Metabo TP 12000 SI de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

20
NEDERLANDS
1. Het toestel in overzicht (leveromvang)
1
4
5
6
7
8
9
2
3
1 Bedienschuiver:
M = handmatig bedrijf
A = automatisch bedrijf
O = openen van de vlotter-
afdekking
2 Multiadapter
3 Terugslagventiel
4 Netsnoer met stekker
5 Vlotterafdekking
6 Aanzuigopeningen op de onder-
kant van het toestel
7 Pomphuis
8 Draaggrendel / ophangoog
9 Drukaansluiting
XP0024H4.fm Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS
21
NEDERLANDS
1. Het toestel in overzicht
(leveromvang)..........................20
2. Lees deze tekst voor
u begint! ...................................21
3. Toepassingsgebied
en pompmedia .........................21
4. Veiligheid..................................21
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem ........................21
4.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften .............21
5. Voor het gebruik......................22
5.1 Drukleiding aansluiten ...............22
5.2 Plaatsing....................................23
6. Bediening .................................23
6.1 Automatisch bedrijf ....................23
6.2 Handmatig bedrijf ......................23
7. Service en onderhoud.............23
7.1 Regelmatig onderhoud .............. 23
7.2 Apparaat bewaren .....................24
8. Problemen en storingen .........24
8.1 Foutopsporing............................24
9. Reparatie ..................................24
10. Milieubescherming ..................24
11. Technische gegevens .............25
Deze gebruiksaanwijzing werd zo
gemaakt dat u snel en veilig met uw toe-
stel kunt werken. Hier een kleine wegwij-
zer hoe u deze gebruiksaanwijzing dient
te lezen:
Lees deze gebruiksaanwijzing vóór
de ingebruikneming geheel door en
daarbij vooral aandacht besteden
aan het hoofdstuk „veiligheidsvoor
-
schriften”.
Deze gebruiksaanwijzing richt zich
aan personen met technische
grondkennis in het werken met toe
-
stellen zoals het hier beschreven
toestel. Wanneer u generlei ervaring
met zulke toestellen heeft, dient u
eerst de hulp van ervaren personen
op te eisen.
Bewaar alle met toestel geleverde
documenten op, opdat u zich bij
behoefte kunt informeren. Bewaar
het koopbewijs voor eventuele
garantiegevallen op.
Wanneer u het toestel uitleent of
verkoopt, geef dan alle meegele-
verde documenten mee.
Voor beschadigingen die ontstaan
omdat deze gebruiksaanwijzing niet
werd opgevolgd, overneemt de
fabrikant geen aansprakelijkheid.
De informaties in deze gebruiksaanwij-
zing zijn als volgt gekenmerkt:
Gevaar!
Waarschuwing voor
lichamelijk letsel of
milieubeschadigingen.
Gevaar voor elektrische
schok!
Waarschuwing voor
lichamelijke letsels door
elektrische schok.
Oppassen!
Waarschuwing voor
materiële schade.
Opmerking:
Aanvullende informaties.
Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...)
kentekenen afzonderlijke delen;
zijn doorlopend genummerd;
refereren naar de passende
getallen in de haakjes (1), (2), (3)
... in de naburige tekst.
Handelingen, waarbij op de volg-
orde moet worden gelet, zijn
genummerd.
Handelingen met willekeurige volg-
orde zijn met een punt gekenmerkt.
Lijsten zijn met een streep geken-
merkt.
Dit apparaat dient voor het pompen van
water in huis- en tuinomgevingen, bij
-
voorbeeld:
voor het leegpompen van tanks,
zinkputten of overstroomde ruimten;
als fonteinpomp;
als circulatiepomp om rotting te
voorkomen;
voor kunstmatige waterlopen.
A
Oppassen!
De maximaal toegestane tem-
peratuur van de vloeistof bedraagt
35 °C.
Het pompen van vloeistoffen die
schurende stoffen bevatten (bijv.
zand) verkort de levensduur van het
apparaat.
4.1 Voorgeschreven
gebruik van het
systeem
Het apparaat mag niet worden
gebruikt voor drinkwatervoor
-
ziening of het pompen van
levensmiddelen.
Explosieve, ontvlambare,
agressieve of schadelijke stof
-
fen en fecaliën mogen niet
worden gepompt.
Het apparaat is niet geschikt
voor industrieel gebruik.
Elk ander gebruik is verboden.
Door onreglementair gebruik,
veranderingen aan het toestel
of door gebruik van onderdelen
die niet door de fabrikant
gekeurd en vrijgegeven zijn,
kunnen niet te voorziene
beschadigingen ontstaan!
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Dit apparaat is niet bestemd
voor gebruik door personen
met beperkte fysieke, sensori
-
sche of geestelijke capacitei-
ten of die gebrek aan ervaring
en/of kennis hebben, tenzij zij
onder toezicht staan van een
persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid of van hem
of haar aanwijzingen hebben
gekregen over het gebruik van
het apparaat.
