Nikon COOLPIX L840 Referentie gids

Type
Referentie gids
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Inleiding
i
Inhoudsopgave
xi
Onderdelen van de camera
1
Voorbereidingen treffen om op te nemen
6
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
12
Opnamefuncties
22
Weergavefuncties
57
Films opnemen en afspelen
68
Menu's gebruiken
75
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken
116
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
120
Technische opmerkingen
130
i
Inleiding
Inleiding
Als u optimaal profijt wilt halen uit dit Nikon-product, leest u “Voor uw veiligheid”
(Av-vii) en “Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)” (Aix), alsmede alle andere instructies
grondig door en bewaart u deze op een plek waar zij gelezen kunnen worden door
iedereen die gebruikmaakt van de camera.
Als u direct gebruik wilt gaan maken van de camera, raadpleegt u
“Voorbereidingen treffen om op te nemen” (A6) en “Elementaire opname- en
weergaveactiviteiten” (A12).
Overige informatie
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in
deze handleiding.
De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling”
genoemd.
De namen van menuopties die worden weergegeven op de monitor van de
camera en de namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden
vet weergegeven.
In deze handleiding worden soms onderdelen van de monitor niet weergegeven
zodat aanduidingen op de monitor duidelijker zichtbaar zijn.
Lees dit eerst
Symbool
Beschrijving
B
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten
worden gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
C
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten
worden gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
A Dit pictogram geeft andere pagina's aan die relevante informatie bevatten.
ii
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online
beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en
fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde
Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande website voor contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk
Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en
bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van Nikon,
inclusief batterijladers, batterijen en lichtnetadapters, zijn door Nikon speciaal gecertificeerd
voor gebruik met deze digitale camera van Nikon. Deze accessoires zijn ontwikkeld en
getest om goed en veilig te werken binnen de door het elektronische circuit van onze
camera's gestelde eisen.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN
VERVAARDIGD, KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN
VERVALLEN.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door
Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis),
kunt u best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect
aan uw camera.
iii
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een
archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De illustraties en monitorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op de monitor van het daadwerkelijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties
van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk
gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit
product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op
de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie
voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of
reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van
een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”.Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden.Tenzij vooraf
door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve
wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door
een bedrijf.Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid
uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals
boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt
gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving.Gebruik dit product
niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
iv
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia,
zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens
niet volledig worden verwijderd.Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het
soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen,
wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben.De gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te
werpen of aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en
vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld beelden van de lucht). Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van
opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Als u de Wi-Fi-instellingen wilt verwijderen, selecteert u Standaardw. herstellen in het
menu Wi-Fi-opties (A75).
Conformiteitsmarkering
Volg de onderstaande procedure om enkele van de conformiteitsmarkeringen te
bekijken waaraan de camera voldoet.
Druk op de knop
dM
menupictogram
z M
Conformiteitsmarkering
M
knop
k
v
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetadapter komt,
koppel de lichtnetadapter dan los en verwijder de batterijen onmiddellijk. Let hierbij
op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot
letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon
erkende servicedienst te worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetadapter kan leiden tot
letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd. Als
de camera of de lichtnetadapter door een val of ander ongeluk openbreekt, haalt u
de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de batterijen en laat u het product
nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of lichtnetadapter niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat baby’s geen batterijen of andere kleine onderdelen in hun mond
kunnen stoppen.
Vermijd langdurig contact met de camera, batterijlader of
lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik
zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in direct
contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
vi
Inleiding
Laat het product niet achter op een plek waar het wordt blootgesteld
aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in
direct zonlicht
Als u zich niet aan deze voorzorgsmaatregel houdt, kan dit schade veroorzaken of tot
brand kunnen leiden.
Wees voorzichtig met batterijen
Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let op
de volgende punten bij het gebruik van de batterijen voor dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, zorg er dan voor dat de stekker uit het stopcontact is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat (A7).
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken
of typen door elkaar.
Gebruik bij het opladen van oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type Nikon
EN-MH2 alleen de opgegeven oplader en laad de batterijen met vier tegelijk op.
Als u de batterijen vervangt door batterijen van het type EN-MH2-B2 (apart
verkrijgbaar), schaft u twee sets aan (in totaal vier batterijen).
De oplaadbare batterijen EN-MH2 zijn uitsluitend bestemd voor gebruik met
digitale camera’s van Nikon en zijn compatibel met COOLPIX L840.
Plaats batterijen in de juiste richting.
U mag de batterijen niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het
omhulsel verwijderen of openbreken.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Dompel de batterijen niet onder in water en zorg dat ze niet vochtig worden.
Vervoer of bewaar de batterijen niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen
of haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterijen te verwijderen wanneer deze leeg zijn.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterijen wanneer zich een
verandering voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit beschadigde
batterijen onmiddellijk af met ruim water.
Neem bij het gebruik van de batterijlader (apart leverbaar) de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak het netsnoer niet aan en blijf uit de buurt van de batterijlader tijdens onweer.
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan het netsnoer. Trek de kabel niet
met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en
stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Plaats geen zware voorwerpen op de
kabel en stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt
en de draden bloot komen te liggen, laat het netsnoer dan door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
vii
Inleiding
Raak de stekker of de batterijlader niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik de lader niet met reisadapters of adapters die ontworpen werden om een
voltage naar een ander voltage om te zetten of met een omzetter van
gelijkstroom naar wisselstroom. Deze voorzorgsmaatregel niet naleven, kan
leiden tot schade aan het product of kan oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Raak de bewegende delen van het objectief niet aan
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot letsel.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere bewegende delen.
Als u een flitser dicht bij de ogen van een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser moet zich op minimaal 1 meter afstand van het onderwerp bevinden. Wees
met name voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of brandwonden
veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan
de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Volg de instructies van luchthaven- en ziekenhuispersoneel
viii
Inleiding
Mededelingen voor Europese klanten
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese
landen:
Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen
en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan
door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit pictogram op de batterijen geeft aan dat de batterijen via
gescheiden inzameling moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi
niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
ix
Inleiding
Dit product staat onder controle van de Amerikaanse voorschriften voor
exportadministratie (Export Administration Regulations) en u bent verplicht om
toestemming van de Amerikaanse regering te vragen als u dit product naar enig land
exporteert of opnieuw exporteert waarvoor de Verenigde Staten een embargo heeft
ingesteld. Voor de volgende landen geldt een embargo: Cuba, Iran, Noord-Korea,
Soedan en Syrië. Aangezien de getroffen landen kunnen veranderen, neemt u
contact op met het Amerikaanse ministerie van handel (Department of Commerce)
voor de meest recente informatie.
Beperkingen met betrekking tot draadloze apparaten
De draadloze transceiver die onderdeel uitmaakt van dit product, voldoet aan de
voorschriften in het land van verkoop en is niet bestemd voor gebruik in andere
landen (producten die zijn aangeschaft in de EU of EFTA kunnen overal binnen de EU
en EFTA worden gebruikt). Nikon accepteert geen aansprakelijkheid voor gebruik in
andere landen. Gebruikers die twijfelen over het oorspronkelijke land van verkoop
kunnen hun lokale Nikon-servicecentrum of door Nikon goedgekeurde
servicevertegenwoordiger raadplegen. Deze beperking geldt uitsluitend voor
draadloze werking en niet voor enig ander gebruik van het product.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon dat COOLPIX L840 voldoet aan de essentiële vereisten en
andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EC. De comformiteitsverklaring kan
worden geraadpleegd op http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_L840.pdf.
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)
x
Inleiding
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van radiotransmissies
Houd er altijd rekening mee dat radiotransmissies of ontvangen gegevens kunnen
worden onderschept door derden. Nikon is niet verantwoordelijk voor gegevens- of
informatielekken die mogelijk plaatsvinden tijdens de gegevensoverdracht.
Beheer van persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die is geregistreerd en geconfigureerd in het product, met
inbegrip van verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke
informatie, kan worden gewijzigd of kan verloren gaan ten gevolge van
bedieningsfouten, statische elektriciteit, ongelukken, storingen, reparaties of
andere activiteiten. Houd altijd aparte kopieën aan van belangrijke informatie.
Nikon is niet verantwoordelijk voor enige directe of indirecte schade of verloren
winsten die het resultaat zijn van de wijziging of het verlies van inhoud die niet
valt toe te schrijven aan Nikon.
Voer, voordat u dit product weggooit of overdraagt aan een andere gebruiker,
Standaardwaarden in het menu Set-up (A75) uit om alle gebruikersinformatie
te verwijderen die is geregistreerd en geconfigureerd met het product, met
inbegrip van verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke
informatie.
xi
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................... i
Lees dit eerst............................................................................................................................................. i
Overige informatie..................................................................................................................................................... i
Informatie en voorzorgsmaatregelen........................................................................................................... ii
Voor uw veiligheid ................................................................................................................................ v
WAARSCHUWINGEN ................................................................................................................................................ v
Mededelingen..................................................................................................................................... viii
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)........................................................................................................ ix
Onderdelen van de camera............................................................................................. 1
De camerabody ..................................................................................................................................... 1
De monitor .............................................................................................................................................. 3
Opnamestand .............................................................................................................................................................. 3
Weergavestand ........................................................................................................................................................... 5
Voorbereidingen treffen om op te nemen ................................................................ 6
De camerariem en objectiefdop aanbrengen............................................................................ 6
De batterijen en een geheugenkaart plaatsen .......................................................................... 7
Te gebruiken batterijen.......................................................................................................................................... 7
De batterijen of geheugenkaart verwijderen........................................................................................... 8
Geheugenkaarten en intern geheugen....................................................................................................... 8
De camera inschakelen en de weergavetaal, datum en tijd instellen............................... 9
De flitser uit- en inklappen................................................................................................................................ 11
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten ................................................... 12
Opnemen in de stand Autom. scènekeuzekn. ......................................................................... 12
De zoom gebruiken............................................................................................................................................... 14
De ontspanknop...................................................................................................................................................... 16
De hoek van de monitor wijzigen................................................................................................. 16
Opnamen weergeven ....................................................................................................................... 17
Beelden wissen .................................................................................................................................... 18
De opnamestand wijzigen .............................................................................................................. 20
De flitser, zelfontspanner etc. gebruiken................................................................................... 21
Films opnemen.................................................................................................................................... 21
xii
Inhoudsopgave
Opnamefuncties............................................................................................................... 22
Stand o (Autom. scènekeuzekn.).............................................................................................. 22
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnamecategorieën) ......................... 23
Tips en opmerkingen............................................................................................................................................ 24
Opnemen met Eenvoudig panorama........................................................................................................ 29
Afspelen met Eenvoudig panorama........................................................................................................... 31
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname) .......................................... 32
Stand Slim portret (menselijke gezichten verfraaien tijdens het opnemen)................ 34
Glimlachtimer gebruiken ................................................................................................................................... 35
Zelf-collage gebruiken......................................................................................................................................... 36
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips combineren tot korte films)............................... 38
A Autostand ...................................................................................................................................... 41
De creatieve instelknop gebruiken.............................................................................................................. 42
Flits-stand .............................................................................................................................................. 43
Zelfontspanner .................................................................................................................................... 45
Macro-stand (Close-up foto's maken) ......................................................................................... 46
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen) .................................................................. 47
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner etc.).............................................................. 48
Scherpstelling ...................................................................................................................................... 50
Gezichtsherkenning gebruiken...................................................................................................................... 50
Huid verzachten gebruiken.............................................................................................................................. 51
AF met doelopsporing gebruiken................................................................................................................ 52
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus ........................................................................ 53
Scherpstelvergrendeling.................................................................................................................................... 54
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het maken van
opnamen ............................................................................................................................................... 55
xiii
Inhoudsopgave
Weergavefuncties............................................................................................................ 57
Zoomweergave ................................................................................................................................... 57
Miniatuurweergave, Kalenderweergave .................................................................................... 58
Stand Sorteer op datum................................................................................................................... 59
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) weergeven en wissen ........................ 60
Beelden in een reeks weergeven.................................................................................................................. 60
Beelden in een reeks wissen............................................................................................................................ 61
Beelden bewerken (foto's)............................................................................................................... 62
Voordat u beelden gaat bewerken.............................................................................................................. 62
Sneleffecten: Tint of stemming veranderen ......................................................................................... 62
Snel retoucheren: contrast en verzadiging verbeteren.................................................................. 63
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren................................................................................... 64
Rode-ogencorrectie: rode-ogencorrectie uitvoeren bij opnamen met de flitser ......... 64
Glamour-retouchering: menselijke gezichten verfraaien .............................................................. 65
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld verkleinen ........................................................... 66
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken................................................................................................ 67
Films opnemen en afspelen......................................................................................... 68
Foto's vastleggen tijdens het opnemen van films.................................................................. 71
Handelingen tijdens het afspelen van films ............................................................................. 72
Films bewerken ................................................................................................................................... 73
Alleen de gewenste delen van een film extraheren......................................................................... 73
Een beeld van een film opslaan als foto................................................................................................... 74
xiv
Inhoudsopgave
Menu's gebruiken ............................................................................................................ 75
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand)) .................................................................... 77
Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)............................................................................................... 77
Witbalans (kleurtoon aanpassen).................................................................................................................. 79
Continu-opname..................................................................................................................................................... 81
ISO-waarde.................................................................................................................................................................. 83
AF-veldstand.............................................................................................................................................................. 84
Autofocus-stand ...................................................................................................................................................... 87
Menu Slim portret .............................................................................................................................. 88
Zelf-collage ................................................................................................................................................................ 88
Knipperdetectie........................................................................................................................................................ 89
Het weergavemenu ........................................................................................................................... 90
Mark. voor upload. via Wi-Fi ............................................................................................................................ 90
Diashow ........................................................................................................................................................................ 91
Beveiligen..................................................................................................................................................................... 92
Beeld draaien ............................................................................................................................................................ 92
Kopiëren (Kopiëren tussen de geheugenkaart en het interne geheugen) ........................ 93
Reeksweergaveopties........................................................................................................................................... 94
Het scherm voor beeldselectie....................................................................................................................... 95
Filmmenu............................................................................................................................................... 96
Filmopties .................................................................................................................................................................... 96
Autofocus-stand ................................................................................................................................................... 100
Film VR ........................................................................................................................................................................ 101
Windruisreductie ................................................................................................................................................. 101
Beeldsnelheid......................................................................................................................................................... 102
Het menu Wi-Fi-opties.................................................................................................................... 103
Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen...................................................................................... 104
xv
Inhoudsopgave
Het menu Set-up............................................................................................................................... 105
Tijdzone en datum.............................................................................................................................................. 105
Monitorinstellingen............................................................................................................................................ 107
Datumstempel....................................................................................................................................................... 109
Foto VR........................................................................................................................................................................ 110
AF-hulplicht ............................................................................................................................................................ 110
Digitale zoom......................................................................................................................................................... 111
Geluidsinstellingen ............................................................................................................................................ 111
Automatisch uit..................................................................................................................................................... 112
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren....................................................................................... 113
Taal/Language ....................................................................................................................................................... 114
Standaardwaarden ............................................................................................................................................. 114
Batterijtype .............................................................................................................................................................. 114
Conformiteitsmarkering................................................................................................................................... 115
Firmware-versie .................................................................................................................................................... 115
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken....................................................... 116
De software installeren op het smart apparaat ..................................................................... 116
Het smart apparaat verbinden met de camera ..................................................................... 117
Beelden die u wilt overzetten naar een smart apparaat vooraf selecteren in
de camera............................................................................................................................................ 119
xvi
Inhoudsopgave
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten......................... 120
De camera aansluiten op een televisie (afspelen op een televisie)................................ 122
De camera op een printer aansluiten (Direct Print) ............................................................. 124
De camera op een printer aansluiten...................................................................................................... 124
Opnamen één voor één afdrukken........................................................................................................... 125
Meerdere opnamen afdrukken ................................................................................................................... 126
ViewNX 2 gebruiken (beelden overzetten naar een computer)...................................... 128
ViewNX 2 installeren........................................................................................................................................... 128
Beelden overzetten naar een computer ............................................................................................... 128
Technische opmerkingen ........................................................................................... 130
Behandeling van het product ...................................................................................................... 131
De camera................................................................................................................................................................. 131
Batterijen ................................................................................................................................................................... 132
Geheugenkaarten................................................................................................................................................ 133
Reiniging en opslag ......................................................................................................................... 134
Reinigen..................................................................................................................................................................... 134
Opslag......................................................................................................................................................................... 134
Foutmeldingen.................................................................................................................................. 135
Problemen oplossen........................................................................................................................ 138
Bestandsnamen................................................................................................................................. 144
Optionele accessoires ..................................................................................................................... 145
Specificaties........................................................................................................................................ 146
Goedgekeurde geheugenkaarten............................................................................................................. 150
Index...................................................................................................................................................... 152
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
1214
10
8769
433
1
13
5
11
2
1
Zoomknop.................................................... 14
f : Groothoek.....................................14
g : Tele.................................................... 14
h : Miniatuurweergave................. 58
i : Zoomweergave.........................57
j : Help ..................................................23
2
Ontspanknop.............................................. 13
3
Oogje voor polsriem.................................6
4
Hoofdschakelaar/
camera-aan-lampje....................................9
5
Z Wi-Fi-knop ...............................117, 119
6
Zelfontspannerlampje .......................... 45
AF-hulpverlichting
7
Luidspreker
8
Microfoon (stereo)
9
Flitser........................................................11, 43
10
N-markering (NFC-antenne)
.................................................................117, 119
11
Knop m (pop-up flitser)................. 11, 43
12
Zoomknop aan de zijkant...................14
13
Knop q (terugkeerzoom) ..................15
14
Objectief
2
Onderdelen van de camera
1213
5
10
432
9
1
6
15 14
11
8
7
1
Monitor......................................................3, 16
2
Knop A (opnamestand)
......................................22, 23, 32, 34, 38, 41
3
Flitserlampje................................................ 44
4
Knop b (e filmopname)................. 68
5
Knop c (weergave)..............................17
6
DC-ingang (voor lichtnetadapter;
apart verkrijgbaar bij Nikon) ........... 145
7
HDMI-microconnector (Type D)
.... 120
8
USB-/audio-/video-uitgang............ 120
9
Deksel aansluitingen...........................120
10
Multi-selector..............................................75
11
Knop k (selectie toepassen)............75
12
Knop l (wissen).......................................18
13
Knop d (menu)....................................75
14
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf...................................7
15
Statiefaansluiting...................................148
3
Onderdelen van de camera
De informatie die wordt weergegeven op de monitor tijdens opname en weergave
verandert afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
Er wordt standaard informatie weergegeven als u de camera voor het eerst
inschakelt en tevens als u de camera bedient. Deze wordt na enkele seconden weer
uitgeschakeld (als Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in
Monitorinstellingen (A107)).
Opnamestand
De monitor
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
9 9 9
999
9 9 9 9
9999
+1.0
+1.0
10
10
AF
AF
1
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
14
15
1617
7
1
Opnamestand
..............................20, 22, 23, 32, 34, 38, 41
2
Flits-stand...................................................... 43
3
Macro-stand ................................................ 46
4
Zoomaanduiding............................. 14, 46
5
Scherpstelaanduiding...........................13
6
Filmopties (films op normale
snelheid) ........................................................96
7
Filmopties (HS-films)..............................97
8
Beeldmodus ................................................77
9
Eenvoudig panorama............................29
10
Foto VR-pictogram...............................110
11
Film VR-pictogram................................101
12
Windruisreductie ...................................101
13
Belichtingscorrectiewaarde
..............................................................34, 42, 47
14
Resterende opnametijd voor films
..............................................................................68
15
Aantal resterende opnamen (foto's)
..............................................................................10
16
Aanduiding intern geheugen...........10
17
Kaderrand (Maan of Vogels
bekijken onderwerpsstand of
terugkeerzoom).................................15, 28
4
Onderdelen van de camera
HDR
HDR
PRE
PRE
10
10
2
2
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
+1.0
+1.0
10
10
120
120
H
H
L
L
60
60
18192021
222324
25
26
27
28
29
32
35
37
38
39
40
41
42
43
44
45
34
36
33
30
31
18
Scherpstelveld (handmatig of
centrum)................................................ 54, 84
19
Scherpstelveld (AF met
doelopsporing).................................. 52, 85
20
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
huisdierherkenning)........27, 34, 50, 84
21
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
.....................................................................85, 86
22
Diafragma .....................................................16
23
Sluitertijd........................................................16
24
Pictogram voor reisbestemming
.... 105
25
ISO-waarde...................................................83
26
Aanduiding batterijniveau ................. 10
27
Aanduiding “Datum niet ingesteld”
.......................................................................... 139
28
Datumstempel........................................ 109
29
Aanduiding voor
Wi-Fi-communicatie..................103, 117
30
Zacht................................................................34
31
Foundation...................................................34
32
Stand voor witbalans .............................79
33
Tint.....................................................................42
34
Huid verzachten........................................34
35
Speciale effecten ......................................38
36
Levendigheid..............................................42
37
Continu-opnamestand.................27, 81
38
Pictogram Knipperdetectie................89
39
Uit de hand/statief...........................24, 25
40
Tegenlicht (HDR).......................................26
41
Aanduiding zelfontspanner...............45
42
Dierenp. autom. ontsp..........................27
43
Glimlachtimer.............................................35
44
Zelf-collage...........................................36, 88
45
Vastleggen van stilstaande beelden
(foto's) tijdens filmopname................71
5
Onderdelen van de camera
Weergavestand
999
/
999
999
/
999
9999
/
9999
9999
/
9999
29
m
0s
29
m
0s
29
m
0s
29
m
0s
9 9 9 9 . J P G
9999.JPG
15/ 1 1 / 2 0 1 5 1 2 : 00
15/11/2015 12:00
9 9 9 / 9 9 9
999/999
18
5
6
12
13
9
3
10
17 16
4
12
14
15
19
78
11
23
20
21
22
1
Pictogram Sorteer op datum............ 59
2
Beveiligingspictogram..........................92
3
Reeksweergave (als Individuele
foto's is geselecteerd)..........................94
4
Pictogram Glamour-retouchering
... 65
5
Pictogram voor sneleffecten............. 62
6
D-Lighting-pictogram...........................64
7
Pictogram Snel retoucheren............. 63
8
Pictogram voor rode-ogencorrectie
............................................................................. 64
9
Aanduiding intern geheugen
10
Nr. huidig beeld/totale aantal
beelden
11
Filmduur of verstreken weergavetijd
12
Volume-aanduiding................................72
13
Beeldmodus.................................................77
14
Filmopties......................................................96
15
Eenvoudig panorama............................31
16
Pictogram Kleine afbeelding.............66
17
Pictogram Uitsnede........................57, 67
18
Weergavegids Eenvoudig panorama
Weergavegids reeks
Gids voor filmweergave
19
Gids voor sneleffecten
20
Opnametijd
21
Opnamedatum
22
Aanduiding batterijniveau..................10
23
Bestandsnummer en -type..............144
6
Voorbereidingen treffen om op te nemen
Voorbereidingen treffen om op te
nemen
Bevestig de objectiefdop aan de camerariem en bevestig vervolgens de camerariem
aan de camera.
B Objectiefdop
Als de camera niet in gebruik is, beschermt u het objectief door de objectiefdop aan te
brengen.
De camerariem en objectiefdop aanbrengen
Bevestig beide op twee plaatsen.
