Falcon 110 Induction Instructions for Use and Installation

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Falcon 110 Induction Instructions for Use and Installation. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Nederlands
80
Veiligheid voor alles 80
Kookplaatbranders 80
Bakplaat 81
Bordenwarmer 81
Grill 81
Ovens 81
Het Handyrack 82
Het grillelement 82
Opslag 82
De klok 82
Koken met behulp van de timer 83
Het fornuis schoonmaken 83
Het fornuis verplaatsen 84
Problemen oplossen 85
Algemene veiligheidsvoorschriften 86
Onderhoud en reserveonderdelen 87
Installatie 87
Ombouwen voor gebruik met een andere gassoort 91
Veiligheid voor alles
Net als mensen heeft ook uw fornuis
behoefte aan schone, frisse lucht. De
vlammen van de branders geven
gassen, hitte en vocht af. Zorg er-
voor dat de keuken goed geventileerd
is: houd bestaande ventilatiegaten
open of installeer een aangedreven
afzuigkap die de dampen naar buiten
toe afvoeren. Indien u gedurende
lange tijd meerdere branders van het
fornuis tegelijk gebruikt, dient u een
raam open te zetten of een ventilator
aan te zetten. Meer informatie vindt u
in de Aanwijzingen voor de instal-
latie.
Indien u nog nooit een gasfornuis
hebt gebruikt, wordt u aangeraden al-
lereerst het gedeelte ‘Algemene
veiligheidsvoorschriften’ te lezen.
Hieronder volgt een aantal algemene
richtlijnen voor het veilig gebruik van
het gasfornuis.
Druk de knop in en draai hem naar de
afbeelding van de grote vlam.
deze aanwijzing is van toepassing
op een reeks modellen met
verschillende bedieningsknoppen –
de afbeeldingen zijn enkel
schematisch.
Blijf de knop ingedrukt houden. Er
stroomt gas naar de brander.
Druk de ontstekingsknop in of steek
de brander met een lucifer aan. Houd
de knop ongeveer 10 seconden inge-
drukt.
Als de brander uitgaat wanneer u de
knop loslaat, hebt u niet lang genoeg
gewacht. Draai de knop naar de uit-
stand en wacht een minuut. Probeer
het dan nogmaals maar houd de knop
deze keer iets langer ingedrukt.
U kunt de hoogte van de vlam met
behulp van de knop afregelen. De af-
beelding van de kleine vlam is de
laagste stand.
Gebruik geen pannen of ketels met
een holle onderkant of met een uitste-
kende onderrand.
Het gebruik van sudderhulpmiddelen
zoals matten van asbest of maas
wordt AFGERADEN. Dergelijke hulp-
middelen belemmeren de werking
van de brander en tasten wellicht de
pannenroosters aan.
Gas en elektriciteit aan
Controleer of de gasvoeding en de
stroomvoeding aangesloten en inge-
schakeld zijn. Het fornuis gebruikt
stroom.
Vreemde geuren
De eerste keer dat u het fornuis ge-
bruikt, geeft het wellicht een lichte
geur af. Dit verdwijnt na korte tijd.
Kookplaatbranders
Bij sommige modellen is de kookplaat
van een glazen deksel voorzien. In-
dien het deksel gesloten is, dient u
het aan de voorkant op te tillen.
Het fornuis is voorzien van een veilig-
heidsklep die de gastoevoer naar de
kookplaat afsluit wanneer het deksel
gesloten is.
De klep niet gebruiken
om de branders uit te zetten.
De tekening bij de knoppen geven
aan welke brander de betreffende
knop regelt. De branders zijn elk
voorzien van een speciale
veiligheidsmechanisme dat de gas-
stroom afsluit indien de vlam uitgaat.
Nederlands
81
De aanbevolen minimumdiameter
voor pannen is 120 mm. De
maximumdiameter voor pannen is
250 mm. Grote pannen dienen niet te
dicht bij elkaar te worden gezet.
De wokbrander van 3 ringen (slechts
sommige modellen) is bedoeld om de
warmte gelijkmatig te verspreiden
over een groot oppervlak. Deze bran-
der is bijzonder goed geschikt voor
grote pannen en wokken. Voor klei-
nere pannen zijn de kleinere branders
beter geschikt.
Bakplaat
De bakplaat past op één pannen-
rooster, van voor naar achteren. U
kunt rechtstreeks op de plaat koken.
Zet geen pannen op deze plaat. De
bakplaat is van een antiaanbaklaag
voorzien. Metalen keukengerei (bijv.
spatels) beschadigen deze laag. Ge-
bruik keukengerei van hittebestendig
plastic of hout.
Plaats de bakplaat op een pannen-
rooster boven de kookplaatbranders.
Zet hem niet dwars neer – dit past
niet en is bovendien wankel.
Zet de bakplaat niet op de wok-
brander of de hoge brander (rechter-
kookplaat) – hij past niet op het
pannenrooster van de hoge brander.
U kunt eventueel vóór gebruik een
dunne laag kookolie op de bakplaat
aanbrengen. Steek de kookplaat-
branders aan. Regel de vlamhoogte
af naar wens.
Laat de bakplaat niet langer dan 5 mi-
nuten opwarmen voordat u er eten op
doet. Als u langer wacht kan de plaat
beschadigen. Draai de regelknoppen
naar de afbeelding van de kleine vlam
om de branders lager te zetten.
Laat altijd ruimte over aan de zijkan-
ten van de bakplaat, zodat de gassen
kunnen ontsnappen. Zet in geen ge-
val twee bakplaten naast elkaar.
Laat de bakplaat na gebruik afkoelen
voordat u hem schoonmaakt.
Bordenwarmer
U kunt de bordenwarmer gebruiken
om eten warm te houden terwijl u de
laatste hand legt aan de rest van de
maaltijd. Draai de regelknop linksom
naar de aan-stand. Het ‘heet’ lampje
gaat branden.
VOORZICHTIG: - Indien er barsten in
het oppervlak van de bordenwarmer
verschijnen als gevolg van inciden-
tele beschadiging etc., dient u onmid-
dellijk de stekker eruit te trekken om
het apparaat van de stroom af te slui-
ten, en het te laten repareren.
Sluit het fornuis pas weer op de
stroom aan als het gerepareerd is.
Grill
Voorzichtig: Tijdens gebruik van
de grill worden sommige van de
onderdelen die binnen bereik zijn
wellicht heet. Houd jonge kinderen
uit de buurt.
Leg het eten op de grillpan en schuif
de grillpan op de inschuifrichels naar
binnen. Duw de pan helemaal naar
achteren tot hij tegen de achteraan-
slag aan zit. De grill is voorzien van
twee straalelementen zodat u ofwel
de hele grillpan of alleen het rechter-
deel van de grillpan kunt verwarmen.
Draai de knop naar stand 3.
Voor de beste resultaten dient u de
grillpan 2 minuten voor te verwarmen.
Leg het eten op de grillpan en schuif
de grillpan op de inschuifrichels naar
binnen. Stel de stand van de grill af
met behulp van de regelknop.
Doe in geen geval de grilldeur dicht
terwijl de grill aanstaat.
De grillpan kan worden omgekeerd
voor een tweede grillstand.
Laat de grill niet langer dan enkele
seconden branden zonder dat de
grillpan eronder staat.
Ovens
Het fornuis heeft twee verschillende
ovens.
De rechteroven is een heteluchtoven.
De ventilator doet hete lucht circule-
ren, wat tot een snellere warmte-
overdracht naar het eten leidt.
De linkeroven is een conventionele
oven die is voorzien van twee straal-
elementen: het eerste is zichtbaar bo-
venaan de oven en het tweede zit on-
der de bodem van de oven. Pas op
dat u het bovenelement en de
elementdeflector niet aanraakt als u
artikelen in de oven zet of uit de oven
verwijdert.
Voordat u de ovens voor het eerst ge-
bruikt, dient u ze 30 minuten lang op
200°C voor te verwarmen om even-
tuele productiegeuren te verdrijven.
Draai de ovenknop naar de gewenste
temperatuur. Het ovenlampje gaat
branden en dooft pas als de oven de
ingestelde temperatuur bereikt heeft.
Vervolgens gaat het lampje tijdens
het bakken aan en uit. Bij het berei-
den van gerechten met een hoog
watergehalte (bijv. ovenfriet) ver-
schijnt wellicht een kleine hoeveel-
heid stoom bij de opening aan de
achterkant van de kookplaat. Dit is
heel normaal.
De heteluchtoven (rechts) heeft een
stand waarmee enkel de ventilator in-
gesteld wordt ( ). In deze stand doet
de ventilator lucht in de oven circule-
ren maar gaat het straalelement niet
aan. Deze stand leent zich uitstekend
voor het ontdooien van
diepvriesproducten.
Hele kippen en grote stukken vlees
dient u in de koelkast te laten ont-
dooien. Gebruik de oven niet om
voedsel te ontdooien als de oven
warm is of als de oven ernaast heet
is.
Duw de ovenrekken altijd helemaal
tot achterin de oven.
Bakplaten, vleespannen en dergelijke
dienen in het midden van de oven-
rekken in de oven te worden ge-
plaatst. Zet de platen en schotels niet
tegen de zijkanten van de oven aan,
anders kan de hete lucht niet circule-
ren.
De aanbevolen maximumafmetingen
voor bakplaten is 325 mm bij 305
mm, zodat het gerecht gelijkmatig
bruint.
Bij het bereiden van gerechten met
een hoog vochtgehalte komt soms
veel stoom vrij als u de ovendeur
opentrekt. Ga niet te dicht bij de oven
staan als u de deur opentrekt en laat
de stoom wegtrekken.
Zet de deur niet langer open dan
noodzakelijk is als de oven aanstaat,
anders worden de knoppen wellicht
heet.
Laat altijd ongeveer een vinger-
breedte ruimte vrij tussen verschil-
lende gerechten op hetzelfde rek. Zo
kan de hitte goed circuleren rond de
gerechten.
Nederlands
82
De ‘Cook & Clean’ bekledingspanelen
(zie ‘Het fornuis schoonmaken’)
werken beter als vetspetters verme-
den worden. Bij het braden van vlees
dient u het vlees af te dekken.
Indien u groenten aan het hete vet
van een braadstuk gaat toevoegen,
kunt u het groente goed uitdrogen of
van een dunne laag kookolie te voor-
zien om spetters te vermijden.
De ovenrekken
De ovenrekken zijn makkelijk in en uit
de oven te schuiven.
Trek aan het rek tot de achterkant van
het rek wordt tegengehouden door de
aanslagen van de inschuifrichels.
Til de voorkant van het rek op om de
achterkant van het rek onder de aan-
slag door te halen. Trek het rek er
vervolgens uit.
Om een rek in de oven te schuiven,
kiest u een inschuifrichel en duwt u te-
gen het rek tot de achterkant van het
rek tegen de achteraanslag aan zit.
Til de voorkant van het rek op om de
achterkant van het rek onder de
achteraanslagen door te halen. Duw
het rek vervolgens helemaal in de
oven.
Het Handyrack
Het ‘Handyrack’ past uitsluitend op
de deur van de linkeroven. Het
‘Handyrack’ heeft een maximum-
capaciteit van 5,5 kg. Het ‘Handyrack’
dient uitsluitend te worden gebruikt in
combinatie met de bijgeleverde
vleespan die op het ‘Handyrack’ past.
Andere blikken zijn wellicht onstabiel.
Terwijl het ‘Handyrack’ op het hoog-
ste rek staat, kunt u het onderste rek
van de oven gebruiken om andere
gerechten te bereiden.
Terwijl het ‘Handyrack’ op het laagste
rek staat, kunt u de tweede rekstand
van de oven gebruiken om andere
gerechten te bereiden.
U kunt het ‘Handyrack’ aanbrengen
door een kant ervan op de deurhaak
te plaatsen.
Trek de andere kant uit en klem het
vast aan de andere deurhaak.
Het grillelement
Het grillelement zit bovenin de linker-
oven. U kunt het grillelement aan het
einde van de normale kookperiode
gebruiken om gegratineerde gerech-
ten te bruinen of om vleesgerechten
een krokant korstje te geven.
Draai na afloop van de normale kook-
periode de thermostaatknop van de
linkeroven rechtsom naar de grills-
tand. Deze stand herkent u aan het
symbool ( ) op het bedienings-
paneel.
Wanneer de thermostaatknop in deze
stand staat, werkt alleen het grill-
element. De bovenste en onderste
elementen worden automatisch uitge-
schakeld.
Opslag
In de lade onderin kunt u ovenplaten
en andere kookgerei opslaan. Daar
de lade soms zeer warm wordt, dient
u er geen artikelen in op te slaan die
mogelijk smelten of vuur vatten. U
kunt de lade in zijn geheel verwijde-
ren door hem naar voren en naar bo-
ven te trekken.
De klok
U kunt de timer gebruiken om de
ovens automatisch aan en uit te zet-
ten. Controleer of de klok op de juiste
tijd ingesteld is.
De tijd instellen:
Druk de knop in zoals op de afbeel-
ding is weergegeven. Druk tegelijker-
tijd op (-) of (+) tot de klok de juiste
tijd aangeeft. Denk eraan dat het een
24-uursklok is. Als u een fout maakt
of de verkeerde knop indrukt, sluit de
stroom dan even af en begin op-
nieuw.
De tijd instellen voor een
bepaald gerecht (minutenteller)
Druk ( ) in en houd het ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op (-) of (+) tot de
klok de gewenste kooktijd aangeeft.
Nederlands
83
U kunt op ( ) drukken om te kijken
hoeveel tijd nog resteert en u kunt op
( ) drukken om de pieper te annule-
ren.
De oven automatisch in- en
uitschakelen
Voordat u de timer instelt, moet u aan
twee tijden denken.
De ‘kookperiode’, ofwel hoe lang u de
oven aan wilt hebben.
De ‘stoptijd’, ofwel wanneer u de oven
wilt laten uitschakelen.
U kunt geen starttijd instellen - deze
wordt automatisch bepaald aan de
hand van de ingestelde kookperiode
en stoptijd.
Druk de knop in en houd hem inge-
drukt (zie onder).
Druk tegelijkertijd op (-) of (+) tot de
klok de gewenste ‘kookperiode’ aan-
geeft.
Druk de knop in en houd hem inge-
drukt (zie onder).
Druk tegelijkertijd op (-) of (+) tot de
klok de gewenste ‘stoptijd’ aangeeft.
Get schermpje geeft AUTO weer.
Stel de oven in op de gewenste tem-
peratuur. Als de kookperiode om is,
gaat de pieper af. DRAAI DE OVEN-
KNOP EERST NAAR DE UIT-
STAND en druk vervolgens eenmaal
op ( ) om de pieper uit te schakelen
en nogmaals op ( ) om op hand-
matig koken over te schakelen.
Als u niet thuis bent stopt de pieper
na enige tijd vanzelf. Als u thuis komt,
DRAAI DE OVENKNOP EERST
NAAR 0 en druk vervolgens twee-
maal op ( ) om op handmatig koken
over te schakelen.
Het schermpje geeft AUTO
weer, u wilt handmatig koken.
Indien u een automatische instelling
wilt annuleren, dient u eerst op ( ) te
drukken om de ingestelde
kooktijd(en) terug te stellen op 0.00
voordat u op handmatig koken kunt
overschakelen.
Koken met behulp van
de timer
Met behulp van de timer kunt u één of
beide ovens automatisch in- en uit-
schakelen. Dezelfde start- en stoptijd
zijn van toepassing op beide ovens
maar de temperatuur kan wel apart
worden ingesteld per oven.
Indien u een van de ovens wilt in-
schakelen terwijl de timer voor auto-
matisch koken is ingesteld, moet u
eerst wachten tot de timer de oven(s)
ingeschakeld heeft. Vervolgens kunt
u de oven(s) op de normale wijze
handmatig instellen.
Met behulp van de timer kunt u de
oven op elke gewenste tijd binnen de
daaropvolgende periode van 24 uur
aan laten gaan.
Indien u meerdere gerechten wilt be-
reiden, dient u gerechten te kiezen
die ongeveer even lang duren. U kunt
de kooktijd voor een bepaald gerecht
echter verlengen door een kleine
container te gebruiken en deze in alu-
miniumfolie te wikkelen, of juist ver-
korten door een kleinere hoeveelheid
te bereiden of een grotere container
te gebruiken.
Indien het lang duurt voordat de auto-
matische kookperiode aanvangt, die-
nen snel bedervende
voedselproducten zoals varkensvlees
of vis te worden vermeden, vooral bij
warm weer.
Plaats geen warm eten in de oven.
Gebruik de oven niet indien deze
reeds warm is.
Gebruik de oven niet indien de oven
ernaast warm is.
Indien het lang duurt voordat de auto-
matische kookperiode aanvangt,
dient u het gebruik van wijn en bier te
vermijden, aangezien ze kunnen gis-
ten.
Indien u room gebruikt, dient u dit pas
toe te voegen vlak voordat u het ge-
recht opdient, aangezien het kan stol-
len.
Aangezien verse groenten over een
lange periode kunnen verkleuren
dient u ze met een laag gesmolten
vet te bedekken of onder te dompelen
in een oplossing van citroensap en
water.
Bij vruchtentaarten, custardtaarten en
andere soortgelijke gerechten met
iets vloeibaars op ongebakken deeg
mag het niet te lang duren voordat de
automatische kookperiode aanvangt.
Gerechten die resten gekookt vlees
of gevogelte bevatten dient u niet au-
tomatisch te koken indien het lang
duurt voordat de automatische kook-
periode aanvangt.
Bij het koken van heel gevogelte dient
u het gevogelte volledig te ontdooien
voordat u het in de oven plaatst.
Controleer of het vlees of het gevo-
gelte helemaal gaar is voordat u het
opdient.
Het fornuis
schoonmaken
Sluit altijd eerst de stroom af voordat
u het fornuis schoonmaakt. Denk er-
aan dat u het na afloop weer aansluit.
Gebruik in geen geval verfafbijt-
middelen, soda, bijtmiddelen, biologi-
sche poeders, bleek, bleekmiddelen
met chloor, ruwe schuurmiddelen of
zout. Meng geen verschillende
schoonmaakmiddelen door elkaar –
dit leidt wellicht tot gevaarlijke reac-
ties.
Indien u het fornuis wilt verplaatsen
om te kunnen schoonmaken, raad-
pleeg dan het gedeelte ‘Het fornuis
verplaatsen’.
Alle delen van het fornuis kunnen met
warm zeepwater worden schoonge-
maakt. Pas echter op dat het zeep-
water niet bij het fornuis naar binnen
sijpelt.
Kookplaatbranders
Sommige modellen zijn voorzien van
een aparte sierring die op de brander-
kop past.
U kunt de branderkoppen en -kappen
verwijderen om ze schoon te maken.
Zorg ervoor dat ze goed droog zijn
voordat u ze weer aanbrengt.
Bakplaat
Maak de bakplaat altijd schoon na ge-
bruik. Laat hem volledig afkoelen
voordat u hem verwijdert. Dompel de
Nederlands
84
bakplaat onder in warm zeepwater.
Gebruik een zachte doek of, voor
hardnekkige vlekken, een nylon
afwasborstel.
GEBRUIK IN GEEN GEVAL BIJT-
OF SCHUURMIDDELEN AANGE-
ZIEN DEZE HET OPPERVLAK KUN-
NEN AANTASTEN.
De bordenwarmer
Neem de kast af met een zachte, in
warm zeepwater gedrenkte, en uit-
gewrongen doek. Vermijd het gebruik
van schuurmiddelen aangezien deze
het glas kunnen aantasten.
Grill
De grillpan dient met warm zeepwater
te worden afgewassen. Indien de
grillpan voor vlees of voor ander aan-
koekend eten is gebruikt, dient u de
grillpan direct na gebruik enkele mi-
nuten in de week te zetten in de goot-
steen. Gebruik een nylon borstel om
hardnekkig vuil van de pan te verwij-
deren.
Bedieningspaneel en
ovendeuren
Vermijd het gebruik van schuur-
middelen, onder andere
schuimreinigers, op oppervlakken
van geborsteld roestvrij staal. Ge-
bruik voor de beste resultaten was-
vloeistof.
Gebruik voor het schoonmaken van
het bedieningspaneel en de
bedieningsknoppen een zachte, in
warm zeepwater gedrenkte, en uit-
gewrongen doek. Pas daarbij wel op
dat het water niet bij het fornuis naar
binnen sijpelt. Neem het oppervlak af
met een schone, vochtige doek en
poets het droog met een droge doek.
Maak de ovendeuren schoon met een
zachte, in warm zeepwater ge-
drenkte, en uitgewrongen doek.
Oven
De ovens zijn voorzien van
demonteerbare panelen met een spe-
ciale emaillelaag die gedeeltelijk zelf-
reinigend is.
De laag beschermt de bekleding niet
volledig tegen krassen maar beperkt
de handmatige reiniging wel tot een
minimum.
De ‘Cook & Clean’ panelen werken
beter boven 200°C. Indien u de oven
meestal op een lagere temperatuur
gebruikt, dient u zo af en toe de pane-
len te verwijderen en met een pluis-
vrije doek en warm zeepwater af te
nemen. Droog de panelen vervolgens
af en breng ze weer aan. Stel de oven
dan in op 200°C en laat hem een uur
aanstaan. Zo zorgt u ervoor dat de
‘Cook & Clean’ panelen goed blijven
werken.
Gebruik geen staalwol (of andere
stoffen die wellicht krassen op het op-
pervlak maken). Gebruik geen oven-
reinigingsdoekjes.
De ovenbekleding verwijderen
Een aantal van de bekledingspanelen
zijn demonteerbaar zodat u de pane-
len en achter de panelen kunt
schoonmaken. Verwijder eerst de
rekken.
De heteluchtoven (rechts) heeft een
demonteerbaar bovenpaneel.
Schuif het bovenpaneel naar voren
en verwijder het.
De zijpanelen van de oven zitten vast
met vier bevestigingsschroeven. U
hoeft de schroeven er niet uit te
draaien om de ovenbekledings-
panelen te kunnen verwijderen. Til de
zijpanelen op en schuif ze van de
schroeven af. Trek ze dan naar vo-
ren.
Als u de bekleding hebt verwijderd,
kunt u het emaille aan de binnenkant
van de oven schoonmaken.
Breng na afloop eerst de zijpanelen
aan.
Zorg ervoor dat u het bovenpaneel
van de oven met de gleuf aan de
voorkant aanbrengt.
Het fornuis verplaatsen
Sluit de stroom af.
Het fornuis is zwaar en dient wellicht
door twee mensen te worden opge-
tild.
Het fornuis is voorzien van één wieltje
aan de voorkant en twee aan de ach-
terkant. Daarnaast heeft hij aan de
voorkant twee stelvoeten die naar be-
neden kunnen worden gedraaid.
Het voorste wieltje kan naar beneden
worden gedraaid om te helpen bij het
verplaatsen van het fornuis. Het
nivelleerwerktuig voor dit wieltje be-
vindt zich in het vak van de opslag-
lade.
Verwijder de opslaglade (trek hem er
helemaal uit en til hem iets op) en het
nivelleerwerktuig zit eronder.
Het kan zijn dat de installateur het
nivelleerwerktuig niet op de juiste
plaats heeft achtergelaten. Indien het
geval is, dient u hem aan te brengen
zoals op de afbeelding is aangege-
ven.
Indien u het nivelleerwerktuig niet
kunt vinden, dient u contact op te ne-
men met de installateur. De contact-
gegevens van de installateur zijn als
het goed is opgeschreven in het ge-
deelte ‘Installatie’ van de handlei-
ding.
Draai het nivelleerwerktuig twee volle
slagen (180°) met de klok mee. Het
hoort stroef te zijn. Naarmate het
wieltje zakt, komt de voorkant van de
oven iets omhoog.
Doe de deur van de grill en de
rechteroven open zodat u goed kunt
vasthouden aan de onderkant van het
bedieningspaneel terwijl u de oven
verplaatst.
Houd de oven tijdens het verplaatsen
niet vast aan de handrail, deur-
hendels of bedieningsknoppen.
Verplaats de oven stukje bij stukje en
controleer telkens of de gasslang niet
is blijven haken. Zorg tijdens het ver-
plaatsen van het fornuis telkens dat
de stroomkabel en de gasleiding vol-
doende speling hebben.
Indien het fornuis van een stabiliteits-
ketting voorzien is, dient u deze los te
koppelen terwijl u het fornuis er voor-
zichtig uit trekt.
Vergeet niet om de ketting na afloop
weer aan te brengen.
Als u het fornuis weer op zijn plaats
zet, dient u wederom te controleren of
de stroomkabel en de gasleiding niet
blijven haken.
Draai het nivelleerwerktuig tegen de
klok in om het fornuis te laten zakken.
Dit is belangrijk. Het voorkomt dat het
fornuis wegrolt tijdens gebruik.
Nederlands
85
Problemen oplossen
Er komt stoom uit de oven
Bij het koken van voedselproducten
met een hoog watergehalte (bijv.
ovenfriet), komt er wat stoom uit de
opening aan de achterkant. Wees
voorzichtig als u de ovendeur open-
trekt, aangezien er soms veel stoom
vrijkomt. Ga niet te dicht bij de oven
staan en laat de stoom wegtrekken.
De ovenventilator maakt geluid.
De toon van de ovenventilator veran-
dert soms naarmate de oven op-
warmt – dat is heel normaal.
De knoppen worden heet als ik
de oven of de grill gebruik.
Kan ik dit voorkomen?
Ja, de knoppen worden heet door de
hitte die uit de oven of de grill opstijgt.
Doe de ovendeur dicht. Plaats de
grillpan tijdens gebruik helamaal ach-
terin, zodat hij tegen de achteraan-
slag aan zit.
Indien er een probleem is met
de installatie, en de
oorspronkelijke installateur kan
het niet komen repareren, wie
betaalt de kosten dan?
Onderhoudsbedrijven rekenen voor
het rechtzetten van het werk van de
oorspronkelijke installateur. Het is in
uw voordeel om de oorspronkelijke
installateur in te schakelen.
Aardlekschakelaars met
stroomsturing
Indien het fornuis is voorzien van een
aardlekschakelaar (RCD) met een
gevoeligheid van 30 milliampere, is
het mogelijk dat de schakelaar om-
slaat wanneer het fornuis gelijktijdig
met andere huishoudelijke apparaten
wordt gebruikt. In dergelijke gevallen
dient de stroomkring van het fornuis
wellicht te worden voorzien van een
schakelaar van 100 mA. Dit werk
dient uitsluitend door een bevoegd
elektricien te worden verricht.
Het eten kookt te langzaam, te
snel of brandt aan.
De kooktijden van deze oven wijken
wellicht af uw vorige oven. U kunt de
temperatuur naar eigen smaak aan-
passen om de gewenste resultaten te
bereiken. Probeer het eens op een
hogere of lagere temperatuur.
Het eten wordt niet gelijkmatig
gaar in de oven.
Gebruik geen bakvormen of -platen
die groter zijn dan de bijgeleverde
bakplaat (320 mm x 305 mm).
Indien u een groot gerecht bereidt,
moet u het tijdens het koken om-
draaien.
Indien u twee rekken gebruikt, dient u
voor voldoende tussenruimte te zor-
gen, zodat de warmte goed kan circu-
leren. Plaats de bakplaat altijd op het
midden van het ovenrek.
Controleer of de deurzegel bescha-
digd is en of de deurgrendel dusdanig
is ingesteld, dat de deur stevig tegen
de zegel aan wordt gehouden.
Let wel dat er bij de linkeroven met
opzet tussenruimte gelaten is onder-
aan de deur.
Indien u een kom met water op het
ovenrek plaatst, dient het waterpas te
staan. (Indien het bijvoorbeeld ach-
teraan dieper is, dient u de achterkant
van het fornuis omhoog te brengen of
de voorkant te laten zakken.) Indien
het fornuis niet waterpas staat, dient
u de leverancier te raadplegen om het
te laten bijstellen.
De oven gaat niet aan als ik
hem handmatig aanzet.
Is de stroom aangesloten? Brandt het
klokje? Zo niet, dan is er wellicht iets
mis met de stroomvoeding. Staat het
fornuis aan bij de scheidings-
schakelaar? Knippert het klokje op
0.00? Zo ja, stel het klokje dan in op
de juiste tijd. Is de timer per ongeluk
op AUTO ingesteld? Indien het klokje
AUTO aangeeft, dient u op de knop
voor de kookperiode te drukken en de
ingestelde kooktijd met behulp van de
knoppen (+) en (-) terug te stellen op
0.00. Druk tweemaal op ( ). Indien
het probleem daarmee niet opgelost
is, dient u een onderhoudstechnicus
in te roepen.
De oven gaat niet aan bij
automatisch koken.
Is de timer goed ingesteld maar is de
ovenknop per ongeluk uit blijven
staan?
De oventemperatuur stijgt
naarmate het fornuis veroudert.
Indien het niet helpt of slechts tijdelijk
helpt als u de ovenknop lager zet,
hebt u wellicht een nieuwe thermo-
staat nodig. De thermostaat dient door
een onderhoudstechnicus te worden
geïnstalleerd.
De grill werkt niet goed
Gebruikt u de met het fornuis bij-
geleverde pan en treeft? Zet u de pan
neer op de inschuifrichels, en niet op
de onderkant van de grillruimte? Zit de
grillplaat helemaal achterin, tegen de
aanslag aan?
Het ovenlicht werkt niet
Het lampje is wellicht doorgebrand.
Lampjes (vallen niet onder de garan-
tie) zijn verkrijgbaar bij de betere elek-
trische winkel. Vraag om een lampje
van 15 W, 240 V, met edisonfitting,
VOOR OVENS. Het moet een spe-
ciaal lampje zijn, dat hittebestendig is
tot aan 300°C.
Doe de ovendeur open en verwijder
het ‘Handyrack’ (indien aangebracht)
en de ovenrekken.
Sluit de stroom af.
Draai de lampafscherming tegen de
klok in om het eraf te draaien. Draai
het oude lampje eruit. Draai het
nieuwe lampje erin. Draai de
lampafscherming er weer op. Sluit de
stroom aan en controleer of het lampje
gaat branden.
Er zit een barst in het oppervlak
van de plaat van de
bordenwarmer
Sluit de stroom onmiddellijk af en laat
het fornuis repareren. Gebruik het for-
nuis pas wanneer het gerepareerd is.
Schakel een onderhoudstechnicus in.
De kookplaatontsteking of
kookplaatbranders storen
Is de stroom aangesloten? Brandt het
klokje? Zo niet, dan is er wellicht iets
mis met de stroomvoeding.
Zit er vuil op de ontstekingselektrode
of de sleuven van de branders?
Is de sierring van de brander goed
aangebracht?
Zijn de branderkappen goed aange-
bracht?
Raadpleeg het gedeelte ‘Het fornuis
schoonmaken’
Controleer of de gastoevoer in orde is.
U kunt dit doen door te controleren of
uw andere gasapparaten goed wer-
ken.
Gaan de branders branden als u de
knop indrukt? Zo niet, controleer dan
de voeding - brandt het klokje?
Nederlands
86
Stroomstoring
In het geval van een stroomstoring
kunt u de kookplaat met een lucifer
aansteken.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat dient door een bevoegd
persoon te worden geïnstalleerd in
overeenstemming met de aanwijzin-
gen voor de installatie. De installatie
dient aan de relavante voorschriften
alsmede de vereisten van het plaat-
selijke energiebedrijf te voldoen.
Indien u gas ruikt
Geen stroomschakelaars aan- of uit-
zetten.
Niet roken.
Geen open vuur gebruiken.
Het gas niet uitzetten bij de meter of
cilinder.
Doe de deuren en ramen open om
het gas te laten ontsnappen.
Bel het gasbedrijf.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik. Indien het
voor andere doeleinden wordt ge-
bruikt, maakt dit eventuele garantie-
of aansprakelijkheidsclaims wellicht
ongeldig.
Bij het gebruik van een gasfornuis
komt er warmte en vocht vrij in de
ruimte waarin het fornuis is geïnstal-
leerd. Zorg ervoor dat de keuken
goed geventileerd is: houd bestaande
ventilatiegaten open of installeer een
mechanische ventilator (mechani-
sche afzuigkap).
Indien u het fornuis gedurende lange
tijd gebruikt, is wellicht aanvullende
ventilatie nodig. U kunt bijvoorbeeld
een raam openzetten of de mechani-
sche ventilatie opvoeren, indien van
toepassing.
Het fornuis dient door een bevoegd
elektricien te worden geïnstalleerd in
overeenstemming met de aanwijzin-
gen voor de installatie. Het mag uit-
sluitend worden gerepareerd door
een bevoegd onderhoudstechnicus
en er mogen uitsluitend goedge-
keurde reserveonderdelen worden
gebruikt. Vraag de installateur om u
de bedieningsschakelaar van het for-
nuis te laten zien. Markeer de scha-
kelaar zodat u hem makkelijk kunt
vinden. Voordat er met schoonmaken
of onderhoudswerk wordt begonnen,
dient u het fornuis altijd eerst te laten
afkoelen en de stroom af te sluiten,
tenzij de handleiding iets anders aan-
geeft.
Alle onderdelen van het fornuis kun-
nen heet worden en blijven na het ko-
ken een tijd heet.
Wees voorzichtig bij het aanraken
van het fornuis. Om de kans op
brandwonden zoveel mogelijk te be-
perken, dient u altijd te controleren of
de bedieningsknoppen uitstaan en of
het fornuis is afgekoeld voordat u het
fornuis schoonmaakt.
Gebruik droge ovenwanten indien
mogelijk. Bij gebruik van vochtige
wanten kunt u zich aan de stoom
branden als u een heet oppervlak
aanraakt. Bedien het fornuis niet met
natte handen.
Gebruik geen handdoeken of andere
dikke doeken in plaats van een oven-
want. Dergelijke doeken kunnen vuur
vatten indien ze met een heet opper-
vlak in aanraking komen.
Wees voorzichtig bij het schoonma-
ken. Indien u een natte spons of doek
gebruikt om gemorste resten van een
heet oppervlak af te vegen, dient u op
te passen dat u zich niet aan de
stoom brandt. Sommige
schoonmaakmiddelen veroorzaken
schadelijke dampen wanneer ze met
hete oppervlakken in aanraking ko-
men.
Gebruik geen onstabiele steelpannen
en laat de steel nooit aan de voorkant
van de kookplaat uitsteken.
Zorg ervoor dat baby’s, peuters en
jonge kinderen te allen tijde uit de
buurt van het fornuis blijven. Laat kin-
deren niet op het fornuis zitten of
staan. Leer ze om niet met de knop-
pen of andere delen van het fornuis te
spelen.
Berg voorwerpen die voor kinderen
van belangstelling zijn niet op in kas-
ten boven het fornuis – klimmen op
het fornuis kan tot ernstige verwon-
dingen leiden.
Maak uitsluitend de in deze handlei-
ding vermelde onderdelen schoon.
Omwille van de hygiëne en de veilig-
heid dient het fornuis te allen tijde
schoon te worden gehouden aange-
zien vet en andere resten vuur kun-
nen vatten.
Zorg ervoor dat het fornuis op een vei-
lige afstand van brandbare wand-
bekledingen en gordijnen en derge-
lijke staat.
Gebruik geen spuitbussen in de buurt
van het fornuis terwijl het fornuis aan-
staat.
Bewaar en gebruik geen brandbare
stoffen en ontvlambare vloeistoffen in
de buurt van het fornuis.
Probeer vetbranden niet met water te
doven. Pak brandende pannen nooit
op. Draai de bedieningsknoppen uit.
Doof de vlammen door de pan volledig
af te dekken met een deksel van de
juiste maat of met een bakplaat. Ge-
bruik een universeel poeder- or
schuimblusapparaat, indien beschik-
baar.
Laat het fornuis zonder toezicht aan-
staat op een hoge temperatuur. Over-
kokende pannen kunnen rook veroor-
zaken en gemorst vet kan vuur vatten.
Draag geen loszittende of -hangende
kleding tijdens gebruik van het fornuis.
Wees voorzichtig als u iets uit kasten
boven de kookplaat pakt. Brandbare
stoffen kunnen vuur vatten indien ze
met een heet oppervlak in aanraking
komen en kunnen ernstige brandwon-
den veroorzaken.
Pas op bij het verwarmen van vet en
olie, aangezien het vlam kan vatten
als het te heet wordt.
Gebruik een frituurthermometer, in-
dien mogelijk, om te voorkomen dat
het vet boven het rookpunt wordt ver-
hit.
Laat frituurpannen nooit zonder toe-
zicht aanstaan. Verwarm vet altijd
langzaam en onder toezicht. Frituur-
pannen dienen slechts voor een derde
vol vet te zitten. Indien u teveel vet in
de pan doet, kan de pan overstromen
wanneer u er eten bij doet. Indien u
verschillende soorten olie of vet com-
bineert bij het frituren, dient u de olie
te vermengen voordat u het verhit, of,
in het geval van vet, terwijl het smelt.
Het voedsel dat u gaat frituren dient
zo droog mogelijk te zijn. De rijp op
diepvriesproducten of het vocht op
verse voedselproducten kunnen het
hete vet doen bruisen en overstro-
men. Wanneer u op hoge of
gemiddete temperaturen frituurt, dient
u het vet goed in de gaten te houden
zodat het niet overstroomt of overver-
hit. Probeer nooit om pannen met heet
Nederlands
87
vet te verplaatsen, vooral geen
frituurpannen. Wacht tot het vet is af-
gekoeld.
Terwijl de gril aanstaat dient u de bo-
venkant van het rookkanaal (de sleuf
aan de achterkant van het fornuis)
niet te gebruiken om borden of scha-
len op te warmen, theedoeken te dro-
gen of boter zacht te maken.
Bij gebruik van elektrische apparaten
in de buurt van het fornuis, dient u op
te passen dat het snoer van het appa-
raat niet in aanraking komt met de
kookplaat.
Indien u een barst in het oppervlak
van de bordenwarmer ontdekt, dient
u het fornuis onmiddellijk los te kop-
pelen en laten repareren.
Pas op dat er geen water bij het for-
nuis naar binnen sijpelt.
Alleen schalen van bepaalde soorten
glas, glaskeramiek, aardewerk en an-
dere verglaasde schalen of kommen
zijn geschikt voor gebruik op de kook-
plaat; andere soorten kunnen breken
als gevolg van de plotselinge
temperatuurverandering.
Laat mensen niet op het fornuis klim-
men of staan, of eraan hangen.
Dek de rekken, de bekleding en het
bovenpaneel van de oven niet af met
aluminiumfolie.
Zorg ervoor dat de keuken te allen
tijde goed geventileerd is. Gebruik
eventueel aangebrachte
luchtverversers of afzuigkappen.
Verwarm in geen geval ongeopende
voedselcontainers. De drukopbouw
kan de container doen stukbarsten,
hetgeen letsel kan veroorzaken.
Het fornuis is uitsluitend bedoeld voor
het bereiden van voedsel en mag niet
voor andere doeleinden worden ge-
bruikt.
De oven dient NIET te worden ge-
bruikt om de keuken te verwarmen.
Dit is niet alleen een verspilling van
het gas, maar kan bovendien tot
oververhitting van de bedienings-
knoppen leiden.
Laat de ovendeur NIET langer dan
noodzakelijk openstaan terwijl de
oven aanstaat.
De specificatie van dit fornuis dient
niet te worden gewijzigd.
Dit apparaat is zwaar, wees voorzich-
tig bij het tillen.
Zorg ervoor dat de bedienings-
knoppen uitstaan als het fornuis in
gebruik is.
Onderhoud en
reserveonderdelen
Vul de onderstaande gegevens over
het apparaat in en bewaar ze op een
veilige plaats voor het geval u ze in de
toekomst nodig hebt. Deze gegevens
helpen ons om uw apparaat nauw-
keurig te identificeren, zodat we u be-
ter kunnen helpen. Als u de gegevens
nu invult, scheelt dat tijd en ongemak
mocht er zich later een probleem met
het apparaat voordoen. Bovendien
kan het nuttig zijn samen met deze
folder de aankoopbon te bewaren.
Het kan zijn dat u om de bon ge-
vraagd wordt als er iemand langs-
komt in verband met de garantie.
Gassoort: Dual Fuel (twee soorten
brandstof)
Naam en kleur apparaat*
Serienummer apparaat*
Naam en adres winkel
Aankoopdatum
Naam en adres installateur
Installatiedatum
* Deze gegevens staan op het
gegevensplaatje van het apparaat
aangegeven.
In geval van problemen
In het onwaarschijnlijke geval dat er
zich een probleem voordoet met het
apparaat, dient u eerst de rest van dit
boekje te raadplegen, met name het
gedeelte ‘Problemen oplossen’, om te
controleren of u het apparaat op de
juiste manier gebruikt.
Indien u nog steeds problemen hebt,
neem dan contact op met de winkel.
Let op
Indien de garantieperiode van het ap-
paraat verstreken is, brengt onze
onderhoudsleverancier u wellicht in
rekening.
Indien u een technicus inroept en de
storing valt niet onder de verantwoor-
delijkheid van de fabrikant, is onze
onderhoudsleverancier gerechtigd u
hiervoor in rekening te brengen.
Indien u er niet bent op de afgespro-
ken tijd, kunt u daarvoor in rekening
worden gebracht.
Buiten de garantie
Wij bevelen aan onze apparaten ge-
durende de gebruiksduur regelmatig
te onderhouden om de beste resulta-
ten en efficiëntie te verkrijgen.
Het onderhoudswerk dient uitsluitend
door technisch bedreven en daartoe
bevoegd personeel te worden ver-
richt.
Reserveonderdelen
Voor de beste resultaten en een vei-
lige werking dienen uitsluitend origi-
nele reserveonderdelen te worden
gebruikt. Gebruik geen opgeknapte of
niet-goedgekeurde gasregelings-
onderdelen. Raadpleeg de winkel.
Installatie
Het apparaat is geleverd als:
G 20 20millibar
CAT II
2H3+
CAT II
2E3+
CAT II
2E3B/P
Het dient te worden omgebouwd om
als CAT I2L of CAT I 3B/P te werken.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik. Indien het
voor andere doeleinden wordt ge-
bruikt, maakt dit eventuele garantie-
of aansprakelijkheidsclaims wellicht
ongeldig.
Nederlands
88
Lees op het gegevensplaatje van het
apparaat af voor welke gassoort het
fornuis is ingesteld.
Ombouwen
Met het fornuis wordt een ombouwset
bijgeleverd, zodat het kan worden
omgebouwd vor gebruik met andere
gassoorten.
Indien het apparaat dient te worden
omgebouwd voor gebruik met een
andere gassoort, raden we aan dit
vóór de installatie te doen. Raadpleeg
het gedeelte ‘Ombouwen’ van de
handleiding voor meer informatie.
Veiligheidsvoorschriften/-
vereisten
Het apparaat dient door een bevoegd
persoon te worden geïnstalleerd. De
installatie dient overeen te komen
met de relevante voorschriften als-
mede de vereisten van het plaatse-
lijke energiebedrijf. Lees de ge-
bruiksaanwijzing voordat u het appa-
raat installeert of gebruikt.
Het is in uw eigen belang en in het
belang van de veiligheid om alle gas-
apparaten door bevoegd personeel te
laten installeren. Indien het apparaat
verkeerd wordt aangesloten, maakt
dit eventuele garantie- of
aansprakelijkheidsclaims wellicht on-
geldig, en kunt u vervolgd worden.
Controleer vóór de installatie of het
fornuis geschikt is voor uw gassoort
en voedingsspanning. Kijk op het
gegevensplaatje. Het apparaat kan
worden omgebouwd voor gebruik met
andere gassoorten.
Installeer het apparaat in een goed
geventileerde ruimte.
Ventilatie
Het apparaat is niet op een afvoer-
inrichting voor
verbrandingsproducten aangesloten.
Het dient in overeenstemming met de
huidige installatievereisten te worden
geïnstalleerd en aangesloten. Er
dient met name aandacht te worden
besteed aan de relevante voorschrif-
ten met betrekking tot de ventilatie.
De plaatselijke voorschriften betref-
fende ventilatie dienen te worden na-
gekomen, maar enkel als minimum:
Alle kamers moeten voorzien zijn van
een raam dat open kan of iets soort-
gelijks, en sommige kamers moeten
tevens van een permanent ventilatie-
kanaal zijn voorzien, afgezien van het
raam. Het fornuis dient niet te worden
geïnstalleerd in zitslaapkamers met
een volume van onder 20 m
3
. Indien
het fornuis in een kamer met een vo-
lume van onder 5 m
3
wordt geïnstal-
leerd, is een ventilatiekanaal met een
effectief oppervlak van 100 cm
2
ver-
eist; indien het wordt geïnstalleerd in
een kamer met een volume van 5 m
3
t/m 10 m
3
, is een ventilatiekanaal met
een effectief oppervlak van 50 cm
2
vereist; en kamers met een volume
van boven 11 m
3
vereisen geen
ventilatiekanaal. Indien de kamer
echter is voorzien van een buiten-
deur, is een ventilatiekanaal niet
noodzakelijk, zelfs indien het volume
tussen 5 m
3
en 10 m
3
ligt. Indien er in
de kamer tevens andere apparaten
staan, die gas verbruiken, is wellicht
meer ventilatie vereist.
Het fornuis plaatsen
Het fornuis mag in een keuken of
open keuken worden geïnstalleerd,
maar NIET in kamers met een bad of
douche.
OPMERKING:
Apparaten die geschikt zijn voor ge-
bruik op vloeibaar gas (LPG), mogen
niet worden geïnstalleerd in kamers
of binnenruimten onder de begane
grond, bijv. op de kelderverdieping.
Om het fornuis correct te kunnen in-
stalleren is de volgende apparatuur
noodzakelijk:
Klem
Indien het fornuis op een flexibele
gasleiding wordt aangesloten, dient
een klem te worden gebruikt. Deze
worden niet bijgeleverd. De klem
dient te worden bevestigd aan het ge-
bouw en dient los te koppelen zijn zo-
dat het fornuis kan worden uitgetrok-
ken voor reiniging en onderhouds-
doeleinden.
Gasdrukmeter
Buigzame gasslang
Dient aan de relevante normen te vol-
doen.
Multimeter
(voor elektrische controle)
Het fornuis plaatsen
Op de afbeeldingen zijn de vereiste
minimumafstanden tussen het fornuis
en de aangrenzende oppervlakken
aangegeven.
De rand van de kookplaat dient op
gelijke hoogte of boven eventuele
naastgelegen werkbladen te zitten.
Boven het niveau van de kookplaat
dient tussen de zijkanten van het for-
nuis en eventuele naastgelegen verti-
cale oppervlakken een tussenruimte
van ten minste 75 mm te worden ge-
laten.
Bij niet-brandbare oppervlakken (bij-
voorbeeld ongeverfd metaal of
keramische tegels) is de minimum-
afstand 25 mm.
Tussen de bovenkant van de kook-
plaat en eventuele brandbare hori-
zontale oppervlakken erboven dient
een tussenruimte van ten minste 650
mm te worden gelaten.
Afzuigkappen dienen in overeen-
stemming met de aanwijzingen van
de betreffende fabrikant te worden
geïnstalleerd.
Omwille van de veiligheid mag direct
achter het fornuis geen gordijn wor-
den opgehangen.
We bevelen aan tussen de kasten
een tussenruimte van 1.110 mm te la-
ten zodat u het fornuis kunt verplaat-
sen. Indien het fornuis tegen de kas-
ten aan wordt ingebouwd, dient u het
fornuis aan de ene kant tegen de kast
aan te plaatsen en aan te sluiten en
dan pas de kast aan de andere kant
op zijn plaats aanbrengt.
Indien het fornuis dicht bij een hoek
van de keuken staat, is minimaal 130
mm ruimte vereist zodat de oven-
deuren open kunnen.
Het fornuis uitpakken
Verwijder de verpakking van het for-
nuis pas wanneer het vlak vóór de
plaats staat, waar het wordt geïnstal-
leerd (tenzij het met de verpakking
niet door de deur past).
Snijd de bevestigingsstroken door en
til de kartonnen doos van het fornuis
af, zodat het fornuis op de onder-
verpakking blijft staan. Raadpleeg het
losse blad voor nadere uitpak-
instructies.
Nederlands
89
Waterpas stellen
Plaats een luchtbelwaterpas op een
van de rekken van een oven om te
controleren of het fornuis waterpas
staat.
Zet het fornuis op de bestemde plaats
neer. Pas daarbij op dat het niet
wordt verdraaid in de ruimte tussen
de keukenkasten, aangezien dit het
fornuis of de kasten kan beschadi-
gen.
De wieltjes kunnen worden afgesteld
om het fornuis waterpas te stellen.
Om het fornuis aan de achterkant in
de hoogte te verstellen, dient u de
stelmoeren aan de voorste hoeken
aan de onderkant van het fornuis af te
stellen met behulp van het bij-
geleverde nivelleerwerktuig.
Stel de hoogte van het voorste wieltje
af om het fornuis waterpas te stellen.
Draai hem met de klok mee om het
fornuis omhoog te brengen of tegen
de klok in om het fornuis te laten zak-
ken.
Als u tevreden bent dat het fornuis op
de juiste hoogte staat en waterpas is,
dient u het voorste wieltje één slag te
draaien om de voorkant van het for-
nuis iets op te tillen. Schroef de voor-
ste voeten naar beneden tot ze de
vloer raken. Draai het voorste wieltje
tegen de klok in om het fornuis om-
hoog te brengen zodat de voorkant
van het fornuis op de voeten steunt,
niet op het voorste wieltje. Dit voor-
komt dat het fornuis per ongeluk weg-
rolt tijdens gebruik.
Laat het nivelleerwerktuig op het wiel-
tje zitten met het handvat van het
werktuig naar de achterkant van het
fornuis toe, zodat de klant het kan ge-
bruiken mocht hij/zij het fornuis willen
verplaasten.
Breng de lade weer aan op de schuif-
rails en duw hem naar binnen.
De handvaten aanbrengen (niet
alle modellen)
Gebruik de inbussleutel om de
inbusschroeven van 4 mm in de deu-
ren te verwijderen. Breng de deur-
handvaten met behulp van de schroe-
ven aan.
De handvaten dienen boven de
bevestigingsmiddelen te komen.
Verwijder de inbusschroeven van 4
mm aan de bovenste hoeken van het
bedieningspaneel en bevestig de
handrail aan de voorkant.
De spatplaat aanbrengen
(optioneel - niet alle modellen)
Verwijder de twee bevestigings-
schroeven (inbuskop van 3 mm) die
door de bovenkant van de opening
aan de achterkant heen passen, en
de bijbehorende moeren. Houd de
spatplaat vast op zijn plaats. Steek de
twee bevestigingsschroeven er aan
de achterkant weer in en breng de
moeren weer aan.
Een stabiliteitsklem aanbrengen
Indien het fornuis op een flexibele
gasleiding wordt aangesloten, dient
een stabiliteitsklem of -ketting te wor-
den aangebracht (niet bijgeleverd).
De klem dient te worden bevestigd
aan het gebouw en dient los te kop-
pelen zijn zodat het fornuis kan wor-
den uitgetrokken voor reiniging en
onderhoudsdoeleinden.
Aansluiten op het gas
Tussen de gastoevoer en de
verbindingsslang dient een
gasafsluiter te worden aangebracht.
De buigzame slang (niet bijgeleverd)
dient aan de relevante normen te vol-
doen. Neem in geval van twijfel con-
tact op met de leverancier.
De afschermkasten aan de achter-
kant beperken de positie van het
toevoerpunt. De eindaansluiting van
de huishoudelijke gasvoeding dient
naar beneden te zijn gericht.
De aansluiting van het apparaat be-
vindt zich aan de achterkant van het
fornuis, vlak onder het kookplaat-
niveau.
De slang dient dusdanig te worden
aangesloten, dat zowel de in- als de
uitlaataansluiting verticaal is, zodat
de slang in de vorm van een U naar
beneden hangt.
Daar het fornuis in de hoogte verstel-
baar is en elke aansluiting anders is,
kunnen we geen nauwkeurige afme-
tingen geven. De eindaansluiting van
de gasvoeding dient idealiter in het
Nederlands
90
gearceerde gedeelte van de afbeel-
ding van de achterkant van het for-
nuis te vallen.
Controleer na het aansluiten van het
gas aan de hand van een drukproef
of het fornuis gasdicht is. Gebruik
geen afwasmiddel om op gaslekken
te controleren – het kan corrosie ver-
oorzaken. Gebruik producten die
speciaal bedoeld zijn voor
lekdetectie.
Beproeven op druk
U kunt de gasdruk meten bij de
injector van een van de linker kook-
plaatbranders. Verwijder het pan-
rooster, de branderkop en -kap. De
injector ligt nu bloot.
Raadpleeg Technische gegevens
achterin deze handleiding voor de
testwaarden.
Hermonteer de brander op de juiste
wijze.
Aansluiten op de elektriciteit
Het apparaat dient door een bevoegd
elektricien te worden aangesloten in
overeenstemming met de relevante
voorschriften alsmede de vereisten
van het plaatselijke energiebedrijf.
WAARSCHUWING: HET APPA-
RAAT DIENT TE WORDEN GE-
AARD
Opmerking
Het fornuis dient te worden aangeslo-
ten op de juiste stroomvoeding, zoals
op het spanningslabel van het fornuis
vermeld is. Het fornuis dient te wor-
den aangesloten via een geschikt
regeleenheid voor het fornuis, be-
staande uit een tweepolige schake-
laar met een tussenruimte van ten
minste 3 mm tussen de polen. Het
fornuis mag niet op een normaal,
huishoudelijk stopcontact worden
aangesloten.
De totale elektrische belasting van
het apparaat bedraagt ongeveer 7,2
kW. De elektriciteitskabel dient aan
deze belasting en aan de plaatselijke
vereisten te voldoen.
U kunt de afschermkast van het
aansluitpunt op het achterpaneel ver-
wijderen om bij de netaansluiting te
komen.
Sluit de elektriciteitskabel aan op de
juiste aansluitpunten voor de betref-
fende soort stroomvoeding.
Controleer of de aansluitingen goed
vastzitten en of de schroeven van de
aansluitpunten goed vastzitten. Zet
de elektriciteitskabel vast met de
kabelklem.
Aardlekschakelaars met stroom-
sturing
Indien het fornuis is voorzien van een
aardlekschakelaar (RCD) met een
gevoeligheid van 30 milliampere, is
het mogelijk dat de schakelaar om-
slaat wanneer het fornuis gelijktijdig
met andere huishoudelijke apparaten
wordt gebruikt. In dergelijke gevallen
dient de stroomkring van het fornuis
wellicht te worden voorzien van een
schakelaar van 100 mA. Dit werk
dient uitsluitend door een bevoegd
elektricien te worden verricht.
Kookplaat
Controleer de branders één voor een.
Het fornuis is voorzien van een
veiligheidsmechanisme dat de gas-
toevoer naar de brander uitschakelt
indien de vlam uitgaat. Draai de
bedieningsknoppen één voor een
naar de grote vlam. Druk de
bedieningsknop in. Er stroomt gas
naar de brander. Blijf de knop inge-
drukt houden en druk op de
ontstekingsknop of steek de brander
met een lucifer aan. Blijf de knop on-
geveer 10 seconden ingedrukt hou-
den.
Als de brander uitgaat wanneer u de
knop loslaat, hebt u niet lang genoeg
gewacht. Wacht een minuut en pro-
beer het nogmaals maar houd de
knop deze keer iets langer ingedrukt.
Grill
Doe de grilldeur open. Draai de grill-
knop aan en controleer of de grill
warm wordt.
Ovencontrole
De ovens werken alleen indien de
klok op de juiste tijd is ingesteld.
Raadpleeg het gedeelte ‘De klok
voor instructies voor de tijdsinstelling.
Druk tegelijkertijd op - of + tot de klok
de juiste tijd weergeeft.
Denk eraan dat het een 24-uursklok
is.
Als u een fout maakt of de verkeerde
knop indrukt, sluit de stroom dan
even af en begin opnieuw.
Zet de oven aan en controleer of de
ventilator draait en de oven warm
wordt. Zet de oven uit.
De plint monteren
Draai de 3 schroeven in de onderrand
van het fornuis los. Haak het middel-
ste spiegat vast over de middelste
schroef. Trek en positioneer de an
Nederlands
91
dere spiegaten boven de andere
schroeven. Draai de bevestigings-
schroeven vast.
Ovenlicht
Druk op de knop van het ovenlicht en
controleer of het werkt.
Opmerking. De garantie dekt het
ovenlampje niet.
Klantenzorg
Leg aan de gebruiker uit hoe het for-
nuis werkt en geef hem/haar deze ge-
bruiksaanwijzing.
Dank u.
Ombouwen voor
gebruik met een andere
gassoort
Onderhoud - waarschuwing
Het fornuis mag uitsluitend door be-
voegde personen worden omge-
bouwd. Na de ombouwing dient de in-
stallatie aan de relevante voorschrif-
ten en de vereisten van het plaatse-
lijke energiebedrijf te voldoen. Lees
de aanwijzingen voordat u met het
ombouwen begint.
Indien het apparaat verkeerd wordt
omgebouwd, maakt dit eventuele ga-
rantie- of aansprakelijkheidsclaims
wellicht ongeldig, en kunt u vervolgd
worden.
Deze aanwijzing dient samen met de
rest van de aanwijzingen voor het ap-
paraat te worden gebruikt, met name
met betrekking tot informatie over
normen, het plaatsen van het fornuis,
geschikte slangen etc.
Bij het repareren of vervangen van
gasvoerende onderdelen dient u al-
lereerst de gastoevoer af te sluiten en
na afloop te controleren of het appa-
raat gasdicht is.
Gebruik geen opgeknapte of niet-
goedgekeurde gasregelings-
onderdelen.
Ombouwen
Koppel de elektriciteit en het gas los
voordat u met onderhoudswerk be-
gint. Controleer na afloop of het appa-
raat veilig is.
Het apparaat is geleverd als:
G 20 20millibar
CAT II
2H3+
CAT II
2E3+
CAT II
2E3B/P
Controleer in het gedeelte Techni-
sche gegevens achterin de handlei-
ding of het fornuis kan worden omge-
bouwd voor de gewenste gassoort.
Injectors
Verwijder de branderkappen en -kop-
pen. Verwijder de oude bekken.
Breng de nieuwe bekken aan (raad-
pleeg Technische gegevens ach-
terin de handleiding voor de juiste
bekken). Hermonteer de onderdelen
in omgekeerde volgorde.
Kraanafstelling
Sla de tabel achterin de handlei-
ding na om te controleren of de
bypass-schroeven moeten worden
vervangen of bijgesteld.
Trek de bedieningsknoppen eraf.
Doe de ovendeur en de grilldeur open
en verwijder de bevestigings-
schroeven onder het bedienings-
paneel. Sommige modellen zijn voor-
zien van een plaat onder het
bedieningspaneel. Deze plaat wordt
op zijn plaats gehouden door de on-
derste bevestigingsschroeven.
Modellen met een handrail
Verwijder de twee bevestigings-
schroeven in de eindklemmen van de
handrail en verwijder vervolgens de
twee kruiskopschroeven die onder de
eindklemmen van de handrail verbor-
gen waren.
Til het bedieningspaneel van de bo-
venste borglipjes af.
Modellen zonder handrail
Schuif het bedieningspaneel naar
rechts en trek het naar voren.
Pas op dat u de bedrading niet be-
schadigt of belast.
Ombouwen naar andere gas-
soorten.
Verwijder de bypass-schroef en ver-
vang hem door de juiste schroef.
Sla de tabel achterin de handleiding
na voor de juiste maat.
Breng het bedieningspaneel weer
aan.
Label opplakken
Plak het juiste label op het gegevens-
plaatje, dat aangeeft voor welk gas-
soort het fornuis nu is aangepast.
Beproeven op druk
Sluit het apparaat aan op de gas-
toevoer. Controleer of het apparaat
gasdicht is.
Raadpleeg Technische gegevens
achterin deze handleiding voor de
testwaarden.
U kunt de gaswaarde bij de gasbek
van een van de linker kookplaat-
branders meten. Verwijder een
branderkop. Sluit de drukmeter aan
op de gasbek. Draai de kookplaat-
brander aan en en draai een andere
brander aan en steek deze aan.
Hermonteer de brander op de juiste
wijze.
Controleer of het apparaat gasdicht
is.
Controleer of alle branders goed wer-
ken.
117
Diagrama del circuito
La conexión que se muestra en el diagrama
del circuito es para una sola fase. Las
especificaciones son para 230 V 50 Hz
Leyenda del diagrama del circuito
A Interruptor del calentador
B Reloj
C Termostato del horno izquierdo
D Termostato del horno derecho
F Regulador de energía del grill
G Calentador 147 W
H Generador de chispas
I Resistencia inferior 1,0 kW
J Resistencia superior 1,2 kW
K Accesorio para dorar 1,15 kW
L Con corriente
M Ventilador del horno derecho
N Neutro
O Resistencia del horno ventilado 2,5 kW
P Resistencia del grill derecho 1,15 kW
Q Resistencia del grill izquierdo 1,15 kW
R Neón
S Derivadores
T Bombillas de la luz del horno
U Interruptores de la luz del horno
V Interruptor de encendido
Código de color
b - Azul
br - Marrón
or - Ámbar
r - Rojo
v - Violeta
w - Blanco
y - Amarillo
Schéma de câblage
Le raccord indiqué sur le schéma de câblage
est pour une alimentation monophasée. Les
capacités nominales sont pour 230 V 50 HZ
Légende du schéma de câblage
A Interrupteur du chauffe-plats
B Horloge
C Thermostat du four gauche
D Thermostat du four droit
F Régulateur de puissance du gril
G Chauffe-plats 147 W
H Générateur d’étincelles
I Elément inférieur 1,0 kW
J Elément supérieur 1,2 kW
K Elément gratineur 1,15 kW
L Sous tension
M Ventilateur du four droit
N Neutre
O Elément du four ventilé 2,5 kW
P Elément du gril droit 1,15 kW
Q Elément du gril gauche 1,15 kW
R Néon
S Protecteurs thermiques
T Ampoules d’éclairage du four
U Interrupteurs d’éclairage du four
V Contacteur d’allumage
Code couleur
b - Bleu
br - Brun
or - Orange
r - Rouge
v - Violet
w - Blanc
y - Jaune
Schema Elettrico
Gli allacciamenti illustrati s’intendono per
impianti monofase. Tensione di esercizio
230V 50Hz
Legenda
A Interruttore scaldavivande
B Orologio
C Termostato forno sinistro
D Termostato forno destro
F Regolatore potenza grill
G Scaldavivande 147W
H Accenditore
I Resistenza di fondo 1,0kW
J Resistenza superiore 1,2kW
K Resistenza indoratore 1,15kW
L Sotto tensione
M Ventilatore forno destro
N Neutro
O Resistenza forno termoventilato 2,5kW
P Resistenza destra grill 1,15kW
Q Resistenza sinistra grill 1,15kW
R Neon
S Interruttori automatici
T Lampadine luce forno
U Interruttori luce forno
V Interruttore d’accensione
Codice colore
b - Blu
br - Marrone
or - Arancione
r - Rosso
v - Viola
w - Bianco
y - Giallo
Schakelschema
Op schakelschema weergegeven verbinding
is van toepassing op eenfase. Nominale
waarden zijn van toepassing op 230 V 50 Hz.
Legenda schakelschema
A Bordenwarmerschakelaar
B Klok
C Thermostaat linkeroven
D Thermostaat rechteroven
F Energieregelaar grill
G Bordenwarmer 147 W
H Vonkgenerator
I Onderelement 1,0 kW
J Bovenelement 1,2 kW
K Grillelement 1,15 kW
L Stroom
M Ventilator rechteroven
N Neutraal
O Element heteluchtoven 2,5 kW
P Rechter grillelement 1,15 kW
Q Linker grillelement 1,15 kW
R Neon
S Stroomonderbrekers
T Ovenlampjes
U Lichtschakelaars oven
V Ontstekingsschakelaar
Kleurcode
b - Blauw
br - Bruin
or - Oranje
r - Rood
v - Violet
w - Wit
y - Geel
Kretsskjema
Kobling vist i kretsskjemaet er enfaset.
Typeskiltet er for 230V 50Hz.
Tegnforklaring til kretsskjemaet
A Varmeplatebryter
BUr
C Venstre ovns termostat
D Høyre ovns termostat
F Grillenergiregulator
G Varmeplate 147W
H Gnistgenerator
I Bunnelement 1,0kW
J Toppelement 1,2kW
K Bruneelement 1,15kW
L Strømførende
M Høyre ovns vifte
N Nøytral
O Vifteovnens element 2,5kW
P Høyre grillelement 1,15kW
Q Venstre grillelement 1,15kW
R Neon
S Sikringsbrytere
T Ovnens lyspærer
U Ovnens lysbrytere
V Tenningsbryter
Fargekoding
b - Blå
br - Brun
or - Oransje
r - Rød
v - Fiolett
w - Hvit
y - Gul
Diagrama de circuitos
A ligação ilustrada no diagrama de circuitos é
monofásica. Todos os valores são para 230V
50Hz
Legenda do diagrama de circuitos
A Botão do aquecedor
B Relógio
C Termostato do forno esquerdo
D Termostato do forno direito
F Regulador de potência do grelhador
G Aquecedor 147W
H Gerador de faíscas
I Resistência da base de 1,0kW
J Resistência superior de 1,2kW
K Resistência para tostar de 1,15kW
L Activo
M Ventoinha do forno direito
N Neutro
O Resistência de 2,5kW do forno com
ventoinha
P Resistência de 1,15kW do grelhador
direito
Q Resistência de 1,15kW do grelhador
esquerdo
R Néon
S Disjuntores
T Lâmpadas da luz do forno
U Botões da luz do forno
V Botão de ignição
Código de cores
b - Azul
br - Castanho
or - Cor de laranja
r - Vermelho
v - Violeta
w - Branco
y - Amarelo
1/122