Documenttranscriptie
Inhoudsopgave
Pagina
1.
Inleiding..............................................................................................................................................................51
2.
Verklaring van symbolen.....................................................................................................................................51
3.
Voorgeschreven gebruik.....................................................................................................................................52
4.
Leveringsomvang...............................................................................................................................................52
5.
Veiligheidsvoorschriften......................................................................................................................................53
6.
Kenmerken en functies.......................................................................................................................................54
7.
Afzonderlijke onderdelen en bedieningselementen............................................................................................55
8.
Montage..............................................................................................................................................................56
9.
DMX-aansluiting.................................................................................................................................................57
a) Aansluiting van een DMX-controller.............................................................................................................57
b) Opbouw van een Master-Slave-ketting........................................................................................................58
10. Netaansluiting.....................................................................................................................................................58
11. Bediening............................................................................................................................................................59
a) Instelling van de bedrijfsmodus....................................................................................................................59
b) DMX-modus..................................................................................................................................................60
c) Besturing via de ingebouwde controller........................................................................................................61
d) Manuele kleurinstelling.................................................................................................................................63
12. Onderhoud en reiniging......................................................................................................................................63
13. Gebruik...............................................................................................................................................................64
14. Verhelpen van storingen.....................................................................................................................................64
15. Afvoer.................................................................................................................................................................65
16. Technische gegevens.........................................................................................................................................65
50
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften.
Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke
werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en
bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig voor toekomstige referentie!
Voor technische vragen kunt u contact opnemen met:
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
2. Verklaring van symbolen
Het symbool met de bliksemschicht in een driehoek geeft aan wanneer er gevaar bestaat voor uw
gezondheid, bijv. door een elektrische schok.
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze
gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd.
Het pijlsymbool ziet u, wanneer u bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening zult verkrijgen.
Dit teken op het toestel wijst de gebruiker erop, dat hij of zij voor de ingebruikname van het toestel de
gebruiksaanwijzing moet lezen en deze bij het gebruik in acht moet nemen.
Dit symbool geeft de minimale afstand tot de bestraalde oppervlakken aan.
Het symbool met het huis wijst de gebruiker op het feit dat het apparaat uitsluitend in gesloten ruimtes mag
worden gebruikt.
51
3. Voorgeschreven gebruik
De LED-Par straler dient voor het opwekken van lichteffecten in lichtshowinstallaties, feestzalen, enz. en wordt via de
ingebouwde controller of een externe DMX-controller bestuurd.
Dit product is alleen goedgekeurd voor aansluiting op 110-240 V/AC, 50/60 Hz-wisselspanning en voor randgeaarde
contactdozen.
De DMX-aansluitingen mogen uitsluitend op geschikte DMX-controllers of andere DMX-apparaten worden
aangesloten.
Het product mag uitsluitend in gesloten ruimten worden gebruikt, dus niet in de open lucht. Contact met vocht, bijv. in
de badkamer, moet absoluut worden voorkomen.
Omwille van veiligheids- en toelatingsredenen mag u het product niet ombouwen en/of veranderen. Als u het product
voor een ander doel gebruikt dan hierboven beschreven, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan een
foutief gebruik gevaren veroorzaken, zoals bv. kortsluiting, brand, stroomslag, etc. Lees de gebruiksaanwijzing
nauwkeurig en bewaar deze. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden door.
Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
4. Leveringsomvang
• PAR-straler
• Gebruiksaanwijzing
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan de
afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website.
52
5. Veiligheidsvoorschriften
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing en let in het bijzonder op de veiligheidsvoorschriften.
Als u de veiligheidsvoorschriften en de informatie met betrekking tot het correct gebruik in deze
gebruiksaanwijzing niet volgt, zijn wij niet aansprakelijk voor de resulterende persoonlijke letsels/
materiële schade. Bovendien vervalt In zulke gevallen de garantie.
• Houd het product buiten bereik van kinderen; het is geen speelgoed. Kinderen kunnen niet inschatten
welke gevaren aan het gebruik van elektrische apparatuur zijn verbonden.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, hevige trillingen, hoge vochtigheid,
water, brandbare gassen, dampen en oplosmiddelen.
• Stal het product niet aan mechanische belasting bloot.
• Ga voorzichtig met het product om. Door stoten, slagen of vallen wordt het al vanop geringe hoogte
beschadigd.
• Er dient een stopcontact in de buurt van het apparaat en gemakkelijk bereikbaar te zijn.
• Raak de stekker nooit met vochtige of natte handen aan. Er bestaat het gevaar voor een levensgevaarlijke
elektrische schok!
• Zorg ervoor dat het netsnoer bij de montage van het product niet wordt afgekneld of door scherpe
randen wordt beschadigd.
• Als het netsnoer beschadigd is, mag u het niet aanraken. Schakel eerst de betreffende contactdoos aan
alle polen uit (vb. via de bijbehorende veiligheidsschakelaar en differentieelschakelaar) en trek daarna
de netstekker voorzichtig uit de contactdoos. Gebruik het product in geen geval met een beschadigd
netsnoer.
• Zet geen vloeistof, bijv. glazen, emmers, vazen of planten op het apparaat of in de buurt ervan.
Vloeistoffen kunnen in de behuizing dringen en daarbij afbreuk doen aan de elektrische veiligheid.
Bovendien bestaat het gevaar van brand of een elektrische schok; levensgevaarlijk! Schakel in dit
geval de bijhorende wandcontactdoos aan alle polen uit (bv. veiligheids- en differentieelschakelaar
uitschakelen) en trek vervolgens de netstekker uit het stopcontact. Het product mag daarna niet meer
worden gebruikt, breng het naar een onderhoudswerkplaats.
• Zet geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op of naast het apparaat.
• Als er geen veilig bedrijf meer mogelijk is, neemt u het product buiten bedrijf en beschermt u het tegen
ongewenst gebruik. Het veilig bedrijf is niet langer gewaarborgd, als het product:
-- zichtbare schade vertoont,
-- niet meer correct functioneert,
-- gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
-- aan hoge transportbelasting werd blootgesteld.
• Let op! LED licht:
-- Niet in de LED-lichtstraal kijken!
-- Niet rechtstreeks of met optische instrumenten inkijken!
53
• Kijk tijdens het gebruik nooit rechtstreeks in de lichtbron. De felle lichtstralen kunnen het gezichtsvermogen
tijdelijk verminderen. Bovendien kunnen bij mensen die hier gevoelig voor zijn onder bepaalde
omstandigheden epileptische aanvallen worden veroorzaakt. Dit geldt met name voor epileptici.
• LED-straling kan gevaarlijk zijn als de LED-straal of een reflectie onbeschermd in uw ogen komt. Stelt u
zich daarom op de hoogte van de wettelijke bepalingen en voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van
een dergelijk LED-apparaat, voordat u het in gebruik neemt.
• Alle personen, die de effectstraler bedienen, installeren, opstellen, in bedrijf nemen of onderhouden,
moeten hiervoor opgeleid en voldoende gekwalificeerd zijn en deze gebruiksaanwijzing opvolgen.
• Het apparaat mag nooit zonder toezicht in werking zijn.
• Gebruik het toestel uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat.
• Neem ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen in acht van de overige apparaten waarop
het product wordt aangesloten.
• Raadpleeg een vakman wanneer u vragen heeft over de werkwijze, veiligheid of aansluiting van het
product.
• Laat onderhouds-, aanpassings- en herstellingswerken uitsluitend door een vakman of deskundige
werkplaats uitvoeren.
• Raadpleeg onze technische helpdesk of andere vakmensen wanneer u vragen heeft die niet in deze
gebruiksaanwijzing worden beantwoord.
• In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
6. Kenmerken en functies
• Bedrijfsmodi: DMX-modus, automatisch modus, master-slave-modus en sound-to-light-modus
• 7 stand-alone lichteffecten
• Manueel opwekken van mengkleuren
• 7-kanaals-DMX-sturing
• 12 hoge vermogen LED-lampen (RGB)
• Scherm voor eenvoudige programmering
• Automatische schermuitschakeling
54
7. Afzonderlijke onderdelen en bedieningselementen
1
2
3
DMX IN
MENU
4
5
DMX OUT
UP DOWN ENTER
6
7
8
9
1 Aansluiting DMX IN
6 Toets UP
2 Netsnoer
7 Toets DOWN
3 Aansluiting DMX OUT
8 Toets ENTER
4 Scherm
9 Indicatie DMX
5 Toets MENU
55
8. Montage
De montage en de installatie van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd die
vertrouwd is met de gevaren en relevante voorschriften. Het product mag alleen onderhouden, bediend en
in gebruik genomen worden door personen die overeenkomstig gekwalificeerd zijn.
Let er bij de keuze van de montageplaats van uw apparaat op dat schokken, trillingen, stof, hitte, koude en
vocht moeten worden vermeden. Er mogen bovendien geen sterke transformatoren of motoren in de buurt
van het apparaat zijn.
De effectstraler mag alleen op plaatsen met een omgevingstemperatuur van maximaal 40 °C worden
gebruikt.
U mag het apparaat nooit afdekken. Zorg bij de montage met andere apparatuur op voldoende ventilatie.
Bewaar voldoende afstand tot andere toestellen en muren. Monteer de effectstraler niet in de onmiddellijke
omgeving van warmtebronnen. Richt geen sterke stralers of lichtbronnen op het apparaat. Dit kan leiden
tot oververhitting (brandgevaar!).
U mag voor de montage van het product geen bijkomende gaten of schroeven in de behuizing boren of
vastschroeven. Hierdoor kunnen onder spanning staande onderdelen bloot komen te liggen.
Het apparaat moet buiten handbereik van personen worden gemonteerd.
Verlichte voorwerpen moeten minstens 0,5 m van de lichtopening van het apparaat verwijderd zijn. Licht
ontvlambare materialen, zoals decoratieve stoffen, moeten minstens 0,5 m van het apparaat verwijderd
zijn. Anders bestaat brandgevaar!
Zorg ervoor dat het netsnoer bij de montage van het product niet wordt afgekneld of door scherpe randen
wordt beschadigd.
Tijdens montage- en servicewerkzaamheden dient de omgeving onder de montageplaats te zijn afgezet.
Het montageoppervlak of -inrichting dienen zo geconstrueerd te zijn, dat deze minstens 1 uur lang de
10-voudige werkbelasting zonder blijvende schadelijke vervorming kan doorstaan.
Het toestel dient bovendien bij een hoge montage door een tweede veiligheidsophanging te worden
geborgd, die onafhankelijk is van de eigenlijke montage-inrichting. Bij fouten van het hoofdophangsysteem
mogen er geen onderdelen van de installatie naar beneden vallen.
Bij de montage moeten alle in dit verband relevante voorschriften in uw land nauwgezet worden
aangehouden.
Keuring van de installatie (bij commercieel/openbaar gebruik):
Vóór de eerste ingebruikneming en na ingrijpende wijzigingen dient de installatie (met inbegrip van de
elektrische aansluiting) door een deskundige gecontroleerd te worden.
De installatie moet een keer per jaar door een deskundige gecontroleerd worden.
Minstens om de 4 jaar moet een keuringsproef door een deskundige worden uitgevoerd.
56
• Wanneer u het apparaat op een geschikt traversensysteem wilt monteren, bevestigt u de effectstraler met de
montagebeugel en een geschikte traverseklem die afzonderlijk verkrijgbaar is.
• Monteer hiervoor de effectstraler met de montageboring van de montagebeugel aan de traverseklem en deze
opnieuw aan het traversesysteem. Gebruik uitsluitend montagemateriaal dat geschikt is voor het montageoppervlak en de belasting van de effectstraler kan dragen.
• Het apparaat mag nooit zonder beugel worden gemonteerd.
• Beveilig de montage bovendien met een geschikte veiligheidsvangkabel of een vangnet.
• De veiligheidsvangkabel resp. het vangnet moet onafhankelijk van de hoofdbevestiging, de effectstraler in geval
van een fout bij de hoofdophanging kunnen houden.
9. DMX-aansluiting
De maximale totale lengte van de DMX-ketting mag 500 m niet overschrijden.
Bij gebruik van XLR-microfoonkabels kan het tot storingen in de DMX-signaaloverdracht komen. Gebruikt
u in dit geval speciale DMX-hoogfrequentieleidingen.
a) Aansluiting van een DMX-controller
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor aansluitingen op DMX-controllers met DMX-512-protocol.
• Verbind de aansluiting DMX IN (1) met de uitgang van de DMX-controller.
• De controller moet over 7 vrije besturingskanalen beschikken.
• Verbind de aansluiting DMX OUT (3) met de DMX-ingang van het navolgende DMX-apparaat.
• Ga met alle andere apparaten van de DMX-ketting op dezelfde manier tewerk.
• Als de effectstraler het laatste of het enige apparaat in de DMX-ketting is, dan plaatst u in de aansluiting
DMX OUT (3) een XLR-stekker met een 120 Ohm/0,25 W-afsluitweerstand (tussen pen 2 en pen 3).
57
Pentoewijzing van de DMX-aansluiting: Pen1 = massa / Pen2 = (-) / Pen3 = (+).
Verbind de massaleiding GND nooit met de massa van de behuizing van de effectstraler, omdat het anders
kan komen tot storingen in de signaaloverdracht, veroorzaakt door massalussen.
b) Opbouw van een Master-Slave-ketting
De effectstraler kan alternatief voor het bedrijf via een DMX-controller ook worden gebruikt als apparaat binnen
een master-slave ketting. Hierbij dient de ingebouwde controller van het master-apparaat als stuurcontroller voor de
aangesloten slave-apparaten.
• Verbind de aansluiting DMX OUT (3) van het master-apparaat met de aansluiting DMX IN (1) van het eerste slaveapparaat.
• Verbind de aansluiting DMX OUT (3) van het eerste slave-apparaat met de aansluiting DMX IN (1) van het volgende
slave-apparaat.
• Ga met alle volgende slave-apparaten op dezelfde manier tewerk.
• Steek in de aansluiting DMX OUT (3) van het laatste slave-apparaat een XLR-stekker met afsluitweerstand (zoals
beschreven onder "Aansluiting van een DMX-controller").
10. Netaansluiting
Het contactdoos waarop de effectstraler wordt aangesloten, moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en makkelijk toegankelijk zijn zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren
van de netspanning kan worden gescheiden. De contactdoos moet bovendien geaard zijn, i.e. over een
randaarde beschikken.
Zorg ervoor dat de informatie m.b.t. de spanning op de effectstraler overeenstemt met de netspanning van
uw stroomtoevoer. Probeer het apparaat nooit op een andere spanningsbron te laten werken.
Laat de netleidingen niet met andere leidingen in aanraking komen.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan levensgevaarlijke
elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor ongevallen
te voorkomen.
• Steek de netstekker van het netsnoer (2) in een stopcontact met randaarde.
• Zodra het apparaat op de voedingsspanning is aangesloten, begint het te werken.
58
11. Bediening
a) Instelling van de bedrijfsmodus
De effectstraler kan met de ingebouwde controller of met een externe DMX-controller worden gestuurd. Verder kan
hij in het Master-Slave-bedrijf als master-apparaat met de ingebouwde controller andere aangesloten effectstralers
synchroon sturen of als slave-apparaat via de controller van een ander effectstraler worden aangestuurd.
• Via het scherm (4) en de toetsen MENU (5), UP (6), DOWN (7) en ENTER (8) vindt de instelling van de bedrijfsmodi
plaats.
• Druk op de toets MENU (5) om de afzonderlijke menupunten te selecteren.
• Wijzig de in te stellen waarden of opties met de toetsen UP (6) of DOWN (7).
• Om naar het 2e menuniveau (2e optie) te gaan of waarden op te slaan, drukt u op de toets ENTER (8).
Het display (4) schakelt zich na enkele seconden zonder druk op de toetsen automatisch uit. Druk op een
willekeurige toets om het opnieuw in te schakelen.
Wanneer de ingebouwde controller aan aansluiting DMX IN (1) een DMX-signaal herkent, knippert het
indicatielampje DMX (9).
Menu-overzicht
Een meer gedetailleerde verklaring van de afzonderlijke menupunten uit de tabel vindt u onder de volgende
punten in deze gebruiksaanwijzing.
Menupunt
1. Optie
d
d001-d512
2. Optie
Functie
DMX-modus met instelling van het DMX-adres
IP
IP.01-IP.73
DMX-adressering voor gebruik in lichteffectgroepen
A1
A1.01-A1.10
Automatisch modus, 10 statische kleuren
A2
A2.01-A2.32
A3
A3.01-A3.11
A3.01-A3.32
Automatische modus, 11 fade-effect, 32 snelheden
A4
A4.01-A4.11
A4.01-A4.04
Sound-to-light-modus, 11 kleuren, 4 gevoeligheidsniveaus
A5
A5.01-A5.11
A5.01-A5.32
Strobe-modus, 11 kleuren, 32 snelheden
A6
A6.01
A7
A7.01-A7.11
r
r.000-R.255
Helderheid rood
G
G.000-G.255
Helderheid groen
b
b.000-B.255
Helderheid blauw
Automatische modus, kleurwissel, 32 snelheden
Automatische modus, verschillende effecten zonder
instelmogelijkheid
A7.01-A7.32
Automatische modus, 11 scrolleffecten, 32 snelheden
59
b) DMX-modus
Elk DMX-apparaat in een DMX-ketting heeft een zogenaamd DMX-startadres nodig om eenduidig door de
controller aangestuurd te kunnen worden. Dit DMX-startadres definieert het eerste DMX-kanaal, waarop
de effectstraler reageert. De andere stuurkanalen volgen op dit eerste DMX-kanaal (DMX-startadres).
De effectstraler heeft 7 vrije DMX-kanalen nodig.
• Druk op de toets MENU (5) tot "d" gevolgd door een getal op het scherm (4) knippert. Het getal stelt het DMXstartadres voor.
• Selecteer met de toetsen UP (6) of DOWN (7) het gewenste startadres 001-512.
• Wanneer u meerdere gelijke lichteffecten in een DMX-ketting gebruikt, kunt u het DMX-startadres ook als volgt
instellen.
Hierbij is gegarandeerd dat elk lichteffect zijn 7 DMX-kanalen toegewezen krijgt en de DMX-kanaalgroepen
op elkaar volgen.
Druk op de toets MENU (5) tot "IP" gevolgd door een getal op het scherm (4) knippert. Het getal stelt het nummer
van het lichteffect in de DMX-ketting voor.
"IP.01" wijst aan het 1e lichteffect de DMX-kanalen 1-7 toe
"IP.02" wijst aan het 2e lichteffect de DMX-kanalen 8-14 toe, enzovoort.
Er kunnen maximum 73 lichteffecten op deze manier worden gecodeerd.
De volgende tabel geeft de resultaten van de instellingen van de afzonderlijke DMX-kanalen.
DMX-kanaal
Waarde
Functie
Opmerking
1
000-010
011-050
Kleurinstelling via kanaal 4-7
statische kleur
051-100
Kleurwissel functie
101-150
Fade-functie
151-200
Sound-to-light functie
201-255
Strobe-effect
Kanaal 2 en 3 zonder functie
Kleurselectie met kanaal 2
Kanaal 3-7 zonder functie
Snelheid via kanaal 3
Kanaal 2 en 4-7 zonder functie
Kleurselectie met kanaal 2
Snelheid via kanaal 3
Kanaal 4-7 zonder functie
Kleurselectie met kanaal 2
Kanaal 3-7 zonder functie
Kleurselectie met kanaal 2
Snelheid via kanaal 3
Kanaal 4-7 zonder functie
2
3
000-255
000-255
Kleurselectie
Snelheid
4
5
000-255
000-255
6
000-255
7
000-255
Totale helderheid donker >> licht
Helderheid rood
donker >> helder
Helderheid groen
donker >> helder
Helderheid blauw
donker >> helder
60
alleen actief, wanneer kanaal 1= 000-010
alleen actief, wanneer kanaal 1= 000-010
alleen actief, wanneer kanaal 1= 000-010
alleen actief, wanneer kanaal 1= 000-010
c) Besturing via de ingebouwde controller
Statische kleuren
• Druk op de toets MENU (5) tot "A1" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal stelt het
kleurselectie voor.
• Selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste kleur.
Weergave
A1.01
A1.02
A1.03
A1.04
A1.05
Kleur
wit
rood
groen
blauw
lichtgroen
Weergave
A1.06
A1.07
A1.08
A1.09
A1.10
Kleur
lichtblauw
paars
geelgroen
magenta
hemelsblauw
Kleurwisseleffect
• Druk op de toets MENU (5) tot "A2" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal stelt het snelheid
van het lichteffect voor.
• Selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste effectsnelheid.
Fade-effect
• Druk op de toets MENU (5) tot "A3" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal stelt het
kleurselectie voor.
• Selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste kleur.
Weergave
A3.01
A3.02
A3.03
A3.04
A3.05
A3.06
Kleur
Kleurwissel
rood
groen
blauw
lichtgroen
lichtblauw
Weergave
A3.07
A3.08
A3.09
A3.10
A3.11
Kleur
paars
Wissel rood/groen
Wissel rood/blauw
Wissel groen/blauw
Wissel rood/groen/blauw
• Druk op de toets ENTER (8) en selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste effectsnelheid (A3.01
= langzaam resp. A3.32 = snel).
• Druk opnieuw op de toets ENTER (8) om de instelling op te slaan.
61
Sound-to-light modus
• Druk op de toets MENU (5) tot "A4" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal stelt het
kleurselectie voor.
• Selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste kleur.
Weergave
A4.01
A4.02
A4.03
A4.04
A4.05
A4.06
Kleur
Kleurwissel
rood
groen
blauw
lichtgroen
lichtblauw
Weergave
A4.07
A4.08
A4.09
A4.10
A4.11
Kleur
paars
geelgroen
magenta
hemelsblauw
wit
• Druk op de toets ENTER (8) en selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste gevoeligheid voor
de effect (A4.01 = ongevoelig A4.04 = gevoelig).
• Druk opnieuw op de toets ENTER (8) om de instelling op te slaan.
Strobe-modus
• Druk op de toets MENU (5) tot "A5" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal stelt het
kleurselectie voor.
• Selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste kleur.
Weergave
A5.01
A5.02
A5.03
A5.04
A5.05
A5.06
Kleur
Kleurwissel
rood
groen
blauw
lichtgroen
lichtblauw
Weergave
A5.07
A5.08
A5.09
A5.10
A5.11
Kleur
paars
geelgroen
magenta
hemelsblauw
wit
• Druk op de toets ENTER (8) en selecteer met de toetsen UP (6) of DOWN (7) de gewenste effectsnelheid
(A5.01 = langzaam / A5.32 = snel).
• Druk opnieuw op de toets ENTER (8) om de instelling op te slaan.
Automatische modus zonder instelmogelijkheid
• Druk op de toets MENU (5) tot "A6.01" op het display (4) verschijnt.
• Bij deze functie zijn er geen instelmogelijkheden.
• Verschillende, voorgeprogrammeerde lichteffecten worden na elkaar opgeroepen.
Automatische modus met instelmogelijkheid
• Druk op de toets MENU (5) tot "A7" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal stelt het
kleurselectie voor.
62
• Selecteer met de toetsen UP (6) resp. DOWN (7) de gewenste kleur.
Weergave
A7.01
A7.02
A7.03
A7.04
A7.05
A7.06
Kleur
Kleurwissel
rood
groen
blauw
lichtgroen
lichtblauw
Weergave
A7.07
A7.08
A7.09
A7.10
A7.11
Kleur
paars
Wissel rood/groen
Wissel rood/blauw
Wissel groen/blauw
Wissel rood/groen/blauw
• Druk op de toets ENTER (8) en selecteer met de toetsen UP (6) of DOWN (7) de gewenste effectsnelheid
(A7.01 = langzaam / A7.32 = snel).
• Druk opnieuw op de toets ENTER (8) om de instelling op te slaan.
d) Manuele kleurinstelling
Met deze functie kunt u een mengkleur door helderheidsinstelling van de kanalen rood, groen en blauw opwekken.
• Druk op de toets MENU (5) tot "r" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal weer de helderheid
van het rode kleuraandeel weer (000 = donker tot 255 = helder).
• Druk op de toets MENU (5) tot "G" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal weer de helderheid
van het groene kleuraandeel weer (000 = donker tot 255 = helder).
• Druk op de toets MENU (5) tot "b" gevolgd door een getal op het scherm (4) verschijnt. Het getal weer de helderheid
van het blauwe kleuraandeel weer (000 = donker tot 255 = helder).
12. Onderhoud en reiniging
Voordat u de effectstraler schoonmaakt of onderhoudt, moeten de volgende veiligheidsvoorschriften beslist in acht
worden genomen:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen kunnen spanningvoerende delen vrij komen
te liggen.
Daarom moet het toestel voor onderhoud of reparatie worden losgekoppeld van alle spanningsbronnen.
Condensatoren in het toestel kunnen nog geladen zijn, zelfs als ze van alle spanningsbronnen zijn
losgekoppeld.
Een reparatie mag uitsluitend plaatsvinden door een technicus die vertrouwd is met de risico's resp. de van
toepassing zijnde voorschriften.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen, reinigingsalcohol of andere
chemische oplossingen, aangezien die de behuizing kunnen aantasten of de goede werking kunnen
schaden.
• Koppel het product voor elke reinigingsbeurt los van de stroomvoorziening.
• Gebruik een droge, pluisvrije doek om het product te reinigen.
63
13. Gebruik
• Steek de netstekker nooit direct in een contactdoos als het toestel van een koude in een warme ruimte is gebracht.
Het te ontstane condenswater kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat vernietigen. Laat het apparaat op
kamertemperatuur komen terwijl het niet met het stroomnet is verbonden. Wacht tot het condenswater verdund is.
• Trek nooit aan het netsnoer om de stekker uit de contactdoos te verwijderen, pak altijd de netstekker beet bij de
daarvoor bestemde greepvlakken om deze uit de contactdoos te verwijderen.
• Neem de netstekker uit de contactdoos als u deze langere tijd niet gebruikt.
• Neem bij onweer de netstekker altijd uit de contactdoos.
• Bedek de lichtuitlaat in geen enkel geval met filterfolies, schermen of andere materialen. Dit kan leiden tot
hitteschade en brandgevaar.
• Het toestel kan tijdens het gebruik verhitten. Raak de behuizing tijdens het gebruik niet aan. Laat de effectstraler na
gebruik eerst afkoelen, voor u de behuizing aanraakt of reinigt.
• Om voldoende ventilatie te garanderen, mag het toestel nooit worden afgedekt. Bovendien mag de luchtcirculatie
niet worden gehinderd door voorwerpen als tijdschriften, tafelkleden, gordijnen, etc. Houd tijdens het gebruik een
gebied van minimaal 0,5 m rond het toestel vrij.
• Het toestel is niet geschikt voor continu gebruik. De consequente naleving van pauzes tijdens het gebruik zal de
levensduur verhogen. Laat het apparaat voor een nieuwe inbedrijfname eerst langere tijd afkoelen.
14. Verhelpen van storingen
U heeft met de effectstraler een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en
veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich enkele problemen of fouten voordoen. Daarom willen wij hier beschrijven
hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
Geen functie nadat het apparaat met het stroomnet werd verbonden.
• De netstekker zit niet goed in de contactdoos.
• De contactdoos wordt niet van stroom voorzien.
Er volgt geen reactie op DMX-bevelen.
• Aan de DMX-controller is de blackoutmodus geactiveerd.
• Het DMX-adres is verkeerd ingesteld.
• De verbinding tussen DMX-controller en effectstraler is onderbroken.
• De DMX-leiding is onderhevig aan storingen. Probeer om de DMX-leiding verder weg te plaatsen van stoorbronnen.
• De polariteit van de DMX-aansluitingen aan de DMX-controller en de effectstraler verschillen.
• Probeer indien mogelijk een andere DMX-controller.
64
15. Afvoer
Elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Het product dient
na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd.
16. Technische gegevens
Bedrijfsspanning................................................110-240 V/AC, 50/60 Hz
Vermogensopname...........................................16-20 W
Bedrijfsmodi.......................................................DMX / Auto / Master-Slave / Sound-to-Light
LED....................................................................12 LED-lampen met hoog vermogen (RGB)
DMX-protocol.....................................................DMX 512
DMX-kanalen.....................................................7
Afmetingen........................................................90 x 115 x 115 mm
Gewicht..............................................................0,45 kg
Bedrijfstemperatuurbereik.................................-20 tot +40 °C / 20-90 % rel. luchtvochtigheid
Opslagtemperatuurbereik..................................-20 tot +70 °C / 20-90 % rel. luchtvochtigheid
65
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder
die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
Copyright 2017 by Conrad Electronic SE.
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in
electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
This publication represent the technical status at the time of printing.
Copyright 2017 by Conrad Electronic SE.
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie
dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer,
même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
Copyright 2017 by Conrad Electronic SE.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie,
microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming
van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk
bezorgen.
Copyright 2017 by Conrad Electronic SE.
1518600_V1_0117_02_VTP_m_4L