Nederlands
86
Stroomstoring
In het geval van een stroomstoring
kunt u de kookplaat met een lucifer
aansteken.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat dient door een bevoegd
persoon te worden geïnstalleerd in
overeenstemming met de aanwijzin-
gen voor de installatie. De installatie
dient aan de relavante voorschriften
alsmede de vereisten van het plaat-
selijke energiebedrijf te voldoen.
Indien u gas ruikt
Geen stroomschakelaars aan- of uit-
zetten.
Niet roken.
Geen open vuur gebruiken.
Het gas niet uitzetten bij de meter of
cilinder.
Doe de deuren en ramen open om
het gas te laten ontsnappen.
Bel het gasbedrijf.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik. Indien het
voor andere doeleinden wordt ge-
bruikt, maakt dit eventuele garantie-
of aansprakelijkheidsclaims wellicht
ongeldig.
Bij het gebruik van een gasfornuis
komt er warmte en vocht vrij in de
ruimte waarin het fornuis is geïnstal-
leerd. Zorg ervoor dat de keuken
goed geventileerd is: houd bestaande
ventilatiegaten open of installeer een
mechanische ventilator (mechani-
sche afzuigkap).
Indien u het fornuis gedurende lange
tijd gebruikt, is wellicht aanvullende
ventilatie nodig. U kunt bijvoorbeeld
een raam openzetten of de mechani-
sche ventilatie opvoeren, indien van
toepassing.
Het fornuis dient door een bevoegd
elektricien te worden geïnstalleerd in
overeenstemming met de aanwijzin-
gen voor de installatie. Het mag uit-
sluitend worden gerepareerd door
een bevoegd onderhoudstechnicus
en er mogen uitsluitend goedge-
keurde reserveonderdelen worden
gebruikt. Vraag de installateur om u
de bedieningsschakelaar van het for-
nuis te laten zien. Markeer de scha-
kelaar zodat u hem makkelijk kunt
vinden. Voordat er met schoonmaken
of onderhoudswerk wordt begonnen,
dient u het fornuis altijd eerst te laten
afkoelen en de stroom af te sluiten,
tenzij de handleiding iets anders aan-
geeft.
Alle onderdelen van het fornuis kun-
nen heet worden en blijven na het ko-
ken een tijd heet.
Wees voorzichtig bij het aanraken
van het fornuis. Om de kans op
brandwonden zoveel mogelijk te be-
perken, dient u altijd te controleren of
de bedieningsknoppen uitstaan en of
het fornuis is afgekoeld voordat u het
fornuis schoonmaakt.
Gebruik droge ovenwanten indien
mogelijk. Bij gebruik van vochtige
wanten kunt u zich aan de stoom
branden als u een heet oppervlak
aanraakt. Bedien het fornuis niet met
natte handen.
Gebruik geen handdoeken of andere
dikke doeken in plaats van een oven-
want. Dergelijke doeken kunnen vuur
vatten indien ze met een heet opper-
vlak in aanraking komen.
Wees voorzichtig bij het schoonma-
ken. Indien u een natte spons of doek
gebruikt om gemorste resten van een
heet oppervlak af te vegen, dient u op
te passen dat u zich niet aan de
stoom brandt. Sommige
schoonmaakmiddelen veroorzaken
schadelijke dampen wanneer ze met
hete oppervlakken in aanraking ko-
men.
Gebruik geen onstabiele steelpannen
en laat de steel nooit aan de voorkant
van de kookplaat uitsteken.
Zorg ervoor dat baby’s, peuters en
jonge kinderen te allen tijde uit de
buurt van het fornuis blijven. Laat kin-
deren niet op het fornuis zitten of
staan. Leer ze om niet met de knop-
pen of andere delen van het fornuis te
spelen.
Berg voorwerpen die voor kinderen
van belangstelling zijn niet op in kas-
ten boven het fornuis – klimmen op
het fornuis kan tot ernstige verwon-
dingen leiden.
Maak uitsluitend de in deze handlei-
ding vermelde onderdelen schoon.
Omwille van de hygiëne en de veilig-
heid dient het fornuis te allen tijde
schoon te worden gehouden aange-
zien vet en andere resten vuur kun-
nen vatten.
Zorg ervoor dat het fornuis op een vei-
lige afstand van brandbare wand-
bekledingen en gordijnen en derge-
lijke staat.
Gebruik geen spuitbussen in de buurt
van het fornuis terwijl het fornuis aan-
staat.
Bewaar en gebruik geen brandbare
stoffen en ontvlambare vloeistoffen in
de buurt van het fornuis.
Probeer vetbranden niet met water te
doven. Pak brandende pannen nooit
op. Draai de bedieningsknoppen uit.
Doof de vlammen door de pan volledig
af te dekken met een deksel van de
juiste maat of met een bakplaat. Ge-
bruik een universeel poeder- or
schuimblusapparaat, indien beschik-
baar.
Laat het fornuis zonder toezicht aan-
staat op een hoge temperatuur. Over-
kokende pannen kunnen rook veroor-
zaken en gemorst vet kan vuur vatten.
Draag geen loszittende of -hangende
kleding tijdens gebruik van het fornuis.
Wees voorzichtig als u iets uit kasten
boven de kookplaat pakt. Brandbare
stoffen kunnen vuur vatten indien ze
met een heet oppervlak in aanraking
komen en kunnen ernstige brandwon-
den veroorzaken.
Pas op bij het verwarmen van vet en
olie, aangezien het vlam kan vatten
als het te heet wordt.
Gebruik een frituurthermometer, in-
dien mogelijk, om te voorkomen dat
het vet boven het rookpunt wordt ver-
hit.
Laat frituurpannen nooit zonder toe-
zicht aanstaan. Verwarm vet altijd
langzaam en onder toezicht. Frituur-
pannen dienen slechts voor een derde
vol vet te zitten. Indien u teveel vet in
de pan doet, kan de pan overstromen
wanneer u er eten bij doet. Indien u
verschillende soorten olie of vet com-
bineert bij het frituren, dient u de olie
te vermengen voordat u het verhit, of,
in het geval van vet, terwijl het smelt.
Het voedsel dat u gaat frituren dient
zo droog mogelijk te zijn. De rijp op
diepvriesproducten of het vocht op
verse voedselproducten kunnen het
hete vet doen bruisen en overstro-
men. Wanneer u op hoge of
gemiddete temperaturen frituurt, dient
u het vet goed in de gaten te houden
zodat het niet overstroomt of overver-
hit. Probeer nooit om pannen met heet