Toro Multicycler Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FormNo.3360-217RevA
48cmMulticyclergazonmaaier
Modelnr.:20636—Serienr.:280J00001enhoger
Modelnr.:20637—Serienr.:280K00001enhoger
Modelnr.:20638—Serienr.:280L00001enhoger
Gebruikershandleiding
Inleiding
Leesdezehandleidingzorgvuldig,zodatuweethoe
uhetproductopdejuistewijzekuntgebruikenen
onderhoudenenletselenschadeaanhetproductkunt
voorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuisteen
veiligegebruikvanhetproduct.
UkuntrechtstreeksmetToroopwww.Toro.comcontact
opnemenominformatieoverproductenenaccessoires
teverkrijgen,eendealertevindenofuwproductte
registreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeServiceDealerofmetdeklantenservicevan
Toro.Figuur1toontdelocatievanhetmodelnummer
enhetserienummervanhetproduct.
Figuur1
1.Plaatjemetmodelnummerenserienummer
Ukunthetmodelnummerenhetserienummernoteren
inderuimtehieronder:
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevaren
enbevateenaantalveiligheidsberichten(Figuur2)
metdevolgendeveiligheidssymbolen,dieduiden
opeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
VoormodelswaarvanhetaantalPKisaangegeven,
isdebrutoPKdoordemotorfabrikantgemetenin
laboratoriumomstandighedengemetenovereenkomstig
SAEJ1940.Omdatbijdeconguratierekening
isgehoudenmetdeveiligheids-,emissie-en
gebruiksvoorschriften,zaldemotorvandittype
gazonmaaiersindepraktijkveelminderPKhebben.
Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhoudvandemachinekan
letselveroorzaken.Omditrisicoteverminderen,
dientuzichaandevolgendeinstructiestehouden.
Toroheeftdezemaaimachineontwikkeldengetestom
eenredelijkematevangebruiksveiligheidtebieden;
niet-nalevingvandezeinstructieskanevenwelleiden
totlichamelijkletsel.
Hetisvanessentieelbelangdatuofelkeandere
gebruikervandemaaimachineeerstdehandleiding
leestenbegrijptalvorensdemotortestarten.
Hierdoorwordtmaximaleveiligheid,debeste
maairesultateneninzichtinhetproductverkregen.
LetvooralophetveiligheidssymboolFiguur2dat
betekentVoorzichtig,WaarschuwingofGevaar
"instructievoorpersoonlijkeveiligheid".Lees
dieinstructieenzorgervoordatudiebegrijpt
omdatdezebetrekkingheeftopdeveiligheid.
Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentot
lichamelijkletsel.
©2008—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
GedruktinHongarije
Allerechtenvoorbehouden
Algemeneveiligheidsregels
i.v.m.demaaimachine
DevolgendeinstructieszijnontleendaanEN836.
Dezemaaimachinekanhandenofvoetenamputeren
envoorwerpenuitwerpen.Alsudehiernabeschreven
veiligheidsinstructiesnietopvolgt,kandaternstigletsel
ofdedoodtotgevolghebben.
Instructie
Leesdezehandleidingaandachtigdoor.Zorgervoor
datuvertrouwdraaktmetbedieningsorganenen
weethoeudemachinemoetgebruiken.
Laatnooitkinderenofpersonendiedeinstructies
nietkennen,demaaimachinegebruiken.Voorde
gebruikerkaneenwettelijkeminimumleeftijdgelden.
Denkeraandatdegebruikerverantwoordelijkis
voorongevallenofschadeaananderepersonenof
huneigendommen.
Zorgervoordatuallepictogrammenopde
maaimachineofindeinstructiesbegrijpt.
Benzine
WAARSCHUWING–Benzineisuiterstontvlambaar.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregelen.
Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
daarvoorspeciaalzijnbedoeld.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Verwijder
nooitdedopvandebrandstoftankenvulnooit
benzinebijwanneerdemotorlooptofheetis.
Alserbrandstofgemorstmagudemotor
nietaanzetten,maardientueerstde
maaimachineverplaatsen.Zorgervoordat
ergeenontstekingsbronnenindebuurtvan
degemorstebrandstofkomentotdatalle
benzinedampenverdwenenzijn.
Doesteedsdedopweerzorgvuldigopbrandstoftanks
en-containers.
Vooringebruikname
Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenen.Draaggeenschoenenmetopen
tenenenloopnietopblotevoeten.
Inspecteereerstgrondighetterreinwaaru
demachinewiltgebruiken,enverwijderalle
stenen,takken,draden,bottenofanderevreemde
voorwerpen.
Controleervóórgebruikaltijdofdebeschermplaten
enveiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleidersen
grasvanger,ophunplaatszittenennaarbehoren
werken.
Controleerdemessen,bevestigingsboutenenhet
maaimechanismealtijdopsporenvanslijtageof
beschadigingvóórhetgebruik.Vervangversletenof
beschadigdemessenenboutenaltijdalscompleteset
omeengoedebalanstebehouden.
Starten
Schakelallemes-enaandrijfkoppelingenuitenzet
deversnellingindeneutraalstandvoordatude
motorstart.
Houddemaaimachinenietschuinalsudemachine
startofdemotoraanzet,behalvealsudemachine
schuinmoethoudenomtestarten.Houdde
machineindatgevalnietschuinerdannodigis,entil
alleendezijdeopdiehetverstvanuverwijderdis.
Houdubijhetstartenofaanzettenvandemotor
zorgvuldigaandevoorschriftenenhouduwvoeten
uitdebuurtvandemaaimes(sen)ennietvóórde
afvoeropening.
Gebruiksaanwijzing
Houdiedereenweguithetgebiedwaarinude
machinegebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
Letopkuileninhetterreinenandereverborgen
gevaren.
Houdhandenenvoetenuitdebuurtvandraaiende
onderdelen.Blijfaltijduitdebuurtvande
afvoeropening.
Umageenmaaimachinenooitoptillenofdragen
terwijldemotorloopt.
Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
loopmaaimachineachteruitrijdtofnaaru
toetrekt.
Lopen,nooitrennen.
Hellingen:
Maainietopaltesteilehellingen.
Weesuiterstvoorzichtigophellingen.
Maaidwarsovereenhelling,nooithellingopen
af,enweesuiterstvoorzichtigalsuopeenhelling
vanrichtingverandert.
Zorgdatuophellingenaltijdstevigstaat.
Zorgervoordathetmesstilstaatalsude
maaimachineschuinmoethoudenomoppervlakken
2
overtestekendienietmetgraszijnbegroeid,enals
udemachinenaarhetterreinbrengtwaarumoet
maaienofdaarweerweghaalt.
Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen
kunnenverzamelen.
Zetdemotoraf
alsudemaaimachineachterlaat.
voordatubrandstofbijvult.
voordatudegrasvangerverwijdert.
voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanaf
debedieningspositiekanwordeningesteld.
Zetdemotorafenmaakdebougiekabellos.
voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt.
voordatudemaaimachinecontroleert,reinigtof
daaraanwerkzaamhedenverricht.
alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraakt,moetu
demaaimachineopbeschadigingencontroleren
enreparatiesuitvoerenvoordatudemachine
opnieuwstartenweeringebruikneemt.
alsdemaaimachineabnormaalbeginttetrillen
(directcontroleren).
Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
Onderhoudenstalling
Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatig
strakaan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
Gebruikgeenhogedrukalsuwerktuigenopde
machinereinigt.
Staldemachinenooitmetbenzineindetankineen
gebouwwaardampenopenvlammenofvonken
kunnenbereiken.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemaaimachinein
eenafgeslotenruimtestalt.
Omhetrisicovanbrandteverminderen,moetude
motor,degeluiddemper,hetaccucompartimenten
debenzinetankvrijvangras,bladerenofovertollig
vethouden.
Umoetdeonderdelenvandegrasvangerende
afvoergeleiderveelvuldigcontrolerenen,indien
nodig,vervangendooronderdelendiedefabrikant
heeftaanbevolen.
Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doe
ditdanbuiten.
Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatdemotor
nietmeteentehoogtoerentallopenomdatditde
kansopongevallenkanvergroten.
Letopdatbijmachinesmetmeerderemessenandere
messenkunnengaandraaiendoordatueenmes
draait.
Weesvoorzichtigalsudemachineafstelt,teneinde
tevoorkomendatuwvingersbekneldrakentussen
dedraaiendemessenendevasteonderdelenvande
machine.
Omdebesteprestatieseneenveiliggebruik
teverzekeren,dientuuitsluitendoriginele
Toro-onderdelenenaccessoiresgebruiken.
Nooit
uni v er sele
onderdelenenaccessoires
gebruiken;dezekunnendeveiligheidingevaar
brengen.
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteenmaximalegeluidsdrukvan
85dBAuitophetgehoorvandegebruiker,gebaseerd
opmetingenbijidentiekemachinesvolgensEN836en
ISO11201.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengegarandeerdgeluidsniveauvan
98dBA,gebaseerdopmetingenbijidentiekemachines
volgensISO11094.
Trillingophanden/armen
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveau
van4,9m/s
2
opdehandenenarmen,gebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensEN836en
EN1033procedures.
3
Veiligheids-eninstructiestickers
Belangrijk:Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructiesbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkan
ontstaan.Vervangbeschadigdestickers.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
110-7058
1.Maaihoogte
110-7178
1.Maaihoogte
110-7059
Uitsluitendmodel20638
1.Raadpleegde
Gebruikershandleiding.
4.Plaatsdezekering.
2.Verwijderdestickervan
dezekeringdoos.
5.Plaatshetdekselvande
zekeringdoosterug.
3.Verwijderhetdekselvan
dezekeringdoos.
6.Startdemotor.
110-7126
1.WaarschuwingRaadpleegdeGebruikershandleiding.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geampu-
teerd—Maakdebougiekabellosalvorensservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
3.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen—Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
4.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
5.Machinekanvoorwerpenuitwerpen—Zorgervoordatde
grasgeleideropzijnplaatszit.
104-7953
Uitsluitendmodel20638
1.WaarschuwingRaadpleegdeGebruikershandleidingvoorinformatieoverhetopladenvandeaccu.Bevatlood,nietweggooien.
2.RaadpleegdeGebruikershandleiding.
4
Montage
1.Dehandgreepuitklappen
Procedure
1.Maakdevergrendelingenvandehandgreeplos,zet
dedelenvandehandgreepindebedrijfsstanden
vergrendeldehandgreep(Figuur3).
Figuur3
2.Maakdevergrendelingenvandebovenstehandgreep
los;draaidebovenstehandgreepomhoogenzet
dezevastineenstanddieuprettigvindt(Figuur4).
Figuur4
1.Hoogstestand3.Laagstestand
2.Middelstestand
Opmerking:Ukuntdebovenstehandgreepin
eenvandedriestandenzetten.Zethetmerkteken
opeenlijnmeteenvandedriemerktekensopde
binnenkantvandevergrendelingenvandebovenste
handgreep(Figuur4).
Opmerking:Alseenhandgreephendelloszit,
moetudehendelopenenen1of2slagenrechtsom
draaienomdezevasttezettenendaarnadehendel
sluiten(Figuur5).
Figuur5
2.Demotorbijvullenmetolie
Procedure
Demaaimachinewordtgeleverdzonderolieinhetcarter.
1.Verwijderdepeilstok(Figuur6).
Figuur6
2.Gietlangzaamolieindevulbuistotdathetpeilde
VOL-markeringopdepeilstokbereikt(Figuur6).
Niettevolvullen.(Maximalevulhoeveelheid:
0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,met
onderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvanhet
AmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
3.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
5
Belangrijk:
V er v er s de motor olie na de eer ste 5
bedrijfsur en
,daarnamoetditelkjaargebeuren.
Zie"Demotorolieverversen".
3.Dezekeringmonteren
Procedure
Uitsluitendmodel20638
Demaaimachinewordtgeleverdmeteen40Azekering,
diehetelektrischestartsysteembeveiligt.
Belangrijk:Ukuntdemachinepasstartenmet
hetelektrischestartsysteemofdeaccuopladenals
dezekeringisgemonteerd.
1.Verwijderhetaccudekselendeaccuenganaarde
zekeringhouder(Figuur7).
Figuur7
1.Schroef
3.Zekeringhouder
2.Accudeksel4.Accu
2.Plaatsdezekering(uitdezakmetlosseonderdelen)
indezekeringhouder(Figuur8).
Figuur8
Opmerking:Demachinewordtgeleverdmet
eenzekeringinhetgebruikerspakketeneenandere
zekeringindeaccubak.
3.Plaatsdeaccuenhetaccudekselterug.
4.Deaccuopladen
Procedure
Uitsluitendmodel20638
ZieAccuopladeninhethoofdstukOnderhoud.
Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur9
Model20638afgebeeld
1.Vergrendelingvande
onderstehandgreep
9.Peilstok/vulbuis(niet
afgebeeld)
2.Grasvanger10.Dopvanbrandstoftank
3.Vergrendelingvande
bovenstehandgreep
11.Maaihoogtehendel(2)
4.Handgreepvanstartkoord12.Bougie
5.Bovenstehandgreep
(uitsluitendmodellen
20637en20638)
13.Hulpstartknop
6.Bedieningsstangvoor
maaimes
14.Luchtlter
7.Elektrischestart
(uitsluitendmodel20638)
15.Hendelvoor
recycling/opvangen
8.Achterklep
6
Gebruiksaanwijzing
Debrandstoftankvullen
Benzineisuitermateontvlambaaren
explosief.Brandofexplosievanbenzinekan
brandwondenveroorzaken.
Omtevoorkomendateenstatischeladingde
benzinetotontbrandingkanbrengen,moet
uhetbenzinevaten/ofdemaaimachine
alvorensdetanktevullenopdegrond
plaatsen,nietopeenvoertuigofeenander
object.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudis.Neemgemorste
benzineop.
Rooknietalsuomgaatmetbenzine,en
houdbenzineuitdebuurtvanopenvuurof
brandstof.
Bewaarbenzineineengoedgekeurd
benzinevatenbuitenbereikvankinderen.
Vuldebrandstoftankmetverseloodvrije,normale
benzinevaneenbekendmerk(Figuur10).
Belangrijk:Omstartproblemenbijhetvolgende
seizoenteverminderen,moetuhetheleseizoen
eenstabilizertoevoegenaandebenzine.Gebruik
nooitbenzinedieouderisdan30dagen.
Figuur10
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—Het
motoroliepeilcontroleren.
1.Verwijderdepeilstokuitdebuisenveegdeze
schoon.Schuifdaarnadepeilstokweerhelemaal
terug(Figuur6).
2.Haaldepeilstokeruitencontroleerhetoliepeil
(Figuur6).AlshetpeilonderdeBijvullen-markering
opdepeilstokstaat,gietdanlanzaamvoldoendeolie
indevulbuistotdathetpeildeVol-markeringhop
depeilstokbereikt.Niettevolvullen.(Maximale
vulhoeveelheid:0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,
metonderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvan
hetAmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
3.Plaatsdepeilstok.
Demaaihoogteinstellen
Bijhetinstellenvandemaaihoogtekuntuin
aanrakingkomenmeteenbewegendmes.Dit
kanernstigletselveroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstand
gekomenzijn.
Plaatsuwvingersnietonderdebehuizing
alsudemaaihoogteinstelt.
Alsdemotorheeftgelopen,kande
geluiddemperheetzijnenernstige
brandwondenveroorzaken.Blijfuitdebuurt
vaneenhetegeluiddemper.
Zetdemaaihoogteopdegewenstestand.Stelallevier
wielenopdezelfdehoogtein.
Opmerking:Omdemaaimachinehogertezetten,
moetude2maaihoogtehendelsnaarvorenbewegen;
omdemachinelagertezetten,moetudezeallebeinaar
achterenbewegen(Figuur11).
