Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden,
mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen voorwerpen als vazen op
het apparaat zetten.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Installeer het systeem zodat de stekker bij
problemen onmiddellijk uit het stopcontact kan
worden getrokken.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De
recyclage van materialen draagt bij tot
het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
2NL
Over deze gebruiksaanwijzing
• De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
gelden voor het model STR-DA7100ES.
Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op
het voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in
deze gebruiksaanwijzing tonen het model met
landcode UC, behalve waar anders vermeld staat.
Verschillen in bediening worden in de tekst
duidelijk aangegeven, bijvoorbeeld "Alleen
modellen met landcode CEL".
• De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
beschrijven de bediening met de toetsen op de
bijgeleverde afstandsbediening. U kunt echter ook
de toetsen van de receiver zelf gebruiken, met
dezelfde of soortgelijke namen als die op de
afstandsbediening.
Deze receiver is voorzien van de HDMI™technologie (High-Definition Multimedia
Interface).
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing
LLC.
Over de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt,
is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld
rechts bovenaan op het achterpaneel (zoals in de
onderstaande afbeelding).
Landcode
Verschillen in bediening die samenhangen met de
landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven,
bijvoorbeeld "Alleen de modellen met landcode AA".
Deze receiver is voorzien van Dolby* Digital en Pro
Logic Surround en het DTS** Digital Surroundsysteem.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
'Dolby', 'Pro Logic', 'Surround EX', en het
symbool doubel-D zijn handelsmerken van
Dolby Laboratories.
** Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater
Systems, Inc.
Nummers 5,451,942; 5,956,674; 5,974,380;
5,978,762; 6,226,616; 6,487,535 en andere, voor
de Verenigde Staten en wereldwijd, uitgegeven
en aangevraagde octrooien. "DTS", "DTS-ES",
"Neo:6", en "DTS 96/24" zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc. Auteursrecht
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle
rechten voorbehouden.
3NL
Inhoudsopgave
Weergave
Gebruik van de slaaptimer ......................... 76
Opnemen met andere apparatuur ............... 76
Luisteren naar de FM/AM-radio ................ 78
FM-zenders automatisch voorinstellen
(AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL) ...................................................... 79
Voorinstellen van radiozenders .................. 80
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)
(Alleen voor de modellen met landcode
CEL) ...................................................... 83
Speciale extra functies ............................... 85
Luisteren naar de weergave in een andere
luisterruimte (gebruik van 2de en 3de kijk-/
luisterruimte) ......................................... 87
Bediening van Sony-apparatuur ................. 90
Naar een cd/super-audio-cd luisteren .........54
Een dvd bekijken ........................................55
Een videospelletje spelen ...........................56
Een video bekijken .....................................57
Genieten van Surround
Sound
Voorbereidingen
Beschrijving en positie van onderdelen ........6
1: De luidsprekers opstellen .......................19
2: De luidsprekers aansluiten ......................21
3a: De audio-apparatuur aansluiten ............23
3b: De video-apparatuur aansluiten ............31
4: De antennes aansluiten ...........................42
5: Het netsnoer aansluiten ..........................43
6: De afstandsbediening voorbereiden .......44
7: De luidsprekers instellen ........................46
Het luidsprekersysteem kiezen ...................51
8: De luidsprekerniveaus en balans bijregelen
(TEST TONE) .......................................51
De versterker bedienen
Een apparaat kiezen ....................................58
De audio-ingangskeuze omschakelen
(INPUT MODE) ....................................59
Naamgeving van ingangsbronnen ...............60
Geluidsweergave van andere digitale
geluidsbronnen
(DIGITAL ASSIGN) .............................61
Beeldweergave van andere beeldbronnen via
de apparaataansluiting
(COMPONENT VIDEO ASSIGN) .......63
Beeldweergave van andere beeldbronnen via
de HDMI-aansluiting
(HDMI VIDEO ASSIGN) .....................64
De gemaakte instellingen opslaan
(USER PRESET) ...................................65
De menu-instellingen veranderen ...............67
Omschakelen van de aanduidingen op het
display ...................................................75
4NL
Bij gebruik van alleen de voorluidsprekers
(2CH STEREO) .................................... 93
Automatische decodering van het
binnenkomende geluidssignaal
(AUTO FORMAT DIRECT) ................ 94
Keuze van een geluidsveld ......................... 96
Keuze van de middenachter-decodeerfunctie
(SURR BACK DECODING) ................ 99
Zelf aanpassen van de geluidsvelden ....... 101
Geavanceerde
luidsprekersinstellingen
Geavanceerde instellingen ....................... 107
De toonregelaar bijregelen
(van lage, midden- en hoge tonen) ...... 109
Gebruik van de
afstandsbediening
Menulijst van de afstandsbediening
(Bediening van de receiver) ................ 112
Een apparaat kiezen ................................. 114
Elk apparaat met behulp van de
afstandsbediening bedienen ................ 115
Programmeren van de
afstandsbediening ................................ 120
Enkele bedieningen automatisch achter elkaar
uitvoeren (Macrosturing) .................... 122
Instellen van de afstandsbedieningcodes die
nog niet zijn opgeslagen in de
afstandsbediening ................................ 124
De gehele inhoud van het geheugen van de
afstandsbediening wissen .................... 126
Andere handelingen ................................. 127
De toetstoewijzing veranderen (alleen voor de
RM-US106A) ...................................... 129
Aanvullende informatie
Menulijst (LEVEL/SURR SET UP/
EQUALIZER/TUNER/SPEAKER
SET UP/CUSTOMIZE/CIS/STREAM
INFO) .................................................. 131
Verklarende woordenlijst ......................... 135
Technische begrippen ............................... 137
Voorzorgsmaatregelen .............................. 139
Verhelpen van storingen ........................... 140
Technische gegevens ................................ 145
Index ......................................................... 149
5NL
Voorbereidingen
Beschrijving en positie van onderdelen
Voorpaneel
Open de klep aan de
voorkant.
6NL
Naam
Functie
A ?/1
Druk op de toets om de
receiver in of uit te
schakelen (zie blz. 43,
54, 55, 56, 57, 106).
I HDMI
B HDMI/i.LINKlampje
Brandt groen als
HDMI, en blauw als
i.LINK is gekozen als
ingangsbron voor
weergave (zie blz. 58).
Druk op de toets om het
ingangssignaal van het
aangesloten apparaat
via de HDMIaansluiting te kiezen
(zie blz. 38).
J MULTI
CHANNEL
DECODINGlampje
Brandt bij het
decoderen van
meerkanaals-geluid
(zie blz. 55).
K Ingangsbronlampjes
Het lampje van de
gekozen ingangsbron
brandt (zie blz. 58).
L Infraroodontvanger
Voor ontvangst van de
signalen van de
afstandsbediening.
M PHONESaansluiting
Hierop kunt u een
hoofdtelefoon
aansluiten (zie blz. 98).
N SPEAKERSschakelaar
Hiermee schakelt u de
voorluidsprekers op
OFF, A+B, A, of B (zie
blz. 51).
O PRESET
TUNING+/–
Druk op de toets om
een nummer van een
voorkeurzender te
kiezen (zie blz. 80, 81).
P TUNING+/–
Druk op de toets om
een zender te zoeken
(zie blz. 78).
Q FM/AM
Druk op de toets om de
FM- of AMafstemband te kiezen
(zie blz. 78, 80).
R MEMORY/
ENTER
Druk op de toets voor
het opslaan van een
radiozender of voor het
nastleggen van
gemaakte instellingen
(zie blz. 43, 66).
C Display
D 2CH
Hiermee wordt de
huidige status van het
gekozen apparaat of een
lijst van
keuzemogelijkheden
weergegeven (zie blz. 9).
Druk op de toets om de
instelling 2CH
STEREO (tweekanaals
stereo) te kiezen (zie
blz. 93, 98).
E A.F.D.
Druk op de toets om
A.F.D.-functie te
kiezen (zie blz. 93, 94,
98).
F MOVIE,
MUSIC
Druk op de toets om de
geluidsvelden
(MOVIE, MUSIC) te
kiezen (zie blz. 96, 97).
G MASTER
VOLUME
Draai deze knop om het
geluidsniveau van alle
luidsprekers
tegelijkertijd te regelen
(zie blz. 54, 55, 56, 57,
59).
H INPUT
SELECTOR
Draai deze knop om de
ingangsbron voor
weergave te kiezen (zie
blz. 54, 55, 56, 57, 58,
59, 60, 77).
wordt vervolgd
7NL
Voorbereidingen
Functie
Naam
Naam
Functie
S USER PRESET Druk op de toets voor
het opslaan van de
bijgeregelde
geluidsveldinstelling,
enz. (zie blz. 66).
T DISPLAY
Druk op de toets om de
weergave van de
informatie op het
display te kiezen (zie
blz. 75).
U SURR BACK
DECODING
Druk op de toets om de
middenachterdecodeerfunctie te
kiezen (zie blz. 99).
V INPUT MODE
Druk op de toets voor
keuze van het
ingangssignaal als
dezelfde apparatuur
tegelijkertijd is
aangesloten op de
digitale en analoge
aansluitingen (zie
blz. 59).
W MULTI CH IN
Druk op de toets om het
geluid rechtstreeks van
de apparatuur,
aangesloten via de
MULTI CHANNEL
INPUT-aansluitingen,
te kiezen (zie blz. 58).
X i.LINK
Druk op de toets om het
geluid van het apparaat,
aangesloten via de
i.LINK-aansluiting, te
kiezen (zie blz. 28, 58).
Y VIDEO 3 INPUT Voor aansluiting van
een videocamera of een
videospelcomputer (zie
blz. 41, 56).
8NL
Naam
Functie
Z +/–,
MENU,
MAIN MENU
Draai deze knop voor
het kiezen en invoeren
van menu- en
parameterinstellingen
(zie blz. 62, 66, 82,
101, 102, 107).
wj TREBLE,
BASS
Voor bijregeling van de
klankkleur (niveau van
lage en hoge tonen)
voor elke luidspreker
(zie blz. 110).
Betekenis van de aanduidingen op het display
Voorbereidingen
Naam
Functie
Naam
A SW
Deze aanduiding gaat
branden als er voor de
aanwezigheid van een
subwoofer "YES" is
gekozen (zie blz. 48).
Wanneer deze aanduiding
zichtbaar is, stelt de receiver
een subwoofersignaal
samen op basis van het
L.F.E.-signaal van de
weergegeven disc of op
basis van de laagste tonen
van de voorkanalen. Deze
aanduiding brandt niet
tijdens gebruik van de 2CH
STEREO-weergave of als
er een tweekanaalsingangssignaal is terwijl de
instelling [A.F.D. AUTO] is
gekozen en de instelling
[A.F.D. 2CH SW], in het
SURR SET UP-menu, is
ingesteld op "OFF".
B Weergave- De letters (L, C, R, enz.) geven
kanaalaan welke geluidskanalen er
aanduidingen worden weergegeven. Aan de
oplichtende vakjes rond de
letters kunt u zien hoe de
receiver het geluid mengt en
via welke luidsprekers het
wordt weergegeven
(gebaseerd op de
luidsprekerinstellingen). De
aanduiding "
" gaat
branden als het 9.1-kanaals
luidsprekersysteem is
ingeschakeld.
Linksvoor
L
Rechtsvoor
R
Midden (mono)
C
Linksachter
SL
Rechtsachter
SR
Achter (mono weergave of
S
de surround-delen verkregen
door Pro Logic-decodering)
Linksmiddenachter
Rechtsmiddenachter
SBL
Middenachter (de
SBR
middenachter-delen
SB
verkregen door 6.1-kanaals
decodering)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/
achter): 3/2.1
Uitgangskanaal: Geen
achterluidsprekers
Geluidsveld: A.F.D. AUTO
Functie
SW
L
SL
C
R
SR
wordt vervolgd
9NL
Naam
Functie
C ;DIGITAL Gaat branden wanneer er
(EX)
Dolby Digital signalen
binnenkomen. De
aanduiding "EX" gaat
branden wanneer er Dolby
Digital Surround EX
signalen binnenkomen.
D INPUT
Blijft continu branden.
Bovendien licht een van de
ingangsaanduidingen op,
afhankelijk van de gekozen
weergavebron.
E AUTO
Deze aanduiding brandt
wanneer INPUT MODE
staat ingesteld op "AUTO
2CH" (zie blz. 60).
F HDMI 1 2
Deze aanduiding gaat
branden bij aansluiting van
een weergaveapparaat of
weergaveapparaat met een
televisiescherm (zie
blz. 38).
G DTS (-ES)
Gaat branden wanneer er
DTS-signalen
binnenkomen. De
aanduiding "-ES" gaat
branden wanneer er DTSES signalen binnenkomen.
Bij het weergeven van DTSformaat disc moet u zorgen
voor digitale aansluitingen
en erop letten dat de INPUT
MODE-ingangskeuze niet
staat ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED"
(zie blz. 60).
H i.LINK
10NL
Gaat branden bij aansluiting
van een i.LINK-apparaat
(zie blz. 28).
Naam
Functie
I COAX
Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"AUTO" en er een digitaal
signaal binnenkomt via de
COAXIALingangsaansluiting of
wanneer INPUT MODE
staat ingesteld op
"COAXIAL FIXED" (zie
blz. 60).
J OPT
Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"AUTO" en er een digitaal
signaal binnenkomt via de
OPTICALingangsaansluiting of
wanneer INPUT MODE
staat ingesteld op
"OPTICAL FIXED" (zie
blz. 60).
K 96/24
Gaat branden wanneer de
receiver DTS 96 kHz/24 bit
signalen decodeert.
L ANALOG
Deze aanduiding gaat
branden wanneer INPUT
MODE staat ingesteld op
"AUTO" en er geen digitaal
signaal binnenkomt via de
COAXIAL- of OPTICALingangsaansluitingen of
wanneer INPUT MODE
staat ingesteld op
"ANALOG 2CH FIXED"
(zie blz. 60).
M MULTI IN
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
instelling "MULTI CH IN"
is gekozen (zie blz. 58).
N SB DEC
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
middenachter-decodering is
ingeschakeld (zie blz. 99).
Functie
Naam
Functie
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
compressie van het
dynamische bereik is
ingeschakeld (zie blz. 105).
W MATRIX
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTSES Matrix decodering is
ingeschakeld (zie blz. 100).
P SLEEP
X CINEMA
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
slaaptimer is ingeschakeld
(zie blz. 76).
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTS
Neo:6 Cinema decodering is
ingeschakeld (zie blz. 95).
Q VOLUME
Y MUSIC
Geeft de huidige
geluidssterkte weer.
R EQ
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
toonregelaar is
ingeschakeld (zie blz. 109).
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de Pro
Logic II, Pro Logic IIx
Music, of DTS Neo:6
Music decodering is
ingeschakeld (zie blz. 95).
Z NEO:6
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTS
Neo:6 Cinema/Music
decodering is ingeschakeld
(zie blz. 95).
wj MOVIE
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de Pro
Logic II of Pro Logic IIx
Movie decodering is
ingeschakeld (zie blz. 95).
wk GAME
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de Pro
Logic II of Pro Logic IIx
Game decodering is
ingeschakeld (zie blz. 95).
S MEMORY
Gaat branden wanneer een
geheugenfunctie, zoals
invoer van zelfgekozen
geluidsbronnamen (zie
blz. 60), geheugen voor
eigen instellingen (zie
blz. 65), enz., is
ingeschakeld.
T Tuneraanduidingen
Deze gaan branden wanneer
u de receiver gebruikt voor
de ontvangst van
radiozenders, enz.
Zie bladzijden 65, 78–84
voor de bediening van de
tuner voor radio-ontvangst.
U H.A.T.S.
Deze aanduiding gaat
branden als er een H.A.T.S.signaal binnenkomt van
een, via de i.LINKaansluiting, aangesloten
apparaat (zie blz. 70).
V DISCRETE Deze aanduiding gaat
branden wanneer de DTSES Discrete decodering is
ingeschakeld (zie blz. 100).
wordt vervolgd
11NL
Voorbereidingen
Naam
O D.RANGE
Naam
Functie
wl ;PRO
LOGIC (II/
IIx)
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
receiver de Pro Logicsignaalbewerking toepast
op een tweekanaals
geluidsbron, voor uitvoer
als aparte middenkanaalsen achterkanaalssignalen.
Deze aanduiding gaat ook
branden wanneer de Pro
Logic II of Pro Logic IIx
Movie/Music-decodeertrap
is ingeschakeld (zie blz. 95).
De aanduiding gaat echter
niet branden als u voor de
middenluidspreker en
achterluidsprekers de
instelling "NO" hebt
gekozen (zie blz. 48, 48).
e; L.F.E.
Deze aanduiding gaat
branden wanneer de
weergegeven disc een apart
L.F.E. (Low Frequency
Effect)-kanaal bevat.
Wanneer het geluid van het
L.F.E. kanaal ook
daadwerkelijk wordt
weergegeven, branden de
balkjes onder de letters om
het geluidsniveau te tonen.
Aangezien het L.F.E.
signaal niet overal in het
ingangssignaal voortdurend
even krachtig aanwezig is,
kunnen de niveaubalkjes
tijdens de weergave sterk
fluctueren (en soms geheel
doven).
12NL
Achterpaneel
Voorbereidingen
A DIGITAL INPUT/OUTPUT-gedeelte
OPTICAL IN/ Voor aansluiting van
OUTeen dvd-speler,
aansluiting
super-audio-cdspeler, enz.
COAXIAL IN- Aansluitingen via de
COAXIALaansluiting
aansluiting geven
een betere
geluidskwaliteit (zie
blz. 24, 36).
HDMI IN/
MONITOR
OUTaansluiting
i.LINKaansluiting
Voor aansluiting van
een dvd-speler of een
tuner. Voor uitvoer
van geluid- en
beeldsignalen naar
een televisietoestel
of een projector (zie
blz. 38).
B AUDIO INPUT/OUTPUT-gedeelte
L/R
AUDIO IN/
OUTaansluiting
Voor aansluiting van
een
minidiscrecorder/
DAT-cassettedeck,
enz. (zie blz. 24, 30).
MULTI
CHANNEL
INPUTaansluiting
Voor aansluiting van
een super-audio-cdspeler of dvd-speler,
met een analoge
audiouitgangsaansluiting
voor 7.1-kanaals of
5.1-kanaals geluid
(zie blz. 24, 27).
PRE OUTaansluiting
Voor aansluiting van
een externe
eindversterker.
Voor aansluiting van
een super-audio-cdspeler van Sony.
SCD-XA9000ES
(zie blz. 28).
wordt vervolgd
13NL
C ANTENNA-gedeelte
FM
ANTENNA
Voor aansluiting van
de, met de receiver
bijgeleverde, FMdraadantenne (zie
blz. 42).
AM
ANTENNA
Voor aansluiting van
de, met de receiver
bijgeleverde, AMraamantenne (zie
blz. 42).
F COMPONENT VIDEO INPUT/
OUTPUT-gedeelte
COMPONENT
VIDEO
INPUT/
OUTPUTaansluiting a)
G VIDEO/AUDIO INPUT/OUT-gedeelte
D RS-232C-aansluiting
L/R
Voor onderhoud- en
servicewerkzaamheden.
14NL
Voor aansluiting van
een cd-speler,
versterker,
cassettedeck, enz.,
van Sony met een
CONTROL A1IIaansluiting (zie
blz. 90).
CTRL S
Voor aansluiting van
een televisietoestel,
dvd-speler,
videorecorder, enz.,
van Sony met een
CONTROL Saansluiting (zie
blz. 92).
TRIGGER
OUT
Voor aansluiting
van andere externe
apparatuur of de
versterker/receiver
van de 2de en 3de
kijk-/luisterruimte,
die u kunt in- en
uitschakelen, door
het versturen van
12 V TRIGGER
aan/uit-signalen,
(zie blz. 85).
IR REMOTE
Voor aansluiting van
een infraroodrelaisstation (zie
blz. 87, 88).
AUDIO IN/
OUT aansluiting
VIDEO IN/
OUTaansluiting
E Aansluiting voor bedieningssysteem
van Sony-apparaten en andere
externe apparatuur
CTRL A1II
Voor aansluiting van
een dvd-speler,
televisietoestel, of
een tuner. U kunt
genieten van een
hoge beeldkwaliteit
(zie blz. 32, 34, 37).
Voor aansluiting van
de video- en audioaansluitingen van
een videorecorder of
een dvd-speler (zie
blz. 32, 36, 37, 40,
41).
S-VIDEO IN/
OUTaansluiting a)
H SPEAKER-gedeelte
Voor aansluiting van
de luidsprekers (zie
blz. 21).
a)
Door een televisietoestel aan te sluiten op de
MONITOR OUT-aansluitingen, kunt u de beelden
van een aangesloten beeldbron bekijken (zie
blz. 35, 47). U kunt ook bepaalde menuinstellingen en geluidsvelden op het
televisiescherm laten verschijnen met een druk op
de toets ON SCREEN.
Afstandsbediening
Functie
Druk op de toets voor het
uitschakelen van de apparatuur
die door deze afstandsbediening
bediend kan worden (zie
blz. 120).
Door gelijktijdig op de ?/1schakelaar (A) te drukken,
wordt het hoofdapparaat en
andere audio/video-apparatuur
van Sony uitgeschakeld
(SYSTEM STANDBY).
Opmerking
Iedere keer als u op de INPUT
SELECTOR-keuzeschakelaar
(D) drukt verandert de functie
van de AV ?/1-schakelaar
automatisch. Afhankelijk van
het apparaat is bovenstaande
bediening eventueel niet
mogelijk of kan verschillen van
wat hier beschreven is.
C Display
Hierop wordt de huidige status
van het gekozen apparaat of een
lijst van keuzemogelijkheden
weergegeven.
Opmerking
Het is mogelijk dat andere
tekens dan de letters van het
alfabet of cijfers, niet op de
juiste wijze worden
weergegeven op de
afstandsbediening, ook al
verschijnen ze goed op het
display van de receiver.
D INPUT
SELECTOR
Druk op de toets voor weergave
van de beeld-/geluidsbronlijst
(apparatuur) (zie blz. 58).
E RM SET UP
Druk op de toets voor weergave
van de instellijst.
F </>
Druk op de toets om informatie,
weergegeven op het display, te
wijzigen. Druk herhaaldelijk op
de toets < om het RECEIVERmenu zichtbaar te maken, druk
herhaaldelijk op de toets > om
het SUB-menu (zie blz. 116) of
het NUM-menu (zie blz. 78)
zichtbaar te maken.
G m/M*
x*
X*
H* **
./>*
Druk op de toetsen voor
bediening van het cassettedeck,
de cd-speler, enz.
RM-AAE003
Naam
Functie
A ?/1
Druk op de toets om de receiver
in of uit te schakelen (zie
blz. 46, 130).
Als de instellingen 2ND ZONE
of 3rd ZONE zijn gekozen,
wordt alleen de eerste receiver
met deze toets in- of
uitgeschakeld. Druk, voor het
uitschakelen van alle
apparatuur en met inbegrip van
een versterker in 2de en 3de
kijk-/luisterruimte,
tegelijkertijd op de toetsen ?/1
en AV ?/1 (B) (SYSTEM
STANDBY).
wordt vervolgd
15NL
Voorbereidingen
U kunt de receiver bedienen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
Naam
B AV ?/1
Naam
Functie
Naam
Functie
H MUTING
Druk op de toets om het geluid
te dempen (zie blz. 59).
Q AV MENU
I MASTER
VOL +**/–
Druk op de toetsen om
gelijktijdig het geluidsniveau
van alle luidsprekers bij te
regelen (zie blz. 52, 59).
Druk op de toets om de menu’s
van de videorecorder, dvdspeler, of satellietontvanger op
het televisiescherm zichtbaar te
maken. Gebruik daarna de
navigatietoets om het menu te
bedienen (zie blz. 120).
R Keuze-/
invoerknop
Schuif, met behulp van deze
knop, naar boven of beneden in
de weergegeven lijst om een
onderdeel te kiezen, en druk
daarna op de knop om de keuze
in te voeren.
S SOUND
FIELD
Druk op de toets voor weergave
van de lijst met geluidsvelden
(zie blz. 96).
T TV ?/1
Druk op de toets om het
televisietoestel in of uit te
schakelen.
J MAIN MENU Druk herhaaldelijk op de toets
om een menu voor de receiver
(LEVEL, SPEAKER SET UP,
SURR SET UP, EQUALIZER,
TUNER, CUSTOMIZE, CIS)
te kiezen.
K ON SCREEN Druk op de toets om de menu’s
van de receiver op het
televisiescherm zichtbaar te
maken.
L TV VOL +**/–, Druk op de toetsen voor
TV CH +**/–, bediening van het
TV/VIDEO,
televisietoestel.
WIDE
M RETURN/
EXIT O
Druk op de toets om terug te
keren naar het vorige menu of
om het menu te verlaten, als dit
menu of het on-screen-menu
van de videorecorder, dvdspeler, of satellietontvanger op
het televisiescherm
weergegeven wordt (zie
blz. 120).
N DISPLAY
Druk op de toets om van
voorkeursingangsbronnen te
veranderen.
O Navigatietoets
Beweeg, na een druk op de
toetsen MAIN MENU (M),
TOP MENU/GUIDE (U), of
AV MENU (V), de
navigatietoets naar boven,
beneden, links of rechts voor
keuze van de instelling. Druk op
de toets om de instelling TOP
MENU/GUIDE of AV MENU
te bevestigen.
P TOP MENU/
GUIDE
Druk op de toets om het
on-screen-menu van de
videorecorder, dvd-speler, of
satellietontvanger op het
televisiescherm weer te geven.
Gebruik daarna de
navigatietoets om het menu te
bedienen.
16NL
* Zie de tabel op bladzijde 115 voor informatie
over de toetsen die u kunt gebruiken bij de
bediening van elk apparaat.
** Op deze toetsen is een voelbaar puntje
aangebracht (H, TV VOL+, TV CH+,
MASTER VOL+). Gebruik de voelbare puntjes
als herkenning bij de bediening.
RM-US106A
Bediening van de eerste receiver
vanuit de 2de (of 3de) kijk-/
luisterruimte
Naam
Functie
A ?/1
Druk op de toets om een
receiver in de 2de (of 3de)
kijk-/luisterruimte in of uit te
schakelen.
B Bedienings- Druk op de toets om de
functietoet- bedieningsfunctie van de
sen
afstandsbediening te kiezen.
C Beeld-/
geluidsbronkeuzetoetsen
Druk op een van de toetsen om
het gewenste apparaat te kiezen.
Door een druk op een van de
beeld-/geluidsbronkeuzetoetsen wordt de receiver
ingeschakeld. De toewijzing
van de toetsen voor de
bediening van Sony-apparatuur
is door de fabrikant als volgt
ingesteld. De toewijzing van de
toets kan veranderd worden
door uitvoering van het
stappenplan in "De
toetstoewijzing veranderen
(alleen voor de RM-US106A)"
op bladzijde 129.
Toets
Toegewezen Sonyapparatuur
VIDEO 1
Videorecorder (VTR
mode 3)
VIDEO 2
Videorecorder (VTR
mode 1)
VIDEO 3
Videorecorder (VTR
mode 2)
DVD
Dvd-speler
TV/SAT
Televisietuner
TAPE
Cassettedeck B
MD/DAT
Minidiscrecorder
SA-CD/CD Cd-speler/super-audiocd-speler
TUNER*
Ingebouwde tuner
SOURCE
De huidige gekozen
beeld-/geluidsbron
voor de eerste receiver
* De instelling kan niet gewijzigd
worden.
wordt vervolgd
17NL
Voorbereidingen
Deze afstandsbediening is alleen geschikt voor
bediening van apparatuur die is aangesloten
via de 2ND ZONE of 3RD ZONE uitgangen
(zie blz. 87). Rechtstreekse bediening van de
eerste receiver is met deze afstandsbediening
niet mogelijk.
Naam
Functie
D SHIFT
Druk, als de tuner is gekozen,
herhaaldelijk op de toets voor
keuze van de geheugenpagina
voor het voorinstellen van de
radiozenders of het afstemmen
op de voorkeurzenders.
E MUTING
Druk op de toets om het geluid
te dempen.
F MASTER
VOL +/–
Druk op de toetsen om de
geluidssterkte voor het 2ND
ZONE- of 3RD ZONEuitgangssignaal bij te regelen.
G RM SET UP- Gaat branden bij verzending
aanduiding van data.
H RM SET UP
Druk op de toets om de
categorie van de toetsen te
wijzigen.
Bediening van de apparatuur
aangesloten op de eerste receiver
vanuit de 2de en 3de kijk-/
luisterruimte
Naam
Functie
I Bedienings- De volgende tabel geeft een
toetsen*
beschrijving van de functie van
de toetsen.
Toets(en) Functie
J CH/
PRESET/
D.SKIP
+/–*
18NL
N
Voor het starten van de
weergave. (Weergave
van de voorzijde van de
cassette starten.)
n
Weergave van de
achterzijde van de
cassette starten.
X
Pauzestand voor
weergave en opname,
en de opname starten
als het apparaat in de
opnamepauzestand
staat.
x
Voor het stoppen van
de weergave.
./>
Voor het overslaan van
tracks.
Druk herhaaldelijk op de
toetsen om een
voorkeurszender of -kanaal te
kiezen. Druk op de toets om, bij
gebruik van een cd-wisselaar,
een disc over te slaan.
* Ieder keer als er op de beeld-/geluidsbronkeuzetoetsen C gedrukt wordt, verandert de functie
van deze toetsen automatisch. Bovenstaande
omschrijving is slechts een voorbeeld.
Afhankelijk van het apparaat is bovenstaande
bediening eventueel niet mogelijk of kan
verschillen van wat hier beschreven is.
1: De luidsprekers opstellen
Genieten van een 5.1/7.1/9.1kanaals luidsprekersystemen
De meest indrukwekkende hi-fi weergave van
dvd-discs met Surround EX geluid verkrijgt u
door toevoeging van een extra
middenachterluidspreker (voor 6.1 kanalen) of
nog beter twee middenachterluidsprekers
(voor 7.1 kanalen) (zie "Keuze van de
middenachter-decodeerfunctie (SURR BACK
DECODING)" op bladzijde 99).
Voorbeeld van een 7.1-kanaals
luidsprekersysteem
Om te genieten van levensechte meerkanaalsgeluidsweergave zijn er vijf gewone
luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
een middenluidspreker en twee
achterluidsprekers) plus een subwoofer (in
totaal 5.1 kanalen).
Voorbeeld van een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
FMiddenachterluidspreker (L)
GMiddenachterluidspreker (R)
HSubwoofer
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
HSubwoofer
Tips
• Als u een 6.1-kanaals luidsprekersysteem aansluit,
plaats de middenachterluidspreker dan recht achter
uw favoriete luisterplaats.
• Aangezien de weergave van de subwoofer niet
richtingsgevoelig is, kunt u die luidspreker
opstellen waar u maar wilt.
wordt vervolgd
19NL
Voorbereidingen
Deze receiver biedt aansluitmogelijkheden
voor weergave via een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem (9 luidsprekers en een
subwoofer).
Zie tevens het, met deze gebruiksaanwijzing
bijgeleverde, "Beknopte installatiegids" voor
andere dan 5.1/7.1/9.1-kanaals
luidsprekersystemen.
Genieten van een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem
Deze receiver biedt aansluitmogelijkheden
voor weergave via een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem.
Ofschoon het kamermidden gebruikt wordt als
de as van waaruit de positie van de
luidsprekers bepaald wordt, kunt u overal in de
kamer achter het centrale punt van de
voortreffelijke geluidsweergave genieten.
Voorbeeld van een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem
Bij gebruik van de instellingen
CINEMA STUDIO EX met een
9.1-kanaals luidsprekersysteem
AVoorluidspreker (L)
BVoorluidspreker (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker 2 (L)
EAchterluidspreker 2 (R)
FMiddenachterluidspreker (L)
GMiddenachterluidspreker (R)
HSubwoofer
IAchterluidspreker 1 (L)
JAchterluidspreker 1 (R)
Opstelling van de luidsprekers
Plaats de luidsprekers rondom het midden van
de kamer en onder de hoeken, zoals
weergegeven op de volgende afbeelding. Als
het niet mogelijk is de luidsprekers te plaatsen
onder de getoonde hoeken, stel dan een paar
achterluidsprekers iets voorwaarts van de
luisterpositie op (richting voorluidsprekers).
Aanpassing van de positie van deze
luidsprekers bevordert de verbinding tussen
het geluid van voor- en achterzijde.
20NL
Zorg er voor dat in het menu SURR SET UP de
virtuele luidspreker is uitgeschakeld (Virtual
Speaker ingesteld op "OFF") (zie blz. 103).
Omdat u gebruik maakt van zoveel echte
luidsprekers, kunt u genieten van de
surroundeffecten van films, zelfs zonder
gebruik van de virtuele luidsprekers.
Bovendien zal anders dan bij virtuele
luidsprekers de uitdrukkingskracht van echte
luidsprekers, afhankelijk van de luidspreker,
variëren. Regel het effectniveau dusdanig bij
dat het gesproken woord van de acteur
natuurlijk klinkt terwijl het gehele
geluidseffect mooi gebalanceerd is.
Naar het pure geluid van een
super-audio-cd luisteren
U wordt erop attent gemaakt dat u bij een
super-audio-cd en andere pure
geluidsbronnen, in de meeste gevallen zonder
enige aanpassingen gebruik kunt maken van
een 9.1-kanaals luidsprekersysteem. Het kan
voorkomen dat u, afhankelijk van het door u
gebruikte type luidspreker en de
opnamekwaliteit van de muziek, wilt
overschakelen naar een weergave via een 7.1kanaals of 5.1-kanaals luidsprekersysteem.
2: De luidsprekers aansluiten
G
F
FRONT SPEAKERS Bb)
A
IMPEDANCE
SELECTORa)
B
E
D
C
B
A
A Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
AVoorluidspreker A (L)
BVoorluidspreker A (R)
CMiddenluidspreker
DAchterluidspreker (L)
EAchterluidspreker (R)
FMiddenachterluidspreker (L)c)
GMiddenachterluidspreker (R)c)
HSubwooferd)
a) •
Zorg ervoor dat de receiver is uitgeschakeld
voordat u de IMPEDANCE SELECTOR
(weerstandsschakelaar) omzet.
• Om te kunnen genieten van de beste
meerkanaals-geluidsweergave, sluit u
luidsprekers met een nominale impedantie
van 8 ohm of hoger aan op de FRONT-,
CENTER-, SURROUND- en
SURROUND BACK-luidsprekeruitgangen
en stelt u de IMPEDANCE SELECTOR in
wordt vervolgd
21NL
Voorbereidingen
H
op "8 Ω". Zie tevens de gebruiksaanwijzing
die bijgeleverd is met uw luidsprekers als u
niet zeker bent van hun impedantie. (Deze
informatie is veelal op de achterzijde van de
luidspreker te vinden.)
Anders kunt u luidsprekers met een
nominale impedantie tussen 4 en 8 ohm
aansluiten op elke luidsprekeruitgang. U
moet er echter wel voor zorgen dat de
IMPEDANCE SELECTOR ingesteld staat
op "4 Ω", zelfs als u maar een enkele
luidspreker met een nominale impedantie
tussen 4 en 8 ohm aansluit.
b) U kunt met de SPEAKERS schakelaar
kiezen, welk stel voorluidsprekers u wilt
gebruiken. Voor nadere bijzonderheden, zie
"Het luidsprekersysteem kiezen" (zie
blz. 51).
c)
Als u een enkele middenachterluidspreker
aansluit, moet u het snoer daarvan aansluiten
op de SURROUND BACK SPEAKERS Lluidsprekeruitgang.
d) Wanneer u een subwoofer met een
automatische stand-by-functie hebt
aangesloten, moet u deze functie
uitschakelen tijdens het bekijken van films.
Bij ingeschakelde functie voor automatische
stand-by kan de subwoofer, gebaseerd op het
niveau van het ingangssignaal, in de standby-stand gezet worden zodat er geen
geluidsweergave meer is.
Tip
Om bepaalde luidsprekers aan te sluiten op een
andere eindversterker gebruikt u de PRE OUTaansluitingen. Hetzelfde signaal wordt
uitgevoerd via zowel de SPEAKERSaansluitingen als de PRE OUT-aansluitingen.
Als u bijvoorbeeld alleen de voorluidsprekers
wilt aansluiten op een andere versterker,
verbindt u die versterker dan met de PRE OUT
FRONT L en R-aansluitingen.
Aansluiten van een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem
Sluit, bij het aansluiten van een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem, elke luidspreker aan op de
geëigende SURROUND SPEAKER L/Raansluiting. U kunt elke paar luidsprekers
22NL
gebruiken als achterluidsprekers 1 (links/
rechts) en achterluidsprekers 2 (links/rechts)
(zie blz. 20).
Stel, bij gebruik van een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem, in het CUSTOMIZEmenu 9.1 CH SP SYSTEM in op "YES" (zie
blz. 69).
Opmerking
Bij een instelling van de IMPEDANCE SELECTOR
op "8Ω" moet de nominale impedantie van de
luidsprekers 16 ohm of meer bedragen. Bij een
instelling van de IMPEDANCE SELECTOR op
"4Ω" moet de nominale impedantie van de
luidsprekers 8 ohm of meer bedragen. Voor nadere
bijzonderheden, zie bladzijde 21.
AchterAchterluidspreker luidspreker
2 (R)
1 (R)
AchterAchterluidspreker luidspreker
1 (L)
2 (L)
Aansluiting voor de 2de kijk-/
luisterruimte
De SURROUND BACK SPEAKERaansluitingen F en G kunnen toegewezen
worden aan de luidsprekers in de 2de kijk-/
luisterruimte. Stel de instelling van de
middenachterluidsprekers (zie blz. 49) in op
"2ND ZONE".
Raadpleeg "Luisteren naar de weergave in een
andere luisterruimte (gebruik van 2de en 3de
kijk-/luisterruimte)" (zie blz. 87) voor nadere
bijzonderheden over de aansluiting en
bediening van de 2de kijk-/luisterruimte.
3a: De audio-apparatuur aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei
apparatuur kunt aansluiten op deze receiver.
Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even
de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke bladzijden
Aan te sluiten
apparatuur
Cd-speler of super-audio-cdspeler
MD/DAT
de aanwijzingen staan voor de betreffende
apparaten.
Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten,
kunt u doorgaan met de volgende stap "4: De
antennes aansluiten" (zie blz. 42).
Met digitaal audiouitgangsignaala)
zie
blz. 25
Met meerkanaals audiouitgangsignaalb)
zie
blz. 27
Met i.LINK-aansluiting
zie
blz. 28
Met alleen analoge audiouitgangsaansluitingc)
zie
blz. 30
Met digitaal audiouitgangsignaala)
zie
blz. 25
Met alleen analoge audiouitgangsaansluitingc)
zie
blz. 30
Cassettedeck, Analoge platenspeler
zie
blz. 30
a)
Model met DIGITAL OPTICAL OUTPUT- of DIGITAL COAXIAL OUTPUT-aansluitingen, enz.
Model met MULTI CH OUTPUT-aansluitingen, enz. Deze aansluitingen worden gebruikt voor uitvoer van
de geluidssignalen via deze receiver, die zijn gedecodeerd door de ingebouwde meerkanaals-decodeertrap van
het betreffende apparaat.
c)
Model voorzien van AUDIO OUT L/R-aansluitingen, enz.
b)
Als u beschikt over Sonyapparatuur met CONTROL A1II/
CONTROL S aansluitingen
Zie "Bediening van Sony-apparatuur" op
bladzijde 90.
23NL
Voorbereidingen
Het aansluiten van uw
apparatuur
Audio-ingangs-/
uitgangsaansluitingen die
moeten worden gebruikt
De geluidskwaliteit is afhankelijk van de
gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende
afbeelding. Kies de aansluiting die
overeenkomt met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Digitaal
Analoog
Hoge geluidskwaliteit
24NL
Voorbereidingen
Apparatuur met digitale audioingangen/uitgangen
De volgende afbeelding laat zien hoe u een cdspeler/super-audio-cd-speler en een
minidiscrecorder/DAT-cassettedeck moet
aansluiten.
Cd-speler of superaudio-cd-speler
A
Minidiscrecorder/
DAT-cassettedeck
A
B
C
D
A Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Coaxiaal digitale kabel (niet bijgeleverd)
D Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
wordt vervolgd
25NL
Opmerkingen over de weergave
van een super-audio-cd op een
super-audio-cd-speler
• Er wordt geen geluid uitgevoerd bij de
weergave van een super-audio-cd op een
super-audio-cd-speler die alleen is
aangesloten op de SA-CD/CD OPTICAL- of
SA-CD/CD COAXIAL INingangsaansluiting van deze receiver. Sluit
bij de weergave van een super-audio-cdspeler de cd-speler aan op de MULTI
CHANNEL INPUT- of SA-CD/CD INingangsaansluitingen. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de
super-audio-cd-speler.
• U kunt geen digitale opnamen maken van
een super-audio-cd. Gebruik in dit geval
voor de opname de analoge
ingangsaansluitingen.
• Bij het aansluiten van de optisch digitale
kabel steekt u de stekkers recht in de
aansluitbussen tot ze vastklikken.
• Let op dat de optisch digitale kabel niet
geknikt of sterk gebagen wordt.
Als u verscheidene digitale
apparaten wilt aansluiten, maar
er geen ingangsaansluiting
voor vrij heeft
Zie "Geluidsweergave van andere digitale
geluidsbronnen (DIGITAL ASSIGN)" (zie
blz. 61).
Tips
• Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt
voor bemonsteringsfrequenties van 32 kHz,
44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz.
• U kunt ook een laserdisc-speler met een DOLBY
DIGITAL RF OUT-uitgangsaansluiting aansluiten
via een RF demodulator (want u kunt de DOLBY
DIGITAL RF OUT-uitgangsaansluiting van de
laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de
digitale ingangsaansluitingen van dit apparaat). Zie
tevens de gebruiksaanwijzing die bij de RF
demodulator is geleverd.
26NL
Voorbereidingen
Aansluiten van apparatuur met
meerkanaalsuitgangsaansluitingen
Als uw dvd-speler of super-audio-cd-speler is
voorzien van meerkanaalsuitgangsaansluitingen, dan kunt u die
verbinden met de MULTI CHANNEL INPUT
aansluitingen van deze receiver, om zo te
genieten van meerkanaals-geluidsweergave.
Bovendien kunt u op deze meerkanaalsingangsaansluitingen ook een extern
meerkanaals-decodeerapparaat aansluiten.
Dvd-speler, super-audiocd-speler, enz.
A
B
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Mono audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
wordt vervolgd
27NL
Opmerkingen
• Dvd-spelers en super-audio-cd-spelers hebben
geen SURR BACK-aansluitingen.
• Als de receiver en de speler zijn opgenomen in een
7.1-kanaals configuratie (SURR BACKaansluitingen van MULTI CHANNEL INPUT zijn
verbonden) moet in het menu CUSTOMIZE het
menuonderdeel MULTI IN5.1 t 7.1 ingesteld
worden op "NO" (zie blz. 69).
• Wanneer SURR BACK SP is ingesteld op "2ND
ZONE", is de invoer van de SURR BACKaansluitingen ongeldig (zie blz. 49).
Apparatuur met i.LINKaansluitingen
Als u beschikt over een Sony SCD-XA9000ES
super-audio-cd-speler, moet u de i.LINKkabel gebruiken die met de speler werd
geleverd.
Vanaf de publicatiedatum van deze
gebruiksaanwijzing is deze receiver
uitsluitend compatibel met i.LINKverbindingen naar de SCD-XA9000ES. Voor
nadere bijzonderheden over i.LINKverbindingen voor toekomstige Sonyapparaten met i.LINK-aansluitingen, leest u de
gebruiksaanwijzing die bij het betreffende
apparaat werd geleverd.
2 Spelers aansluiten op ieder
i.LINK-aansluiting
i.LINK-kabel
(bijgeleverd met de
speler) (niet
bijgeleverd met
deze receiver)
Speler 2
Speler 1
(AUDIO)
(AUDIO)
3 Spelers aansluiten op een enkel
i.LINK-aansluiting
1 Een enkele speler aansluiten op
de i.LINK-aansluiting
i.LINK-kabel
(bijgeleverd met de
speler) (niet
bijgeleverd met
deze receiver)
Speler 1
(AUDIO)
i.LINK-kabel (bijgeleverd met de
speler) (niet bijgeleverd met deze
receiver)
Speler
(AUDIO)
28NL
Speler 2
(AUDIO)
Opmerkingen
Speler
(AUDIO)
Speler 2
Speler 1
(AUDIO)
(AUDIO)
• Gebruik van een geluidssignaal van IEEE1394apparatuur zonder het i.LINK-logo is niet
mogelijk.
• Zorg ervoor dat de gebruikte i.LINK-kabel niet
langer is dan 1,5 meter.
• Weergave wordt niet gegarandeerd bij aansluiting
van een dvd-speler, super-audio-cd-speler, enz.,
met een i.LINK-audio-uitgangsaansluiting van een
ander merk.
• Een metalen voorwerp in de i.LINK-aansluiting
kan kortsluiting veroorzaken en daardoor kan de
apparatuur beschadigd raken.
• Steek de stekker stevig in de aansluiting om storing
van de werking te voorkomen.
• Voor nadere bijzonderheden over geschikte
signalen, zie bladzijde 147. Deze receiver kan geen
ongeschikte signalen, zoals DV, MICROMV, of
MPEG-TS, verwerken.
• Enkele i.LINK-apparaten voldoen aan normen
voor kopieerbeveiliging en kunnen overweg met
vercijferde signalen. Deze receiver voldoet aan de
kopieerbeveiligingstechniek van DTLA (Revisie
1.3).
• Als DSD-signalen in deze receiver ingevoerd
worden, worden de geluidsvelden en de A/V
SYNC- en middenachter-decodeerfunctie niet
ingeschakeld.
• i.LINK is een aanduiding die verwijst naar IEEE
1394-1995 en IEEE 1394a-2000. i.LINK en " "
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• Na totstandkoming van de i.LINK-verbinding is er
geen geluidsweergave. Er is pas geluidsweergave
nadat de naam van het apparaat getoond wordt.
• Als de 2 of 3-aansluiting gebruikt wordt is het
mogelijk dat er, bij gebruik van twee of meer
spelers, geen geluidsweergave is. Zet in dat geval
de speler, die u niet gebruikt, in de stopstand en
kies nog een keer de gewenste speler voor
weergave, door op de toets i.LINK te drukken. Zie
de foutmelding "BUSFULL" op bladzijde 145.
• Aansluiting is alleen mogelijk voor een apparaat
dat een audiosignaal kan uitvoeren via de i.LINKaansluiting. Aansluiting op deze receiver is niet
mogelijk voor apparaten die gebruik maken van
een videosignaal, computer en andere audio/
videoversterkers.
29NL
Voorbereidingen
• Sluit de kabel zodanig aan dat de verbinding geen
lus vormt tussen de componenten.
Apparatuur met analoge
audioaansluitingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u
apparatuur met analoge audioaansluitingen,
zoals een cassettedeck, platenspeler, enz.,
moet aansluiten.
Cd-speler of
super-audiocd-speler
Cassettedeck
A
A
A
A
minidiscrecorder/
DATcassettedeck
Platenspeler
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
Opmerking
Als uw platenspeler een aardingsdraad heeft, sluit u
die aan op de (U) SIGNAL GND-aardaansluiting.
30NL
3b: De video-apparatuur aansluiten
Voorbereidingen
Het aansluiten van uw
apparatuur
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u allerlei
apparatuur kunt aansluiten op deze receiver.
Voordat u hiermee begint, neemt u eerst even
de lijst met "Aan te sluiten apparatuur"
hieronder door, om te zien op welke bladzijden
de aanwijzingen staan voor de betreffende
apparaten.
Nadat u al uw apparatuur hebt aangesloten,
kunt u doorgaan met de volgende stap "4: De
antennes aansluiten" (zie blz. 42).
Aan te sluiten
apparatuur
Televisiescherm
zie blz. 34
Dvd-speler
zie blz. 36-37
Satellietontvanger
zie blz. 40
Met HDMI-aansluiting
zie blz. 38
Videorecorder
zie blz. 41
Videocamera, spelcomputer, enz.
zie blz. 41
Als u beschikt over Sonyapparatuur met CONTROL A1II/
CONTROL S aansluitingen
Zie "Bediening van Sony-apparatuur" op
bladzijde 90.
31NL
Video-ingangs-/
uitgangsaansluitingen die
moeten worden gebruikt
De beeldkwaliteit is afhankelijk van de
gebruikte aansluiting. Raadpleeg volgende
afbeelding. Kies de aansluiting die
overeenkomt met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Televisiescherm, enz., INPUT-aansluiting
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S-VIDEO
VIDEO
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S-VIDEO
VIDEO
HDMI
COMPONENT
VIDEO*
S-VIDEO
VIDEO
HDMI
COMPONENT
VIDEO
S-VIDEO
VIDEO
Receiver MONITOR OUT-aansluiting
Signaalbewerking
Receiver INPUT-aansluiting
Videoapparaat OUTPUT-aansluiting
Hoge beeldkwaliteit
* Wanneer in het menu CUSTOMIZE het menuonderdeel VIDEO CONVERT is ingesteld op "ON" (zie blz.
72), worden alleen 480i/576i componentvideo-ingangssignalen uitgevoerd. Componentvideoingangssignalen van 480p/576p, 720p en 1080i worden niet goed uitgevoerd. Wanneer VIDEO CONVERT
is ingesteld op "OFF", worden de componentvideo-ingangssignalen uitgevoerd door de COMPONENT
VIDEO MONITOR OUT-aansluiting, onveranderd uitgevoerd.
Opmerkingen
• Sluit beeldschermapparatuur zoals een
televisiescherm of een videoprojector aan op de
MONITOR OUT-aansluiting van de receiver.
Opname is eventueel niet mogelijk, ook al heeft u
opnameapparatuur aangesloten.
• Schakel de receiver in als beeld en geluid van het
weergaveapparaat, via de receiver, uitgevoerd
worden naar de televisie. Als de receiver niet is
32NL
ingeschakeld wordt er geen beeld en geluid
doorgegeven.
Functie voor omzetting van
videosignalen
Deze receiver is voorzien van een functie om
videosignalen om te zetten. Het videosignaal
kan na aansluiting van deze receiver
U kunt de functie voor het omzetten van
videosignalen omschakelen in VIDEO
CONVERT (zie blz. 72). De uitgangsinstelling
is "ON". Als het menuonderdeel VIDEO
CONVERT is ingesteld op "OFF", worden de
videosignalen niet omgezet.
Opmerkingen over het omzetten
van videosignalen
• Van de componentvideosignalen kunt u
alleen maar de 480i interlaced videosignalen
omzetten naar HDMI-video-, S-video- en
videosignalen. De signalen worden omgezet
van 480i interlaced naar 480p progressieve
scanning en worden daarna uitgevoerd.
• Als deze receiver videosignalen of Svideosignalen van een videorecorder omzet,
en daarna voor weergave afgeeft aan uw
televisie, kan afhankelijk van de toestand
van het videosignaal, de beeldweergave op
het televisiescherm horizontale storingen
bevatten of niet mogelijk zijn.
• Omzetten van een HDMI-videosignaal naar
componentvideo-, S-video- en
videosignalen is niet mogelijk.
• REC OUT is niet voorzien van een
upsampler.
• S2-informatie (informatie over de
beeldverhoudingen), die in de Svideosignalen is inbegrepen, is alleen
effectief wanneer S-videosignalen worden
uitgevoerd uit de S-video MONITOR OUTaansluiting. Het is mogelijk dat de
beeldverhouding niet juist wordt afgebeeld
als videosignalen en
componentvideosignalen worden omgezet
en uitgevoerd uit de S-video MONITOR
OUT-aansluiting.
• (Alleen voor modellen met landcode CEL)
Wanneer VIDEO CONVERT is ingesteld op
"ON", worden SECAM-signalen omgezet in
PAL-signalen en vervolgens uitgevoerd. Zet
VIDEO CONVERT op "OFF" wanneer u
SECAM-signalen wilt uitvoeren.
Weergave van closed caption
• Stel, bij weergave van een videosignaal met
closed-caption-informatie, het
menuonderdeel VIDEO CONVERT in op
"OFF". Weergave van closed-captioninformatie is niet mogelijk als het
menuonderdeel VIDEO CONVERT is
ingesteld op "ON".
• Bij de instelling "ON" van het
menuonderdeel "PROGRESSIVE OUT"
worden alleen 480i interlaced
componentvideo-ingangssignalen
geaccepteerd.
Video-ingangssignalen
toewijzen aan andere
ingangsbronnen
Componentvideo-ingangssignalen en HDMIingangssignalen kunnen worden toegewezen
aan een andere ingangsbron (zie blz. 63, 64,
71).
33NL
Voorbereidingen
uitgevoerd worden via de MONITOR OUTaansluiting zoals weergegeven in de
afbeelding.
• Videosignalen kunnen uitgevoerd worden
als HDMI-video-, componentvideo- en
S-videosignalen.
• S-videosignalen kunnen uitgevoerd worden
als HDMI-video-, componentvideo- en
videosignalen.
• Componentvideosignalen kunnen
uitgevoerd worden als HDMI-video-,
S-video- en videosignalen.
Een televisietoestel aansluiten
Beeldmateriaal van een, op deze receiver
aangesloten, beeldweergaveapparaat en het
menu van deze receiver kunnen op een
televisiescherm weergegeven worden.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Televisiescherm
A
B
C
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
C Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
D S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
E Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
34NL
D
E
Opmerkingen
Voorbereidingen
• Sluit beeldschermapparatuur zoals een
televisiescherm of een videoprojector aan op de
MONITOR OUT-aansluiting van de receiver.
Opname is eventueel niet mogelijk, ook al heeft u
opnameapparatuur aangesloten.
• Het geluid wordt alleen weergegeven via de
luidspreker van het televisiescherm als zowel een
weergaveapparaat met deze receiver, als deze
receiver met het televisietoestel met elkaar zijn
verbonden via HDMI.
• Controleer de instelling van HDMI AUDIO als er
geen geluidsweergave is of als weergave van
multikanaals-geluid via HDMI niet mogelijk is (zie
blz. 72).
• Schakel de receiver in als beeld en geluid van het
weergaveapparaat, via de receiver, uitgevoerd
worden naar de televisie. Als de receiver niet is
ingeschakeld wordt er geen beeld en geluid
doorgegeven.
Tip
Door een televisiescherm aan te sluiten op de
MONITOR OUT-aansluiting, kunt u de beelden van
de gekozen ingangsbron bekijken (zie blz. 47). U
kunt ook bepaalde menu-instellingen en
geluidsvelden op het televisiescherm laten
verschijnen met een druk op de toets ON SCREEN.
35NL
Een dvd-speler aansluiten
De volgende afbeelding laat zien hoe u een
dvd-speler moet aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
1 Aansluiten van audio-apparatuur
Voor uitvoer van multikanaals digitaal geluid,
moet u de instelling voor de digitale audiouitgang op de dvd-speler maken. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de
dvd-speler.
Dvd-speler
A
B
A Optische digitale kabel (niet bijgeleverd)
B Coaxiale digitale kabel (niet bijgeleverd)
C Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
36NL
C
2 Aansluiten van video-apparatuur
Voorbereidingen
Dvd-speler
A
B
C
A Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
C Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
37NL
Apparatuur met HDMIaansluitingen
HDMI is de afkorting voor High-Definition
Multimedia Interface. Het is een interface voor
digitale transmissie van geluid- en
beeldsignalen.
Dvd-speler
Satellietontvanger
A
Televisiescherm, projector, enz.
A
A HDMI-kabel (niet bijgeleverd)
Wij raden u aan om een Sony-HDMI-kabel te gebruiken.
Opmerking
Controleer de instelling van het menu HDMI
AUDIO als er geen geluidsweergave is via de
televisieluidspreker of als weergave van
multikanaals-geluid via HDMI niet mogelijk is (zie
blz. 72). Om weergave via de televisieluidspreker
mogelijk te maken, moet op het menu CUSTOMIZE
het menuonderdeel "HDMI AUDIO" ingesteld
worden op "TV+AMP".
38NL
A
Kenmerken van HDMI
HDMI-aansluitingen
• Gebruik een HDMI-kabel met het HDMIlogo (gemaakt door Sony).
• Controleer de instellingen van de
aangesloten component als een beeld slecht
wordt afgebeeld of het geluid niet wordt
voorgebracht door een component
aangesloten met de HDMI-kabel.
Opmerkingen over HDMIaansluitingen
• Audiosignalen ingevoerd in de HDMI INaansluiting worden uitgevoerd via de
luidspreker-uitgangsaansluiting, de HDMI
OUT-aansluiting en de PRE OUTaansluiting. Ze worden niet uitgevoerd via
enige andere audioaansluiting.
• Videosignalen ingevoerd in de HDMI INaansluiting worden uitsluitend uitgevoerd
via de HDMI OUT-aansluiting. De videoingangssignalen worden niet uitgevoerd via
de VIDEO OUT-aansluiting, de S VIDEO
OUT-aansluiting of de MONITOR OUTaansluiting.
• Controleer de HDMI AUDIO-instelling (zie
blz. 72) als het geluid niet wordt uitgevoerd
door de tv of u multikanaals software niet
kunt afspelen. Als u naar het geluid wilt
luisteren via de luidspreker van de tv, stelt u
op het menu CUSTOMIZE het
menuonderdeel HDMI AUDIO in op
TV+AMP.
• De audiosignalen voor het multikanaals/
stereo-gebied van een super-audio-cd
worden niet uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat de receiver is ingeschakeld
wanneer video- en audio-signalen van een
weergavecomponent worden uitgevoerd
naar een tv via deze receiver. Alleen als de
receiver is ingeschakeld, worden de videoen audio-signalen doorgegeven.
• Audiosignalen (bemonsteringsfrequentie,
bitlengte, enz.) die worden uitgevoerd door
een HDMI-aansluiting, kunnen door de
aangesloten component worden onderdrukt.
Controleer de instellingen van de
aangesloten component als een beeld slecht
wordt afgebeeld of het geluid niet wordt
voorgebracht door een component
aangesloten met de HDMI-kabel.
• Als de aangesloten component niet
compatibel is met
copyrightbeschermingstechnologie, kan het
beeld en/of het geluid vanuit de HDMI OUTaansluiting vervormd zijn of niet worden
uitgevoerd.
In dat geval controleert u de specificaties van
de aangesloten component.
• Stel de resolutie van het beeld van de
weergavecomponent in op 720p of 1080i
wanneer u 96 kHz multikanaals geluid
uitvoert via een HDMI-verbinding.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van iedere
aangesloten component voor verdere
informatie.
• Wij adviseren u geen HDMI-DVIconversiekabel te gebruiken. Als u een
HDMI-DVI-conversiekabel aansluit op een
DVI-D-component, wordt mogelijkerwijs
het beeld en/of het geluid niet uitgevoerd.
Sluit andere audiokabels of digitale
aansluitkabels aan, en stel vervolgens HDMI
VIDEO ASSIGN (zie blz. 64) in als het
geluid niet goed wordt uitgevoerd.
39NL
Voorbereidingen
• De digitale audiosignalen uitgezonden door
HDMI kunnen worden uitgevoerd door de
luidsprekers en de PRE OUT-aansluiting op
deze receiver. Dit signaal ondersteunt Dolby
Digital, DTS en lineaire PCM.
• Analoge videosignalen ingevoerd in de
video-aansluiting, S-video-aansluiting of
componentvideo-aansluiting, kunnen
worden uitgevoerd als HDMI-signalen.
Audiosignalen worden niet uitgevoerd uit
een HDMI-aansluiting als het beeld is
omgezet.
Aansluiten van een
satellietontvanger
De volgende afbeelding laat zien hoe u een
satellietontvanger moet aansluiten.
Het is niet nodig om alle kabels aan te sluiten.
Sluit de audio- en video-aansluitkabels aan in
overeenstemming met de aansluitingen van uw
apparatuur.
Satellietontvanger
A
B
C
D
A Audio-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B Optische digitale kabel (niet bijgeleverd)
C Coaxiale digitale kabel (niet bijgeleverd)
D Componentvideo-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
E S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
F Video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
40NL
E
F
Voorbereidingen
Apparatuur met analoge videoen audioaansluitingen
De volgende afbeelding laat zien hoe u
apparatuur met analoge aansluitingen, zoals
een videorecorder, enz., moet aansluiten.
Videorecorder
A
B
Naar de VIDEO 3 INPUTaansluitingen (voorpaneel)
B
Videocamera/
Videospelcomputer
A
A Audio/video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
B S-video-aansluitkabel (niet bijgeleverd)
41NL
4: De antennes aansluiten
Sluit de bijgeleverde AM-raamantenne en de
FM-draadantenne aan.
FM-draadantenne (bijgeleverd)
AM-raamantenne (bijgeleverd)
* De vorm van de aansluitstekker kan verschillend
zijn voor de diverse landcodes.
Opmerkingen
• Om te voorkomen dat de AM-raamantenne
stoorsignalen opvangt, moet u deze uit de buurt
houden van de receiver en andere apparatuur.
• Strek de FM-draadantenne tot zijn volle lengte uit.
• Na aansluiten van de FM-draadantenne moet u die
zo horizontaal mogelijk leiden.
• Gebruik de U SIGNAL GND-aardaansluiting niet
voor het aarden van de receiver.
42NL
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC
IN netstroomingang van de receiver en steek
dan de netstekker in een wandstopcontact.
Oorspronkelijke instellingen
maken
*
Netsnoer
(bijgeleverd)
* Er blijft tussen de stekker en het achterpaneel een
beetje ruimte vrij, ook al is de stekker stevig in het
apparaat gestoken. Het is de bedoeling dat de
aansluitkabel op deze manier aangesloten wordt.
Dit is geen defect.
AC IN netstroomingang
Voordat u de receiver voor het eerst in gebruik
neemt, moet u het apparaat initialiseren door
de volgende procedure te volgen. Deze
procedure moet ook worden gevolgd om de
instellingen die u hebt gemaakt terug te stellen
op de fabrieksinstellingen.
1,2
AC OUTLET**
3
Naar het wandstopcontact
** Het aantal, de configuratie en de vorm van de
netstroomuitgang(en) kan verschillen per model
en per landcode van de receiver.
Opmerkingen
• De AC OUTLET netstroomuitgang(en) op het
achterpaneel van de receiver zijn in-/
uitschakelbaar, dat wil zeggen dat de aangesloten
apparatuur uitsluitend van stroom wordt voorzien
zolang de receiver zelf staat ingeschakeld.
1
Druk op de toets ?/1 om de
receiver uit te schakelen.
2
Houdt de toets ?/1 5 seconden
ingedrukt.
De aanduiding "ENTER to Clear ALL"
wordt gedurende 10 seconden op het
display weergegeven.
wordt vervolgd
43NL
Voorbereidingen
5: Het netsnoer
aansluiten
• Let op dat het totale stroomverbruik van de
apparatuur aangesloten op de AC OUTLET
netstroomuitgang(en) van de receiver het op het
achterpaneel aangegeven maximumvermogen niet
overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen
geval huishoudelijke apparatuur met een hoog
stroomverbruik aan, zoals een strijkijzer,
ventilator, of televisietoestel. Hierdoor kan een
storing worden veroorzaakt.
3
Druk op de toets MEMORY/
ENTER als de aanduiding
"ENTER to Clear ALL"
zichtbaar is op het display.
Eerst verschijnt de aanduiding
"MEMORY CLEARING..." eventjes op
het display, gevolgd door de "MEMORY
CLEARED!" aanduiding.
De volgende onderdelen worden op de
fabrieksinstellingen teruggesteld.
• Alle gemaakte instellingen in de menu’s
voor SPEAKER SET UP, LEVEL,
SURR SET UP, EQUALIZER,
CUSTOMIZE, TUNER en CIS.
• De geluidsvelden die waren gekozen
voor de diverse geluidsbronnen en
voorkeurzenders.
• Alle vastgelegde voorkeurzenders.
• Alle vastgelegde namen voor beeld-/
geluidsbronnen en voorkeurzenders.
6: De afstandsbediening
voorbereiden
De batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
Plaats drie LR6-batterijen (AA-formaat) in de
afstandsbediening RM-AAE003.
Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) in de
afstandsbediening RM-US106A.
Let bij het plaatsen van de batterijen op de
juiste richting van de polen.
RM-AAE003
RM-US106A
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet in een erg warme of
vochtige omgeving.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen samen.
• Gebruik geen combinatie van alkalinebatterijen
met een ander batterijtype.
• Stel de afstandsbedieningssensor van de receiver
niet bloot aan direct zonlicht of andere
lichtbronnen. Anders kan een storing worden
veroorzaakt.
• Als u van plan bent om de afstandsbediening voor
langere duur niet te gebruiken, moet u de batterijen
verwijderen om eventuele schade door lekkage van
batterijen en corrosie te voorkomen.
Tip
De levensduur van de batterijen is, onder normale
omstandigheden, circa 3 maanden. Als de
afstandsbediening niet meer functioneert, moeten
alle batterijen door nieuwe worden vervangen.
Over de bedieningsfunctie
Als de bedieningsfuncties van de receiver en de
afstandbediening verschillen, is bediening van de
receiver met de afstandsbediening niet mogelijk.
Als de instellingen van de bedieningsfuncties van
zowel de receiver als de afstandbediening nog de
oorspronkelijke instellingen zijn, is het niet nodig
om ze terug te stellen.
44NL
U kunt de bedieningsfunctie (AV SYSTEM 1
of AV SYSTEM 2) van de receiver en de
afstandsbediening veranderen. Als de
bedieningsfuncties van de receiver en de
afstandbediening verschillen, is bediening van
de receiver met de afstandsbediening niet
mogelijk.
De afstandsbediening instellen
op de bediening van de receiver
1
2
1
Druk op de toets RM SET UP.
Tip
Als de afstandsbediening ingeschakeld wordt door
op de SOUND FIELD of INPUT SELECTORkeuzeschakelaar te drukken, wordt de COMMAND
MODE afgebeeld op de eerste regel van het display.
De afstandsbediening instellen
op de receiver met behulp van
de receiver
Schakel de receiver in terwijl u op
de toets 2CH drukt.
De aanduiding "COMMAND MODE [AV2]"
verschijnt op het display. Controleer dat de
bedieningsfunctie is ingesteld op AV
SYSTEM 2.
Als u dezelfde handeling herhaalt verandert de
bedieningsfunctie van AV SYSTEM 2 naar AV
SYSTEM 1.
Als de afstandsbediening van
de receiver gebruikt wordt voor
bediening van Sony-apparatuur
Verander de bedieningsfunctie van de receiver
en de afstandsbediening naar AV SYSTEM 1.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "COMMAND MODE" te
kiezen, en druk daarna op de
toets om deze keuze te
bevestigen.
De COMMAND MODE lijst wordt
getoond.
3
De bedieningsfunctie van de
eerste receiver kiezen
Beweeg de keuze-/invoerknop om
"MAIN" te kiezen, en druk daarna op de
toets om deze keuze te bevestigen. De
MAIN lijst wordt getoond.
Beweeg de keuze-/invoerknop om de
instelling "AV SYSTEM 1" of "AV
SYSTEM 2" te kiezen, en druk daarna op
de toets om deze keuze te bevestigen.
45NL
Voorbereidingen
Veranderen van de COMMAND
MODE
Opmerking
7: De luidsprekers
instellen
Via het SPEAKER SET UP menu kunt u de
afmetingen en de afstand van de op dit systeem
aangesloten luidsprekers instellen.
Bepaalde instelparameters kunnen slechts
vaag, in grijze letters, zichtbaar zijn. Dan is de
betreffende parameter niet instelbaar of
onveranderbaar ingesteld vanwege het gekozen
geluidsveld (zie blz. 93-98) of andere geldende
instellingen.
4
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
1
5
2,3,
4
2
1
Druk op de toets ?/1 om de
receiver aan te zetten.
2
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"SPEAKER SET UP" te kiezen,
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken.
3
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om het menuonderdeel te
kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor meer informatie zie "SPEAKER
SET UP-parameters" (zie blz. 47).
46NL
Gebruik de navigatietoetsen
B/b om de parameter te kiezen.
Herhaal stap 3 en 4 totdat u alle
volgende onderdelen hebt
ingesteld.
Door op de toets ON SCREEN te drukken
wordt een menu zichtbaar op het, op deze
receiver aangesloten, televisiescherm. U kunt
de menu’s op eenvoudige wijze instellen.
1
4
Druk op de navigatietoets om
het gewenste hoofdmenu te
openen.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken.
5
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om het menuonderdeel te
kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
6
4,5,
6
3
2,7
1
Schakel de receiver en het
televisietoestel in.
2
Druk op de toets ON SCREEN.
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat een instelmenu
zichtbaar wordt op het, op deze receiver
aangesloten, televisiescherm.
3
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het gewenste
hoofdmenu te kiezen.
Gebruik de navigatietoetsen
B/b om de parameter te kiezen.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
7
Druk op de toets ON SCREEN.
Het instelmenu wordt niet meer
weergegeven.
SPEAKER SET UP-parameters
De oorspronkelijke instellingen zijn
onderstreept.
x SP EASY SET UP (Snelle
instelling luidsprekers)
• YES
U kunt de luidsprekers automatisch instellen
door keuze van een vooraf bepaald
luidspreker-instelpatroon (Zie tevens het
bijgeleverde "Beknopte installatiegids" voor
meer informatie).
• NO
Kies deze instelling als u elke luidspreker
handmatig wilt instellen.
wordt vervolgd
47NL
Voorbereidingen
De volgende menuonderdelen worden op
het televisiescherm weergegeven.
LEVEL
SURR SET UP
EQUALIZER
TUNER
SPEAKER SET UP
CUSTOMIZE
CIS
STREAM INFO
Instellingen maken met behulp
van de menu’s op het
televisiescherm
x SPEAKER PATTERN
(Luidsprekerinstelpatroon)
Als de "SP EASY SET UP"-parameter staat
ingesteld op "YES", kunt u het
luidsprekerinstelpatroon kiezen door het
bewegen van en het drukken op de
navigatietoets. (U kunt ook de toetsen –/+ en
MEMORY/ENTER van de receiver hiervoor
gebruiken.)
Het geschikte luidsprekerpatroon voor uw
luidsprekers vindt u in de bijgeleverde
"Beknopte installatiegids".
x SUB WOOFER (subwoofer)
• YES
Als u een subwoofer hebt aangesloten, kiest
u "YES".
• NO
Als u geen subwoofer hebt aangesloten,
kiest u "NO". Hierdoor worden de
lagetonen-verdelingscircuits ingeschakeld,
zodat de L.F.E. signalen door de andere
luidsprekers worden weergegeven.
Tip
Om volledig gebruik te maken van de Dolby Digital
lagetonen-verdelingscircuits, raden wij u aan om de
grensfrequentie van de subwoofer zo hoog mogelijk
in te stellen.
x FRONT SP (Voorluidsprekers)
• LARGE
Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u "LARGE".
Gewoonlijk zal "LARGE" het best voldoen.
Wanneer voor de subwoofer "NO" is
gekozen, worden de voorluidsprekers
automatisch ingesteld op "LARGE".
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te
weinig lage tonen, dan kiest u "SMALL" om
de lagetonen-verdelingscircuits in te
schakelen, zodat de laagste frequenties van
de voorkanalen worden verplaatst naar de
subwoofer. Als u voor de voorluidsprekers
"SMALL" kiest, worden de
48NL
middenluidspreker, de achterluidsprekers en
de middenachterluidsprekers ook
automatisch ingesteld op "SMALL" (tenzij u
eerder "NO" hebt gekozen).
x CENTER SP
(Middenluidspreker)
• LARGE
Is er een grote middenluidspreker
aangesloten die alle lage tonen zonder
problemen kan weergeven, dan kiest u
"LARGE". Gewoonlijk zal "LARGE" het
best voldoen. Als de voorluidsprekers echter
zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de
middenluidspreker niet instellen op
"LARGE".
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te
weinig lage tonen, dan kiest u "SMALL" om
de lagetonen-verdelingscircuits in te
schakelen, zodat de laagste frequenties van
het middenkanaal worden verplaatst naar de
voorluidsprekers (als die op "LARGE" zijn
ingesteld) of naar de subwoofer.
• NO
Als u geen middenluidspreker aansluit, kiest
u "NO" zodat al het geluid van het
middenkanaal wordt weergegeven door de
voorluidsprekers.
x SURROUND SP
(Achterluidsprekers)
De middenachterluidsprekers worden op
dezelfde instelling ingesteld.
• LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u "LARGE".
Gewoonlijk zal "LARGE" het best voldoen.
Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld
op "SMALL", kunt u de achterluidsprekers
niet instellen op "LARGE".
x SURR BACK SP
(Middenachterluidsprekers)
Als de achterluidsprekers staan ingesteld op
"NO", wordt voor de
middenachterluidsprekers automatisch ook
"NO" gekozen en dan kan die instelling niet
gewijzigd worden.
• DUAL
Als u twee middenachterluidsprekers hebt
aangesloten, kiest u "DUAL". Het geluid
wordt weergegeven via maximaal 7.1
kanalen.
• SINGLE
Als u slechts een enkele
middenachterluidspreker hebt aangesloten,
kiest u "SINGLE". Het geluid wordt via
maximaal 6.1 kanalen.
• NO
Als u geen middenachterluidspreker hebt
aangesloten, kiest u "NO".
• 2ND ZONE
Als u een middenachterluidspreker gebruikt
in de 2de luisterruimte, kiest u "2ND
ZONE". Als u "2ND ZONE" kiest, is de
invoer in de SURR BACK-aansluitingen van
MULTI CHANNEL INPUT ongeldig (zie
blz. 28).
Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de lagetonen-verdelingscircuits
die frequenties verplaatsen naar de subwoofer of
naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er
beter op zijn berekend.
Het is echter beter de lage tonen niet uit het signaal
te verwijderen. Daarom kunt u zelfs met een stel
kleine luidsprekers toch beter "LARGE" kiezen als
u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten
weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers
aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen
weergeven, kunt u voor die luidsprekers "SMALL"
kiezen.
Als het totale geluidsniveau lager is dan gewenst,
kiest u voor alle luidsprekers "LARGE". Als er te
weinig lage tonen klinken, kunt u die extra
versterken met de toonregelaar. Zie voor nadere
bijzonderheden over het instellen van de
toonregelaar bladzijde 109.
x FRONT xx meter
(Voor luidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de voorluidsprekers (A). U kunt deze afstand
instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter, in stapjes
van 0,1 meter.
Als de beide voorluidsprekers niet op gelijke
afstand van uw luisterplaats staan, kiest u de
afstand tot de dichtstbijzijnde voorluidspreker.
Bij gebruik van een enkele
middenachterluidspreker
Tip
Bij de interne signaalbewerking bepaalt de keuze
van het "LARGE" en "SMALL" luidsprekerformaat
voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde
geluidprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen.
wordt vervolgd
49NL
Voorbereidingen
• SMALL
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
Surround Sound niet naar wens, met te
weinig lage tonen, dan kiest u "SMALL" om
de lagetonen-verdelingscircuits in te
schakelen, zodat de laagste frequenties van
de achterkanalen worden verplaatst naar de
subwoofer of naar andere "LARGE"
luidsprekers.
• NO
Als u geen achterluidsprekers aansluit, kiest
u "NO".
Bij gebruik van twee
middenachterluidsprekers (De
hoeken B behoren gelijk te zijn)
x CENTER xx meter
(Middenluidspreker-afstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. U kunt deze afstand instellen
van 1,0 meter tot 7,0 meter, in stapjes van 0,1 meter.
x SURROUND xx meter
(Achterluidspreker-afstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
achterluidsprekers. U kunt deze afstand instellen van
1,0 meter tot 7,0 meter, in stapjes van 0,1 meter.
Als de beide achterluidsprekers niet op gelijke
afstand van uw luisterplaats staan, kiest u de afstand
tot de dichtstbijzijnde achter luidspreker.
Tip
De afstand tussen de middenluidspreker en de
luisterpositie B mag niet meer dan 1,5 meter korter
zijn dan de afstand tussen de luisterpositie en de
voorluidspreker A. Stel de luidsprekers zodanig op
dat het verschil in de lengte van B in de
onderstaande tekening niet meer dan 1,5 meter
korter is dan de lengte van A.
Voorbeeld: Zorg ervoor dat de afstand B 4,5 meter
of meer is, wanneer de afstand A 6 meter is.
Bovendien mag de afstand tussen de
achterluidsprekers/middenachterluidsprekers en de
luisterpositie C niet meer dan 4,5 meter korter zijn
dan de afstand tussen de luisterpositie en de
voorluidspreker A. Stel de luidsprekers zodanig op
dat het verschil in de lengte van C in de
onderstaande tekening niet meer dan 4,5 meter
korter is dan de lengte van A.
Voorbeeld: Zorg ervoor dat de afstand C 1,5 meter
of meer is, wanneer de afstand A 6 meter is.
Dit is belangrijk omdat een onjuiste opstelling van
de luidsprekers een negatieve invloed heeft op het
genot van Surround Sound. Vergeet niet dat door een
luidspreker dichter bij de luisterpositie te zetten dan
vereist is, dit tot een vertraging in de geluidsuitvoer
uit die luidspreker zal leiden. Met andere woorden,
het zal lijken alsof de luidspreker verder weg staat.
x SURR BACK xx meter
(Middenachterluidsprekerafstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenachterluidspreker. U kunt deze afstand
instellen van 1,0 meter tot 7,0 meter, in stapjes van
0,1 meter.
Als u twee middenachterluidsprekers gebruikt, die
niet op gelijke afstand van uw luisterplaats staan,
kies dan de afstand tot de dichtstbijzijnde
middenachter luidspreker.
x SUB WOOFER xx meter
(Subwoofer-afstand)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
subwoofer.
U kunt deze afstand instellen van 1,0 meter tot 7,0
meter, in stapjes van 0,1 meter.
50NL
Voor geavanceerde
luidsprekerinstellingen
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE menu op "ON". Dan kunt u nog
meer parameters precies naar wens instellen,
zoals de hoogte waarop de achterluidsprekers
hangen. Voor nadere bijzonderheden over
"MENU EXPAND", zie bladzijde 68. Voor
nadere bijzonderheden over het maken van de
instellingen, zie bladzijde 107.
U kunt met de SPEAKERS-schakelaar kiezen
welk stel voorluidsprekers u wilt gebruiken.
Stel in
op
Voor weergave via
A
De luidsprekers die zijn
aangesloten op de FRONT
SPEAKERS Aluidsprekeruitgangen.
B
De luidsprekers die zijn
aangesloten op de FRONT
SPEAKERS Bluidsprekeruitgangen.
A+B
De luidsprekers die zijn
aangesloten op zowel de FRONT
SPEAKERS A- als de Bluidsprekeruitgangen (parallel
doorverbonden).
OFF
Geen weergave via de
luidsprekers.
8: De luidsprekerniveaus
en balans bijregelen
(TEST TONE)
Regel de luidsprekerniveaus en de balans van
de weergave bij door vanaf uw luisterplaats
goed naar de testtoon te luisteren. Gebruik de
afstandsbediening voor volgende
bedieningshandelingen.
Tip
Deze receiver laat een testtoon horen met een
frequentie rond de 800 Hz.
1
3,4,
6,7
SPEAKERS-schakelaar
3
2,8
1
Schakel de receiver en het
televisietoestel in.
2
Druk op de toets ON SCREEN.
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat een instelmenu
zichtbaar wordt op het, op deze receiver
aangesloten, televisiescherm.
wordt vervolgd
51NL
Voorbereidingen
Het luidsprekersysteem
kiezen
3
4
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"LEVEL" te kiezen, druk daarna
op de navigatietoets.
Gebruik de navigatietoets b om
de instelling "AUTO" te kiezen.
De testtoon is achtereenvolgens via elke
luidspreker hoorbaar.
Bovendien, als u op de toets b drukt,
wordt het testpatroon ingesteld op "FIX"
waarbij de testtoon alleen klinkt via de
door u gekozen luidspreker.
5
Stel de luidsprekerniveaus en
balans van de weergave
zodanig bij met behulp van het
menu LEVEL, dat de testtoon
via alle luidsprekers even luid
klinkt.
Voor een nog nauwkeurigere
instelling
U kunt de testtoon of de weergave van een
geluidsbron ook horen via twee aangrenzende
luidsprekers, om zo hun onderlinge balans en
geluidssterkte bij te regelen.
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE menu op "ON" (zie blz. 68).
Kies vervolgens de twee luidsprekers die u
wilt bijregelen, via het onderdeel "PHASE
NOISE" of "PHASE AUDIO" in het menu
LEVEL (zie blz. 105).
Bijregelen op de receiver zelf
Voor het bijregelen van het luidsprekerniveaus
en balans op de receiver, moet u volgende
procedure uitvoeren.
1
3,5,7
Voor nadere bijzonderheden over de
instellingen van het menu LEVEL, zie
bladzijde 104.
Tips
• Om het geluidsniveau van alle luidsprekers
tegelijk bij te stellen, drukt u op de MASTER
VOL +/– toets van de afstandsbediening of
draait u de MASTER VOLUME-knop van de
receiver zelf.
• Voor deze instelling kunt u ook de +/– knop
op de receiver gebruiken.
6
7
8
4,6,8
1
2
Schakel de receiver in.
Gebruik de navigatietoets B om
de instelling "OFF" te kiezen.
3
Gebruik de toets MENU om
"TEST TONE" te kiezen.
De testtoon verdwijnt dan.
4
Draai de knop +/– rechtsom om
de instelling "AUTO" te kiezen.
Druk herhaaldelijk op de
navigatietoetsen V/v om de
instelling "TEST TONE" te
kiezen.
Druk op de toets ON SCREEN.
Het instelmenu wordt niet meer
weergegeven.
52NL
2
Gebruik de toets MAIN MENU
om het menu "LEVEL" te
kiezen.
Uit iedere luidspreker klinkt de testtoon.
5
Gebruik de toets MENU om een
luidspreker te kiezen die u wilt
instellen.
6
Draai de knop +/– om de
instelling aan te passen.
7
Gebruik de toets MENU om
"TEST TONE" te kiezen.
8
Draai de knop +/– naar links om
de instelling "OFF" te kiezen.
Voorbereidingen
Stel de luidsprekerniveaus en balans van
de weergave zodanig bij, dat de testtoon
via alle luidsprekers even luid klinkt.
Herhaal stap 5 en 6 om de geluidssterkte
van elke luidspreker bij te regelen.
53NL
Weergave
Naar een cd/super-audio-cd luisteren
2
3
5
3
5
• De beschreven bediening is van
toepassing op een Sony-superaudio-cd.
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met de superaudio-cd-speler of cd-speler.
1
Schakel de cd-speler of super-audio-cdspeler in en plaats een disc in de disclade.
2
3
Schakel de receiver in.
z
U kunt het bij de muziek passende
geluidsveld kiezen. Voor nadere
bijzonderheden zie tevens
bladzijde 97.
Aanbevolen geluidsvelden
Klassiek: D.CONCERT HALL
Jazz: JAZZ CLUB
Concertopname: LIVE
CONCERT, STADIUM
z
U kunt via alle luidsprekers
luisteren naar geluid dat in 2kanalen is opgenomen
(meerkanaals-weergave).
Voor nadere bijzonderheden zie
tevens bladzijde 94.
54NL
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en stel daarna in op SA-CD/
CD door het bewegen van, en het drukken
op, de keuze-/invoerknop.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver
gebruiken om in te stellen op SA-CD/CD.
Voorbeeld van de weergave op het display
4
5
6
Start de weergave van de disc.
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Verwijder de disc en schakel de receiver en
cd-speler uit.
Een dvd bekijken
2
Weergave
3
7
3
7
MULTI CHANNEL DECODING-lampje
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing
die bijgeleverd is met het
televisietoestel en de dvd-speler.
z
Kies indien nodig het
geluidsformaat van de disc die u
wil laten weergeven.
1
Schakel het televisietoestel en de dvd-speler
in.
2
3
Schakel de receiver in.
z
U kunt het bij de muziek passende
geluidsveld kiezen. Voor nadere
bijzonderheden zie tevens
bladzijde 97.
Aanbevolen geluidsvelden
Film: CINEMA STUDIO EX
Rechtstreeks beeldverslag: LIVE
CONCERT
Sport: SPORTS
Als meerkanaals-weergave niet
mogelijk is moet u het volgende
nakijken.
• Zorg ervoor dat het geluid van de
geluidsbron multikanaals is (het
MULTI CHANNEL
DECODING-lampje op het
voorpaneel brandt tijdens
weergave).
• Zorg ervoor dat deze receiver via
een digitale verbinding is
aangesloten op de dvd-speler.
• Zorg ervoor dat de digitale
audiouitgang van de dvd-speler
goed is ingesteld.
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar, beweeg de keuze-/
invoerknop om uit de lijst DVD te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver
gebruiken om in te stellen op DVD.
Voorbeeld van de weergave op het display
4
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van de
dvd zichtbaar wordt.
5
Stel de dvd-speler in.
Zie tevens het, bij de receiver bijgeleverde, "Beknopte
installatiegids".
6
7
8
Start de weergave van de disc.
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Verwijder de disc en schakel de receiver en
de dvd-speler uit.
55NL
Een videospelletje spelen
2
3
7
3
7
VIDEO 3 INPUT
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel en de
videospelcomputer.
1
Schakel het televisietoestel en de
videospelcomputer in.
2
3
Schakel de receiver in.
z
U kunt het bij de muziek passende
geluidsveld kiezen. Voor nadere
bijzonderheden zie tevens
bladzijde 95.
Aanbevolen geluidsveld: GAME
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar, beweeg de keuze-/
invoerknop om in te stellen op VIDEO 3* uit
de lijst, en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te bevestigen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver
gebruiken om in te stellen op VIDEO 3*.
* Als u een videospelcomputer op de VIDEO 3 INPUT
ingangsaansluiting op het voorpaneel aansluit.
Voorbeeld van de weergave op het display
56NL
4
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van het
videospel zichtbaar wordt.
5
6
Stel de videospelcomputer in.
7
8
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Plaats de disc in de disclade en start het
videospel.
Verwijder de disc en schakel de receiver en
de videospelcomputer uit.
Een video bekijken
2
Weergave
3
6
3
6
• Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die
bijgeleverd is met het
televisietoestel en de
videorecorder.
1
2
3
z
U kunt via alle luidsprekers
luisteren naar geluid dat in 2kanalen is opgenomen
(meerkanaals-weergave).
Voor nadere bijzonderheden zie
tevens bladzijde 94.
Schakel de videorecorder in.
Schakel de receiver in.
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar, beweeg de keuze-/
invoerknop om in te stellen op VIDEO 1* uit
de lijst, en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te bevestigen.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop op de receiver
gebruiken om in te stellen op VIDEO 1*.
* Bij aansluiting van de videorecorder op de VIDEO 1 aansluiting.
Voorbeeld van de weergave op het display
4
Verander het ingangssignaal van het
televisietoestel zodat beeldweergave van de
videorecorder zichtbaar wordt.
5
Start de weergave van de videoband in de
videorecorder.
6
7
Stel een geschikte geluidssterkte in.
Verwijder de videoband en schakel de
receiver en de videorecorder uit.
57NL
De versterker bedienen
Een apparaat kiezen
1
Aanduiding
van de
gekozen
beeld-/
geluidsbron
Apparaat waarvan
weergave mogelijk is
VIDEO1, 2
Videorecorder, enz.,
aangesloten op de VIDEO 1
of VIDEO 2 aansluiting
VIDEO3
Videocamera,
videospelcomputer, enz.,
aangesloten op de VIDEO 3aansluiting
DVD
Dvd-speler, enz.,
aangesloten op de DVDaansluiting
TV/SAT
Satellietontvanger, enz.,
aangesloten op de TV/SATaansluiting
TAPE
Cassettedeck, enz.,
aangesloten op de TAPEaansluiting
MD/DAT
Minidiscrecorder/DATcassettedeck, enz.,
aangesloten op de MD/DATaansluiting
SA-CD/CD
Cd-speler, super-audio-cdspeler, enz., aangesloten op
de SA-CD/CD-aansluiting
TUNER
Ingebouwde tuner
PHONO
Draaitafel, enz., aangesloten
op de PHONO-aansluiting
i.LINK*
i.LINK apparatuur
aangesloten op de i.LINKaansluiting
HDMI 1, 2
HDMI apparatuur
aangesloten op de HDMIaansluiting
1
MUTING
3
1
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en kies
daarna een apparaat door het
bewegen van, en het drukken
op, de keuze-/invoerknop.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op van de receiver gebruiken. Als u een
apparaat wilt kiezen dat is aangesloten op
de i.LINK, HDMI of MULTI CH IN
aansluiting, drukt u op de betreffende
toets op de receiver.
De gekozen ingang wordt op het display
getoond.
MULTI CH IN Apparatuur aangesloten op
de MULTI CHANNEL
INPUT-aansluiting
*Wanneer u i.LINK kiest, wordt de naam van
het aangesloten apparaat getoond (bijv.:SCDXA9000ES). Hiervoor is nodig dat het
apparaat is ingeschakeld en ingesteld op een
i.LINK-verbinding. Voor nadere
bijzonderheden zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het
apparaat.
58NL
Opmerkingen
2
Schakel het weergaveapparaat
in en start de weergave.
3
Druk op de MASTER VOL +/–
toets om de geluidssterkte te
regelen.
U kunt ook de MASTER VOLUME-knop
op de receiver gebruiken.
De audio-ingangskeuze
omschakelen
(INPUT MODE)
Bij aansluiting van apparatuur op zowel de
digitale als analoge audioingangsaansluitingen van deze receiver, kunt u
de audio-ingangskeuze voor de beeld-/
geluidsbronnen omschakelen.
1
2
1
Dempen van de
geluidsweergave
Druk op de toets MUTING van de
afstandsbediening. Om de demping op te
heffen en weer geluid te horen, drukt u nog een
keer op de toets MUTING van de
afstandsbediening of draait u de knop
MASTER VOLUME naar rechts om het
geluid harder te zetten. Als u in de gedempte
stand de receiver uitschakelt, zal de
dempingfunctie nog steeds werken wanneer u
de receiver weer inschakelt.
1,3
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en kies
daarna een apparaat door het
bewegen van, en het drukken
op, de keuze-/invoerknop.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2
Druk herhaaldelijk op de toets <
totdat RECEIVER MENU
getoond wordt.
3
Kies "INPUT MODE" door het
bewegen van, en het drukken
op, de keuze-/invoerknop.
De gekozen audio-ingang wordt op het
display van de receiver getoond.
U kunt ook de INPUT MODE toets op de
receiver gebruiken.
wordt vervolgd
59NL
De versterker bedienen
• Bij keuze van MULTI CH IN is weergave met
surroundeffect niet mogelijk (zie blz. 96).
• Bij keuze van een andere ingang dan
"i.LINK", wordt de oorspronkelijke instelling
van de receiver zodanig ingesteld dat de
voeding naar de i.LINK-schakeling is
uitgeschakeld. (Het onderdeel "i.POWER" in
het menu CUSTOMIZE wordt ingesteld op
"AUTO". Voor nadere bijzonderheden zie
tevens bladzijde 70.) Bij keuze van "i.LINK",
wordt de voeding naar de i.LINK-schakeling
ingeschakeld. De aanduiding "i.LINK
Connecting" wordt op het display getoond,
maar er kan eventueel nog geen
geluidsweergave zijn. Zorg ervoor de
weergave van het weergaveapparaat pas te
starten als de aanduiding "i.LINK
Connecting" verdwenen is.
Audio-ingangsfuncties
• AUTO 2CH
Verleent voorrang aan de analoge
geluidssignalen die binnenkomen via de
AUDIO IN (L/R)-aansluitingen wanneer er
geen digitale geluidssignalen zijn.
• COAXIAL FIXED
Stelt in op de digitale geluidssignalen die
binnenkomen via de DIGITAL COAXIAL
ingangsaansluiting.
• OPTICAL FIXED
Stelt in op de digitale geluidssignalen die
binnenkomen via de DIGITAL OPTICALingangsaansluiting.
• ANALOG 2CH FIXED
Stelt in op de analoge geluidssignalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R)ingangsaansluitingen.
• i.LINK FIXED
Stelt in op de geluidssignalen die
binnenkomen via de i.LINKingangsaansluiting.
• HDMI FIXED
Stelt in op de geluidssignalen die
binnenkomen via de HDMIingangsaansluiting.
Naamgeving van
ingangsbronnen
U kunt een zelfgekozen naam van maximaal 8
letters invoeren voor ingangsbronnen om bij
weergave die naam op het display van de
receiver te zien.
Het is handig om de aangesloten apparatuur
een naam te geven. Hiermee kunt u aangeven
welk apparaat op welk aansluiting verbonden
is.
1
2,3,
4
2
Opmerkingen
• U kunt een digitale audio-ingang niet kiezen als
deze al is toegewezen aan een andere geluidsbron
met de DIGITAL ASSIGN-functie (zie blz. 61).
• Afhankelijk van de gekozen weergavebron is het
instellen van sommige audio-ingangsbronnen niet
mogelijk.
• Bij keuze van een i.LINK- of HDMI-ingang, werkt
de toets INPUT MODE niet.
1
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar om de beeld-/
geluidsbron te kiezen waarvoor
u een gekozen naam wilt
invoeren.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken.
60NL
3
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om "NAME IN?" te kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
4
Druk op de navigatietoets.
De cursor gaat knipperen en nu kunt u een
letterteken kiezen. Volg de aanwijzingen
onder "Een zelfgekozen naam invoeren".
1
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om een zelfgekozen naam in te
voeren.
Draai de +/– knop van de receiver om een
letterteken te kiezen en daarna de MENU
toets om de cursor te verplaatsen naar de
plaats voor de volgende letter.
Om een spatie in te voeren
Gebruik de navigatietoetsen B/b zonder
een teken in te voeren. U kunt ook de +/–
knop van de receiver draaien, totdat er een
spatie op het display verschijnt.
Indien u zich hebt vergist
Gebruik de navigatietoetsen B/b totdat
het teken, dat u wilt wijzigen, knippert,
draai dan de +/– knop van de receiver om
het juiste teken te kiezen.
Tip
Voor het kiezen van het soort letterteken draait
u de +/– knop.
Alfabet (hoofdletters) t Alfabet (kleine
letters) t Cijfers t Symbolen
2
(DIGITAL ASSIGN)
U kunt aan een beschikbare digitale audioingang een andere geluidsbron toewijzen
waarbij alleen analoge geluidsweergave
mogelijk is (VIDEO 1, 2 IN, enz.).
Als u bijvoorbeeld beschikt over twee dvdspelers, en de eerste dvd-speler is aangesloten
op het OPTICAL IN-aansluiting:
• De eerste dvd-speler
Moet aangesloten worden op de DVD INaansluiting van deze receiver. Sluit de speler
aan op de OPTICAL IN-aansluiting als u
alleen naar een digitale geluidsweergave wilt
luisteren. Bij toewijzing van DVD als
ingangsbron, wordt het geluid via de
OPTICAL IN-aansluiting automatisch
digitaal weergegeven.
• De tweede dvd-speler
Moet aangesloten worden op de VIDEO 1
IN-aansluiting, enz., van deze receiver, maar
de geluidsweergave blijft analoog. In dat
geval kunt u een, niet door de eerste dvdspeler gebruikt, COAXIAL IN-aansluiting
als audio-ingang toewijzen aan VIDEO 1
IN. De procedure die u moet uitvoeren is als
volgt.
Druk op de navigatietoets.
Uw gekozen naam wordt nu in het
geheugen vastgelegd.
Opmerking (alleen voor de modellen
met landcode CEL)
Wanneer u een naam voor een RDS-zender invoert,
zal bij het afstemmen toch de vaste Program Service
(PS) naam verschijnen, in plaats van de door u
gekozen naam. (U kunt de vaste Program Service
(PS) naam niet wijzigen. Elke naam die u invoert zal
worden overschreven door de vaste Program Service
(PS) naam.)
wordt vervolgd
61NL
De versterker bedienen
Een zelfgekozen naam invoeren
Geluidsweergave van
andere digitale
geluidsbronnen
5
1,2,
3,4,
5
1
1
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen.
2
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om "DIGITAL ASSIGN ?" te
kiezen.
Hiervoor kunt u ook de toets MENU op
de receiver gebruiken.
3
Druk op de navigatietoets.
Hiervoor kunt u ook de toets MEMORY/
ENTER van de receiver hiervoor
gebruiken.
4
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om een vrije digitale audioingang te kiezen (DVD COAX in
het voorbeeld).
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
62NL
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om de ingang (VIDEO 1 in het
voorbeeld) te kiezen die u wilt
toewijzen aan de in stap 4
gekozen digitale audio-ingang.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
Bij verandering van de toewijzing naar
"VIDEO 1", wordt het geluid van de
tweede dvd-speler ook digitaal
weergegeven via de COAXIALaansluiting.
Welke audio-ingang u kunt toewijzen,
verschilt per geluidsbron. Zie voor nadere
bijzonderheden "Ingangen die u kunt
toewijzen aan een digitale audio-ingang"
hieronder.
Ingangen die u kunt toewijzen
aan een digitale audio-ingang
De oorspronkelijke instelling is onderstreept
aangegeven.
Digitale audioingang
Toewijsbare ingangen
VIDEO 3 OPT
VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3, TAPE
DVD COAX, DVD
OPT
VIDEO 1, VIDEO 2,
DVD, TAPE
TV/SAT COAX, TV/
SAT OPT
VIDEO 1, VIDEO 2,
TV/SAT, TAPE
MD/DAT OPT
VIDEO 1, VIDEO 2,
TAPE, MD/DAT
SA-CD/CD COAX,
SA-CD/CD OPT
VIDEO 1, VIDEO 2,
TAPE, SA-CD/CD
Opmerkingen
• U kunt niet meerdere digitale audio-ingangen
toewijzen aan dezelfde geluidsbron.
• U kunt een digitale audio-ingang niet gebruiken
voor de oorspronkelijke ingangsbron, wanneer die
al is toegewezen aan een andere ingangsbron.
• Wanneer u een digitale audio-ingang toewijst, kan
de INPUT MODE-instelling automatisch
veranderen (zie blz. 59).
2
Beeldweergave van
andere beeldbronnen via
de apparaataansluiting
(COMPONENT VIDEO ASSIGN)
1,2,
3,4,
5
1
1
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen.
Hiervoor kunt u ook de toets MENU op
de receiver gebruiken.
3
Druk op de navigatietoets.
Hiervoor kunt u ook de toets MEMORY/
ENTER op de receiver gebruiken.
4
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om een ingang (DVD IN in het
voorbeeld) te kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
5
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om de ingang (VIDEO 1 in het
voorbeeld) te kiezen die u wilt
toewijzen aan de, in stap 4
gekozen, componentvideoingang.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
Bij verandering van de toewijzing naar
"VIDEO 1", wordt de beeldweergave van
de dvd-speler vervangen door de
beeldweergave van het apparaat.
Welke ingang u kunt toewijzen, verschilt
per componentvideo-ingang. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Ingangen die
u kunt toewijzen aan een
componentvideo-ingang" hieronder.
Als u gebruikmaakt van de
upsampler (zie blz. 32)
Kies "NONE" in stap 5 als u gebruikmaakt van
de upsampler, die het ingangssignaal van de
VIDEO-/S-VIDEO-aansluiting uitvoert als
een componentvideosignaal.
Ingangen die u kunt toewijzen
aan een componentvideoingang
De oorspronkelijke instelling is onderstreept
aangegeven.
wordt vervolgd
63NL
De versterker bedienen
U kunt een componentvideo-ingang toewijzen
aan een andere ingangsbron (VIDEO 1-3 IN
e.e.).
Bijvoorbeeld, de aansluiting van een dvdspeler op een dvd-aansluiting en de aansluiting
van een televisietoestel op een COMPONENT
MONITOR OUT aansluiting voor
beeldweergave van een apparaat, wordt als
volgt uitgevoerd.
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om "COMPONENT V. ASSIGN ?"
te kiezen.
Component- Toewijsbare ingangen
video-ingang
DVD
NONE, VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3, DVD, TAPE,
MD/DAT, SA-CD/CD
TV/SAT
NONE, VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3, TV/SAT, TAPE,
MD/DAT, SA-CD/CD
Opmerkingen
• U kunt niet meerdere video-ingangen toewijzen
aan dezelfde ingangsbron.
• U kunt de componentvideo-ingang niet gebruiken
voor de oorspronkelijke ingangsbron, wanneer die
al is toegewezen aan een andere ingangsbron.
Beeldweergave van
andere beeldbronnen via
de HDMI-aansluiting
(HDMI VIDEO ASSIGN)
U kunt een HDMI-video-ingang toewijzen aan
een andere ingangsbron.
1,2,
3,4,
5
1
1
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen.
2
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om "HDMI VIDEO ASSIGN ?" te
kiezen.
Hiervoor kunt u ook de toets MENU op
de receiver gebruiken.
3
Druk op de navigatietoets.
Hiervoor kunt u ook de toets MEMORY/
ENTER op de receiver gebruiken.
64NL
4
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om een ingang te kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
5
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om de ingang te kiezen die u wilt
toewijzen als een, in stap 4
gekozen, HDMI-video-ingang.
Ingangen die u kunt toewijzen
aan een HDMI-video-ingang
De oorspronkelijke instelling is onderstreept
aangegeven.
HDMI-videoingang
Toewijsbare ingangen
HDMI 1
NONE, VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3, DVD, TV/SAT, TAPE,
MD/DAT, SA-CD/CD
HDMI 2
NONE, VIDEO 1, VIDEO 2,
VIDEO 3, DVD, TV/SAT, TAPE,
MD/DAT, SA-CD/CD
(USER PRESET)
U kunt 3 verschillende bijgeregelde
geluidsveldinstellingen vastleggen als extra
USER PRESET geluidsvelden, die u daarna
gemakkelijk opnieuw kunt toepassen.
2,3,
4,5
2
Opslaan van uw eigen USER
PRESET geluidsvelden
1
Pas het menu aan dat u wilt
opslaan, bijvoorbeeld
geluidsveldinstellingen, enz.
Instellingen geschikt voor
opslag in USER PRESET
• Ingangsbron gekozen met de INPUT
SELECTOR (zie blz. 58)
• Instelling INPUT MODE (zie blz. 59)
• Gekozen geluidsveld (zie blz. 96)
• Instelling NIGHT MODE (zie blz. 98)
• Instelling EFFECT LEVEL (zie
blz. 102)
• Instelling C.WIDTH (zie blz. 102)
• Instelling DIMENSION (zie blz. 102)
• Instelling PANORAMA MODE (zie
blz. 102)
wordt vervolgd
65NL
De versterker bedienen
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
Welke ingang u kunt toewijzen, verschilt
per componentvideo-ingang. Zie voor
nadere bijzonderheden zie "Ingangen die
u kunt toewijzen aan een HDMI-videoingang".
De gemaakte instellingen
opslaan
• Instelling SCREEN DEPTH (zie
blz. 103)
• Instelling VIR.SPEAKERS (zie
blz. 103)
• Afsteminstellingen (afstemband,
frequentie, stereo/mono keuze,
voorkeurzendernummer)
2
De toets USER PRESET
gebruiken
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
2 1
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen.
3
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om "USER PRESET MEM.?" te
kiezen.
1
Druk herhaaldelijk op de toets
USER PRESET om de gewenste
USER PRESET te kiezen.
2
Druk op de toets MEMORY/
ENTER.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
4
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om het nummer te kiezen
waaronder u de instelling wilt
opslaan.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
5
6
66NL
Druk op de navigatietoets.
Herhaal stap 1 tot en met 5 om
andere instellingen op te slaan.
Opmerking
Wanneer de DIGITAL ASSIGN instelling wordt
veranderd na het vastleggen van een USER
PRESET, of wanneer de opgeslagen INPUT MODE
instelling niet meer gebruikt kan worden, zal er
automatisch worden overgeschakeld naar een andere
instelling die wel beschikbaar is (zie blz. 61).
Bijvoorbeeld:
1) Gebruik de DIGITAL ASSIGN-functie om de
"DVD OPT" toe te wijzen aan "TAPE".
2) Stel de INPUT MODE van TAPE in op "AUTO
2CH" of "OPTICAL FIXED" en leg dit vast in de
USER PRESET.
3) Gebruik de DIGITAL ASSIGN-functie om de
"DVD OPT" toe te wijzen aan "DVD".
4) Kies het USER PRESET dat u hebt opgeslagen
in voorbeeld 2).
De INPUT MODE van de TAPE wordt
automatisch ingesteld op "ANALOG 2CH
FIXED". U kunt nu "AUTO 2CH" of "OPTICAL
FIXED" niet meer kiezen.
4
De menu-instellingen
veranderen
Herhaal stap 2 en 3 om andere
menu’s aan te passen.
De versterker bedienen
1,2,
3
1
1
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"CUSTOMIZE" te kiezen.
2
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om het gewenste
menuonderdeel te kiezen, en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden, zie "Menuonderdeel en-instelling" op bladzijde 68.
3
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om het gewenste
instelonderdeel te kiezen.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
wordt vervolgd
67NL
Menu-onderdeel en-instelling
De oorspronkelijke instelling is onderstreept aangegeven.
Menuonderdeel
Instelparameter Uitleg
MENU EXPAND
ON
(Extra menu-instellingen
tonen)
De geavanceerde instelparameters voor de menu’s
SPEAKER SET UP, SURR SET UP en LEVEL,
worden getoond en kunnen aangepast worden. Voor
nadere bijzonderheden over elk instelmenu, zie
bladzijden 101 tot 105 en volgende.
OFF
De geavanceerde instellingen worden niet
weergegeven.
SB DECODING
(Middenachterdecodering)
AUTO
Voor het instellen van de middenachterdecodeerfunctie zie "Soorten middenachterdecodeerfuncties" op bladzijde 99.
SB DEC MODE
(Middenachterdecodeerfunctie)
DDEX
ON
OFF
PLIIx MV
PLIIx MS
Hiermee kunt u de middenachter-decodeerfunctie
instellen. Voor nadere bijzonderheden over de
verschillende functies, zie bladzijde 100.
Opmerking
De instelling van SB DECODING/SB DEC MODE is niet
meer geldig als in de A.F.D.-functie ingesteld is op Dolby Pro
Logic IIx. De beste decodeerfunctie wordt automatisch
ingesteld.
DEC. PRIORITY
(Decodeerprioriteit voor
digitale audio-ingang)
68NL
Hiermee kiest u het soort decodering dat moet worden
toegepast op de signalen die binnenkomen via de
DIGITAL IN- en HDMI IN- aansluitingen.
AUTO
Hierbij kan er automatisch worden overgeschakeld
tussen DTS, Dolby Digital en PCM.
PCM
Hierbij worden alle doorkomende signalen verwerkt
als PCM signalen (ter voorkoming van
onderbrekingen wanneer de weergave begint). Als
zich in de instelling "AUTO" het probleem voordoet
dat de weergave via de digitale audio-ingangen (van
een cd, enz.) wordt onderbroken bij het begin van de
weergave, schakelt u dan over naar de instelling
"PCM". Als er echter andere signalen binnenkomen, is
het mogelijk dat er, afhankelijk van het
geluidsformaat, geen geluidsweergave is. Stel in dit
geval dan in op de instelling "AUTO".
Menuonderdeel
Instelparameter Uitleg
DUAL MONO
(Taalkeuze bij digitale
uitzendingen)
Hiermee kunt u de gewenste taal kiezen waarmee u
naar de digitale uitzending wilt luisteren. Deze
mogelijkheid is alleen maar beschikbaar bij Dolby
Digital signalen.
Het geluid van de eerste taal wordt weergegeven via de
linkervoorluidspreker en tegelijkertijd wordt de
tweede taal weergegeven via de
rechtervoorluidspreker.
MAIN
Het geluid van de eerste taal wordt weergegeven.
SUB
Het geluid van de tweede taal wordt weergegeven.
MAIN+SUB
De weergave van de eerste en tweede taal wordt
gemengd.
A/V SYNC
0 ms
Hiermee kunt u de uitvoer van het audiosignaal
vertragen om het tijdsverschil tussen beeld- en
geluidsweergave te corrigeren. De instellingen van
deze vertraging bedragen 0 tot 200 ms in stapjes van
10 ms. Deze functie werkt echter niet bij ontvangst van
een DSD-signaal vanaf een i.LINK-apparaat.
9.1 CH SP SYSTEM
(9.1-kanaals
luidsprekersysteem)
YES
Stel "YES" in bij gebruik van een 9.1-kanaals
luidsprekersysteem. Voor nadere bijzonderheden
over de aansluiting en het maken van de instellingen
van een 9.1-kanaals luidsprekersysteem, zie
bladzijde 19 – 22.
NO
Opmerkingen
• Deze functie is alleen maar geldig als de middenachterluidsprekers ingesteld zijn op DUAL (zie blz. 50).
• Bij een instelling van de IMPEDANCE SELECTOR op
"8Ω" moet de nominale impedantie van de luidsprekers
16 ohm of meer bedragen. Bij een instelling van de
IMPEDANCE SELECTOR op "4Ω" moet de nominale
impedantie van de luidsprekers 8 ohm of meer bedragen.
Voor nadere bijzonderheden, zie bladzijde 21.
MULTI IN5.1 t 7.1
YES
(Meerkanaals
ingangssignalen 5.1kanaals t 7.1-kanaals) NO
Voor weergave van 5.1-kanaals ingangssignalen, die
als 7.1-kanaals ingangssignalen ontvangen zijn via de
MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen.
Stel in op "NO" als de receiver en het
weergaveapparaat aangesloten zijn met behulp van het
7.1-kanaals-systeem (SURR BACK-aansluiting van
MULTI CHANNEL INPUT zijn verbonden).
wordt vervolgd
69NL
De versterker bedienen
MAIN/SUB
Menuonderdeel
Instelparameter Uitleg
DC PHASE L.
(Fase van de lage tonen
gelijkrichter)
i POWER
(i.LINK
energiebesparing)
Hiermee kunt u de fasepolariteit van laagfrequente
signalen corrigeren, om zo de basweergave te
verbeteren.
OFF
De lage tonen worden niet versterkt.
LOW-A,
STD-A,
HIGH-A,
LOW-B,
STD-B,
HIGH-B
De bandbreedte waarover de fasecorrectie toepassing
vindt, wordt van "LOW" naar "STD" naar "HIGH"
gaandeweg groter.
De "B"-parameter fasecorrectie geeft een betere
lagetonenkarakteristiek.
AUTO
Hiermee wordt de voeding naar de overbodige
i.LINK-schakeling, automatisch uitgeschakeld. U
kunt dan luisteren naar een digitale of analoge
geluidsweergave van hoge kwaliteit zonder een
eventuele beïnvloeding van de i.LINK-schakeling. In
de instelling "AUTO" kan het even duren voordat er
geluidsweergave is. Zie bladzijde 59 voor een tip hoe
u het ingangssignaal kunt wisselen als er ingesteld is
op "AUTO".
EVER ON
Hiermee blijft de voeding naar de i.LINK-schakeling
ingeschakeld. Kies deze instelling als u de
tijdvertraging, die optreedt bij de instelling "AUTO"
niet wilt. Het is mogelijk dat deze instelling,
afhankelijk van het apparaat, niet functioneert.
H.A.T.S.
ON
(H.A.T.S. (High quality
digital Audio
Transmission System)
functie)
OFF
De digitale audio-ingangssignalen van het i.LINKapparaat worden tijdelijk opgeslagen in een buffer,
waar ze op het juiste moment worden uitgehaald om
omgezet te worden naar analoge audiosignalen. De
geluidskwaliteit wordt verbeterd omdat er geen jitter
(verschuiving in de tijd waarop de samples van een
digitaal signaal binnenkomen) is bij de transmissie van
digitale audio-ingangssignalen. Kies de instelling
"OFF" als u deze functie niet wilt gebruiken.
Deze functie is niet ingeschakeld.
Opmerking
Na de handeling op het aangesloten apparaat dat nodig is
voor de bediening van de weergave (bijv. een druk op de toets
PLAY, STOP of PAUSE) kan het, door de beperkingen van
het H.A.T.S. systeem, enige tijd duren totdat er een
geluidsweergave is. De tijdvertraging is afhankelijk van de
geluidsbron. Het is mogelijk dat deze functie, afhankelijk van
het apparaat en de geluidsbron, niet functioneert.
70NL
Instelparameter Uitleg
i.LINK VIDEO
ASSIGN ?
(Toewijzing van een
i.LINK video-ingang)
U kunt een video-ingangssignaal aan een i.LINK-ingang toewijzen.
i.LINK wordt ingesteld als ingang, en hierbij moet het apparaat, waarop
ingesteld wordt, herkend worden (zie blz. 58).
Gebruik de navigatietoetsen V/v om een apparaat met i.LINK te kiezen.
Gebruik de navigatietoetsen B/b om het gewenste geheugennummer
([1]-[5]) te kiezen en druk daarna op de navigatietoets.
Gebruik de navigatietoetsen B/b om het video-ingang te kiezen dat
toegewezen wordt aan de i.LINK-ingang en druk daarna op de
navigatietoets om de keuze te bevestigen.
NONE
Bij instelling op een i.LINK-ingang is er geen uitvoer
van een video-uitgangssignaal.
VIDEO 1,
VIDEO 2,
VIDEO 3,
DVD,
TV/SAT,
HDMI 1,
HDMI 2
Als het i.LINK ingangssignaal is gekozen is de
beeldweergave van de gekozen beeldbron op de
videomonitor zichtbaar.
DIGITAL ASSIGN ?
(Toewijzing voor digitale
audio-ingang)
Hiermee kunt u een digitale audio-ingang toewijzen
aan een andere geluidsbron. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Geluidsweergave van andere
digitale geluidsbronnen (DIGITAL ASSIGN)" op
bladzijde 61.
DVD,
COMPONENT V.
TV/SAT,
ASSIGN?
(Ingangstoewijzing voor NONE,
componentvideosignalen) VIDEO 1,
VIDEO 2,
VIDEO 3,
DVD of
TV/SAT,
TAPE,
MD/DAT,
SA-CD/CD
Hiermee kunt u de componentvideo-ingang van DVD
en TV/SAT toewijzen aan een andere videoingangsbron. Voor nadere bijzonderheden, zie
"Beeldweergave van andere beeldbronnen via de
apparaataansluiting (COMPONENT VIDEO
ASSIGN)" op bladzijde 63.
NONE,
VIDEO 1,
VIDEO 2,
VIDEO 3,
DVD,
TV/SAT,
TAPE,
MD/DAT,
SA-CD/CD
Hiermee kunt u de HDMI-video-ingang toewijzen aan
een andere video-ingangsbron. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Beeldweergave van andere
beeldbronnen via de HDMI-aansluiting (HDMI
VIDEO ASSIGN)" op bladzijde 64.
HDMI VIDEO
ASSIGN ?
(Ingangstoewijzing voor
HMDI-videosignalen)
wordt vervolgd
71NL
De versterker bedienen
Menuonderdeel
Menuonderdeel
Instelparameter Uitleg
HDMI AUDIO
Hiermee kunt u instellen via welke
luidsprekersystemen de geluidsweergave van het, met
een HDMI-verbinding op deze receiver aangesloten
weergaveapparaat, plaats moet vinden.
AMP
Geluidsweergave van het weergaveapparaat is alleen
maar hoorbaar via de, op deze receiver aangesloten,
luidsprekers. De multikanaals-geluidsignalen kunnen
als zodanig weergegeven worden.
Opmerking
Geluidsweergave via de luidsprekers van het televisietoestel
is niet mogelijk als HDMI AUDIO is ingesteld op "AMP".
TV+AMP
Geluidsweergave is via de luidsprekers van het
televisietoestel en de op deze receiver aangesloten
luidsprekers.
Opmerking
De geluidskwaliteit van het weergaveapparaat is afhankelijk
van de geluidskwaliteit van het televisietoestel, het aantal
kanalen, en de bemonsteringsfrequentie, enz. Als het
televisietoestel voorzien is van stereoluidsprekers, is de
geluidskwaliteit van deze receiver gelijk aan de
geluidskwaliteit van het televisietoestel, ook al gebruikt u
multikanaals weergave.
HDMI POWER
AUTO
Hiermee wordt de voeding naar de overbodige HDMIschakelingen automatisch uitgeschakeld. U kunt dan
luisteren naar een digitale of analoge geluidsweergave
van hoge kwaliteit zonder het effect van de HDMIschakelingen. In de instelling "AUTO" kan het even
duren voordat er geluidsweergave is.
EVER ON
Hiermee blijft de voeding naar de HDMI-schakelingen
ingeschakeld. Kies deze instelling als u de
tijdvertraging, die optreedt bij de instelling "AUTO"
niet wilt. Deze instelling is afhankelijk van het
apparaat eventueel niet mogelijk.
VIDEO CONVERT* ** ON
PROGRESSIVE
OUT* **
Hiermee kunt u videosignalen omzetten (zie blz. 34).
OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
ON
De videosignalen worden omgezet van 480i interlaced
naar 480p progressieve scanning en worden daarna
uitgevoerd als componentvideosignalen.
Opmerking
Alleen 480-lijns interlaced componentvideo-ingangssignalen
worden geaccepteerd.
OFF
72NL
Deze functie is niet ingeschakeld.
Menuonderdeel
Instelparameter Uitleg
U kunt voor de helderheid een instelling van 1 tot 7
kiezen. Aanpassing van de instelling VIDEO
BRIGHTNESS is niet mogelijk als VIDEO
CONVERT is ingesteld op "OFF".
VIDEO COLOR
(Videokleurverzadiging)**
4
U kunt voor de kleurverzadiging een instelling van 1
tot 7 kiezen. Aanpassing van de instelling VIDEO
COLOR is niet mogelijk als VIDEO CONVERT is
ingesteld op "OFF".
VIDEO HUE
(Video-kleurtint)**
4
U kunt voor de kleurtint een instelling van 1 tot 7
kiezen. Aanpassing van de instelling VIDEO HUE is
niet mogelijk als VIDEO CONVERT is ingesteld op
"OFF".
COLOR SYSTEM
(Televisie-kleursysteem) NTSC
(Alleen voor de modellen
PAL
met landcode CEL)
Hiermee kiest u het kleursysteem.
OSD H.POSITION
4
(Horizontale plaats van
de schermaanduidingen)
Hiermee kunt u de aanduidingen op het scherm
horizontaal verplaatsen. U kunt een instelling van 0 tot
64 kiezen.
OSD V.POSITION
(Verticale plaats van de
schermaanduidingen)
Hiermee kunt u de aanduidingen op het scherm
verticaal verplaatsen. U kunt een instelling van 0 tot 32
kiezen.
4
DIMMER
(Helderheid van het
display)
Het televisie-kleursysteem is NTSC.
Het televisie-kleursysteem is PAL.
Hiermee kunt u de helderheid van het display uit 3
niveaus kiezen. Als u kiest voor een volledig
uitgeschakeld display, dan dooft ook de MULTI
CHANNEL DECODING-aanduiding.
USER PRESET MEM.? Hierin kunt u de zelfgekozen instellingen voor geluidsvelden, enz.,
(Geheugen voor eigen
vastleggen. Zie voor nadere bijzonderheden "De gemaakte instellingen
instellingen)
opslaan (USER PRESET)" op bladzijde 65.
NAME IN?
(Zelfgekozen geluids-/
beeldbronnamen)
Hiermee kunt u zelf namen invoeren voor uw gekozen geluids-/
beeldbron. Voor nadere bijzonderheden, zie "Naamgeving van
ingangsbronnen" op bladzijde 60.
* Raadpleeg de onderstaande tabel.
wordt vervolgd
73NL
De versterker bedienen
VIDEO BRIGHTNESS 4
(Video helderheid)**
Omzettingstabel voor video-ingangen/uitgangen bepaald door de menuinstellingen van VIDEO CONVERT, PROGRESSIVE OUT
instelling van
menu CUSTOMIZE
VIDEO CONVERT:
ON /
PROGRESSIVE
OUT: ON
instelling van
menu CUSTOMIZE
VIDEO CONVERT:
ON /
PROGRESSIVE
OUT: OFF
instelling van
menu CUSTOMIZE
Ingangssignaal
MONITOR OUT
VIDEO
S-VIDEO
COMPONENT
VIDEO
VIDEO/S-VIDEO
a
a
a (480p/576p)
COMPONENT VIDEO
(480i/576i)
a
a
a (480p/576p)
COMPONENT VIDEO
(anders dan 480i/576i)
X
X
X
Ingangssignaal
MONITOR OUT
VIDEO
S-VIDEO
COMPONENT
VIDEO
VIDEO/S-VIDEO
a
a
a (480i/576i)
COMPONENT VIDEO
(480i/576i)
a
a
f
COMPONENT VIDEO
(anders dan 480i/576i)
X
X
X
Ingangssignaal
MONITOR OUT
VIDEO
VIDEO CONVERT:
OFF /
PROGRESSIVE
OUT: Gedimd op het
display
S-VIDEO
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
f
X
X
S-VIDEO
X
f
X
COMPONENT VIDEO
(480i/576i)
X
X
f
COMPONENT VIDEO
(anders dan 480i/576i)
X
X
f
a : Instelling van BRIGHTNESS/COLOR/HUE is mogelijk.
f : Videosignalen worden niet omgezet en worden rechtstreeks uitgevoerd.
X : Videosignalen worden niet juist uitgevoerd.
Opmerking voor alleen de modellen van landcode CEL
Een video-omzetschakeling is niet compatibel met componentvideosignalen hoger dan 480i/576i.
** Iedere video-ingangsbron kan onafhankelijk worden ingesteld voor iedere stand van de INPUT
SELECTOR. De ingestelde waarde wordt onthouden totdat het geheugen van de receiver wordt gewist. De
ingestelde waarde wordt ook onthouden nadat de receiver is uitgeschakeld of het netsnoer is losgekoppeld.
74NL
Omschakelen van de
aanduidingen op het
display
U kunt het geluidsveld enz. controleren door
deze aanduidingen op het display zichtbaar te
maken.
Informatie over de
ingangsstroom aangeven
DISPLAY
2,3
1
Druk herhaaldelijk op de DISPLAY
toets.
Bij elke druk op de DISPLAY toets veranderen
de aanduidingen als volgt.
Alle geluidsbronnen behalve de
"FM" en "AM" radio
Zelfgekozen geluidsbronnaam en
geluidsveldnaam* y Ingangsbronnaam en
geluidsveldnaam
1
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken.
2
* De zelfgekozen naam verschijnt alleen als er een
zelfgekozen naam voor de geluidsbron is
ingevoerd (zie blz. 60). De zelfgekozen naam
verschijnt niet als er alleen spaties zijn gekozen, of
als de naam gelijk is aan de ingangsbronnaam.
Druk op de navigatietoets.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
De gegevens over de ingangsstroom
worden afgebeeld.
"FM" en "AM"
Zelfgekozen zendernaam en
geluidsveldnaam* y Frequentie en
geluidsveldnaam
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om in te stellen op
"STREAM INFO".
3
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om nog meer informatie te zien.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
75NL
De versterker bedienen
U kunt de gegevens voor de ingangsstroom
(zoals het formaat, de kanalen, enz.) voor de
digitale ingangssignalen afbeelden. De
informatie over de ingangsstroom wordt ook 4
seconden lang afgebeeld wanneer de receiver
enige verandering in het digitale
ingangssignaal waarneemt.
Gebruik van de
slaaptimer
Opnemen met andere
apparatuur
U kunt de receiver automatisch laten
uitschakelen na een zelfgekozen tijdsduur met
de afstandsbediening.
1
2
1
Druk herhaaldelijk op de < toets
om het RECEIVER-menu
zichtbaar te maken.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de functie SLEEP te kiezen
en druk daarna herhaaldelijk op
de keuze-/invoerknop.
Opnemen op een audiocassette
of minidisc
Via deze receiver kunt u geluidsbronnen
opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor
nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1
1
Bij elke druk op de keuze-/invoerknop
veranderen de aanduidingen op het display als
volgt:
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en stel in op
de geluidsbron die u wilt
opnemen door het bewegen
van, en het drukken op, de
keuze-/invoerknop.
U kunt ook de INPUT SELECTOR- knop
op de receiver gebruiken.
Nadat u de slaaptimer hebt ingesteld, blijft de
aanduiding "SLEEP" branden op het display.
2
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen
compact disc in de cd-speler.
Tip
Om te controleren hoeveel tijd er nog over is voordat
de receiver wordt uitgeschakeld, kiest u het
onderdeel SLEEP uit het RECEIVER menu. Dan
wordt de resterende tijdsduur op het display
getoond.
3
Voorbereidingen treffen bij het
opnameapparaat.
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het
opnameapparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4
76NL
Breng het weergaveapparaat in
gereedheid voor weergave.
Start het opnemen op het
opnameapparaat en start dan
de weergave op het ueerga ve
apparaat.
3
Opmerkingen
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden
doorgegeven via de TAPE OUT of MD/DAT OUT
aansluitingen.
• De geluidssignalen die binnenkomen via de
MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen worden
alleen doorgegeven via FRONT L en Raansluitingen.
Sluit een weergaveapparaat aan op de digitale
audio-ingang (OPTICAL IN) en sluit een
digitaal opnameapparaat aan op de OPTICAL
MD/DAT-aansluiting.
Opnemen op geluid- en/of
beelddragers
Met deze receiver kunt u beeldmateriaal
opnemen op een videorecorder. Zie voor
nadere bijzonderheden tevens de
gebruiksaanwijzing van uw opnameapparaat.
Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette, of iets dergelijks in het
opnameapparaat (VIDEO 1 of VIDEO 2)
die u voor opnemen gebruikt.
4
Start het opnemen op het
opnameapparaat en start dan
de weergave op het weergaveapparaat.
Opmerkingen
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van
een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert.
Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen
opnemen.
• De geluidssignalen die binnenkomen via de
MULTI CHANNEL INPUT aansluitingen worden
alleen doorgegeven via FRONT L en Raansluitingen.
1
1
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en stel in op
de geluidsbron die u wilt
opnemen door het bewegen
van, en het drukken op, de
keuze-/invoerknop.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2
Breng het weergaveapparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de videoband, die u
wilt kopiëren, in de videorecorder.
77NL
De versterker bedienen
Opnemen van digitale signalen
Voorbereidingen treffen bij het
opnameapparaat.
3
Luisteren naar de FM/AMradio
Via de ingebouwde tuner van dit apparaat kunt
u luisteren naar uitzendingen van de FM-en
AM-radio. Voor de bediening zult u de FM- en
AM-antennes moeten aansluiten op de
receiver (zie blz. 43).
Tip
Het afsteminterval voor de directe afstemming
verschilt afhankelijk van de landcode, zoals
aangegeven in onderstaande tabel. Voor nadere
bijzonderheden over de landcodes, zie bladzijde 3.
Landcode
FM
AM
UC
100 kHz
10 kHz*
CEL, TW, KR, CN
50 kHz
9 kHz
* Het AM-afsteminterval kan worden omgeschakeld
(zie blz. 147).
Druk op de toets TUNING + of
TUNING –.
Druk op de toets TUNING + om de
afstemband van laag naar hoog te
doorzoeken; druk op de toets TUNING –
om van hoog naar laag te zoeken.
De receiver stopt met zoeken wanneer er
een radiozender wordt ontvangen.
Als een FM-stereo-uitzending
slecht doorkomt
Als de FM-stereo-ontvangst te wensen
overlaat en "STEREO" op het display
knippert, schakelt u over naar mono-ontvangst
voor een betere geluidskwaliteit.
1 Draai de MAIN MENU knop om in te
stellen op "TUNER".
2 Draai de MENU knop om in te stellen op
"FM MODE".
3 Draai de +/– knop om in te stellen op
"MONO".
De FM-radio-ontvangst klinkt dan alleen
nog in mono.
Automatische afstemming
Directe afstemming
1
Voer de afstemfrequentie van de gewenste
zender rechtstreeks in via het NUM menu.
1
2,5
3,4
3 2
1
1
2
78NL
Draai de INPUT SELECTORknop om in te stellen op radioontvangst.
Druk op de toets FM/AM om te
kiezen voor "FM" of "AM".
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en stel in op
"TUNER" uit de beeld-/
geluidsbronlijst.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
op de receiver gebruiken.
2
Druk herhaaldelijk op de toets >
totdat het SUB menu verschijnt.
3
FM-zenders automatisch
voorinstellen
Elke keer als u op de keuze-/invoerknop
drukt verandert de afstemband naar FM of
AM.
Hiervoor kunt u ook de FM/AM-toets op
de receiver gebruiken.
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL)
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "DIRECT TUNING" uit het
SUB menu te kiezen en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop.
De aanduiding "0" knippert op het display.
5
(AUTOBETICAL)
Met deze automatische zenderprogrammering
kunt u maximaal 30 FM-radiozenders en FMRDS-zenders in het afstemgeheugen van de
receiver vastleggen, zonder over te slaan.
Bovendien kiest de receiver hierbij
automatisch alleen de best doorkomende
zenders.
Als u bepaalde FM- of AM-zenders handmatig
in het afstemgeheugen wilt vastleggen, zie
"Voorinstellen van radiozenders".
Druk herhaaldelijk op de toets >
van de afstandsbediening
totdat het menu NUM getoond
wordt en kies dan de juiste
cijfers voor de gewenste
frequentie.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Kies 1 b 0 b 2 b 5 b 0
(U hoeft de laatste "0" niet in te voeren als
de afstemschaal in stapjes van 100 kHz
verspringt.)
Voorbeeld 2: AM 1.350 kHz
Kies 1 b 3 b 5 b 0
(U hoeft de laatste "0" niet in te voeren als
de afstemschaal in stapjes van 10 kHz
verspringt.)
Bij afstemming op een AM-zender zult u
de richting van de AM-raamantenne
moeten verstellen om de beste ontvangst
te verkrijgen.
Als het afstemmen op een
zender niet lukt en de
ingevoerde cijfers knipperen
Controleer of u wel precies de juiste frequentie
hebt gekozen. Zo niet, verricht dan opnieuw
stap 4. Als de ingevoerde cijfers nog steeds
knipperen, dan is die frequentie in uw gebied
niet te ontvangen.
1,2
MEMORY/ENTER
1
Druk op de toets ?/1 om de
receiver uit te schakelen.
2
Houdt de toets MEMORY/ENTER
ingedrukt en druk op de toets
?/1 om de receiver weer in te
schakelen.
De aanduiding "Autobetical select"
verschijnt en de receiver gaat op zoek
naar alle plaatselijk te ontvangen FMradiozenders en FM-RDS-zenders en legt
deze in het afstemgeheugen vast.
wordt vervolgd
79NL
De versterker bedienen
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "FM/AM" te kiezen en stel
dan in op de FM- of AMafstemband door op deze toets
te drukken.
Bij elke RDS-informatiezender
controleert de receiver eerst of er nog
andere zenders zijn die hetzelfde
programma uitzenden, om daarvan dan
alleen de duidelijkst doorkomende zender
vast te leggen. De gekozen RDSinformatiezenders worden gesorteerd op
alfabetische volgorde van hun officiële
Program Service zendernaam, en krijgen
dan 2 letter voorinstelcode toegewezen.
Voor nadere bijzonderheden over de
RDS, zie bladzijde 83.
De gewone FM-radiozenders krijgen ook
2 letter voorinstelcode en worden dan na
de RDS-zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt
de aanduiding "Autobetical finished"
even op het display en dan keert de
receiver terug naar de normale
bedieningsfunctie.
Voorinstellen van
radiozenders
U kunt tot 30 van uw favoriete FM- en AMradiozenders in het geheugen vastleggen als
voorkeurzenders. Dan kunt u in het vervolg
een dergelijke voorkeurzender in een
handomdraai kiezen.
Voorinstellen van radiozenders
1
5
Opmerkingen
• Druk niet op enige toets van de receiver of de
bijgeleverde afstandsbediening totdat de
"Autobetical" zenderopslag is voltooid, behalve
?/1 toets.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig
zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de
best te ontvangen zenders in uw nieuwe
woongebied vast te leggen.
• Voor het afstemmen op de vastgelegde
voorkeurzenders, zie "Afstemmen op een
vastgelegde voorkeurzender" op bladzijde 81.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie
uw FM-antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde
instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt
u weer de bovenstaande aanwijzingen om de
zenders opnieuw vast te leggen.
2 4,6
1
Draai de INPUT SELECTORknop om in te stellen op radioontvangst.
2
Druk op de toets FM/AM om te
kiezen voor "FM" of "AM".
3
Stem af op de radiozender die u
wilt voorinstellen, met de
automatische zoekafstemming
(zie blz. 78) of de directe
afstemming (zie blz. 78).
Schakel desgewenst om naar FMontvangst (zie blz. 78).
80NL
4
Druk op de toets MEMORY/
ENTER.
De aanduiding "MEMORY" verschijnt
enkele seconden lang op het display. Voer
de stappen 5 en 6 uit voordat deze
aanduiding dooft.
5
Afstemmen op een vastgelegde
voorkeurzender
1
Druk op de PRESET TUNING +
of PRESET TUNING – toets om
een zendernummer te kiezen.
6
2
Druk nog een keer op de
MEMORY/ENTER toets.
De ontvangen radiozender wordt dan
vastgelegd onder uw gekozen
voorinstelnummer.
Als de "MEMORY" aanduiding dooft
voordat u op de MEMORY/ENTER toets
hebt gedrukt, gaat u terug naar stap 4.
7
De versterker bedienen
Als u een andere geheugenpagina wilt
kiezen, drukt u op de SHIFT toets van de
afstandsbediening.
Als de aanduiding "MEMORY" dooft
voordat u een nummer hebt gekozen, gaat
u terug naar stap 4.
Herhaal de stappen van 2 t/m 6
voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
1
Draai de INPUT SELECTORknop om in te stellen op radioontvangst.
2
Druk herhaaldelijk op de
PRESET TUNING + of PRESET
TUNING – toets om in te stellen
op de gewenste zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
gaat u een voorkeurzender verder in de
gekozen richting van de onderstaande
volgorde:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
tC0y...yC2yC1T
Gebruik van de
afstandsbediening
1 Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en beweeg de keuze-/
invoerknop om uit beeld-/geluidsbronlijst
de "TUNER" te kiezen.
2 Beweeg de keuze-/invoerknop van de
afstandsbediening om het gewenste
zendernummer te kiezen en druk daarna op
de toets om uw keuze te bevestigen.
81NL
5
Naamgeving van
voorkeurzenders
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
1
2
3
5,6
4
1
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar en stel in op
"TUNER" uit de beeld-/
geluidsbronlijst.
U kunt ook de INPUT SELECTOR-knop
van de receiver gebruiken.
2
Druk herhaaldelijk op > totdat
het SUB menu wordt afgebeeld.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "PRESET +" of "PRESET –"
te kiezen en druk daarna
herhaaldelijk op de toets om af
te stemmen op de
voorkeurzender waarvoor u een
zelfgekozen naam wilt invoeren
(zie blz. 78).
4
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"TUNER" te kiezen en druk
daarna op de navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken.
82NL
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om "NAME IN" te kiezen.
6
Druk op de navigatietoets.
Hiervoor kunt u ook de toets MEMORY/
ENTER op de receiver gebruiken.
De cursor gaat knipperen en nu kunt u een
letterteken kiezen. Voer de aanwijzingen
in "Een zelfgekozen naam invoeren" uit
(zie blz. 61).
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL)
Ontvangen van RDSuitzendingen
Kies eenvoudigweg een
radiozender uit de FM-band met de
directe afstemming (zie blz. 78), de
automatische afstemming (zie
blz. 78), of de
geheugenafstemming (zie blz. 80).
Wanneer er is afgestemd op een zender die
RDS-informatie uitzendt, licht de RDSaanduiding op en verschijnt de Program
Service zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS-informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDSsignalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de
signaalsterkte onvoldoende is.
Druk tijdens ontvangst van een
RDS-zender op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de RDS-informatie op het display
als volgt:
Bovenste helft
Een van de volgende wordt aangegeven,
samen met de afstemband en het
voorkeurzendernummer:
• Vaste PS zendernaama)
• Zelfgekozen zendernaamb)
• Frequentie
Onderste helft
PTY programmatype-aanduidingc) t RT
radiotekst-aanduidingd) t CT
tijdsaanduiding (in 24-uurs aanduiding) t
Gekozen geluidsveld
a)
Deze informatie wordt ook aangegeven voor FMzenders die geen RDS-informatie uitzenden.
b)
Deze naam verschijnt alleen als u een naam voor
de zender hebt ingevoerd.
c) Type programma dat wordt uitgezonden.
d)
Tekstberichten die door de RDS-zender worden
uitgezonden.
Opmerkingen
• Als er een nooduitzending of
waarschuwingsbericht door de overheid wordt
uitgezonden, gaat op het display de aanduiding
"Alarm-Alarm!" knipperen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS-functie niet
verzorgt, verschijnt er "No XX" (zoals "No Clock
Time") op het display.
• Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt
deze op het display met hetzelfde tempo als
waarmee het bericht wordt uitgezonden. De
snelheid van de tekst is dus alleen afhankelijk van
de snelheid van de uitzending.
83NL
De versterker bedienen
Met deze receiver kunt u ook gebruik maken
van de RDS-functies van het Radio Data
Systeem, waarmee radiozenders naast de
gewone uitzendingen allerlei nuttige
informatie doorgeven. De volgende handige
RDS-functies zijn beschikbaar.
Aangeven van RDS-informatie
op het display
Overzicht van de
programmatypes
PTY
aanduiding
Type uitzending
Social Affairs
Programma’s over mensen en hun
bezigheden
PTY
aanduiding
Type uitzending
Religion
Programma’s over religieuze
aangelegenheden
News
Nieuwsbulletins
Phone In
Current Affairs
Actualiteitenprogramma met
uitweidingen over het nieuws
Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum hun mening kunnen geven
Information
Informatieve uitzendingen over
een groot scala onderwerpen met
o.a. nieuws voor consumenten en
medisch advies
Sport
Sportverslagen en -uitslagen
Education
Educatieve programma’s, met
"wetenswaardigheden" en
praktische tips
Drama
Hoorspelen en andere radioseries
Cultures
Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
Science
Varied Speech
Pop Music
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
Populaire muziekprogramma’s
Rock Music
Rockmuziek-programma’s
M.o.R. Music
"Easy listening"
achtergrondmuziek
Light Classics M Licht klassiek, met vocale,
instrumentale en koormuziek
Serious Classics Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
Other Music
Alle muziek die in geen van de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm en blues en reggae
Wether & Metr
Weeroverzicht,
weersverwachting
Finance
Beursberichten, financieel en
zakennieuws, enz.
Children’s Progs Kinderprogramma’s
84NL
Travel & Touring Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA
verkeersinformatiefuncties te
vinden zijn.
Leisure &
Hobby
Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobby’s als
vissen, tuinieren, koken, enz.
Jazz Music
Programma’s met jazz en
geïmproviseerde muziek
Country Music
Country en western
muziekprogramma’s
National Music Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
Oldies Music
Populaire muziek uit vroegere
dagen
Folk Music
Volksmuziekprogramma’s
Documentary
Leerzame programma’s
None
Elk niet hierboven genoemd
programma
3
Speciale extra functies
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
4
Herhaal stap 2 en 3 om de
andere onderdelen aan te
passen.
CIS menuparameters
De oorspronkelijke instellingen staan
onderstreept aangegeven.
x 2ND ZONE (weergavebron voor
een 2de kijk-/luisterruimte)
x 3RD ZONE (weergavebron voor
een 3de luisterruimte)
1,2,
3
1
Hiermee kunt u de weergavebron voor een 2de
of 3de kijk-/luisterruimte kiezen (enkel
analoge geluids- en videosignalen voor de 2de
ruimte; enkel analoge geluidssignalen voor de
3de ruimte) (uitgezonderd PHONO, MULTI
CHANNEL INPUT, i.LINK en HDMI).
Wanneer u "SOURCE" kiest, worden de
signalen van de huidige weergavebron
doorgegeven.
Opmerkingen
1
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu "CIS"
te kiezen en druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken.
2
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om het menuonderdeel te
kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden, zie "CIS
menuparameters".
• Gebruik de VIDEO-aansluiting voor de videosignalen naar de weergavebron voor een 2de kijk-/
luisterruimte.
• Gebruik de AUDIO L/R-aansluiting voor de audiosignalen naar de weergavebron voor een 2de of 3de
luisterruimte.
Tips
• Alleen de signalen van apparatuur die is
aangesloten op de analoge ingangen wordt
weergeven via de 2ND ZONE- of 3RD ZONEaansluitingen. Er worden geen signalen
weergegeven van apparatuur die is aangesloten op
alleen de digitale ingangsaansluitingen.
• Als "SOURCE" is gekozen, worden de
geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluitingen niet
doorgegeven via de 2ND ZONE- of 3RD ZONEaansluitingen, ook niet wanneer de MULTI CH INfunctie wordt gebruikt. De tweekanaals analoge
geluidssignalen van de huidige weergavebron
worden doorgegeven.
wordt vervolgd
85NL
De versterker bedienen
Deze receiver biedt een aantal extra functies
die hieronder worden beschreven. Afhankelijk
van de manier waarop u deze functies wilt
toepassen, kan er extra apparatuur (los
verkrijgbaar) voor nodig zijn of een
aanpassing van uw luisterruimte. Neem voor
nadere bijzonderheden a.u.b. contact op met de
audiowinkel waar u deze receiver hebt
aangeschaft.
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om de gewenste parameter te
kiezen.
x INSTALLER MODE (RS232C
besturing)
• ON
In deze instelling kan de receiver ook
commando’s van de RS232C-aansluitpoort
ontvangen terwijl het apparaat nog staat
uitgeschakeld (in de stand-by-stand).
• OFF
In deze instelling kan de receiver geen
commando’s van de RS232C-aansluitpoort
ontvangen wanneer het apparaat uit staat (in
de stand-by-stand).
x 12V TRIG. MAIN (12 V aan/uitsignaal voor de eerste receiver)
x 12V TRIG. 2ND (12 V aan/uitsignaal voor de tweede kijk-/
luisterruimte)
x 12V TRIG. 3RD (12 V aan/uitsignaal voor de derde
luisterruimte)
Hiermee kunt u externe apparatuur aan en uit
zetten door het versturen van 12V aan/uitsignalen wanneer de receiver wordt
ingeschakeld of uitgeschakeld. Zo kunt u
bijvoorbeeld automatisch een videoprojectiescherm laten uitrollen zodra u de
receiver inschakelt.
• OFF
Hiermee worden geen 12V aan/uit-signalen
verstuurd wanneer de eerste receiver wordt
ingeschakeld.
• CTRL
Hiermee kunt u het verzenden van een 12V
aan/uit-signaal handmatig regelen via het
CIS commando van de afstandsbediening of
de RS232C-besturingseenheid.
• ZONE
Hiermee zorgt u dat wel 12V aan/uitsignalen worden verstuurd wanneer de
eerste receiver of de receiver in een andere
luisterruimte is ingeschakeld.
86NL
• INPUT (alleen voor "12V TRIG. MAIN")
Hiermee kunt u het verzenden van een 12V
aan/uit-signaal bij inschakelen van de eerste
receiver aanzetten, afhankelijk van de
instelling van elke weergavebron. Zie "Het
12V aan/uit-signaal voor elke weergavebron
instellen".
• MAIN (alleen voor "12V TRIG. 2ND en
"12V TRIG. 3RD”)
Hiermee kunt u de werking van het aan/uit
signaal voor de 2de en 3de luisterruimte
koppelen aan die voor de eerste receiver.
Het 12V aan/uit-signaal voor
elke weergavebron instellen
De oorspronkelijke instelling van TAPE, MD/
DAT, SA-CD/CD, TUNER, PHONO en
i.LINK is "OFF".
De oorspronkelijke instelling van VIDEO1-3,
DVD, TV/SAT en HDMI 1 en 2 is "ON").
1 Stel in op "INPUT" in "12V TRIG. MAIN".
2 Druk op de toets MEMORY/ENTER.
3 Draai de MENU-schakelaar om het
ingangssignaal te kiezen.
4 Draai de knop +/– naar "ON" om het 12 V
aan/uit-signaal in te schakelen of naar
"OFF" om het uit te schakelen.
5 Druk op de toets MEMORY/ENTER.
Luisteren naar de
weergave in een andere
luisterruimte (gebruik
van 2de en 3de kijk-/
luisterruimte)
• De weergavebron voor de 2ND (of 3RD)
ZONE OUT-aansluitingen wisselen.
• De Sony-receiver in de 2de (of 3de) kijk-/
luisterruimte in- of uitschakelen.
• De geluidssterkte van de Sony-receiver in de
2de (of 3de) kijk-/luisterruimte bijregelen.
1: Aansluitingen voor de 2de kijk-/luisterruimte
1 2ND ZONE VIDEO/AUDIO OUT-aansluiting
Eerste kamer
2de kijk-/luisterruimte
STR-DA7100ES
A
E
E
TVmonitor
B
D
VIDEO OUT
C
AUDIO OUT
C
RM-US106A
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Sony-versterker/receiver
E Luidspreker
wordt vervolgd
87NL
De versterker bedienen
U kunt genieten van beeld- en
geluidsweergave van een, op deze receiver
aangesloten, apparaat die ergens anders (2de
en 3de kijk-/luisterruimte) staat opgesteld dan
de eerste kamer. U kunt bijvoorbeeld luisteren
naar een cd-weergave in de eerste kamer en
een dvd bekijken in de 2de kijk-/luisterruimte.
Bij gebruik van een infraroodrelaisstation (niet
bijgeleverd), kunt u zowel het apparaat in de
eerste kamer als de Sony-receiver in de 2de (of
3de) kijk-/luisterruimte bedienen vanuit de
2de (of 3de) kijk-/luisterruimte.
Gebruik de afstandsbediening RM-US106A
voor volgende bedieningshandelingen.
2 SURROUND BACK SPEAKERS/2ND ZONE-aansluitingen
Eerste ruimte
2de kijk-/luisterruimte
STR-DA7100ES
A
TVmonitor
B
SURROUND BACK
SPEAKERS
D
VIDEO OUT
C
D
RM-US106A
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Luidspreker
2: Aansluitingen voor 3de luisterruimte
Eerste ruimte
3de luisterruimte
STR-DA7100ES
A
E
E
B
D
C
AUDIO OUT
C
A Audioapparaat
B Videoapparaat
C Infraroodrelaisstation (niet bijgeleverd)
D Sony-versterker/receiver
E Luidspreker
88NL
RM-US106A
1 Stel de SURR BACK SP in op "2ND
De volgende handelingen zijn van toepassing
op het bedienen van een receiver in de 2de of
3de kijk-/luisterruimte met van een
aangesloten infraroodrelaisstation. Gebruik
deze receiver in de eerste ruimte als er geen
infraroodrelaisstation aangesloten is.
1
Druk op de toetsen 2ND ZONE
of 3RD ZONE van de
afstandsbediening.
2
Schakel de eerste receiver
(deze receiver) in.
3
Schakel de versterker in de 2de
of 3de kijk-/luisterruimte in.
4
Druk op een van de beeld-/
geluidsbronkeuze-toetsen van
de afstandsbediening voor de
beeld-/geluidsbron die u wilt
afspelen.
In de 2de kijk-/luisterruimte kunnen
analoge beeld- en geluidssignalen worden
weergegeven. In de 3de luisterruimte
kunnen alleen analoge geluidssignalen
worden weergegeven. Wanneer u
"SOURCE" kiest, worden de signalen van
de huidige weergavebron doorgegeven.
Voor nadere bijzonderheden zie tevens
bladzijde 85.
5
Stel een geschikte
geluidssterkte in.
• In de afbeelding 1-1 of 2 (zie blz. 87,
88), kunt u de geluidssterkte bijregelen
door middel van de receiver in de 2de/
3de kijk-/luisterruimte.
• In de afbeelding 1-2 (zie blz. 88) kunt
u alleen geluidssterkte van de
middenachterluidspreker in de 2de
kijk-/luisterruimte bijregelen.
van de afstandsbediening om de
geluidssterkte bij te regelen.
De oorspronkelijke instelling van de
geluidssterkte bedraagt –∞ dB (er wordt
geen geluid weergegeven).
Voorbeeld van de bediening van
een versterker in de 2de kijk-/
luisterruimte
Om
Actie
In- of uitschakelen
Druk op ?/1.
Luisteren naar de
geluidsweergave van een
cd-speler, die via de
SA-CD/CD-ingangsaansluitingen is aangesloten
Druk op de toets
SA-CD/CD, en
druk daarna op de
toets H.
Instellen van de
geluidssterkte
Druk op de toets
MASTER
VOL +/–.
Tips
• De receiver in de 2de of 3de kijk-/luisterruimte
blijft uitgeschakeld, zelfs als deze receiver is
ingeschakeld. Druk gelijktijdig op de toets ?/1 en
AV ?/1 van de afstandsbediening RM-AAE003
om alle receivers uit te schakelen ("SYSTEM
STANDBY").
• Alleen de signalen van apparatuur die is
aangesloten op de analoge ingangen wordt
weergeven via de 2ND ZONE OUT- of 3RD
ZONE OUT-aansluitingen. Er worden geen
signalen weergegeven van apparatuur die is
aangesloten op alleen de digitale
ingangsaansluitingen.
• Als "SOURCE" is gekozen, worden de
geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CHANNEL INPUT aansluitingen niet
doorgegeven via de 2ND ZONE OUT- of 3RD
ZONE OUT-aansluitingen, ook niet wanneer de
MULTI CH IN-functie wordt gebruikt. Dan
worden de analoge signalen van de huidige
geluidsbron weergegeven.
wordt vervolgd
89NL
De versterker bedienen
De afstandsbediening schakelt naar de
functie voor de 2de of 3de kijk-/
luisterruimte.
ZONE" (zie blz. 49).
2 Druk op de MASTER VOL +/– toets
Bij gebruik van de RM-AAE003
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Kies "COMMAND MODE" door
het bewegen van en drukken op
de keuze-/invoerknop.
3
Kies "2ND ZONE" (of "3RD
ZONE") door het bewegen van
en drukken op de keuze-/
invoerknop.
Bediening van Sonyapparatuur
CONTROL A1IIbedieningssysteem
Het CONTROL A1II-bedieningssysteem
werd ontwikkeld om de bediening van een
stereo-installatie bestaande uit afzonderlijke
Sony-apparatuur te vereenvoudigen. De
CONTROL A1II-aansluitingen zijn in staat tot
het doorgeven van bedieningssignalen voor
diverse automatische functies die gewoonlijk
alleen beschikbaar zijn in volledig
geïntegreerde systemen.
Op dit moment bieden de CONTROL A1IIaansluitingen tussen een cd-speler, versterker
(receiver), minidiscrecorder en cassettedeck
van Sony de mogelijkheid van automatische
geluidsbronkeuze.
Opmerking
Gebruik geen 2-weg-afstandsbediening wanneer de
CONTROL A1II-aansluitingen via een PC-interface
aansluitset zijn verbonden met een personal
computer waarop het "MD Editor"-programma of
een soortgelijk toepassingsprogramma draait.
Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een
manier die niet overeenkomt met de functies van het
toepassingsprogramma, want dan kan het
programma niet op de juiste wijze werken.
CONTROL A1II en CONTROL A1
compatibiliteit
Het CONTROL A1-bedieningssysteem is
uitgebracht in een vernieuwde versie,
CONTROL A1II genaamd, hetgeen het
standaard bedieningssysteem is voor de 300disc cd-wisselaar van Sony en andere recente
Sony-apparatuur. Apparatuur met CONTROL
A1-aansluitingen en die compatibel zijn met
CONTROL A1II zijn onderling te verbinden
en samen te gebruiken. In principe zijn de
meeste functies van het CONTROL A1bedieningssysteem ook beschikbaar in het
nieuwe CONTROL A1II-bedieningssysteem.
90NL
Bij een onderlinge verbinding tussen
apparatuur met CONTROL A1-aansluitingen
en die met CONTROL A1II-aansluitingen kan
het aantal beschikbare bedieningsfuncties
echter beperkt zijn, afhankelijk van de
aangesloten apparatuur. Voor gedetailleerde
informatie zie tevens de
gebruiksaanwijzing(en) die bijgeleverd is met
de apparatuur.
Als de COMMAND MODE-keuzeschakelaar
van uw cd-wisselaar kan worden ingesteld op
CD 1, CD 2 of CD 3, zet u deze dan op "CD 1"
en sluit de cd-wisselaar aan op de CDaansluitingen van de versterker (receiver).
Als u echter een Sony-cd-wisselaar met
VIDEO OUT-aansluitingen heeft, dan u zet de
COMMAND MODE-schakelaar op "CD 2" en
sluit u de cd-wisselaar aan op de VIDEO 2aansluitingen van de versterker (receiver).
Aansluitingen
U kunt maximaal 10 voor het CONTROL
A1II-systeem geschikte apparaten onderling
doorverbinden, in elke gewenste volgorde.
Van elk type apparaat kunt u er echter slechts
één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 cd-speler,
1 minidiscrecorder, 1 cassettedeck en 1
receiver).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens
mogelijk zijn meer dan één cd-speler of
minidiscrecorder aan te sluiten. Voor nadere
bijzonderheden zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met de
betreffende apparatuur.)
Versterker Cdminidisc- Cassette- Andere
(Receiver) speler recorder deck
apparatuur
Bij het CONTROL A1II-bedieningssysteem
verlopen de bedieningssignalen beide kanten
op, dus er is geen verschil tussen IN- en OUTaansluitingen. Als een apparaat meer dan een
CONTROL A1II-aansluiting heeft, kunt u
naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk
ervan een verschillend apparaat aansluiten.
Bij sommige voor het CONTROL A1-systeem
geschikte apparatuur wordt een aansluitkabel
vast bijgeleverd. Dan kunt u voor het
aansluiten gebruik maken van die
aansluitkabel.
Heeft u zo’n snoer niet, gebruik dan een los in
de audiowinkel verkrijgbaar ministekkersnoer van minder dan 2 meter lengte met 2polige (mono) ministekkers, zonder
weerstand.
Basisbedieningsfuncties
De ingangskeuzeschakelaar van de receiver
schakelt automatisch over naar de juiste
ingangsbron wanneer u de weergavetoets op
een van de aangesloten apparatuur indrukt
(automatische geluidsbron-keuze).
De CONTROL A1II-bedieningsfuncties
zullen werken zolang de te bedienen
apparatuur is ingeschakeld, ook al is alle
andere aangesloten apparatuur uitgeschakeld.
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u beter niet het afspelen
starten van een ander apparaat dan de opnamebron.
Hierdoor zou namelijk de automatische
geluidsbronkeuze overschakelen op het ander
apparaat.
91NL
De versterker bedienen
Als u beschikt over een Sony-cdwisselaar met een COMMAND
MODE-keuzeschakelaar
Bijvoorbeeld
Gebruik van het CONTROL Sbedieningssysteem
Als u beschikt over een voor het
CONTROL S-systeem geschikte
televisietoestel, satellietontvanger,
videomonitor, dvd-speler of videorecorder van
Sony, gebruikt u een CONTROL Saansluitkabel (niet bijgeleverd) om de CTRL S
IN-aansluiting (voor een televisietoestel,
satellietontvanger of videomonitor) of de
CTRL S OUT-aansluiting (voor een
videorecorder, enz.) van de receiver te
verbinden met een geschikte CONTROL Saansluiting van het betreffende apparaat. Voor
nadere bijzonderheden zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met het
televisietoestel, satellietontvanger,
videomonitor, videorecorder, enz.
Als u de CTRL S OUT-aansluiting
van een ander apparaat verbindt
met de CTRL S IN-aansluiting van
dit apparaat
Bijvoorbeeld
OUT
Televisietoestel,
videorecorder,
tuner,
videomonitor,
enz.
IN
Receiver
I
.
i
>
H
m
M
X
x
+
–
O
+
+
–
–
Afstandsbediening
De afstandsbedieningssensor van het apparaat
met de CTRL S OUT-aansluiting zal nu de
afstandsbedieningssignalen precies zo
ontvangen als de afstandsbedieningssensor
van dit apparaat. Dit kan handig zijn als u dit
apparaat bijvoorbeeld hebt opgesteld in een
videorek, enz.
92NL
Als u de CTRL S IN-aansluiting van
een ander apparaat verbindt met de
CTRL S OUT-aansluiting van dit
apparaat
Bijvoorbeeld
IN OUT
IN OUT
IN
Televisie- Video- Tuner
toestel recorder
OUT
Receiver
I
.
i
>
H
m
M
X
x
+
–
O
+
+
–
–
Afstandsbediening
De afstandsbedieningssensor van dit apparaat
zal nu de afstandsbedieningssignalen precies
zo ontvangen als de afstandsbedieningssensor
van het apparaat met de CTRL S INaansluiting. Dit is handig wanneer u het ander
apparaat op enige afstand van dit apparaat
opstelt.
Genieten van Surround Sound
Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.
lagetonenkanaal bevat, genereert de receiver zelf een
laagfrequentsignaal voor weergave door de
subwoofer via een tweekanaals geluidssignaal.
Bij gebruik van alleen de
voorluidsprekers
(2CH STEREO)
Genieten van Surround Sound
In deze functie geeft de receiver alleen geluid
weer via de linker- en rechtervoorluidsprekers.
De subwoofer brengt geen geluid voort.
Bij standaard tweekanaals
stereogeluidsbronnen wordt er helemaal geen
geluidsveldbewerking toegepast, en
meerkanaals geluidsbronnen worden
gedownmixed tot twee kanalen.
1
2
1
Druk op SOUND FIELD.
De lijst met geluidsvelden wordt getoond.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de instelling "2CH
STEREO" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Hiervoor kunt u ook de toets 2CH op de
receiver gebruiken.
Opmerking
De subwoofer zal in de 2CH STEREO-functie geen
geluid voortbrengen. Om te luisteren naar gewone
tweekanaals stereo geluidsbronnen via de linker- en
rechtervoorluidsprekers en een subwoofer, kiest u
"A.F.D. AUTO" en stelt u het onderdeel "A.F.D.
2CH SW" in het menu SURR SET UP in op
"CREATE" (zie blz. 103).
93NL
2
Automatische decodering
van het binnenkomende
geluidssignaal
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de instelling "A.F.D. AUTO"
te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
(AUTO FORMAT DIRECT)
U kunt ook de toets A.F.D. op de receiver
gebruiken.
Met de Auto Format Direct (A.F.D.) functie
kunt u genieten van de hoogste
geluidskwaliteit doordat automatisch de juiste
decodeerfunctie gekozen wordt voor
tweekanaals en meerkanaals geluidssignalen.
Met deze functie kunt u het type decodering
kiezen voor weergave van tweekanaals
geluidsbronnen.
Genieten van de hoogste
geluidskwaliteit
In deze functie zal de receiver automatisch
waarnemen wat voor geluidssignaal er
binnenkomt (Dolby Digital, DTS, standaard
tweekanaals stereo, enz.) om vervolgens de
juiste decodering daarvoor toe te passen.
Met deze instelling wordt het geluid precies
weergegeven zoals het werd opgenomen/
gecodeerd, zonder toevoeging van enig
surroundeffect.
Meestal zal AUTO de optimale decodering
geven. In sommige gevallen kan het echter
helpen om met de toets SURR BACK
DECODING (zie blz. 99) een middenachterdecodeerfunctie te kiezen die nog beter past bij
de geluidsbron.
2
Druk op SOUND FIELD.
De lijst met geluidsvelden wordt getoond.
94NL
1
2
1
Druk op SOUND FIELD.
De lijst met geluidsvelden wordt getoond.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om een A.F.D.-functie te kiezen,
en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
U kunt ook de toets A.F.D. op de receiver
gebruiken.
1
1
Genieten van stereogeluid
omgezet in meerkanaals
weergave
A.F.D.-instelling
A.F.D.-functie
[Aanduiding]
Meerkanaals
geluid na
decodering
Effect
(Automatische
detectie)
A.F.D. AUTO
[AUTO]
(Automatische
detectie)
(Automatische detectie)
Dolby PRO
LOGIC
A.F.D. PRO LOGIC
[PRO LOGIC]
4-kanaals
Deze instelling zorgt voor normale Dolby
Pro Logic-decodering. Een geluidsbron die
is opgenomen met 2 kanalen wordt
gedecodeerd naar 4.1 kanalen.
Dolby Pro
Logic II
A.F.D. PRO LOGIC II
5-kanaals
MOVIE
[PRO LOGIC II MOVIE]
Deze instelling zorgt voor Dolby Pro Logic
II Movie-decodering. Deze instelling is
ideaal voor films gecodeerd in Dolby
Surround. Bovendien kunt u met deze
functie het geluid ook horen in 5.1 kanalen
bij weergave van oude speelfilms of
video’s met later ingevoegd geluid.
A.F.D. PRO LOGIC II
5-kanaals
MUSIC
[PRO LOGIC II MUSIC]
Deze instelling is voor de Dolby Pro Logic
II Music-decodering. Deze instelling is
ideaal voor normale stereobronnen zoals
cd’s.
A.F.D. PRO LOGIC II
5-kanaals
GAME
[PRO LOGIC II GAME]
Deze instelling is voor de Dolby Pro Logic
II Game-decodering.
A.F.D. PRO LOGIC IIx
MOVIE
[PRO LOGIC IIx
MOVIE]
7-kanaals
Deze instelling is voor de Dolby Pro Logic
IIx Movie-decodering. Deze instelling is
ideaal voor films gecodeerd in Dolby
Surround. Bovendien kunt u met deze
functie het geluid ook horen in 7.1 kanalen
bij weergave van oude speelfilms of
video’s met later ingevoegd geluid.
A.F.D. PRO LOGIC IIx
MUSIC
[PRO LOGIC IIx
MUSIC]
7-kanaals
Deze instelling is voor de Dolby Pro Logic
IIx Music-decodering. Deze instelling is
ideaal voor normale stereobronnen zoals
cd’s.
A.F.D. PRO LOGIC IIx 7-kanaals
GAME
[PRO LOGIC IIx GAME]
Deze instelling is voor de Dolby Pro Logic
IIx Game-decodering.
A.F.D. Neo:6 Cinema
[Neo:6 Cinema]
6-kanaals
Deze instelling is voor de DTS Neo:6
Cinemadecodering.
A.F.D. Neo:6 Music
[Neo:6 Music]
6-kanaals
Deze instelling is voor de DTS Neo:6
Music-decodering. Deze instelling is ideaal
voor normale stereobronnen zoals cd’s.
Dolby Pro
Logic IIx
Neo:6 Cinema
(Multi Stereo)
A.F.D. MULTI STEREO (Multi Stereo)
[MULTI STEREO]
Hierbij worden dezelfde tweekanaals
linker- en rechtersignalen weergegeven
door alle luidsprekers.
wordt vervolgd
95NL
Genieten van Surround Sound
Decodeerfunctie
Als u een subwoofer aansluit
Als de geluidsbron geen afzonderlijk L.F.E.
lagetonenkanaal bevat, genereert de receiver
zelf een laagfrequentsignaal voor weergave
door de subwoofer via een tweekanaals
geluidssignaal. Er wordt echter geen
laagfrequentsignaal uitgestuurd in de
instelling "Neo:6 Cinema" of "Neo:6 Music"
wanneer voor alle luidsprekers het "LARGE"
formaat is gekozen.
Opmerkingen
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– Als MULTI CH IN is gekozen
– Het DSD-signaal wordt ontvangen via i.LINK
• Omdat DST Neo:6 is niet beschikbaar is voor een
DTS tweekanaals geluidssignaal, is de
geluidsweergave tweekanaals.
• Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een
DTS 96/24-signaal, is de geluidweergave alleen op
48 kHz.
Keuze van een
geluidsveld
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
voorgeprogrammeerde geluidsvelden te
kiezen die de receiver biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten
klinken als een bioscoopzaal of een
concertzaal.
Keuze van een geluidsveld voor
speelfilms
MOVIE
Tip
Dolby Pro Logic IIx-decodering functioneert alleen
bij ontvangst van een meerkanaals ingangssignaal.
Op dat moment is de instelling van SB DECODING/
SB DEC MODE in het CUSTOMIZE menu niet
meer geldig. Bij een een andere decodeerfunctie dan
Dolby Pro Logic IIx, wordt het geluid als gecodeerd
meerkanaals geluid weergegeven.
Druk herhaaldelijk op de toets
MOVIE om in te stellen op het
gewenste geluidsveld.
De lijst met geluidsvelden wordt getoond.
Beschikbare geluidsvelden
x CINEMA STUDIO EX A DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de
Sony Pictures Entertainment "Cary Grant
Theater" filmstudio. Dit is de
standaardinstelling, geschikt voor allerlei
soorten speelfilms.
x CINEMA STUDIO EX B DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de
Sony Pictures Entertainment "Kim Novak
Theater" filmstudio. Deze functie is ideaal
voor het bekijken van sciencefictionfilms of
actiefilms met zeer veel geluidseffecten.
96NL
x CINEMA STUDIO EX C DCS
Reproduceert de karakteristieke klank van de
Sony Pictures Entertainment geluidstudio.
Deze instelling is ideaal voor musicals en
klassieke films met veel orkestmuziek.
Keuze van een geluidsveld voor
muziek
MUSIC
x V.MULTI DIMENSION DCS
Hiermee worden 5 stel virtuele luidsprekers
rondom de luisteraar gesimuleerd, op basis
van slechts een enkel paar werkelijke
achterluidsprekers.
Opmerkingen
Tip
Op de verpakking kunt u zien met welk
codeerformaat een dvd-videodisc, enz., is
opgenomen.
•
: Dolby Digital-discs
•
: Dolby Surroundgecodeerde geluidsbronnen
•
: DTS Digital Surround-gecodeerde
geluidsbronnen
• De geluidsvelden met de vermelding DCS zijn
gebaseerd op DCS technologie. Zie "Technische
begrippen" op bladzijde 137.
• Bij keuze van een geluidsveld met de vermelding
DCS gaat het Digital Cinema Sound-lampje
branden.
Druk herhaaldelijk op de toets
MUSIC om in te stellen op het
gewenste geluidsveld.
De lijst met geluidsvelden wordt getoond.
Beschikbare geluidsvelden
x D.CONCERT HALL A
Dit geluidsveld reproduceert met een 3Dgeluidsbeeld de karakteristieke klank van een
concertzaal met een grote ruimtelijke
akoestiek door geluidsweerkaatsing.
x D.CONCERT HALL B
Dit geluidsveld reproduceert met een 3Dgeluidsbeeld de karakteristieke klank van een
concertzaal met een unieke resonerende klank,
rijk aan nagalm.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x JAZZ CLUB
Geeft de akoestiek van een jazzclub.
x LIVE CONCERT
Geeft de akoestiek van een muziektheater met
300 zitplaatsen.
x STADIUM
Geeft de sfeer van een groot openluchtstadion.
x SPORTS
Geeft het gevoel van een direct sportverslag.
wordt vervolgd
97NL
Genieten van Surround Sound
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– Als MULTI CH IN is gekozen
– Het DSD-signaal wordt ontvangen via i.LINK
– De bemonsteringsfrequentie van het ontvangen
signaal is hoger dan 48 kHz.
• Als u het geluidsveld instelt bij ontvangst van een
DTS 96/24-signaal, is de geluidsweergave alleen
op 48 kHz.
• De effecten verkregen uit de virtuele luidsprekers
kunnen meer ruis veroorzaken in het
weergavesignaal.
• Bij het luisteren naar geluidsvelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
Opmerking
Bij keuze van een geluidsveld voor muziek is de
middenachter-decodeerfunctie niet beschikbaar (zie
blz. 99).
Geluidsvelden bij aansluiting
van een hoofdtelefoon
U kunt dan alleen kiezen uit de volgende
geluidsvelden.
x HEADPHONE THEATER DCS
Bij gebruik van een hoofdtelefoon en een
geluidsveld voor film/muziek wordt deze
instelling automatisch gekozen. Dit stelt u in
staat de sfeer van een bioscoop te horen bij het
beluisteren van filmgeluid via de
hoofdtelefoon.
x HEADPHONE (2CH)
Uitschakelen van het
surroundeffect voor MOVIE/
MUSIC
Beweeg de keuze-/invoerknop om "A.F.D.
AUTO" of "2CH STEREO" te kiezen uit de
geluidsveldenlijst op het display.
Ruimtelijke weergave bij zacht
ingesteld geluid (NIGHT MODE)
Hiermee kunt u ook ’s avonds laat, bij zachte
weergave, nog steeds genieten van de
geluidsvelden en geluidseffecten. Deze functie
is samen met de andere geluidsvelden te
gebruiken.
Ook bij nachtelijke weergave van een
speelfilm, enz., met het geluid zacht gezet, zult
u de dialoog nog duidelijk kunnen horen.
Bij gebruik van een hoofdtelefoon in de
tweekanaalsfunctie (zie blz. 93) of A.F.D.functie (zie blz. 95) wordt deze instelling
automatisch gekozen. Bij standaard
tweekanaals stereogeluidsbronnen wordt
helemaal geen geluidsveldbewerking
toegepast, en meerkanaals geluidsbronnen
worden teruggebracht tot twee kanalen.
x HEADPHONE (MULTI)
Bij gebruik van een hoofdtelefoon terwijl
MULTI CH IN is gekozen, wordt deze
instelling automatisch gekozen. Geeft de
analoge geluidssignalen af die binnen zijn
gekomen via de MULTI CHANNEL INPUTingangsaansluitingen en daarna
samengevoegd tot twee kanalen.
1
2
1
Druk herhaaldelijk op de toets <
om het menu RECEIVER te
kiezen.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "NIGHT MODE" te kiezen,
en druk op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Opmerking
Hoofdtelefoon (tweekanaals stereo weergave) wordt
ingesteld als er geen geluidsveld beschikbaar is.
• Ontvangst van een DTS-signaal via i.LINK.
• De bemonsteringsfrequentie van het ontvangen
signaal is hoger dan 48 kHz.
Dan wordt de NIGHT MODE-functie
ingeschakeld.
Herhaal stap 1 en 2 als de NIGHT
MODE-functie is uitgeschakeld.
Tip
Bij gebruik van deze functie worden de BASS-,
TREBLE- en EFFECT-niveaus automatisch hoger
ingesteld en wordt de "D.RANGE COMP."
dynamiekcompressie op "MAX" ingesteld (zie
blz. 105).
98NL
Keuze van de
middenachterdecodeerfunctie
(SURR BACK DECODING)
SURR BACK DECODING
x "AUTO"
Wanneer het ingangssignaal een 6.1-kanaals
vlagsignaala) bevat, wordt aan de hand daarvan
de juiste decodeerfunctie toegepast voor
decodering van het middenachterluidsprekersignaal.
Ingangssignaal
Uitgangs- Toegepaste
kanalen middenachterdecodeerfunctie
Dolby Digital
5.1
5.1e)
—
Dolby Digital
Surround EXb)
6.1e)
Decodeerfunctie
zoals ingesteld in SB
DEC MODE (zie
blz. 100)
DTS 5.1
5.1e)
—
DTS-ES
Matrix 6.1c)
e)
6.1
DTS Matrix
decodeerfunctie
DTS-ES
Discrete 6.1d)
6.1e)
DTS Discrete
decodeerfunctie
x ON
De instelling van de SB DEC MODE is van
toepassing bij het decoderen van 5.1-kanaals
en 6.1-kanaals ingangssignalen (zie blz. 100).
x OFF
Druk herhaaldelijk op de toets
SURR BACK DECODING om de
gewenste middenachterdecodeerfunctie te kiezen.
Het lampje SB DEC gaart branden bij het
decoderen van het middenachterluidsprekersignaal.
Tip
U kunt de middenachter-decodeerfunctie ook kiezen
via het onderdeel "SB DECODING" in het menu
CUSTOMIZE (zie blz. 68).
Dan wordt er geen middenachterkanaaldecodering toegepast.
a)
Het 6.1-kanaals decodeer-vlagsignaal is een
decoderingsinstructie die is opgenomen in
geluidsbronnen zoals dvd-videodiscs.
b)
Dit is het signaal van een Dolby Digital dvd met
een Surround EX vlagsignaal. Op de Dolby
Corporation webpagina kunt u zien hoe dergelijke
Surround EX speelfilms te onderscheiden zijn.
c) Dit is beeld-/geluidsmateriaal met een vlagsignaal
om aan te geven dat het zowel DTS-ES Matrix als
5.1-kanaals signalen bevat.
d) Dit is beeld-/geluidsmateriaal met zowel 5.1kanaals signalen als een extra signaal om die
gegevens in 6.1 afzonderlijke kanalen om te zetten.
De discrete 6.1 kanalen zijn specifiek voor dvd,
niet dezelfde als gebruikt in de bioscoop.
wordt vervolgd
99NL
Genieten van Surround Sound
Door het decoderen van het
middenachterluidspreker-signaal van
speelfilms op dvd-discs (enz.) die zijn
opgenomen in het Dolby Digital Surround EX,
DTS-ES Matrix of DTS-ES Discrete 6.1
formaat, enz., verkrijgt u een optimaal
surroundeffect, zoals bedoeld door de makers
van de film.
Soorten middenachterdecodeerfuncties
e)
Wanneer er twee middenachterluidsprekers zijn
aangesloten, wordt het totaalgeluid weergegeven
via 7.1 kanalen.
Opmerkingen
• Deze functie is niet beschikbaar in de volgende
gevallen.
– Als MULTI CH IN is gekozen
– Het DSD-signaal wordt ontvangen via i.LINK
– Bij keuze van een geluidsveld voor muziek
– Wanneer er nu een DTS 96/24 signaal
binnenkomt, wordt het weergegeven volgens
een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz
• De kans bestaat dant de middenachterluidspreker
geen geluid voortbrengt in de instelling Dolby
Digital Surround EX. Sommige discs bevatten niet
het vereiste Dolby Digital EX vlagsignaal, ook al
staat op de verpakking wel een Dolby Digital EX
logo. In dat geval zal "ON" het best voldoen.
• De instelling SB DECODING MODE/SB DEC
MODE wordt geanulleerd bij keuze van Dolby Pro
Logic IIx in de functie AUTO FORMAT DIRECT
(A.F.D.).
Hoe u de gewenste
middenachter-decodeerfunctie
kiest (SB DEC MODE)
U kunt alleen een middenachterdecodeerfunctie kiezen als SB DECODING is
ingesteld op "ON" of "AUTO" en als het
inkomende geluidssignaal het Dolby Digital
Surround EX vlagsignaal bevat.
SB DEC
MODE
Instelling Toegepaste
luidspre- middenachterkers
decodeerfunctie
[DDEX]
7.1-kanaals Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
6.1-kanaals Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
[PLIIx
MV]
7.1-kanaals Movie-decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
6.1-kanaals Matrix decodeerfunctie
geschikt voor Dolby
Digital EX
100NL
SB DEC
MODE
Instelling Toegepaste
luidspre- middenachterkers
decodeerfunctie
[PLIIx MS] 7.1-kanaals Music decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
6.1-kanaals Music decodeerfunctie
geschikt voor Dolby Pro
Logic IIx
Opmerkingen
• Matrix decodering, die voldoet aan de eisen van
Dolby Digital EX, wordt ongeacht de instelling van
de middenachter-decodeerfunctie toegepast als er
een geluidsveld voor een film wordt gekozen.
• Matrix decodering, die voldoet aan de eisen van
Dolby Digital EX, wordt toegepast, als het
luidsprekerssysteem is ingesteld op 6.1-kanaals en
Movie-decodering, die voldoet aan de eisen van
Pro Logic IIx, wordt toegepast, als het
luidsprekerssysteem is ingesteld op 7.1-kanaals,
wanneer u in de volgende omstandigheden voor
Dolby PLIIx MS kiest:
– bij ontvangst van een Dolby Digital Surround
EX signaal
– als SB DECODING is ingesteld op "AUTO"
Aanduiding ingangsstroom
Als AUTO FORMAT DIRECT is gekozen en
bij ingeschakelde middenachter-decodering,
wordt, na de aanduiding van de ingangsstroom
gedurende enkele seconden, het actuele
decodeerproces op het display weergegeven.
x Als de decodering voldoet aan
de eisen van Dolby Digital EX
Ingangssignaal
Na enkele
seconden
Huidig decodeerproces
DOLBY
DIGITAL
[3/2.1]
k
DOLBY D EX
[3/2.1]
DOLBY
DIGITAL
SURROUND
EX
[3/2.1]
k
DOLBY D EX
[3/2.1]
DTS [3/2.1]
k
DTS [3/2.1] +
DOLBY EX
DTS-ES Matrix
[3/2.1]
k
DTS [3/2.1] +
DOLBY EX
Ingangssignaal
Na enkele
seconden
Huidig decodeerproces
DTS-ES
Discrete [3/3.1]
k
DTS [3/2.1] +
DOLBY EX*
DTS 96/24
[3/2.1]
k
DTS [3/2.1] +
DOLBY EX
*
Als de middenachter-decodering voldoet aan de
eisen van Dolby Digital EX, decodeert dit
apparaat, bij decodering van een DTS-ES Discrete
[3/3.1] signaal, ook een DTS-ES Discrete [3/2.1]
signaal.
Zelf aanpassen van de
geluidsvelden
Aanpassen van het
geluidseffect
De aanpassingen die u maakt worden voor elk
geluidsveld afzonderlijk vastgelegd.
Ingangssignaal
Na enkele
seconden
Actueel decodeerproces
DOLBY
DIGITAL
[3/2.1]
k
DOLBY D
[3/2.1] + PLIIx
DOLBY
DIGITAL
SURROUND
EX
[3/2.1]
k
DOLBY D
[3/2.1] + PLIIx
DTS [3/2.1]
k
DTS [3/2.1] +
PLIIx
DTS-ES Matrix
[3/2.1]
k
DTS [3/2.1] +
PLIIx
DTS-ES
Discrete [3/3.1]
k
DTS [3/2.1] +
PLIIx**
DTS 96/24
[3/2.1]
k
DTS [3/2.1] +
PLIIx
**Als
Genieten van Surround Sound
x Als de actuele decodering
voldoet aan de eisen van Dolby
Pro Logic IIx
2,3,
4
2
de middenachter-decodering voldoet aan de
eisen van Dolby Pro Logic IIx, decodeert dit
apparaat, bij decodering van een DTS-ES Discrete
[3/3.1] signaal, ook een DTS-ES Discrete [3/2.1]
signaal.
1
Start de weergave van een
geluidsbron die is gecodeerd
met meerkanaals
surroundeffecten (DVD, enz.).
2
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"SURR SET UP" te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu "SURR
SET UP" te kiezen.
3
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om de gewenste parameter te
kiezen en druk daarna op de
navigatietoets.
wordt vervolgd
101NL
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden zie
onderstaande "SURR SET UP menuparameters".
4
Luister naar het weergegeven
geluid en pas de gekozen
parameter aan met behulp van
de navigatietoetsen B/b.
U kunt ook de +/– toets gebruiken om de
gekozen parameter bij te regelen.
5
Herhaal stap 3 en 4 om de
andere parameters aan te
passen.
Opmerking
De onderdelen die u in elk menu kunt instellen
kunnen, afhankelijk van de het geluidsveld variëren.
Bepaalde instelparameters kunnen slechts vaag, in
grijze letters, zichtbaar zijn.
SURR SET UP menuparameters
x EFFECT LEVEL _ _ _ %
(Effectniveau)
Oorspronkelijke instelling: 100%
Hoe hoger de gekozen waarde, des te meer
nadruk krijgt het surroundeffect. U kunt deze
waarde aanpassen van 20% tot 120% in stapjes
van 5%.
Voor geavanceerde SURR SET
UP menu-parameters
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE-menu op "ON" voor weergave
en aanpassingen van de volgende instellingen
(zie blz. 68).
x C. WIDTH L_C_R (Verdeling
middenkanaal)
Oorspronkelijke instelling: (3)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. Deze
parameter kunt u alleen instellen als de A.F.D.102NL
functie staat ingesteld op "PRO LOGIC II
MUSIC" of "PRO LOGIC IIx MUSIC" (zie
blz. 95).
U kunt de geluidssignalen van het
middenkanaal die de Dolby Pro Logic II
decodering oplevert, nauwkeurig verdelen
over de linker- en rechtervoorluidsprekers.
x DIMENSION F_ _S
(Dimensieregeling voor/achter)
Oorspronkelijke instelling: Middelpunt (0)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. Deze
parameter kunt u alleen instellen als de A.F.D.functie staat ingesteld op "PRO LOGIC II
MUSIC" of "PRO LOGIC IIx MUSIC" (zie
blz. 95).
U kunt het verschil tussen de voorkanalen en
de achterkanalen naar wens bijregelen.
x PANORAMA MODE
(Panoramische weergave)
Hiermee kunt u de nauwkeurige instellingen
maken voor het decoderen van Dolby Pro
Logic II en IIx Music signalen. Deze
parameter kunt u alleen instellen als de A.F.D.functie staat ingesteld op "PRO LOGIC II
MUSIC" of "PRO LOGIC IIx MUSIC" (zie
blz. 95).
• ON
Hiermee verruimt u het geluidsveld door het
geluid van de voorluidsprekers verder naar de
linkerkant en naar de rechterkant van uw
luisterpositie uit te breiden (panoramische
weergave).
• OFF
Hiermee vindt geen panoramische weergave
plaats.
x SCREEN DEPTH (Schermdiepte)
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
Cinema Studio EX geluidsvelden (zie blz. 96).
Hiermee kunt u in uw luisterkamer hetzelfde
effect bereiken als in een bioscoop, met de
indruk alsof het geluid direct komt vanuit het
scherm.
• ON
Hiermee verkrijgt u het geluidsveld van een
bijzonder groot scherm met een enorme
diepte.
• OFF
Deze functie is niet ingeschakeld.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
Cinema Studio EX geluidsvelden (zie blz. 96).
• ON
Voor de simulatie van virtuele luidsprekers.
• OFF
Om geen gebruik te maken van virtuele
luidsprekers.
x A.F.D. 2CH SW (Opwekken van
afzonderlijke laagfrequente
signalen)
Deze parameter is alleen beschikbaar als de
A.F.D. functie is ingesteld op "AUTO".
• CREATE
Hiermee zorgt u dat er laagfrequente signalen
worden afgesplitst voor weergave door de
subwoofer, wanneer er is gekozen voor
"A.F.D. AUTO".
• OFF
In deze instelling worden er geen
laagfrequentsignalen opgewekt.
Deze instellingen zijn van toepassing op alle
geluidsvelden.
2,3,
4
2
1
Start de weergave van een
geluidsbron die is gecodeerd
met meerkanaals
surroundeffecten (DVD, enz.).
2
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het menu
"LEVEL" te kiezen, druk daarna
op de navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"LEVEL" te kiezen.
3
Gebruik de navigatietoetsen V/v
om de gewenste parameter te
kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden zie "LEVEL
menu-parameters".
wordt vervolgd
103NL
Genieten van Surround Sound
x VIR.SPEAKERS (Virtuele
luidsprekers)
Niveau en balans van elke
luidspreker instellen
4
Luister naar het weergegeven
geluid en pas de gekozen
parameter aan met behulp van
de navigatietoetsen B/b.
U kunt ook de +/– toets gebruiken om de
gekozen parameter bij te regelen.
5
Herhaal stap 3 en 4 om de
andere parameters aan te
passen.
LEVEL menu-parameters
x TEST TONE (Testtoon)
Oorspronkelijke instelling: OFF
Zorgt dat de testtoon achtereenvolgens door
elk van de luidsprekers wordt weergegeven.
Bij instellen op "AUTO" wordt de testtoon
automatisch door elk van de luidsprekers
achtereen weergegeven. Bij instellen op "FIX"
kunt u kiezen welke luidspreker de testtoon
moet weergeven.
x FRONT L_ _R
(Voorluidsprekerbalans)
Oorspronkelijke instelling: middenstand (0)
Laat u de balans van de linker- en
rechtervoorluidsprekers bijregelen. Deze kunt
u instellen van –8 dB tot +8 dB in stapjes van
0,5 dB.
x CENTER xxx.x dB (Niveau van
middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
x SURROUND L xxx.x dB
(Niveau van de
linkerachterluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
104NL
x SURROUND R xxx.x dB
(Niveau van de
rechterachterluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
x SURR BACK xxx.x dB (Niveau
van de middenachterluidspreker)*
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
x SURR BACK L xxx.x dB
(Niveau van de linker
middenachterluidspreker)**
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
x SURR BACK R xxx.x dB
(Niveau van de rechter
middenachterluidspreker)**
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
x SUB WOOFER xxx.x dB
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –20 dB tot +10 dB in
stapjes van 0,5 dB.
x MULTI CH SW xxx dB (Niveau
van meerkanaals subwoofer)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de MULTI
CHANNEL INPUT subwoofer met +10 dB
verhogen. Deze instelling kan nodig zijn als u
een dvd-speler aansluit op de MULTI
CHANNEL INPUT-aansluitingen.
Het subwooferniveau zal bij een dvd-speler
ongeveer 10 dB lager zijn dan bij een superaudio-cd-speler.
*
Alleen als er voor de middenachterluidspreker
"SINGLE" is gekozen in het SPEAKER SET UPmenu (zie blz. 49).
**
Alleen als er voor de middenachterluidspreker
"DUAL" is gekozen in het SPEAKER SET UPmenu (zie blz. 49).
Opmerking
Voor geavanceerde LEVEL
menu-parameters
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE menu op "ON" voor weergave
en aanpassingen van de volgende instellingen.
De oorspronkelijke instelling is onderstreept
aangegeven.
x PHASE AUDIO (Fase-audio)
• ON
Zorgt dat de tweekanaals
voorluidsprekersignalen (in plaats van de
testtoon) beurtelings door twee aangrenzende
luidsprekers wordt weergegeven.
• OFF
x D.RANGE COMP. (Compressie
van het dynamische bereik)
Hiermee kunt u het dynamische bereik van een
geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen.
Dit kan handig zijn om ’s avonds laat een film
te bekijken; met het geluid zacht behoudt u
toch een rijke, volle klank. Compressie van het
dynamische bereik is alleen mogelijk met
Dolby Digital-signalen.
• OFF
Hierbij wordt het geluidsspoor normaal
weergegeven, zonder compressie.
• STD
Hierbij wordt het geluidsspoor weergegeven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus.
• MAX
Hiermee wordt het dynamische bereik
drastisch verkleind.
Tip
Met de dynamiekcompressie kunt u tijdens
weergave het dynamisch bereik van een
geluidsspoor comprimeren volgens de dynamiekinformatie vervat in het Dolby Digital-signaal. De
standaardinstelling is "STD", maar die geeft slechts
een geringe mate van compressie.
Daarom raden wij u aan de "MAX" compressie te
gebruiken. Hiermee wordt het dynamische bereik
drastisch beperkt, zodat u zonder bezwaar ook ’s
avonds laat kunt genieten van een film met zacht
ingesteld geluid. In tegenstelling tot analoge
compressiefuncties zijn de niveaus hierbij vooraf
bepaald, voor een natuurlijk klinkende compressie.
Opmerking
Bij vertoning van het menu van de receiver op het
televisiescherm is HDMI-geluidsweergave niet
mogelijk.
x PHASE NOISE (Fase-ruis)
• ON
Zorgt dat de testtoon beurtelings door twee
aangrenzende luidsprekers wordt
weergegeven.
• OFF
wordt vervolgd
105NL
Genieten van Surround Sound
Bij keuze van een van de volgende geluidsvelden zal
de subwoofer geen geluid weergeven als alle
luidsprekers staan ingesteld op het "LARGE"
formaat in het SPEAKER SET UP-menu. De
subwoofer zal echter wel geluid weergeven als het
digitale ingangssignaal een afzonderlijk L.F.E.
(Laag Frequent Effect) signaal bevat, of als voor de
voorluidsprekers of de achterluidsprekers het
formaat "SMALL" is gekozen.
• D.CONCERT HALL A
• D.CONCERT HALL B
• CHURCH
• JAZZ CLUB
• LIVE CONCERT
• STADIUM
• SPORTS
Geluidsvelden terugstellen op
de oorspronkelijke instellingen
1,2
2
1
Druk op de toets ?/1 om de
receiver uit te schakelen.
2
Houd nu de MUSIC toets
ingedrukt en druk op de toets
?/1.
De aanduiding "S.F. Initialize" verschijnt
op het display en alle geluidsvelden
worden teruggesteld op de
oorspronkelijke instellingen.
106NL
3
Geavanceerde
luidsprekersinstellingen
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om de gewenste parameter te
kiezen.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
Geavanceerde
instellingen
4
Zet het onderdeel "MENU EXPAND" in het
CUSTOMIZE menu op "ON" voor
geavanceerde instellingen.
Herhaal stap 2 en 3 om de
andere parameters aan te
passen.
x DISTANCE UNIT
(Afstandseenheid)
1,2,
3
1
1
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om het "SPEAKER
SET UP"-menu te kiezen en
druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"SPEAKER SET UP" te kiezen.
2
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om het gewenste
menuonderdeel te kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden, zie
"SPEAKER SET UP-parameters" op
bladzijde 47.
wordt vervolgd
107NL
Geavanceerde luidsprekersinstellingen
Hiermee kiest u de eenheid waarin de
afstanden van de luidsprekers worden
gemeten.
• feet (oorspronkelijke eenheid voor de
modellen met landcode UC)
De afstanden worden aangegeven in Engelse
voeten.
• meter (oorspronkelijke eenheid voor de
modellen met een andere landcode)
De afstanden worden aangegeven in meters.
x SP POSI. (Plaats van de
achterluidsprekers)
Hiermee kunt u de juiste plaats van de
achterluidsprekers kiezen voor de beste klank
van de surroundeffecten bij de Cinema Studio
EX geluidsvelden (zie blz. 96). Deze
parameters zijn niet instelbaar wanneer het
onderdeel "SURROUND SP" op "NO" is
gezet (zie blz. 48).
• SIDE/LOW
Kies deze instelling als uw achterluidsprekers
zich bevinden in het gebied aangegeven met
A en C.
• SIDE/HIGH
Kies deze instelling als uw achterluidsprekers
zich bevinden in het gebied aangegeven met
A en D.
• BEHD/LOW
Kies deze instelling als uw achterluidsprekers
zich bevinden in het gebied aangegeven met
B en C.
108NL
• BEHD/HIGH
Kies deze instelling als uw achterluidsprekers
zich bevinden in het gebied aangegeven met
B en D.
Tip
De parameter voor de plaats van de
achterluidsprekers is speciaal bestemd voor de beste
klank van de Cinema Studio EX geluidsvelden. Bij
de andere geluidsvelden is de plaats van de
achterluidsprekers niet zo kritiek.
Die geluidsvelden zijn ontworpen met het idee dat
de achterluidsprekers achter de luisterplaats zouden
staan, maar het geluidsveld blijft toch ook redelijk
goed in balans als de achterluidsprekers veel meer
aan de zijkant staan. Als de luidsprekers echter
direct van links en rechts op de luisteraan gericht
staan, zullen de geluidsvelden minder duidelijk
klinken, tenzij u de instelling "SIDE" kiest.
Toch hebben alle luistersituaties vele variabelen,
zoals de geluidsweerkaatsing van de wanden, dus u
kunt misschien betere resultaten verkrijgen met de
instelling "BEHD" als uw luidsprekers hoog boven
uw luisterplaats hangen, ook al is dat direct links en
rechts ervan.
Daarom raden wij u aan, ook al strookt het niet
precies met de bovenstaande uitleg, een meerkanaals
gecodeerde geluidsbron af te spelen en dan de
instelling te kiezen die de meest ruimtelijke klank
oplevert, met daarbij nog een goede samenhang
tussen het surroundgeluid van de achterluidsprekers
en het directe geluid van de voorluidsprekers. Als u
niet met zekerheid kunt zeggen welke instelling het
best klinkt, kiest u dan de instelling "BEHD" en
gebruik in dat geval de parameters voor
luidsprekerafstand en voor luidsprekerniveau om de
meest evenwichtige weergave te bereiken.
x SP CROSSOVER > _ _ _ Hz
(Luidspreker-kantelfrequentie)
Oorspronkelijke instelling: 100 Hz
Hiermee kunt u de kantelfrequentie voor de
lage tonen kiezen bij luidsprekers die als
"SMALL" staan aangemerkt in het SPEAKER
SET UP-menu. U kunt de kantelfrequentie
instellen van 40 Hz tot 200 Hz in stapjes van
10 Hz.
U kunt ook de toets MAIN MENU op de
receiver gebruiken om het menu
"EQUALIZER" te kiezen.
De toonregelaar
bijregelen
(van lage, midden- en hoge tonen)
In het geheugen van de toonregelaar kunt u
maximaal vijf verschillende
toonregelaarinstellingen (EQ PRESET [1][5]) vastleggen, die u vervolgens onmiddellijk
kunt oproepen met een druk op de toets. U
kunt dit voor elke luidspreker instellen.
Lage tenen
3
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om "EQ PRESET" te
kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
4
Middentonen Hoge tonen
Gebruik de navigatietoetsen B/b
om het toonregelaargeheugen te
kiezen dat u wilt aanpassen (EQ
PRESET [1]-[5]).
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
Niveau
(dB)
Gebruik de navigatietoetsen
V/v om de parameter te
kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
Voor nadere bijzonderheden zie
onderstaande "EQUALIZER menuparameters".
6
2,3,
4,5,
6
1
2
Luister naar het weergegeven
geluid en pas de gekozen
parameter aan met behulp van
de navigatietoetsen B/b.
U kunt ook de +/– toets gebruiken om de
gekozen parameter bij te regelen.
2
Start de weergave van een
geluidsbron die is gecodeerd
met meerkanaals
surroundeffecten (DVD, enz.).
Druk herhaaldelijk op de toets
MAIN MENU om "EQUALIZER"
te kiezen en druk daarna op de
navigatietoets.
7
Herhaal stap 5 en 6 om de
andere onderdelen aan te
passen.
EQUALIZER menu-parameters
x EQ PRESET (Vooringesteld
toonregelaar-keuze)
Hiermee kiest u het toonregelaargeheugen
([1]-[5]). Bij de instelling "OFF" is de
toonregelaar uitgeschakeld.
wordt vervolgd
109NL
Geavanceerde luidsprekersinstellingen
5
Frequentie Frequentie Frequentie
(Hz)
(Hz)
(Hz)
x FRONT BASS xxx dB
(Lagetonenniveau van
voorluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
x FRONT TREBLE xxx dB
(Hogetonenniveau van
voorluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
x CENTER BASS xxx dB
(Lagetonenniveau van
middenluidspreker)
x SURR/SB TRE. xxx dB
(Hogetonenniveau
achterluidsprekers/
middenachterluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
x PRESET x CLEAR
(Toonregelaargeheugen wissen)
Hiermee kunt u de bijgeregelde
toonregelaarinstellingen terugstellen op de
oorspronkelijke instelling. Zie voor nadere
bijzonderheden zie "De opgeslagen
toonregelaarinstellingen wissen".
Tip
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
Voor de voorluidsprekers kunt u de lage tonen en de
hoge tonen instellen met de BASS-regelaar en de
TREBLE-regelaar op de receiver.
x CENTER MID xxx dB
(Middentonenniveau van
middenluidspreker)
Toepassen van de bijgeregelde
toonregelaarinstellingen
1 Voer stap 1 tot 3 uit in "De toonregelaar
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
x CENTER MID xxx Hz
(Middentonenfrequentie van
middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 1 kHz
U kunt de frequentie instellen van 100 Hz tot
10 kHz in 5 stappen.
x CENTER TREBLE xxx dB
(Hogetonenniveau
middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
x SURR/SB BASS xxx dB
(Lagetonenniveau
achterluidsprekers/
middenachterluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Deze kunt u instellen van –10 dB tot +10 dB in
stapjes van 1 dB.
110NL
bijregelen" op bladzijde 109.
2 Gebruik de navigatietoetsen B/b om
(EQ PRESET [1]-[5]) te kiezen.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
De toonregelaar uitschakelen
Kies "EQ BANK [OFF]" in stap 4 in "De
toonregelaar bijregelen" op bladzijde 109.
De opgeslagen
toonregelaarinstellingen
wissen
1 Voer stap 1 tot 3 uit in "De toonregelaar
bijregelen" op bladzijde 109.
2 Gebruik de navigatietoetsen B/b om
het toonregelaargeheugen (EQ
PRESET [1]-[5]) te kiezen dat u wilt
wissen.
U kunt ook de knop +/– op de receiver
gebruiken.
3 Gebruik de navigatietoetsen V/v om
"PRESET x CLEAR" te kiezen.
U kunt ook de toets MENU op de receiver
gebruiken.
"x" is het nummer van het gekozen
toonregelaargeheugen.
4 Gebruik de navigatietoetsen B/b om
"YES" te kiezen en druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de knoppen +/– en MEMORY/
ENTER op de receiver gebruiken.
Ter bevestiging verschijnt de aanduiding
"Are you sure?" op het display.
5 Gebruik de navigatietoetsen B/b om
Geavanceerde luidsprekersinstellingen
"YES" te kiezen en druk daarna op de
navigatietoets.
U kunt ook de knoppen +/– en MEMORY/
ENTER op de receiver gebruiken.
Vervolgens verschijnt "PRESET x
CLEARED!" op het display en de
instellingen in het gekozen
toonregelaargeheugen worden gewist.
111NL
Gebruik van de afstandsbediening
Menulijst van de
afstandsbediening
(Bediening van de receiver)
Zie onderstaand schema voor de rangorde van
de lijsten. Voor nadere bijzonderheden hoe u
elke lijst kunt openen, zie bladzijde 58. Enkele
onderdelen hebben sublijsten die zichtbaar
worden als u op de toets > drukt (zie blz. 116).
Statusgegevens van cassettedeck A/B
Druk op
(zie blz. 58)
Beeld-/geluidsbronlijst van de 2de kijk-/luisterruimte
Beeld-/geluidsbronlijst van de 3de luisterruimte
Druk op
(RECEIVER-menu)
* Als COMMAND MODE is ingesteld op 2ND
ZONE wordt alleen de lijst ingangen van de 2de
kijk-/luisterruimte zichtbaar.
** Als COMMAND MODE is ingesteld op 3RD
ZONE wordt alleen de lijst ingangen van de 3de
luisterruimte zichtbaar.
112NL
Druk op
Lijst met geluidsvelden
(zie blz. 96)
Druk op
IR SET lijst
CATEGORY
lijst
MAKER
lijst
COMMON
lijst
MACRO
lijst 1/2
PROGRAM
lijst
CATEGORY
lijst
BUTTON
lijst
LEARNING
lijst
BUTTON
lijst
TV INPUT
lijst
MAKER
lijst
FUNCTION
lijst
Gebruik van de afstandsbediening
113NL
Na keuze van het cassettedeck
Een apparaat kiezen
Standaardprocedure voor het
kiezen van een apparaat
Volg onderstaande handelingen uit voor het
kiezen van een apparaat uit de beeld-/
geluidsbronlijst.
1
Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar.
De beeld-/geluidsbronlijst wordt
weergegeven. De onderdelen in de lijst
komen overeen met de aansluitingen op
de receiver.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om een apparaat uit de lijst te
kiezen, en druk daarna op de
toets om de keuze te
bevestigen.
Informatie over het apparaat wordt
zichtbaar op het display.
Tips
• U kunt de aanduiding van de categorie veranderen.
De aanduiding van de categorie laat u zien welk
soort apparaat daadwerkelijk is aangesloten op de
aansluitingen van de receiver. Als een apparaat is
aangesloten op aansluitingen, waarvoor deze
oorspronkelijk niet bedoeld zijn, kunt u aanduiding
van de categorie veranderen zodat deze
overeenkomt met het apparaat. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Programmeren van de
afstandsbediening" op bladzijde 120.
• U kunt instellen dat de afstandsbediening
automatisch een apparaat inschakelt als deze uit de
functielijst gekozen is. Voor nadere
bijzonderheden, zie "De automatische
inschakelfunctie gebruiken" op bladzijde 127.
• U kunt de beeld-/geluidsbronlijst zelf aanpassen.
114NL
Beweeg de keuze-/invoerknop om
cassettedeck A of B te kiezen.
Opmerking
Wanneer de afstandsbediening wordt gebruikt om
een cassettedeck van een ander merk dan Sony te
bedienen, is het mogelijk dat u niet kunt wisselen
tussen cassettedeck A en cassettedeck B.
Elk apparaat met behulp
van de afstandsbediening
bedienen
Bij programmering van de afstandsbediening
voor het bedienen van de volgende Sonyapparaten of van een ander merk, kunt u
gebruik maken van de met een stip aangegeven
afstandsbedieningstoetsen. Let er wel op dat u
sommige toetsen niet kunt gebruiken voor de
bediening van uw apparaat.
Tabel met bruikbare
bedieningstoetsen per apparaat
Apparaat Video-
Tv
recorder
Laserdiscspeler
Dvdspeler
Videocdspeler
Cdspeler
mini- Casset- DAT- Tuner Kabel- Satelliet- Projector
disctedeck cassetontvan- ontvanger
recorder (A en B) tedeck
ger
Toets
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
X
z
z
z
z
z
z
z
z
x
z
z
z
z
z
z
z
z
./>
z
z
z
z
z
z
z*
z
m/M
z
z
z
z
z
z
z
z
Navigatietoets
z
TOP MENU/
GUIDE
AV MENU
z
DISPLAY
z
z
*
Alleen cassettedeck
**Afhankelijk van het
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z**
EXIT
RETURN/
EXIT O
z
z
z
z
z
z
z
z
B.
apparaat niet beschikbaar.
Als u de inhoud van de beeld-/geluidsbronlijst
wilt veranderen om deze te laten
overeenstemmen met uw eigen apparatuur, zie
"Programmeren van de afstandsbediening" op
blz. 120.
wordt vervolgd
115NL
Gebruik van de afstandsbediening
AV ?/1
H
Tabel met SUB-menubedieningshandelingen
Druk herhaaldelijk op de toets > om een lijst
met bedieningshandelingen (SUB-menu),
waarvoor op de afstandsbediening geen
overeenkomstige toetsen zijn, zichtbaar te
maken. De inhoud van de lijst kan, afhankelijk
van het momenteel gekozen apparaat,
variëren. De volgende tabel laat de onderdelen
van elke lijst en de functie van elk onderdeel
zien.
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
Videorecorder
CH +
CH –
INPUT
SELECT
AUDIO
Voor verandering
van het
ingangssignaal van
de videorecorder.
Voor verandering
van de
geluidsweergave.
Onderdeel/- Functie
delen
Tv
CH +
CH –
Voor keuze van de
voorkeurzenders.
MUTING
Voor het dempen van
het geluid.
VOL +
De geluidssterkte
verhogen.
VOL –
De geluidssterkte
verlagen.
JUMP
Voor het wisselen
van de vorige en
huidige zender.
TV/VIDEO
Voor het veranderen
van de
ingangsfunctie van
het televisietoestel.
MPX/DUAL Voor het veranderen
van de
geluidsinstellingen.
WIDE
Voor het kiezen van
breedbeeldweergave.a)
Voor keuze van het
uitgangssignaal dat
via de
antenneaansluiting
van de videorecorder
(televisie- of
videosignaal)
uitgevoerd wordt.
P IN P
Voor het inschakelen
van de beeld-inbeeld-functie (PIPfunctie).b)
POSITION
Voor het veranderen
van de plaats van het
kleine
weergavebeeld.b)
SP/LP
Voor keuze van de
weergavesnelheid.
SWAP
REC
Voor het starten van
het opnemen.
Voor het omwisselen
van het kleine en
grote
weergavebeeld.b)
COUNTER/
REMAIN
Voor het zichtbaar
maken van de
verstreken of de
resterende
weergaveduur.
SUB CH +
Voor het kiezen van
de voorkeurzenders
van het kleine
weergavebeeld.b)
ANT TV/
VIDEO
116NL
Voor keuze van de
voorkeurzenders.
Apparaat
SUB CH –
SLEEP
Voor het inschakelen
van de slaaptimer.
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
Laserdiscspeler
SIDE Ac)
Voor het kiezen van
de A-zijde van de
disc.
Video-cdspeler
DISC SKIP + Voor keuze van een
disc.
DISC SKIP –
SIDE Bc)
Voor het kiezen van
de B-zijde van de
disc.
PROGRAM
Voor het
programmeren van
de tracks.
REPEAT
Dvd-speler
Voor herhaalde
weergave van de
huidige track of de
geprogrammeerde
tracks.
Voor het veranderen
van de
geluidsweergave.
ANGLE
Voor het veranderen
van de
camerahoeken.
SUBTITLE
Voor het veranderen
van de taal van de
ondertiteling.
SUBTITLE
ON OFF
Voor het in- en
uitschakelen van de
ondertiteling.
TIME
Voor het veranderen
van de tijdweergave.
SEARCH
MODE
Voor het veranderen
van de zoekfunctie.
CLEAR
Voor het terugkeren
naar continue
weergave, enz.
INDEX +
Voor keuze van een
index.
INDEX –
Voor het veranderen
van de tijdweergave.
INDEX +
Voor keuze van een
index.
INDEX –
Cd-speler
DISC
Voor keuze van een
disc.
DISC
Voor keuze van een
disc.d)
TRACK
Voor keuze van een
track.
CONTINUE Voor keuze van
continue weergave.
SHUFFLE
Voor keuze van
willekeurige
weergave.
PROGRAM
Voor keuze van
geprogrammeerde
weergave.
REPEAT
Voor keuze van
herhaalde weergave.
TIME
Voor het veranderen
van de tijdweergave.
DISC SKIP + Voor keuze van een
disc.
DISC SKIP –
DISC SKIP + Voor keuze van een
disc.
DISC SKIP –
SET UP
Voor weergave van
het instelmenu.
wordt vervolgd
117NL
Gebruik van de afstandsbediening
AUDIO
TIME
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
minidiscrecorder
DISC SKIP + Voor keuze van een
disc.
DISC SKIP –
DATcassettedeck
REPEAT
Voor het starten van
de herhaalde
weergave.
CLEAR
Voor het wissen van
een track in een
programma, enz.
REC
Om het opnemen in
de pauzestand te
zetten.
PRESET +
Voor keuze van de
voorkeurzender.
TIME
Voor het veranderen
van de tijdweergave.
CONTINUE Voor keuze van
continue weergave.
SHUFFLE
Voor keuze van
willekeurige
weergave.
PROGRAM
Voor keuze van
geprogrammeerde
weergave.
REPEAT
Voor keuze van
herhaalde weergave.
MENU/NO
Voor keuze van een
bewerking of om
deze te annuleren.
YES
Voor het uitvoeren
van een bewerking.
CLEAR
Voor het wissen van
een track in een
programma, enz.
REC
Om het opnemen in
de pauzestand te
zetten.
Cassettedeck REVERSE
PLAY
A-REC
B-REC
Voor weergave van
de andere kant.
Om het opnemen
met cassettedeck A
in de pauzestand te
zetten.
Om het opnemen
met cassettedeck B
in de pauzestand te
zetten.
PROGRAM/ Voor keuze van
START
geprogrammeerde
weergave.
118NL
Tuner
PRESET –
DIRECT
TUNING
Opent de functie
voor directe
afstemming.
FM/AM
Voor keuze van de
FM- of AMafstemband.
SHIFT
Voor het veranderen
de geheugenpagina.
Kabelontvanger
Satellietont- CH +
vanger (DSS)
CH –
Voor keuze van de
voorkeurzenders.
JUMP
Voor het wisselen
van de vorige en
huidige zender.
FAVORITE
Voor weergave van
het overzicht met
favoriete zenders.
CATEGORY Voor weergave van
het overzicht met de
categorieënlijst.
INDEX
Voor weergave van
het overzicht
voorkeurzenders.
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
Apparaat
Onderdeel/- Functie
delen
Satellietontvanger
(BST)
CH +
Projector
POWER ON Voor het inschakelen
van de projector.
CH –
Voor keuze van de
voorkeurzenders.
-/--
Voor keuze van
zenderkanaal 11 of
hoger.
MAIN/SUB
Voor het wisselen
van de eerste en de
tweede taal.
TV/RADIO
Voor het wisselen
van het
ingangssignaal van
het televisietoestel
en de radio.
POWER OFF Voor het
uitschakelen van de
projector.
Voor het
omschakelen naar
het ingangssignaal
van de INPUT Aaansluitingen.
INPUT B
Voor het
omschakelen naar
het ingangssignaal
van de INPUT Baansluitingen.
INPUT
VIDEO
Voor het
omschakelen naar
het ingangssignaal
van de VIDEOaansluitingen.
INPUT
SELECT
Voor het
omschakelen naar
het ingangssignaal
van de VIDEO INof S-VIDEO INaansluitingen.
MEMORY
Voor het vastleggen
van de aangepaste
informatie in het
geheugen.
BRIGHT +
Voor het aanpassen
van de helderheid.
BRIGHT –
CONTRAST + Voor het aanpassen
van het contrast.
CONTRAST –
ZOOM +
ZOOM –
SHIFT +
SHIFT –
FOCUS +
FOCUS –
Voor het aanpassen
van de
zoomvergroting van
het weergegeven
beeld.
Voor het aanpassen
van de verschuiving
van het weergegeven
beeld.
Voor het aanpassen
van de scherpstelling
van het weergegeven
beeld.
wordt vervolgd
119NL
Gebruik van de afstandsbediening
INPUT A
a)
Alleen van toepassing voor Sonybreedbeeldtelevisietoestellen.
b) Alleen van toepassing voor Sonytelevisietoestellen met een beeld-in-beeld-functie.
c)
Voor laserdisc-spelers van een ander merk dan
Sony wordt "DISC A/B" getoond.
d)
Alleen met een Sony-cd-wisselaar.
Opmerking
Bij programmering van de afstandsbediening voor
het bedienen van apparaten van een ander merk dan
Sony, moet u op het volgende letten:
– Als u een apparaat kiest is het mogelijk dat niet
alle onderdelen weergegeven worden.
– Het is mogelijk dat niet alle weergegeven
onderdelen functioneren.
Tip
U kunt vrijelijk de bedieningscodes toewijzen aan
SUB1 t/m SUB5. U kunt dat doen op het moment
van verzenden van de geleerde codes. Voor nadere
bijzonderheden, zie "Instellen van de
afstandsbedieningcodes die nog niet zijn opgeslagen
in de afstandsbediening" op bladzijde 124.
Instelhandelingen in het menu
van de dvd-speler of de
satellietontvanger uitvoeren
1 Kies de dvd-speler uit de beeld-/
Programmeren van de
afstandsbediening
U kunt de afstandsbediening aanpassen aan de
apparatuur die op deze receiver is aangesloten.
U kunt de afstandsbediening zelfs
programmeren voor de bediening van
apparatuur van een ander merk dan Sony, en
ook Sony-apparatuur waarvoor deze
afstandsbediening niet gemaakt is.
In onderstaande procedure wordt als
voorbeeld gebruik gemaakt van een Aiwa
videorecorder, aangesloten via de VIDEO 2
aansluitingen op deze receiver.
Let er op voordat u begint:
– Dat wijziging van de instelling van PHONO
niet mogelijk is.
– Dat de afstandsbediening alleen apparatuur,
die geschikt is voor ontvangst van draadloze
infraroodbedieningssignalen, kan bedienen.
Zorg er voor dat u de
afstandsbediening op de receiver
gericht houdt bij de uitvoering van
de volgende handelingen.
geluidsbronlijst.
2 Druk herhaaldelijk op de toets > om het
SUB-menu zichtbaar te maken.
Voor het tonen
van
Doet u het volgende
TOP MENU
Druk op de toets TOP
MENU.
DVD MENU
Druk op de toets AV
MENU.
SET UP
Stel in op "SET UP" in het
SUB-menu.
3 Bedien het menu van de dvd-speler
met behulp van de navigatietoets.
Let er op dat de instelling "DVD" is
gekozen in de CURSOR TYPE lijst.
Druk op de toets RETURN/EXIT O om het
menu te verlaten. Maak gebruik van de toets
AV MENU (zie blz. 16) om het dvd-menu
zichtbaar te maken.
120NL
1
2,3,
4,5
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "IR SET" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De IR SET-instellijst verschijnt.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om het ingangssignaal (d.w.z.
de naam van de aansluiting op
het achterpaneel van de
receiver, in dit geval "VIDEO 2")
te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
Programmeren van de toetsen
voor bediening van een
televisietoestel
1
2,3,
4,5
De lijst met categorieën verschijnt.
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de categorie (d.w.z. het
soort apparaat dat
daadwerkelijk is aangesloten
op de betreffende
aansluitingen, in dit geval
"VCR") te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
1
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "IR SET" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De IR SET-instellijst verschijnt.
Beweeg de keuze-/invoerknop
om het merk van het apparaat
(bijvoorbeeld "AIWA") te
kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
3
Kies "Sony" om de afstandsbediening te
programmeren voor de bediening van een
Sony-apparaat.
Het programmeren is nu voltooid.
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "TV-KEY" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De lijst met categorieën verschijnt.
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "TV" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De lijst met merken verschijnt.
5
Beweeg de keuze-/invoerknop
om het merk van het apparaat
(bijvoorbeeld "AIWA") te
kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
wordt vervolgd
121NL
Gebruik van de afstandsbediening
De lijst met merken verschijnt.
5
Druk op de toets RM SET UP.
Het programmeren annuleren
Beweeg de keuze-/invoerknop om "Exit" of
"Cancel" te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Enkele bedieningen
automatisch achter
elkaar uitvoeren
Het apparaat, waarvoor de
afstandsbediening
geprogrammeerd is, gebruiken
(Macrosturing)
Druk op de geprogrammeerde toets om
weergave van het gewenste ingangssignaal te
starten.
Tip
U kunt vrijelijk elk apparaat toewijzen aan de
onderdelen USER1 en USER2 in de IR SETinstellijst.
1 Voer stap 1 en 2 uit in "Programmeren van de
afstandsbediening".
2 Beweeg de keuze-/invoerknop om "USER1" of
"USER2" te kiezen, en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te bevestigen.
3 Ga verder vanaf stap 3 in "Programmeren van de
afstandsbediening" voor keuze van een categorie
en merk van het apparaat.
Met de macrosturing-functie kunt u een aantal
opeenvolgende infraroodbedieningscodes als
een enkele bedieningshandeling samenstellen.
Bijvoorbeeld, na het inschakelen van de
kamerverlichting en het aanzetten van de airco
geeft de receiver een aantal cd’s in volgorde
weer.
De afstandsbediening is voorzien van 2
macrolijsten (MACRO1 en MACRO2). In elke
macrolijst kunt u maximaal 16
infraroodbedieningscodes opnemen.
De opeenvolgende handelingen
programmeren
Opmerkingen
• Als u in "IR SET" een apparaat kiest waarvoor de
afstandsbediening al is geprogrammeerd, zullen de
geleerde toetsen voor dat apparaat gewist worden.
Als de toets, waarvan de geleerde bediening gewist
is, echter gebruikt wordt voor macrosturing, zal de
instelling van die toets veranderd worden in "NO
SET".
• U kunt één i.LINK-apparaat instellen.
• Afhankelijk van het apparaat waarvoor de
bediening van toepassing is, functioneren enkele
toetsen eventueel niet.
1
2,3,
4,5,
6,7
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "IR SET" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De IR SET-instellijst verschijnt.
122NL
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "MACRO1" (of "MACRO2")
te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
De programmanummerlijst verschijnt.
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om het nummer van de
macrostap (bijvoorbeeld "1-NO
SET") te kiezen, en druk daarna
op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen.
8
Herhaal stap 4 t/m 7 om
maximaal 16
infraroodbedieningscodes te
programmeren.
Als u klaar bent met het programmeren
van de infraroodbedieningscodes kies dan
"Exit" in stap 7.
Het programmeren annuleren
Beweeg de keuze-/invoerknop om "Exit" of
"Cancel" te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De lijst met categorieën verschijnt.
5
De lijst met merken verschijnt.
6
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de fabrikant te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De functielijst verschijnt.
7
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de
infraroodbedieningscode te
kiezen waarvoor deze actie wilt
uitvoeren en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
De lijst met de programmanummers
verschijnt.
De macrosturing starten
1 Druk op de INPUT SELECTORkeuzeschakelaar.
De beeld-/geluidsbronlijst wordt
weergegeven.
2 Beweeg de keuze-/invoerknop om
"MACRO1" of "MACRO2" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/invoerknop
om deze keuze te bevestigen.
Bij de uitvoering van de
infraroodbedieningscodes worden deze op
het display getoond.
Een geprogrammeerde
infraroodbedieningscode
wissen
1 Beweeg in stap 5 de keuze-/invoerknop
om "Common" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze-/invoerknop om "NO
SET" te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
wordt vervolgd
123NL
Gebruik van de afstandsbediening
Beweeg de keuze-/invoerknop
om het type van het apparaat
(bijvoorbeeld "VCR") te kiezen,
en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Uitvoering van
infraroodbedieningscodes
uitstellen
1 Beweeg in stap 5 de keuze-/invoerknop
om "Common" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen.
2 Beweeg de keuze-/invoerknop om
"WAIT TIME" te kiezen, en druk daarna
op de keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
3 Beweeg de keuze-/invoerknop om de
tijdsvertraging voor de uitvoering van
een infraroodbedieningscode te
kiezen, en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen. U kunt een tijdsvertraging
van 1 tot 10 seconden (in stapjes van
1 seconde) opgeven.
Instellen van de
afstandsbedieningcodes
die nog niet zijn
opgeslagen in de
afstandsbediening
Het is mogelijk om van een
afstandsbedieningcode, die niet overeenkomt
met een in de afstandsbediening vastgelegde
code, gebruik te maken met behulp van de
leerfunctie.
1
2,3,
4,6
Opmerkingen
• De uitvoering van macrosturing wordt geannuleerd
als u tijdens en voor de voltooiing van deze
uitvoering op een van de volgende toetsen drukt.
– AV ?/1
– ?/1
– SYSTEM STANDBY
– SOUND FIELD
– INPUT SELECTOR
– RM SET UP
• Als de macrosturing-functie niet op de juiste wijze
werkt, moet u tussen elke handeling een "WAIT
TIME" instellen.
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "LEARNING" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De beeld-/geluidsbronlijst wordt
weergegeven.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de functie, waarvoor u de
leerfunctie wilt toepassen, te
kiezen en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
De toetsenlijst verschijnt.
124NL
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de toets, waarvoor u de
leerfunctie wilt toepassen, te
kiezen en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
De aanduiding voor de leerfunctie wordt
op het display weergegeven.
5
Richt het zend-/
ontvanggedeelte van de
afstandsbediening op het
zend-/ontvanggedeelte van de
afstandsbediening waarvan de
bedieningscodes geleerd
moeten worden.
Beweeg de keuze-/invoerknop om terug te
gaan naar stap 3 en herhaal dan
bovenstaande procedure.
De leerfunctie annuleren
Beweeg de keuze-/invoerknop om "Exit" of
"Cancel" te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Een geleerde
bedieningsopdracht gebruiken
Als u een geleerde bedieningsopdracht wilt
gebruiken, drukt u op de betreffende toets om
de bediening uit te voeren.
Een geleerde
bedieningsopdracht wissen
1 Beweeg in bovengenoemde stap 6 de
Ongeveer 5 - 10 cm
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de instelling "Learning
Start" te kiezen, en druk daarna
op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen.
De aanduiding "Learning Now!!" wordt
zichtbaar.
7
Druk op de betreffende toets op
de afstandsbediening voor het
verzenden van de
afstandsbedieningcode.
Een enkele lichte druk op de toets is
voldoende. Na 3 tot 5 seconden kunt u op
het display aflezen of het leerproces
succesvol is verlopen. Als het leerproces
succesvol is verlopen wordt de
aanduiding "Learning OK!", het aantal
toetsen en de voor het leerproces
verbruikte geheugenruimte getoond.
Als het leerproces niet succesvol is
verlopen wordt de reden op de derde regel
aangegeven.
2 Beweeg de keuze-/invoerknop om de
instelling "Yes" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen. De
aanduiding "Cleared!!" verschijnt.
Opmerkingen
• De symbolen die voor de toetsnaam worden
afgebeeld, geven het volgende aan.
x: al geleerd
*: voorgeprogrammeerd
• In stap 4 kunnen de geleerd toetsen rechtstreeks
gekozen worden. Als u op de toets druk waarvoor
u de leerfunctie wilt toepassen, wordt in de lijst
naar dezelfde toets gesprongen.
• De leerfunctie kan toegepast worden op de SUBmenu’s. SUB1–SUB5 kunnen geleerd worden.
• U kunt namen invoeren voor SUB1–SUB5.
1 Beweeg in bovengenoemde stap 6 de keuze-/
invoerknop om "NAME" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/invoerknop om deze keuze
te bevestigen.
wordt vervolgd
125NL
Gebruik van de afstandsbediening
6
keuze-/invoerknop om "Clear" te
kiezen, en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen. De aanduiding "Clear?"
verschijnt.
2 Beweeg de keuze-/invoerknop om een naam
samen te stellen en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om de tekenkeuze te bevestigen
(maximaal 8 tekens).
+/–: Kies een teken
</>: Beweeg de cursor
Insert: Voeg een spatie in
Delete: Wis een teken
• U kunt maximaal 80 toetsen programmeren voor
de leerfunctie. Het kan in sommige gevallen
voorkomen dat programmering niet mogelijk is,
zelfs als u nog geen 80 toetsen geprogrammeerd
heeft.
• Als u in "IR SET" een apparaat kiest waarvoor de
afstandsbediening al is geprogrammeerd, zullen de
geleerde toetsen voor dat apparaat gewist worden.
Als de aangeleerde bedieningsfunctie van de toets
wordt gewist en deze toets wordt tevens gebruikt
voor macrosturing, dan herkrijgt deze toets echter
weer zijn oorspronkelijke instelling.
De gehele inhoud van het
geheugen van de
afstandsbediening
wissen
1
2,3,
4
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "ALL CLEAR" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De ALL CLEAR lijst wordt zichtbaar.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de instelling "Yes" te
kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
De aanduiding "CLEAR OK?!"
verschijnt.
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "Yes" te kiezen en druk
daarna op de keuze-/
invoerknop.
De gehele inhoud van het geheugen van
de afstandsbediening (zoals alle
ingestelde gegevens) wordt gewist.
126NL
Om de ingang in de beeld-/
geluidsbronlijst te laten zien
Andere handelingen
De beeld-/geluidsbronlijst zelf
aanpassen
U kunt de afstandsbediening dusdanig
instellen dat alleen de in de beeld-/
geluidsbronlijst gebruikte ingangen getoond
worden.
1
2,3
De automatische
inschakelfunctie gebruiken
Als de automatische inschakelfunctie is
ingeschakeld, worden audio/video-apparatuur
en televisietoestellen van Sony automatisch
ingeschakeld, en wordt het televisietoestel
ingesteld op de gekozen ingangsfunctie. Deze
functie is alleen beschikbaar voor Sonyapparatuur.
1
2,3,
4
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "INPUT LIST" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De INPUT LIST lijst verschijnt.
De aanduiding "*" voor de naam van de
ingang betekent dat de ingang in de
beeld-/geluidsbronlijst wordt
weergegeven.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om een ingang te kiezen die
niet in de beeld-/
geluidsbronlijst zal worden
weergegeven, en druk daarna
op de keuze-/invoerknop om
deze keuze te bevestigen.
De aanduiding "*" voor de gekozen
ingang verdwijnt.
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "AUTO POWER" te kiezen,
en druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De AUTO POWER lijst verschijnt.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "On" of "Off" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Als u "On" kiest verschijnt de TV INPUT
lijst.
wordt vervolgd
127NL
Gebruik van de afstandsbediening
1
In stap 3 druk herhaaldelijk op de keuze-/
invoerknop totdat de aanduiding "*" weer
verschijnt.
4
Beweeg de keuze-/invoerknop
om de het videoingangssignaal van de televisie
te kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
Als u een componentvideo-ingang wilt
kiezen, moet u TV-COMPO1 of 2 kiezen.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "On" of "Off" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
Het contrast van het display
bijregelen
Opmerkingen
• Omschakelen naar het VIDEO1–6 ingangssignaal
gebeurt niet automatisch op alle Sonytelevisietoestellen. Dat komt omdat sommige
televisietoestellen niet in staat zijn om
onmiddellijk na ingeschakeld te zijn,
afstandsbedieningcodes te kunnen ontvangen.
• Als u in stap 3 voor de instelling "(Off)" kiest,
wordt het ingangssignaal voor de televisie niet
omgeschakeld.
De achtergrondverlichting in- of
uitschakelen
Bij iedere druk op een toets van de
afstandsbediening wordt de
achtergrondverlichting ingeschakeld. Door het
opvolgen van onderstaande procedure voor het
uitschakelen van de achtergrondverlichting
wordt de levensduur van de batterijen verlengd.
1
2,3
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "BACK LIGHT" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
De BACK LIGHT lijst verschijnt.
128NL
U kunt het contrast van het display bijregelen.
1
2,3
1
Druk op de toets RM SET UP.
De instellijst wordt zichtbaar.
2
Beweeg de keuze-/invoerknop
om "CONTRAST" te kiezen, en
druk daarna op de keuze-/
invoerknop om deze keuze te
bevestigen.
3
Beweeg de keuze-/invoerknop
om het teken "+" of "–" te
kiezen, en druk daarna op de
keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
Bij iedere druk op de toets verandert het
contrast van het display. Om het
bijregelen af te sluiten, beweeg de keuze/invoerknop om "Exit" te kiezen, en druk
daarna op de keuze-/invoerknop om deze
keuze te bevestigen.
Bij het indrukken van een geldige toets
dooft het indicatorlampje eventjes en gaat
daarna weer branden. Alleen de eerste
beeld-/geluidsbronkeuze-toets die
ingedrukt wordt zal vastgelegd worden.
Bijvoorbeeld: Druk op de toets VIDEO 2.
De toetstoewijzing
veranderen (alleen voor
de RM-US106A)
U kunt de fabrieksinstellingen van de beeld-/
geluidsbronkeuze-toetsen in overeenstemming
met de apparatuur in uw systeem veranderen.
Als u bijvoorbeeld een laserdisc-speler
aansluit op de VIDEO 2 aansluitingen van de
receiver, kunt u de toets VIDEO 2 van deze
afstandsbediening instellen voor de bediening
van de laserdisc-speler.
U moet er echter wel op letten dat u de
instelling van de toets TUNER niet kunt
wijzigen.
1
3
Raadpleeg onderstaande tabel
en druk op de beeld-/
geluidsbronkeuze-toets van de
gewenste categorie.
Bij het indrukken van een geldige toets
dooft het indicatorlampje.
Bijvoorbeeld: Druk twee keer op de toets
DVD.
4
Druk op de toets SOURCE.
De nieuwe toewijzing is vastgelegd.
Het indicatorlampje gaat twee keer
branden en dooft daarna.
Druk in elke stap op de toets RM SET UP.
Tip
2,3
4
Als de handelingen niet succesvol zijn verlopen
knippert het indicatorlampje vier keer en de
afstandsbediening verlaat automatisch de functie
voor toetstoewijzing. In dit geval wordt de nieuwe
toewijzing niet vastgelegd en de vorige instelling
blijft intact.
Opmerkingen
1
Houdt de toets RM SET UP
langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Het indicatorlampje gaat branden.
2
• Als u tijdens stap 2 t/m 4 niet binnen 60 seconden
op een toets drukt, verlaat de afstandsbediening
automatisch de functie voor toetstoewijzing. Begin
weer opnieuw bij stap 1.
• Als u in stap 3 vaker op dezelfde toets drukt dan het
aantal voor keuze beschikbare categorieën, wordt
alleen de laatste categorie vastgelegd als de nieuwe
toewijzing.
Druk op de beeld-/
geluidsbronkeuze-toets
waarvan u de toewijzing wilt
wijzigen.
wordt vervolgd
129NL
Gebruik van de afstandsbediening
Annuleren
Geldige toetsen en de
overeenkomstige categorieën
Overeenkomstige Druk op
categorieën
VTR-1
een keer op VIDEO 1
VTR-2
een keer op VIDEO 2
VTR-3
een keer op VIDEO 3
VTR-4
twee keer op VIDEO 1
VTR-5
twee keer op VIDEO 2
VTR-6
twee keer op VIDEO 3
Dvd-speler
een keer op DVD
Laserdisc-speler
twee keer op DVD
TV
een keer op TV/SAT
SAT
twee keer op TV/SAT
Cassettedeck A
een keer op TAPE
Cassettedeck B
twee keer op TAPE
Minidiscrecorder
een keer op MD/DAT
DAT-cassettedeck
twee keer op MD/DAT
Cd-speler 1
een keer op SA-CD/CD
Cd-speler 2
twee keer op SA-CD/
CD
Cd-speler 3
drie keer op SA-CD/CD
Video-cd-speler
op VIDEO 1 en daarna
op SA-CD/CD
Alle toetstoewijzingen van de
afstandsbediening wissen
Houdt de toets RM SET UP ingedrukt en druk
daarna op de toets ?/1.
De fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening worden hersteld.
130NL
Aanvullende informatie
Menulijst (LEVEL/SURR SET UP/EQUALIZER/TUNER/SPEAKER SET UP/
CUSTOMIZE/CIS/STREAM INFO)
Met de menulijst zijn verschillende configuraties mogelijk. De menulijst wordt door een druk op
de toets MENU zichtbaar.
Menu
Onderdeel
Instelparameter
De oor- Zie
spronbladkelijke
zijde
instelling
LEVEL
TEST TONE [xxx]
OFF, AUTO, FIX
OFF
*PHASE NOISE [xxx]
OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL,
SL/L, SR/L
OFF
*PHASE AUDIO
OFF, L/C, C/R, R/SL, R/SR, SR/SL,
SL/L, SR/L
OFF
FRONT L--- ---R
8,0 dB (in stapjes van 0,5 dB)
0 dB
CENTER [xxx.x dB]
–20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
zie blz.
51, 104
– 105
SURROUND L [xxx.x dB] –20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
SURR BACK [xxx.x dB]
Aanvullende informatie
SURROUND R [xxx.x dB] –20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
–20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
SURR BACK L [xxx.x dB] –20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
SURR BACK R [xxx.x dB] –20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
SUB WOOFER [xxx.x dB] –20,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
0,5 dB)
MULTI CH SW [xxx]
SURR SET
UP
0 dB, +10,0 dB
0 dB
D. RANGE COMP. [xxx]
OFF, STD, MAX
OFF
*C.WIDTH L----C----R
8 stappen
3
*DIMENSION F------S
7 stappen
Midden
*PANORAMA MODE [_ _ _] OFF, ON
OFF
EFFECT LEVEL _ _ _%
20% t/m 120% (in stapjes van 5%)
100%
*SCREEN DEPTH [_ _ _]
ON, OFF
ON
*VIR. SPEAKERS [_ _ _]
ON, OFF
ON
*A. F. D. 2CH SW [xxx]
CREATE, OFF
OFF
zie blz.
102 –
103
wordt vervolgd
131NL
Menu
Onderdeel
EQUALIZER EQ PRESET [x]
Instelparameter
De oor- Zie
spronbladkelijke
zijde
instelling
1, 2, 3, 4, 5, OFF
1
FRONT BASS [xxx.x dB]
–10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
1 dB)
FRONT TREBLE [xxx.x
dB]
–10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
1 dB)
zie blz.
109
CENTER BASS [xxx.x dB] –10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
1 dB)
CENTER MID [xxx.x dB] –10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
1 dB)
CENTER MID [xxx.x kHz] 100 Hz, 300 Hz, 1,0 kHz, 3,0 kHz,
10 kHz
1.0 kHz
CENTER TREBLE [xxx.x –10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
dB]
1 dB)
SURR/SB BASS [xxx.x
dB]
–10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
1 dB)
SURR/SB TRE. [xxx.x dB] –10,0 dB t/m +10,0 dB (in stapjes van 0 dB
1 dB)
TUNER
PRESET x CLEAR [xxx]
YES, NO
NO
FM MODE
MONO, STEREO
STEREO zie blz.
78 – 82
YES, NO
YES
NAME IN? [xxx]
SPEAKER
SET UP
SP EASY SET UP [xxx]
SPEAKER PATTERN [xxx] 2-0, 2-1, 3-0, 3-1, 4-0, 4-1, 5C0, 5C1,
5-0, 5-1, 6C0, 6C1, 6-0, 6-1, 7-0, 7-1
SUB WOOFER [xxx]
NO, YES
YES
FRONT SP [xxx]
SMALL, LARGE
LARGE
CENTER SP [xxx]
NO, SMALL, LARGE
LARGE
SURROUND SP [xxx]
NO, SMALL, LARGE
LARGE
SURR BACK SP [xxx]
2ND ZONE, NO, SINGLE, DUAL
DUAL
FRONT x.xmeter
1,0 m t/m 7,0 m (in stapjes van 0,1 m) 3.0 meter
CENTER x.xmeter
1,0 m t/m 7,0 m (in stapjes van 0,1 m) 3.0 meter
SURROUND x.xmeter
1,0 m t/m 7,0 m (in stapjes van 0,1 m) 3.0 meter
SURR BACK x.xmeter
1,0 m t/m 7,0 m (in stapjes van 0,1 m) 3.0 meter
SUB WOOFER x.xmeter
1,0 m t/m 7,0 m (in stapjes van 0,1 m) 3.0 meter
*DISTANCE UNIT [xxx]
meter, feet
meter
*SP POSI [xxx]
SIDE/LOW, SIDE/HIGH, BEHD/
LOW, BEHD/HIGH
SIDE/
LOW
*SP CROSSOVER > xxxHz 40 Hz t/m 200 Hz (in stapjes van 10 Hz) 100 Hz
132NL
zie blz.
47 – 50
zie blz.
107 –
108
Menu
Onderdeel
CUSTOMIZE MENU EXPAND [xxx]
De oor- Zie
spronbladkelijke
zijde
instelling
Instelparameter
OFF, ON
OFF
SB DECODING [xxx]
OFF, AUTO, ON
AUTO
SB DEC MODE [xxx]
DDEX, PLIIx MV, PLIIx MS
PLIIx
MV
DEC. PRIORITY [xxx]
PCM, AUTO
AUTO
DUAL MONO [xxx]
MAIN/SUB, MAIN, SUB,
MAIN+SUB
MAIN
A/V SYNC [xxxms]
0 ms t/m 200 ms
0 ms
9.1 CH SP SYSTEM
YES, NO
NO
MULTI IN5.1 t 7.1 [xxx]
YES, NO
YES
DC PHASE L. [xxx]
OFF, LOW-A, STD-A, HIGH A,
LOW-B, STD-B, HIGH-B
STD-A
i. POWER [xxx]
AUTO, EVER ON
AUTO
H. A. T. S. [xxx]
OFF, ON
ON
i.LINK VIDEO ASSIGN?
NONE, VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO NONE
3, DVD, TV/SAT, HDMI 1, HDMI 2
zie blz.
68 - 73
DIGITAL ASSIGN?
VIDEO3, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
VIDEO3
DVD COAX
DVD, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
DVD
DVD OPT
DVD, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
DVD
TV/SAT COAX
TV/SAT, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
TV/SAT
TV/SAT OPT
TV/SAT, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
TV/SAT
MD/DAT OPT
MD/DAT, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
MD/DAT
SA-CD COAX
SA-CD, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
SA-CD
SA-CD OPT
SA-CD, VIDEO1, VIDEO2, TAPE
SA-CD
Aanvullende informatie
VIDEO 3 OPT
COMPONENT V. ASSIGN?
DVD
NONE, VIDEO1, VIDEO2, VIDEO3, DVD
DVD, TAPE, MD/DAT, SA-CD/CD
TV/SAT
NONE, VIDEO1, VIDEO2, VIDEO3, TV/SAT
TV/SAT, TAPE, MD/DAT, SA-CD/CD
HDMI VIDEO ASSIGN?
HDMI 1
NONE, VIDEO1, VIDEO2, VIDEO3, NONE
DVD, TV/SAT, TAPE, MD/DAT,
SA-CD/CD
HDMI 2
NONE, VIDEO1, VIDEO2, VIDEO3, NONE
DVD, TV/SAT, TAPE, MD/DAT,
SA-CD/CD
HDMI AUDIO
AMP, TV+AMP
AMP
wordt vervolgd
133NL
Menu
Onderdeel
Instelparameter
De oor- Zie
spronbladkelijke
zijde
instelling
HDMI POWER
AUTO, EVER ON
AUTO
VIDEO CONVERT
ON, OFF
ON
PROGRESSIVE OUT
ON, OFF
OFF
VIDEO BRIGHTNESS [xx] 1, 2, 3, ·4, 5, 6, 7
·4
VIDEO COLOR [xx]
1, 2, 3, ·4, 5, 6, 7
·4
VIDEO HUE [xx]
1, 2, 3, ·4, 5, 6, 7
·4
COLOR SYSTEM [xxx]
(Alleen voor de modellen met
landcode CEL)
NTSC, PAL
PAL
OSD H. POSITION [xxx]
0 t/m 64 (in stapjes van 0,1)
4
OSD V. POSITION [xxx]
0 t/m 32 (in stapjes van 0,1)
4
DIMMER
0%, 60%, 100%
0%
USER PRESET MEM. ? [x]
1, 2, 3
1
2ND ZONE
SOURCE, VIDEO1, VIDEO2,
VIDEO3, DVD, TV/SAT, TAPE,
MD/DAT, SA-CD/CD, TUNER
SOURCE zie blz.
85
3RD ZONE
SOURCE, VIDEO1, VIDEO2,
VIDEO3, DVD, TV/SAT, TAPE,
MD/DAT, SA-CD/CD, TUNER
SOURCE
INSTALLER MODE
OFF, ON
OFF
12V TRIG. MAIN
OFF, CTRL, ZONE, INPUT
OFF
12V TRIG. 2ND
OFF, CTRL, ZONE, MAIN
OFF
12V TRIG. 3RD
OFF, CTRL, ZONE, MAIN
OFF
NAME IN? [xxx]
CIS
STREAM INFO STREAM=xxxxxx
zie blz.
75
* Het onderdeel wordt alleen getoond als "MENU EXPAND" in het CUSTOMIZE menu is ingesteld op "ON".
134NL
Verklarende woordenlijst
x A.F.D. (Auto Format Direct)
Een functie waarbij het geluidssignaal dat
binnenkomt automatisch wordt waargenomen
en waarvoor de juiste decodeerfunctie wordt
gekozen. Met deze functie wordt het geluid
precies weergegeven zoals het werd
opgenomen/gecodeerd, zonder toevoeging van
enig geluidseffect.
x A/V SYNC
Als de beeldweergave naijlt ten opzichte van
de geluidsweergave kunt u hiermee de
geluidsweergave vertragen, om beeld en
geluid precies synchroon te laten lopen.
x Bemonsteringsfrequentie
x Componentvideo
Een formaat voor de overdracht van
videosignalen door middel van drie
gescheiden signalen: luminantie (Y),
chrominantie-rood (Pr) en chrominantieblauw (Pb). De overdracht van beeldmateriaal
van hoge kwaliteit, zoals dvd-video of HDTVbeelden, is veel beter. De drie aansluitingen
zijn gemarkeerd in de kleuren groen, blauw en
rood.
Digitale audio codeer/decodeer-techniek
ontwikkeld door Dolby Laboratories, Inc. Het
bestaat uit voor- (L/R), midden-, achter- (L/R)
en subwooferkanalen. Het is een
overeengekomen audionorm voor dvd-video
en is ook bekend als 5.1-kanaals surround.
Aangezien opname en weergave van
surroundinformatie in stereo plaats vindt, is de
geluidsweergave natuurgetrouwer en met een
vollere klank dan bij Dolby Surround.
x Dolby Digital Surround EX
Akoestische techniek ontwikkeld door Dolby
Laboratories, Inc. Informatie van het
middenachter-audiokanaal wordt volgens een
matrix weggeschreven in de normale linker- en
rechterachterkanalen zodat het geluid als 6.1kanaals weergegeven kan worden. In het
bijzonder actiescènes worden met een
dynamischer en natuurgetrouwer geluidsveld
nagebootst.
x Dolby Pro Logic II
Met deze techniek wordt tweekanaals stereo
opgenomen geluid omgezet voor 5.1-kanaals
weergave. Er is een MOVIE-functie voor films
en een MUSIC-functie voor stereobronnen,
zoals muziek. De geluidsweergave van oude
films, die opgenomen zijn met het traditionele
stereogeluid, kan verbeterd worden door het
5.1-kanaals surroundgeluid.
x Dolby Pro Logic IIx
Een techniek voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals)
geluidsweergave. Samen met Dolby Digital
Surround EX gecodeerd geluid, is 5.1-kanaals
Dolby Digital gecodeerd geluid geschikt voor
7.1-kanaals (of 6.1-kanaals) geluidsweergave.
Bovendien is het bestaande stereogeluid ook
geschikt voor 7.1-kanaals (of 6.1-kanaals)
geluidsweergave.
x Composietvideo
Een formaat voor de overdracht van
videosignalen. Het luminantiesignaal Y en het
het chrominantiesignaal C worden
samengevoegd overgebracht.
wordt vervolgd
135NL
Aanvullende informatie
Om analoge geluidssignalen om te zetten naar
digitale, moeten deze gekwantificeerd worden.
Dit proces wordt bemonsteren genoemd en het
aantal keer per seconde waarop kwantificatie
van het analoge geluidssignaal plaatsvindt is
de zogenaamde bemonsteringsfrequentie. Een
standaard muziek-cd bevat gegevens die
44.100 keer per seconde gekwantificeerd zijn,
hetgeen een bemonsteringsfrequentie van 44,1
kHz oplevert. In het algemeen betekent een
hogere bemonsteringsfrequentie een betere
geluidskwaliteit.
x Dolby Digital
x Dolby Surround (Dolby Pro
Logic)
Een geluidsbewerkingstechniek ontwikkeld
door Dolby Laboratories, Inc. Midden- en
mono-audiokanalen worden volgens een
matrix weggeschreven als twee stereoaudiokanalen. Het geluid wordt gecodeerd en
weergegeven als 4-kanaals surroundgeluid.
Dit is de meest algemene methode voor
geluidsbewerking van dvd-video.
x Downmixen
Een methode voor meerkanaals
geluidsweergave, zoals 5.1-kanaals, van
geluid dat in twee audiokanalen gecodeerd is.
x DSD (Direct Stream Digital)
Het geluidsformaat in gebruik bij super-audiocd. Met de DSD-techniek wordt het analoge
signaal omgezet naar een digitale en
rechtstreeks zonder enige geluidsbewerking,
en dus zonder informatieverlies, opgenomen.
Hierdoor is weergave en opname van geluid
met een hoge kwaliteit mogelijk.
x DTS 96/24
Een standaard voor digitale geluidsignalen van
hoge kwaliteit. Het geluid wordt opgenomen
met een bemonsteringsfrequentie en een
bitsnelheid van 96 kHz/24 bit dat voor een
dvd-video de hoogst bereikbare waarden zijn.
Het aantal weergavekanalen is afhankelijk van
de software.
x DTS Neo:6
Deze techniek zet in tweekanaals stereo
opgenomen geluid om voor 6.1-kanaals
weergave. U kunt in overeenstemming met de
door u gewenste weergavebron uit twee
functies kiezen, CINEMA voor films en
MUSIC voor stereobronnen, zoals muziek.
x DTS Digital Surround
Digitale audio codeer/decodeer-techniek voor
bioscopen ontwikkeld door Digital Theater
Systems, Inc. DTS past minder compressie toe
dan Dolby Digital, waardoor een
geluidsweergave van een hogere kwaliteit
geleverd wordt.
136NL
x DTS-ES
Formaat voor 6.1-kanaals geluidsweergave
met ingesloten middenachter-audiokanaal. Er
zijn twee decodeerfuncties, "Discrete 6.1" met
6.1 gescheiden geluidssporen, en "Matrix 6.1"
waarbij het middenachterkanaal volgens een
matrix weggeschreven wordt in de
linkerachter- en rechterachterkanalen. Het is
ideaal voor de weergave van filmgeluid.
x Dynamische bereik
De weergavecapaciteit van audiosignalen. Het
verschil tussen het laagst mogelijke (zachtste)
en het hoogst mogelijke (hardste)
geluidsniveau dat kan worden weergegeven,
uitgedrukt in decibel (dB). Een hogere
decibelwaarde betekent dat het geluid zachter
of harder weergegeven kan worden.
x HDMI (High-Definition
Multimedia Interface)
Een techniek die ontworpen is door aanpassing
van de DVI-verbindingstechniek (Digital
Visual Interface) voor audio/video-apparatuur.
Deze interface kan video-, audio- en
bedieningssignalen overbrengen.
x i.LINK
Een andere term voor het IEEE 1394-protocol,
een methode voor dataoverdracht tussen een
computer en randapparatuur. Dit is een nieuwe
interface die een eenvoudige verbinding met
een enkele kabel tussen weergaveapperaat en
een versterker mogelijk maakt. De overdracht
van 5.1-kanaals informatie is digitaal zodat
een heldere geluidsweergave mogelijk is.
x Ingangsstroom
Een digitaal ingangssignaal dat extra
informatie bevat over het formaat of kanaal,
zoals Dolby Digital 5.1-gegevens, DTS 5.1gegevens, enz.
x Interlacing
Een beeldverversingsmethode waarbij
beurtelings de helft van de beeldlijnen op het
beeldscherm van een televisie of videomonitor
60 keer per seconde ververst wordt. Eerst één
voor één alle oneven lijnen, vervolgens alle
daartussen liggende even lijnen.
Technische begrippen
x Cinema Studio EX
x S-VIDEO-signaal
x Gelijkstoomfase-gelijkrichter
Een formaat voor overdracht van
videosignalen. S-video maakt gebruik van een
enkele kabel en twee kanalen, een voor het
luminantie Y en de andere voor het
chrominantiesignaal C. Dit levert een betere
beeldkwaliteit bij opname en weergave op dan
bij composietvideosignalen.
Bij analoge eindversterkers treden
faseverschuivingen op bij frequenties lager
dan enkele tientallen Hz. Deze
faseverschuiving treedt niet op bij digitale
eindversterkers zodat deze een vlakke
fasekarakteristiek hebben. De in de handel
verkrijgbare luidsprekers zijn ontworpen voor
gebruik met analoge versterkers en daardoor
komen de prestaties bij lage frequenties niet
overeen met de karakteristieken van een
digitale versterker. S-Master PRO is in staat
om door een digitale bewerking de
fasekarakteristieken van analoge versterkers
x Kantelfrequentie
De frequentie waarbij twee
luidsprekerfrequenties samenvallen.
x L.F.E. (Low Frequency Effects)
Geluidseffecten bij lage frequenties in Dolby
Digital, DTS, enz., voor weergave met een
subwoofer. Door het toevoegen van zeer lage
tonen met een frequentie tussen 20 en 120 Hz,
wordt de geluidsweergave krachtiger.
x LINC
De afkorting voor Logical Interface
Connection.
x PCM (Pulse Code Modulation)
Een methode voor het omzetten van analoog
naar digitaal geluid om op eenvoudige wijze
naar digitaal geluid te kunnen luisteren.
x Progressief
wordt vervolgd
137NL
Aanvullende informatie
Een beeldverversingsmethode waarbij alle
beeldlijnen achtereenvolgens ververst worden,
dit in tegenstelling tot interlacing, waarbij
beurtelings slechts de helft van de beeldlijnen
ververst wordt.
Een surroundgeluidsfunctie die beschouwd
kan worden als de optelsom van de Digital
Cinema Sound technieken en die
bioscoopgeluid nabootst door gebruik te
maken van drie technieken: "Virtual Multi
Dimensions", "Screen Depth Matching" en
"Cinema Studio Reverberation".
"Virtual Multi Dimensions", de technologie
met virtuele luidsprekers, creëert een virtuele
multi-surroundomgeving met behulp van
werkelijke luidsprekers tot 7.1 kanalen (met
9.1-kanaals luidsprekers wordt "Virtual Multi
Dimensions" automatisch uitgeschakeld), en
bootst de surroundgeluidervaring van een
bioscoop met de laatste snufjes bij u huis na.
"Screen Depth Matching" (aanpassen
schermdiepte) verzwakt de weergave van hoge
tonen en levert een volklinkend geluid met
diepte zoals in een bioscoop, waar het geluid
meestal vanachter het bioscoopscherm wordt
uitgezonden. Dit wordt toegevoegd aan de
voor- en midden-audiokanalen.
"Cinema Studio Reverberation" (bioscoop/
opnamestudio nagalm) bootst het
kenmerkende geluid van filmmuziekstudio’s
na, met inbegrip Sony Pictures Entertainment
opnamestudio. Afhankelijk van het soort
studio zijn drie instellingen A/B/C
beschikbaar.
na te maken om een bij lage frequenties
gebruikelijke geluidsweergave te produceren.
x Digital Cinema Sound (DCS)
Unieke geluidsweergave-techniek voor
thuisbioscopen, ontwikkeld door Sony in
samenwerking met Sony Pictures
Entertainment, om thuis te kunnen genieten
van het opwindende en krachtige
bioscoopgeluid. Met deze "Digital Cinema
Sound" ontwikkeld door de gegevens van een
DSP (digitale signaalbewerking) en
daadwerkelijke metingen te integreren, kunt u
thuis luisteren naar het ideale geluidsveld,
zoals bedoeld door de makers van de film.
x Digital Concert Hall (digitale
concertzaal)
"Digital Concert Hall" geeft een rijker geluid
bij de weergave van tweekanaals bronnen,
zoals cd’s, enz. Met behulp van 5.1-kanaals of
7.1-kanaals luidsprekers en de techniek voor
virtuele luidsprekers, kunnen ruimtelijk
nagalm en geluidsweerkaatsingen nagebootst
worden wat een rijker en duidelijker aanwezig
geluid oplevert. Het geluidsveld van een
concertzaal kan nagebootst worden door de
geometrische analyse van een concertzaal en
de nauwkeurige modellering van de
weerkaatste geluiden en nagalm die voortkomt
uit gegevens van daadwerkelijke metingen.
Geluidskenmerken zoals geluidssterkte en
frequentieweergave worden in beschouwing
genomen en uitgerekend door de DSP (Digital
Signal Processor) voor het toevoegen van
nagalm. De geluidsweergave bezit een
natuurlijke en aangename resonantie, net zoals
de geluidsweergave in een concertzaal.
x Pulse Height Volume
(pulshoogte geluidssterkte)
Pulse Height Volume, een van de
voorzieningen van de S-Master PRO techniek,
regelt het geluidsvolume door sturing van de
pulshoogte. Met deze methode is er geen
informatieverlies en de geluidskwaliteit is
hoger dan wanneer de geluidssterkte op
digitale wijze geregeld wordt.
138NL
x "S-Master"
Deze receiver is voorzien van een "S-Master"
volledig digitale versterker – een unieke, door
Sony ontworpen digitale versterker met de
volgende kenmerken.
1: Volledige digitale bewerkingen
De signalen worden volledig digitaal bewerkt
en passeren nooit het analoge circuit. Dit heeft
als resultaat dat het bewerkingsproces altijd
schoon en nauwkeurig verloopt, en op het
signaalpad niet aangetast kan worden door
ruisstoringen, wat bij analoge bewerking vaak
het geval is. Bovendien is bewerking door SMaster zowel eenvoudig als snel, waardoor er
altijd een geluidsweergave is van hoge
kwaliteit, zelfs bij aanvoer van geluidssignalen
met veel informatie, zoals bij super-audiocd’s.
2: Lage warmteafgifte
Een ander voordeel van de S-Master techniek
is lage warmteafgifte. Het S-Master
bewerkingsproces genereert niet de
hoeveelheid hitte die door een analoge
versterking gegenereerd wordt. Dit betekent
niet alleen dat de S-Master efficiënter is maar
dat de geluidskwaliteit niet aangetast wordt
door de aanwezigheid van hitte die de
uiteindelijke vorming van geluidsgolven kan
verstoren.
Opstellen
Voorzorgsmaatregelen
Voor uw veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terechtkomen, trekt u dan de stekker
van de receiver uit het stopcontact en laat het
apparaat eerst nakijken door bevoegd
vakpersoneel, voordat u het weer in gebruik
neemt.
Stroomvoorziening
Ontwikkeling van warmte
Tijdens gebruik wordt het apparaat warm,
maar dit is geen defect. Bij langdurig gebruik
van dit apparaat en vooral met een hoge
geluidssterkte kunnen de boven-, onder- en
zijpanelen na verloop van tijd behoorlijk heet
worden. Om te voorkomen dat u zich brandt,
mag u de behuizing niet aanraken.
Bediening
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt
u eerst de receiver uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde zeepeplossing.
Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen
en ook geen oplosmiddelen zoals alcohol of
wasbenzine.
Mocht u verder nog vragen of problemen met
de bediening van de receiver hebben, aarzel
dan niet contact op te nemen met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
139NL
Aanvullende informatie
• Controleer, voordat u de receiver in gebruik
neemt, of de bedrijfsspanning van het
apparaat overeenkomt met de plaatselijke
netspanning.
De bedrijfsspanning staat vermeld op het
naamplaatje op het achterpaneel van de
receiver.
• Het apparaat blijft op de voeding
aangesloten zolang de stekker in het
stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf
is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
u denkt de receiver geruime tijd niet te
gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit
het stopcontact te trekken; trek nooit aan het
snoer.
• (Alleen voor de modellen met landcode UC)
Een van de stekkerpoten van het netsnoer
kan dikker zijn dan de andere, om te zorgen
dat de stekker slechts op één manier in het
stopcontact past. Mocht de stekker echter
niet in het stopcontact passen, raadpleeg dan
uw audio-handelaar.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een
erkend servicecentrum worden vervangen.
• Zet de receiver op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
de inwendige onderdelen te koelen, in het
belang van een langdurige betrouwbare
werking.
• Plaats de receiver niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd
plaatsen met veel stof, en mechanische
trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de
ventilatieopeningen zou kunnen blokkeren,
in het belang van een storingsvrije werking.
• Plaats de receiver niet dichtbij apparatuur
zoals een televisietoestel, videorecorder of
een cassettedeck. (Als de receiver gebruikt
samen gebruikt wordt met een
televisietoestel, videorecorder of een
cassettedeck, en daarbij te dicht geplaatst is,
kan er ruis optreden en de beeldkwaliteit
aangetast worden. Bij gebruik van een
binnenantenne is de kans hierop groot. Wij
raden u daarom aan om een buitenantenne te
gebruiken.)
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de receiver een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u
dan de controlepunten even door om het
probleem te verhelpen. Als een probleem niet
te verhelpen is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven, van
geen enkele geluidsbron.
• Controleer of de receiver en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME
knop niet op –∞ dB staat.
• Controleer of de SPEAKERS schakelaar
niet op "OFF" staat (zie blz. 51).
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de demping
ongedaan te maken.
Een bepaalde geluidsbron is niet te
horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is
aangesloten op de audioingangsaansluitingen voor dat apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitkabels stevig in de aansluitingen
zitten, zowel bij de receiver als bij de
geluidsbron zelf.
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op de
PHONES stekkerbus om te controleren of
de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft.
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon
slechts via één kanaal geluid te horen is,
kan er iets mis zijn met de aansluitingen
van het weergaveapparaat op de receiver.
Controleer dan of alle stekkers van de
aansluitkabel aan beide zijden, op de
receiver en de geluidsbron zelf, stevig in
de aansluitingen zijn gestoken. Als bij de
aangesloten hoofdtelefoon wel via beide
140NL
kanalen geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van de
voorluidsprekers op de receiver.
Controleer dan de aansluitingen van de
luidspreker die geen geluid geeft.
• Controleer of u geen mono geluidsbron
hebt aangesloten op alleen de linker (L)- of
rechter (R)-aansluiting. Gebruik een
mono-stereo verloopsnoer (niet
bijgeleverd) en sluit dit aan op zowel de
linker (L)- als de rechter (R)-aansluiting.
Overigens zal een middenluidspreker geen
geluid voortbrengen wanneer er een
bepaald geluidsveld (PRO LOGIC, enz.) is
gekozen. En als er voor de
middenluidspreker "NO" is gekozen,
zullen alleen de linker- en
rechtervoorluidsprekers geluid
voortbrengen.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Controleer of er wel is ingesteld op de
juiste geluidsbron met de INPUT
SELECTOR-keuzeschakelaar.
• Controleer of de SPEAKERS schakelaar
niet op "OFF" staat (zie blz. 51).
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de demping
ongedaan te maken.
• Als u alleen heel zacht geluid hoort,
controleert u dan of de NIGHT MODEcompressie is ingeschakeld (zie blz. 98).
• De automatische beveiliging van de
receiver is in werking getreden. Schakel de
receiver uit, verhelp de kortsluiting en
schakel het apparaat weer in.
Er wordt geen geluid weergegeven van
analoge tweekanaals geluidsbronnen.
• Controleer of de functie DIGITAL
ASSIGN niet is gebruikt om de audioingang van een andere bron toe te wijzen
aan de gekozen ingangsbron (zie blz. 61).
• Controleer of de INPUT MODE-toets niet
op "COAXIAL FIXED" of "OPTICAL
FIXED" staat voor de gekozen
ingangsbron (zie blz. 60).
• Controleer of de MULTI CH IN-functie
wel is ingeschakeld.
Geen geluidsweergave als er ingesteld
is op i.LINK.
• Controleer of de i.LINK-apparaat op de
juiste wijze is aangesloten.
• Controleer of bij gebruik van de SCDXA9000ES ingesteld staat op de
uitgangssignalen van de i.LINKaansluiting.
• Als u twee of meer weergaveapparaten
bedient, is geluidsweergave eventueel niet
mogelijk. Zet in dat geval de speler, die u
niet gebruikt, in de stopstand en kies nog
een keer de gewenste speler voor
weergave, door op de toets i.LINK te
drukken.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn
verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL-menu.
Er is veel brom of ruis.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitkabels uit de buurt van
een transformator of een motor en
tenminste 3 meter van een televisietoestel
of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in
de buurt van een ingeschakeld
televisietoestel.
• Sluit een aardingsdraad aan op de U
SIGNAL GND-aardaansluiting (alleen als
een platenspeler is aangesloten).
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitingen
vuil. Veeg ze schoon met een doekje met
wat spiritus of zuivere alcohol.
wordt vervolgd
141NL
Aanvullende informatie
Er klinkt geen geluid bij afspelen van
digitale geluidsbronnen (via de
COAXIAL- of OPTICALingangsaansluiting).
• Controleer of de functie DIGITAL
ASSIGN niet is gebruikt om de audioingang van een andere bron toe te wijzen
aan de gekozen ingangsbron (zie blz. 61).
• Controleer of de INPUT MODE-toets niet
op "ANALOG 2CH FIXED" staat (zie
blz. 60). Controleer of de INPUT MODE toets niet staat ingesteld op "COAXIAL
FIXED" voor een geluidsbron die is
aangesloten op de OPTICALingangsaansluiting, of op "OPTICAL
FIXED" voor een geluidsbron die is
aangesloten op de COAXIALingangsaansluiting.
• Controleer of de MULTI CH IN-functie
wel is ingeschakeld.
Het audio-ingangssignaal van de
HDMI-aansluiting wordt niet uitgevoerd
door de versterker of de
televisieluidspreker die op deze
receiver is aangesloten.
• Controleer de instelling van HDMI
AUDIO in het CUSTOMIZE-menu (zie
blz. 72).
• Controleer de HDMI-verbinding.
• Er is geen geluidsweergave als het menu
van de receiver op het televisiescherm
zichtbaar is. Druk op de toets ON
SCREEN om het menu uit te schakelen.
• Geluidsweergave van een super-audio-cd
via een HDMI-verbinding is niet mogelijk.
• Het weergaveapparaat moet eventueel nog
ingesteld worden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met
elk apparaat.
De middenluidspreker brengt geen
geluid voort.
• Zorg dat de geluidsveldfuncties zijn
ingeschakeld (druk op de A.F.D., MOVIE
of MUSIC toets).
• Kies een van de CINEMA STUDIO EX
geluidsvelden (zie blz. 96).
• Stel de geluidssterkte van de
luidspreker(s) wat hoger in (zie blz. 51).
• Zorg dat de parameter voor het
middenluidspreker-formaat staat ingesteld
op "SMALL" of "LARGE" (zie blz. 48).
De achterluidsprekers/
middenachterluidsprekers brengen
niet of nauwelijks geluid voort.
• Zorg dat de geluidsveldfuncties zijn
ingeschakeld (druk op de A.F.D., MOVIE
of MUSIC toets).
• Kies een van de CINEMA STUDIO EX
geluidsvelden (zie blz. 96).
• Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
wat hoger in (zie blz. 51).
• Zorg dat de parameter voor het
achterluidspreker-formaat staat ingesteld
op "SMALL" of "LARGE" (zie blz. 48).
De middenachterluidsprekers brengen
geen geluid.
• Sommige discs bevatten niet het vereiste
Dolby Digital Surround EX vlagsignaal,
ook al staat op de verpakking wel een
Dolby Digital Surround EX loge. In dat
geval stel de middenachterluidsprekers in
op "ON" (zie blz. 99).
• De geluidsveldfuncties werken niet voor
signalen met een bemonsteringsfrequentie
van meer dan 48 kHz.
Er wordt geen Dolby Digital of DTS
meerkanaals-geluid weergegeven.
• Controleer of de afgespeelde dvd, enz.,
wel is voorzien van Dolby Digital of DTS
meerkanaalsgeluid.
• Bij aansluiten van een dvd-videospeler,
enz., op de digitale ingangsaansluitingen
van deze receiver moet u ook zorgen dat de
audioinstellingen (voor de
geluidsweergave) van het aangesloten
apparaat goed zijn ingesteld.
Het opnemen lukt niet.
• Controleer of de betrokken apparaten op
de juiste wijze zijn aangesloten.
• Kies de op te nemen geluidsbron met de
INPUT SELECTOR-keuzeschakelaar.
De FM-radio-ontvangst klinkt niet
goed.
• Installeer een FM-buitenantenne en sluit
deze aan op de receiver met een 75-ohm
coaxiale kabel (niet bijgeleverd), zoals
hieronder aangegeven. Als u de receiver
aansluit op een buitenantenne dient deze
zorgvuldig geaard te worden, ter
bescherming tegen blikseminslag. Sluit de
aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit
uiterst gevaarlijk.
FM-buitenantenne
De subwoofer brengt geen geluid
voort.
• Als er voor alle luidsprekers de stand
"LARGE" is gekozen en bovendien het
"Neo:6 Cinema", of "Neo:6 Music"
geluidsveld is gekozen, zal de subwoofer
geen geluid voortbrengen.
Het surroundeffect werkt niet.
• Zorg dat de geluidsveldfuncties zijn
ingeschakeld (druk op de A.F.D., MOVIE
of MUSIC toets).
142NL
Receiver
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
Naar een aardingspunt
Het afstemmen op een radiozender lukt
niet.
• Controleer of de antennes op de juiste
wijze zijn aangesloten. Verstel zonodig de
antennes en sluit een buitenantenne aan.
• Mogelijk is de signaalsterkte te gering
voor ontvangst (bij gebruik van de
automatische zoekafstemming). Gebruik
de directe afstemming.
• Zorg dat het afsteminterval juist ingesteld
(bij het afstemmen op AM-radiozenders
met directe afstemming).
• Er zijn nog geen zenders vooringesteld of
de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit
het geheugen gewist (bij gebruik van de
geheugenafstemming). Leg de gewenste
zenders in het afstemgeheugen vast (zie
blz. 80).
• Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie op het display verschijnt.
De gewenste RDS-informatie wordt niet
aangegeven.*
• Neem contact op met de radiozender om
uit te vinden of ze de betreffende dienst
inderdaad verzorgen. Ook als dat normaal
wel zo is, dan nog kan een bepaalde dienst
tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Op het televisiescherm of de
videomonitor is geen beeld of slechts
een onduidelijk beeld zichtbaar.
• Stel de receiver op de juiste beeld-/
geluidsbron in.
• Stel het televisietoestel in op de gewenste
beeldweergave.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in
de buurt van een ingeschakeld
televisietoestel.
Het beeldmateriaal van de
COMPONENT VIDEO OUT is verminkt.
• Bij de instelling "ON" van het
menuonderdeel PROGRESSIVE OUT en
bij uitvoer van de signalen via
COMPONENT VIDEO OUT-aansluiting,
wordt beeldmateriaal van andere signalen
dan 480-lijns interlaced, verminkt
doorgegeven. Stel PROGRESSIVE OUT
in op "OFF".
• Er is geen beeldweergave van andere
signalen dan 480-lijns interlaced van de
COMPONENT VIDEO, als die
uitgevoerd zijn vanaf de HDMI-, SVIDEO- of VIDEO-aansluitingen. (Met
andere woorden, de receiver kan geen
componentvideosignalen omzetten.) Zorg
voor een 480-lijns interlaced
componentvideo-ingangssignaal.
• Gebruik een videostekker voor het
apparaat en stel PROGRESSIVE OUT in
op "OFF", als u andere signalen dan 480lijns interlaced componentvideoingangssignalen afgeeft.
Het video-ingangssignaal van de HDMIaansluiting wordt niet uitgevoerd door
de versterker of de televisieluidspreker
die op deze receiver is aangesloten.
• Controleer de kabelverbinding.
• Het weergaveapparaat moet eventueel nog
ingesteld worden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzing die bijgeleverd is met
elk apparaat.
wordt vervolgd
143NL
Aanvullende informatie
De RDS-informatiefuncties werken
niet.*
• Zorg dat u goed bent afgestemd op een
FM-RDS-zender.
• Stem af op een FM-zender die krachtiger
doorkomt.
• Wijs op juiste wijze de componentvideoingangen toe.
• Bij upsampling van het ingangssignaal
met deze receiver moet het ingangssignaal
overeenkomen met de ingang.
Het MULTI CHANNEL DECODINGlampje gaat niet blauw branden.
• Controleer of het weergaveapparaat is
aangesloten op een digitale aansluiting en
of de receiver op de juiste wijze is
ingesteld op het ingangssignaal.
• Controleer of het digitale audiouitgangssignaal van de gekozen
ingangsbron niet, met behulp van de
DIGITAL ASSIGN functie, is toegewezen
aan het ingangssignaal van een ander
apparaat (zie blz. 61).
• Controleer of het ingangssignaal van het
gebruikte systeem geschikt is voor het
meerkanaals audioformaat.
• Controleer of het weergaveapparaat is
ingesteld op meerkanaals
geluidsweergave.
Afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet.
• Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor voorop de
receiver.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de receiver.
• Als de batterijen in de afstandsbediening
leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle
door nieuwe.
• Zorg dat de bedieningsfunctie van de
receiver overeenkomt met die van de
afstandsbediening. Als de
bedieningsfunctie van de receiver niet
overeenkomt met die van de
afstandsbediening, zal de receiver niet
reageren op de afstandsbediening (zie
blz. 45).
• Let er op dat u op de afstandsbediening de
juiste beeld-/geluidsbron hebt gekozen.
• Als de aanduiding "2ND ZONE" of "3RD
ZONE" verschijnt, of als de geluidsvelden
niet volledig weergegeven worden, moet u
controleren of de afstandsbediening op de
juiste wijze is ingesteld voor de bediening
van de receiver (alleen voor de RMAAE003).
144NL
• Bij de bediening van een apparaat van een
ander merk dan Sony, kan het voorkomen
dat de afstandsbediening, afhankelijk van
het model en fabrikaat van het apparaat,
niet op de juiste wijze functioneert (alleen
voor de RM-AAE003).
* Alleen voor de modellen met landcode CEL.
Foutmeldingen
Als er een storing optreedt, toont het display
een code van twee cijfers en een mededeling.
Aan de mededeling kunt u de toestand van het
systeem aflezen. Lees de onderstaande
beschrijvingen om het probleem op te lossen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
DECODE ERROR/CHECK CODE 01
Een signaal wordt ingevoerd dat de receiver
niet kan decoderen (bijv. DTS-CD) terwijl
het onderdeel "DEC. PRIORITY" in het
CUSTOMIZE menu is ingesteld op "PCM".
Schakel dan over naar "AUTO" (zie blz. 68).
PROTECTOR/CHECK CODE 11
De luidsprekers krijgen een onregelmatige
stroom door. Schakel de receiver uit, en
controleer of de draad in de
luidsprekerkabel niet de receiver of andere
luidsprekers aanraakt, en schakel het
apparaat weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 12
Het versterkergedeelte is oververhit geraakt.
Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn
afgedekt. Schakel de receiver uit, laat het
apparaat een tijdje afkoelen en schakel het
dan weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 13
Het voedingsgedeelte is oververhit geraakt.
Controleer of de ventilatiesleuven niet zijn
afgedekt. Schakel de receiver uit, laat het
apparaat een tijdje afkoelen en schakel het
dan weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 14
Schakel de receiver uit, en controleer of de
draad in de luidsprekerkabel niet de receiver
of andere luidsprekers aanraakt, en schakel
het apparaat weer in.
PROTECTOR/CHECK CODE 21
Schakel de receiver uit en raadpleeg uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
PROHIBITED/CHECK CODE 71
Geluidsweergave door de receiver is in
verband met copyrightbeveiliging niet
mogelijk.
UNKNOWN SIGNAL/CHECK CODE 72
De receiver is niet geschikt voor weergave
van het ingangssignaal.
LOOP CONNECT/CHECK CODE 74
• De i.LINK-verbinding is circulair
aangesloten (lus of loop).
• Controleer de aansluiting (zie blz. 28).
Versterkergedeelte
Voor de modellen met landcode UC of TW:
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo
weergave1)
(8 ohm, van 20 Hz –
20 kHz, THV 0,15%):
170 W + 170 W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
weergave
(4 ohm, van 20 Hz –
20 kHz, THV 0,15%):
170 W + 170 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, van 20 Hz –
20 kHz, THV 0,15%):
FRONT2): 170 W + 170 W
CENTER2): 170 W
SURR2): 170 W + 170 W
SURR BACK2): 170 W +
170 W
Referentie-uitgangsvermogen
(4 ohm, van 20 Hz –
20 kHz, THV 0,15%):
FRONT2): 170 W + 170 W
CENTER2): 170 W
SURR2): 170 W + 170 W
SURR BACK2): 170 W +
170 W
Pagina’s met aanwijzingen voor
het wissen van het geheugen
van de receiver
Voor wissen van
Leest u
Alle geheugeninstellingen
blz. 43
De zelf aangepaste
geluidsvelden
blz. 106
wordt vervolgd
145NL
Aanvullende informatie
BUSFULL/CHECK CODE 73
Aangezien de i.LINK-verbinding bezet is
met uitgangssignalen van andere
aangesloten apparatuur, is er geen
overdracht van de geluidssignalen.
• Stop de uitvoer van uitgangssignalen van
andere aangesloten apparatuur (Schakel
het apparaat uit of druk op de toets STOP,
enz.). Druk op i.LINK op de receiver en
kies nog een keer het weergaveapparaat.
Technische gegevens
Voor de modellen met landcode CEL, KR of CN:
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo
weergave1)2)
(8 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
170 W + 170 W
Referentie-uitgangsvermogen bij stereo
weergave2)
(4 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
170 W + 170 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
FRONT2): 170 W + 170 W
CENTER2): 170 W
SURR2): 170 W + 170 W
SURR BACK2): 170 W +
170 W
Referentie-uitgangsvermogen
(4 ohm, van 1 kHz, THV
0,7%):
FRONT2): 170 W + 170 W
CENTER2): 170 W
SURR2): 170 W + 170 W
SURR BACK2): 170 W +
170 W
1)
Afhankelijk van de geluidsveldinstellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
2)
Gemeten onder de volgende omstandigheden:
Landcode
Stroomvoorziening
UC
120 V AC, 60 Hz
TW
110 V AC, 60 Hz
CEL
230 V AC, 50/60 Hz
KR
230 V AC, 60 Hz
CN
230 V AC, 50 Hz
Frequentiebereik
PHONO
RIAAaanpassingskromme ±0,5
dB
Eindversterker
10 Hz – 50 kHz
± 3 dB (8 ohm)
146NL
Ingangen (Analoog)
PHONO
Gevoeligheid: 2,5 mV
Impedantie: 50 kohm
Signal-ruisverhouding:
86 dB (A, 20 kHz LPF)
MULTI CHANNEL
INPUT 1/2, SA-CD/
CD, TAPE, MD/DAT,
DVD, TV/SAT,
VIDEO 1/2/3
Gevoeligheid: 150 mV
Impedantie: 50 kohm
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
Ingangen (Digitaal)
SA-CD/CD, DVD
(Coaxiaal)
Impedantie: 75 kohm
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
SA-CD/CD, DVD,
TV/SAT, MD/DAT,
VIDEO 3 (Optisch)
Signal-ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangen
TAPE, MD/DAT
(REC OUT),
VIDEO 1/2
(AUDIO OUT)
Spanning: 150 mV
Impedantie: 1 kohm
FRONT L/R,
CENTER,
SURROUND L/R,
SURROUND BACK
L/R, SUB WOOFER
Spanning: 2 V
Impedantie: 1 kohm
EQUALIZER
Versterking
±10 dB, in stapjes van
1 dB
FM-afstemgedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Antenne
FM-draadantenne
Antenaansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Gevoeligheid
Mono:
18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm
Stereo:
38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid
11,2 dBf, 1 µV/75 ohm
Signal-ruisverhouding
Mono:
76 dB
Stereo:
70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono:
0,3%
Stereo:
0,5%
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz,
+0,5/–2 dB
Selectiviteit
60 dB bij 400 kHz
AM-afstemgedeelte
3)
U kunt het AM-afsteminterval als volgt
omschakelen tussen 9 kHz en 10 kHz. Stem af op
een AM-zender en schakel de receiver uit. Houd
nu de PRESET TUNING + of TUNING + toets
ingedrukt en druk weer op de ?/1 schakelaar.
Houd er rekening mee dat bij het omschakelen van
de afstemschaal alle voorkeurzenders uit het
geheugen verdwijnen. Om de afstemschaal terug
te zetten op 10 kHz (of 9 kHz), herhaalt u deze
procedure.
Ingangen/uitgangen
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
S-video:
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
COMPONENT VIDEO:
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
PB/CB/B-Y: 0,7 Vt-t, 75
ohm
PR/CR/R-Y: 0,7 Vt-t, 75
ohm
80 MHz HD doorlaat (Als
PROGRESSIVE OUT is
ingesteld op "OFF")
i.LINK-gedeelte
Aantal pennen
4 pennen
Transmissiesnelheid S200 (Maximale
datatransmissiesnelheid
200 Mbps)
Transmissieprotocol
A/M-transmissieprotocol
Formaat (ingang)
super-audio-cd* (DSD
PLAIN)
tweekanaals lineair PCM
(IEC-60958-3)
Bemonsteringsfrequentie:
44,1 kHz
* Voldoet aan de kopieerbeveiligingstechniek van
DTLA (Revisie 1.3).
Algemeen
Stroomvoorziening
Landcode
Stroomvoorziening
UC
120 V AC, 60 Hz
CEL
230 V AC, 50/60 Hz
TW
110 V AC, 60 Hz
KR
220 V AC, 60 Hz
CN
220 V AC, 50 Hz
Stroomverbruik
Landcode
Stroomverbruik
UC, CEL, TW, KR, 250 W
CN
UC
300 VA
Stroomverbruik (in de stand-by-stand)
1W
wordt vervolgd
147NL
Aanvullende informatie
Afstembereik
Voor de modellen met landcode UC:
530 – 1.710 kHz3)
(Bij 10-kHz
afsteminterval)
531 – 1.710 kHz3)
(Bij 9-kHz afsteminterval)
Modellen met andere landcodes:
531 – 1.602 kHz
(Bij 9-kHz afsteminterval)
Antenne
Raamantenne
Bruikbare gevoeligheid
50 dBµ/m (Bij 1.000 kHz
of 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding
54 dB (Bij 50 mV/m)
Harmonische vervorming
0,5% (50 mV/m, 400 Hz)
Selectiviteit
Bij 9 kHz:
35 dB
Bij 10 kHz:
40 dB
Videogedeelte
Netstroomuitgangen
Landcode
Netstroomuitgangen
UC
2 uitschakelbaar, maximaal
120 W/1A
CEL
1 uitschakelbaar, maximaal
100 W
KR, TW, CN
– (geen netstroomuitgang)
Afmetingen
Gewicht (ca.)
430 × 175 × 470 mm
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
23,5 kg
Bijgeleverde accessoires
FM-draadantenne (1)
AM-raamantenne (1)
Netsnoer (1)
Afstandsbediening RM-AAE003 (1)
LR6 (AA-formaat) batterijen (3)
Afstandsbediening RM-US106A (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Voor nadere bijzonderheden over de
landcode van uw uitvoering zie bladzijde 3.
Ontwerp en technische gegevens kunnen
zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
148NL
Index
Symbolen
U SIGNAL GND-aardaansluiting 30, 42
Cijfers
2CH STEREO 93
2-kanaals 93
5.1-kanaals 19
7.1-kanaals 19
9.1-kanaals 20
A
CD
Cd-speler 26
Weergave 54
COMPONENT VIDEO ASSIGN 63
CONTROL A1II 90
CONTROL S 92
D
DCS 96–98
De gemaakte instellingen opslaan 65
Dempen van de geluidsweergave 59
DIGITAL ASSIGN 61
Display 9
Dolby 95, 99–101
Downmixen 93
DTS 99–101
DVD
Aansluiten 36–37
Weergave 55
F
Foutmeldingen 144
G
Geavanceerde luidsprekersinstellingen 107
Gebruik van 2de en 3de kijk-/luisterruimte 87
Geluidsvelden
Keuze 96
Terugstellen 106
Zelf aanpassen 101–106
Gemiddelde frequentie 51
H
HDMI
Aansluiten 38
HDMI AUDIO 72
HDMI POWER 72
HDMI VIDEO ASSIGN? 71
HDMI VIDEO ASSIGN 64
wordt vervolgd
149NL
Additional Information
A.F.D. 95
Aanpassen
CIS 85
CUSTOMIZE 67
EQUALIZER 109
Geluidsffect 101–106
Geluidsveld 101
LEVEL 104
Luidsprekerniveau en balans 103
SPEAKER SET UP 47
SURR SET UP 102
Afstandsbediening
Alles gewist 126
Elk apparaat bedienen 115
Leren 124
Lijsten 112
Macrosturing 122
Programmeren 120
RM-AAE003 15
RM-US106A 17
SUB-menu 116
Voor gebruik 44
Afstemmen
Automatisch 78
Direct 78
Voorkeurzenders 80
AUTO FORMAT DIRECT 94
AUTOBETICAL 79
C
I
R
i.LINK 28
IMPEDANCE SELECTOR 21
Ingangsstroom 75, 100
INPUT MODE 59
INPUT SELECTOR 58
Geluidssignaal 59
RDS 83
L
L.F.E. 12, 48
Luidsprekers
Aansluiten 21
Geluidssterkte en balans 51–52
Instellen van de afstand 49
Instelling 46–51
M
Menu
CIS 85, 134
CUSTOMIZE 67, 133
EQUALIZER 109, 132
LEVEL 103, 131
SPEAKER SET UP-menu-parameters
107, 132
STREAM INFO 134
SURR SET UP 101, 131
TUNER 132
Menulijst 131
Minidiscrecorder/DAT-cassettedeck 25
N
Naamgeving 60
Netsnoer 43
NIGHT MODE 98
O
Omschakelen van de aanduidingen op het
display 75
Omzetting 32
ON SCREEN 47, 51
Oorspronkelijke instellingen 43
Opnemen
Op een audiocassette of minidisc 76
Op een videoband 77
150NL
S
Satellietontvanger 40
SB DEC MODE 100
Slaaptimer 76
SPEAKERS-schakelaar 51
STREAM INFO 75
Super-audio-cd 26
Aansluiten 27
Weergave 54
SURR BACK DECODING 99
Surround Sound 93
T
Terugzetten 145
TEST TONE 51, 104
Toewijsbaar ingangssignaal 33
Tuner
AM 78
Antennes 42
FM 78
TV
Aansluiten 34
U
USER PRESET 65
V
Videorecorder
Aansluiten 41
Weergave 57
Videospel 56