Chicco Oasys 2 3 Grey, OASYS, OASYS 2/3 FIXPLUS de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Chicco Oasys 2 3 Grey de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
3
Importante: prima dell’uso leggere attentamente e integralmente questo libretto d’istru-
zioni per evitare pericoli nell’utilizzo e conservarlo per ogni futuro riferimento. per non com-
promettere la sicurezza del vostro bambino seguite attentamente queste istruzioni
Important: lire attentivement et intégralement la notice d’instructions avant de se servir
du produit. pour éviter tout risque pendant l’utilisation, conserver la notice d’instructions
pour pouvoir vous y référer ultérieurement. suivre attentivement ces instructions pour ne
pas compromettre la sécurité de votre enfant.
Wichtig: vor benutzung sorgfältig und vollständig diese gebrauchsanleitung lesen, um ge-
fahren bei der verwendung zu vermeiden und für zukünftiges nachschlagen aufbewahren.
befolgen sie bitte aufmerksam diese anleitung, um nicht die sicherheit ihres kindes zu beein-
trächtigen
Important: please read these instructions carefully before use and keep them for future
reference. for your child’s safety, read these instructions carefully.
Importante: antes del uso lea atenta e íntegramente este manual de instrucciones para
evitar peligros y consérvelo para futuras consultas. para no comprometer la seguridad de su
hijo, siga atentamente estas instrucciones.
Importante: antes de utilizar esta cadeira auto, leia atenta e integralmente este livro de
instruções para evitar perigos durante a utilização e guarde-o para consultas futuras. para
não pôr em risco a segurança do seu filho siga escrupulosamente estas instruções.
Belangrijk: lees deze gebruiksaanwijzing voor het gebruik aandachtig en helemaal door, om
gevaren bij het gebruik te voorkomen. bewaar haar voor latere raadpleging. houd u zorgvuldig
aan deze instructies, om de veiligheid van uw kind niet op het spel te zetten.
Önemli:        
-
-

Viktigt:


Σηαντικο:           
   


Važno:
-

Opozorilo:  


Důležité:         -

          

Dôležité:


Ważne:       

      

Fontos:          
-

Important:-


:       
         
       

!


!
         
       


重要:使用之前,仔细完整阅读本说明手册,避免使用中出现危险,同时妥善保存本手册,以便
未来查阅。为了不影响儿童安全,请仔细阅读本说明。
H
R
RU
UA
BG
C
I
F
D
GB
E
P
NL
GR
TR
HR
S
SK
PL
SL
4
Istruzioni D’uso Pag. 11-16
Mode D’emploi Pag. 17-22
Gebrauchsanleitung Pag. 23-29
Instructions for use Pag. 30-35
Instrucciones de uso Pag. 36-41
Instruções de utilização Pag. 42-47
Gebruiksaanwijzing Pag. 48-53
Kullanim Bilgileri Pag. 54-59
Bruksanvisning Pag. 60-65
Οδηγιεσ Χρησησ Pag. 66-71
Upute Za Uporabu Pag. 72-77
Navodila Za Uporabo Pag. 78-83
Návod K Použití Pag. 84-89
Návod K Použitiu Pag. 90-95
Instrukcja Sposobu Użycia Pag. 96-101
Használati Utasítás Pag. 102-107
Instrucţiuni de folosinţă Pag. 108-113
Инструкция По Эксплуатации Pag. 114-119
Pag. 120-125
Інструкція з використання Pag. 126-131
Упътване За Потребителя Pag. 132-137
使用说明 Pag. 138-141
5
I

E
NL
GR
TR
HR




H
R


C


48


BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJ-
ZING VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG EN
HELEMAAL DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GE-
BRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR
LATERE RAADPLEGING. HOUD U ZORGVUL-
DIG AAN DEZE INSTRUCTIES, OM DE VEILIG-
HEID VAN UW KIND NIET OP HET SPEL TE
ZETTEN.
LET OP! VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK
EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDE-
RE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE
WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN. GOOI ZE WEG
IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE
WETTEN VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWER-
KING.