7
Figuur11
Demotorstarten
1.Drukmetuwduimdehulpstarter3keerkrachtig
in.Houdhierbijtelkensdehulpstarteréénseconde
ingedruktalvorensdezelostelaten(Figuur12).
Figuur12
Opmerking:Alsdeluchttemperatuurbeneden
13°Cis,moetudehulpstarter5keerkrachtig
indrukken.
2.Houddebedieningsstangvanhetmaaimestegende
handgreep(Figuur13).
Figuur13
3.Trekhetstartkoorduit(Figuur14)ofdraai
hetsleuteltjezoalswordtgetoondinFiguur15
(uitsluitendmodel20638).
Figuur14
Figuur15
4.Alsdemaaimachinenietstartna1of2keer
trekken(ofbinnen5secondenalsuhetelektrische
startsysteemgebruikt),moetudeknopvande
hulpstarter1of2keerindrukkenendemachine
nogmaalsproberentestarten.
Opmerking:Alsdemotordannognietwilstarten,
moetucontactopnemenmeteenerkendeService
Dealer.
Dezelfaandrijvinggebruiken
Modellen20637en20638
Omdezelfaandrijvingteactiveren,looptueenvoudig
vooruitmetuwhandenophetbovenstedeelvan
dehandgreepenuwellebogennaastuwlichaam;
demaaimachinerichtzichautomatischnaaruw
loopsnelheid.
Figuur16
8
Demotorafzetten
1.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos
(Figuur17).
Figuur17
2.Alsdemotorafslaat,moetuhetcontactsleuteltje
verwijderenalsudemaaimachineachterlaat.
Belangrijk:Alsudebedieningsstangloslaat,
moetendemotorenhetmesbinnen3seconden
stoppen.Alsditnietgebeurt,magudemachine
nietverdergebruikenenmoetucontact
opnemenmeteenerkendeServiceDealer.
Maaiselrecyclen
Alsdemachinewordtgeleverd,isdezegereedom
maaiselenbladafvalnaarhetgazonterecyclen.
Opmerking:Degrasvangerkanopdemaaimachine
blijvenalsuhetmaaiselgaatrecyclen.
Omhetmaaiselterecyclen,zetudehendelvoor
recycling/opvangenindeRecyclingmodus(Figuur18).
Figuur18
1.Recycling-modus
2.Opvangmodus
Hetmaaiselopvangen
Gebruikdegrasvangeralsumaaiselenbladafvalwilt
verzamelen.
Dooreenversletengrasvangerkunnensteentjes
enanderevoorwerpenwordenuitgeworpenin
derichtingvandegebruikerofdeomstanders.
Uitgeworpenvoorwerpenkunnenernstig
lichamelijkofdodelijkletseltoebrengenaande
gebruikerofomstanders.
Controleerdegraszakregelmatig.Plaats
eennieuweToro-grasvangeralsdeoudeis
beschadigd.
Hetmaaimesisscherp,contactmethet
maaimeskanernstiglichamelijkletsel
veroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenalvorens
debedieningspositieteverlaten.
Omhetmaaiseloptevangen,moetudegrasvanger
monteren(zieGrasvangermonteren)endehendel
voorrecyclen/opvangenindeopvangmodusmode
zetten(Figuur18).
Degrasvangerplaatsen
Zetdeachterklepomhoogenhoudhemindezepositie;
zetdeachterklepvervolgensomlaag(Figuur19).
9
Figuur19
Degraszakverwijderen
Omdezakteverwijderen,voertubovenstaandestappen
inomgekeerdevolgordeuit.
Achteruitworpgebruiken
Gebruikdeachteruirworpalsuzeerhooggrasmaait.
Alsdegrasvangeropdemachinezit,moetudie
verwijderen(zieGrasvangerverwijderen)alvorensde
achterafuitworptegebruiken(Figuur20).Dehendel
voorrecyclen/opvangenmoetindeopvangmodestaan.
Figuur20
Hetmaaimesisscherp,contactmethet
maaimeskanernstiglichamelijkletsel
veroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenalvorens
debedieningspositieteverlaten.
Tipsvoorbedieningengebruik
Algemenemaaitips
Verwijderstokken,stenen,draden,takkenenandere
rommeldiehetmeskanraken,uithetwerkgebied.
Zorgervoordathetmesgeenvastevoorwerpen
raakt.Maainooitmetopzetovervoorwerpen.
Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraaktof
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
debougiekabellosmakenendemaaimachineop
beschadigingcontroleren.
Debesteresultatenkrijgtudooreennieuwmeste
monterenvoordathetmaaiseizoenbegint.
Vervangindiennodighetmaaimesdooreen
Toro-mes
Grasmaaien
Umoettelkensnietmeerdanongeveereenderdevan
degrassprietenafmaaien.Maainietmeteenstand
lagerdan51mm,tenzijdegrasmatdunis,ofals
hetlaatinhetnajaariswanneerhetgraslangzamer
beginttegroeien.ZieDemaaihoogteinstellen.
Alsugraswiltmakendatlangerdan15cmis,
moetumaaienbijdemaximalemaaihoogteeneen
langzamereloopsnelheid.Vervolgensgaatumaaien
bijeenlageremaaihoogteomhetgazoneenzofraai
mogelijkuiterlijktegeven.Alshetgrastehoogis,
kandemaaimachineverstoptrakenendemotor
afslaan.
Maaiuitsluitenddrooggrasofdrogebladeren.Nat
grasennattebladerengaanaankoeken,waardoorde
maaimachineverstoptkanrakenofdemotorkan
afslaan.
Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmes
enernstigletseloplopen.Maaiuitsluitendin
drogeomstandigheden.
10
Maaisteedsinwisselenderichtingen.Hierdoor
wordthetmaaiselbeteroverhetgazonverstrooid,
zodathetgazongelijkmatigwordtbemest.
Alsumethetuiterlijkvanhetvoltooidegazonniet
tevredenbent,probeerdaneenofmeervande
volgendestappen:
Vervanghetmaaimesoflaathetslijpen.
Looplangzamertijdenshetmaaien.
Steldemaaimachineinopeenhogere
maaihoogte.
Maaihetgrasvaker.
Laatdemaaibanenoverlappeninplaatsvan
steedseenvolledignieuwebaantemaaien.
Steldemaaihoogtebijdevoorwielenéénstand
lagerindanbijdeachterwielen.Bijvoorbeeld:
zetdemaaihoogtevandevoorwielenopstand
60mmendievandeachterwielenopstand
70mm.
Bladerenjnmaken
Nahetmaaienmoetaltijd50%vanhetgazon
zichtbaarblijvendoordebladerlaag.Ditkaneenof
meerdererondgangenoverdebladerenvereisen.
Alsereenlaagbladerenvanmeerdan13cmop
hetgazonligt,moetudevoorwieleneenoftwee
uitsparingenhogerzettendandeachterwielen.
Alsdemaaimachinedebladerennietjngenoeg
maakt,ishetbeteromwatlangzamertemaaien.
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
Demotorolieverversen.
Bijelkgebruikofdagelijks
Hetmotoroliepeilcontroleren.
Controleerofdemotorbinnen3secondenstoptnadatudebedieningsstangvan
hetmaaimeshebtlosgelaten.
Maaidekreinigen.
Omde25bedrijfsuren
Laaddeaccugedurende24uurop(uitsluitendmodel20638).
Vervanghetmaaimesoflaathetslijpen(vakeralsdesnijrandsnelbotwordt).
Omde50bedrijfsuren
Demotorolieverversen.
Omde100bedrijfsuren
Reinighetkoelsysteem(ziedegebruikershandleidingvandemotor).
Vervangdebougie(ziedegebruikershandleidingvandemotor).
Vóórdestalling
Laatdebenzineuitdebrandstoftanklopenvoordatuvereistereparatiesuitvoertof
demachinestalt.
Jaarlijks
Vervanghetltervakeralsdemaaieronderzeerstofgeomstandighedenwordt
gebruikt.
Controleerdebougie(ziedegebruikershandleidingvandemotor).
Tandwieloverbrengingsmeren.
