Zanussi ZNF51X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZKC44510XA
ZNF51X
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
2
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in de
ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet
van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het
formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor
bereiding in de magnetron.
Als de deur, scharnieren/handgrepen of deurafdichtingen zijn
beschadigd, mag het apparaat niet worden gebruikt tot hij is
gerepareerd door een vakkundig persoon.
Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de afdekking moet
worden verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan
magnetronenergie.
Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen in
afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in de
magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren houders
op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het
opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige
3
doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of
brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of trek
de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om
vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe leiden
dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op
als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet worden
geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie
worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet in
het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen
ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief
effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer
kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van
het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast
veilige installaties wordt geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten naast
apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch
koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een correct ge?stalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
4
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat, met name niet als
deze heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden, elektrische schokken of
een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt
om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de bodem van
de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met
gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan
het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk
gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
5
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft
kan brand en een vlamboog veroorzaken als de
magnetronfunctie in werking wordt gezet.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
BINNENVERLICHTING
De gloeilampen of halogeenlampen in dit
apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet
voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 3 642 5
12
4
3
1
2
10
11
7
8
9
1
Bedieningspaneel
2
Stroomlampje/symbool
3
Knop voor de ovenfuncties
4
Elektronische tijdschakelklok
5
Temperatuurlampje en
magnetronstroomlampje / symbool
6
Temperatuurknop / magnetronvermogen
7
Verwarmingselement
8
Magnetrongenerator
9
Lampje
10
Ventilator
11
Verwijderbare inschuifrail
12
Roosterhoogtes
6
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen van de
dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties".
EERSTE REINIGING
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit het apparaat.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VERZONKEN KNOPPEN
Om het apparaat te bedienen, moet u op de
bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt
naar voren.
HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN
Het hangt van het model of uw
apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes heeft:
Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de knop
de kookzones, de ovenfuncties of
de temperatuur bedient.
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie. Hiermee wordt het apparaat
automatisch geactiveerd met de
standaardinstellingen.
2. Draai de knop voor de temperatuur /
magnetronvermogen om de temperatuur in te
stellen.
3. Draai, om het apparaat uit te schakelen, de
functieknop van de oven op de uitstand.
7
OVEN FUNCTIONS
Oven function Application
Off position Het apparaat staat uit.
Light Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Microwave Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron
voor het verwarmen van kant-en-klare maaltijden en drankjes,
het ontdooien van vlees of fruit en het bereiden van groenten
en vis.
True Fan Cooking Om op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel te dro-
gen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Boven-/
onderwarmte.
Pizza Setting Om gerechten op één niveau te bakken met intensief bruine-
ren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40°C
lager in dan voor boven-/onderwarmte.
Boven + onder-
warmte (Boven-/
Onderwarmte)
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bottom Heat Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het inmaken van voedsel.
Defrost Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te
ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Grilling Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Fast Grilling Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden en
voor het maken van toast.
Turbo Grilling Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met
botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
The lamp may automatically deactivate
at a temperature below 60 °C during
some oven functions.
8
WEERGAVE
A B C
D
EFG
A. Timer
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Magnetronfunctie
D. Vleesthermometer (alleen geselecteerde
modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde modellen)
F. Uren/minuten
G. Klokfuncties
TOETSEN
Knop Functie Beschrijving
KLOK De klokfunctie instellen.
MIN Om de tijd in te stellen.
MAGNETRON De magnetronfunctie instellen. Houd de knop
langer dan 3 seconden ingedrukt om de
ovenlamp in of uit te schakelen. Het licht kan
ook gebruikt worden als het apparaat is uitge-
schakeld.
PLUS Om de tijd in te stellen.
TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur van de
vleesthermometer (indien van toepassing). Al-
leen gebruiken indien er een ovenfunctie in
werking is.
CONTROLELAMPJE BIJ VOORVERWARMEN
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes
op het display een voor een branden. De balkjes
geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of
afneemt.
MAGNETRONSTAND
MAGNETRON
Algemeen:
LET OP! Stel het apparaat nooit in
werking als er zich geen voedsel in
bevindt.
Laat het voedsel na het uitschakelen van het
apparaat enkele minuten rusten. Zie de
magnetronbereidingstabellen: rusttijd.
Verwijder de verpakking van aluminiumfolie,
metalen bakjes, enz. voordat u het voedsel
bereidt.
Het wordt niet aanbevolen in de
magnetronstand meer dan een niveau te
gebruiken.
Leg het voedsel op een bord en zet het indien
niet anders aangegeven op de bodem van de
ruimte.
