Pottinger SERVO 35 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr. 99+981.NL.80R.0
Wentelploeg
SERVO 35
(MaschNr + . . 01001)
SERVO 35 PLUS
(MaschNr + . . 01001)
SERVO 35 NOVA
(MaschNr + . . 01001)
SERVO 35 NOVA PLUS
(MaschNr + . . 01001)
1500_NL-BLADZIJDE2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Het feit dat de machine en de handleiding volgens de voorschriften zijn afgeleverd, dient te worden bevestigd.
Hiervoor dient het
document Aondertekend te worden toegestuurd aan de firma Pöttinger of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
Document C is voor de klant.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie! Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
Document D
NL-0600 Dokum D Servo - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
SERVO-ploeg is overeenkomstig het aÁ everingsbewijs gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt.
Veiligheidstechnische voorzieningen en bedieningspaneel zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met
de klant besproken en uitgelegd.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd
De hydraulische verbinding met de tractor is gemaakt en de juiste aansluiting is gecontroleerd.
Hydraulische functies (wentelen, spoorbreedteverstelling) zijn gedemonstreerd en uitgelegd.
Ploeg en trekker zijn op elkaar afgesteld (spoorbreedte van de eerste ploegschaar, trekpunt).
Transport- en werkstand zijn uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
NL
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiervoor dient het
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezondenof via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
- Document C is voor de klant.
- 4 -
1400_NL-INHALT_981
NL
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk ............................................................... 5
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ........ 5
AANBOUW AAN DE TREKKER
Voorbereidingen aan de trekker ................................. 6
Keuze van de soort diepteregeling ............................ 6
Hydraulische aansluiting ............................................ 7
Voorbereidingen aan de ploeg ................................... 7
Aanbouw aan de trekker ............................................ 8
Afkoppelen van de trekker ......................................... 9
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
Voor u naar het land gaat .......................................... 9
Voor u naar het land gaat ........................................ 10
Verstellen van de fijnregeling ....................................11
Fijninstelling ..............................................................11
Tabel voor 965 mm ...................................................11
Tabel voor 825 mm ..................................................11
Voorzichtig bij het oprijden van het veld met SERVO
35 en 45 ................................................................... 12
Wentelen van de ploeg ............................................ 12
Werkhoek instellen (11) ............................................ 12
Instellen van de ploeg op de trekker met "
Servomatic" ............................................................. 13
Ploegen met de aut. diepteregeling ..........................14
Hydraulische spoorbreedteverstelling (SERVO
PLUS) .......................................................................14
ON-LAND ploegen ................................................... 15
Conventioneel ploegen ............................................ 15
Omschakelen op conventioneel ploegen ................. 15
Omschakelen op „ON-LAND“ ploegen .................... 15
BEVEILIGING
Breekboutbeveiliging ................................................ 16
SERVO NOVA
Volautomatische ‘non-stop’
overbelastingsbeveiliging .........................................17
Instelbereik ...............................................................17
Accumulator (43): .................................................... 18
Druk in de accumulator veranderen ......................... 18
ONDERHOUD
Algemene onderhoudsvoorschriften ........................ 19
Reinigen van machinedelen..................................... 19
Hydrauliekinstallatie ................................................ 19
Werkhoek van het rister instellen ............................. 20
Basisinstelling van de risters .................................... 20
Algemeen smeerplan ............................................... 21
EXTRA TOEBEHOREN
Instelling schijfkouter (* ............................................ 22
Schijfkouter geveerd (* ............................................. 22
Voorploegen:............................................................ 23
STEUNWIELEN
Dubbel steunwiel ..................................................... 24
Transport-pendelwiel ............................................... 25
Omzetten in werkstand ............................................ 25
Omzetten in transportstand ..................................... 25
Naar voren geplaatst transport-pendelwiel .............. 26
Toepassing als steunwiel ......................................... 26
Toepassing als transportwiel ................................... 26
Omzetten in transportstand ..................................... 27
Omzetten in werkstand ............................................ 28
VOLGWERKTUIGEN
Trekarm met hydraulische ontkoppeling voor
vorenpakker en volgmachine ................................... 30
Werken met het volgwerktuig ................................... 30
Trekarm demonteren ................................................ 31
Dempende werking instellen .................................... 31
Trekarm met hydraulische ontkoppeling voor
vorenpakker en volgmachine ................................... 32
Werken met het volgwerktuig ................................... 33
TECHNISCHE GEGEVENS
Eigenlijk gebruik van de ploeg ................................. 35
Plaats van het typeplaatje ........................................ 35
Technische gegevens .............................................. 36
Opties ...................................................................... 37
UITVOERINGEN
Uitvoeringen ............................................................. 38
Ploegristers .............................................................. 39
VARIANTEN
Type SERVO .............................................................41
Type SERVO NOVA ..................................................41
Type SERVO PLUS ..................................................41
Type SERVO NOVA PLUS .......................................41
AANHANGSEL
Smeermiddelen ........................................................ 46
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig .......... 49
9501_NL-WARNBILDER_942
NL
- 5 -
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
Er mogen zich geen personen binnen het zwenkbereik van de
machine bevinden.
Grijp nooit in de machine zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmark, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
- 6 -
1400_NL-ANBAU_983
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
Voorbereidingen aan de trekker
Wielen en banden
- De spanning in de achterbanden van de trekker moet
bij het ploegen 0,8 bar zijn.
- Onder zware omstandigheden kunnen extra
wielverzwaringen voordelig zijn. Zie ook de
gebruikershandleiding van uw trekkerfabrikant.
Ballastgewichten
De trekker moet aan de voorzijde voldoende
worden verzwaard om veilig sturen en
remmen te waarborgen.
Tenminste 20% van het onbelaste
trekkergewicht moet op de vooras drukken!
De hefinrichting
- De hefarmen (4) moeten links en rechts even lang zijn.
- Met verstelmogelijkheid (3) nastellen.
- Als de hefstangen (4) in meerdere standen aan de trekker
zijn te bevestigen, is het wenselijk de achterste stand
(H) te kiezen. Hierdoor wordt de hefinrichting minder
zwaar belast.
- De topstang (1) aanbrengen volgens de aanwijzingen
van de trekkerfabrikant (2).
Instelling tijdens het transport
- De hefarmen met de stabilisatoren (5) zo vast zetten,
dat de aangekoppelde ploeg tijdens het transport niet
kan uitzwenken.
- De bedieningshendel van de hydraulische regeling moet
zijn vastgezet om zakken te voorkomen
- De stand `ON-LAND` niet gebruiken tijdens het
wegtransport.
Instelling tijdens het ploegen
- De stabilisators (5) zodanig afstellen, dat de ploeg een
groot zijdelings bereik krijgt.
Keuze van de soort diepteregeling
De normale bediening
Voor het aan- en afbouwen van de ploeg en tijdens transport.
De normale bediening is de normale instelling van de
hefinrichting.
De aangekoppelde machine blijft in de stand (H) die via
het stuurventiel (ST) is ingesteld.
Automatische diepteregeling, mengregeling:
Het ploegen gebeurt met een van beide instellingen. Voor
een beschrijving, zie hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
20%
Kg
Aanwijzing
Let op de toege-
stane capaciteits-
grenzen van de
trekker
- 7 -
1400_NL-ANBAU_983
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Hydraulische aansluiting
Als de trekker is uitgerust met een enkelwerkend
stuurventiel, moet er beslist een vrije retourleiding (T)
worden gemonteerd.
- Drukleiding (1) aansluiten op het enkelwerkende
stuurventiel
1 enkelwerkende stuurventiel
of
1 dubbelwerkend stuurventiel
+ 1 dubbelwerkend stuurventiel
Voorbereidingen aan de ploeg
Aankoppel-as (965 mm / 825 mm)
De juiste aankoppel-as gebruiken
- zie ook de onderdelenlijst
De aanpassing op de hefinrichting uitvoeren
- de beide zijplaten kunnen in 4 standen (P1, P2, P3
en P4) worden gemonteerd
Pen voor de topstang
De pen (6) als afgebeeld aanbrengen.
- met splitpen (K) borgen.
- 8 -
1400_NL-ANBAU_983
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Verlichting - waarschuwingstekens
Voor het rijden tijdens mist,
nevel of in het donker moeten
volgende voorzorgsmaatregelen
worden genomen. Aanwijzing
voor het aanbrengen van
waarschuwingsborden,
reflecterende folie of verf,
evenals de verlichting kunnen uit bijlage C worden
overgenomen.
De verlichting en de waarschuwingsborden kunnen tegen
meerprijs door de firma. Pöttinger worden geleverd.
In principe moeten de lokale voorschriften worden
opgevolgd.
Aanbouw aan de trekker
- hefinrichting op ‘normaal werken’ zetten
- de hefarmen aankoppelen en met een splitpen borgen
Aanwijzing
De aanbouwbok kan door het verdraaien van
neigingsspindels (11) in horizontale stand worden
gebracht.
Hierdoor wordt het aankoppelen vergemakkelijkt.
Aansluitend spindels (11) weer in de oorspronkelijke
stand terugdraaien. Zie ook het hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
De topstang (1) aanbrengen
- Topstang (1) zo bevestigen, dat het aansluitpunt (P1)
aan de ploeg ook tijdens het werk iets hoger ligt dan
het aansluitpunt (P2) van de trekker.
Diepteregeling van de
hefarmen
Als de diepteregeling van
de trekker via de hefarmen
wordt aangestuurd, moet
de topstang in het sleufgat
(LL) van de aanbouwbok
worden bevestigd.
Diepteregeling via de topstang
Als de diepteregeling van de trekker via de topstang
wordt aangestuurd, moeten de beide aansluitpunten
(RL) van de aanbouwbok worden gebruikt.
- Hydraulische slangen op de trekker aankoppelen.
Belangrijke aanwijzing:
Steunpoot in werkstand
1. De pen (12) in de boring van de onderplaat laten vallen.
2. De steunpoot met splitpen (2) borgen.
De pen alleen in het eerste gat van de steunpoot steken.
De boringen 2 tot 9 niet gebruiken anders wordt de
steunpoot tijdens het wentelen van de ploeg beschadigd.
495.694
Arbeitsposition 
Working position
Position travail
12
Werkstand
TD65/92/27
1
P1
P2
- 9 -
1400_NL-ANBAU_983
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Afkoppelen van de trekker
Aanwijzing: schaarpunten zijn gehard. Als ze op een
harde ondergrond (steen, beton enz.) worden neergezet,
kan dit tot breuk leiden. Zet daarom de schaarpunten
op een geschikte ondergrond, bijvoorbeeld een plank!
- Ploegraam in werkstand draaien en de ploeg op een
vaste en effen ondergrond zetten
- om de druk in de hydraulische
leidingen weg te nemen, de
hendel van het stuurventiel
(ST) meerdere malen heen
en weer bewegen.
- de bediening van de heÀ n-
richting in de normale· stand
zetten.
- hydraulische slangen van de trekker loskoppelen.
- door het bewegen van de hendel (8) de steunpoot
losdraaien, naar beneden zwenken en met
de hendel weer vastdraaien.
- topstang en hefarmen van de machine los maken.
Wegzetten, schoonmaken en overwinteren van
de machine
volg de aanwijzingen in het hoofdstuk ONDERHOUD
EN ZORG·
1700-NL VOREINSTELLUNG (981)
NL
- 9 -
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
Tabel-B
voor
SERVO NOVA PLUS
Tabel-B
voor
SERVO PLUS
Voor u naar het land gaat
SERVO
SERVO NOVA
- zie volgende pagina
SERVO PLUS
SERVO NOVA PLUS
1. Basisafstelling volgens tabel-B uitvoeren, bij een gemiddelde
snijbreedte-instelling.
2. Precieze instelling bij het gebruik uitvoeren.
Instelling van de beide spindels (ZP, VF)
Trekpunt (ZP)
Eerste voor (VF)
De instelling is afhankelijk van de afstand tussen de trekkerwielen
(RA) en de ingestelde snijbreedte.
- Meer informatie over trekpunt en eerste voor in het hoofdstuk
‘GEBRUIK’.
RA
TD65/92/35
TD126/98/07
VF
ZP
1700-NL VOREINSTELLUNG (981)
NL
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
- 10 -
Voor u naar het land gaat
SERVO
1. Basisafstelling volgens tabel-C uitvoeren, bij een gemiddelde
snijbreedte-instelling.
2. Precieze instelling bij het gebruik uitvoeren.
SERVO NOVA
1. Basisafstelling volgens tabel-A uitvoeren, bij een gemiddelde
snijbreedte-instelling.
2. Precieze instelling bij het gebruik uitvoeren.
Snijbreedte instellen.
- Beide bouten (SK) losdraaien
- Achterste schroef uitnemen
- Bevestigingsconsole zover zwenken tot de gewenste snijbreedte
is bereikt en de schroef in één van de boringen (1,2,3,4,5) past.
- Schroef weer aanbrengen en vastdraaien.
Instelling van de beide spindels (ZP, VF
Trekpunt (ZP)
Eerste voor (VF)
De instelling is afhankelijk van de afstand tussen de trekkerwielen
(RA) en de ingestelde snijbreedte (1,2,3,4,5).
- Meer informatie over trekpunt en eerste voor in het hoofdstuk
‘GEBRUIK’.
RA
TD65/92/35
Tabel-C
voor
SERVO
Tabel-A
voor
SERVO NOVA
(983) 9900-NL FEINEINSTELLUNG
NL
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
- 11 -
Fijninstelling
- de maat (A) en (B) aan de hefarmen afmeten en aan de hand van de tabel voor CAT. II resp. CAT. III
het snijpunt (F) bepalen.
de maten (A, B) worden vanuit het midden van de kogels vastgesteld.
- de ligging van het snijpunt tussen de diagonale lijnen van de tabel geeft de instelwaarde (F) aan.
Tabel voor 965 mm
Tabel voor 825 mm
A
B
B
TD65/92/39
Voorbeeld:
A = 512 mm
B = 1030 mm
Het snijpunt (F) ligt tussen de lijnen
"23" en "25"
Het gemiddelde daarvan is dus 24 mm.
F = 24 mm.
Verstellen van de
fijnregeling
1. Beide moeren (SK)
losdraaien.
2. Afstelspindel op maat (F)
instellen
- met de beide moeren
aansluitend borgen
3. Beide moeren (SK) weer
vastdraaien.
Aantrekmoment
- 190 Nm (19 kpm)
190 Nm (19 kpm)
- 12 -
1400_NL-GEBRUIK_983
NL
GEBRUIK
Voorzichtig bij het oprijden van het veld
met SERVO 35 en 45
Let op!
Kans op schade bij het oprijden van het veld
als de ploeg zich nog in de transportstand
(horizontale stand) bevindt en de ploeg
daarbij wordt geheven (Afstand A). Bij
zware schokbewegingen kan de spindel
worden beschadigd,
Daarom met transportwiel het veld oprijden
of de ploeg van te voren in de werkstand
brengen.
Wentelen van de ploeg
Let op!
Tijdens het wentelen mag niemand zich
binnen het zwenkbereik bevinden.
Het wentelen vanaf de bestuurderszitplaats
laten plaats vinden.
Voor het wentelen moet de ploeg geheel
worden geheven.
Het draaiwerk is met dubbelwerkende cilinders en een
ingebouwd, automatisch omkeerventiel uitgerust.
Het automatische omkeerventiel zorgt ervoor, dat
het totale wentelen met een slechts één enkele
handeling van de bedieningshendel (ST) plaats vindt.
(Noodzakelijke oliehoeveelheid: 40 - 50 l/min)
TD 65/92/48
s
h
0
ST
Wentelen
Het wentelen wordt met een enkelwerkend of een
dubbelwerkend ventiel op gelijke wijze uitgevoerd.
Bij een enkelwerkend ventiel is een vrije retourleiding
op de trekker nodig.
- Stuurventiel (ST) inschakelen op heffen (h).
(bij variant met inzwenkcilinder of memoriecilinder
wordt het frame eerst ingezwenkt.),na het draaien weer
uitgezwenkt. zie hoofdstuk Varianten.
De ploeg wordt 180° gedraaid.
- Stuurventiel (ST) op neutraal (0) zetten.
Na ca. 5 seconden kan een nieuwe draaibeweging
worden ingezet.
Werkhoek instellen (11)
Bij het ploegen moeten de ploeglichamen ongeveer
horizontaal (90°) tot de ondergrond staan. Deze stand
wordt, zoals hieronder beschreven, bereikt door het
verdraaien van de beide spindels (11).
- ploeg 5-10 cm. heffen
- stuurventiel (ST) kort bedienen
het ploegraam draait iets van de aanslagspindel (11)
weg.
-hoek met de spindel (11) instellen
-ploegraam weer tot aan de aanslag terugdraaien
-het ploegen voortzetten en testen of door de nieuwe
instelling de ploeglichamen ongeveer horizontaal (90°)
tot de ondergrond staan.
TD 65/92/25
90°
- 13 -
1400_NL-GEBRUIK_983
GEBRUIK NL
Instellen van de ploeg op de trekker met
"Servomatic"
Met het ‘SERVOMATIC’ instelcentrum worden ploeg en
trekker optimaal op elkaar afgestemd.
De volgende controle van de instellingen moet in volgorde
worden uitgevoerd.
Nooit in het gevarenbereik
grijpen, zolang er nog delen kunnen
bewegen.
• Buiten het zwenkbereik van de machine
blijven.
1. Snijbreedte instellen
- zie hoofdstuk ‘VOORINSTELLING VAN DE PLOEG’
2. De snijbreedte instellen voor het eerste
ploeglichaam (voorvork)
De snijbreedte (S2) van het eerste ploeglichaam wordt
ingesteld door het verdraaien van de spindel (VF).
Snijbreedte (S1) te smal
- spindel (VF) langer draaien
Snijbreedte te breed
- spindel (VF) korter draaien
Snijbreedte (S2) juist
- spindel goed ingesteld
zie hoofdstuk ‘VOORINSTELLING VAN DE PLOEG’
Hydraulische verstelling (SERVO PLUS)
Daarvoor is een extra dubbelwerkend regelventiel aan
de tractor noodzakelijk.
3. Trekpunt (Z) instellen
Instelling juist
Treklijn (ZL) loopt door het middelpunt (M) van de trekker-
achteras. Op de trekker wordt is geen zijdelingse trekkracht
uitgeoefend.
De ploeg trekt licht.
- spindel (ZP) is volgens de tabel goed ingesteld.
zie hoofdstuk ‘VOORINSTELLING VAN DE PLOEG’
Instelling fout
Treklijn (ZL) loopt niet door het middelpunt (M) van de
trekkerachteras.
a.)Bij het ploegen wordt de trekker naar het geploegde
getrokken. Dit kan alleen worden gecorrigeerd door
tegensturen.
- spindel (ZP) langer draaien
b) Tijdens het ploegen wordt de trekker naar het
ongeploegde getrokken.
- spindel (ZP) korter draaien.
- 14 -
1400_NL-GEBRUIK_983
GEBRUIK NL
Ploegen met de aut. diepteregeling
Om de hefinrichting goed te laten functioneren moet
op het volgende worden gelet.
TD65/92/27
1
P1
P2
- de topstang (1) zodanig aanbrengen, dat het aansluitpunt
aan de ploeg (P1) tijdens het ploegen iets hoger ligt
dan het aansluitpunt (P2) aan de trekker.
Topstang aanbrengen
LL, RL=stand wanneer diepteregeling via de hefarmen werkt
RL=stand wanneer diepteregeling via de topstang werkt
zie verder in hoofdstuk ‘Aanbouw aan de trekker’
- het ploegraam moet in lengterichting, tijdens het werk, zo
mogelijk parallel tot de ondergrond lopen.
- de werkdiepte wordt eerst via de hefinrichting (ST)
ingesteld.
Wisselende bodemweerstand tijdens het ploegen wordt,
afhankelijk van de soort diepteregeling, via de topstang
(1) of via de beide hefarmen aan het stuurventiel
doorgegeven. De juiste impuls wordt in een hef- of
zakfunctie aan de hefinrichting veranderd.
Een voorbeeld: Diepteregeling via de topstang
De ploeg dringt dieper in de grond in.
Hierdoor wordt de druk via de topstang bij het regelventiel
groter.
Als gevolg daarvan wordt het regelventiel zolang op
heffen geschakeld tot de ingestelde werkdiepte weer
is bereikt.
Aanwijzing:
Lees ook de gebruiksaanwijzingen van de trekkerfabrikant.
Hydraulische spoorbreedteverstelling
(SERVO PLUS)
De verstelinrichting wordt bediend met een hydraulische
cilinder. Daarvoor is een extra dubbelwerkend
regelventiel aan de tractor noodzakelijk.
De spoorbreedte kan ook tijdens het ploegen traploos
worden aangepast. De positie van de treklijn wordt
daardoor niet beïnvloed (zie ook ‘trekpunt (Z)’ afstellen).
Voordelen:
- nauwkeurig ploegen binnen de grenzen
-ontwijken van hindernissen (masten, bomen enz.)
- 15 -
0300-NL ON LAND_981
NL
GEBRUIK
ON-LAND ploegen
Wat betekent „ON-LAND-ploegen“
Geen trekkerwielen in de voor
- Alle wielen rijden op het ongeploegde.
Voordelen bij het „ON-LAND-ploegen“
De ondergrond wordt ontzien bij het „ON-LAND“ ploegen.
Geen trekkerwiel in de voor dat de grond verdicht en
kneed.
In vochtige omstandigheden minder slip op de
trekkerwielen dan bij het conventionele ploegen.
• Groter zwenkbereik
Dit maakt het mogelijk om ook met dubbele-montering
op het ongeploegde te rijden.
Mogelijkheid om perceelsranden te ploegen
De ploeg (tegengesteld aan de ON-LAND-positie)
van het reeds geploegde wegzwenken. Daardoor kan
nauwkeurig tot aan een begrenzing worden geploegd.
• Conventioneel ploegen
Daartoe kan de ploeg midden achter de trekker worden
gezwenkt werden = Conventioneel ploegen met het wiel
in de voor
KP = Conventioneel ploegen
OP = „ON-LAND“ ploegen
Conventioneel ploegen
Ploegen met een wiel in de voor
De ploeg met de hydraulische zwenkinrichting midden
achter de trekker zwenken.
Omschakelen op conventioneel ploegen
Veiligheidsaanwijzingen
Het omschakelen uitvoeren op een vaste,
vlakke ondergrond
Niet in het bereik van een geheven ploeg
treden
Bij het omschakelen buiten het bereik van
de ploeg blijven
1. Ploeg een klein beetje heffen
- met de hefinrichting van de trekker
2. Spindel in stand (KP) brengen
- Pen met verende splitpen borgen
3. Trekpunt (ZP) opnieuw instellen
- zie " Instellen van de ploeg op de trekker met
"SERVOMATIC""
Omschakelen op „ON-LAND“ ploegen
Veiligheidsaanwijzingen
Het omschakelen uitvoeren op een vaste,
vlakke ondergrond
Niet in het bereik van een geheven ploeg
treden
Bij het omschakelen buiten het bereik van
de ploeg blijven
1. Ploeg een klein beetje heffen
- met de hefinrichting van de trekker
2. Spindel in stand (OP) brengen
- Pen met verende splitpen borgen
3. Trekpunt (ZP) opnieuw instellen
- zie " Instellen van de ploeg op de trekker met
"SERVOMATIC""
(943) 9200 NL SICHERUNG
NL
- 16 -
BEVEILIGING
Breekboutbeveiliging
De ploeglichamen zijn door breekbouten beveiligd.