ZiedeGebruikershandleidingvandemotorvooreventueleverdere
onderhoudsprocedures.
Belangrijk:Ziede
Ge br uik er shandleiding v an de motor
voorverdereonderhoudsprocedures.
11
Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Trekdebougiekabellosvandebougie(Figuur21)
alvorensonderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
Figuur21
3.Nadatudeonderhoudswerkzaamhedenhebt
uitgevoerd,moetudekabelweeraansluitenopde
bougie.
Belangrijk:Voordatudemachinekanteltom
olieteverversenofhetmestevervangen,moet
udemachinegebruikentotdatdebenzinetank
leegis.Alsudemachinemoetkantelenvoordat
debenzinetankleegis,dientudebenzinemet
eenhandpompuitdetanktepompen.Kantel
demaaimachinealtijdopdezijkant,methet
luchtlternaarboven.
Alsudemachinekantelt,kanerbenzineuit
detanklekken.Benzineisontvlambaaren
explosiefenkanbrandwondenveroorzaken.
Laatdemotordrooglopenofpompdebenzine
meteenhandpompuitdetank.Gebruiknooit
eenhevel.
Hetluchtltervervangen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks—Vervanghetlter
vakeralsdemaaieronderzeerstofge
omstandighedenwordtgebruikt.
1.Voerdevoorbereidingenvoorhet
onderhouduit,zie"Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden".
2.Openhetluchtlterdekselenverwijderhetoude
luchtlter(Figuur22).
Figuur22
3.Monteereennieuwluchtlterenplaatshet
luchtlterdekselterug.
Demotorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Voordatudeolieververst,moetudemotorenkele
minutenlatenlopenzodatdeoliewarmwordt.Warme
olieisvloeibaarderenvoertvervuilingenbetermee.
1.Voerdevoorbereidingenvoorhet
onderhouduit,zie"Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden".
2.Verwijderdegraszakalsdezenogaandemaaieris
bevestigd.
3.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank;zieBenzine
aftappenuitdebrandstoftank.
4.Verwijderdepeilstok(Figuur6).
5.Haaldepeilstokuitdeolievulbuisenzeteen
opvangbaklinksnaastdemachine(Figuur23).
Figuur23
12
6.Nadatdeolieisafgetapt,zetudemaaimachineterug
indewerkstand.
7.Gietlangzaamolieindevulbuistotdathetpeilde
VOL-markeringopdepeilstokbereikt(Figuur6).
Niettevolvullen.(Maximalevulhoeveelheid:
0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,met
onderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvanhet
AmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
8.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
9.Veegeventueelgemorsteolieweg.
10.Geefdeoudeolieafbijeenerkendinzamelpunt.
Deaccuopladen
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Laadde
accugedurende24uurop(uitsluitend
model20638).
Uitsluitendmodel20638
Gebruikdeacculaderaltijdopeenbeschutteplaatsen
laaddeaccuopbijkamertemperatuur22°Cindiendit
mogelijkis.
1.Sluitdeacculaderaanopdekabelboomvande
machine,diezichonderhetcontactsleuteltjebevindt
(Figuur24).
Figuur24
2.Sluitdeacculaderaanopeenstopcontact.
Opmerking:Alsdeaccunietmeerkanworden
opgeladen,moetudezeafvoerenofverwerken
volgensdeplaatselijkgeldendevoorschriften.
Zekeringvervangen
Uitsluitendmodel20638
Alsdeaccunietoplaadtofdemotornietgaatlopen
metbehulpvandeelektrischestarter,isdezekering
waarschijnlijkdoorgebrand.Monteereennieuwe40A
insteekzekering.ZieZekeringmonteren.
Tandwieloverbrengingsmeren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks—Tandwieloverbrenging
smeren.
1.Maakdewielboutenopdeachterwielenlosen
verwijderdeachterwielen.
2.Smeerolieopdetandwieloverbrengingzoalswordt
getoondinFiguur25.
Figuur25
3.Monteerdeachterwielen.
Dezelfaandrijvingafstellen
Alsderijaandrijvingvanuwmaaimachinenietgoed
werktmoetudekabelvandezelfaandrijvingafstellen.
1.Draaidemoeropdekabelbevestiginglos(Figuur26).
Figuur26
1.Moeropkabelbevestiging
13
2.Trekdebovenstehandgreephelemaalnaarachteren
(Figuur27).
Figuur27
3.Trekdekabelmantelnaarbenedentotdespelingin
deblootgelegdekabelwegis(Figuur28).
Figuur28
1.Blootgelegdekabel
4.Duwdekabelmantel5mmomhoog(Figuur29).
Figuur29
1.Kabelbevestiging2.Kabelmantel
Opmerking:Ukunteenliniaallangsdebovenzijde
vandekabelbevestiginghoudenenmetenhoever
hetboveneindvandekabelmantelbeweegt.
Opmerking:Hetomhoogduwenvande
kabelmantelverlaagtderijsnelheid.Hetomlaag
duwenvandemantelverhoogtderijsnelheid
(Figuur30).
Figuur30
1.Kabelmantel
5.Draaidemoergoedvast.
6.Startdemaaimachineencontroleerdeafstelling.
Opmerking:Alsdezelfaandrijvingnietgoedis
afgesteld,moetudezeprocedureherhalen.
Hetmaaimesvervangen
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Vervang
hetmaaimesoflaathetslijpen(vaker
alsdesnijrandsnelbotwordt).
Belangrijk:
U he bt een momentsleutel nodig om
het mes op cor r ecte wijz e te monter en
.Alsugeen
momentsleutelhebtofnietgoedweethoeude
montagemoetuitvoeren,kuntucontactopnemen
meteenerkendeServiceDealer.
Controleerhetmeswanneerdebenzinetankleegis.
Eenbeschadigdofgescheurdmesmoetdirectworden
vervangen.Alsdesnijrandbotisofbramenvertoont,
moetuhetmeslatenslijpenofvervangen.
Hetmaaimesisscherp,contactmethet
maaimeskanernstiglichamelijkletsel
veroorzaken.
Gebruikhandschoenenalsuhetmesmonteert.
1.Maakdebougiekabellosvande
bougie.Zie"Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden".
14
2.Kanteldemaaimachinealtijdopdezijkantmethet
luchtlternaarboven(Figuur31).
Figuur31
3.Verwijderhetmesenbewaaralle
bevestigingselementen.
4.Monteerhetnieuwemesenalle
bevestigingselementen.
Belangrijk:Degebogenuiteindenvanhetmes
moetennaardebehuizingvandemaaimachine
wijzen.
5.Gebruikeenmomentsleutelomdemesboutvast
tedraaienmeteentorsievan82Nm.
Belangrijk:Eenboutdieisvastgedraaidmet
eentorsievan82Nm,zitergvast.Zethet
mesvastmeteenstukhoutenplaatsuwvolle
gewichtachterde(dop)sleutelomdeboutgoed
vasttedraaien.Hetisergmoeilijkomdezebout
tevasttedraaien.
Demaaimachinereinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Maaidekreinigen.
Alsdemaaimachinekantelt,kanerbenzineuit
decarburateurofbenzinetanklekken.Benzine
isuitermateontvlambaarenexplosiefenkanin
bepaaldeomstandighedenlichamelijkletselof
materiëleschadeveroorzaken.
Laatdemotordrooglopenofpompdebrandstof
meteenhandpompuitdetank.Gebruiknooit
eenhevel.
1.Voerdevoorbereidingenvoorhet
onderhouduit,zie"Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden".
2.Verwijderdegrasvanger
3.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank.
4.Kanteldemaaimachinealtijdopdezijkantmethet
luchtlternaarboven.
5.Verwijdervuilenmaaiselmeteenhardhoutenof
plasticschraper.Vermijdbramenenscherperanden.
6.Spuitdeonderkantvandemaaikastschoonmet
water.
7.Zetdemaaimachinenareinigingweerrechtop.
Benzineaftappenuitde
brandstoftank
1.Zetdemotorafenwachttotdezeisafgekoeld
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
4.Gebruikeenhandpomp,omdebrandstofineen
schoon,goedgekeurdbenzineopslagvatoverte
hevelen.