Roer, indien mogelijk, altijd het voedsel door
voor het opdienen.
Bakken:
Kook het eten zo mogelijk bedekt met materiaal
dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Bereid voedsel slechts zonder het te bedekken
als u een korst wilt behouden.
9
Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door
het vermogen en de tijd te hoog in te stellen.
Het voedsel kan uitdrogen, verbranden of op
sommige plekken hard worden.
Gebruik het apparaat niet om eieren in hun
schaal en slakken te bereiden, omdat ze kunnen
barsten. Bij gebakken eieren, moet u het eigeel
eerst doorprikken.
Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals aardappelen,
tomaten, worstjes, een paar keer met een vork in
voordat u het in de magnetron plaatst, zodat het
eten niet barst.
Voor gekoeld of bevroren eten is een langere
bereidingstijd nodig.
Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd
worden geroerd.
Draai grotere stukken halverwege de
bereidingstijd om.
Snij groenten zo mogelijk in stukjes van gelijke
grootte.
Gebruik platte, brede schalen of borden.
Gebruik geen kookgerei gemaakt van porselein,
keramisch materiaal of aardewerk met kleine
gaatjes, bijv. op handgrepen. Er kan vocht in de
openingen komen, waardoor het kookgerei bij
verhitting kan barsten.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een
klein omgekeerd bord met een bakje eronder of
op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de
dooivloeistof kan weglopen.
Draai het voedsel halverwege de ontdooitijd om.
Verdeel de stukken zo mogelijk opnieuw en
verwijder de stukken die al zijn ontdooid.
Boter, gebakjes, kwark ontdooien:
Ontdooi nooit volledig in het apparaat, maar laat
geheel ontdooien bij kamertemperatuur. Dit
geeft een meer gelijkmatig resultaat. Verwijder
metalen of aluminium verpakking of onderdelen
volledig voordat u begint te ontdooien.
Fruit, groenten ontdooien:
Als fruit en groenten rauw moeten blijven,
ontdooi ze niet in het apparaat maar laat ze
geheel ontdooien bij kamertemperatuur.
U kunt een hoger magnetronvermogen
gebruiken om fruit en groenten te bereiden
zonder ze eerst te ontdooien.
Kant-en-klaarmaaltijden:
Kant-en-klaarmaaltijden in metalen verpakking of
plastic bakjes met metalen afdekking mogen
alleen in de magnetron worden ontdooid of
verwarmd, als ze speciaal zijn voorbestemd voor
gebruik in de magnetron.
U moet de op de verpakking afgedrukte
instructies van de fabrikant opvolgen (bijv.
metalen afdekking verwijderen en plastic folie
doorprikken).
GESCHIKT KOOKGEREI EN MATERIALEN
Materiaal van de pannen
Magnetron
Grill
Ontdooien Opwarmen Koken
Ovenbestendig glas en porselein zonder
metalen onderdelen, bijv. hittebestendig
glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein
1) X X X
Glas en glaskeramiek van ovenbesten-
dig / diepvriesbestendig materiaal
Keramisch
2)
, aardewerk
2) X
Hittebestendig plastic tot 200 °C
3) X
Karton, papier X X X
10
Materiaal van de pannen
Magnetron
Grill
Ontdooien Opwarmen Koken
Huishoudfolie X X X
Bakpapier met magnetronveilige afdich-
ting
3)
X
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
emaille, gietijzer
X X X
Bakvormen, zwarte lak of siliconenlaag
3) X X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X X
Kookgerei voor magnetrongebruik, bijv.
pan voor knapperige gerechten
X X
Kant-en-klare maaltijden in de verpak-
king
3)
1) Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen.
2) Zonder quartz of metalen onderdelen, of glas dat metalen bevat
3) U dient de instructies van de fabrikant over de maximum temperaturen na te leven.
TIPS VOOR DE MAGNETRON
Resultaat Oplossing
U kunt de gegevens over de hoeveelheid
voedselbereiding niet vinden.
Vind details voor gelijkaardige soorten voedsel. Verh-
oog of verlaag de bereidingstijd aan de hand van deze
richtlijn: verdubbel de hoeveelheid - ca. verdubbeling
van de bereidingstijd, halveer de hoeveelheid - halveer
de tijd.
Het voedsel is na bereiding te droog. Stel een kortere bereidingstijd in of selecteer een lage-
re magnetronstand en bedek het voedsel met een ge-
schikt materiaal voor gebruik in een magnetron.
Het eten is nog steeds niet ontdooid, heet
of gekookt nadat de bereidingstijd is ver-
streken.
