Gedeelte rondom de rem
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
2
3
1
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
3
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
1
2
3
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
2
1
Aantrekkoppel:
1 – 2 N·m
{10 – 20 kgf·cm}
JAPAN
MIN 2Nm
Kabelafstelmoer
Bevestigingsmoer
van binnenkabel
Stevig aantrekken
Aantrekken
Bij het indrukken
van de noko-
verbrengingsplaat
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
Kabelafstelbout
Kabelafstelbout
RELEASE
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
Dient 20 – 22
mm te zijn
Buitenkabelhouder
Kabelafstelbout
De klinknagel dient
in het midden van
gedeelte A van de
nokoverbrengingsplaat
gemonteerd te worden.
Klinknagel van verbindingseenheid
RELEASE
Verbindingseenheid
Geleidergroef
In de geleidergroef plaatsen
Houd de noko-
verbrengings-
plaat vast
Remarm
RELEASE
Gedeelte A van
nokoverbrengingsplaat
Klinknagel van verbindingseenheid
De klinknagel dient
in het midden van
gedeelte A van de
nokoverbrengingsplaat
gemonteerd te
worden.
JAPAN
MIN 2Nm
RELEASE
Remarm
Geleidergroef
Buitenkabelhouder
Omlaag schuiven
Geleidergroef
Verbindingseenheid
JAPAN
MIN 2Nm
Kettingsteun
Remarm
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
Naafmoer
Klemmoer
Remarm
Remarmklem
Bij het monteren van de klemschroef, de
klemmoer tijdens het aantrekken van de
klemschroef stevig vasthouden met een 10
mm steeksleutel. Controleer na het
aantrekken van de klemschroef dat deze
ongeveer 2 – 3 mm vanaf de buitenkant van
de klemmoer uitsteekt.
Klemschroef
(M6 16 mm)
2 – 3 mm
V
C
R
C R
V
Bij gebruik van het Shimano Inter-M remsysteem, bij
het afrijden van lange hellingen continu gebruik van
de remmen vermijden, aangezien hierdoor de interne
remonderdelen bijzonder heet worden, hetgeen een
nadelig effect op de remwerking heeft. Ook kan dit tot
gevolg hebben dat de hoeveelheid vet binnen in de
rem vermindert, hetgeen tot problemen zoals
abnormaal plotseling afremmen kan leiden.
De constructie van het Shimano Inter-M remsysteem
is tot stand gekomen op basis van standaarden zoals
ISO 4210 en DIN 79100-2.
Deze standaarden bepalen de prestatie voor een
totaal gewicht van 100 kg. Als het totaal gewicht
meer is dan 100 kg, bestaat de kans dat het
remvermogen dat door het systeem wordt geleverd
voor een juist afremmen onvoldoende is en dat ook
de gebruiksduur van het systeem verminderd wordt.
Indien tijdens het gebruik van de remmen zich een
van de volgende problemen voordoet, onmiddellijk
stoppen met fietsen en bij de plaats van aankoop
vragen om inspectie en reparatie.
1) Wanneer u tijdens het gebruik van de
remmen een abnormaal geluid hoort.
2) Als het remvermogen abnormaal krachtig is.
3) Als het remvermogen abnormaal zwak is.
In het geval van 1) en 2) kan de oorzaak een tekort
aan remvet zijn. Vraag daarom bij de plaats van
aankoop het mechanisme in te vetten met speciaal
trommelremvet.
Indien de rem veelvuldig gebruikt wordt, is het
mogelijk dat het gedeelte rondom de rem heet wordt.
Raak nadat u gestopt bent met fietsen gedurende
tenminste 30 minuten het gedeelte rondom de rem
niet aan.
De BR-IM70-R/ BR-IM73-R remeenheid mag nooit
gedemonteerd worden. Indien deze gedemonteerd
wordt, zal deze niet meer goed functioneren.
OPMERKING:
Het is van vitaal belang dat u de werking van het
remsysteem van uw fiets volledig begrijpt. Indien het
remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan
dit tot gevolg hebben dat u de macht over het stuur
verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u ernstige
verwondingen kunt oplopen. Omdat de bediening van
elke fiets verschillend is, dient u de juiste
remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee de
remhendel ingedrukt dient te worden alsmede de
overige bedieningseigenschappen van uw fiets).
Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fiets
en een professionele fietsenhandelaar en oefen uw rij-
en remtechniek.
De SB-8S20/ SB-7S45/ BL-IM60/ BL-IM45 remhendels
zijn uitgerust met een functieschakelmechanisme. Bij
gebruik van de BR-IM70-R/ BR-IM73-R dient het
mechanisme in de C.R functiestand gezet te worden.
