Nikon COOLPIX L340 de handleiding

Type
de handleiding
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Inleiding
i
Inhoudsopgave
ix
Onderdelen van de camera
1
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
6
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
12
Opnamefuncties
22
Weergavefuncties
45
Films opnemen en afspelen
52
Menu's gebruiken
58
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
85
Technische opmerkingen
94
i
Inleiding
Inleiding
Als u optimaal profijt wilt halen uit dit Nikon-product, leest u “Voor uw veiligheid”
(Av-vii) en alle andere instructies grondig door en bewaart u deze op een plek waar
ze gelezen kunnen worden door iedereen die gebruikmaakt van de camera.
Als u direct gebruik wilt gaan maken van de camera, raadpleegt u
“Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen” (A6) en “Elementaire
opname- en weergaveactiviteiten” (A12).
Overige informatie
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in
deze handleiding.
De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling”
genoemd.
De namen van menuopties die worden weergegeven op de monitor van de
camera en de namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden
vet weergegeven.
In deze handleiding worden soms onderdelen van de monitor niet weergegeven
zodat aanduidingen op de monitor duidelijker zichtbaar zijn.
Lees dit eerst
Symbool
Beschrijving
B
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten
worden gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
C
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten
worden gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
A Dit pictogram geeft andere pagina's aan die relevante informatie bevatten.
ii
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online
beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en
fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde
Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande website voor contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk
Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en
bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van Nikon,
inclusief batterijladers, batterijen en lichtnetadapters, zijn door Nikon speciaal gecertificeerd
voor gebruik met deze digitale camera van Nikon. Deze accessoires zijn ontwikkeld en
getest om goed en veilig te werken binnen de door het elektronische circuit van onze
camera's gestelde eisen.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN
VERVAARDIGD, KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN
VERVALLEN.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door
Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis),
kunt u best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect
aan uw camera.
iii
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een
archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De illustraties en monitorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op de monitor van het daadwerkelijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties
van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk
gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op
de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie
voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of
reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van
een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf
door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve
wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door
een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid
uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals
boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt
gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product
niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
iv
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia,
zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens
niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het
soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen,
wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te
werpen of aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en
vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld beelden van de lucht). Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van
opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
v
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetadapter komt,
koppel de lichtnetadapter dan los en verwijder de batterijen onmiddellijk. Let hierbij
op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot
letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon
erkende servicedienst te worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetadapter kan leiden tot
letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd. Als
de camera of de lichtnetadapter door een val of ander ongeluk openbreekt, haalt u
de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de batterijen en laat u het product
nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of lichtnetadapter niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat baby’s geen batterijen of andere kleine onderdelen in hun mond
kunnen stoppen.
Vermijd langdurig contact met de camera, batterijlader of
lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik
zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in direct
contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt
voorkomen.
vi
Inleiding
Laat het product niet achter op een plek waar het wordt blootgesteld
aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in
direct zonlicht
Als u zich niet aan deze voorzorgsmaatregel houdt, kan dit schade veroorzaken of tot
brand kunnen leiden.
Wees voorzichtig met batterijen
Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let op
de volgende punten bij het gebruik van de batterijen voor dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, zorg er dan voor dat de stekker uit het stopcontact is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat (A7).
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken
of typen door elkaar.
Gebruik bij het opladen van oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type Nikon
EN-MH2 alleen de opgegeven oplader en laad de batterijen met vier tegelijk op.
Als u de batterijen vervangt door batterijen van het type EN-MH2-B2 (apart
verkrijgbaar), schaft u twee sets aan (in totaal vier batterijen).
De oplaadbare batterijen EN-MH2 zijn uitsluitend bestemd voor gebruik met
digitale camera’s van Nikon en zijn compatibel met COOLPIX L340.
Plaats batterijen in de juiste richting.
U mag de batterijen niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het
omhulsel verwijderen of openbreken.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Dompel de batterijen niet onder in water en zorg dat ze niet vochtig worden.
Vervoer of bewaar de batterijen niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen
of haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterijen te verwijderen wanneer deze leeg zijn.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterijen wanneer zich een
verandering voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit beschadigde
batterijen onmiddellijk af met ruim water.
Neem bij het gebruik van de batterijlader (apart leverbaar) de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak het netsnoer niet aan en blijf uit de buurt van de batterijlader tijdens onweer. Als
u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan het netsnoer. Trek de kabel niet
met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en
stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat het netsnoer dan door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
vii
Inleiding
Raak de stekker of de batterijlader niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik de lader niet met reisadapters of adapters die ontworpen werden om een
voltage naar een ander voltage om te zetten of met een omzetter van
gelijkstroom naar wisselstroom. Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregel
niet naleven, kan leiden tot schade aan het product of kan oververhitting of brand
veroorzaken.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Raak de bewegende delen van het objectief niet aan
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot letsel.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere bewegende delen.
Als u een flitser dicht bij de ogen van een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser moet zich op minimaal 1 meter afstand van het onderwerp bevinden. Wees
met name voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of brandwonden
veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan
de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Volg de instructies van luchthaven- en ziekenhuispersoneel
viii
Inleiding
Mededelingen voor Europese klanten
Dit symbool geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese
landen:
Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen
en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan
door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterijen geeft aan dat de batterijen via gescheiden
inzameling moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi
niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
ix
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................... i
Lees dit eerst............................................................................................................................................. i
Overige informatie..................................................................................................................................................... i
Informatie en voorzorgsmaatregelen........................................................................................................... ii
Voor uw veiligheid ................................................................................................................................ v
WAARSCHUWINGEN ................................................................................................................................................ v
Mededelingen..................................................................................................................................... viii
Onderdelen van de camera............................................................................................. 1
De camerabody ..................................................................................................................................... 1
De monitor .............................................................................................................................................. 3
Opnamestand .............................................................................................................................................................. 3
Weergavestand ........................................................................................................................................................... 5
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen..................................... 6
De camerariem en objectiefdop bevestigen .............................................................................. 6
De batterijen en een geheugenkaart plaatsen .......................................................................... 7
Te gebruiken batterijen.......................................................................................................................................... 7
De batterijen of geheugenkaart verwijderen........................................................................................... 8
Geheugenkaarten en intern geheugen....................................................................................................... 8
De camera inschakelen en de weergavetaal, datum en tijd instellen............................... 9
De flitser uit- en inklappen................................................................................................................................ 11
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten ................................................... 12
Opnemen in de stand Autom. scènekeuzekn. ......................................................................... 12
De zoom gebruiken............................................................................................................................................... 14
De ontspanknop...................................................................................................................................................... 15
Opnamen weergeven ....................................................................................................................... 16
Beelden wissen .................................................................................................................................... 17
De opnamestand wijzigen .............................................................................................................. 19
De flitser, zelfontspanner etc. gebruiken................................................................................... 20
Films opnemen.................................................................................................................................... 21
x
Inhoudsopgave
Opnamefuncties............................................................................................................... 22
Stand x Autom. scènekeuzekn. .................................................................................................. 22
Onderwerpstand (opnamen maken in onderwerpcategorieën) ...................................... 23
Tips en opmerkingen............................................................................................................................................ 24
Opnamen maken met Panorama assist.................................................................................................... 26
Afspelen met Panorama assist........................................................................................................................ 28
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname).......................................... 29
Stand Slim portret (lachende gezichten fotograferen)......................................................... 30
A Autostand ...................................................................................................................................... 31
Flits-stand .............................................................................................................................................. 32
Zelfontspanner .................................................................................................................................... 34
Macro-stand (Close-upfoto's maken) .......................................................................................... 35
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen) .................................................................. 36
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner etc.).............................................................. 37
Scherpstelling ...................................................................................................................................... 39
Gezichtsherkenning gebruiken...................................................................................................................... 39
Huid verzachten gebruiken.............................................................................................................................. 40
AF met doelopsporing gebruiken................................................................................................................ 41
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus ........................................................................ 42
Scherpstelvergrendeling.................................................................................................................................... 43
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het opnemen ......................... 44
Weergavefuncties............................................................................................................ 45
Zoomweergave ................................................................................................................................... 45
Miniatuurweergave, Kalenderweergave .................................................................................... 46
Beelden bewerken (foto's)............................................................................................................... 47
Voordat u beelden gaat bewerken.............................................................................................................. 47
Sneleffecten: Tint of stemming veranderen ......................................................................................... 47
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren................................................................................... 48
Huid verzachten: huidtinten verzachten.................................................................................................. 49
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld verkleinen............................................................. 50
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken................................................................................................ 51
Films opnemen en afspelen......................................................................................... 52
Handelingen tijdens het afspelen van films ............................................................................. 55
Films bewerken ................................................................................................................................... 56
xi
Inhoudsopgave
Menu's gebruiken ............................................................................................................ 58
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand)) .................................................................... 60
Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)............................................................................................... 60
Witbalans (kleurtoon aanpassen).................................................................................................................. 62
Continu-opname..................................................................................................................................................... 64
ISO-waarde.................................................................................................................................................................. 65
AF-veldstand.............................................................................................................................................................. 66
Menu Slim portret .............................................................................................................................. 67
Huid verzachten ..................................................................................................................................................... 67
Glimlachtimer ........................................................................................................................................................... 67
Knipperdetectie........................................................................................................................................................ 68
Het weergavemenu ........................................................................................................................... 69
Diashow ....................................................................................................................................................................... 69
Beveiligen..................................................................................................................................................................... 70
Beeld draaien ............................................................................................................................................................ 70
Kopiëren (Kopiëren tussen de geheugenkaart en het interne geheugen) ........................ 71
Het scherm voor opnameselectie ................................................................................................................ 72
Filmmenu............................................................................................................................................... 73
Filmopties .................................................................................................................................................................... 73
Autofocus-stand ..................................................................................................................................................... 73
Windruisreductie..................................................................................................................................................... 74
Het menu Set-up................................................................................................................................. 75
Tijdzone en datum................................................................................................................................................. 75
Monitorinstellingen............................................................................................................................................... 77
Datumstempel.......................................................................................................................................................... 79
Vibratiereductie........................................................................................................................................................ 80
AF-hulplicht ............................................................................................................................................................... 80
Geluidsinstellingen ................................................................................................................................................ 81
Automatisch uit ...................................................................................................................................................... 81
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren.......................................................................................... 82
Taal/Language .......................................................................................................................................................... 83
Videostand ................................................................................................................................................................. 83
Standaardwaarden................................................................................................................................................. 84
Batterijtype ................................................................................................................................................................. 84
Firmware-versie ....................................................................................................................................................... 84
xii
Inhoudsopgave
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten........................... 85
De camera aansluiten op een televisie (afspelen op een televisie).................................. 87
De camera op een printer aansluiten (Direct Print) ............................................................... 88
De camera op een printer aansluiten......................................................................................................... 88
Opnamen één voor één afdrukken.............................................................................................................. 89
Meerdere opnamen afdrukken ...................................................................................................................... 90
ViewNX 2 gebruiken (beelden overzetten naar een computer)........................................ 92
ViewNX 2 installeren.............................................................................................................................................. 92
Beelden overzetten naar een computer .................................................................................................. 92
Technische opmerkingen ............................................................................................. 94
Behandeling van het product ........................................................................................................ 95
De camera.................................................................................................................................................................... 95
Batterijen ...................................................................................................................................................................... 96
Geheugenkaarten................................................................................................................................................... 97
Reiniging en opslag ........................................................................................................................... 98
Reinigen........................................................................................................................................................................ 98
Opslag............................................................................................................................................................................ 98
Foutmeldingen.................................................................................................................................... 99
Problemen oplossen........................................................................................................................ 102
Bestandsnamen................................................................................................................................. 108
Optionele accessoires ..................................................................................................................... 109
Specificaties........................................................................................................................................ 110
Goedgekeurde geheugenkaarten............................................................................................................. 113
Index...................................................................................................................................................... 115
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
12
36845217
9
10
11
3
1
Zoomknop.................................................... 14
f : Groothoek.....................................14
g : Tele.................................................... 14
h : Miniatuurweergave................. 46
i : Zoomweergave.........................45
j : Help ..................................................23
2
Ontspanknop.............................................. 13
3
Oogje voor polsriem.................................6
4
Hoofdschakelaar/
camera-aan-lampje....................................9
5
Zelfontspannerlampje .......................... 34
AF-hulpverlichting
6
Luidspreker
7
m Knop pop-up flitser....................11, 32
8
Flitser........................................................11, 32
9
DC-ingang (voor verbinding met
optionele lichtnetadapter) ..............109
10
USB-/audio-/video-uitgang ...............85
11
Deksel aansluitingen..............................85
12
Objectief
2
Onderdelen van de camera
2 3 4
5
6
7
8
1
910
12 11
1
Monitor..............................................................3
2
Microfoon
3
Flitserlampje................................................ 33
4
Knop b (e filmopname)................ 52
5
Knop A opnamestand
..............................................22, 23, 29, 30, 31
6
c (weergave)-knop..............................16
7
Multi-selector..............................................58
8
k (selectie toepassen)-knop ...........58
9
l (wissen)-knop.......................................17
10
Knop d (Menu)-knop ......................58
11
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf...................................7
12
Statiefaansluiting...................................112
3
Onderdelen van de camera
De informatie die wordt weergegeven op de monitor tijdens opname en weergave
verandert afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
Er wordt standaard informatie weergegeven als u de camera voor het eerst
inschakelt en tevens als u de camera bedient. Deze wordt na enkele seconden weer
uitgeschakeld (als Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in
Monitorinstellingen (A77)).
Opnamestand
De monitor
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F 3.1
F3.1
1 / 2 5 0
1/250
9 9 9
999
9 9 9 9
9999
+1.0
+1.0
10
10
AF
AF
AE /A F-L
AE/AF-L
6
1
2
3
4
5
7
8
9
10
11
12
13
14
15
1
Opnamestand .....19, 22, 23, 29, 30, 31
2
Flits-stand...................................................... 32
3
Macro-stand ................................................ 35
4
Zoomaanduiding.............................14, 35
5
Scherpstelaanduiding........................... 13
6
AE/AF-L-aanduiding...............................27
7
Filmopties .....................................................73
8
Beeldmodus ................................................60
9
Panorama assist.........................................26
10
Pictogram Vibratiereductie ................80
11
Windruisreductie ......................................74
12
Belichtingscorrectiewaarde...............36
13
Resterende opnametijd voor films
..............................................................................52
14
Aantal resterende opnamen
(foto's)..............................................................10
15
Aanduiding intern geheugen...........10
4
Onderdelen van de camera
10
10
PRE
PRE
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F 3.1
F3.1
1 / 2 5 0
1/250
+1.0
+1.0
10
10
161718
192021
22
23
24
25
27
28
29
32
31
30
26
16
Scherpstelveld (centrum)............ 43, 66
17
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
.....................................................................41, 66
18
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
huisdierherkenning)................25, 30, 39
19
Diafragma .....................................................15
20
Sluitertijd........................................................15
21
Pictogram voor reisbestemming ... 75
22
ISO-waarde...................................................65
23
Aanduiding batterijniveau ................. 10
24
Aanduiding “Datum niet ingesteld”
...........................................................................103
25
Datumstempel...........................................79
26
Huid verzachten........................................67
27
Stand voor witbalans .............................62
28
Continu-opnamestand.................25, 64
29
Pictogram Knipperdetectie................68
30
Aanduiding zelfontspanner...............34
31
Glimlachtimer.............................................67
32
Dierenp. autom. ontsp..........................25
5
Onderdelen van de camera
Weergavestand
999
/
999
999
/
999
9999
/
9999
9999
/
9999
29
m
0s
29
m
0s
29
m
0s
29
m
0s
9 9 9 9 . J P G
9999.JPG
15/ 1 1 / 2 0 1 5 12 :0 0
15/11/2015 12:00
9 9 9 / 9 9 9
999/999
14
34
8
9
5
6
13 12
21
10
11
15
7
19
16
17
18
1
Beveiligingspictogram..........................70
2
Pictogram Huid verzachten............... 49
3
Pictogram voor sneleffecten............. 47
4
D-Lighting-pictogram...........................48
5
Aanduiding intern geheugen
6
Nr. huidig beeld/
totale aantal beelden
7
Filmduur of verstreken weergavetijd
8
Volume-aanduiding................................55
9
Beeldmodus ................................................60
10
Filmopties .....................................................73
11
Panorama assist.........................................28
12
Pictogram Kleine afbeelding.............50
13
Pictogram Uitsnede........................45, 51
14
Gids voor filmweergave
Weergavegids Panorama assist
15
Gids voor sneleffecten
16
Opnametijd
17
Opnamedatum
18
Aanduiding batterijniveau..................10
19
Bestandsnummer en -type..............108
6
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
Voorbereidingen treffen voor het
maken van opnamen
Bevestig de objectiefdop aan de camerariem en bevestig vervolgens de riem aan de
camera.
B Objectiefdop
Als de camera niet in gebruik is, beschermt u het objectief door de objectiefdop aan te
brengen.
De camerariem en objectiefdop bevestigen
Bevestig deze op twee plaatsen.
7
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen eruit vallen,
controleer of de positieve (+) en negatieve (–) pool van de batterijen in de juiste
richting wijzen en plaats de batterijen.
Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op zijn plek klikt (5).
Wees voorzichtig dat u de batterijen of geheugenkaart niet ondersteboven of
achterstevoren plaatst, anders kan er een storing optreden.
Sluit het deksel door dit te verschuiven terwijl u het met 7 gemarkeerde
gedeelte stevig vasthoudt.
B Een geheugenkaart formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder
in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de
kaart in de camera, druk op de knop d en selecteer Geheugenkaart form. in het menu
Set-up (A58).
Te gebruiken batterijen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) (meegeleverde batterijen)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
* EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
De batterijen en een geheugenkaart
plaatsen
1
2
3
4
5
7
8
6
Geheugenkaartsleuf
8
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
B Opmerkingen over de batterijen
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen
door elkaar.
Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
B Opmerkingen over EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen
Bij gebruik van EN-MH2 batterijen met de camera laadt u telkens vier batterijen tegelijk op
met behulp van batterijlader MH-73 (A96).
C Alkalinebatterijen
De prestaties van alkalinebatterijen kunnen sterk variëren, afhankelijk van de fabrikant.
De batterijen of geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor
uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
opent.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in om de kaart gedeeltelijk uit te
werpen.
Wees onmiddellijk na gebruik van de camera voorzichtig met het hanteren van de
camera, de batterijen en de geheugenkaart, aangezien deze heet kunnen
worden.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, met inbegrip van beelden en films, kunnen op een geheugenkaart
of in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen. Als u het interne
geheugen van de camera wilt gebruiken, moet u de geheugenkaart verwijderen.
Batterijen met isolatie die
het gebied rond de
minpool niet afdekt
Batterijen met een
afbladderende
buitenkant
Batterijen met een
platte minpool
9
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, worden het scherm voor
taalselectie en het scherm voor het instellen van datum en tijd voor de cameraklok
weergegeven.
1 Verwijder de objectiefdop en druk
vervolgens op de hoofdschakelaar
om de camera in te schakelen.
De monitor wordt ingeschakeld.
U zet de camera uit door nogmaals op de
hoofdschakelaar te drukken.
2 Gebruik HI van de
multi-selector om de
gewenste taal te selecteren
en druk op de knop k.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
4 Selecteer uw eigen
tijdzone en druk op de
knop k.
Druk op H om W weer te
geven boven de kaart en
zomertijd in te schakelen. Druk
op I om de zomertijd uit te
schakelen.
5 Gebruik HI om de datumnotatie te selecteren en druk op de
knop k.
De camera inschakelen en de weergavetaal,
datum en tijd instellen
Annuleren
Taal/Language
Terug
London, Casablanca
10
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
6 Stel de datum en tijd in en druk op
de knop k.
Gebruik JK om een veld te selecteren en
gebruik vervolgens HI om de datum en tijd
in te stellen.
Selecteer het minutenveld en druk op de knop
k om de instelling te bevestigen.
7 Als het bevestigingsvenster wordt weergegeven, gebruikt u
HI om Ja te selecteren en drukt u op de knop k.
8 Druk op de knop
A (opnamestand).
Het objectief wordt uitgeschoven.
9 Selecteer Autom.
scènekeuzekn. en druk op
de knop k.
Het opnamescherm wordt weergegeven en u
kunt foto's maken in de stand Autom.
scènekeuzekn. De camera selecteert
automatisch de optimale onderwerpstand.
Aanduiding batterijniveau
b: De batterij is bijna vol.
B: De batterij is bijna leeg.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven als geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst. In dat
geval worden de opnamen opgeslagen in het
interne geheugen.
Datum en tijd
201501
01 00 00
JMDum
Bewerk.
Druk in opname-
stand op de knop
om het menu met
opnamestanden
weer te geven.
Bewerk.
Datum en tijd
Autom. scènekeuzekn.
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
11
Voorbereidingen treffen voor het maken van opnamen
C De taal of de instelling voor datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en
datum in het menu Set-up z (A58).
U kunt zomertijd in- en uitschakelen in het menu Set-up z door Tijdzone en datum te
selecteren, gevolgd door Tijdzone. Druk op K van de multi-selector en vervolgens op
H om de zomertijd in te schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of op I om de
zomertijd uit te schakelen en de klok een uur terug te zetten.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt aangedreven door een ingebouwde noodstroombatterij.
De noodstroombatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterijen in de camera zijn
geplaatst of als de camera is aangesloten op een optionele lichtnetadapter, en kan na
ongeveer 10 uur opladen gedurende enkele dagen de klok van stroom voorzien.
Als de noodstroombatterij van de camera leeg raakt, wordt het scherm voor het instellen
van datum en tijd weergegeven als de camera weer wordt ingeschakeld. Stel de datum
en tijd opnieuw in (A9).
De flitser uit- en inklappen
Druk op de knop m (pop-up flitser) om de flitser omhoog te klappen.
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te
klappen als deze niet wordt gebruikt.
12
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Elementaire opname- en
weergaveactiviteiten
1 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de
buurt van objectief, flitser, AF-hulpverlichting,
microfoon en luidspreker.
2 Kadreer het beeld.
Draai aan de zoomknop om de zoomstand van
het object te wijzigen.
Als de camera de opnamestand herkent,
verandert het pictogram voor de
opnamestand dienovereenkomstig.
Opnemen in de stand Autom. scènekeuzekn.
Uitzoomen Inzoomen
1500
25m 0s
Pictogram voor opnamestand
13
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
3 Druk de ontspanknop half in.
Als is scherpgesteld op het onderwerp, wordt
het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
groen weergegeven.
Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de
camera scherp op het midden van het beeld
en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding knippert, kan de camera
niet scherpstellen. Wijzig de compositie en
probeer vervolgens de ontspanknop opnieuw
half in te drukken.
4 Druk zonder uw vinger op te tillen
de ontspanknop verder helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of
geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
C De functie Automatisch uit
Als gedurende ongeveer 30 seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de
monitor uitgeschakeld, wordt de camera in de stand-bystand gezet en gaan het
camera-aan-lampje knipperen. De camera wordt uitgeschakeld nadat deze ongeveer drie
minuten in de stand-bystand heeft gestaan.
Als u de monitor opnieuw wilt inschakelen terwijl de camera op stand-by staat, voert u
een handeling uit zoals het indrukken van de hoofdschakelaar of de ontspanknop.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera
te stabiliseren:
- Als de flitser is neergeklapt op donkere locaties of als een opnamestand wordt gebruikt
waarbij de flitser niet afgaat
- Als de zoom in de telestand staat.
Stel bij gebruik van een statief om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen
Vibratiereductie in op Uit in het menu Set-up (A58) om mogelijke fouten ten
gevolge van deze functie te voorkomen.
F 3.1
F 3.1
1 / 2 5 0
1/250
14
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De zoom gebruiken
Als u de zoomknop verplaatst, verandert de positie
van het zoomobjectief.
Inzoomen: Draai richting g
Uitzoomen: Draai richting f
Als u de camera inschakelt, wordt de zoom in de
maximale groothoekstand gezet.
Er wordt een zoomaanduiding weergegeven op
het opnamescherm als aan de zoomknop wordt
gedraaid.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp
verder kunt vergroten tot circa 4× de maximale
optische zoomfactor, kan worden geactiveerd door de zoomknop richting g te
draaien en deze vast te houden als de camera is ingezoomd op de maximale
optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd en wordt
geel wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te
maken van de Dynamic Fine Zoom.
Zoomaanduiding is geel: In sommige situaties kan de beeldkwaliteit aanzienlijk
verminderen.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
Groothoek Tele
Optische zoom
Digitale zoom
15
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De ontspanknop
Half indrukken
U kunt de scherpstelling en belichting (sluitertijd en
diafragma) instellen door de ontspanknop iets in te
drukken totdat u geringe weerstand voelt. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en een foto te maken.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de
ontspanknop aangezien dit kan leiden tot het trillen
van de camera en een wazig beeld. Druk de knop
zachtjes in.
16
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
1 Druk op de knop c (weergave) om
naar de weergavestand te gaan.
Als u op de knop c drukt en deze ingedrukt
houdt terwijl de camera is uitgeschakeld,
wordt de camera ingeschakeld in de
weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om een
opname te selecteren voor
weergave.
Druk op HIJK en houd deze ingedrukt om
snel door de beelden te bladeren.
U kunt teruggaan naar de opnamestand door
op de knop A of de ontspanknop te drukken.
Als e wordt weergegeven in de stand
voor schermvullende weergave, kunt u op de
knop k drukken om een effect toe te passen
op het beeld.
Draai de zoomknop naar g (i) in
de schermvullende weergave om
in te zoomen op het beeld.
Draai in de stand voor
schermvullende weergave de
zoomknop naar f (h) om over
te schakelen naar
miniatuurweergave en meerdere
beelden op het scherm weer te
geven.
Opnamen weergeven
Hiermee geeft u de vorige
opname weer
Hiermee geeft u de volgende
opname weer
4 / 4
4/4
15/ 1 1 / 2 01 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 0 0 4 . J P G
0004. JPG
3 . 0
3.0
1/20
17
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
1 Druk op de knop l (wissen) om de
opname te wissen die op de
monitor wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om de gewenste methode voor
wissen te selecteren en druk op de
knop k.
Druk op de knop d om af te sluiten zonder
het beeld te wissen.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer
terughalen.
C De opname wissen in de opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop l om de als laatste opgeslagen opname te wissen.
Beelden wissen
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
18
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een beeld te selecteren dat u
wilt wissen en gebruik vervolgens
H om c weer te geven.
U kunt de selectie ongedaan maken door op
I te drukken om c te verwijderen.
Draai de zoomknop (A1) naar g (i) om over
te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de miniatuurweergave.
2 Voeg c toe aan alle opnamen die u wilt wissen en druk
vervolgens op de knop k om de selectie te bevestigen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm
om handelingen uit te voeren.
Wis gesel. beeld(en)
Terug
19
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
De onderstaande opnamestanden zijn beschikbaar.
x Autom. scènekeuzekn.
De camera herkent automatisch de opnamestand tijdens het kadreren van een
foto, waardoor het gemakkelijker wordt om foto's te maken met behulp van
instellingen die geschikt zijn voor het onderwerp.
b Onderwerpstand
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd op basis van de onderwerpstand
die u selecteert.
E Speciale effecten
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch
ontspannen zonder dat u de ontspanknop hoeft in te drukken (glimlachtimer). U
kunt ook de optie Huid verzachten gebruiken om de huidtinten van gezichten
van personen te verzachten.
A Autostand
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden gewijzigd op basis
van de opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
1 Wanneer het opnamescherm wordt
weergegeven, drukt u op de knop
A (opnamestand).
2 Gebruik HI van de
multi-selector om een
opnamestand te
selecteren en druk op
de knop k.
Als de onderwerpstand of
stand voor speciale effecten
is geselecteerd, drukt u op
K om een onderwerpstand of effect te selecteren voordat u op de knop k drukt.
De opnamestand wijzigen
Autom. scènekeuzekn.
20
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Als het opnamescherm wordt weergegeven kunt u op H (m) J (n) I (p) K (o)
van de multi-selector drukken om de functies in te stellen die hieronder worden
beschreven.
m Flits-stand
U kunt een flits-stand selecteren op basis van de opnameomstandigheden als de
flitser is opgeklapt.
n Zelfontspanner
De camera ontspant de sluiter 10 seconden nadat u de ontspanknop hebt
ingedrukt.
p Macro-stand
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-upfoto's.
o Belichtingscompensatie
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
De functies die kunnen worden ingesteld variëren afhankelijk van de opnamestand.
De flitser, zelfontspanner etc. gebruiken
21
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Geef het opnamescherm weer en druk op de knop
b (e filmopname) om te starten met het
opnemen van een film. Druk nogmaals op de knop
b (e) om het opnemen te beëindigen.
Als u een film wilt afspelen, selecteert u een film
in schermvullende weergave en drukt u op de
knop k.
Films opnemen
22
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera herkent automatisch de opnamestand tijdens het kadreren van een foto,
waardoor het gemakkelijker wordt om foto's te maken met behulp van instellingen
die geschikt zijn voor het onderwerp.
Als de camera automatisch de opnamestand herkent, verandert het pictogram voor
de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
B Opmerkingen over de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera eventueel de gewenste
onderwerpstand niet selecteren. Selecteer in dergelijke gevallen een andere
opnamestand (A19).
Als de digitale zoom is ingeschakeld, verandert het pictogram voor de opnamestand in
d.
Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Zelfontspanner (A34)
Belichtingscompensatie (A36)
Beeldmodus (A60)
Stand x Autom. scènekeuzekn.
Ga naar opnamestand
M
knop
A
(opnamestand)
M
x
(Autom. scènekeuzekn.)
M
knop
k
e Portret
f Landschap
h Nachtportret
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht
d Overige onderwerpstanden
23
Opnamefuncties
Als een onderwerpstand wordt geselecteerd, worden de camera-instellingen
automatisch geoptimaliseerd voor de geselecteerde onderwerpstand.
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel
Vibratiereductie (A80) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt
om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
Een beschrijving van elke onderwerpstand weergeven
(Help-scherm)
Selecteer een onderwerpstand en draai de
zoomknop (A1) naar g(j) om een beschrijving
van die onderwerpstand te bekijken. Ga terug naar
het vorige scherm door de zoomknop weer naar
g (j) te draaien.
Onderwerpstand (opnamen maken in
onderwerpcategorieën)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram
van boven*) M KM HI M selecteer een onderwerpstand M knop k
b Portret (standaardinstelling) i Schemering
1, 2, 3
c Landschap
1, 2
j Nachtlandschap
1, 2, 3
d Sport
2
(A24) k Close-up
2
(A24)
e Nachtportret
3
(A24) u Voedsel
2
(A24)
f Party/binnen
2
(A24) m Vuurwerk
1, 3
(A24)
Z Strand
2
o Tegenlicht
2
(A25)
z Sneeuw
2
U Panorama assist
2
(A26)
h Zonsondergang
2, 3
O Dierenportret (A25)
Landschap
24
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
d Sport
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, worden tot 4 beelden
continu vastgelegd met een snelheid van ongeveer 1 bps (wanneer Beeldmodus is
ingesteld op x 5152×3864).
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor
beeldmodus en de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en kleurtoon zijn vast ingesteld op de waarden die zijn
bepaald voor de eerste afbeelding in elke reeks.
e Nachtportret
De flitser gaat altijd af. Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
f Party/binnen
Houd de camera stil om geen last te hebben van het trillen van het toestel. Stel
Vibratiereductie (A80) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief
gebruikt om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
k Close-up
Macro-stand (A35) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
u Voedsel
Macro-stand (A35) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de kleurtoon aanpassen door HI van de
multi-selector te gebruiken. De instelling voor de
kleurtoon wordt opgeslagen in het geheugen van
de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
m Vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
25
Opnamefuncties
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp. te
wijzigen.
- Y: De camera detecteert het gezicht van een hond of kat en ontspant automatisch de
sluiter.
- k: De sluiter wordt niet automatisch ontspannen, zelfs niet als het gezicht van een
hond of kat wordt gedetecteerd. Druk de ontspanknop in.
Dierenp. autom. ontsp. wordt ingesteld op k nadat vijf serieopnamen zijn gemaakt.
Het maken van opnamen is tevens mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht
de instelling van Dierenp. autom. ontsp.. Als V Continu is geselecteerd, kunt u
continu foto's maken door de ontspanknop helemaal ingedrukt te houden.
B Scherpstelveld
Als de camera een gezicht detecteert, wordt het
gezicht weergegeven binnen een geel kader. Als de
camera scherpstelt op een gezicht dat wordt
weergegeven binnen in een dubbel kader
(scherpstelveld), wordt de dubbele rand groen. Als
geen gezichten worden gedetecteerd, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
Bij sommige opnameomstandigheden wordt het
gezicht van het huisdier mogelijk niet gedetecteerd
en worden andere onderwerpen weergegeven
binnen in een kader.
o Tegenlicht
De flitser gaat altijd af. Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
O Dierenportret
Wanneer u met de camera naar een hond of kat wijst, detecteert deze het gezicht van
het huisdier en stelt hierop scherp. De camera detecteert standaard het gezicht van een
hond of kat en ontspant automatisch de sluiter (Dierenp. autom. ontsp.).
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven terwijl O Dierenportret is
geselecteerd, de optie U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast als het gezicht van een hond of kat
wordt gedetecteerd.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast als het gezicht van een hond
of kat wordt gedetecteerd.
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
26
Opnamefuncties
Opnamen maken met Panorama assist
Bij gebruik van een statief wordt het samenstellen van een compositie gemakkelijker.
Stel Vibratiereductie (A80) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief
gebruikt om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een bestemming te selecteren
waarnaar de opnamen worden
gekopieerd en druk vervolgens op
de knop k.
Pas zo nodig de instellingen voor flits-stand
(A32), zelfontspanner (A34), macro-stand
(A35) en belichtingscompensatie (A36) toe
in deze stap.
Druk op de knop k om de richting opnieuw te selecteren.
2 Kadreer het eerste
gedeelte van het
panoramatafereel en
maak de eerste opname.
De camera stelt scherp op het
midden van het beeld.
Ongeveer eenderde van het
beeld wordt doorzichtig
weergegeven.
3 Maak de volgende foto.
Kadreer het volgende beeld zodat
eenderde van het beeld de vorige
opname overlapt en druk op de
ontspanknop.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram
van boven*) M KM HI M U (Panorama assist) M knop k
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
A E /A F -L
AE/AF-L
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
Einde
27
Opnamefuncties
4 Druk op de knop k als het
opnemen is voltooid.
De camera gaat terug naar stap 1.
B Opmerkingen over Panorama assist
Er kunnen maximaal drie beelden worden opgenomen en gecombineerd in een
panoramareeks. Het opnemen wordt automatisch beëindigd nadat het derde beeld is
opgenomen.
Er wordt mogelijk geen panoramabeeld opgeslagen als het doorzichtige gedeelte van
een beeld niet correct is uitgelijnd met het onderwerp bij het maken van de volgende
opname.
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het
beeld dat zichtbaar is op de monitor tijdens de opname.
Als het opnemen wordt beëindigd nadat alleen de eerste opname is gemaakt, kan de
camera niet door de opname van het beeld bladeren (A28).
De opname van de panoramareeks wordt beëindigd als de stand-bystand wordt
geactiveerd door de functie Automatisch uit (A81) tijdens het opnemen. Het wordt
aanbevolen de tijd die mag verstrijken voordat de functie Automatisch uit wordt
ingeschakeld in te stellen op een hogere waarde.
Beelden kunnen niet worden gewist bij opnemen met panorama assist. Ga als u een
nieuwe opname wilt maken terug naar stap 1 en begin van voor af aan.
C Aanduiding R
In de onderwerpstand Panorama assist zijn belichting,
witbalans en scherpstelling voor alle beelden in een
panorama vast ingesteld op de waarden voor het eerste
beeld in elke reeks.
Als de eerste opname wordt gemaakt, wordt
R weergegeven op de monitor om aan te
geven dat belichting, witbalans en scherpstelling zijn
vergrendeld.
A E /A F -L
AE/AF-L
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
Einde
A E /A F -L
AE/AF-L
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
Einde
28
Opnamefuncties
Afspelen met Panorama assist
Schakel over naar de weergavestand (A16), geef
een beeld dat werd vastgelegd met Panorama
assist in de schermvullende weergavestand weer en
druk vervolgens op de knop k om het beeld te
verschuiven in de richting die werd gebruikt tijdens
het maken van de opname.
Op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven tijdens het afspelen.
Gebruik JK van de multi-selector om een
bedieningsknop te kiezen en druk vervolgens op de
knop k om de hieronder beschreven handelingen
uit te voeren.
B Opmerkingen over beelden die zijn opgenomen met Panorama assist
De beelden kunnen niet worden bewerkt op deze camera.
Deze camera kan mogelijk niet scrollen of inzoomen bij het bekijken van beelden die zijn
gemaakt met Panorama assist en zijn vastgelegd met een digitale camera van een ander
merk of model.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramafoto's
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van
de printer. Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A Houd de knop k ingedrukt om snel achteruit te scrollen.
Vooruitspoelen
B Houd de knop k ingedrukt om snel vooruit te scrollen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de weergave is
onderbroken.
C Houd de knop k ingedrukt om terug te spoelen.
D Houd de knop k ingedrukt om te scrollen.
F Hervat het automatisch scrollen.
Einde G Schakel over naar de stand voor schermvullende weergave.
1 5 / 1 1 /2 0 1 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
4 / 4
4/4
0 0 0 4 . JP G
0004.JPG
29
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Het pictogram voor het als laatste geselecteerde effect wordt weergegeven.
* Er wordt geen tint toegepast op films.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur is geselecteerd,
drukt u op HI van de multi-selector om de
gewenste kleur te kiezen en drukt u op de knop
k om de kleur toe te passen. U kunt de
kleurselectie wijzigen door nogmaals op de
knop k te drukken.
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M E (derde pictogram van
boven*) M KM HI M selecteer een effect M knop k
Type Beschrijving
E Nostalgisch sepia
(standaardinstelling)
Hiermee wordt een sepiatint toegevoegd en wordt het
contrast verminderd om de kenmerken van een oude foto na
te bootsen.
F Hoogcontrast
monochr.
Verandert de opname in zwart-wit en verscherpt het contrast.
I Selectieve kleur*
Creëert een zwart-witbeeld waarin alleen de opgegeven kleur
behouden blijft.
l Pop*
Vergroot de kleurverzadiging van de gehele opname
waardoor een helder beeld ontstaat.
z Foto-illustratie*
Benadrukt omtrekken en vermindert het aantal kleuren om
beelden te creëren die op illustraties lijken.
y Koelblauw
Wijzigt de kleur van het volledige beeld in monochroom
blauw.
OpslaanOpslaan
30
Opnamefuncties
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een foto
maken zonder de ontspanknop te hoeven indrukken (glimlachtimer (A67)). U kunt
de optie Huid verzachten gebruiken om de huidtinten van gezichten van personen
te verzachten.
1 Kadreer het beeld.
Richt de camera op het gezicht van een persoon.
2 Wacht zonder op de ontspanknop te drukken totdat het
onderwerp glimlacht.
Als de camera detecteert dat het gezicht dat door de dubbele rand omkaderd is,
glimlacht, wordt automatisch de sluiter ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt automatisch de sluiter
ontspannen.
3 Hiermee wordt het automatisch opnemen beëindigd.
Voer een van de hieronder genoemde bewerkingen uit om het opnemen te
beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
-Druk op de knop A en selecteer een andere opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten of
glimlachende gezichten detecteren (A39). De ontspanknop kan eveneens worden
gebruikt voor opnemen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een
gezicht herkent en flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
Functies die beschikbaar zijn in de stand Slim portret
Flits-stand (A32)
Zelfontspanner (A34)
Belichtingscompensatie (A36)
Menu Slim portret (A67)
Stand Slim portret (lachende gezichten
fotograferen)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M F Stand Slim portret
M knop k
31
Opnamefuncties
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden aangepast op basis
van de opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het gebied van het beeld selecteert
waarop moet worden scherpgesteld door de instelling AF-veldstand (A66) te
wijzigen.
De standaardinstelling is Centrum.
Beschikbare functies in de A (Autostand)
Flits-stand (A32)
Zelfontspanner (A34)
Macro-stand (A35)
Belichtingscompensatie (A36)
Opnamemenu (A60)
A Autostand
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand)
M knop k
32
Opnamefuncties
U kunt een flits-stand selecteren op basis van de opnameomstandigheden.
1 Druk op de knop m (pop-up flitser).
De flitser wordt uitgeklapt.
De flitser gaat niet af als deze is ingeklapt. W wordt weergegeven om aan te geven
dat de flitser niet afgaat.
2 Druk op H (m) van de multi-selector.
3 Selecteer de gewenste flits-stand
(A33) en druk op de knop k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop
k drukt om de instelling toe te passen, wordt
de selectie geannuleerd.
B De flitser inklappen
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te klappen als
deze niet wordt gebruikt (A11).
Flits-stand
Automatisch
33
Opnamefuncties
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd
door de ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af als u de ontspanknop
helemaal indrukt.
- Knipperen: De flitser wordt opgeladen. Er kunnen
geen opnamen worden gemaakt met de camera.
- Uit: De flitser gaat niet af bij het maken van een
foto.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor
uitgeschakeld tijdens het opladen van de flitser.
Beschikbare flitsstanden
C Flits-standinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A37).
De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
C Rode-ogenreductie
Wanneer de camera rode ogen detecteert terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het
gebied in kwestie bewerkt om rode ogen te verminderen voordat het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens het fotograferen:
Er is meer tijd nodig dan gebruikelijk om opnamen op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In zeldzame gevallen wordt rode-ogenreductie toegepast in andere delen van het beeld
terwijl dit niet nodig is. Selecteer in dergelijke gevallen een andere flits-stand en maak de
foto opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
Het pictogram voor de flits-stand op het opnamescherm wordt pas direct
nadat de instelling is uitgevoerd weergegeven.
V
Autom. met rode-ogenred.
Hiermee vermindert u rode ogen in portretten ten gevolge van het gebruik van
de flitser.
X
Invulflits
De flitser gaat af telkens wanneer een foto wordt gemaakt. Gebruik deze stand
om schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergrondscènes. De flitser
gaat zo nodig af om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd
wordt gebruikt om in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te
leggen.
34
Opnamefuncties
De camera is uitgerust met een zelfontspanner waarmee de sluiter 10 seconden
nadat u de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden ontspannen.
Stel Vibratiereductie (A80) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief
gebruikt om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
1 Druk op J (n) van de
multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop
k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop
k drukt om de instelling toe te passen, wordt
de selectie geannuleerd.
Als in de opnamestand de onderwerpstand
Dierenportret is geselecteerd, wordt
Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven
(A25). De zelfontspanner kan niet worden
gebruikt.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting worden ingesteld.
4 Druk de ontspanknop
helemaal in.
Het aftellen wordt gestart. Het
zelfontspannerlampje knippert en
blijft vervolgens ongeveer één
seconde lang branden voordat de
sluiter wordt ontspannen.
Als de sluiter wordt ontspannen,
wordt de zelfontspanner op OFF
gezet.
U kunt het aftellen stoppen door de
ontspanknop opnieuw in te
drukken.
Zelfontspanner
Zelfontspanner
F 3.1
F 3.1
1 / 2 5 0
1/250
9
9
35
Opnamefuncties
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-upfoto's.
1 Druk op I (p) van de
multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop
k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop
k drukt om de instelling toe te passen, wordt
de selectie geannuleerd.
3 Draai aan de zoomknop om de
zoomfactor op een positie te zetten
waarbij F en de zoomaanduiding
groen worden weergegeven.
Als de zoomfactor op een positie staat waarbij F en de zoomaanduiding groen
worden weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet
meer dan ongeveer 10 cm van het objectief zijn verwijderd.
Als de zoomstand zich in het gebied bevindt
dat wordt aangeduid met 1, kan de camera
scherpstellen op onderwerpen die niet meer
dan ongeveer 1 cm van het objectief zijn
verwijderd.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
Mogelijk kan de flitser onderwerpen op minder dan 50 cm afstand niet geheel uitlichten.
C Instelling macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A37).
Als de instelling wordt toegepast in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Macro-stand (Close-upfoto's maken)
Macro-stand
1
36
Opnamefuncties
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de
multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en
druk op de knop k.
Om de opname helderder te maken, stelt u
een positieve waarde (+) in.
Om de opname donkerder te maken, stelt u
een negatieve waarde (–) in.
De compensatiewaarde wordt toegepast, zelfs
als u niet op de knop k drukt.
C Belichtingscorrectiewaarde
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A37).
Als de instelling wordt toegepast in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Belichtingscompensatie (Helderheid
aanpassen)
Belichtingscompensatie
+2.0
+0.3
-2.0
37
Opnamefuncties
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder weergegeven.
Standaardinstellingen (Flitser,
Zelfontspanner etc.)
Flitser
1
(A32)
Zelfontspanner
(A34)
Macro
(A35)
Belichtingscompensatie
(A36)
x (Autom.
scènekeuzekn.)
U
2
Uit Uit
3
0.0
Onderwerpstand
b (portret) V Uit
Uit
4
0.0
c (landschap)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
d (sport)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
e (nachtportret)
V
5
Uit
Uit
4
0.0
f (party/binnen)
V
6
Uit
Uit
4
0.0
Z (strand) U Uit
Uit
4
0.0
z (sneeuw) U Uit
Uit
4
0.0
h (zonsondergang)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
i (schemering)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
j (nachtlandschap)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
k (close-up) W Uit
Aan
4
0.0
u (voedsel)
W
4
Uit
Aan
4
0.0
m (vuurwerk)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
4
o (tegenlicht)
X
4
Uit
Uit
4
0.0
U (panorama assist) W Uit Uit 0.0
O (dierenportret)
W
4
Y
7
Uit 0.0
E (speciale effecten) W Uit Uit 0.0
F (slim portret) U
8
Uit
9
Uit
4
0.0
A (auto) U Uit Uit 0.0
38
Opnamefuncties
1
De instelling die wordt gebruikt als de flitser is uitgeklapt.
2
Kan niet worden gewijzigd. De camera selecteert automatisch de optimale instelling
voor de flits-stand voor de door de camera geselecteerde onderwerpstand.
3
Kan niet worden gewijzigd. De camera wordt in de macro-stand gezet als i wordt
geselecteerd.
4
Kan niet worden gewijzigd.
5
Kan niet worden gewijzigd. De flits-stand is vast ingesteld op invulflits met lange
sluitertijd en rode-ogenreductie.
6
De flits-stand Lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
7
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of
uitgeschakeld (A25).
8
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
9
Kan worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
39
Opnamefuncties
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsherkenning om automatisch scherp te
stellen op gezichten van personen.
Stand x (Autom. scènekeuzekn.) (A22)
Portret of de onderwerpstand Nachtportret
(A23)
Stand Slim portret (A30)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven rond het gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele
rand rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl geen gezichten worden herkend:
In de stand x (autom. scènekeuzekn.) varieert het scherpstelveld afhankelijk van
de scène.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret
wordt scherpgesteld op het midden van het beeld.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een reeks
van factoren, waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
De camera kan in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen is achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
Scherpstelling
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
40
Opnamefuncties
Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen in een van de hieronder genoemde
opnamestanden, detecteert de camera gezichten van personen en wordt het beeld
verwerkt om de huidtinten te verzachten (maximaal drie gezichten).
Stand Slim portret (A30)
Stand x (Autom. scènekeuzekn.) (A22)
Portret of Nachtportret in de onderwerpstand (A23)
Huid verzachten kan alleen worden toegepast op opgeslagen beelden (A49),
zelfs na het opnemen.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag
nemen.
Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat
bereikt met Huid verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het
beeld zonder gezichten.
41
Opnamefuncties
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A66) in de stand A (automatisch) is ingesteld op AF
met doelopsporing, stelt de camera scherp op de wijze zoals hieronder
beschreven wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en
stelt hierop scherp. Als is scherpgesteld op het
onderwerp, wordt het scherpstelveld groen
weergegeven. Als een menselijk gezicht wordt
gedetecteerd, stelt de camera automatisch de
scherpstelprioriteit hierop in.
Als geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd,
stelt de camera scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld. Als is scherpgesteld op
het onderwerp, wordt het scherpstelveld groen
weergegeven.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt geïdentificeerd verschillen.
Mogelijk wordt het hoofdonderwerp niet gedetecteerd bij gebruik van bepaalde
instellingen voor Witbalans.
In de volgende situaties wordt het hoofdonderwerp mogelijk niet correct gedetecteerd
door de camera:
- Als het onderwerp heel donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van de
monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp een herhaald patroon bevat
1 / 2 5 01/250
F 3.1F3.1
Scherpstelvelden
F 3.1
F 3.1
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelveld
42
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals
verwacht.
Het kan af en toe voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp
ondanks het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen wordt
weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld
wanneer de zon achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel
donker uitziet).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer
de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld een onderwerp binnen in een kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere
rijen ramen van vergelijkbare vorm, enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het eigenlijke portretonderwerp en
gebruik de scherpstelvergrendeling (A43).
43
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het
scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de A (Autostand)
(A66).
2 Positioneer het onderwerp
in het midden van het beeld
en druk vervolgens de
ontspanknop half in.
Er wordt scherpgesteld op het
onderwerp en het scherpstelveld
wordt groen weergegeven.
De belichting is eveneens
vergrendeld.
3 Stel de foto opnieuw samen zonder
uw vinger op te tillen.
Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera
en het onderwerp.
4 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
F 3.1
F 3.1
1 / 2 5 0
1/250
F 3.1
F 3.1
1 / 2 5 0
1/250
44
Opnamefuncties
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menuopties.
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt met het opnemen
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flits-stand
Continu (A64)
Als Continu is geselecteerd, kan de flitser
niet worden gebruikt.
Knipperdetectie
(A68)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan,
kan de flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner Glimlachtimer (A67)
Als Glimlachtimer is geselecteerd, kan
de zelfontspanner niet worden gebruikt.
Continu
Zelfontspanner
(A34)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt,
wordt de instelling vast ingesteld op
Enkelvoudig.
AF-veldstand Witbalans (A62)
Als Witbalans is ingesteld op een andere
instelling dan Automatisch in de stand
AF met doelopsporing, wordt het
hoofdonderwerp niet gedetecteerd door
de camera.
Sluitergeluid Continu (A64)
Wanneer Continu wordt geselecteerd,
wordt het sluitergeluid uitgeschakeld.
45
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Draai de zoomknop naar g (i zoomweergave) in de schermvullende weergave
(A16) om in te zoomen op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i) te
draaien.
Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op HIJK van de
multi-selector.
Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op de knop k om
terug te keren naar schermvullende weergave.
C Beelden uitsnijden
Als een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de knop d drukken om het
beeld uit te snijden zodat alleen het zichtbare gedeelte overblijft, en dit als apart bestand
opslaan (A51).
Zoomweergave
4 /44/4
15/ 11 /2 0 1 5 15 : 3 015/11/2015 15:30
0 00 4. J P G0004. JPG
3 .03.0
g
(i)
f
(h)
Er wordt ingezoomd op
de opname.
Schermvullende weergave
Gids voor
weergavegebied
46
Weergavefuncties
Als u de zoomknop richting f (h miniatuurweergave) draait in de schermvullende
weergave (A16), worden beelden als miniatuur weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop richting
f (h) of g (i) te draaien.
Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op HIJK van de
multi-selector om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop k om
dat beeld schermvullend weer te geven.
Bij gebruik van de kalenderweergave drukt u op HIJK van de multi-selector
om een datum te selecteren en drukt u vervolgens op de knop k om de
opnamen weer te geven die op die dag zijn gemaakt.
B Opmerkingen over de kalenderweergave
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld,
worden beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op donderdag 1 januari 2015.
Miniatuurweergave, Kalenderweergave
1 /2 0
1/20
15/ 11 /2 01 5 1 5: 30
15/11/2015 15:30
0 00 1. J PG
0001. JPG
1/20
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
2015
11
1
30
3 0
3029
2 9
29
28
2 8
2827
2 7
2726
2 6
2625
2 5
2524
2 4
2423
2 3
2322
2 2
22
21
2 1
2120
2 0
2019
1 9
1918
1 8
1817
1 7
1716
1 6
1615
1 5
15
14
1 4
1413
1 3
1312
1 2
1211
1 1
11
10
1 0
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
47
Weergavefuncties
Voordat u beelden gaat bewerken
U kunt op eenvoudige wijze beelden bewerken op deze camera. Bewerkte kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en -tijd als het
origineel.
C Beperkingen bij het bewerken van opnamen
Een beeld kan maximaal 10 keer worden bewerkt.
Mogelijk kunt u beelden van een bepaald formaat niet bewerken of kunt u bepaalde
bewerkingsfuncties niet gebruiken.
Sneleffecten: Tint of stemming veranderen
Hiermee worden opnamen bewerkt met een reeks van effecten.
U kunt kiezen uit Miniatuureffect, Fisheye, Cross-process (rood), Cross-process
(geel), Cross-process (groen), Cross-process (blauw), Zacht, Ster,
Speelgoed- camera-effect 1, Speelgoed- camera-effect 2 of Schilderij.
1 Geef de afbeelding waarop u een
effect wilt toepassen weer in
schermvullende weergave en druk
op de knop k.
2 Gebruik HIJK van de
multi-selector om het gewenste
effect te selecteren en druk op de
knop k.
Draai de zoomknop (A1) naar g (i) om over
te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Druk op de knop d om af te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
Beelden bewerken (foto's)
15/ 1 1 / 2 01 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 0 0 4 . J P G
0004. JPG
Sneleecten
Annuleren
Miniatuureect Fisheye Cross-process
(rood)
Cross-process
(blauw)
Cross-process
(geel)
Cross-process
(groen)
48
Weergavefuncties
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
Uitvoeren te selecteren en druk op de
knop k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant
weergegeven.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om af
te sluiten zonder de kopie op te slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d
M D-Lighting M knop k
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
49
Weergavefuncties
Huid verzachten: huidtinten verzachten
1 Gebruik HI van de multi-selector
om de mate waarin het effect wordt
toegepast te selecteren en druk op
de knop k.
Het bevestigingsvenster wordt weergegeven
met het gezicht waarop het effect werd
toegepast vergroot op de monitor.
Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op
te slaan.
2 Bekijk een voorbeeld van het
resultaat en druk op de knop k.
Huidtinten in maximaal 12 gezichten worden
verzacht, te beginnen bij het gezicht dat zich
het dichtst bij het midden van het beeld
bevindt.
Als meer dan één gezicht werd verwerkt,
gebruikt u JK om een ander gezicht weer te
geven.
Druk op de knop d om de mate waarin het effect wordt toegepast aan te
passen. De monitor keert terug naar het beeld uit stap1.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Huid verzachten kan niet worden toegepast als er geen gezichten worden gedetecteerd
in het beeld.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de gezichten
kan de camera de gezichten mogelijk niet correct detecteren of werkt de functie Huid
verzachten niet zoals verwacht.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d
M Huid verzachten M knop k
Normaal
Huid verzachten
Waarde
Terug
Opslaan
Voorbeeld
50
Weergavefuncties
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld
verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector
om het gewenste kopieformaat te
selecteren en druk op de knop k.
Voor opnamen die zijn gemaakt met een
instelling van z 5120×2880 voor de
beeldmodus, wordt alleen 640×360
weergegeven.
2 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt
(compressieverhouding circa 1:16).
B Opmerkingen over Kleine afbeelding
Beelden met een beeldverhouding van 1:1 kunnen niet worden bewerkt.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d
M Kleine afbeelding M knop k
Kleine afbeelding
640×480
320×240
160×120
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
51
Weergavefuncties
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken
1 Draai de zoomknop om het beeld te vergroten (A45).
2 Pas het beeld aan zodat alleen het
gedeelte dat u wilt bewaren wordt
weergegeven en druk vervolgens
op de knop d (menu).
Draai de zoomknop naar g (i) of f (h) om
de zoomfactor aan te passen. Stel een
zoomfactor in waarbij u wordt
weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om naar het gedeelte van het beeld te
schuiven dat u wilt weergeven.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
C Beeldformaat
Wanneer het beeldformaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of kleiner is, wordt het
beeld weergegeven in een kleiner formaat tijdens de weergave.
C Het beeld uitsnijden in de huidige “staande” oriëntatie
Gebruik de optie Beeld draaien (A70) om het beeld zodanig te draaien dat het wordt
weergegeven in de liggende oriëntatie (landschap). Draai nadat u het beeld hebt
uitgesneden het uitgesneden beeld terug in de “staande” oriëntatie (Portret).
3 . 0
3.0
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
52
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor
films.
2 Klap de flitser in (A11).
Als films worden opgenomen met uitgeklapte flitser, kan het geluid gedempt
overkomen.
3 Druk op de knop b (e filmopname)
om de filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het midden van het
beeld.
4 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het
opnemen te beëindigen.
5 Selecteer een film in
schermvullende weergave en druk
op de knop k om de film af te
spelen.
Een beeld met een pictogram voor filmopties
is een film.
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
Resterende opnametijd
voor film
1 2 m 3 0s
12m30s
1 5 / 1 1 /2 0 1 5 1 5 : 3 0
15/11/2015 15:30
0 0 1 0 . M O V
0010. MOV
1 0 s
10s
Filmopties
53
Films opnemen en afspelen
Gebied dat wordt vastgelegd in films
Het gebied dat wordt vastgelegd in een film varieert afhankelijk van de
instellingen voor Filmopties in het filmmenu.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A77) in het menu Set-up is
ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied controleren dat wordt
vastgelegd in een film voordat u begint met opnemen.
Maximale opnametijd voor films
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren
dan 29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar
is voor langere opnamen.
De resterende opnametijd voor een enkele film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
De werkelijke resterende opnametijd kan variëren, afhankelijk van de inhoud van
de film, de beweging van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A113). De filmopname kan onverwachts
stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere Speed Class-waarde worden
gebruikt.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de
camera automatisch met opnemen.
De resterende tijd tot de camera de opname stopt (B10sec.) wordt weergegeven.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
54
Films opnemen en afspelen
Opmerkingen over het opnemen van films
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of
geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over opgenomen films
De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt. Bij
overschakeling van optische zoom naar digitale zoom tijdens het opnemen van films
wordt de zoomwerking tijdelijk gestopt.
Het geluid van de werking van de zoomknop, de zoom, de scherpstelbewegingen van
het objectief, de vibratiereductie en de werking van het diafragma bij verandering van de
helderheid kunnen worden opgenomen.
Smear (A96) die zichtbaar is op de monitor tijdens het opnemen van een film, wordt
ook in de film opgenomen. Het wordt aanbevolen om felverlichte objecten als de zon,
weerkaatsingen van zonlicht en elektrische lampen te vermijden.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de hoeveelheid zoom die wordt
toegepast, kunnen gekleurde strepen verschijnen in onderwerpen in herhaalde patronen
(stoffen, ruitjesvensters enz.) tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich
voor als het patroon in het onderwerp en de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren.
Dit is geen apparaatstoring.
B Opmerkingen over autofocus bij het opnemen van films
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A42). In dat geval probeert u het
volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling)
voordat u de filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het
gewenste onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de knop
b
(
e
filmopname)
om de opname te starten en wijzig daarna de compositie.
55
Films opnemen en afspelen
U kunt het volume aanpassen door aan de
zoomknop te draaien terwijl een film wordt
afgespeeld (A1).
Op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd door JK van de multi-selector te
gebruiken om een bedieningsknop te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken.
Handelingen tijdens het afspelen van films
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A
Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen
B
Houd de knop k ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de weergave is
onderbroken.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop
k ingedrukt om continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop
k ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
F
Hervat het afspelen.
I
Extraheer het gewenste deel van een film en sla dit
op als apart bestand.
Einde
G
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
Volume-aanduiding
In de
pauzestand
56
Films opnemen en afspelen
Het gewenste deel van een opgenomen film kan als apart bestand worden
opgeslagen.
1 Speel de gewenste film af en pauzeer bij het beginpunt van
het gedeelte dat u wilt extraheren (A55).
2 Gebruik JK van de multi-selector
om I te selecteren van de
bedieningsknoppen en druk
vervolgens op de knop k.
3 Gebruik HI om M (kies
beginpunt) te selecteren in de
bewerkingselementen.
Gebruik JK om het beginpunt te verplaatsen.
U kunt het bewerken annuleren door
O (terug) te selecteren en op de knop k te
drukken.
4 Gebruik HI om de knop N (kies
eindpunt) te selecteren.
Gebruik JK om het eindpunt te verplaatsen.
U kunt een voorbeeld van het opgegeven
gedeelte bekijken door G te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken. Druk
opnieuw op de knop k om de
voorbeeldweergave te stoppen.
5 Gebruik HI om m (opslaan) te
selecteren en druk op de knop k.
Volg de instructies op het scherm om de film
op te slaan.
Films bewerken
1 m 3 0 s1m30s
Kies beginpunt
1 m 0 s
1m 0s
Kies eindpunt
3 0 s
30s
Opslaan
3 0 s
30s
57
Films opnemen en afspelen
B Opmerkingen over het bewerken van films
Gebruik een voldoende opgeladen batterij om te voorkomen dat de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het bewerken. Als de aanduiding voor het batterijniveau
B aangeeft, is het bewerken van films niet mogelijk.
Een film die is gemaakt door middel van bewerken kan niet opnieuw worden
bijgesneden.
Het uitgesneden gedeelte van een film kan iets afwijken van het gedeelte dat is
geselecteerd met behulp van het begin- en eindpunt.
Films kunnen niet zodanig worden bijgesneden dat zij minder dan twee seconden lang
zijn.
58
Menu's gebruiken
Menu's gebruiken
U kunt de onderstaande menu's instellen door op de knop d (menu) te drukken.
A Opnamemenu
Beschikbaar door op de knop d te drukken als het opnamescherm wordt
weergegeven.
Hiermee kunt u het beeldformaat en de beeldkwaliteit, instelling voor continu
opnemen, enz. wijzigen.
G Weergavemenu
Beschikbaar door op de knop d te drukken bij het bekijken van beelden in
schermvullende weergave of miniatuurweergave.
Hiermee kunt u beelden bewerken, diashows afspelen, enz.
D Filmmenu
Beschikbaar door op de knop d te drukken als het opnamescherm wordt
weergegeven.
Hier kunt u instellingen voor filmopname wijzigen.
z Menu Set-up
Hiermee kunt u basisfuncties van de camera aanpassen, zoals datum en tijd,
weergavetaal, enz.
1 Druk op de knop d (menu).
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de
multi-selector.
Het huidige menupictogram
wordt geel weergegeven.
Opnamemenu
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
AF-veldstand
Menupictogrammen
59
Menu's gebruiken
3 Selecteer een
menupictogram en druk
op de knop k.
De menuopties kunnen nu
worden geselecteerd.
4 Selecteer een menuoptie
en druk op de knop k.
Bepaalde menuopties kunnen
niet worden ingesteld,
afhankelijk van de huidige
opnamestand of de toestand van
de camera.
5 Selecteer een instelling en
druk op de knop k.
De geselecteerde instelling
wordt toegepast.
Als u klaar bent met het
gebruiken van de menu's, drukt u
op de knop d.
Wanneer een menu wordt
weergegeven, kunt u overschakelen naar de opnamestand door op de
ontspanknop, de knop A of de knop b (e) te drukken.
Set-up
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Vibratiereductie
AF-hulplicht
Geluidsinstellingen
Vibratiereductie
AF-hulplicht
Geluidsinstellingen
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Uit
Datum en tijd
Datum
Datumstempel
60
Menu's gebruiken
Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)
* Deze instelling kan tevens worden ingesteld in andere opnamestanden dan Autostand.
De gewijzigde instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden.
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt
gebruikt bij het opslaan van beelden.
Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus, des te groter het formaat waarop
beelden kunnen worden afgedrukt. Hoe lager de compressieverhouding, des te
hoger de kwaliteit van de beelden, maar des te minder beelden kunnen worden
opgeslagen.
* De numerieke waarden geven het aantal pixels aan dat wordt vastgelegd.
Voorbeeld: x 5152×3864 = circa 20 megapixels, 5152 × 3864 pixels
Het opnamemenu (voor stand
A
(Autostand))
Ga naar de opnamestand* M knop dM Beeldmodus M knop k
Optie*
Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal bij
verticaal)
w 5152×3864P Circa 1:4 4:3
x
5152×3864 (standaardinstelling)
Circa 1:8 4:3
i 3648×2736 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
z 5120×2880 Circa 1:8 16:9
s 3864×3864 Circa 1:8 1:1
61
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over het afdrukken van beelden met een
beeldverhouding van 1:1
Wijzig de printerinstelling in Rand bij het afdrukken van beelden met een beeldverhouding
van 1:1. Sommige printers zijn mogelijk niet in staat beelden af te drukken met een
beeldverhouding van 1:1.
B Opmerkingen over de beeldmodus
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A44).
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
Het geschatte aantal beelden dat kan worden opgeslagen kan worden gecontroleerd op
de monitor tijdens het opnemen (A10).
Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen sterk variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van
geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus.
Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen variëren afhankelijk van
het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen op de monitor weergegeven als “9999”.
62
Menu's gebruiken
Witbalans (kleurtoon aanpassen)
Pas de witbalans aan de lichtbron of weersomstandigheden aan om de kleuren in
beelden te laten overeenkomen met wat u ziet met uw ogen.
B Opmerkingen over Witbalans
Klap de flitser in wanneer de witbalans is ingesteld op een andere waarde dan
Automatisch en Flitser (A11).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A44).
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand)
M knop kM knop dM Witbalans M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
b Handm. voorinstelling
Gebruik deze optie als het gewenste resultaat niet
wordt bereikt met Automatisch, Gloeilamplicht, enz.
(A63).
c Daglicht Gebruik deze optie bij direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Gebruik deze optie bij gloeilamplicht.
e TL-licht Gebruik deze optie bij TL-licht.
f Bewolkt Gebruik deze optie bij een bewolkte lucht.
g Flitser Gebruik deze optie met de flitser.
63
Menu's gebruiken
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de onderstaande procedure om de waarde voor de witbalans te meten bij
de verlichting die wordt gebruikt tijdens de opname.
1 Plaats een wit of grijs referentieobject onder de verlichting die
zal worden gebruikt tijdens de opname.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om Handm. voorinstelling te
selecteren in het menu Witbalans
en druk op de knop k.
De camera zoomt in op de positie om de
witbalans te meten.
3 Selecteer Meten.
U kunt de als laatste gemeten waarde
toepassen door Annuleren te selecteren en
op de knop k te drukken.
4 Kadreer het witte of grijze
referentieobject in het meetvenster
en druk op de knop k om de
waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting
wordt voltooid (er wordt geen beeld
opgeslagen).
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Er kan geen waarde voor de flitserbelichting worden gemeten met Handm.
voorinstelling. Wanneer u met behulp van de flitser opneemt, stelt u Witbalans in op
Automatisch of Flitser.
Bewolkt
Be wo l kt
TL-licht
TL- l ic ht
Gloeilamplicht
Gl o ei la m pl i ch t
Daglicht
Da g li ch t
Handm. voorinstelling
Automatisch
Au to m at is c h
Witbalans
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meetvenster
64
Menu's gebruiken
Continu-opname
B Opmerkingen over Continu-opnamen
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald
voor de eerste afbeelding in elke reeks.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor
beeldmodus en de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A44).
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand)
M knop kM knop dM Continu M knop k
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de ontspanknop
wordt ingedrukt.
V Continu
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden,
worden continu beelden opgenomen.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt ongeveer
1 bps en het maximale aantal continue opnamen bedraagt
ongeveer 4 (als de beeldmodus is ingesteld op
x
5152×3864
).
65
Menu's gebruiken
ISO-waarde
Een hogere ISO-waarde maakt het mogelijk om donkerdere onderwerpen vast te
leggen. Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen van vergelijkbare helderheid,
foto's worden gemaakt met kortere sluitertijden en kan onscherpte door het trillen
van de camera of het bewegen van het onderwerp worden verminderd.
Als een hogere ISO-waarde wordt ingesteld, kunnen beelden ruis bevatten.
B Opmerkingen over ISO-waarde
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A44).
C Het scherm voor ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Als Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-waarde toeneemt.
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand)
M knop kM knop dM ISO-waarde M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd uit
het bereik van ISO 80 tot 1600.
80, 100, 200, 400, 800, 1600
De gevoeligheid is vergrendeld op de opgegeven
waarde.
66
Menu's gebruiken
AF-veldstand
Stel in hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
B Opmerkingen over AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het
beeld ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A44).
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand)
M knop kM knop dM AF-veldstand M knop k
Optie Beschrijving
y Centrum
(standaardinstelling)
De camera stelt scherp op
het onderwerp in het
midden van het beeld.
M AF met
doelopsporing
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp
detecteert, stelt deze scherp
op dat onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing
gebruiken” (A41) voor
meer informatie.
1 5 0 0
1500
2 5 m 0s
25m 0s
Scherpstelveld
1 / 2 5 0
1/250
F 3.1
F3.1
Scherpstelvelden
67
Menu's gebruiken
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)” (A60) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Huid verzachten
De resultaten van het effect voor huid verzachten op uw onderwerp kunnen niet
worden gecontroleerd bij het kadreren van beelden voor opname. Geef de beelden
weer na het opnemen om de resultaten te controleren.
Glimlachtimer
De camera detecteert gezichten van personen en ontspant vervolgens automatisch
de sluiter wanneer een glimlach wordt gedetecteerd.
Menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M F Stand Slim portret
M knop kM knop dM Huid verzachten M knop k
Optie Beschrijving
e Aan
(standaardinstelling)
Wanneer de sluiter wordt ontspannen, detecteert de
camera een of meer gezichten van personen (maximaal
drie) en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te
verzachten voordat de opname wordt opgeslagen.
Uit Hiermee wordt Huid verzachten uitgeschakeld.
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M F Stand Slim portret
M knop kM knop dM Glimlachtimer M knop k
Optie Beschrijving
a Aan
(standaardinstelling)
Hiermee wordt de glimlachtimer ingeschakeld.
Uit Hiermee wordt de glimlachtimer uitgeschakeld.
68
Menu's gebruiken
Knipperdetectie
Ga naar de opnamestand M knop A (opnamestand) M F Stand Slim portret
M knop kM knop dM Knipperdetectie M knop k
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant
automatisch tweemaal de sluiter
bij elke opname en slaat één
opname op waarbij de ogen van
het onderwerp open zijn.
Als de camera een opname
heeft opgeslagen waarin de
ogen van het onderwerp
mogelijk gesloten zijn,
verschijnt het venster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet worden gebruikt.
Uit
(standaardinstelling)
Hiermee wordt knipperdetectie uitgeschakeld.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
69
Menu's gebruiken
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A47) voor meer informatie over functies voor
het bewerken van opnamen.
Diashow
Speel beelden één voor één af in een automatische “diashow”. Als filmbestanden
worden afgespeeld in de diashow, wordt alleen het eerste beeld van elke film
weergegeven.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om Start te selecteren en druk op
de knop k.
Start de diashow.
Als u het interval tussen opnamen wilt
aanpassen, selecteert u Tussenpauze en
daarna het gewenste interval, drukt u op de
knop k en geeft u vervolgens de gewenste
intervaltijd op voordat u Start selecteert.
Als u de diashow automatisch wilt herhalen, selecteert u Herhalen en drukt u op
de knop k voordat u Start selecteert.
De maximale weergavetijd is ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is
ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start deze
opnieuw.
Het scherm aan de rechterkant wordt
weergegeven nadat de diashow is beëindigd
of onderbroken. U kunt de diashow afsluiten
door G te selecteren en vervolgens op de
knop k te drukken. U kunt de diashow
hervatten door F te selecteren en vervolgens
op de knop k te drukken.
Bewerkingen tijdens het afspelen
Gebruik JK van de multi-selector om het vorige/volgende beeld weer te geven.
Druk en houd ingedrukt om snel vooruit of terug te spoelen.
Druk op de knop k om de diashow te onderbreken of te beëindigen.
Het weergavemenu
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Diashow M knop k
Diashow
Start
Herhalen
Pauzeren
Tussenpauze
70
Menu's gebruiken
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde opnamen tegen ongewild wissen.
Selecteer opnamen die u wilt beveiligen, of annuleer de beveiliging in het scherm
voor opnameselectie (A72).
Als de geheugenkaart of het interne geheugen van de camera wordt geformatteerd,
worden alle gegevens, met inbegrip van beveiligde bestanden, permanent gewist
(A82).
Beeld draaien
Geef de richting op waarin opgeslagen beelden worden weergegeven tijdens het
afspelen.
Foto's kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid.
Selecteer een opname in het scherm voor opnameselectie (A72). Als het scherm
Beeld draaien wordt weergegeven, drukt u op JK van de multi-selector om het
beeld 90 graden te draaien.
Druk op de knop k om de weergegeven oriëntatie toe te passen en deze informatie
samen met de opname op te slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Beveiligen M knop k
Druk op de knop
c
(weergavestand)
M
knop
dM
Beeld draaien
M
knop
k
Draaien
Terug
Beeld draaien
Draaien
Ter u g
Beeld draaien
Draaien
Ter u g
Beeld draaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
71
Menu's gebruiken
Kopiëren (Kopiëren tussen de geheugenkaart en het
interne geheugen)
Beelden kunnen worden gekopieerd vanaf een geheugenkaart naar het interne
geheugen en omgekeerd.
Als een geheugenkaart zonder beelden wordt geplaatst en de camera in de
weergavestand is gezet, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven.
Druk in dat geval op de knop d om Kopiëren te selecteren.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om een bestemming te selecteren
waarnaar de opnamen worden
gekopieerd en druk vervolgens op
de knop k.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk
vervolgens op de knop k.
Als u Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u
het scherm voor beeldselectie om beelden op te
geven (A72).
B Opmerkingen over het kopiëren van opnamen
Er kunnen alleen bestanden worden gekopieerd in indelingen die door deze camera
kunnen worden opgenomen.
De werking wordt niet gegarandeerd voor opnamen die werden gemaakt met een
camera van een ander merk of opnamen die werden aangepast op een computer.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Kopiëren M knop k
Kopiëren
Camera kaart
Kaart camera
Camera kaart
Geselecteerde beelden
Alle beelden
72
Menu's gebruiken
Het scherm voor opnameselectie
Als er een scherm voor beeldselectie als rechts
wordt weergegeven verschijnt terwijl de camera
wordt bediend, volgt u de hieronder beschreven
procedures om de beelden te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een beeld te selecteren.
Draai de zoomknop (A1) naar g (i) om over
te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd
voor Beeld draaien. Ga verder naar stap 3.
2 Gebruik HI om te selecteren of de
selectie op te heffen (of om het
aantal exemplaren op te geven).
Als een beeld is geselecteerd, wordt een
pictogram bij het beeld weergegeven. Herhaal
stap 1 en 2 als u nog meer opnamen wilt
selecteren.
3 Druk op de knop k om de beeldselectie toe te passen.
Als een bevestigingsvenster wordt weergegeven, volgt u de bedieningsinstructies
op het scherm.
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
73
Menu's gebruiken
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie om op te nemen.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A113).
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Filmmenu
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Filmopties
M knop k
Optie
(beeldformaat/beeldsnelheid,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
f 720/30p (standaardinstelling) 1280 × 720 16:9
g 480/30p 640 × 480 4:3
Ga naar de opnamestand
M
knop
dM
menupictogram
D M
Autofocus-stand
M
knop
k
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige
AF
(standaardinstelling)
De focus is vergrendeld als de filmopname wordt gestart.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het
onderwerp redelijk constant blijft tijdens de filmopname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het
onderwerp sterk zal wijzigen tijdens de opname. Het geluid van
het scherpstellen van de camera is mogelijk te horen in de
opgenomen film. Het gebruik van Enkelvoudige AF wordt
aanbevolen om te voorkomen dat het scherpstelgeluid van de
camera de opname stoort.
74
Menu's gebruiken
Windruisreductie
Ga naar de opnamestand
M
knop
dM
menupictogram
D M
Windruisreductie
M
knop
k
Optie Beschrijving
Y Aan
Hiermee wordt het geluid van de wind gereduceerd dat te
horen is via de microfoon tijdens de filmopname. Andere
geluiden worden mogelijk moeilijk hoorbaar tijdens het
weergeven.
Uit
(standaardinstelling)
Windruisreductie is uitgeschakeld.
75
Menu's gebruiken
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
Het menu Set-up
Druk op de knop dM menupictogram z M Tijdzone en datum M knop k
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een veld: Druk op
JK van de multi-selector.
Bewerk de datum en tijd: Druk
op HI.
Pas de instelling toe: Selecteer
de minuutinstelling en druk op
de knop k.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone
Stel tijdzone en zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt geselecteerd nadat de
eigen tijdzone (w) is ingesteld, wordt automatisch het tijdsverschil
tussen de reisbestemming en de eigen tijdzone berekend en
worden de datum en tijd in de geselecteerde regio opgeslagen.
Bewerk.
Datum en tijd
201501
01 00 00
JMDum
76
Menu's gebruiken
De tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector
om Tijdzone te selecteren en druk
op de knop k.
2 Selecteer w Eigen tijdzone
of x Reisbestemming en druk
vervolgens op de knop k.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, veranderen afhankelijk van of de
eigen tijdzone of de reisbestemming is
geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te
selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te
schakelen. W wordt weergegeven. Druk op
I om de zomertijdfunctie uit te schakelen.
Druk op de knop k om de tijdzone toe te
passen.
Als niet de juiste tijd wordt weergegeven voor
de instelling voor de eigen tijdzone of de tijdzone van de reisbestemming, stelt u
de juiste tijd in Datum en tijd in.
Tijdzone en datum
Tijdzone
Datumnotatie
Datum en tijd
15/11/2015 15:30
London, Casablanca
15/11/2015 15:30
London, Casablanca
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
15/11/2015 15:30
London, Casablanca
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
10:30 –05:00
Terug
New York, Toronto, Lima
77
Menu's gebruiken
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Druk op de knop dM menupictogram z M Monitorinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Foto-informatie Stel in of al dan niet informatie op de monitor wordt weergegeven.
Helderheid
Pas de helderheid aan.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven wordt
getoond, en deze informatie wordt verborgen als weergegeven in
Info verbergen wanneer gedurende enkele seconden geen
handelingen worden uitgevoerd. De informatie wordt opnieuw
weergegeven zodra een handeling wordt uitgevoerd.
Info verbergen
2 5 m 0 s
25m 0s
1 5 00
1500
4 /4
4/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5: 3 0
15/11/2015 15:30
0 00 4. J P G
0004. JPG
78
Menu's gebruiken
Raster+autom.
info
Behalve de informatie die wordt
weergegeven in
Automatische info, wordt een
raster weergegeven om te
helpen foto's te kadreren.
Het raster wordt niet
weergegeven bij het opnemen
van films.
Hetzelfde als Automatische
info.
Filmbeeld+autom.
info
Behalve de informatie die wordt
weergegeven in
Automatische info, wordt
voordat het opnemen van een
film van start gaat een kader
weergegeven dat het gebied
aangeeft dat wordt vastgelegd
bij het opnemen van een film.
Het filmframe wordt niet
weergegeven bij het opnemen
van films.
Hetzelfde als Automatische
info.
Opnamestand Weergavestand
2 5 m 0 s
25m 0s
1 5 00
1500
4 /4
4/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5: 3 0
15/11/2015 15:30
0 00 4. J P G
0004. JPG
1 5 00
1500
2 5 m 0 s
25m 0s
4 /4
4/4
15/ 11 /2 0 1 5 1 5: 3 0
15/11/2015 15:30
0 00 4. J P G
0004. JPG
79
Menu's gebruiken
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen als stempel
worden opgenomen op beelden bij het opnemen.
De informatie kan worden afgedrukt, zelfs bij
gebruik van een printer die de functie voor het
afdrukken van de datum niet ondersteunt.
B Opmerkingen over datumstempel
Gestempelde datums vormen een permanent onderdeel van de beeldgegevens en
kunnen niet worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet als stempels op beelden
worden weergegeven nadat ze zijn vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet als stempels worden weergegeven in de volgende
situaties:
- Bij gebruik van de onderwerpstand Panorama assist of Dierenportret (als
V Continu is geselecteerd)
- Bij het opnemen van films
De gestempelde datum en tijd zijn mogelijk moeilijk te lezen bij gebruik van een klein
beeldformaat.
C Een opnamedatum afdrukken op beelden zonder datumstempel
U kunt beelden overzetten naar een computer en de ViewNX 2-software (A92) gebruiken
om de opnamedatum af te drukken op de beelden wanneer ze worden afgedrukt.
Druk op de knop dM menupictogram z M Datumstempel M knop k
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt als stempel op beelden weergegeven.
S Datum en tijd
Datum en tijd worden als stempels op beelden
weergegeven.
Uit (standaardinstelling)
Datum en tijd worden niet als stempels op beelden
weergegeven.
15 .11. 2015
15.11.2015
80
Menu's gebruiken
Vibratiereductie
Selecteer de instelling voor vibratiereductie die bij de opname wordt gebruikt.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het opnemen te
stabiliseren.
B Opmerkingen over Vibratiereductie
Nadat u de camera hebt ingeschakeld of nadat u hebt overgeschakeld van de
weergavestand naar de opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand
volledig wordt weergegeven voordat u foto's gaat maken.
Beelden op de monitor van de camera kunnen er onmiddellijk na het opnemen wazig
uitzien.
De effecten van cameratrilling worden in sommige situaties mogelijk niet volledig
ongedaan gemaakt.
AF-hulplicht
Druk op de knop dM menupictogram z M Vibratiereductie M knop k
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Correctie voor cameratrilling wordt uitgevoerd met behulp
van lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Druk op de knop dM menupictogram z M AF-hulplicht M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op als u op de
ontspanknop drukt bij onvoldoende verlichting. De hulpverlichting
heeft een bereik van ongeveer 4,5 m in de maximale
groothoekstand en ongeveer 3,0 m in de maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde onderwerpstanden de
AF-hulpverlichting mogelijk niet oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
81
Menu's gebruiken
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Stel hiermee de hoeveelheid tijd in die verstrijkt voordat de camera overschakelt naar
de stand-bystand (A13).
U kunt 30 sec. (standaardinstelling), 1min., 5min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand overschakelt, wordt in de
volgende situaties bepaald:
Als een menu wordt weergegeven: 3 minuten
Bij het opnemen met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (als Automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1min.)
Bij het opnemen met Glimlachtimer: 5 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Als de lichtnetadapter EH-67 is aangesloten: 30 minuten
Druk op de knop dM menupictogram z M Geluidsinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, produceert de
camera één pieptoon bij het uitvoeren van bewerkingen, twee
pieptonen als het onderwerp de focus krijgt en drie pieptonen als
zich een fout voordoet. Tevens wordt het opstartgeluid
geproduceerd.
Geluiden zijn uitgeschakeld bij gebruik van de onderwerpstand
Dierenportret.
Sluitergeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het
sluitergeluid geproduceerd als de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet geproduceerd bij gebruik van de
stand voor continu-opname, bij het opnemen van films of bij
gebruik van de onderwerpstand Dierenportret.
Druk op de knop dM menupictogram z M Automatisch uit M knop k
82
Menu's gebruiken
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als de geheugenkaarten of het interne geheugen worden geformatteerd,
worden alle gegevens permanent verwijderd. Eenmaal gewiste gegevens
kunt u niet meer terughalen. Zet belangrijke beelden naar een computer over
voordat u gaat formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Selecteer Geheugenkaart form. in het menu Set-up en druk vervolgens op de
knop k.
Het interne geheugen formatteren
Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Geheug. formatteren in het menu Set-up en druk vervolgens op de
knop k.
U kunt het formatteren starten door Formatteren te selecteren op het scherm dat
wordt weergegeven en op de knop k te drukken.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet
tijdens het formatteren.
Druk op de knop dM menupictogram z M Geheugenkaart form./Geheug.
formatteren M knop k
83
Menu's gebruiken
Taal/Language
Selecteer een taal voor weergave van cameramenu's en berichten.
Videostand
Pas instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
Maak uw keuze uit NTSC en PAL.
Zowel NTSC als PAL zijn standaards voor analoge kleurentelevisie-uitzendingen.
Druk op de knop dM menupictogram z M Taal/Language M knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Videostand M knop k
84
Menu's gebruiken
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen teruggezet
naar de standaardwaarden.
Bepaalde instellingen, zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet
teruggezet.
C Bestandsnummering terugzetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle beelden die
opgeslagen zijn op de geheugenkaart of in het interne geheugen wissen (A17) voordat u
Standaardwaarden selecteert.
Batterijtype
U kunt controleren of de camera het juiste batterijniveau (A10) weergeeft door het
type batterijen te selecteren dat u momenteel gebruikt.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmware-versie van de camera.
Druk op de knop dM menupictogram z M Standaardwaarden M knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Batterijtype M knop k
Optie Beschrijving
k Alkaline
(standaardinstelling)
LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
l COOLPIX (Ni-MH)
Nikon EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen
(nikkelmetaalhydride)
m Lithium FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Druk op de knop dM menupictogram z M Firmware-versie M knop k
85
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
De camera op een televisie,
printer of computer aansluiten
U kunt nog meer plezier aan foto's en films beleven door de camera aan te sluiten op
een tv, printer of computer.
Voordat u de camera aansluit op een extern apparaat, controleert u of het
batterijniveau voldoende is en schakelt u de camera uit. Schakel de camera uit
voordat u kabels loskoppelt.
Als de lichtnetadapter EH-67 (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera
van stroom worden voorzien via een elektrisch stopcontact. Gebruik geen
lichtnetadapter van een ander merk of model, omdat dat kan leiden tot
oververhitting van of een defect aan de camera.
Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende
activiteiten de documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit
document.
Steek de
connector recht
in de aansluiting.
USB-/audio-/
video-uitgang
Open het deksel van
de aansluitingen.
86
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden bekijken op een tv A87
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen
worden bekeken op een tv.
Verbindingsmethode: sluit de video- en audioplug van de
optionele AV-kabel aan op de ingangen van de tv.
Beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer A88
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt,
kunt u beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
Verbindingsmethode: sluit de camera rechtstreeks op de
USB-poort van de printer aan via de meegeleverde USB-kabel.
Beelden bekijken en ordenen op een computer A92
U kunt beelden naar een computer overzetten om eenvoudige
retoucheringswerkzaamheden uit te voeren en beeldgegevens te
beheren.
Verbindingsmethode: sluit de camera op de USB-poort van de
computer aan via de USB-kabel.
Installeer, voordat u een aansluiting met een computer tot stand
brengt, ViewNX 2 op de computer (A92).
87
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
1 Zet de camera uit en sluit deze aan op de televisie.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
2 Stel de invoer van de televisie in op externe invoer.
Raadpleeg de documentatie bij uw televisie voor nadere details.
3 Houd de knop c (weergave)
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
Er worden beelden worden weergegeven op
de televisie.
De monitor van de camera wordt niet
ingeschakeld.
De camera aansluiten op een televisie
(afspelen op een televisie)
WitGeel
88
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks
op de printer aansluiten en opnamen afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Zet de camera uit en sluit deze aan op de printer met de
USB-kabel.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek bij het aansluiten of loskoppelen.
3 Zet de camera aan.
Het opstartscherm van PictBridge (1) wordt weergegeven op de monitor van
de camera, gevolgd door het scherm Afdrukselectie (2).
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print)
Afdrukselectie
15/11/2015 No. 32
32
12
89
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Opnamen één voor één afdrukken
1 Gebruik JK van de multi-selector
om het gewenste beeld te
selecteren en druk op de knop k.
Draai de zoomknop naar f (h) om over te
schakelen naar miniatuurweergave of naar
g (i) om over te schakelen naar de
schermvullende weergave.
2 Gebruik HI om Kopieën te
selecteren en druk op de knop k.
Gebruik HI om het gewenste aantal
afdrukken (maximaal negen) in te stellen en
druk op de knop k.
3 Selecteer Papierformaat en druk
op de knop k.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de knop k.
Als u wilt afdrukken met de instelling voor
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die
beschikbaar zijn op de camera variëren afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukken starten en
druk op de knop k.
Het afdrukken wordt gestart.
Afdrukselectie
15/11/2015 No. 32
32
1
afdrukken
PictBridge
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
4
afdrukken
PictBridge
4
afdrukken
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
PictBridge
90
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Meerdere opnamen afdrukken
1 Wanneer het scherm
Afdrukselectie wordt
weergegeven, drukt u op de knop
d (menu).
2 Gebruik HI van de multi-selector
om Papierformaat te selecteren en
druk op de knop k.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de knop k.
Als u wilt afdrukken met de instelling voor
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de camera variëren
afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Druk op de knop d om het afdrukmenu te verlaten.
3 Selecteer Afdrukselectie of Druk
alle beelden af en druk vervolgens
op de knop k.
Afdrukselectie
15/11/2015 No. 32
32
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
91
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Afdrukselectie
Selecteer de opnamen (maximaal 99)
en het aantal afdrukken (maximaal 9)
voor elke opname.
Gebruik JK van de multi-selector
om opnamen te selecteren en
gebruik HI om het aantal af te
drukken exemplaren op te geven.
Opnamen die zijn geselecteerd voor
afdrukken, herkent u aan a en het
gewenste aantal afdrukken. U kunt
de afdrukselectie annuleren door het aantal exemplaren op 0 te zetten.
Draai de zoomknop naar g (i) om over te schakelen naar
schermvullende weergave of naar f (h) om over te schakelen naar
miniatuurweergave.
Druk op de knop k als de instelling voltooid is. Wanneer het scherm
voor het bevestigen van het aantal af te drukken exemplaren wordt
weergegeven, selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de knop
k om te starten met afdrukken.
Druk alle beelden af
Eén kopie van alle opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen
of op de geheugenkaart wordt afgedrukt.
Wanneer het scherm voor het bevestigen van het aantal af te drukken
exemplaren wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken starten en
drukt u op de knop k om te starten met afdrukken.
11
3
5
Afdrukselectie
Terug
92
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
ViewNX 2 installeren
ViewNX 2 is gratis software waarmee u afbeeldingen en films kunt overzetten naar
uw computer zodat u deze kunt bekijken, bewerken of delen. Als u ViewNX 2 wilt
installeren, downloadt u het installatieprogramma voor ViewNX 2 van de
onderstaande website en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
http://nikonimglib.com/nvnx/
Voor systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de website van Nikon voor
uw regio.
Beelden overzetten naar een computer
1 Bereid een geheugenkaart voor die beelden bevat.
U kunt elk van de onderstaande methoden gebruiken om beelden over te zetten van
een geheugenkaart naar een computer.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf
van uw computer of in de (in de handel verkrijgbare) kaartlezer die is aangesloten
op de computer.
Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en controleer of de
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met
de USB-kabel. Zet de camera aan.
U kunt beelden die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera
overzetten door de geheugenkaart uit de camera te verwijderen voordat u het
toestel aansluit op de computer.
ViewNX 2 gebruiken (beelden overzetten
naar een computer)
93
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma
moet kiezen, selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster
wordt weergegeven, dient u de
onderstaande stappen te volgen
om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en
video's importeren op Ander
programma. Er wordt een
programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik
op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren
voordat Nikon Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking wordt niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
2 Nadat Nikon Transfer 2 is gestart, klikt u op Overspelen
starten.
Het overzetten van beelden begint. Als het overzetten van de beelden is voltooid,
start ViewNX 2 en worden de overgezette beelden weergegeven.
Raadpleeg online help voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
3 Verbreek de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijbehorende optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenkomt
met de geheugenkaart uit te werpen en verwijdert u vervolgens de
geheugenkaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Wanneer de camera is verbonden met de computer, schakelt u de camera uit en
koppelt u de USB-kabel los.
Overspelen
starten
94
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Behandeling van het product..............................................................................95
De camera...........................................................................................................95
Batterijen.............................................................................................................96
Geheugenkaarten............................................................................................97
Reiniging en opslag.................................................................................................98
Reinigen ..............................................................................................................98
Opslag..................................................................................................................98
Foutmeldingen .........................................................................................................99
Problemen oplossen ............................................................................................102
Bestandsnamen .....................................................................................................108
Optionele accessoires..........................................................................................109
Specificaties.............................................................................................................110
Goedgekeurde geheugenkaarten..........................................................113
Index ..........................................................................................................................115
Technische opmerkingen
95
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen en de waarschuwingen die worden
beschreven in
Voor uw veiligheid (Av–vii) in acht wanneer u het apparaat
gebruikt of opbergt.
De camera
Stel de camera niet bloot aan zware schokken
Er kan een storing optreden in het product als u het blootstelt aan krachtige schokken of
trillingen. Raak bovendien het objectief niet aan en oefen hier geen kracht op uit.
Droog houden
Het apparaat raakt beschadigd als het wordt ondergedompeld in water of wordt
blootgesteld aan hoge luchtvochtigheid.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude
dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas
te doen voordat u het toestel aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dat wel doet, raakt u
mogelijk gegevens kwijt of treedt er een storing in de camera op.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron
wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Fel licht kan schade toebrengen aan de
beeldsensor of een wit waas doen ontstaat in foto's.
Schakel het product uit voordat u de voedingsbron of geheugenkaart
verwijdert of loskoppelt
Verwijder de batterijen niet terwijl het product is ingeschakeld of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroomtoevoer in dergelijke situaties kan
resulteren in gegevensverlies of in schade aan het productgeheugen of de inwendige circuits.
Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een uiterst hoge mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99% van de pixels is werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of
is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit,
rood, blauw of groen) of altijd uitstaan (zwart). Dit is geen defect en heeft geen effect op
de afbeeldingen die worden vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien anders schade of een storing kan
ontstaan. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt
aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Behandeling van het product
Technische opmerkingen
96
Opmerkingen over smear
Op de monitor kunnen witte of gekleurde lichtstroken zichtbaar zijn bij het kadreren van
heldere onderwerpen. Dit fenomeen, “smear” genoemd, treedt op wanneer extreem helder
licht op de beeldsensor terechtkomt; dit is te wijten aan de kenmerken van de beeldsensor en
wijst niet op een defect. Smear kan tijdens de opname ook leiden tot een gedeeltelijke
verkleuring op de monitor.
Het verschijnt niet in beelden die zijn opgeslagen met de camera, behalve bij films. Bij het
opnemen van films adviseren wij u heldere objecten als de zon, weerkaatst zonlicht en
elektrische lampen te vermijden.
Batterijen
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Houd er rekening mee dat de batterijen heet kunnen zijn na gebruik.
Gebruik geen batterijen waarvan de aanbevolen uiterlijke gebruiksdatum is
overschreden.
Schakel de camera niet herhaaldelijk in en uit als er lege batterijen in de camera zitten.
Reservebatterijen meenemen
Wij adviseren u reservebatterijen mee te nemen, afhankelijk van waar u opnamen gaat
maken. Het is wellicht in bepaalde gebieden moeilijk om aan batterijen te komen.
Batterijen opladen
Als u optionele oplaadbare batterijen gebruikt, laadt u de batterijen op voordat u opnamen
gaat maken. Batterijen zijn bij aankoop niet volledig opgeladen.
Lees en volg de waarschuwingen in de bedieningsinstructies bij de batterijlader.
Oplaadbare batterijen opladen
Gebruik geen batterijen met verschillende laadniveaus of batterijen van verschillende
merken of modellen door elkaar.
Wanneer u batterijen van het type EN-MH2 gebruikt met deze camera, laadt u telkens vier
batterijen tegelijk op met batterijlader MH-73. Gebruik alleen batterijlader MH-73 om
batterijen van het type EN-MH2 op te laden.
Bij gebruik van batterijlader MH-73, laadt u alleen batterijen van het type EN-MH2 op.
EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
Opmerkingen over oplaadbare Ni-MH-batterijen
Als u herhaaldelijk oplaadbare Ni-MH-batterijen oplaadt terwijl deze nog gedeeltelijk
opgeladen zijn, wordt mogelijk het bericht Batterij is leeg. te vroeg weergegeven bij
gebruik van de batterijen. Dit wordt veroorzaakt door het “geheugeneffect,” waardoor de
lading die de batterijen kunnen bevatten geleidelijk aan minder wordt. Gebruik de
batterijen totdat deze volledig leeg zijn. Zij vertonen dan weer hun normale gedrag.
Oplaadbare Ni-MH-batterijen lopen leeg ook al worden zij niet gebruikt. Wij adviseren u
de batterijen net voor het gebruik op te laden.
De batterijen gebruiken in de kou
Op koude dagen is de capaciteit van batterijen gewoonlijk geringer. Als bijna lege batterijen
worden gebruikt bij een lage temperatuur, wordt de camera mogelijk niet ingeschakeld. Bewaar
batterijen op een warme plek en vervang deze indien nodig. Wanneer koude batterijen eenmaal
zijn opgewarmd krijgen zij mogelijk een deel van hun lading terug.
Technische opmerkingen
97
Contactpunten van batterijen
Vuil op de contactpunten van batterijen kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de
contactpunten vuil worden, veegt u ze vóór gebruik af met een schone, droge doek.
Resterende batterijlading
Als u gedeeltelijk lege batterijen in de camera plaatst, geeft het toestel mogelijk aan dat de
batterijen nog voldoende resterende lading bevatten. Dit is een eigenschap van batterijen.
Gebruikte batterijen recyclen
Vervang de batterijen als zij niet langer opladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare
grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein
chemisch afval.
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten” (A113) voor aanbevolen geheugenkaarten.
Houd de voorzorgsmaatregelen in acht die in de documentatie bij de geheugenkaart
worden beschreven.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die
eerder in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren.
Wij adviseren om nieuwe geheugenkaarten te formatteren met deze camera voordat u
ze gebruikt met deze camera.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en
andere gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van
beelden die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Als de melding Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld, moet de geheugenkaart worden
geformatteerd. Als er gegevens zijn die u niet wilt wissen, selecteert u Nee. Kopieer de
benodigde gegevens naar een computer, enz. Als u de geheugenkaart wilt formatteren,
selecteert u Ja. Het bevestigingsvenster wordt weergegeven. U kunt het formatteren
starten door op de knop k te drukken.
Voer geen van de volgende activiteiten uit bij het formatteren, terwijl gegevens worden
weggeschreven naar of verwijderd van de geheugenkaart, of tijdens het overzetten van
gegevens naar een computer. Als u zich niet aan deze voorzorgsmaatregel houdt,
kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd
raken.
- Op het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf om de batterijen of de
geheugenkaart te verwijderen of te plaatsen.
-Zet de camera uit.
- Koppel de lichtnetadapter los.
Technische opmerkingen
98
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de batterijen als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Voorkom
de vorming van schimmel of meeldauw door de camera minimaal één keer per
maand uit de opbergruimte te halen. Schakel de camera in en ontspan de sluiter
enkele keren voordat u de camera weer opbergt. Sla de camera niet op een van de
volgende locaties op:
slecht geventileerde plekken of plekken met een vochtigheid van meer dan 60%.
plekken die zijn blootgesteld aan temperaturen boven 50°C of onder –10°C
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Reiniging en opslag
Objectief
Vermijd het om glazen onderdelen aan te raken met uw vingers. Verwijder
stof of pluisjes met een blaasbalgje (meestal een klein pijpje met een
rubberen bal aan het ene uiteinde waarop wordt gedrukt om een
luchtstroom te produceren via het andere uiteinde). U kunt
vingerafdrukken of andere vlekken die niet kunnen worden verwijderd met
een blaasbalgje verwijderen door het objectief af te vegen met een zachte
doek, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden
van het objectief naar de randen toe. Als dit mislukt, reinigt u het objectief
met een doek die licht is bevochtigd met een in de handel verkrijgbare
lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken door de monitor te reinigen met een
zachte, droge doek. Zorg er hierbij voor dat u niet te hard drukt.
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg
vervolgens zachtjes na met een zachte, droge doek. Na gebruik van de
camera op het strand of in een andere zanderige of stoffige omgeving,
dient u zand, stof en zout te verwijderen met een droge doek die licht is
bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig af. Let op: vuil
of stof in de camera kan schade veroorzaken die niet door de
garantie wordt gedekt.
Technische opmerkingen
99
Raadpleeg de onderstaande tabel als een foutmelding wordt weergegeven.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Schakel de camera uit,
verwijder de lensdop en
zet de camera aan.
Mogelijk is de objectiefdop aangebracht of is een
objectieffout opgetreden.
Controleer of de objectiefdop is verwijderd en
schakel vervolgens de camera opnieuw uit en
opnieuw in. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met uw leverancier of met
een door Nikon erkende servicedienst.
6, 102
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De schrijfbeveiligingsschuif is vergrendeld. Schuif
de beveiligingsschuif in de “schrijfstand”.
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van
toegang tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
7, 113
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor
gebruik in de camera.
Door de geheugenkaart te formatteren worden
alle gegevens verwijderd. Als u kopieën van
beelden moet bewaren, selecteert u Nee en slaat
u de kopieën op een computer of ander medium
op voordat u de geheugenkaart gaat
formatteren. Selecteer Ja en druk op de knop
k om de geheugenkaart te formatteren.
97
Geen geheugen meer.
Wis beelden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
7, 17
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er is een fout opgetreden bij het opslaan van het
beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
82
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
82
Er is onvoldoende vrije ruimte om de kopie op te
slaan.
Wis opnamen van het doelmedium.
17
Technische opmerkingen
100
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden
bewerkt.
47, 106
Kan film niet opnemen.
Er is een time-outfout opgetreden terwijl de film
op de geheugenkaart werd opgeslagen.
Selecteer een geheugenkaart met een hogere
schrijfsnelheid.
53, 113
Geheugen bevat geen
beelden.
Er bevinden zich geen opnamen in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in
het interne geheugen weer te geven.
Druk op de knop d om Kopiëren in het
weergavemenu te selecteren en kopieer de
beelden die in het interne geheugen van de
camera zijn opgeslagen naar de
geheugenkaart.
8
71
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand is niet gemaakt of bewerkt met deze
camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op
deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het
apparaat dat werd gebruikt om dit bestand te
maken of bewerken.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een
diashow, enz.
69
Dit beeld kan niet gewist
worden.
De opname is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
70
Klap de flitser omhoog.
De flitser is ingeklapt.
Klap de flitser uit als u opnamen wilt maken in de
onderwerpstand Nachtportret of Tegenlicht.
24, 25,
32
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden bij het communiceren
met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel opnieuw
aan.
88
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne
schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterijen en
plaats deze weer terug, en zet de camera aan. Als
de fout zich blijft voordoen, neemt u contact op
met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
102
Printerfout: controleer
printerstatus
Nadat u het probleem hebt opgelost, selecteert u
Hervatten en drukt u op de knop k om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Laad papier van het opgegeven formaat,
selecteer Hervatten en druk op de knop k om
het afdrukken te hervatten.*
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
101
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer
Hervatten en druk op de knop k om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Laad papier van het opgegeven formaat,
selecteer Hervatten en druk op de knop k om
het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk
op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang het inktpatroon, selecteer Hervatten en
druk op de knop k om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het beeldbestand dat u
wilt afdrukken.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om
het afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
102
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende
algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon
erkende servicedienst wendt.
Problemen met voeding, scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera
uit.
Als de camera niet wordt uitgeschakeld, verwijder dan
de batterij of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan
los en sluit hem vervolgens weer aan. Merk op dat
ondanks het feit dat alle gegevens die op dat moment
worden opgenomen verloren zullen gaan, gegevens
die al werden geregistreerd niet beïnvloed zullen
worden door het verwijderen of loskoppelen van de
stroombron.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg. 7, 96
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
De camera en batterijen werken mogelijk niet correct
bij lage temperaturen.
Het inwendige van de camera is heet geworden. Laat
de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de
camera is afgekoeld en schakel het toestel daarna
pas opnieuw in.
13
96
De monitor is leeg.
De camera staat uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht totdat het opladen is voltooid.
De camera is verbonden met een tv of computer.
9
13
De camera wordt
heet.
De camera kan heet worden als deze lange tijd wordt
gebruikt voor het opnemen van films of als de camera
wordt gebruikt op een hete locatie. Dit is geen storing.
Het beeld op de
monitor is niet
goed zichtbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
77
98
Technische opmerkingen
103
Problemen bij het opnemen
O knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet is ingesteld, knippert O op
het opnamescherm en krijgen foto's en films die zijn
opgeslagen voordat de klok werd ingesteld
respectievelijk de datum “00/00/0000 00:00” en “01/
01/2015 00:00”. Stel de juiste tijd en datum in voor
Tijdzone en datum in het menu Set-up.
De klok van de camera is niet zo nauwkeurig als
normale horloges of klokken. Vergelijk af en toe de
tijd van de cameraklok met die van een nauwkeuriger
uurwerk en stel de cameraklok zo nodig bij.
3, 75
Datum en tijd van
de opname zijn
onjuist.
Er zijn geen
aanduidingen op
de monitor te zien.
Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie
in Monitorinstellingen in het menu Set-up.
77
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum
is niet ingesteld in het menu Set-up.
75
De datum wordt
niet op opnamen
gestempeld, zelfs
als
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand biedt geen ondersteuning
voor Datumstempel.
De datum kan niet op films worden gestempeld.
79
Het scherm voor
het instellen van
tijdzone en datum
wordt
weergegeven als
de camera wordt
ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle instellingen zijn teruggezet
op de standaardwaarden.
9, 11
De
standaardwaarden
van de camera
worden hersteld.
De camera maakt
een geluid.
Als Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF of in
sommige opnamestanden produceert de camera
mogelijk een hoorbaar geluid bij het scherpstellen.
19, 73
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet naar de
opnamestand gaan.
Koppel de USB-kabel los. 85
Kan geen foto's of
films opnemen.
Wanneer de camera in de weergavestand staat, drukt u op
de knop
A
, de ontspanknop of de knop
b
(
e
).
Als er menu's worden weergegeven, drukt u op de
knop d.
De flitser wordt opgeladen terwijl het flitserlampje
knippert.
De batterijen zijn leeg.
1, 16
58
33
7, 96
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
104
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een
opname te maken met Autom. scènekeuzekn., de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
19, 20,
22, 24,
35
42
80
Opnamen zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Vibratiereductie in.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren
(tegelijkertijd gebruikmaken van de zelfontspanner is
effectiever).
32
65
80
34
Er zijn lichtstrepen
of gedeeltelijke
verkleuringen
zichtbaar op de
monitor.
Smear kan optreden als buitengewoon fel licht op de
beeldsensor schijnt. Bij het opnemen van films wordt
aanbevolen om felverlichte objecten als de zon,
weerkaatsingen van zonlicht en elektrische lampen te
vermijden.
96
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
opnamen die zijn
gemaakt met
flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Klap de flitser in.
11, 32
Flitser treedt niet in
werking.
De flitser is ingeklapt.
Er is een onderwerpstand geselecteerd die het
gebruik van de flitser beperkt.
Er is een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
11, 32
37
44
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de
volgende opnamestanden:
Portret, Nachtportret, of de onderwerpstand
Dierenportret
Stand Slim portret
23
30
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up. In
bepaalde opnamestanden en bij bepaalde
instellingen hoort u geen geluid, zelfs als Aan is
geselecteerd.
Blokkeer de luidspreker niet.
81
1
AF-hulpverlichting
licht niet op.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het menu
S
e
t-up. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de
huidige onderwerpstand, eventueel niet aan, zelfs
wanneer Automatisch is geselecteerd.
80
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
105
Opnamen zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 98
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast. 24, 62
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-waarde is te hoog. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
Door de flitser te gebruiken
Door een lagere ISO-waarde in te stellen.
32
65
Opnamen zijn te
donker
(onderbelicht).
De flitser is ingeklapt of er is een opnamestand
geselecteerd die voorkomt dat de flitser wordt
gebruikt.
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de
flitser.
Pas de belichtingscompensatie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp heeft tegenlicht. Selecteer de
onderwerpstand Tegenlicht of klap de flitser uit en
stel de flits-stand in op X (invulflits).
11, 32,
37
12
111
36
65
25, 32
Opnamen zijn te
licht (overbelicht).
Pas de belichtingscompensatie aan. 36
Onverwachte
resultaten wanneer
flitser is ingesteld op
V
(automatisch met
rode-ogenreductie).
Gebruik een willekeurige andere onderwerpstand dan
Nachtportret en wijzig de flits-stand naar een andere
instelling dan V (automatisch met
rode-ogenreductie) en maak nogmaals een foto.
32, 37
Huidtinten worden
niet verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Gebruik het effect Huid verzachten in het
weergavemenu voor opnamen met vier of meer
gezichten.
40
49
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties:
Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in een
donkere omgeving
Bij opnamen in de onderwerpstand Panorama
assist
Wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch
met rode-ogenreductie)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname
26
33
40, 67
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
106
Problemen bij het afspelen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden afspelen
die zijn opgeslagen met een digitale camera van een
ander merk of model.
Met deze camera kunnen geen films worden
afgespeeld die zijn opgenomen met een digitale
camera van een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens afspelen
die zijn bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld
inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films en
beelden met een beeldformaat van 160 × 120 of
kleiner.
Bij het bekijken van kleine opnamen, komt de
weergegeven zoomfactor mogelijk niet overeen met
de daadwerkelijke zoomfactor van de opname.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op
beelden die zijn opgenomen met een digitale
camera van een ander merk of model.
Kan beelden niet
bewerken.
Beelden met een beeldformaat van 160 × 120 of
kleiner kunnen niet worden bewerkt.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die al zijn bewerkt, kunnen niet opnieuw
worden bewerkt.
Er is niet voldoende vrije ruimte beschikbaar op de
geheugenkaart of in het interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die zijn
vastgelegd met andere camera's.
Bewerkingsfuncties die worden gebruikt voor
beelden zijn niet beschikbaar voor films.
47
Kan beeld niet
draaien.
Met deze camera kunnen geen opnamen worden
gedraaid die zijn gemaakt met een digitale camera van
een ander merk of model.
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
Videostand is niet correct ingesteld in het menu
Set-up.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
58, 83
8
Nikon Transfer 2
start niet als de
camera is
verbonden met
een computer.
De camera staat uit.
De batterijen zijn leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
85
85, 92
Technische opmerkingen
107
Voor afdrukken
gemarkeerde
beelden worden
niet weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen af te drukken.
8
Kan het
papierformaat niet
selecteren in de
camera.
In de volgende situaties kan de camera niet worden
gebruikt om het papierformaat te selecteren, zelfs niet
als u afdrukt op een PictBridge-compatibele printer.
Gebruik de printer om het papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de door de camera bepaalde
papierformaten niet.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
108
De bestandsnamen van beelden of films zijn op de volgende manier opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN
0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet weergegeven op het scherm van de camera.
DSCN: Originele foto's, films
SSCN: Kleine kopieën
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die zijn gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan Uitsnede en Kleine afbeelding,
films die zijn gemaakt met de functie voor filmbewerking
(2)
Bestandsnummer
Toegewezen op oplopende volgorde, beginnend met “0001” en
eindigend met “9999”.
(3) Extensie
Geeft bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MOV: Films
Technische opmerkingen
109
* Bij gebruik van EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen met de camera laadt u telkens vier
batterijen op met behulp van batterijlader MH-73. Laad batterijen met een verschillende
resterende lading niet gelijktijdig op (A96). EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen
kunnen niet worden gebruikt.
De beschikbaarheid kan verschillen per land of regio.
Zie onze website of brochures voor de meest recente informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader, oplaadbare
batterijen*
Batterijlader MH-73
(inclusief vier oplaadbare Ni-MH-batterijen
van het type EN-MH2)
Vervangende oplaadbare batterijen: Oplaadbare
Ni-MH-batterijen EN-MH2-B4 (reeks van vier
EN-MH2-batterijen)
Lichtnetadapter Lichtnetadapter EH-67
AV-kabel AV-kabel EG-CP14
Handriem Handriem AH-CP1
Technische opmerkingen
110
Nikon COOLPIX L340 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
20,2 miljoen (bij beeldverwerking kan het aantal
effectieve pixels afnemen).
Beeldsensor
1
/2,3-inch type CCD; circa 20,48 miljoen pixels in totaal
Objectief
NIKKOR-objectief met 28× optische zoom
Brandpuntsafstand
4.0–112 mm (beeldhoek komt ongeveer overeen met
die van een 22.5–630 mm-objectief in 35mm
[135]-formaat)
f-waarde
f/3.1–5.9
Constructie
12 elementen in 9 groepen (1 ED-objectiefelement)
Digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van
een 2520 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
Vibratiereductie Lens-shift
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[G]: Ca. 50 cm –,
[T]: Ca. 1,5 m –,
Macro-stand: Ca. 1 cm (als zoom is ingesteld op
middenstand)–
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van de
voorzijde van het objectief)
Selectie scherpstelveld
Centrum, gezichtsherkenning, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch) TFT LCD met circa 460.000 beeldpunten
en anti-reflectiecoating en helderheidsaanpassing met
5niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Ca. 99% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Ca. 100% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Opslag
Media
Intern geheugen (ca. 43 MB), SD/SDHC/
SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF en Exif 2.3
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: PCM
mono)
Technische opmerkingen
111
Beeldformaat
(pixels)
20M (Hoog) [5152 × 3864P]
20M [5152 × 3864]
10M [3648 × 2736]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 [5120 × 2880]
1:1 [3864 × 3864]
ISO-gevoeligheid
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 80–1600
Belichting
Lichtmetingsstand
Matrixmeting, centrumgericht (digitale zoom minder
dan 2×), spot (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscompensatie
(–2,0 – +2,0 LW in stappen van
1
/3 LW)
Sluiter
Mechanische en ladinggekoppelde elektronische sluiter
Sluitertijd
1
/1500–1 s
4 sec. (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurde ND-filterselectie (–3,3 AV)
Bereik
2 stappen (f/3.1 en f/9.9 [G])
Zelfontspanner
10 sec.
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[G]: 0,5–4,7 m
[T]: 1,5–2,4 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
USB-aansluiting
Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
Tevens gebruikt als audio/video-uitgang (NTSC of PAL
kan worden geselecteerd voor video-uitvoer)
DC-ingang Voor Lichtnetadapter EH-67 (apart verkrijgbaar)
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengali, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks,
Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans,
Marathi, Nederlands, Noors, Oekraïens, Perzisch, Pools,
Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens,
Russisch, Servisch, Spaans, Tamil, Telugu, Thai,
Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Technische opmerkingen
112
Tenzij anders wordt vermeld, zijn alle getallen gebaseerd op het gebruik van
nieuwe LR6/L40 (AA-formaat) alkalinebatterijen en een omgevingstemperatuur
van 23 ±3°C, zoals gespecificeerd door de CIPA (Camera and Imaging Products
Association).
1
De gebruiksduur van de batterijen kan variëren, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals de tijd tussen opnamen of de tijdsduur waarin menu's
en beelden worden weergegeven. De meegeleverde batterijen dienen uitsluitend voor
testdoeleinden. De vermelde gegevens voor lithiumbatterijen zijn gemeten bij gebruik
van in de handel verkrijgbare FR6/L91 (AA-formaat) Energizer(R)
Ultimate-lithiumbatterijen.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer dan
29 minuten. Het opnemen kan stoppen voordat deze limiet bereikt wordt als de
temperatuur van de camera te hoog oploopt.
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Voedingsbronnen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (apart
verkrijgbaar)
Lichtnetadapter EH-67 (apart verkrijgbaar)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto's
Circa 370 opnamen bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 960 opnamen bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 600 opnamen bij gebruik van batterijen van het
type EN-MH2
Films (werkelijke
gebruiksduur batterij
voor opname)
2
Circa 2 uur 5 min. bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 5 uur 40 min. bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 3 uur 40 min. bij gebruik van batterijen van het
type EN-MH2
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 111,1 × 76,3 × 83,3 mm (exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Circa 430 g (inclusief batterijen en geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0°C–40°C
Luchtvochtigheid
85% of minder (geen condens)
Technische opmerkingen
113
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende SD-geheugenkaarten (Secure Digital) zijn getest en goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Bij gebruik van een geheugenkaart met een
lagere snelheidsclassificatie kan de opname onverwachts stoppen.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over de hierboven vermelde
kaarten. Wij kunnen niet garanderen dat de camera naar behoren werkt bij gebruik van
geheugenkaarten van andere fabrikanten.
Als u een kaartlezer gebruikt, moet u controleren of deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Informatie over handelsmerken
Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe, het Adobe-logo en Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Het SDXC-, het SDHC- en het SD-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij
uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
SanDisk 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
Technische opmerkingen
114
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het
persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te
coderen in overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii)
AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het kader van
een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een
videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt
geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik. Voor meer
informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType
Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2015 The HarfBuzz
Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten
voorbehouden.
115
Technische opmerkingen
Symbolen
R........................................................ 27
g (Tele)............................................................. 14
f (Groothoek)........................................... 14
i Zoomweergave............................ 16, 45
h Miniatuurweergave................ 16, 46
x Stand Autom. scènekeuzekn.
...................................................................... 19, 22
b Onderwerpstand......................... 19, 23
E Stand Speciale effecten........ 19, 29
F Stand Slim portret.................... 19, 30
A Autostand...................................... 19, 31
c Weergavestand.................................. 16
z Menu Set-up.................................. 58, 75
k knop (selectie toepassen)....... 2, 58
A Knop Opnamestand.................. 2, 19
b knop (e filmopname).............. 2, 21
c knop (weergave)........................... 2, 16
l knop (wissen).................................... 2, 17
d knop................................................. 2, 58
m knop (pop-up flitser).............. 1, 11, 32
m Flits-stand......................................... 20, 32
n Zelfontspanner........................... 20, 34
p Macr
o-stand.................................. 20, 35
o Stand Belichtingscompensatie
...................................................................... 20, 36
j Help ............................................................ 23
A
Aansluiting voor DC-ingang................... 1
Aantal resterende opnamen ...... 10, 61
AF met doelopsporing.................. 41, 66
AF-hulplicht ................................................. 80
AF-hulpverlichting........................................ 1
AF-veldstand ............................................... 66
Alkalinebatterijen.......................................... 7
Audio/video-in-aansluiting........ 86, 87
Audio/videokabel................. 86, 87, 109
Autofocus.............................................. 42, 73
Autofocus-stand........................................ 73
Automatisch flitsen.................................. 33
Automatisch uit .................................. 13, 81
Autostand............................................... 19, 31
B
Batterij.......................................................... 7, 11
Batterijlader................................................ 109
Batterijniveau................................................ 10
Batterijtype.................................................... 84
Beeld draaien............................................... 70
Beelden bewerken................................... 47
Beeldmodus................................................. 60
Belichtingscompensatie.............. 20, 36
Bestandsnamen...................................... 108
Beveiligen ...................................................... 70
C
Camerariem..................................................... 6
Close-up k ......................................... 23, 24
Compressieverhouding........................ 60
Computer.............................................. 86, 92
Continu-opname ...................................... 64
D
Datum en tijd ......................................... 9, 75
Datumnotatie......................................... 9, 75
Datumstempel............................................ 79
Deksel aansluitingen................................... 1
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf ................................... 2
Diafragma ....................................................... 15
Diashow.......................................................... 69
Dierenp. autom. ontsp........................... 25
Dierenportret O ............................... 23, 25
Digitale zoom.............................................. 14
Direct Print ........................................... 86, 88
D-Lighting ..................................................... 48
Index
116
Technische opmerkingen
E
Enkelvoudige AF........................................ 73
Enkelvoudige opname.......................... 64
EN-MH2................................................ 96, 109
F
Filmmenu.............................................. 58, 73
Filmopname ......................................... 21, 52
Filmopties....................................................... 73
Films bewerken........................................... 56
Firmware-versie......................................... 84
Flitser.................................................... 1, 11, 32
Flitserlampje ........................................... 2, 33
Flits-stand.............................................. 20, 32
Formatteren............................................ 7, 82
Foto-illustratie z ...................................... 29
Foto-informatie........................................... 77
Fulltime-AF.................................................... 73
G
Geheugenkaart........................... 7, 97, 113
Geheugenkaarten formatteren
.... 7, 82
Geheugenkaartsleuf ................................... 7
Geluidsinstellingen................................... 81
Gezichtsherkenning................................. 39
Glimlachtimer.............................................. 67
Groothoek...................................................... 14
H
Half indrukken ............................................. 15
Handm. voorinstelling............................ 63
Helderheid..................................................... 77
Help.................................................................... 23
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
............................................................................. 1, 9
Hoogcontrast monochr. F................ 29
Huid verzachten............................... 49, 67
I
Intern geheugen........................................... 8
Intern geheugen formatteren........... 82
Invulflits............................................................ 33
Inzoomen ....................................................... 14
ISO-waarde.................................................... 65
K
Kalenderweergave ................................... 46
Kleine afbeelding...................................... 50
Knipperdetectie......................................... 68
Knopgeluid .................................................... 81
Koelblauw y.............................................. 29
Kopiëren .......................................................... 71
L
Landschap c.............................................. 23
Lange sluitertijd ......................................... 33
Lichtnetadapter ...................................... 109
Lithiumbatterijen ......................................... 7
Luidspreker ....................................................... 1
M
Macro-stand......................................... 20, 35
Menu Set-up ........................................ 58, 75
Menu Slim portret ........................... 58, 67
Microfoon ......................................................... 2
Miniatuurweergave ........................ 16, 46
Monitor................................................. 2, 3, 98
Monitorinstellingen................................. 77
Multi-selector.......................................... 2, 58
N
Nachtlandschap j................................. 23
Nachtportret e................................ 23, 24
Nikon Transfer 2......................................... 93
Nostalgisch sepia E.............................. 29
O
Objectief.................................................. 1, 110
Onderwerpstand............................... 19, 23
Ontspanknop........................................... 1, 13
Oogje voor polsriem................................... 1
Oplaadbare batterij............................... 109
Oplaadbare
nikkelmetaalhydridebatterijen............. 7
Opnamemenu................................... 58, 60
Opnamen maken............................... 12, 19
Opnamestand.............................................. 19
117
Technische opmerkingen
Optionele accessoires.......................... 109
Optische zoom............................................ 14
P
Panorama assist U......................... 23, 26
Papierformaat..................................... 89, 90
Party/binnen f................................ 23, 24
PictBridge ............................................. 86, 88
Pop l ........................................................... 29
Portret b........................................................ 23
Printen............................................ 86, 89, 90
Printer ..................................................... 86, 88
R
Resterende opnametijd voor films
...................................................................... 52, 53
Rode-ogenreductie.................................. 33
S
Schemering i ........................................... 23
Schermvullende weergave ................. 16
Scherpstelaanduiding ............................... 3
Scherpstelling.............................................. 39
Scherpstelveld............................................. 13
Scherpstelvergrendeling ..................... 43
SD-geheugenkaart.................... 7, 97, 113
Selectieve kleur I ................................... 29
Sluitergeluid.................................................. 81
Sluitertijd......................................................... 15
Sneeuw z..................................................... 23
Sneleffecten................................................. 47
Sport d .................................................. 23, 24
Stand Autom. scènekeuzekn..... 19, 22
Stand Slim portret............................ 19, 30
Stand Speciale effecten................ 19, 29
Standaardwaarden.................................. 84
Statiefaansluiting............................... 2, 112
Strand Z........................................................ 23
T
Taal/Language ............................................ 83
Tegenlicht o...................................... 23, 25
Tele..................................................................... 14
Tijdverschil..................................................... 76
Tijdzone...................................................... 9, 75
Tijdzone en datum.............................. 9, 75
TV ............................................................... 86, 87
U
Uitsnede.................................................. 45, 51
Uitzoomen .................................................... 14
USB-/audio-/video-uitgang
............................................... 1, 85, 87, 88, 92
USB-kabel..................................... 85, 88, 92
V
Vibratiereductie.......................................... 80
Videostand.................................................... 83
ViewNX 2........................................................ 92
Voedsel u............................................. 23, 24
Volume ............................................................ 55
Vuurwerk m........................................ 23, 24
W
Weergave............................................... 16, 55
Weergave Panorama assist................. 28
Weergavemenu ................................ 58, 69
Weergavestand........................................... 16
Windruisreductie....................................... 74
Wissen............................................................... 17
Witbalans........................................................ 62
Z
Zelfontspanner.................................. 20, 34
Zelfontspannerlampje...................... 1, 34
Zomertijd ................................................. 9, 76
Zonsondergang h ................................. 23
Zoomen .......................................................... 14
Zoomknop ....................................... 1, 12, 14
Zoomweergave.................................. 16, 45
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
CT5A01(1F)
6MN5131F-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132

Nikon COOLPIX L340 de handleiding

Type
de handleiding