Nikon COOLPIX B500 Referentie gids

Type
Referentie gids
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera
gebruikt.
Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet
niet “Voor uw veiligheid” te lezen (pagina vi).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een gemakkelijk
toegankelijke plaats voor later gebruik.
ii
Overzicht onderwerpen
U kunt naar deze pagina terugkeren door te tikken of klikken op in de
rechterbenedenhoek van elke pagina.
Hoofdonderwerpen
Inleiding.............................................................................................................................................. iii
Inhoudsopgave ................................................................................................................................. x
Onderdelen van de camera .......................................................................................................... 1
Aan de slag.......................................................................................................................................... 9
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten..................................................................16
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)......................................................................23
Opnamefuncties .............................................................................................................................32
Weergavefuncties...........................................................................................................................68
Films ....................................................................................................................................................80
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten .........................................91
Het menu gebruiken .................................................................................................................. 102
Technische opmerkingen......................................................................................................... 148
Algemene onderwerpen
Voor uw veiligheid
Verbinden met een
smart-apparaat
Een opnamestand
selecteren
De zoom
gebruiken
Continu-opname Beelden bewerken
(foto's)
Problemen
oplossen
Index
iii
Inleiding
Lees dit eerst
Inleiding
Hartelijk bedankt voor uw aanschaf van de Nikon COOLPIX B500 digitale camera.
Symbolen en conventies die in deze handleiding worden
gebruikt
Tik of klik op in de rechterbenedenhoek van elke pagina om “Overzicht
onderwerpen” weer te geven (Aii).
Symbolen
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in deze
handleiding.
Smartphones en tablets worden “smart-apparaten” genoemd.
De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling” genoemd.
De namen van menuopties die worden weergegeven op het scherm van de camera en
de namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden vet
weergegeven.
In deze handleiding worden soms onderdelen van het scherm niet weergegeven zodat
aanduidingen op het scherm duidelijker zichtbaar zijn.
Lees dit eerst
Symbool Beschrijving
B
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten worden
gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
C
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten worden
gelezen voordat de camera wordt gebruikt.
A Dit pictogram geeft andere pagina's aan die relevante informatie bevatten.
iv
Inleiding
Lees dit eerst
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar
op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde
vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer
informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande
website voor contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van Nikon, inclusief batterijladers,
batterijen en lichtnetadapters, zijn door Nikon speciaal gecertificeerd voor gebruik met deze
digitale camera van Nikon. Deze accessoires zijn ontwikkeld en getest om goed en veilig te werken
binnen de door het elektronische circuit van onze camera's gestelde eisen.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN
DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon
erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u
best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet
aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
v
Inleiding
Lees dit eerst
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in
enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
De illustraties en schermbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op het scherm van het daadwerkelijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de
hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te
wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist
en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van
eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Voldoen aan auteursrechtelijke bepalingen
Onder auteursrecht mogen foto’s of opnamen van auteursrechtelijk beschermde werken, gemaakt
met de camera, niet worden gebruikt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht.
Uitzonderingen zijn van toepassing op persoonlijk gebruik, maar houd er rekening dat zelfs
persoonlijk gebruik mogelijk beperkt is in het geval van foto’s of opnamen van exposities of live
optredens.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig
worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van
persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Reset alle instellingen van de camera in Standaardwaarden in het menu Set-up (A103) voordat
u het opslagmedium wegwerpt of aan een ander geeft. Na de reset wist u alle gegevens in het
apparaat met in de handel verkrijgbare verwijdersoftware of formatteert u het apparaat in Geheug.
formatteren of Geheugenkaart form. in het menu Set-up (A103). Vervolgens vult u het
apparaat geheel met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld beelden van
de lucht).
Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van geheugenkaarten en voorkom letsel en
beschadiging van eigendommen.
Conformiteitsmarkering
Volg de onderstaande procedure om enkele van de conformiteitsmarkeringen te bekijken
waaraan de camera voldoet.
Druk op de knop dM menupictogram z M Conformiteitsmarkering M knop k
vi
Inleiding
Voor uw veiligheid
Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees “Voor uw
veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken.
Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze kan lezen.
Voor uw veiligheid
GEVAAR
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit
pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de
dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit
pictogram, kan de dood of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
LET OP
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit
pictogram, kan letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruik niet tijdens het lopen of het bedienen van een motorvoertuig. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken of ander letsel veroorzaken.
Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne delen aan die worden
blootgesteld als gevolg van een val of ander ongeluk. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het produceren van rook, hitte of
ongebruikelijke geuren, ontkoppel dan onmiddellijk de batterijen/accu’s of
voedingsbron. Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Houd droog. Niet met natte handen vastpakken. Pak de stekker niet met natte handen
vast. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Laat uw huid niet langdurig in contact komen met dit product terwijl deze in en uit het
stopcontact wordt gehaald. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof of gas zoals propaan,
benzine of spuitbussen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een
explosie of brand tot gevolg hebben.
Richt de flitser niet op de bestuurder van een motorvoertuig. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben.
vii
Inleiding
Voor uw veiligheid
Houd dit product uit de buurt van kinderen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product tot gevolg hebben. Merk
bovendien op dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind
onderdelen van dit product inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Wikkel, draai en raak niet verstrikt in de riemen om uw nek. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben.
Gebruik geen accu’s, laders of lichtnetadapters die niet specifiek zijn bedoeld voor
gebruik met dit product. Bij het gebruik van accu’s, laders en lichtnetadapters die
bedoeld zijn voor gebruik met dit product, ga geen:
- Snoeren of kabels beschadigen, aanpassen, met overmatige kracht trekken aan of
buigen van kabels of ze onder zware voorwerpen plaatsen of ze blootstellen aan hitte
of vlammen.
- Reisadapters of adapters gebruiken die speciaal ontworpen zijn om van de ene spanning naar
een andere spanning over te schakelen, of met DC-naar-AC-omvormers.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
Raak de stekker niet aan bij gebruik van de lichtnetadapter tijdens onweer. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak niet met blote handen vast op plaatsen die worden blootgesteld aan extreem hoge
en lage temperaturen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
brandwonden of bevriezingsverschijnselen tot gevolg hebben.
LET OP
Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel draadloze
functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur verboden is. De
radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen interfereren met
apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische
faciliteiten.
Verwijder de batterijen/accu’s en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd
geen gebruik wordt gemaakt van dit product. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben.
Raak geen bewegende delen van het objectief of andere bewegende delen aan. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben.
Laat de flitser niet flitsen terwijl deze in contact is met of zich nabij de huid of
voorwerpen bevindt. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
brandwonden of brand tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd wordt blootgesteld
aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het
product tot gevolg hebben.
viii
Inleiding
Voor uw veiligheid
GEVAAR voor batterijen
Voorkom onjuist gebruik van batterijen/accu’s. Het niet in acht nemen van de volgende
voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen dat de batterijen/accu’s lekken, oververhit
raken, scheuren of vlam vatten.
- Probeer niet-oplaadbare batterijen niet op te laden.
- Stel batterijen/accu’s niet bloot aan vlammen of extreme hitte.
- Haal niet uit elkaar.
- Sluit de aansluitingen niet kort door ze in aanraking te laten komen met kettingen,
haarspelden of andere metalen voorwerpen.
- Stel batterijen/accu’s of de producten waarin ze worden geplaatst, niet bloot aan
krachtige fysieke schokken.
Laad alle EN-MH2 oplaadbare batterijen van elke set van vier tegelijk op. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de batterijen/accu’s lekken,
oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als accuvloeistof in aanraking komt met de ogen, spoel dan met veel schoon water en
zoek onmiddellijk medische hulp. Het uitstellen van deze handeling kan oogletsel tot
gevolg hebben.
WAARSCHUWING voor batterijen
Verwijder of beschadig niet de behuizing van de batterij/accu. Gebruik nooit batterijen/
accu’s met een beschadigde behuizing. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de batterijen/accu’s lekken, oververhit raken,
scheuren of vlam vatten.
Houd batterijen/accu’s buiten bereik van kinderen. Mocht een kind een batterij/accu
inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Dompel dit product niet onder in water en stel het niet bloot aan regen. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot
gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig
voorwerp, mocht deze nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de batterijen/accu’s opmerkt,
zoals verkleuring en vervorming. Stop met het opladen van EN-MH2 oplaadbare accu’s
als ze niet binnen de opgegeven tijdsduur worden opgeladen. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de batterijen/accu’s lekken,
oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Plaats batterijen/accu’s in de juiste richting. Meng geen oude met nieuwe batterijen/
accu’s of batterijen/accu’s van een ander type. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de batterijen/accu’s lekken, oververhit raken,
scheuren of vlam vatten.
Isoleer de polen van de batterij/accu met tape alvorens deze weg te gooien.
Oververhitting, scheuren of brand kan het gevolg zijn indien metalen voorwerpen in
aanraking komen met de aansluiting. Recycle of gooi batterijen/accu’s weg
overeenkomstig de lokale voorschriften.
ix
Inleiding
Voor uw veiligheid
Als vloeistof van de batterij-/accu in aanraking komt met iemand zijn huid of kleding,
spoel het getroffen gebied dan onmiddellijk met veel schoon water. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan huidirritatie tot gevolg hebben.
x
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Overzicht onderwerpen................................................................................................................ ii
Hoofdonderwerpen................................................................................................................................................................... ii
Algemene onderwerpen......................................................................................................................................................... ii
Inleiding............................................................................................................................................. iii
Lees dit eerst......................................................................................................................................................... iii
Symbolen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt......................................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen........................................................................................................................... iv
Voor uw veiligheid.............................................................................................................................................. vi
Onderdelen van de camera ......................................................................................................... 1
De camerabody .................................................................................................................................................... 2
De monitor ............................................................................................................................................................. 4
Andere informatie weergeven op het scherm (knop s)........................................................................... 4
Bij het maken van opnamen................................................................................................................................................ 5
Bij het weergeven....................................................................................................................................................................... 7
Aan de slag......................................................................................................................................... 9
De camerariem en objectiefdop aanbrengen ........................................................................................ 10
De batterijen en geheugenkaart plaatsen ............................................................................................... 11
Te gebruiken batterijen......................................................................................................................................................... 11
De batterijen of geheugenkaart verwijderen.......................................................................................................... 12
Geheugenkaarten en intern geheugen...................................................................................................................... 12
De hoek van de monitor wijzigen............................................................................................................... 13
Camera instellen................................................................................................................................................ 14
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten................................................................. 16
Opnamen maken .............................................................................................................................................. 17
De flitser gebruiken ................................................................................................................................................................. 19
Films opnemen.......................................................................................................................................................................... 19
Opnamen weergeven...................................................................................................................................... 20
Beelden wissen .................................................................................................................................................. 21
Het scherm voor selectie van te wissen beelden................................................................................................. 22
xi
Inhoudsopgave
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)..................................................................... 23
De SnapBridge-app installeren .................................................................................................................... 24
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat ......................................................... 25
De draadloze verbinding in- of uitschakelen .......................................................................................................... 28
Beelden uploaden en Afstand bediende fotografie............................................................................. 29
Beelden uploaden.................................................................................................................................................................... 29
Afstand bediende fotografie.............................................................................................................................................. 30
Als in iOS een dialoogvenster voor Wi-Fi-verbindingen wordt weergegeven .................................. 30
Als het niet lukt om beelden te uploaden................................................................................................................ 31
Opnamefuncties ............................................................................................................................ 32
Een opnamestand selecteren ....................................................................................................................... 33
A Autostand..................................................................................................................................................... 34
De creatieve instelknop gebruiken................................................................................................................................ 34
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden) ............................. 36
Tips en opmerkingen over de onderwerpstand................................................................................................... 37
Opnemen met Eenvoudig panorama ......................................................................................................................... 43
Afspelen met Eenvoudig panorama............................................................................................................................. 45
Creatieve stand (effecten toepassen tijdens opname)........................................................................ 46
Stand Slim portret (menselijke gezichten verfraaien tijdens het opnemen) .............................. 48
Glimlachtimer gebruiken..................................................................................................................................................... 49
Zelf-collage gebruiken........................................................................................................................................................... 50
Opnamefuncties instellen met de multi-selector.................................................................................. 51
Flits-stand............................................................................................................................................................. 52
Zelfontspanner .................................................................................................................................................. 54
Macro-stand (Close-up foto's maken)........................................................................................................ 56
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)................................................................................. 57
De zoom gebruiken.......................................................................................................................................... 58
Scherpstelling..................................................................................................................................................... 60
De ontspanknop........................................................................................................................................................................ 60
AF met doelopsporing gebruiken.................................................................................................................................. 60
Gezichtsherkenning gebruiken........................................................................................................................................ 61
Huid verzachten gebruiken................................................................................................................................................ 62
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus.......................................................................................... 62
Scherpstelvergrendeling...................................................................................................................................................... 63
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner en Macro-stand).................................................... 64
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het maken van opnamen................. 66
xii
Inhoudsopgave
Weergavefuncties.......................................................................................................................... 68
Zoomweergave.................................................................................................................................................. 69
Miniatuurweergave, Kalenderweergave .................................................................................................. 70
Stand Sorteer op datum ................................................................................................................................. 71
Beelden die in een reeks werden vastgelegd weergeven en wissen............................................. 72
Beelden in een reeks weergeven.................................................................................................................................... 72
Beelden in een reeks wissen.............................................................................................................................................. 73
Beelden bewerken (foto's)............................................................................................................................. 74
Voordat u beelden gaat bewerken................................................................................................................................ 74
Sneleffecten: Tint of stemming veranderen ............................................................................................................ 74
Snel retoucheren: contrast en verzadiging verbeteren.................................................................................... 75
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren..................................................................................................... 75
Rode-ogencorrectie: rode-ogencorrectie uitvoeren bij opnamen met de flitser ............................ 76
Glamour-retouchering: menselijke gezichten verfraaien................................................................................ 76
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld verkleinen .............................................................................. 78
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken.................................................................................................................. 79
Films ................................................................................................................................................... 80
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films ................................................................ 81
Foto's vastleggen tijdens het opnemen van films................................................................................ 84
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips combineren tot korte films) ............................................. 85
Speciale effecten gebruiken .............................................................................................................................................. 87
Handelingen tijdens het afspelen van films............................................................................................ 88
Films bewerken.................................................................................................................................................. 89
Alleen het gewenste deel van een film extraheren ............................................................................................ 89
Een beeld van een film opslaan als foto..................................................................................................................... 90
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten........................................ 91
Beelden gebruiken ........................................................................................................................................... 92
Beelden bekijken op een tv........................................................................................................................... 93
Beelden afdrukken zonder computer........................................................................................................ 95
De camera op een printer aansluiten .......................................................................................................................... 95
Opnamen één voor één afdrukken ............................................................................................................................... 96
Meerdere opnamen afdrukken........................................................................................................................................ 97
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i)............................................................................. 99
ViewNX-i installeren ................................................................................................................................................................ 99
Beelden overzetten naar een computer.................................................................................................................... 99
xiii
Inhoudsopgave
Het menu gebruiken ................................................................................................................. 102
Menuhandelingen .......................................................................................................................................... 103
Het scherm voor beeldselectie ..................................................................................................................................... 105
Menulijsten........................................................................................................................................................ 106
Het opnamemenu................................................................................................................................................................. 106
Het filmmenu ........................................................................................................................................................................... 107
Het weergavemenu ............................................................................................................................................................. 107
Het menu Netwerk ............................................................................................................................................................... 108
Het menu Set-up.................................................................................................................................................................... 109
Het opnamemenu (algemene opnameopties) .................................................................................... 110
Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit).............................................................................................................. 110
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))................................................................................. 111
Witbalans (kleurtoon aanpassen)................................................................................................................................. 111
Continu-opname ................................................................................................................................................................... 113
ISO-waarde................................................................................................................................................................................. 115
AF-veldstand............................................................................................................................................................................. 116
Autofocus-stand..................................................................................................................................................................... 119
Menu Slim portret........................................................................................................................................... 120
Zelf-collage................................................................................................................................................................................ 120
Knipperdetectie...................................................................................................................................................................... 121
Filmmenu........................................................................................................................................................... 122
Filmopties................................................................................................................................................................................... 122
Autofocus-stand..................................................................................................................................................................... 126
Film VR.......................................................................................................................................................................................... 127
Windruisreductie.................................................................................................................................................................... 127
Beeldsnelheid........................................................................................................................................................................... 128
Het weergavemenu........................................................................................................................................ 129
Markeren voor upload ........................................................................................................................................................ 129
Diashow....................................................................................................................................................................................... 130
Beveiligen ................................................................................................................................................................................... 131
Beeld draaien............................................................................................................................................................................ 131
Kopiëren (Kopiëren tussen de geheugenkaart en het interne geheugen)....................................... 132
Reeksweergaveopties ......................................................................................................................................................... 133
Het menu Netwerk ......................................................................................................................................... 134
Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen........................................................................................................ 135
xiv
Inhoudsopgave
Het menu Set-up............................................................................................................................................. 136
Tijdzone en datum................................................................................................................................................................ 136
Monitorinstellingen.............................................................................................................................................................. 138
Datumstempel......................................................................................................................................................................... 139
Foto VR ......................................................................................................................................................................................... 140
AF-hulplicht............................................................................................................................................................................... 140
Digitale zoom........................................................................................................................................................................... 141
Geluidsinstellingen............................................................................................................................................................... 141
Automatisch uit ...................................................................................................................................................................... 142
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren........................................................................................................ 143
Taal/Language......................................................................................................................................................................... 143
Beeldcommentaar................................................................................................................................................................. 144
Copyrightinformatie............................................................................................................................................................. 145
Locatiegegevens.................................................................................................................................................................... 146
Standaardwaarden................................................................................................................................................................ 146
Batterijtype................................................................................................................................................................................. 147
Conformiteitsmarkering..................................................................................................................................................... 147
Firmware-versie....................................................................................................................................................................... 147
Technische opmerkingen........................................................................................................ 148
Mededelingen .................................................................................................................................................. 149
Opmerkingen over functies voor draadloze communicatie ........................................................... 150
Behandeling van het product..................................................................................................................... 152
De camera .................................................................................................................................................................................. 152
Batterijen..................................................................................................................................................................................... 153
Geheugenkaarten.................................................................................................................................................................. 154
Reiniging en opslag........................................................................................................................................ 155
Reinigen....................................................................................................................................................................................... 155
Opslag........................................................................................................................................................................................... 155
Foutmeldingen ................................................................................................................................................ 156
Problemen oplossen...................................................................................................................................... 159
Bestandsnamen ............................................................................................................................................... 167
Optionele accessoires.................................................................................................................................... 168
Specificaties ...................................................................................................................................................... 169
Geheugenkaarten die kunnen worden gebruikt............................................................................................... 173
Index .................................................................................................................................................................... 175
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody................................................................................................................................. 2
De monitor.......................................................................................................................................... 4
2
Onderdelen van de camera
De camerabody
De camerabody
1113
9
7 8
433
1
12
5
6
10
2
1
Zoomknop.............................................................58
f : Groothoek..............................................58
g : Tele.............................................................58
h : Miniatuurweergave .........................70
i : Zoomweergave..................................69
2
Ontspanknop.......................................................18
3
Oogje voor polsriem .......................................10
4
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
....14
5
Zelfontspannerlampje....................................54
AF-hulpverlichting
6
Standknop .....................................................17, 33
7
Microfoon (stereo)
8
Flitser.................................................................19, 52
9
N-Mark (NFC-antenne) ...................................25
10
Knop m (pop-up flitser)..........................19, 52
11
Zoomknop aan de zijkant ............................58
12
Knop q (terugkeerzoom)............................59
13
Objectief
3
Onderdelen van de camera
De camerabody
1314
6
11
52 43
10
1
7
16 15
12
9
8
1
Monitor...............................................................4, 13
2
Luidspreker
3
Knop s (weergave) ....................................4
4
Flitserlampje.........................................................52
5
Knop b (e filmopname)..........................81
6
Knop c (weergave).......................................20
7
DC-ingang (voor lichtnetadapter; apart
verkrijgbaar bij Nikon) .................................168
8
HDMI-microconnector (Type D)..............92
9
USB-/audio-/video-uitgang ........................92
10
Deksel aansluitingen .......................................92
11
Multi-selector....................................................103
12
Knop k (selectie toepassen)..................103
13
Knop l (wissen) ................................................21
14
Knop d (menu)..........................................103
15
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf.........................................11
16
Statiefaansluiting............................................171
4
Onderdelen van de camera
De monitor
De informatie die wordt weergegeven op het opname- of weergavescherm verandert
afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
Andere informatie weergeven op het scherm (knop s)
Druk op de knop s (weergave) om de informatie op
het scherm tijdens het opnemen of weergeven te
veranderen.
Bij het maken van opnamen
Bij het weergeven
De monitor
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Informatie weergeven Filmkader
Weergave van het bereik
van een film in een kader.
Informatie verbergen
4 /4
4/4
15/ 11 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 00 4 . J P G
0004. JPG
0 00 4 . J P G
0004.JPG
15/ 11 / 2 0 1 6 15 : 3 0
15/11/2016 15:30
4 /4
4/4
F3
F3
1 /2 5 0
1/250
0 .0
0.0
1 25
125
Informatie weergeven
Toonniveau-informatie
(films uitgezonderd)
Weergave van een histogram, het
toonniveau en opname-informatie
(
A
8).
Informatie verbergen
5
Onderdelen van de camera
De monitor
Bij het maken van opnamen
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F3
F3
1 / 25 0
1/250
9 9 9
999
9 9 99
9999
+1.0
+1.0
10
10
AF
AF
1
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
14
15
1617
7
1819
20
26
23
24
25
21
22
1
Opnamestand .....................................................33
2
Flits-stand...............................................................52
3
Macro-stand .........................................................56
4
Zoomaanduiding ......................................56, 58
5
Scherpstelaanduiding....................................18
6
Filmopties (films op normale snelheid)
...................................................................................122
7
Filmopties (HS-films) ....................................123
8
Beeldmodus ......................................................110
9
Eenvoudig panorama.....................................43
10
Foto VR-pictogram........................................ 140
11
Film VR-pictogram......................................... 127
12
Windruisreductie............................................ 127
13
Belichtingscorrectiewaarde........ 34, 48, 57
14
Resterende opnametijd voor films.........81
15
Aantal resterende opnamen (foto's)......17
16
Aanduiding intern geheugen....................17
17
Kaderrand (Maan of Vogels bekijken
onderwerpsstand of terugkeerzoom)
...............................................................................42, 59
18
Pictogram voor reisbestemming..........136
19
ISO-waarde .........................................................115
20
Aanduiding batterijniveau...........................17
21
Aanduiding “Datum niet ingesteld”....160
22
Datumstempel.................................................139
23
Aanduiding voor
Bluetooth-communicatie..........................135
24
Aanduiding voor Wi-Fi-communicatie
....................................................................................134
25
Locatiegegevens.............................................146
26
Vliegtuigmodus...............................................134
6
Onderdelen van de camera
De monitor
HD R
HDR
PRE
PRE
2
2
10
10
H
H
L
L
120
120
60
60
5
5
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F3
F3
1 / 25 0
1/250
+1.0
+1.0
10
10
27282930
313233
34
37
39
40
41
42
43
44
36
38
35
45
46
48
47
49
50
52
51
27
Scherpstelveld (handmatig of centrum)
........................................................................... 63, 116
28
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
........................................................................... 60, 117
29
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
huisdierherkenning)..............41, 48, 61, 116
30
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
.........................................................................117, 118
31
F-waarde.................................................................60
32
Sluitertijd ................................................................60
33
Raster weerg./verberg.................................138
34
Zacht.........................................................................48
35
Actieve D-Lighting...........................................34
36
Foundation............................................................48
37
Witbalans.............................................................111
38
Tint..............................................................................34
39
Huid verzachten.................................................48
40
Speciale effecten................................................87
41
Levendigheid .......................................................34
42
Continu-opnamestand .......................41, 113
43
Pictogram Knipperdetectie......................121
44
Uit de hand/statief....................................37, 38
45
Tegenlicht (HDR) ................................................38
46
Meerv. belicht. Lichter ....................................39
47
Vastleggen van stilstaande beelden
(foto's) tijdens filmopname .........................84
48
Aanduiding zelfontspanner........................54
49
Glimlachtimer ......................................................49
50
Zelf-collage.................................................50, 120
51
Zelfportrettimer..................................................54
52
Dierenp. autom. ontsp....................................41
7
Onderdelen van de camera
De monitor
Bij het weergeven
999
/
999 999
/
999
9999
/
99999999
/
9999
29
m
0s
29
m
0s
29
m
0s29
m
0s
9 9 9 9 . J P G9999.JPG
15/ 1 1 / 2 0 1 6 1 2 : 0 015/11/2016 12:00
9 9 9 / 9 9 9999/999
12
18
5
6
12
13
93
10
17
16
4
14
15
19
78
11
23
24
2021
22
1
Pictogram Sorteer op datum.....................71
2
Beveiligingspictogram................................131
3
Reeksweergave (als Individuele foto's
is geselecteerd)................................................133
4
Pictogram Glamour-retouchering..........76
5
Pictogram voor sneleffecten......................74
6
D-Lighting-pictogram....................................75
7
Pictogram Snel retoucheren ......................75
8
Pictogram voor rode-ogencorrectie.....76
9
Aanduiding intern geheugen
10
Nr. huidig beeld/totale aantal beelden
11
Filmduur of verstreken weergavetijd
12
Volume-aanduiding.........................................88
13
Beeldmodus.......................................................110
14
Filmopties............................................................122
15
Eenvoudig panorama .....................................45
16
Pictogram Kleine afbeelding......................78
17
Pictogram Uitsnede .................................69, 79
18
Weergavegids Eenvoudig panorama
Weergavegids reeks
Gids voor filmweergave
19
Gids voor sneleffecten
20
Opnametijd
21
Opnamedatum
22
Aanduiding batterijniveau...........................17
23
Bestandsnummer en -type.......................167
24
Aanduiding vastgelegde
locatiegegevens..............................................146
8
Onderdelen van de camera
De monitor
Weergave toonniveau-informatie
U kunt controleren op verlies van detail in hoge lichten en schaduw aan de hand van het
weergegeven histogram of het scherm voor het toonniveau. Deze zijn een hulpmiddel bij
het aanpassen van de helderheid van beelden met functies als belichtingscorrectie.
1
Een histogram is een grafiek die de verdeling van tinten in het beeld weergeeft. De horizontale
as komt overeen met de pixelhelderheid, met donkere tinten aan de linkerkant en lichte tinten
aan de rechterkant. De verticale as bevat het aantal pixels.
2
Het toonniveau geeft de helderheid aan.
0 0 0 4 . J P G0004.JPG
15/ 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 015/11/2016 15:30
4 / 44/4
F3F3
1 / 2 5 01/250
0 . 00.0
1 2 5125
1
2
3
4
5
6
12
13
9
10
78
11
1
Nr. huidig beeld/totale aantal beelden
2
Histogram
1
3
Toonniveau
2
4
ISO-waarde......................................................... 115
5
Witbalans.............................................................111
6
Beeldmodus ......................................................110
7
Opnametijd................................................ 14, 136
8
Opnamedatum........................................14, 136
9
Bestandsnummer en -type.......................167
10
Belichtingscorrectiewaarde.........................57
11
Opnamestand......................................................33
12
Sluitertijd.................................................................60
13
F-waarde .................................................................60
9
Aan de slag
Aan de slag
De camerariem en objectiefdop aanbrengen......................................................................10
De batterijen en geheugenkaart plaatsen ............................................................................11
De hoek van de monitor wijzigen ............................................................................................13
Camera instellen .............................................................................................................................14
10
Aan de slag
De camerariem en objectiefdop aanbrengen
Bevestig de objectiefdop aan de camerariem en bevestig vervolgens de camerariem aan de
camera.
B Objectiefdop
Als de camera niet in gebruik is, brengt u de objectiefdop op het objectief aan als bescherming.
Als u de camera inschakelt zonder de objectiefdop te verwijderen, wordt de melding “Zet de
camera uit en weer aan.” weergegeven. Verwijder de objectiefdop en zet de camera uit en
weer aan.
De camerariem en objectiefdop aanbrengen
Bevestig de riem op twee plaatsen.
11
Aan de slag
De batterijen en geheugenkaart plaatsen
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen eruit vallen,
controleer of de positieve (+) en negatieve (–) pool van de batterijen in de juiste richting
wijzen en plaats de batterijen.
Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op zijn plaats klikt (5).
Wees voorzichtig dat u de batterijen of geheugenkaart niet ondersteboven of
achterstevoren plaatst, anders kan er een storing optreden.
Sluit het deksel door dit te verschuiven terwijl u het met 7 gemarkeerde gedeelte stevig
vasthoudt.
B Een geheugenkaart formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder in een
ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u
wilt behouden voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Plaats de kaart in de camera, druk op de knop d en selecteer Geheugenkaart form. in het
menu Set-up (A103).
Te gebruiken batterijen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) (meegeleverde batterijen*)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
* Hoewel in deze handleiding staat dat de batterijen meegeleverd zijn, is dit, afhankelijk van het
land of de regio van aanschaf van de camera, mogelijk niet het geval.
De batterijen en geheugenkaart plaatsen
1
2
3
4
5
7
8
6
Geheugenkaartsleuf
12
Aan de slag
De batterijen en geheugenkaart plaatsen
B Opmerkingen over de batterijen
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen door
elkaar.
Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
B Opmerkingen over EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen
Bij gebruik van EN-MH2 batterijen met de camera laadt u telkens vier batterijen tegelijk op met
behulp van de MH-73 batterijlader (A153).
C Alkalinebatterijen
De prestaties van alkalinebatterijen kunnen sterk variëren, afhankelijk van het merk.
De batterijen of geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en het scherm uitgeschakeld
zijn voordat u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf opent.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in om de kaart gedeeltelijk uit te werpen.
Wees voorzichtig met het hanteren van de camera, de batterijen en de geheugenkaart
onmiddellijk na het gebruik van de camera, aangezien deze heet kunnen zijn.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, met inbegrip van beelden en films, kunnen op een geheugenkaart of in
het interne geheugen van de camera worden opgeslagen. Als u het interne geheugen van
de camera wilt gebruiken, moet u de geheugenkaart verwijderen.
Batterijen met isolatie die
het gebied rond de
minpool niet afdekt
Batterijen met een
afbladderende buitenkant
Batterijen met een
platte minpool
13
Aan de slag
De hoek van de monitor wijzigen
De hoek van de monitor kan worden verlaagd tot ongeveer 85° of verhoogd tot ongeveer 90°.
B Opmerkingen over de monitor
Oefen geen buitensporige kracht uit bij het veranderen van de hoek van de monitor.
De monitor kan niet naar links of rechts worden bewogen.
Zet de monitor terug in de oorspronkelijke positie bij gebruik in normale situaties.
De hoek van de monitor wijzigen
14
Aan de slag
Camera instellen
Verwijder de objectiefdop voordat u de camera aanzet.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
Gebruik de multi-selector om instellingen te selecteren en aan te passen.
Een taalselectievenster wordt weergegeven. Druk op
HI op de multi-selector om een taal te markeren en
druk op de k-knop om te selecteren.
De taal kan op elk gewenst moment worden gewijzigd
met behulp van het setup-menu (A103) M Taal/
Language.
2 Als het dialoogvenster rechts wordt
weergegeven, volgt u de onderstaande
instructies en drukt u op de d-knop of
k-knop.
Als u geen draadloze verbinding met een smart-
apparaat tot stand wilt brengen: Druk op de d-knop
en ga verder naar stap 3.
Als u wel een draadloze verbinding met een smart-
apparaat tot stand wilt brengen: Druk op de k-knop. Zie “Verbinden met smart-apparaat
(SnapBridge)” (A23) voor meer informatie over de setup-procedure.
3 Als u wordt gevraagd om de klok van de camera in te stellen, drukt u
op HI om Ja te markeren en drukt u op de k-knop.
Camera instellen
Multi-selector
k-knop
(selectie toepassen)
Rechts
Links
Omhoog
Omlaag
Hoofdschakelaar
d-knop
LaterLater
Instell.
Met SnapBridge kunt u foto's naar uw
smartapparaart verzenden en delen.
Druk op 'MENU' als u dit scherm wilt
overslaan en SnapBridge later wilt
instellen via het menu Netwerk.
15
Aan de slag
Camera instellen
4 Markeer uw eigen tijdzone en druk op de
k-knop.
Druk op H om zomertijd in te stellen. Als deze is
ingesteld, is de tijd een uur vroeger en wordt W boven
aan de kaart weergegeven. Druk op I om zomertijd
uit te schakelen.
5 Druk op HI om een datumnotatie te selecteren en druk op de k-
knop.
6 Voer de huidige datum en tijd in en druk
op de k-knop.
Druk op JK om items te markeren en druk op HI
om te wijzigen.
Druk op de k-knop om de klok in te stellen.
7 Selecteer Ja als u daarom wordt gevraagd en druk op de k-knop.
Setup wordt voltooid zodra de camera naar het opnamescherm overschakelt.
De tijdzone en datum kunnen op elk gewenst moment worden gewijzigd met behulp van
het setup-menu (A103) M Tijdzone en datum.
Terug
London, Casablanca
16
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Elementaire opname- en
weergaveactiviteiten
Opnamen maken............................................................................................................................17
Opnamen weergeven...................................................................................................................20
Beelden wissen................................................................................................................................21
17
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Opnamen maken
De stand A (autostand) wordt hier als voorbeeld gebruikt. De stand A (autostand) maakt
het mogelijk om algemene opnamen te maken in diverse opnameomstandigheden.
1 Draai de standknop naar A.
Aanduiding batterijniveau
b: De batterij is bijna vol.
B: De batterij is bijna leeg.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven als geen geheugenkaart in de
camera is geplaatst. In dat geval worden de opnamen
opgeslagen in het interne geheugen.
Druk op de knop s (weergave) om de informatie
op het scherm steeds te veranderen.
2 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van objectief, flitser,
AF-hulpverlichting, microfoon en luidspreker.
Opnamen maken
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
18
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Opnamen maken
3 Kadreer de foto.
Draai aan de zoomknop of zijzoomknop om de zoomstand van het object te wijzigen.
Als u het onderwerp kwijtraakt in de stand voor telezoom, drukt u op de knop
q (terugkeerzoom) om het zichtbare gedeelte tijdelijk te verruimen zodat u het
onderwerp gemakkelijker kunt kadreren.
4 Druk de ontspanknop half in.
De ontspanknop half indrukken wil zeggen dat u de
knop indrukt tot het punt waar u enige weerstand
voelt.
Als is scherpgesteld op het onderwerp, wordt het
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen
weergegeven.
Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de camera
scherp op het midden van het beeld en wordt het
scherpstelveld niet weergegeven.
Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
knippert, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de
compositie en probeer vervolgens de ontspanknop
opnieuw half in te drukken.
5 Druk zonder uw vinger op te tillen de
ontspanknop helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de resterende
filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten
terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de
camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
Uitzoomen Inzoomen
Inzoomen
Uitzoomen
Knop q
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelveld
19
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Opnamen maken
C De functie Automatisch uit
Als gedurende ongeveer één minuut geen handelingen worden uitgevoerd, wordt het scherm
uitgeschakeld, wordt de camera in de stand-bystand gezet en gaat het camera-aan-lampje
knipperen. De camera wordt uitgeschakeld nadat deze ongeveer drie minuten in de
stand-bystand heeft gestaan.
Als u het scherm opnieuw wilt inschakelen terwijl de camera op stand-by staat, voert u een
handeling uit zoals het indrukken van de hoofdschakelaar of de ontspanknop.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera te
stabiliseren:
- Als de flitser is neergeklapt op donkere locaties of als een opnamestand wordt gebruikt waarbij
de flitser niet afgaat
- Als de zoom in de telestand staat.
Stel bij gebruik van een statief om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen Foto VR in
op Uit in het menu Set-up (A103) om mogelijke fouten ten gevolge van deze functie te
voorkomen.
De flitser gebruiken
Wanneer u de flitser moet gebruiken, in het donker of bij
tegenlicht bijvoorbeeld, drukt u op de knop m (pop-upknop
voor de flitser) om de flitser omhoog te klappen.
Wanneer u de flitser niet gebruikt, drukt u de flitser
voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt.
Films opnemen
Geef het opnamescherm weer en druk op
de knop b (e filmopname) om te starten met het
opnemen van een film. Druk nogmaals op de knop b (e)
om het opnemen te beëindigen.
20
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Opnamen weergeven
1 Druk op de knop c (weergave) om naar
de weergavestand te gaan.
Als u op de knop c drukt en deze ingedrukt houdt
terwijl de camera is uitgeschakeld, wordt de camera
ingeschakeld in de weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om een
opname te selecteren voor weergave.
Druk op HIJK en houd deze ingedrukt om snel
door de beelden te bladeren.
Druk op de knop s (weergave) om de informatie
op het scherm steeds te veranderen.
Druk op de knop k om een opgenomen film af te
spelen.
U kunt teruggaan naar de opnamestand door op de
knop c of de ontspanknop te drukken.
Als e wordt weergegeven in de stand voor
schermvullende weergave, kunt u op de knop
k drukken om een effect toe te passen op het beeld.
Draai de zoomknop naar g (i) in de
schermvullende weergave om in te
zoomen op het beeld.
Draai in de stand voor schermvullende
weergave de zoomknop naar f (h)
om over te schakelen naar
miniatuurweergave en meerdere
beelden op het scherm weer te geven.
Opnamen weergeven
Hiermee geeft u de vorige opname weer
Hiermee geeft u de volgende opname weer
4 / 4
4/4
15/ 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 0 0 4 . J P G
0004. JPG
3 . 0
3.0
1/20
21
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Beelden wissen
1 Druk op de knop l (wissen) om de
opname te wissen die op het scherm
wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om de
gewenste methode voor wissen te
selecteren en druk op de knop k.
Druk op d om af te sluiten zonder het beeld te
wissen.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
B Beelden in een reeks wissen
Beelden die continu zijn vastgelegd, of met de functie Meerv.
belicht. Lichter, Creatieve stand of Zelf-collage, worden als
reeks opgeslagen en slechts één beeld van de reeks (de
hoofdfoto) wordt weergegeven in de weergavestand
(standaardinstelling).
Als u op de knop l drukt terwijl een hoofdfoto wordt
weergegeven voor een reeks beelden, worden alle beelden
in de reeks gewist.
U kunt afzonderlijke beelden in een reeks wissen door op de
knop k te drukken om de beelden één voor één weer te geven en op de knop l te drukken.
C De opname wissen in de opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop l om de als laatste opgeslagen opname te wissen.
Beelden wissen
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
22
Elementaire opname- en weergaveactiviteiten
Beelden wissen
Het scherm voor selectie van te wissen beelden
1 Gebruik JK van de multi-selector om het
beeld te selecteren dat u wilt wissen.
Draai de zoomknop (A2) naar g (i) om over te
schakelen naar schermvullende weergave of naar
f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
2 Gebruik HI om ON of OFF te selecteren.
Als ON is geselecteerd, wordt een pictogram onder
het geselecteerde beeld weergegeven. Herhaal stap
1 en 2 als u nog meer opnamen wilt selecteren.
3 Druk op de knop k om de beeldselectie toe te passen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm voor
verdere bediening.
Wis gesel. beeld(en)
Terug
Wis gesel. beeld(en)
Terug
23
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinden met smart-apparaat
(SnapBridge)
De SnapBridge-app installeren .................................................................................................24
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat.......................................25
Beelden uploaden en Afstand bediende fotografie..........................................................29
24
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
De SnapBridge-app installeren
Wanneer u de SnapBridge-app wilt installeren en een draadloze verbinding
tot stand wilt brengen tussen een door SnapBridge ondersteunde camera
en een smart-apparaat, kunt u beelden die met de camera zijn vastgelegd
uploaden naar het smart-apparaat of het smart-apparaat gebruiken om de
sluiter van de camera te ontspannen (A29).
Procedures worden beschreven aan de hand van versie 2.0 van de SnapBridge-app.
Gebruik de meest recente versie van de SnapBridge-app. De bediening kan afwijken,
afhankelijk van de firmware van de camera, de versie van de SnapBridge-app of het
besturingssysteem van het smart-apparaat.
Raadpleeg de documentatie bij het smart-apparaat voor informatie over het gebruik.
1 Installeer de SnapBridge-app op het smart-apparaat.
Download de app uit de Apple App Store® voor iOS en uit Google Play™ voor Android™.
Zoek op “snapbridge” en installeer deze app daarna.
Bezoek de desbetreffende downloadsite voor meer informatie over welke versies van
besturingssystemen worden ondersteund.
De “SnapBridge 360/170-app” kan niet worden gebruikt met deze camera.
2 Schakel Bluetooth en Wi-Fi in op het smart-apparaat.
Gebruik de SnapBridge-app om verbinding te maken met de camera. Verbinding
maken is niet mogelijk vanaf het instellingenscherm voor Bluetooth op het
smart-apparaat.
C Schermen in de SnapBridge-app
1 Hier kunt u meldingen van Nikon en de Help van de
SnapBridge-app zien en de instellingen van de app
configureren.
2 Hiermee kunt u verbindingsinstellingen opgeven voor
smart-apparaten en camera’s.
3 Hiermee kunt u beelden die zijn gedownload vanuit de
camera weergeven, verwijderen of delen.
De SnapBridge-app installeren
132
25
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat
Gebruik een accu die voldoende is opgeladen om te voorkomen dat de camera tijdens
de procedure wordt uitgeschakeld.
Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de camera.
1 Camera: Selecteer Menu Netwerk
(A103) M Verbind. met smart app. en
druk op de k-knop.
Het dialoogvenster in stap 2 wordt weergegeven
wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. In
dergelijke gevallen is deze stap onnodig.
2 Camera: Druk op de k-knop als het
dialoogvenster aan de rechterkant wordt
weergegeven.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de
vraag of u de NFC-functie wilt gebruiken. Als u de
NFC-functie wilt gebruiken, houdt u de NFC-antenne
van het smart-apparaat tegen Y (N-Mark) op de
camera. Wanneer Koppelen starten? wordt
weergegeven op het smart-apparaat, tikt u op OK en
gaat u naar stap 6. Als u NFC niet gebruikt, drukt u op
de k-knop.
3 Camera: Controleer of het rechts
getoonde dialoogvenster wordt
weergegeven.
Bereid het smart-apparaat voor en ga naar de
volgende stap.
Verbinding maken tussen de camera en een
smart-apparaat
Vliegtuigmodus
Verbind. met smart app.
Automat. verzendopties
Wi-Fi
Standaardw. herstellen
Bluetooth
Met SnapBridge kunt u foto's naar uw
smartapparaart verzenden en delen.
Druk op 'MENU' als u dit scherm wilt
overslaan en SnapBridge later wilt
instellen via het menu Netwerk.
Later
Instell.
Volg.
Apparaten met NFC ingeschakeld:
raak het apparaat aan met de camera.
Apparaten met NFC uitgeschakeld:
druk op 'OK'.
Annuleren
26
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat
4 Smart-apparaat: Start de SnapBridge-app en tik
op Met camera koppelen.
Als het dialoogvenster voor het selecteren van een camera
wordt weergegeven, tikt u op de camera waarmee u
verbinding wilt maken.
Als u geen verbinding met de camera tot stand hebt gebracht
door te tikken op Overslaan in de rechterbovenhoek van het
scherm toen u de SnapBridge-app voor de eerste keer opende,
tikt u op Met camera koppelen op het tabblad A en gaat u
naar stap 5.
5 Smart-apparaat: Tik in het scherm Met camera
koppelen op de naam van de camera.
Voor iOS: als bij het maken van verbinding een dialoogvenster
wordt weergegeven waarin de procedure wordt uitgelegd,
leest u deze informatie en tikt u vervolgens op Begrepen (als u
dit niet ziet, blader dan naar beneden op het scherm). Tik
opnieuw op de naam van de camera als het scherm voor het
selecteren van een accessoire wordt weergegeven (het kan enige tijd duren voordat de
naam van de camera wordt weergegeven).
6 Camera/smart-
apparaat: Controleer of
op de camera en het
smart-apparaat
dezelfde code (zes
cijfers) wordt
weergegeven.
Bij iOS wordt de code mogelijk niet weergegeven op het smart-apparaat, afhankelijk van
de versie van het besturingssysteem. Ga in dergelijke gevallen naar stap 7.
7 Camera/smart-apparaat: Druk op de
k-knop op de camera en
KOPPELEN in de SnapBridge-app.
Verific.code
123456
Controleer of dezelfde verificatiecode
wordt weergegeven op het
smartapparaat en druk op OK.
Annuleren OK
27
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat
8 Camera/smart-apparaat: Voltooi de verbindingsinstellingen.
Camera: Druk op de k-knop als het dialoogvenster aan
de rechterkant wordt weergegeven.
Smart-apparaat: Tik op OK wanneer het dialoogvenster
wordt weergegeven dat aangeeft dat de koppeling is
voltooid.
9 Camera: Volg de instructies op het scherm om het setup-proces te
voltooien.
Als u locatiegegevens met foto’s wilt vastleggen, selecteert u Ja wanneer hierom wordt
gevraagd en schakelt u de locatiegegevensfuncties in. Schakel de locatiegegevensfuncties
in op het smart-apparaat en op het tabblad A van de SnapBridge-app M Auto
koppelingsopties M Locatiegegevens synchroniseren inschakelen.
U kunt de cameraklok synchroniseren met de tijd die wordt aangegeven door het smart-
apparaat door Ja te selecteren wanneer hierom wordt gevraagd. Op het tabblad A van
de SnapBridge-app M Auto koppelingsopties M Klokken synchroniseren
inschakelen.
Er is nu verbinding gemaakt tussen de camera en het smart-apparaat.
Foto’s die met de camera zijn vastgelegd worden automatisch geüpload naar het
smart-apparaat.
C Meer informatie over de SnapBridge-app
Zie de online Help voor details over het gebruik van de SnapBridge-app (nadat u verbinding hebt
gemaakt raadpleegt u in de SnapBridge-app het menu M Help).
https://nikonimglib.com/snbr/onlinehelp/nl/index.html
Volg.
Uw camera en smartapparaat zijn
verbonden!
SnapBridge verzendt uw foto's naar
het smartapparaat terwijl u ze maakt.
28
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat
C Als de verbinding mislukt
Als de camera Kan geen verbinding maken. weergeeft bij het maken van verbinding
-Druk op de k-knop en herhaal de procedure vanaf stap 2 (A25) in “Verbinding maken tussen
de camera en een smart-apparaat” om opnieuw verbinding te maken.
-Druk op de d-knop om de verbinding te annuleren.
U kunt dit probleem verhelpen door de app opnieuw te starten. Sluit de SnapBridge-app volledig
en tik vervolgens opnieuw op het pictogram van de app om de app opnieuw te starten. Zodra
de app wordt gestart, herhaalt u de procedure vanaf stap 1 (A25) in “Verbinding maken tussen
de camera en een smart-apparaat”.
Als de camera geen verbinding kan maken en iOS een foutmelding geeft, is de camera mogelijk
geregistreerd als apparaat in iOS. In deze gevallen moet u de app met iOS-instellingen starten en
de registratie van het apparaat (cameranaam) verwijderen.
De draadloze verbinding in- of uitschakelen
Gebruik een van de volgende methoden om de verbinding in of uit te schakelen.
Pas de instelling aan in Menu Netwerk M Vliegtuigmodus in de camera. U kunt deze
instellen op Aan om alle communicatiefuncties uit te schakelen op plekken waar
draadloze communicatie verboden is.
Pas de instelling aan in Menu Netwerk M Bluetooth M Netwerkverbinding in de
camera.
Pas de instelling aan op het tabblad A M Auto koppelingsopties M Auto
koppeling in de SnapBridge-app.
U kunt de hoeveelheid verbruikte accustroom op het smart-apparaat verminderen door
deze instelling uit te schakelen.
29
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Beelden uploaden en Afstand bediende fotografie
Beelden uploaden
Er zijn drie manieren om beelden te uploaden.
1
Geüploade beelden zijn 2 megapixels groot.
2
Als Menu Netwerk M Bluetooth M Verzenden indien uitgesch. in de camera is ingesteld
op Aan, worden beelden automatisch naar het smart-apparaat geüpload, zelfs als de camera is
uitgeschakeld.
3
Afhankelijk van de iOS-versie, moet u de SSID van de camera selecteren als u op OK hebt getikt.
Zie “Als in iOS een dialoogvenster voor Wi-Fi-verbindingen wordt weergegeven” (A30).
B Opmerkingen over het gebruik van een Wi-Fi-verbinding
Als het smart-apparaat in de slaapstand gaat of als u van de SnapBridge-app naar een andere app
gaat, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
Sommige functies van de SnapBridge-app kunnen niet worden
gebruikt tijdens een Wi-Fi-verbinding. Als u een Wi-Fi-verbinding wilt
annuleren, tikt u op het tabblad A M F M Ja.
Beelden uploaden en Afstand bediende
fotografie
Automatisch beelden uploaden
naar het smart-apparaat telkens
wanneer deze worden
gemaakt
1, 2
Menu Netwerk in de camera M Verzenden tijdens
opname M Foto's instellen op Ja.
Films kunnen niet automatisch worden geüpload.
Beelden selecteren in de camera
en uploaden naar het smart-
apparaat
1, 2
Weergavemenu in de camera M beelden selecteren met
Markeren voor upload.
Films kunnen niet worden geselecteerd om te worden
geüpload.
Beelden in de camera selecteren
met het smart-apparaat en
downloaden op het smart-
apparaat
Tabblad A in de SnapBridge-app M tikken op Foto’s
downloaden.
Er wordt een dialoogvenster voor Wi-Fi-verbindingen
weergegeven. Tik op OK
3
en selecteer beelden.
30
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Beelden uploaden en Afstand bediende fotografie
Afstand bediende fotografie
U kunt klikken op het tabblad A in de SnapBridge-app M Afstand bediende fotografie
om de sluiter van de camera te ontspannen met een smart-apparaat.
Volg de instructies in de SnapBridge-app om naar een Wi-Fi-verbinding over te
schakelen. In iOS, wordt mogelijk een dialoogvenster voor Wi-Fi-verbindingen
weergegeven. In dat geval raadpleegt u “Als in iOS een dialoogvenster voor Wi-Fi-
verbindingen wordt weergegeven” (A30).
Als in iOS een dialoogvenster voor Wi-Fi-verbindingen
wordt weergegeven
Normaal gesproken gebruikt de SnapBridge-app Bluetooth voor de verbinding tussen de
camera en het smart-apparaat. Schakel echter over naar een Wi-Fi-verbinding bij gebruik
van Foto’s downloaden of op afstand bediende fotografie. Afhankelijk van de iOS-versie,
moet u de verbinding automatisch omschakelen. In dat geval gebruikt u de volgende
procedure voor het tot stand brengen van de verbinding.
1 Noteer de SSID van de camera (standaard de
naam van de camera) en het wachtwoord die
worden weergegeven op het smart-apparaat en
tik vervolgens op Opties bekijken.
U kunt de SSID of het wachtwoord wijzigen door gebruik te
maken van Menu Netwerk M Wi-Fi M Type Wi-Fi-
verbinding in de camera. Ter bescherming van uw privacy
adviseren wij u het wachtwoord regelmatig te wijzigen. Schakel
de draadloze verbinding uit wanneer u het wachtwoord wijzigt
(A28).
2 Selecteer de SSID die u hebt genoteerd in stap 1
vanuit de lijst met verbindingen.
Als u voor het eerst verbinding maakt, voert u het wachtwoord
in dat u in stap 1 hebt genoteerd. Let op het onderscheid
tussen hoofdletters en kleine letters. Het invoeren van het
wachtwoord is niet nodig nadat u voor het eerst verbinding
hebt gemaakt.
De Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht wanneer G wordt
weergegeven naast de SSID van de camera, zoals getoond in
het scherm rechts. Ga terug naar de SnapBridge-app en werk
hiermee.
31
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Beelden uploaden en Afstand bediende fotografie
Als het niet lukt om beelden te uploaden
Als de verbinding wordt verbroken tijdens het uploaden van beelden met de functie
Verzenden tijdens opname of Markeren voor upload van de camera, kan de
verbinding weer tot stand worden gebracht door de camera uit en weer aan te zetten,
waarna het uploaden wordt hervat.
Het uploaden lukt mogelijk wel als u de verbinding annuleert en
vervolgens opnieuw tot stand brengt. Tik op het tabblad A in
de SnapBridge-app M D M Camera vergeten M camera
waarmee u de verbinding wilt annuleren M Ja* om de
verbinding te annuleren en volg daarna de instructies in
“Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat” (A25) om opnieuw een
verbinding tot stand te brengen.
* Voor iOS: er wordt een dialoogvenster over apparaatregistratie weergegeven. Start de app
met iOS-instellingen en verwijder de registratie van het apparaat (cameranaam).
B Opmerkingen over het uploaden van beelden en Afstand bediende fotografie
Terwijl de camera wordt bediend, kunt u mogelijk geen beelden uploaden of wordt het
uploaden geannuleerd. Mogelijk kunt u ook geen afstand bediende fotografie gebruiken met
behulp van de SnapBridge-app.
Wanneer de camera als volgt is ingesteld, kunt u geen beelden uploaden of afstand bediende
fotografie gebruiken. Wijzig de instellingen of schakel over naar de weergavestand.
- Nachtlandschap (wanneer Y Uit de hand is geselecteerd), Nachtportret (wanneer Y Uit
de hand is geselecteerd), Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld op Aan), Sport, Meerv.
belicht. Lichter, Eenvoudig panorama, Dierenportret (wanneer V Continu is
geselecteerd) of Vogels bekijken (wanneer V Continu is geselecteerd) onderwerpstand
- Zelf-collage
- Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan
- Wanneer Continu is ingesteld op Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H:
120 bps of Continu H: 60 bps
32
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Een opnamestand selecteren ....................................................................................................33
A Autostand ..................................................................................................................................34
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)...........36
Creatieve stand (effecten toepassen tijdens opname).....................................................46
Stand Slim portret (menselijke gezichten verfraaien tijdens het opnemen)............48
Opnamefuncties instellen met de multi-selector ...............................................................51
Flits-stand..........................................................................................................................................52
Zelfontspanner................................................................................................................................54
Macro-stand (Close-up foto's maken).....................................................................................56
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)..............................................................57
De zoom gebruiken.......................................................................................................................58
Scherpstelling ..................................................................................................................................60
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner en Macro-stand).................................64
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het maken van opnamen
......66
33
Opnamefuncties
Een opnamestand selecteren
Draai aan de standknop om de gewenste opnamestand uit te lijnen met de markering op
de camerabody.
A (Autostand)
Selecteer deze stand om algemene opnamen te maken in diverse
opnameomstandigheden.
y, o, j, e, o, d (Onderwerpstanden)
Selecteer een van de onderwerpstanden, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Vervolgens kunt u opnamen maken met instellingen die geschikt zijn voor die
omstandigheden.
- y: Druk op de knop d en selecteer een onderwerpstand.
- o (Autom. scènekeuzekn.): De camera herkent de opnameomstandigheden tijdens
het kadreren van een foto. U kunt nu foto's maken die passen bij die omstandigheden.
- j (Nachtlandschap): Gebruik deze stand voor nachtlandschappen.
- e (Nachtportret): Gebruik deze stand voor avond- en nachtportretten met
achtergrondscènes.
- o (Tegenlicht): Gebruik deze stand voor opnamen met tegenlicht.
- d (Sport): Gebruik deze stand voor sportopnamen.
s (Creatieve stand)
In één opname slaat de camera vier beelden met effecten op en één beeld zonder
effecten.
F (Slim portret)
Gebruik Glamour-retouchering om menselijke gezichten te verfraaien tijdens het
opnemen en gebruik de functie Glimlachtimer of Zelf-collage om foto's te maken.
M (Korte filmvoorstelling)
Er wordt een korte film gemaakt tot 30 seconden lang (e 1080/30p of
S 1080/25p) door meerdere filmclips van enkele seconden op te nemen en deze
automatisch te combineren.
C Help-weergave
Wanneer u van opnamestand verandert of wanneer het instelscherm wordt weergegeven, wordt
een beschrijving van de functies weergegeven.
Druk de ontspanknop half in om snel naar de opnamestand te gaan. U kunt de beschrijving
weergeven of verbergen met Help-weergave in Monitorinstellingen in het menu Set-up.
Een opnamestand selecteren
34
Opnamefuncties
A Autostand
Selecteer deze stand om algemene opnamen te maken in
diverse opnameomstandigheden.
Het scherpstelveld voor autofocus varieert afhankelijk
van de instelling bij AF-veldstand (A116). De
standaardinstelling is AF met doelopsporing (A60).
Beschikbare functies in de A (Autostand)
Creatieve instelknop (A34)
Flits-stand (A52)
Zelfontspanner (A54)
Macro-stand (A56)
Opnamemenu (A110, 111)
De creatieve instelknop gebruiken
U kunt de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid, tint en Actieve D-Lighting
aanpassen tijdens het opnemen.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Gebruik JK om een optie te selecteren.