5.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
6.Laatdemotordraaientotdatdezeafslaat.
7.Startdemotorweer,omzekertezijndatergeen
benzinemeerindecarburatorisachtergebleven.
Stalling
Staldemaaimachineopeenkoele,schoneendroge
plaats.
Voorbereidingenvoorstalling
Benzinedampenkunnentotontplofngkomen.
Bewaarbenzinenietlangerdan30dagen.
Staldemaaimachinenooitineenafgesloten
ruimteindenabijheidvanopenvuur.
Laatdemotorafkoelenvoordatude
machinestalt.
1.Alsudetankvoordelaatstekeervanhetjaarvult,
moetueenstabilizertoevoegenaandebenzine
volgensdevoorschriftenvandefabrikant.
2.Laatdemotorlopentotdathijafslaatdoorgebrek
aanbenzine.
15
3.Gebruikdehulpstarterenstartdemotornogmaals.
4.Laatdemotorlopentotdatdezeafslaat.Alsde
motornietmeerwilstarten,isdebenzinevoldoende
verbruikt.
5.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
6.Verwijderdebougie,giet30mlolieinhetbougiegat
entrekverschillendekerenlangzaamaanhet
startkoordomdeolieoverdecilinderwandte
verspreidenteneindecorrosieindestallingsperiode
tevoorkomen.
7.Monteerdebougiezonderdezevasttedraaien.
8.Draaiallemoeren,boutenenschroevengoedaan.
9.Laaddeaccuvoorheteerstegebruikgedurende
24uurop,haalvervolgensdeacculaderuithet
stopcontactenstaldemachineineenonverwarmde
ruimte.Alsudemachineineenverwarmderuimte
stalt,moetudeaccuomde90dagenopladen
(uitsluitendmodel20638).
Demaaimachineuitdestalling
halen
1.Verwijderdebougieendraaidemotorsnelrondmet
behulpvanhetstartkoordomovertolligeolieuitde
cilinderteverwijderen.
2.Plaatsdebougieendraaihemmetbehulpvaneen
momentsleutelvastmeteentorsievan20Nm.
3.Laaddeaccugedurende24uurop(uitsluitendmodel
20638).
4.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
16
Toro Warranty
Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt
The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty
Company, geven de oorspronkelijke koper* krachtens een overeenkomst tussen
beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle Toro producten die worden
gebruikt voor normale huiselijke doeleinden*, te zullen repareren als deze
materiaalgebreken en fabricagefouten vertonen. De volgende perioden zijn van
toepassing vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers 2 jaar garantie
Riders
2 jaar garantie
Gazon - & Tuintractoren
2 jaar garantie
Elektrische trimmers en bladblazers
2 jaar garantie
Sneeuwruimers
2 jaar garantie
Zero Turn maaiers
2 jaar garantie
* “Oorspronkelijke koper": de persoon die het Toro product oorspronkelijk
heeft gekocht.
* “Normale huiselijke doeleinden”: gebruik van het product op het terrein dat bij
uw huis hoort. Gebruik op meerdere locaties wordt beschouwd als commercieel
gebruik. Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing.
Garantie voor commercieel gebruik
Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor
commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie
verleend tegen materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende de volgende
perioden vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers
90 dagen garantie
Riders
90 dagen garantie
Gazon - & Tuintractoren
90 dagen garantie
Elektrische trimmers en bladblazers
90 dagen garantie
Sneeuwruimers
90 dagen garantie
Zero Turn maaiers
45 dagen garantie
Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice
Als u van mening bent dat een Toro product materiaalgebreken of
fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen:
1. Neem contact op met de verkoper om het product te laten nakijken of
te repareren. Als u om enige reden geen contact met de verkoper kunt
opnemen, kunt u zich in verbinding stellen met een Erkende Service Dealer
om het product door deze te laten nakijken of te repareren..
2. Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de verkoper
of de Service Dealer.
Als u om enige reden ontevreden bent over het onderzoek van de Service
Dealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact op te nemen met deToro
importeur of met ons op:
Customer Care Department, Consumer Division
Toro Warranty Company
8111 Lyndale Avenue South
Bloomington, MN 55420 -1196
Manager: Technical Product Support: 001 -952 -887 -8248
Zie bijgevoegde lijst met dealers
Plichten van de eigenaar
U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de
gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of
dit wordt uitgevoerd door de dealer of uzelf.
Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen
Buiten deze expliciete garantie vallen:
Kosten van gewoon onderhoud of onderdelen, zoals lters, brandstof,
smeermiddelen, afstelling van onderdelen, slijpen van maaimessen,
afstelling van de rem en de koppeling.
Elk product of onderdeel dat is veranderd of verkeerd is gebruikt of moet
worden vervangen of worden gerepareerd als gevolg van normale slijtage,
ongelukken of gebrekkig onderhoud.
Reparatie die noodzakelijk is omdat de verkeerde brandstof, is gebruikt, vuil
in het brandstofsysteem is terechtgekomen of het brandstofsysteem niet
goed is voorbereid op een periode van buitengebruikstelling van langer
dan drie maanden.
Motor en transmissie. Deze vallen onder de toepasselijke fabrieksgarantie
met aparte algemene voorwaarden.
Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten worden
uitgevoerd door een Erkende Toro Service Dealer, waarbij Toro goedgekeurde
vervangingsonderdelen dienen te worden gebruikt.
Algemene voorwaarden
De koper wordt beschermd door de nationale wetgeving van elk land. De
rechten waarover de koper beschikt op grond van deze wetgeving, worden niet
beperkt door deze garantie.
374 -0112 Rev A

Documenttranscriptie

Form No. 3360-217 Rev A 48 cm Multicycler gazonmaaier Modelnr.: 20636—Serienr.: 280J00001 en hoger Modelnr.: 20637—Serienr.: 280K00001 en hoger Modelnr.: 20638—Serienr.: 280L00001 en hoger Gebruikershandleiding Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u het product op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden en letsel en schade aan het product kunt voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van het product. U kunt rechtstreeks met Toro op www.Toro.com contact opnemen om informatie over producten en accessoires te verkrijgen, een dealer te vinden of uw product te registreren. Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. Figuur 1 toont de locatie van het modelnummer en het serienummer van het product. Figuur 2 1. Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Voor models waarvan het aantal PK is aangegeven, is de bruto PK door de motorfabrikant gemeten in laboratoriumomstandigheden gemeten overeenkomstig SAE J1940. Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheids-, emissie- en gebruiksvoorschriften, zal de motor van dit type gazonmaaiers in de praktijk veel minder PK hebben. Veiligheid Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan letsel veroorzaken. Om dit risico te verminderen, dient u zich aan de volgende instructies te houden. Figuur 1 1. Plaatje met modelnummer en serienummer U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: Modelnr.: Serienr.: Deze handleiding noemt een aantal mogelijke gevaren en bevat een aantal veiligheidsberichten (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. © 2008—The Toro® Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 Toro heeft deze maaimachine ontwikkeld en getest om een redelijke mate van gebruiksveiligheid te bieden; niet-naleving van deze instructies kan evenwel leiden tot lichamelijk letsel. Het is van essentieel belang dat u of elke andere gebruiker van de maaimachine eerst de handleiding leest en begrijpt alvorens de motor te starten. Hierdoor wordt maximale veiligheid, de beste maairesultaten en inzicht in het product verkregen. Let vooral op het veiligheidssymbool Figuur 2 dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – "instructie voor persoonlijke veiligheid". Lees die instructie en zorg ervoor dat u die begrijpt omdat deze betrekking heeft op de veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk letsel. Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in Hongarije Alle rechten voorbehouden Algemene veiligheidsregels i.v.m. de maaimachine • Controleer vóór gebruik altijd of de beschermplaten en veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders en grasvanger, op hun plaats zitten en naar behoren werken. • Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging vóór het gebruik. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden. De volgende instructies zijn ontleend aan EN 836. Deze maaimachine kan handen of voeten amputeren en voorwerpen uitwerpen. Als u de hierna beschreven veiligheidsinstructies niet opvolgt, kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Instructie Starten • Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met bedieningsorganen en weet hoe u de machine moet gebruiken. • Laat nooit kinderen of personen die de instructies niet kennen, de maaimachine gebruiken. Voor de gebruiker kan een wettelijke minimumleeftijd gelden. • Denk eraan dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen. • Zorg ervoor dat u alle pictogrammen op de maaimachine of in de instructies begrijpt. • Schakel alle mes- en aandrijfkoppelingen uit en zet de versnelling in de neutraalstand voordat u de motor start. • Houd de maaimachine niet schuin als u de machine start of de motor aanzet, behalve als u de machine schuin moet houden om te starten. Houd de machine in dat geval niet schuiner dan nodig is, en til alleen de zijde op die het verst van u verwijderd is. • Houd u bij het starten of aanzetten van de motor zorgvuldig aan de voorschriften en houd uw voeten uit de buurt van de maaimes(sen) en niet vóór de afvoeropening. Benzine Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING–Benzine is uiterst ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen. • Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die daarvoor speciaal zijn bedoeld. • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. • Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is. • Als er brandstof gemorst mag u de motor niet aanzetten, maar dient u eerst de maaimachine verplaatsen. Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen in de buurt van de gemorste brandstof komen totdat alle benzinedampen verdwenen zijn. • Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks en -containers. • Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren. • Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. • Let op kuilen in het terrein en andere verborgen gevaren. • Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening. • U mag een maaimachine nooit optillen of dragen terwijl de motor loopt. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een loopmaaimachine achteruitrijdt of naar u toetrekt. • Lopen, nooit rennen. • Hellingen: – Maai niet op al te steile hellingen. – Wees uiterst voorzichtig op hellingen. – Maai dwars over een helling, nooit helling op en af, en wees uiterst voorzichtig als u op een helling van richting verandert. – Zorg dat u op hellingen altijd stevig staat. • Zorg ervoor dat het mes stilstaat als u de maaimachine schuin moet houden om oppervlakken Voor ingebruikname • Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. • Inspecteer eerst grondig het terrein waar u de machine wilt gebruiken, en verwijder alle stenen, takken, draden, botten of andere vreemde voorwerpen. 2 • Vervang geluiddempers die gebreken vertonen. over te steken die niet met gras zijn begroeid, en als u de machine naar het terrein brengt waar u moet maaien of daar weer weghaalt. • Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit dan buiten. • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen. • Verander de instellingen van de motor niet en voorkom overbelasting van de motor. Laat de motor niet met een te hoog toerental lopen omdat dit de kans op ongevallen kan vergroten. • Zet de motor af – als u de maaimachine achterlaat. • Let op dat bij machines met meerdere messen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait. – voordat u brandstof bijvult. – voordat u de grasvanger verwijdert. • Wees voorzichtig als u de machine afstelt, teneinde te voorkomen dat uw vingers bekneld raken tussen de draaiende messen en de vaste onderdelen van de machine. – voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de bedieningspositie kan worden ingesteld. • Zet de motor af en maak de bougiekabel los. • Om de beste prestaties en een veilig gebruik te verzekeren, dient u uitsluitend originele Toro-onderdelen en accessoires gebruiken. Nooit universele onderdelen en accessoires gebruiken; deze kunnen de veiligheid in gevaar brengen. – voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt. – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of daaraan werkzaamheden verricht. – als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de maaimachine op beschadigingen controleren en reparaties uitvoeren voordat u de machine opnieuw start en weer in gebruik neemt. Geluidsdruk – als de maaimachine abnormaal begint te trillen (direct controleren). • Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Deze machine oefent een maximale geluidsdruk van 85 dBA uit op het gehoor van de gebruiker, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens EN 836 en ISO 11201. Onderhoud en stalling Geluidsniveau • Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 98 dBA, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens ISO 11094. • Gebruik geen hoge druk als u werktuigen op de machine reinigt. Trilling op handen/armen • Stal de machine nooit met benzine in de tank in een gebouw waar dampen open vlammen of vonken kunnen bereiken. Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van 4,9 m/s2 op de handen en armen, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens EN 836 en EN 1033 procedures. • Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in een afgesloten ruimte stalt. • Om het risico van brand te verminderen, moet u de motor, de geluiddemper, het accucompartiment en de benzinetank vrij van gras, bladeren of overtollig vet houden. • U moet de onderdelen van de grasvanger en de afvoergeleider veelvuldig controleren en, indien nodig, vervangen door onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen. • Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik. 3 Veiligheids- en instructiestickers Belangrijk: Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang beschadigde stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 110-7059 Uitsluitend model 20638 1. Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 2. Verwijder de sticker van de zekeringdoos. 3. Verwijder het deksel van de zekeringdoos. 4. Plaats de zekering. 5. Plaats het deksel van de zekeringdoos terug. 6. Start de motor. 110-7058 1. Maaihoogte 110-7126 110-7178 1. Waarschuwing – Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd—Maak de bougiekabel los alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 5. Machine kan voorwerpen uitwerpen—Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit. 1. Maaihoogte 104-7953 Uitsluitend model 20638 1. Waarschuwing – Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu. Bevat lood, niet weggooien. 2. Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 4 Montage Opmerking: Als een handgreephendel los zit, moet u de hendel openen en 1 of 2 slagen rechtsom draaien om deze vast te zetten en daarna de hendel sluiten (Figuur 5). 1. De handgreep uitklappen Procedure 1. Maak de vergrendelingen van de handgreep los, zet de delen van de handgreep in de bedrijfsstand en vergrendel de handgreep (Figuur 3). Figuur 5 2. De motor bijvullen met olie Procedure De maaimachine wordt geleverd zonder olie in het carter. 1. Verwijder de peilstok (Figuur 6). Figuur 3 2. Maak de vergrendelingen van de bovenste handgreep los; draai de bovenste handgreep omhoog en zet deze vast in een stand die u prettig vindt (Figuur 4). Figuur 4 1. Hoogste stand 2. Middelste stand Figuur 6 3. Laagste stand 2. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt (Figuur 6). Niet te vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30W reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute (API) of hoger. 3. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats. Opmerking: U kunt de bovenste handgreep in een van de drie standen zetten. Zet het merkteken op een lijn met een van de drie merktekens op de binnenkant van de vergrendelingen van de bovenste handgreep (Figuur 4). 5 4. De accu opladen Belangrijk: Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren, daarna moet dit elk jaar gebeuren. Zie "De motorolie verversen". Procedure Uitsluitend model 20638 3. De zekering monteren Zie Accu opladen in het hoofdstuk Onderhoud. Procedure Algemeen overzicht van de machine Uitsluitend model 20638 De maaimachine wordt geleverd met een 40 A zekering, die het elektrische startsysteem beveiligt. Belangrijk: U kunt de machine pas starten met het elektrische startsysteem of de accu opladen als de zekering is gemonteerd. 1. Verwijder het accudeksel en de accu en ga naar de zekeringhouder (Figuur 7). Figuur 9 Model 20638 afgebeeld 1. Vergrendeling van de onderste handgreep 2. Grasvanger 3. Vergrendeling van de bovenste handgreep 4. Handgreep van startkoord 5. Bovenste handgreep (uitsluitend modellen 20637 en 20638) 6. Bedieningsstang voor maaimes 7. Elektrische start (uitsluitend model 20638) 8. Achterklep Figuur 7 1. Schroef 2. Accudeksel 3. Zekeringhouder 4. Accu 2. Plaats de zekering (uit de zak met losse onderdelen) in de zekeringhouder (Figuur 8). Figuur 8 Opmerking: De machine wordt geleverd met een zekering in het gebruikerspakket en een andere zekering in de accubak. 3. Plaats de accu en het accudeksel terug. 6 9. Peilstok/vulbuis (niet afgebeeld) 10. Dop van brandstoftank 11. Maaihoogtehendel (2) 12. Bougie 13. Hulpstartknop 14. Luchtfilter 15. Hendel voor recycling/opvangen Gebruiksaanwijzing Het motoroliepeil controleren De brandstoftank vullen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het motoroliepeil controleren. 1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal terug (Figuur 6). Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden veroorzaken. 2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil (Figuur 6). Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan lanzaam voldoende olie in de vulbuis totdat het peil de Vol-markeringhop de peilstok bereikt. Niet te vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30W reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute (API) of hoger. • Om te voorkomen dat een statische lading de benzine tot ontbranding kan brengen, moet u het benzinevat en/of de maaimachine alvorens de tank te vullen op de grond plaatsen, niet op een voertuig of een ander object. 3. Plaats de peilstok. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem gemorste benzine op. De maaihoogte instellen • Rook niet als u omgaat met benzine, en houd benzine uit de buurt van open vuur of brandstof. Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. • Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat en buiten bereik van kinderen. • Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale benzine van een bekend merk (Figuur 10). Belangrijk: Om startproblemen bij het volgende seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit benzine die ouder is dan 30 dagen. • Plaats uw vingers niet onder de behuizing als u de maaihoogte instelt. Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper. Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Stel alle vier wielen op dezelfde hoogte in. Opmerking: Om de maaimachine hoger te zetten, moet u de 2 maaihoogtehendels naar voren bewegen; om de machine lager te zetten, moet u deze allebei naar achteren bewegen (Figuur 11). Figuur 10 7 Figuur 14 Figuur 11 De motor starten 1. Druk met uw duim de hulpstarter 3 keer krachtig in. Houd hierbij telkens de hulpstarter één seconde ingedrukt alvorens deze los te laten (Figuur 12). Figuur 15 4. Als de maaimachine niet start na 1 of 2 keer trekken (of binnen 5 seconden als u het elektrische startsysteem gebruikt), moet u de knop van de hulpstarter 1 of 2 keer indrukken en de machine nogmaals proberen te starten. Figuur 12 Opmerking: Als de motor dan nog niet wil starten, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Opmerking: Als de luchttemperatuur beneden 13° C is, moet u de hulpstarter 5 keer krachtig indrukken. De zelfaandrijving gebruiken 2. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de handgreep (Figuur 13). Modellen 20637 en 20638 Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig vooruit met uw handen op het bovenste deel van de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam; de maaimachine richt zich automatisch naar uw loopsnelheid. Figuur 13 3. Trek het startkoord uit (Figuur 14) of draai het sleuteltje zoals wordt getoond in Figuur 15 (uitsluitend model 20638). Figuur 16 8 De motor afzetten Het maaisel opvangen 1. Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 17). Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen. Door een versleten grasvanger kunnen steentjes en andere voorwerpen worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of de omstanders. Uitgeworpen voorwerpen kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen aan de gebruiker of omstanders. Figuur 17 Controleer de graszak regelmatig. Plaats een nieuwe Toro-grasvanger als de oude is beschadigd. 2. Als de motor afslaat, moet u het contactsleuteltje verwijderen als u de maaimachine achterlaat. Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Maaisel recyclen Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bedieningspositie te verlaten. Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om maaisel en bladafval naar het gazon te recyclen. Om het maaisel op te vangen, moet u de grasvanger monteren (zie Grasvanger monteren) en de hendel voor recyclen/opvangen in de opvangmodusmode zetten(Figuur 18). Opmerking: De grasvanger kan op de maaimachine blijven als u het maaisel gaat recyclen. Om het maaisel te recyclen, zet u de hendel voor recycling/opvangen in de Recycling modus (Figuur 18). De grasvanger plaatsen Zet de achterklep omhoog en houd hem in deze positie; zet de achterklep vervolgens omlaag (Figuur 19). Figuur 18 1. Recycling-modus 2. Opvangmodus 9 Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bedieningspositie te verlaten. Tips voor bediening en gebruik Algemene maaitips • Verwijder stokken, stenen, draden, takken en andere rommel die het mes kan raken, uit het werkgebied. • Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen. • Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten, de bougiekabel losmaken en de maaimachine op beschadiging controleren. • De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint. • Vervang indien nodig het maaimes door een Toro-mes Figuur 19 De graszak verwijderen Gras maaien Om de zak te verwijderen, voert u bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit. • U moet telkens niet meer dan ongeveer eenderde van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien. Zie De maaihoogte instellen. • Als u gras wilt maken dat langer dan 15 cm is, moet u maaien bij de maximale maaihoogte en een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien bij een lagere maaihoogte om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de maaimachine verstopt raken en de motor afslaan. • Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren. Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de maaimachine verstopt kan raken of de motor kan afslaan. Achteruitworp gebruiken Gebruik de achteruirworp als u zeer hoog gras maait. Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen (zie Grasvanger verwijderen) alvorens de achterafuitworp te gebruiken (Figuur 20). De hendel voor recyclen/opvangen moet in de opvang mode staan. Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in droge omstandigheden. Figuur 20 10 • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. zet de maaihoogte van de voorwielen op stand 60 mm en die van de achterwielen op stand 70 mm. • Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen: Bladeren fijnmaken • Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen. – Vervang het maaimes of laat het slijpen. – Loop langzamer tijdens het maaien. • Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen. – Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte. – Maai het gras vaker. • Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien. – Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien. – Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • Het motoroliepeil controleren. • Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. • Maaidek reinigen. Om de 25 bedrijfsuren • Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model 20638). • Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt). Om de 50 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Om de 100 bedrijfsuren • Reinig het koelsysteem (zie de gebruikershandleiding van de motor). • Vervang de bougie (zie de gebruikershandleiding van de motor). Vóór de stalling Jaarlijks • Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of de machine stalt. • Vervang het filter vaker als de maaier onder zeer stoffige omstandigheden wordt gebruikt. • Controleer de bougie (zie de gebruikershandleiding van de motor). • Tandwieloverbrenging smeren. • Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor eventuele verdere onderhoudsprocedures. Belangrijk: Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. 11 Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Trek de bougiekabel los van de bougie (Figuur 21) alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Figuur 22 3. Monteer een nieuw luchtfilter en plaats het luchtfilterdeksel terug. Figuur 21 3. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de bougie. De motorolie verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren Belangrijk: Voordat u de machine kantelt om olie te verversen of het mes te vervangen, moet u de machine gebruiken totdat de benzinetank leeg is. Als u de machine moet kantelen voordat de benzinetank leeg is, dient u de benzine met een handpomp uit de tank te pompen. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant, met het luchtfilter naar boven. Om de 50 bedrijfsuren Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme olie is vloeibaarder en voert vervuilingen beter mee. 1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden". 2. Verwijder de graszak als deze nog aan de maaier is bevestigd. 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank. Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief en kan brandwonden veroorzaken. 4. Verwijder de peilstok (Figuur 6). Laat de motor drooglopen of pomp de benzine met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel. 5. Haal de peilstok uit de olievulbuis en zet een opvangbak links naast de machine (Figuur 23). Het luchtfilter vervangen Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Vervang het filter vaker als de maaier onder zeer stoffige omstandigheden wordt gebruikt. 1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden". Figuur 23 2. Open het luchtfilterdeksel en verwijder het oude luchtfilter (Figuur 22). 12 Tandwieloverbrenging smeren 6. Nadat de olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug in de werkstand. Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Tandwieloverbrenging smeren. 1. Maak de wielbouten op de achter wielen los en verwijder de achterwielen. 2. Smeer olie op de tandwieloverbrenging zoals wordt getoond in Figuur 25. 7. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt (Figuur 6). Niet te vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30W reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute (API) of hoger. 8. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats. 9. Veeg eventueel gemorste olie weg. 10. Geef de oude olie af bij een erkend inzamelpunt. De accu opladen Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model 20638). Uitsluitend model 20638 Figuur 25 Gebruik de acculader altijd op een beschutte plaats en laad de accu op bij kamertemperatuur 22° C indien dit mogelijk is. 3. Monteer de achterwielen. 1. Sluit de acculader aan op de kabelboom van de machine, die zich onder het contactsleuteltje bevindt (Figuur 24). De zelfaandrijving afstellen Als de rijaandrijving van uw maaimachine niet goed werkt moet u de kabel van de zelfaandrijving afstellen. 1. Draai de moer op de kabelbevestiging los (Figuur 26). Figuur 24 2. Sluit de acculader aan op een stopcontact. Opmerking: Als de accu niet meer kan worden opgeladen, moet u deze afvoeren of verwerken volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Zekering vervangen Uitsluitend model 20638 Als de accu niet oplaadt of de motor niet gaat lopen met behulp van de elektrische starter, is de zekering waarschijnlijk doorgebrand. Monteer een nieuwe 40 A insteekzekering. Zie Zekering monteren. Figuur 26 1. Moer op kabelbevestiging 13 Opmerking: Het omhoog duwen van de kabelmantel verlaagt de rijsnelheid. Het omlaag duwen van de mantel verhoogt de rijsnelheid (Figuur 30). 2. Trek de bovenste handgreep helemaal naar achteren (Figuur 27). Figuur 27 3. Trek de kabelmantel naar beneden tot de speling in de blootgelegde kabel weg is (Figuur 28). Figuur 30 1. Kabelmantel 5. Draai de moer goed vast. 6. Start de maaimachine en controleer de afstelling. Opmerking: Als de zelfaandrijving niet goed is afgesteld, moet u deze procedure herhalen. Het maaimes vervangen Figuur 28 Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt). 1. Blootgelegde kabel 4. Duw de kabelmantel 5 mm omhoog (Figuur 29). Belangrijk: U hebt een momentsleutel nodig om het mes op correcte wijze te monteren. Als u geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Controleer het mes wanneer de benzinetank leeg is. Een beschadigd of gescheurd mes moet direct worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen vertoont, moet u het mes laten slijpen of vervangen. Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Figuur 29 1. Kabelbevestiging 2. Kabelmantel Gebruik handschoenen als u het mes monteert. Opmerking: U kunt een liniaal langs de bovenzijde van de kabelbevestiging houden en meten hoe ver het boveneind van de kabelmantel beweegt. 1. Maak de bougiekabel los van de bougie. Zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden". 14 2. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant met het luchtfilter naar boven (Figuur 31). 1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden". 2. Verwijder de grasvanger 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank. 4. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant met het luchtfilter naar boven. 5. Verwijder vuil en maaisel met een hardhouten of plastic schraper. Vermijd bramen en scherpe randen. 6. Spuit de onderkant van de maaikast schoon met water. 7. Zet de maaimachine na reiniging weer rechtop. Benzine aftappen uit de brandstoftank Figuur 31 1. 2. 3. 4. Zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld Verwijder de bougiekabel van de bougie. Verwijder de dop van de brandstoftank. Gebruik een handpomp, om de brandstof in een schoon, goedgekeurd benzineopslagvat over te hevelen. 5. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 6. Laat de motor draaien totdat deze afslaat. 7. Start de motor weer, om zeker te zijn dat er geen benzine meer in de carburator is achtergebleven. 3. Verwijder het mes en bewaar alle bevestigingselementen. 4. Monteer het nieuwe mes en alle bevestigingselementen. Belangrijk: De gebogen uiteinden van het mes moeten naar de behuizing van de maaimachine wijzen. 5. Gebruik een momentsleutel om de mesbout vast te draaien met een torsie van 82 Nm. Belangrijk: Een bout die is vastgedraaid met een torsie van 82 Nm, zit erg vast. Zet het mes vast met een stuk hout en plaats uw volle gewicht achter de (dop)sleutel om de bout goed vast te draaien. Het is erg moeilijk om deze bout te vast te draaien. Stalling Stal de maaimachine op een koele, schone en droge plaats. Voorbereidingen voor stalling De maaimachine reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Maaidek reinigen. Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen. • Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen. • Stal de maaimachine nooit in een afgesloten ruimte in de nabijheid van open vuur. Als de maaimachine kantelt, kan er benzine uit de carburateur of benzinetank lekken. Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief en kan in bepaalde omstandigheden lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt. 1. Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult, moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine volgens de voorschriften van de fabrikant. 2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan benzine. Laat de motor drooglopen of pomp de brandstof met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel. 15 3. Gebruik de hulpstarter en start de motor nogmaals. 4. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de benzine voldoende verbruikt. 5. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 6. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in het bougiegat en trek verschillende keren langzaam aan het startkoord om de olie over de cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode te voorkomen. 7. Monteer de bougie zonder deze vast te draaien. 8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan. 9. Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur op, haal vervolgens de acculader uit het stopcontact en stal de machine in een onverwarmde ruimte. Als u de machine in een verwarmde ruimte stalt, moet u de accu om de 90 dagen opladen (uitsluitend model 20638). De maaimachine uit de stalling halen 1. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met behulp van het startkoord om overtollige olie uit de cilinder te verwijderen. 2. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een momentsleutel vast met een torsie van 20 Nm. 3. Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model 20638). 4. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 16 Toro Warranty Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, geven de oorspronkelijke koper* krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle Toro producten die worden gebruikt voor normale huiselijke doeleinden*, te zullen repareren als deze materiaalgebreken en fabricagefouten vertonen. De volgende perioden zijn van toepassing vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop: Als u van mening bent dat een Toro product materiaalgebreken of fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen: Producten Motorgazonmaaiers Riders Gazon- & Tuintractoren Elektrische trimmers en bladblazers Sneeuwruimers Zero Turn maaiers 2. Garantieperiode 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 1. Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de verkoper of de Service Dealer. Als u om enige reden ontevreden bent over het onderzoek van de Service Dealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact op te nemen met deToro importeur of met ons op: Customer Care Department, Consumer Division Toro Warranty Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420-1196 Manager: Technical Product Support: 001-952-887-8248 * “Oorspronkelijke koper": de persoon die het Toro product oorspronkelijk heeft gekocht. * “Normale huiselijke doeleinden”: gebruik van het product op het terrein dat bij uw huis hoort. Gebruik op meerdere locaties wordt beschouwd als commercieel gebruik. Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing. Garantie voor commercieel gebruik Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie verleend tegen materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende de volgende perioden vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop: Producten Motorgazonmaaiers Riders Gazon- & Tuintractoren Elektrische trimmers en bladblazers Sneeuwruimers Zero Turn maaiers Garantieperiode 90 dagen garantie 90 dagen garantie 90 dagen garantie 90 dagen garantie 90 dagen garantie 45 dagen garantie Neem contact op met de verkoper om het product te laten nakijken of te repareren. Als u om enige reden geen contact met de verkoper kunt opnemen, kunt u zich in verbinding stellen met een Erkende Service Dealer om het product door deze te laten nakijken of te repareren.. Zie bijgevoegde lijst met dealers Plichten van de eigenaar U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of dit wordt uitgevoerd door de dealer of uzelf. Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen Buiten deze expliciete garantie vallen: • Kosten van gewoon onderhoud of onderdelen, zoals lters, brandstof, smeermiddelen, afstelling van onderdelen, slijpen van maaimessen, afstelling van de rem en de koppeling. • Elk product of onderdeel dat is veranderd of verkeerd is gebruikt of moet worden vervangen of worden gerepareerd als gevolg van normale slijtage, ongelukken of gebrekkig onderhoud. • Reparatie die noodzakelijk is omdat de verkeerde brandstof, is gebruikt, vuil in het brandstofsysteem is terechtgekomen of het brandstofsysteem niet goed is voorbereid op een periode van buitengebruikstelling van langer dan drie maanden. • Motor en transmissie. Deze vallen onder de toepasselijke fabrieksgarantie met aparte algemene voorwaarden. Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten worden uitgevoerd door een Erkende Toro Service Dealer, waarbij Toro goedgekeurde vervangingsonderdelen dienen te worden gebruikt. Algemene voorwaarden De koper wordt beschermd door de nationale wetgeving van elk land. De rechten waarover de koper beschikt op grond van deze wetgeving, worden niet beperkt door deze garantie. 374-0112 Rev A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176

Toro Multicycler Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor