Dell Precision M4300 Specificatie

Categorie
Notitieboekjes
Type
Specificatie
4 Contents
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt
u hoe het probleem kan worden vermeden.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of
overlijden aan.
Afkortingen en acroniemen
Een volledige lijst met afkortingen en acroniemen vindt u in de woordenlijst in de on line
Gebruikershandleiding
.
Als u een Dellâ„¢ n Series-computer hebt gekocht, zijn alle referenties in dit document naar Microsoft
®
Windows
®
-
besturingsystemen niet van toepassing.
OPMERKING: Sommige kenmerken of media kunnen optioneel zijn en niet worden geleverd met uw computer.
Sommige kenmerken of media zijn wellicht niet beschikbaar in bepaalde landen.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2007 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Dell Inc.
Merken in dit document: Dell, het DELL-logo, Dell Precision, Wi-Fi Catcher en ExpressCharge zijn handelsmerken van Dell Inc.; Intel is een
gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation; Windows Vista is een handelsmerk en Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking
tot de merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere
merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Model PP04X
April 2007 P/N GU806 Rev. A00
Inhoudsopgave 27
Inhoudsopgave
Informatie zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
De computer instellen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Over de computer
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Vooraanzicht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Linkeraanzicht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Rechteraanzicht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Achteraanzicht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Onderaanzicht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Batterijen gebruiken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Batterijprestaties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De batterijlading controleren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Batterijstroom besparen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Energiebeheermodi
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Stand-by-modus
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Slaapstand
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
De energiebeheerinstellingen configureren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De batterij opladen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
De batterij vervangen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Een batterij opslaan
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Problemen oplossen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Vastlopen en softwareproblemen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) moet gebruiken
. 44
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) starten vanaf de vaste schijf
45
Het diagnoseprogramma starten vanaf het medium Drivers and Utilities
(stuur- en hulpprogramma's)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Hoofdmenu Dell Diagnostics
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
28 Inhoudsopgave
Snelle referentiegids 29
Informatie zoeken
OPMERKING: Sommige kenmerken of media kunnen optioneel zijn en niet worden geleverd met uw computer.
Sommige kenmerken of media zijn wellicht niet beschikbaar in bepaalde landen.
OPMERKING: Mogelijk is er bij uw computer aanvullende informatie geleverd.
Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden
• Een diagnoseprogramma voor de computer
• Stuurprogramma's voor de computer
• Documentatie voor mijn toestel
• Notebook System Software (NSS)
Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's)
OPMERKING: Het medium Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's) is optioneel en is mogelijk niet met uw
computer meegeleverd.
De documentatie en stuurprogramma's zijn reeds op de
computer geïnstalleerd. U kunt het medium gebruiken om de
stuurprogramma's opnieuw te installeren (zie "Stuur- en
hulpprogramma's opnieuw installeren" in de
Gebruikershandleiding) of om het Dell-diagnoseprogramma te
gebruiken (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)"
op pagina 44).
Mogelijk bevat het medium
leesmij-bestanden met de
laatst beschikbare informatie
over technische wijzigingen
aan de computer of
geavanceerd technisch
naslagmateriaal voor technici
en gevorderde gebruikers.
OPMERKING: Updates van de stuurprogramma's en
documentatie vindt u op support.dell.com.
• Garantie-informatie
• Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten)
• Veiligheidsinstructies
• Informatie over regelgeving
• Ergonomische informatie
• Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
Dellâ„¢ Productinformatiegids
30 Snelle referentiegids
• Onderdelen verwijderen en vervangen
• Specificaties
• Systeeminstellingen configureren
• Problemen vaststellen en oplossen
Dellâ„¢ Precisionâ„¢ Gebruikershandleiding
Help en ondersteuning van Windows
1
Klik op
Start
of op de startknop van Windows Vista
â„¢
,
→
Help en ondersteuning
→
Dell User and System
Guides
(Gebruiks- en systeemhandleidingen)
→
System
Guides
(Systeemhandleidingen).
2
Klik op de
Gebruikershandleiding
van uw computer.
• Servicelabel en code voor express-service
• Microsoft Windows-licentielabel
Servicelabel en Microsoft
®
Windows
®
-licentielabel
Deze labels bevinden zich op de computer.
• Gebruik het servicelabel
om de computer te
identificeren als u
gebruikmaakt van
support.dell.com
of
contact opneemt met
de technische ondersteuning.
• Voer de code voor de express-service in zodat uw
telefonische verzoek naar de juiste medewerker van de
ondersteuningsdienst wordt doorgeleid.
OPMERKING: Het Microsoft Windows-licentielabel is nu
voorzien van een gat of "veiligheidsportaal" voor een betere
beveiliging.
Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden
Snelle referentiegids 31
• Oplossingen — Hints en tips voor probleemoplossing,
artikelen van technici, on line cursussen en
veelgestelde vragen
• Community — On line discussies met andere
gebruikers van Dell-producten
• Upgrades — Upgrade-informatie over onderdelen als
het geheugen, de vaste schijf en het
besturingssysteem
• Klantenservice — Contactgegevens, de status van
reparatieverzoeken en bestellingen, informatie over
garantie en reparatie
• Service en ondersteuning — De status van
reparatieverzoeken, ondersteuningshistorie, het
servicecontract, on line discussies met medewerkers
van de technische ondersteuning
• Referentiemateriaal — Computerdocumentatie,
details over mijn computerinstellingen,
productspecificaties en white papers
• Downloads — Geautoriseerde stuurprogramma's,
patches en software-updates
• Notebook System Software (NSS) — Als u het
besturingsysteem van de computer opnieuw installeert,
moet u het NSS-hulpprogramma ook opnieuw
installeren. NSS biedt essentiële updates voor uw
besturingssysteem en ondersteuning voor Dellâ„¢
3,5-inch USB-diskettestations, Intel
®
-processors,
optische schijven en USB-apparaten. NSS is benodigd
voor een juiste werking van uw Dell-computer. De
software detecteert automatisch de computer en het
besturingssysteem en installeert de updates die voor
uw configuratie van belang zijn.
Dell Support-website — support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio of business-segment om
bij de juiste ondersteuning-site te komen.
Ga als volgt te werk om Notebook Systeem Software te
downloaden:
1
Ga naar
support.dell.com
, selecteer uw regio of business-
segment en geef uw servicelabel op.
2
Selecteer
Drivers & Downloads
(Stuurprogramma's &
downloads) en klik op
Go
(Doorgaan).
3
Klik op uw besturingssysteem en zoek op het trefwoord
Notebook System Software
.
OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com
kan verschillen afhankelijk van uw selecties.
• Software-upgrades en tips voor probleemoplossing —
FAQ's, actuele onderwerpen en over uw algemene
gezonde computeromgeving.
Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)
De Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma) is een
automatisch upgrade- en meldingssysteem dat op uw
computer is geïnstalleerd. Dit hulpprogramma biedt real-
time scans voor een gezonde computeromgeving, software-
updates en relevante zelfhulpinformatie. Toegang tot de
Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma) verkrijgt u via
het pictogram
op de taakbalk. Voor meer informatie
raadpleegt u "Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)" in
de
Gebruikershandleiding
.
Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden
32 Snelle referentiegids
• Met Windows werken
• Aan het werk met programma's en bestanden
• Hoe pas ik mijn bureaublad aan
Help en ondersteuning van Windows
1
Klik op
Start
of
→
Help en ondersteuning
.
2
Geef met een of meer woorden een beschrijving van het
probleem en klik vervolgens op het pijltje.
3
Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4
Volg de instructies op het scherm.
• Informatie over netwerkactiviteiten, de wizard
Energiebeheer, sneltoetsen en andere items beheerd
door Dell QuickSet.
Dell QuickSet Help
Wanneer u
Dell QuickSet Help
wilt weergeven,
rechtsklikt u op het QuickSet-pictogram op de
taakbalk van Microsoft
®
Windows
®
.
Voor meer informatie over Dell QuickSet raadpleegt
u "Dellâ„¢ QuickSet" in de on line Gebruikershandleiding.
• Het besturingssysteem opnieuw installeren
Medium met besturingssysteem
OPMERKING: Het medium met het besturingssysteem kan
optioneel zijn en is wellicht niet meegeleverd met uw computer.
Het besturingssysteem is reeds op de computer geïnstalleerd.
Wanneer u het besturingssysteem opnieuw wilt installeren,
moet u het medium met het besturingssysteem gebruiken.
Raadpleeg "Het besturingssysteem herstellen" in de on line
Gebruikershandleiding.
Nadat u uw besturingssysteem
opnieuw hebt geïnstalleerd,
gebruikt u het optionele
medium Drivers and Utilities
(stuur- en hulpprogramma's)
om de stuurprogramma's
opnieuw te installeren voor de
apparaten die zijn
meegeleverd met uw
computer.