Stel een langere bereidingstijd in of selecteer een ho-
ger magnetronvermogen. Denk eraan dat voor grotere
gerechten er een langere bereidingstijd nodig is. Roer
het voedsel om tijdens de bereiding.
Als de bereidingstijd is verstreken, is het
eten aan de rand verbrand, maar in het
midden nog steeds niet gaar.
Kies de volgende keer een lager vermogen en een lan-
gere bereidingstijd. Roer vloeistoffen halverwege de
bereidingstijd even door, bijv. soepen.
11
Overige zaken om rekening mee te
houden...
Voedsel heeft verschillende vormen en
eigenschappen. Het wordt bereid in
verschillende hoeveelheden. Om deze reden
kan de benodigde tijd en het vermogen voor
ontdooien, verwarmen of bereiden variëren. Als
grove richtlijn: dubbele hoeveelheid - ca.
dubbele bereidingstijd.
De magnetron creëert de warmte direct in het
voedsel. Daarom kunnen niet alle plaatsen
tegelijkertijd worden verwarmd. U dient de
verwarmde schotels te roeren en draaien, in het
bijzonder bij grotere hoeveelheden voedsel.
De rusttijd wordt in de tabellen gegeven. Laat
het eten rusten, in het apparaat of erbuiten,
zodat de warmte gelijkmatiger wordt verdeeld.
Pas het vermogen aan naargelang de
hoeveelheid voedsel. Een hoog vermogen kan
een kleine hoeveelheid voedsel doen
aanbranden of vonken opwekken als u de
accessoires gebruikt.
U krijgt betere resultaten met rijst als u een
platte, brede schaal gebruikt.
DE MAGNETRONFUNCTIE INSTELLEN
1. Draai aan de functieknop van de oven om een
magnetronfunctie te selecteren
.
Het display toont een standaard
magnetronvermogen en een standaardwaarde voor
de duurtijd-functie.
2. Draai de knop voor de temperatuur / het
magnetronvermogen om de
magnetroninstellingen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in stappen van
100 W.
3. Druk op en dan op / om de
bereidingsduur in te stellen.
Het apparaat begint na enkele seconden
automatisch te werken. Als de ingestelde tijd ten
einde komt, klinkt er een geluidssignaal en wordt de
magnetronfunctie automatisch gedeactiveerd.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
Als de magnetronfunctie geactiveerd is, kunt u:
het vermogen wijzigen.
het vermogen controleren. Druk op .
Als u de deur van de oven opent, stopt
de functie. Raak aan om de functie
weer te starten.
COMBIFUNCTIE INSTELLEN
U kunt de magnetronfunctie aan iedere willekeurige
verwarmingsfunctie toevoegen.
Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de
magnetronmodus tegelijkertijd te gebruiken. Om
gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een
bruin korstje te geven.
1. Verdraai de functieknop om de ovenfunctie te
selecteren.
In het display verschijnt een standaardtemperatuur.
2. Verander de temperatuur.
3. Druk op . Zie "Magnetronfunctie instellen" en
start bij stap 2. Merk op dat de
magnetronfunctie start zodra de ingestelde
temperatuur is bereikt.
Als u de magnetronfunctie met de
Duur-functie voor langer dan 7
minuten gebruikt en in de combi-
modus, kan het magnetronvermogen
niet meer zijn 600 W.
Ongeveer 5 graden voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt klinkt er een geluidsignaal.
Als de ingestelde tijd is afgelopen klinkt er opnieuw
een geluidsignaal en gaan de ovenfunctie en de
magnetronfunctie automatisch uit.
4. Draai de functieknop naar de uit-stand.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
VOOR DE INSTELLINGEN VAN HET
VERMOGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts
als richtlijn.
Vermogeninstelling Toepassing
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
Verwarmen van vloeistof
Dichtschroeien aan het begin van het kookproces
Koken van groenten
Smelten van gelatine en boter
12
Vermogeninstelling Toepassing
600 Watt
500 Watt
Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden
Een maaltijd op een bord verwarmen
Stoofpot sudderen
Eiergerechten koken
400 Watt
300 Watt
200 Watt
Maaltijden door laten koken
Delicaat voedsel koken
Babyvoeding verwarmen
Rijst laten sudderen
Delicaat voedsel verwarmen
Kaas smelten
100 Watt Vlees, vis en brood ontdooien
Kaas, room en boter ontdooien
Fruit en cake ontdooien (gebak)
Gistdeeg laten rijzen
Koude gerechten en drankjes verwarmen
KLOKFUNCTIES
TABEL MET KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Toepassing
DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd weergeven of veranderen.
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het apparaat uit staat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is. Gebruik dit al-
leen wanneer de ovenfunctie is ingesteld.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Gebruik
dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld.
VERTRAGINGS-
TIJD
Combinatie van de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE.
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. De-
ze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat.
U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen,
ook als het apparaat uit staat.
00:00 TIMER MET OP-
TELFUNCTIE
Als u geen andere klokfunctie instelt, zal de timer met optel-
functie automatisch bijhouden hoe lang het apparaat werkt.
Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint
met opwarmen.
De timer met optelfunctie kan niet gebruikt worden met de
functies: BEREIDINGSDUUR, EINDE.
INSTELLEN EN WIJZIGEN VAN DE TIJD
Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact
totdat het display en "12:00" weergeeft. "12"
knippert.
1. Druk op of om de uren in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen en om naar het
instellen van de minuten te gaan.
13
Het display toont en het ingestelde uur. "00"
knippert.
3. Druk op of om de huidige minuten in te
stellen.
4. Druk op om te bevestigen of de ingestelde
dagtijd zal na vijf seconden automatisch
worden opgeslagen.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Druk om de dagtijd te wijzigen herhaaldelijk op
tot het indicatielampje voor de dagtijd knippert
op het display.
DE FUNCTIE BEREIDINGSDUUR
1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en uren voor
de BEREIDINGSDUUR in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt, weerklinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal en
knipperen en de tijd in het display. Het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
4. Druk op een willekeurige toets of open de
ovendeur om het geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
DE FUNCTIE BEREIDINGSEINDE
1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de uren en daarna de
minuten voor het BEREIDINGSEINDE in te
stellen. Druk op om te bevestigen.
Op de ingestelde tijd klinkt er gedurende 2 minuten
een geluidssignaal en knipperen
en de tijd in
het display. Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld.
4. Druk op een willekeurige toets of open de
ovendeur om het geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
DE FUNCTIE TIJDVERTRAGING INSTELLEN
1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op
drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en uren voor
de BEREIDINGSDUUR in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
Op het display knippert
.
4. Druk op of om de uren en daarna de
minuten voor het BEREIDINGSEINDE in te
stellen. Druk op om te bevestigen.
Het apparaat gaat later automatisch aan, werkt voor
de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stopt op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal en
knipperen en de tijd in het display. Het apparaat
wordt uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets of open de
ovendeur om het geluid te stoppen.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
DE KOOKWEKKER INSTELLEN
1. Druk steeds opnieuw op tot op het
display verschijnt en "00" knippert.
2. Druk op of om de KOOKWEKKER in te
stellen.
U moet eerst de seconden en dan de minuten
instellen.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten
knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf
seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een
geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. "00:00" en knipperen op het
display. Druk op een willekeurige toets om het
geluidssignaal uit te zetten.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
Houd om de timer met optelfunctie te resetten
en ingedrukt. De timer gaat weer optellen.
14
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal.
WAARSCHUWING! Zie hoofdstuk
"magnetronmodus".
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de
roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag
staan.
Bakplaat :
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van
de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat samen:
Plaats de bakplaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de geleiders
erboven.
Kleine inkepingen bovenaan verhogen
de veiligheid. Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het rooster
afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
GEBRUIK VAN HET KINDERSLOT
Als het Kinderslot ingeschakeld is, is de deur
vergrendeld en kan het apparaat niet per ongeluk
worden geactiveerd.
1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties in de
uit-stand staat.
2. Druk en gedurende 2 seconden
tegelijkertijd in.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.
GEBRUIK VAN DE FUNCTIEVERGRENDELING
U kunt de Toetsblokkering alleen inschakelen als
het apparaat in werking is.
Deze functie vergrendelt de deur en voorkomt dat
de temperatuur en de tijdinstelling van een lopende
een ovenfunctie per ongeluk worden gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het in
volgens uw voorkeur
2. Houd
en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal. Loc gaat aan op het
display.
Herhaal stap 2 om de toetsblokkering uit te
schakelen.
Loc gaat aan op het display als u aan
de temperatuurknop draait of op een
knop indrukt. Als u aan de knop voor
de ovenfuncties draait, gaat het
apparaat uit.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl
de toetsblokkering aan is, schakelt de
toetsblokkering automatisch over naar
kinderslot. Raadpleeg 'Het kinderslot
gebruiken'.
