-
59
-
• De accu-beveiligingsfunctie wordt
geactiveerd meteen voordat de accu
ontladen is en zorgt ervoor dat het
waarschuwingslampje voor lage accus-
panning begint te knipperen.
• Als u ziet dat het waarschuwingslampje
voor lage accuspanning knippert, moet
u de accu meteen opladen.
• Als u het gebruik begint met een accu
die niet voldoende is opgeladen, dan
kan het zijn dat het apparaat ineens
stopt met werken zonder dat het ‘accu
bijna leeg’-waarschuwingslampje eerst
flikkert. Dit is een teken dat er te weinig
accuvermogen is en dat het accupack
voor verder gebruik zal moeten worden
opgeladen.
• Als er plotseling te veel vermogen
wordt gevergd van het apparaat kan
de motor vergrendelen, de beveiligings-
sensor tegen te veel stroom is mogelijk
ingeschakeld en het ‘selecteerscherm
werkkracht-waarschuwingslampje kan
flikkeren. Het lampje zal ophouden met
flikkeren wanneer u de oorzaak van de
motorvergrendeling oplost en het appa-
raat opnieuw start.
[Accu]
Voor een juist gebruik van
de accu
Li-ion accu
• Voor een optimale levensduur van de Li-ion
accu moet u de accu na gebruik opbergen
zonder dat u deze oplaadt.
• Kijk bij het laden van de accu of de aansluit-
ingen op de acculader vrij zijn van vreemde
bestanddelen zoals stof en water, enz.
Reinig de aansluitingen als u vreemde bes-
tanddelen op de aansluitingen aantreft.
De levensduur van de accu-aansluitingen
kan tijdens gebruik nadelig beïnvloed wor-
den door vreemde bestanddelen zoals stof
en water, enz.
• Wanneer de accu niet wordt gebruikt, dient u
deze uit de buurt van metalen voorwerpen te
houden zoals paperclips, munten, sleutels,
nagels, schroe ven of andere kleine metal-
en voor werpen die de aansluitpunten van de
accu met elkaar in contact kunnen brengen.
Wanneer de aansluitpunten van de accu
worden kortgesloten, kan dit resulteren in
vonken, brandwonden of zelfs brand.
• Zorg er bij gebruik van de accu voor dat de
werkplaats goed geventileerd is.
•
Wanneer de accu van het gereed schap wordt
losgemaakt, moet u meteen het accudeksel
op de accu aanbrengen om te voorkomen dat
er stof en vuil op de accu-aansluitingen komt
waardoor er kortsluiting kan ontstaan.
Levensduur van de accu
De levensduur van de oplaadbare accu is
niet onbeperkt. U dient een nieuwe accu aan
te schaffen indien de gebruikstijd na de accu
geladen te hebben aanzienlijk korter wordt.
Recyclen van de accu
ATTENTIE:
Om het milieu te beschermen en nog-
maals bruikbare materialen te recy-
clen, dient u de accu naar een hiervoor
bestemd inzamelpunt te brengen.
[Acculader]
Opladen
OPGELET
• Als de temperatuur van de accu lager
wordt dan ongeveer −10°C, zal het opladen
automatisch stoppen om een verslechtering
van de toestand van de accu te voorkomen.
• De optimale omgevingstemperatuur is tus-
sen 0°C (32°F) en 40°C (104°F). Als de
accu wordt gebruikt terwijl de temperatuur
van de accu lager is dan 0 °C (32°F), kan
het voorkomen dat het elektrisch gereed-
schap niet goed functioneert.
• Gebruik de lader bij een temperatuur tus-
sen de 0°C en de 40°C en laad de accu
op bij een temperatuur die vergelijkbaar is
met de temperatuur van de accu zelf. (Er
mag niet meer dan 15°C verschil zijn tus-
sen de temperatuur van de accu en de
temperatuur van de oplaadlocatie.)
•
Laat een koude accu (kouder dan 0°C (32°F)),
voordat deze wordt opgeladen in een warme
omgeving, eerst minimaal een uur in deze rui-
mte liggen om op temperatuur te komen.
• Laat de lader afkoelen wanneer u meer
dan twee accu’s na elkaar oplaadt.
• Steek uw vingers niet in de contactopen-
ingwanneer u de lader vastpakt.