7
Voorbereidingen treffen om op te nemen
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen eruit vallen,
controleer of de positieve (+) en negatieve (–) pool van de batterijen in de juiste
richting wijzen en plaats de batterijen.
Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op zijn plaats klikt (5).
Wees voorzichtig dat u de batterijen of geheugenkaart niet ondersteboven of
achterstevoren plaatst, anders kan er een storing optreden.
Sluit het deksel door dit te verschuiven terwijl u het met 7 gemarkeerde
gedeelte stevig vasthoudt.
B Een geheugenkaart formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder
in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de
kaart in de camera, druk op de knop d en selecteer Geheugenkaart form. in het menu
Set-up (A75).
Te gebruiken batterijen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) (meegeleverde batterijen)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
* EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
De batterijen en een geheugenkaart
plaatsen
1
2
3
4
5
7
8
6
Geheugenkaartsleuf
8
Voorbereidingen treffen om op te nemen
B Opmerkingen over de batterijen
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen
door elkaar.
Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
B Opmerkingen over EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen
Bij gebruik van EN-MH2 batterijen met de camera laadt u telkens vier batterijen tegelijk op
met behulp van batterijlader MH-73 (A132).
C Alkalinebatterijen
De prestaties van alkalinebatterijen kunnen sterk variëren, afhankelijk van de fabrikant.
De batterijen of geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor
uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
opent.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in om de kaart gedeeltelijk uit te
werpen.
Wees voorzichtig met het hanteren van de camera, de batterijen en de
geheugenkaart onmiddellijk na het gebruik van de camera, aangezien deze heet
kunnen worden.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, met inbegrip van beelden en films, kunnen op een geheugenkaart
of in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen. Als u het interne
geheugen van de camera wilt gebruiken, moet u de geheugenkaart verwijderen.
Batterijen met isolatie die
het gebied rond de
minpool niet afdekt
Batterijen met een
afbladderende buitenkant
Batterijen met een
platte minpool
9
Voorbereidingen treffen om op te nemen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, worden het scherm voor
taalselectie en het scherm voor het instellen van datum en tijd voor de cameraklok
weergegeven.
1 Verwijder de objectiefdop en druk
vervolgens op de hoofdschakelaar
om de camera in te schakelen.
De monitor wordt ingeschakeld.
U zet de camera uit door nogmaals op de
hoofdschakelaar te drukken.
2 Gebruik HI van de
multi-selector om de
gewenste taal te selecteren
en druk op de knop k.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
4 Selecteer uw eigen
tijdzone en druk op de
knop k.
Druk op H om W weer te
geven boven de kaart en
zomertijd in te schakelen. Druk
op I om de zomertijd uit te
schakelen.
5 Gebruik HI om de datumnotatie te selecteren en druk op de
knop k.
De camera inschakelen en de weergavetaal,
datum en tijd instellen
Annuleren
Taal/Language
Terug
London, Casablanca
10
Voorbereidingen treffen om op te nemen
6 Stel de datum en tijd in en druk op
de knop k.
Gebruik JK om een veld te selecteren en
gebruik vervolgens HI om de datum en tijd
in te stellen.
Selecteer het minutenveld en druk op de knop
k om de instelling te bevestigen.
7 Als het bevestigingsvenster wordt weergegeven, gebruikt u
HI om Ja te selecteren en drukt u op de knop k.
8 Druk op de knop
A (opnamestand).
Het objectief wordt uitgeschoven.
9 Selecteer Autom.
scènekeuzekn. en druk op
de knop k.
Het opnamescherm wordt weergegeven en u
kunt foto's maken in de stand Autom.
scènekeuzekn. De camera selecteert
automatisch de optimale onderwerpstand.
Aanduiding batterijniveau
b: De batterij is bijna vol.
B: De batterij is bijna leeg.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven als geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst. In dat
geval worden de opnamen opgeslagen in het
interne geheugen.
Datum en tijd
201501
01 00 00
JMDum
Bewerk.
Druk in opname-
stand op de knop
om het menu met
opnamestanden
weer te geven.
Bewerk.
Datum en tijd
Autom. scènekeuzekn.
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
11
Voorbereidingen treffen om op te nemen
C De taal of de instelling voor datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en
datum in het menu Set-up z(A75).
U kunt zomertijd in- en uitschakelen in het menu Set-up z door Tijdzone en datum te
selecteren, gevolgd door Tijdzone. Druk op K van de multi-selector en vervolgens op
H om de zomertijd in te schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of op I om de
zomertijd uit te schakelen en de klok een uur terug te zetten.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt aangedreven door een ingebouwde noodstroombatterij.
De noodstroombatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterijen in de camera zijn
geplaatst of als de camera is aangesloten op een optionele lichtnetadapter, en kan na
ongeveer 10 uur opladen gedurende enkele dagen de klok van stroom voorzien.
Als de noodstroombatterij van de camera leeg raakt, wordt het scherm voor het instellen
van datum en tijd weergegeven als de camera weer wordt ingeschakeld. Stel de datum
en tijd opnieuw in (A9).
De flitser uit- en inklappen
Druk op de knop m (pop-up flitser) om de flitser omhoog te klappen.
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te
klappen als deze niet wordt gebruikt.
12
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Elementaire opname- en
weergaveactiviteiten
1 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van objectief, flitser,
AF-hulpverlichting, microfoon en luidspreker.
2 Kadreer de foto.
Draai aan de zoomknop of zijzoomknop om de zoomstand van het object te wijzigen.
Als u het onderwerp kwijtraakt in de stand voor telezoom, drukt u op de knop
q (terugkeerzoom) om de beeldhoek tijdelijk te verruimen zodat u het
onderwerp gemakkelijker kunt kadreren.
Als de camera de opnamestand herkent,
verandert het pictogram voor de
opnamestand dienovereenkomstig.
Opnemen in de stand Autom. scènekeuzekn.
Uitzoomen Inzoomen
Inzoomen
Uitzoomen
Knop q (terugkeerzoom)
Pictogram voor opnamestand
13
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
3 Druk de ontspanknop half in.
Als is scherpgesteld op het onderwerp, wordt
het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
groen weergegeven.
Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de
camera scherp op het midden van het beeld
en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding knippert, kan de camera
niet scherpstellen. Wijzig de compositie en
probeer vervolgens de ontspanknop opnieuw
half in te drukken.
4 Druk zonder uw vinger op te tillen
de ontspanknop verder helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of
geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
C De functie Automatisch uit
Als gedurende ongeveer één minuut geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de
monitor uitgeschakeld, wordt de camera in de stand-bystand gezet en gaan het
camera-aan-lampje knipperen. De camera wordt uitgeschakeld nadat deze ongeveer drie
minuten in de stand-bystand heeft gestaan.
Als u de monitor opnieuw wilt inschakelen terwijl de camera op stand-by staat, voert u
een handeling uit zoals het indrukken van de hoofdschakelaar of de ontspanknop.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera
te stabiliseren:
- Als de flitser is neergeklapt op donkere locaties of als een opnamestand wordt gebruikt
waarbij de flitser niet afgaat
- Als de zoom in de telestand staat.
Stel bij gebruik van een statief om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen Foto
VR in op Uit in het menu Set-up (A75) om mogelijke fouten ten gevolge van deze
functie te voorkomen.
F3F31 / 2 5 01/250
14
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De zoom gebruiken
Als u de zoomknop verplaatst,
verandert de positie van het
zoomobjectief.
Inzoomen: Draai richting g
Uitzoomen: Draai richting f
Als u de camera inschakelt, wordt
de zoom in de maximale
groothoekstand gezet.
Als de zoomknop helemaal wordt
gedraaid in een van beide
richtingen, wordt de zoom snel aangepast (behalve tijdens het opnemen van
films).
De zijzoomknop (A1) kan
eveneens naar g of f worden
gedraaid om de zoom te activeren.
Er wordt een zoomaanduiding
weergegeven op het
opnamescherm als aan de
zoomknop wordt gedraaid.
De digitale zoom, waarmee u het
onderwerp verder kunt vergroten tot circa 4× de maximale optische zoomfactor,
kan worden geactiveerd door de zoomknop of de zoomknop aan de zijkant
richting g te verplaatsen en deze vast te houden als de camera is ingezoomd op
de maximale optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd en wordt
geel wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te
maken van de Dynamic Fine Zoom.
Zoomaanduiding is geel: In sommige situaties kan de beeldkwaliteit aanzienlijk
verminderen.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De zoomaanduiding wordt mogelijk niet blauw als bepaalde instellingen voor continue
opname of andere instellingen worden gebruikt.
Groothoek Tele
Groothoek
Tele
Optische zoom Digitale zoom
15
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De terugkeerzoom gebruiken
Als u het onderwerp kwijtraakt in de stand voor telezoom, drukt u op de knop
q (terugkeerzoom) om de beeldhoek tijdelijk te verruimen zodat u het onderwerp
gemakkelijker kunt kadreren.
Bij het indrukken van de knop q, kadreert u het onderwerp binnen de kaderrand
van het opnamescherm.
Als u de beeldhoek verder wilt wijzigen, draait u aan de zoomknop terwijl u op de
knop q drukt.
Laat de knop q los om terug te keren naar de oorspronkelijke zoomstand.
B Opmerkingen over terugkeerzoom
De terugkeerzoom kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van films.
1 7 0 01700
2 5 m 0 s25m 0s
Knop q Kaderrand
16
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De ontspanknop
De hoek van de monitor kan worden verlaagd tot ongeveer 85° of verhoogd tot
ongeveer 90°. Dit is handig bij het maken van foto's terwijl de camera hoog of laag
wordt gehouden.
B Opmerkingen over de monitor
Oefen geen buitensporige kracht uit bij het veranderen van de hoek van de monitor.
De monitor kan niet naar links of rechts worden bewogen.
Zet de monitor terug in de oorspronkelijke positie bij gebruik in normale situaties.
Half indrukken
U kunt de scherpstelling en belichting (sluitertijd en
diafragma) instellen door de ontspanknop iets in te
drukken totdat u geringe weerstand voelt. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en een foto te maken.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de
ontspanknop aangezien dit kan leiden tot het trillen
van de camera en een wazig beeld. Druk de knop
zachtjes in.
De hoek van de monitor wijzigen
17
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
1 Druk op de knop c (weergave) om
naar de weergavestand te gaan.
Als u op de knop c drukt en deze ingedrukt
houdt terwijl de camera is uitgeschakeld,
wordt de camera ingeschakeld in de
weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om een
opname te selecteren voor
weergave.
Druk op HIJK en houd deze ingedrukt om
snel door de beelden te bladeren.
U kunt teruggaan naar de opnamestand door
op de knop A of de ontspanknop te drukken.
Als e wordt weergegeven in de stand
voor schermvullende weergave, kunt u op de
knop k drukken om een effect toe te passen
op het beeld.
Draai de zoomknop naar g (i)
in de schermvullende weergave
om in te zoomen op het beeld.
Draai in de stand voor
schermvullende weergave de
zoomknop naar f (h) om
over te schakelen naar
miniatuurweergave en
meerdere beelden op het
scherm weer te geven.
Opnamen weergeven
Hiermee geeft u de vorige
opname weer
Hiermee geeft u de volgende
opname weer
4 / 44/4
15/ 1 1 /2 0 1 5 1 5: 3 015/11/2015 15:30
0 0 0 4. J PG0004. JPG
3 . 0
3.0
1/20
18
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
1 Druk op de knop l (wissen) om de
opname te wissen die op de
monitor wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om de gewenste methode voor
wissen te selecteren en druk op de
knop k.
Druk op d om af te sluiten zonder het beeld
te wissen.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer
terughalen.
B Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) wissen
Beelden die continu zijn vastgelegd worden als reeks
opgeslagen en alleen het eerste beeld van de reeks
(de hoofdfoto) wordt weergegeven in de
weergavestand (standaardinstelling).
Als u op de knop l drukt terwijl een hoofdfoto wordt
weergegeven voor een reeks beelden, worden alle
beelden in de reeks gewist.
U kunt afzonderlijke beelden in een reeks wissen door
op de knop k te drukken om de beelden één voor
één weer te geven en op de knop l te drukken.
C De opname wissen in de opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop l om de als laatste opgeslagen opname te wissen.
Beelden wissen
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
1 / 5
1/5
1 5 / 11 / 2 01 5 15 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 0 0 4. J P G
0004.JPG
19
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een beeld te selecteren dat u
wilt wissen en gebruik vervolgens
H om c weer te geven.
U kunt de selectie ongedaan maken door op
I te drukken om c te verwijderen.
Draai de zoomknop (A1) naar g (i) om over
te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de miniatuurweergave.
2 Voeg c toe aan alle opnamen die u wilt wissen en druk
vervolgens op de knop k om de selectie te bevestigen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm
om handelingen uit te voeren.
Wis gesel. beeld(en)
Terug
20
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De onderstaande opnamestanden zijn beschikbaar.
o Autom. scènekeuzekn.
De camera herkent automatisch de opnamestand tijdens het kadreren van een
foto, waardoor het gemakkelijker wordt om foto's te maken met behulp van
instellingen die geschikt zijn voor het onderwerp.
b Onderwerpstand
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd op basis van de onderwerpstand
die u selecteert.
O Speciale effecten
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret
Gebruik Glamour-retouchering om menselijke gezichten te verfraaien tijdens het
opnemen en gebruik de functie Glimlachtimer of Zelf-collage om foto's te maken.
M Korte filmvoorstelling
Er wordt een korte film gemaakt tot 30 seconden lang (e 1080/30p of
S 1080/25p) door meerdere filmclips van enkele seconden op te nemen en
deze automatisch te combineren.
A Autostand
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden gewijzigd op basis
van de opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
1 Wanneer het opnamescherm wordt
weergegeven, drukt u op de knop
A (opnamestand).
2 Gebruik HI van de
multi-selector om een
opnamestand te selecteren
en druk op de knop k.
Als de onderwerpstand of stand
voor speciale effecten is
geselecteerd, drukt u op K om
een onderwerpstand of effect te
selecteren voordat u op de knop k drukt.
De opnamestand wijzigen
Autom. scènekeuzekn.
21
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Als het opnamescherm wordt weergegeven kunt u op H (m) J (n) I (p) K (o)
van de multi-selector drukken om de functies in te stellen die hieronder worden
beschreven.
m Flits-stand
U kunt een flits-stand selecteren op basis van de opnameomstandigheden als de
flitser is opgeklapt.
n Zelfontspanner
De camera ontspant de sluiter 10 seconden of 2 seconden nadat u de
ontspanknop hebt ingedrukt.
p Macro-stand
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-upfoto's.
o Belichtingscompensatie
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
De functies die kunnen worden ingesteld variëren afhankelijk van de opnamestand.
Geef het opnamescherm weer en druk op de knop
b (e filmopname) om te starten met het
opnemen van een film. Druk nogmaals op de knop
b (e) om het opnemen te beëindigen.
Als u een film wilt afspelen, selecteert u een film
in schermvullende weergave en drukt u op de
knop k.
De flitser, zelfontspanner etc. gebruiken
Films opnemen
22
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera herkent automatisch de opnamestand tijdens het kadreren van een foto,
waardoor het gemakkelijker wordt om foto's te maken met behulp van instellingen
die geschikt zijn voor het onderwerp.
Als de camera automatisch de opnamestand herkent, verandert het pictogram voor
de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
* Er wordt één beeld vastgelegd met een lange sluitertijd.
B Opmerkingen over de stand o (Autom. scènekeuzekn.)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera eventueel de gewenste
onderwerpstand niet selecteren. Selecteer in dergelijke gevallen een andere
opnamestand (A20).
Als de digitale zoom is ingeschakeld, verandert het pictogram voor de opnamestand in
d.
Beschikbare functies in de stand o (Autom. scènekeuzekn.)
Flits-stand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Belichtingscompensatie (A47)
Beeldmodus (A77)
Stand o (Autom. scènekeuzekn.)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M o (Autom.
scènekeuzekn.) M knop k
e Portret (voor het maken van close-upportretten van één of twee personen)
b
Portret (voor het maken van portretten van een groot aantal mensen of beelden
waarbij de achtergrond een groot deel van het beeld in beslag neemt)
f Landschap
h Nachtportret* (voor het maken van close-upportretten van één of twee personen)
c
Nachtportret* (voor het maken van portretten van grote aantallen mensen of
beelden waarbij de achtergrond een groot deel van het beeld in beslag neemt)
g Nachtlandschap*
i Close-up
j Tegenlicht (voor het maken van foto's van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (voor het maken van portretfoto's)
d Overige scènes
23
Opnamefuncties
Als een onderwerpstand wordt geselecteerd, worden de camera-instellingen
automatisch geoptimaliseerd voor de geselecteerde onderwerpstand.
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR
(A110) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt om de camera te
stabiliseren tijdens het fotograferen.
Een beschrijving van elke onderwerpstand weergeven
(Help-scherm)
Selecteer een onderwerpstand en draai de
zoomknop (A1) naar g(j) om een beschrijving
van die onderwerpstand te bekijken. Ga terug naar
het vorige scherm door de zoomknop weer naar
g (j) te draaien.
Onderwerpstand (opname maken in
specifieke opnamecategorieën)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram
van boven*) M KM HI M selecteer een scène M knop k
b Portret (standaardinstelling) j Nachtlandschap
1, 2
(A25)
c Landschap
1, 2
k Close-up (A25)
d Sport
2
(A24) u Voedsel (A25)
e Nachtportret (A24) m Vuurwerk
1, 3
(A25)
f Party/binnen
2
(A24) o Tegenlicht (A26)
Z Strand
2
p Eenvoudig panorama
2
(A29)
z Sneeuw
2
O Dierenportret (A27)
h Zonsondergang
2, 3
L Maan (A28)
1, 2
i Schemering
1, 2, 3
l Vogels bekijken (A28)
1, 2
Landschap
24
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
d Sport
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, worden tot 7 beelden
continu vastgelegd met een snelheid van ongeveer 7,4 bps (wanneer Beeldmodus is
ingesteld op P4608×3456).
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor
beeldmodus en de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en kleurtoon zijn vast ingesteld op de waarden die zijn
bepaald voor de eerste afbeelding in elke reeks.
e Nachtportret
Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven als e Nachtportret is
geselecteerd, de optie Y Uit de hand of Z Statief.
Y Uit de hand (standaardinstelling):
-Terwijl het pictogram e groen oplicht op het opnamescherm, drukt u de
ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die worden
gecombineerd tot één enkel beeld en opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt,
mag u de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de
monitor verschijnt.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu-opnamen maakt, kan het
beeld vervormd raken, overlappen of vaag worden.
Z Statief:
- Eén beeld wordt met een langere sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs al is Foto VR (A110) in het menu Set-up
ingesteld op Aan.
f Party/binnen
Houd de camera stil om geen last te hebben van het trillen van het toestel. Stel Foto
VR (A110) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt om de
camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
25
Opnamefuncties
j Nachtlandschap
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven als j Nachtlandschap is
geselecteerd, de optie Y Uit de hand of Z Statief.
Y Uit de hand (standaardinstelling):
-Terwijl het pictogram j groen oplicht op het opnamescherm, drukt u de
ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die worden
gecombineerd tot één enkel beeld en opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt,
mag u de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de
monitor verschijnt.
- De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen
beeld is mogelijk smaller dan de kijkhoek op de monitor op het tijdstip van de
opname.
Z Statief:
- Eén beeld wordt met een langere sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs al is Foto VR (A110) in het menu Set-up
ingesteld op Aan.
k Close-up
Macro-stand (A46) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de knop k, gebruik de HIJK van
de multi-selector om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de knop k om de
instelling toe te passen.
u Voedsel
Macro-stand (A46) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de kleurtoon aanpassen door HI van de
multi-selector te gebruiken. De instelling voor de
kleurtoon wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de
knop k, gebruik de HIJK van de multi-selector
om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de
knop k om de instelling toe te passen.
m Vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
26
Opnamefuncties
o Tegenlicht
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven terwijl o Tegenlicht is
geselecteerd, de optie o of k om de functie voor HDR-beeldsamenstelling (High
Dynamic Range) in of uit te schakelen op basis van het type foto dat u wilt maken.
k (standaardinstelling): De flitser gaat af om te voorkomen dat het onderwerp
verborgen wordt in de schaduw. Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
- Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt één beeld vastgelegd.
o: Gebruik deze optie bij het maken van foto's met zeer lichte en donkere gebieden
in hetzelfde beeld.
- Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu opnamen
op hoge snelheid en worden de volgende twee beelden opgeslagen:
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een samengesteld HDR-beeld waarin het verlies van details in lichte gebieden of
schaduwen tot een minimum beperkt is
- Als er niet voldoende geheugen beschikbaar is om één beeld op te slaan, wordt
alleen een beeld dat is verwerkt via D-Lighting (A64) op het moment van de
opname en waarin donkere gebieden zijn gecorrigeerd opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt,
mag u de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de
monitor verschijnt.
- De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen
beeld is mogelijk smaller dan de kijkhoek op de monitor op het tijdstip van de
opname.
27
Opnamefuncties
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp. te
wijzigen.
- Y: De camera detecteert het gezicht van een hond of kat en ontspant automatisch de
sluiter.
- k: De sluiter wordt niet automatisch ontspannen, zelfs niet als het gezicht van een
hond of kat wordt gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert
tevens de gezichten van personen als k is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. wordt ingesteld op k nadat vijf serieopnamen zijn gemaakt.
Het maken van opnamen is tevens mogelijk door de ontspanknop in te drukken,
ongeacht de instelling van Dierenp. autom. ontsp.. Als V Continu is geselecteerd,
kunt u continu foto's maken door de ontspanknop helemaal ingedrukt te houden.
B Scherpstelveld
Als de camera een gezicht detecteert, wordt het
gezicht weergegeven binnen een geel kader. Als de
camera scherpstelt op een gezicht dat wordt
weergegeven binnen in een dubbel kader
(scherpstelveld), wordt de dubbele rand groen. Als
geen gezichten worden gedetecteerd, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
Bij sommige opnameomstandigheden wordt het
gezicht van het huisdier mogelijk niet gedetecteerd en worden andere onderwerpen
weergegeven binnen in een kader.
O Dierenportret
Wanneer u met de camera naar een hond of kat wijst, detecteert deze het gezicht van
het huisdier en stelt hierop scherp. De camera detecteert standaard het gezicht van een
hond of kat en ontspant automatisch de sluiter (Dierenp. autom. ontsp.).
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven terwijl O Dierenportret is
geselecteerd, de optie U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast als het gezicht van een hond of kat
wordt gedetecteerd.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast als het gezicht van een hond
of kat wordt gedetecteerd.
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
28
Opnamefuncties
L Maan
U kunt de kleurtoon aanpassen door HI van de
multi-selector te gebruiken. De instelling voor de
kleurtoon wordt opgeslagen in het geheugen van
de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Pas de helderheid aan met belichtingscorrectie
(A47) afhankelijk van de opnameomstandigheden
zoals het wassen of afnemen van de maan en de
opnamevereisten.
Bij de zoomstand groothoek wordt de beeldrand
weergegeven om de beeldhoek aan te geven die
overeenkomt met die van een 855 mm objectief (in 35 mm [135] formaat). De
beeldhoek wordt equivalent gemaakt aan die van een 855 mm objectief door op de
knop k te drukken.
l Vogels bekijken
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven
nadat u l Vogels bekijken hebt geselecteerd, de
optie U Enkelvoudig of V Continu.
U Enkelvoudig: Er wordt één opname gemaakt
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
V Continu (standaardinstelling) Terwijl de
ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden,
worden continu beelden opgenomen.
- De beeldsnelheid voor continu-opnamen
bedraagt ongeveer 7,4 bps en het maximale
aantal continue opnamen bedraagt ongeveer 7 (als de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
Bij de zoomstand groothoek wordt de beeldrand weergegeven om de beeldhoek aan
te geven die overeenkomt met die van een 440 mm objectief (in 35mm [135] formaat).
De beeldhoek wordt equivalent gemaakt aan die van een 440 mm objectief door op de
knop k te drukken.
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
8 5 5 m m
855mm
2
2
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
4 4 0 m m
440mm
29
Opnamefuncties
Opnemen met Eenvoudig panorama
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1 Selecteer W Normaal of
X Breed als opnamebereik en
druk vervolgens op de knop k.
Met de camera klaar in de horizontale positie is
het beeldformaat als volgt (breedte × hoogte):
- W Normaal: 4800 × 920 bij horizontale
beweging, 1536 × 4800 bij verticale
beweging
- X Breed: 9600 × 920 bij horizontale beweging, 1536 × 9600 bij verticale
beweging
2 Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk
vervolgens de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
De zoomstand is vast ingesteld op groothoek.
De camera stelt scherp op het midden van het
beeld.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
en haal uw vinger dan van de
ontspanknop.
KLJI worden weergegeven om de
richting aan te geven waarin de camera moet
bewegen.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram
van boven*) M KM HI M p (eenvoudig panorama) M knop k
Normaal
1 7 0 01700
2 5 m 0 s25m 0s
30
Opnamefuncties
4 Beweeg de camera langzaam in een
van de vier richtingen totdat de
gidsaanduiding het einde heeft
bereikt.
Wanneer de camera detecteert in welke
richting hij wordt verplaatst begint de opname.
De opname eindigt wanneer de camera het
opgegeven opnamebereik vastlegt.
De scherpstelling en de belichting worden
vergrendeld totdat de opname stopt.
Voorbeeld van camerabeweging
Beweeg, terwijl u uw lichaam als draaias gebruikt, de camera langzaam in een
boog in de richting van de markering (KLJI).
De opname stopt als de gids de rand niet bereikt binnen ongeveer 15 seconden
(wanneer W Normaal is geselecteerd) of binnen ongeveer 30 seconden
(wanneer X Breed is geselecteerd) nadat de opname start.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het
beeld dat zichtbaar is op de monitor tijdens de opname.
Als de camera te snel wordt bewogen of te veel trilt, of als het onderwerp te gelijkvormig
is (bijv. een muur of duisternis), kan er zich een fout voordoen.
Wanneer de opname wordt gestopt voordat de camera halverwege het panoramabereik
is gekomen, wordt geen panoramabeeld opgeslagen.
Als meer dan de helft van het panoramabereik is vastgelegd maar de opname wordt
beëindigd voor de rand van het bereik wordt bereikt, wordt het niet vastgelegde bereik
opgenomen en grijs weergegeven.
Gids
31
Opnamefuncties
Afspelen met Eenvoudig panorama
Schakel over naar de weergavestand (A17), geef
een beeld dat werd vastgelegd met eenvoudig
panorama in de schermvullende weergavestand
weer en druk vervolgens op de knop k om het
beeld te verschuiven in de richting die werd
gebruikt tijdens het maken van de opname.
Op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven tijdens het afspelen. Gebruik JK van
de multi-selector om een bedieningsknop te kiezen
en druk vervolgens op de knop k om de hieronder
beschreven handelingen uit te voeren.
B Opmerkingen over foto's die zijn gemaakt met Eenvoudig panorama
De beelden kunnen niet worden bewerkt op deze camera.
Deze camera kan mogelijk niet scrollen of inzoomen bij het bekijken van beelden die zijn
gemaakt met eenvoudig panorama en zijn vastgelegd met een digitale camera van een
ander merk of model.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramafoto's
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van
de printer. Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen A Houd de knop k ingedrukt om snel achteruit te scrollen.
Vooruitspoelen B Houd de knop k ingedrukt om snel vooruit te scrollen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de weergave is
onderbroken.
C Houd de knop k ingedrukt om terug te spoelen.
D Houd de knop k ingedrukt om te scrollen.
F Hervat het automatisch scrollen.
Einde G
Schakel over naar de stand voor schermvullende
weergave.
1 5 / 11 / 2 01 5 15 : 3 0
15/11/2015 15:30
4 / 4
4/4
0 0 0 4. J P G
0004.JPG
32
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Het pictogram voor het als laatste geselecteerde effect wordt weergegeven.
* Bepaalde Filmopties (A96) zijn niet beschikbaar.
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M O (derde pictogram
van boven*) M KM HI M selecteer een effect M knop k
Type Beschrijving
O Zacht*
(standaardinstelling)
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het hele beeld
toe te voegen.
P Nostalgisch sepia*
Hiermee wordt een sepiatint toegevoegd en wordt het
contrast verminderd om de kenmerken van een oude foto
na te bootsen.
F Hoogcontrast
monochr.*
Verandert de opname in zwart-wit en verscherpt het
contrast.
I Selectieve kleur
Creëert een zwart-witbeeld waarin alleen de opgegeven
kleur behouden blijft.
l Pop
Vergroot de kleurverzadiging van de gehele opname
waardoor een helder beeld ontstaat.
o Cross-process
Verleent de opname een mysterieus effect op basis van
een specifieke kleur.
m Speelgoedcamera-eff.
1*
Verleent de hele opname een geelachtige tint en maakt de
randen van de opname donkerder.
n Speelgoedcamera-eff.
2*
Vermindert de kleurverzadiging van de volledige opname
en maakt de buitenste randen van het beeld donkerder.
b Spiegelen*
Creëert een aan beide kanten symmetrisch beeld waarvan
de rechterhelft een omgekeerd spiegelbeeld is van de
linkerhelft.
33
Opnamefuncties
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is
geselecteerd, drukt u op HI van de
multi-selector om de gewenste kleur te kiezen
en drukt u op de knop k om de kleur toe te
passen. U kunt de kleurselectie wijzigen door
nogmaals op de knop k te drukken.
OpslaanOpslaan
34
Opnamefuncties
U kunt een foto maken met de functie Glamour-retouchering om menselijke
gezichten te verfraaien.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Pas een effect toe.
Gebruik JK om het gewenste effect te
selecteren.
Gebruik HI om de hoeveelheid effect te
selecteren.
U kunt tegelijkertijd meerdere effecten
toepassen.
B Huid verzachten, l Foundation,
Q Zacht, G Levendigheid, o Helderheid
(Bel. +/-)
Selecteer f Sluiten om de schuifregelaar te
verbergen.
Druk op de knop k nadat u de instellingen
voor alle effecten hebt gecontroleerd.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop in.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
De hoeveelheid effect in de foto die wordt weergegeven op het opnamescherm kan
verschillen van die in het opgeslagen beeld.
Als Zacht is ingesteld, zijn sommige Filmopties (A96) niet beschikbaar.
Functies die beschikbaar zijn in de stand Slim portret
Glamour-retouchering (A34)
Glimlachtimer (A35)
Zelf-collage (A36)
Flits-stand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Menu Slim portret (A88)
Stand Slim portret (menselijke gezichten
verfraaien tijdens het opnemen)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M F Slimme
portretstand M knop k
Huid verzachten
OFF
1
2
3
4
5
Schuifknop
Effect
35
Opnamefuncties
Glimlachtimer gebruiken
Als u op J van de multi-selector drukt om
a Glimlachtimer te selecteren en vervolgens op
de knop k drukt, wordt de sluiter automatisch
ontspannen telkens wanneer een glimlachend
gezicht wordt gedetecteerd.
Stel de functie Glamour-retouchering in voordat
u de glimlachtimer (A34) selecteert.
Als u de ontspanknop indrukt om een foto te
maken, wordt de glimlachtimer uitgeschakeld.
B Opmerkingen over glimlachtimer
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten of
glimlachende gezichten detecteren (A50). De ontspanknop kan eveneens worden
gebruikt voor het maken van opnamen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een
gezicht herkent en flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M F Slimme
portretstand M knop k
Glimlachtimer
36
Opnamefuncties
Zelf-collage gebruiken
De camera kan met tussenpozen een reeks van vier
of negen beelden vastleggen en deze opslaan als
een uit één beeld bestaande opname (een
collagebeeld).
1 Druk op J van de multi-selector om
n Zelf-collage te selecteren en
druk vervolgens op de knop k.
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven.
Als u op de knop d drukt en Zelf-collage
selecteert voordat u op J drukt, kunt u de
instellingen voor Aantal opnamen, Interval
en Sluitergeluid (A88) configureren.
Als u Glamour-retouchering wilt toepassen
tijdens de opname, stelt u het effect in voordat
u Zelf-collage (A34) selecteert.
2 Maak een foto.
Als u op de sluiterknop drukt, wordt het aftellen
gestart (ongeveer vijf seconden) en wordt de
sluiter automatisch ontspannen.
De sluiter wordt automatisch ontspannen voor
de resterende foto's. Er wordt ongeveer drie
seconden vóór de opname met aftellen gestart.
Het aantal opnamen wordt aangegeven met
U op de monitor. Dit wordt in groen
weergegeven tijdens het opnemen en verandert vervolgens in wit.
Als de camera gereed is met het maken van het opgegeven aantal opnamen,
wordt het collagebeeld opgeslagen.
Elk vastgelegd beeld wordt opgeslagen als apart beeld, gescheiden van het
collagebeeld. De afzonderlijke beelden worden opgeslagen als een reeks en een
collagebeeld van één beeld wordt als hoofdfoto (A60) gebruikt.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M F Slimme
portretstand M knop k
Zelf-collage
2
37
Opnamefuncties
B Opmerkingen over Zelf-collage
Als u de ontspanknop indrukt voordat de camera het opgegeven aantal opnamen heeft
gemaakt, wordt het opnemen geannuleerd en wordt het collagebeeld niet opgeslagen.
De opnamen die zijn gemaakt voordat het opnemen wordt geannuleerd worden
opgeslagen als afzonderlijke beelden.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
38
Opnamefuncties
Er wordt een korte film gemaakt tot 30 seconden lang (
e
1080/30p
of
S
1080/25p
)
door meerdere filmclips van enkele seconden op te nemen en deze automatisch te combineren.
1 Druk op de knop d (menu) en
configureer de instellingen voor het
opnemen van films.
Aantal opnamen
: Stel het aantal filmclips in dat
wordt opgenomen en de opnametijd voor elke
filmclip. Standaard worden 15 filmclips opgenomen
van elk 2 seconden, waardoor een korte film van 30
seconden ontstaat.
Speciale effecten (A32): Pas verschillende effecten toe op films bij het
opnemen. Voor elke filmclip kunnen andere effecten worden gebruikt.
Achtergrondmuziek: Selecteer de achtergrondmuziek. U kunt een voorbeeld
bekijken door de zoomknop (A1) naar g (i) te draaien.
Nadat de instellingen zijn voltooid, drukt u op de knop d of op de ontspanknop
om het menu te verlaten.
2 Druk op de knop
b (e filmopname) om een filmclip
op te nemen.
De camera stopt automatisch met het
opnemen van de filmclip als de tijd die is
opgegeven in stap 1 is verstreken.
Het opnemen van filmclips kan tijdelijk worden
onderbroken.
Zie “Filmopname onderbreken” (A40).
3 Controleer de opgenomen filmclip
of verwijder deze.
U kunt deze controleren door op de knop k te
drukken.
U kunt deze verwijderen door op de knop l te
drukken. U kunt de als laatste opgenomen
filmclip of alle filmclips verwijderen.
Als u wilt doorgaan met het opnemen van
filmclips, herhaalt u de bewerking in stap 2.
U kunt de effecten wijzigen door terug te gaan
naar stap 1.
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips
combineren tot korte films)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M n Korte
filmvoorstelling M knop k
Aantal opnamen
Speciale eecten
Achtergrondmuziek
Opname stoppen
1 7 0 01700
2 5 m 0 s25m 0s
0
15
1 7 0 0
1700
2 4 m 3 6 s
24m36s
12
15
VoorbeeldVoorbeeld
Aantal opgenomen filmclips
39
Opnamefuncties
4 Sla de korte filmvoorstelling op.
De korte filmvoorstelling wordt opgeslagen als de camera stopt met opnemen van
het opgegeven aantal filmclips.
U kunt een korte filmvoorstelling opslaan voordat de camera stopt met het
opnemen van het opgegeven aantal filmclips door op de knop d te drukken
terwijl het stand-byscherm voor opnemen wordt weergegeven en vervolgens
Opname stoppen te selecteren.
Als een korte filmvoorstelling wordt opgenomen, worden de filmclips verwijderd.
Handelingen tijdens het afspelen van filmclips
U kunt het volume aanpassen door aan de
zoomknop te draaien terwijl een filmclip wordt
afgespeeld (A1).
Op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd door JK van de multi-selector te
gebruiken om een bedieningsknop te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken.
B Opmerkingen over het opnemen van een korte filmvoorstelling
De camera kan geen films opnemen als geen geheugenkaart is geplaatst.
Verwissel de geheugenkaart pas nadat een korte filmvoorstelling is opgeslagen.
Functie Pictogram Beschrijving
Terugspoelen A Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen B
Houd de knop k ingedrukt om de film vooruit te
spoelen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de weergave is
onderbroken.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop
k ingedrukt om continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop
k ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
F Hervat het afspelen.
Afspelen
beëindigen
G Teruggaan naar het opnamescherm.
Opnemen
beëindigen
p
Sla de korte filmvoorstelling op met behulp van de
opgenomen filmclips.
10s
10s
Bedieningsknoppen
40
Opnamefuncties
C Filmopname onderbreken
Een foto of stilstaand beeld (l 4608×2592) kan worden opgenomen door de
ontspanknop in te drukken terwijl het stand-byscherm voor opnemen wordt
weergegeven.
U kunt de filmopname onderbreken en beelden afspelen of naar andere opnamestanden
gaan om foto's te maken De filmopname wordt hervat als u opnieuw naar de stand Korte
filmvoorstelling gaat.
Beschikbare functies in de stand Korte filmvoorstelling
Zelfontspanner (A45)
Macro-stand (A46)
Belichtingscompensatie (A47)
Menu Korte filmvoorstelling (A38)
Menu Filmopties (A96)
41
Opnamefuncties
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden aangepast op basis
van de opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het gebied van het beeld selecteert
waarop moet worden scherpgesteld door de instelling AF-veldstand (A84) te
wijzigen. De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A52).
Beschikbare functies in de A (Autostand)
Creatieve instelknop (A42)
Flits-stand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Macro-stand (A46)
Opnamemenu (A77)
A Autostand
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M knop
k
42
Opnamefuncties
De creatieve instelknop gebruiken
U kunt de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en tint aanpassen tijdens
het opnemen.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Gebruik JK om een optie te
selecteren.
F Kleurtoon: Pas de tint (roodachtig/
blauwachtig) van het volledige beeld aan.
G Levendigheid: Pas de levendigheid van
het volledige beeld aan.
o Helderheid (Bel. +/-): Pas de helderheid
van het volledige beeld aan.
3 Gebruik HI om het niveau aan te
passen.
U kunt de resultaten bekijken op de monitor.
U kunt een andere optie instellen door terug te
gaan naar stap 2.
Selecteer f Sluiten om de schuifregelaar te
verbergen.
U kunt alle instellingen annuleren door
P Herstel te selecteren en op de knop k te
drukken. Ga terug naar stap 2 en pas de
instellingen opnieuw aan.
4 Druk op de knop k als de instelling voltooid is.
De instellingen worden toegepast en de camera gaat terug naar het
opnamescherm.
C Instellingen voor creatieve instelknop
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
De instellingen voor helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en tint blijven
opgeslagen in het geheugen van de camera ook nadat de camera is uitgeschakeld.
Zie “Het histogram gebruiken” (A47) voor meer informatie.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop k
Helderheid (Bel. +/-)
+2.0
+0.3
-2.0
Helderheid (Bel. +/-)
+2.0
+0.3
-2.0
Schuifknop
Histogram
43
Opnamefuncties
U kunt een flits-stand selecteren op basis van de opnameomstandigheden.
1 Druk op de knop m (pop-up flitser).
De flitser wordt uitgeklapt.
De flitser gaat niet af als deze is ingeklapt. W wordt weergegeven om aan te geven
dat de flitser niet afgaat.
2 Druk op H (X) van de multi-selector.
3 Selecteer de gewenste flits-stand
(A44) en druk op de knop k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop
k drukt om de instelling toe te passen, wordt
de selectie geannuleerd.
B De flitser inklappen
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te klappen als
deze niet wordt gebruikt (A11).
Flits-stand
Automatisch
44
Opnamefuncties
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door
de ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af als u de ontspanknop helemaal
indrukt.
- Knipperen: De flitser wordt opgeladen. Er kunnen
geen opnamen worden gemaakt met de camera.
- Uit: De flitser gaat niet af bij het maken van een foto.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor
uitgeschakeld tijdens het opladen van de flitser.
Beschikbare flitsstanden
C Flits-standinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A48).
De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
C Rode-ogenreductie
Wanneer de camera rode ogen detecteert terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het
gebied in kwestie bewerkt om rode ogen te verminderen voordat het beeld wordt
opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens het fotograferen:
Er is meer tijd nodig dan gebruikelijk om opnamen op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In zeldzame gevallen wordt rode-ogenreductie toegepast in andere delen van het beeld
terwijl dit niet nodig is. Selecteer in dergelijke gevallen een andere flits-stand en maak de
foto opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
Het pictogram voor de flits-stand op het opnamescherm wordt pas direct
nadat de instelling is uitgevoerd weergegeven.
V
Autom. met rode-ogenred.
Hiermee vermindert u rode ogen in portretten ten gevolge van het gebruik van
de flitser.
X
Invulflits
De flitser gaat af telkens wanneer een foto wordt gemaakt. Gebruik deze stand
om schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergrondscènes. De flitser
gaat zo nodig af om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd
wordt gebruikt om in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te
leggen.
45
Opnamefuncties
De camera is uitgerust met een zelfontspanner waarmee de sluiter 10 seconden of
2 seconden nadat u de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden ontspannen.
Stel Foto VR (A110) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt
om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
1 Druk op J (n) van de
multi-selector.
2 Selecteer n10s of n2s en druk
vervolgens op de knop k.
n10s (10 seconden): Gebruik deze bij
belangrijke gelegenheden, zoals bruiloften.
n2s (2 seconden): Gebruik deze om
cameratrilling te voorkomen.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop
k drukt om de instelling toe te passen, wordt
de selectie geannuleerd.
Als in de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret is geselecteerd, wordt
Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven (A27). De zelfontspanner kan niet
worden gebruikt.
Als de opnamestand Slim portret is ingesteld, kunt u tevens a Glimlachtimer
(A35) en n Zelf-collage (A36) gebruiken naast de zelfontspanner.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting worden ingesteld.
4 Druk de ontspanknop
helemaal in.
Het aftellen wordt gestart. Het
zelfontspannerlampje knippert en
blijft vervolgens ongeveer één
seconde lang branden voordat de
sluiter wordt ontspannen.
Als de sluiter wordt ontspannen, wordt
de zelfontspanner op
OFF
gezet.*
U kunt het aftellen stoppen door de
ontspanknop opnieuw in te drukken.
* Bij het opnemen in de
onderwerpstand Maan wordt de
zelfontspanner niet automatisch ingesteld op
OFF
. U kunt de zelfontspanner
beëindigen door
OFF
te selecteren in stap 2.
Zelfontspanner
Zelfontspanner
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
9
9
46
Opnamefuncties
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-up foto's.
1 Druk op I (p) van de
multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop
k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop
k drukt om de instelling toe te passen, wordt
de selectie geannuleerd.
3 Draai aan de zoomknop om de
zoomfactor op een positie te zetten
waarbij F en de zoomaanduiding
groen worden weergegeven.
Als de zoomfactor op een positie staat waarbij F en de zoomaanduiding groen
wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet meer
dan ongeveer 10 cm van het objectief zijn verwijderd.
Als de zoomstand is ingesteld op groothoek en
zich in het gebied bevindt dat wordt
aangeduid met 1, kan de camera
scherpstellen op onderwerpen die niet meer
dan ongeveer 1 cm van het objectief zijn
verwijderd.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
Mogelijk kan de flitser onderwerpen op minder dan 50 cm afstand niet geheel uitlichten.
C Instelling macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A48).
Als de instelling wordt toegepast in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Macro-stand (Close-up foto's maken)
Macro-stand
1
47
Opnamefuncties
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de
multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en
druk op de knop k.
Om de opname helderder te maken, stelt u
een positieve waarde (+) in.
Om de opname donkerder te maken, stelt u
een negatieve waarde (–) in.
De compensatiewaarde wordt toegepast, zelfs
als u niet op de knop k drukt.
Als de opnamestand Slim portret is, wordt het
scherm voor glamour-retouchering
weergegeven in plaats van het scherm voor
belichtingscorrectie (A34).
Als de opnamestand A (auto) is, wordt de creatieve instelknop weergegeven in
plaats van het scherm voor belichtingscorrectie (A42).
C Belichtingscorrectiewaarde
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A48).
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek die de verdeling van tinten in het beeld weergeeft. Gebruik
deze als richtlijn bij het gebruik van belichtingscorrectie en bij opnemen zonder flitser.
De horizontale as komt overeen met de pixelhelderheid, met donkere tinten aan de
linkerkant en lichte tinten aan de rechterkant. De verticale as bevat het aantal pixels.
Als de belichtingscorrectie toeneemt, verschuift de verdeling van toonwaarden naar
rechts en als deze afneemt, verschuift de verdeling van toonwaarden naar links.
Belichtingscompensatie (Helderheid
aanpassen)
Belichtingscompensatie
+2.0
+0.3
-2.0
Histogram
48
Opnamefuncties
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder weergegeven.
Standaardinstellingen (Flitser,
Zelfontspanner etc.)
Flitser
1
(A43)
Zelfontspanner
(A45)
Macro
(A46)
Belichtingscompensatie
(A47)
o (Autom.
scènekeuzekn.)
U
2
Uit Uit
3
0.0
Onderwerpstand
b (portret) V Uit
Uit
4
0.0
c (landschap)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
d (sport)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
e (nachtportret)
V
5
Uit
Uit
4
0.0
f (party/binnen)
V
6
Uit
Uit
4
0.0
Z (strand) U Uit
Uit
4
0.0
z (sneeuw) U Uit
Uit
4
0.0
h (zonsondergang)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
i (schemering)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
j (nachtlandschap)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
k (close-up) W Uit
Aan
4
0.0
u (voedsel)
W
4
Uit
Aan
4
0.0
m (vuurwerk)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
4
o (tegenlicht)
X/W
7
Uit
Uit
4
0.0
p (eenvoudig
panorama)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
O (dierenportret)
W
4
Y
8
Uit 0.0
L (maan)
W
4
n 2s Uit
4
0.0
l (vogels bekijken)
W
4
Uit
Uit 0.0
O (speciale
effecten)
W Uit Uit 0.0
F (slim portret) U
9
Uit
10
Uit
4
11
M (korte
filmvoorstelling)
W
4
Uit Uit 0.0
A (auto) U Uit Uit
12
49
Opnamefuncties
1
De instelling die wordt gebruikt als de flitser is uitgeklapt.
2
De camera selecteert automatisch de optimale instelling voor de flits-stand voor de
door de camera geselecteerde onderwerpstand. W (uit) kan handmatig worden
geselecteerd.
3
Kan niet worden gewijzigd. De camera wordt in de macro-stand gezet als i wordt
geselecteerd.
4
Kan niet worden gewijzigd.
5
Kan niet worden gewijzigd. Bij instelling op Uit de hand, is de instelling voor de
flits-stand vast ingesteld op automatisch met lange sluitertijd en slow sync met
rode-ogenreductie. Bij instelling op Statief, is de instelling voor de flits-stand vast
ingesteld op automatisch met lange sluitertijd en slow sync met rode-ogenreductie.
6
De flits-stand Lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
7
De flits is vast ingesteld op X (invulflits) als HDR is ingesteld op k. De flitser gaat niet
af als HDR is ingesteld op o.
8
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of
uitgeschakeld (A27).
9
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
10
a Glimlachtimer (A35) en n Zelf-collage (A36) kunnen worden gebruikt naast
de zelfontspanner.
11
Glamour-retouchering wordt weergegeven (A34).
12
Creatieve instelknop wordt weergegeven (A42).
50
Opnamefuncties
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
Als de volgende opnamestanden of instellingen
worden geselecteerd, gebruikt de camera
gezichtsherkenning om automatisch scherp te
stellen op gezichten van personen.
Stand o (Autom. scènekeuzekn.) (A22)
Portret of de onderwerpstand Nachtportret
(A23)
Stand Slim portret (A34)
Als AF-veldstand (A84) in de A (autostand)
(A41) is ingesteld op Gezichtprioriteit
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven rond het gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele
rand rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl er geen gezichten worden
gedetecteerd:
In de stand o (autom. scènekeuzekn.) varieert het scherpstelveld afhankelijk van
de scène.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret
wordt scherpgesteld op het midden van het beeld.
In A (autostand) wordt het scherpstelveld geselecteerd met het onderwerp dat
zich het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een reeks
van factoren, waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
De camera kan in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen ligt achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
Scherpstelling
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
51
Opnamefuncties
Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen in een van de hieronder genoemde
opnamestanden, detecteert de camera gezichten van personen en wordt het beeld
verwerkt om de huidtinten te verzachten (maximaal drie gezichten).
Stand Slim portret (A34)
-De mate waarin Huid verzachten wordt toegepast kan worden aangepast.
Stand o (Autom. scènekeuzekn.) (A22)
Portret of Nachtportret in de onderwerpstand (A23)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op
opgeslagen beelden door gebruik te maken van Glamour-retouchering (A65)
zelfs na het opnemen.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag
nemen.
Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat
bereikt met Huid verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het
beeld zonder gezichten.
52
Opnamefuncties
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A84) in de stand A (automatisch) is ingesteld op AF
met doelopsporing, stelt de camera scherp op de wijze zoals hieronder
beschreven wanneer u de ontspanknop half indrukt:
De camera detecteert het hoofdonderwerp en
stelt hierop scherp. Als is scherpgesteld op het
onderwerp, wordt het scherpstelveld groen
weergegeven. Als een menselijk gezicht wordt
gedetecteerd, stelt de camera automatisch de
scherpstelprioriteit hierop in.
Als geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd,
selecteert de camera automatisch een of meer
van de negen scherpstelvelden die het
onderwerp bevatten dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Zodra scherp is gesteld op het
onderwerp, worden de scherpstelvelden waarop
is scherpgesteld groen weergegeven.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt geïdentificeerd verschillen.
Mogelijk wordt het hoofdonderwerp niet gedetecteerd bij gebruik van bepaalde
instellingen voor Witbalans.
In de volgende situaties wordt het hoofdonderwerp mogelijk niet correct gedetecteerd
door de camera:
- Als het onderwerp heel donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van de
monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp een herhaald patroon bevat
1 / 2 501/250
F3F3
Scherpstelvelden
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
53
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals
verwacht. Het kan af en toe voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het
onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen
wordt weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld
wanneer de zon achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel
donker uitziet).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer
de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld binnen in een kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere
rijen ramen van vergelijkbare vorm, enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het eigenlijke portretonderwerp en
gebruik de scherpstelvergrendeling (A54).
54
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het
scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de A (Autostand)
(A84).
2 Positioneer het onderwerp
in het midden van het beeld
en druk vervolgens de
ontspanknop half in.
Er wordt scherpgesteld op het
onderwerp en het scherpstelveld
wordt groen weergegeven.
De belichting is eveneens
vergrendeld.
3 Stel de foto opnieuw samen zonder
uw vinger op te tillen.
Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera
en het onderwerp.
4 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
55
Opnamefuncties
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menuopties.
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt met het maken van opnamen
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flits-stand
Continu (A81)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig wordt geselecteerd, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie
(A89)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan,
kan de flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner AF-veldstand (A84)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd,
kan de zelfontspanner niet worden
gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A84)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd,
kan de macro-stand niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A81)
Beeldmodus wordt als volgt ingesteld
afhankelijk van de instelling voor
continu-opname:
Vooropnamecache:
q (beeldformaat: 1600 × 1200 pixels)
Continu H: 120 bps:
O (beeldformaat: 640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps: M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels)
Witbalans
Kleurtoon (met de
creatieve instelknop)
(A42)
Als de tint wordt aangepast bij gebruik
van de creatieve instelknop, kan
Witbalans niet worden ingesteld in het
opnamemenu. Als u Witbalans wilt
instellen, selecteert u P in het scherm
voor het instellen van de creatieve
instelknop om de helderheid,
levendigheid en tint opnieuw in te stellen.
Continu
Zelfontspanner
(A45)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt
terwijl Vooropnamecache is
geselecteerd, wordt de waarde vast
ingesteld op Enkelvoudig.
ISO-waarde Continu (A81)
Als Vooropnamecache, Continu H:
120 bps of Continu H: 60 bps is
geselecteerd, wordt I
SO-waarde vast
ingesteld op Automatisch.
56
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen, is de digitale zoom mogelijk
niet beschikbaar (A111).
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het
beeld.
AF-veldstand Witbalans (A79)
Als Witbalans is ingesteld op een andere
instelling dan Automatisch in de stand
AF met doelopsporing, wordt het
hoofdonderwerp niet gedetecteerd door
de camera.
Knipperdetectie Zelf-collage (A36)
Als Zelf-collage is geselecteerd, wordt
Knipperdetectie uitgeschakeld.
Datumstempel Continu (A81)
Als Vooropnamecache, Continu H:
120 bps of Continu H: 60 bps is
geselecteerd, kunnen datum en tijd niet
als stempel worden gebruikt op beelden.
Digitale zoom AF-veldstand (A84)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de digitale zoom niet
worden gebruikt.
Sluitergeluid Continu (A81)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, is het
sluitergeluid uitgeschakeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
57
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Draai de zoomknop naar g (i zoomweergave) in de schermvullende weergave
(A17) om in te zoomen op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i) te
draaien.
Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op HIJK van de
multi-selector.
Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op de knop k om
terug te keren naar schermvullende weergave.
C Beelden uitsnijden
Als een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de knop d drukken om het
beeld uit te snijden zodat alleen het zichtbare gedeelte overblijft, en dit als apart bestand
opslaan (A67).
Zoomweergave
4 /44/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5: 3 015/11/2015 15:30
0 00 4. J P G0004. JPG
3 .03.0
g
(i)
f
(h)
Er wordt ingezoomd op
de opname.
Schermvullende weergave
Gids voor
weergavegebied
58
Weergavefuncties
Als u de zoomknop richting f (h miniatuurweergave) draait in de schermvullende
weergave (A17), worden beelden als miniatuur weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop richting
f (h) of g (i) te draaien.
Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op HIJK van de
multi-selector om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop k om
dat beeld schermvullend weer te geven.
Bij gebruik van de kalenderweergave drukt u op HIJK van de multi-selector
om een datum te selecteren en drukt u vervolgens op de knop k om de
opnamen weer te geven die op die dag zijn gemaakt.
B Opmerkingen over de kalenderweergave
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld,
worden beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op donderdag 1 januari 2015.
Miniatuurweergave, Kalenderweergave
1 /2 0
1/20
1 5/ 11 /2 01 5 1 5: 30
15/11/2015 15:30
0 00 1. J PG
0001. JPG
1/20
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
2015
11
1
30
3 0
3029
2 9
29
28
2 8
2827
2 7
2726
2 6
2625
2 5
2524
2 4
2423
2 3
2322
2 2
22
21
2 1
2120
2 0
2019
1 9
1918
1 8
1817
1 7
1716
1 6
1615
1 5
15
14
1 4
1413
1 3
1312
1 2
1211
1 1
11
10
1 0
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
59
Weergavefuncties
Gebruik HI van de multi-selector om een datum
te kiezen en druk vervolgens op de knop k om de
beelden die zijn vastgelegd op de geselecteerde
datum af te spelen.
Functies in het weergavemenu (A90) kunnen
worden gebruikt voor de beelden op de
geselecteerde opnamedatum (met uitzondering
van Kopiëren).
De volgende bewerkingen zijn beschikbaar
terwijl het selectiescherm voor de opnamedatum wordt weergegeven.
-Knop d: De onderstaande functies zijn beschikbaar.
Diashow
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die zijn
vastgelegd op de geselecteerde datum.
-Knop l: Hiermee worden alle beelden gewist die zijn vastgelegd op de
geselecteerde datum.
B Opmerkingen over stand Sorteer op datum
Maximaal de 29 meest recente datums kunnen worden geselecteerd. Als er beelden
bestaan voor meer dan 29 datums, worden alle beelden die eerder dan de 29 meest
recente datums zijn opgeslagen gecombineerd onder Overige.
De 9.000 meest recente beelden kunnen worden weergegeven.
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld,
worden beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op donderdag 1 januari 2015.
Stand Sorteer op datum
Druk op de knop c (weergavestand) M knop cM C Sorteer op datum M
knop k
Sorteer op datum
20/11/2015
15/11/2015
3
1
2
10
05/11/2015
04/11/2015
60
Weergavefuncties
Beelden in een reeks weergeven
Beelden die continu of met de functie Zelf-collage zijn vastgelegd, worden als reeks
opgeslagen.
Het eerste beeld van een reeks wordt gebruikt als
de hoofdfoto om de reeks weer te geven bij
weergave in schermvullende weergavestand of
miniatuurweergavestand. Voor de functie
Zelf-collage wordt een collagebeeld gebruikt als
hoofdfoto.
U kunt elk beeld in de reeks afzonderlijk weergeven
door op de knop k te drukken.
Nadat u op de knop k hebt gedrukt, zijn de
onderstaande bewerkingen beschikbaar.
U kunt het vorige of volgende beeld weergeven
door op JK van de multi-selector te drukken.
U kunt beelden weergeven die niet zijn
opgenomen in de reeks door op H te drukken
om terug te gaan naar de weergave van de
hoofdfoto.
U kunt beelden in een reeks als miniaturen
weergeven of deze afspelen in een diashow door Reeksweergaveopties in te
stellen op Individuele foto's in het weergavemenu (A94).
B Reeksweergaveopties
Beelden die via continu-opname zijn vastgelegd met andere camera's dan deze kunnen
niet als reeks worden weergegeven.
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij gebruik van reeksen
Wanneer beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende weergave,
drukt u op de knop d om functies te selecteren in het weergavemenu (A90).
Als u op de knop d drukt terwijl een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen de
volgende instellingen worden toegepast op alle beelden in de reeks:
- Mark. voor upload. via Wi-Fi, Beveiligen, Kopiëren
Beelden die continu werden vastgelegd
(reeks) weergeven en wissen
1 / 5
1/5
1 5 / 11 / 2 01 5 15 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 0 0 4. J P G
0004.JPG
1 / 5
1/5
1 5 / 11 / 2 01 5 15 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 0 0 4. J P G
0004.JPG
TerugTerug
61
Weergavefuncties
Beelden in een reeks wissen
Als de knop l (wissen) wordt ingedrukt voor beelden in een reeks, variëren de
beelden die worden gewist afhankelijk van hoe de reeksen worden weergegeven.
Als de hoofdfoto wordt weergegeven:
- Huidig beeld: alle beelden in de weergegeven reeks worden
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): wanneer een hoofdfoto is geselecteerd in het
selectiescherm om beelden te wissen (A19),
worden alle beelden in de reeks gewist.
- Alle beelden: alle beelden op de geheugenkaart of in het
interne geheugen worden gewist.
Als beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende
weergavestand:
- Huidig beeld: het momenteel weergegeven beeld wordt
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): beelden die zijn geselecteerd in de reeks worden
gewist.
- Volledige reeks: alle beelden in de weergegeven reeks worden
gewist.
62
Weergavefuncties
Voordat u beelden gaat bewerken
U kunt op eenvoudige wijze beelden bewerken op deze camera. Bewerkte kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en -tijd als het
origineel.
C Beperkingen bij het bewerken van beelden
Een beeld kan maximaal 10 keer worden bewerkt. Foto's (stilstaande beelden) die zijn
gemaakt door films te bewerken kunnen maximaal negen keer worden bewerkt.
Mogelijk kunt u beelden van een beeld formaat niet bewerken of kunt u bepaalde
bewerkingsfuncties niet gebruiken.
Sneleffecten: Tint of stemming veranderen
Hiermee worden opnamen bewerkt met een reeks van effecten.
U kunt Schilderij, Foto-illustratie, Zacht portret, Monochroom portret op
achtergrond, Fisheye, Ster of Miniatuureffect selecteren.
1 Geef de afbeelding waarop u een
effect wilt toepassen weer in
schermvullende weergave en druk
op de knop k.
2 Gebruik HIJK van de
multi-selector om het gewenste
effect te selecteren en druk op de
knop k.
Draai de zoomknop (A1) naar g (i) om over
te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Druk op de knop d om af te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
Beelden bewerken (foto's)
1 5 / 11 / 2 01 5 1 5 : 30
15/11/2015 15:30
0 0 0 4. J PG
0004. JPG
Sneleecten
Annuleren
Contr.
Schilderij Foto-illustratie Zacht portret
Portret
(kleur + Z/W)
Fisheye Ster
63
Weergavefuncties
Snel retoucheren: contrast en verzadiging
verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
de mate waarin het effect wordt
toegepast te selecteren en druk op de
knop k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant
weergegeven.
Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te
slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Snel retoucheren M knop k
Snel retoucheren
Normaal
Waarde
64
Weergavefuncties
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
Uitvoeren te selecteren en druk op de
knop k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant
weergegeven.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om af
te sluiten zonder de kopie op te slaan.
Rode-ogencorrectie: rode-ogencorrectie uitvoeren
bij opnamen met de flitser
Bekijk een voorbeeld van het resultaat
en druk op de knop k.
Druk op J van de multi-selector om af te sluiten
zonder de kopie op te slaan.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden als rode ogen worden
gedetecteerd.
Rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als
hun ogen niet rood zijn.
Rode-ogencorrectie levert in sommige beelden mogelijk niet het gewenste resultaat op.
In zeldzame gevallen wordt rode-ogencorrectie toegepast in andere delen van het beeld
terwijl dit niet nodig is.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
D-Lighting M knop k
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Rode-ogencorrectie M knop k
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
Terug
Opslaan
Voorbeeld
65
Weergavefuncties
Glamour-retouchering: menselijke gezichten verfraaien
1 Gebruik HIJK van de
multi-selector om het gezicht te
selecteren dat u wilt retoucheren en
druk op de knop k.
Als slechts één gezicht wordt gedetecteerd,
gaat u verder naar stap 2.
2 Gebruik JK om het effect te
selecteren, gebruik HI om het
niveau van het effect te selecteren
en druk op de knop k.
U kunt tegelijkertijd meerdere effecten
toepassen.
Pas de instellingen aan of controleer deze voor
alle effecten voordat u op de knop k drukt.
F Klein gezicht, B Huid verzachten,
l Foundation, m Glansreductie, E Wallen onder ogen verbergen,
A Grote ogen, G Ogen witter maken, n Oogschaduw, o Mascara,
H Tanden witter maken, p Lippenstift, D Wangen roder maken
Druk op de knop d om terug te gaan naar het scherm voor het selecteren van
een persoon.
3 Bekijk een voorbeeld van het
resultaat en druk op de knop k.
U kunt de effecten wijzigen door op J te
drukken om terug te gaan naar stap 2.
Druk op de knop d om af te sluiten zonder
het bewerkte beeld op te slaan.
4 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Glamour-retouchering M knop k
Onderwerpselectie
Terug
Klein gezicht
Terug
Voorbeeld
Opslaan
Ja
Nee
Opslaan OK?
66
Weergavefuncties
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan telkens maar één gezicht tegelijk worden bewerkt. Als u Glamour-retouchering op
een ander gezicht wilt toepassen, bewerkt u het bewerkte beeld opnieuw.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de gezichten
kan de camera de gezichten mogelijk niet correct detecteren of werkt de functie
Glamour-retouchering niet zoals verwacht.
Als geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing weergegeven en
verschijnt het weergavemenu opnieuw.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die zijn vastgelegd
met een ISO-waarde van 1600 of lager en die een beeldformaat van 640 × 480 of groter
hebben.
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld
verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector
om het gewenste kopieformaat te
selecteren en druk op de knop k.
Voor beelden die zijn vastgelegd met een
instelling voor beeldmodus van
l 4608×2592, wordt alleen 640×360
weergegeven, en voor beelden met de
instelling s 3456×3456, wordt alleen
480×480 weergegeven.
2 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt
(compressieverhouding circa 1:8).
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Kleine afbeelding M knop k
Kleine afbeelding
640×480
320×240
160×120
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
67
Weergavefuncties
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken
1 Draai de zoomknop om het beeld te vergroten (A57).
2 Pas het beeld aan zodat alleen het
gedeelte dat u wilt bewaren wordt
weergegeven en druk vervolgens
op de knop d (menu).
Draai de zoomknop naar g (i) of f (h) om
de zoomfactor aan te passen. Stel een
zoomfactor in waarbij u wordt
weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om naar het gedeelte van het beeld te
schuiven dat u wilt weergeven.
3 Controleer het gebied dat u wilt
bewaren en druk op de knop k.
U kunt het gebied opnieuw instellen door op
J te drukken.
4 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
C Beeldformaat
De beeldverhouding (horizontaal bij verticaal) na de uitsnede is gelijk aan die van het
oorspronkelijke beeld.
Wanneer het beeldformaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of kleiner is, wordt het
beeld weergegeven in een kleiner formaat tijdens de weergave.
3 . 0
3.0
Opslaan
Uitsnijden
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
68
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor
films.
2 Klap de flitser in (A11).
Als films worden opgenomen met de flitser uitgeklapt, kan het geluid gedempt
klinken.
3 Druk op de knop
b (e filmopname) om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het midden van het
beeld.
Druk op K van de multi-selector om het
opnemen te onderbreken en druk opnieuw op
K om het opnemen te hervatten (behalve
wanneer een optie voor HS-films is
geselecteerd in Filmopties). Het opnemen
wordt automatisch beëindigd als dit langer
dan ongeveer vijf minuten worden
onderbroken.
U kunt een stilstaand beeld (foto) vastleggen
door de ontspanknop in te drukken tijdens het opnemen van een film (A71).
4 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het
opnemen te beëindigen.
5 Selecteer een film in
schermvullende weergave en druk
op de knop k om de film af te
spelen.
Een beeld met een pictogram voor filmopties
is een film.
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
Resterende opnametijd
voor film
1 2 m 3 0 s12m30s
1 5 / 11 / 2 01 5 1 5 : 30
15/11/2015 15:30
0 0 1 0. M OV
0010. MOV
1 0 s
10s
Filmopties
69
Films opnemen en afspelen
Gebied dat wordt vastgelegd in films
Het gebied dat wordt vastgelegd in een film varieert afhankelijk van de
instellingen voor Filmopties in het filmmenu.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A107) in het menu Set-up is
ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied controleren dat wordt
vastgelegd in een film voordat u begin met opnemen.
Maximale opnametijd voor films
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren
dan 29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar
is voor langere opnamen.
De resterende opnametijd voor een enkele film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
De werkelijke resterende opnametijd kan variëren, afhankelijk van de inhoud van
de film, de beweging van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A150). De filmopname kan onverwachts
stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere Speed Class-waarde worden
gebruikt.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de
camera automatisch met opnemen.
De resterende tijd tot de camera de opname stopt (B10 sec.) wordt weergegeven.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
70
Films opnemen en afspelen
Opmerkingen over het opnemen van films
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of
geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over opgenomen films
Als het interne geheugen van de camera wordt gebruikt, kan het opslaan van films enige
tijd in beslag nemen.
De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
Het geluid van de werking van de zoomknop, de zoom, de scherpstelbewegingen van
het objectief, de vibratiereductie en de werking van het diafragma bij verandering van de
helderheid kunnen worden opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden
opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen
kan er bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant
verplaatsen, zoals een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de
camera wordt verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderweg of de hoeveelheid zoom die wordt toegepast,
kunnen gekleurde strepen verschijnen in onderwerpen in herhaalde patronen (stoffen,
ruitjesvensters enz.) tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich voor als het
patroon in het onderwerp en de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren. Dit is geen
apparaatstoring.
B Opmerkingen over vibratiereductie bij het opnemen van films
Als Film VR (A101) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de
beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) smaller bij het opnemen van
films.
Stel bij gebruik van een statief om de camera te stabiliseren tijdens het opnemen Film
VR in op Uit om mogelijke fouten ten gevolge van deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over autofocus bij het opnemen van films
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A53). In dit geval probeert u het
volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling)
voordat de filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp (dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als
het gewenste onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de knop
b (e filmopname) om de opname te starten en wijzig daarna de compositie.
71
Films opnemen en afspelen
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt bij
het opnemen van het film, wordt één beeld
opgeslagen als foto. Het opnemen van de film gaat
door terwijl de foto wordt opgeslagen.
Terwijl y wordt weergegeven op de monitor,
kunnen foto's worden vastgelegd. Terwijl
z wordt weergegeven, kunnen geen foto's
worden vastgelegd.
Het formaat van het vastgelegde beeld varieert
afhankelijk van de instelling voor Filmopties (A96).
B Opmerkingen over het vastleggen van foto's bij het opnemen van films
Foto's kunnen in de volgende situaties niet worden vastgelegd tijdens het opnemen van
een film:
- Als de resterende opnametijd voor films minder is dan vijf seconden.
-Als Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i, U 1080/50i, g 480/30p,
W480/25p of HS-film
Het geluid van het indrukken van de ontspanknop wordt mogelijk opgenomen in de film.
Als de camera wordt bewogen terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, is de opname
mogelijk onscherp.
Foto's vastleggen tijdens het opnemen van
films
1 2 m 3 0 s
12m30s
72
Films opnemen en afspelen
U kunt het volume aanpassen door aan de
zoomknop te draaien terwijl een film wordt
afgespeeld (A1).
Op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd door JK van de multi-selector te
gebruiken om een bedieningsknop te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken.
Handelingen tijdens het afspelen van films
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A
Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen
B
Houd de knop k ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de weergave is
onderbroken.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop
k ingedrukt om continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop
k ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
I
Extraheer het gewenste deel van een film en sla dit
op als apart bestand.
H
Eén beeld van een opgenomen film kan worden
geëxtraheerd en als foto worden opgeslagen.
F
Hervat het afspelen.
Einde
G
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
Volume-aanduiding
In de pauzestand
73
Films opnemen en afspelen
Alleen de gewenste delen van een film extraheren
Het gewenste deel van een opgenomen film kan als apart bestand worden
opgeslagen.
1 Speel de gewenste film af en pauzeer bij het beginpunt van
het gedeelte dat u wilt extraheren (A72).
2 Gebruik JK van de multi-selector
om I te selecteren van de
bedieningsknoppen en druk
vervolgens op de knop k.
3 Gebruik HI om M (kies
beginpunt) te selecteren in de
bewerkingselementen.
Gebruik JK om het beginpunt te verplaatsen.
U kunt het bewerken annuleren door
O (terug) te selecteren en op de knop k te
drukken.
4 Gebruik HI om de knop N (kies
eindpunt) te selecteren.
Gebruik JK om het eindpunt te verplaatsen.
U kunt een voorbeeld van het opgegeven
gedeelte bekijken door G te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken. Druk
opnieuw op de knop k om de
voorbeeldweergave te stoppen.
Films bewerken
1 m 3 0 s
1m30s
Kies beginpunt
1 m 0s
1m 0s
Kies eindpunt
3 0 s
30s
74
Films opnemen en afspelen
5 Gebruik HI om m (opslaan) te
selecteren en druk op de knop k.
Volg de instructies op het scherm om de film
op te slaan.
B Opmerkingen over het bewerken van films
Gebruik batterijen die voldoende resterende lading bevatten om te voorkomen dat de
camera wordt uitgeschakeld tijdens het bewerken. Als de aanduiding voor het
batterijniveau B is, kunnen films niet worden bewerkt.
Een film die is gemaakt door middel van bewerken kan niet opnieuw worden
bijgesneden.
Het uitgesneden gedeelte van een film kan iets afwijken van het gedeelte dat is
geselecteerd met behulp van het begin- en eindpunt.
Films kunnen niet zodanig worden bijgesneden dat zij minder dan twee seconden lang
zijn.
Een beeld van een film opslaan als foto
Een beeld van een opgenomen film kan worden geëxtraheerd en als foto worden
opgeslagen.
Onderbreek het afspelen van films zodat het
beeld dat u wilt extraheren wordt weergegeven
(A72).
Gebruik JK van de multi-selector om H te
selecteren van de bedieningsknoppen en druk
vervolgens op de knop k.
Als het bevestigingsvenster wordt weergegeven,
selecteert u Ja en drukt u op de knop k om het
beeld op te slaan.
De beeldkwaliteit van de foto die u wilt opslaan
is normaal (compressieverhouding van
ongeveer 1:8). Het formaat van het beeld varieert
afhankelijk van het type (beeldformaat; A96)
van de oorspronkelijke film.
Een foto die is opgeslagen vanuit een film die is
opgenomen met e 1080/30p of S 1080/25p is bijvoorbeeld
n (1920 × 1080 pixels) groot.
B Opmerkingen over het opslaan van foto's
Foto's kunnen niet worden opgeslagen vanuit films die zijn opgenomen met Z 1080/
60i, U 1080/50i of HS-film (A96).
Opslaan
3 0 s
30s
1 m 3 0 s
1m30s
Ja
Nee
1 m 3 0 s
1m30s
Dit beeld als stilstaand beeld
kopiëren?
75
Menu's gebruiken
Menu's gebruiken
U kunt de onderstaande menu's instellen door op de knop d (menu) te drukken.
A Opnamemenu
Beschikbaar door op de knop d te drukken als het opnamescherm wordt
weergegeven.
Hiermee kunt u het beeldformaat en de beeldkwaliteit, instelling voor continu
opnemen, enz. wijzigen.
G Weergavemenu
Beschikbaar door op de knop d te drukken bij het bekijken van beelden in
schermvullende weergave of miniatuurweergave.
Hiermee kunt u beelden bewerken, diashows afspelen, enz.
D Filmmenu
Beschikbaar door op de knop d te drukken als het opnamescherm wordt
weergegeven.
Hier kunt u instellingen voor filmopname wijzigen.
J Menu Wi-Fi-opties
Hiermee kunt u Wi-Fi-instellingen configureren voor aansluiting van de camera en
een smart apparaat.
z Menu Set-up
Hiermee kunt u basisfuncties van de camera aanpassen, zoals datum en tijd,
weergavetaal, enz.
1 Druk op de knop d (menu).
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de
multi-selector.
Het huidige menupictogram
wordt geel weergegeven.
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
Menupictogrammen
76
Menu's gebruiken
3 Selecteer een
menupictogram en druk
op de knop k.
De menuopties kunnen nu
worden geselecteerd.
4 Selecteer een menuoptie
en druk op de knop k.
Bepaalde menuopties kunnen
niet worden ingesteld,
afhankelijk van de huidige
opnamestand of de toestand van
de camera.
5 Selecteer een instelling en
druk op de knop k.
De geselecteerde instelling
wordt toegepast.
Als u klaar bent met het
gebruiken van de menu's, drukt u
op de knop d.
Wanneer een menu wordt
weergegeven, kunt u overschakelen naar de opnamestand door op de
ontspanknop, de knop A of de knop b (e) te drukken.
Digitale zoom
AF-hulplicht
Foto VR
Datumstempel
Monitorinstellingen
Tijdzone en datum
Set-up
Digitale zoom
AF-hulplicht
Foto VR
Datumstempel
Monitorinstellingen
Tijdzone en datum
Uit
Datumstempel
Datum en tijd
Datum
77
Menu's gebruiken
Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)
* Deze instelling kan tevens worden ingesteld in andere opnamestanden dan Autostand.
De gewijzigde instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden.
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt
gebruikt bij het opslaan van beelden.
Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus, des te groter het formaat waarop
beelden kunnen worden afgedrukt. Hoe lager de compressieverhouding, des te
hoger de kwaliteit van de beelden, maar des te minder beelden kunnen worden
opgeslagen.
* De numerieke waarden geven het aantal pixels aan dat wordt vastgelegd.
Voorbeeld: P 4608×3456 = circa 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
Het opnamemenu (voor stand
A (Autostand))
Ga naar de opnamestand* M knop dM Beeldmodus M knop k
Optie*
Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
Q 4608×3456P Circa 1:4 4:3
P 4608×3456
(standaardinstelling)
Circa 1:8 4:3
R 3264×2448 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
g 4608×2592 Circa 1:8 16:9
s 3456×3456 Circa 1:8 1:1
78
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over het afdrukken van beelden met een
beeldverhouding van 1:1
Wijzig de printerinstelling in Rand bij het afdrukken van beelden met een beeldverhouding
van 1:1. Sommige printers zijn mogelijk niet in staat beelden af te drukken met een
beeldverhouding van 1:1.
B Opmerkingen over de beeldmodus
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
Het geschatte aantal beelden dat kan worden opgeslagen kan worden gecontroleerd op
de monitor tijdens het opnemen (A10).
Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen sterk variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van
geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus.
Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen variëren afhankelijk van
het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen op de monitor weergegeven als “9999”.
79
Menu's gebruiken
Witbalans (kleurtoon aanpassen)
Pas de witbalans aan de lichtbron of weersomstandigheden aan om de kleuren in
beelden te laten overeenkomen met wat u ziet met uw ogen.
B Opmerkingen over Witbalans
Klap de flitser in wanneer de witbalans is ingesteld op een andere waarde dan
Automatisch en Flitser (A11).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop kM knop dM Witbalans M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
b Handm. voorinstelling
Gebruik deze optie als het gewenste resultaat niet
wordt bereikt met Automatisch, Gloeilamplicht, enz.
(A80).
c Daglicht Gebruik deze bij direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Gebruik deze optie bij gloeilamplicht.
e TL-licht Gebruik deze optie bij TL-licht.
f Bewolkt Gebruik deze bij een bewolkte lucht.
g Flitser Gebruik deze optie met de flitser.
80
Menu's gebruiken
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de onderstaande procedure om de waarde voor de witbalans te meten bij
de verlichting die wordt gebruikt tijdens de opname.
1 Plaats een wit of grijs referentieobject onder de verlichting die
zal worden gebruikt tijdens de opname.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om Handm. voorinstelling te
selecteren in het menu Witbalans
en druk op de knop k.
De camera zoomt in op de positie om de
witbalans te meten.
3 Selecteer Meten.
U kunt de als laatste gemeten waarde
toepassen door Annuleren te selecteren en
op de knop k te drukken.
4 Kadreer het witte of grijze
referentieobject in het meetvenster
en druk op de knop k om de
waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting
wordt voltooid (er wordt geen beeld
opgeslagen).
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Er kan geen waarde voor de flitserbelichting worden gemeten met Handm.
voorinstelling. Wanneer u met behulp van de flitser opneemt, stelt u Witbalans in op
Automatisch of Flitser.
DaglichtDa gl ic ht
GloeilamplichtGl oe il am pl ic ht
TL-lichtTL- li ch t
BewolktB ew ol kt
AutomatischAutom at is ch
Handm. voorinstelling
Witbalans
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meetvenster
81
Menu's gebruiken
Continu-opname
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop kM knop dM Continu M knop k
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
k Continu H
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden,
worden continu beelden opgenomen.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt
ongeveer 7,4 bps en het maximale aantal continue opnamen
bedraagt ongeveer 7 (als de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
m Continu L
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden,
worden continu beelden opgenomen.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt
ongeveer 2 bps en het maximale aantal continue opnamen
bedraagt ongeveer 7 (als de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
q Vooropnamecache
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt opname in de
vooropnamecache gestart. Als de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt, wordt het huidige beeld opgeslagen samen met de
beelden die zijn vastgelegd onmiddellijk voordat de knop werd
ingedrukt (A82). Deze functie helpt u voorkomen dat u de
opname mist.
De beeldsnelheid voor continu-opname bedraagt ongeveer
15 bps en het maximale aantal continu-opnamen is 25, met
inbegrip van maximaal 4 beelden die zijn vastgelegd in de
vooropnamecache.
Beeldmodus is vast ingesteld op q (beeldformaat:
1600 × 1200 pixels).
n Continu H:
120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt,
worden beelden vastgelegd op hoge beeldsnelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt
ongeveer 120 bps en het maximale aantal continue
opnamen is 50.
Beeldmodus is vast ingesteld op O (beeldformaat:
640 × 480 pixels).
j Continu H:
60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt,
worden beelden vastgelegd op hoge beeldsnelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt
ongeveer 60 bps en het maximale aantal continue opnamen
is 25.
Beeldmodus is vast ingesteld op M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
82
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over Continu-opnamen
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald
voor de eerste afbeelding in elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Wanneer de ISO-gevoeligheid wordt verhoogd, kan er ruis in de gemaakte beelden
optreden.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor
beeldmodus en de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Bij gebruik van Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps kan er
zich bandvorming of een variatie in helderheid of tint voordoen in beelden die werden
gemaakt bij verlichting die met hoge snelheid flikkert, zoals TL-licht, kwikdamplampen of
natriumdamplampen.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
C Vooropnamecache
Als de ontspanknop half of helemaal wordt ingedrukt, worden beelden opgeslagen op de
hieronder beschreven wijze.
Het pictogram voor de vooropnamecache (Q) op het opnamescherm verandert in
groen terwijl de ontspanknop half is ingedrukt.
Beelden worden opgeslagen voordat
helemaal wordt ingedrukt
Beelden worden opgeslagen
door helemaal in te drukken
Half indrukken Helemaal indrukken
83
Menu's gebruiken
ISO-waarde
Een hogere ISO-waarde maakt het mogelijk om donkerdere onderwerpen vast te
leggen. Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen van vergelijkbare helderheid, foto's
worden gemaakt met kortere sluitertijden en kan onscherpte door het trillen van de
camera of het bewegen van het onderwerp worden verminderd.
Als een hogere ISO-waarde wordt ingesteld, kunnen beelden ruis bevatten.
B Opmerkingen over ISO-waarde
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
C Het scherm voor ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Als Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-waarde toeneemt.
Als
Vast bereik automatisch
is geselecteerd, wordt de maximale waarde voor de
ISO-gevoeligheid weergegeven.
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop kM knop dM ISO-waarde M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd uit
het bereik van ISO 125 tot 1600.
I Vast bereik automatisch
Selecteer het bereik waarin de camera automatische
de ISO-waarde aanpast. Maak hierbij een keuze uit
ISO 125-400 of ISO 125-800.
125, 200, 400, 800, 1600, 3200,
6400
De gevoeligheid is vergrendeld op de opgegeven
waarde.
84
Menu's gebruiken
AF-veldstand
Stel in hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop kM knop dM AF-veldstand M knop k
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een
menselijk gezicht herkent,
stelt deze scherp op dat
gezicht. Zie
“Gezichtsherkenning
gebruiken” (A50) voor
meer informatie.
Als geen menselijke
onderwerpen of gezichten
worden gedetecteerd bij
het kadreren, selecteert de
camera automatisch een of
meer van de negen
scherpstelvelden die het
onderwerp bevatten dat
zich het dichtst bij de
camera bevindt als de
ontspanknop half wordt
ingedrukt.
x Handmatig
Gebruik HIJK van de
multi-selector om het
scherpstelveld te
verplaatsen naar het
gebied waarop u wilt
scherpstellen.
U kunt de multi-selector
gebruiken om de
flits-stand of andere
instellingen te
configureren door op
de knop k te drukken.
U kunt teruggaan naar
het verplaatsen van het
scherpstelveld door nogmaals op de knop k te drukken.
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
Scherpstelveld
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
Scherpstelveld
Bereik van verplaatsbaar
scherpstelveld
85
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het
beeld ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
y Centrum
De camera stelt scherp op
het onderwerp in het
midden van het beeld.
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om
foto's te maken van
bewegende onderwerpen.
Registreer het onderwerp
waarop de camera
scherpstelt. Het
scherpstelveld wordt
automatisch verplaatst om
het onderwerp te volgen.
Zie “Onderwerp volgen
gebruiken” (A86) voor meer informatie.
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp
detecteert, stelt deze
scherp op dat onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing
gebruiken” (A52).
Optie Beschrijving
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
Scherpstelveld
Start
1 7 0 0
1700
2 5 m 0 s
25m 0s
1 / 2 50
1/250
F3
F3
1 / 2 5 01/250
F3F3
Scherpstelvelden
86
Menu's gebruiken
Onderwerp volgen gebruiken
1 Registreer een onderwerp.
Lijn het onderwerp dat u wilt volgen uit met de
rand in het midden van de monitor en druk op
de knop k.
Als het onderwerp is geregistreerd, wordt een
gele rand (scherpstelveld) weergegeven rond
dat onderwerp en begint de camera met het
volgen van het onderwerp.
Als het onderwerp niet kan worden
geregistreerd, wordt de rand rood
weergegeven.
Wijzig de compositie en probeer opnieuw het onderwerp te registreren.
U kunt de onderwerpregistratie annuleren door op de knop k te drukken.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet langer volgt, verdwijnt het
scherpstelveld. Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te maken.
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl
het scherpstelveld niet wordt weergegeven,
stelt de camera scherp op het onderwerp in
het midden van het beeld.
B Opmerkingen over het volgen van onderwerpen
Als u bewerkingen uitvoert zoals in- of uitzoomen terwijl de camera het onderwerp volgt,
wordt de registratie geannuleerd.
Het volgen van een onderwerp is wellicht niet mogelijk onder bepaalde
opnameomstandigheden.
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop kM knop dM AF-veldstand M knop kM s Onderwerp
volgen M knop kM knop d
2 5 m 0 s
25m 0s
1 7 0 0
1700
Start
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
87
Menu's gebruiken
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt bij het opnemen van foto's.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand
(A100) in het filmmenu.
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M
knop kM knop dM Autofocus-stand M knop k
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
De camera stelt alleen scherp als de ontspanknop half is
ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera blijft scherpstellen zelfs als de ontspanknop
niet half is ingedrukt. Het geluid van de aandrijving van
het objectief is hoorbaar terwijl de camera scherpstelt.
a Pre-scherpstelling
(standaardinstelling)
Zelfs als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt, wordt
automatisch scherpgesteld als de compositie van het
gekadreerde beeld aanzienlijk is veranderd.
88
Menu's gebruiken
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)” (A77) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Zelf-collage
Menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M Stand F Klein
portret M knop kM knop dM Zelf-collage M knop k
Optie Beschrijving
Aantal opnamen
Stel het aantal opnamen in dat de camera automatisch vastlegt
(aantal vastgelegde beelden voor een samengevoegd beeld).
4 (standaardinstelling) of 9 kan worden geselecteerd.
Interval
Stel de intervaltijd tussen opnamen in.
Kort, Middelmatig (standaardinstelling) of Lang kan
worden geselecteerd.
Sluitergeluid
Stel in of het sluitergeluid moet worden geactiveerd bij
opnamen met de functie Zelf-collage.
Standaard, SLR, Magisch (standaardinstelling) of Uit kan
worden geselecteerd.
Dezelfde instelling als is opgegeven voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up wordt niet
toegepast op deze instelling.
89
Menu's gebruiken
Knipperdetectie
B Opmerkingen over knipperdetectie
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A55).
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M Stand F Klein
portret M knop kM knop dM Knipperdetectie M knop k
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant automatisch
tweemaal de sluiter bij elke
opname en slaat één opname op
waarbij de ogen van het
onderwerp open zijn.
Als de camera een opname
heeft opgeslagen waarin de
ogen van het onderwerp
mogelijk gesloten zijn,
verschijnt het venster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet worden gebruikt.
Uit
(standaardinstelling)
Hiermee wordt de knipperdetectie uitgeschakeld.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
90
Menu's gebruiken
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A62) voor meer informatie over functies voor
het bewerken van opnamen.
Mark. voor upload. via Wi-Fi
Selecteer beelden in de camera die u vooraf wilt overbrengen naar een smart
apparaat alvorens ze over te zetten.
Ga naar het scherm Beeld selecteren (A95) om beelden te selecteren voor de
functie Mark. voor upload. via Wi-Fi of om de selectie van beelden ongedaan te
maken.
Als u Standaardwaarden (A114) selecteert in het menu Set-up of Standaardw.
herstellen (A103) in het menu Wi-Fi-opties, worden de instellingen voor Mark.
voor upload. via Wi-Fi die u hebt aangebracht geannuleerd.
Het weergavemenu
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Mark. voor upl. via
Wi-Fi M knop k
91
Menu's gebruiken
Diashow
Speel beelden één voor één af in een automatische “diashow”. Als filmbestanden
worden afgespeeld in de diashow, wordt alleen het eerste beeld van elke film
weergegeven.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om Start te selecteren en druk op
de knop k.
Start de diashow.
Wijzig de interval tussen beelden door
Tussenpauze te selecteren, op de knop k te
drukken en de gewenste intervaltijd op te
geven alvorens Start te selecteren.
Als u de diashow automatisch wilt herhalen, selecteert u Herhalen en drukt u op
de knop k voordat u Start selecteert.
De maximale weergavetijd is ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is
ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start deze
opnieuw.
Het scherm aan de rechterkant wordt
weergegeven nadat de diashow is beëindigd
of onderbroken. U kunt de diashow afsluiten
door G te selecteren en vervolgens op de
knop k te drukken. U kunt de diashow
hervatten door F te selecteren en vervolgens
op de knop k te drukken.
Bewerkingen tijdens het afspelen
Gebruik JK van de multi-selector om het vorige/volgende beeld weer te geven.
Houd de knop ingedrukt om snel vooruit of terug te spoelen.
Druk op de knop k om de diashow te onderbreken of te beëindigen.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Diashow M knop k
Diashow
Start
Herhalen
Tussenpauze
Pauzeren
92
Menu's gebruiken
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde opnamen tegen ongewild wissen.
Selecteer opnamen die u wilt beveiligen, of annuleer de beveiliging in het scherm
voor opnameselectie (A95).
Als de geheugenkaart of het interne geheugen van de camera wordt geformatteerd,
worden alle gegevens, met inbegrip van beveiligde bestanden, permanent gewist
(A113).
Beeld draaien
Geef de richting op waarin opgeslagen beelden worden weergegeven tijdens het
afspelen.
Foto's kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid.
Selecteer een opname in het scherm voor opnameselectie (A95). Als het scherm
Beeld draaien wordt weergegeven, drukt u op JK van de multi-selector om het
beeld 90 graden te draaien.
Druk op de knop k om de weergegeven oriëntatie toe te passen en deze informatie
samen met de opname op te slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Beveiligen M knop k
Druk op de knop
c
(weergavestand)
M
knop
dM
Beeld draaien
M
knop
k
DraaienTer u g
Beeld draaien
DraaienTer u g
Beeld draaien
DraaienTer u g
Beeld draaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
93
Menu's gebruiken
Kopiëren (Kopiëren tussen de geheugenkaart en het
interne geheugen)
Beelden kunnen worden gekopieerd vanaf een geheugenkaart naar het interne
geheugen en omgekeerd.
Als een geheugenkaart die geen beelden bevat wordt geplaatst en de camera is
in de weergavestand gezet, wordt Geheugen bevat geen beelden.
weergegeven. Druk in dat geval op de knop d om Kopiëren te selecteren.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om een bestemmingsoptie te
selecteren waarnaar opnamen
worden gekopieerd en druk
vervolgens op de knop k.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk
vervolgens op de knop k.
Als u Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u
het scherm voor beeldselectie om beelden op te
geven (A95).
B Opmerkingen over het kopiëren van opnamen
Er kunnen alleen bestanden worden gekopieerd in indelingen die door deze camera
kunnen worden opgenomen.
De werking wordt niet gegarandeerd voor opnamen die werden gemaakt met een
camera van een ander merk of opnamen die werden aangepast op een computer.
C Beelden in een reeks kopiëren
Wanneer u een hoofdfoto van een reeks in Geselecteerde beelden selecteert, worden
alle beelden in de reeks gekopieerd.
Wanneer u op de knop d drukt terwijl beelden in een reeks worden weergegeven, is
alleen de kopieeroptie Kaart Ý camera beschikbaar. Alle beelden in de reeks worden
gekopieerd als u Huidige reeks selecteert.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Kopiëren M knop k
Kopiëren
Camera kaart
Kaart camera
Camera
kaart
Geselecteerde beelden
Alle beelden
94
Menu's gebruiken
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode die wordt gebruikt voor het afbeelden van opnamen in de
reeks (A60).
De instellingen worden toegepast op alle reeksen en de instelling wordt opgeslagen
in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgezet.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Reeksweergaveopties M
knop k
Optie Beschrijving
Q Individuele foto's
Hiermee wordt elke opname in een reeks afzonderlijk
weergegeven.
F wordt weergegeven in het weergavescherm.
V Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Hiermee wordt alleen de hoofdfoto weergegeven voor
opnamen in een reeks.
95
Menu's gebruiken
Het scherm voor beeldselectie
Als er een scherm voor beeldselectie, zoals rechts
wordt weergegeven, verschijnt terwijl de camera
wordt bediend, volgt u de hieronder beschreven
procedures om de beelden te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een beeld te selecteren.
Draai de zoomknop (A1) naar g (i) om over
te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd
voor Beeld draaien. Ga verder naar stap 3.
2 Gebruik HI om te selecteren of de
selectie op te heffen (of om het
aantal exemplaren op te geven).
Als een beeld is geselecteerd, wordt een
pictogram bij het beeld weergegeven. Herhaal
stap 1 en 2 als u nog meer opnamen wilt
selecteren.
3 Druk op de knop k om de beeldselectie toe te passen.
Als een bevestigingsvenster wordt weergegeven, volgt u de bedieningsinstructies
op het scherm.
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
96
Menu's gebruiken
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie om op te nemen. Selecteer filmopties voor normale
snelheid om op te nemen op normale snelheid of opties voor HS-films (A97) voor
opnamen in vertraagde of versnelde weergave. De filmopties die kunnen worden
geselecteerd variëren afhankelijk van de instelling voor Beeldsnelheid (A102).
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A150).
Filmopties voor normale snelheid
1
Bij de indeling Interlaced wordt Velden per seconde gebruikt.
2
De instelling is niet beschikbaar bij gebruik van bepaalde effecten in de stand voor
Speciale effecten of Glamour-retouchering
Filmmenu
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Filmopties M
knop k
Optie
(beeldformaat/
beeldsnelheid
1
,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
e
S
1080/30p
1080/25p
(standaardinstelling)
1920 × 1080 16:9
Z
U
1080/60i
2
1080/50i
2
1920 × 1080 16:9
f
V
720/30p
720/25p
1280 × 720 16:9
g
W
480/30p
480/25p
640 × 480 4:3
97
Menu's gebruiken
HS-filmopties
Opgenomen films worden versneld of vertraagd weergegeven.
Zie “Films opnemen in slowmotion en fastmotion (HS-film)” (A99).
1
De instelling is niet beschikbaar bij gebruik van bepaalde effecten in de stand voor
Speciale effecten of Glamour-retouchering
2
Tijdens het opnemen van films kan de camera overschakelen tussen filmopname op
normale snelheid en filmopname in vertraagde of versnelde weergave.
De maximale opnametijd die hier wordt weergegeven verwijst uitsluitend naar het
gedeelte van de film dat in vertraagde of versnelde weergave wordt opgenomen.
B Opmerkingen over HS-films
Er wordt geen geluid opgenomen.
Zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld als het
opnemen van de film wordt gestart.
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij
verticaal)
Beschrijving
h
a
HS 480/4×
1
640 × 480
4:3
Films voor slowmotion op 1/4
snelheid
Max. opnametijd
2
: 15 seconden
(weergavetijd: 1 minuut)
j
Y
HS 1080/0,5×
1
1920 × 1080
16:9
2× snelheid van films in fastmotion
Max. opnametijd
2
: 2 minuten
(weergavetijd: 1 minuut)
98
Menu's gebruiken
C Afspelen in slowmotion en fastmotion
Bij opnemen op normale snelheid:
Bij opnemen op snelheid h/a HS 480/4×:
Films worden opgenomen op 4× de normale snelheid.
Zij worden afgespeeld in slowmotion op een 4× lagere snelheid.
Bij opnemen op snelheid j/Y HS 1080/0,5×:
Films worden opgenomen op 1/2 van de normale snelheid.
Zij worden afgespeeld in fastmotion op een 2× hogere snelheid.
Opnametijd
Weergavetijd
10 sec.
10 sec.
Opnametijd
Weergavetijd
Weergave in slowmotion
10 sec.
40 sec.
Opnametijd
Weergavetijd
Weergave in fastmotion
10 sec.
5 sec.
99
Menu's gebruiken
Films opnemen in slowmotion en fastmotion (HS-film)
Films die zijn opgenomen met HS-film kunnen worden afgespeeld in vertraagde
weergave op 1/4 van de normale afspeelsnelheid of in versnelde weergave op
tweemaal de normale afspeelsnelheid.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om een HS-filmoptie (A97) te
selecteren en druk op de knop k.
Druk, nadat u de optie hebt toegepast, op de
knop d om terug te gaan naar het
opnamescherm.
2 Druk op de knop
b (e filmopname) om de opname
te starten.
De camera start met het opnemen van een
HS-film.
De camera schakelt over tussen filmopname
op normale snelheid en opname van HS-films
telkens wanneer op de knop k wordt gedrukt.
Het pictogram voor de filmopties verandert als
wordt overgeschakeld tussen het opnemen
van HS-films en het opnemen van films met normale snelheid.
Als de maximale opnametijd voor HS-films (A97) is bereikt, schakelt de camera
automatisch over naar het opnemen van films op normale snelheid.
3 Druk op de knop b (e filmopname) om de opname te
beëindigen.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Filmopties M
knop k
Filmopties
HS 1080/0,5×
HS 480/4×
480/30p
720/30p
1080/30p
1080/60i
5 s
5s
100
Menu's gebruiken
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling
vastgezet op Enkelvoudige AF.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M
Autofocus-stand M knop k
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
De focus is vergrendeld als de filmopname wordt gestart.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het
onderwerp redelijk constant blijft tijdens de filmopname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het
onderwerp sterk zal wijzigen tijdens de opname. Het geluid van
het scherpstellen van de camera is mogelijk te horen in de
opgenomen film. Het gebruik van Enkelvoudige AF wordt
aanbevolen om te voorkomen dat het scherpstelgeluid van de
camera de opname stoort.
101
Menu's gebruiken
Film VR
Selecteer de instelling voor vibratiereductie die bij het opnemen van films wordt
gebruikt.
Stel deze optie in op Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het
opnemen te stabiliseren.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling
vastgezet op Uit.
B Opmerkingen over Film VR
De effecten van cameratrilling worden in sommige situaties mogelijk niet volledig
ongedaan gemaakt.
Windruisreductie
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling
vastgezet op Uit.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Film VR M
knop k
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
(standaardinstelling)
Voert een optische correctie voor cameratrilling uit met behulp
van lens-shift VR en voert tegelijkertijd elektronische VR uit
tijdens de beeldverwerking. De beeldhoek (oftewel het gebied
dat zichtbaar is in het kader) wordt smaller.
g Aan
Voert correctie voor cameratrilling met behulp van lens-shift VR
uit.
Uit Vibratiereductie is uitgeschakeld.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M
Windruisreductie M knop k
Optie Beschrijving
Y Aan
Hiermee wordt het geluid van de wind gereduceerd dat te
horen is via de microfoon tijdens de filmopname. Andere
geluiden worden mogelijk moeilijk hoorbaar tijdens het
weergeven.
Uit
(standaardinstelling)
Windruisreductie is uitgeschakeld.
102
Menu's gebruiken
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid (velden per seconde voor de indeling interlaced) die
wordt gebruikt bij het opnemen van films. Als de instelling voor de beeldsnelheid
wordt verandert, veranderen ook de opties die kunnen worden ingesteld in
Filmopties (A96).
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M
Beeldsnelheid M knop k
Optie Beschrijving
30 bps (30p/60i)
Geschikt voor weergave op een tv met behulp van de
NTSC-standaard.
25 bps (25p/50i)
Geschikt voor weergave op een tv met behulp van de
PAL-standaard.
103
Menu's gebruiken
Configureer de Wi-Fi-instellingen (draadloos LAN) om de camera te verbinden met
een smart apparaat.
Het menu Wi-Fi-opties
Druk op de knop dM menupictogram J M knop k
Optie Beschrijving
Verbinden met
smart apparaat
Selecteer bij een draadloze verbinding tussen de camera en een
smart apparaat.
Zie “De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken” (A116) voor
meer informatie.
Uploaden vanaf
camera
Selecteer bij een draadloze verbinding tussen de camera en een
smart apparaat. Zie “De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken”
(A116) voor meer informatie.
De over te zetten beelden kunnen worden geselecteerd op het
scherm voor beeldselectie voordat een Wi-Fi-verbinding tot
stand wordt gebracht (A95). De SSID en het wachtwoord van
de camera worden weergegeven op het scherm nadat beelden
zijn geselecteerd.
Wi-Fi uitschakelen
Selecteer om de draadloze verbinding tussen de camera en een
smart apparaat te beëindigen. Zie “De Wi-Fi-functie (draadloos
LAN) gebruiken” (A116) voor meer informatie.
Opties
SSID: Wijzig de SSID. De SSID die hier wordt geconfigureerd wordt
weergegeven op het smart apparaat. Stel een alfanumerieke SSID
van 1 tot 24 tekens in.
Verificatie/encryptie: Selecteer of u de communicatie tussen de
camera en het aangesloten smart apparaat al dan niet wilt
coderen. De communicatie wordt niet gecodeerd als Open
(standaardinstelling) is geselecteerd.
Wachtwoord: Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek
wachtwoord van 8 tot 16 tekens in.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Standaardw.
herstellen
Herstel de standaardwaarden voor de Wi-Fi-instellingen. De
draadloze verbinding wordt beëindigd als deze optie wordt
uitgevoerd terwijl Wi-Fi actief is.
104
Menu's gebruiken
Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen
Gebruik HIJK van de multi-selector om
alfanumerieke tekens te selecteren. Druk op de
knop k om het geselecteerde teken in het
tekstveld in te voeren en de cursor naar de
volgende ruimte te verplaatsen.
U kunt de cursor in het tekstveld verplaatsen
door N of O te selecteren op het toetsenbord
en op de knop k te drukken.
U kunt een teken verwijderen door op de knop
l te drukken.
U kunt de instelling toepassen door P op het
toetsenbord te selecteren en op de knop k te
drukken.
Terug
Verwijderen
SSID
Tekstveld
Toetsenbord
105
Menu's gebruiken
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
Het menu Set-up
Druk op de knop dM menupictogram z M Tijdzone en datum M knop k
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een veld: Druk op
JK van de multi-selector.
Bewerk de datum en tijd: Druk
op HI.
Pas de instelling toe: Selecteer
de minuutinstelling en druk op
de knop k.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone
Stel tijdzone en zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt geselecteerd nadat de
eigen tijdzone (w) is ingesteld, wordt automatisch het
tijdsverschil tussen de reisbestemming en de eigen tijdzone
berekend en worden de datum en tijd in de geselecteerde regio
opgeslagen.
Bewerk.
Datum en tijd
201501
01 00 00
JMDum
106
Menu's gebruiken
De tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector
om Tijdzone te selecteren en druk
op de knop k.
2 Selecteer w Eigen tijdzone
of x Reisbestemming en druk
vervolgens op de knop k.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, veranderen afhankelijk van of de
eigen tijdzone of de reisbestemming is
geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te
selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te
schakelen. W wordt weergegeven. Druk op
I om de zomertijdfunctie uit te schakelen.
Druk op de knop k om de tijdzone toe te
passen.
Als niet de juiste tijd wordt weergegeven voor
de instelling voor de eigen tijdzone of de tijdzone van de reisbestemming, stelt u
de juiste tijd in Datum en tijd in.
Tijdzone en datum
Tijdzone
Datumnotatie
Datum en tijd
15/11/2015 15:30
London, Casablanca
15/11/2015 15:30
London, Casablanca
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
15/11/2015 15:30
London, Casablanca
Reisbestemming
Eigen tijdzone
Tijdzone
10:30 –05:00
New York, Toronto, Lima
Terug
107
Menu's gebruiken
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Druk op de knop dM menupictogram z M Monitorinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Foto-informatie Stel in of al dan niet informatie op de monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Stel in of u al dan niet het vastgelegde beeld wilt weergeven
meteen na de opname.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
Pas de helderheid aan.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
Dezelfde informatie als wordt weergegeven in Info tonen wordt
getoond. De informatie wordt verborgen zoals weergegeven in
Info verbergen als gedurende enkele seconden geen
handelingen worden uitgevoerd. De informatie wordt opnieuw
weergegeven zodra een handeling wordt uitgevoerd.
Info verbergen
2 5 m 0 s
25m 0s
1 7 0 0
1700
4 /4
4/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 00 4. J P G
0004. JPG
108
Menu's gebruiken
Raster+autom.
info
Behalve de informatie die wordt
weergegeven in
Automatische info, wordt een
raster weergegeven om te
helpen foto's te kadreren.
Het raster wordt niet
weergegeven bij het opnemen
van films.
Hetzelfde als Automatische
info.
Filmbeeld+autom.
info
Behalve de informatie die wordt
weergegeven in
Automatische info, wordt
voordat het opnemen van een
film van start gaat een kader
weergegeven dat het gebied
aangeeft dat wordt vastgelegd
bij het opnemen van een film.
Het filmframe wordt niet
weergegeven bij het opnemen
van films.
Hetzelfde als Automatische
info.
Opnamestand Weergavestand
2 5 m 0 s
25m 0s
1 7 0 0
1700
4 /4
4/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 00 4. J P G
0004. JPG
2 5 m 0 s
25m 0s
1 7 0 0
1700
4 /4
4/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 00 4. J P G
0004. JPG
109
Menu's gebruiken
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen als stempel
worden opgenomen op beelden bij het opnemen.
De informatie kan worden afgedrukt, zelfs bij
gebruik van een printer die de functie voor het
afdrukken van de datum niet ondersteunt.
B Opmerkingen over datumstempel
Gestempelde datums vormen een permanent onderdeel van de beeldgegevens en
kunnen niet worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet als stempels op beelden
worden weergegeven nadat deze zijn vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet als stempels worden weergegeven in de volgende
situaties:
- Bij gebruik van de onderwerpstand Nachtportret (wanneer Y Uit de hand is
geselecteerd), Nachtlandschap (wanneer Y Uit de hand is geselecteerd),
Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld op o) of Eenvoudig panorama
- Als de instelling voor continu-opname (A81) is ingesteld op Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps
- Bij het opnemen van films
- Bij het opslaan van foto's tijdens het opnemen van films
- Bij het maken van foto's tijdens het bewerken van films
De gestempelde datum en tijd zijn mogelijk moeilijk te lezen bij gebruik van een klein
beeldformaat.
C Een opnamedatum afdrukken op beelden zonder datumstempel
U kunt beelden overzetten naar een computer en de ViewNX 2-software (A128)
gebruiken om de opnamedatum af te drukken op de beelden als zij worden afgedrukt.
Druk op de knop dM menupictogram z M Datumstempel M knop k
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt als stempel op beelden weergegeven.
S Datum en tijd Datum en tijd worden als stempels op beelden weergegeven.
Uit
(standaardinstelling)
Datum en tijd worden niet als stempels op beelden
weergegeven.
15 .11. 2015
15.11.2015
110
Menu's gebruiken
Foto VR
Selecteer de instelling voor vibratiereductie die bij de opname van foto's wordt
gebruikt.
Stel deze optie in op Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het
opnemen te stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Nadat u de camera hebt ingeschakeld of nadat u hebt overgeschakeld van de
weergavestand naar de opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand
volledig wordt weergegeven voordat u foto's gaat maken.
Beelden op de monitor van de camera kunnen er onmiddellijk na het opnemen wazig
uitzien.
De effecten van cameratrilling worden in sommige situaties mogelijk niet volledig
ongedaan gemaakt.
AF-hulplicht
Druk op de knop dM menupictogram z M Foto VR M knop k
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Correctie voor cameratrilling wordt uitgevoerd met behulp
van lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Druk op de knop dM menupictogram z M AF-hulplicht M knop k
Optie Beschrijving
a
Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op als u op de
ontspanknop drukt bij onvoldoende verlichting. De
hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 2,0 m in de
maximale groothoekstand en ongeveer 1,6 m in de maximale
telestand.
De AF-hulpverlichting gaat mogelijk niet aan, afhankelijk van de
positie van het scherpstelveld of de opnamestand.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
111
Menu's gebruiken
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
-Onderwerpstand Portret, Nachtportret, Nachtlandschap, Tegenlicht (wanneer
HDR is ingesteld), Eenvoudig panorama of Dierenportret
- Stand Slim portret
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in andere opnamestanden bij gebruik van
bepaalde instellingen (A56).
Geluidsinstellingen
Druk op de knop dM menupictogram z M Digitale zoom M knop k
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
Druk op de knop dM menupictogram z M Geluidsinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, produceert de
camera één pieptoon bij het uitvoeren van bewerkingen, twee
pieptonen als het onderwerp de focus krijgt en drie pieptonen als
zich een fout voordoet. Tevens wordt het geluid van het
welkomstscherm weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld bij gebruik van de onderwerpstand
Dierenportret of Vogels bekijken
Sluitergeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het
sluitergeluid geproduceerd als de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet geproduceerd bij gebruik van de
stand voor continu-opname, bij het opnemen van films of bij
gebruik van de onderwerpstand Dierenportret of Vogels
bekijken.
112
Menu's gebruiken
Automatisch uit
Stel hiermee de hoeveelheid tijd in die verstrijkt voordat de camera overschakelt naar
de stand-bystand (A13).
U kunt 30 sec., 1min. (standaardinstelling), 5min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand overschakelt, wordt in de
volgende situaties bepaald:
Als een menu wordt weergegeven: 3 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Bij het opnemen met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (als Automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1min.)
Bij het opnemen met Glimlachtimer: 5 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Wanneer de AV-kabel is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een HDMI-kabel is aangesloten: 30 minuten
Als de lichtnetadapter EH-67 is aangesloten: 30 minuten
Druk op de knop dM menupictogram z M Automatisch uit M knop k
113
Menu's gebruiken
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als de geheugenkaarten of het interne geheugen worden geformatteerd,
worden alle gegevens permanent verwijderd. Eenmaal gewiste gegevens
kunt u niet meer terughalen. Zet belangrijke beelden naar een computer over
voordat u gaat formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Selecteer Geheugenkaart form. in het menu Set-up en druk vervolgens op de
knop k.
Het interne geheugen formatteren
Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Geheug. formatteren in het menu Set-up en druk vervolgens op de
knop k.
U kunt het formatteren starten door Formatteren te selecteren op het scherm dat
wordt weergegeven en op de knop k te drukken.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf niet tijdens het formatteren.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd als Wi-Fi actief is.
Druk op de knop dM menupictogram z M Geheugenkaart form./Geheug.
formatteren M knop k
114
Menu's gebruiken
Taal/Language
Selecteer een taal voor weergave van cameramenu's en berichten.
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen teruggezet
naar de standaardwaarden.
Bepaalde instellingen, zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet
teruggezet.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd als Wi-Fi actief is.
C Bestandsnummering terugzetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle beelden die
opgeslagen zijn op de geheugenkaart of in het interne geheugen wissen (A18) voordat u
Standaardwaarden selecteert.
Batterijtype
U kunt controleren of de camera het juiste batterijniveau (A10) weergeeft door het
type batterijen te selecteren dat u momenteel gebruikt.
Druk op de knop dM menupictogram z M Taal/Language M knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Standaardwaarden M knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Batterijtype M knop k
Optie Beschrijving
k Alkaline
(standaardinstelling)
LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
l COOLPIX (Ni-MH)
Nikon EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen
(nikkelmetaalhydride)
m Lithium FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
115
Menu's gebruiken
Conformiteitsmarkering
Bekijk enkele van de conformiteitsmarkeringen waaraan de camera voldoet.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmware-versie van de camera.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd als Wi-Fi actief is.
Druk op de knop dM menupictogram z M Conformiteitsmarkering M
knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Firmware-versie M knop k
116
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN)
gebruiken
U kunt de volgende functies uitvoeren als u de speciale software “Wireless Mobile
Utility” installeert op uw smart apparaat waarop Android OS of iOS wordt uitgevoerd,
en dit aansluit op de camera.
Foto's maken
U kunt foto's vastleggen op de twee hieronder beschreven manieren.
De sluiter van de camera ontspannen en de foto's opslaan op een smart apparaat.
Een smart apparaat gebruiken om op afstand de sluiter van de camera te
ontspannen en beelden opslaan op het smart apparaat.
Foto's bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart van de camera kunnen worden
overgezet naar en bekeken op uw smart apparaat. U kunt ook de beelden in de
camera die u wilt overzetten naar uw smart apparaat vooraf selecteren.
B Opmerkingen
Beveiligingsinstellingen zoals het wachtwoord worden niet geconfigureerd bij de aankoop.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om zo nodig de passende
beveiligingsinstellingen te configureren in Opties in het menu Wi-Fi-opties (A75).
1 Gebruik uw smart apparaat om verbinding te maken met de
Google Play Store, App Store of andere online markt voor apps
en te zoeken naar “Wireless Mobile Utility”.
Raadpleeg de gebruikshandleiding die is meegeleverd met uw smart apparaat
voor nadere details.
2 Controleer de beschrijving en andere informatie en installeer
de software.
C Gebruikshandleiding voor Wireless Mobile Utility
Download de gebruikshandleiding van de onderstaande website.
Android OS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU/
iOS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU-ios/
De software installeren op het smart apparaat
Als u een verbinding met de camera tot stand wilt brengen, drukt u op de knop
Z
(Wi-Fi) op de
camera, schakelt u de Wi-Fi-functie van het smart apparaat in en start u vervolgens de “Wireless
Mobile Utility” terwijl “Bezig met onderhandelen... Even wachten alstublieft." wordt
weergegeven op de camera.
117
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken
1 Druk op de knop Z (Wi-Fi) op de
camera.
Het scherm rechts wordt weergegeven.
Als niet binnen drie minuten bevestiging van
een verbinding wordt ontvangen van het
smart apparaat, wordt Geen toegang.
weergegeven en gaat de camera terug naar
het scherm Wi-Fi-opties.
U kunt ook Verbinden met smart apparaat
selecteren in het menu Wi-Fi-opties om het
scherm rechtsonder weer te geven.
2 Stel de Wi-Fi-optie op het smart apparaat in op Aan.
Raadpleeg de gebruikshandleiding die is meegeleverd met uw smart apparaat
voor nadere details.
Nadat de netwerknamen (SSID's) die kunnen worden gebruikt voor het smart apparaat
worden weergegeven, selecteert u de SSID die wordt weergegeven op de camera.
Als Verificatie/encryptie in het menu Wi-Fi-opties is ingesteld op
WPA2-PSK-AES, wordt het bericht voor het invoeren van een wachtwoord
weergegeven. Voer het wachtwoord in dat op de camera wordt weergegeven.
3 Start de "Wireless Mobile Utility" op het smart apparaat terwijl
"Bezig met onderhandelen... Even wachten alstublieft.” wordt
weergegeven op de camera.
Het scherm voor het selecteren van “Foto's maken” of “Foto's bekijken” wordt
weergegeven.
Als het bericht “Kan niet verbinden met camera.” wordt weergegeven, gaat u terug
naar stap 1 en probeert u de procedure opnieuw uit te voeren.
De software installeren op het smart apparaat (A116)
C De camera aanraken met een smart apparaat dat NFC ondersteunt
voor een Wi-Fi-verbinding
Als u een smart apparaat met Android OS gebruikt dat
compatibel is met NFC-functies (Near Field Communication),
kunt u een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen en de “Wireless
Mobile Utility” starten door met de NFC-antenne van het smart
apparaat de Y (N-markering) op de camera aan te raken.
Het smart apparaat verbinden met de camera
Verbinden met smart apparaat
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
SSID:
Terug
Annuleren
118
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken
De Wi-Fi-verbinding beëindigen
Voer een van de hieronder beschreven handelingen uit.
Zet de camera uit.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen in het menu Wi-Fi-opties op de camera (behalve als de
camera via een afstandsbediening wordt bediend).
Stel de Wi-Fi-optie op het smart apparaat in op Uit.
B Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
Handelingen met betrekking tot Wi-Fi-verbindingen zijn in de volgende situaties
uitgeschakeld:
- Als de camera is verbonden met een tv, computer of printer
- Tijdens het opnemen van films
- Terwijl de camera gegevens verwerkt zoals het opslaan van beelden of het opnemen
van films
- Als de camera is verbonden met een smart apparaat
Selecteer Wi-Fi uitschakelen in gebieden waar het gebruik van radiogolven verboden
is.
Als Wi-Fi is verbonden, is Automatisch uit uitgeschakeld.
Als Wi-Fi is verbonden, raakt de batterij sneller leeg dan normaal.
De Wi-Fi-verbinding wordt in de volgende situaties verbroken:
-Als de batterij bijna leeg is.
- Als het opnemen van films wordt opgenomen in de stand Korte filmvoorstelling
C Beveiligingsinstellingen
Als geen beveiligingsinstellingen (codering en wachtwoord) zijn geconfigureerd voor de
Wi-Fi-functie van de camera, kunnen onbevoegde derden toegang tot het netwerk
verkrijgen en schade veroorzaken.
Wij adviseren dringend de vereiste beveiligingsinstellingen uit te voeren alvorens gebruik
te maken van de Wi-Fi-functie.
Gebruik Opties in het menu Wi-Fi-opties (A103) om de beveiligingsinstellingen uit te
voeren.
119
De Wi-Fi-functie (draadloos LAN) gebruiken
U kunt beelden in de camera die u wilt overzetten naar uw smart apparaat vooraf
selecteren. Films kunnen niet vooraf worden geselecteerd om te worden overgezet.
1 Selecteer beelden om over te zetten.
U kunt de beelden die u wilt overzetten naar een smart apparaat vooraf selecteren in
de volgende menu's:
Mark. voor upload. via Wi-Fi in het weergavemenu (A90)
Uploaden vanaf camera in het menu Wi-Fi-opties (A103)
Bij gebruik van Uploaden vanaf camera, worden de SSID en het wachtwoord van
de camera weergegeven nadat beelden zijn geselecteerd.
2 Sluit de camera en het smart apparaat aan (A117).
Tik op “Foto's bekijken” op het weergegeven bevestigingsscherm voor het overzetten
van de opgegeven beelden naar het smart apparaat.
B Beelden om over te zetten vooraf selecteren tijdens de weergave
Druk, terwijl de camera zich in de weergavestand bevindt, op de knop Z (Wi-Fi) of gebruik
de NFC-functie om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen en selecteer de
weergegeven beelden die u wilt overzetten vooraf.
In schermvullende weergave kunt u telkens één beeld tegelijk toevoegen. Als een
hoofdfoto wordt geselecteerd, worden alle beelden in die reeks toegevoegd.
In de miniatuurweergave kunt u één beeld toevoegen dat is geselecteerd met de cursor.
In de kalenderweergave kunt u alle beelden toevoegen die zijn vastgelegd op de
geselecteerde datum.
Deze bewerking is niet beschikbaar als u Verbinden met smart apparaat in het menu
Wi-Fi-opties gebruikt om de Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
Beelden die u wilt overzetten naar een smart
apparaat vooraf selecteren in de camera
120
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
De camera op een televisie,
printer of computer aansluiten
U kunt nog meer plezier aan foto's en films beleven door de camera aan te sluiten op
een tv, printer of computer.
Voordat u de camera aansluit op een extern apparaat, controleert u of het
batterijniveau voldoende is en schakelt u de camera uit. Schakel de camera uit
voordat u kabels loskoppelt.
Als de lichtnetadapter EH-67 (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera
van stroom worden voorzien via een elektrisch stopcontact. Gebruik geen
lichtnetadapter van een ander merk of model, omdat dat kan leiden tot
oververhitting van of een defect aan de camera.
Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende
activiteiten de documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit
document.
Steek de connector recht in
de aansluiting.
USB-/audio-/video-uitgang
Open het deksel van
de aansluitingen.
HDMI-microconnector
(Type D)
121
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden bekijken op een tv A122
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen
worden bekeken op een tv.
Verbindingsmethode: sluit de video- en audioplug van de
optionele AV-kabel aan op de ingangen van de tv. U kunt ook een
in de handel verkrijgbare HDMI-kabel aansluiten op de
HDMI-ingang van de tv.
Beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer A124
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt,
kunt u beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
Verbindingsmethode: sluit de camera rechtstreeks op de
USB-poort van de printer aan via de meegeleverde USB-kabel.
Beelden bekijken en ordenen op een computer A128
U kunt beelden naar een computer overdragen om eenvoudige
retoucheringswerkzaamheden uit te voeren en beeldgegevens te
beheren.
Verbindingsmethode: sluit de camera op de USB-poort van de
computer aan via de USB-kabel.
Installeer, voordat u een aansluiting met een computer tot stand
brengt, ViewNX 2 op de computer (A128).
122
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
1 Zet de camera uit en sluit deze aan op de televisie.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
Bij gebruik van de AV-kabel
Wanneer u een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel gebruikt
2 Stel de invoer van de televisie in op externe invoer.
Raadpleeg de documentatie bij uw televisie voor nadere details.
De camera aansluiten op een televisie
(afspelen op een televisie)
WitGeel Rood
HDMI-microconnector (Type D)
naar HDMI-aansluiting
123
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
3 Houd de knop c (weergave)
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
Er worden beelden weergegeven op de
televisie.
De monitor van de camera wordt niet
ingeschakeld.
C Beeldresolutie tijdens tv-uitvoer
De optie die het best geschikt is voor de tv waarop de camera is aangesloten, wordt
automatisch gekozen. Mogelijke waarden zijn 1080i, 720p of 480p.
C HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een multimedia-interface.
124
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks
op de printer aansluiten en opnamen afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Zet de camera uit en sluit deze aan op de printer met de
USB-kabel..
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
3 Zet de camera aan.
Het opstartscherm van PictBridge (1) wordt weergegeven op de monitor van
de camera, gevolgd door het scherm Afdrukselectie (2).
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print)
Afdrukselectie
15/11/2015 No. 32
32
12
125
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Opnamen één voor één afdrukken
1 Gebruik JK van de multi-selector
om het gewenste beeld te
selecteren en druk op de knop k.
Draai de zoomknop naar f (h) om over te
schakelen naar miniatuurweergave of naar
g (i) om over te schakelen naar de
schermvullende weergave.
2 Gebruik HI om Kopieën te
selecteren en druk op de knop k.
Gebruik HI om het gewenste aantal
afdrukken (maximaal negen) in te stellen en
druk op de knop k.
3 Selecteer Papierformaat en druk
op de knop k.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de knop k.
Als u wilt afdrukken met de instelling voor
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die
beschikbaar zijn op de camera variëren afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukken starten en
druk op de knop k.
Het afdrukken wordt gestart.
Afdrukselectie
15/11/2015 No. 32
32
1
afdrukken
PictBridge
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
4
afdrukken
PictBridge
4
afdrukken
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
PictBridge
126
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Meerdere opnamen afdrukken
1 Wanneer het scherm
Afdrukselectie wordt
weergegeven, drukt u op de knop
d (menu).
2 Gebruik HI van de multi-selector
om Papierformaat te selecteren en
druk op de knop k.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de knop k.
Als u wilt afdrukken met de instelling voor
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de camera variëren
afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Druk op de knop d om het afdrukmenu te sluiten.
3 Selecteer Afdrukselectie of Druk
alle beelden af en druk vervolgens
op de knop k.
Afdrukselectie
15/11/2015 No. 32
32
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
127
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Afdrukselectie
Selecteer de opnamen (maximaal 99)
en het aantal afdrukken (maximaal 9)
voor elke opname.
Gebruik JK van de multi-selector
om opnamen te selecteren en
gebruik HI om het aantal af te
drukken exemplaren op te geven.
Opnamen die zijn geselecteerd voor
afdrukken, herkent u aan a en het
gewenste aantal afdrukken. U kunt
de afdrukselectie annuleren door het aantal exemplaren op 0 te zetten.
Draai de zoomknop naar g (i) om over te schakelen naar
schermvullende weergave of naar f (h) om over te schakelen naar
de miniatuurweergave.
Druk op de knop k als de instelling voltooid is. Wanneer het scherm
voor het bevestigen van het aantal af te drukken exemplaren wordt
weergegeven, selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de knop
k om te starten met afdrukken.
Druk alle beelden af
Eén kopie van alle opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen
of op de geheugenkaart wordt afgedrukt.
Wanneer het scherm voor het bevestigen van het aantal af te drukken
exemplaren wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken starten en
drukt u op de knop k om te starten met afdrukken.
11
3
5
Afdrukselectie
Terug
128
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
ViewNX 2 installeren
ViewNX 2 is gratis software waarmee u afbeeldingen en films kunt overdragen naar
uw computer zodat u deze kunt bekijken, bewerken of delen. Als u ViewNX 2 wilt
installeren, downloadt u het installatieprogramma voor ViewNX 2 van de
onderstaande website en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
http://nikonimglib.com/nvnx/
Voor systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de website van Nikon voor
uw regio.
Beelden overzetten naar een computer
1 Bereid een geheugenkaart voor die beelden bevat.
U kunt elk van de onderstaande methoden gebruiken om beelden over te zetten van
een geheugenkaart naar een computer.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf
van uw computer of in de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die is aangesloten
op de computer.
Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en controleer of de
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met
de USB-kabel. Zet de camera aan.
U kunt beelden die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera
overzetten door de geheugenkaart uit de camera te verwijderen voordat u het
toestel aansluit op de computer.
ViewNX 2 gebruiken (beelden overzetten
naar een computer)
129
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma
moet kiezen, selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster
wordt weergegeven, dient u de
onderstaande stappen te volgen
om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en
video's importeren op Ander
programma. Er wordt een
programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik
op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren
voordat Nikon Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking wordt niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
2 Nadat Nikon Transfer 2 is gestart, klikt u op Overspelen
starten.
Het overzetten van beelden begint. Als het overzetten van de beelden is voltooid,
start ViewNX 2 en worden de overgezette beelden weergegeven.
Raadpleeg online help voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
3 Verbreek de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijbehorende optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenkomt
met de geheugenkaart uit te werpen en verwijdert u vervolgens de
geheugenkaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Wanneer de camera is verbonden met de computer, schakelt u de camera uit en
koppelt u de USB-kabel los.
Overspelen starten
130
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Behandeling van het product...........................................................................131
De camera........................................................................................................131
Batterijen..........................................................................................................132
Geheugenkaarten.........................................................................................133
Reiniging en opslag..............................................................................................134
Reinigen ...........................................................................................................134
Opslag...............................................................................................................134
Foutmeldingen ......................................................................................................135
Problemen oplossen ............................................................................................138
Bestandsnamen .....................................................................................................144
Optionele accessoires..........................................................................................145
Specificaties.............................................................................................................146
Goedgekeurde geheugenkaarten..........................................................150
Index ..........................................................................................................................152
Technische opmerkingen
131
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen en de waarschuwingen die worden
beschreven in “Voor uw veiligheid” (Av–vii) in acht wanneer u het apparaat
gebruikt of opbergt.
De camera
Stel de camera niet bloot aan zware schokken
Er kan een storing optreden in het product als u het blootstelt aan krachtige schokken of
trillingen. Raak bovendien het objectief niet aan en oefen hier geen kracht op uit.
Droog houden
Het apparaat raakt beschadigd als het wordt ondergedompeld in water of wordt
blootgesteld aan hoge luchtvochtigheid.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude
dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de draagtas of in een plastic tas te
doen voordat u het toestel aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dat wel doet, raakt u
mogelijk gegevens kwijt of treedt er een storing in de camera op.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron
wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Fel licht kan schade toebrengen aan de
beeldsensor of een wit waas doen ontstaat in foto's.
Schakel het product uit voordat u de voedingsbron of geheugenkaart
verwijdert of loskoppelt
Verwijder de batterijen niet terwijl het product is ingeschakeld of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroomtoevoer in dergelijke situaties kan
resulteren in gegevensverlies of in schade aan het productgeheugen of de inwendige
circuits.
Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een uiterst hoge mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99% van de pixels is werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of
is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit,
rood, blauw of groen) of altijd uitstaan (zwart). Dit is geen defect en heeft geen effect op
de afbeeldingen die worden vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien anders schade of een storing kan
ontstaan. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt
aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Behandeling van het product
Technische opmerkingen
132
Batterijen
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Houd er rekening mee dat de batterijen heet kunnen zijn na gebruik.
Gebruik geen batterijen waarvan de aanbevolen uiterlijke gebruiksdatum is
overschreden.
Schakel de camera niet herhaaldelijk in en uit als er lege batterijen in de camera zitten.
Reservebatterijen meenemen
Wij adviseren u reservebatterijen mee te nemen, afhankelijk van waar u opnamen gaat
maken. Het is wellicht in bepaalde gebieden moeilijk om aan batterijen te komen.
Batterijen opladen
Als u optionele oplaadbare batterijen gebruikt, laadt u de batterijen op voordat u opnamen
gaat maken. Batterijen zijn bij aankoop niet volledig opgeladen.
Lees en volg de waarschuwingen in de bedieningsinstructies bij de batterijlader.
Oplaadbare batterijen opladen
Gebruik geen batterijen met verschillende laadniveaus of batterijen van verschillende
merken of modellen door elkaar.
Wanneer u batterijen van het type EN-MH2 gebruikt met deze camera, laadt u telkens vier
batterijen tegelijk op met batterijlader MH-73. Gebruik alleen batterijlader MH-73 om
batterijen van het type EN-MH2 op te laden.
Bij gebruik van batterijlader MH-73, laadt u alleen batterijen van het type EN-MH2 op.
EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
Opmerkingen over oplaadbare Ni-MH-batterijen
Als u herhaaldelijk oplaadbare Ni-MH-batterijen oplaadt terwijl deze nog gedeeltelijk
opgeladen zijn, wordt mogelijk het bericht Batterij is leeg. te vroeg weergegeven bij
gebruik van de batterijen. Dit wordt veroorzaakt door het “geheugeneffect,” waardoor de
lading die de batterijen kunnen bevatten geleidelijk aan minder wordt. Gebruik de
batterijen totdat deze volledig leeg zijn. Zij vertonen dan weer hun normale gedrag.
Oplaadbare Ni-MH-batterijen lopen leeg ook al worden zij niet gebruikt. Wij adviseren u
de batterijen net voor het gebruik op te laden.
De batterijen gebruiken in de kou
Op koude dagen is de capaciteit van batterijen gewoonlijk geringer. Als bijna lege
batterijen worden gebruikt bij een lage temperatuur, wordt de camera mogelijk niet
ingeschakeld. Bewaar batterijen op een warme plek en vervang deze indien nodig.
Wanneer koude batterijen eenmaal zijn opgewarmd krijgen zij mogelijk een deel van hun
lading terug.
Contactpunten van batterijen
Vuil op de contactpunten van batterijen kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de
contactpunten vuil worden, veegt u ze vóór gebruik af met een schone, droge doek.
Resterende batterijlading
Als u gedeeltelijk lege batterijen in de camera plaatst, geeft het toestel mogelijk aan dat de
batterijen nog voldoende resterende lading bevatten. Dit is een eigenschap van batterijen.
Technische opmerkingen
133
Gebruikte batterijen recyclen
Vervang de batterijen als zij niet langer opladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare
grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein
chemisch afval.
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten” (A150) voor aanbevolen geheugenkaarten.
Houd de voorzorgsmaatregelen in acht die in de documentatie bij de geheugenkaart
worden beschreven.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die
eerder in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren.
Wij adviseren om nieuwe geheugenkaarten te formatteren met deze camera voordat u
ze gebruikt met deze camera.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en
andere gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van
beelden die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Als de melding Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld, moet de geheugenkaart worden
geformatteerd. Als er gegevens zijn die u niet wilt wissen, selecteert u Nee. Kopieer de
benodigde gegevens naar een computer, enz. Als u de geheugenkaart wilt formatteren,
selecteert u Ja. Het bevestigingsvenster wordt weergegeven. U kunt het formatteren
starten door op de knop k te drukken.
Voer geen van de volgende activiteiten uit bij het formatteren, terwijl gegevens worden
weggeschreven naar of verwijderd van de geheugenkaart, of tijdens het overzetten van
gegevens naar een computer. Als u zich niet aan deze voorzorgsmaatregel houdt,
kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd
raken.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf om de batterijen of de
geheugenkaart te verwijderen of te plaatsen.
-Zet de camera uit.
- Koppel de lichtnetadapter los.
Technische opmerkingen
134
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de batterijen als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Voorkom
de vorming van schimmel of meeldauw door de camera minimaal één keer per
maand uit de opbergruimte te halen. Schakel de camera in en ontspan de sluiter
enkele keren voordat u de camera weer opbergt. Sla de camera niet op een van de
volgende locaties op:
slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan
60%.
plaatsen die zijn blootgesteld aan temperaturen boven 50°C of onder –10°C
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Reiniging en opslag
Objectief
Vermijd het om glazen onderdelen aan te raken met uw vingers. Verwijder
stof of pluisjes met een blaasbalgje (meestal een klein pijpje met een
rubberen bal aan het ene uiteinde waarop wordt gedrukt om een
luchtstroom te produceren via het andere uiteinde). U kunt
vingerafdrukken of andere vlekken die niet kunnen worden verwijderd met
een blaasbalgje verwijderen door het objectief af te vegen met een zachte
doek, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden
van het objectief naar de randen toe. Als dit mislukt, reinigt u de lens met
een doek die licht is bevochtigd met een in de handel verkrijgbare
lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken door de monitor te reinigen met een
zachte, droge doek. Zorg er hierbij voor dat u niet te hard drukt.
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg
vervolgens zachtjes na met een zachte, droge doek.
Na gebruik van de camera op het strand of in een andere zanderige of
stoffige omgeving, dient u zand, stof en zout te verwijderen met een droge
doek die licht is bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig
af. Let op: vuil of stof in de camera kan schade veroorzaken die niet
door de garantie wordt gedekt.
Technische opmerkingen
135
Raadpleeg de onderstaande tabel als een foutmelding wordt weergegeven.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld.
Wacht totdat de temperatuur is gedaald voordat
u het gebruik hervat.
De camera schakelt uit
om oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De schrijfbeveiligingsschuif is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschuif in de “schrijfstand”.
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van
toegang tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
7, 150
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor
gebruik in de camera.
Door de geheugenkaart te formatteren worden
alle gegevens verwijderd. Als u kopieën van
beelden moet bewaren, selecteert u Nee en slaat
u de kopieën op een computer of ander medium
op voordat u de geheugenkaart gaat
formatteren. Selecteer Ja en druk op de knop
k om de geheugenkaart te formatteren.
133
Geen geheugen meer.
Wis beelden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
7, 18
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er is een fout opgetreden bij het opslaan van het
beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
113
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
113
Er is onvoldoende vrije ruimte om de kopie op te
slaan.
Wis opnamen van het doelmedium.
18
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden
bewerkt.
62, 142
Technische opmerkingen
136
Kan film niet opnemen.
Er is een time-outfout opgetreden terwijl de film
op de geheugenkaart werd opgeslagen.
Selecteer een geheugenkaart met een hogere
schrijfsnelheid.
69, 150
Geheugen bevat geen beelden.
Er bevinden zich geen opnamen in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in
het interne geheugen weer te geven.
Druk op de knop d om Kopiëren in het
weergavemenu te selecteren en kopieer de
beelden die in het interne geheugen van de
camera zijn opgeslagen naar de
geheugenkaart.
8
93
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand is niet gemaakt of bewerkt met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op
deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het
apparaat dat werd gebruikt om dit bestand te
maken of bewerken.
Alle beelden zijn verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een diashow, enz.
91
Dit beeld kan niet gewist
worden.
De opname is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
92
Geen toegang.
De camera heeft het signaal van het smart
apparaat niet ontvangen. Breng de draadloze
verbinding opnieuw tot stand.
Druk op de knop Z (Wi-Fi).
Raak de camera aan met een smart apparaat
dat NFC ondersteunt.
Selecteer Verbinden met smart apparaat in
het menu Wi-Fi-opties.
103, 117
Kan geen verbinding maken.
De camera heeft de verbinding niet tot stand
kunnen brengen tijdens het ontvangen van de
signalen van het smart apparaat. Stel een ander
kanaal in Kanaal in onder Opties in het menu
Wi-Fi-opties en breng opnieuw de draadloze
verbinding tot stand.
103, 117
Wi-Fi-verbinding beëindigd.
De Wi-Fi-verbinding wordt in de volgende
situaties beëindigd:
Het signaal is te zwak.
De batterij is bijna leeg.
Een kabel of de geheugenkaart werd geplaatst of verwijderd.
Gebruik batterijen met voldoende resterende
lading, koppel de tv, computer of printer los en
breng vervolgens opnieuw de draadloze
verbinding tot stand.
103, 117
Klap de flitser omhoog.
De flitser is neergeklapt.
Klap de flitser uit bij gebruik van de
onderwerpstand Nachtportret of Tegenlicht
(als HDR is ingesteld op k).
24, 26, 43
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
137
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Objectieffout. Zet de
camera uit en weer aan
en probeer het opnieuw.
Verwijder de objectiefdop.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact
op met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
6, 138
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden bij het communiceren
met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel opnieuw
aan.
124
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne
schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterijen en
plaats deze weer terug, en zet de camera aan. Als
de fout zich blijft voordoen, neemt u contact op
met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
138
Printerfout: controleer
printerstatus
Nadat u het probleem hebt opgelost, selecteert u
Hervatten en drukt u op de knop k om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Laad papier van het opgegeven formaat,
selecteer Hervatten en druk op de knop k om
het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer
Hervatten en druk op de knop k om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Laad papier van het opgegeven formaat,
selecteer Hervatten en druk op de knop k om
het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk
op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang het inktpatroon, selecteer Hervatten en
druk op de knop k om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het beeldbestand dat u
wilt afdrukken.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om
het afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
138
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende
algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon
erkende servicedienst wendt.
Problemen met voeding, scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera
uit.
Als de camera niet wordt uitgeschakeld, verwijder dan
de batterij of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan
los en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op
dat moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed
zullen worden door het verwijderen of loskoppelen van
de stroombron.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg. 7, 132
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
De camera en batterijen werken mogelijk niet correct
bij lage temperaturen.
Het inwendige van de camera is heet geworden. Laat
de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de
camera is afgekoeld en schakel het toestel daarna
pas opnieuw in.
13
132
De monitor is leeg.
De camera staat uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht totdat het opladen is voltooid.
De camera is verbonden met een tv of computer.
De camera en het smart apparaat zijn verbonden via
een WiFi-verbinding en de camera wordt bediend
met de afstandsbediening.
9
13
De camera wordt
heet.
De camera kan heet worden als deze lange tijd wordt
gebruikt voor het opnemen van films of als de camera
wordt gebruikt op een hete locatie. Dit is geen storing.
Het beeld op de
monitor is niet
goed zichtbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
107
134
Technische opmerkingen
139
Problemen bij het opnemen
O knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet is ingesteld, knippert O op
het opnamescherm en krijgen foto's en films die zijn
opgeslagen voordat de klok werd ingesteld
respectievelijk de datum “00/00/0000 00:00” en “01/
01/2015 00:00”. Stel de juiste tijd en datum in voor
Tijdzone en datum in het menu Set-up.
De klok van de camera is niet zo nauwkeurig als
normale horloges of klokken. Vergelijk af en toe de
tijd van de cameraklok met die van een
nauwkeuriger uurwerk en stel de cameraklok zo
nodig bij.
3, 105
Datum en tijd van de
opname zijn onjuist.
Er zijn geen
aanduidingen op
de monitor te zien.
Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie
in Monitorinstellingen in het menu Set-up.
107
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum
is niet ingesteld in het menu Set-up.
105
De datum wordt
niet op opnamen
gestempeld, zelfs
als
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand biedt geen ondersteuning
voor Datumstempel.
De datum kan niet op films worden gestempeld.
109
Het scherm voor
het instellen van
tijdzone en datum
wordt
weergegeven als
de camera wordt
ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle instellingen zijn teruggezet
op de standaardwaarden.
9, 11
De
standaardwaarden
van de camera
worden hersteld.
De camera maakt
een geluid.
Als Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF of in
sommige opnamestanden produceert de camera
mogelijk een hoorbaar geluid bij het scherpstellen.
20, 100
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet naar de
opnamestand gaan.
Maak de HDMI- of USB-kabel los. 120
Kan geen foto's of
films opnemen.
Wanneer de camera in de weergavestand staat, drukt u op
de knop
A
, de ontspanknop of de knop
b
(
e
).
Als er menu's worden weergegeven, drukt u op de knop
d
.
De flitser wordt opgeladen terwijl het flitserlampje knippert.
De batterijen zijn leeg.
1, 17
75
44
7, 132
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
140
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een
opname te maken met Autom. scènekeuzekn., de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
20, 21,
22, 25,
46
53
110
Opnamen zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Foto VR in bij het maken van foto's. Schakel
Film VR in bij het opnemen van films.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren
(tegelijkertijd gebruikmaken van de zelfontspanner is
effectiever).
43
83
101, 110
45
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
opnamen die zijn
gemaakt met
flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Klap de flitser in.
11, 43
Flitser treedt niet in
werking.
De flitser is neergeklapt.
Er is een onderwerpstand geselecteerd die het
gebruik van de flitser beperkt.
Er is een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
11, 43
48
55
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het menu
Set-up.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in
bepaalde opnamestanden of bij gebruik van
bepaalde instellingen voor andere functies.
111
56, 111
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Er is een functie ingeschakeld die het gebruik van
Beeldmodus beperkt.
55
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up. In
bepaalde opnamestanden en bij bepaalde
instellingen hoort u geen geluid, zelfs als Aan is
geselecteerd.
Blokkeer de luidspreker niet.
111
1
AF-hulpverlichting
licht niet op
.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het menu
Set-up. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de
positie van het scherpstelveld of van de opnamestand,
eventueel niet aan, zelfs wanneer Automatisch is
geselecteerd.
110
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
141
Opnamen zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 134
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast. 25, 79
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-waarde is te hoog. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
Door de flitser te gebruiken
Door een lagere ISO-waarde in te stellen.
43
83
Opnamen zijn te
donker
(onderbelicht).
De flitser is ingeklapt of er is een opnamestand
geselecteerd die voorkomt dat de flitser wordt
gebruikt.
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de
flitser.
Pas de belichtingscompensatie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp heeft tegenlicht. Selecteer de
onderwerpstand Tegenlicht of klap de flitser uit en
stel de flits-stand in op X (invulflits).
11, 43,
48
12
147
47
83
26, 43
Opnamen zijn te
licht (overbelicht).
Pas de belichtingscompensatie aan. 47
Onverwachte
resultaten wanneer
flitser is ingesteld op
V
(automatisch
met
rode-ogenreductie).
Gebruik een willekeurige andere onderwerpstand dan
Nachtportret en wijzig de flits-stand naar een andere
instelling dan V (automatisch met
rode-ogenreductie) en maak nogmaals een foto.
43, 48
Huidtinten worden
niet verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Gebruik het effect Huid verzachten in
Glamour-retouchering in het weergavemenu voor
beelden met vier of meer gezichten.
51
65
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties:
Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in een
donkere omgeving
Wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch
met rode-ogenreductie)
Bij opnamen in de onderwerpstand Nachtportret,
Nachtlandschap of Tegenlicht (wanneer HDR is
ingesteld op o)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname
Bij gebruik van de stand voor continu-opname
44
24, 25,
26
34, 51
81
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
142
Problemen bij het afspelen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden afspelen
die zijn opgeslagen met een digitale camera van een
ander merk of model.
Met deze camera kunnen geen films worden
afgespeeld die zijn opgenomen met een digitale
camera van een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens afspelen
die zijn bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld
inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films.
Bij het bekijken van kleine opnamen, komt de
weergegeven zoomfactor mogelijk niet overeen met
de daadwerkelijke zoomfactor van de opname.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op
beelden die zijn opgenomen met een digitale
camera van een ander merk of model.
Kan beelden niet
bewerken.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die al zijn bewerkt, kunnen niet opnieuw
worden bewerkt.
Er is niet voldoende vrije ruimte beschikbaar op de
geheugenkaart of in het interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die zijn
vastgelegd met andere camera's.
Bewerkingsfuncties die worden gebruikt voor
beelden zijn niet beschikbaar voor films.
31, 62
Kan beeld niet
draaien.
Met deze camera kunnen geen opnamen worden
gedraaid die zijn gemaakt met een digitale camera van
een ander merk of model.
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
Een computer of printer is verbonden met de
camera.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
8
Nikon Transfer 2
start niet als de
camera is
verbonden met
een computer.
De camera staat uit.
De batterijen zijn leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
120
120,
128
Technische opmerkingen
143
Voor afdrukken
gemarkeerde
beelden worden
niet weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen af te drukken.
8
Kan het
papierformaat niet
selecteren in de
camera.
In de volgende situaties kan de camera niet worden
gebruikt om het papierformaat te selecteren, zelfs niet
als u afdrukt op een PictBridge-compatibele printer.
Gebruik de printer om het papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de door de camera bepaalde
papierformaten niet.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
144
De bestandsnamen van beelden of films zijn op de volgende manier opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN
0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet weergegeven op het scherm van de camera.
DSCN: Oorspronkelijke foto's, films, foto's die zijn gemaakt door
films te bewerken
SSCN: Kleine kopieën
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die zijn gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan Uitsnede en Kleine afbeelding,
films die zijn gemaakt met de functie voor filmbewerking
(2)
Bestandsnummer
Toegewezen op oplopende volgorde, beginnend met “0001” en
eindigend met “9999”.
(3) Extensie
Geeft bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MOV: Films
Technische opmerkingen
145
* Bij gebruik van EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen met de camera laadt u telkens vier
batterijen op met behulp van batterijlader MH-73. Laad batterijen met een verschillende
resterende lading niet gelijktijdig op (A132). EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen
kunnen niet worden gebruikt.
De beschikbaarheid kan verschillen per land of regio.
Zie onze website of brochures voor de meest recente informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader, oplaadbare
batterijen*
Batterijlader MH-73 (inclusief vier oplaadbare
Ni-MH-batterijen van het type EN-MH2)
Vervangende oplaadbare batterijen: Oplaadbare
Ni-MH-batterijen EN-MH2-B4 (reeks van vier
EN-MH2-batterijen)
Lichtnetadapter Lichtnetadapter EH-67
AV-kabel AV-kabel EG-CP16
Handriem Handriem AH-CP1
Technische opmerkingen
146
Nikon COOLPIX L840 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
16,0 miljoen (bij beeldverwerking kan het aantal
effectieve pixels afnemen).
Beeldsensor
1
/
2,3
-inch type CMOS; circa 16,76 miljoen pixels in totaal
Objectief
NIKKOR-objectief met 38× optische zoom
Brandpuntsafstand
4.0–152 mm (beeldhoek komt ongeveer overeen met
die van een 22.5–855 mm-objectief in 35mm
[135]-formaat)
f-waarde
f/3–6.5
Constructie
12 elementen in 9 groepen (3 ED-objectiefelementen)
Digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van
een 3420 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
Vibratiereductie
Lens-shift (foto's)
Lens-shift en elektronische VR (films)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[G]: Ca. 30 cm –,
[T]: Ca. 3,5 m –,
Macro-stand: Ca. 1 cm– (groothoekpositie)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van de
voorzijde van het objectief)
Selectie scherpstelveld
Gezichtprioriteit, handmatig met 99 scherpstelvelden,
centrum, onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch), TFT LCD met anti-reflectiecoating, grote
beeldhoek en circa 921.000 beeldpunten,
helderheidsaanpassing met 5 niveaus, kantelbaar circa
85° omlaag, circa 90° omhoog
Beelddekking
(opnamestand)
Ca. 99% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Ca. 99% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Opslag
Media
Intern geheugen (ca. 20 MB), SD/SDHC/
SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF en Exif 2.3
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: LPCM
stereo)
Technische opmerkingen
147
Beeldformaat
(pixels)
16M (Hoog) [4608 × 3456P]
16M [4608 × 3456]
8M [3264 × 2448]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 [4608 × 2592]
1:1 [3456 × 3456]
ISO-gevoeligheid
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125–1600
ISO 3200, 6400 (beschikbaar bij gebruik van
autostand)
Belichting
Lichtmetingsstand
Matrixmeting, centrumgericht (digitale zoom minder
dan 2×), spot (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscompensatie
(–2,0 – +2,0 LW in stappen van
1
/3 LW)
Sluiter
Mechanische en elektronische (CMOS) sluiter
Sluitertijd
1
/1500–1 s
1
/4000 s (maximumsnelheid tijdens continu-opname
op hoge snelheid)
4 sec. (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurde ND-filterselectie (–2 AV)
Bereik
2 stappen (f/3 en f/6 [G])
Zelfontspanner
Keuze uit 10 sec. of 2 sec.
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[G]: 0,5–6,9 m
[T]: 3,5 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
USB-aansluiting
Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
Audio/video-uitgang (NTSC of PAL kan worden
geselecteerd)
HDMI-uitgang HDMI-microconnector (Type D)
DC-ingang Voor Lichtnetadapter EH-67 (apart verkrijgbaar)
Technische opmerkingen
148
Wi-Fi (draadloos LAN)
Normen
IEEE 802.11b/g/n (standaardprotocol voor draadloos
LAN)
Bereik (gezichtslijn) Ca. 10 m
Bedrijfsfrequentie 2412–2462 MHz (1-11 kanalen)
Hoeveelheden gegevens
(daadwerkelijk gemeten
waarden)
IEEE 802.11b: 5 Mbps
IEEE 802.11g: 20 Mbps
IEEE 802.11n: 20 Mbps
Beveiliging OPEN/WPA2
Toegangsprotocollen Infrastructuur
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengali, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks,
Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans,
Koreaans, Marathi, Nederlands, Noors, Oekraïens,
Perzisch, Pools, Portugees (Europees en Braziliaans),
Roemeens, Russisch, Servisch, Spaans, Tamil, Telugu,
Thai, Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Voedingsbronnen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (apart
verkrijgbaar)
Lichtnetadapter EH-67 (apart verkrijgbaar)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto's
Circa 590 opnamen bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 1240 opnamen bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 740 opnamen bij gebruik van
EN-MH2-batterijen
Films (werkelijke
gebruiksduur van de
batterij voor opname)
2
Circa 1 uur 35 min. bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 4 uur 30 min. bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 2 uur 30min. bij gebruik van EN-MH2-batterijen
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 113,5 × 78,3 × 96,0 mm (exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Circa 538 g (inclusief batterijen en geheugenkaart)
Technische opmerkingen
149
Tenzij anders wordt vermeld, zijn alle getallen gebaseerd op het gebruik van
nieuwe LR6/L40 (AA-formaat) alkalinebatterijen en een omgevingstemperatuur
van 23 ±3°C , zoals gespecificeerd door de CIPA (Camera and Imaging Products
Association).
1
De gebruiksduur van de batterijen kan variëren, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals de tijd tussen opnamen of de tijdsduur waarin menu's
en beelden worden weergegeven. De meegeleverde batterijen dienen uitsluitend voor
testdoeleinden. De vermelde gegevens voor lithiumbatterijen zijn gemeten bij gebruik
van in de handel verkrijgbare FR6/L91 (AA-formaat) Energizer(R)
Ultimate-lithiumbatterijen.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer dan
29 minuten. Het opnemen kan stoppen voordat deze limiet bereikt wordt als de
temperatuur van de camera te hoog oploopt.
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0°C–40°C
Luchtvochtigheid
85% of minder (geen condens)
Technische opmerkingen
150
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende SD-geheugenkaarten (Secure Digital) zijn getest en goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Bij gebruik van een geheugenkaart met een
lagere snelheidsclassificatie kan de opname onverwachts stoppen.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over de hierboven vermelde
kaarten. Wij kunnen niet garanderen dat de camera naar behoren werkt bij gebruik van
geheugenkaarten van andere fabrikanten.
Als u een kaartlezer gebruikt, moet u controleren of deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Informatie over handelsmerken
Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe, het Adobe-logo en Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Het SDXC-, het SDHC- en het SD-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
de Wi-Fi Alliance.
Android en Google Play zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Google, Inc.
Het N-Mark is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum,
Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij
uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
SanDisk 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
Technische opmerkingen
151
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het
persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te
coderen in overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii)
AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het kader van
een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een
videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt
geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType
Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2015 The HarfBuzz
Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten
voorbehouden.
152
Technische opmerkingen
Symbolen
g (Tele)............................................................. 14
f (Groothoek)........................................... 14
i Zoomweergave............................. 17, 57
h Miniatuurweergave................. 17, 58
o Stand Autom. scènekeuzekn.
...................................................................... 20, 22
b Onderwerpstand........................ 20, 23
O Stand Speciale effecten
...................................................................... 20, 32
F Stand Slim portret.................... 20, 34
n Stand Korte filmvoorstelling
...................................................................... 20, 38
A Autostand..................................... 20, 41
c Weergavestand.................................. 17
C Stand Sorteer op datum................ 59
J Menu Wi-Fi-opties ................ 75, 103
z Menu Set-up............................... 75, 105
k Knop Selectie toepassen......... 2, 75
A Knop Opnamestand................. 2, 20
b Knop (e filmopname).............. 2, 21
c Knop Weergave............................. 2, 17
l Knop Wissen...................................... 2, 18
d Knop Menu.................................. 2, 75
m Knop (pop-up flitser)............. 1, 11, 43
q Kno
p (terugkeerzoom)........................ 1
Z Wi-Fi-knop............................ 1, 117, 119
m Flits-stand......................................... 21, 43
n Zelfontspanner........................... 21, 45
p Macro-stand.................................. 21, 46
o Stand Belichtingscompensatie
.................................................... 21, 34, 42, 47
j Help ............................................................ 23
Y N-markering......................... 1, 117, 119
A
Aantal opnamen............................... 38, 88
Aantal resterende opnamen ..... 10, 78
Achtergrondmuziek................................ 38
AF met doelopsporing .................. 52, 85
Afdrukken.............................. 121, 125, 126
AF-hulplicht................................................ 110
AF-hulpverlichting ....................................... 1
AF-veldstand................................................ 84
Alkalinebatterijen......................................... 7
Audio/video-in-aansluiting.... 121, 122
Audio/videokabel ............ 121, 122, 145
Autofocus............................................ 53, 100
Autofocus-stand............................. 87, 100
Automatisch flitsen................................. 44
Automatisch uit ............................... 13, 112
Autostand.............................................. 20, 41
B
Batterij.......................................................... 7, 11
Batterijlader................................................ 145
Batterijniveau................................................ 10
Batterijtype.................................................. 114
Beeld draaien............................................... 92
Beeld terugspelen ................................. 107
Beelden bewerken................................... 62
Beeldmodus................................................. 77
Beeldsnelheid........................................... 102
Belichtingscompensatie
.................................................... 21, 34, 42, 47
Bestandsnamen...................................... 144
Beveiligen ...................................................... 92
C
Camerariem..................................................... 6
Close-up k .......................................... 23, 25
Compressieverhouding........................ 77
Computer.......................................... 121, 128
Conformiteitsmarkering ..................... 115
Continu op hoge snelheid................... 81
Continu-opname ....................................... 81
Creatieve instelknop............................... 42
Index
153
Technische opmerkingen
Cross-process o....................................... 32
D
Datum en tijd...................................... 9, 105
Datumnotatie ..................................... 9 , 105
Datumstempel......................................... 109
DC-ingang......................................................... 2
Deksel aansluitingen .................................. 2
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf.................................... 2
Diafragma....................................................... 16
Diashow........................................................... 91
Dierenp. autom. ontsp........................... 27
Dierenportret O............................... 23, 27
Digitale zoom..................................... 14, 111
D-Lighting..................................................... 64
Draadloos LAN .......................................... 116
E
Eenvoudig panorama p............ 23, 29
Enkelvoudige AF..................................... 100
Enkelvoudige opname........................... 81
EN-MH2.............................................. 132, 145
F
Film bewerken............................................ 74
Film VR............................................................ 101
Filmmenu.............................................. 75, 96
Filmopname ........................................ 21, 68
Filmopties...................................................... 96
Films bewerken........................................... 73
Films in slowmotion opnemen
...................................................................... 97, 99
Films opnemen.................................. 21, 68
Firmware-versie........................................ 115
Flitser.................................................... 1, 11, 43
Flitserlampje .......................................... 2, 44
Flits-stand.............................................. 21, 43
Formatteren.......................................... 7, 113
Foto VR........................................................... 110
Foto's extraheren.............................. 72, 74
Foto's vastleggen tijdens het
opnemen van films................................... 71
Foto-informatie....................................... 107
Foundation ................................................... 34
Fulltime-AF................................................. 100
G
Geheugenkaart........................ 7, 133, 150
Geheugenkaarten formatteren
....................................................................... 7, 113
Geheugenkaartsleuf................................... 7
Geluidsinstellingen................................. 111
Gezichtprioriteit......................................... 84
Gezichtsherkenning ................................ 50
Glamour-retouchering.................. 34, 65
Glimlachtimer.............................................. 35
Groothoek...................................................... 14
H
Half indrukken.............................................. 16
Handm. voorinstelling ........................... 80
HDMI-kabel...................................... 121, 122
HDMI-microconnector .................. 2, 120
HDR.................................................................... 26
Helderheid.................................................. 107
Help ................................................................... 23
Histogram...................................................... 47
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
............................................................................ 1, 9
Hoogcontrast monochr. F................ 32
HS-film .................................................... 97, 99
Huid verzachten................................ 34, 65
Huidige instellingen.............................. 103
I
Intern geheugen .......................................... 8
Intern geheugen formatteren......... 113
Interval............................................................. 88
Invulflits.......................................................... 44
Inzoomen....................................................... 14
ISO-waarde.................................................... 83
154
Technische opmerkingen
K
Kalenderweergave.................................... 58
Kleine afbeelding...................................... 66
Knipperdetectie......................................... 89
Knopgeluid.................................................. 111
Kopiëren.......................................................... 93
L
Landschap c.............................................. 23
Lange sluitertijd......................................... 44
Levendigheid..................................... 34, 42
Lichtnetadapter....................................... 145
Lithiumbatterijen.......................................... 7
Luidspreker........................................................ 1
M
Maan L........................................................... 28
Macro-stand......................................... 21, 46
Mark. voor upload. via Wi-Fi............... 90
Menu Korte filmvoorstelling............... 38
Menu Set-up..................................... 75, 105
Menu Slim portret............................ 75, 88
Menu Wi-Fi-opties......................... 75, 103
Microfoon (stereo) ........................................ 1
Miniatuurweergave.......................... 17, 58
Monitor...................................... 2, 3, 16, 134
Monitorinstellingen............................... 107
Multi-selector......................................... 2, 75
N
Nachtlandschap j......................... 23, 25
Nachtportret e ................................ 23, 24
Nikon Transfer 2....................................... 129
Nostalgisch sepia P ...................... 32
O
Objectief.................................................. 1, 146
Onderwerp volgen.......................... 85, 86
Onderwerpstand .............................. 20, 23
Ontspanknop........................................... 1, 13
Oogje voor polsriem.................................... 1
Oplaadbare batterij............................... 145
Oplaadbare
nikkelmetaalhydridebatterijen............. 7
Opnamemenu.................................... 75, 77
Opnamen maken.............................. 12, 20
Opnamestand............................................. 20
Opnemen beëindigen........................... 39
Opties............................................................. 103
Optionele accessoires......................... 145
Optische zoom........................................... 14
P
Papierformaat................................ 125, 126
Party/binnen f................................ 23, 24
PictBridge......................................... 121, 124
Pop l........................................................... 32
Portret b........................................................ 23
Printer................................................. 121, 124
R
Rechtstreeks afdrukken ........... 121, 124
Reeksweergaveopties................... 60, 94
Resterende opnametijd voor films
..................................................................... 68, 69
Rode-ogencorrectie................................ 64
Rode-ogenreductie ................................ 44
S
Schemering i........................................... 23
Schermvullende weergave.................. 17
Scherpstelaanduiding................................ 3
Scherpstelling.............................................. 50
Scherpstelveld ............................................. 13
Scherpstelvergrendeling...................... 54
SD-geheugenkaart................ 7, 133, 150
Selectieve kleur I................................... 32
Sluitergeluid....................................... 88, 111
Sluitertijd ......................................................... 16
Sneeuw z .................................................... 23
Snel retoucheren....................................... 63
Sneleffecten.................................................. 62
Speciale effecten....................................... 38
Speelgoedcamera-eff. 1 m ............... 32
155
Technische opmerkingen
Speelgoedcamera-eff. 2 n............... 32
Spiegelen b................................................. 32
Sport d .................................................. 23, 24
Stand Autom. scènekeuzekn..... 20, 22
Stand Korte filmvoorstelling...... 20, 38
Stand Slim portret............................ 20, 34
Stand Sorteer op datum........................ 59
Stand Speciale effecten................ 20, 32
Standaardw. herstellen....................... 103
Standaardwaarden................................ 114
Statiefaansluiting.............................. 2, 148
Strand Z........................................................ 23
T
Taal/Language ......................................... 114
Tegenlicht o...................................... 23, 26
Tele..................................................................... 14
Tijdverschil.................................................. 106
Tijdzone.................................................. 9, 105
Tijdzone en datum .......................... 9, 105
Tint..................................................................... 42
TV........................................................... 121, 122
U
Uitsnede................................................. 57, 67
Uitzoomen..................................................... 14
Uploaden vanaf camera..................... 103
USB-/audio-/video-uitgang
.................................... 2, 120, 122, 124, 128
USB-kabel ............................. 120, 124, 128
V
Vast bereik automatisch........................ 83
Verbinden met smart apparaat .... 103,
117
ViewNX 2...................................................... 128
Voedsel u.............................................. 23, 25
Vogels bekijken l................................... 28
Volume............................................................. 72
Vooropnamecache.......................... 81, 82
Vuurwerk m........................................ 23, 25
W
Weergave...................................... 17, 60, 72
Weergave Eenvoudig panorama ..... 31
Weergavemenu ................................ 75, 90
Weergavestand........................................... 17
Wi-Fi uitschakelen................................... 118
Wi-Fi-verbinding verbreken.............. 103
Windruisreductie..................................... 101
Wireless Mobile Utility.......................... 116
Wissen...................................................... 18, 61
Witbalans........................................................ 79
Z
Zacht................................................................. 34
Zacht O................................................. 32
Zelf-collage.......................................... 36, 88
Zelfontspanner................................... 21, 45
Zelfontspannerlampje...................... 1, 45
Zijzoomknop................................................. 12
Zomertijd ............................................... 9, 106
Zonsondergang h ................................. 23
Zoomen .......................................................... 14
Zoomknop ....................................... 1, 12, 14
Zoomknop aan de zijkant................ 1, 14
Zoomweergave.................................. 17, 57
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
CT5A01(1F)
6MN5081F-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174

Nikon COOLPIX L840 Referentie gids

Type
Referentie gids