Dit autostoeltje is met inachtneming van de
Europese voorschriften ECE R 44/04 goedge-
keurd voor “Groep 2/3” voor het vervoer van
kinderen tussen de 15 en 36 kg lichaamsge-
wicht (ongeveer tussen de 3 en 12 jaar).
Ieder land heeft andere wetten en voorschrif-
ten betreffende een veilig vervoer van kinde-
ren in de auto. Het is daarom raadzaam voor
meer informatie contact op te nemen met de
plaatselijke autoriteiten.
Het autostoeltje mag uitsluitend door een vol-
wassene worden versteld.
Laat niemand het artikel gebruiken zonder
eerst de instructies te hebben gelezen.
Het gevaar voor ernstig letsel van het kind, en
niet alleen bij een ongeluk, maar ook in andere
omstandigheden (bijv. bij hard remmen, enz.)
wordt groter, als men zich niet nauwgezet
houdt aan de aanwijzingen die in deze hand-
leiding worden gegeven.
Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze steeds
weer te kunnen raadplegen: achter de rug-
leuning van het autostoeltje bevindt zich een
vakje om de gebruiksaanwijzing in te steken.
Het product is uitsluitend bestemd om te
worden gebruikt als autostoeltje en niet voor
gebruik in huis.
De rma Artsana wijst elke vorm van aanspra-
kelijkheid af bij oneigenlijk gebruik van het ar-
tikel en bij elk gebruik dat niet overeenstemt
met deze instructies.
Geen enkel autostoeltje kan de absolute vei-
ligheid van het kind in geval van een ongeluk
garanderen, maar het gebruik ervan vermin-
dert het gevaar voor ernstig letsel als het zou
gebeuren.
Vervoer het kind ook op korte trajecten al-
tijd in het correct geïnstalleerde autostoeltje.
Doet u dat niet, dan brengt u het kind in ge-
vaar. Controleer vooral of de gordel strak ge-
noeg zit, niet verdraaid is, en goed geplaatst is.
Ook na een niet ernstig ongeluk of als het
per ongeluk gevallen is, kan het autostoeltje
schade opgelopen hebben, die echter niet al-
tijd met het blote oog zichtbaar is: het moet
daarom worden vervangen.
Gebruik geen tweedehands autostoeltjes:
deze kunnen voor het blote oog onzichtbare
structurele schade hebben opgelopen, die
echter zodanig is dat de veiligheid van het arti-
kel niet langer gewaarborgd wordt.
Gebruik een autostoeltje niet als het bescha-
digd, vervormd, versleten is, of als er delen
ontbreken: het kan de oorspronkelijke veilig-
heidskenmerken hebben verloren.
Verricht geen wijzigingen aan het artikel en
voeg er niets aan toe zonder toestemming van
de fabrikant.
Breng geen accessoires, reserveonderdelen of
onderdelen op dit autostoeltje aan, die niet
door de fabrikant geleverd of goedgekeurd
zijn.
Gebruik geen diktes, bijv. kussens of dekens,
om het autostoeltje wat hoger op de stoel van
het voertuig te zetten of om het kind hoger
op het autostoeltje te zetten: in geval van een
ongeluk kan het dan gebeuren dat het auto-
stoeltje niet goed functioneert.
Controleer of er zich geen voorwerpen tussen
het kind en het autostoeltje (bijv. schooltas,
rugzakje), tussen het autostoeltje en de zit-
ting, of tussen het autostoeltje en het portier
bevinden.
Controleer of de (inklapbare, kantelbare of
49
draaiende) stoelen van het voertuig stevig
vastzitten.
Controleer of er geen voorwerpen of bagage,
in het bijzonder op de hoedenplank in het
voertuig worden vervoerd, die niet zijn vast-
gezet of veilig zijn geplaatst: in geval van een
ongeluk of bij hard remmen kunnen ze de pas-
sagiers verwonden.
Laat andere kinderen niet met onderdelen of
delen van het autostoeltje spelen.
Laat het kind nooit alleen in de auto. Dit kan
gevaarlijk zijn!
Vervoer niet meer dan één kind tegelijk in het
autostoeltje.
Verzeker u ervan dat alle passagiers van het
voertuig hun eigen veiligheidsgordel gebrui-
ken, zowel voor de eigen veiligheid, als omdat
zij tijdens de reis in geval van een ongeluk of
bij hard remmen het kind kunnen verwonden.
LET OP! Bij het verstellen (van de hoofdsteun
en de rugleuning), verzekert u zich ervan dat
de bewegende delen van het autostoeltje niet
in aanraking komen met het lichaam van het
kind.
Tijdens het rijden, voordat u het autostoeltje
verstelt, of het kind verzet, dient u het voer-
tuig op een veilige plaats stil te zetten.
Controleer regelmatig of het kind de gesp van
de veiligheidsgordel niet opent en of het niet
aan het autostoeltje of delen ervan komt.
Geef het kind tijdens de reis geen eten, in het
bijzonder geen lolly, ijslolly of andere etens-
waar op een stokje. In geval van een ongeluk
of bij hard remmen kan het kind hierdoor ge-
wond raken.
Tijdens lange reizen wordt aangeraden vaak te
pauzeren: het kind verveelt zich al gauw in het
autostoeltje en moet zich kunnen bewegen.