Het productsleutellabel voor het besturingssysteem
bevindt zich op de computer.
OPMERKING: De kleur van de cd of dvd is afhankelijk van
het besturingssysteem dat u hebt besteld.
Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden
Snelle referentiegids 33
De computer instellen
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies
te volgen die u vindt in de
Productinformatiegids.
1
Haal de onderdelen uit de accessoiredoos.
2
Leg de onderdelen terzijde. U hebt deze nodig om de computer te kunnen instellen.
De accessoiredoos bevat tevens gebruikersdocumentatie en eventuele software of extra hardware die
u hebt besteld (zoals pc-kaarten, stations of batterijen).
3
Sluit de netadapter aan op de connector van de computer en de netspanning.
4
Open uw computer en druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten (zie "Vooraanzicht" op
pagina 34).
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om uw computer ten minste een keer aan en uit te zetten voordat u een kaart
gaat installeren of de computer op een dockingstation aansluit of een ander extern apparaat zoals een printer.
34 Snelle referentiegids
Over de computer
Vooraanzicht
1
schermvergrendeling
2
beeldscherm
3
aan/uit-knop
4
omnidirectionele microfoon
5
statuslampjes apparaat
6
luidsprekers (2)
7
toetsenbord
8
touchpad
9
vingerafdruklezer (optioneel)
10
touchpad-/track stick-knoppen
11
track stick
12
statuslampjes toetsenbord
13
volumeknoppen
14
dempknop
15
omgevingslichtsensor
1
6
2
12
8
13
5
14
3
7
10
15
11
9
4
Snelle referentiegids 35
Linkeraanzicht
Rechteraanzicht
WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof
in ophoopt. Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer,
als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer.
1
sleuf voor
beveiligingskabel
2
ventilatieopeningen
3
IEEE 1394-connector
4
audioconnectoren
5
ExpressCard-sleuf
6
knop voor een
draadloos netwerk
7
Wi-Fi Catcherâ„¢-lampje
8
pc-kaartsleuf
9
smartcard-sleuf
1
mediabasis
2
USB-ingangen (2)
1 2 3 4 65 7 8 9
1
2
36 Snelle referentiegids
Achteraanzicht
Onderaanzicht
WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof
in ophoopt. Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer,
als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer.
1
netwerkconnector (RJ-45)
2
S-video TV-out-connector
3
USB-ingang
4
modemconnector (RJ-11)
5
seriële connector
6
videoconnector
7
connector voor netadapter
8
ventilatieopeningen
1
ontgrendelingsschuifje van
batterijhouder
2
batterij
3
kapje geheugenmodule
4
connector koppelapparaat
5
ventilatie-openingen
6
vaste schijf
1 2 63 4 75 8
5
4
1
3
2
6
Snelle referentiegids 37
Batterijen gebruiken
Batterijprestaties
OPMERKING: Zie de Productinformatiegids of het afzonderlijke papieren garantiedocument dat met uw computer
is meegeleverd voor informatie over de Dell-garantie op uw computer.
Voor optimale prestaties van de computer en tevens om te helpen de instellingen van de BIOS te behouden,
dient u de draagbare Dell™-computer te allen tijde te gebruiken terwijl de hoofdbatterij geïnstalleerd is. Er
wordt standaard één batterij meegeleverd; deze bevindt zich in het batterijcompartiment.
OPMERKING: Het kan zijn dat de batterij niet volledig is opgeladen. Gebruik daarom de netadapter om de computer
op het elektriciteitsnet aan te sluiten wanneer u deze voor het eerst gebruikt. Voor de beste resultaten maakt
u gebruik van de netadapter totdat de batterij van uw computer helemaal is opgeladen. U houdt de batterijstatus in de
gaten door het Configuratiescherm→ Energiebeheer te openen en op het tabblad Energiemeter te klikken.
OPMERKING: De werkingsduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan leveren) neemt
met de tijd af. Afhankelijk van de frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden
kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe batterij moet aanschaffen.
De werkingduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. U kunt eventueel een tweede
batterij in de mediabasis plaatsen om de werkingsduur aanzienlijk te verhogen.
De werkingsduur neemt aanzienlijk af door onder andere:
• Het gebruik van optische apparaten
• Het gebruik van draadloze communicatieapparaten, pc-kaarten, ExpressCards, mediageheugenkaarten of
USB-apparaten
• Zeer heldere weergave-instellingen, driedimensionale screensavers of andere programma's die veel energie
verbruiken, zoals driedimensionale spelletjes
• De computer op maximale prestaties laten draaien (zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op
pagina 41)
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of dvd schrijft.
U kunt de batterijstatus controleren (zie "De batterijlading controleren" op pagina 38) voordat u de
batterij in de computer stopt. U kunt ook de energiebeheeropties zo instellen dat u gewaarschuwd wordt
als de batterij leeg raakt (zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 41).
WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten.
Vervang de batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De lithium-ionbatterij is
ontwikkeld voor gebruik met uw Dell-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw computer.
WAARSCHUWING: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet
u contact opnemen met de plaatselijke vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithium-
ionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de
Productinformatiegids
.
WAARSCHUWING: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak
geen gaten in batterijen, gooi geen batterijen in het vuur, maak geen batterijen open en stel geen batterijen bloot
aan een temperatuur hoger dan 65°C. Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Ga uiterst voorzichtig met
beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of schade
aan uw apparatuur opleveren.
38 Snelle referentiegids
De batterijlading controleren
De Dell QuickSet-batterijmeter, het Microsoft Windows Energiemeter-venster en -pictogram, de
batterijoplaadmeter en gezondheidscontrole en de waarschuwing bij de batterij die leeg raakt, geven
informatie over de batterijstatus.
Dellâ„¢ QuickSet-batterijmeter
Als Dell QuickSet is geïnstalleerd, drukt u op <Fn><F3> om de QuickSet-batterijmeter weer te geven.
De batterijmeter toont de status en de gezondheid van de batterij, het oplaadniveau en de tijd totdat het
opladen is voltooid.
Klik op het QuickSet-pictogram voor meer informatie over QuickSet op de Microsoft
®
Windows
®
-taakbalk
en klik op Help.
Microsoft
®
Windows
®
Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U controleert de energiemeter door te
dubbelklikken op het pictogram op de taakbalk.
Als de computer op een stopcontact is aangesloten, verschijnt er een -pictogram.
Ladingsmeter
U controleert het volgende door de statusknop op de ladingsmeter op de batterij eenmaal in te drukken
of vast te houden:
• Lading van de batterij (de statusknop indrukken en
loslaten
)
• Gezondheid van de batterij (de statusknop indrukken en
vasthouden
)
De werkingsduur van de batterij wordt grotendeels bepaald door het aantal keren dat deze is opgeladen.
Na honderden laadcycli verliezen batterijen iets van hun oplaadbaarheidsvermogen, oftewel iets van hun
gezondheid. Dat betekent dat een batterij met de status "geladen" een verminderd oplaadbaarheidsvermogen
(slechtere gezondheid) kan hebben.
De batterijstatus controleren
Wanneer u de batterijstatus wilt controleren, moet u de statusknop op de ladingsmeter indrukken en loslaten
om de ladingsniveaulichtjes te laten branden. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de
totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen er vier lampjes branden.
Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
De gezondheid van de batterij controleren
OPMERKING: De gezondheid van de batterij kan op twee manieren worden gecontroleerd: door de ladingsmeter
te gebruiken zoals hieronder wordt beschreven, en door de batterijmeter te gebruiken in Del QuickSet. Klik met de
rechtermuisknop op het QuickSet-pictogram voor meer informatie over QuickSet op de Microsoft
®
Windows
®
-taakbalk
en klik op Help.
Snelle referentiegids 39
Wanneer u de gezondheid van de batterij met de ladingsmeter wilt controleren, moet u de statusknop op de
ladingsmeter minstens 3 seconden ingedrukt houden. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de batterij in
een goede conditie, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke oplaadcapaciteit. Elk
lampje geeft een afnemende conditie aan. Als er vijf lampjes gaan branden, is er minder dan 60 % van de
oorspronkelijk oplaadcapaciteit over, en kunt u de batterij het beste vervangen. Zie "Specificaties" in de on line
Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werkingsduur van de batterij.
Waarschuwing dat batterij bijna leeg is
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct
opslaan als u een waarschuwing ontvangt dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een
stopcontact aan. Als de batterij volledig leegraakt, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd.
Er verschijnt standaard een pop-upvenster met de waarschuwing dat de batterij voor bijna 90 procent
leeg is. In QuickSet of in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u de instellingen voor de
batterijwaarschuwingen wijzigen. Zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 41 voor
informatie over het openen van QuickSet of het venster Eigenschappen voor Energiebeheer.
Batterijstroom besparen
Voer de onderstaande acties uit om batterijstroom te besparen:
• Sluit de computer aan op een stopcontact indien mogelijk, omdat de levensduur van de batterij
grotendeels wordt bepaald door het aantal keren dat deze wordt gebruikt en wordt opgeladen.
• Zet de computer in de stand-bymodus of in de slaapstand wanneer u deze voor een langere tijd niet
gebruikt (zie "Energiebeheermodi" op pagina 39).
• Gebruik de wizard Energiebeheer
om opties te selecteren om het energiegebruik van de computer te
optimaliseren. Deze opties kunnen bovendien zo worden ingesteld dat ze worden gewijzigd wanneer u op de
aan/uit-knop drukt, het scherm dichtklapt of op <Fn><Esc> drukt.
OPMERKING: Zie "Energiebeheermodi" op pagina 39 voor meer informatie over het besparen van batterijstroom.
Energiebeheermodi
Stand-by-modus
De stand-by-modus bespaart energie door het beeldscherm en de vaste schijf na een vooraf vastgestelde
periode van inactiviteit uit te schakelen (een time-out). Wanneer de computer de stand-by-modus
verlaat, keert deze terug naar de toestand van voor de stand-by-modus.
KENNISGEVING: Als uw computer in de stand-by-modus geen wissel- of batterijstroom meer krijgt, kunnen er
gegevens verloren gaan.
40 Snelle referentiegids
U zet de computer als volgt in de stand-by-modus:
•Klik op
Start
of
→
Uitschakelen
→
Stand-by
.
of
• Afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties in het venster
Eigenschappen voor Energiebeheer
of in de wizard QuickSet Energiebeheer, gebruikt u een van de onderstaande methoden:
– Druk op de aan/uit-knop.
– Klap het beeldscherm dicht.
– Druk op <Fn><Esc>.
U sluit de stand-by-modus door op de aan/uit-knop te drukken of het beeldscherm open te klappen,
afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties. U kunt de stand-by-modus niet verlaten door op een
toets te drukken of de touchpad of track stick aan te raken.
Slaapstand
De slaapstand bespaart energie door systeemgegevens naar een gereserveerd gebied op de vaste schijf te
kopiëren en de computer vervolgens volledig uit te schakelen. Wanneer de computer de slaapstand
verlaat, keert deze terug naar de toestand van voor de slaapstand.
KENNISGEVING: Het is niet mogelijk apparaten te verwijderen of de computer los te koppelen terwijl deze zich in
de slaapstand bevindt.
De computer gaat in de slaapstand als de batterij zo goed als leeg is.
U schakelt de slaapstand als volgt handmatig in:
•
K
lik op
Start
of
→
Uitschakelen
, houd de toets <Shift> ingedrukt en klik op
Slaapstand
.
of
• Afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties in het venster
Eigenschappen voor Energiebeheer
of in de wizard QuickSet Energiebeheer, gebruikt u een van de onderstaande methoden om de
slaapstand te activeren:
– Druk op de aan/uit-knop.
– Klap het beeldscherm dicht.
– Druk op <Fn><Esc>.
OPMERKING: Sommige pc-kaarten of ExpressCards functioneren niet correct nadat de computer de slaapstand
heeft verlaten. Verwijder de kaart en plaats deze opnieuw (zie "Een pc-kaart of ExpressCard installeren" in de on
line Gebruikershandleiding) of start de computer opnieuw op.
Druk op de aan/uitknop om de slaapstand te verlaten. Het kan even duren voordat de computer de
slaapstand heeft verlaten. U kunt de slaapstand niet verlaten door op een toets te drukken of de
touchpad of track stick aan te raken. Zie de documentatie die met het besturingssysteem is meegeleverd
voor meer informatie over de slaapstand.
Snelle referentiegids 41
De energiebeheerinstellingen configureren
Voor het configureren van de energiebeheerinstellingen op de computer kunt u de wizard QuickSet
Energiebeheer of de eigenschappen voor energiebeheer van Windows gebruiken.
• U opent de wizard QuickSet Energiebeheer door te dubbelklikken op het
QuickSet-pictogram op de
Microsoft
®
Windows
®
-taakbalk
. Klik voor meer informatie over QuickSet op de knop
Help
in de
wizard Energiebeheer.
• U opent het venster
Energiebeheeropties
door te klikken op
Start
of
→
Configuratiescherm
→
Prestaties en onderhoud
→
Energiebeheer
. Klik voor meer informatie over een willekeurig veld in het
venster
Eigenschappen voor Energiebeheer
op het vraagteken op de titelbalk en vervolgens op het
gebied waarover u meer informatie wilt.
De batterij opladen
OPMERKING: Met behulp van de Dellâ„¢ ExpressChargeâ„¢ laadt de netadapter, als uw computer uitstaat, een
volledig lege batterij tot 80 procent op in ongeveer 1 uur, en tot 100 procent in ongeveer 2 uur. De oplaadtijd is
langer als de computer aanstaat. U kunt de batterij in de computer laten zitten zolang als u wilt. De interne circuits
van de batterij voorkomen dat de batterij wordt overladen.
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een
stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en temperatuur van de batterij controleren. Indien
nodig zal de netadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden.
Als de batterij erg warm is geworden door het gebruik in de computer of in een warme omgeving verkeert,
is het mogelijk dat de batterij niet wordt opgeladen als u de computer op een stopcontact aansluit.
De batterij is te warm om opgeladen te kunnen worden als het -lampje afwisselend groen en oranje
knippert. Koppel de computer los van het stopcontact en laat de computer en batterij afkoelen tot
kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om het opladen van de batterij
voort te zetten.
Zie voor meer informatie over het oplossen van batterijproblemen "Problemen met de stroomvoorziening"
in de on line Gebruikershandleiding.
De batterij vervangen
WAARSCHUWING: Voordat u deze procedures uitvoert, moet u de computer uitzetten, de netadapter uit het
stopcontact halen, de modem losmaken van de wandaansluiting en de computer en alle andere externe kabels
loskoppelen van de computer.
WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten.
Vervang de batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De batterij is
speciaal gemaakt voor een Dellâ„¢-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw computer.
KENNISGEVING: U moet alle externe kabels uit de computer verwijderen om eventuele schade te voorkomen.
Zie "Multimedia gebruiken" in de on line Gebruikershandleiding voor informatie over het vervangen van
de tweede batterij, die zich in de mediabasis bevindt.
42 Snelle referentiegids
De batterij verwijderen:
1
Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de
documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen.
2
Zorg ervoor dat de computer uitstaat.
3
Open het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de onderkant van de computer totdat dit vastklikt.
4
Gebruik het lipje op de batterij om deze uit de computer te halen.
U vervangt de batterij door de batterij in de houder te plaatsen en hierop te drukken totdat het
ontgrendelingsschuifje vastklikt.
Een batterij opslaan
Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze
gedurende een lange periode wordt opgeslagen. Na een lange opslagperiode dient u de batterij volledig
opnieuw te laden voordat u deze gebruikt (zie "De batterij opladen" op pagina 41).
1 batterijlipje 2 batterij 3 ontgrendelingsschuifje van
batterijhouder
2
3
1
Snelle referentiegids 43
Problemen oplossen
Vastlopen en softwareproblemen
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies
te volgen die u vindt in de
Productinformatiegids.
De computer start niet op
CONTROLEER OF DE NETADAPTER GOED IS AANGESLOTEN OP DE COMPUTER EN HET STOPCONTACT.
De computer reageert niet meer
KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit.
Z
ET DE COMPUTER UIT — Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te
bewegen, moet u de aan/uit-knop minstens 8-10 seconden ingedrukt houden totdat de computer uitgaat. Start de
computer vervolgens opnieuw op.
Een programma reageert niet meer of blijft crashen
OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een installatiehandleiding
of op een diskette, cd of dvd.
B
EËINDIG HET PROGRAMMA —
1
Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>.
2
Klik op
Taakbeheer
.
3
Klik op
Toepassingen
.
4
Klik op het programma dat niet meer reageert.
5
Klik op
Taak beëindigen
.
RAADPLEEG DE SOFTWAREDOCUMENTATIE — Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en
installeer u het opnieuw.
Er is een programma dat is ontwikkeld voor een eerdere versie van het Microsoft
®
Windows
®
-besturingssysteem
VOER DE WIZARD PROGRAMMACOMPATIBILITEIT UIT — De wizard Programmacompatibiliteit configureert een
programma op zodanige wijze dat het in een omgeving wordt uitgevoerd die lijkt op andere dan Windows XP-
besturingssysteemomgevingen.
1
Klik op
Start
→
Alle programma's
→
Bureau-accessoires
→
Wizard Programmacompatibiliteit
→
Volgende
.
2
Volg de instructies op het scherm.
Er verschijnt een blauw scherm
ZET DE COMPUTER UIT — Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te
bewegen, moet u de aan/uit-knop minstens 8-10 seconden ingedrukt houden totdat de computer uitgaat. Start de
computer vervolgens opnieuw op.
44 Snelle referentiegids
Andere softwareproblemen
RAADPLEEG DE SOFTWAREDOCUMENTATIE OF NEEM CONTACT OP MET DE SOFTWAREFABRIKANT VOOR INFORMATIE
OVER PROBLEEMOPLOSSING —
• Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd.
• Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de
softwaredocumentatie voor informatie.
• Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en geconfigureerd.
• Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat niet met het programma conflicteren.
• Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeer u het opnieuw.
MAAK DIRECT EEN RESERVEKOPIE VAN UW BESTANDEN
GEBRUIK EEN VIRUSSCANNER OM DE VASTE SCHIJF, DISKETTES, CD'S EN DVD'S TE SCANNEN
BEWAAR EN SLUIT ALLE GEOPENDE BESTANDEN OF PROGRAMMA'S EN SLUIT DE COMPUTER AF VIA HET MENU Start
S
CAN DE COMPUTER OP SPYWARE — Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of
problemen met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd met spyware.
Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig) om
de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en
zoek op het trefwoord spyware.
V
OER DELL DIAGNOSTICS (DELL-DIAGNOSEPROGRAMMA) UIT — Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)"
op pagina 44. Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem.
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies
te volgen die u vindt in de
Productinformatiegids.
.
Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) moet gebruiken
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, moet u eerst Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)
uitvoeren voordat u contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning.
U wordt aangeraden om deze procedures af te drukken voordat u begint.
KENNISGEVING: Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) werkt alleen op Dellâ„¢-computers.
OPMERKING: Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en is mogelijk niet met
uw computer meegeleverd.
Open het systeeminstallatieprogramma, neem de configuratiegegevens van de computer door en zorg
dat het apparaat dat u wilt testen, in het programma wordt weergegeven en actief is.
Start Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) vanaf uw vaste schijf of vanaf het optionele medium
Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's).
Snelle referentiegids 45
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) starten vanaf de vaste schijf
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) bevindt zich op een verborgen partitie op de vaste schijf.
OPMERKING: Als de computer geen beeld op het scherm kan weergeven, moet u contact opnemen met Dell
(zie "Contact met Dell opnemen" in de on line Gebruikershandleiding voor meer informatie).
OPMERKING: Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg
de documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen.
1
Zorg dat de computer is aangesloten op een stopcontact en goed werkt.
2
De computer opnieuw inschakelen (of opstarten).
3
Start Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) op een van de volgende twee manieren:
• Wanneer het DELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. Selecteer Diagnostics in het
opstartmenu en druk op <Enter>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet
u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Daarna sluit u de
computer af en probeert u het opnieuw.
• Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Houd de toets <Fn> ingedrukt terwijl u de computer aanzet.
OPMERKING: Als een bericht wordt weergegeven dat er geen partitie met een diagnostisch
hulpprogramma is gevonden, voert u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) uit vanaf het medium
Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
De computer voert een systeemanalyse uit: een reeks begintests van het moederbord, het toetsenbord,
het computerscherm, het geheugen, de vaste schijf, etc.
• Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
• Als er een fout wordt gedetecteerd tijdens de systeemanalyse, moet u de foutcode(s)
opschrijven en "Contact met Dell opnemen" in de on line
Gebruikershandleiding
raadplegen.
Als de systeemanalyse is voltooid, verschijnt het bericht "
Booting Dell Diagnostic
Utility Partition. Press any key to continue
(opstarten vanaf partitie met
Dell Diagnostics; druk op een willekeurige toets om door te gaan).
4
Druk op een toets om Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) te starten vanaf de partitie met het
diagnostische hulpprogramma op de vaste schijf.
Het diagnoseprogramma starten vanaf het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's)
1
Plaats het medium
Drivers and Utilities
(stuur- en hulpprogramma's).
2
Zet de computer uit en start deze opnieuw op.
Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven
wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en
probeert u het opnieuw.
46 Snelle referentiegids
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd. De volgende keer
zal de computer opstarten volgens de volgorde van apparaten die in de systeeminstellingen is aangegeven.
3
Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u
CD/DVD/CD-RW
en drukt u op <Enter>.
4
Selecteer de optie
Boot from CD-ROM
(Opstarten vanaf CD-ROM) in het menu dat verschijnt en
druk op <Enter>.
5
Ty p
1
om te beginnen met het cd-menu en druk op <Enter> om verder te gaan.
6
Selecteer
Run the 32 Bit Dell Diagnostics
(32-bit Dell-diagnoseprogramma uitvoeren) in de
genummerde lijst. Als er meerdere versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die op uw
computer van toepassing is.
7
Als het scherm met het
hoofdmenu
van Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) verschijnt,
selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
1
Nadat het Dell-diagnoseprogramma is geladen en het scherm met het
hoofdmenu
wordt weergegeven,
klikt u op de knop voor de gewenste optie.
OPMERKING: Het is raadzaam om Test System (Systeem testen) te selecteren om een volledige test op de
computer uit te voeren.
2
Wanneer u de optie
Test System
(Systeem testen) hebt geselecteerd in het hoofdmenu, verschijnt
het volgende menu.
OPMERKING: Het is raadzaam om Extended Test (Uitgebreide test) te selecteren in het onderstaande
menu om de apparaten in de computer grondiger te controleren.
Optie Functie
Geheugen testen Voer de zelfstandige geheugentest uit
Systeem testen Voer de systeemdiagnose uit
Afsluiten Sluit het diagnoseprogramma af
Optie Functie
Express Test
(Snelle test)
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten in het
systeem. Dit duurt doorgaans 10 tot 20 minuten.
Extended Test
(Uitgebreide test)
Hiermee wordt een grondige test uitgevoerd van apparaten in het
systeem. Dit duurt doorgaans langer dan een uur.
Custom Test
(Aangepaste test)
Wordt gebruikt om een bepaald apparaat te testen of om de uit te
voeren testen aan te passen.
Symptom Tree
(Symptomen-
structuur)
Met deze optie kunt u testen selecteren op basis van een symptoom van
het probleem dat optreedt. Deze optie bevat de meest voorkomende
symptomen.
Snelle referentiegids 47
3
Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de
foutcode en een beschrijving van het probleem. Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem
en neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell in de on line
Gebruikershandleiding
).
OPMERKING: Het servicelabel voor de computer bevindt zich boven aan elk testvenster. Als u contact
opneemt met Dell, zal de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
4
Wanneer u een test uitvoert met de optie
Custom Test
(Aangepaste test) of
Symptom Tree
(Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de test op een van de tabbladen klikken die
in de volgende tabel worden beschreven.
5
Wanneer de tests zijn voltooid, sluit u het testscherm om terug te keren naar het scherm met het
hoofdmenu
. U sluit Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) af en start de computer opnieuw op
door het
scherm met het hoofdmenu
te sluiten.
6
Verwijder het Dell-medium
Drivers and Utilities
(stuur- en hulpprogramma's) (indien van toepassing).
Tabblad Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met
eventuele foutcondities die zijn aangetroffen.
Errors (Fouten) Geeft de aangetroffen foutcondities weer en een beschrijving van het
probleem.
Help Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het
uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het geselecteerde
apparaat.
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) haalt configuratiegegevens
op voor alle apparaten uit de systeeminstellingen, het geheugen,
verschillende interne tests en geeft de informatie weer in de lijst met
apparaten in het linkervenster van het scherm. Mogelijk worden in het
apparaatoverzicht niet de namen van alle onderdelen weergegeven die
zijn geïnstalleerd in of aangesloten op de computer.
Parameters Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.
Index 49
Index
B
batterij
de lading controleren, 38
energiemeter, 38
ladingsmeter, 38
opladen, 41
opslaan, 42
prestaties, 37
verwijderen, 41
besturingssysteem
media, 32
opnieuw installeren, 32
C
Cd's/dvd's
besturingssysteem, 32
Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's), 29
computer
crasht, 43
reageert niet meer, 43
trage prestaties, 44
D
Dell Diagnostics, 44
Dell-ondersteuningssite, 31
diagnostics
Dell, 44
documentatie
ergonomie, 29
garantie, 29
Gebruikershandleiding, 30
Licentieovereenkomst voor
eindgebruikers, 29
on line, 31
Productinformatiegids, 29
regelgeving, 29
veiligheid, 29
Drivers and Utilities media
Dell Diagnostics, 44
E
energie
slaapstand, 40
stand-by-modus, 39
ergonomische informatie, 29
G
garantie-informatie, 29
Gebruikershandleiding, 30
H
hardware
Dell Diagnostics, 44
Help en ondersteuning, 32
Help-bestand
Help en ondersteuning van
Windows, 32
Het medium Drivers and
Utilities (stuur- en
hulpprogramma's), 29
I
informatie over regelgeving, 29
L
labels
Microsoft Windows, 30
Servicelabel, 30
Licentieovereenkomst voor
eindgebruikers, 29
O
ondersteuningswebsite, 31
P
probleemoplossing
Help en ondersteuning, 32
problemen
blauw scherm, 43
computer crasht, 43
computer reageert niet meer, 43
computer start niet op, 43
50 Index
programma crasht, 43
programma reageert niet meer, 43
programma's en compatibiliteit
met Windows, 43
software, 43-44
spyware, 44
trage computerprestaties, 44
vastlopen, 43
problems
Dell Diagnostics, 44
Productinformatiegids, 29
Q
QuickSet Help, 32
S
Servicelabel, 30
slaapstand, 40
software
problemen, 43-44
spyware, 44
stand-by-modus
info, 39
systeemaanzichten
achterkant, 36
linkerkant, 35
onderkant, 36
rechterkant, 35
voorkant, 34
T
troubleshooting
Dell Diagnostics, 44
V
veiligheidsinstructies, 29
W
Windows
Help en ondersteuning, 32
opnieuw installeren, 32
slaapstand, 40
stand-by-modus, 39
Wizard
Programmacompatibiliteit, 43
wizards
Wizard
Programmacompatibiliteit, 43

Documenttranscriptie

4 Contents Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. Afkortingen en acroniemen Een volledige lijst met afkortingen en acroniemen vindt u in de woordenlijst in de on line Gebruikershandleiding. Als u een Dell™ n Series-computer hebt gekocht, zijn alle referenties in dit document naar Microsoft® Windows®besturingsystemen niet van toepassing. OPMERKING: Sommige kenmerken of media kunnen optioneel zijn en niet worden geleverd met uw computer. Sommige kenmerken of media zijn wellicht niet beschikbaar in bepaalde landen. ____________________ De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2007 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden. Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Dell Inc. Merken in dit document: Dell, het DELL-logo, Dell Precision, Wi-Fi Catcher en ExpressCharge zijn handelsmerken van Dell Inc.; Intel is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation; Windows Vista is een handelsmerk en Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen. Model PP04X April 2007 P/N GU806 Rev. A00 Inhoudsopgave Informatie zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De computer instellen Over de computer 29 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Vooraanzicht . . Linkeraanzicht . Rechteraanzicht Achteraanzicht . Onderaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 35 35 36 36 Batterijen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 38 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Batterijprestaties . . . . . . . De batterijlading controleren . Batterijstroom besparen . Energiebeheermodi Stand-by-modus Slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 De energiebeheerinstellingen configureren De batterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 42 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 De batterij vervangen . Een batterij opslaan . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vastlopen en softwareproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) . Index . 39 40 43 . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) moet gebruiken . Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) starten vanaf de vaste schijf Het diagnoseprogramma starten vanaf het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoofdmenu Dell Diagnostics . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 45 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 46 49 Inhoudsopgave 27 28 Inhoudsopgave Informatie zoeken OPMERKING: Sommige kenmerken of media kunnen optioneel zijn en niet worden geleverd met uw computer. Sommige kenmerken of media zijn wellicht niet beschikbaar in bepaalde landen. OPMERKING: Mogelijk is er bij uw computer aanvullende informatie geleverd. Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden • • • • Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) OPMERKING: Het medium Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en is mogelijk niet met uw computer meegeleverd. Een diagnoseprogramma voor de computer Stuurprogramma's voor de computer Documentatie voor mijn toestel Notebook System Software (NSS) De documentatie en stuurprogramma's zijn reeds op de computer geïnstalleerd. U kunt het medium gebruiken om de stuurprogramma's opnieuw te installeren (zie "Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren" in de Gebruikershandleiding) of om het Dell-diagnoseprogramma te gebruiken (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)" op pagina 44). Mogelijk bevat het medium leesmij-bestanden met de laatst beschikbare informatie over technische wijzigingen aan de computer of geavanceerd technisch naslagmateriaal voor technici en gevorderde gebruikers. OPMERKING: Updates van de stuurprogramma's en documentatie vindt u op support.dell.com. • • • • • • Garantie-informatie Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten) Veiligheidsinstructies Informatie over regelgeving Ergonomische informatie Licentieovereenkomst voor eindgebruikers Dell™ Productinformatiegids Snelle referentiegids 29 Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden • • • • Dell™ Precision™ Gebruikershandleiding Onderdelen verwijderen en vervangen Specificaties Systeeminstellingen configureren Problemen vaststellen en oplossen • Servicelabel en code voor express-service • Microsoft Windows-licentielabel Help en ondersteuning van Windows 1 Klik op Start of op de startknop van Windows Vista™, → Help en ondersteuning→ Dell User and System Guides (Gebruiks- en systeemhandleidingen)→ System Guides (Systeemhandleidingen). 2 Klik op de Gebruikershandleiding van uw computer. Servicelabel en Microsoft® Windows®-licentielabel Deze labels bevinden zich op de computer. • Gebruik het servicelabel om de computer te identificeren als u gebruikmaakt van support.dell.com of contact opneemt met de technische ondersteuning. • Voer de code voor de express-service in zodat uw telefonische verzoek naar de juiste medewerker van de ondersteuningsdienst wordt doorgeleid. OPMERKING: Het Microsoft Windows-licentielabel is nu voorzien van een gat of "veiligheidsportaal" voor een betere beveiliging. 30 Snelle referentiegids Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden • Oplossingen — Hints en tips voor probleemoplossing, artikelen van technici, on line cursussen en veelgestelde vragen • Community — On line discussies met andere gebruikers van Dell-producten • Upgrades — Upgrade-informatie over onderdelen als het geheugen, de vaste schijf en het besturingssysteem • Klantenservice — Contactgegevens, de status van reparatieverzoeken en bestellingen, informatie over garantie en reparatie • Service en ondersteuning — De status van reparatieverzoeken, ondersteuningshistorie, het servicecontract, on line discussies met medewerkers van de technische ondersteuning • Referentiemateriaal — Computerdocumentatie, details over mijn computerinstellingen, productspecificaties en white papers • Downloads — Geautoriseerde stuurprogramma's, patches en software-updates • Notebook System Software (NSS) — Als u het besturingsysteem van de computer opnieuw installeert, moet u het NSS-hulpprogramma ook opnieuw installeren. NSS biedt essentiële updates voor uw besturingssysteem en ondersteuning voor Dell™ 3,5-inch USB-diskettestations, Intel®-processors, optische schijven en USB-apparaten. NSS is benodigd voor een juiste werking van uw Dell-computer. De software detecteert automatisch de computer en het besturingssysteem en installeert de updates die voor uw configuratie van belang zijn. Dell Support-website — support.dell.com OPMERKING: Selecteer uw regio of business-segment om bij de juiste ondersteuning-site te komen. Ga als volgt te werk om Notebook Systeem Software te downloaden: 1 Ga naar support.dell.com, selecteer uw regio of businesssegment en geef uw servicelabel op. 2 Selecteer Drivers & Downloads (Stuurprogramma's & downloads) en klik op Go (Doorgaan). 3 Klik op uw besturingssysteem en zoek op het trefwoord Notebook System Software. OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com kan verschillen afhankelijk van uw selecties. • Software-upgrades en tips voor probleemoplossing — Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma) FAQ's, actuele onderwerpen en over uw algemene De Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma) is een gezonde computeromgeving. automatisch upgrade- en meldingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. Dit hulpprogramma biedt realtime scans voor een gezonde computeromgeving, softwareupdates en relevante zelfhulpinformatie. Toegang tot de Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma) verkrijgt u via op de taakbalk. Voor meer informatie het pictogram raadpleegt u "Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)" in de Gebruikershandleiding. Snelle referentiegids 31 Waarnaar zoekt u? Hier kunt u het vinden • Met Windows werken • Aan het werk met programma's en bestanden • Hoe pas ik mijn bureaublad aan Help en ondersteuning van Windows 1 Klik op Start of → Help en ondersteuning. 2 Geef met een of meer woorden een beschrijving van het probleem en klik vervolgens op het pijltje. 3 Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft. 4 Volg de instructies op het scherm. Dell QuickSet Help • Informatie over netwerkactiviteiten, de wizard Energiebeheer, sneltoetsen en andere items beheerd Wanneer u Dell QuickSet Help wilt weergeven, door Dell QuickSet. rechtsklikt u op het QuickSet-pictogram op de taakbalk van Microsoft® Windows®. Voor meer informatie over Dell QuickSet raadpleegt u "Dell™ QuickSet" in de on line Gebruikershandleiding. • Het besturingssysteem opnieuw installeren Medium met besturingssysteem OPMERKING: Het medium met het besturingssysteem kan optioneel zijn en is wellicht niet meegeleverd met uw computer. Het besturingssysteem is reeds op de computer geïnstalleerd. Wanneer u het besturingssysteem opnieuw wilt installeren, moet u het medium met het besturingssysteem gebruiken. Raadpleeg "Het besturingssysteem herstellen" in de on line Gebruikershandleiding. Nadat u uw besturingssysteem opnieuw hebt geïnstalleerd, gebruikt u het optionele medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) om de stuurprogramma's opnieuw te installeren voor de apparaten die zijn meegeleverd met uw computer. Het productsleutellabel voor het besturingssysteem bevindt zich op de computer. OPMERKING: De kleur van de cd of dvd is afhankelijk van het besturingssysteem dat u hebt besteld. 32 Snelle referentiegids De computer instellen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de Productinformatiegids. 1 Haal de onderdelen uit de accessoiredoos. 2 Leg de onderdelen terzijde. U hebt deze nodig om de computer te kunnen instellen. De accessoiredoos bevat tevens gebruikersdocumentatie en eventuele software of extra hardware die u hebt besteld (zoals pc-kaarten, stations of batterijen). 3 Sluit de netadapter aan op de connector van de computer en de netspanning. 4 Open uw computer en druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten (zie "Vooraanzicht" op pagina 34). OPMERKING: Het wordt aanbevolen om uw computer ten minste een keer aan en uit te zetten voordat u een kaart gaat installeren of de computer op een dockingstation aansluit of een ander extern apparaat zoals een printer. Snelle referentiegids 33 Over de computer Vooraanzicht 1 2 3 15 4 14 5 13 12 6 11 7 10 9 34 8 1 schermvergrendeling 2 beeldscherm 3 aan/uit-knop 4 omnidirectionele microfoon 5 statuslampjes apparaat 6 luidsprekers (2) 7 toetsenbord 8 touchpad 9 vingerafdruklezer (optioneel) 10 touchpad-/track stick-knoppen 11 track stick 12 statuslampjes toetsenbord 13 volumeknoppen 14 dempknop 15 omgevingslichtsensor Snelle referentiegids Linkeraanzicht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 sleuf voor beveiligingskabel 2 ventilatieopeningen 3 IEEE 1394-connector 4 audioconnectoren 5 ExpressCard-sleuf 6 knop voor een draadloos netwerk 7 Wi-Fi Catcher™-lampje 8 pc-kaartsleuf 9 smartcard-sleuf Rechteraanzicht WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer. 1 1 mediabasis 2 2 USB-ingangen (2) Snelle referentiegids 35 Achteraanzicht 1 2 3 4 5 6 7 8 1 netwerkconnector (RJ-45) 2 S-video TV-out-connector 3 USB-ingang 4 modemconnector (RJ-11) 5 seriële connector 6 videoconnector 7 connector voor netadapter 8 ventilatieopeningen Onderaanzicht WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof in ophoopt. Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer, als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer. 1 2 6 5 4 36 3 1 ontgrendelingsschuifje van batterijhouder 2 batterij 4 connector koppelapparaat 5 ventilatie-openingen 6 Snelle referentiegids 3 kapje geheugenmodule vaste schijf Batterijen gebruiken Batterijprestaties OPMERKING: Zie de Productinformatiegids of het afzonderlijke papieren garantiedocument dat met uw computer is meegeleverd voor informatie over de Dell-garantie op uw computer. Voor optimale prestaties van de computer en tevens om te helpen de instellingen van de BIOS te behouden, dient u de draagbare Dell™-computer te allen tijde te gebruiken terwijl de hoofdbatterij geïnstalleerd is. Er wordt standaard één batterij meegeleverd; deze bevindt zich in het batterijcompartiment. OPMERKING: Het kan zijn dat de batterij niet volledig is opgeladen. Gebruik daarom de netadapter om de computer op het elektriciteitsnet aan te sluiten wanneer u deze voor het eerst gebruikt. Voor de beste resultaten maakt u gebruik van de netadapter totdat de batterij van uw computer helemaal is opgeladen. U houdt de batterijstatus in de gaten door het Configuratiescherm→ Energiebeheer te openen en op het tabblad Energiemeter te klikken. OPMERKING: De werkingsduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan leveren) neemt met de tijd af. Afhankelijk van de frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe batterij moet aanschaffen. De werkingduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. U kunt eventueel een tweede batterij in de mediabasis plaatsen om de werkingsduur aanzienlijk te verhogen. De werkingsduur neemt aanzienlijk af door onder andere: • • • • Het gebruik van optische apparaten Het gebruik van draadloze communicatieapparaten, pc-kaarten, ExpressCards, mediageheugenkaarten of USB-apparaten Zeer heldere weergave-instellingen, driedimensionale screensavers of andere programma's die veel energie verbruiken, zoals driedimensionale spelletjes De computer op maximale prestaties laten draaien (zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 41) OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of dvd schrijft. U kunt de batterijstatus controleren (zie "De batterijlading controleren" op pagina 38) voordat u de batterij in de computer stopt. U kunt ook de energiebeheeropties zo instellen dat u gewaarschuwd wordt als de batterij leeg raakt (zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 41). WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De lithium-ionbatterij is ontwikkeld voor gebruik met uw Dell-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw computer. WAARSCHUWING: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet u contact opnemen met de plaatselijke vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithiumionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de Productinformatiegids. WAARSCHUWING: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak geen gaten in batterijen, gooi geen batterijen in het vuur, maak geen batterijen open en stel geen batterijen bloot aan een temperatuur hoger dan 65°C. Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Ga uiterst voorzichtig met beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of schade aan uw apparatuur opleveren. Snelle referentiegids 37 De batterijlading controleren De Dell QuickSet-batterijmeter, het Microsoft Windows Energiemeter-venster en -pictogram, de batterijoplaadmeter en gezondheidscontrole en de waarschuwing bij de batterij die leeg raakt, geven informatie over de batterijstatus. Dell™ QuickSet-batterijmeter Als Dell QuickSet is geïnstalleerd, drukt u op <Fn><F3> om de QuickSet-batterijmeter weer te geven. De batterijmeter toont de status en de gezondheid van de batterij, het oplaadniveau en de tijd totdat het opladen is voltooid. Klik op het QuickSet-pictogram voor meer informatie over QuickSet op de Microsoft® Windows®-taakbalk en klik op Help. Microsoft® Windows® Energiemeter De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U controleert de energiemeter door te dubbelklikken op het pictogram op de taakbalk. Als de computer op een stopcontact is aangesloten, verschijnt er een -pictogram. Ladingsmeter U controleert het volgende door de statusknop op de ladingsmeter op de batterij eenmaal in te drukken of vast te houden: • Lading van de batterij (de statusknop indrukken en loslaten) • Gezondheid van de batterij (de statusknop indrukken en vasthouden) De werkingsduur van de batterij wordt grotendeels bepaald door het aantal keren dat deze is opgeladen. Na honderden laadcycli verliezen batterijen iets van hun oplaadbaarheidsvermogen, oftewel iets van hun gezondheid. Dat betekent dat een batterij met de status "geladen" een verminderd oplaadbaarheidsvermogen (slechtere gezondheid) kan hebben. De batterijstatus controleren Wanneer u de batterijstatus wilt controleren, moet u de statusknop op de ladingsmeter indrukken en loslaten om de ladingsniveaulichtjes te laten branden. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen er vier lampjes branden. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg. De gezondheid van de batterij controleren OPMERKING: De gezondheid van de batterij kan op twee manieren worden gecontroleerd: door de ladingsmeter te gebruiken zoals hieronder wordt beschreven, en door de batterijmeter te gebruiken in Del QuickSet. Klik met de rechtermuisknop op het QuickSet-pictogram voor meer informatie over QuickSet op de Microsoft® Windows®-taakbalk en klik op Help. 38 Snelle referentiegids Wanneer u de gezondheid van de batterij met de ladingsmeter wilt controleren, moet u de statusknop op de ladingsmeter minstens 3 seconden ingedrukt houden. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de batterij in een goede conditie, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke oplaadcapaciteit. Elk lampje geeft een afnemende conditie aan. Als er vijf lampjes gaan branden, is er minder dan 60 % van de oorspronkelijk oplaadcapaciteit over, en kunt u de batterij het beste vervangen. Zie "Specificaties" in de on line Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werkingsduur van de batterij. Waarschuwing dat batterij bijna leeg is KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct opslaan als u een waarschuwing ontvangt dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een stopcontact aan. Als de batterij volledig leegraakt, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd. Er verschijnt standaard een pop-upvenster met de waarschuwing dat de batterij voor bijna 90 procent leeg is. In QuickSet of in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u de instellingen voor de batterijwaarschuwingen wijzigen. Zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 41 voor informatie over het openen van QuickSet of het venster Eigenschappen voor Energiebeheer. Batterijstroom besparen Voer de onderstaande acties uit om batterijstroom te besparen: • Sluit de computer aan op een stopcontact indien mogelijk, omdat de levensduur van de batterij grotendeels wordt bepaald door het aantal keren dat deze wordt gebruikt en wordt opgeladen. • Zet de computer in de stand-bymodus of in de slaapstand wanneer u deze voor een langere tijd niet gebruikt (zie "Energiebeheermodi" op pagina 39). • Gebruik de wizard Energiebeheer om opties te selecteren om het energiegebruik van de computer te optimaliseren. Deze opties kunnen bovendien zo worden ingesteld dat ze worden gewijzigd wanneer u op de aan/uit-knop drukt, het scherm dichtklapt of op <Fn><Esc> drukt. OPMERKING: Zie "Energiebeheermodi" op pagina 39 voor meer informatie over het besparen van batterijstroom. Energiebeheermodi Stand-by-modus De stand-by-modus bespaart energie door het beeldscherm en de vaste schijf na een vooraf vastgestelde periode van inactiviteit uit te schakelen (een time-out). Wanneer de computer de stand-by-modus verlaat, keert deze terug naar de toestand van voor de stand-by-modus. KENNISGEVING: Als uw computer in de stand-by-modus geen wissel- of batterijstroom meer krijgt, kunnen er gegevens verloren gaan. Snelle referentiegids 39 U zet de computer als volgt in de stand-by-modus: • Klik op Start of → Uitschakelen→ Stand-by. of • Afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer of in de wizard QuickSet Energiebeheer, gebruikt u een van de onderstaande methoden: – Druk op de aan/uit-knop. – Klap het beeldscherm dicht. – Druk op <Fn><Esc>. U sluit de stand-by-modus door op de aan/uit-knop te drukken of het beeldscherm open te klappen, afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties. U kunt de stand-by-modus niet verlaten door op een toets te drukken of de touchpad of track stick aan te raken. Slaapstand De slaapstand bespaart energie door systeemgegevens naar een gereserveerd gebied op de vaste schijf te kopiëren en de computer vervolgens volledig uit te schakelen. Wanneer de computer de slaapstand verlaat, keert deze terug naar de toestand van voor de slaapstand. KENNISGEVING: Het is niet mogelijk apparaten te verwijderen of de computer los te koppelen terwijl deze zich in de slaapstand bevindt. De computer gaat in de slaapstand als de batterij zo goed als leeg is. U schakelt de slaapstand als volgt handmatig in: • Klik op Start of → Uitschakelen, houd de toets <Shift> ingedrukt en klik op Slaapstand. of • Afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer of in de wizard QuickSet Energiebeheer, gebruikt u een van de onderstaande methoden om de slaapstand te activeren: – Druk op de aan/uit-knop. – Klap het beeldscherm dicht. – Druk op <Fn><Esc>. OPMERKING: Sommige pc-kaarten of ExpressCards functioneren niet correct nadat de computer de slaapstand heeft verlaten. Verwijder de kaart en plaats deze opnieuw (zie "Een pc-kaart of ExpressCard installeren" in de on line Gebruikershandleiding) of start de computer opnieuw op. Druk op de aan/uitknop om de slaapstand te verlaten. Het kan even duren voordat de computer de slaapstand heeft verlaten. U kunt de slaapstand niet verlaten door op een toets te drukken of de touchpad of track stick aan te raken. Zie de documentatie die met het besturingssysteem is meegeleverd voor meer informatie over de slaapstand. 40 Snelle referentiegids De energiebeheerinstellingen configureren Voor het configureren van de energiebeheerinstellingen op de computer kunt u de wizard QuickSet Energiebeheer of de eigenschappen voor energiebeheer van Windows gebruiken. • U opent de wizard QuickSet Energiebeheer door te dubbelklikken op het QuickSet-pictogram op de Microsoft® Windows®-taakbalk. Klik voor meer informatie over QuickSet op de knop Help in de wizard Energiebeheer. • U opent het venster Energiebeheeropties door te klikken op Start of → Configuratiescherm→ Prestaties en onderhoud→ Energiebeheer. Klik voor meer informatie over een willekeurig veld in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer op het vraagteken op de titelbalk en vervolgens op het gebied waarover u meer informatie wilt. De batterij opladen OPMERKING: Met behulp van de Dell™ ExpressCharge™ laadt de netadapter, als uw computer uitstaat, een volledig lege batterij tot 80 procent op in ongeveer 1 uur, en tot 100 procent in ongeveer 2 uur. De oplaadtijd is langer als de computer aanstaat. U kunt de batterij in de computer laten zitten zolang als u wilt. De interne circuits van de batterij voorkomen dat de batterij wordt overladen. Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en temperatuur van de batterij controleren. Indien nodig zal de netadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden. Als de batterij erg warm is geworden door het gebruik in de computer of in een warme omgeving verkeert, is het mogelijk dat de batterij niet wordt opgeladen als u de computer op een stopcontact aansluit. De batterij is te warm om opgeladen te kunnen worden als het -lampje afwisselend groen en oranje knippert. Koppel de computer los van het stopcontact en laat de computer en batterij afkoelen tot kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om het opladen van de batterij voort te zetten. Zie voor meer informatie over het oplossen van batterijproblemen "Problemen met de stroomvoorziening" in de on line Gebruikershandleiding. De batterij vervangen WAARSCHUWING: Voordat u deze procedures uitvoert, moet u de computer uitzetten, de netadapter uit het stopcontact halen, de modem losmaken van de wandaansluiting en de computer en alle andere externe kabels loskoppelen van de computer. WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De batterij is speciaal gemaakt voor een Dell™-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw computer. KENNISGEVING: U moet alle externe kabels uit de computer verwijderen om eventuele schade te voorkomen. Zie "Multimedia gebruiken" in de on line Gebruikershandleiding voor informatie over het vervangen van de tweede batterij, die zich in de mediabasis bevindt. Snelle referentiegids 41 De batterij verwijderen: 1 Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen. 2 Zorg ervoor dat de computer uitstaat. 3 Open het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de onderkant van de computer totdat dit vastklikt. 4 Gebruik het lipje op de batterij om deze uit de computer te halen. 2 3 1 1 batterijlipje 2 batterij 3 ontgrendelingsschuifje van batterijhouder U vervangt de batterij door de batterij in de houder te plaatsen en hierop te drukken totdat het ontgrendelingsschuifje vastklikt. Een batterij opslaan Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze gedurende een lange periode wordt opgeslagen. Na een lange opslagperiode dient u de batterij volledig opnieuw te laden voordat u deze gebruikt (zie "De batterij opladen" op pagina 41). 42 Snelle referentiegids Problemen oplossen Vastlopen en softwareproblemen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de Productinformatiegids. De computer start niet op CONTROLEER OF DE NETADAPTER GOED IS AANGESLOTEN OP DE COMPUTER EN HET STOPCONTACT. De computer reageert niet meer KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit. Z E T D E C O M P U T E R U I T — Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te bewegen, moet u de aan/uit-knop minstens 8-10 seconden ingedrukt houden totdat de computer uitgaat. Start de computer vervolgens opnieuw op. Een programma reageert niet meer of blijft crashen OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een installatiehandleiding of op een diskette, cd of dvd. BEËINDIG HET PROGRAMMA — 1 Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>. 2 Klik op Taakbeheer. 3 Klik op Toepassingen. 4 Klik op het programma dat niet meer reageert. 5 Klik op Taak beëindigen. R A A D P L E E G D E S O F T W A R E D O C U M E N T A T I E — Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeer u het opnieuw. Er is een programma dat is ontwikkeld voor een eerdere versie van het Microsoft® Windows®-besturingssysteem V O E R D E W I Z A R D P R O G R A M M A C O M P A T I B I L I T E I T U I T — De wizard Programmacompatibiliteit configureert een programma op zodanige wijze dat het in een omgeving wordt uitgevoerd die lijkt op andere dan Windows XPbesturingssysteemomgevingen. 1 Klik op Start→ Alle programma's→ Bureau-accessoires→ Wizard Programmacompatibiliteit→ Volgende. 2 Volg de instructies op het scherm. Er verschijnt een blauw scherm Z E T D E C O M P U T E R U I T — Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te bewegen, moet u de aan/uit-knop minstens 8-10 seconden ingedrukt houden totdat de computer uitgaat. Start de computer vervolgens opnieuw op. Snelle referentiegids 43 Andere softwareproblemen RAADPLEEG DE SOFTWAREDOCUMENTATIE OF NEEM CONTACT OP MET DE SOFTWAREFABRIKANT VOOR INFORMATIE OVER PROBLEEMOPLOSSING — • Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd. • Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de softwaredocumentatie voor informatie. • Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en geconfigureerd. • Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat niet met het programma conflicteren. • Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeer u het opnieuw. MAAK DIRECT EEN RESERVEKOPIE VAN UW BESTANDEN GEBRUIK EEN VIRUSSCANNER OM DE VASTE SCHIJF, DISKETTES, CD'S EN DVD'S TE SCANNEN B E W A A R E N S L U I T A L L E G E O P E N D E B E S T A N D E N O F P R O G R A M M A ' S E N S L U I T D E C O M P U T E R A F V I A H E T M E N U Start S C A N D E C O M P U T E R O P S P Y W A R E — Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of problemen met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd met spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek op het trefwoord spyware. V O E R D E L L D I A G N O S T I C S ( D E L L - D I A G N O S E P R O G R A M M A ) U I T — Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)" op pagina 44. Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem. Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de Productinformatiegids. . Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) moet gebruiken Als er zich een probleem voordoet met uw computer, moet u eerst Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) uitvoeren voordat u contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning. U wordt aangeraden om deze procedures af te drukken voordat u begint. KENNISGEVING: Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) werkt alleen op Dell™-computers. OPMERKING: Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en is mogelijk niet met uw computer meegeleverd. Open het systeeminstallatieprogramma, neem de configuratiegegevens van de computer door en zorg dat het apparaat dat u wilt testen, in het programma wordt weergegeven en actief is. Start Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) vanaf uw vaste schijf of vanaf het optionele medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's). 44 Snelle referentiegids Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) starten vanaf de vaste schijf Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) bevindt zich op een verborgen partitie op de vaste schijf. OPMERKING: Als de computer geen beeld op het scherm kan weergeven, moet u contact opnemen met Dell (zie "Contact met Dell opnemen" in de on line Gebruikershandleiding voor meer informatie). OPMERKING: Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen. 1 Zorg dat de computer is aangesloten op een stopcontact en goed werkt. 2 De computer opnieuw inschakelen (of opstarten). 3 Start Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) op een van de volgende twee manieren: • Wanneer het DELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. Selecteer Diagnostics in het opstartmenu en druk op <Enter>. OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw. • Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Houd de toets <Fn> ingedrukt terwijl u de computer aanzet. OPMERKING: Als een bericht wordt weergegeven dat er geen partitie met een diagnostisch hulpprogramma is gevonden, voert u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) uit vanaf het medium Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's). De computer voert een systeemanalyse uit: een reeks begintests van het moederbord, het toetsenbord, het computerscherm, het geheugen, de vaste schijf, etc. • Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld. • Als er een fout wordt gedetecteerd tijdens de systeemanalyse, moet u de foutcode(s) opschrijven en "Contact met Dell opnemen" in de on line Gebruikershandleiding raadplegen. Als de systeemanalyse is voltooid, verschijnt het bericht "Booting Dell Diagnostic Utility Partition. Press any key to continue (opstarten vanaf partitie met Dell Diagnostics; druk op een willekeurige toets om door te gaan). 4 Druk op een toets om Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) te starten vanaf de partitie met het diagnostische hulpprogramma op de vaste schijf. Het diagnoseprogramma starten vanaf het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) 1 Plaats het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's). 2 Zet de computer uit en start deze opnieuw op. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw. Snelle referentiegids 45 OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd. De volgende keer zal de computer opstarten volgens de volgorde van apparaten die in de systeeminstellingen is aangegeven. 3 Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u CD/DVD/CD-RW en drukt u op <Enter>. 4 Selecteer de optie Boot from CD-ROM (Opstarten vanaf CD-ROM) in het menu dat verschijnt en druk op <Enter>. 5 Typ 1 om te beginnen met het cd-menu en druk op <Enter> om verder te gaan. 6 Selecteer Run the 32 Bit Dell Diagnostics (32-bit Dell-diagnoseprogramma uitvoeren) in de genummerde lijst. Als er meerdere versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die op uw computer van toepassing is. 7 Als het scherm met het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) verschijnt, selecteert u de test die u wilt uitvoeren. Hoofdmenu Dell Diagnostics 1 Nadat het Dell-diagnoseprogramma is geladen en het scherm met het hoofdmenu wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie. OPMERKING: Het is raadzaam om Test System (Systeem testen) te selecteren om een volledige test op de computer uit te voeren. Optie Functie Geheugen testen Voer de zelfstandige geheugentest uit Systeem testen Voer de systeemdiagnose uit Afsluiten Sluit het diagnoseprogramma af 2 Wanneer u de optie Test System (Systeem testen) hebt geselecteerd in het hoofdmenu, verschijnt het volgende menu. OPMERKING: Het is raadzaam om Extended Test (Uitgebreide test) te selecteren in het onderstaande menu om de apparaten in de computer grondiger te controleren. Optie Functie Express Test (Snelle test) Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van apparaten in het systeem. Dit duurt doorgaans 10 tot 20 minuten. Extended Test Hiermee wordt een grondige test uitgevoerd van apparaten in het (Uitgebreide test) systeem. Dit duurt doorgaans langer dan een uur. Custom Test Wordt gebruikt om een bepaald apparaat te testen of om de uit te (Aangepaste test) voeren testen aan te passen. Symptom Tree (Symptomenstructuur) 46 Snelle referentiegids Met deze optie kunt u testen selecteren op basis van een symptoom van het probleem dat optreedt. Deze optie bevat de meest voorkomende symptomen. 3 Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem. Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem en neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell in de on line Gebruikershandleiding). OPMERKING: Het servicelabel voor de computer bevindt zich boven aan elk testvenster. Als u contact opneemt met Dell, zal de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen. 4 Wanneer u een test uitvoert met de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de test op een van de tabbladen klikken die in de volgende tabel worden beschreven. Tabblad Functie Results (Resultaten) Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele foutcondities die zijn aangetroffen. Errors (Fouten) Geeft de aangetroffen foutcondities weer en een beschrijving van het probleem. Help Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld. Configuration (Configuratie) Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het geselecteerde apparaat. Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) haalt configuratiegegevens op voor alle apparaten uit de systeeminstellingen, het geheugen, verschillende interne tests en geeft de informatie weer in de lijst met apparaten in het linkervenster van het scherm. Mogelijk worden in het apparaatoverzicht niet de namen van alle onderdelen weergegeven die zijn geïnstalleerd in of aangesloten op de computer. Parameters Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen. 5 Wanneer de tests zijn voltooid, sluit u het testscherm om terug te keren naar het scherm met het hoofdmenu. U sluit Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) af en start de computer opnieuw op door het scherm met het hoofdmenu te sluiten. 6 Verwijder het Dell-medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) (indien van toepassing). Snelle referentiegids 47 Index B batterij de lading controleren, 38 energiemeter, 38 ladingsmeter, 38 opladen, 41 opslaan, 42 prestaties, 37 verwijderen, 41 besturingssysteem media, 32 opnieuw installeren, 32 documentatie ergonomie, 29 garantie, 29 Gebruikershandleiding, 30 Licentieovereenkomst voor eindgebruikers, 29 on line, 31 Productinformatiegids, 29 regelgeving, 29 veiligheid, 29 Drivers and Utilities media Dell Diagnostics, 44 Help-bestand Help en ondersteuning van Windows, 32 Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's), 29 I informatie over regelgeving, 29 L C Cd's/dvd's besturingssysteem, 32 Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's), 29 computer crasht, 43 reageert niet meer, 43 trage prestaties, 44 E energie slaapstand, 40 stand-by-modus, 39 ergonomische informatie, 29 G garantie-informatie, 29 labels Microsoft Windows, 30 Servicelabel, 30 Licentieovereenkomst voor eindgebruikers, 29 O ondersteuningswebsite, 31 Gebruikershandleiding, 30 P D Dell Diagnostics, 44 H Dell-ondersteuningssite, 31 hardware Dell Diagnostics, 44 diagnostics Dell, 44 Help en ondersteuning, 32 probleemoplossing Help en ondersteuning, 32 problemen blauw scherm, 43 computer crasht, 43 computer reageert niet meer, 43 computer start niet op, 43 Index 49 programma crasht, 43 programma reageert niet meer, 43 programma's en compatibiliteit met Windows, 43 software, 43-44 spyware, 44 trage computerprestaties, 44 vastlopen, 43 T troubleshooting Dell Diagnostics, 44 V veiligheidsinstructies, 29 problems Dell Diagnostics, 44 Productinformatiegids, 29 Q QuickSet Help, 32 S Servicelabel, 30 slaapstand, 40 software problemen, 43-44 spyware, 44 stand-by-modus info, 39 systeemaanzichten achterkant, 36 linkerkant, 35 onderkant, 36 rechterkant, 35 voorkant, 34 50 Index W Windows Help en ondersteuning, 32 opnieuw installeren, 32 slaapstand, 40 stand-by-modus, 39 Wizard Programmacompatibiliteit, 43 wizards Wizard Programmacompatibiliteit, 43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154

Dell Precision M4300 Specificatie

Categorie
Notitieboekjes
Type
Specificatie