NEDERLANDS
Lees deze instructies aandachtig door en
bewaar ze in de nabijheid van de accu’s
voor het raadplegen ervan op een later
tijdstip. Werkzaamheden aan de accu’s
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
daartoe gekwalificeerde personen.
Explosie- en brandgevaar. Niet kortsluiten.
Gebruik geïsoleerd gereedschap.
Niet roken. Accu buiten bereik onstekings-
bronnen houden.
Explosie- en brandgevaar.
Elektrolyt is sterk corrosief. Onder normale
omstandigheden is het aanraken van de
elektrolyt niet mogelijk. Bij een beschadigde
accu is dit echter wel mogelijk.
Draag een veiligheidsbril en beschermende
kleding bij werkzaamheden aan accu’s.
Neem voorschriften ter voorkoming van
Accu’s zijn zwaar. Gebruik altijd geschikte
transportmiddelen. Zorg voor een goede
bevestiging van de accu.
Zuurspatten op de huid of in de ogen
onmiddellijk met een ruime hoeveelheid
water uitspoelen. Hierna een arts
raadplegen. Bij morsen kleding met water
Op metalen delen van de accu staat altijd
spanning. Plaats geen gereedschappen of
andere voorwerpen op de accu. Draag
geen metalen voorwerpen zoals horloges,
Algemeen
Mastervolt AGM accu’s zijn direct klaar voor gebruik.
Installatie
• Controleer de accu vóór installatie op mechanische
beschadigingen en goed aangedraaide aansluitingen.
• Aanbevolen aandraaimoment voor de
schroefverbindingen: 14.7 tot 19.6 Nm (model 55Ah:
11 tot 14.7 Nm).
• Maximale installatiehoek: 180º. Rechtopstaande
installatie (verticaal) wordt aanbevolen.
• Houd tenminste 1cm ruimte tussen de accu’s.
• Niet in de nabijheid van warmtebronnen installeren.
• Toegelaten bedrijfstemperatuur: –20 tot 55ºC.
Nominale bedrijfstemperatuur: 5 tot 35ºC.
Aanbevolen: 25ºC. Iedere 10ºC temperatuursstijging
resulteert in een halvering van de levensduur. Een
lagere temperatuur vermindert de beschikbare
capaciteit.
• In geval van overladen kan bij loodzuuraccu’s een
explosief mengsel van waterstofgas vrijkomen. Zorg
voor voldoende ventilatie indien de accu’s in een
afgeschermde ruimte worden geïnstalleerd.
• Maak de accupolen schoon alvorens aan te sluiten.
• Gedurende de installatie moeten alle belastingen en
laders uitgeschakeld zijn.
• Voor de beste verbinding wordt een directe
aansluiting van een kabeloog op de accupool
aanbevolen. Verwijder daartoe eerst de
opschroefbare accupool. Zie figuur 6.
• Gebruik betrouwbare en correct gedimensioneerde
kabelogen en accuklemmen. Draai alle aansluitingen
goed vast!
• Sluit de accu met de juiste polariteit aan. De
positie van de plus- en minpool kan afwijken van
de accu die voordien geïnstalleerd was!
• Sluit de minpool als laatste aan.
• Gebruik kunststof beschermkappen om elektrische
verbindingen te isoleren.
• Bij serie of parallel geschakelde accu’s moeten het
fabrikaat, het type, de capaciteit en de
ladingstoestand gelijk zijn. Gebruik geen oude en
nieuwe accu’s door elkaar. Zie figuren 1 t/m 5 indien u
de accu’s parallel of in serie wilt aansluiten.
Laden
Gebruik uitsluitend laders met IUoUo karakteristiek,
ingesteld op de volgende laadspanningen: floatspanning
13.80V @ 25ºC; absorptiespanning 14.25V @ 25ºC
(max. 5 uur). Temperatuur gecompenseerd laden wordt
sterk aanbevolen (–30mV/ºC).
Maximale laadstroom: 30% van de nom. C10 capaciteit.
Onvolledige ladingen kunnen de accu beschadigen
Daarom moet de accu regelmatig, tenminste eens per
maand, tot 100% geladen worden.
Ontladen
Vermijd diepe ontladingen Regelmatig ontladen tot meer
dan 50% van de nominale capaciteit wordt afgeraden
omdat dit een verkorting van de levensduur van de accu
tot gevolg heeft.
Laad de accu onmiddellijk weer op na iedere ontlading.
Ontlaad de accu nooit beneden de laagste
ontlaadspanning. De laagste ontlaadspanning is
afhankelijk van de ontlaadstroom. Zie tabel “Final
discharge voltage”.
Onderhoud
Controleer de accu en aansluitingen op regelmatige
basis, tenminste iedere drie maanden. Repareer
defecten zoals losse of gecorrodeerde aansluitingen
onmiddellijk.
Houd de accu in opgeladen toestand!
Een verhoogde omgevingstemperatuur leidt tot een
snellere zelfontlading van de accu. Zie “Battery storage”.
De accu moet opnieuw geladen worden wanneer de
open klemspanning lager is dan 12.3 Volt.
Houd de accu schoon en droog. Gebruik slechts een
zachte vochtige doek om de accu schoon te maken.
Gebruik nooit toevoegingen, zuren en/of schuurmiddelen
De accu mag niet geopend worden. Nooit zuur of
gedestilleerd water toevoegen!
Afvoer van accu’s
Afgedankte accu’s zijn schadelijk voor de
gezondheid en het milieu. Accu’s en mogen
daarom niet als huishoudelijk of industrieel
afval weggegooid worden maar moeten
gescheiden ingezameld worden. Neem voor
de afvoer van accu’s contact op met uw
leverancier (zie www.mastervolt.com voor
adressen) of een erkend
afvalverwerkingsbedrijf.