Het is raadzaam het kind aan de kant van de
stoep in- en uit te laten stappen (en hem daar-
bij te begeleiden).
Haal de etiketten en merken niet van de hoes
van het autostoeltje, aangezien dit de hoes
zelf kan beschadigen.
Laat het autostoeltje niet lang in de zon staan:
hierdoor kunnen de materialen en stoffen ver-
bleken.
Als het voertuig in de zon heeft gestaan, con-
troleert u, voordat u het kind in het autostoel-
NL
48
worden gebruikt als autostoeltje en niet voor
gebruik in huis.
De rma Artsana wijst elke vorm van aanspra-
kelijkheid af bij oneigenlijk gebruik van het ar-
tikel en bij elk gebruik dat niet overeenstemt
met deze instructies.
Geen enkel autostoeltje kan de absolute vei-
ligheid van het kind in geval van een ongeluk
garanderen, maar het gebruik ervan vermin-
dert het gevaar voor ernstig letsel als het zou
gebeuren.
Vervoer het kind ook op korte trajecten al-
tijd in het correct geïnstalleerde autostoeltje.
Doet u dat niet, dan brengt u het kind in ge-
vaar. Controleer vooral of de gordel strak ge-
noeg zit, niet verdraaid is, en goed geplaatst is.
Ook na een niet ernstig ongeluk of als het
per ongeluk gevallen is, kan het autostoeltje
schade opgelopen hebben, die echter niet al-
tijd met het blote oog zichtbaar is: het moet
daarom worden vervangen.
Gebruik geen tweedehands autostoeltjes:
deze kunnen voor het blote oog onzichtbare
structurele schade hebben opgelopen, die
echter zodanig is dat de veiligheid van het arti-
kel niet langer gewaarborgd wordt.
Gebruik een autostoeltje niet als het bescha-
digd, vervormd, versleten is, of als er delen
ontbreken: het kan de oorspronkelijke veilig-
heidskenmerken hebben verloren.
Verricht geen wijzigingen aan het artikel en
voeg er niets aan toe zonder toestemming van
de fabrikant.
Breng geen accessoires, reserveonderdelen of
onderdelen op dit autostoeltje aan, die niet
door de fabrikant geleverd of goedgekeurd
zijn.
Gebruik geen diktes, bijv. kussens of dekens,
om het autostoeltje wat hoger op de stoel van
het voertuig te zetten of om het kind hoger
op het autostoeltje te zetten: in geval van een
ongeluk kan het dan gebeuren dat het auto-
stoeltje niet goed functioneert.
Controleer of er zich geen voorwerpen tussen
het kind en het autostoeltje (bijv. schooltas,
rugzakje), tussen het autostoeltje en de zit-
ting, of tussen het autostoeltje en het portier
bevinden.
Controleer of de (inklapbare, kantelbare of
49
draaiende) stoelen van het voertuig stevig
vastzitten.
Controleer of er geen voorwerpen of bagage,
in het bijzonder op de hoedenplank in het
voertuig worden vervoerd, die niet zijn vast-
gezet of veilig zijn geplaatst: in geval van een
ongeluk of bij hard remmen kunnen ze de pas-
sagiers verwonden.
Laat andere kinderen niet met onderdelen of
delen van het autostoeltje spelen.
Laat het kind nooit alleen in de auto. Dit kan
gevaarlijk zijn!
Vervoer niet meer dan één kind tegelijk in het
autostoeltje.
Verzeker u ervan dat alle passagiers van het
voertuig hun eigen veiligheidsgordel gebrui-
ken, zowel voor de eigen veiligheid, als omdat
zij tijdens de reis in geval van een ongeluk of
bij hard remmen het kind kunnen verwonden.
LET OP! Bij het verstellen (van de hoofdsteun
en de rugleuning), verzekert u zich ervan dat
de bewegende delen van het autostoeltje niet
in aanraking komen met het lichaam van het
kind.
Tijdens het rijden, voordat u het autostoeltje
verstelt, of het kind verzet, dient u het voer-
tuig op een veilige plaats stil te zetten.
Controleer regelmatig of het kind de gesp van
de veiligheidsgordel niet opent en of het niet
aan het autostoeltje of delen ervan komt.
Geef het kind tijdens de reis geen eten, in het
bijzonder geen lolly, ijslolly of andere etens-
waar op een stokje. In geval van een ongeluk
of bij hard remmen kan het kind hierdoor ge-
wond raken.
Tijdens lange reizen wordt aangeraden vaak te
pauzeren: het kind verveelt zich al gauw in het
autostoeltje en moet zich kunnen bewegen.
Het is raadzaam het kind aan de kant van de
stoep in- en uit te laten stappen (en hem daar-
bij te begeleiden).
Haal de etiketten en merken niet van de hoes
van het autostoeltje, aangezien dit de hoes
zelf kan beschadigen.
Laat het autostoeltje niet lang in de zon staan:
hierdoor kunnen de materialen en stoffen ver-
bleken.
Als het voertuig in de zon heeft gestaan, con-
troleert u, voordat u het kind in het autostoel-
tje laat plaatsnemen, of de verschillende delen
niet heet zijn geworden: om verbranding te
voorkomen, laat u ze in dat geval eerst afkoe-
len, voordat u het kind laat plaatsnemen.

1. Dit is een “Universeel” kinderbeveiligings-
systeem, dat goedgekeurd is volgens Voor-
schrift ECE nr. 44, amendementen serie 04.
Het is geschikt voor algemeen gebruik in
voertuigen en compatibel met de meeste,
maar niet alle, autozittingen.
2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger te
verkrijgen indien de fabrikant van het voer-
tuig in de handleiding ervan verklaart dat het
voertuig geschikt is om er “universele” kin-
derbeveiligingssystemen voor kinderen van
deze leeftijdsgroep in te installeren.
3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als “univer-
seel” geclassificeerd volgens goedkeurings-
criteria die strenger zijn ten opzichte van vo-
rige modellen die niet van deze mededeling
zijn voorzien.
4. Enkel geschikt om te worden gebruikt in
voertuigen met vaste of oprolbare driepunts-
gordel, die is goedgekeurd volgens de Voor-
schriften UN/ECE N°16 of andere gelijkwaar-
dige standaarden.
5. Neem in geval van twijfel contact op met de
fabrikant van het kinderbeveiligingssysteem
of met de dealer.
  
     -

LET OP! Neem de volgende beperkingen en
gebruiksvereisten betreffende het artikel en de
autozitting nauwgezet in acht: anders is de vei-
ligheid niet verzekerd
Het kind moet tussen de 15 en de 36 kg we-
gen.
De autozitting dient uitgerust te zijn met een
vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goed-
gekeurd is volgens de Voorschriften UNI/ECE
N°16 of andere gelijkwaardige standaarden
(Fig. 1 – Fig. 2).
Het kan gebeuren dat de gesp van de veilig-
heidsgordel van de auto te lang is en de voor-
ziene hoogte ten opzichte van het onderste
50
gedeelte van de zitting overschrijdt (Fig. 3).
In dat geval mag het autostoeltje niet op die
zitting worden bevestigd, maar zal hij op een
andere zitting moeten worden geïnstalleerd,
die dit probleem niet heeft. Neem voor meer
informatie hierover contact op met de auto-
fabrikant.
• Het autostoeltje kan voorin op de passagiers-
zitting worden aangebracht, of op één van de
achterzittingen en moet altijd in de rijrichting
worden geplaatst. Gebruik dit autostoeltje
nooit op zittingen die zijdelings staan of tegen
de rijrichting in (Fig. 4).
LET OP! Volgens de statistieken over ongeluk-
ken is de achterbank van het voertuig veiliger
dan de voorzittingen: daarom wordt aange-
raden het autostoeltje op de achterbank te
installeren. De veiligste zitting is de middelste
achterzitting, als deze is uitgerust met een drie-
puntsgordel: in dit geval wordt aangeraden het
autostoeltje op de middelste achterzitting te
plaatsen.
Als het autostoeltje op de voorzitting wordt
geplaatst, wordt voor een grotere veiligheid
aangeraden de zitting zover mogelijk naar ach-
teren te zetten, voor zover de aanwezigheid van
andere passagiers op de achterbank dit toelaat,
en de rugleuning zo verticaal mogelijk te zetten.
Als de auto uitgerust is met een hoogteregelaar
voor de gordel, bevestigt u deze op de laagste
stand. Controleer vervolgens of de gordelrege-
laar ten opzichte van de rugleuning van de auto-
zitting naar achteren staat of er hooguit op één
lijn mee staat (Fig. 5A en 5B).
Als de voorzitting is uitgerust met een frontale
airbag wordt afgeraden het autostoeltje op
deze zitting aan te brengen. Bij installatie op
een zitting die beschermd is door een airbag
dient u altijd de handleiding van de auto te
raadplegen.


Het autostoeltje met veiligheidsgordels in de
auto installeren en het kind erin zetten
• Het autostoeltje in de auto installeren zonder
kind
• Het kind uit het autostoeltje halen
• Het autostoeltje uit de auto nemen
Installatie en verwijdering van de bekerhouder
• De hoogte van de rugleuning afstellen
• De breedte van de rugleuning afstellen
De schuine stand van de rugleuning/zitting
afstellen
Afneembaarheid hoes rugleuning / zitting
Onderhoud en reiniging van de hoes

A. Hoofdsteun
B. Geleiding van de diagonale gordel
C. Rugleuning
D. Armleuningen
E. Zitting
F. Geleiding van de buikgordel
G. Bekerhouder
H. Afstelknop voor de schuine stand
I. Open/dicht knop van de gordelgeleiding
J. Bevestigingssysteem voor de bekerhouder
K. Wieltje om de breedte van de rugleuning af
te stellen
L. Verstelhendel voor de hoogte van de rug-
leuning
M. Achtervak voor de handleiding
N. Zijvleugels
    

LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de
tekst als op de tekeningen, betrekking op de
installatie van het autostoeltje op de rechter
achterzitting.
Verricht echter dezelfde handelingen voor in-
stallaties op andere plaatsen.
1. Zet het autostoeltje op de zitting en duw de
rugleuning tegen die van de zitting (Fig. 6).
LET OP! Controleer of de hoofdsteun van de
zitting de hoofdsteun van het autostoeltje niet
hindert: hij mag hem niet naar voren duwen
(Fig. 7). Als dit mocht gebeuren, verwijdert u
de hoofdsteun van de autozitting, waarop het
autostoeltje wordt geïnstalleerd. Denk er ver-
volgens aan de hoofdsteun weer op de zitting te
plaatsen als het autostoeltje wordt verwijderd
en de zitting voor een passagier wordt gebruikt.
LET OP! Het achterste gedeelte van het auto-
stoeltje dient goed op de zitting aan te sluiten.
51
2. Laat het kind met de rug stevig tegen de rug-
leuning van het autostoeltje zitten.
3. Controleer de hoogte van de rugleuning (zie
de paragraaf “DE HOOGTE VAN DE RUG-
LEUNING AFSTELLEN”)
4. Controleer de breedte van de rugleuning (zie
de paragraaf “DE BREEDTE VAN DE RUGLEU-
NING AFSTELLEN”)
5. Steek het diagonale gedeelte van de autogor-
del in de geleiding voor de diagonale gordel
(B). Verzeker u ervan dat de open/dicht knop
van de gordelgeleiding (I) helemaal gesloten
is, door te controleren of de witte referentie-
lijn zichtbaar is (fig.8).
6. Maak de veiligheidsgordel van de auto vast
door het buikgedeelte door de rode geleiding
van de buikgordels (F) onder de twee arm-
leuningen door te halen en het diagonale ge-
deelte onder de armleuning aan de kant van
de gesp (fig. 9).
7. Trek het diagonale gedeelte van de autogor-
del omhoog, zodat de hele gordel gespannen
wordt en goed op de borstkas en de benen
van het kind aansluit, maar trek hem niet te
strak aan! (Fig. 10)
LET OP! Controleer of de autogordel goed ge-
spannen is.
LET OP! Controleer of de autogordel niet ver-
draaid zit (Fig. 11).
LET OP! Controleer of de diagonale gordel goed
tegen de schouder van het kind rust (Fig. 10) en
geen druk uitoefent op de nek. Stel de hoogte
van de rugleuning anders af (zie de paragraaf
“DE HOOGTE VAN DE RUGLEUNING AFSTEL-
LEN”).
LET OP! Controleer of de regelaar van de auto-
gordel ten opzichte van de rugleuning van de
autozitting naar achteren staat (of er hooguit
op één lijn mee staat) (Fig. 5).
LET OP! Laat de autogordels nooit op andere
plaatsen lopen dan die in deze gebruiksaanwij-
zing worden aangeduid! (Fig. 12)
LET OP! Controleer of het kind goed in het au-
tostoeltje vastgezet is, zodat hij niet naar voren
schuift.
      -

Als het kind niet wordt vervoerd, moet het au-
50
• Het autostoeltje uit de auto nemen
Installatie en verwijdering van de bekerhouder
• De hoogte van de rugleuning afstellen
• De breedte van de rugleuning afstellen
De schuine stand van de rugleuning/zitting
afstellen
Afneembaarheid hoes rugleuning / zitting
Onderhoud en reiniging van de hoes

A. Hoofdsteun
B. Geleiding van de diagonale gordel
C. Rugleuning
D. Armleuningen
E. Zitting
F. Geleiding van de buikgordel
G. Bekerhouder
H. Afstelknop voor de schuine stand
I. Open/dicht knop van de gordelgeleiding
J. Bevestigingssysteem voor de bekerhouder
K. Wieltje om de breedte van de rugleuning af
te stellen
L. Verstelhendel voor de hoogte van de rug-
leuning
M. Achtervak voor de handleiding
N. Zijvleugels
    

LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de
tekst als op de tekeningen, betrekking op de
installatie van het autostoeltje op de rechter
achterzitting.
Verricht echter dezelfde handelingen voor in-
stallaties op andere plaatsen.
1. Zet het autostoeltje op de zitting en duw de
rugleuning tegen die van de zitting (Fig. 6).
LET OP! Controleer of de hoofdsteun van de
zitting de hoofdsteun van het autostoeltje niet
hindert: hij mag hem niet naar voren duwen
(Fig. 7). Als dit mocht gebeuren, verwijdert u
de hoofdsteun van de autozitting, waarop het
autostoeltje wordt geïnstalleerd. Denk er ver-
volgens aan de hoofdsteun weer op de zitting te
plaatsen als het autostoeltje wordt verwijderd
en de zitting voor een passagier wordt gebruikt.
LET OP! Het achterste gedeelte van het auto-
stoeltje dient goed op de zitting aan te sluiten.
51
2. Laat het kind met de rug stevig tegen de rug-
leuning van het autostoeltje zitten.
3. Controleer de hoogte van de rugleuning (zie
de paragraaf “DE HOOGTE VAN DE RUG-
LEUNING AFSTELLEN”)
4. Controleer de breedte van de rugleuning (zie
de paragraaf “DE BREEDTE VAN DE RUGLEU-
NING AFSTELLEN”)
5. Steek het diagonale gedeelte van de autogor-
del in de geleiding voor de diagonale gordel
(B). Verzeker u ervan dat de open/dicht knop
van de gordelgeleiding (I) helemaal gesloten
is, door te controleren of de witte referentie-
lijn zichtbaar is (fig.8).
6. Maak de veiligheidsgordel van de auto vast
door het buikgedeelte door de rode geleiding
van de buikgordels (F) onder de twee arm-
leuningen door te halen en het diagonale ge-
deelte onder de armleuning aan de kant van
de gesp (fig. 9).
7. Trek het diagonale gedeelte van de autogor-
del omhoog, zodat de hele gordel gespannen
wordt en goed op de borstkas en de benen
van het kind aansluit, maar trek hem niet te
strak aan! (Fig. 10)
LET OP! Controleer of de autogordel goed ge-
spannen is.
LET OP! Controleer of de autogordel niet ver-
draaid zit (Fig. 11).
LET OP! Controleer of de diagonale gordel goed
tegen de schouder van het kind rust (Fig. 10) en
geen druk uitoefent op de nek. Stel de hoogte
van de rugleuning anders af (zie de paragraaf
“DE HOOGTE VAN DE RUGLEUNING AFSTEL-
LEN”).
LET OP! Controleer of de regelaar van de auto-
gordel ten opzichte van de rugleuning van de
autozitting naar achteren staat (of er hooguit
op één lijn mee staat) (Fig. 5).
LET OP! Laat de autogordels nooit op andere
plaatsen lopen dan die in deze gebruiksaanwij-
zing worden aangeduid! (Fig. 12)
LET OP! Controleer of het kind goed in het au-
tostoeltje vastgezet is, zodat hij niet naar voren
schuift.
      -

Als het kind niet wordt vervoerd, moet het au-
tostoeltje altijd met de driepuntsgordel van de
auto vast blijven zitten, of in de kofferbak wor-
den gezet. Een niet vastgezet autostoeltje kan
in geval van een ongeluk of bij hard remmen na-
melijk een gevaar inhouden voor de passagiers.

Maak de gesp van de autogordel los en begeleid
de gordel terwijl hij wordt opgerold.

LET OP! Haal het kind uit het autostoeltje,
voordat u overgaat tot de loskoppeling ervan.
1. Maak de autogordel los.
2. Haal het diagonale gedeelte van de gordel
uit de geleiding en begeleid hem tijdens het
oprollen.
Installatie en verwijdering van de bekerhouder.
Het autostoeltje is uitgerust met 2 inzetstuk-
ken, één rechts en één links van de zitting om
de bekerhouder naar eigen wens te kunnen
installeren.
Om de bekerhouder aan te brengen:
1. Zet de bekerhouder in het hiervoor bestemde
inzetstuk (Fig. 13)
2. Duw de bekerhouder omlaag tot hij vastzit
(Fig. 14)
LET OP! Doe geen glazen houders of warme
vloeistoffen in de bekerhouder. Ze kunnen het
kind verwonden.
Om de bekerhouder te verwijderen:
1. Druk op het hendeltje aan de achterkant van
de bekerhouder en til hem op, waardoor hij
loskomt van de speciale inzetstukken (Fig.
15)
De inzetstukken zijn uitgerust met een speciaal
mechanisme, waardoor hij altijd horizontaal
gehouden wordt.
Om de bekerhouder op de gewenste stand te
draaien:
1. druk op het hendeltje aan de achterkant en
draai de bekerhouder op de gewenste stand.

De hoogte van de rugleuning kan op 10 stan-
den worden afgesteld om het autostoeltje zo
goed mogelijk aan de lengte van het kind aan
te passen.
52
Zorg ervoor dat het hoofd van het kind goed
gesteund is en de diagonale autogordel goed
tegen zijn schouder aan zit.
Tijdens het afstellen van de hoogte van de rug-
leuning, controleert u of de geleiding van de di-
agonale gordel (B) op de schouder op een maxi-
mumafstand van 2 cm is geplaatst (fig. 16).

1. Druk met één hand op de verstelhendel voor
de hoogte van de rugleuning (L) aan de ach-
terkant van de hoofdsteun (fig. 17)
2. Haal de rugleuning omhoog/omlaag om hem
aan de hoogte van de schouders van het kind
aan te passen (fig. 18)
3. Laat de hendel los en controleer of hij op de
gewenste stand vastzit.

De breedte van de rugleuning kan worden afge-
steld om het autostoeltje zo goed mogelijk aan
het postuur van het kind aan te passen.
Om de afstelling te verrichten, draait u aan het
wieltje dat op de hoofdsteun zichtbaar is om de
breedte van de rugleuning af te stellen (K):
1. Door hem tegen de klok in te draaien, wordt
de rugleuning breder (fig. 19) en door hem
met de klok mee te draaien, smaller (fig. 20).
 

Het autostoeltje kan schuin worden gezet met
de afstelknop voor de schuine stand (H).
De rugleuning/zitting van het autostoeltje kan
op 4 standen worden versteld, zodat het kind
op de voor hem comfortabelste stand kan rei-
zen.
Om de rugleuning schuin te zetten, pakt u de
zitting aan de opening aan de voorkant (fig. 21)
vast en trekt u hem naar u toe.
Om het autostoeltje weer rechtop te zetten,
drukt u op de afstelknop voor de schuine stand
(H) en duwt u de zitting in de richting van de
rugleuning van de autozitting.
LET OP! Zet het stoeltje niet schuin tijdens het
gebruik. Voordat u de rugleuning afstelt, moet u
het kind uit het autostoeltje halen.
Na het autostoeltje Oasys schuin of rechtop
te hebben gezet, controleert u altijd of de drie-
puntsgordel van de auto goed gespannen is en
maximaal 2 cm boven de schouder van het kind
loopt (fig. 16).
Verricht deze handelingen altijd bij stilstaande
auto.

De bekleding van het autostoeltje kan geheel
verwijderd en gewassen worden. Ze is met vel-
cro en elastiek aan het frame bevestigd (Fig. 22)
Til de rugleuning (C) helemaal omhoog en
spreid de zijvleugels (N).
Rugleuning
1. Begin aan het onderste gedeelte van de zij-
vleugels, maak de velcro’s los ( fig. 23) en haal
de bekleding weg.
2. Ga verder met het middelste gedeelte van de
rugleuning, van onder naar boven en haal ook
het hele gedeelte van de hoofdsteun weg. Let
op het elastiek aan de achterkant van de rug-
leuning, waarmee ze op haar plaats gehou-
den wordt. (fig.24)
Zitting
1. Maak de velcro aan de achterkant van de zit-
ting los (fig. 25).
2. Trek aan de stoffen bekleding zodat het elas-
tiek gespannen wordt en maak het aan beide
kanten van de geleiding van de buikgordel (F)
los.
3. Terwijl u de twee elastieken vasthoudt, haalt
u de stoffen bekleding aan beide kanten he-
lemaal van de geleidingen van de buikgordels
(F) (Fig. 27).
4. De middelste bescherming is met twee tand-
jes aan de rugleuning bevestigd. Trek de mid-
delste bescherming omhoog om zo de tand-
jes van hun plaats te halen (fig. 28).
5. Haal de stoffen bekleding van de armleunin-
gen.
6. Voltooi de verwijdering van de bekleding
door de driehoekige plastic versteviging, die
om de afstelknop voor de schuine stand (H)
vastzit, omhoog te trekken (fig. 29A en 29B).
Om de hoes weer op het frame aan te brengen:
Til de rugleuning helemaal omhoog en spreid
de zijvleugels.

Begin de bekleding op de zitting aan te brengen,
door de handelingen van 6 tot 1 in omgekeerde
53
volgorde te verrichten. Let er bijzonder goed
op dat u de bekleding perfect op het frame
laat aansluiten en passen, in het bijzonder ter
hoogte van de twee geleidingen van de buikgor-
dels (F), door beide elastieken eronder door te
laten lopen.

Begin met de hoofdsteun en zorg ervoor dat
het elastiek en het stoffen deel in de bedek-
king aan de achterkant worden gedaan. Breng
vervolgens de bekleding helemaal aan, door de
handelingen 1 en 2 in omgekeerde volgorde te
verrichten.

Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door een volwassene worden
verricht.
De hoes van het autostoeltje kan geheel verwij-
derd en gewassen worden. Volg bij het wassen
de instructies op het etiket van de hoes:
Op 30°C in de wasmachine wassen
Niet bleken
Niet in de droger drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen

Centrifugeer de hoes niet en hang ze op zonder
ze uit te wringen.
De hoes mag uitsluitend worden vervangen
met een door de fabrikant goedgekeurde reser-
vehoes, aangezien ze integrerend deel uitmaakt
van het autostoeltje en dus een veiligheidsele-
ment is.
LET OP! Het autostoeltje mag nooit zonder
hoes worden gebruikt, om de veiligheid van het
kind niet op het spel te zetten.