15
RESTWARMTE-INDICATIE
Wanneer u het apparaat uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan als de temperatuur in
de oven hoger is dan 40 °C. Draai de knop voor de
temperatuur naar links of rechts om de
oventemperatuur weer te geven.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om veiligheidsredenen schakelt het apparaat na
bepaalde tijd automatisch uit als er een ovenfunctie
in werking is en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
200 - 230 5.5
Druk na een automatische uitschakeling op een
willekeurige knop om het toestel opnieuw te
activeren.
De automatische uitschakeling werkt
niet met de functies: licht, duur, einde.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na
het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie
doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
BAKKEN
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan
het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas
uw normale instellingen zoals temperatuur,
gaartijd en ovenniveau aan de tabelwaarden
aan.
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet
kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk
recept.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus
kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de
cake in het begin van het bakproces niet overal
even bruin. Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De verschillen
verminderen tijdens het bakproces.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
16
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let op
de kneedtijden, vooral bij het
gebruik van keukenmachines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een kor-
tere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te hoog
en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar binnen
de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger in.
BAKKEN OP ÉÉN OVENNIVEAU
Bakken in een bakblik
Gerecht Functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Tulband of brioche Multi hetelucht 150 -
160
50 - 70 2
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Multi hetelucht 140 -
160
70 - 90 2
Sponge cake / Cake,
zacht
Multi hetelucht 140 -
150
35 - 50 2
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven-/onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem van zand-
taartdeeg
1)
Multi hetelucht 170 -
180
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cake-
deeg
Multi hetelucht 150 -
170
20 - 25 2
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Multi hetelucht 160 70 - 90 2
17
Gerecht Functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Boven-/onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, bakplaat
2) Boven-/onder-
warmte
160 -
170
60 - 90 1
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Gebak op bakplaat
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Vlechtbrood / broodkrans Boven-/onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
Kerststol
1) Boven-/onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 2
Brood (roggebrood)
1) Boven-/onder-
warmte
2
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs
1) Boven-/onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Biscuitrol
1) Boven-/onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Boter-/Suikerkoek
1) Boven-/onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Multi hetelucht 150 - 160 35 - 55 3
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven-/onder-
warmte
170 35 - 55 1
Vruchtentaart met kruimel-
deeg
Multi hetelucht 160 - 170 40 - 80 3
18
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul-
ling)
1)
Boven-/onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes Multi hetelucht 150 - 160 10 - 20 3
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
Multi hetelucht 140 20 - 35 3
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
1)
Boven-/onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
Multi hetelucht 150 - 160 15 - 20 2
Eiwitgebak / schuimgebak Multi hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
Bitterkoekjes Multi hetelucht 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gist-
deeg
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
1) Multi hetelucht 170 - 180 20 - 30 3
Broodjes
1) Boven-/onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Multi hetelucht 160 20 - 35 3
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Boven-/onder-
warmte
170 20 - 35 2
1) Oven voorverwarmen.
OVENSCHOTELS EN GEGRATINEERDE GERECHTEN
Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel Boven-/onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
19
Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Lasagne Boven-/onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1) Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden be-
dekt met ge-
smolten kaas
Multi hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Zoete ovenscho-
tels
Boven-/onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven-/onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groente Multi hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1) Oven voorverwarmen.
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Roomsoezen /Eclairs
1) 160 - 180 25 - 45 1 / 3
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 3
1) Oven voorverwarmen.
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 3
Short bread / Zandtaart-
deeg/ Deegreepjes
140 25 - 45 1 / 3
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 3
Eiwitgebak, schuimge-
bak
80 - 100 130 - 170 1 / 3
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 3
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170 30 - 60 1 / 3
20
PIZZA HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
1) 200 - 230 15 - 20 3
Pizza (met veel garne-
ring)
2)
180 - 200 20 - 30 3
Taarten 180 - 200 40 - 55 3
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 3
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190 45 - 55 3
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 3
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 3
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 3
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 3
Ongedesemd brood
1) 230 10 - 20 3
Bladerdeegtaart
1) 160 - 180 45 - 55 3
Flammekuchen
1) 230 12 - 20 3
Piroggen (Russische vari-
ant op calzone)
1)
180 - 200 15 - 25 3
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
ROOSTEREN
Gebruik voor het roosteren hittebestendige
ovenschalen. Zie de instructies van de fabrikant
van de ovenschalen.
Grote braadstukken kunt u direct in de diepe
braadpan roosteren (indien aanwezig) of op een
rooster boven de braadpan.
Schenk wat vloeistof in de braadpan om te
voorkomen dat de vleessappen of het vet op het
oppervlak inbranden.
Alle soorten vlees die een korst moeten krijgen,
kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
Indien nodig het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd keren.
Om het vlees sappiger te houden:
braad mager vlees in een braadpan met
deksel of gebruik een braadzak.
rooster vlees en vis in stukken die minimaal
1 kg wegen.
besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het braden
met het eigen vleessap.
21
TABEL BRAADSTUKKEN
Rundvlees
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stoof-
vlees
Boven-/
onder-
warmte
1 - 1.5 200 230 60 - 80 1
Varkensvlees
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Schou-
derstuk,
nekstuk,
hamlap
Circu-
latiegrill
1 - 1.5 200 160 - 180 50 - 70 1
Gehakt-
brood
Circu-
latiegrill
0.75 - 1 200 160 - 170 35 - 50 1
Varkens-
schenkel
(voorge-
kookt)
Circu-
latiegrill
0.75 - 1 200 150 - 170 60 - 75 1
Kalfsvlees
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Geroo-
sterd
kalfsvlees
Circu-
latiegrill
1 200 160 - 180 50 - 70 1
Kalfs-
schenkel
Circu-
latiegrill
1.5 - 2 200 160 - 180 75 - 100 1
Lamsvlees
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
Circu-
latie-
grill
1 - 1.5 200 150 - 170 50 - 70 1
22
Gevogelte
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stukken
gevogelte
Circu-
latie-
grill
0,2 - 0,25
elk
200 200 - 220 20 - 35 1
Halve kip Circu-
latie-
grill
0,4 - 0,5
elk
200 190 - 210 25 - 40 1
Kip, haan-
tje
Circu-
latie-
grill
1 - 1.5 200 190 - 210 60 - 80 1
Eend Circu-
latie-
grill
1.5 - 2 200 180 - 200 80 - 110 1
Vis (gestoomd)
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Hele vis Bo-
ven-/
onder-
warm-
te
1 - 1.5 200 210 - 220 30 - 45 1
Gerechten
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Zoete ge-
rechten
Multi
hete-
lucht
- 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide
gerechten
met ge-
kookte in-
grediënten
(noodles,
groente)
Multi
hete-
lucht
- 400 -
600
160 - 180 20 - 45 1
23
Gerecht Functie Gewicht (kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Gekruide
gerechten
met rauwe
ingrediën-
ten (aard-
appelen,
groente)
Multi
hete-
lucht
- 400 -
600
160 - 180 30 - 45 2
GRILL
Grill alltijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op
de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten
voorverwarmen.
LET OP! Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Biefstuk, medi-
um
210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet, me-
dium
230 20 - 30 20 - 30 1
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 500 -
1000 g
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
Tweekrings grill
Gerecht
Tijd (min)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 9 - 13 8 - 10 3
Varkenshaas 10 - 12 6 - 10 2
24
Gerecht
Tijd (min)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Runderfilet / kalfsbief-
stukken
7 - 10 6 - 8 3
Toast / Geroosterd
brood
1 - 3 1 - 3 3
Brood met iets erop 6 - 8 - 2
BEVROREN GERECHTEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het
voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden of
schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden
verlengd.
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 3
American pizza, bevro-
ren
190 - 210 20 - 25 3
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 3
Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 3
Patat, dun
1) 210 - 230 20 - 30 3
Patat, dik
1) 210 - 230 25 - 35 3
Aardappelpartjes / -kro-
ketjes
1)
210 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannelloni,
vers
170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannelloni,
bevroren
160 - 180 40 - 60 2
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 3
1) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
25
Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren
1) Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Patates frites
2)
(300 - 600 g)
Boven-/onder-
warmte of Circula-
tiegrill
200 - 220 volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Baguettes
3) Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Vruchtencake Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
1) Oven voorverwarmen.
2) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
3) Oven voorverwarmen.
ONTDOOIEN
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het
op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau vanaf de
bodem.
Bedek het bord niet met een kom of ander bord,
aangezien het ontdooien hierdoor langer kan
duren.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een diep bord
of schaal en zet deze bovenop het bord in de
oven. Verwijder indien nodig de
bakplaatsteunen.
Gerecht Gewicht (kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen. Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Vlees 0.5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-
en
0.3 30 - 40 10 - 20 -
26
Gerecht Gewicht (kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom.
Gebak 1.4 60 60 -
INMAKEN - ONDERWARMTE
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem van
deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af
met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er
voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te
borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten
van 1 liter), stop de oven of verlaag de
temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes-
sen / frambozen / rijpe
kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Wortelen
1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
27
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten / as-
perges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1) Na uitschakeling in de oven laten staan.
DROGEN - MULTI HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 3
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 3
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3
Peren 60 - 70 6 - 9 3
BEREIDINGSTABELS VOOR DE MAGNETRON
Vlees ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Hele stukken
vlees
200 0.5 10 - 12 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Steak 200 0.2 3 - 5 5 - 10 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
verwijderen.
28
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Half-om-half
gehakt
200 0.5 10 - 15 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
verwijderen.
Goulash 200 0.5 10 - 15 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
verwijderen.
Gevogelte ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Kip 200 1 25 - 30 10 - 20 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
met alumini-
umfolie be-
dekken.
Kippenborst 200 0.1 - 0.2 3 - 5 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
met alumini-
umfolie be-
dekken.
Kippenbou-
tjes
200 0.1 - 0.2 3 - 5 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
met alumini-
umfolie be-
dekken.
29
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Eend 200 2 45 - 60 20 - 30 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien, ont-
dooide delen
met alumini-
umfolie be-
dekken.
Vis ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Hele vis 100 0.5 10 - 15 15 - 20 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Visfilets 100 0.5 10 - 12 15 - 20 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Worstjes ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Gesneden
worst
100 0.1 2 - 4 20 - 40 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Kwark 100 0.25 10 - 15 25 - 30 Aluminium-
delen verwij-
deren, hal-
verwege de
bereidings-
tijd omdraai-
en.
30
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Boter 100 0.25 3 - 5 15 - 20 Aluminium-
delen verwij-
deren, hal-
verwege de
bereidings-
tijd omdraai-
en.
Kaas 100 0.25 3 - 5 30 - 60 Aluminium-
delen verwij-
deren, hal-
verwege de
bereidings-
tijd omdraai-
en.
Room 100 0.25 7 - 12 20 - 30 Aluminium
deksel ver-
wijderen, hal-
verwege de
bereidings-
tijd roeren.
Taart/koekjes ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Gistdeeg 100 1 stuk 2 - 3 15 - 20 Bord halver-
wege de be-
reidingstijd
omdraaien.
Kwarktaart 100 1 stuk 2 - 4 15 - 20 Bord halver-
wege de be-
reidingstijd
omdraaien.
Cake (gebak) 100 1 stuk 1 - 2 15 - 20 Bord halver-
wege de be-
reidingstijd
omdraaien.
Droge cake 100 1 stuk 2 - 4 15 - 20 Bord halver-
wege de be-
reidingstijd
omdraaien.
Vruchtenca-
ke
100 1 stuk 1 - 2 15 - 20 Bord halver-
wege de be-
reidingstijd
omdraaien.
31
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Brood 100 1 kg 15 - 20 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Gesneden
brood
100 0,5 kg 8 - 12 10 - 15 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Broodjes 100 4 broodjes 5 - 8 5 - 10 Halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Fruit ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Aardbeien 100 0.3 8 - 12 10 - 15 Bedekt ont-
dooien, hal-
verwege de
bereidings-
tijd roeren.
Pruimen, ker-
sen, frambo-
zen, bramen,
abrikozen
100 0.25 8 - 10 10 - 15 Bedekt ont-
dooien, hal-
verwege de
bereidings-
tijd roeren.
Koken/smelten
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Chocolade /
chocolade-
laagje
600 0.15 2 - 3 - Halverwege
de berei-
dingstijd roe-
ren.
Boter 200 0.1 2 - 4 - Halverwege
de berei-
dingstijd roe-
ren.
32
Ontdooien of opwarmen
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Babyvoeding
in potjes
300 0,2 kg 2 - 3 - Halverwege
de berei-
dingstijd roe-
ren. Contro-
leer de tem-
peratuur.
Babymelk
(fles, 180 ml)
1000 0,2 kg 0:20 - 0:40 - Lepel in de
fles steken,
roeren en
temperatuur
controleren.
Kant-en-
klaargerecht
600 0,4 - 0,5 kg 14 - 20 5 Aluminium
afdekking
verwijderen,
halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Bevroren
kant-en-
klaarmaaltij-
den
400 0,4 - 0,5 kg 4 - 6 5 Aluminium
afdekking
verwijderen,
halverwege
de berei-
dingstijd om-
draaien.
Melk 1000 1 kopje, on-
geveer 200
ml
1:15 - 1:45 - Lepel in het
bakje doen.
Water 1000 1 kopje, on-
geveer 200
ml
1:30 - 2 - Lepel in het
bakje doen.
