-
63
-
Belangrijke informatie voor Li-
ion/Ni-MH/Ni-Cd accu's
De optimale omgevingstemperatuur is
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
Als de accu wordt gebruikt terwijl de
temperatuur van de accu lager is dan
0°C (32°F), kan het voorkomen dat
het elektrisch gereedschap niet goed
functioneert.
Laat een koude accu (kouder dan 0°C
(32°F)), voordat deze wordt opgela-
den in een warme omgeving, eerst
minimaal een uur in deze ruimte lig-
gen om op temperatuur te komen.
Laat de lader afkoelen wanneer u
meer dan twee accu’s na elkaar op-
laadt.
Steek uw vingers niet in de contacto-
pening wanneer u de lader vastpakt.
OPGELET:
Om brandgevaar en beschadiging
van de acculader te voorkomen.
Gebruik geen stroom van een
motorgenerator.
Voorkom dat de ventilatiegaten
van de lader en de accu worden
bedekt.
Maak de acculader los wanneer
deze niet wordt gebruikt.
Li-ion accu
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen
wanneer u deze koopt. Laad de accu
daarom voor gebruik op.
Acculader (EY0L80)
1. Steek de lader in een stopcontact.
OPMERKING:
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
zijn, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu goed in de lader.
1. Zet de uitlijntekens tegenover elkaar
en plaats de accu in de acculader.
2. Schuif de accu in de richting van de
pijl naar voren.
•
•
•
•
•
•
•
Uitlijntekens
3. De laadindicator licht op tijdens het
laden.
Wanneer de accu is geladen, wordt
automatisch een interne elektroni-
sche schakeling geactiveerd die voor-
komt dat de accu wordt overladen.
Wanneer de accu warm is, zal deze
niet worden opgeladen (bijvoorbeeld
direct na intensief gebruik).
De oranje standby-indicator knippert
tot de accu is afgekoeld.
Vanaf dat moment wordt de accu au-
tomatisch opnieuw geladen.
4. De laadindicator (groen) knippert
langzaam wanneer de accu ongeveer
80% is opgeladen.
5. Wanneer het opladen is voltooid,
zal de laadindicator snel groen gaan
knipperen.
6. Als de temperatuur van de accu min-
der dan 0°C is, zal het volledig opla-
den van de accu langer duren dan de
standaard oplaadtijd.
Zelfs nadat de accu volledig is op-
geladen, zal deze in dit geval slechts
ongeveer 50% van het accuvermogen
hebben in vergelijking met een accu
die bij normale bedrijfstemperatuur
volledig is opgeladen.
7. Als de spanningsindicator niet met-
een oplicht nadat de acculader op
een stopcontact is aangesloten of
als de laadindicator niet snel groen
knippert nadat de standaard oplaad-
tijd is verstreken, moet u contact op-
nemen met een officiëel onderhouds-
centrum.
8. Als een volledig opgeladen accu
opnieuw in de acculader wordt ge-
plaatst, zal het oplaadlampje oplich-
ten. Na enkele minuten kan het op-
laadindicatielampje snel gaan knippe-
ren om aan te geven dat het opladen
is voltooid.
•