Documenttranscriptie

BUITENDEURSIRENE MET KNIPPERLICHT NL Akoestische en visuele signaalgever, voorbereid voor batterijvoeding. Pre-coupures voor de installatie met opliggende leidingen Akoestische signaalgever Eigenschappen De MAXIMUMWAARDEN voor de ingangsklemmen: - normaal bedrijf - alarm - batterij herladen met E47ADCN met E46ADCN/E49 Ingang/uitgang en voeding Vak voor een 12V batterij Autonomie alarm 20 mA 20 mA 50 mA 250 mA tweedradig 2,0 – 7,2 Ah 15 min 105 dB(A) Geluidssterkte alarm op 1 m afstand Frequentie 1500 Hz Knipperlicht LED Knipperingen per minuut 60 Gewicht (zonder batterij) 2,1 Kg Beschermingsklasse IP44 Bedrijfstemperatuur (-25) – (+55) °C Beschermd tegen het verwijderen en openen JA IK-sterkte IK08 Kabeldoorgang Visuele signaalgever DE BUITENDEURSIRENE INSTALLEREN 1 1 2 • Draai de vier schroeven (1) los en demonteer de externe kap (2). 1 1 • Gebruik de boormal (3) en plaats het gat (4) ter hoogte van de buis waar de draden door naar buiten komen. Geef de 4 gaten voor de bevestigingsschroeven (5), het gat voor de tamper-schroef (6) en het gat voor de anti-sabotage verankering (7) (Patent Pending) aan. OPMERKING: boor de gaten met een boor Ø 6 mm. 5 8 3 7 • Breng de plastic pluggen in de gaten aan. 4 • Doorboor het vooraf geperforeerde gat (11) om de schroef van de sabotagebeveiliging aan te brengen. Muur 6 5 • Draai de twee schroeven boven gedeeltelijk aan en haak er de sirene (8) aan vast. 9 • Draai de twee onderste schroeven (9) aan. Draai de vier bevestigingsschroeven en de schroef van de sabotagebeveiliging stevig aan. • Draai de tamper-schroef (10) aan, voorkom daarbij dat u de schroef te strak aandraait als het apparaat op onregelmatige oppervlakken wordt geïnstalleerd. • Breng de batterij aan in het batterijvak zonder de Faston-aansluitklemmen aan te sluiten. Zie de volgende tabel voor het type batterij: 11 Batterijvak 10 Voeding Primaire batterij Secundaire batterij E49 7 Ah 7 Ah (*) E46ADCN 7 Ah 7 Ah (*) E47ADCN 2 Ah 2 Ah (*) Als voor een extra signalering een tweede sirene geïnstalleerd is en de duur van de installatie niet in de buffermodus (geen netvoeding) moet worden verlengd, dan kan een 2Ah-batterij geïnstalleerd worden. Led flash sirene • Sluit het aderpaar (BUS) aan tussen de inwendige printplaat en de specifieke aansluitklem (zie de volgende pagina). • Sluit uitsluitend met gevoede bus de connectoren van de batterij aan. 1 • Breng de kap aan en draai de vier bevestigingsschroeven (1) aan op de basis die aan de muur is bevestigd. 1 1 1 11  Led-signalen Plaats de installatie in de onderhoudsstaat alvorens werkzaamheden aan de sirene te verrichten. Het knipperen van de led flash sirene bij het afsluiten van de onderhoudsstaat geeft aan dat de polariteit van de BUS is omgekeerd. Keer de polariteit van de BUS om als de led BUS rood gaat branden. Niet compatibel met de sirenes 4072A/4072L. Installeer een andere 4073 in het geval dat de installatie een tweede sirene heeft. LED Brandt Uit Groene led voeding Voeding geactiveerd Voeding gedeactiveerd Rode led BUS Polariteit BUS omgekeerd Polariteit BUS correct Rode led batterij Polariteit batterij omgekeerd Polariteit batterij correct Configuratieschakelaars en led: Type voeding Tweede sirene Inschakeling schuimwering Sensoren schuimwering Led voeding Led BUS Led batterij Connector batterij Uitneembare aansluitklem BUS-aansluiting Plaats de centrale in “Onderhoud” en koppel de batterijen en de SCS-bus los om de configuratie te wijzigen. Primaire sirene Secundaire sirene 1 SW1 2 3 SW2 4 Installatie met voeding E46ADCN of E49 1 SW1 2 3 SW2 4 Als de primaire voeding van het elektriciteitsnet ontbreekt, wordt de duur van de installatie gewaarborgd door een batterij die in de sirene is geïnstalleerd. In deze oplossing gebruikt u slechts één batterij i.p.v. de twee batterijen van traditionele installaties te gebruiken. Dit zorgt voor minder onderhoud en een betrouwbaardere installatie, terwijl de veiligheid behouden blijft. Configureer de sirene volgens de aanwijzingen hierboven. 1 SW1 2 3 SW2 4 Installatie met voeding E47ADCN 1 SW1 2 3 SW2 4 De aanwezigheid is nuttig als signaalinrichting, maar is niet verplicht aangezien de bufferbatterij van het systeem op de voeding zal worden aangesloten. In het vak in de sirene kan de zelfvoedende batterij van de sirene worden aangebracht. In dit geval is een batterij van 2 Ah voldoende. Configureer de sirene volgens de aanwijzingen hierboven. 1 SW1 2 3 SW2 4 Schuimwering Met de configuratieschakelaar SW2 kunt u de schuimwering activeren. SW2 = ON (Schuimwering geactiveerd) 12 Mocht u willen dat uw installatie een grotere duur heeft, dan kunt u een tweede sirene installeren. Configureer deze volgens de aanwijzingen hierboven. Mocht u voor twee signaalpunten een tweede sirene willen installeren, dan kunt u een tweede sirene op dezelfde installatie aansluiten. Configureer deze sirene volgens de aanwijzingen hierboven.