Laat nooit toe dat kinderen het
apparaat gebruiken.
Kinderen dienen onder toe-
zicht te staan om ervoor te zor-
gen dat zij niet met het appa-
raat spelen.
Bij gebruik in zwembaden en
tuinvijvers of het veiligheidsbe
-
reik daarvan moeten de bepa-
lingen van DIN VDE 0100 -
702, -738 worden nageleefd.
Ook eventuele plaatselijke
voorschriften moeten worden
gevolgd.
De volgende restrisico's blijven
bij het gebruik van dompel
-
pompen principieel bestaan –
ze kunnen ook door veilig
-
heidsvoorzieningen niet volle-
dig worden vermeden.
A
Gevaar door omge-
vingsinvloeden!
Gebruik het apparaat niet in
ruimten waar explosiege
-
vaar bestaat of in de buurt
van ontvlambare vloeistof
-
fen of gassen!
Inhoudstafel
2. Lees deze tekst voor u
begint!
3. Toepassingsgebied en
pompmedia
4. Veiligheid
22
NEDERLANDS
A
Gevaar door heet
water!
Als de uitschakeldruk van de
drukschakelaar door slechte
drukverhoudingen of door een
defecte drukschakelaar niet
wordt bereikt, kan het water in
het apparaat verhit raken door
interne circulatie.
Daardoor kunnen beschadigin-
gen en lekken optreden aan
het apparaat en de aansluitlei
-
dingen, waardoor heet water
kan ontsnappen. Verbran
-
dingsgevaar!
Apparaat max. 5 minuten
tegen gesloten drukleiding
laten werken.
Apparaat van het stroomnet
scheiden en laten afkoe
-
len. Correcte werking van
de installatie laten controle
-
ren vooraleer deze opnieuw
in gebruik te nemen.
B
Gevaar door elektrische
stroom!
Raak de netstekker nooit
aan met natte handen! Trek
de stekker nooit aan het
snoer uit het stopcontact.
Het apparaat mag alleen
worden aangesloten aan
veiligheidscontactdozen die
deskundig geïnstalleerd,
geaard en getest zijn. Net
-
spanning en afzekering
moeten overeenstemmen
met de Technische gege
-
vens.
De contactdoos moet afge-
zekerd zijn met een FI-
schakelaar met een fout
-
stroom van maximaal
30
mA.
Het veiligheidscontact-stop-
contact of de stekerverbin-
ding met een verlengkabel
moeten zich in een over
-
stromingsveilig bereik
bevinden.
Verlengsnoeren moeten
een voldoende grote ader
-
doorsnede bezitten (zie
„Technische gegevens“).
Kabeltrommels moeten vol
-
ledig afgerold zijn.
Netkabel en verlengkabel
niet knikken, kneuzen, ruk
-
ken of overrijden; tegen
scherpe kanten, olie en
hitte beschermen.
Het verlengsnoer mag niet in
contact komen met de te
pompen vloeistof.
Netstekker uit het stopcon-
tact trekken:
vóór alle werkzaamheden
aan het toestel;
wanneer zich personen in
het zwembassin of in de
tuinvijver bevinden.
A
Gevaar door gebreken
aan het apparaat!
Als u bij het uitpakken van
het apparaat transport
-
schade vaststelt, dan moet
u daar onmiddellijk uw leve
-
rancier van op de hoogte
stellen. Neem het toestel
niet in bedrijf.
Controleer het toestel,
vooral netkabel en netste
-
ker vóór iedere ingebruik-
neming op eventuele
beschadigingen. Levensge
-
vaar door elektrocutie!
Een beschadigd apparaat
mag pas opnieuw worden
gebruikt nadat het deskun
-
dig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen
uit aan het apparaat! Bij
ondeskundig uitgevoerde
herstellingen bestaat het
risico dat vloeistof in het
elektrische gedeelte van
het apparaat dringt.
A
Opgelet!
Om waterschade te ver-
mijden, bijv. overstroomde
kamers, veroorzaakt door
storingen of gebreken van
het apparaat:
Geschikte veiligheidsmaat-
regelen plannen, bijv.:
Alarminrichting of
opvangbekken met
bewaking
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor eventu
-
ele schade die veroorzaakt
wordt door
foutief gebruik van het
apparaat.
overbelasting van het
apparaat door permanent
gebruik.
gebruik of bewaring van het
apparaat zonder vorstbe
-
scherming.
het uitvoeren van eigen-
machtige veranderingen
aan het apparaat. Repara
-
ties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden
uitgevoerd door een elekt
-
romonteur!
het gebruik van onderdelen
die niet door de fabrikant
gecontroleerd en vrijgege
-
ven zijn.
het gebruik van ongeschikt
installatiemateriaal (arma
-
turen, aansluitleidingen,
enz.).
Geschikt installatiemateri-
aal:
drukbestendig (min.
10
bar)
warmtebestendig
(min.
100 °C)
5.1 Drukleiding aansluiten
De drukleiding wordt ofwel rechtstreeks
op de drukaansluiting
(10) geschroefd,
ofwel aangesloten met behulp van de
multi-adapter (11) (drukleiding eventueel
met slangbeugels beveiligen).
De ventielklep van de terugslagklep (12)
moet geopend kunnen worden in de
richting van de pijl. ("UP" op de klep naar
de multiadapter).
5. Voor het gebruik
10
11
12
23
NEDERLANDS
3
Aanwijzing:
Bij het gebruik van de multi-
adapter snijdt u de niet-benodigde delen
voorzichtig af, daar deze de doorstro-
ming onnodig belemmeren.
5.2 Plaatsing
Ruimtebehoefte ca. 20 cm x 20 cm.
De in de Technische gegevens ver-
melde bedrijfsdiepte mag niet wor-
den overschreden, het apparaat
mag niet dieper in het water worden
gedompeld.
Plaats de pomp zo dat de aanzuig-
openingen niet kunnen worden
geblokkeerd door andere voorwer-
pen (plaats de pomp eventueel op
een voetstuk).
Zorg ervoor dat de pomp stabiel
staat.
A
Oppassen!
Til de pomp niet op aan het
snoer of de drukslang daar deze niet
voorzien zijn om het gewicht van de
pomp te dragen.
Laat de pomp op de bodem van het
vloeistofreservoir zakken. Bevestig
een voldoende sterk touw aan het
ophangoog om de pomp te laten
zakken.
De pomp kan ook hangend aan een
touw worden gebruikt.
Een voorhanden luchtkussen in de
pomp kan bij het indompelen in de
vloeistof door ontluchtingsboringen
ontwijken. Bij de ontluchting onstaan
luchtbellen. Dat is geen defect van
de pomp, maar een effect van de
automatische ontluchting.
Bij het eerste induiken van de pomp
kan het enkele seconden duren, tot
de lucht wijkt.
Voor het inschakelen van de dom-
pelpomp de netsteker in het stop-
contact steken.
Voor het uitschakelen van de dom-
pelpomp de netsteker uit het stop-
contact nemen.
Alvorens het toestel aan het net wordt
aangesloten, kan via de bedienschuiver
(13) het bedrijfssoort worden gekozen:
positie A = automatisch bedrijf
positie M = handmatig bedrijf
6.1 Automatisch bedrijf
In het automatisch bedrijf wordt de dom-
pelpomp automatisch door de geïnte-
greerde vlotterschakelaar in- en uitge-
schakeld:
de dompelpomp begint te transpor-
teren, wanneer de vlotterschakelaar
door de vloeistof naar boven wordt
getild en daarbij de inschakel
-
hoogte (14) te boven gaat.
De dompelpomp schakelt zich uit,
wanneer de vlotterschakelaar naar
beneden daalt en onder de uitscha
-
kelhoogte (15) geraakt.
A
Oppassen!
De vlotterschakelaar moet zo
kunnen bewegen dat de pomp niet
kan drooglopen.
6.2 Handmatig bedrijf
Inschakelen
Bedienschuiver (13) in positie M
naar boven trekken. De dompel-
pomp begint te transporteren.
A
Oppassen!
Laat de pomp in het handmatig
bedrijf niet zonder toezicht. Er bestaat
het gevaar dat de dompelpomp bij
een te laag waterniveau droog loopt
en beschadigd wordt.
Uitschakelen
In tegenstelling tot het automatisch
bedrijf, schakelt zich de dompelpomp
niet uit, wanneer een bepaald waterni-
veau wordt onderschreden.
Bedienschuiver (13) in positie A naar
beneden schuiven. De dompelpomp
schakelt zich uit, wanneer de vlotter
-
schakelaar naar beneden daalt en de
uitschakelhoogte onderschrijdt.
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
schakelt u het apparaat uit,
De stekker uit het stopcontact
trekken.
Andere dan de hier beschreven
onderhouds- of herstellingswerk-
zaamheden mogen alleen worden uit-
gevoerd door vaklui.
7.1 Regelmatig onderhoud
Om ervoor te zorgen dat de dompel-
pomp altijd probleemloos werkt, is regel-
matig onderhoud vereist. Dit geldt ook,
wanneer de dompelpomp onder moei
-
lijke condities wordt ingezet, maar lan-
gere tijd niet ingeschakeld wordt (bv bij
het bedrijf in afwateringsschachten).
Jaarlijks onderhoud
1. Controleer het pomphuis, de snoe-
ren en de vlotterschakelaar op
beschadigingen.
2. Spoel de pomp met schoon water.
Hardnekkige verontreinigingen, bijv.
algen, verwijdert u met een borstel
en reinigingsmiddel.
3. Om de binnenkant te spoelen, dom-
pelt u de pomp in schoon water en
schakelt u ze even in.
Pomp doorspoelen
Pomp steeds met zuiver water door-
spoelen, als van tevoren vloeistoffen
werden getransporteerd die achter
-
standen achterlaten zoals bv chloor-
houdig water uit het zwembassin.
6. Bediening
13
14
15
7. Service en onderhoud
24
NEDERLANDS
Vlotterschakelaar reinigen
1. Bedienschuiver (16) in positie "O"
drukken en ingedrukt houden om de
vergrendeling van de vlotterafdek-
king (17) los te maken. Vlotterafdek-
king verwijderen.
2. Vlotter (18) met de vlotterophan-
ging (19) uithangen en reinigen.
3. Binnenwanden en bodem reinigen.
4. Zet de dompelpomp opnieuw in
elkaar.
Bodemstuk reinigen
1. Schroeven van het bodemstuk (20)
losmaken en het bodemstuk verwij-
deren.
2. Alle bereikbare binnenkanten van de
behuizing en het loopwiel reinigen. Alle
vezels die zich rond om de loopwielas
hebben gewikkeld, verwijderen. Hard
-
nekkige verontreinigingen verwijdert u
met een borstel en reinigingsmiddel.
3. Zet de dompelpomp opnieuw in
elkaar.
7.2 Apparaat bewaren
A
Oppassen!
Vorst vernielt het apparaat en
het toebehoren omdat deze altijd
water bevatten!
Als er kans op vorst bestaat, moet
het apparaat samen met het toebe-
horen worden opgeborgen.
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
schakelt u het apparaat uit,
De stekker uit het stopcontact
trekken.
8.1 Foutopsporing
Pomp loopt niet:
Er is geen spanning.
Controleer het snoer, de stekker,
het stopcontact en de betreffende
zekering.
De netspanning is te laag.
Gebruik een verlengsnoer met
voldoende doorsnede (zie Tech-
nische gegevens).
Motor oververhit, motorveiligheid
geactiveerd.
Verwijder de oorzaak van de
oververhitting (vloeistof te warm,
pomp geblokkeerd door een
vreemd voorwerp)
Na het afkoelen wordt het appa-
raat automatisch opnieuw inge-
schakeld.
De pomp wordt niet ingeschakeld
door de vlotterschakelaar.
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
Controleer of de vlotterschake-
laar voldoende bewegingsvrijheid
heeft.
Motor bromt, pomp start niet:
Pomp geblokkeerd door vreemd
voorwerp.
Pomp reinigen.
Slechte pompwerking:
Pompopvoerhoogte te groot.
Neem de maximale pompopvoer-
hoogte in acht (zie Technische
gegevens).
Drukleiding geknikt.
Leg de drukleiding recht.
Drukleiding lek.
Dicht de drukleiding af, trek de
schroeven van de schroefklem
-
men aan.
Pomp is zeer luid:
Pomp zuigt lucht aan.
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
Corrigeer de instelling van de
vlotterschakelaar.
Houd de pomp schuin terwijl u ze
in de vloeistof dompelt.
Pomp loopt permanent:
De vlotterschakelaar bereikt de
onderste positie niet.
Controleer of de vlotterschake-
laar voldoende bewegingsvrijheid
heeft.
Handmatig bedrijf is ingesteld, net-
steker uit het stopcontact trekken.
A
Gevaar!
Laat het elektrisch gereedschap
alleen repareren door gekwalificeerd
en vakkundig personeel en alleen
met originele reserveonderdelen.
Hierdoor wordt gewaarborgd, dat de
veiligheid van het elektrisch gereed
-
schap behouden blijft.
Neem voor elektrisch gereedschap van
Metabo dat gerepareerd dient te worden
contact op met uw Metabo-vertegen
-
woordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Lijsten met reserveonderdelen kunt u via
www.metabo.com downloaden.
Het verpakkingsmateriaal kan volledig
worden gerecycleerd.
Uitgediende apparaten en toebehoren
bevatten een grote hoeveelheid recycle-
bare grondstoffen en kunststoffen.
De gebruiksaanwijzing werd op chloor-
vrij gebleekt papier gedrukt.
16
17
18
19
20
8. Problemen en storingen
9. Reparatie
10. Milieubescherming
25
NEDERLANDS
11. Technische gegevens
TP 7500Si TP 12000Si
Netspanning V 230 1
Frequentie Hz 50
Nominaal vermogen W 300 600
Nominale stroomsterkte A 1,4 2,5
Zekering min. (traag of L-automaat) A 10 10
Bedrijfscondensator F 8 10
Nominaal toerental min
-1
2800 2800
Pompcapaciteit max. l/h 7500 11700
Pompopvoerhoogte max. m 6,5 9
Pompdruk max. bar 0,65 0,9
Bedrijfsdompeldiepte max. m 7 7
Restwaterniveau max. mm 3 3
Toevoertemperatuur max. °C 35 35
Beveiligingsklasse IP 68 IP 68
Beveiligingsklasse I I
Isoleerstofklasse B B
Materialen
Pomphuis
Pompas
Pomploopwiel
polypropyleen
edelstaal
noryl
polypropyleen
edelstaal
noryl
Netsnoer (HO 5 RN-F) m 10 10
Drukaansluiting (AG = buitenschroefdraad) 1 1/4" AG 1 1/4" AG
Afmetingen (pomphuis)
Hoogte
Breedte
Diameter
mm
mm
mm
285
185
227
320
190
230
Gewicht kg 4,2 5,1
Maximale lengte voor een verlengsnoer
bij 3 x 1,0 mm
2
aderdoorsnede
bij 3 x 1,5 mm
2
aderdoorsnede
m
m
60
100
60
100

Documenttranscriptie

XP0024H4.fm Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS NEDERLANDS 1. Het toestel in overzicht (leveromvang) 9 1 8 2 3 7 4 5 6 1 Bedienschuiver:  M = handmatig bedrijf  A = automatisch bedrijf  O = openen van de vlotterafdekking 2 Multiadapter 3 Terugslagventiel 4 Netsnoer met stekker 5 Vlotterafdekking 6 Aanzuigopeningen op de onderkant van het toestel 7 Pomphuis 8 Draaggrendel / ophangoog 9 Drukaansluiting 20 NEDERLANDS Inhoudstafel 1. Het toestel in overzicht (leveromvang) .......................... 20 2. Lees deze tekst voor  u begint! ................................... 21 3. Toepassingsgebied  en pompmedia ......................... 21 4. Veiligheid.................................. 21 4.1 Voorgeschreven gebruik  van het systeem ........................ 21 4.2 Algemene  veiligheidsvoorschriften ............. 21 5. Voor het gebruik ...................... 22 5.1 Drukleiding aansluiten ............... 22 5.2 Plaatsing .................................... 23 6. Bediening ................................. 23 6.1 Automatisch bedrijf .................... 23 6.2 Handmatig bedrijf ...................... 23 7. Service en onderhoud ............. 23 7.1 Regelmatig onderhoud .............. 23 7.2 Apparaat bewaren ..................... 24 8. Problemen en storingen ......... 24 8.1 Foutopsporing............................ 24 9. Reparatie .................................. 24 10. Milieubescherming .................. 24 11. Technische gegevens ............. 25 2. Lees deze tekst voor u begint! Deze gebruiksaanwijzing werd zo gemaakt dat u snel en veilig met uw toestel kunt werken. Hier een kleine wegwijzer hoe u deze gebruiksaanwijzing dient te lezen:   Lees deze gebruiksaanwijzing vóór de ingebruikneming geheel door en daarbij vooral aandacht besteden aan het hoofdstuk „veiligheidsvoorschriften”. Deze gebruiksaanwijzing richt zich aan personen met technische grondkennis in het werken met toestellen zoals het hier beschreven toestel. Wanneer u generlei ervaring met zulke toestellen heeft, dient u eerst de hulp van ervaren personen op te eisen.  Bewaar alle met toestel geleverde documenten op, opdat u zich bij behoefte kunt informeren. Bewaar het koopbewijs voor eventuele garantiegevallen op.  Wanneer u het toestel uitleent of verkoopt, geef dan alle meegeleverde documenten mee.  Voor beschadigingen die ontstaan omdat deze gebruiksaanwijzing niet werd opgevolgd, overneemt de fabrikant geen aansprakelijkheid. De informaties in deze gebruiksaanwijzing zijn als volgt gekenmerkt: Gevaar!  Waarschuwing voor lichamelijk letsel of milieubeschadigingen. Gevaar voor elektrische schok!  Waarschuwing voor lichamelijke letsels door elektrische schok. Oppassen!  Waarschuwing voor materiële schade. Opmerking:  Aanvullende informaties.  Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...)  kentekenen afzonderlijke delen;  zijn doorlopend genummerd;  refereren naar de passende getallen in de haakjes (1), (2), (3) ... in de naburige tekst.  Handelingen, waarbij op de volgorde moet worden gelet, zijn genummerd.  Handelingen met willekeurige volgorde zijn met een punt gekenmerkt.  Lijsten zijn met een streep gekenmerkt. 3. Toepassingsgebied en pompmedia Dit apparaat dient voor het pompen van water in huis- en tuinomgevingen, bijvoorbeeld:  voor het leegpompen van tanks, zinkputten of overstroomde ruimten;  als fonteinpomp;  als circulatiepomp om rotting te voorkomen;  voor kunstmatige waterlopen. A Oppassen!  De maximaal toegestane temperatuur van de vloeistof bedraagt 35 °C. Het pompen van vloeistoffen die schurende stoffen bevatten (bijv. zand) verkort de levensduur van het apparaat. 4. Veiligheid 4.1 Voorgeschreven gebruik van het systeem Het apparaat mag niet worden gebruikt voor drinkwatervoor- ziening of het pompen van levensmiddelen. Explosieve, ontvlambare, agressieve of schadelijke stoffen en fecaliën mogen niet worden gepompt. Het apparaat is niet geschikt voor industrieel gebruik. Elk ander gebruik is verboden. Door onreglementair gebruik, veranderingen aan het toestel of door gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant gekeurd en vrijgegeven zijn, kunnen niet te voorziene beschadigingen ontstaan! 4.2 Algemene veiligheidsvoorschriften Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of die gebrek aan ervaring en/of kennis hebben, tenzij zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of van hem of haar aanwijzingen hebben gekregen over het gebruik van het apparaat. Laat nooit toe dat kinderen het apparaat gebruiken. Kinderen dienen onder toezicht te staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat spelen. Bij gebruik in zwembaden en tuinvijvers of het veiligheidsbereik daarvan moeten de bepalingen van DIN VDE 0100 702, -738 worden nageleefd. Ook eventuele plaatselijke voorschriften moeten worden gevolgd. De volgende restrisico's blijven bij het gebruik van dompelpompen principieel bestaan – ze kunnen ook door veiligheidsvoorzieningen niet volledig worden vermeden. A Gevaar door omgevingsinvloeden!  Gebruik het apparaat niet in ruimten waar explosiegevaar bestaat of in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen! 21 NEDERLANDS A Gevaar door heet water! Als de uitschakeldruk van de drukschakelaar door slechte drukverhoudingen of door een defecte drukschakelaar niet wordt bereikt, kan het water in het apparaat verhit raken door interne circulatie. Daardoor kunnen beschadigingen en lekken optreden aan het apparaat en de aansluitleidingen, waardoor heet water kan ontsnappen. Verbrandingsgevaar!  Apparaat max. 5 minuten tegen gesloten drukleiding laten werken.  Apparaat van het stroomnet scheiden en laten afkoelen. Correcte werking van de installatie laten controleren vooraleer deze opnieuw in gebruik te nemen. B Gevaar door elektrische stroom!  Raak de netstekker nooit aan met natte handen! Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact.  Het apparaat mag alleen worden aangesloten aan veiligheidscontactdozen die deskundig geïnstalleerd, geaard en getest zijn. Netspanning en afzekering moeten overeenstemmen met de Technische gegevens.  De contactdoos moet afgezekerd zijn met een FIschakelaar met een foutstroom van maximaal 30 mA.  Het veiligheidscontact-stopcontact of de stekerverbinding met een verlengkabel moeten zich in een overstromingsveilig bereik bevinden.  Verlengsnoeren moeten een voldoende grote aderdoorsnede bezitten (zie „Technische gegevens“). Kabeltrommels moeten volledig afgerold zijn. 22  Netkabel en verlengkabel niet knikken, kneuzen, rukken of overrijden; tegen scherpe kanten, olie en hitte beschermen.  Het verlengsnoer mag niet in contact komen met de te pompen vloeistof.  Netstekker uit het stopcontact trekken:  vóór alle werkzaamheden aan het toestel;  wanneer zich personen in het zwembassin of in de tuinvijver bevinden. A Gevaar door gebreken aan het apparaat!  Als u bij het uitpakken van het apparaat transportschade vaststelt, dan moet u daar onmiddellijk uw leverancier van op de hoogte stellen. Neem het toestel niet in bedrijf.  Controleer het toestel, vooral netkabel en netsteker vóór iedere ingebruikneming op eventuele beschadigingen. Levensgevaar door elektrocutie!  Een beschadigd apparaat mag pas opnieuw worden gebruikt nadat het deskundig werd hersteld.  Voer nooit zelf herstellingen uit aan het apparaat! Bij ondeskundig uitgevoerde herstellingen bestaat het risico dat vloeistof in het elektrische gedeelte van het apparaat dringt. Opgelet!  Om waterschade te vermijden, bijv. overstroomde kamers, veroorzaakt door storingen of gebreken van het apparaat:  Geschikte veiligheidsmaatregelen plannen, bijv.:  Alarminrichting of  opvangbekken met bewaking A De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door  foutief gebruik van het apparaat.  overbelasting van het apparaat door permanent gebruik.  gebruik of bewaring van het apparaat zonder vorstbescherming.  het uitvoeren van eigenmachtige veranderingen aan het apparaat. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een elektromonteur!  het gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant gecontroleerd en vrijgegeven zijn.  het gebruik van ongeschikt installatiemateriaal (armaturen, aansluitleidingen, enz.). Geschikt installatiemateriaal:  drukbestendig (min. 10 bar)  warmtebestendig (min. 100 °C) 5. Voor het gebruik 5.1 Drukleiding aansluiten De drukleiding wordt ofwel rechtstreeks op de drukaansluiting (10) geschroefd, ofwel aangesloten met behulp van de multi-adapter (11) (drukleiding eventueel met slangbeugels beveiligen). De ventielklep van de terugslagklep (12) moet geopend kunnen worden in de richting van de pijl. ("UP" op de klep naar de multiadapter). 11 12 10 NEDERLANDS 3 Aanwijzing:  Bij het gebruik van de multiadapter snijdt u de niet-benodigde delen voorzichtig af, daar deze de doorstroming onnodig belemmeren. 5.2 Ruimtebehoefte ca. 20 cm x 20 cm.  De in de Technische gegevens vermelde bedrijfsdiepte mag niet worden overschreden, het apparaat mag niet dieper in het water worden gedompeld.  13 Uitschakelen In tegenstelling tot het automatisch bedrijf, schakelt zich de dompelpomp niet uit, wanneer een bepaald waterniveau wordt onderschreden.  Plaats de pomp zo dat de aanzuigopeningen niet kunnen worden geblokkeerd door andere voorwerpen (plaats de pomp eventueel op een voetstuk). Zorg ervoor dat de pomp stabiel staat. A Oppassen!  Til de pomp niet op aan het snoer of de drukslang daar deze niet voorzien zijn om het gewicht van de pomp te dragen.  Oppassen!  Laat de pomp in het handmatig bedrijf niet zonder toezicht. Er bestaat het gevaar dat de dompelpomp bij een te laag waterniveau droog loopt en beschadigd wordt. Plaatsing   A 6. Bediening Laat de pomp op de bodem van het vloeistofreservoir zakken. Bevestig een voldoende sterk touw aan het ophangoog om de pomp te laten zakken.  De pomp kan ook hangend aan een touw worden gebruikt. Een voorhanden luchtkussen in de pomp kan bij het indompelen in de vloeistof door ontluchtingsboringen ontwijken. Bij de ontluchting onstaan luchtbellen. Dat is geen defect van de pomp, maar een effect van de automatische ontluchting. 7. Service en onderhoud Alvorens het toestel aan het net wordt aangesloten, kan via de bedienschuiver (13) het bedrijfssoort worden gekozen: positie A = automatisch bedrijf positie M = handmatig bedrijf 6.1 Automatisch bedrijf In het automatisch bedrijf wordt de dompelpomp automatisch door de geïntegreerde vlotterschakelaar in- en uitgeschakeld:  de dompelpomp begint te transporteren, wanneer de vlotterschakelaar door de vloeistof naar boven wordt getild en daarbij de inschakelhoogte (14) te boven gaat.  De dompelpomp schakelt zich uit, wanneer de vlotterschakelaar naar beneden daalt en onder de uitschakelhoogte (15) geraakt. Bij het eerste induiken van de pomp kan het enkele seconden duren, tot de lucht wijkt.  Voor het inschakelen van de dompelpomp de netsteker in het stopcontact steken.  Voor het uitschakelen van de dompelpomp de netsteker uit het stopcontact nemen. Bedienschuiver (13) in positie A naar beneden schuiven. De dompelpomp schakelt zich uit, wanneer de vlotterschakelaar naar beneden daalt en de uitschakelhoogte onderschrijdt. 14 15 A Oppassen!  De vlotterschakelaar moet zo kunnen bewegen dat de pomp niet kan drooglopen. 6.2  A Gevaar! Alvorens u met werkzaamheden aan het apparaat begint:  schakelt u het apparaat uit,  De stekker uit het stopcontact trekken. Andere dan de hier beschreven onderhouds- of herstellingswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door vaklui. 7.1 Regelmatig onderhoud Om ervoor te zorgen dat de dompelpomp altijd probleemloos werkt, is regelmatig onderhoud vereist. Dit geldt ook, wanneer de dompelpomp onder moeilijke condities wordt ingezet, maar langere tijd niet ingeschakeld wordt (bv bij het bedrijf in afwateringsschachten). Jaarlijks onderhoud 1. Controleer het pomphuis, de snoeren en de vlotterschakelaar op beschadigingen. 2. Spoel de pomp met schoon water. Hardnekkige verontreinigingen, bijv. algen, verwijdert u met een borstel en reinigingsmiddel. 3. Om de binnenkant te spoelen, dompelt u de pomp in schoon water en schakelt u ze even in. Pomp doorspoelen  Pomp steeds met zuiver water doorspoelen, als van tevoren vloeistoffen werden getransporteerd die achterstanden achterlaten zoals bv chloorhoudig water uit het zwembassin. Handmatig bedrijf Inschakelen  Bedienschuiver (13) in positie M naar boven trekken. De dompelpomp begint te transporteren. 23 NEDERLANDS Vlotterschakelaar reinigen 2. Alle bereikbare binnenkanten van de behuizing en het loopwiel reinigen. Alle vezels die zich rond om de loopwielas hebben gewikkeld, verwijderen. Hardnekkige verontreinigingen verwijdert u met een borstel en reinigingsmiddel. 3. Zet de dompelpomp opnieuw in elkaar. 16 7.2 17 A Oppassen!  Vorst vernielt het apparaat en het toebehoren omdat deze altijd water bevatten!  1. Bedienschuiver (16) in positie "O" drukken en ingedrukt houden om de vergrendeling van de vlotterafdekking (17) los te maken. Vlotterafdekking verwijderen. Apparaat bewaren Als er kans op vorst bestaat, moet het apparaat samen met het toebehoren worden opgeborgen. 8. Problemen en storingen  A Gevaar! Alvorens u met werkzaamheden aan het apparaat begint: 18  schakelt u het apparaat uit,  De stekker uit het stopcontact trekken. 8.1 19 2. Vlotter (18) met de vlotterophanging (19) uithangen en reinigen. 3. Binnenwanden en bodem reinigen. 4. Zet de dompelpomp opnieuw in elkaar. Pomp loopt niet:  Er is geen spanning.  Controleer het snoer, de stekker, het stopcontact en de betreffende zekering.  De netspanning is te laag.  Gebruik een verlengsnoer met voldoende doorsnede (zie Technische gegevens).  Motor oververhit, motorveiligheid geactiveerd.  Verwijder de oorzaak van de oververhitting (vloeistof te warm, pomp geblokkeerd door een vreemd voorwerp)  Na het afkoelen wordt het apparaat automatisch opnieuw ingeschakeld. Bodemstuk reinigen  20 1. 24 Schroeven van het bodemstuk (20) losmaken en het bodemstuk verwijderen. Foutopsporing De pomp wordt niet ingeschakeld door de vlotterschakelaar.  Controleer of de watervoorraad voldoende groot is.  Controleer of de vlotterschakelaar voldoende bewegingsvrijheid heeft. Motor bromt, pomp start niet:  Pomp geblokkeerd door vreemd voorwerp.  Pomp reinigen. Slechte pompwerking:  Pompopvoerhoogte te groot.  Neem de maximale pompopvoerhoogte in acht (zie Technische gegevens).  Drukleiding geknikt.  Leg de drukleiding recht.  Drukleiding lek.  Dicht de drukleiding af, trek de schroeven van de schroefklemmen aan. Pomp is zeer luid:  Pomp zuigt lucht aan.  Controleer of de watervoorraad voldoende groot is.  Corrigeer de instelling van de vlotterschakelaar.  Houd de pomp schuin terwijl u ze in de vloeistof dompelt. Pomp loopt permanent:  De vlotterschakelaar bereikt de onderste positie niet.  Controleer of de vlotterschakelaar voldoende bewegingsvrijheid heeft.  Handmatig bedrijf is ingesteld, netsteker uit het stopcontact trekken. 9. Reparatie A Gevaar! Laat het elektrisch gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele reserveonderdelen. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap behouden blijft. Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Lijsten met reserveonderdelen kunt u via www.metabo.com downloaden. 10. Milieubescherming Het verpakkingsmateriaal kan volledig worden gerecycleerd. Uitgediende apparaten en toebehoren bevatten een grote hoeveelheid recyclebare grondstoffen en kunststoffen. De gebruiksaanwijzing werd op chloorvrij gebleekt papier gedrukt. NEDERLANDS 11. Technische gegevens TP 7500Si TP 12000Si Netspanning V 230  1 Frequentie Hz 50 Nominaal vermogen W 300 600 Nominale stroomsterkte A 1,4 2,5 Zekering min. (traag of L-automaat) A 10 10 Bedrijfscondensator F 8 10 -1 Nominaal toerental min 2800 2800 Pompcapaciteit max. l/h 7500 11700 Pompopvoerhoogte max. m 6,5 9 Pompdruk max. bar 0,65 0,9 Bedrijfsdompeldiepte max. m 7 7 Restwaterniveau max. mm 3 3 Toevoertemperatuur max. °C 35 35 Beveiligingsklasse IP 68 IP 68 Beveiligingsklasse I I Isoleerstofklasse B B Materialen Pomphuis Pompas Pomploopwiel polypropyleen edelstaal noryl polypropyleen edelstaal noryl 10 10 1 1/4" AG 1 1/4" AG Netsnoer (HO 5 RN-F) m Drukaansluiting (AG = buitenschroefdraad) Afmetingen (pomphuis) Hoogte Breedte Diameter mm mm mm 285 185 227 320 190 230 Gewicht kg 4,2 5,1 Maximale lengte voor een verlengsnoer bij 3 x 1,0 mm2 aderdoorsnede bij 3 x 1,5 mm2 aderdoorsnede m m 60 100 60 100 25
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Metabo TP 12000 SI de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor