Pottinger SERVO 1 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
Handleiding
+ INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
Nr. 99 940.NL.80A.0
NL
Wentelploeg
SERVO 1
SERVO 1 NOVA
SERVO I
SERVO I-M
SERVO I NOVA
SERVO I-M NOVA
ALLG./BA SEITE 2 / 9300-NL
- 2 -
Geachte gebruiker,
U hebt een goede keuze gemaakt en wij
feliciteren U dan ook dat U voor het merk
Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden
wij U kwaliteit en capaciteit, gekoppeld aan
een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de
omstandigheden waaronder de machine
wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe
machines te kunnen ontwikkelen,
verzoeken wij U ons enige gegevens te
verstrekken. Daardoor is het dan ook
mogelijk om U in de toekomst gericht over
nieuwe ontwikkelingen te informeren.
NL
Produktaansprakelijkheid, informatieplicht
Produktaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop
van machines een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren
over de bedienings-, de veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
-Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden
gezonden.
-Dokument B blijft bij de dealer en
-Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die
door een machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor
de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of
doorverkocht dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de
voorschriften te worden gewezen.
Document D
NL-0600 Dokum D Servo - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
SERVO-ploeg is overeenkomstig het aÁ everingsbewijs gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt.
Veiligheidstechnische voorzieningen en bedieningspaneel zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met
de klant besproken en uitgelegd.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd
De hydraulische verbinding met de tractor is gemaakt en de juiste aansluiting is gecontroleerd.
Hydraulische functies (wentelen, spoorbreedteverstelling) zijn gedemonstreerd en uitgelegd.
Ploeg en trekker zijn op elkaar afgesteld (spoorbreedte van de eerste ploegschaar, trekpunt).
Transport- en werkstand zijn uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
NL
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiervoor dient het
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezondenof via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
- Document C is voor de klant.
NL
INHOUDSOPGAVE
- 4 -
940.NL.80A.0 Inhalt
De veiligheidsvoorschriften in aanhangsel A navolgen!
Inhoudsopgave
Eigenlijk gebruik van de ploeg ........................................................................................................................................................ 5
Typeplaatje ...................................................................................................................................................................................... 5
Technische gegevens ..................................................................................................................................................................... 6
Opties .............................................................................................................................................................................................. 7
Uitvoeringen .................................................................................................................................................................................... 8
Voorbereidingen aan de trekker ...................................................................................................................................................... 9
Keuze van de soort diepteregeling ................................................................................................................................................. 9
Hydraulische aansluiting ............................................................................................................................................................... 10
Voorbereidingen aan de ploeg ...................................................................................................................................................... 10
Aanbouw aan de trekker ............................................................................................................................................................... 11
Steunpoot ...................................................................................................................................................................................... 11
Afkoppelen van de trekker ............................................................................................................................................................ 11
Wegzetten, schoonmaken en overwinteren van de machine........................................................................................................ 11
Voor u naar het land gaat .............................................................................................................................................................. 12
Snijbreedte instellen. ..................................................................................................................................................................... 12
Fijninstelling .................................................................................................................................................................................. 13
Voorbeeld: ..................................................................................................................................................................................... 13
Verstellen van de fijnregeling ........................................................................................................................................................ 13
Instellen van de ploeg op de trekker met "Servomatic"................................................................................................................. 14
Wentelen van de ploeg ................................................................................................................................................................. 15
Werkhoek instelling (11) ................................................................................................................................................................ 15
Ploegen met de aut. diepteregeling .............................................................................................................................................. 16
Breekboutbeveiliging ..................................................................................................................................................................... 17
Halfautomatische stenenbeveiliging ............................................................................................................................................. 17
Volautomatische ‘non-stop’ overbelastingsbeveiliging .................................................................................................................. 18
Gasopslagtank (43): ...................................................................................................................................................................... 19
Algemene onderhoudsaanwijzingen ............................................................................................................................................. 20
Reinigen van machinedelen .......................................................................................................................................................... 20
Wegzetten in de open lucht........................................................................................................................................................... 20
Overwinteren ................................................................................................................................................................................. 20
Hydraulische delen........................................................................................................................................................................ 20
Werkhoek van het rister instellen .................................................................................................................................................. 21
Basisinstelling van de risters ......................................................................................................................................................... 21
Instelling schijfkouter (* ................................................................................................................................................................ 22
Schijfkouter geveerd (* .................................................................................................................................................................. 22
Voorploegen: ................................................................................................................................................................................. 22
Dubbel steunwiel ........................................................................................................................................................................... 23
UNI-steunwiel ................................................................................................................................................................................ 24
Omzetten in transportstand ........................................................................................................................................................... 24
Transport ....................................................................................................................................................................................... 24
Omzetten in werkstand ................................................................................................................................................................. 24
Aanhangsel ................................................................................................................................................................................... 25
Aanwijzingen voor veilig werken ................................................................................................................................................... 27
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen ........................................................................................................................... 30
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ............................................................................................................................... 31
0000-NL TECH. DAT (940)
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
- 5 -
Typeplaatje
De preceze beschrijving van uw machine en de uitvoering (raamhoogte,
scharen,...) is ingeslagen bij het veld "Marke".
Het machinennummer is ingeslagen in het typeplaatje (zie afbeelding)
en in de aanboubok.
Garantieclaims, onderdelenbestellingen of informatie kunnen niet in
behandeling worden genomen indien dit nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de
handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Eigenlijk gebruik van de ploeg
De ploeg is uitsluitend bedoeld voor normaal agrarisch gebruik.
Voor het omploegen van akkerland, weideland en andere grondsoorten.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schad of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijt. Het risico daarvan draagt
alleen de gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
1
Geldt voor werktuigen met standaarduitvoering
A. P ttinger Maschinenfabrik Ges. m. b. H. A-4710 Grieskirchen Ober sterreich
Modell
Ges.Gew
Type
Masch.Nr.