Saus 600 200 ml 1 - 2 - Halverwege
de berei-
dingstijd roe-
ren.
Soep 600 300 ml 2 - 4 - Halverwege
de berei-
dingstijd roe-
ren.
33
Bereidingstabel
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Hele vis 500 0,5 kg 8 - 10 - Afgedekt ko-
ken, het bak-
je tijdens het
bereiden
meerdere
malen om-
draaien.
Visfilets 500 0,5 kg 6 - 8 - Afgedekt ko-
ken, het bak-
je tijdens het
bereiden
meerdere
malen om-
draaien.
Groenten
met een kor-
te berei-
dingstijd,
vers
1)
600 0,5 kg 12 - 16 - Ongeveer 50
ml water toe-
voegen, af-
gedekt berei-
den, halver-
wege de be-
reidingstijd
roeren.
Groenten
met een kor-
te berei-
dingstijd, be-
vroren
1)
600 0,5 kg 14 - 18 - Ongeveer 50
ml water toe-
voegen, af-
gedekt berei-
den, halver-
wege de be-
reidingstijd
roeren.
Groenten
met een lan-
ge berei-
dingstijd,
vers
1)
600 0,5 kg 14 - 20 - Ongeveer 50
ml water toe-
voegen, af-
gedekt berei-
den, halver-
wege de be-
reidingstijd
roeren.
Groenten
met een lan-
ge berei-
dingstijd, be-
vroren
1)
600 0,5 kg 18 - 24 - Ongeveer 50
ml water toe-
voegen, af-
gedekt berei-
den, halver-
wege de be-
reidingstijd
roeren.
34
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht Tijd (min) Rusttijd (min) Opmerkingen
Ongeschilde
aardappelen
1000 0,8 kg + 600
ml
5 - 7 300 W / 15-
20
Bedekt be-
reiden, hal-
verwege de
bereidings-
tijd roeren.
Rijst 1000 0,3 kg + 600
ml
4 - 6 - Bedekt be-
reiden, hal-
verwege de
bereidings-
tijd roeren.
Popcorn 1000 - 3 - 4 - Doe de pop-
corn op een
bord op het
laagste ni-
veau.
Eiervla 300 1 kg 34 - 36 120 Draai halver-
wege de be-
reidingstijd
de container
1/4 om.
Cake, zacht 600 0,475 kg 8 - 9 5 Draai halver-
wege de be-
reidingstijd
de container
1/4 om.
Gehaktbrood 400 0,9 kg 25 - 27 5 Draai halver-
wege de be-
reidingstijd
de container
1/4 om.
1) Alle groenten afgedekt in de container koken.
Tabel voor de Combi-functie
Uitsluitend voor bepaalde modellen.
Gebruik de Magnetron + turbogrillfuncties.
Gerecht Ovengerei
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd
(min)
Rooster-
hoogte
Opmerkingen
2 kippenhelf-
ten (2 x 0,55
kg)
Ronde glazen schaal, Ø
26 cm
400 230 44 -
46
2 Wachttijd 5
min.
35
Gerecht Ovengerei
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd
(min)
Rooster-
hoogte
Opmerkingen
Aardappel-
gratin (1,1
kg)
Gratinschotel 400 180 39 -
41
1 Draai halver-
wege de be-
reidingstijd de
container 1/4
om. 5 min. la-
ten rusten.
Varkens-
braadstuk,
hals (1,1 kg)
Glazen schotel met zeef 300 200 70 1 Regelmatig
omdraaien,
10 min. laten
rusten.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van het apparaat schoon met
een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat na elk
gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten
kunnen brand veroorzaken.
Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig
van de bovenkant van de ovenruimte.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale
ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek met een warm
sopje en een reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe
randen of een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Droog de oven als de ovenruimte nat is na
gebruik.
VERWIJDEREN VAN DE GELEIDERS
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u
onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden.
Om het apparaat te reinigen, verwijder de
inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven toe uit de
voorste ophanging trekken.
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging trekken.
Installeer de geleiders in de omgekeerde volgorde.
HET LAMPJE VERVANGEN
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van
het apparaat. Dit voorkomt schade aan het
afdekglas en de ovenruimte.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrocutie! Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas kunnen heet
zijn.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast,
of schakel de stroomonderbreker uit.
36
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en
verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS…
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling
is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg 'Het kinderslot ge-
bruiken'.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het display toont een foutcode
die niet in deze tabel staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
37
ONDERHOUDGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich voor
aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het
typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
38
*
39
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867336089-A-092017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZNF51X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding