12
NL
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet u
tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met
een afstand tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan het
elektrische vermogen en voldoend aan de geldende normen (de aarding
mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet
zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting
en het in acht nemen van de veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te
dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje;
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op
het typeplaatje;
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient
u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en het stopcontact
gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door
erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld als deze normen
niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
! Deze ingreep moet worden uitgevoerd oor een gekwalificeerd
technicus.
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd
zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker
van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken.
In het omgekeerde geval gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf
“Aanpassing aan verschillende types gas”.
• De aansluiting van de kookplaat op
de gasleiding of de gases moet
uitgevoerd worden met behulp
van een stijve koperen of stalen
leiding met fittings die voldoen
aan de plaatselijke voorschriften, of door middel van een roestvrij stalen
slang met glad oppervlak, die aan de plaatselijke voorschriften voldoet.
Breng pakking (B) aan in de elleboogverbinding. De lengte van de slang
is maximaal 2 m.
• ALLEEN VOOR BELGIË: De elleboogverbinding (A) op het apparaat dient
te worden vervangen door de bijgeleverde verbinding (indien bijgeleverd).
BELANGRIJK: als er een slang van roestvrij staal wordt gebruikt, moet
deze zo worden geplaatst dat hij geen bewegende delen van de meubels
kan raken. Hij moet door een gebied lopen waar geen obstakels aanwezig
zijn en waar hij over zijn hele lengte kan worden geïnspecteerd.
• Na aansluiting op de gastoevoer moeten de leidingen met zeepsop
worden gecontroleerd op lekkages. Nu kunt u de branders aansteken en
de knoppen van de hoogste stand in de laagste stand draaien, om
de stabiliteit van de vlam te controleren.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
! Deze ingreep moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd
technicus.
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort gas dan waarvoor
hij is bestemd (aangegeven op het typeplaatje aan de onderkant van de
kookplaat of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op
de volgende wijze worden vervangen:
1. Verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de branders uit hun
plaats.
2. Schroef de straalpijpjes los met een dopsleutel van de juiste maat en
vervang ze met de straalpijpjes geschikt voor het nieuwe type gas (zie
tabel 1 “Kenmerken van de branders en de straalpijpen”).
3. Zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
4. Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de
gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met
het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische
Service Centers.
Gebruik drukregelaars die geschikt zijn voor de gasdruk die in de
Gebruiksaanwijzing staat aangegeven.
• De sproeiers moeten worden vervangen door de Klantenservice of door
een gekwaliceerd monteur.
• Sproeiers die niet bij het apparaat geleverd zijn, moeten worden besteld
bij de Klantenservice.
• Stel de laagste stand van de kranen bij.
OPMERKING: als er vloeibaar gas (G30/G31) wordt gebruikt, moet de
schroef voor de laagste stand zo ver mogelijk worden aangehaald.
BELANGRIJK: als de branderknoppen moeilijk draaien, neem dan
contact op met de Klantenservice voor vervanging van de branderkraan,
als blijkt dat deze defect is.
• Het regelen van de minimumstand
Om er zeker van te zijn dat de laagste stand goed is afgesteld, moet de knop
worden verwijderd,waarna u als volgt te werk gaat:
1. Verwijder de knop en draai aan het
regelschroefje in of naast de spil van het
kraantje totdat u een kleine, regelmatige vlam
bereikt:
• draai de schroef vaster voor een lagere
vlamhoogte (-);
• draai de schroef losser voor een hogere
vlamhoogte (+).
De afstelling moet worden verricht terwijl de kraan in de laagste stand
staat.
2. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van hoog naar laag
draait.
3. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermo-element)
dit systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet
u het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien.
4. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer
op hun plaats brengen met zegellak of dergelijk materiaal.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket van de
gasinstelling vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe
gas, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.