Bij overbelasting breekt de breekbout (30) en het ploeglichaam zwenkt naar boven weg.
- Restant van de breekbout verwijderen
- Bout (13) losdraaien.
- Ploeglichaam weer in werkstand terugzwenken.
- Nieuwe breekbout inzetten en de beide bouten weer vastdraaien.
Attentie!
Gebruik alleen originele breekbouten (zie onderdelenlijst) met de juiste afmetingen en kwaliteit.
Gebruik nooit bouten met hogere of lagere waarde.
- 17 -
1600_NL-NOVA_984
NL
SERVO NOVA
Volautomatische ‘non-stop’
overbelastingsbeveiliging
Voor moeilijk te bewerken bodemoppervlakken met
stenen of andere belemmerende factoren is een
volautomatische overbelastingsbeveiliging aan te
bevelen.
Bij de ploeg SERVO-NOVA is elke ploegschaar
afzonderlijk hydromechanisch tegen beschadigingen
beveiligd.
Wanneer over een hindernis wordt heengereden kan
de ploeg naar alle kanten uitzwenken. De trekker hoeft
niet te stoppen. De ploeg zwenkt automatisch in de
werkstand terug.
Naast de volautomatische ‘non-stop’
overbelastingsbeveiliging zijn alle verbindingen
bovendien met een breekbout beveiligd. Beschrijving
zie hoofdstuk ‘OVERBELASTINGSBEVEILIGING’.
Instelbereik
Het schakelmechanisme van de overbelastingsbeveiliging
kan aan de verschillende bodemsoorten worden
aangepast.
Normale instelling
- De druk in de hydraulische cilinders (40) moet ca. 10
bar hoger zijn dan de stikstofdruk in de accumulator
(43).
Stikstofdruk in de accumulator (43)
(fabrieksinstelling)
80 bar
Instelbereik van de druk in de hydraulische
cilinders (40)
90 tot 160 bar
Wanneer in de praktijk blijkt dat de
overbelastingsbeveiliging te snel wordt geactiveerd,
dan kan met de bijgeleverde vulinstallatie (42) de druk(*
in de hydraulische cilinders worden verhoogd (zie tabel).
Druk(* uitbreekkracht
( bar ) ( kp )
90 1010
100 1125
110 1240
120 1350
130 1460
140 1575
150 1690
160 1800
Druk in de hydraulische cilinders verhogen:
- Afsluitkraan in positie A.
- Afsluitkap (41) van de afsluitkraan verwijderen en de
vulleiding monteren.
- Druk van het regelventiel aan de trekker halen.
- Stekkerkoppeling (42) aan de trekker aansluiten.
- Afsluitkraan openen (positie E). De hydraulische druk
valt weg.
- Regelventiel aan de trekker zo lang vasthouden tot de
manometer de gewenste druk aangeeft. Vervolgens
afsluitkraan sluiten (positie A).
Let op!
De afsluitkraan moet tijdens het ploegen
gesloten zijn (positie A).
- Met het regelventiel de druk van de vulleiding halen.
- Vulleiding verwijderen en afsluitkap (41) weer
aanbrengen.
- 18 -
1600_NL-NOVA_984
SERVO NOVA NL
Accumulator (43):
De druk in de accumulator kan eveneens worden
aangepast.
Het verminderen of verhogen van de druk in de
accumulator is afhankelijk van de verschillende
bodemsoorten.
• Bij een makkelijk te bewerken bodemsoort kan de
gasdruk worden gereduceerd.
Let op!
Er mag niet aan de accumulator worden
gelast en ook mechanische bewerkingen
zijn niet toegestaan.
Druk in de accumulator veranderen
Deze werkzaamheden mogen alleen
door een vakwerkplaats worden
uitgevoerd.
Om de drukinstelling van de accumu-
lator te verminderen of te verhogen is
een speciale vul- en testvoorziening
noodzakelijk.
1. Druk verminderen:
a) Kunststofkap verwijderen
- Loodprop (indien aanwezig) in de gasvulschroef (44)
met een puntig voorwerp verwijderen.
b) Gasvulschroef (44) enigszins losmaken.
c) Vul- en testvoorziening aanbrengen.
d) Afsluitkraan aan de vulvoorziening enigszins openen.
Stikstof (N) langzaam laten ontsnappen, tot de
manometer de gewenste druk aangeeft.
e) Afsluitkraan sluiten, vulvoorziening verwijderen,
gasvulschroef vastdraaien en loodprop (indien
aanwezig) terugplaatsen.
2. Druk verhogen:
Gebruik voor de vulling van de gastank
alleen stikstof (N), geen zuurstof
(explosiegevaar).
f) Vulvoorziening op de stikstoffles aansluiten.
g) Kunststofkap verwijderen.
- Loodprop (indien aanwezig) in de gasvulschroef (44)
met een puntig voorwerp verwijderen.
- Gasvulschroef (44) enigszins losmaken.
- Vul- en testvoorziening aanbrengen.
h) Testvoorziening op de stikstoffles aansluiten.
i) Afsluitkraan aan de vulvoorziening enigszins openen
en stikstof bijvullen, tot de manometer de gewenste
druk aangeeft.
k) Afsluitkraan sluiten, vulvoorziening verwijderen,
gasvulschroef vastdraaien en loodprop (indien
aanwezig) terugplaatsen.
Aanwijzing
Volgens de fabrieksbeschrijving ‘Hydac’ wordt de druk in
de accumulators na verloop van tijd lager.
Het verlies (stikstof) bedraagt jaarlijks ca. 2 - 3 %.
Na 4 - 5 jaar de druk controleren en eventueel bijstellen.
- 19 -
1300_NL-WARTUNG_955
NL
ONDERHOUD
Algemene onderhoudsvoorschriften
Om de machine ook na langdurige inzet in goede staat te
houden, moet u volgende aanwijzingen opvolgen:
- Na de eerste bedrijfsuren alle bouten natrekken.
Tijdens het gebruik
- regelmatig alle bouten en moeren controleren en
eventueel natrekken
- de vier smeerpunten op de wentelinrichting elke week
nasmeren
- Alle smeerpunten wekelijks smeren.
- De smeerpunten aan de wielkasten minimum twee keer
per seizoen smeren.
gelijktijdig ook de scharnierpunten en de verstelspindels
oliën.
Slijtageonderdelen
- Om te voorkomen dat dragende delen worden
beschadigd, verdient het aanbeveling delen die aan
slijtage onderhevig zijn, tijdig te vervangen.
Bandenspanning
- Let op de juiste bandenspanning!
Spanning regelmatig controleren!
Tijdens het oppompen en bij te hoge
bandenspanning bestaat gevaar voor het
barsten van een band!
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
- Gevaar voor roestvorming!
- na het reinigen de machine smeren en kort laten
proefdraaien
- Door met te hoge druk te reinigen kan beschadiging
van lak optreden.
Parkeren in de open lucht
Als de ploeg langere tijd
in de open lucht verblijft,
moeten de uitstekende
delen van hydraulische
cilinders worden gereinigd
en worden ingevet.
Winterklaar maken
- machine voor het overwinteren grondig reinigen
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
Hydrauliekinstallatie
- hydraulische slangen regelmatig controleren op
beschadigingen.
Poreuze of beschadigde hydraulische slangen direct
vervangen!
Attentie infectiegevaar!
• Probeer nooit een lek in de hydraulische
installatie met de handen te dichten.
Voor u aan de hydraulische installatie gaat werken
- ploeg op de grond zetten
- tijdens onderhoudswerkzaamheden, waarbij de
machines is geheven, moet deze op deugdelijke wijze
worden ondersteund
- hydraulische installatie drukloos maken en de
trekkermotor uitschakelen, sleutel uit het contactslot
nemen.
FETT
TD 49/93/2
Aanwij-
zing:
Alle smeerpunten
en de smeerfre-
quentie vindt u
in het smeerplan
aan het einde van
dit hoofdstuk.
- 20 -
1300_NL-WARTUNG_955
NL
ONDERHOUD
Basisinstelling van de risters
Na het verwisselen van de slijtdelen moeten volgende controles in deze volgorde worden uitgevoerd:
1. Ploeg op een effen ondergrond neerzetten.
2. De afstand (A) tussen ploegraam en ploegzool moeten bij alle risters hetzelfde zijn.
3. Afstand (B1) aan het laatste rister controleren.
B1 = 0 - 5 mm bij risters * van het type W, UWS
10 - 20 mm bij risters * van het type UW, UWS, WSS.
4. Afstand (B) instellen als maat B1.
* Het type rister is op het typeplaatje af te lezen.
Werkhoek van het rister instellen
Wanneer de ploeg niet juist in de ondergrond dringt,
kan door het verdraaien van een excentrische bus een
verbetering worden bereikt.
Afhankelijk van stand van de bussen (A of B) wordt de
schaarpunt in het bereik ‘S’ dieper of hoger gesteld.
bouten na het verstellen weer goed vastdraaien.
Bij enkele types is in plaats van een excentrische bus een
geribbelde plaat aangebracht.
Zie ook ‘Basisinstelling van de risters.
- 21 -
1300_NL-WARTUNG_955
NL
ONDERHOUD
Voorzich-
tig!
Letselgevaar
door onbedoeld
hanteren van
de hydraulische
sturing.
Voor instel- en
onderhoudswerk-
zaamheden de
motor uitschake-
len en de sleutel
eruit trekken.
Algemeen smeerplan
Voorzich-
tig!
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine vast en
zeker staat en
goed wordt onder-
steund.
Aanwijzing
Smeerpunten die
met 10h zijn aan-
geduid moeten
minimum elke
week worden
gesmeerd.
Aanwijzing
Smeerpunten
die met 50h
zijn aangeduid
moeten minimum
twee keer per
seizoen worden
gesmeerd.
Aanwijzing
Op dit plan zijn alle
mogelijke smeer-
punten van alle
productvarianten
aangeduid.
10 h
100 h
632-13-03b
2
4
3131112
x6
11
NL
- 22 -
(* Voorzichtig! Verwondingsgevaar aan de snijkanten!
0600_NL-ZUSÄTZE_983
EXTRA TOEBEHOREN
De snijdiepte van de schijfkouters op een afstand van 5 cm. Hoger
dan de schaarpunt instellen.
De stand in de lengterichting wordt door het verschuiven van de
houder op de console gekozen
Verder moet de stand worden bepaald door de excenterarm (50)
met 180° te draaien.
Instelling schijfkouter (*
De zijdelingse afstand tot de schaarpunten moet 2-3 cm. zijn
Dit wordt bepaald door de arm (50) te verdraaien.
Schijfkouter geveerd (*
Tot bouwjaar 2004 Vanaf bouwjaar 2004
NL
EXTRA TOEBEHOREN
- 23 -
(* Voorzichtig! Verwondingsgevaar aan de snijkanten!
0600_NL-ZUSÄTZE_983
Voorploegen:
Maïsinlegger, mestinlegger
Deze worden ingezet voor het inwerken van stro of mest.
de werkdiepte instellen op 1/3 van de totale werkdiepte
De plaats is boven de schaarpunt of daar achter. Bij een zware
begroeiing of voor het inploegen van stro moeten ze zo ver mogelijk
naar achteren worden ingebracht.
Verdeelstuk (60)
Verdeelstukken, die bovenaan het rister worden aangebracht; dienen
ervoor dat bij het onderploegen van stro, de stengels minder worden
geknikt en daardoor beter glijden.
Geleideplaat (61)
Voor het inwerken van mest.
geleideplaten voor de ristertypen UW, W en WSS
geleideplaat voor de ristertypen UW, W en WSS
Deze kunnen worden gebruikt in plaats van de voorscharen, ze
werken echter minder goed bij geringere werkdiepten.
Tipkouter (62) (*
Deze kouters kunnen in plaats van schijfkouters (zie hierboven)
worden gemonteerd, ze kunnen echter niet worden versteld.
(983) 9800-NL DOPPELTASTRAD
NL
- 24 -
STEUNWIELEN
Dubbel steunwiel
De werkdiepte wordt via de spindel (70) ingesteld.
Dubbel steunwiel gemonteerd aan voorlaatste
ploeglichaam
0700_NL-TRANS-PENDELRAD_983
NL
STEUNWIELEN
- 25 -
Transport-pendelwiel
Bandenmaat
SERVO 45, SERVO 55 SERVO 35
10.0/75-12 10 PR 23x10,50-12 6 PR
bandenspanning max. 5,5 bar max. 2 bar
Als steunwiel
Werkdiepte instelen
1. Spindel (1) afstellen
2. De beide spindels(2)
overeenkomstig afstellen
Als transportwiel
Hierdoor wordt de achteras en de hefinrichting van de
trekker ontzien.
Belangrijke aanwijzing:
De topstang (1) moet bij transportritten in het
lange gat met de ploeg steken.
A1 = Werkstand
T1 = Transportstand
Omzetten in werkstand
- Alleen SERVO PLUS: Hydraulisch ventiel (F) openen.
- Ploeg opheffen met hefinrichting van de trekker.
- Vergrendeling losmaken.
Hiervoor de hendel (79) 180° draaien (stand A).
- Ploeg met de wentelinrichting in de vertikale stand brengen.
- Pen (3) uitnemen, de steunwielconsole met ca. 90° in werkstand zwenken
en de pen weer insteken (A).
Pen met splitpen borgen (5).
- Snijbreedte instellen
- bij SERVO PLUS: hydraulisch
- bij STANDAARD: Pen (T3) in de gewenste positie steken
- Cilinder in werkstand brengen (A2)
Omzetten in transportstand
- Kleinste snijbreedte instellen
- bij SERVO PLUS: hydraulisch
- bij STANDAARD: Pen (T3) in de gewenste positie steken
- Cilinder in Transportstand (T2)
- de pen insteken
- Pen (3) uitnemen, de steunwielconsole ca. 90° in transportstand zwenken en
de pen weer insteken (T).
Pen met splitpen borgen (5).
- Vergrendeling aan de aanbouwbok losmaken.
Hiervoor de hendel (79) 180° draaien (stand B).
- Ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
- Met de wentelinrichting langzaam in horizontale stand brengen, totdat de
vergrendelingsbouten aan de aanbouwbok automatisch vastklikken.
- Alleen SERVO PLUS: Hydraulisch ventiel (F) sluiten.
A, A2 = Werkstand
T, T2 = Transportstand
Transportstand
SERVO Standaard
115-07-15
1
- 26 -
NL
1500_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_983
TASTWIELEN
Toepassing als transportwiel
Hierdoor wordt de achteras en de hefinrichting van de
trekker ontzien.
Belangrijke aanwijzing:
De topstang (1) mag bij transportritten alleen
in het lange gat met de ploeg steken.
115-07-15
1
Toepassing als steunwiel
Werkdiepte instellen
Variant 1
Mechanische diepte-instelling
- Spindel (1) op de juiste manier afstellen
- De beide spindels (2) op de juiste manier afstellen
384-06-02
1
Variant 2
Hydraulische diepte-instelling
- Permanent vanaf de trekker, ook tijdens het ploegen
verstelbaar
- Geïntegreerde sturing van het pendelen van het wiel
tijdens het keren
Naar voren geplaatst transport-pendelwiel
Wielvarianten
10.0/75-12
Diameter 705 mm
Draagkracht 1600 kg
13.3x55-16
Diameter 780 mm
Draagkracht 2050 kg
- 27 -
NL
1500_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_983
TASTWIELEN
A, A2 = Werkstand
T = Transportstand
6. Transportbeveiliging op de aanbouwbok activeren
- Daarvoor de excenterhefboom (op de aanbouwbok)
90° zwenken (Positie T1).
A1 = Werkstand
T1 = Transportstand
7. Ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
- Met de wentelinrichting langzaam in horizontale
stand brengen (Transportstand), totdat de
vergrendelingsbout aan de aanbouwbok automatisch
vastklikt.
8. Alleen SERVO PLUS: Hydraulisch ventiel (F) sluiten.
Omzetten in transportstand
1. Kleinste snijbreedte instellen
- met de hydraulische snijbreedteverstelling bij de
SERVO PLUS ploeg
-
met de zwenkcilinder bij ploeg met hydraulische
frame-inzwenking
2. Ploeg en eventueel hydraulisch wiel op de grond laten
zakken
3. Wielconsole in de transportstand brengen
- Pen (6) van 'Positie T5' naar 'Positie T6' omsteken
(bij de uitvoering met hydraulische frame-inzwenking
de blokkeerkraan sluiten als de cilinder geheel is
uitgeschoven)
4. Cilinder of demper in transportstand brengen
- Pen (7) verwijderen
- Cilinder of demper van de as halen. Als dit lastig gaat
kan het wiel worden opgetild met de instelsleutel.
- Dempingscilinder (8) van 'Positie T7' naar 'PositieT8'
zwenken
- Pen (7) insteken en borgen
Veiligheidsaanwijzing!
Controleer of de ruimte waarin de
machine zwenkt vrij is en dat er zich
niemand in de gevarenzone rond de
machine bevindt.
5. Wieldrager in transportstand zwenken
- pen (3) uitnemen
- de steunwielconsole ca. 90° zwenken. (Met de
instelsleutel de hendel verlengen)
- pen (3) weer insteken (T)
- pen met splitpen borgen
- 28 -
NL
1500_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_983
TASTWIELEN
Omzetten in werkstand
1. Alleen SERVO PLUS: Hydraulisch ventiel (F) openen.
2. Ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
3. Transportbeveiliging op de aanbouwbok ontkoppelen.
- om veiligheidsredenen met het trekkoord (S), vanaf
de bestuurderszitplaats.
- Daarvoor de excenterhefboom (op de aanbouw-
bok) 90° zwenken (positie A1).
A1 = Werkstand
T1 = Transportstand
4. Ploeg met de wentelinrichting in de verticale stand
(Werkstand) brengen.
5. Ploeg op de grond laten zakken, daarbij iets naar voren
rijden, zodat het wiel naar achteren gezwenkt op de
grond staat.
6. Wieldrager in werkstand zwenken
Veiligheidsaanwijzing!
Controleer of de ruimte waarin de
machine zwenkt vrij is en dat er zich
niemand in de gevarenzone rond de
machine bevindt.
- pen (3) uitnemen
- de steunwielconsole ca. 90° zwenken (met de
instelsleutel de hendel verlengen)
- pen (3) weer insteken (A)
- pen met splitpen borgen
A, A2 = Werkstand
T = Transportstand
7. Cilinder of demper in werkstand brengen
- Pen (7) verwijderen
Cilinder of demper van de as halen. Als dit lastig gaat
kan het wiel worden opgetild met de instelsleutel.
- Dempingscilinder (8) van 'Positie T8' naar 'Positie
T7' zwenken
- Pen (7) insteken en borgen
8. Wielconsole in werkstand brengen
- Pen (6) van 'Positie T6' naar 'Positie T5' omsteken
(bij de uitvoering met hydraulische frame-inzwenking
de blokkeerkraan openen)
- 29 -
NL
1500_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_983
TASTWIELEN
9. Snijbreedte instellen
- met de hydraulische snijbreedteverstelling bij de
SERVO PLUS ploeg
-
met de zwenkcilinder bij een ploeg met hydraulische
frame-inzwenking
(983) 0000-NL AUSLEGER
NL
- 30 -
VOLGWERKTUIGEN
Opties
Trekarm met hydraulische ontkoppeling voor vorenpakker en volgmachine
Op de trekker is een dubbelwerkend ventiel benodigd.
De trekarm wordt gemonteerd aan het hoofdraam
Bij de ploegwentelcilinder wordt aan de retourleiding (T) een T-verbinding met een steekmof gemonteerd.
TD65/92/85
82
81v
81e
TD65/92/83
TD65/92/84
30cm
Werkstand
Trekstang (83) in de voorste boring
(A) steken.
• Met de trekstang (83) wordt ook
de afstand (40-50 cm) tot het
trekkerwiel ingesteld.
Transportstand
Trekstang (83) in de achterste boring (B) steken.
De trekarm wordt hierdoor naar binnen, richting het ploegraam,
gezwenkt.
Werken met het volgwerktuig
Aan de volgwerktuigen is een vangvoorziening voor de trekarm
gemonteerd, die voor het aankoppelen dwars op de rijrichting staat.
Koppelen van het volgwerktuig
Pen in vergrendelde stand (81v)
Voor het vergrendelen van de pennen moet het stuurventiel korte
tijd op ‘heffen’ worden geschakeld.
De trekarm in het buitenste bereik (30 cm.) om het volgwerktuig
aan te koppelen.
Ontkoppelen van het volgwerktuig
Pennen hydraulisch ontgrendelen (81e)
Voor het ontgrendelen van de pennen, moet het stuurventiel korte
tijd op ‘dalen’ worden geschakeld.
(983) 0000-NL AUSLEGER
NL
VOLGWERKTUIGEN
- 31 -
F1F2
018-01-11
Trekarm demonteren
1. Hydraulische leiding loskoppelen
2. Beide pennen (B1, B2) verwijderen
3. Trekarm uit de bevestigingspunten nemen
Dempende werking instellen
Met de trekarm worden twee drukveren (F1 en F2) meegeleverd.
Deze verminderen heet stoten tijdens het inhaken van het
volgwerktuig.
Al naar gelang het gewicht van het volgwerktuig, wordt één
van de veren gemonteerd.
Bij volgwerktuigen tot 2000 kg. De beide drukveren aan de
trekarm monteren.
F1 tot 500 kg
F2 tot 1200 kg
F1+F2 tot 2000 kg
0700_NL-SCHWENKAUSLEGER_983 - 32 -
NL
VOLGWERKTUIGEN
Trekarm met hydraulische ontkoppeling voor vorenpakker en volgmachine
Vanaf bouwjaar 2006 *)
Montage:
1. De console (K) aan het hoofdraam monteren.
2. Arm (A) met pen (B) in de console (K) steken en borgen.
3. Trekveer (Z) voorspannen (max. 4 cm).
4. Hydraulische aansluiting op de ploegwentelcilinder: middels T-stuk op de retourleiding T,
of via een enkelwerkende hydraulische aansluiting.
115-07-01
K
A
B
Z
Instellingen:
De arm beschikt over twee afstelvoorzieningen
1. Werkstand (Boringen A)
(Stand van het volgwerktuig naast de ploeg)
Via het gatenpatroon A kan het volgwerktuigen in vijf
verschillende afstanden tot de ploeg worden geleid.
Instelpostities:
A1 - geringste afstand
A2 - afstand ca. 30 cm groter dan A1
A3 - afstand ca. 60 cm groter dan A1
A4 - afstand ca. 90 cm groter dan A1
A5 - grootste afstand
2. Vangstand (Boringen B)
(Stand van de arm voor het “vangen”)
Via het gatenpatroon B kan de arm in vijf
verschillende vangstanden voor het volgwerktuig
worden ingesteld.
- D e arm moet 40-50 cm buiten de trekkerbanden
uitsteken.
- De overlapping tussen de arm en de vanginrichting
van het volgwerktuig moet 20 - 30 cm bedragen.
Aanwijzing!
Het volgwerktuig
moet zo dicht
mogelijk naast de
ploeg geleid wor-
den, maar mag de
ploeg niet kunnen
raken.
Aanwijzing!
Als de lengte van
de vangarm van
het volgwerktuig
niet passend kan
worden ingesteld,
kan dit door het
veranderen van
de vangpositie
worden gecom-
penseerd.
40-50
cm
20-30
cm
*) Optie bij de SERVO 25 S, SERVO 35 S, SERVO 45 S
B
A
115-07-12
1
2
3
4
5
0700_NL-SCHWENKAUSLEGER_983 - 33 -
NL
VOLGWERKTUIGEN
Koppelen van het volgwerktuig
Pen in vergrendelde stand (81v)
Voor het vergrendelen van de pennen moet het
stuurventiel korte tijd op ‘heffen’ worden geschakeld.
De trekarm in het buitenste bereik (30 cm.) om het
volgwerktuig aan te koppelen.
Ontkoppelen van het volgwerktuig
Pennen hydraulisch ontgrendelen (81e)
Voor het ontgrendelen van de pennen, moet het
stuurventiel korte tijd op ‘dalen’ worden geschakeld.
TD65/92/85
82
81v
81e
Werken met het volgwerktuig
Aan de volgwerktuigen is een vangvoorziening voor de trekarm gemonteerd, die voor het aankoppelen dwars op de
rijrichting staat.
Werkstand Vangpositie
Ploegen zonder volgwerktuig
Voor het ploegen zonder Packerwals, echter met de
arm gemonteerd.
- Pen (2) in boring (B5) steken
Transport
Voor het transport moet de arm volledig worden
ingezwenkt.
- Pen (3) in boring (T) steken
115-07-03
115-07-05
2
B5
3
T
115-07-14
0700_NL-SCHWENKAUSLEGER_983 - 34 -
NL
VOLGWERKTUIGEN
Demontage:
1. Hydraulische leiding afkoppelen.
2. Trekveer (Z) demonteren.
3. Lagerpen (B) verwijderen.
4. Arm (A) eruit nemen.
Opbouw bij „PLUS“ - ploegen
Bij PLUS-ploegen moet een stuurketting (S) worden
gemonteerd. Met deze stuurketting wordt, al naar
gelang de kettinglengte, de vangpositie van de arm
(A) ingesteld.
Als volgt werken:
1. Kettinghouder (H) en stuurketting (S) monteren.
2. Kettingspanner (L) aan de arm monteren.
3. Ploeg instellen op de kleinste werkbreedte.
4. Stuurketting (S) in de kettingspanner (L) hangen en
met pen borgen (Kettinglengte op vangpositie)
Attentie!
De montage van de
stuurketting (S)
mag alleen plaats
vinden op de
kleinste werk-
breedte, omdat
anders schade of
beschadiging zal
optreden aan plo-
eg en aan de arm
als de snijbreedte
of het zwenken
van het raam
wordt veranderd.
115-07-01
K
A
B
Z
115-07-10
H
A
L
S
115-07-11
H
A
L
S
Aanbouw „Servo - PLUS“ Aanbouw „Servo - PLUS NOVA“
1100-NL TECHN. DATEN_981
NL
- 35 -
TECHNISCHE GEGEVENS
Eigenlijk gebruik van de ploeg
De ploeg (SERVO , SERVO PLUS, SERVO NOVA, SERVO NOVA PLUS) is uitsluitend bedoeld voor normaal agrarisch gebruik.
Voor het omploegen van akkerland, weideland en andere grondsoorten.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voortkomende schade of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Plaats van het typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie afbeelding
hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de machine en bestellingen van
reserve-onderdelen dient het chassisnummer altijd te worden vermeld.
Het verdient daarom aanbeveling om het chassisnummer van het
voertuig of de machine direct na aankoop op het titelblad van de
handleiding over te nemen.
1100-NL TECHN. DATEN_981
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
- 36 -
Technische gegevens
Geluidsniveau < 70 dB(A)
Benodigd vermogen max. 103 kW / 140 PK
SERVO 35
benodigd vermogen
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1 (kW / PK)
SERVO 35-395 3 95 cm 80 / 74 cm 30-35-40-45-50 cm 791 kg 52 / 70
SERVO 35-302 3 102 cm 80 / 74 cm 32-38-43-48-54 cm 791 kg 52 / 70
SERVO 35-495 4 (3+1) 95 cm 80 / 74 cm 30-35-40-45-50 cm 937 kg 66 / 90
SERVO 35-402 4 (3+1) 102 cm 80 / 74 cm 32-38-43-48-54 cm 937 kg 66 / 90
SERVO 35-595 5 (4+1) 95 cm 80 / 74 cm 30-35-40-45-50 cm 1083 kg 81 / 110
SERVO 35 PLUS
benodigd vermogen
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1 (kW / PK)
SERVO 35-P395 3 95 cm 80 / 74 cm 23 - 49 cm 875 kg 59 / 80
SERVO 35-P302 3 102 cm 80 / 74 cm 25 - 53 cm 875 kg 59 / 80
SERVO 35-P495 4 (3+1) 95 cm 80 / 74 cm 23 - 49 cm 1041 kg 74 / 100
SERVO 35-P402 4 (3+1) 102 cm 80 / 74 cm 25 - 53 cm 1041 kg 74 / 100
SERVO 35 NOVA
benodigd vermogen
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1 (kW / PK)
SERVO 35-N395 3 95 cm 80 cm 30-35-40-45-50 cm 965 kg 66 / 90
SERVO 35-N302 3 102 cm 80 cm 32-38-43-48-54 cm 965 kg 66 / 90
SERVO 35-N488 4 (3+1) 88 cm 80 cm 28-32-37-42-46 cm 1167 kg 81 / 110
SERVO 35-N495 4 (3+1) 95 cm 80 cm 30-35-40-45-50 cm 1167 kg 81 / 110
SERVO 35-N402 4 (3+1) 102 cm 80 cm 32-38-43-48-54 cm 1167 kg 81 / 110
SERVO 35 NOVA PLUS
benodigd vermogen
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1 (kW / PK)
SERVO 35-NP395 3 95 cm 80 cm 23 - 49 cm 1052 kg 74 / 100
SERVO 35-NP302 3 102 cm 80 cm 25 - 53 cm 1052 kg 74 / 100
SERVO 35-NP488 4 (3+1) 88 cm 80 cm 22 - 46 cm 1277 kg 88 / 120
SERVO 35-NP495 4 (3+1) 95 cm 80 cm 23 - 49 cm 1277 kg 88 / 120
SERVO 35-NP402 4 (3+1) 102 cm 80 cm 25 - 53 cm 1277 kg 88 / 120
1 Geldt voor werktuigen met standaarduitvoering
1100-NL TECHN. DATEN_981
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
- 37 -
Opties
Geleideplaat
UW, UWS, W, WSS.
Verdeelstuk
U, UW, UWS, W, WSS.
Geleideplaat
U, UW, UWS.
Tipkouter
U, UW, W, WSS.
Ploegzoolverlenging
UW, UWS, W, WSS
Duplo steunwiel
Maisstoppel-voorploeg
M1 / M2
OndergrondwoelerSchijfkouter glad Schijfkouter gekarteldVoorschaar D
DV 50-25
TD65/92/83
Waarschuwingsbord,
Gele reflector voor bevestiging aan de zijkanten.
Verlichtingsset met rode reflector
Arm voor volgwerktuigen
Transport-pendelwiel
Pendelsteunwiel
- 38 -
NL
0000-NL AUSRÜSTUNGEN (981)
UITVOERINGEN
40
40
45
35
40
35
45
45
30
35
40
26
25
35
40
40
Uitvoeringen
Omschrijving
• lichtlopend
• goede verkruimeling
voor alle grondsoorten
-
speciaal voor hellingen
• lichtlopend
op weidegrond zeer goede
eigenschappen
het kleine strokenrister
• voor zware,
klevende grond
• lichtlopend
het grote strokenrister
• voor zware,
klevende grond
• lichtlopend
werkbreedte
werkdiepte
type
31 UW
36 UW
39 UW
35-26 W
36 W
35 W
41 W
30 UWS
35 WSS
standaarduitvoering
½ mogelijke variant op standaarduitvoering (zonder meerprijs)
- niet leverbaar
X uitvoering tegen meerprijs
Ristermodellen
- 39 -
1600-NL UITVOERINGEN_9831
UITVOERINGEN NL
Ploegristers
27 Wc Durastar
Werkbreedte tot 45 cm
Werkdiepte tot 25 cm
Voorbreedte tot 48 cm
36 W
Werkbreedte tot 45 cm
Werkdiepte tot 25 cm
Voorbreedte tot 40 cm
41 W
Werkbreedte tot 45 cm
Werkdiepte tot 30 cm
Voorbreedte tot 45 cm
46 Wc Durastar
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 53 cm
36 UWc Durastar
Werkbreedte tot 50 cm
Werkdiepte tot 30 cm
Voorbreedte tot 48 cm
- 40 -
1600-NL UITVOERINGEN_9831
UITVOERINGEN NL
39 UWc Durastar
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 50 cm
35 WSS
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 53 cm
38 WWS
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 30 cm
Voorbreedte tot 50 cm
50 RW
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 53 cm
- 41 -
1400-NL_VARIANTEN_955
NL
VARIANTEN
Type SERVO
Standaardploeg
bestaat uit
a. Standaard snijbreedteverstelling
5-voudige verstelmogelijkheid middels bouten
b. Vierscharnierhendel
Variant op de standaardploeg
bestaat uit
a. Standaard snijbreedteverstelling
5-voudige verstelmogelijkheid middels bouten
b. -
c. Hydraulische cilinder
voor het inzwenken van het ploegframe
Dit maakt een probleemloos wenden en geringe
transportbreedte mogelijk bij 4- en meerscharige
ploegen.
Aan de trekker is slechts één dubbelwerkende
aansluiting nodig. Dit stuurventiel verzorgt gelijktijdig
de hydraulische cilinder (c) en de wentelcilinder.
Type SERVO NOVA
- als type SERVO, echter met een
volautomatische overbelastingsbeveiliging
Type SERVO PLUS
Variant op de standaardploeg
bestaat uit
a. -
b. Vierscharnierhendel
c. -
d. Hydraulische afstelling van ploegbreedte
- traploze verstelmogelijkheid door een hydraulische
cilinder.
- Daarvoor is een extra dubbelwerkend regelventiel
aan de tractor noodzakelijk.
De spoorbreedte kan ook tijdens het ploegen traploos
worden aangepast.
Voordelen:
- nauwkeurig ploegen binnen de grenzen
- ontwijken van hindernissen (masten, bomen enz.)
e. Memorie hydraulische cilinder (alternatief voor
'd')
Voordelen:
- als bij punt 'd'
+ Inzwenken van het ploegframe.
Dit maakt een probleemloos wenden en geringe
transportbreedte mogelijk bij 4- en meerscharige
ploegen.
Type SERVO NOVA PLUS
- als type SERVO PLUS, echter met een
volautomatische overbelastingsbeveiliging
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige pas sing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 44 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A NL
Aanwijzingen voor veilig werken
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die
betrekking heb ben op de vei lig heid met dit teken
aan ge ge ven.
1.) Handleiding
a. De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine.
Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats waar de
machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar is.
b. Bewaar de handleiding zolang de machine in gebruik
is.
c. De handleiding moet bij verkoop of als van gebruiker
wordt gewisseld altijd samen met de machine worden
doorgegeven.
d. Zorg ervoor dat veiligheids- en gevarenaanwijzingen
aan de machine compleet zijn en dat zij leesbaar zijn.
De gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig
gebruik van de machine en dienen dus uw eigen
veiligheid.
2.) Gekwalificeerd personeel
a. Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en psychisch geschikt zijn
en die op de juiste manier zijn geschoold, mogen de
machine bedienen.
b. Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet
worden, of dat momenteel een algemene opleiding volgt,
mag de machine alleen bedienen onder permanent
toezicht van een ervaren persoon.
c. Test-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a. In deze handleiding zijn alleen onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden beschreven die de bestuurder
zelfstandig mag uitvoeren.
Alle andere werkzaamheden mogen alleen door een
vakmonteur worden uitgevoerd.
b. Reparaties aan de elektrische of hydraulische installatie,
aan voorgespannen veren, aan drukreservoirs
enz. vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
gereedschappen en beschermende kleding en mogen
daarom alleen in een vakgarage worden uitgevoerd.
4.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
on der houd saan wij zin gen.
5.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde onderdelen niet door ons ge con tro leerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde
om stan dig he den con struc tie ve eigenschappen van Uw
ma chi ne negatief bei nvloe den. De fa bri kant kan niet
aansprakelijk wor den gesteld voor scha de ont staan
door het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
6.) Beschermkappen, -beugels en - doeken
a. Alle beschermkappen, -beugels en - doeken moeten
aan de machine gemonteerd zijn en ook intact zijn.
Re gel ma ti ge controle en ver van ging van versleten en
be scha dig de be scher min gen is noodzakelijk.
7.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet
de bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften
ver trou wd ma ken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
8.) Asbest
a. Bepaalde toeleveringsdelen van
het voertuig of machine kunnen
om technische redenen asbest
bevatten. Let op ken te kens die op
de onderdelen staan.
- 45 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A NL
9.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet
toe ge staan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
trans port stand over openbare wegen worden vervoerd.
10.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor
en achter voldoende
van bal last ge wich ten
worden voorzien om
de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het leeggewicht van
het voertuig moet op
de vooras rusten).
b. De rijeigen schap pen worden door de weg en door
de machine beïnvloed. Rijstijl aan de omstandig heden
aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aan gekoppeld, moet
bij het rijden van bo ch ten rekening gehouden worden met
de breedte van de machine en met eventueel uitslaan
van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt
op de uit ste ken de delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
11.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
drie punts hefin richting de hendel van de hefinrichting
in een stand blokkeren, waarin ongecontroleerd heffen
of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
drie punts hefin richting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de
hefinrichting buiten de kabine, niet tussen trekker en
machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor
stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet
de hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongecontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op
de grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd.
(Door gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
12.) Het reinigen van de machine
a. Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
on der de len te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- 46 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VII
caratteristica richiesta di
qualità HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5 Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K) Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R) smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 47 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
AGIP OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO
- ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
* B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90 ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
AVIA
GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB
SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BP ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30 GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE
GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS • TITAN HYD 1030
• AGRIFARM STOU MC 10W-30
• AGRIFARM UTTO MP
• PLANTOHYD 40N ***
• AGRIFARM STOU MC 10W-30
• TITAN UNIVERSAL HD
• AGRIFARM GEAR 80W90
• AGRIAFRM GEAR 85W-140
• AGRIFARM GEAR LS 90
• AGRIFARM HITEC 2
• AGRIFARM PROTEC 2
• RENOLIT MP
• RENOLIT FLM 2
• PLANTOGEL 2-N
• AGRIFARM FLOWTEC
000
• RENOLIT SO-GFO 35
• RENOLIT DURAPLEX
EP 00
• PLANTOGEL 00N
• RENOLIT
DURAPLEX EP 1 • AGRIFARM GEAR
8090
• AGRIFARM GEAR
85W-140
• AGRIFARM GEAR
LS90
GENOL HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
- 48 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
SHELL TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
* Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1 HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 M U LTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WIN TERS HALL WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174 FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.49 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet altijd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.50 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk () zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (GV min) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (GV), moet het gewicht in het front worden
verhoogd tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (GH min) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (GH) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Ploeg
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Wilhelm Meindlhumer
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
01.08.2016
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
SERVO 35 / 35 PLUS / 35 NOVA / 35 NOVA PLUS
981
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Wei ter ent wick lung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH stän dig an der Verbesserung ih rer
Pro duk te.
Änderungen ge gen über den Ab bil dun gen und
Be schrei bun gen dieser Be triebs an lei tung müs sen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Än de run gen
an bereits aus ge lie fer ten Ma schi nen kann daraus nicht
ab ge lei tet werden.
Technische Angaben, Maße und Ge wich te sind
un ver bind lich. Irrtümer vor be hal ten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch aus zugs wei se,
nur mit schriftlicher Ge neh mi gung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Ur he ber recht
vor be hal ten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l·uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d·autore.
EN
IT
PT
NL
DE ES
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54

Pottinger SERVO 35 Handleiding

Type
Handleiding