F Kleurtoon: Pas de tint (roodachtig/blauwachtig)
van het volledige beeld aan.
G Levendigheid: Pas de levendigheid van het
volledige beeld aan.
o Helderheid (Bel. +/-): Pas de helderheid van het
volledige beeld aan.
J Actieve D-Lighting: Verminder het verlies van
details in hoge lichten en schaduw. Selecteer
w (Hoog), x (Normaal), y (Laag) voor de sterkte van het effect.
A Autostand
35
Opnamefuncties
A Autostand
3 Gebruik HI om het niveau aan te
passen.
U kunt de resultaten bekijken op het scherm.
U kunt een andere optie instellen door terug te gaan
naar stap 2.
Selecteer y Sluiten om de schuifregelaar te
verbergen.
U kunt alle instellingen annuleren door P Herstel te
selecteren en op de knop k te drukken. Ga terug naar
stap 2 en pas de instellingen opnieuw aan.
4 Druk op de knop k als de instelling voltooid is.
De instellingen worden toegepast en de camera gaat terug naar het opnamescherm.
C Instellingen voor creatieve instelknop
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A66).
De instellingen voor helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid, tint en Actieve D-Lighting
blijven opgeslagen in het geheugen van de camera ook nadat de camera is uitgeschakeld.
Zie “Het histogram gebruiken” (A57) voor meer informatie.
C Actieve D-Lighting tegenover D-Lighting
De optie Actieve D-Lighting in het opnamemenu legt beelden vast met minder verlies van
detail in hoge lichten en past de tint aan bij het opslaan van de beelden.
De optie D-Lighting (A75) in het weergavemenu past de tint aan van opgeslagen beelden.
Helderheid (Bel. +/-)
+2.0
+0.3
-2.0
Schuifknop
Histogram
36
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
Selecteer een van de onderwerpstanden, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Vervolgens kunt u opnamen maken met instellingen die geschikt zijn voor die omstandigheden.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR (A140)
in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt om de camera te stabiliseren tijdens
het fotograferen.
4
Wanneer Nacht + lichtsporen is geselecteerd, stelt de camera scherp op het gebied in het
midden van het beeld. Wanneer Nacht + sterrensporen of Sterrensporen is geselecteerd,
stelt de camera scherp op oneindig.
Onderwerpstand (opname maken in specifieke
opnameomstandigheden)
j Nachtlandschap
1, 2
(A37), e Nachtportret
(A38), o Tegenlicht
2
(A38), d Sport
2
(A39)
Draai de standknop naar j,
e, o of d en neem foto's.
y
Druk op de knop d om het onderwerpmenu weer te geven en selecteer met de
multi-selector een van de volgende onderwerpstanden.
b Portret (standaardinstelling) k Close-up (A40)
c Landschap
1, 2
u Voedsel (A40)
U Meerv. belicht. Lichter
3, 4
(A39) m Vuurwerk
1, 3
(A40)
f Party/binnen
2
(A40) V Eenvoudig panorama
2
(A43)
Z Strand
2
O Dierenportret (A41)
z Sneeuw
2
L Maan
1, 2
(A42)
h Zonsondergang
2, 3
l Vogels bekijken
1, 2
(A42)
i Schemering
1, 2, 3
Portret
Landschap
Meerv. belicht. Lichter
Party/binnen
Sneeuw
Strand
o (Autom. scènekeuzekn.)
(A37)
De camera herkent de
opnameomstandigheden
tijdens het kadreren van een
foto. U kunt nu foto's maken die
passen bij die omstandigheden.
37
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
Tips en opmerkingen over de onderwerpstand
o Autom. scènekeuzekn.
De camera herkent automatisch de opnameomstandigheden tijdens het kadreren van een
foto. Dit maakt het gemakkelijker om foto's te maken die passen bij die omstandigheden.
Als de camera automatisch de opnameomstandigheden herkent, verandert het pictogram
voor de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
* Er wordt één beeld vastgelegd met een lange sluitertijd.
Onder bepaalde opnameomstandigheden is de camera mogelijk niet in staat om de
gewenste instellingen te selecteren. Selecteer in dergelijke gevallen een andere opnamestand
(A33).
Als de digitale zoom is ingeschakeld, verandert het pictogram voor de opnamestand in d.
j Nachtlandschap
Druk op de knop d om Y Uit de hand of Z Statief te selecteren in Nachtlandschap.
Y Uit de hand (standaardinstelling):
- Terwijl het pictogram j groen oplicht op het opnamescherm, drukt u de ontspanknop
helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die worden gecombineerd tot één enkel
beeld en opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden
totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt, mag u de camera
niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer verschijnt.
- De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen beeld is
mogelijk smaller dan u ziet op het opnamescherm.
Z Statief:
- Eén beeld wordt met een langere sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs al is Foto VR (A140) in het menu Set-up ingesteld
op Aan.
e Portret (voor het maken van close-upportretten van één of twee personen)
b
Portret (voor het maken van portretten van een groot aantal mensen of beelden waarbij
de achtergrond een groot deel van het beeld in beslag neemt)
f Landschap
h Nachtportret* (voor het maken van close-upportretten van één of twee personen)
c
Nachtportret* (voor het maken van portretten van grote aantallen mensen of beelden
waarbij de achtergrond een groot deel van het beeld in beslag neemt)
g Nachtlandschap*
i Close-up
j Tegenlicht (voor het maken van foto's van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (voor het maken van portretfoto's)
d Overige opnameomstandigheden
38
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
e Nachtportret
Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
Druk op de knop d om Y Uit de hand of Z Statief te selecteren in Nachtportret.
Y Uit de hand (standaardinstelling):
- Terwijl het pictogram e groen oplicht op het opnamescherm, drukt u de ontspanknop
helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die worden gecombineerd tot één enkel
beeld en opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden
totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt, mag u de camera
niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer verschijnt.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu-opnamen maakt, kan het beeld
vervormd raken, overlappen of vaag worden.
Z Statief:
- Eén beeld wordt met een langere sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs al is Foto VR (A140) in het menu Set-up ingesteld
op Aan.
o Tegenlicht
Druk op de knop d om Aan of Uit te selecteren om de functie voor
HDR-beeldsamenstelling (High Dynamic Range) in of uit te schakelen in HDR, afhankelijk van
de opnameomstandigheden.
Uit (standaardinstelling): De flitser gaat af om te voorkomen dat het onderwerp verborgen
wordt in de schaduw. Maak opnamen met uitgeklapte flitser.
- Druk de ontspanknop helemaal in om één foto te maken.
Aan: Gebruik deze optie bij het maken van foto's met zeer lichte en donkere gebieden in
hetzelfde beeld.
- Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu opnamen en
worden de volgende twee beelden opgeslagen.
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een samengesteld HDR-beeld waarin het verlies van details in hoge lichten of schaduwen
tot een minimum beperkt is
- Als er niet voldoende geheugen beschikbaar is om één beeld op te slaan, wordt alleen een
beeld dat is verwerkt via D-Lighting (A75) op het moment van de opname en waarin
donkere gebieden zijn gecorrigeerd opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden
totdat er een foto wordt weergegeven. Nadat u een foto hebt gemaakt, mag u de camera
niet uitschakelen voordat het opnamescherm weer verschijnt.
- De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen beeld is
mogelijk smaller dan u ziet op het opnamescherm.
- Onder bepaalde opnameomstandigheden kan donkere schaduw zichtbaar worden rond
lichte onderwerpen of kunnen lichte gebieden zichtbaar worden rond donkere
onderwerpen.
39
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
d Sport
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden continu beelden
opgenomen.
De camera kan maximaal ongeveer 7 beelden continu vastleggen met een snelheid van
ongeveer 7,7 bps (wanneer Beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
De beeldsnelheid voor continu-opnamen kan afnemen, afhankelijk van de huidige instelling
voor beeldmodus en de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
De scherpstelling, belichting en tint voor het tweede beeld en verdere beelden zijn vast
ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de eerste afbeelding.
yM U Meerv. belicht. Lichter
De camera maakt regelmatig een foto van bewegende onderwerpen, vergelijkt de beelden en
maakt een samenstelling van alleen de lichte gebieden van de beelden. Daarna wordt het
resultaat opgeslagen als één foto. Dit maakt het mogelijk om het lichtspoor vast te leggen van
bijvoorbeeld autolichten of de beweging van sterren.
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven als U Meerv. belicht. Lichter is
geselecteerd, de optie V Nacht + lichtsporen, W Nacht + sterrensporen of
S Sterrensporen.
Tijdens het opname-interval kan het scherm worden uitgeschakeld. Het camera-aan-lampje
brandt wanneer het scherm uit is.
Druk op de knop k als u de opname eerder wilt beëindigen.
Beëindig de opname wanneer u het gewenste spoor hebt. Als u de opname laat doorlopen,
kunnen details in de samengevoegde gebieden verdwijnen.
De beelden die automatisch zijn opgeslagen tijdens het maken van opnamen en het
samengestelde beeld na afloop van de opnamen worden gegroepeerd als een reeks. Het
samengestelde beeld van het eind van de opnamen wordt gebruikt als hoofdfoto (A72).
Optie Beschrijving
V Nacht +
lichtsporen
Gebruik deze optie om het lichtspoor van auto's tegen een donkere
achtergrond ('s nachts) vast te leggen.
Opnamen worden gemaakt met een sluitertijd van 4 seconden en een
tussentijd van 4 seconden. De camera stopt nadat 50 opnamen zijn gemaakt.
Van elke 10 gemaakte opnamen wordt één samengesteld beeld opgeslagen,
met daarin het overlappende lichtspoor van het begin van de opnamen.
W Nacht +
sterrensporen
Gebruik deze optie om de beweging van sterren vast te leggen tegen een
donkere achtergrond (‘s nachts).
Opnamen worden gemaakt met een sluitertijd van 20 seconden en een tussentijd
van 25 seconden. De camera stopt nadat 300 opnamen zijn gemaakt.
Van elke 30 gemaakte opnamen wordt één samengesteld beeld opgeslagen,
met daarin het overlappende lichtspoor van het begin van de opnamen.
S
Sterrensporen
Gebruik deze optie om de beweging van sterren vast te leggen.
Opnamen worden gemaakt met een sluitertijd van 25 seconden en een
tussentijd van 30 seconden. De camera stopt nadat 300 opnamen zijn gemaakt.
Van elke 30 gemaakte opnamen wordt één samengesteld beeld opgeslagen,
met daarin het overlappende lichtspoor van het begin van de opnamen.
40
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
B Opmerkingen over Meerv. belicht. Lichter
De camera kan geen beelden vastleggen als geen geheugenkaart is geplaatst.
Draai niet aan de standknop en plaats geen nieuwe geheugenkaart zolang er opnamen worden
gemaakt.
Gebruik batterijen die voldoende resterende lading bevatten om te voorkomen dat de camera
wordt uitgeschakeld tijdens het maken van opnamen.
Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt (A57).
C Resterende tijd
U kunt op het scherm zien hoelang het nog duurt voordat de
opname automatisch wordt beëindigd.
yM f Party/binnen
Houd de camera stil om geen last te hebben van het trillen van het toestel. Stel Foto VR
(A140) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt om de camera te
stabiliseren tijdens het fotograferen.
yM k Close-up
Macro-stand (A56) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de knop k, gebruik de HIJK van de
multi-selector om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de knop k om de instelling
toe te passen.
yM u Voedsel
Macro-stand (A56) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde
positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de kleurtoon aanpassen door HI van de
multi-selector te gebruiken. De instelling voor de kleurtoon
wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als
de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de knop k,
gebruik de HIJK van de multi-selector om het
scherpstelveld te verplaatsen en druk op de knop k om de
instelling toe te passen.
yM m Vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt (A57).
41
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
B Dierenp. autom. ontsp. en Zelfportrettimer
Druk op J (n) van de multi-selector om een van de volgende opties te selecteren.
Y Dierenp. autom. ontsp.: De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer de camera het
gezicht van een hond of kat detecteert.
- Deze optie schakelt na het maken van vijf serieopnamen automatisch over naar k.
- U kunt de sluiter ook handmatig ontspannen door de ontspanknop in te drukken. Als
V Continu is ingesteld, kunt u continu foto's maken door de ontspanknop helemaal
ingedrukt te houden.
r5s Zelfportrettimer: 5 seconden nadat u de ontspanknop helemaal hebt indrukt, wordt de
sluiter ontspannen.
Kadreer de foto nadat u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt.
- Zie “Zelfontspanner” (A54) voor meer informatie.
- De camera stelt scherp op het gezicht van een hond, kat of mens wanneer dat wordt
gedetecteerd.
- Er kunnen geen continu-opnamen worden gemaakt met de camera.
k: De sluiter wordt ontspannen wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
- De camera stelt scherp op het gezicht van een hond, kat of mens wanneer dat wordt
gedetecteerd.
-Als V Continu is ingesteld, kunt u continu foto's maken door de ontspanknop helemaal
ingedrukt te houden.
B Scherpstelveld
Als de camera een gezicht detecteert, wordt het gezicht
weergegeven binnen een geel kader. Als de camera
scherpstelt op een gezicht dat wordt weergegeven binnen in
een dubbel kader (scherpstelveld), wordt de dubbele rand
groen. Als geen gezichten worden gedetecteerd, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van het
beeld.
Bij sommige opnameomstandigheden wordt het gezicht van
een hond, kat of mens mogelijk niet gedetecteerd en worden
andere onderwerpen weergegeven binnen een kader.
yM O Dierenportret
Wanneer u met de camera naar een hond of kat wijst, detecteert deze het gezicht van het
huisdier en stelt hierop scherp. Standaard wordt de sluiter automatisch ontspannen wanneer
een hond of kat wordt gedetecteerd (Dierenp. autom. ontsp.).
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven terwijl O Dierenportret is geselecteerd, de
optie U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: Wanneer het gezicht van een hond of kat wordt gedetecteerd, legt de
camera één beeld vast.
- V Continu: Wanneer het gezicht van een hond of kat wordt gedetecteerd, legt de camera
drie beelden achter elkaar vast (continu).
42
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
yM L Maan
Bij de zoomstand groothoek wordt de beeldrand weergegeven om de beeldhoek aan te geven
die overeenkomt met die van een 900 mm objectief (in 35mm [135] formaat). Wanneer u de
maan kadreert binnen de beeldrand en op de knop k drukt, komt de beeldhoek overeen met
die van een 900 mm objectief.
U kunt de kleurtoon aanpassen door HI van de multi-selector te gebruiken. De instelling
voor de kleurtoon wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
Pas de helderheid aan met belichtingscorrectie (A57) afhankelijk van de
opnameomstandigheden zoals het wassen of afnemen van de maan en de opnamevereisten.
yM l Vogels bekijken
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven terwijl l Vogels bekijken is geselecteerd,
de optie U Enkelvoudig of V Continu.
U Enkelvoudig: Er wordt één opname gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
V Continu: Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden continu
beelden opgenomen.
De camera kan maximaal ongeveer 7 beelden continu vastleggen met een snelheid van
ongeveer 7,7 bps (wanneer Beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
Bij de zoomstand groothoek wordt de beeldrand weergegeven om de beeldhoek aan te geven
die overeenkomt met die van een 440 mm objectief (in 35mm [135] formaat). Wanneer u een
vogel kadreert binnen de beeldrand en op de knop k drukt, komt de beeldhoek overeen met
die van een 440 mm objectief.
43
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
Opnemen met Eenvoudig panorama
1 Selecteer W Normaal of X Breed als
opnamebereik en druk vervolgens op de
knop k.
2 Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk vervolgens
de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
De zoomstand is vast ingesteld op groothoek.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
3 Druk de ontspanknop helemaal in en haal
uw vinger dan van de ontspanknop.
KLJI worden weergegeven om de richting aan te
geven waarin de camera moet bewegen.
4 Beweeg de camera langzaam in een van
de vier richtingen totdat de
gidsaanduiding het einde heeft bereikt.
Wanneer de camera detecteert in welke richting hij
wordt verplaatst begint de opname.
De opname eindigt wanneer de camera het
opgegeven opnamebereik vastlegt.
De scherpstelling en de belichting worden
vergrendeld totdat de opname stopt.
Draai de standknop naar yM knop dM V (Eenvoudig panorama) M
knop k
Eenvoudig panorama
Normaal
Breed
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Gids
44
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
Voorbeeld van camerabeweging
Beweeg, terwijl u uw lichaam als draaias gebruikt, de camera
langzaam in een boog in de richting van de markering
(KLJI).
De opname stopt als de gids de rand niet bereikt binnen
ongeveer 15 seconden (wanneer W Normaal is geselecteerd)
of binnen ongeveer 30 seconden (wanneer X Breed is
geselecteerd) nadat de opname start.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het beeld dat
zichtbaar is op het scherm tijdens de opname.
Als de camera te snel wordt bewogen of te veel trilt, of als het onderwerp te gelijkvormig is (bijv.
een muur of duisternis), kan er zich een fout voordoen.
Wanneer de opname wordt gestopt voordat de camera halverwege het panoramabereik is
gekomen, wordt geen panoramabeeld opgeslagen.
C Beeldformaat van Eenvoudig panorama
Er zijn vier verschillende beeldformaten (in pixels), zoals hieronder beschreven.
Wanneer W Normaal is ingesteld
Wanneer X Breed is ingesteld
Als meer dan de helft van het panoramabereik is vastgelegd maar de opname wordt beëindigd
voor de rand van het bereik wordt bereikt, wordt het beeldformaat kleiner.
4800
920
1536
9600
920
1536
45
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
Afspelen met Eenvoudig panorama
Schakel over naar de weergavestand (A20), geef een
beeld dat werd vastgelegd met eenvoudig panorama in de
schermvullende weergavestand weer en druk vervolgens
op de knop k om het beeld te verschuiven in de richting
die werd gebruikt tijdens het maken van de opname.
Op het scherm worden bedieningsknoppen weergegeven
tijdens het afspelen. Gebruik JK van de multi-selector om
een bedieningsknop te kiezen en druk vervolgens op de
knop k om de hieronder beschreven handelingen uit te
voeren.
B Opmerkingen over foto's die zijn gemaakt met Eenvoudig panorama
De beelden kunnen niet worden bewerkt op deze camera.
Deze camera kan mogelijk niet scrollen of inzoomen bij het bekijken van beelden die zijn
gemaakt met eenvoudig panorama en zijn vastgelegd met een digitale camera van een ander
merk of model.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramafoto's
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van de
printer. Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen A
Houd de knop k ingedrukt om het beeld snel achteruit weer te
geven.
Vooruitspoelen B
Houd de knop k ingedrukt om het beeld snel vooruit weer te
geven.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
C Houd de knop k ingedrukt om terug te spoelen.
D Houd de knop k ingedrukt om te scrollen.
F Hervat het automatisch scrollen.
Einde G Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
1 5 / 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
4 / 4
4/4
0 0 0 4 . J P G
0004.JPG
46
Opnamefuncties
Creatieve stand (effecten toepassen tijdens opname)
In één opname slaat de camera vier beelden met effecten
op en één beeld zonder effecten.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
1 Druk op de knop k.
Het scherm voor selectie van een effect wordt
weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
het gewenste effect te selecteren en druk
op de knop k.
U kunt Diversen, Selectieve kleur (rood),
Selectieve kleur (groen), Selectieve kleur (blauw),
Licht (standaardinstelling), Diepte, Geheugen,
Klassiek of Noir selecteren.
In het bovenste deel van het scherm wordt het beeld
zonder effecten weergegeven. In het onderste deel van het scherm worden vier typen
beelden met effecten weergegeven.
Er kan maar één type effect tegelijk worden toegepast op een film. Druk op JK om het
gewenste effect te selecteren.
3 Druk op de ontspanknop of de knop b (e filmopname) om de
opname te maken.
De vijf opgeslagen beelden worden als een reeks beschouwd. Eén beeld met het effect
erop toegepast wordt gebruikt als hoofdfoto (A72).
B Opmerkingen over de creatieve stand
Als Diversen wordt geselecteerd als effect, zijn sommige Filmopties (A122) niet beschikbaar.
Creatieve stand (effecten toepassen tijdens
opname)
Eect selecteren
Diversen
3 2 0 0
3200
2 5 m 0s
25m 0s
47
Opnamefuncties
Creatieve stand (effecten toepassen tijdens opname)
Beschikbare functies in de creatieve stand
De onderstaande functies zijn beschikbaar wanneer u in stap 2 op de knop k drukt:
Flits-stand (A52)
Zelfontspanner (A54)
Macro-stand (A56)
Belichtingscompensatie (A57)
Opnamemenu (A110)
48
Opnamefuncties
Stand Slim portret (menselijke gezichten verfraaien tijdens het opnemen)
U kunt een foto maken met de functie
Glamour-retouchering om menselijke gezichten te
verfraaien.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Pas een effect toe.
Gebruik JK om het gewenste effect te selecteren.
Gebruik HI om de hoeveelheid effect te selecteren.
U kunt tegelijkertijd meerdere effecten toepassen.
B Huid verzachten, l Foundation, Q Zacht,
G Levendigheid, o Helderheid (Bel. +/-)
Selecteer f Sluiten om de schuifregelaar te
verbergen.
Druk op de knop k nadat u de instellingen voor alle
effecten hebt gecontroleerd.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop in.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
De hoeveelheid effect in de foto die wordt weergegeven op het opnamescherm kan verschillen
van die in het opgeslagen beeld.
Als Zacht is ingesteld, zijn sommige Filmopties (A122) niet beschikbaar.
Functies die beschikbaar zijn in de stand Slim portret
Glimlachtimer (A49)
Zelf-collage (A50)
Flits-stand (A52)
Zelfontspanner (A54)
Menu Slim portret (A120)
Stand Slim portret (menselijke gezichten
verfraaien tijdens het opnemen)
OFF
1
2
3
4
5
Huid verzachten
Schuifknop
Effect
49
Opnamefuncties
Stand Slim portret (menselijke gezichten verfraaien tijdens het opnemen)
Glimlachtimer gebruiken
Als u op J van de multi-selector drukt om
a Glimlachtimer te selecteren en vervolgens op de
knop k drukt, wordt de sluiter automatisch ontspannen
telkens wanneer een glimlachend gezicht wordt
gedetecteerd.
Stel de functie Glamour-retouchering in voordat u de
glimlachtimer (A48) selecteert.
Als u de ontspanknop indrukt om een foto te maken,
wordt de glimlachtimer uitgeschakeld.
B Opmerkingen over glimlachtimer
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten of glimlachende
gezichten detecteren (A61). De ontspanknop kan eveneens worden gebruikt voor het maken van
opnamen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een gezicht
herkent en flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
Glimlachtimer
50
Opnamefuncties
Stand Slim portret (menselijke gezichten verfraaien tijdens het opnemen)
Zelf-collage gebruiken
De camera kan met tussenpozen een reeks van vier of
negen beelden vastleggen en deze opslaan als een uit één
beeld bestaande opname (een collagebeeld).
1 Druk op J van de multi-selector om
n Zelf-collage te selecteren en druk
vervolgens op de knop k .
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
Als u op de knop d drukt en Zelf-collage selecteert
voordat u op J drukt, kunt u de instellingen voor
Aantal opnamen, Interval en Sluitergeluid
(A120) configureren.
Als u Glamour-retouchering wilt toepassen tijdens de
opname, stelt u het effect in voordat u Zelf-collage
(A48) selecteert.
2 Maak een foto.
Als u op de ontspanknop drukt, wordt het aftellen
gestart (ongeveer vijf seconden) en wordt de sluiter
automatisch ontspannen.
De sluiter wordt automatisch ontspannen voor de
resterende foto's. Er wordt ongeveer drie seconden
vóór de opname met aftellen gestart.
Het aantal opnamen wordt aangegeven met U op het
scherm. Dit wordt in groen weergegeven tijdens het
opnemen en verandert vervolgens in wit.
3
Selecteer, in het scherm dat wordt weergegeven wanneer de camera het bij
Aantal opnamen
ingestelde aantal opnamen heeft bereikt, de optie
Ja
en
druk op de knop
k
.
Het collagebeeld wordt opgeslagen.
Elk vastgelegd beeld wordt opgeslagen als apart beeld, gescheiden van het collagebeeld.
De beelden worden gegroepeerd als een reeks en een collagebeeld van één beeld wordt
als hoofdfoto (A72) gebruikt.
Wanneer Nee is geselecteerd, wordt het collagebeeld niet opgeslagen.
B Opmerkingen over Zelf-collage
Als u de ontspanknop indrukt voordat de camera het opgegeven aantal opnamen heeft
gemaakt, wordt het opnemen geannuleerd en wordt het collagebeeld niet opgeslagen. De
opnamen die zijn gemaakt voordat het opnemen wordt geannuleerd worden opgeslagen als
afzonderlijke beelden.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A66).
Zelf-collage
2
51
Opnamefuncties
Opnamefuncties instellen met de multi-selector
Als het opnamescherm wordt weergegeven kunt u op H (m) J (n) I (p) K (o) van de
multi-selector drukken om de functies in te stellen die hieronder worden beschreven.
m Flits-stand
Wanneer de flitser is uitgeklapt, kan de flits-stand worden ingesteld voor de
desbetreffende opnameomstandigheden.
n Zelfontspanner, Zelfportrettimer
De camera ontspant de sluiter wanneer het ingestelde aantal seconden na het indrukken
van de ontspanknop is verstreken.
p Macro-stand
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-upfoto's.
o Belichtingscompensatie
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
De functies die kunnen worden ingesteld variëren afhankelijk van de opnamestand.
Opnamefuncties instellen met de multi-selector
52
Opnamefuncties
Flits-stand
Wanneer de flitser is uitgeklapt, kan de flits-stand worden ingesteld voor de desbetreffende
opnameomstandigheden.
1 Druk op de knop m (pop-up flitser) om de
flitser omhoog te klappen.
Wanneer de flitser is neergeklapt, wordt de flitser
uitgeschakeld en wordt W weergegeven.
2 Druk op H (X) van de multi-selector.
3 Selecteer de gewenste flits-stand (A53)
en druk op de knop k.
Als u niet op de knop k drukt om de instelling toe te
passen, wordt de selectie geannuleerd.
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de
ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af als u de ontspanknop helemaal
indrukt.
- Knipperen: De flitser wordt opgeladen. Er kunnen geen
opnamen worden gemaakt met de camera.
- Uit: De flitser gaat niet af bij het maken van een foto.
Als de batterij bijna leeg is, wordt het scherm uitgeschakeld
tijdens het opladen van de flitser.
Flits-stand
Automatisch
53
Opnamefuncties
Flits-stand
Beschikbare flitsstanden
B Opmerkingen over het maken van opnamen met de flitser
Bij gebruik van de flitser samen met groothoek kan het gebied rond het beeld donker zijn,
afhankelijk van de afstand tot het onderwerp.
Dit kan worden verbeterd als u de zoomknop iets verzet naar de telestand.
C Flits-standinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A64).
Voor de stand A (auto) wordt de toegepaste instelling opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
C Rode-ogenreductie
Wanneer de camera rode ogen detecteert terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in
kwestie bewerkt om rode ogen te verminderen voordat het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens het fotograferen:
Er is meer tijd nodig dan gebruikelijk om opnamen op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In zeldzame gevallen wordt rode-ogenreductie onnodig toegepast in andere delen van het
beeld. Selecteer in dergelijke gevallen een andere flits-stand en maak de foto opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
De aanduiding voor de flits-stand wordt alleen meteen na het instellen
weergegeven op het opnamescherm.
V
Autom. met rode-ogenred.
Hiermee vermindert u rode ogen in portretten ten gevolge van het gebruik van de
flitser.
X
Invulflits
De flitser gaat af telkens wanneer een foto wordt gemaakt. Gebruik deze stand om
schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergrondscènes. De flitser gaat zo
nodig af om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om
in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
54
Opnamefuncties
Zelfontspanner
De camera ontspant de sluiter wanneer het ingestelde aantal seconden na het indrukken
van de ontspanknop is verstreken.
Stel Foto VR (A140) in op Uit in het menu Set-up wanneer u een statief gebruikt om de
camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer het aantal seconden totdat de
sluiter wordt ontspannen en druk op de
knop k.
n10s (10 seconden): Gebruik deze bij belangrijke
gelegenheden, zoals bruiloften.
n2s (2 seconden): Gebruik deze om cameratrilling te
voorkomen.
r5s (5 seconden, zelfportrettimer): Voor
zelfportretten.
Als u niet op de knop k drukt om de instelling toe te passen, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
Wanneer u n10s (10 seconden) of n2s (2 seconden) gebruikt, zorg er dan voor dat er
goed is scherpgesteld op de onderwerpen.
Wanneer u r5s (5 seconden, zelfportrettimer) gebruikt, druk dan in stap 4 de
ontspanknop helemaal in en kadreer het beeld.
Zelfontspanner
Zelfontspanner
55
Opnamefuncties
Zelfontspanner
4 Druk de ontspanknop helemaal
in.
Het aftellen wordt gestart. Het
zelfontspannerlampje knippert en blijft
vervolgens ongeveer één seconde lang
branden voordat de sluiter wordt
ontspannen.
Als de sluiter wordt ontspannen, wordt de
zelfontspanner op OFF gezet.*
U kunt het aftellen stoppen door de
ontspanknop opnieuw in te drukken.
* Bij het opnemen in de onderwerpstand
Maan wordt de zelfontspanner niet
automatisch ingesteld op OFF. U kunt de
zelfontspanner beëindigen door OFF te selecteren in stap 2.
C Scherpstelling en belichting tijdens opnamen met de zelfontspanner
n10s, n2s: De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld wanneer u de
ontspanknop helemaal indrukt.
r5s: De scherpstelling en de belichting worden ingesteld net voordat de sluiter wordt
ontspannen.
C De instelling voor de zelfontspanner
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A64).
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
9
9
56
Opnamefuncties
Macro-stand (Close-up foto's maken)
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-upfoto's.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop k.
Als u niet op de knop k drukt om de instelling toe te
passen, wordt de selectie geannuleerd.
3 Draai aan de zoomknop om de
zoomfactor op een positie te zetten
waarbij F en de zoomaanduiding groen
worden weergegeven.
Als de zoomfactor op een positie staat waarbij F en de zoomaanduiding groen worden
weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet meer dan ongeveer
10 cm van het objectief zijn verwijderd.
Als de zoomstand is ingesteld op groothoek en zich in
het gebied bevindt dat wordt aangeduid met 1, kan
de camera scherpstellen op onderwerpen die niet
meer dan ongeveer 1 cm van het objectief zijn
verwijderd.
C Instelling macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (A64).
Voor de stand A (auto) wordt de toegepaste instelling opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Macro-stand (Close-up foto's maken)
1
57
Opnamefuncties
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en druk op
de knop k.
Om de opname helderder te maken, stelt u een
positieve waarde (+) in.
Om de opname donkerder te maken, stelt u een
negatieve waarde (–) in.
De correctiewaarde wordt toegepast, zelfs als u niet op
de knop k drukt.
Als de opnamestand Slim portret is, wordt het scherm
voor glamour-retouchering weergegeven in plaats van
het scherm voor belichtingscorrectie (A48).
Als de opnamestand A (auto) is, wordt de creatieve instelknop weergegeven in plaats
van het scherm voor belichtingscorrectie (A34).
C Belichtingscorrectiewaarde
Als de opnamestand Meerv. belicht. Lichter (A39) of de onderwerpstand Vuurwerk (A40) is,
kan geen belichtingscorrectie worden gebruikt.
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek die de verdeling van tinten in het beeld weergeeft. Gebruik deze als
richtlijn bij het gebruik van belichtingscorrectie en bij opnemen zonder flitser.
De horizontale as komt overeen met de pixelhelderheid, met donkere tinten aan de linkerkant en
lichte tinten aan de rechterkant. De verticale as bevat het aantal pixels.
Als de belichtingscorrectiewaarde toeneemt, verschuift de verdeling van toonwaarden naar
rechts en als deze afneemt, verschuift de verdeling van toonwaarden naar links.
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
Belichtingscompensatie
+2.0
+0.3
-2.0
Histogram
58
Opnamefuncties
De zoom gebruiken
Als u de zoomknop verplaatst, verandert de
positie van het zoomobjectief.
Inzoomen: Draai richting g
Uitzoomen: Draai richting f
Als u de camera inschakelt, wordt de zoom
in de maximale groothoekstand gezet.
Als de zoomknop helemaal wordt
gedraaid in een van beide richtingen,
wordt de zoom snel aangepast (behalve
tijdens het opnemen van films).
De zoom kan ook worden bediend door
de zijzoomknop (A2) te bewegen naar
g of f.
Er wordt een zoomaanduiding
weergegeven op het opnamescherm als
aan de zoomknop wordt gedraaid.
De digitale zoom, waarmee u het
onderwerp verder kunt vergroten tot circa
4× de maximale optische zoomfactor, kan
worden geactiveerd door de zoomknop of de zoomknop aan de zijkant richting g te
verplaatsen en deze vast te houden als de camera is ingezoomd op de maximale
optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd en wordt geel
wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te maken
van de Dynamic Fine Zoom.
Zoomaanduiding is geel: In sommige situaties kan de beeldkwaliteit aanzienlijk verminderen.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De zoomaanduiding wordt mogelijk niet blauw als bepaalde instellingen voor continue opname
of andere instellingen worden gebruikt.
De zoom gebruiken
Uitzoomen Inzoomen
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
59
Opnamefuncties
De zoom gebruiken
De terugkeerzoom gebruiken
Als u het onderwerp kwijtraakt in de stand voor telezoom, drukt u op de knop
q (terugkeerzoom) om het zichtbare gedeelte tijdelijk te verruimen zodat u het onderwerp
gemakkelijker kunt kadreren.
Bij het indrukken van de knop q, kadreert u het onderwerp binnen de kaderrand van het
opnamescherm. Als u het zichtbare gebied verder wilt vergroten, draait u de zoomknop
verder naar f terwijl u op de knop q drukt.
Laat de knop q los om terug te keren naar de oorspronkelijke zoomstand.
Terugkeerzoom is niet beschikbaar tijdens het opnemen van films.
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Knop q
Kaderrand
60
Opnamefuncties
Scherpstelling
De ontspanknop
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A116) in de stand A (automatisch) is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de wijze zoals hieronder beschreven wanneer u
de ontspanknop half indrukt:
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt
hierop scherp. Als is scherpgesteld op het onderwerp,
wordt het scherpstelveld groen weergegeven. Als een
menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera
automatisch de scherpstelprioriteit hierop in.
Als geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd,
selecteert de camera automatisch een of meer van de
negen scherpstelvelden die het onderwerp bevatten
dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Zodra scherp
is gesteld op het onderwerp, worden de
scherpstelvelden waarop is scherpgesteld groen
weergegeven.
Scherpstelling
Half
indrukken
De ontspanknop half indrukken wil zeggen dat u de knop indrukt
tot het punt waar u enige weerstand voelt.
De scherpstelling en belichting (sluitertijd en F-waarde)
worden ingesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd
zolang u de knop half ingedrukt houdt.
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
Helemaal
indrukken
De ontspanknop helemaal indrukken wil zeggen dat u de knop
tot beneden indrukt.
De sluiter wordt ontspannen wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de ontspanknop
aangezien dit kan leiden tot het trillen van de camera en een
wazig beeld. Druk de knop zachtjes in.
1 / 2 5 0
1/250
F3
F3
Scherpstelvelden
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
61
Opnamefuncties
Scherpstelling
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt geïdentificeerd verschillen.
Mogelijk wordt het hoofdonderwerp niet gedetecteerd bij gebruik van bepaalde instellingen
voor Witbalans.
In de volgende situaties wordt het hoofdonderwerp mogelijk niet correct gedetecteerd door de
camera:
- Als het onderwerp heel donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van het scherm
bevindt
- Als het hoofdonderwerp een herhaald patroon bevat
Gezichtsherkenning gebruiken
Bij gebruik van de volgende instellingen gebruikt de
camera gezichtsherkenning om automatisch scherp te
stellen op gezichten van personen.
Stand o (Autom. scènekeuzekn.) (A37)
e (Nachtportret) of de onderwerpstand Portret
(A36)
Stand Slim portret (A48)
Als AF-veldstand (A116) in de A (autostand)
(A34) is ingesteld op Gezichtprioriteit
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand weergegeven
rond het gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele rand rond de andere
gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl er geen gezichten worden gedetecteerd:
In de stand o (Autom. scènekeuzekn.) varieert het scherpstelveld afhankelijk van de
opnameomstandigheden die de camera herkent.
In de onderwerpstanden e en Portret of in de stand Slim portret wordt scherpgesteld
op het midden van het beeld.
In A (autostand) wordt het scherpstelveld geselecteerd met het onderwerp dat zich
het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een reeks van
factoren, waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
De camera kan in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen ligt achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
62
Opnamefuncties
Scherpstelling
Huid verzachten gebruiken
Als in de volgende opnamestanden gezichten van personen worden herkend, bewerkt de
camera het beeld op zo'n manier dat huidtinten worden verzacht (maximaal drie gezichten).
Stand Slim portret (A48)
- De mate waarin Huid verzachten wordt toegepast kan worden aangepast.
Stand o (Autom. scènekeuzekn.) (A37)
Stand e (Nachtportret) of Portret in de onderwerpstand (A36)
Huid verzachten kan ook worden toegepast op opgeslagen beelden door gebruik te
maken van Glamour-retouchering in de weergavestand (A76).
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag nemen.
Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat bereikt
met Huid verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het beeld zonder
gezichten.
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals verwacht. Het
kan af en toe voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit
dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen wordt weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de
zon achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel donker uitziet).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de
persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld binnen in een kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere rijen
ramen van vergelijkbare vorm, enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw
scherp te stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de
camera bevindt als het eigenlijke portretonderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling
(A63).
63
Opnamefuncties
Scherpstelling
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het scherpstelveld
met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de A (Autostand) (A116).
2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk
vervolgens de ontspanknop half
in.
Er wordt scherpgesteld op het onderwerp
en het scherpstelveld wordt groen
weergegeven.
De belichting is eveneens vergrendeld.
3 Stel de foto opnieuw samen zonder uw
vinger op te tillen.
Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera en het
onderwerp.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de
foto te maken.
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
64
Opnamefuncties
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner en Macro-stand)
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder weergegeven.
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner
en Macro-stand)
Flitser
1
(A52)
Zelfontspanner
(A54)
Macro-stand
(A56)
A (auto) U Uit Uit
Onderwerpstanden
o (Autom. scènekeuzekn.) U
2
Uit
Uit
3
j (nachtlandschap)
W
4
Uit
5
Uit
4
e (nachtportret)
V
6
Uit
Uit
4
o (tegenlicht)
X/W
7
Uit
Uit
4
d (sport)
W
4
Uit
4
Uit
4
b (portret) V Uit
Uit
4
c (landschap)
W
4
Uit
5
Uit
4
U (meerv. belicht. lichter) W
4
n 2s
5
Uit
4
f (party/binnen)
V
8
Uit
Uit
4
Z (strand) U Uit
Uit
4
z (sneeuw) U Uit
Uit
4
h (zonsondergang)
W
4
Uit
Uit
4
i (schemering)
W
4
Uit
5
Uit
4
k (close-up) W Uit
Aan
4
u (voedsel)
W
4
Uit
Aan
4
m (vuurwerk)
W
4
Uit
4
Uit
4
V (eenvoudig panorama) W
4
Uit
4
Uit
4
O (dierenportret)
W
4
Y
9
Uit
L (maan)
W
4
n 2s Uit
4
l (vogels bekijken)
W
4
Uit
Uit
s (creatieve stand) U Uit Uit
F (slim portret) U
10
Uit
11
Uit
4
M (korte filmvoorstelling) W
4
Uit Uit
65
Opnamefuncties
Standaardinstellingen (Flitser, Zelfontspanner en Macro-stand)
1
De instelling die wordt gebruikt als de flitser is uitgeklapt.
2
De camera selecteert automatisch de optimale instelling voor de flits-stand voor de door de
camera geselecteerde opnameomstandigheden. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd.
3
Kan niet worden gewijzigd. De camera wordt in de macro-stand gezet als i wordt
geselecteerd.
4
Kan niet worden gewijzigd.
5
r5s Zelfportrettimer kan niet worden gebruikt.
6
Kan niet worden gewijzigd. Bij instelling op Uit de hand, is de instelling voor de flits-stand vast
ingesteld op automatisch met lange sluitertijd en slow sync met rode-ogenreductie. Bij
instelling op Statief, is de instelling voor de flits-stand vast ingesteld op automatisch met lange
sluitertijd en slow sync met rode-ogenreductie.
7
De flits is vast ingesteld op X (invulflits) als HDR is ingesteld op Uit. De flitser gaat niet af als
HDR is ingesteld op Aan.
8
Mogelijk wordt omgeschakeld naar synchronisatie met lange sluitertijd met rode-ogenreductie
(flits-stand).
9
Y Dierenp. autom. ontsp. en r5s Zelfportrettimer kunnen worden gebruikt (A41).
n10s of n2s kan niet worden gebruikt.
10
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
11
a Glimlachtimer (A49) en n Zelf-collage (A50) kunnen worden gebruikt naast n10s,
n2s of r5s Zelfportrettimer.
66
Opnamefuncties
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het maken van
opnamen
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menu-instellingen.
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt met het maken van opnamen
Beperkte functie Instelling Beschrijving
Flits-stand
Continu (A113)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
wordt geselecteerd, kan de flitser niet worden
gebruikt.
Knipperdetectie
(A121)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner AF-veldstand (A116)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A116)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
macro-stand niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A113)
Beeldmodus wordt als volgt ingesteld
afhankelijk van de instelling voor
continu-opname:
Vooropnamecache: q (beeldformaat:
1600 × 1200 pixels)
Continu H: 120 bps: O (beeldformaat:
640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps: M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels)
Witbalans
Kleurtoon (met de
creatieve instelknop)
(A34)
Als de tint wordt aangepast bij gebruik van de
creatieve instelknop, kan Witbalans niet worden
ingesteld in het opnamemenu. Als u Witbalans
wilt instellen, selecteert u P in het scherm voor
het instellen van de creatieve instelknop om de
helderheid, levendigheid, tint en actieve
D-Lighting opnieuw in te stellen.
Continu
Zelfontspanner
(A54)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt terwijl
Vooropnamecache is geselecteerd, wordt de
waarde vast ingesteld op Enkelvoudig.
ISO-waarde Continu (A113)
Als Vooropnamecache, C
ontinu H: 120 bps of
Continu H: 60 bps is geselecteerd, wordt
ISO-waarde vast ingesteld op Automatisch.
AF-veldstand Witbalans (A111)
Als Witbalans is ingesteld op een andere
instelling dan Automatisch in de stand AF met
doelopsporing, wordt het hoofdonderwerp niet
gedetecteerd door de camera.
Knipperdetectie Zelf-collage (A50)
Als Zelf-collage is geselecteerd, wordt
Knipperdetectie uitgeschakeld.
67
Opnamefuncties
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het maken van
opnamen
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen, is de digitale zoom mogelijk niet
beschikbaar (A141).
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld.
Datumstempel Continu (A113)
Als Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of
Continu H: 60 bps is geselecteerd, kunnen
datum en tijd niet als stempel worden gebruikt
op beelden.
Digitale zoom AF-veldstand (A116)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd,
kan de digitale zoom niet worden gebruikt.
Beperkte functie Instelling Beschrijving
68
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Zoomweergave...............................................................................................................................69
Miniatuurweergave, Kalenderweergave................................................................................70
Stand Sorteer op datum...............................................................................................................71
Beelden die in een reeks werden vastgelegd weergeven en wissen..........................72
Beelden bewerken (foto's) ..........................................................................................................74
69
Weergavefuncties
Zoomweergave
Draai de zoomknop naar g (i zoomweergave) in de
schermvullende weergave (A20) om in te zoomen op het
beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i) te draaien.
Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op HIJK van de
multi-selector.
Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op de knop k om terug te
keren naar schermvullende weergave.
C Beelden uitsnijden
Als een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de knop d drukken om het beeld uit
te snijden zodat alleen het zichtbare gedeelte overblijft, en dit als apart bestand opslaan (A79).
Zoomweergave
g (i)
4 / 4
4/4
15/ 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 0 0 4 . J P G
0004. JPG
3 . 0
3.0
g
(i)
f
(h)
Er wordt ingezoomd op de opname.Schermvullende weergave
Gids voor
weergavegebied
70
Weergavefuncties
Miniatuurweergave, Kalenderweergave
Als u de zoomknop richting f (h miniatuurweergave)
draait in de schermvullende weergave (A20), worden
beelden als miniatuur weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop richting f (h)
of g (i) te draaien.
Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op HIJK van de multi-selector
om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop k om dat beeld
schermvullend weer te geven.
Bij gebruik van de kalenderweergave drukt u op HIJK van de multi-selector om een
datum te selecteren en drukt u vervolgens op de knop k om de opnamen weer te
geven die op die dag zijn gemaakt.
B Opmerkingen over de kalenderweergave
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld, worden
beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op vrijdag 1 januari 2016.
Miniatuurweergave, Kalenderweergave
f (h)
1 /2 0
1/20
15/ 11 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 00 1 . J P G
0001. JPG
1/20
Sun Mon Tue Wed Thu Fri
Sat
2016
11
1
30
3 0
30
29
2 9
29
26
2 6
2625
2 5
2524
2 4
24
23
2 3
23
22
2 2
22
21
2 1
21
20
2 0
20
19
1 9
1918
1 8
1817
1 7
1716
1 6
1615
1 5
1514
1 4
1413
1 3
13
12
1 2
1211
1 1
1110
1 0
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
28
2 8
28
27
2 7
27
Miniatuurweergave
Schermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
71
Weergavefuncties
Stand Sorteer op datum
Gebruik HI van de multi-selector om een datum te
kiezen en druk vervolgens op de knop k om de beelden
die zijn vastgelegd op de geselecteerde datum af te
spelen.
Functies in het weergavemenu (A129) kunnen
worden gebruikt voor de beelden op de geselecteerde
opnamedatum (met uitzondering van Kopiëren).
De volgende bewerkingen zijn beschikbaar terwijl het
selectiescherm voor de opnamedatum wordt
weergegeven.
-Knop d: De onderstaande functies zijn beschikbaar.
Diashow
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die zijn vastgelegd op de
geselecteerde datum.
-Knop l: Hiermee worden alle beelden gewist die zijn vastgelegd op de
geselecteerde datum.
B Opmerkingen over stand Sorteer op datum
Maximaal de 29 meest recente datums kunnen worden geselecteerd. Als er beelden bestaan
voor meer dan 29 datums, worden alle beelden die eerder dan de 29 meest recente datums zijn
opgeslagen gecombineerd onder Overige.
De 9.000 meest recente beelden kunnen worden weergegeven.
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld, worden
beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op vrijdag 1 januari 2016.
Stand Sorteer op datum
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM menupictogram N M
C Sorteer op datum M knop k
Sorteer op datum
20/11/2016
15/11/2016
3
1
2
10
05/11/2016
04/11/2016
72
Weergavefuncties
Beelden die in een reeks werden vastgelegd weergeven en wissen
Beelden in een reeks weergeven
Beelden die continu of met de functie Meerv. belicht. Lichter, Creatieve stand of Zelf-collage
zijn vastgelegd, worden als reeks opgeslagen.
Eén beeld van een reeks wordt gebruikt als de hoofdfoto
om de reeks weer te geven bij weergave in
schermvullende weergavestand of
miniatuurweergavestand.
U kunt elk beeld in de reeks afzonderlijk weergeven door
op de knop k te drukken.
Nadat u op de knop k hebt gedrukt, zijn de onderstaande
bewerkingen beschikbaar.
U kunt het vorige of volgende beeld weergeven door
op JK van de multi-selector te drukken.
U kunt beelden weergeven die niet zijn opgenomen in
de reeks door op H te drukken om terug te gaan naar
de weergave van de hoofdfoto.
U kunt beelden in een reeks als miniaturen weergeven
of deze afspelen in een diashow door
Reeksweergaveopties in te stellen op Individuele foto's in het weergavemenu
(A133).
B Reeksweergaveopties
Beelden die zijn vastgelegd met andere camera's dan deze kunnen niet als reeks worden
weergegeven.
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij gebruik van reeksen
Wanneer beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende weergave, drukt u op
de knop d om functies te selecteren in het weergavemenu (A129).
Als u op de knop d drukt terwijl een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen de volgende
instellingen worden toegepast op alle beelden in de reeks:
- Markeren voor upload, Beveiligen, Kopiëren
Beelden die in een reeks werden vastgelegd
weergeven en wissen
1 / 5
1/5
1 5 / 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 0 0 4 . J P G
0004.JPG
1 / 51/5
1 5 /1 1 / 20 1 6 1 5 : 3015/11/2016 15:30
0 0 04 . J PG0004.JPG
TerugTerug
73
Weergavefuncties
Beelden die in een reeks werden vastgelegd weergeven en wissen
Beelden in een reeks wissen
Als de knop l (wissen) wordt ingedrukt voor beelden in een reeks, variëren de beelden die
worden gewist afhankelijk van hoe de reeksen worden weergegeven.
Als de hoofdfoto wordt weergegeven:
- Huidig beeld: alle beelden in de weergegeven reeks worden gewist.
- Wis gesel. beeld(en): wanneer een hoofdfoto is geselecteerd in het selectiescherm
om beelden te wissen (A22), worden alle beelden in de
reeks gewist.
- Alle beelden: alle beelden op de geheugenkaart of in het interne
geheugen worden gewist.
Als beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende weergavestand:
- Huidig beeld: het momenteel weergegeven beeld wordt gewist.
- Wis gesel. beeld(en): beelden die zijn geselecteerd in de reeks worden gewist.
- Volledige reeks: alle beelden in de weergegeven reeks worden gewist.
74
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Voordat u beelden gaat bewerken
U kunt op eenvoudige wijze beelden bewerken op deze camera. Bewerkte kopieën worden als
aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en -tijd als het
origineel.
C Beperkingen bij het bewerken van beelden
Een beeld kan maximaal 10 keer worden bewerkt. Een foto (stilstaand beeld) die is gemaakt door
een film te bewerken kan maximaal negen keer worden bewerkt.
Mogelijk kunt u beelden van een beeld formaat niet bewerken of kunt u bepaalde
bewerkingsfuncties niet gebruiken.
Sneleffecten: Tint of stemming veranderen
Hiermee worden opnamen bewerkt met een reeks van effecten.
U kunt Schilderij, Foto-illustratie, Zacht portret, Monochroom portret op
achtergrond, Fisheye, Ster of Miniatuureffect selecteren.
1 Geef de afbeelding waarop u een effect
wilt toepassen weer in schermvullende
weergave en druk op de knop k.
2 Gebruik HIJK van de multi-selector
om het gewenste effect te selecteren en
druk op de knop k.
Draai de zoomknop (A2) naar g (i) om over te
schakelen naar schermvullende weergave of naar
f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Druk op de knop d om af te sluiten zonder het
bewerkte beeld op te slaan.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
Beelden bewerken (foto's)
15/ 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 0 0 4 . J P G
0004. JPG
Sneleecten
Annuleren
Contr.
Schilderij Zacht portretFoto-illustratie
Portret
(kleur + Z/W)
Fisheye Ster
75
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Snel retoucheren: contrast en verzadiging verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk op de
knop k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant weergegeven.
Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te slaan.
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
Uitvoeren te selecteren en druk op de knop
k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant weergegeven.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om af te sluiten
zonder de kopie op te slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM Snel
retoucheren M knop k
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
D-Lighting M knop k
Waarde
Snel retoucheren
Normaal
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
76
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Rode-ogencorrectie: rode-ogencorrectie uitvoeren bij
opnamen met de flitser
Bekijk een voorbeeld van het resultaat en druk
op de knop k.
Druk op J van de multi-selector om af te sluiten zonder de
kopie op te slaan.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden als rode ogen worden
gedetecteerd.
Rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als hun ogen
niet rood zijn.
Rode-ogencorrectie levert in sommige beelden mogelijk niet het gewenste resultaat op.
In zeldzame gevallen wordt rode-ogencorrectie toegepast in andere delen van het beeld terwijl
dit niet nodig is.
Glamour-retouchering: menselijke gezichten verfraaien
1 Gebruik HIJK van de multi-selector
om het gezicht te selecteren dat u wilt
retoucheren en druk op de knop k.
Als slechts één gezicht wordt gedetecteerd, gaat u
verder naar stap 2.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Rode-ogencorrectie M knop k
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Glamour-retouchering M knop k
Opslaan
Terug
Rode-ogencorrectie
Terug
Onderwerpselectie
77
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
2 Gebruik JK om het effect te selecteren,
gebruik HI om het niveau van het effect
te selecteren en druk op de knop k.
U kunt tegelijkertijd meerdere effecten toepassen.
Pas de instellingen aan of controleer deze voor alle
effecten voordat u op de knop k drukt.
F Klein gezicht, B Huid verzachten,
l Foundation, m Glansreductie, E Wallen
onder ogen verbergen, A Grote ogen, G Ogen witter maken, n Oogschaduw,
o Mascara, H Tanden witter maken, p Lippenstift, D Wangen roder maken
Druk op de knop d om terug te gaan naar het scherm voor het selecteren van een
persoon.
3 Bekijk een voorbeeld van het resultaat en
druk op de knop k.
U kunt de effecten wijzigen door op J te drukken om
terug te gaan naar stap 2.
Druk op de knop d om af te sluiten zonder het
bewerkte beeld op te slaan.
4 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan telkens maar één gezicht tegelijk worden bewerkt. Als u Glamour-retouchering op een
ander gezicht wilt toepassen, bewerkt u het bewerkte beeld opnieuw.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de gezichten kan de
camera de gezichten mogelijk niet correct detecteren of werkt de functie Glamour-retouchering
niet zoals verwacht.
Als geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing weergegeven en verschijnt
het weergavemenu opnieuw.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die zijn vastgelegd met een
ISO-waarde van 1600 of lager en die een beeldformaat van 640 × 480 of groter hebben.
Klein gezicht
Terug
Voorbeeld
Opslaan
Ja
Nee
Opslaan OK?
78
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector om
het gewenste kopieformaat te selecteren
en druk op de knop k.
Voor beelden die zijn vastgelegd met een instelling
voor de beeldmodus van l 4608×2592, wordt
alleen 640×360 weergegeven en voor beelden met
de instelling s 3456×3456, wordt alleen 480×480
weergegeven.
2 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt
(compressieverhouding circa 1:8).
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM Kleine
afbeelding M knop k
Kleine afbeelding
640×480
320×240
160×120
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
79
Weergavefuncties
Beelden bewerken (foto's)
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken
1 Draai de zoomknop om het beeld te vergroten (A69).
2 Pas het beeld aan zodat alleen het
gedeelte dat u wilt bewaren wordt
weergegeven en druk vervolgens op de
knop d (menu).
Draai de zoomknop naar g (i) of f (h) om de
zoomfactor aan te passen. Stel een zoomfactor in
waarbij u wordt weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om naar het
gedeelte van het beeld te schuiven dat u wilt weergeven.
3 Controleer het gebied dat u wilt bewaren
en druk op de knop k.
U kunt het gebied opnieuw instellen door op J te
drukken.
4 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
C Beeldformaat
De beeldverhouding (horizontaal bij verticaal) van de uitsnede is gelijk aan die van het
oorspronkelijke beeld.
Wanneer het beeldformaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of kleiner is, wordt het beeld
weergegeven in een kleiner formaat tijdens de weergave.
3 . 03.0
Uitsnijden
Opslaan
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
80
Films
Films
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films..............................................81
Foto's vastleggen tijdens het opnemen van films .............................................................84
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips combineren tot korte films) ..........................85
Handelingen tijdens het afspelen van films .........................................................................88
Films bewerken...............................................................................................................................89
81
Films
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor films.
U wordt aangeraden het filmkader weer te geven dat
aangeeft welk deel van het scherm wordt gebruikt
voor de film (A82).
2 Klap de flitser in (A19).
Als films worden opgenomen met de flitser uitgeklapt, kan het geluid gedempt klinken.
3 Druk op de knop b (e filmopname) om
de filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Druk op K van de multi-selector om het opnemen te
onderbreken en druk opnieuw op K om het opnemen
te hervatten (behalve wanneer een optie voor HS-films
is geselecteerd in Filmopties). Het opnemen wordt
automatisch beëindigd als dit langer dan ongeveer vijf
minuten worden onderbroken.
U kunt een stilstaand beeld (foto) vastleggen door de
ontspanknop in te drukken tijdens het opnemen van een film (A84).
4 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het opnemen te
beëindigen.
5 Selecteer een film in schermvullende
weergave en druk op de knop k om de
film af te spelen.
Een beeld met een pictogram voor filmopties is een
film.
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Resterende opnametijd voor
films
Filmkader
1 5 / 1 1 / 2 0 1 6 1 5 : 3 0
15/11/2016 15:30
0 0 1 0 . M P 4
0010. MP4
1 0 s
10s
Filmopties
82
Films
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films
Filmkader
Druk op de knop s om het filmkader weer te geven (A4). Controleer het bereik van
een film in het kader voordat u de opname van de film start.
Het gebied van de filmopname varieert afhankelijk van de instellingen voor Filmopties
of Film VR in het filmmenu.
Maximale opnametijd voor films
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren dan
29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is voor
langere opnamen.
De resterende opnametijd voor een enkele film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
De werkelijke resterende opnametijd kan variëren, afhankelijk van de inhoud van de film,
de beweging van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A173). De filmopname kan onverwachts stoppen
wanneer een geheugenkaart met een lagere Speed Class-waarde wordt gebruikt.
B Cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de camera
automatisch met opnemen.
De resterende tijd tot de camera de opname stopt (B10 sec.) wordt weergegeven.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
83
Films
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films
Opmerkingen over het opnemen van films
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de resterende
filmduur aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of films. Open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten
terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de
camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over opgenomen films
Als het interne geheugen van de camera wordt gebruikt, kan het opslaan van films enige tijd in
beslag nemen.
De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
Het geluid van de werking van de zoomknop, de zoom, de scherpstelbewegingen van het
objectief, de vibratiereductie en de werking van het diafragma bij verandering van de helderheid
kunnen worden opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op het scherm worden vastgesteld terwijl films worden
opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kan er
bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant verplaatsen,
zoals een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de camera
wordt verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderweg of de hoeveelheid zoom die wordt toegepast, kunnen
gekleurde strepen verschijnen in onderwerpen in herhaalde patronen (stoffen, ruitjesvensters enz.)
tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich voor als het patroon in het onderwerp en
de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren. Dit is geen apparaatstoring.
B Opmerkingen over vibratiereductie bij het opnemen van films
Als Film VR (A127) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de beeldhoek
(oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) smaller bij het opnemen van films.
Stel bij gebruik van een statief om de camera te stabiliseren tijdens het opnemen Film VR in op
Uit om mogelijke fouten ten gevolge van deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over autofocus bij het opnemen van films
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A62). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voordat
de filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp (dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het
gewenste onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname) om
de opname te starten en wijzig daarna de compositie.
84
Films
Foto's vastleggen tijdens het opnemen van films
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt bij het
opnemen van het film, wordt één beeld opgeslagen als
foto. Het opnemen van de film gaat door terwijl de foto
wordt opgeslagen.
Een foto kan worden vastgelegd wanneer y wordt
weergegeven op het scherm. Wanneer z wordt
weergegeven, kan geen foto worden vastgelegd.
Het formaat van de vastgelegde foto wordt bepaald
door het beeldformaat van de film (A122).
B Opmerkingen over het vastleggen van foto's bij het opnemen van films
Foto's kunnen in de volgende situaties niet worden opgeslagen tijdens het opnemen van een
film:
- Als de resterende opnametijd voor films minder is dan vijf seconden.
-Als Filmopties (A122) is ingesteld op Z 1080/60i, U 1080/50i, g 480/30p,
W 480/25p of HS-film.
Wanneer u een foto opslaat, kan het geluid van het indrukken van de ontspanknop te horen zijn
in de film.
Als de camera wordt bewogen terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, is de opname mogelijk
onscherp.
Foto's vastleggen tijdens het opnemen van films
1 2 m 3 0 s
12m30s
85
Films
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips combineren tot korte films)
Er wordt een korte film gemaakt tot 30 seconden lang
(e 1080/30p of S 1080/25p) door meerdere
filmclips van enkele seconden op te nemen en deze
automatisch te combineren.
1 Druk op de knop d (menu) en
configureer de instellingen voor het
opnemen van films.
Aantal opnamen: Stel het aantal filmclips in dat
wordt opgenomen en de opnametijd voor elke
filmclip. Standaard worden 15 filmclips opgenomen
van elk 2 seconden, waardoor een korte film van 30
seconden ontstaat.
Speciale effecten (A87): Pas verschillende effecten toe op films bij het opnemen. Voor
elke filmclip kunnen andere effecten worden gebruikt.
Achtergrondmuziek: Selecteer de achtergrondmuziek. U kunt een voorbeeld bekijken
door de zoomknop (A2) naar g (i) te draaien.
Nadat de instellingen zijn voltooid, drukt u op de knop d of op de ontspanknop om het
menu te verlaten.
2 Druk op de knop b (e filmopname) om
een filmclip op te nemen.
De camera stopt automatisch met het opnemen van
de filmclip als de tijd die is opgegeven in stap 1 is
verstreken.
Het opnemen van filmclips kan tijdelijk worden
onderbroken.
Zie “Filmopname onderbreken” (A86).
3 Controleer de opgenomen filmclip of
verwijder deze.
U kunt deze controleren door op de knop
k
te drukken.
U kunt deze verwijderen door op de knop l te
drukken. U kunt de als laatste opgenomen filmclip of
alle filmclips verwijderen.
Als u wilt doorgaan met het opnemen van filmclips,
herhaalt u de bewerking in stap 2.
U kunt de effecten wijzigen door terug te gaan naar
stap 1.
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips
combineren tot korte films)
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
0
15
3 2 0 03200
2 4 m 3 6 s24m36s
12
15
VoorbeeldVoorbeeld
Aantal opgenomen filmclips
86
Films
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips combineren tot korte films)
4 Sla de korte filmvoorstelling op.
De korte filmvoorstelling wordt opgeslagen als de camera stopt met opnemen van het
opgegeven aantal filmclips.
U kunt een korte filmvoorstelling opslaan voordat de camera stopt met het opnemen van
het opgegeven aantal filmclips door op de knop d te drukken terwijl het
stand-byscherm voor opnemen wordt weergegeven en vervolgens Opname stoppen te
selecteren.
Als een korte filmvoorstelling wordt opgenomen, worden de filmclips verwijderd.
Handelingen tijdens het afspelen van filmclips
U kunt het volume aanpassen door aan de zoomknop te
draaien terwijl een filmclip wordt afgespeeld (A2).
Op het scherm worden bedieningsknoppen weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden uitgevoerd
door JK van de multi-selector te gebruiken om een
bedieningsknop te selecteren en vervolgens op de knop
k te drukken.
B Opmerkingen over het opnemen van een korte filmvoorstelling
De camera kan geen films opnemen als geen geheugenkaart is geplaatst.
Verwissel de geheugenkaart pas nadat een korte filmvoorstelling is opgeslagen.
C Filmopname onderbreken
Een foto of stilstaand beeld (l 4608×2592) kan worden opgenomen door de ontspanknop in
te drukken terwijl het stand-byscherm voor opnemen wordt weergegeven.
U kunt de filmopname onderbreken en beelden afspelen of naar andere opnamestanden gaan
om foto's te maken. De filmopname wordt hervat als u opnieuw naar de stand Korte
filmvoorstelling gaat.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen A Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen B Houd de knop k ingedrukt om de film snel vooruit weer te geven.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop k ingedrukt
om continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop k ingedrukt
om continu vooruit te spoelen.
F Hervat het afspelen.
Afspelen
beëindigen
G Teruggaan naar het opnamescherm.
Opnemen
beëindigen
p
Sla de korte filmvoorstelling op met behulp van de opgenomen
filmclips.
10 s
10s
Bedieningsknoppen
87
Films
Stand Korte filmvoorstelling (Filmclips combineren tot korte films)
Beschikbare functies in de stand Korte filmvoorstelling
Zelfontspanner (A54)
Macro-stand (A56)
Belichtingscompensatie (A57)
Menu Korte filmvoorstelling (A85)
Menu Filmopties (A122)
Speciale effecten gebruiken
Pas effecten toe op films bij het opnemen.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is
geselecteerd, drukt u op HI van de multi-selector om
de gewenste kleur te kiezen en drukt u op de knop
k om de kleur toe te passen.
Draai de standknop naar n M knop dM menupictogram n M Speciale
effecten M knop k
Type Beschrijving
O Zacht
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het hele beeld toe te
voegen.
P Nostalgisch sepia
Hiermee wordt een sepiatint toegevoegd en wordt het contrast
verminderd om de kenmerken van een oude foto na te bootsen.
F Hoogcontrast
monochr.
Creëert een zwart-witfoto met een sterk contrast.
I Selectieve kleur
Behoudt alleen een geselecteerde kleur en maakt de andere
kleuren zwart-wit.
l Pop
Vergroot de kleurverzadiging van de gehele opname waardoor
een helder beeld ontstaat.
o Cross-process
Verleent de opname een mysterieus effect op basis van een
specifieke kleur.
m
Speelgoedcamera-eff. 1
Verleent de hele opname een geelachtige tint en maakt de randen
van de opname donkerder.
n
Speelgoedcamera-eff. 2
Vermindert de kleurverzadiging van de volledige opname en
maakt de buitenste randen van het beeld donkerder.
b Spiegelen
Creëert een aan beide kanten symmetrisch beeld waarvan de
rechterhelft een omgekeerd spiegelbeeld is van de linkerhelft.
k Uit
(standaardinstelling)
Er wordt geen effect toegepast op het beeld.
OpslaanOpslaan
Selectieve kleurSelectieve kleur
88
Films
Handelingen tijdens het afspelen van films
U kunt het volume aanpassen door aan de zoomknop te
draaien terwijl een film wordt afgespeeld (A2).
Op het scherm worden bedieningsknoppen weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden uitgevoerd
door JK van de multi-selector te gebruiken om een
bedieningsknop te selecteren en vervolgens op de knop
k te drukken.
Handelingen tijdens het afspelen van films
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A
Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen
B
Houd de knop k ingedrukt om de film snel vooruit weer te geven.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop k ingedrukt
om continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop k ingedrukt
om continu vooruit te spoelen.
I
Extraheer het gewenste deel van een film en sla dit op als
apart bestand.
H
Extraheer één beeld van een film en sla dit op als foto.
F
Hervat het afspelen.
Einde
G
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
Volume-aanduiding
In de pauzestand
89
Films
Films bewerken
Alleen het gewenste deel van een film extraheren
Het gewenste deel van een opgenomen film kan als apart bestand worden opgeslagen.
1 Speel de gewenste film af en pauzeer bij het beginpunt van het
gedeelte dat u wilt extraheren (A88).
2 Gebruik JK van de multi-selector om
I te selecteren en druk vervolgens op
de knop k.
3 Gebruik HI om M (kies beginpunt) te
kiezen.
Gebruik JK om het beginpunt te verplaatsen.
U kunt het bewerken annuleren door O (terug) te
selecteren en op de knop k te drukken.
4 Gebruik HI om de knop N (kies
eindpunt) te selecteren.
Gebruik JK om het eindpunt te verplaatsen.
U kunt een voorbeeld van het opgegeven gedeelte
bekijken door G te selecteren en vervolgens op de
knop k te drukken. Druk opnieuw op de knop k om
de voorbeeldweergave te stoppen.
5 Gebruik HI om m (opslaan) te
selecteren en druk op de knop k.
Volg de instructies op het scherm om de film op te
slaan.
Films bewerken
1 m 3 0 s
1m30s
Kies beginpunt
1 m 0 s
1m 0s
Opslaan
3 0 s
30s
90
Films
Films bewerken
B Opmerkingen over het bewerken van films
Gebruik batterijen die voldoende resterende lading bevatten om te voorkomen dat de camera
wordt uitgeschakeld tijdens het bewerken. Als de aanduiding voor het batterijniveau B is,
kunnen films niet worden bewerkt.
Een film die is gemaakt door middel van bewerken kan niet opnieuw worden bewerkt.
Het uitgesneden gedeelte van een film kan iets afwijken van het gedeelte dat is geselecteerd
met behulp van het begin- en eindpunt.
Films kunnen niet zodanig worden bijgesneden dat zij minder dan twee seconden lang zijn.
Een beeld van een film opslaan als foto
Het gewenste beeld van een opgenomen film kan worden geëxtraheerd en als foto worden
opgeslagen.
Onderbreek een film en geef het beeld weer dat u wilt
extraheren (A88).
Gebruik JK van de multi-selector om H te selecteren
en druk op de knop k.
Selecteer Ja wanneer een bevestigingsvenster wordt
weergegeven en druk op de knop k om het beeld op
te slaan.
De beeldkwaliteit van de foto die u wilt opslaan is
normaal (compressieverhouding van ongeveer 1:8). Het
beeldformaat wordt bepaald door het beeldformaat
van de oorspronkelijke film (A122).
B Opmerkingen over het opslaan van foto's
Foto's kunnen niet worden opgeslagen vanuit films die zijn opgenomen met Z 1080/60i,
U 1080/50i, g 480/30p, W 480/25p of HS-film (A122).
1 m 3 0 s
1m30s
Ja
Nee
Dit beeld als stilstaand beeld
kopiëren?
91
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
De camera op een televisie, printer of
computer aansluiten
Beelden gebruiken.........................................................................................................................92
Beelden bekijken op een tv ........................................................................................................93
Beelden afdrukken zonder computer.....................................................................................95
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i) ..........................................................99
92
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden gebruiken
Het is niet alleen mogelijk om van uw vastgelegde beelden te genieten met de app
SnapBridge, u kunt de beelden op nog veel meer manieren gebruiken door de camera op
andere apparaten aan te sluiten. Dit wordt hieronder beschreven.
B Opmerkingen over het aansluiten van kabels op de camera
Schakel de camera uit voordat u kabels aansluit of loskoppelt. Controleer de vorm en richting van
de stekkers en plaats of verwijder de stekkers niet onder een hoek.
Controleer of het batterijniveau voldoende is. Als de lichtnetadapter EH-67/EH-67s (apart
verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera van stroom worden voorzien via een elektrisch
stopcontact. Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
EH-67/EH-67s. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot oververhitting
of schade aan de camera.
Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende activiteiten de
documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit document.
Beelden gebruiken
Beelden bekijken op een tv
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen worden
bekeken op een tv.
Verbindingsmethode: sluit de video- en audioplug van de optionele AV-kabel
aan op de ingangen van de tv. U kunt ook een in de handel verkrijgbare
HDMI-kabel aansluiten op de HDMI-ingang van de tv.
Beelden afdrukken zonder computer
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u
beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
Verbindingsmethode: sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort van de
printer aan via de meegeleverde USB-kabel.
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i)
U kunt beelden en films overdragen naar een computer zodat u deze kunt
bekijken en bewerken.
Verbindingsmethode: sluit de camera op de USB-poort van de computer
aan via de USB-kabel.
Installeer, voordat u een aansluiting met een computer tot stand brengt,
ViewNX-i op de computer.
Open het deksel van
de aansluitingen.
Steek de connector in
de camera.
HDMI-microconnector (Type D)
USB-/audio-/video-uitgang
93
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden bekijken op een tv
1 Zet de camera uit en sluit deze aan op de televisie.
Controleer de vorm en richting van de stekkers en plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek.
Bij gebruik van de AV-kabel
Wanneer u een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel gebruikt
2 Stel de invoer van de televisie in op externe invoer.
Raadpleeg de documentatie bij uw televisie voor nadere details.
Beelden bekijken op een tv
WitGeel Rood
HDMI-microconnector (Type D)
naar HDMI-aansluiting
94
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden bekijken op een tv
3 Houd de knop c (weergave) ingedrukt
om de camera aan te zetten.
Er worden beelden weergegeven op de televisie.
Het scherm van de camera wordt niet ingeschakeld.
95
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden afdrukken zonder computer
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de
printer aansluiten en opnamen afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Zet de camera uit en sluit deze aan op de printer met de USB-kabel.
Controleer de vorm en richting van de stekkers en plaats of verwijder de stekkers niet
onder een hoek.
3 Zet de camera aan.
Het opstartscherm van PictBridge (1) wordt weergegeven op het scherm van de
camera, gevolgd door het scherm Afdrukselectie (2).
Beelden afdrukken zonder computer
Afdrukselectie
15/11/2016 No. 32
32
12
96
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden afdrukken zonder computer
Opnamen één voor één afdrukken
1 Gebruik JK van de multi-selector om het
gewenste beeld te selecteren en druk op
de knop k.
Draai de zoomknop naar f (h) om over te schakelen
naar miniatuurweergave of naar g (i) om over te
schakelen naar de schermvullende weergave.
2 Gebruik HI om Kopieën te selecteren
en druk op de knop k.
Gebruik HI om het gewenste aantal afdrukken
(maximaal negen) in te stellen en druk op de knop k.
3 Selecteer Papierformaat en druk op de
knop k.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de
knop k.
Als u wilt afdrukken met de instelling voor
papierformaat die op de printer is geconfigureerd,
selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn
op de camera variëren afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukken starten en druk op
de knop k.
Het afdrukken wordt gestart.
1
afdrukken
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
PictBridge
97
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden afdrukken zonder computer
Meerdere opnamen afdrukken
1 Wanneer het scherm Afdrukselectie
wordt weergegeven, drukt u op de knop
d (menu).
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Papierformaat te selecteren en druk op
de knop k.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de
knop k.
Als u wilt afdrukken met de instelling voor
papierformaat die op de printer is geconfigureerd,
selecteert u Standaard.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de camera variëren afhankelijk
van de printer die u gebruikt.
Druk op de knop d om het afdrukmenu te sluiten.
3 Selecteer Afdrukselectie of Druk alle
beelden af en druk vervolgens op de
knop k.
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
98
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden afdrukken zonder computer
Afdrukselectie
Selecteer de opnamen (maximaal 99) en het
aantal afdrukken (maximaal 9) voor elke
opname.
Gebruik JK van de multi-selector om
opnamen te selecteren en gebruik HI om
het aantal af te drukken exemplaren op te
geven.
Opnamen die zijn geselecteerd voor
afdrukken, herkent u aan a en het
gewenste aantal afdrukken. U kunt de
afdrukselectie annuleren door het aantal exemplaren op 0 te zetten.
Draai de zoomknop naar g (i) om over te schakelen naar schermvullende
weergave of naar f (h) om over te schakelen naar de miniatuurweergave.
Druk op de knop k als de instelling voltooid is. Wanneer het scherm voor het
bevestigen van het aantal af te drukken exemplaren wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de knop k om te starten met
afdrukken.
Druk alle beelden af
Eén kopie van alle opnamen die zijn opgeslagen in het interne geheugen of op de
geheugenkaart wordt afgedrukt.
Wanneer het scherm voor het bevestigen van het aantal af te drukken
exemplaren wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken starten en drukt u
op de knop k om te starten met afdrukken.
1 1
3
5
Afdrukselectie
Terug
99
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i)
ViewNX-i installeren
ViewNX-i is gratis software waarmee u beelden en films kunt overdragen naar uw computer
zodat u deze kunt bekijken en bewerken.
Als u ViewNX-i wilt installeren, downloadt u de meest recente versie van het
installatieprogramma voor ViewNX-i van de volgende website en volgt u de
installatie-instructies op het scherm om de installatie uit te voeren.
ViewNX-i: http://downloadcenter.nikonimglib.com
Voor systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de website van Nikon voor uw
regio.
Beelden overzetten naar een computer
1 Bereid een geheugenkaart voor die beelden bevat.
U kunt elk van de onderstaande methoden gebruiken om beelden over te zetten van een
geheugenkaart naar een computer.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf van uw
computer of in de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die is aangesloten op de
computer.
Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en controleer of de geheugenkaart in de
camera is geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Zet de camera
aan.
U kunt beelden die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera overzetten
door de geheugenkaart uit de camera te verwijderen voordat u het toestel aansluit op de
computer.
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i)
100
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i)
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet
kiezen, selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt
weergegeven, dient u de onderstaande
stappen te volgen om Nikon Transfer 2
te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en video's
importeren op Ander programma.
Er wordt een
programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Nikon
Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op het pictogram Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 10 of Windows 8.1
Als het rechts getoonde venster wordt weergegeven,
klikt u op dat venster en vervolgens op Bestand
importeren/Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van OS X of macOS
Als Nikon Transfer 2 niet automatisch wordt gestart, start dan het programma Fotolader
dat standaard deel uitmaakt van de Mac, terwijl de camera en computer met elkaar zijn
verbonden, en selecteer Nikon Transfer 2 als standaardprogramma dat moet worden
geopend op het moment dat de camera met de computer wordt verbonden.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren voordat
Nikon Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking wordt niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
C ViewNX-i gebruiken
Raadpleeg de online Help voor meer informatie.
101
De camera op een televisie, printer of computer aansluiten
Beelden overzetten naar een computer (ViewNX-i)
2 Nadat Nikon Transfer 2 is gestart, klikt u op Overspelen starten.
Het overzetten van beelden begint. Als het overzetten van de beelden is voltooid, start
ViewNX-i en worden de overgezette beelden weergegeven.
3 Verbreek de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijbehorende optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenkomt met de
geheugenkaart uit te werpen en verwijdert u vervolgens de geheugenkaart uit de
kaartlezer of kaartsleuf.
Wanneer de camera is verbonden met de computer, schakelt u de camera uit en koppelt u
de USB-kabel los.
Overspelen
starten
102
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
Menuhandelingen....................................................................................................................... 103
Menulijsten.................................................................................................................................... 106
Het opnamemenu (algemene opnameopties)................................................................. 110
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand)) ............................................................. 111
Menu Slim portret ....................................................................................................................... 120
Filmmenu ....................................................................................................................................... 122
Het weergavemenu.................................................................................................................... 129
Het menu Netwerk...................................................................................................................... 134
Het menu Set-up ......................................................................................................................... 136
103
Het menu gebruiken
Menuhandelingen
U kunt de onderstaande menu's instellen door op de knop d (menu) te drukken.
A Opnamemenu
1, 2
D Filmmenu
1
G Weergavemenu
3
J Menu Netwerk
z Menu Set-up
1
Druk op de knop d wanneer het opnamescherm wordt weergegeven.
2
De menupictogrammen en beschikbare opties die kunnen worden ingesteld variëren
afhankelijk van de opnamestand.
3
Druk op de knop d wanneer het weergavescherm wordt weergegeven. De
menupictogrammen en beschikbare opties die kunnen worden ingesteld variëren afhankelijk
van de weergavestand.
1 Druk op de knop d (menu).
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de
multi-selector.
Het huidige menupictogram wordt geel
weergegeven.
3 Selecteer een menupictogram
en druk op de knop k.
De menuopties kunnen nu worden
geselecteerd.
Menuhandelingen
Opnamemenu
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
AF-veldstand
Autofocus-stand
Menupictogrammen
Set-up
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
AF-hulplicht
Digitale zoom
104
Het menu gebruiken
Menuhandelingen
4 Selecteer een menuoptie en
druk op de knop k.
Bepaalde menuopties kunnen niet
worden ingesteld, afhankelijk van de
huidige opnamestand of de toestand
van de camera.
5 Selecteer een instelling en druk
op de knop k.
De geselecteerde instelling wordt
toegepast.
Als u klaar bent met het gebruiken van
de menu's, drukt u op de knop d.
Wanneer een menu wordt weergegeven,
kunt u overschakelen naar de
opnamestand door op de ontspanknop of de knop b (e) te drukken.
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Digitale zoom
AF-hulplicht
Uit
Datumstempel
Datum en tijd
Datum
105
Het menu gebruiken
Menuhandelingen
Het scherm voor beeldselectie
Als er een scherm voor beeldselectie, zoals rechts wordt
weergegeven, verschijnt terwijl het cameramenu wordt
bediend, volgt u de hieronder beschreven procedures om
de beelden te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector om het
gewenste beeld te selecteren.
Draai de zoomknop (A2) naar g (i) om over te
schakelen naar schermvullende weergave of naar
f (h) om terug te schakelen naar de
miniatuurweergave.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd voor
Beeld draaien. Ga verder naar stap 3.
2 Gebruik HI om ON of OFF te selecteren.
Als ON is geselecteerd, wordt een pictogram bij het
beeld weergegeven. Herhaal stap 1 en 2 als u nog
meer opnamen wilt selecteren.
3 Druk op de knop k om de beeldselectie toe te passen.
Als een bevestigingsvenster wordt weergegeven, volgt u de bedieningsinstructies op het
scherm.
Wis gesel. beeld(en)
Terug
Wis gesel. beeld(en)
Terug
Wis gesel. beeld(en)
Terug
106
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het opnamemenu
Algemene opties
In de stand A (Autostand)
In de stand Slim portret
Menulijsten
Ga naar de opnamestand M knop d
Optie Standaardinstelling A
Beeldmodus P 4608×3456 110
Optie Standaardinstelling A
Witbalans Automatisch 111
Continu Enkelvoudig 113
ISO-waarde Automatisch 115
AF-veldstand AF met doelopsporing 116
Autofocus-stand Pre-scherpstelling 119
Optie Standaardinstelling A
Zelf-collage 120
Knipperdetectie Uit 121
107
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het filmmenu
Het weergavemenu
1
Selecteer een beeld in het scherm voor beeldselectie. Zie “Het scherm voor beeldselectie”
(A105) voor meer informatie.
2
Bewerkte beelden worden als aparte bestanden opgeslagen. Sommige beelden kunnen niet
worden bewerkt.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M knop k
Optie Standaardinstelling A
Filmopties e 1080/30p of S 1080/25p 122
Autofocus-stand Enkelvoudige AF 126
Film VR Aan (hybride) 127
Windruisreductie Uit 127
Beeldsnelheid 128
Druk op de knop c (weergavestand) M knop d
Optie A
Markeren voor upload
1
129
Snel retoucheren
2
75
D-Lighting
2
75
Rode-ogencorrectie
2
76
Glamour-retouchering
2
76
Diashow 130
Beveiligen
1
131
Beeld draaien
1
131
Kleine afbeelding
2
78
Kopiëren
1
132
Reeksweergaveopties 133
108
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het menu Netwerk
Druk op de knop dM menupictogram J M knop k
Optie A
Vliegtuigmodus 134
Verbind. met smart app. 134
Automat. verzendopties 134
Wi-Fi 134
Bluetooth 135
Standaardw. herstellen 135
109
Het menu gebruiken
Menulijsten
Het menu Set-up
Druk op de knop dM menupictogram z M knop k
Optie A
Tijdzone en datum 136
Monitorinstellingen 138
Datumstempel 139
Foto VR 140
AF-hulplicht 140
Digitale zoom 141
Geluidsinstellingen 141
Automatisch uit 142
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren 143
Taal/Language 143
Beeldcommentaar 144
Copyrightinformatie 145
Locatiegegevens 146
Standaardwaarden 146
Batterijtype 147
Conformiteitsmarkering 147
Firmware-versie 147
110
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (algemene opnameopties)
Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)
* Beeldmodus kan worden ingesteld in elke andere opnamestand dan de stand Korte
filmvoorstelling. De instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden (behalve de
onderwerpstand Eenvoudig panorama).
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt gebruikt bij het
opslaan van beelden.
Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus, des te groter het formaat waarop beelden
kunnen worden afgedrukt. Hoe lager de compressieverhouding, des te hoger de kwaliteit
van de beelden, maar des te minder beelden kunnen worden opgeslagen.
* De numerieke waarden geven het aantal pixels aan dat wordt vastgelegd.
Voorbeeld: P 4608×3456 = circa 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
B Opmerkingen over het afdrukken van beelden met een beeldverhouding van
1:1
Wijzig de printerinstelling in Rand bij het afdrukken van beelden met een beeldverhouding van 1:1.
Sommige printers zijn mogelijk niet in staat beelden af te drukken met een beeldverhouding van
1:1.
B Opmerkingen over de beeldmodus
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies (A66).
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
Het geschatte aantal beelden dat kan worden opgeslagen kan worden gecontroleerd op het
scherm tijdens het opnemen (A17).
Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen
sterk variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van geheugenkaarten
met dezelfde capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus. Bovendien kan het aantal
beelden dat kan worden opgeslagen variëren afhankelijk van het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven als “9999”.
Het opnamemenu (algemene opnameopties)
Ga naar de opnamestand* M knop dM Beeldmodus M knop k
Optie* Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
Q 4608×3456P Circa 1:4 4:3
P 4608×3456
(standaardinstelling)
Circa 1:8 4:3
R 3264×2448 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
g 4608×2592 Circa 1:8 16:9
s 3456×3456 Circa 1:8 1:1
111
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Witbalans (kleurtoon aanpassen)
Pas de witbalans aan de lichtbron of weersomstandigheden aan om de kleuren in beelden
te laten overeenkomen met wat u ziet met uw ogen.
B Opmerkingen over Witbalans
Klap de flitser in wanneer de witbalans is ingesteld op een andere waarde dan Automatisch of
Flitser (A19).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A66).
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Draai de standknop naar A M knop dM menupictogram A M Witbalans M
knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
b Handm. voorinstelling
Gebruik deze optie als het gewenste resultaat niet wordt
bereikt met Automatisch, Gloeilamplicht, enz. (A112).
c Daglicht Gebruik deze bij direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Gebruik deze optie bij gloeilamplicht.
e TL-licht Gebruik deze optie bij TL-licht.
f Bewolkt Gebruik deze bij een bewolkte lucht.
g Flitser Gebruik deze optie met de flitser.
112
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Handm. voorinstelling gebruiken
Volg de onderstaande procedure om de witbalans te meten bij de verlichting die wordt
gebruikt tijdens de opname.
1 Plaats een wit of grijs referentieobject onder de verlichting die zal
worden gebruikt tijdens de opname.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Handm. voorinstelling te selecteren in
het menu Witbalans en druk op de knop
k.
Voor de meting schuift het objectief naar de
zoomstand.
3 Selecteer Meten.
U kunt de als laatste gemeten waarde toepassen door
Annuleren te selecteren en op de knop k te
drukken.
4 Kadreer het witte of grijze
referentieobject in het meetvenster en
druk op de knop k om de waarde te
meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting wordt
voltooid (er wordt geen beeld opgeslagen).
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Er kan geen waarde voor de witbalans worden gemeten met Handm. voorinstelling. Wanneer u
met behulp van de flitser opneemt, stelt u Witbalans in op Automatisch of Flitser.
Daglicht
Da gl i ch t
Gloeilamplicht
Gl oe i la m pl i ch t
TL-licht
TL- li c ht
Bewolkt
Be wo l kt
Automatisch
Au to ma t is c h
Handm. voorinstelling
Witbalans
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meetvenster
113
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Continu-opname
Draai de standknop naar A M knop dM menupictogram A M Continu M
knop k
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt.
k Continu H
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden
continu beelden opgenomen.
De camera kan maximaal ongeveer 7 beelden continu vastleggen
met een snelheid van ongeveer 7,7 bps (wanneer de beeldmodus is
ingesteld op P 4608×3456).
m Continu L
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden
continu beelden opgenomen.
De camera kan maximaal ongeveer 7 beelden continu vastleggen
met een snelheid van ongeveer 2 bps (wanneer de beeldmodus is
ingesteld op P 4608×3456). Wanneer u de ontspanknop
helemaal ingedrukt blijft houden, neemt de snelheid af.
q Vooropnamecache
De opname in de vooropnamecache begint wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt. Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt,
wordt het huidige beeld opgeslagen samen met de beelden die zijn
vastgelegd onmiddellijk voordat de knop werd ingedrukt (A114). De
vooropnamecache maakt het mogelijk om net dat ene perfecte
moment vast te leggen.
De camera kan maximaal ongeveer 25 beelden continu vastleggen
met een snelheid van ongeveer 15 bps (inclusief maximaal
4 beelden in de vooropnamecache).
Beeldmodus is vast ingesteld op q (beeldformaat:
1600 × 1200 pixels).
n Continu H:
120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden
beelden continu vastgelegd op hoge beeldsnelheid.
De camera kan maximaal ongeveer 50 beelden continu vastleggen
met een snelheid van ongeveer 120 bps.
Beeldmodus is vast ingesteld op O (beeldformaat:
640 × 480 pixels).
j Continu H:
60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden
beelden continu vastgelegd op hoge beeldsnelheid.
De camera kan maximaal ongeveer 25 beelden continu vastleggen
met een snelheid van ongeveer 60 bps.
Beeldmodus is vast ingesteld op M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
114
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
B Opmerkingen over Continu-opnamen
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de
eerste opname in elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Wanneer de ISO-gevoeligheid wordt verhoogd, kan er ruis in de gemaakte beelden optreden.
De beeldsnelheid kan afnemen, afhankelijk van de huidige instelling voor de beeldmodus, de
gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Bij gebruik van Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps kan er zich
bandvorming of een variatie in helderheid of tint voordoen in beelden die werden gemaakt bij
verlichting die snel knippert, zoals TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies (A66).
C Vooropnamecache
Als de ontspanknop half of helemaal wordt ingedrukt, worden beelden opgeslagen op de
hieronder beschreven wijze.
Het pictogram voor de vooropnamecache (Q) op het opnamescherm verandert in groen terwijl
de ontspanknop half is ingedrukt.
Beelden worden opgeslagen voordat
helemaal wordt ingedrukt
Beelden worden opgeslagen
door helemaal in te drukken
Half indrukken Helemaal indrukken
115
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
ISO-waarde
Een hogere ISO-waarde maakt het mogelijk om donkerdere onderwerpen vast te leggen.
Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen van vergelijkbare helderheid, foto's worden
gemaakt met kortere sluitertijden en kan onscherpte door het trillen van de camera of het
bewegen van het onderwerp worden verminderd.
Als een hogere ISO-waarde wordt ingesteld, kunnen beelden ruis bevatten.
B Opmerkingen over ISO-waarde
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies (A66).
C Het scherm voor ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Als Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-waarde toeneemt.
Als
Vast bereik automatisch
is geselecteerd, wordt de maximale waarde voor de ISO-gevoeligheid
weergegeven.
Draai de standknop naar A M knop dM menupictogram A M ISO-waarde M
knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd uit het
bereik van ISO 125 tot 1600.
I Vast bereik automatisch
Selecteer het bereik waarin de camera automatische de
ISO-waarde aanpast. Maak hierbij een keuze uit ISO
125-400 of ISO 125-800.
125, 200, 400, 800, 1600, 3200,
6400
De gevoeligheid is vergrendeld op de opgegeven waarde.
116
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
AF-veldstand
Stel in hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Draai de standknop naar A M knop dM menupictogram A M AF-veldstand M
knop k
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een menselijk
gezicht herkent, stelt deze scherp
op dat gezicht. Zie
“Gezichtsherkenning gebruiken”
(A61) voor meer informatie.
Als geen menselijke onderwerpen
of gezichten worden gedetecteerd
bij het kadreren, selecteert de
camera automatisch een of meer
van de negen scherpstelvelden die
het onderwerp bevatten dat zich
het dichtst bij de camera bevindt
als de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
x Handmatig
Gebruik HI JK van de
multi-selector om het
scherpstelveld te verplaatsen naar
het gebied waarop u wilt
scherpstellen.
U kunt de multi-selector
gebruiken om de flits-stand of
andere instellingen te
configureren door op de knop
k te drukken. U kunt
teruggaan naar het verplaatsen
van het scherpstelveld door
nogmaals op de knop k te
drukken.
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Scherpstelveld
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
Scherpstelveld
Bereik van verplaatsbaar
scherpstelveld
117
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
B Opmerkingen over AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het gebied in het midden
van het beeld ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies
(A66).
y Centrum
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van het
beeld.
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om foto's te
maken van bewegende
onderwerpen. Registreer het
onderwerp waarop de camera
scherpstelt. Het scherpstelveld
wordt automatisch verplaatst om
het onderwerp te volgen.
Zie “Onderwerp volgen gebruiken”
(A118) voor meer informatie.
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp detecteert, stelt
deze scherp op dat onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing
gebruiken” (A60).
Optie Beschrijving
3 2 0 0
3200
2 5 m 0 s
25m 0s
Scherpstelveld
1 / 2 5 0
1/250
F3
F3
Scherpstelvelden
118
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Onderwerp volgen gebruiken
1 Registreer een onderwerp.
Lijn het onderwerp dat u wilt volgen uit met de rand in
het midden van het beeld en druk op de knop k.
Als het onderwerp is geregistreerd, wordt een gele
rand (scherpstelveld) weergegeven rond dat
onderwerp en begint de camera met het volgen van
het onderwerp.
Als het onderwerp niet kan worden geregistreerd,
wordt de rand rood weergegeven.
Wijzig de compositie en probeer opnieuw het
onderwerp te registreren.
U kunt de onderwerpregistratie annuleren door op de knop k te drukken.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet langer volgt, verdwijnt het
scherpstelveld. Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop helemaal in om de
foto te maken.
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl het
scherpstelveld niet wordt weergegeven, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
B Opmerkingen over het volgen van onderwerpen
Als u bewerkingen uitvoert zoals in- of uitzoomen terwijl de camera het onderwerp volgt, wordt
de registratie geannuleerd.
Het volgen van een onderwerp is wellicht niet mogelijk onder bepaalde
opnameomstandigheden.
Draai de standknop naar A M knop dM menupictogram A M AF-veldstand M
knop kM s Onderwerp volgen M knop kM knop d
2 5 m 0s
25m 0s
3 2 0 0
3200
Start
F3
F3
1 / 2 5 0
1/250
119
Het menu gebruiken
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt bij het opnemen van foto's.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (A126) in het
filmmenu.
Draai de standknop naar A M knop dM menupictogram A M
Autofocus-stand M knop k
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
De camera stelt alleen scherp als de ontspanknop half is
ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera blijft scherpstellen als de ontspanknop niet half is
ingedrukt. Het geluid van de aandrijving van het objectief is
hoorbaar terwijl de camera scherpstelt.
a Pre-scherpstelling
(standaardinstelling)
Zelfs als de ontspanknop niet half is ingedrukt, wordt automatisch
scherpgesteld wanneer beweging van het onderwerp wordt
gedetecteerd of als de compositie van het gekadreerde beeld
aanzienlijk is veranderd.
120
Het menu gebruiken
Menu Slim portret
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)” (A110) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Zelf-collage
Menu Slim portret
Draai de standknop naar F M knop dM menupictogram F M Zelf-collage M
knop k
Optie Beschrijving
Aantal opnamen
Stel het aantal opnamen in dat de camera automatisch vastlegt (aantal
vastgelegde beelden voor een samengevoegd beeld).
4 (standaardinstelling) of 9 kan worden geselecteerd.
Interval
Stel de intervaltijd tussen opnamen in.
Kort, Middelmatig (standaardinstelling) of Lang kan worden
geselecteerd.
Sluitergeluid
Stel in of het sluitergeluid moet worden geactiveerd bij opnamen met
de functie Zelf-collage.
Standaard, SLR, Magisch (standaardinstelling) of Uit kan worden
geselecteerd.
Dezelfde instelling als is opgegeven voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up wordt niet toegepast op
deze instelling.
121
Het menu gebruiken
Menu Slim portret
Knipperdetectie
B Opmerkingen over knipperdetectie
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere functies (A66).
Draai de standknop naar F M knop dM menupictogram F M
Knipperdetectie M knop k
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant automatisch
tweemaal de sluiter bij elke opname en
slaat één opname op waarbij de ogen
van het onderwerp open zijn.
Als de camera een opname heeft
opgeslagen waarin de ogen van het
onderwerp mogelijk gesloten zijn,
verschijnt het venster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet worden gebruikt.
Uit
(standaardinstelling)
Hiermee wordt de knipperdetectie uitgeschakeld.
122
Het menu gebruiken
Filmmenu
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie om op te nemen. Selecteer filmopties voor normale
snelheid om op te nemen op normale snelheid of opties voor HS-films (A123) voor
opnamen in vertraagde of versnelde weergave. De filmopties die kunnen worden
geselecteerd variëren afhankelijk van de instelling voor Beeldsnelheid (A128).
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A173).
Filmopties voor normale snelheid
1
Bij de indeling Interlaced wordt Velden per seconde gebruikt.
2
De instelling is niet beschikbaar bij gebruik van bepaalde effecten in de creatieve stand of
Glamour-retouchering.
Filmmenu
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Filmopties M
knop k
Optie (beeldformaat/
beeldsnelheid
1
,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding (horizontaal
bij verticaal)
e
S
1080/30p
1080/25p
(standaardinstelling)
1920 × 1080 16:9
Z
U
1080/60i
2
1080/50i
2
1920 × 1080 16:9
f
V
720/30p
720/25p
1280 × 720 16:9
g
W
480/30p
480/25p
640 × 480 4:3
123
Het menu gebruiken
Filmmenu
HS-filmopties
Opgenomen films worden versneld of vertraagd weergegeven.
Zie “Films opnemen in slowmotion en fastmotion (HS-film)” (A125).
1
De instelling is niet beschikbaar bij gebruik van bepaalde effecten in de creatieve stand of
Glamour-retouchering.
2
Tijdens het opnemen van films kan de camera overschakelen tussen filmopname op normale
snelheid en filmopname in vertraagde of versnelde weergave.
De maximale opnametijd die hier wordt weergegeven verwijst uitsluitend naar het gedeelte van
de film dat in vertraagde of versnelde weergave wordt opgenomen.
B Opmerkingen over HS-films
Er wordt geen geluid opgenomen.
Zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld als het opnemen van de
film wordt gestart.
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
Beschrijving
h
a
HS 480/4×
1
640 × 480
4:3
Films voor slowmotion op 1/4 snelheid
Max. opnametijd
2
: 10 seconden
(weergavetijd: 40 seconden)
j
Y
HS 1080/0,
1
1920 × 1080
16:9
2× snelheid van films in fastmotion
Max. opnametijd
2
: 2 minuten
(weergavetijd: 1 minuut)
124
Het menu gebruiken
Filmmenu
C Afspelen in slowmotion en fastmotion
Bij opnemen op normale snelheid:
Bij opnemen op snelheid h/a HS 480/4×:
Films worden opgenomen op 4× de normale snelheid.
Zij worden afgespeeld in slowmotion op een 4× lagere snelheid.
Bij opnemen op snelheid j/Y HS 1080/0,5×:
Films worden opgenomen op 1/2 van de normale snelheid.
Zij worden afgespeeld in fastmotion op een 2× hogere snelheid.
Opnametijd
Weergavetijd
10 sec.
10 sec.
Opnametijd
Weergavetijd
Weergave in slowmotion
10 sec.
40 sec.
Opnametijd
Weergavetijd
Weergave in fastmotion
10 sec.
5 sec.
125
Het menu gebruiken
Filmmenu
Films opnemen in slowmotion en fastmotion (HS-film)
Films die zijn opgenomen met HS-film kunnen worden afgespeeld in vertraagde weergave
op 1/4 van de normale afspeelsnelheid of in versnelde weergave op tweemaal de normale
afspeelsnelheid.
1 Gebruik HI van de multi-selector om
een HS-filmoptie (A123) te selecteren en
druk op de knop k.
Druk, nadat u de optie hebt toegepast, op de knop
d om terug te gaan naar het opnamescherm.
2 Druk op de knop b (e filmopname) om
de opname te starten.
De camera start met het opnemen van een HS-film.
De camera schakelt over tussen filmopname op
normale snelheid en opname van HS-films telkens
wanneer op de knop k wordt gedrukt.
Het pictogram voor de filmopties verandert als wordt
overgeschakeld tussen het opnemen van HS-films en
het opnemen van films met normale snelheid.
Als de maximale opnametijd voor HS-films (A123) is
bereikt, schakelt de camera automatisch over naar het opnemen van films op normale
snelheid.
3 Druk op de knop b (e filmopname) om de opname te bindigen.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Filmopties M
knop k
Filmopties
1080/30p
1080/60i
720/30p
480/30p
HS 480/4×
HS 1080/0,5×
5 s
5s
126
Het menu gebruiken
Filmmenu
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt bij het opnemen van films.
C Opmerkingen over de autofocus-stand
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vastgezet op
Enkelvoudige AF.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Autofocus-stand M
knop k
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige
AF
(standaardinstelling)
De focus is vergrendeld als de filmopname wordt gestart.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het onderwerp
redelijk constant blijft.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het onderwerp
sterk zal wijzigen tijdens de opname. Het geluid van het scherpstellen van
de camera is mogelijk te horen in de opgenomen film. Het gebruik van
Enkelvoudige AF wordt aanbevolen om te voorkomen dat het
scherpstelgeluid van de camera de opname stoort.
127
Het menu gebruiken
Filmmenu
Film VR
Selecteer de instelling voor vibratiereductie die bij het opnemen van films wordt gebruikt.
Stel deze optie in op Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het opnemen
te stabiliseren.
B Opmerkingen over Film VR
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vastgezet op Uit.
In sommige situaties is Vibratiereductie niet altijd in staat om de cameratrilling volledig
ongedaan te maken.
Windruisreductie
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Film VR M knop k
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
(standaardinstelling)
Voert een optische correctie voor cameratrilling uit met behulp van
lens-shift VR en voert tegelijkertijd elektronische VR uit tijdens de
beeldverwerking. De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in
het kader) wordt smaller.
g Aan Voert correctie voor cameratrilling met behulp van lens-shift VR uit.
Uit Vibratiereductie is uitgeschakeld.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Windruisreductie M
knop k
Optie Beschrijving
Y Aan
Hiermee wordt het geluid van de wind gereduceerd dat te horen is via
de microfoon tijdens de filmopname. Andere geluiden worden
mogelijk moeilijk hoorbaar tijdens het weergeven.
Uit
(standaardinstelling)
Windruisreductie is uitgeschakeld.
128
Het menu gebruiken
Filmmenu
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid (velden per seconde voor de indeling interlaced) die wordt
gebruikt bij het opnemen van films. Als de instelling voor de beeldsnelheid wordt verandert,
veranderen ook de opties die kunnen worden ingesteld in Filmopties (A122).
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Beeldsnelheid M
knop k
Optie Beschrijving
30 bps (30p/60i)
Geschikt voor weergave op een tv met behulp van de
NTSC-standaard.
25 bps (25p/50i)
Geschikt voor weergave op een tv met behulp van de
PAL-standaard.
129
Het menu gebruiken
Het weergavemenu
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A74) voor meer informatie over functies voor het
bewerken van opnamen.
Markeren voor upload
Selecteer foto’s in de camera en upload deze naar een smart-apparaat waarvoor een
draadloze verbinding tot stand is gebracht met de SnapBridge-app.
Ga naar het beeldselectiescherm (A105) en selecteer of deselecteer beelden om te
uploaden.
Geüploade beelden kunnen maximaal 2 megapixels groot zijn. Als u foto’s in hun
oorspronkelijke formaat wilt uploaden, gebruikt u Foto’s downloaden in de
SnapBridge-app.
Films kunnen niet worden geselecteerd. Gebruik Foto’s downloaden in de
SnapBridge-app om films te uploaden naar een smart-apparaat.
Als u Standaardwaarden (A146) selecteert in het menu Set-up of Standaardw.
herstellen (A135) in het menu Netwerk, worden de instellingen voor Markeren voor
upload die u hebt aangebracht geannuleerd.
Het weergavemenu
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Markeren voor upload M knop
k
130
Het menu gebruiken
Het weergavemenu
Diashow
Speel beelden één voor één af in een automatische “diashow”. Als filmbestanden worden
afgespeeld in de diashow, wordt alleen het eerste beeld van elke film weergegeven.
1 Gebruik HI van de multi-selector om
Start te selecteren en druk op de knop k.
Start de diashow.
Wijzig de interval tussen beelden door Tussenpauze
te selecteren, op de knop k te drukken en de
gewenste intervaltijd op te geven alvorens Start te
selecteren.
Als u de diashow automatisch wilt herhalen, selecteert
u Herhalen en drukt u op de knop k voordat u Start selecteert.
De maximale weergavetijd is ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start deze
opnieuw.
Het scherm aan de rechterkant wordt weergegeven
nadat de diashow is beëindigd of onderbroken. U kunt
de diashow afsluiten door G te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken. U kunt de
diashow hervatten door F te selecteren en
vervolgens op de knop k te drukken.
Bewerkingen tijdens het afspelen
Gebruik JK van de multi-selector om het vorige/volgende beeld weer te geven. Houd
JK ingedrukt om snel door de beelden te bladeren (vooruit/achteruit).
Druk op de knop k om de diashow te onderbreken of te beëindigen.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Diashow M knop k
Diashow
Start
Herhalen
Pauzeren
Tussenpauze
131
Het menu gebruiken
Het weergavemenu
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde opnamen tegen ongewild wissen.
Selecteer opnamen die u wilt beveiligen, of annuleer de beveiliging in het scherm voor
opnameselectie (A105).
Als de geheugenkaart of het interne geheugen van de camera wordt geformatteerd,
worden alle gegevens, met inbegrip van beveiligde bestanden, permanent gewist (A143).
Beeld draaien
Geef de richting op waarin opgeslagen beelden worden weergegeven tijdens het afspelen.
Foto's kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid.
Selecteer een opname in het scherm voor opnameselectie (A105). Als het scherm Beeld
draaien wordt weergegeven, drukt u op JK van de multi-selector om het beeld 90 graden
te draaien.
Druk op de knop k om de weergegeven oriëntatie toe te passen en deze informatie samen
met de opname op te slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Beveiligen M knop k
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Beeld draaien M knop k
Beeld draaien
Draaien
Ter u g
Beeld draaien
Draaien
Ter u g
Beeld draaien
Draaien
Ter u g
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
132
Het menu gebruiken
Het weergavemenu
Kopiëren (Kopiëren tussen de geheugenkaart en het interne
geheugen)
Beelden kunnen worden gekopieerd vanaf een geheugenkaart naar het interne geheugen
en omgekeerd.
Als een geheugenkaart die geen beelden bevat wordt geplaatst en de camera is in de
weergavestand gezet, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Druk in
dat geval op de knop d om Kopiëren te selecteren.
1 Gebruik HI van de multi-selector om
een bestemmingsoptie te selecteren
waarnaar opnamen worden gekopieerd
en druk vervolgens op de knop k.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk
vervolgens op de knop k .
Als u Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u het
scherm voor beeldselectie om beelden op te geven
(A105).
B Opmerkingen over het kopiëren van opnamen
Er kunnen alleen bestanden worden gekopieerd in indelingen die door deze camera kunnen
worden opgenomen.
De werking wordt niet gegarandeerd voor opnamen die werden gemaakt met een camera van
een ander merk of opnamen die werden aangepast op een computer.
C Beelden in een reeks kopiëren
Wanneer u een hoofdfoto van een reeks in Geselecteerde beelden selecteert, worden alle
beelden in de reeks gekopieerd.
Wanneer u op de knop d drukt terwijl beelden in een reeks worden weergegeven, is alleen de
kopieeroptie Kaart Ý camera beschikbaar. Alle beelden in de reeks worden gekopieerd als u
Huidige reeks selecteert.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Kopiëren M knop k
Kopiëren
Camera kaart
Kaart camera
Camera kaart
Geselecteerde beelden
Alle beelden
133
Het menu gebruiken
Het weergavemenu
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode die wordt gebruikt voor het afbeelden van opnamen in de reeks
(A72).
De instellingen worden toegepast op alle reeksen en de instelling wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgezet.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Reeksweergaveopties M
knop k
Optie Beschrijving
Q Individuele foto's
Hiermee wordt elke opname in een reeks afzonderlijk
weergegeven.
F wordt weergegeven in het weergavescherm.
V Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Hiermee wordt alleen de hoofdfoto weergegeven voor opnamen
in een reeks.
134
Het menu gebruiken
Het menu Netwerk
Configureer de instellingen voor het draadloze netwerk om de camera te verbinden met
een smart apparaat.
Sommige instellingen kunnen niet worden gewijzigd terwijl er een draadloze verbinding
actief is. Als u deze wilt wijzigen, verbreekt u de draadloze verbinding.
Het menu Netwerk
Druk op de knop dM menupictogram J M knop k
Optie Beschrijving
Vliegtuigmodus Selecteer Aan om alle draadloze verbindingen uit te schakelen.
Verbind. met smart app.
Selecteer deze optie als u de SnapBridge-app gebruikt om de
camera te verbinden met een smart-apparaat (A25).
Verzenden tijdens opname
Bepaal de omstandigheden waarin beelden automatisch
worden verzonden naar een smart apparaat.
Geüploade beelden kunnen maximaal 2 megapixels groot
zijn. Als u foto’s in hun oorspronkelijke formaat wilt
uploaden, gebruikt u Foto’s downloaden in de
SnapBridge-app.
Wi-Fi
Type Wi-Fi-
verbinding
SSID*: Wijzig de SSID. Stel een alfanumerieke SSID van 1 tot
32 tekens in.
Verificatie/encryptie: Selecteer of u de communicatie tussen
de camera en het aangesloten smart apparaat al dan niet wilt
coderen.
De communicatie wordt niet gecodeerd als
Open
is geselecteerd.
Wachtwoord*: Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek
wachtwoord van 8 tot 36 tekens in.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
135
Het menu gebruiken
Het menu Netwerk
* Zie “Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen” (A135) voor meer informatie over het
invoeren van alfanumerieke tekens.
Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen
Gebruik HIJK van de multi-selector om
alfanumerieke tekens te selecteren. Druk op de knop
k om het geselecteerde teken in het tekstveld in te
voeren en de cursor naar de volgende ruimte te
verplaatsen.
U kunt de cursor in het tekstveld verplaatsen door
N of O te selecteren op het toetsenbord en op de
knop k te drukken.
U kunt een teken verwijderen door op de knop l te
drukken.
U kunt de instelling toepassen door P op het
toetsenbord te selecteren en op de knop k te drukken.
Bluetooth
Verbinding
Selecteer Uitschakelen om de Bluetooth-communicatie uit te
schakelen.
Gekoppelde
apparaten
Wijzig het smart-apparaat waarmee u verbinding wilt maken of
verwijder de koppeling met het smart-apparaat. De camera kan
met maximaal vijf smart-apparaten worden gekoppeld, maar
kan slechts met één apparaat tegelijk verbinding maken.
Verzenden
indien
uitgesch.
Stel in of de camera met het smart apparaat mag
communiceren wanneer de camera uit of stand-by staat
(A19).
Standaardw. herstellen
Herstel de standaardwaarden voor alle instellingen van het
menu Netwerk.
Optie Beschrijving
Verwijderen
Terug
SSID
Tekstveld
Toetsenbord
136
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
* Kan alleen worden ingesteld als Synchr. met smartapparaat is ingesteld op Uit.
Het menu Set-up
Druk op de knop dM menupictogram z M Tijdzone en datum M knop k
Optie Beschrijving
Synchr. met
smartapparaat
Selecteer Aan om de instellingen voor datum en tijd te synchroniseren met
een smart-apparaat. Schakel de functie voor synchronisatie van de klok van
de SnapBridge-app in.
Datum en tijd*
Selecteer een veld: Druk op JK van
de multi-selector.
Bewerk de datum en tijd: Druk op
HI.
Pas de instelling toe: Selecteer het veld
voor de minuutinstelling en druk op de
knop k.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone*
Stel tijdzone en zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt geselecteerd nadat de eigen
tijdzone (w) is ingesteld, wordt automatisch het tijdsverschil tussen de
reisbestemming en de eigen tijdzone berekend en worden de datum en
tijd in de geselecteerde regio opgeslagen.
Bewerk.
Datum en tijd
JMDum
01
01
2016
00 00
137
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
De tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector om
Tijdzone te selecteren en druk op de
knop k.
2 Selecteer w Eigen tijdzone
of x Reisbestemming en druk
vervolgens op de knop k .
De datum en tijd die op het scherm worden
weergegeven, veranderen afhankelijk van of de eigen
tijdzone of de reisbestemming is geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te schakelen.
W wordt weergegeven. Druk op I om de
zomertijdfunctie uit te schakelen.
Druk op de knop k om de tijdzone toe te passen.
Als niet de juiste tijd wordt weergegeven voor de
instelling voor de eigen tijdzone of de tijdzone van de
reisbestemming, stelt u de juiste tijd in Datum en tijd
in.
15/11/2016 15:30
London, Casablanca
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
10:30 –05:00
New York, Toronto, Lima
Terug
138
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Monitorinstellingen
Druk op de knop dM menupictogram z M Monitorinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Help-weergave
Wanneer u van opnamestand verandert of wanneer het instelscherm
wordt weergegeven, wordt een beschrijving van de functies
weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Beeld terugspelen
Stel in of u al dan niet het vastgelegde beeld wilt weergeven meteen na de
opname.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
Pas de helderheid aan.
Standaardinstelling: 3
Raster weerg./
verberg.
Stel in of al dan niet een hulpkader op het scherm moet worden
weergegeven voor de kadrering.
Standaardinstelling: Uit
139
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen als stempel worden
opgenomen op beelden bij het opnemen.
B Opmerkingen over datumstempel
Een datum- en tijdstempel vormt een permanent onderdeel van de beeldgegevens en kan niet
worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet als stempels op beelden worden weergegeven
nadat deze zijn vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet als stempels worden weergegeven in de volgende situaties:
- Als de onderwerpstand is ingesteld op Nachtlandschap (indien ingesteld op Y Uit de hand),
Nachtportret (indien ingesteld op Y Uit de hand), Tegenlicht (met HDR ingesteld op Aan),
of Eenvoudig panorama
- Als de instelling voor continu-opname (A113) is ingesteld op Vooropnamecache, Continu
H: 120 bps of Continu H: 60 bps
- Bij het opnemen van films
- Bij het opslaan van foto's tijdens het opnemen van films
- Bij het maken van foto's tijdens het bewerken van films
De gestempelde datum en tijd zijn mogelijk moeilijk te lezen bij gebruik van een klein
beeldformaat.
Druk op de knop dM menupictogram z M Datumstempel M knop k
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt als stempel op beelden weergegeven.
S Datum en tijd Datum en tijd worden als stempels op beelden weergegeven.
Uit
(standaardinstelling)
Datum en tijd worden niet als stempels op beelden weergegeven.
15 . 1 1 .20 1 6
15.11.2016
140
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Foto VR
Selecteer de instelling voor vibratiereductie die bij de opname van foto's wordt gebruikt.
Stel deze optie in op Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het opnemen
te stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Nadat u de camera hebt ingeschakeld of nadat u hebt overgeschakeld van de weergavestand
naar de opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand gereed is voordat u foto's
gaat maken.
Beelden op het scherm van de camera kunnen er onmiddellijk na het opnemen wazig uitzien.
In sommige situaties is Vibratiereductie niet altijd in staat om de cameratrilling volledig
ongedaan te maken.
AF-hulplicht
Druk op de knop dM menupictogram z M Foto VR M knop k
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Correctie voor cameratrilling wordt uitgevoerd met behulp van
lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Druk op de knop dM menupictogram z M AF-hulplicht M knop k
Optie Beschrijving
a
Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op als u op de ontspanknop drukt
bij onvoldoende verlichting. De hulpverlichting heeft een bereik van
ongeveer 2,0 m in de maximale groothoekstand en ongeveer 1,6 m in de
maximale telestand.
De AF-hulpverlichting gaat mogelijk niet aan, afhankelijk van de positie
van het scherpstelveld of de opnamestand.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
141
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
- Nachtlandschap, Nachtportret, Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld), Portret,
Eenvoudig panorama of de onderwerpstand Dierenportret
- Creatieve stand
-Stand Slim portret
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in andere opnamestanden bij gebruik van bepaalde
instellingen (A67).
Geluidsinstellingen
Druk op de knop dM menupictogram z M Digitale zoom M knop k
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
Druk op de knop dM menupictogram z M Geluidsinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, produceert de camera één
pieptoon bij het uitvoeren van bewerkingen, twee pieptonen als het
onderwerp de focus krijgt en drie pieptonen als zich een fout voordoet.
Tevens wordt het geluid van het welkomstscherm weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld bij gebruik van de onderwerpstand
Dierenportret of Vogels bekijken
Sluitergeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het sluitergeluid
geproduceerd als de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet geproduceerd bij het opnemen van films
of bij gebruik van de onderwerpstand Dierenportret of Vogels
bekijken.
142
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Automatisch uit
Stel hiermee de hoeveelheid tijd in die verstrijkt voordat de camera overschakelt naar de
stand-bystand (A19).
U kunt 30 sec., 1min. (standaardinstelling), 5min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand overschakelt, wordt in de volgende
situaties bepaald:
Als een menu wordt weergegeven: 3 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of
1min.)
Bij het opnemen met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Bij het opnemen met Glimlachtimer: 5 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of
1min.)
Wanneer de AV-kabel is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een HDMI-kabel is aangesloten: 30 minuten
Wanneer de lichtnetadapter EH-67/EH-67s is aangesloten: 30 minuten
Wanneer wordt gewacht op verbinding met Verbind. met smart app.: 30 minuten
Druk op de knop dM menupictogram z M Automatisch uit M knop k
143
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als de geheugenkaarten of het interne geheugen worden geformatteerd, worden
alle gegevens permanent verwijderd. Eenmaal gewiste gegevens kunt u niet meer
terughalen. Zet belangrijke beelden naar een computer over voordat u gaat formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Selecteer Geheugenkaart form. in het menu Set-up en druk vervolgens op de knop k.
Het interne geheugen formatteren
Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Geheug. formatteren in het menu Set-up en druk vervolgens op de knop k.
U kunt het formatteren starten door Formatteren te selecteren op het scherm dat wordt
weergegeven en op de knop k te drukken.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet
tijdens het formatteren.
Mogelijk kunt u deze instelling niet selecteren terwijl een draadloze verbinding actief is.
Taal/Language
Selecteer een taal voor weergave van cameramenu's en berichten.
Druk op de knop dM menupictogram z M Geheugenkaart form./Geheug.
formatteren M knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Taal/Language M knop k
144
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Beeldcommentaar
U kunt eerder geregistreerd commentaar toevoegen aan de beelden die u vastlegt.
U kunt het bijgevoegde commentaar afdrukken op beelden die naar een smart-apparaat
worden verzonden via de SnapBridge-app. U moet de SnapBridge-app vooraf configureren.
Zie de online help van de SnapBridge-app voor meer informatie.
U kunt ook het bijgevoegde commentaar bekijken aan de hand van ViewNX-i-metagegevens.
C Weergave van beeldcommentaar
Beeldcommentaar wordt niet weergegeven, ook al worden de beelden afgespeeld op de camera.
Druk op de knop dM menupictogram z M Beeldcommentaar M knop k
Optie Beschrijving
Commentaar
toevoegen
Commentaar dat met Commentaar
invoeren is geregistreerd, wordt aan de
beelden toegevoegd.
Selecteer Commentaar toevoegen,
druk op K en schakel het selectievakje
in (w). Wanneer u op de knop
k drukt, wordt de instelling
ingeschakeld en wordt het
commentaar toegevoegd aan de
beelden die u daarna vastlegt.
Commentaar
invoeren
Voor het commentaar kunt u maximaal 36 alfanumerieke tekens invoeren.
Selecteer Commentaar invoeren en druk op K. Vervolgens wordt het
invoerscherm weergegeven. Zie “Het toetsenbord voor tekstinvoer
bedienen” (A135) voor meer informatie over de invoermethode.
Instell. Bevest.
Beeldcommentaar
Commentaar invoeren
XXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXX
Commentaar toevoegen
145
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Copyrightinformatie
U kunt eerder geregistreerde copyrightinformatie toevoegen aan de beelden die u vastlegt.
U kunt de bijgevoegde copyrightinformatie afdrukken op beelden die naar een smart-apparaat
worden verzonden via de SnapBridge-app. U moet de SnapBridge-app vooraf configureren. Zie
de online help van de SnapBridge-app voor meer informatie.
U kunt ook de bijgevoegde copyrightinformatie bekijken aan de hand van ViewNX-i-metagegevens.
B Opmerkingen over copyrightinformatie
Om ongeoorloofd gebruik van de naam van de fotograaf of die van de auteursrechthebbende te
voorkomen na uitlenen of overdracht van de camera moet u de instelling Copyrightinfo
toevoegen uitschakelen. Zorg er ook voor dat de naam van de fotograaf of die van de
auteursrechthebbende leeg zijn.
Nikon is niet verantwoordelijk voor alle eventuele problemen of schade die voortvloeit uit het
gebruik van Copyrightinformatie.
C Copyrightinformatie weergeven
Copyrightinformatie wordt niet weergegeven, ook al worden de beelden afgespeeld op de camera.
Als u zowel Fotograaf als Copyright invoert, wordt alleen de naam van de copyrighteigenaar
afgedrukt op beelden in de SnapBridge-app.
Druk op de knop dM menupictogram z M Copyrightinformatie M knop k
Optie Beschrijving
Copyrightinfo
toevoegen
Copyrightinformatie die met
Fotograaf en Copyright is
geregistreerd, wordt aan de beelden
toegevoegd.
Selecteer Copyrightinfo
toevoegen, druk op K en schakel
het selectievakje in (w). Wanneer u
op de knop k drukt, wordt de
instelling ingeschakeld en wordt de
copyrightinformatie toegevoegd
aan de beelden die u daarna vastlegt.
Fotograaf
Voor de naam van de fotograaf kunt u maximaal 36 alfanumerieke tekens
invoeren.
Selecteer Fotograaf en druk op K. Vervolgens wordt het invoerscherm
weergegeven. Zie “Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen”
(A135) voor meer informatie over de invoermethode.
Copyright
Voor de naam van de auteursrechthebbende kunt u maximaal
54 alfanumerieke tekens invoeren.
Selecteer Copyright en druk op K. Vervolgens wordt het invoerscherm
weergegeven. Zie “Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen”
(A135) voor meer informatie over de invoermethode.
Instell. Bevest.
Copyrightinformatie
Fotograaf
Copyright
XXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXX
Copyrightinfo toevoegen
146
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Locatiegegevens
U kunt instellen of al dan niet locatie-informatie moet worden toegevoegd aan de beelden
die u vastlegt.
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen teruggezet naar de
standaardwaarden.
De instellingen van het menu Netwerk worden ook teruggezet naar de
standaardwaarden.
Bepaalde instellingen, zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet
teruggezet.
Mogelijk kunt u deze instelling niet selecteren terwijl een draadloze verbinding actief is.
C Bestandsnummering terugzetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle beelden die opgeslagen
zijn op de geheugenkaart of in het interne geheugen wissen (A21) voordat u
Standaardwaarden selecteert.
Druk op de knop dM menupictogram z M Locatiegegevens M knop k
Optie Beschrijving
Downloaden van apparaat
Selecteer Ja om locatie-informatie van een smart device toe te
voegen aan de beelden die u vastlegt. Schakel de functie voor
locatie-informatie van de app SnapBridge in.
Positie
Geef de verkregen locatie-informatie weer.
De weergegeven informatie wordt niet geactualiseerd. Als u de
informatie wilt actualiseren, moet u Positie opnieuw
gebruiken.
Druk op de knop dM menupictogram z M Standaardwaarden M knop k
147
Het menu gebruiken
Het menu Set-up
Batterijtype
U kunt controleren of de camera het juiste batterijniveau (A17) weergeeft door het type
batterijen te selecteren dat u momenteel gebruikt.
Conformiteitsmarkering
Bekijk enkele van de conformiteitsmarkeringen waaraan de camera voldoet.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmware-versie van de camera.
Mogelijk kunt u deze instelling niet selecteren terwijl een draadloze verbinding actief is.
Druk op de knop dM menupictogram z M Batterijtype M knop k
Optie Beschrijving
k Alkaline
(standaardinstelling)
LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
l COOLPIX (Ni-MH)
Nikon EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen
(nikkelmetaalhydride)
m Lithium FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Druk op de knop dM menupictogram z M Conformiteitsmarkering M knop k
Druk op de knop dM menupictogram z M Firmware-versie M knop k
148
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Mededelingen .............................................................................................................................. 149
Opmerkingen over functies voor draadloze communicatie........................................ 150
Behandeling van het product................................................................................................. 152
De camera............................................................................................................................. 152
Batterijen............................................................................................................................... 153
Geheugenkaarten .............................................................................................................. 154
Reiniging en opslag.................................................................................................................... 155
Reinigen................................................................................................................................. 155
Opslag .................................................................................................................................... 155
Foutmeldingen............................................................................................................................. 156
Problemen oplossen .................................................................................................................. 159
Bestandsnamen ........................................................................................................................... 167
Optionele accessoires................................................................................................................ 168
Specificaties................................................................................................................................... 169
Geheugenkaarten die kunnen worden gebruikt.................................................... 173
Index................................................................................................................................................. 175
149
Technische opmerkingen
Mededelingen
Mededelingen voor Europese klanten
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese landen:
Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen
ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit pictogram op de batterijen geeft aan dat de batterijen via gescheiden
inzameling moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi niet samen met het
huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
150
Technische opmerkingen
Opmerkingen over functies voor draadloze communicatie
Beperkingen met betrekking tot draadloze apparaten
De draadloze transceiver die onderdeel uitmaakt van dit product, voldoet aan de
voorschriften in het land van verkoop en is niet bestemd voor gebruik in andere landen
(producten die zijn aangeschaft in de EU of EFTA kunnen overal binnen de EU en EFTA
worden gebruikt). Nikon accepteert geen aansprakelijkheid voor gebruik in andere landen.
Gebruikers die twijfelen over het oorspronkelijke land van verkoop kunnen hun lokale
Nikon-servicecentrum of door Nikon goedgekeurde servicevertegenwoordiger raadplegen.
Deze beperking geldt uitsluitend voor draadloze werking en niet voor enig ander gebruik
van het product.
Beveiliging
Een van de voordelen van dit product is dat anderen er vrij verbinding mee kunnen maken
om draadloos gegevens uit te wisselen, mits ze binnen bereik zijn. Als de beveiliging niet is
ingeschakeld, kunnen echter de volgende dingen gebeuren:
Gegevensdiefstal: kwaadwillende derden kunnen het draadloze verkeer afluisteren en
gebruikersnamen, wachtwoorden en andere persoonlijke gegevens stelen.
Ongeoorloofde toegang: onbevoegden kunnen toegang krijgen tot het netwerk en
gegevens wijzigen of andere dingen doen met slechte bedoelingen. Houd er rekening
mee dat het, door het ontwerp van draadloze netwerken, mogelijk is dat er ook bij
ingeschakelde beveiliging aanvallen kunnen plaatsvinden. Nikon is niet verantwoordelijk
voor gegevens- of informatielekken die mogelijk plaatsvinden tijdens de
gegevensoverdracht.
Gebruik geen netwerken waarvoor u geen toestemming hebt, ook al worden ze
weergegeven op uw smartphone of tablet. Als u dit wel doet, kan dit worden
beschouwd als ongeoorloofde toegang. Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Beheer van persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die is geregistreerd en geconfigureerd in het product, met inbegrip
van verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie, kan
worden gewijzigd of kan verloren gaan ten gevolge van bedieningsfouten, statische
elektriciteit, ongelukken, storingen, reparaties of andere activiteiten. Houd altijd aparte
kopieën aan van belangrijke informatie. Nikon is niet verantwoordelijk voor enige directe
of indirecte schade of verloren winsten die het resultaat zijn van de wijziging of het
verlies van inhoud die niet valt toe te schrijven aan Nikon.
Voer, voordat u dit product weggooit of overdraagt aan een andere gebruiker,
Standaardwaarden in het menu Set-up (A103) uit om alle gebruikersinformatie te
verwijderen die is geregistreerd en geconfigureerd met het product, met inbegrip van
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie.
Nikon is niet verantwoordelijk voor alle eventuele schade die voortvloeit uit het
ongeoorloofd gebruik van dit product door derden in het geval het product wordt
gestolen of kwijtraakt.
Opmerkingen over functies voor draadloze
communicatie
151
Technische opmerkingen
Opmerkingen over functies voor draadloze communicatie
Voorzorgsmaatregelen bij het exporteren of meenemen van dit product naar het
buitenland
Dit product staat onder controle van de Amerikaanse voorschriften voor exportadministratie
(Export Administration Regulations). Er is geen toestemming van de overheid van de
Verenigde Staten nodig voor export naar andere landen dan hierna genoemd. Voor de
volgende landen geldt een embargo of gelden andere speciale maatregelen: Cuba, Iran,
Noord-Korea, Soedan en Syrië (lijst kan worden gewijzigd).
Mededeling voor Europese klanten
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat het radioapparatuurtype COOLPIX B500
overeenkomt met Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende
internetadres: http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_B500.pdf.
Maximale stroomsterkte: 16,8 dBm (EIRP)
Werkfrequentie:
-Wi-Fi: 2.412–2.462 MHz (1–11 kanalen)
- Bluetooth: 2.402–2.480 MHz
- Bluetooth Low Energy: 2.402–2.480 MHz
- NFC: 13,56 MHz
152
Technische opmerkingen
Behandeling van het product
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen en de waarschuwingen die worden
beschreven in “Voor uw veiligheid” (Avi–ix) in acht wanneer u het apparaat gebruikt of
opbergt.
De camera
Stel de camera niet bloot aan zware schokken
Er kan een storing optreden in het product als u het blootstelt aan krachtige schokken of trillingen.
Raak bovendien het objectief niet aan en oefen hier geen kracht op uit.
Droog houden
Het apparaat raakt beschadigd als het wordt ondergedompeld in water of wordt blootgesteld aan
hoge luchtvochtigheid.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U
voorkomt condensatie door de camera in de draagtas of in een plastic tas te doen voordat u het
toestel aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dat wel doet, raakt u mogelijk
gegevens kwijt of treedt er een storing in de camera op.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u
de camera gebruikt of opbergt. Fel licht kan schade toebrengen aan de beeldsensor of een wit
waas doen ontstaat in foto's.
Schakel het product uit voordat u de voedingsbron of geheugenkaart verwijdert
of loskoppelt
Verwijder de batterijen niet terwijl het product is ingeschakeld of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroomtoevoer in dergelijke situaties kan resulteren
in gegevensverlies of in schade aan de geheugenkaart of de inwendige circuits.
Opmerkingen over de monitor
Monitoren (waaronder elektronische zoekers) worden met een uiterst hoge mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99% van de pixels is werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of is
defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood,
blauw of groen) of altijd uitstaan (zwart). Dit is geen defect en heeft geen effect op de
afbeeldingen die worden vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien anders schade of een storing kan ontstaan. Als de
monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en
te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of
mond.
Behandeling van het product
153
Technische opmerkingen
Behandeling van het product
Batterijen
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Houd er rekening mee dat de batterijen heet kunnen zijn na gebruik.
Gebruik geen batterijen waarvan de aanbevolen uiterlijke gebruiksdatum is overschreden.
Schakel de camera niet herhaaldelijk in en uit als er lege batterijen in de camera zitten.
Reservebatterijen meenemen
Wij adviseren u reservebatterijen mee te nemen, afhankelijk van waar u opnamen gaat maken. Het
is wellicht in bepaalde gebieden moeilijk om aan batterijen te komen.
Batterijen opladen
Als u optionele oplaadbare batterijen gebruikt, laadt u de batterijen op voordat u opnamen gaat
maken. Batterijen zijn bij aankoop niet volledig opgeladen.
Lees en volg de waarschuwingen in de bedieningsinstructies bij de batterijlader.
Oplaadbare batterijen opladen
Gebruik geen batterijen met verschillende laadniveaus of batterijen van verschillende merken of
modellen door elkaar.
Wanneer u batterijen van het type EN-MH2 gebruikt met deze camera, laadt u telkens vier batterijen
tegelijk op met de batterijlader MH-73. Gebruik alleen batterijlader MH-73 om batterijen van het
type EN-MH2 op te laden.
Bij gebruik van batterijlader MH-73 laadt u alleen batterijen van het type EN-MH2 op.
EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
Opmerkingen over oplaadbare Ni-MH-batterijen
Als u herhaaldelijk oplaadbare Ni-MH-batterijen oplaadt terwijl deze nog gedeeltelijk opgeladen
zijn, wordt mogelijk het bericht Batterij is leeg. te vroeg weergegeven bij gebruik van de
batterijen. Dit wordt veroorzaakt door het “geheugeneffect,” waardoor de lading die de batterijen
kunnen bevatten geleidelijk aan minder wordt. Gebruik de batterijen totdat deze volledig leeg zijn.
Zij vertonen dan weer hun normale gedrag.
Oplaadbare Ni-MH-batterijen lopen leeg ook al worden zij niet gebruikt. Wij adviseren u de
batterijen net voor het gebruik op te laden.
De batterijen gebruiken in de kou
Op koude dagen is de capaciteit van batterijen gewoonlijk geringer. Als bijna lege batterijen
worden gebruikt bij een lage temperatuur, wordt de camera mogelijk niet ingeschakeld. Bewaar
batterijen op een warme plek en vervang deze indien nodig. Wanneer koude batterijen eenmaal
zijn opgewarmd krijgen zij mogelijk een deel van hun lading terug.
Contactpunten van batterijen
Vuil op de contactpunten van batterijen kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de
contactpunten vuil worden, veegt u ze vóór gebruik af met een schone, droge doek.
Resterende batterijlading
Als u gedeeltelijk lege batterijen in de camera plaatst, geeft het toestel mogelijk aan dat de
batterijen nog voldoende resterende lading bevatten. Dit is een eigenschap van batterijen.
154
Technische opmerkingen
Behandeling van het product
Gebruikte batterijen recyclen
Vervang de batterijen als zij niet langer opladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare
grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein
chemisch afval.
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital) (A173).
Houd de voorzorgsmaatregelen in acht die in de documentatie bij de geheugenkaart worden
beschreven.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder in een
ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Wij adviseren om
nieuwe geheugenkaarten te formatteren met deze camera voordat u ze gebruikt met deze
camera.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u
wilt behouden voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Als de melding Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven wanneer
de camera wordt ingeschakeld, moet de geheugenkaart worden geformatteerd. Als er gegevens
zijn die u niet wilt wissen, selecteert u Nee. Kopieer de benodigde gegevens naar een computer,
enz. Als u de geheugenkaart wilt formatteren, selecteert u Ja. Het bevestigingsvenster wordt
weergegeven. U kunt het formatteren starten door op de knop k te drukken.
Voer geen van de volgende activiteiten uit bij het formatteren, terwijl gegevens worden
weggeschreven naar of verwijderd van de geheugenkaart, of tijdens het overzetten van
gegevens naar een computer. Als u zich niet aan deze voorzorgsmaatregel houdt, kunnen
gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf om de batterijen of de
geheugenkaart te verwijderen of te plaatsen.
- Zet de camera uit.
- Koppel de lichtnetadapter los.
155
Technische opmerkingen
Reiniging en opslag
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de batterijen als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Voorkom de
vorming van schimmel of meeldauw door de camera minimaal één keer per maand uit de
opbergruimte te halen.
Schakel de camera in en ontspan de sluiter enkele keren voordat u de camera weer opbergt.
Sla de camera niet op een van de volgende locaties op:
slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan 60%.
plaatsen die zijn blootgesteld aan temperaturen boven 50°C of onder –10°C
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals
televisie- of radiotoestellen
Reiniging en opslag
Objectief
Vermijd het om glazen onderdelen aan te raken met uw vingers. Verwijder stof of
pluisjes met een blaasbalgje (meestal een klein pijpje met een rubberen bal aan
het ene uiteinde waarop wordt gedrukt om een luchtstroom te produceren via
het andere uiteinde). U kunt vingerafdrukken of andere vlekken die niet kunnen
worden verwijderd met een blaasbalgje verwijderen door het objectief af te vegen
met een zachte doek, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het
midden van het objectief naar de randen toe. Als dit mislukt, reinigt u de lens met
een doek die licht is bevochtigd met een in de handel verkrijgbare lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken
en andere vlekken door de monitor te reinigen met een zachte, droge doek. Zorg
er hierbij voor dat u niet te hard drukt.
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg vervolgens
zachtjes na met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera op het strand
of in een andere zanderige of stoffige omgeving, dient u zand, stof en zout te
verwijderen met een droge doek die licht is bevochtigd met water. Droog de
camera daarna grondig af. Let op: vuil of stof in de camera kan schade
veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
156
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
Raadpleeg de onderstaande tabel als een foutmelding wordt weergegeven.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld. Wacht
totdat de temperatuur van de camera of batterij is
gedaald voordat u het gebruik hervat.
De camera schakelt uit
om oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De schrijfbeveiligingsschuif is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschuif in de “schrijfstand”.
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van toegang
tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
11, 173
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in
de camera.
Door de geheugenkaart te formatteren worden alle
gegevens verwijderd. Als u kopieën van beelden moet
bewaren, selecteert u Nee en slaat u de kopieën op een
computer of ander medium op voordat u de
geheugenkaart gaat formatteren. Selecteer Ja en druk
op de knop k om de geheugenkaart te formatteren.
154
Geen geheugen meer. Wis beelden of plaats een nieuwe geheugenkaart. 11, 21
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er is een fout opgetreden bij het opslaan van het beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer de
geheugenkaart of het interne geheugen.
143
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer de
geheugenkaart of het interne geheugen.
143
Er is onvoldoende vrije ruimte om de kopie op te slaan.
Wis opnamen van het doelmedium.
21
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden bewerkt. 74, 163
157
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
Kan film niet opnemen.
Er is een time-outfout opgetreden terwijl de film op de
geheugenkaart werd opgeslagen.
Selecteer een geheugenkaart met een hogere
schrijfsnelheid.
82, 173
Geheugen bevat geen beelden.
Er bevinden zich geen opnamen in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
Druk op de knop d om Kopiëren in het
weergavemenu te selecteren en kopieer de beelden
die in het interne geheugen van de camera zijn
opgeslagen naar de geheugenkaart.
12
132
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand is niet gemaakt of bewerkt met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het apparaat dat
werd gebruikt om dit bestand te maken of bewerken.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een diashow, enz. 130
Dit beeld kan niet gewist
worden.
De opname is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
131
Klap de flitser omhoog.
De flitser is neergeklapt.
Klap de flitser uit bij gebruik van de onderwerpstand
Nachtportret
of
Tegenlicht
(als
HDR
is ingesteld op
Uit
).
38, 52
Zet de camera uit en weer aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera uit en weer aan.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact op met
uw leverancier of met een door Nikon erkende
servicedienst.
10, 159
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden bij het communiceren met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel opnieuw aan.
95
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van
de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterijen en plaats deze
weer terug, en zet de camera aan. Als de fout zich blijft
voordoen, neemt u contact op met uw leverancier of
met een door Nikon erkende servicedienst.
159
Printerfout: controleer
printerstatus
Nadat u het probleem hebt opgelost, selecteert u
Hervatten en drukt u op de knop k om het afdrukken
te hervatten.*
Printerfout: controleer papier.
Laad papier van het opgegeven formaat, selecteer
Hervatten en druk op de knop k om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten
en druk op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Laad papier van het opgegeven formaat, selecteer
Hervatten en druk op de knop k om het afdrukken te
hervatten.*
Melding Oorzaak/Oplossing
A
158
Technische opmerkingen
Foutmeldingen
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op de
knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang het inktpatroon, selecteer Hervatten en druk
op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het beeldbestand dat u wilt
afdrukken.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om het
afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
159
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene
problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst
wendt.
Problemen met voeding, scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet wordt uitgeschakeld, verwijder dan de
batterij of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan los
en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op dat
moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed zullen
worden door het verwijderen of loskoppelen van de
stroombron.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg. 11, 153
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om stroom te
besparen (functie Automatisch uit).
De camera en batterijen werken mogelijk niet correct bij lage
temperaturen.
Het inwendige van de camera is heet geworden. Laat de
camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is
afgekoeld en schakel het toestel daarna pas opnieuw in.
19
153
De monitor is leeg.
De camera staat uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om stroom te
besparen (functie Automatisch uit).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt opgeladen.
Wacht totdat het opladen is voltooid.
De camera is verbonden met een tv of computer.
De camera maakt opnamen in de onderwerpstand Meerv.
belicht. Lichter.
14
19
De camera wordt
heet.
De camera kan heet worden als deze lange tijd wordt gebruikt
voor het opnemen van films bijvoorbeeld of als de camera
wordt gebruikt op een hete locatie. Dit is geen storing.
Het beeld op de
monitor is niet
goed zichtbaar.
De omgeving is te licht.
- Ga naar een omgeving waar het donkerder is.
Pas de helderheid van het scherm aan.
138
160
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Problemen bij het opnemen
O knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet is ingesteld, knippert O op het
opnamescherm en krijgen foto's en films die zijn opgeslagen
voordat de klok werd ingesteld respectievelijk de datum “00/
00/0000 00:00” en “01/01/2016 00:00”. Stel de juiste tijd en
datum in voor Tijdzone en datum in het menu Set-up.
De klok van de camera is niet zo nauwkeurig als normale horloges
of klokken. Vergelijk af en toe de tijd van de cameraklok met die
van een nauwkeuriger uurwerk en stel de cameraklok zo nodig bij.
4, 136
Datum en tijd van
de opname zijn
onjuist.
Er staat geen
informatie op het
scherm.
Mogelijk wordt de opname- en foto-informatie verborgen. Druk
op de knop s tot de informatie wordt weergegeven.
4
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum is niet ingesteld in het menu Set-up. 136
De datum wordt
niet op opnamen
gestempeld, zelfs als
Datumstempel
is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand biedt geen ondersteuning voor
Datumstempel.
De datum kan niet op films worden gestempeld.
139
Het scherm voor het
instellen van tijdzone
en datum wordt
weergegeven als de
camera wordt
ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle instellingen zijn teruggezet op de
standaardwaarden. Configureer de camera-instellingen
opnieuw.
De batterij van de interne klok wordt gebruikt om de
cameraklok van stroom te voorzien en bepaalde instellingen te
onthouden. De oplaadtijd van de batterij van de klok bedraagt
ongeveer 10 uur wanneer u de batterijen in de camera plaatst
of de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) op de camera aansluit.
De batterij van de klok werkt nog enkele dagen door nadat u de
batterijen van de camera hebt verwijderd.
De standaardwaarden
van de camera
worden hersteld.
De camera maakt
een geluid.
Als Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF of in
sommige opnamestanden produceert de camera mogelijk een
hoorbaar geluid bij het scherpstellen.
33, 126
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet naar de
opnamestand
gaan.
Maak de HDMI- of USB-kabel los. 92
Kan geen foto's of
films opnemen.
Wanneer de camera in de weergavestand staat, drukt u op de knop
c
, de ontspanknop of de knop
b
(
e
).
Als er menu's worden weergegeven, drukt u op de knop d.
De flitser wordt opgeladen terwijl het flitserlampje knippert.
De batterijen zijn leeg.
2, 20
103
52
11, 153
Probleem Oorzaak/Oplossing A
161
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een opname
te maken met Autom. scènekeuzekn., de onderwerpstand
Close-up of de macro-stand.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
33, 37,
40, 51,
56
62
140
Opnamen zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Foto VR in bij het maken van foto's. Schakel Film VR
in bij het opnemen van films.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren
(tegelijkertijd gebruikmaken van de zelfontspanner is
effectiever).
52
115
127,
140
54
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
opnamen die zijn
gemaakt met
flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Klap de
flitser in.
19, 52
Flitser treedt niet in
werking.
De flitser is neergeklapt.
Er is een onderwerpstand geselecteerd die het gebruik van
de flitser beperkt.
Er is een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
19, 52
64
66
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het menu Set-up.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in bepaalde
opnamestanden of bij gebruik van bepaalde instellingen
voor andere functies.
141
67, 141
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Er is een functie ingeschakeld die het gebruik van Beeldmodus
beperkt.
66
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up. In bepaalde
opnamestanden hoort u geen geluid, zelfs als Aan is
geselecteerd.
Blokkeer de luidspreker niet.
141
3
AF-hulpverlichting
licht niet op.
Uit is geselecteerd voor de optie AF-hulp
licht in het menu
Set-up. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de positie
van het scherpstelveld of van de opnamestand, eventueel niet
aan, zelfs wanneer Automatisch is geselecteerd.
140
Probleem Oorzaak/Oplossing A
162
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Opnamen zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 155
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast. 40, 111
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-waarde is te hoog. U kunt ruis op de volgende manieren
verminderen:
Door de flitser te gebruiken
Door een lagere ISO-waarde in te stellen.
52
115
Opnamen zijn te
donker
(onderbelicht).
De flitser is ingeklapt of er is een opnamestand geselecteerd
die voorkomt dat de flitser wordt gebruikt.
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de flitser.
Pas de belichtingscorrectie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp heeft tegenlicht. Selecteer de
onderwerpstand Tegenlicht of klap de flitser uit en stel de
flits-stand in op X (invulflits).
19, 52,
64
17
170
57
115
38, 52
Opnamen zijn te
licht (overbelicht).
Pas de belichtingscorrectie aan. 57
Onverwachte
resultaten wanneer
flitser is ingesteld op
V
(automatisch
met
rode-ogenreductie).
Gebruik een willekeurige andere opnamestand dan
Nachtportret en wijzig de flits-stand naar een andere instelling
dan V (automatisch met rode-ogenreductie) en maak
nogmaals een foto.
52, 64
Huidtinten worden
niet verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen huidtinten
van gezichten niet worden verzacht.
Gebruik Huid verzachten in Glamour-retouchering in het
weergavemenu voor beelden met vier of meer gezichten.
62
76
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende situaties:
Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is, bijvoorbeeld
bij het maken van opnamen in een donkere omgeving
Wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch met
rode-ogenreductie)
Bij opnamen in de onderwerpstand
Nachtlandschap
,
Nachtportret
of
Tegenlicht
(wanneer
HDR
is ingesteld op
Aan
)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast
tijdens de opname
Bij gebruik van de stand voor continu-opname
53
37, 38
48, 62
113
Probleem Oorzaak/Oplossing A
163
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Problemen bij het afspelen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden afspelen die zijn
opgeslagen met een digitale camera van een ander merk of
model.
Met deze camera kunnen geen films worden afgespeeld die
zijn opgenomen met een digitale camera van een ander
merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens afspelen die zijn
bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld
inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films.
Bij het inzoomen op een klein beeld kan de zoomfactor op
het scherm afwijken van de werkelijke zoomfactor van het
beeld.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op beelden die zijn
opgenomen met een digitale camera van een ander merk of
model.
Kan beelden niet
bewerken.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt. Beelden die
al zijn bewerkt, kunnen niet opnieuw worden bewerkt.
Er is niet voldoende vrije ruimte beschikbaar op de
geheugenkaart of in het interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die zijn
vastgelegd met andere camera's.
Bewerkingsfuncties die worden gebruikt voor beelden zijn
niet beschikbaar voor films.
45, 74
Kan beeld niet
draaien.
Met deze camera kunnen geen opnamen worden gedraaid die
zijn gemaakt met een digitale camera van een ander merk of
model.
164
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Problemen met externe apparaten
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Er kan geen
draadloze
verbinding tot
stand worden
gebracht met een
smart-apparaat.*
Zie “Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)” als u voor
het eerst een draadloze verbinding tot stand gaat brengen.
Zie ook “Als de verbinding mislukt.”
Als een draadloze verbinding tot stand is gebracht, voert u
de volgende bewerkingen uit.
- Zet de camera uit en weer aan.
- Start de SnapBridge-app opnieuw.
- Annuleer de verbinding en breng vervolgens opnieuw een
verbinding tot stand.
Controleer de Menu Netwerk-instellingen in de camera.
-Stel Vliegtuigmodus in op Uit.
-Stel Bluetooth M Verbinding in op Inschakelen.
Als de camera staat geregistreerd bij twee of meer smart-
apparaten, selecteert u het smart-apparaat waarmee u
verbinding wilt maken in Menu Netwerk M Bluetooth M
Gekoppelde apparaten in de camera. Als twee of meer
camera’s zijn geregistreerd in de SnapBridge-app, wijzigt u
de verbinding in de app.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij.
Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de
camera.
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
Schakel Bluetooth, Wi-Fi en de functies voor locatiegegevens
in op het smart-apparaat.
Schakel op het tabblad A van de SnapBridge-app M Auto
link-opties M Auto koppeling in. Als deze optie is
uitgeschakeld, kunnen Foto’s downloaden en Afstand
bediende fotografie worden gebruikt, maar kunnen
beelden niet automatisch worden gedownload.
23
28
31
31
134
135
11
92
165
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
U kunt geen
beelden uploaden
naar een smart-
apparaat waarvoor
een draadloze
verbinding tot
stand is gebracht
met de
SnapBridge-app.*
Voer de onderstaande handelingen uit wanneer automatisch
wordt geüpload.
-Stel Menu Netwerk M Verzenden tijdens opname M
Foto’s op de camera in op Ja.
- Schakel op het tabblad A van de SnapBridge-app M
Auto link-opties M Auto koppeling in.
- Schakel op het tabblad A van de SnapBridge-app M
Auto link-opties M Automatisch downloaden in.
-Als Menu Netwerk M Bluetooth M Verzenden indien
uitgesch. op de camera is ingesteld op Uit, schakelt u de
camera in of wijzigt u de instelling in Aan.
Mogelijk kunt u geen beelden uploaden of wordt het
uploaden geannuleerd terwijl de camera wordt bediend.
Afhankelijk van de status van de camera, kunt u mogelijk
geen beelden uploaden of wordt het uploaden
geannuleerd.
Zie ook “Als het niet lukt om beelden te uploaden.”
134
135
31
31
U kunt geen afstand
bediende fotografie
uitvoeren vanaf een
smart-apparaat
waarvoor een
draadloze verbinding
tot stand is gebracht
met de SnapBridge-
app.*
U kunt geen afstand bediende fotografie uitvoeren als er
geen vrije ruimte beschikbaar is in het interne geheugen of
op de geheugenkaart. Verwijder overbodige foto’s of plaats
een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte.
Mogelijk kunt u geen afstand bediende fotografie uitvoeren
terwijl de camera wordt bediend.
Afhankelijk van de status van de camera kunt u mogelijk
geen afstand bediende fotografie gebruiken.
31
U kunt geen foto’s
in hun
oorspronkelijke
formaat
downloaden in de
SnapBridge-app.*
Voor Verzenden tijdens opname en Markeren voor
upload in de camera geldt 2 megapixels als maximaal formaat
voor de beelden die worden gedownload. Als u foto’s in hun
oorspronkelijke formaat wilt downloaden, gebruikt u Foto’s
downloaden in de SnapBridge-app.
Foto's worden niet
op tv
weergegeven.
De camera is op een computer of printer aangesloten.
De geheugenkaart bevat geen foto's.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne
geheugen weer te geven.
12
Probleem Oorzaak/Oplossing A
166
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
*ZieVerbinden met smart-apparaat (SnapBridge)” (A23) en de online help van SnapBridge.
Nikon Transfer 2
start niet als de
camera is
verbonden met
een computer.
De camera staat uit.
De batterijen zijn leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet zodanig ingesteld dat Nikon Transfer 2
automatisch wordt gestart. Voor meer informatie over Nikon
Transfer 2 raadpleegt u de help in ViewNX-i.
92
92, 99
De te printen foto's
worden niet
weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen foto's.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne
geheugen af te drukken.
12
Kan het
papierformaat niet
selecteren in de
camera.
In de volgende situaties kan de camera niet worden gebruikt
om het papierformaat te selecteren, zelfs niet als u afdrukt op
een PictBridge-compatibele printer. Gebruik de printer om het
papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de door de camera bepaalde
papierformaten niet.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
167
Technische opmerkingen
Bestandsnamen
De bestandsnamen van beelden of films zijn op de volgende manier opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN
0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet weergegeven op het scherm van de camera.
DSCN: Oorspronkelijke foto's, films en foto's die zijn gemaakt met de
functie voor het bewerken van films
SSCN: Kleine kopieën
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die zijn gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan Uitsnede en Kleine afbeelding, films die
zijn gemaakt met de functie voor filmbewerking
(2)
Bestandsnummer
Toegewezen op oplopende volgorde, beginnend met “0001” en
eindigend met “9999”.
(3) Extensie
Geeft bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MP4: Films
168
Technische opmerkingen
Optionele accessoires
* Bij gebruik van EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen met de camera laadt u telkens vier
batterijen op met behulp van batterijlader MH-73. Laad batterijen met een verschillende
resterende lading niet gelijktijdig op (A153). EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet
worden gebruikt.
De beschikbaarheid kan verschillen per land of regio.
Zie onze website of brochures voor de meest recente informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader, oplaadbare
batterijen*
MH-73 Batterijlader (inclusief vier oplaadbare
Ni-MH-batterijen van het type EN-MH2)
Vervangende oplaadbare batterijen: EN-MH2-B4 Oplaadbare
Ni-MH-batterijen (reeks van vier EN-MH2-batterijen)
Lichtnetadapter EH-67/EH-67s Lichtnetadapter
AV-kabel EG-CP16 AV-kabel
Handriem AH-CP1 handriem
169
Technische opmerkingen
Specificaties
Nikon COOLPIX B500 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
16,0 miljoen (bij beeldverwerking kan het aantal effectieve
pixels afnemen).
Beeldsensor
1
/2,3-inch type CMOS; circa 16,76 miljoen pixels in totaal
Objectief
NIKKOR-objectief met 40× optische zoom
Brandpuntsafstand
4.0–160 mm (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van
een 22.5–900 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
f-waarde
f/3–6.5
Constructie
12 elementen in 9 groepen (3 ED-objectiefelementen)
Digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van een
3600 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
Vibratiereductie
Lens-shift (foto's)
Lens-shift en elektronische VR (films)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[G]: Ca. 30 cm –,
[T]: Ca. 3,5 m
Macro-stand: Ca. 1 cm – (groothoekpositie)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van de voorzijde
van het objectief)
Selectie scherpstelveld
Gezichtprioriteit, handmatig met 99 scherpstelvelden, centrum,
onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch), TFT LCD met anti-reflectiecoating, grote
beeldhoek en circa 921.000 beeldpunten, helderheidsaanpassing
met 5 niveaus, kantelbaar circa 85° omlaag, circa 90° omhoog
Beelddekking
(opnamestand)
Ca. 99% horizontaal en verticaal (vergeleken met werkelijke
beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Ca. 99% horizontaal en verticaal (vergeleken met werkelijke
beeld)
Opslag
Media
Intern geheugen (ca. 20 MB), SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF en Exif 2.3
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Films: MP4 (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: AAC stereo)
170
Technische opmerkingen
Specificaties
Beeldformaat
(pixels)
16M (Hoog) [4608 × 3456P]
16M [4608 × 3456]
8M [3264 × 2448]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 [4608 × 2592]
1:1 [3456 × 3456]
ISO-gevoeligheid (standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125–1600
ISO 3200, 6400 (beschikbaar bij gebruik van autostand)
Belichting
Lichtmetingsstand
Matrixmeting, centrumgericht (digitale zoom minder dan 2×),
spot (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscorrectie
(–2,0 – +2,0 LW in stappen van
1
/3 LW)
Sluiter
Mechanische en elektronische (CMOS) sluiter
Sluitertijd
1
/15001 s
1
/4000 s (maximumsnelheid tijdens continu-opname op
hoge snelheid)
25 sec. (Sterrensporen in de onderwerpstand
Meerv. belicht. Lichter)
Diafragma
Elektronisch gestuurde ND-filterselectie (–2 AV)
Bereik
2 stappen (f/3 en f/6 [G])
Zelfontspanner
10 sec., 2 sec.
5 sec. (zelfportrettimer)
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[G]: 0,5–6,9 m
[T]: 3,5 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
USB-aansluiting
Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
Audio/video-uitgang (NTSC of PAL kan worden
geselecteerd)
HDMI-uitgang HDMI-microconnector (Type D)
DC-ingang Voor EH-67/EH-67s Lichtnetadapter (apart verkrijgbaar)
171
Technische opmerkingen
Specificaties
Alle metingen worden uitgevoerd conform de Camera and Imaging Products
Association (CIPA)-normen en richtlijnen.
Wi-Fi (Draadloos LAN)
Standaards IEEE 802.11b/g (standaardprotocol voor draadloos LAN)
Bedrijfsfrequentie 2412–2462 MHz (1-11 kanalen)
Verificatie Open systeem, WPA2-PSK
Bluetooth
Communicatieprotocollen
Bluetooth-specificaties versie 4.1
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengali, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi,
Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi,
Nederlands, Noors, Oekraïens, Perzisch, Pools, Portugees
(Europees en Braziliaans), Roemeens, Russisch, Servisch, Spaans,
Tamil, Telugu, Thai, Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Voedingsbronnen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 Oplaadbare Ni-MH-batterijen (apart
verkrijgbaar)
EH-67/EH-67s Lichtnetadapter (apart verkrijgbaar)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto's
Circa 600 opnamen bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 1240 opnamen bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 750 opnamen bij gebruik van EN-MH2-batterijen
Films opnemen
(werkelijke gebruiksduur
van de batterij voor
opnemen)
2
Circa 1 uur 30 min. bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 4 uur 30 min. bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 2 uur 35 min. bij gebruik van EN-MH2-batterijen
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 113,5 × 78,3 × 94,9 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Circa 542 g (inclusief LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) en
geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0°C–40°C
Luchtvochtigheid
85% of minder (geen condens)
172
Technische opmerkingen
Specificaties
1
Gebruiksduur van de batterij komt niet overeen met het gebruik van SnapBridge en kan variëren
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, inclusief temperatuur, het interval tussen
opnamen en de tijdsduur dat menu’s en beelden worden weergegeven. De meegeleverde
batterijen zijn uitsluitend bedoeld voor testgebruik. De gegevens vermeld voor lithiumbatterijen
werden verkregen met behulp van in de handel verkrijgbare FR6/L91 (AA-formaat) Energize
Ultimate Lithiumbatterijen.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer dan 29 minuten. Het
opnemen kan stoppen voordat deze limiet bereikt wordt als de temperatuur van de camera te
hoog oploopt.
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
173
Technische opmerkingen
Specificaties
Geheugenkaarten die kunnen worden gebruikt
De camera ondersteunt SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Bij gebruik van een geheugenkaart met een lagere
snelheidsclassificatie kan de opname onverwachts stoppen.
Als u een kaartlezer gebruikt, moet u controleren of deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over de functies, werking en
gebruiksbeperkingen.
Informatie over handelsmerken
Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk en logo’s zijn geregistreerde handelsmerken die eigendom
zijn van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Nikon Cooperation
is onder licentie.
Apple®, App Store®, de Apple-logo’s, Mac, OS X, macOS, iPhone®, iPad®, iPod touch® en
iBooks zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de VS en
andere landen.
Android en Google Play zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Google Inc. De Android-robot wordt gereproduceerd of aangepast op basis van
materiaal dat door Google is gemaakt en gedeeld, en wordt gebruikt volgens de
voorwaarden van de Creative Commons-licentie 3.0 (Naamsvermelding).
iOS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc. in de
Verenigde Staten en/of andere landen en wordt gebruikt onder licentie.
Adobe, het Adobe-logo en Reader zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het SDXC-, het SDHC- en het SD-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de
Wi-Fi Alliance.
Het N-Mark is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum, Inc. in de
Verenigde Staten en in andere landen.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw
Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van hun respectievelijke eigenaars.
174
Technische opmerkingen
Specificaties
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het persoonlijk en
niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te coderen in
overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii) AVC-video te decoderen
die door een consument werd gecodeerd in het kader van een persoonlijke en
niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een videoleverancier die over een
licentie beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt geen licentie verleend of
gesuggereerd voor enig ander gebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType Project
(http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2016 The HarfBuzz Project
(http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten voorbehouden.
“Made for iPod,” “Made for iPhone,” and “Made for iPad” mean that an electronic
accessory has been designed to connect specifically to iPod, iPhone, or iPad, respectively,
and has been certified by the developer to meet Apple performance standards. Apple is
not responsible for the operation of this device or its compliance with safety and
regulatory standards. Please note that the use of this accessory with iPod, iPhone, or iPad
may affect wireless performance.
175
Technische opmerkingen
Index
Symbolen
A Autostand............................................ 33, 34
o Stand Autom. scènekeuzekn
. .................................................................... 33, 36, 37
o Stand Tegenlicht...................... 33, 36, 38
s Creatieve stand............................... 33, 46
y Onderwerpstand .................. 33, 36
n Stand Korte filmvoorstelling ...... 33, 85
d Stand Sport .................................. 33, 36, 39
F Stand Slim portret........................... 33, 48
e Stand Nachtportret................. 33, 36, 38
j Stand Nachtlandschap.......... 33, 36, 37
c Weergavestand.......................................... 20
C Stand Sorteer op datum........................ 71
i Zoomweergave................................... 20, 69
f (Groothoek)................................................... 58
h Miniatuurweergave........................ 20, 70
g (Tele) .................................................................... 58
q Terugkeerzoomknop......................... 2, 59
k Knop Selectie toepassen............... 3, 103
c Knop Weergave................................... 3, 20
l Knop Wissen ............................................. 3, 21
b Knop (e filmopname)..................... 3, 19
s Knop Weergave................................. 3, 4
m Pop-upknop voor de flitser...... 2, 19, 52
d Knop Menu........................................ 3, 103
n Zelfontspanner................................... 51, 54
m Flits-stand.................................................. 51, 52
p Macro-stand.......................................... 51, 56
o Belichtingscorrectie........ 34, 48, 51, 57
Y N-Mark ........................................................ 2, 25
A
Aantal opnamen.................................... 85, 120
Aantal resterende opnamen........... 17, 110
Achtergrondmuziek ........................................ 85
Actieve D-Lighting .......................................... 34
AF met doelopsporing ....................... 60, 117
Afdrukken............................................. 92, 96, 97
AF-hulplicht........................................... 109, 140
AF-hulpverlichting .............................................. 2
AF-veldstand.......................................... 106, 116
Alkalinebatterijen............................................... 11
App ........................................................................... 24
Audio/video-in-aansluiting................ 92, 93
Audio/videokabel........................ 92, 93, 168
Autofocus................................................... 62, 126
Autofocus-stand........... 106, 107, 119, 126
Automat. verzendopties................ 108, 134
Automatisch flitsen.......................................... 53
Automatisch uit .......................... 19, 109, 142
Autostand..................................................... 33, 34
B
Batterij....................................................................... 11
Batterijlader........................................................ 168
Batterijniveau....................................................... 17
Batterijtype............................................. 109, 147
Beeld draaien......................................... 107, 131
Beeld terugspelen (controlebeeld)..... 138
Beeldcommentaar............................. 109, 144
Beelden bewerken.......................................... 74
Beeldmodus........................................... 106, 110
Beeldsnelheid........................................ 107, 128
Belichtingscorrectie............... 34, 48, 51, 57
Bestandsnamen.............................................. 167
Beveiligen ................................................ 107, 131
Bluetooth ................................................. 108, 135
C
Camerariem.......................................................... 10
Close-up k ................................................ 36, 40
Compressieverhouding.............................. 110
Computer...................................................... 92, 99
Conformiteitsmarkering ................ 109, 147
Continu op hoge snelheid ........................ 113
Continu-opname ................................ 106, 113
Index
176
Technische opmerkingen
Index
Copyrightinformatie......................... 109, 145
Creatieve instelknop ...................................... 34
Creatieve stand.......................................... 33, 46
D
Datum en tijd............................................ 14, 136
Datumnotatie........................................... 15, 136
Datumstempel..................................... 109, 139
DC-ingang ................................................................ 3
Deksel aansluitingen................................. 3, 92
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
... 3
Diashow.................................................... 107, 130
Dierenp. autom. ontsp................................... 41
Dierenportret O ...................................... 36, 41
Digitale zoom............................... 58, 109, 141
D-Lighting.................................................. 75, 107
E
Eenvoudig panorama V .................... 36, 43
Enkelvoudige AF............................................. 126
Enkelvoudige opname ................................ 113
EN-MH2 ..................................................... 153, 168
F
Film VR ....................................................... 107, 127
Filmmenu................................................. 103, 122
Filmopname................................................. 19, 81
Filmopties ................................................ 107, 122
Films bewerken......................................... 89, 90
Films in slowmotion opnemen.. 123, 125
Films opnemen .......................................... 19, 81
Firmware-versie................................... 109, 147
Flitser........................................................... 2, 19, 52
Flitserlampje................................................... 3, 52
Flits-stand....................................................... 51, 52
Formatteren............................................... 11, 143
Foto VR...................................................... 109, 140
Foto's extraheren ..................................... 88, 90
Foto's vastleggen tijdens het
opnemen van films......................................... 84
Foundation .......................................................... 48
Fulltime-AF......................................................... 126
F-waarde................................................................. 60
G
Geheugenkaart............................. 11, 154, 173
Geheugenkaarten formatteren
................................................................ 11, 109, 143
Geheugenkaartsleuf......................................... 11
Geluidsinstellingen............................ 109, 141
Gezichtprioriteit............................................... 116
Gezichtsherkenning........................................ 61
Glamour-retouchering.............. 48, 76, 107
Glimlachtimer..................................................... 49
Groothoek.............................................................. 58
H
Half indrukken..................................................... 60
Handm. voorinstelling ................................. 112
HDMI-kabel.................................................. 92, 93
HDMI-microconnector ............................ 3, 92
HDR............................................................................ 38
Helderheid.......................................................... 138
Help-weergave................................................ 138
Histogram........................................................ 8, 57
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
... 2, 14
HS-film ....................................................... 123, 125
Huid verzachten................................................ 48
Huidige instellingen..................................... 134
I
Intern geheugen ............................................... 12
Intern geheugen formatteren.... 109, 143
Interval.................................................................. 120
Invulflits................................................................... 53
Inzoomen............................................................... 58
ISO-waarde.............................................. 106, 115
K
Kalenderweergave ........................................... 70
Kleine afbeelding.................................. 78, 107
Knipperdetectie................................... 106, 121
Knopgeluid ........................................................ 141
Kopiëren ................................................... 107, 132
177
Technische opmerkingen
Index
L
Landschap c...................................................... 36
Lange sluitertijd.................................................. 53
Levendigheid............................................. 34, 48
Lichtnetadapter...................................... 92, 168
Lithiumbatterijen ............................................... 11
Locatiegegevens ................................ 109, 146
Luidspreker............................................................... 3
M
Maan L................................................................. 42
Macro-stand ................................................. 51, 56
Markeren voor upload ..................... 107, 129
Meerv. belicht. Lichter U................... 36, 39
Menu Korte filmvoorstelling....................... 85
Menu Netwerk..................................... 103, 134
Menu Set-up .......................................... 103, 136
Menu Slim portret............................... 103, 120
Microfoon (stereo)............................................... 2
Miniatuurweergave................................. 20, 70
Monitor.............................................. 3, 4, 13, 155
Monitorinstellingen.......................... 109, 138
Multi-selector............................................... 3, 103
O
Objectief ........................................................ 2, 169
Onderwerp volgen.............................. 117, 118
Onderwerpstand...................................... 33, 36
Ontspanknop.................................................. 2, 18
Oogje voor polsriem.......................................... 2
Oplaadbare batterij....................................... 168
Oplaadbare
nikkelmetaalhydridebatterijen................... 11
Opname-informatie............................................ 4
Opnamemenu ............................ 103, 110, 111
Opnamen maken...................................... 17, 33
Opnamestand..................................................... 33
Opnemen beëindigen .................................. 86
Optionele accessoires ................................. 168
Optische zoom................................................... 58
P
Papierformaat............................................. 96, 97
Party/binnen f....................................... 36, 40
PictBridge...................................................... 92, 95
Portret b................................................................ 36
Printer.............................................................. 92, 95
R
Raster weerg./verberg. .......................... 6, 138
Rechtstreeks afdrukken ........................ 92, 95
Reeksweergaveopties ............. 72, 107, 133
Resterende opnametijd voor films
... 81, 82
Rode-ogencorrectie............................ 76, 107
Rode-ogenreductie ......................................... 53
S
Schemering i................................................... 36
Schermvullende weergave......................... 20
Scherpstelaanduiding....................................... 5
Scherpstelling...................................................... 60
Scherpstelveld .................................................... 18
Scherpstelvergrendeling.............................. 63
SD-geheugenkaart..................... 11, 154, 173
Sluitergeluid........................................... 120, 141
Sluitertijd ................................................................ 60
SnapBridge-app................................................ 24
Sneeuw z ............................................................ 36
Snel retoucheren.................................... 75, 107
Sneleffecten......................................................... 74
Speciale effecten...................................... 85, 87
Sportstand........................................... 33, 36, 39
Stand Autom. scènekeuzekn.... 33, 36, 37
Stand Korte filmvoorstelling.............. 33, 85
Stand Nachtlandschap ................. 33, 36, 37
Stand Nachtportret........................ 33, 36, 38
Stand Slim portret.................................... 33, 48
Stand Sorteer op datum............................... 71
Standaardw. herstellen.................... 108, 135
Standaardwaarden............................ 109, 146
Standknop............................................... 2, 17, 33
Statiefaansluiting....................................... 3, 171
Strand Z................................................................ 36
178
Technische opmerkingen
Index
Synchron. m. smartappar. ......................... 136
T
Taal/Language..................................... 109, 143
Tegenlichtstand............................... 33, 36, 38
Tele............................................................................. 58
Tijdverschil.......................................................... 137
Tijdzone........................................................ 15, 136
Tijdzone en datum.................... 14, 109, 136
Tint ............................................................................ 34
Toonniveau.............................................................. 8
Toonniveau-informatie............................... 4, 8
TV........................................................................ 92, 93
U
Uitsnede......................................................... 69, 79
Uitzoomen............................................................. 58
USB-/audio-/video-uitgang
...................................................... 3, 92, 93, 95, 99
USB-kabel............................................. 92, 95, 99
V
Vast bereik automatisch.............................. 115
Verbinden met smart apparaat
... 108, 134
ViewNX-i ................................................................ 99
Vliegtuigmodus................................... 108, 134
Voedsel u .................................................... 36, 40
Vogels bekijken l.......................................... 42
Volume ................................................................... 88
Vooropnamecache ............................. 113, 114
Vuurwerk m............................................... 36, 40
W
Weergave............................................. 20, 72, 88
Weergave Eenvoudig panorama ........... 45
Weergavemenu ................................... 103, 129
Weergavestand .................................................. 20
Wi-Fi............................................................ 108, 134
Windruisreductie................................. 107, 127
Wissen.............................................................. 21, 73
Witbalans................................................... 106, 111
Z
Zacht........................................................................ 48
Zelf-collage.................................... 50, 106, 120
Zelfontspanner........................................... 51, 54
Zelfontspannerlampje.............................. 2, 55
Zelfportrettimer ................................................. 54
Zijzoomknop.......................................... 2, 18, 58
Zomertijd .................................................... 15, 137
Zonsondergang h ......................................... 36
Zoomen .................................................................. 58
Zoomknop .............................................. 2, 18, 58
Zoomweergave......................................... 20, 69
CT8E06(1F)
6MN6641F-06
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193

Nikon COOLPIX B500 Referentie gids

Type
Referentie gids