Controleer of de remarm stevig aan de
kettingsteun bevestigd is met behulp van de
remarmklem. Indien de remarm niet correct
gemonteerd is, zal dit een nadelig effect op de
remwerking hebben.
Algemene veiligheidsinformatie
Technische montage-instructies
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
WAARSCHUWING
LET OP
De hoeveelheid beweging van de binnenkabel
wanneer de remhendel wordt ingedrukt dient
14,5 mm of meer te zijn. Als dit minder is dan
14,5 mm, zal dit een nadelig effect op de
remwerking hebben en bestaat de kans dat de
remmen niet zullen functioneren.
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
Opmerking:
Bij het monteren van de verbindingseenheid aan
de nokoverbrengingsplaat, de verbindingseenheid
indrukken totdat deze klikt en controleren of deze
zich stevig in de positie bevindt welke is
aangegeven in de illustratie.
Controleer of beide uiteinden van de buitenkabel
goed in de kabelafstelbouten van zowel de
remhendel als de remarm gestoken zijn.
Plaats de buitenkabelhouder
in de geleidergroef in
de remarm door de
houder langs de
groef te schuiven.
Voor het opnieuw monteren van de remarm,
bovenstaande procedure in omgekeerde
volgorde uitvoeren.
Druk de remhendel in om de remwerking
te controleren. Als de remwerking niet
voldoende is, de remkabel nogmaals
afstellen volgens de procedure
aangegeven onder "Afstellen van de
remkabel".
Monteren van de remkabel
Losmaken van de remkabel
van de remeenheid
Draai de kabelafstelbout van de remeenheid of
remhendel zodanig dat de remhendel een speling
van ongeveer 15 mm heeft.
Kabelafstelbout
Schuif de buitenkabelhouder langs de
geleidergroef in de remarm en verwijder deze
uit de groef.
Houd voor het monteren van de verbindingseenheid
de nokoverbrengingsplaat met uw hand vast en
schuif de verbindingseenheid langs de geleidergroef
in de nokoverbrengingsplaat.
Trek de bevestigingsmoer van de
binnenkabel aan en bevestig
vervolgens het opsluitkapje van
de binnenkabel op het uiteinde
van de binnenkabel. Stel het
opsluitkapje van de binnenkabel
zodanig af dat dit de
verbindingsstang en de spaken
niet raakt.
Opmerking:
Druk de nokoverbrengingsplaat in totdat deze stopt.
Trek vervolgens de binnenkabel zodanig aan dat
deze volledig strak komt te staan en draai de
bevestigingsmoer van de binnenkabel vast.
Afstellen van de remkabel
Controleer of tijdens het aantrekken van de
remkabel het wiel niet gemakkelijk gedraaid kan
worden en druk vervolgens de remhendel ongeveer
10 maal volledig tot aan de greep in om de
remkabel in te laten lopen.
Ongeveer 10 maal
indrukken
Opmerking:
Indien de remkabel niet wordt ingelopen, dient
deze na slechts een korte periode van gebruik
opnieuw afgesteld te worden.
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
gewijzigd worden. (Dutch)
Bij het monteren van de verbindingseenheid
aan de nokoverbrengingsplaat, de
verbindingseenheid indrukken totdat deze
klikt en controleren of deze zich stevig in
de positie bevindt welke is aangegeven in
de illustratie.
Opmerking:
RELEASE
Plaats de kabelafstelbout zodanig dat deze 20 – 22
mm van het uiteinde van de buitenkabelhouder
vandaan is en voer vervolgens de binnenkabel door
de kabelafstelbout en tenslotte door het gat in de
bevestigingsbout van de binnenkabel.
De mate van speling van de remhendel komt
overeen met de afstand tussen de rustpositie
van de remhendel en de positie waarbij
plotseling bij het aantrekken van de remhendel
een druk gevoeld wordt.
15 mm speling
C.R functiestand
Druk de nokoverbrengingsplaat in totdat deze
stopt. Schuif vervolgens de
verbindingseenheid langs de geleidergroef in
de nokoverbrengingsplaat om de
verbindingseenheid te verwijderen.
Als de verbindingseenheid moeilijk te
verwijderen is, de kabelafstelbout rechtsom
draaien om de kabel eerst te ontspannen.
Zet na het indrukken van de remhendel voor het
controleren van de remwerking de kabelafstelbout
vast met behulp van de kabelafstelmoer.
De C geeft de functiestand voor het
gebruik met vrijdragende remmen aan.
De R geeft de functiestand voor het
gebruik met trommelremmen.
De noko-
verbrengingsplaat
naar voren duwen
Gat in bevestigingsbout
van binnenkabel
1.
Voor het verkrijgen van een optimale werking van de
Shimano Inter-M rem, steeds Shimano remkabels en
remhendels als set gebruiken.
2.
8.
7.
1.
2. 5.
1.
3.
2.
3.
4.
2.
1.
9.
10.
3.
4.
5.
6.
Aantrekkoppel:
2 – 3 N·m {20 – 30 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m {300 – 450 kgf·cm}
JAPAN
MIN 2Nm
GREASE
RELEASE
Remeenheid
Bevestigingsmoer van remeenheid
Indien de naafmoeren dopmoeren zijn, gebruik dan
een frame met vorkuiteinden van tenminste 7 mm
dikte.
Controleer of het wiel stevig is vastgezet aan het
frame met behulp van de naafmoeren.
Aantrekkoppel:
20 – 25 N·m {200 – 250 kgf·cm}
Controleer of de remeenheid stevig met behulp van
de bevestigingsmoer van de remeenheid aan het
naafhuis bevestigd is.
Remarmklem
Maak bij het bevestigen van de remarm aan het frame
gebruik van een remarmklem die overeenkomt met de
grootte van de kettingsteun en trek deze stevig met de
klemschroef en de klemmoer met het voorgeschreven
aantrekkoppel aan. Gebruik voor de klemmoer een
borgmoer met een nylon voering (zelfborgende moer).
Het wordt aanbevolen standaard Shimano onderdelen
te gebruiken voor de klemschroef, de klemmoer en de
remarmklem. Gebruik verder een remarmklem die
overeenkomt met de grootte van de kettingsteun. Als
de klemmoer van de remarm losraakt of als de
klemschroef of de remarmklem beschadigd raakt, kan
de remarm op de kettingsteun gaan meedraaien,
waardoor het stuur plotseling naar één kant getrokken
wordt, of het fietswiel kan geblokkeerd raken en de
fiets kan omvallen, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken.
Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter
beschikking heeft en lees deze nauwkeurig alvorens
de onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of
beschadigde onderdelen kunnen de berijder ernstig
letsel toebrengen. Het wordt ten sterkste aanbevolen
uitsluitend originele Shimano vervangingsonderdelen
te gebruiken.
Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden
of de voor- en achterremmen correct functioneren.
Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker
slippen. Als de banden slippen, bestaat de kans dat u
van de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid
verminderen en de remmen tijdig en voorzichtig
aantrekken.
Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig
en bewaar ze op een veilige plaats voor toekomstige
referentie.
Indien er bij het
bevestigen
overmatige kracht
op de remarm
wordt uitgeoefend,
zal het wiel
bijgeluiden maken
en moeilijk te
draaien zijn. Let er
op dat u tijdens
het monteren niet
teveel kracht
uitoefent.
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakverdeling. Wielen
met een radiale spaakverdeling kunnen niet worden
gebruikt aangezien de spaken en het wiel bij het
gebruik van de remmen beschadigd kunnen worden
en remgeluiden kunnen voortbrengen.
De Inter-M rem is verschillend van conventionele
remmen doordat de binnenzijde van de remtrommel
met vet gevuld is. Dit kan tot gevolg hebben dat het
draaien van het wiel enigszins zwaarder verloopt dan
normaal, vooral bij koud weer.
Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke
slijtage of veroudering dat het gevolg is van normaal
gebruik.
Neem voor eventuele vragen betreffende de
methoden van behandeling of afstelling contact op
met de plaats van aankoop.
Verbindingseenheid
Geleidergroef
Stevig naar achteren trekken
Geleidergroef
Buitenkabelhouder
Geleidergroef
Verbindingseenheid
Stevig en zo ver mogelijk langs
de geleidergroef schuiven
Gedeelte A van
nokoverbrengingsplaat
Kabelafstelbout
JAPAN
MIN 2Nm
Aantrekkoppel:
6 – 8 N·m {60 – 80 kgf·cm}
Beide uiteinden van
de buitenkabel dienen
goed naar binnen
gestoken te zijn.
Voor het verkrijgen van de beste prestaties van de Inter-M
rem, wordt het aanbevolen gebruik te maken van de
volgende combinaties.
Rem
Naaf
Hendel
Remkabel
Kabelafstelbout
Indien de remkabel roestig wordt, zal dit een nadelig
effect op de remwerking hebben. Vernieuw in dat
geval de remkabel door een originele Shimano
remkabel en controleer de werking van de remmen
nogmaals.
SI-75E0E
BR-IM70-R
BR-IM73-R
Inter-M Rem
BR-IM70-R / BR-IM73-R
SG-8R20 /SG-7R46 / FH-IM70
SB-8S20 /SB-7S45 /
BL-IM60 / BL-IM45