0000-NL TECH. DAT (940)
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
- 6 -
Technische gegevens
SERVO 1
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1
SERVO 1-282 2 85 cm 65 / 72 cm 27 / 30 / 33 / 36 cm 343 kg
SERVO 1-382 3 85 cm 65 / 72 cm 27 / 30 / 33 / 36 cm 462 kg
SERVO 1-295 2 95 cm 67 / 72 cm 30 / 33 / 37 / 40 cm 345 kg
SERVO 1-395 3 95 cm 67 / 72 cm 30 / 33 / 37 / 40 cm 465 kg
SERVO 1 NOVA
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1
SERVO 1-N282 2 82 cm 65 / 72 cm 26 / 29 / 32 / 36 cm 501 kg
SERVO I
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1
1285 2 85 cm 65 / 72 cm 27 / 30 / 33 / 36 cm 343 kg
1385 3 85 cm 65 / 72 cm 27 / 30 / 33 / 36 cm 462 kg
1295 2 95 cm 67 / 72 cm 30 / 33 / 37 / 40 cm 345 kg
1395 3 95 cm 67 / 72 cm 30 / 33 / 37 / 40 cm 465 kg
SERVO I-M
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1
1282 2 82 cm 65 / 72 cm 26 / 29 / 32 / 36 cm 363 kg
1382 3 82 cm 65 / 72 cm 26 / 29 / 32 / 36 cm 492 kg
1294 2 94 cm 67 / 72 cm 30 / 33 / 36 / 40 cm 365 kg
1394 3 94 cm 67 / 72 cm 30 / 33 / 36 / 40 cm 495 kg
SERVO I NOVA
type scharen schaarafstand raamhoogte snijbreedte gewicht 1
1282 N 2 82 cm 65 / 72 cm 26 / 29 / 32 / 36 cm 501 kg
0000-NL TECH. DAT (940)
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
- 7 -
Opties
Geleideplaat
UW, UWS, W, WSS.
Verdeelstuk
U, UW, UWS, W, WSS.
Geleideplaat
U, UW, UWS.
Tipkouter
U, UW, W, WSS.
Ploegzoolverlenging
UW, UWS, W, WSS
Pendelsteunwiel Duplo steunwiel
Voorschaar v. Stoppels
ME 50/25 ondergrondwoeler
schijfkouterglad schijfkouter gekarteld
Voorschaar D
DV 50-25
TD65/92/83
Waarschuwingsbord,
Gele reflector voor bevestiging aan de zijkanten.
Verlichtingsset met rode reflector
Armvoor volgwerktuigen
Halbautomatische Steinsicherung
(SERVO I-M)
- 8 -
UITVOERINGEN
NL
9300-NL AUSRÜSTUNGEN (940)
werkbreedte
Werkdiepte
type
35
35
35
30
26
30
Ristermodellen Omschrijving
35-30 UW
35-35 UW
35-26 W
35-30 UWS
TD55/93/5
-
-
x
x
--
• standaarduitvoering
mogelijke variant op standaarduitvoering (zonder
meerprijs)
- niet leverbaar
x uitvoering tegen meerprijs
• lichtlopend
goede verkruimeling
voor alle grondsoorten
speciaal voor hellingen
• lichtlopend
Op weidegrond zeer goede
eigenschappen
het kleine strokenrister
voor zware,
klevende grond
• lichtlopend
het grote strokenrister
voor zware,
klevende grond
• lichtlopend
Uitvoeringen
gedeelde schaar snavelschaar perfektschaar schaar met
opgeschroefde
punt
puntschaar
(940) ANBAU 9600-NL
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 9 -
Voorbereidingen aan de trekker
Algemeen
Let op de toegestane capaciteitsgrenzen van de trekker
Banden
-
de spanning in de achterbanden van de trekker moet bij het ploegen 0,8 bar zijn.
- onder zware omstandigheden kunnen extra wielverzwaringen voordelig
zijn. Zie ook de gebruikershandleiding van uw trekker-fabrikant.
Ballast gewicht
de trekker moet aan de voorzijde voldoende worden verzwaard om
veilig sturen enremmen te waarborgen
Tenminste 20% van het het onbelaste trekkergewicht moet op de
vooras drukken!
De hefinrichting
- De hefarmen (4) moeten links en rechts even lang zijn.
Met verstelmogelijkheid (3) nastellen.
- Als de hefstangen (4) in meerdere stands aan de trekker zijn te bevestigen,
dan is het wenselijk de achterste stand (H) te kiezen. Hierdoor wordt de
hefinrichting minder zwaar belast.
-
De topstang (1) aanbrengen volgens de aanwijzingen van de trekkerfabrikant (2).
Instelling tijdens transport
- De hefarmen met de stabilisators (5) zo vastzetten, dat de aangekoppelde
ploeg tijdens het transport niet kan uitzwenken.
- De bedieningshendel van de hydraulische regeling moet zijn vastgezet om
zakken te voorkomen
Instelling tijdens het ploegen
- De stabilisators (5) zodanig afstellen, dat de ploeg een groot zijdelings
bereik krijgt.
Keuze van de soort diepteregeling
De normale bediening
Voor het aan- en afbouwen van de ploeg en tijdens transport.
De normale bediening is de normale instelling van de hefinrichting.
De aangekoppelde machine blijft in de stand (H) die via het stuurventiel (ST)
is ingesteld.
Aut. diepteregeling, mengregeling:
Het ploegen gebeurt met een van beide instellingen. Voor een beschrijving,
zie hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
20%
Kg
ST
(940) ANBAU 9600-NL
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 10 -
6
TD65/92/28
1
2TD65/92/29
Hydraulische aansluiting
Enkelwerkend stuurventiel
Als de trekker is uitgerust met een enkelwerkend stuurventiel, moet
er beslist een vrije retourleiding (T) worden gemonteerd.
- drukleiding (1) aansluiten op het enkelwerkende stuurventiel
- olie-retourslang (2) aansluiten op de vrije-retourleiding van de trekker.
Dubbelwerkend stuurventiel
- drukleiding (1) en retourleiding (2) aansluiten.
Voorbereidingen aan de ploeg
Draagpennen
Kies welke draagpen uw trekker vereist Cat. II of III) en bevestig de
draagpen overeenkomstig.
Draagpennen verwisselen
- spanstift (2) eruit slaan
- draagpen (1) eruit trekken
- benodigde draagpen (Ø 28 mm. resp. 36,6 mm.) aan de buitenkant
plaatsen
- de breedte instellen en met spanstift (2) in de betreffende boring
aanbrengen
Pen voor de topstang
- veiligheidsketting (6) in de niet gebruikte boring hangen en
vastklemmen.
TD57/93/4
Kat. II = 825 mm
Kat. I = 683 mm
Kat. I
Kat. II
(940) ANBAU 9600-NL
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 11 -
TD65/92/27
1P1
P2
Steunpoot
- Door het bedienen van
de hendel (8) de
steunpoot losdraaien,
naar achteren omhoog
klappen en in de beugel
(9) leggen.
Verlichting - Waarschuwingstekens
Voor het rijden tijdens mist, nevel of in het donker moeten volgende
voorzorgsmaatregelen worden genomen. Aanwijzing voor het
aanbrengen van waarschuwingsborden, reflecterende folie of verf,
evenals de verlichting kunnen uit bijlage C worden overgenomen.
Afkoppelen van de trekker
- ploegraam in werkstand draaien en machine op vaste en effen
ondergrond neerzetten.
- om de druk in de hydraulische leidingen weg te nemen, de hendel
van het stuurventiel (ST)
meerdere malen heen en
weer bewegen.
- de bediening van de
hefinrichting in de ‘normale’
stand zetten.
- hydraulische slangen van de
trekker loskoppelen.
- door het bewegen van de
hendel (8) de steunpoot
losdraaien, naar beneden zwenken en met
de hendel weer vastdraaien.
- topstang en hefarmen van de machine los maken.
Wegzetten, schoonmaken en overwinteren van de
machine
volg de aanwijzingen in het hoofdstuk ‘ONDERHOUD EN ZORG’
8
9
TD65/92/31
Aanbouw aan de trekker
Veiligheidsaanwijzing:
zie bijlage A1, punt. 8a-h
- hefinrichting op ‘normaal werken’ zetten
- de hefarmen aankoppelen en met een splitpen borgen
Aanwijzing
De aanbouwbok kan door het verdraaien van neigingsspindels (11)
in horizontale stand worden gebracht.
Hierdoor wordt het aankoppelen vergemakkelijkt.
Aansluitend spindels (11) weer in de oorspronkelijke stand
terugdraaien. Zie ook het hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
De topstang (1) aanbrengen
- Topstang (1) zo bevestigen, dat het aansluitpunt (P1) aan de ploeg
ook tijdens het werk iets hoger ligt dan het aansluitpunt (P2) van de
trekker.
Diepteregeling van de hefarmen
Als de diepteregeling van de
trekker via de hefarmen wordt
aangestuurd, moet de topstang in
het sleufgat (LL) van de
aanbouwbok worden bevestigd.
Diepteregeling via de topstang
Als de diepteregeling van de
trekker via de topstang wordt
aangestuurd, moeten de beide
aansluitpunten (RL) van de
aanbouwbok worden gebruikt.
ST
Beleuchtungseinheiten und
Warntafeln können auf
Wunsch von der Firma
PÖTTINGER geliefert
werden.
Grundsätzlich sind die
Vorschriften des
Gesetzgebers zu beachten.
(940) 9900-NL VOREINSTELLUNG
NL
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
- 12 -
TD57/93/7
TD57/93/8
RA VF ZP VF ZP VF ZP VF ZP
(mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
900 356 478 352 493 349 497 346 500
1000 350 456 346 472 342 487 338 507
1100 345 434 341 450 336 466 331 486
1200 340 411 336 428 331 444 325 465
1300 335 388 331 406 326 422 320 444
1400 330 365 326 383 321 400 315 423
Tabel voor Type SERVO I, SERVO I-M, SERVO I NOVA
met doppeltwerkend cilinder
Tabel voor Type SERVO I, SERVO I-M
met enkelwerkend cilinder
1234
RA VF ZP VF ZP VF ZP VF ZP
(mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
900 365 484 363 486 - - - -
1000 358 486 355 493 352 495 350 495
1100 352 465 349 480 345 495 341 505
1200 347 443 343 459 339 475 334 495
1300 342 421 338 438 333 454 328 475
1400 337 399 333 416 328 433 322 454
1234
RA
TD65/92/35
Voor u naar het land gaat
Snijbreedte instellen.
In de standaarduitvoering van de ploeg (SERVO) kunnen vier
snijbreedtes worden gekozen. De snijbreedte wordt ingesteld
door het zwenken van de bevestigingsconsole.
- voorste schroef (SK) losdraaien
- achterste schroef uitnemen
- bevestigingsconsole zover zwenken tot de gewenste
snijbreedte is bereikt en de schroef in één van de boringen
(1,2,3,4) past.
- schroef weer aanbrengen en vastdraaien.
Fijninstelling (maat F)
De fijninstelling is een aanpassing van de ploeg tot de gebruikte
trekker en is slechts éénmalig.
De betreffende spindel wordt daarbij op de maat (F) ingesteld
(zie volgende pagina).
Instelling van de beide spindels (ZP, VF) volgens tabel.
De instelling is afhankelijk van de afstand tussen de trekkerwielen (RA) en de ingestelde snijbreedte (1,2,3,4).
De beide spindels voor trekpunt (ZP) en de eerste voor (VF) moeten volgens onderstaande tabel worden ingesteld. Meer informatie over trekpunt
en eerste voor in het hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
TD57/93/8
TD57/93/7
RA
TD65/92/35
TD 62/99/10
VF
ZP
1
2
3
4
SK
(940) 9900-NL VOREINSTELLUNG
NL
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
- 13 -
Tabel voor Cat. II
Kat. II = 825 mm
TD57/93/4
Kat. II = 825 mm
Kat. I = 683 mm
Kat. I
Kat. II
Tabel voor Cat. I
Kat. I = 683 mm
A
B
B
TD65/92/39
Fijninstelling
- de maat (A) en (B) aan de hefarmen afmeten en aan de
hand van de tabel voor cat. II resp. cat. III het snijpunt (F)
bepalen.
de maten (A, B) worden vanuit het midden van de kogels
vastgesteld.
- de ligging van het snijpunt tussen de diagonale lijnen van
de tabel geeft de instelwaarde (F) aan.
Voorbeeld:
A = 456 mm.
B = 902 mm.
Het snijpunt (F) ligt tussen de lijnen
‘256’ en ‘258’
Het gemiddelde daarvan is dus 307
mm.
F = 257 mm.
Verstellen van de
fijnregeling
- bouten (12) verwijderen
- afstelspindel op maat (F) instellen
- bouten (12) weer monteren
(940) 9600-NL EINSATZ
NL
GEBRUIK
- 14 -
Instellen van de ploeg op de trekker met "SERVOMATIC"
Met het ‘SERVOMATIC’ instelcentrum worden ploeg en trekker optimaal op elkaar afgestemd.
De volgende controle van de instellingen moet in volgorde worden uitgevoerd.
1. Fijninstelling (F)
- de instelmaat voor de fijnafstelspindel (F) controleren.
zie hoofdstuk ‘Voorinstelling van de ploeg’
2. Snijbreedte instelling van het eerste ploeglichaam (eerste voor)
De snijbreedte (S2) van het eerste ploeglichaam wordt ingesteld door het verdraaien van de
spindel (VF).
Snijbreedte (S1) te smal
- spindel (VF) langer draaien
Snijbreedte te breed
- spindel (VF) korter draaien
Snijbreedte juist
- spindel volgens tabel goed ingesteld
zie hoofdstuk ‘Voorinstelling van de ploeg’
Optie: hydraulische verstelling
In plaats van de spindel (VF) kan een hydraulische cilinder worden
gemonteerd. Hiervoor is een extra dubbelwerkend stuurventiel op de
trekker nodig.
• nooit in het gevarenbereik grijpen, zolang er nog
delen kunnen bewegen
• nooit in het zwenkbereik van de machine staan
Instelling fout
Treklijn (ZL) loopt niet door het middelpunt (M) van de trekkerachteras.
Bij het ploegen wordt de trekker naar het geploegde getrokken. Dit kan
alleen worden gecorrigeerd door tegensturen.
- spindel (ZP) langer draaien
zie hoofdstuk ‘Voorinstelling van de ploeg’
3. Trekpunt (ZP) instellen
Instelling juist
Treklijn (ZL) loopt door het middelpunt (M) van de trekkerachteras. Op
de trekker wordt is geen zijdelingse trekkracht uitgeoefend.
De ploeg trekt licht.
- spindel (ZP) is volgens de tabel goed ingesteld.
zie hoofdstuk ‘Voorinstelling van de ploeg’
(940) 9600-NL EINSATZ
NL
GEBRUIK
- 15 -
Wentelen van de ploeg
Let op!
Tijdens het wentelen mag niemand zich binnen het zwenkbereik bevinden.
Het wentelen vanaf de bestuurderszitplaats laten plaats vinden.
Voor het wentelen moet de ploeg geheel worden geheven.
Het draaimechanisme kan, afhankelijk van de grootte van de ploeg, zijn uitgerust met
een enkelwerkende cilinder en veerkrachtondersteuning of met een dubbelwerkende
cilinder en een geïntegreerd automatisch omkeerventiel.
Het automatische omkeerventiel zorgt ervoor, dat het totale wentelen met een slechts
één enkele handeling van de bedieningshendel (ST) plaats vindt.
Wentelen met dubbelwerkende cilinder
Het wentelen wordt met een enkelwerkend- of een dubbelwerkend ventiel op gelijke wijze
uitgevoerd.
Bij een enkelwerkend ventiel is een vrije retourleiding op de trekker nodig.
- Stuurventiel (ST) inschakelen op heffen (h)
de ploeg wordt 180° gedraaid.
- Stuurventiel (ST) op neutraal (0) zetten.
na ca. 5 seconden kan een nieuwe draaibeweging worden ingezet.
Wentelen met enkelwerkende cilinder en enkelwerkend regelventiel
- Regelventiel (ST) eerst in positie ‘zakken’ brengen.
De ploeg draait door de trekkracht van de veren (21).
- Wanneer het bovenste dode punt (T) wordt overschreden, dan moet het regelventiel in positie
‘heffen’ (h) worden gebracht.
TD 65/92/48
s
h
0
ST
TD 65/92/25
90°
Werkhoek instelling (11)
Bij het ploegen moeten de ploeglichamen ongeveer
horizontaal (90°) tot de ondergrond staan. Deze stand
wordt, zoals hieronder beschreven, bereikt door het
verdraaien van de beide spindels (11).
- ploeg 5-10 cm. heffen
- stuurventiel (ST) kort bedienen
het ploegraam draait iets van de
aanslagspindel (11) weg.
- hoek met de spindel (11) instellen
- ploegraam weer tot aan de aanslag terugdraaien
- het ploegen voortzetten en testen of door de
nieuwe instellen de ploeglichamen ongeveer
horizontaal (90°) tot de ondergrond staan.
TD65/92/46
T
21
(940) 9600-NL EINSATZ
NL
GEBRUIK
- 16 -
Ploegen met de aut. diepteregeling
Om de hefinrichting goed te laten functioneren moet op het volgende
worden gelet.
- de topstang (1) zodanig aanbrengen, dat het aansluitpunt aan de ploeg
(P1) tijdens het ploegen iets hoger ligt dan het aansluitpunt (P2) aan
de trekker.
Topstang aanbrengen
LL, RL = stand wanneer diepteregeling via
de hefarmen werkt
RL = stand wanneer diepteregeling via de topstang werkt
zie verder in hoofdstuk ‘Aanbouw aan de trekker’
- het ploegraam moet in lengterichting, tijdens het werk, zo mogelijk parallel tot de ondergrond
lopen.
- de werkdiepte wordt eerst via de hefinrichting (ST) ingesteld.
Wisselende bodemweerstand tijdens het ploegen wordt, afhankelijk van de soort diepteregeling,
via de topstang (1) of via de beide hefarmen aan het stuurventiel doorgegeven.
Deze impuls wordt voor de hefinrichting vertaald in een commando ‘heffen’ of ‘zakken’.
Voorbeeld: Diepteregeling via de topstang
De ploeg dringt dieper in de grond in.
Hierdoor wordt de druk via de topstang bij het regelventiel groter.
Als gevolg daarvan wordt het regelventiel zolang op heffen geschakeld tot de ingestelde werkdiepte weer is bereikt.
Aanwijzing:
Lees ook de gebruiksaanwijzingen van de trekkerfabrikant.
TD65/92/27
1
P1
P2
ST
(940) 9200-NL SICHERUNG
NL
BEVEILIGING
- 17 -
Breekboutbeveiliging
De ploeglichamen zijn door breekbouten beveiligd.
Bij overbelasting breekt de breekbout (30) en het ploeglichaam zwenkt naar boven weg.
- Restant van de breekbout verwijderen
- Bout (13) losdraaien.
- Ploeglichaam weer in werkstand terugzwenken.
- Nieuwe breekbout inzetten en de beide bouten weer vastdraaien.
Attentie!
Gebruik alleen originele breekbouten (zie onderdelenlijst) met de juiste afmetingen en kwaliteit.
Gebruik nooit bouten met hogere of lagere waarde.
Uitrusting tegen meerprijs voor
SERVO I-M, SERVO-II, SERVO II-S
Halfautomatische stenenbeveiliging
De halfautomatisch stenenbeveiliging is een comfortabele oplossing voor grondsoorten
met een gering aantal stenen.
- Na het aanspreken van de beveiliging, de ploeg heffen.
Het systeem vergrendelt zelfstandig
- Ploeg laten zakken en verder ploegen
Instelling van de uitbreekkracht
De uitbreekkracht is met de zeskantbout in een bereik van 500 - 2000 kg
traploos instelbaar.
- Bout uitdraaien (max.) Uitbreekkracht = 2000 kg
- Bout indraaien (min.) Uitbreekkracht = 500 kg
(948) 9200 NL NOVA
NL
SERVO NOVA
- 18 -
A
E
90 - 150 bar
TD65/92/57
42
80 bar
41
Volautomatische ‘non-stop’ overbelastingsbeveiliging
Voor moeilijk te bewerken bodemoppervlakken met stenen of andere
belemmerende factoren is een volautomatische overbelastingsbeveiliging aan te
bevelen.
Bij de ploeg SERVO-NOVA is elke ploegschaar afzonderlijk hydromechanisch
tegen beschadigingen beveiligd.
Wanneer over een hindernis wordt heengereden kan de ploeg naar alle kanten
uitzwenken. De tractor hoeft niet te stoppen.
De ploeg zwenkt automatisch in de arbeidspositie terug.
Naast de volautomatische ‘non-stop’ overbelastingsbeveiliging zijn alle
verbindingen bovendien met een afschuifschroef beveiligd.
Beschrijving zie hoofdstuk
‘overbelastingsbeveiliging’
.
Instelbereik
Het uitschakelmechanisme van de overbelastingsbeveiliging kan aan de verschillende bodemsoorten worden aangepast.
Normale instelling
-
De druk in de hydraulische cilinders (40) moet ca. 10 bar hoger zijn dan de stikstofdruk in de gasopslagtank.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
stikstofdruk in de gasopslagtank (43) instelbereik van de druk
(arbeidsinstelling) in de hydraulische cilinders (40)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
80 bar 90
tot
150 bar
Wanneer in de praktijk blijkt dat de overbelastingsbeveiliging te snel
wordt geactiveerd, dan kan met de bijgeleverde vulinstallatie (42) de
druk in de hydraulische cilinders worden verhoogd.
Druk in de hydraulische cilinders verhogen:
- afsluitkraan in positie A
- afsluitkap (41) van de afsluitkraan verwijderen en de vulleiding
monteren
- druk van het regelventiel aan de tractor halen
- stekkerkoppeling (42) aan de tractor aansluiten
- afsluitkraan openen (positie E). De hydraulische druk valt weg.
- regelventiel aan de tractor zo lang vasthouden tot de manometer de
gewenste druk aangeeft. Vervolgens afsluitkraan sluiten (positie A).
Let op!
De afsluitkraan moet tijdens
het ploegen gesloten zijn
(positie A).
- met het regelventiel de druk van
de vulleiding halen
- vulleiding verwijderen en afsluitkap (41)
weer aanbrengen
(948) 9200 NL NOVA
NL
SERVO NOVA
- 19 -
Gasopslagtank (43):
De druk in de gasopslagtank kan eveneens worden aangepast.
Het verminderen of verhogen van de druk in de opslagtank is afhankelijk van de
verschillende bodemsoorten.
Bij een makkelijk te bewerken bodemsoort kan de gasdruk worden gereduceerd.
Let op!
Geen las- of soldeerwerkzaamheden aan de tank uitvoeren.
Druk in de gasopslagtank veranderen
D
Deze werkzaamheden mogen alleen door de vakgarage worden uitgevoerd.
Om de drukinstelling van de gasopslagtank te verminderen of te verhogen is een speciale vul- en
testvoorziening noodzakelijk.
1. Druk verminderen:
a) kunststofkap verwijderen
loodprop (indien aanwezig) in de gasvulschroef (44) met een puntig voorwerp verwijderen
b) gasvulschroef (44) enigszins losmaken
c) vul- en testvoorziening aanbrengen
d) afsluitkraan aan de vulvoorziening enigszins openen
stikstof (N) langzaam laten ontsnappen, tot de manometer de gewenste druk aangeeft
e) afsluitkraan sluiten, vulvoorziening verwijderen, gasvulschroef vastdraaien en loodprop (indien
aanwezig) terugplaatsen
2. Druk verhogen:
Gebruik voor de vulling van de gastank alleen stikstof (N), geen zuurstof (explosiegevaar).
f) vulvoorziening op de stikstoffles aansluiten
g) kunststofkap verwijderen
loodprop (indien aanwezig) in de gasvulschroef (44) met een puntig voorwerp verwijderen
gasvulschroef (44) enigszins losmaken
vul- en testvoorziening aanbrengen
h) testvoorziening op de stikstoffles aansluiten
i) afsluitkraan aan de vulvoorziening enigszins openen en stikstof bijvullen, tot de manometer de gewenste druk aangeeft
k) afsluitkraan sluiten, vulvoorziening verwijderen, gasvulschroef vastdraaien en loodprop (indien aanwezig) terugplaatsen
Aanwijzing
Volgens de fabrieksbeschrijving ‘Hydac’ wordt de druk in de gasopslagtanks na verloop van tijd lager.
Het verlies (stikstof) bedraagt jaarlijks ca. 2 - 3 %.
Na 4 - 5 jaar de gastankdruk controleren en eventueel bijstellen.
(943) 9700-NL WARTUNG
NL
ONDERHOUD
- 20 -
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Om de machine ook na langdurige inzet in goede staat te houden, moet
u volgende aanwijzingen opvolgen:
- na de eerste bedrijfsuren alle bouten en moeren natrekken.
Tijdens het gebruik
- regelmatig alle bouten en moeren controleren en eventueel natrekken
- de vier smeerpunten op de wentelinrichting elke week nasmeren.
- alle andere smeerpunten minstens tweemaal per seizoen smeren
gelijktijdig ook de schanrnierpunten en de verstelspindels oliën.
Slijtdelen
- Om te voorkomen dat dragende delen worden beschadigd, verdient
het aanbeveling delen die
aan slijtage onderhevig zijn, tijdig te vervangen.
Bandenspanning
- Let op de juiste bandenspanning
Spanning regelmatig controleren!
Tijdens het oppompen en bij te hoge bandenspanning
bestaat gevaar voor het barsten van een band!
TD55/93/22
FETT
Reinigen van machinedelen
Attentie!
Gebruik geen hoge-drukreiniger voor het reinigen van lagers- en
hydraulische delen
- gevaar voor roestvorming!
- na het reinigen de machine smeren en een korte laten proefdraaien
- door het reinigen met een te hoge druk, kan lakbeschadiging
ontstaan.
Wegzetten in de open lucht
Als de ploeg langere tijd in de
open lucht verblijft, moeten de
uitstekende delen van
hydraulische cilinders worden
gereinigd en worden ingevet.
Overwinteren
- machine voor het overwinteren grondig reinigen
- bescherm de ploeg tegen weersinvloeden
- blanke delen beveiligen tegen roestvorming
- alle smeerpunten doorsmeren
Hydraulische delen
- hydraulische slangen regelmatig controleren op beschadigingen.
Poreuze of beschadigde hydraulische slangen direct vervangen!
FETT
TD49/93/2
Attentie infectiegevaar!
Probeer nooit een lek in de
hydraulische installatie met de
handen te dichten.
Voor u aan de hydraulische installatie gaat weken
- ploeg op de grond zetten
- tijdens onderhoudswerkzaamheden, waarbij de
machines is geheven, moet deze op deugdelijke
wijze worden ondersteund
- hydraulische installatie drukloos maken en de
trekkermotor uitschakelen, sleutel uit het contactslot
(943) 9700-NL WARTUNG
NL
ONDERHOUD
- 21 -
Basisinstelling van de risters
Na het verwisselen van de slijtdelen moeten volgende controles in deze volgorde worden uitgevoerd:
1. ploeg op een effen ondergrond neerzetten.
2. de afstand (A) tussen ploegraam en ploegzool moeten bij alle risters hetzelfde zijn.
3. Afstand (B1) aan het laatste risters controleren.
B1 = 0 - 5 mm. bij risters van het type W, UWS
5 - 8 mm. bij risters van het type UW, UWS, WSS (tot bouwjaar 1995)
10 - 20 mm. bij risters van het type UW, UWS, WSS (vanaf bouwjaar 1996).
4. Afstand (B) instellen als maat B1.
* Het type rister is op het typeplaatje af te lezen.
Werkhoek van het rister instellen
Wanneer de ploeg niet juist in de ondergrond dringt, kan door het
verdraaien van een excentrische bus een verbetering worden bereikt.
Afhankelijk van stand van de bussen (A of B) wordt de schaarpunt
in het bereik ‘S’ dieper of hoger gesteld.
bouten na het verstellen weer goed vastdraaien
Bij enkele types is in plaats van een excentrische bus een geribbelde
plaat aangebracht.
Zie ook ‘basisinstelling van de risters’
(943) 9500 NL ZUSÄTZE
NL
EXTRA TOEBEHOREN
- 22 -
(* Voorzichtig! Verwondingsgevaar aan de snijkanten!
Instelling schijfkouter (*
De snijdiepte van de schijfkouters op een afstand van 5 cm. Hoger
dan de schaarpunt instellen.
De stand in de lengterichting wordt door het verschuiven van de
houder op de console gekozen
Verdere moet de stand worden bepaald door de excenterarm (50)
met 180° te draaien.
De zijdelingse afstand
tot de schaarpunten
moet 2-3 cm. zijn
Dit wordt bepaald door
de arm (50) te
verdraaien.
Schijfkouter geveerd (*
- deze schijfkouter kan bij alle SERVO NOVA modellen vanaf een
raamhoogte van 72 cm worden gemonteerd.
Voorploegen:
Maïsinlegger, mestinlegger
Deze worden ingezet voor het inwerken van stro of mest.
de werkdiepte instellen op 1/3 van de totale werkdiepte
De plaats is boven de schaarpunt of daar achter. Bij een zware
begroeiing of voor het inploegen van stro moeten ze zo ver
mogelijk naar achteren worden ingebracht.
Verdeelstuk (60)
Verdeelstukken, die bovenaan het rister
worden aangebracht; dienen ervoor dat bij het
onderploegen van stro, de stengels minder
worden geknikt en daardoor beter glijden.
Geleideplaat (61)
Voor het inwerken van mest.
geleideplaten voor de ristertypen UW, W en
WSS
geleideplaat voor de ristertypen UW, W en
WSS
Deze kunnen worden gebruikt in plaats van de
voorscharen, ze werken echter minder goed
bij geringere werkdiepten.
Tipkouter (62) (*
Deze kouters kunnen in plaats van schijfkouters
(zie hierboven) worden gemonteerd, ze kunnen
echter niet worden versteld.
(943) 9200 NL TASTRÄDER
NL
STEUNWIELEN
- 23 -
Dubbel steunwiel
Het dubbele steunwiel wordt aan het laatste ploeglichaam gemonteerd.
De werkdiepte wordt via de spindel (70) ingesteld.
Bij 4-schaar ploegen kan het dubbele steunwiel ook aan het voorlaatste ploeglichaam
worden gemonteerd. Dit heeft het voordeel, dat het steunwiel bij het ploegen aan de
perceelsranden niet buiten het laatste ploeglichaam uitsteekt.
Instelling van de werkdiepte bij de ploegen SERVO I
- Pen uittrekken en 90° verdraaien (stand D)
- gewenste werkdiepte instellen
- pen weer draaien en laten vastklikken (stand C).
TD 65/92/80
C
D
Dubbel steunwiel gemonteerd aan voorlaatste ploeglichaam
(943) 9200 NL TASTRÄDER
NL
STEUNWIELEN
- 24 -
UNI-steunwiel
Dit steunwiel wordt aan het voorlaatste ploeglichaam gemonteerd.
De werkdiepte wordt ingesteld via de spindel (70).
Hij kan ook als transportwiel worden gebruikt. Daarmee worden de achteras en de hefinrichting van de
trekker ontlast
Belangrijk: Topstang tijdens transport loskoppelen.
TD65/92/75
1
TD 65/92/71
75
TD 65/92/71
Omzetten in transportstand
- pen (75) verwijderen.
- wiel uit de lagerhouder trekken en aan de achterste wieldrager (76) insteken en met pen (75)
vastzetten.
Deze stand kan ook voor het ploegen aan de perceelsgrens worden gebruikt. Het steunwiel heeft
in dit geval geen functie.
Transport
- Tijdens het transport moet het wiel vrij kunnen bewegen.
Via splitpen (77) de vergrendeling van de wieldrager losmaken.
- Vergrendeling aan de aanbouwbok losmaken.
Hiervoor excentriek (79) met 180° draaien (stand B)
- Ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
- De ploeg langzaam in de horizontale stand draaien, tot de
vergrendeling aan de aanbouwbok automatisch vastklikt.
- Topstang (1) loskoppelen
Belangrijke aanwijzing: De
topstang mag tijdens het transport niet met de ploeg zijn verbonden.
Omzetten in werkstand
- Topstang monteren en de ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
- Vergrendeling van de aanbouwbok losmaken.
Hiervoor hendel (79) met 180° draaien (stand A).
- Ploeg met het wentelinrichting in verticale stand brengen.
- Steunwiel opnieuw aan het voorlaatste ploeglichaam monteren en met pen (75) borgen.
NL-ANHANG TITELBLATT _341
AANHANGSEL
NL-ANHANG TITELBLATT _341
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad! .
Kwaliteit en nauwkeurige passing
- Bedrijfszekerheid
Betrouwbaar functioneren
Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
(341) SICHERHEIT 9400 NL
Aanhangsel -A
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking
hebben op de veiligheid met dit teken aangegeven .
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de
door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde onderdelen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van Uw
machine negatief beinvloeden. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan door
het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en -doeken
Alle beschermkappen, -beugels en -doeken moeten aan
de machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Regelmatige
controle en vervanging van versleten en beschadigde
beschermingen is noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd
maken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het
voertuig of machine kunnen om
technische redenen asbest bevatten. Let
op kentekens die op de onderdelen staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet
toegestaan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
transportstand over openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van
ballastgewichten worden voorzien om de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het leeggewicht
van het voertuig
moet op de vooras
rusten).
b. De rijeigenschap-
pen worden door
de weg en door
de machine
beinvloed. Rijstijl
aan de omstandig-
heden aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aangekoppeld, moet bij
het rijden van bochten rekening gehouden worden met de
breedte van de machine en met eventueel uitslaan van de
machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op
de uitstekende delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
driepuntshefinrichting de hendel van de hefinrichting in
een stand blokkeren, waarin ongekontroleerd heffen of
zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
driepuntshefinrichting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting
buiten de kabine, niet tussen trekker en machine gaan
staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als te trekkermotor stil
staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de
hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongekontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de
grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door
gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
onderdelen te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- A 1 -
Aanwijzingen voor veilig werken
Lubrificanti
Edizione 1997
DGB I
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
Lubricants
Edition 1997
Leistung und Lebensdauer der Maschine
sind von sorgfältiger Wartung und der
Verwendung guter Betriebsstoffe abhängig.
Unsere Betriebsstoffauflistung erleichtert
die richtige Auswahl geeigneter
Betriebsstoffe.
Im Schmierplan ist der jeweils
einzusetzende Betriebsstoff durch die
Betriebsstoffkennzahl (z.B. “III”)
symbolisiert. Anhand von
“Betriebsstoffkennzahl” kann das geforderte
Qualitätsmerkmal und das entsprechende
Produkt der Mineralölfirmen festgestellt
werden. Die Liste der Mineralölfirmen erhebt
keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
The performance and the lifetime of the
farm machines are highly depending on
a careful maintenance and application
of correct lubricants. Our schedule
enables an easy selection of selected
products.
The applicable lubricants are symbolized
(eg. “III”). According to this lubricant
product code number the specification,
quality and brandname of oil companies
may easily be determined. The listing of
the oil companies is not said to be
complete.
Prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van een
zorgvuldig onderhoud en het gebruik
van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste
smeermiddelen.
I II III IV V VI VII
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
specifiche API CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85 W-
140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API GL
5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140
secondo specifiche API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi
complessi
Getriebefließfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso fluido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou API-
GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo specifiche
API-GL 4 o API-GL 5
(II)
ÖL
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubrifiant
Numero caratteristico del
lubrificante
Olie in aandrijvingen volgens de
gebruiksaanwijzing verwisselen -
echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Ölablaßschraube herausneh-
men, das Altöl auslaufen lassen
und ordnungsgemäß entsorgen.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung -
jedoch mindestens 1 x jährlich wechseln.
- Ölablaßschraube herausnehmen, das
Altöl auslaufen lassen und ordnungs-
gemäß entsorgen.
Gear oils according to operating
instructions - however at least once a
year.
- Take out oil drain plug, let run out and
duly dispose waste oil.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dell’olio; far scolare
l’olio e eliminare l’olio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Smeermiddelen code
Voor het buiten gebruik stellen
(winterperiode) de olie-wisel
uitvoeren en alle vetnippel
smeerpunten doorsmeren. Blanke
metaaldelen (koppelingen enz.) met
een produkt uit groep "IV" van de
navolgende tabel tegen corrosie
beschermen.
Before garaging (winter season) an oil
change and greasing of all lubricating
points has to be done. Unprotected,
blanc metal parts outside (joints, etc.)
have to be protected against corrosion
with a group "IV" product as indicated
on the reverse of this page.
Smeermiddelen
Uitgave 1997
NL
Lubrifiants
Édition 1997
F
Le bon fonctionnement et la longévité
des machines dépendent d’un entretien
soigneux et de l’utilisation de bons
lubrifiants. Notre liste facilite le choix
correct des lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve
un code (p.ex."III") se référant à un
lubrifiant donné. En consultant ce code
on peut facilement déterminer la
spécification demandée du lubrifiant.
La liste des sociétés pétrolières ne
prétend pas d’être complète.
Pour l’huile transmission consulter le
cahier d’entretien - au moins une fois
par an.
- Retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et l'éliminer
correctement.
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.
Il lubrificante da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato
nello schema di lubrificazione da un numero caratteristico
(per es. "III"). In base al "numero caratteristico del
lubrificante" si possono stabilire sia la caratteristica di
qualità che il progetto corrispondente delle compagnie
petrolifere. L'elenco delle compagnie petrolifere non ha
pretese di completezza.
Vor Stillegung (Winterperiode) Ölwechsel
durchführen und alle Fettschmierstellen
abschmieren. Blanke Metallteile außen
(Gelenke, usw.) mit einem Produkt gemäß
“IV” in der umseitigen Tabelle vor Rost
schützen.
Avant l’arrêt et hiver: vidanger et
graisser. Métaux nus à l' extérieur
protéger avec un produit type “IV” contre
la rouille (consulter tableau au verso).
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti che
richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. Proteggere dalla ruggine tutte
le parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a
norma di "IV" della tabella riportata sul retro della pagina.
(IV)
FETT
- D 1 -
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI
TURBORAL SUPER TRAKTORAL
15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-
schleppern ist die
internationale
Spezifikation J 20 A
erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf
Pflanzenölbasis HLP +
HV Biologisch
abbaubar, deshalb
besonders umwelt-
freundlich
IV ANMERKUNGEN
III VI
VVII
II
I
Firma Company
Société Societá
(IV)
FETT
(II)
ÖL
* When working in
conjunction with wet-
brake tractors, the
international
specification J 20 A is
necessary.
** Hydraulic oil
HLP-(D) + HV.
*** Hydraulic oil with
vegetable oil base HLP
+ HV is bio-degradable
and is therefore
especially safe for the
enviroment.
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40
TRACTAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40
AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90
GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL GP
85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS T
32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
- 30 -
9501-NL
AZB (942)
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
NL
495.151
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
Er mogen zich geen personen binnen het zwenkbereik van de
machine bevinden.
Grijp nooit in de machine zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmark, geeft aan
dat de machine beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart
de fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle
voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften
beantwoordt.
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.31 -
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Voor de berekening hebt u volgende gegevens nodig:
T
L
[kg]
T
V
[kg]
T
H
[kg]
G
H
[kg]
G
V
[kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt
frontaanbouw machine/frontballast en het
hart van de voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Belangrijke extra-informatie voor uw veiligheid
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de
toegestane totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as
van de trekker moet altijd met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende
berekening uit te voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de
minste ballasttoevoeging
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.32 -
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op
de trekker worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk ( ) zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (G
V min
) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (G
V
), moet het gewicht in het front worden verhoogd
tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (G
H min
) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (G
H
) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de tabel
in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de tabel
in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
Belangrijke extra-informatie voor uw veiligheid
Combinatie van trekker en werktuig
ALOIS PÖTTINGER Maschinenfabrik Gesellschaft m.b.H.
A-4710 Grieskirchen; Industriegelände 1
9800 D/F/GB/NL/I/E/P/S/SF EG Konformitätserkl.
Grieskirchen, 09.01.2003
Drehpflug Drehpflug
SERVO I SERVO 1
SERVO I-M SERVO 1 NOVA
SERVO I NOVA
EN 292-1 : 1991 EN 292-2 : 1991
pa. Ing. H. Menzl
Entwicklungsleitung
Bijblad 1
NL
________________________ ________________________________
(plaats en datum van de verklaring) (naam, functie en handtekening van bevoegd persoon)
EG-Conformiteitsverklaring
overeenkomstig de EG-richtlijn 98/37/EG
Wij _______________________________________________________________________
(naam van de aanbieder)
_________________________________________________________________________
(volledig adres van de firma - bij in de gemeenschap toegelaten gemachtigde eveneens de firma en het adres van
de fabricant aangeven)
verklaren enig in verantwoording, dat het product
_________________________________________________________________________
(fabricant, type)
waarop deze verklaring betrekking heeft, met de desbetreffende grondlegende veiligheids-
en gezondheidseisen van de EG-richtlijnen 98/37/EG,
(indien van toepassing)
alsook de eisen van de andere desbetreffende EG-richtlijnen
_________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de andere EG-richtlijnen
overeenkomt.
(indien van toepassing)
Om de veiligheids- en gezondheidseisen, die in EG-richtlijnen vermeld zijn, in juiste vorm om
te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische spezificatie(s) gebruik gemaakt:
_________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de norm(en) en/of van de technische spezificatie(s)
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
GHVFUL]LRQLGLTXHVWHLVWUX]LRQLSHUO·XVR$OORVWHVVR
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
G·DXWRUH
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

Pottinger SERVO 1 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen