicht staan of instructies krijgen.
VOOR DE EFFICIENTIE EN VEILIGHEID VAN HET APPARAAT RADEN WE AAN
DAT U STEEDS DE ORIGINELE DELEN GEBRUIKT EN DAT U UITSLUITEND
BEROEP DOET OP ONZE ERKENDE TECHNICI IN GEVAL VAN NOOD.
5
Downloaded from www.vandenborre.be
Ontbrandbaar materiaal 60 150
Niet-ontbrandbaar materiaal 25 40
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
3.1. Locatie van uw ingebouwde kookplaat
Creëer ruimte om uw kookplaat te installeren, volg de afmetingen vermeld in Afbeelding 1.
150 mm van de rand van het kooktoestel met ontbrandbaar materiaal zoals
behangpapier of gordijnen
.
750 mm afstand tussen kasten, laden of extractie toestellen boven de kookplaat.
Aanpalende wanden A[mm] B[mm]
Afbeelding 1
BELANGRIJK: Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in naleving van de installatie
instructies van de fabrikant, de lokale bouwreglementering, gasautoriteit wetgeving en
elektrische bedradinginstructies door een gas gekwalificeerde installateur die ook een
gekwalificeerd elektricien is.
6
Downloaded from www.vandenborre.be
B
A
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Deur
Ruimte voor
connectoren
Speling
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
Bevestiging van de installatiebeugels
Iedere kookplaat is voorzien van een
installatiekit met beugels en schroeven
voor de bevestiging van de plaats op de
werkruimte.
Draai de kookplaat onderste boven en
bevestig de beugels “A" die kunnen
worden aangesloten op de kookplaat in
twee verschillende posities afhankelijk van
de dikte van de werkruimte zoals
weergegeven in afbeeldingen 2 tot 4 op de
geschikte schroefopeningen, zonder de
schroeven “B” momenteel aan te draaien.
De kookplaat bevestigen
Verspreid het afdichtingsmateriaal “C”
rond de opening in de werkplaat, waarbij u
er moet op toezien dat de verbindingen
overlappen aan de hoeken.
Voer de kookplaat in de opening en
positioneer ze correct. (Figuur 1)
Regel de positie van de beugels “A” bij en
schroef de “B” schroeven aan om de
brander stevig op zijn plaats aan te
brengen (Afb. 2-4)
Verwijder het overtollige
afdichtingsmateriaal zorgvuldig van rond
de brander.
Installatie in keukenkast met deur
(Afbeelding 5)
De afstand tussen de onderzijde van de
brander en de kast moet minimum 60mm
zijn. Als dit niet mogelijk is, raden we aan
een hittebestendige plaat wordt aangebracht
onder de brander.
t
t > 25mm
SECTION XSEC0001-XSEC0001
t
t < 25mm
SECTION XSEC0002-XSEC0002
t > 25mm
t < 25mm
B
B
A
A
C
7
Downloaded from www.vandenborre.be
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
3.2. Verbrande gassen verwijderen van de omgeving
Voor kookapparaten die op gas werken, moet u de verbrande gas afvalproducten
rechtstreeks naar buiten of via kooktoestel ventilatie verwijderen die verbonden zijn met de
schouw die uitgeeft op de buitenzijde. Als het onmogelijk blijkt een dergelijke kast te
installeren, moet een elektrische ventilator aangebracht worden in het venster of de muur
die naar buiten uitgeeft. Deze elektrische ventilator moet krachtig genoeg zijn om de lucht
van de keukenomgeving te verversen aan een volume van 4-5 maal het eigen volume aan
lucht/uur.
Er is een aantal aspecten dat niet over het hoofd mag worden gezien tijdens de
installatie van de oven. Let goed op tijdens de installatie van uw oven. Volg onze
instructies om problemen en/of gevaarlijke situaties te vermijden die later kunnen
optreden.
Zorg ervoor niet te installeren in de buurt van de koelkast. Er mag geen ontvlambaar
materiaal zoals gordijnen of stof aanwezig zijn dat snel kan branden. De meubelstukken
dicht bij de oven moeten vervaardigd zijn uit materiaal dat bestand is tegen temperaturen
van tot 80°C. De minimum hoogten van de pan van de oven en muurkasten en
kookdekplaten met ventilator boven de oven, zoals hierboven weergegeven. De kap van het
kooktoestel moet dus op minimum 650mm hoogte van de kookpan worden geplaatst. Als er
geen kap is, mag deze hoogte niet minder zijn dan 750mm.
3.3. gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat moet worden uitgevoerd in conformiteit met de
toepasselijke lokale en internationale normen en reglementering. U vindt de informatie
met betrekking tot het juiste gastype en gepaste gasinjectoren terug op de technische
gegevenstabel. Als de druk van het gebruikte gas verschilt van de vermelde waarden of
als de druk onstabiel is in uw zone moet u een drukregelaar installeren op de gasinlaat.
Een gekwalificeerde onderhoudstechnicus moet worden geraadpleegd om deze
aanpassingen uit te voeren.
Als de gasverbinding wordt uitgevoerd via een flexibele buis die wordt aangebracht op de
gasinlaat van het apparaat moet ze ook worden bevestigd op een buiskraag. Verbind uw
apparaat met een korte en duurzame buis die zo dicht mogelijk bij de gasbron wordt
aangebracht. De maximum toegelaten lengte van de buis is 1,5m. De buis die gas aanvoert
naar het apparaat moet een maal per jaar vervangen worden uit veiligheidsoverwegingen.
De punten die moeten worden gecontroleerd tijdens de montage van de flexibele buis
De buis mag niet in contact komen met zones die opwarmen tot temperaturen van meer
dan 50°C. De buis mag niet worden doorboord, vastgeklemd of opgevouwd. De buis mag
niet in aanraking komen met scherpe hoeken, bewegende objecten en ze mag op geen
enkele wijze worden beschadigd. Voor de montage moet u controleren op schade.
Wanneer de gas wordt ingeschakeld, moeten alle verbindingen en slangen met een
zeepsopje worden gecontroleerd op gaslekken.
8
Downloaded from www.vandenborre.be
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
GASVERBINDING
De installatie van de gaskookplaat op aardgas of LPG-gas moet worden uitgevoerd door een gas
geregistreerde installateur.
Installateurs moeten de voorzieningen van de praktijkcode van de relevante
Britse normen, het gas veiligheidsreglement en de bouwnormen (Schotland) (Consolidatie)
reglementeringen strikt naleven die werden uitgevaardigd door het Schotse Departement voor
Ontwikkeling.
De kookplaat wordt geleverd met een elleboogverbinding zoals in afbeelding 5.1 en
wordt aangepast om te werken met stadsgas.
INSTALLATIE OP AARDGAS
De installatie op aardgas moet conform zijn met de Praktijkcode, etc. De toevoerdruk van aardgas is 20
mbar.
OPGELET!!!
Gebruik geen naakte vlam, zoals een lucifer, om een gaslek te zoeken omwille van het
ontploffingsgevaar.
AFB 6
9
1/2" BSP
a
nnelij
k
Downloaded from www.vandenborre.be
5
DEEL 3: INSTALLATIE EN VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUI
K
BELANGRIJK
7 Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gereguleerd en aangepast zodat het kan werken met
andere types gas door een GEKWALIFICEERDE INSTALLATEUR.
Het niet naleven van deze voorwaarde maakt deze garantie nietig.
De kookplaat mag enkel worden
geïnstalleerd door een Gasgeregistreerde installateur.
Het toestel moet worden geïnstalleerd conform met de geldige regelgeving
.
De installateurs moeten de huidige wetgeving naleven met betrekking tot ventilatie en de
verwijdering van uitlaatgassen.
Steeds de stekker van het toestel verwijderen voor u onderhoudswerken of reparaties
uitvoert.
Het toestel moet in warmtebestendige eenheden worden geplaatst.
Deze tippen moeten in de keukenkasten worden ingebouwd van 600mm diep.
De wanden van de eenheid mogen niet hoger zijn dan het werkblad en moeten bestand zijn
tegen temperaturen van 75°C boven kamertemperatuur.
Installeer het toestel niet dicht bij ontvlambare materialen (bijv. gordijnen).
Luchtinvoerged
eelte min
100cm²
Luchtinvoergede
elte min 100cm²
Afbeelding 1 Afbeelding 2
VENTILATIEVEREISTEN
Het apparaat moet worden geïnstalleerd in een kamer of ruimte met een luchttoevoer in conformiteit
met BS 5440-2:2000.
Voor kamers met een volume van minder dan 5m
3
– permanente ventilatie van 100 cm
2
vrije
zone is vereist.
Voor kamers met een volume van 5m
3
en 10m
3
is een permanente ventilatie van 50cm
2
vrije
zone vereist, tenzij de kamer voorzien is van een deur die rechtstreeks uitgeeft op de
buitenlucht. In dit geval is geen permanente ventilatie vereist.
Voor kamers met een volume dat hoger is dan 10m
3
is geen permanente ventilatie vereist.
NB. Ongeacht de grootte van de kamer, alle kamers waarin het apparaat wordt
geplaatst moeten direct uitgeven op de buitenlucht via een open venster of
equivalent.
Indien er andere toestellen aanwezig zijn in dezelfde kamer die brandstoffen verbranden,
moet BS 5440-2:2000 worden geraadpleegd om de correcte hoeveelheid vast te stellen voor
de vrije zone ventilatievereisten.
De bovenstaande vereisten bieden de mogelijkheid een gasoven en grill te gebruiken
indien er andere gasbrandende toestellen aanwezig zijn in dezelfde kamer, raadpleeg een
gekwalificeerde ingenieur.
10
Downloaded from www.vandenborre.be
Min. 42 cm.
Min.65 cm. (met deksel)
Min. 42 cm.
GASINSTALLATIE BELANGRIJKE NOTA
Dit apparaat wordt uitsluitend geleverd voor gebruik met AARDGAS en het mag niet worden gebruikt
met ander gas zonder wijzigingen.
Dit apparaat wordt gefabriceerd voor conversie naar LPG. Om een LPG conversiekit aan
te kopen, kunt u contact opnemen op het nummer 0870 6052020.
INSTALLATIE & DIENSTREGELINGEN (VERENIGD KONINKRIJK)
Alle gasapparaten moeten bij wet door een bevoegd persoon wordt geïnstalleerd &
onderhouden conform de huidige uitgaven van de volgende normen & reglementeringen
of de geschikte reglementeringen voor de geografische regio waarin ze worden
geïnstalleerd.
Gasveiligheid (Installatie & gebruik) regelgeving
Bouwregelgeving
Britse normen
Reglementeringen voor elektrische installaties
De i nstallatie en onderhoud v an e en gasproduct moeten worden uitgevoerd door e en
gekwalificeerd perso on m et kenn is va n h et t ype pr oduct dat wordt g eïnstalleerd o f
onderhouden en die h ouder is va n een ge ldig certifi caat met betrekking tot d e
uitgevoerde werkzaamheden. Op dit moment is h et bek waamheidsbewijs het
Geaccrediteerde certificatieschema (ACS) of S/NVQ dat werd uitgelijnd met het ACS.
Het is ook een vereiste dat alle bedrijven of zelfstandige installateurs lid zijn van een
klasse van personen die werd goedgekeurd door de Gezondheid en veiligheid
uitvoerend orgaan.
Momenteel is het enige orgaan met een dergelijke goedkeuring het GAS SAFE register.
Het incorrect installeren van het toestel kan de garantie van de fabrikant nietig verklaren
en resulteren in een gerechtelijke vervolging onder de bovenvermelde regelgeving.
Kookfornuiskap pijp
Ventilateur électrique
Luchtinvoergedeel
te min 100cm²
Luchtinvoergedeelt
e min 100c
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Min.
60
cm.
Kookfornuiskap
Afbeelding 5
11
Downloaded from www.vandenborre.be
9
Gebruik geen naakte vlammen om te controleren op gaslekken. Alle metalen
onderdelen die worden gebruikt voor de gasverbinding moeten vrij zijn van roest.
Controleer ook de vervaldata van de gebruikte componenten.
De punten die moeten worden gecontroleerd tijdens de montage van de vaste
gasverbinding
Om een vaste gasverbinding te monteren (gasverbinding met draden, bijv. een moer), kunt
u verschi llende metho den toepassen i n verschil lende zones. De meeste al gemene
onderdelen worden r eeds g eleverd m et u w apparaat. Al le andere onderdelen ku nnen a ls
reserveonderdeel worden geleverd.
Tijdens het aanleggen van de verbindingen moet u de moer steeds vast op het verdeelstuk
houden, terwijl u het andere deel draait. Gebruik tangen van de geschikte grootte voor een
veilige ver binding. U moet voor all e op pervlakten tussen versch illende on derdelen de
afdichtingen gebruiken die worden geleverd in de reserveset. De afd ichting gebruikt tijdens
de verb inding moeten stee ds worden go edgekeurd vo or gebr uik in gasverb indingen.
Gebruik geen loodgieterafdichtingen voor gasverbindingen.
Vergeet niet d at dit appar aat is voorber eid voor een aansluiting op d e gasverbinding in het
land waarvoor het werd ge produceerd. He t bela ngrijkste lan d van b estemming wordt
gemarkeerd op het ac hterdeksel v an het app araat. Als je h et in een and er la nd moet
gebruiken, kunnen alle verbindingen aangetoond in de onderstaande afbeelding vereist zijn.
In een dergelijke situatie moet u contact opnemen met de lokale autoriteiten om de correcte
gasverbinding te weten te komen.
Afbeelding 6
U moet de geautoriseerde dienst inroepen om de gasverbinding correct te installeren in
conformiteit met de veiligheidsnormen.
WAARSCHUWING: gebruik geen naakte vlam zoals een kaars om een gaslek op te
sporen.
12
Downloaded from www.vandenborre.be
10
BROWN
YELLOW+GREEN
blauw
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
3.4. Elektrische aansluiting en veiligheid
Volg de instructies vermeld in de handleiding voor de elektrische verbinding.
De aardleiding moet verbonden worden met het aardingseinde.
U moet er voor zorgen dat het netsnoer met geschikte isolatie wordt aangesloten op
de voeding tijdens de aansluiting van de kabel. Indien er geen gepaste aarding is
volgens de voorschriften van de plaats waar het toestel is geïnstalleerd, contacteer
dan onmiddellijk uw gekwalificeerde elektricien. De geaarde elektrische uitlaat moet
voorzien zijn van een schakelaar met minimum 3mm luchtopening tussen alle
actieve contacten en moet steeds toegankelijk zijn.
De voedingskabel mag geen warm oppervlak van het product raken.
Indien het snoer beschadigd is, moet u contact opnemen met de Geautoriseerde dienst
om het snoer te vervangen.
Iedere verkeerde elektrische verbinding kan uw apparaat beschadigen, en ook
uw veiligheid in het gevaar brengen, waardoor uw garantie nietig wordt
verklaard.
Het apparaat wordt ingesteld op 230V 50Hz elektriciteit. Als de elektriciteittoevoer van
het netwerk verschilt van deze waarde moet u onmiddellijk contact opnemen met onze
erkende dienst.
L
N
Afbeelding 7
Het netsnoer moet uit de buurt worden gehouden van de hete onderdelen van het
apparaat. Zo niet kan het snoer worden beschadigd en dit kan kortsluitingen
veroorzaken.
De fabrikant verklaart dat hij iedere aansprakelijkheid afwijst met betrekking tot letsels
of schade en verlies die worden veroorzaakt door incorrecte aansluitingen uitgevoerd
door niet-geautoriseerde personen.
13
BRUIN
GEEL+GROEN
Downloaded from www.vandenborre.be
11
MARRON –
(PHASE)
BLEU –
NEUTRE
Afbeelding 8
3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
3.5. Elektrische aansluiting (ENKEL VK)
Lees de volgende informatie voor uw veiligheid:
WAARSCHUWING: Dit toestel moet worden geaard.
Het apparaat moet worden aangesloten op een 240 Volt 50 Hz AC voeding via een
stekker met drie polen, correct geaard en beveiligd met een 3 amp zekering in de
stekkering.
Het apparaat wordt geleverd met ee n 13 amp 3-polige stekker voorzien van e en 3 amp
zekering. Indien de zekering moet worden vervangen, moet ze worden vervangen door
een zekering met 3 amp die is goedgekeurd door BS1362.
De stekker bevat een ver wijderbaar ze keringdeksel dat opnieuw moet worden
aangebracht wanneer d e zek ering wordt ve rvangen. Als h et zekerin gdeksel verl oren
gaat of wordt beschadigd, mag de zekering niet worden gebruikt voor een vervangend
deksel wordt gemonteerd. A ls de stekker n iet geschikt is voor de stekke r uitl aat bij u
thuis, of indi en die werd verwijderd om een of andere reden, moet de zek ering worden
verwijderd en de uitsch akelstekker moet o p een ve ilige manier worden verwijderd om
het risico op elektrische schokken te voorkomen.
Er bestaat een gevaar op elektrische schokken als de afsluitklep wordt ingevoegd in een
13 amp contactuitlaat.
BELANGRIJK: Een 13 amp stekker bedraden
De bedrading in de algemene stroomkabel van
dit apparaat is gekleurd volgens deze code :
Groen en geel - Aarding
Blauw - Neutraal
Bruin – Onder spanning
Indien d eze kl euren ni et ove reenstemmen met de mark eringen d ie de terminals in uw
contactstop identificeren, gaat u als volgt te werk : De groe ne en gele draad moet worden
verbonden met de terminal in de stekker die met de letter E wordt gemarkeerd, of met het
aardingsymbool of de gekleurde groene en gele symbool. De blauwe draad moet worden
aangesloten o p de met N gemarke erde terminal. De bruin e draa d moet worden
aangesloten op de met L gemarkeerde terminal.
3.6. Algemene waarschuwingen en maatregelen
Uw apparaat werd geproduceerd conform de toepasselijke lokale en internationale
normen en reglementeringen.
De onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door geautoriseerd
onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. Installaties en reparaties zonder naleving van
de onderstaande correcte kennis van zaken kan gevaren inhouden.
14
FUSIBLE
3 Amp
Collier de cordon
VERT-JAUNE
TERRE
Downloaded from www.vandenborre.be
GASCONVERSIE
DE GASVERBINDING WIJZIGEN
De installatie van het gasapparaat op aardgas of LPG-gas
moet worden uitgev oerd door ee n g as gere gistreerde
installateur. Ingenieurs m oeten d e voorz ieningen v an de
praktijkcode v an d e rel evante Britse nor men, het gas
veiligheidsreglement en d e bouwnormen (Schotland)
(Consolidatie) reglementeringen strikt nal even die werden
uitgevaardigd do or h et Schotse Departement v oor
Ontwikkeling.
De gasbranders passen zich aan op verschillende types
gas door de overeenstemmende injectoren te vervangen
op gas bij gebruik. Het is daarom noodzakelijk:
De gastoevoer en elektrische stroom af te snijden.
De losse branderonderdelen te verwijderen.
De injectoren los te schroeven.
Vervang de injector met diegene die overeenstemt met het
type gas dat zal worden gebruikt, volgens de informatie op
de transformatielijst.
VERVANGING VAN DE INJECTOREN
Dit toestel wordt gefabriceerd voor conversie naar LPG. Neem contact op met de winkel
waar u dit apparaat hebt gekocht om een LPG-conversiekit te kopen. De diameter wordt
gemarkeerd op de injector.
Selecteer de injectoren die u wilt vervangen op basis van de “Tabel voor de selectie van de
injectoren. De injectoren vervangen: Verwijder de steunen en branderonderdelen van de kookplaat.
Gebruik een tang om de injector uit de behuizing te verwijderen en vervang hem met het correcte
vervangstuk naargelang het type gas (zie de “Injectortabel”).
De suddervlampositie aanpassen
Voor de suddervlampositie moet de bypass schroef worden losgedraaid. Bij de conversie van
LPG naar NG moet dezelfde schroef worden aangedraaid.
Verzeker u ervan dat het toestel uitgeschakeld is en dat de gastoevoer open is.
Steek de branders aan en laat hen in een minimum positie staan.
Verwijder de knoppen en rubberen afdichtingen omdat de schroeven enkel toegankelijk
zijn wanneer de knoppen en de afdichtingen zijn verwijderd.
Deze procedure moet worden herhaald voor ieder van de kleppen.
15
Downloaded from www.vandenborre.be
Maak de overbruggingsschroef 90° losser of vaster behulp van een kleine schroevendraaier,
dit laat de vlam van de brander tot een minimum komen.
Wanneer de vlam een omvang heeft van 4 mm, dan is het gas goed verdeeld. Zorg ervoor dat de
vlam niet uitdooft tijdens de overgang van de maximum op minimum stand. Aan het einde van de
afregeling vervangt u de rubberen afdichting en u vervangt de knop.
16
Downloaded from www.vandenborre.be
14
4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT
4.1 Gebruik van gasbranders
Ontsteking van de branders
Om de knop te bepalen waarmee iedere brander wordt bediend, kunt u het symbool
controleren boven de knop.
Handmatige ontsteking
Als uw apparaat niet is uitgerust met een ontstekingsmiddel, of indien er een fout is
in het elektrisch netwerk, kunt u de onderstaande procedures volgen:
Om een van de branders te ontsteken, drukt u deze knop in en u draait hem tegen de
wijzer van de klok in tot de knop in de max. positie staat. Daarna kunt u een lucifer, lont of
een ander handmatig hulpmiddel gebruiken. Verwijder de ontstekingsbron zodra u een
stabiele vlam ziet.
Ontsteking via bougieknop: Druk de klep van de brander in die u wilt bedienen en
draai de klep tegen de wijzer van de klok zodat de knop in de max. positie staat. Druk de
ontstekingsknop gelijktijdig in met de andere hand. Druk de ontstekingsknop onmiddellijk
in. Als u namelijk wacht, kan het gas ophopen en dit kan een grote vlam veroorzaken. Blijf
de knop indrukken tot u een stabiele vlam ziet op de brander.
Vlam veiligheidsmechanisme:
Kookplaat branders
Kookplaten die zijn uitgerust met vlam beveiligingsmechanismen bieden een bijkomende
veiligheid indien de vlam per ongeluk uitdooft. Indien een dergelijke situatie zich voordoet,
zal het apparaat de gaskanalen van de branders blokkeren en de opbouw van onderbrand
gas voorkomen. Wacht 90 seconden voor u de uitgeschakelde gasbrander opnieuw
inschakelt.
17
Downloaded from www.vandenborre.be
15
4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT
Bediening van de branders
De knop heeft 3 standen: Uit (0), max (grote vlamsymbool) en min (kleine vlamsymbool).
Na het o ntsteken van de br ander i n de ma x. pos itie: U k unt de vl amgrootte aa npassen
tussen max. en min. standen. Bedien de branders niet als de knop tussen de max. en uit
positie staat.
Voer ee n visu ele co ntrole u it van de vlam na de o ntsteking. Als u een gele tip ziet, een
getilde of onstabiele vlam, draait u de gast oevoer uit en u controleert de montage van de
branderdoppen en kro nen. Controleer ook of er ge en vloeistof in d e bran der cu ps is
gestroomd. Als de branders per ongeluk uitgaan, schakelt u de branders uit, u ventileert de
keuken met v erse lucht en u m ag niet opnieuw proberen ontstek en g edurende 90
seconden.
Als u de brander uitschakelt, draait u de brander met de wijzers van de klok zodat de
knop de "0" stand aanwijst.
Uw ko okplaat is v oorzien van bra nders van versch illende afm etingen. De me est
economische wijze om gas t e gebr uiken is de gas brander te selectere n met de corre cte
afmeting voor uw braadpan en de vl am op een minimum te dra aien zodra het ko okpunt is
bereikt. Het wordt aanbevolen de pan steeds af te dekken.
Voor een optimale prestatie van de hoofdbranders moet u potten en pannen gebruiken met
de volgende diameters van de vlakke bodems. Het gebruik van kleinere potten en pannen
dan de hieronder vermelde minimum afmetingen leidt tot energieverlies.
Snelle Brander: 22-26cm
Gemiddelde brander: 14-22cm
Secundaire brander: 12-18cm
PANTYPES
Let erop pannen met correcte afmetingen te gebruiken. Gebruik geen te kleine of te grote
pannen voor de gebruikte kookzone. Zorg ervoor dat de bodems van de pannen vlak zijn
(niet afgerond) en stabiel op de kookzone staan. Zie onderstaand schema.
verbeter vals verbeter
Wanneer u de branders gedurende een lange periode niet gebruikt, moet u de
gastoevoerklep steeds uitschakelen.
18
Downloaded from www.vandenborre.be
16
4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT
WAARSCHUWING:
Gebruik enkel vlakke pannen met een voldoende dikke basis.
Zorg ervoor dat de basis van de pan droog is voor u ze op de branders plaatst.
De temperatuur van toegankelijke onderdelen kan hoog zijn wanneer het apparaat in
gebruik is. Het is dus heel belangrijk kinderen en dieren uit de buurt van de branders
te houden tijdens en na het koken.
Na gebruik blijven de branders heel warm gedurende een lange periode. Raak ze
niet aan en plaats geen enkel voorwerp op de brander.
Plaats nooit messen, vorken, lepels en deksels op de branders want ze kunnen heel
heet worden en ernstige brandwonden veroorzaken.
VLAMBEVEILIGING (FFD)
Dit toestel wordt aangebracht met een vlamdefect beveiliging die de gastoevoer naar de
brander afsnijdt indien de vlam om de een of andere reden uitdooft. Het gas wordt
afgesneden binnen 90 seconden na het uitdoven van de vlam.
Als de vlam beveiliging werkt, kan de brander onmiddellijk opnieuw worden ontstoken.
Als de vlam wordt uitgedoofd door het morsen van vloeistof of eetwaren moet u de brander
schoonmaken voor u hem opnieuw probeert te ontsteken.
19
Downloaded from www.vandenborre.be
17
5. Deel: SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
5.1 Schoonmaken
Maak dat alle bedieningsknoppen uitgeschakeld zijn en dat uw toestel afgekoeld is
alvorens uw oven te reinigen. Schakel het apparaat uit. Kijk na of de
schoonmaakproducten die u gaat gebruiken aanbevolen zijn door de fabrikant alvorens de
schoonmaakproducten te gebruiken. Gebruik geen bijtende emulsies, schurende
schoonmaakmiddelen, staalwol of harde werktuigen want deze kunnen de oppervlakken
beschadigen. In geval dat overgelopen vloeistoffen verbranden, kunnen ze het email van
uw oven beschadigen. Reinig overgelopen vloeistoffen onmiddellijk.
Uw kookplaat schoonmaken
Til de pansteunen, doppen of kronen van de branders.
Veeg en maak de achterzijde met een vod gedrenkt in zeepsop schoon.
Was de doppen en kronen van de branders af en spoel ze af. Laat ze niet nat
liggen. Droog ze onmiddellijk af met een papieren doek.
Na de schoonmaak moet u controleren dat de hermontage van de onderdelen correct
gebeurt.
Maak geen enkel onderdeel van de kookplaat schoon met een metalen spons. Het
veroorzaakt krassen op het oppervlak.
De bovenzijden van de pansteun kan krassen oplopen na verloop van tijd door het
gebruik. Deze onderdelen verroesten niet en dit is geen productiefout.
Tijdens de schoonmaak van de kookplaat moet u ervoor zorgen dat geen water op de
brander cups spat want dit kan de injectoren blokkeren.
Branderdoppen:
De email pansteunen, deksels, koppen moeten regelmatig worden gewassen met een
warm zeepsopje, afgespoeld en gedroogd. Nadat u ze grondig hebt gedroogd, moet u ze
opnieuw correct aanbrengen.
Email onderdelen:
Om ze nieuw te houden, moet u ze regelmatig schoonmaken met een lauw zeepsopje en
daarna afdrogen met een doek. Was ze niet als ze nog warm zijn en gebruik nooit
schurende poeders of schoonmaakmiddelen. Laat geen azijn, koffie, melk, zout, water,
citroen of tomatensap langdurig in contact met de email onderdelen.
20
Downloaded from www.vandenborre.be
18
5. Deel: SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
Roestvrij staal:
Roestvrij stal en o nderdelen moeten reg elmatig worden schoongemaakt met ee n l auw
zeepsopje en een zac hte sp ons. Droo g da arna met e en zachte do ek. Gebruik ge en
schurende p oeders of sc hoonmaakmiddelen. La at ge en azijn, k offie, m elk, zo ut, water,
citroen of tomatensap langdurig in contact met de roestvrij stalen onderdelen.
5.2: Onderhoud
U moet de gasaansluiting regelmatig controleren. Zelfs bij de kleinste anomalie in de
leiding moet u de technische dienst inlichten en deze laten vervangen. We raden aan de
onderdelen van de gasverbinding een maal per jaar te vervangen. Als u een anomalie
ondervindt tijdens de bediening van de schakelaars van de kookplaat en de oven moet u
contact opnemen met de erkende dienst.
21
Downloaded from www.vandenborre.be
19
6. Deel: DIENST EN TRANSPORT
6.1 Basis probleemoplossen voor u contact opneemt met de onderhoudsdienst
Indien de elektrische ontsteking niet werkt:
De kookplaat kan uitgeschakeld zijn, er was een black-out.
De kookplaat branders werken niet correct:
Controleer of de branderonderdelen correct werden gemonteerd (in het bijzonder na de
schoonmaak).
De gastoevoerdruk kan te laag/hoog zijn. Voor apparaten met LPG-flessen is het
mogelijk dat de LPG-cilinder op gebruikt kan zijn.
Behalve deze regels, als u nog steeds problemen ondervindt met het product,
kunt u contact opnemen met de “Geautoriseerde dienst”.
22
Downloaded from www.vandenborre.be
Als er iets niet werkt
Als er iets met uw toes tel is wat u niet begrijpt en u woont in het VK,
kunt u met ons contact opnemen tijdens de n ormale werkuren op:
0844 8009595. Als u onderhoud vereist, kunt u het nu mmer bellen op
uw ontvangstbewijs.
Oproepen worden aan standaardtarief gerekend.
Wij bieden onze excuses aan voor eventuele kleine inconsistenties in
deze instructie, die het resultaat zijn van productverbetering en
ontwikkeling.
Kesa U.K HU1 3AU 10/06/2010
52032538 06/10 R000

Documenttranscriptie

nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w be carried out by a gas 15 nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w 16 nl ow D d de oa m fro CE verklaring van overeenstemming Deze kookplaat werd uitsluitend ontworpen voor het koken. Ieder ander gebruik (zoals het opwarmen van een ruimte) is incorrect en gevaarlijk. Deze kookplaat werd ontworpen, gebouwd en gecommercialiseerd in conformiteit met: • Veiligheidsvereisten • • • • • • van de "Gas" richtlijn 142/2009/EC; Veiligheidsvereisten van de "Lage spanning" richtlijn 2006/95/EC; Veiligheidsvereisten van de "EMC" richtlijn 2004/108/EC; Vereisten van de richtlijn 93/68/EC. e .b Voor u het apparaat in gebruik neemt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Ze bevat basisinformatie voor een correcte en veilige installatie, het onderhoud en het gebruik. Neem contact op met de dichtstbijzijnde gekwalificeerde installateur voor de installatie van uw product. re Deze handleiding wordt geleverd om u te helpen bij het gebruik van uw apparaat dat werd gefabriceerd met de meest recente technologie voor een optimale efficiëntie. or nb de an .v w w w Beste klant, nl ow D d de oa INHOUDSOPGAVE: m e .b re or nb de an .v w w w 2 fro 1. Deel: VOORSTELLING EN AFMETINGEN VAN HET PRODUCT 2. Deel: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK 3.1 Locatie van uw ingebouwde kookplaat 3.2 Verbrande gassen verwijderen van de omgeving 3.3 gasaansluiting 3.4 Elektrische aansluiting en veiligheid 3.5 Elektrische aansluiting (ENKEL VK) 3.6 Algemene waarschuwingen en maatregelen 3.7 Gas conversies 4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT 4.1 Gebruik van gasbranders 4.2 Gebruik van de warme platen 5. Deel: SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD 5.1 Reinigen 5.2 Handhaving 6. Deel: HELPLIJN EN VERWIJDERING nl ow D 1. Deel: VOORSTELLING EN AFMETINGEN VAN HET PRODUCT d de oa Voorstelling: m fro 1 4 5 6 Onderdelenlijst: 1- Gemiddelde brander 52- Gemiddelde brander 3- Bedieningsknop 4- Hulpbrander Elektrische ontstekingsknop voor gasbranders 6- Snelle Brander * Uw kookplaat kan er anders uitzien dan het hierboven weergegeven model omwille van de configuraties. 3 e .b re or nb de an .v w w w 2 3 nl ow D 2. Deel: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES d de oa e .b re or nb de an .v w w 4 w TIPS VOOR DE GEBRUIKER Tijdens en na het gebruik van de kookplaat kunnen bepaalde onderdelen uiterst heet worden. Raak de hete onderdelen niet aan. Houd kinderen uit de b uurt van de kookplaat wanneer ze in gebruik is. N a ieder gebruik moet u er v oor zorge n dat de kno ppen i n de u it positi e staan e n d e g astoevoerklep sluiten. Wanneer het apparaat niet in gebruik is, wordt het aanger aden de gaskraan gesloten te ho uden. De per iodieke smerin g van de gaskranen mo et worden uitg evoerd door g ekwalificeerd p ersoneel. Indien u mo eilijkheden on dervindt tijde ns de bedi ening van de gaskranen mo et u contact opnemen m et d e Onder houdsdienst. Vo or u schoonmaak- of onder houdswerken uitvoer t, m oet u de elektricit eit afsluite n van d e kookplaat. Brandrisico! Laat geen ontvlambaar materiaal op de kookplaat. Zorg ervoor dat de elektrische kabels van andere apparaten in de nabijheid niet in contact kunnen komen met de kookplaat. m fro Nadat u het apparaat uit de verpakking hebt verwijderd, moet u controleren dat het niet beschadigd is. Bij twijfel mag u het apparaat niet gebruiken en moet u uw leverancier of een professioneel gekwalificeerde technicus raadplegen. De verpakking (bijv. plastic zakken, po lystyreen sch uim, nage ls, verp akkingstroken, etc.) mogen niet worden achtergelaten bin nen h et bere ik v an kind eren want d it kan ernstige l etsels veroorzaken. Het verpakkingsmateriaal is recycleerbaar en wordt gemarkeerd met het recyclagesymbool. DIT APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALEERD DOOR EEN GAS GEREGISTREERDE INSTALLATEUR; OOK MOET DE HULP VAN EEN GEKWALIFICEERDE ELEKTRICIEN WORDEN INGEROEPEN ALS EEN AANSLUITING OP HET ELEKTRISCH NET VEREIST IS. Probeer de technische eigenschappen van het apparaat niet te wijzigen want dit kan risico's veroorzaken tijdens het gebruik. Het apparaat is ontworpen voor niet-professioneel gebruik door privépersonen in gemeenschappelijke woonplaatsen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsels veroorzaakt door een onredelijk, incorrect of onbezonnen gebruik van het apparaat. Indien u zou besluiten het apparaat niet te gebruiken (of indien u een ouder model wilt vervangen), moet u, voor u het weggooit, het apparaat op correcte wijze inoperationeel maken conform de lokale wetgeving. Indien u een oud apparaat weggooit met een slot of grendel op de deur moet u dit onbruikbaar maken om te vermijden dat kinderen gekneld kunnen raken tijdens het spelen. Het apparaat moet worden geïnstalleerd en de gas/elektrische aansluitingen uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus conform de lokale geldige wetgeving en de instructies van de fabrikant. nl ow D 2. Deel: BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES d de oa m fro BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN EN AANBEVELINGEN VOOR GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATEN Het gebruik van een elektrisch apparaat veronderstelt de noodzaak een reeks fundamentele regels na te leven. Het apparaat nooit aanraken met natte handen of voeten. bedien het apparaat niet met natte handen of voeten of op blote voeten; kinderen of mindervaliden mogen het apparaat niet gebruiken zonder uw toezicht. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsels veroorzaakt door een onredelijk, incorrect of onbezonnen gebruik van het apparaat. Het gebruik van een gasfornuis veroorzaakt warmte- en vochtigheid in de kamer waar het geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd is: houd de natuurlijke ventilatieopeningen open of installeer een mechanisch ventilatietoestel (mechanische ventilator). Langdurig intensief gebruik van het toestel kan bijkomende ventilatie vereisen, bijvoorbeeld door het openen van een raam of meer efficiënte ventilatie; het niveau van de mechanische ventilatie verhogen) Bewaar geen ontvlambare materialen in de buurt van het toestel. Let op de kabels van elektrische apparaten die in werking zijn dicht bij het apparaat zodat u de warme punten niet aanraakt. Let erop dat de schakelaars op “0” staan wanneer het toestel niet in werking is. Deze handleiding is bereid voor meer dan een model. Het is mogelijk dat uw kookplaat bepaalde functies niet bevat die in de handleiding beschreven worden. Let op de uitdrukkingen met afbeeldingen tijdens het lezen van de handleiding. Houd kinderen steeds uit de buurt van de kookplaat. e .b re or nb de an .v w 5 w VOOR DE EFFICIENTIE EN VEILIGHEID VAN HET APPARAAT RADEN WE AAN DAT U STEEDS DE ORIGINELE DELEN GEBRUIKT EN DAT U UITSLUITEND BEROEP DOET OP ONZE ERKENDE TECHNICI IN GEVAL VAN NOOD. w Tijdens het gebruik wordt het toestel heet. Let er bijzonder op geen hete onderdelen aan te raken. Gebruik geen stoomreinigers om de kookplaat schoon te maken. Het toestel mag niet worden gebruikt door kinderen of personen met verminderde fysieke, gevoelsmatige of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zijn onder toezicht staan of instructies krijgen. nl ow D 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK d de oa 3.1. Locatie van uw ingebouwde kookplaat e .b re or nb de an .v w 750 mm afstand tussen kasten, laden of extractie toestellen boven de kookplaat. w • w 150 mm van de rand van het kooktoestel met ontbrandbaar materiaal zoals behangpapier of gordijnen. m • fro Creëer ruimte om uw kookplaat te installeren, volg de afmetingen vermeld in Afbeelding 1. Aanpalende wanden Ontbrandbaar materiaal Niet-ontbrandbaar materiaal A[mm] 60 25 B[mm] 150 40 Afbeelding 1 BELANGRIJK: Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in naleving van de installatie instructies van de fabrikant, de lokale bouwreglementering, gasautoriteit wetgeving en elektrische bedradinginstructies door een gas gekwalificeerde installateur die ook een gekwalificeerd elektricien is. 6 nl ow D 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK d de oa Bevestiging van de installatiebeugels Iedere kookplaat is voorzien van een installatiekit met beugels en schroeven voor de bevestiging van de plaats op de werkruimte. 25mm t t>> 25mm t A B e .b re De kookplaat bevestigen C Verspreid het afdichtingsmateriaal “C” rond de opening in de werkplaat, waarbij u er moet op toezien dat de verbindingen overlappen aan de hoeken. SECTION A XSEC0002-XSEC0002 • Voer de kookplaat in de opening en positioneer ze correct. (Figuur 1) • Regel de positie van de beugels “A” bij en schroef de “B” schroeven aan om de brander stevig op zijn plaats aan te brengen (Afb. 2-4) • Verwijder het overtollige afdichtingsmateriaal zorgvuldig van rond de brander. B A Afbeelding 4 B Installatie in keukenkast met deur (Afbeelding 5) De afstand tussen de onderzijde van de brander en de kast moet minimum 60mm zijn. Als dit niet mogelijk is, raden we aan een hittebestendige plaat wordt aangebracht onder de brander. Speling Deur Ruimte voor connectoren Afbeelding 5 7 25mm tt<< 25mm t • or nb de an .v w XSEC0001-XSEC0001 w w Draai de kookplaat onderste boven en bevestig de beugels “A" die kunnen worden aangesloten op de kookplaat in twee verschillende posities afhankelijk van de dikte van de werkruimte zoals weergegeven in afbeeldingen 2 tot 4 op de geschikte schroefopeningen, zonder de schroeven “B” momenteel aan te draaien. SECTION m • fro • nl ow D 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK d de oa 3.2. Verbrande gassen verwijderen van de omgeving m fro Voor kookapparaten die op gas werken, moet u de verbrande gas afvalproducten rechtstreeks naar buiten of via kooktoestel ventilatie verwijderen die verbonden zijn met de schouw die uitgeeft op de buitenzijde. Als het onmogelijk blijkt een dergelijke kast te installeren, moet een elektrische ventilator aangebracht worden in het venster of de muur die naar buiten uitgeeft. Deze elektrische ventilator moet krachtig genoeg zijn om de lucht van de keukenomgeving te verversen aan een volume van 4-5 maal het eigen volume aan lucht/uur. De punten die moeten worden gecontroleerd tijdens de montage van de flexibele buis De buis mag niet in contact komen met zones die opwarmen tot temperaturen van meer dan 50°C. De buis mag niet worden doorboord, vastgeklemd of opgevouwd. De buis mag niet in aanraking komen met scherpe hoeken, bewegende objecten en ze mag op geen enkele wijze worden beschadigd. Voor de montage moet u controleren op schade. Wanneer de gas wordt ingeschakeld, moeten alle verbindingen en slangen met een zeepsopje worden gecontroleerd op gaslekken. 8 e .b Als de gasverbinding wordt uitgevoerd via een flexibele buis die wordt aangebracht op de gasinlaat van het apparaat moet ze ook worden bevestigd op een buiskraag. Verbind uw apparaat met een korte en duurzame buis die zo dicht mogelijk bij de gasbron wordt aangebracht. De maximum toegelaten lengte van de buis is 1,5m. De buis die gas aanvoert naar het apparaat moet een maal per jaar vervangen worden uit veiligheidsoverwegingen. re De aansluiting van het apparaat moet worden uitgevoerd in conformiteit met de toepasselijke lokale en internationale normen en reglementering. U vindt de informatie met betrekking tot het juiste gastype en gepaste gasinjectoren terug op de technische gegevenstabel. Als de druk van het gebruikte gas verschilt van de vermelde waarden of als de druk onstabiel is in uw zone moet u een drukregelaar installeren op de gasinlaat. Een gekwalificeerde onderhoudstechnicus moet worden geraadpleegd om deze aanpassingen uit te voeren. or nb de an .v w 3.3. gasaansluiting w Zorg ervoor niet te installeren in de buurt van de koelkast. Er mag geen ontvlambaar materiaal zoals gordijnen of stof aanwezig zijn dat snel kan branden. De meubelstukken dicht bij de oven moeten vervaardigd zijn uit materiaal dat bestand is tegen temperaturen van tot 80°C. De minimum hoogten van de pan van de oven en muurkasten en kookdekplaten met ventilator boven de oven, zoals hierboven weergegeven. De kap van het kooktoestel moet dus op minimum 650mm hoogte van de kookpan worden geplaatst. Als er geen kap is, mag deze hoogte niet minder zijn dan 750mm. w Er is een aantal aspecten dat niet over het hoofd mag worden gezien tijdens de installatie van de oven. Let goed op tijdens de installatie van uw oven. Volg onze instructies om problemen en/of gevaarlijke situaties te vermijden die later kunnen optreden. nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK GASVERBINDING De installatie van de gaskookplaat op aardgas of LPG-gas moet worden uitgevoerd door een gas geregistreerde installateur. Installateurs moeten de voorzieningen van de praktijkcode van de relevante Britse normen, het gas veiligheidsreglement en de bouwnormen (Schotland) (Consolidatie) reglementeringen strikt naleven die werden uitgevaardigd door het Schotse Departement voor Ontwikkeling. De kookplaat wordt geleverd met een elleboogverbinding zoals in afbeelding 5.1 en wordt aangepast om te werken met stadsgas. INSTALLATIE OP AARDGAS De installatie op aardgas moet conform zijn met de Praktijkcode, etc. De toevoerdruk van aardgas is 20 mbar. OPGELET!!! Gebruik geen naakte vlam, zoals een lucifer, om een gaslek te zoeken omwille van het ontploffingsgevaar. 1/2" BSP annelijk AFB 6 9 nl ow D d de oa m fro BELANGRIJK • 7 Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gereguleerd en aangepast zodat het kan werken met andere types gas door een GEKWALIFICEERDE INSTALLATEUR. Het niet naleven van deze voorwaarde maakt deze garantie nietig. De kookplaat mag enkel worden geïnstalleerd door een Gasgeregistreerde installateur. Het toestel moet worden geïnstalleerd conform met de geldige regelgeving. De installateurs moeten de huidige wetgeving naleven met betrekking tot ventilatie en de verwijdering van uitlaatgassen. Steeds de stekker van het toestel verwijderen voor u onderhoudswerken of reparaties uitvoert. Het toestel moet in warmtebestendige eenheden worden geplaatst. Deze tippen moeten in de keukenkasten worden ingebouwd van 600mm diep. De wanden van de eenheid mogen niet hoger zijn dan het werkblad en moeten bestand zijn tegen temperaturen van 75°C boven kamertemperatuur. Installeer het toestel niet dicht bij ontvlambare materialen (bijv. gordijnen). Luchtinvoerged eelte min 100cm² Luchtinvoergede elte min 100cm² Afbeelding 1 Afbeelding 2 VENTILATIEVEREISTEN Het apparaat moet worden geïnstalleerd in een kamer of ruimte met een luchttoevoer in conformiteit met BS 5440-2:2000. 3 2 Voor kamers met een volume van minder dan 5m – permanente ventilatie van 100 cm vrije zone is vereist. 3 3 2 Voor kamers met een volume van 5m en 10m is een permanente ventilatie van 50cm vrije zone vereist, tenzij de kamer voorzien is van een deur die rechtstreeks uitgeeft op de buitenlucht. In dit geval is geen permanente ventilatie vereist. 3 Voor kamers met een volume dat hoger is dan 10m is geen permanente ventilatie vereist. NB. Ongeacht de grootte van de kamer, alle kamers waarin het apparaat wordt geplaatst moeten direct uitgeven op de buitenlucht via een open venster of equivalent. Indien er andere toestellen aanwezig zijn in dezelfde kamer die brandstoffen verbranden, moet BS 5440-2:2000 worden geraadpleegd om de correcte hoeveelheid vast te stellen voor de vrije zone ventilatievereisten. De bovenstaande vereisten bieden de mogelijkheid een gasoven en grill te gebruiken indien er andere gasbrandende toestellen aanwezig zijn in dezelfde kamer, raadpleeg een gekwalificeerde ingenieur. 5 10 e .b re or nb de an .v w w w DEEL 3: INSTALLATIE EN VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK nl ow D d de oa m fro Kookfornuiskap pijp Ventilateur électrique Luchtinvoergedeelt e min 100cm² Luchtinvoergedeel te min 100cm² Afbeelding 3 Afbeelding 4 Min. 60 cm. Min. 42 cm. Min.65 cm. (met deksel) Min. 42 cm. Kookfornuiskap Afbeelding 5 11 e .b Dit apparaat wordt uitsluitend geleverd voor gebruik met AARDGAS en het mag niet worden gebruikt met ander gas zonder wijzigingen. Dit apparaat wordt gefabriceerd voor conversie naar LPG. Om een LPG conversiekit aan te kopen, kunt u contact opnemen op het nummer 0870 6052020. INSTALLATIE & DIENSTREGELINGEN (VERENIGD KONINKRIJK) Alle gasapparaten moeten bij wet door een bevoegd persoon wordt geïnstalleerd & onderhouden conform de huidige uitgaven van de volgende normen & reglementeringen of de geschikte reglementeringen voor de geografische regio waarin ze worden geïnstalleerd. • Gasveiligheid (Installatie & gebruik) regelgeving • Bouwregelgeving • Britse normen • Reglementeringen voor elektrische installaties De i nstallatie en on derhoud v an e en gasproduct moet en worden u itgevoerd do or e en gekwalificeerd perso on m et kenn is va n h et t ype pr oduct dat wordt g eïnstalleerd o f onderhouden en die h ouder is va n een ge ldig certifi caat met betrekking tot d e uitgevoerde werkzaamheden. Op dit moment is h et bek waamheidsbewijs het Geaccrediteerde certificatieschema (ACS) of S/NVQ dat werd uitgelijnd met het ACS. Het is ook een vereiste dat alle bedrijven of zelfstandige installateurs lid zijn van een klasse van personen die werd goedgekeurd door de Gezondheid en veiligheid uitvoerend orgaan. Momenteel is het enige orgaan met een dergelijke goedkeuring het GAS SAFE register. Het incorrect installeren van het toestel kan de garantie van de fabrikant nietig verklaren en resulteren in een gerechtelijke vervolging onder de bovenvermelde regelgeving. re or nb de an .v w w w GASINSTALLATIE BELANGRIJKE NOTA nl ow D d de oa m fro Gebruik geen naakte vlammen om te controleren op gaslekken. Alle metalen onderdelen die worden gebruikt voor de gasverbinding moeten vrij zijn van roest. Controleer ook de vervaldata van de gebruikte componenten. Afbeelding 6 U moet de geautoriseerde dienst inroepen om de gasverbinding correct te installeren in conformiteit met de veiligheidsnormen. WAARSCHUWING: gebruik geen naakte vlam zoals een kaars om een gaslek op te sporen. 9 12 e .b Vergeet niet d at dit appar aat is voorber eid voor een aansluiting op d e gasverbinding in het land waarvoor het werd ge produceerd. He t bela ngrijkste lan d van b estemming wordt gemarkeerd op het ac hterdeksel v an het app araat. Als je h et in een and er la nd moet gebruiken, kunnen alle verbindingen aangetoond in de onderstaande afbeelding vereist zijn. In een dergelijke situatie moet u contact opnemen met de lokale autoriteiten om de correcte gasverbinding te weten te komen. re Tijdens het aanleggen van de verbindingen moet u de moer steeds vast op het verdeelstuk houden, terwijl u het andere deel draait. Gebruik tangen van de geschikte grootte voor een veilige ver binding. U moet voor all e op pervlakten tussen versch illende on derdelen de afdichtingen gebruiken die worden geleverd in de reserveset. De afd ichting gebruikt tijdens de verb inding moeten stee ds worden go edgekeurd vo or gebr uik in gasverb indingen. Gebruik geen loodgieterafdichtingen voor gasverbindingen. or nb de an .v w Om een vaste gasverbinding te monteren (gasverbinding met draden, bijv. een moer), kunt u verschi llende metho den toepassen i n verschil lende zones. De meeste al gemene onderdelen worden r eeds g eleverd m et u w apparaat. Al le andere onderdelen ku nnen a ls reserveonderdeel worden geleverd. w w De punten die moeten worden gecontroleerd tijdens de montage van de vaste gasverbinding nl ow D 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK d de oa 3.4. Elektrische aansluiting en veiligheid m fro Volg de instructies vermeld in de handleiding voor de elektrische verbinding. • Het apparaat wordt ingesteld op 230V 50Hz elektriciteit. Als de elektriciteittoevoer van het netwerk verschilt van deze waarde moet u onmiddellijk contact opnemen met onze erkende dienst. GEEL+GROEN YELLOW+GREEN L N blauw BRUIN BROWN Iedere verkeerde elektrische verbinding kan uw apparaat beschadigen, en ook uw veiligheid in het gevaar brengen, waardoor uw garantie nietig wordt verklaard. Afbeelding 7 • Het netsnoer moet uit de buurt worden gehouden van de hete onderdelen van het apparaat. Zo niet kan het snoer worden beschadigd en dit kan kortsluitingen veroorzaken. • De fabrikant verklaart dat hij iedere aansprakelijkheid afwijst met betrekking tot letsels of schade en verlies die worden veroorzaakt door incorrecte aansluitingen uitgevoerd door niet-geautoriseerde personen. 10 13 e .b • re • Indien het snoer beschadigd is, moet u contact opnemen met de Geautoriseerde dienst om het snoer te vervangen. or nb de an .v w De voedingskabel mag geen warm oppervlak van het product raken. w • w • De aardleiding moet verbonden worden met het aardingseinde. • U moet er voor zorgen dat het netsnoer met geschikte isolatie wordt aangesloten op de voeding tijdens de aansluiting van de kabel. Indien er geen gepaste aarding is volgens de voorschriften van de plaats waar het toestel is geïnstalleerd, contacteer dan onmiddellijk uw gekwalificeerde elektricien. De geaarde elektrische uitlaat moet voorzien zijn van een schakelaar met minimum 3mm luchtopening tussen alle actieve contacten en moet steeds toegankelijk zijn. nl ow D 3. Deel: INSTALLATIE EN VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK d de oa 3.5. Elektrische aansluiting (ENKEL VK) fro Lees de volgende informatie voor uw veiligheid: m WAARSCHUWING: Dit toestel moet worden geaard. • Het apparaat wordt geleverd met ee n 13 amp 3-polige stekker voorzien van e en 3 amp zekering. Indien de zekering moet worden vervangen, moet ze worden vervangen door een zekering met 3 amp die is goedgekeurd door BS1362. BELANGRIJK: Een 13 amp stekker bedraden VERT-JAUNE TERRE De bedrading in de algemene stroomkabel van dit apparaat is gekleurd volgens deze code : • Groen en geel - Aarding • Blauw - Neutraal • Bruin – Onder spanning MARRON – (PHASE) BLEU – NEUTRE FUSIBLE 3 Amp Collier de cordon Afbeelding 8 Indien d eze kl euren ni et ove reenstemmen met de mark eringen d ie de terminals in uw contactstop identificeren, gaat u als volgt te werk : De groe ne en gele draad moet worden verbonden met de terminal in de stekker die met de letter E wordt gemarkeerd, of met het aardingsymbool of de gekleurde groene en gele symbool. De blauwe draad moet worden aangesloten o p de met N gemarke erde terminal. De bruin e draa d moet worden aangesloten op de met L gemarkeerde terminal. 3.6. Algemene waarschuwingen en maatregelen • Uw apparaat werd geproduceerd conform de toepasselijke lokale en internationale normen en reglementeringen. • De onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door geautoriseerd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. Installaties en reparaties zonder naleving van de onderstaande correcte kennis van zaken kan gevaren inhouden. 14 11 e .b De stekker bevat een ver wijderbaar ze keringdeksel dat opnieuw moet worden aangebracht wanneer d e zek ering wordt ve rvangen. Als h et zekerin gdeksel verl oren gaat of wordt beschadigd, mag de zekering niet worden gebruikt voor een vervangend deksel wordt gemonteerd. A ls de stekker n iet g eschikt is voor de stekke r uitl aat bij u thuis, of indi en die werd verwijderd om een of andere reden, moet de zek ering worden verwijderd en de uitsch akelstekker moet o p een ve ilige m anier worden verwijderd om het risico op elektrische schokken te voorkomen. • Er bestaat een gevaar op elektrische schokken als de afsluitklep wordt ingevoegd in een 13 amp contactuitlaat. re • or nb de an .v w Het apparaat moet worden aangesloten op een 240 Volt 50 Hz AC voeding via een stekker met drie polen, correct geaard en beveiligd met een 3 amp zekering in de stekkering. w w • nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w GASCONVERSIE DE GASVERBINDING WIJZIGEN De installatie van het gasapparaat op aardgas of LPG-gas moet worden uitgev oerd door ee n g as gere gistreerde installateur. Ingenieurs m oeten d e voorz ieningen v an de praktijkcode v an d e rel evante Britse nor men, het gas veiligheidsreglement en d e bouwnormen (Schotland) (Consolidatie) reglementeringen strikt nal even die werden uitgevaardigd do or h et Schotse Departement v oor Ontwikkeling. De gasbranders passen zich aan op verschillende types gas door de overeenstemmende injectoren te vervangen op gas bij gebruik. Het is daarom noodzakelijk: • De gastoevoer en elektrische stroom af te snijden. • De losse branderonderdelen te verwijderen. • De injectoren los te schroeven. Vervang de injector met diegene die overeenstemt met het type gas dat zal worden gebruikt, volgens de informatie op de transformatielijst. VERVANGING VAN DE INJECTOREN Dit toestel wordt gefabriceerd voor conversie naar LPG. Neem contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht om een LPG-conversiekit te kopen. De diameter wordt gemarkeerd op de injector. Selecteer de injectoren die u wilt vervangen op basis van de “Tabel voor de selectie van de injectoren”. De injectoren vervangen: Verwijder de steunen en branderonderdelen van de kookplaat. Gebruik een tang om de injector uit de behuizing te verwijderen en vervang hem met het correcte vervangstuk naargelang het type gas (zie de “Injectortabel”). De suddervlampositie aanpassen Voor de suddervlampositie moet de bypass schroef worden losgedraaid. Bij de conversie van LPG naar NG moet dezelfde schroef worden aangedraaid. • Verzeker u ervan dat het toestel uitgeschakeld is en dat de gastoevoer open is. • Steek de branders aan en laat hen in een minimum positie staan. • Verwijder de knoppen en rubberen afdichtingen omdat de schroeven enkel toegankelijk zijn wanneer de knoppen en de afdichtingen zijn verwijderd. • Deze procedure moet worden herhaald voor ieder van de kleppen. 15 nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w • Maak de overbruggingsschroef 90° losser of vaster behulp van een kleine schroevendraaier, dit laat de vlam van de brander tot een minimum komen. Wanneer de vlam een omvang heeft van 4 mm, dan is het gas goed verdeeld. Zorg ervoor dat de vlam niet uitdooft tijdens de overgang van de maximum op minimum stand. Aan het einde van de afregeling vervangt u de rubberen afdichting en u vervangt de knop. 16 nl ow D 4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT d de oa 4.1 Gebruik van gasbranders fro m Ontsteking van de branders Als uw apparaat niet is uitgerust met een ontstekingsmiddel, of indien er een fout is in het elektrisch netwerk, kunt u de onderstaande procedures volgen: Vlam veiligheidsmechanisme: Kookplaat branders Kookplaten die zijn uitgerust met vlam beveiligingsmechanismen bieden een bijkomende veiligheid indien de vlam per ongeluk uitdooft. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, zal het apparaat de gaskanalen van de branders blokkeren en de opbouw van onderbrand gas voorkomen. Wacht 90 seconden voor u de uitgeschakelde gasbrander opnieuw inschakelt. 17 14 e .b Ontsteking via bougieknop: Druk de klep van de brander in die u wilt bedienen en • draai de klep tegen de wijzer van de klok zodat de knop in de max. positie staat. Druk de ontstekingsknop gelijktijdig in met de andere hand. Druk de ontstekingsknop onmiddellijk in. Als u namelijk wacht, kan het gas ophopen en dit kan een grote vlam veroorzaken. Blijf de knop indrukken tot u een stabiele vlam ziet op de brander. re Om een van de branders te ontsteken, drukt u deze knop in en u draait hem tegen de wijzer van de klok in tot de knop in de max. positie staat. Daarna kunt u een lucifer, lont of een ander handmatig hulpmiddel gebruiken. Verwijder de ontstekingsbron zodra u een stabiele vlam ziet. or nb de an .v w Handmatige ontsteking w • w Om de knop te bepalen waarmee iedere brander wordt bediend, kunt u het symbool controleren boven de knop. nl ow D 4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT d de oa Bediening van de branders m fro De knop heeft 3 standen: Uit (0), max (grote vlamsymbool) en min (kleine vlamsymbool). Na het o ntsteken van de br ander i n de ma x. pos itie: U k unt de vl amgrootte aa npassen tussen max. en min. standen. Bedien de branders niet als de knop tussen de max. en uit positie staat. PANTYPES Let erop pannen met correcte afmetingen te gebruiken. Gebruik geen te kleine of te grote pannen voor de gebruikte kookzone. Zorg ervoor dat de bodems van de pannen vlak zijn (niet afgerond) en stabiel op de kookzone staan. Zie onderstaand schema. verbeter vals verbeter Wanneer u de branders gedurende een lange periode niet gebruikt, moet u de gastoevoerklep steeds uitschakelen. 18 15 e .b Snelle Brander: 22-26cm Gemiddelde brander: 14-22cm Secundaire brander: 12-18cm re Voor een optimale prestatie van de hoofdbranders moet u potten en pannen gebruiken met de volgende diameters van de vlakke bodems. Het gebruik van kleinere potten en pannen dan de hieronder vermelde minimum afmetingen leidt tot energieverlies. or nb de an .v w Uw ko okplaat is v oorzien van bra nders van versch illende afm etingen. De me est economische wijze om gas t e gebr uiken is de gas brander te selectere n met de corre cte afmeting voor uw braadpan en de vl am op een minimum te dra aien zodra het ko okpunt is bereikt. Het wordt aanbevolen de pan steeds af te dekken. w Als u de brander uitschakelt, draait u de brander met de wijzers van de klok zodat de knop de "0" stand aanwijst. w Voer ee n visu ele co ntrole u it van de vlam na de o ntsteking. Als u een gele tip ziet, een getilde of onstabiele vlam, draait u de gast oevoer uit en u controleert de montage van de branderdoppen en kro nen. Controleer ook of er ge en vloeistof in d e bran der cu ps is gestroomd. Als de bra nders per ongeluk uitgaan, schakelt u de branders uit, u ventileert d e keuken met v erse lucht en u m ag niet opnieuw proberen ontstek en g edurende 90 seconden. nl ow D 4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT d de oa WAARSCHUWING: Gebruik enkel vlakke pannen met een voldoende dikke basis. • Zorg ervoor dat de basis van de pan droog is voor u ze op de branders plaatst. • De temperatuur van toegankelijke onderdelen kan hoog zijn wanneer het apparaat in gebruik is. Het is dus heel belangrijk kinderen en dieren uit de buurt van de branders te houden tijdens en na het koken. • Na gebruik blijven de branders heel warm gedurende een lange periode. Raak ze niet aan en plaats geen enkel voorwerp op de brander. • Plaats nooit messen, vorken, lepels en deksels op de branders want ze kunnen heel heet worden en ernstige brandwonden veroorzaken. m fro • e .b 19 16 re Als de vlam wordt uitgedoofd door het morsen van vloeistof of eetwaren moet u de brander schoonmaken voor u hem opnieuw probeert te ontsteken. or nb de an .v w Als de vlam beveiliging werkt, kan de brander onmiddellijk opnieuw worden ontstoken. w Dit toestel wordt aangebracht met een vlamdefect beveiliging die de gastoevoer naar de brander afsnijdt indien de vlam om de een of andere reden uitdooft. Het gas wordt afgesneden binnen 90 seconden na het uitdoven van de vlam. w VLAMBEVEILIGING (FFD) nl ow D 5. Deel: SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD d de oa 5.1 Schoonmaken fro m Maak dat alle bedieningsknoppen uitgeschakeld zijn en dat uw toestel afgekoeld is alvorens uw oven te reinigen. Schakel het apparaat uit. Kijk na of de schoonmaakproducten die u gaat gebruiken aanbevolen zijn door de fabrikant alvorens de schoonmaakproducten te gebruiken. Gebruik geen bijtende emulsies, schurende schoonmaakmiddelen, staalwol of harde werktuigen want deze kunnen de oppervlakken beschadigen. In geval dat overgelopen vloeistoffen verbranden, kunnen ze het email van uw oven beschadigen. Reinig overgelopen vloeistoffen onmiddellijk. • Was de doppen en kronen van de branders af en spoel ze af. Laat ze niet nat liggen. Droog ze onmiddellijk af met een papieren doek. • Na de schoonmaak moet u controleren dat de hermontage van de onderdelen correct gebeurt. • Maak geen enkel onderdeel van de kookplaat schoon met een metalen spons. Het veroorzaakt krassen op het oppervlak. • De bovenzijden van de pansteun kan krassen oplopen na verloop van tijd door het gebruik. Deze onderdelen verroesten niet en dit is geen productiefout. • Tijdens de schoonmaak van de kookplaat moet u ervoor zorgen dat geen water op de brander cups spat want dit kan de injectoren blokkeren. Branderdoppen: De email pansteunen, deksels, koppen moeten regelmatig worden gewassen met een warm zeepsopje, afgespoeld en gedroogd. Nadat u ze grondig hebt gedroogd, moet u ze opnieuw correct aanbrengen. Email onderdelen: Om ze nieuw te houden, moet u ze regelmatig schoonmaken met een lauw zeepsopje en daarna afdrogen met een doek. Was ze niet als ze nog warm zijn en gebruik nooit schurende poeders of schoonmaakmiddelen. Laat geen azijn, koffie, melk, zout, water, citroen of tomatensap langdurig in contact met de email onderdelen. 20 17 e .b Veeg en maak de achterzijde met een vod gedrenkt in zeepsop schoon. re • or nb de an .v w Til de pansteunen, doppen of kronen van de branders. w • w Uw kookplaat schoonmaken nl ow D 5. Deel: SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD d de oa Roestvrij staal: fro m Roestvrij stal en o nderdelen moeten reg elmatig worden schoongemaakt met ee n l auw zeepsopje en een zac hte sp ons. Droo g da arna met e en zachte do ek. Gebruik ge en schurende p oeders of sc hoonmaakmiddelen. La at ge en azijn, k offie, m elk, zo ut, water, citroen of tomatensap langdurig in contact met de roestvrij stalen onderdelen. e .b re or nb de an .v w 21 18 w U moet de gasaansluiting regelmatig controleren. Zelfs bij de kleinste anomalie in de leiding moet u de technische dienst inlichten en deze laten vervangen. We raden aan de onderdelen van de gasverbinding een maal per jaar te vervangen. Als u een anomalie ondervindt tijdens de bediening van de schakelaars van de kookplaat en de oven moet u contact opnemen met de erkende dienst. w 5.2: Onderhoud nl ow D 6. Deel: DIENST EN TRANSPORT d de oa 6.1 Basis probleemoplossen voor u contact opneemt met de onderhoudsdienst De kookplaat branders werken niet correct: Controleer of de branderonderdelen correct werden gemonteerd (in het bijzonder na de schoonmaak). • De gastoevoerdruk kan te laag/hoog zijn. Voor apparaten met LPG-flessen is het mogelijk dat de LPG-cilinder op gebruikt kan zijn. 22 19 e .b Behalve deze regels, als u nog steeds problemen ondervindt met het product, kunt u contact opnemen met de “Geautoriseerde dienst”. re • or nb de an .v w w w De kookplaat kan uitgeschakeld zijn, er was een black-out. m • fro Indien de elektrische ontsteking niet werkt: nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w Als er iets niet werkt Als er iets met uw toes tel is wat u niet begrijpt en u woont in het VK, kunt u met ons contact opnemen tijdens de n ormale werkuren op: 0844 8009595. Als u onderhoud vereist , kunt u het nu mmer bellen op uw ontvangstbewijs. Oproepen worden aan standaardtarief gerekend. Wij bieden onze excuses aan voor eventuele kleine inconsistenties in deze instructie, die het resultaat zijn van productverbetering en ontwikkeling. Kesa U.K HU1 3AU 10/06/2010 52032538 06/10 R000
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Proline PGH461W-F Handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
Handleiding