Reinig de plastic delen uitsluitend met een
doekje, bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel.
52
maximaal 2 cm boven de schouder van het kind
loopt (fig. 16).
Verricht deze handelingen altijd bij stilstaande
auto.

De bekleding van het autostoeltje kan geheel
verwijderd en gewassen worden. Ze is met vel-
cro en elastiek aan het frame bevestigd (Fig. 22)
Til de rugleuning (C) helemaal omhoog en
spreid de zijvleugels (N).
Rugleuning
1. Begin aan het onderste gedeelte van de zij-
vleugels, maak de velcro’s los ( fig. 23) en haal
de bekleding weg.
2. Ga verder met het middelste gedeelte van de
rugleuning, van onder naar boven en haal ook
het hele gedeelte van de hoofdsteun weg. Let
op het elastiek aan de achterkant van de rug-
leuning, waarmee ze op haar plaats gehou-
den wordt. (fig.24)
Zitting
1. Maak de velcro aan de achterkant van de zit-
ting los (fig. 25).
2. Trek aan de stoffen bekleding zodat het elas-
tiek gespannen wordt en maak het aan beide
kanten van de geleiding van de buikgordel (F)
los.
3. Terwijl u de twee elastieken vasthoudt, haalt
u de stoffen bekleding aan beide kanten he-
lemaal van de geleidingen van de buikgordels
(F) (Fig. 27).
4. De middelste bescherming is met twee tand-
jes aan de rugleuning bevestigd. Trek de mid-
delste bescherming omhoog om zo de tand-
jes van hun plaats te halen (fig. 28).
5. Haal de stoffen bekleding van de armleunin-
gen.
6. Voltooi de verwijdering van de bekleding
door de driehoekige plastic versteviging, die
om de afstelknop voor de schuine stand (H)
vastzit, omhoog te trekken (fig. 29A en 29B).
Om de hoes weer op het frame aan te brengen:
Til de rugleuning helemaal omhoog en spreid
de zijvleugels.

Begin de bekleding op de zitting aan te brengen,
door de handelingen van 6 tot 1 in omgekeerde
53
volgorde te verrichten. Let er bijzonder goed
op dat u de bekleding perfect op het frame
laat aansluiten en passen, in het bijzonder ter
hoogte van de twee geleidingen van de buikgor-
dels (F), door beide elastieken eronder door te
laten lopen.

Begin met de hoofdsteun en zorg ervoor dat
het elastiek en het stoffen deel in de bedek-
king aan de achterkant worden gedaan. Breng
vervolgens de bekleding helemaal aan, door de
handelingen 1 en 2 in omgekeerde volgorde te
verrichten.

Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door een volwassene worden
verricht.
De hoes van het autostoeltje kan geheel verwij-
derd en gewassen worden. Volg bij het wassen
de instructies op het etiket van de hoes:
Op 30°C in de wasmachine wassen
Niet bleken
Niet in de droger drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen

Centrifugeer de hoes niet en hang ze op zonder
ze uit te wringen.
De hoes mag uitsluitend worden vervangen
met een door de fabrikant goedgekeurde reser-
vehoes, aangezien ze integrerend deel uitmaakt
van het autostoeltje en dus een veiligheidsele-
ment is.
LET OP! Het autostoeltje mag nooit zonder
hoes worden gebruikt, om de veiligheid van het
kind niet op het spel te zetten.

Reinig de plastic delen uitsluitend met een
doekje, bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. De be-
wegende delen van het autostoeltje mogen op
geen enkele wijze worden gesmeerd.

Aangeraden wordt de volgende onderdelen
regelmatig op beschadiging en slijtage te con-
troleren:
hoes: controleer of de vulling niet uitpuilt
of dat er geen delen loszitten. Controleer de
staat van de naden die altijd intact moeten
zijn.
plastic delen: controleer de slijtagestaat van
alle plastic delen, die geen duidelijke bescha-
digingen of verkleuring mogen hebben.
LET OP! Indien het autostoeltje beschadigd,
vervormd of ernstig versleten mocht zijn, moet
het worden vervangen: het kan de oorspronke-
lijke veiligheidskenmerken hebben verloren.

Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt
aangeraden het autostoeltje op een droge
plaats, uit de buurt van warmtebronnen en
beschermd tegen stof, vocht en rechtstreeks
zonlicht te bewaren.

Als de voorziene gebruiksgrens van het auto-
stoeltje is bereikt, gebruikt u het niet meer
en zet u het bij het afval. Uit respect voor het
milieu scheidt u de verschillende soorten afval
volgens wat door de geldende voorschriften in
uw land is voorgeschreven.
30° C
1/144