Genius MISTRAL 300 R Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

MISTRAL
NEDERLANDS
Gids voor de gebruiker
Page 7
Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te
gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raa-
dpleging.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot repara-
ties of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden
tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een
erkend GENIUS-servicecentrum.
VEILIGHEIDSNORMEN
Het automatische systeem MISTRAL garandeert, als het op correcte
wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid.
Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele
ongemakken voorkomen:
Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta
niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt
staan, vooral als hij in werking is.
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers
buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het auto-
matische systeem per ongeluk kan worden bediend.
Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spe-
len.
Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen.
Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet
kunnen hinderen.
Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar
zijn.
Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst
ontgrendeld is.
In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toe-
gang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie
van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische
voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de
normale werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van
het automatische systeem.
Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend
u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel.
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheid-
svoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar
controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem MISTRAL voor poorten met draaiende
vleugels is een onomkeerbare elektromechanische aandrijving
die de beweging op de vleugel overdraagt via een wormschroe-
fsysteem.
De aandrijving is leverbaar in verschillende uitvoeringen, zodat
aan alle installatie-eisen kan worden voldaan. De uitvoeringen “LS”
hebben eindschakelaars bij opening en sluiting.
De modellen met onomkeerbare mechanica garanderen de
mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor niet
in werking is. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een
gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewe-
gen als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt.
Bij modellen met omkeerbare mechanica is een elektroslot nodig
om de mechanische vergrendeling van de vleugel te garande-
ren.
Als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt, hoeft
enkel het elektroslot te worden losgehaald om de vleugel met de
hand te kunnen bewegen. Het systeem heeft geen ontgrendelin-
gsmechanisme.
Controleer ALTIJD, alvorens het elektroslot met de sleutel te
ontgrendelen, of de voeding naar de installatie is uitge-
schakeld.
Alle modellen garanderen, als ze correct worden geïnstalleerd, een
installatie conform de geldende veiligheidsvoorschriften.
Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocel-
len) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een
obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt.
Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
De omkeerbare modellen heeft geen ontgrendelingsmecha-
nisme. Om de vleugel met de hand te bewegen moet het
elektroslot worden losgehaald.
Controleer altijd, alvorens het elektroslot los te halen, of de
voeding naar de installatie is uitgeschakeld.
In het geval dat het automatische systeem met de hand moet
worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de
aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen:
Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschake-
laar (ook als de stroom is uitgevallen).
Schuif het beschermdeksel weg, fig. 1 - a.
Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 1 - b.
Til de bedieningshendel op, fig. 1 - c.
Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshen-
del 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem,
fig. 1 - d.
Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel
met de hand uit.
Om de aandrijving op handbediening te houden moet het
ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en
mag de installatie niet elektrisch worden gevoed.
HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld.
Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de
pijl in.
Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel.
Alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand
kan worden bewogen.
Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit,
om na te gaan of alle functies van het automatische systeem
correct zijn hersteld.
ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant vei-
ligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een algemene
controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij met name
aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen moet worden besteed.
In het boekje Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om
ingrepen te registeren.
REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend
GENIUS-servicecentrum.
LEVERBARE ACCESSOIRES
Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Fig. 1Fig. 1
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le
caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presen-
te pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere
costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main
features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons,
at any time and without revising the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout
moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour
autant mettre à jour cette publication .
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando
inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día
la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier
otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die
wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden
Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de verande-
ringen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of
commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te
verplichten deze publicatie bij te werken.
Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer:
00058I0423 Rev.4
Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALY
tel. 0039.035.4242511
fax. 0039.035.4242600
www.geniusg.com
MISTRAL
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 26
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio- Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De aandrijving mod. MISTRAL
is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de
zin van de Richtlijn 2006/42/EG;
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit.
En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of
waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende
wijzigingen.
Grassobbio, Van de 30 december 2009
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te
houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE INFORMATIE VOORDE INSTALLATEUR pag.27
1. BESCHRIJVING pag.27
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.27
2.1. UITVOERINGEN pag.28
3. INSTALLATIE pag.28
3.1. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN(standaard installatie) pag.28
3.2. VOORBEREIDENDE CONTROLES pag.28
3.3. INSTALLATIEMATEN pag.28
3.4. INSTALLATIN VAN DE AANDRIJVINGEN pag.29
3.5. BEDRADING VAN DE AANDRIJVING pag.29
3.6. EINDSCHAKELAARS pag.29
3.7. INGEBRUIKSTELLING pag.30
4. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.30
5. HANDBEDIENDE WERKING pag.30
5.1. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING pag.30
6. ONDERHOUD pag.30
7. REPARATIE pag.30
8. LEVERBARE ACCESSOIRES pag.30
9. BIJZONDERE TOEPASSINGEN pag.30
MISTRAL
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 27
Wij danken u dat u ons product hebt gekozen. Genius weet zeker
dat het product u alle prestaties zal leveren die u nodig heeft. Al
onze producten zijn het resultaat van jarenlange ervaringen op het
gebied van automatische systemen, en bovendien maken wij deel
uit van de groep die marktleider op wereldniveau is.
Het middendeel van dit boekje kan eruit worden gehaald,
het bevat alle afbeeldingen voor de installatie.
Het automatische systeem MISTRAL voor poorten met draaiende
vleugels is een onomkeerbare elektromechanische aandrijving
die de beweging op de vleugel overdraagt via een wormschroe-
fsysteem.
De aandrijving is leverbaar in verschillende uitvoeringen, zodat
aan alle installatie-eisen kan worden voldaan. De uitvoeringen “LS”
hebben eindschakelaars bij opening en sluiting.
De modellen met onomkeerbare mechanica garanderen de
mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor niet
in werking is. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een
gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewe-
gen als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt.
Bij modellen met omkeerbare mechanica is een elektroslot nodig
om de mechanische vergrendeling van de vleugel te garande-
ren. Als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt, hoeft
enkel het elektroslot te worden losgehaald om de vleugel met de
hand te kunnen bewegen. Het systeem heeft geen ontgrendelin-
gsmechanisme.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR
DE INSTALLATEUR
Voordat u begint met de installatie van de exploitant Lees deze
handleiding volledig.
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
Controleer bij de omkeerbare modellen Onomkeerbare ALTIJD,
alvorens het elektroslot met de sleutel te ontgrendelen, of de
voeding naar de installatie is uitgeschakeld.
Soepele werking en specificaties zijn verkregen alleen verklaard
na de aanwijzingen in deze handleiding en accessoires en vei-
ligheidsvoorzieningen genie.
Het ontbreken van een mechanische koppeling apparaat nodig
heeft om te zorgen voor een adequaat niveau van beveiliging
automatisering, het gebruik van een centrale controle-apparaat
met een elektronisch gestuurde koppeling.
De automatisering is ontworpen en gebouwd om Vehicular toe-
gangscontrole. Vermijd elk ander gebruik.
De exploitant kan niet worden gebruikt voor de hantering
nooduitgang routes of poorten geïnstalleerd op noodgevallen
(vluchtwegen).
Als er built-in anti motoriseren van een deur naar de loopbrug is
nodig om un’interruttore beveiliging toe te voegen op de deur,
aangesloten op de binnenkomst van STOP, voor de remming van
de werking van de automatisering met de deur open.
Alles wat niet uitdrukkelijk vermeld in deze handleiding is niet
toegestaan.
1. BESCHRIJVING
Met verwijzing naar figuur 1.
Pos. Beschrijving
a
Motorvertraging
b
Ontgrendelmechanisme (niet heden op het model R)
c
Steel
d
Voorste beugel
e
Achterste beugel
f
Achterste bevestiging
g
Pen achterste bevestiging
h
Deksel klemmenbord
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Model
300
300 R
300 LS
300 R LS
Voeding (Vac) 230
Vermogen (W) 300
Stroom (A) 1.3
Thermische beveiliging (°C) 140
Condensator (µF) 8 6.3 8 6.3
Duwkracht (daN) 300 280 300 280
Opgegeven duwkracht (daN) 200 190 200 190
Slag (mm) 300
Uitgangssnelheid steel (cm/sec) 1.6
Vleugel max. (m)
3
a
Type en gebruiksfrequentie bij 20° C S3 30% S3 35%
Aantal cycli per uur (bij benadering)
bij 20°C
~ 30
Beschermingsgraad IP 54
Lawaai (dB(A)) < 70
Omgevingstemperatuur (°C)
-20
+55
-10
+55
-20
+55
-10
+55
Gewicht aandrijving (kg) 7.8
Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2
a
Bij vleugels van meer dan 2,5 m lengte is installatie van een
elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waar-
borgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden
gecombineerd.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Model
400
400 R
400 LS
400 R LS
Voeding (Vac) 230
Vermogen (W) 300
Stroom (A) 1.3
Thermische beveiliging (°C) 140
Condensator (µF) 8 6.3 8 6.3
Duwkracht (daN) 300 280 300 280
Opgegeven duwkracht (daN) 200 190 200 190
Slag (mm) 400
Uitgangssnelheid steel (cm/sec) 1.6
Vleugel max. (m)
4
a
Type en gebruiksfrequentie bij 20° C S3 30% S3 35%
Aantal cycli per uur (bij benadering)
bij 20°C
~ 25
Beschermingsgraad IP 54
Lawaai (dB(A)) < 70
Omgevingstemperatuur (°C)
-20
+55
-10
+55
-20
+55
-10
+55
Gewicht aandrijving (kg) 8
Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2
a
Bij vleugels van meer dan 3 m lengte is installatie van een
elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waar-
borgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden
gecombineerd.
MISTRAL
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 28
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Model
324
324 LS
424
424 LS
Voeding (Vdc) 24
Vermogen (W) 70
Stroom (A) 3
Duwkracht (daN) 280
Opgegeven duwkracht (daN) 190
Slag (mm) 300 400
Uitgangssnelheid steel (cm/sec) 1.6
Vleugel max. (m)
3
a
4
b
Type en gebruiksfrequentie bij 20° C 100%
Aantal cycli per uur (bij benadering)
bij 20°C
~ 75
Beschermingsgraad IP 54
Lawaai (dB(A)) < 70
Omgevingstemperatuur (°C) -20 +55
Gewicht aandrijving (kg) 7.8 8
Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2
a
Bij vleugels van meer dan 2,5 m lengte is installatie van een
elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waar-
borgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden
gecombineerd.
b
Bij vleugels van meer dan 3 m lengte is installatie van een
elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waar-
borgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden
gecombineerd.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Model
300
115V
300 LS
115V
400
115V
400 LS
115V
Voeding (Vac) 115
Vermogen (W) 300
Stroom (A) 2.5
Thermische beveiliging (°C) 140
Condensator (µF) 25
Duwkracht (daN) 300
Opgegeven duwkracht (daN) 200
Slag (mm) 300 400
Uitgangssnelheid steel (cm/sec) 1.85
Vleugel max. (m)
3
a
4
b
Type en gebruiksfrequentie bij 20° C
S3
30%
S3
35%
S3
30%
S3
35%
Aantal cycli per uur (bij benadering)
bij 20°C
~ 30 ~ 25
Beschermingsgraad IP 54
Lawaai (dB(A)) < 70
Omgevingstemperatuur (°C) -20 +55
Gewicht aandrijving (kg) 7.8 8
Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2
a
Bij vleugels van meer dan 2,5 m lengte is installatie van een
elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waar-
borgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden
gecombineerd.
b
Bij vleugels van meer dan 3 m lengte is installatie van een
elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waar-
borgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden
gecombineerd.
2.1. UITVOERINGEN
Model Uitvoering
Mistral 300 Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac
Mistral 300 R Omkeerbare motorvertraging 230 Vac
Mistral 300 LS
Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac en
met eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 300 R LS
Omkeerbare motorvertraging 230 Vac en met
eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 400 Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac
Mistral 400 R Omkeerbare motorvertraging 230 Vac
Mistral 400 LS
Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac en
met eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 400 R LS
Omkeerbare motorvertraging 230 Vac en met
eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 324 Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc
Model Uitvoering
Mistral 324 LS
Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc en met
eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 424 Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc
Mistral 424 LS
Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc en met
eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 300 -115V- Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac
Mistral 300 LS -
115V-
Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac en
met eindschakelaar voor opening en sluiting
Mistral 400 -115V- Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac
Mistral 400 LS -
115V-
Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac en
met eindschakelaar voor opening en sluiting
Bij aandrijvingen met CSA-UL-keurmerk moet het besturingssy-
steem 455 MPS UL 115 worden gebruikt om de homologatie
te handhaven.
3. INSTALLATIE
3.1. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN(standaard
installatie)
Met verwijzing naar figuur 3.
Pos. Beschrijving
Kabels
230 Vac - 115 Vac 24 Vdc
a
Aandrijvingen 4x1 mm
2
2x1.5 mm
2
b
Fotocellen TX 4x0.5 mm
2
c
Fotocellen RX RX 2x0.5 mm
2
d
Sleutelschakelaar 2x0.5 mm
2
e
Waarschuwingslamp 2x1.5 mm
2
f
Elektronische appara-
tuur
3x0.5 mm
2
(voeding)
g
Mechanische aansla-
gen
-
Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten ge-
schikte starre en/of buigzame leidingen worden gebruikt.
Om interferenties te voorkomen wordt geadviseerd de
verbindingskabels van de accessoires op laagspanning en
de bedieningskabels gescheiden te houden van de voe-
dingskabels 230/115 Vac door gebruik te maken van aparte
buizen.
3.2. VOORBEREIDENDE CONTROLES
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de
constructie van de al bestaande of nog te realiseren poort aan
de volgende eisen voldoen:
de mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming
zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
de lengte van de vleugel dient in overeenstemming te zijn met
de eigenschappen van de aandrijving.
de constructie van de vleugels dient stevig en stijf te zijn, geschikt
voor het automatische systeem.
de beweging van de vleugels moet regelmatig en gelijkmatig
zijn, zonder wrijvingen en verstroevingen langs de hele openin-
gsbeweging.
met de overdraagbare motoren controleren dat het rooster men
niet erg enig verplaatst
de scharnieren moeten voldoende stevig en in goede staat
zijn.
er moeten mechanische eindaanslagen voor opening en slui-
ting zijn.
er dient een goede aarding aanwezig te zijn voor de elektrische
aansluiting van de aandrijving.
Het wordt aanbevolen eventuele smidswerkzaamheden uit
te voeren voordat het automatische systeem geïnstalleerd
wordt.
De staat van de constructie van de poort is direct van invloed
op de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automati-
sche systeem.
3.3. INSTALLATIEMATEN
Bepaal de montagepositie van de aandrijving aan de hand van
fig.4.
Controleer zorgvuldig of de afstand tussen de geopende vleugel
en eventuele obstakels (muren, omheiningen, enz.) groter is dan
MISTRAL
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 29
de ruimte die de aandrijving nodig heeft.
Model Mistral
a
A B
C
a
D
b
Z
c
L
E
c
300-324-
300 115V
90° 145 145 290 85 60 1110 45
110° 120 135 295 60 60 1110 45
400-424-
400 115 V
90° 195 195 390 125 70 1290 45
110° 170 170 390 110 60 1290 45
(1)
nuttige slag van de aandrijving
(2)
maximum afmeting
(3)
minimum afmeting
3.3.1. algemene Regels VooR het bepalen Van de installatiematen
voor openingen van de vleugel onder 90° : A+B=C
voor openingen van de vleugel van meer dan 90° : A+B<C
kleinere maten A en B hebben hogere perifere snelheden van
de vleugel tot gevolg.
het verschil tussen maat A en maat B mag niet groter zijn dan 4
cm: grotere verschillen veroorzaken grote variaties in de snelheid
tijdens de openende en sluitende beweging van de poort.
houd een maat Z aan, zodat de aandrijving niet tegen de pi-
laster stoot.
bij de uitvoeringen LS worden de eindschakelaars ingeschakeld
gedurende de eerste en laatste 30 mm. Het is daarom nood-
zakelijk de maten A en B te gebruiken, om de hele slag van de
aandrijving te benutten. Kleinere slagen zouden het regelveld van
de eindschakelaars kunnen beperken of teniet kunnen doen.
Als de afmetingen van de pilaster of de positie van het
scharnier het niet mogelijk maken de aandrijving te instal-
leren, moet er een nis in de pilaster worden gemaakt om
de maat A te kunnen respecteren, zoals aangegeven op
fig. 5. De afmetingen van de nis moeten zodanig zijn dat
de aandrijving gemakkelijk kan worden geïnstalleerd en kan
draaien, en dat het ontgrendelmechanisme kan worden
bediend.
3.4. INSTALLATIN VAN DE AANDRIJVINGEN
Bevestig de achterste beugel op de plaats die u eerder heeft
bepaald. In het geval van ijzeren pilasters moet de beugel
nauwkeurig direct op de pilaster worden gelast (fig. 6). In het
geval van een gemetselde pilaster moet de speciale plaat
(optie) voor bevestiging met schroeven (fig. 7) worden ge-
bruikt. Maak gebruik van geschikte bevestigingssystemen. Las
de beugel vervolgens nauwkeurig aan de plaat.
Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de
beugel perfect horizontaal is.
Assembleer de achterste bevestiging van de aandrijving zoals
aangegeven op fig.8.
Stel de aandrijving in op handbediening (zie par. 5).
Haal de steel helemaal naar buiten, tot aan de aanslag , fig.
9 ref. a.
Vergrendel de aandrijving weer (zie par. 5.1).
Draai de steel een halve/hele slag met de klok mee, fig. 9
ref. b.
Assembleer de voorste beugel zoals aangegeven op fig.10.
Bevestig de aandrijving aan de achterste beugel met de
bijgeleverde pennen, zoals aangegeven op fig.11.
Sluit de vleugel en zoek het bevestigingspunt van de voorste
beugel op terwijl u de aandrijving perfect horizontaal houdt
(fig.12).
Bevestig de voorste beugel voorlopig met twee laspunten
(fig.12).
Als de beugel niet stevig aan de constructie van de poort kan
worden vastgezet, moet er een stevige ondergrond op de
constructie van de poort worden aangebracht.
Ontgrendel de aandrijving (zie par. 5) en controleer met de
hand of de poort helemaal en ongehinderd open kan gaan
en stopt tegen de mechanische eindaanslagen, en of de
beweging van de vleugel regelmatig en zonder wrijvingen
verloopt.
Voer de nodige correcties uit en herhaal de handelingen
vanaf punt 8.
Maak de aandrijving tijdelijk los van de voorste beugel en las
de beugel definitief.
Als het vanwege de constructie van de vleugel niet mogelijk
is de beugel te lassen, kan de speciale, met schroeven be-
vestigde beugel (optie) worden gebruikt. Gebruik hiervoor
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
geschikte bevestigingssystemen (fig. 13). Ga vervolgens
te werk zoals wordt beschreven voor de beugel die wordt
gelast.
Het is raadzaam alle bevestigingspennen van de bevestigin-
gen in te vetten.
3.5. BEDRADING VAN DE AANDRIJVING
Aan de onderkant van de aandrijving zit een klemmenbord voor
aansluiting van de motor, de eventuele eindschakelaars en de
aarding van de aandrijving.
Voor de verbinding van de motor moet de bijgeleverde kabel
worden gebruikt voor het verplaatsbare gedeelte of anders
een verplaatsbare kabel voor buiten.
Doe het volgende voor de bekabeling van de motor:
Maak een van de twee voorgeperforeerde gaten in het bijge-
leverde deksel open, fig. 14. Bij aandrijvingen met eindschake-
laars moeten beide gaten worden opengemaakt.
Monteer de bijgeleverde kabelklem.
Maak de verbindingen met de motor en de aarding, zie hier-
voor fig. 15 en de volgende tabellen.
Mistral 230 Vac (115 Vac)
Pos. Kleur Beschrijving
a
Blauw (Blank) Gemeenschappelijke
b
Bruin (Root) Fase 1
c
Zwart (Zwart) Fase 2
T Geel / Groen (Groen) Aarding
Mistral 24 Vdc
Pos. Kleur Beschrijving
a
Blauw Fase 1
b
Niet gebruikt
c
Bruin Fase 2
T Niet gebruikt
Voor aandrijvingen met het CSA-UL-keurmerk is het verplicht
de condensator stabiel te bevestigen in een houder met
CSA-UL-keurmerk, om de homologatie te handhaven.
Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven, fig.16.
3.6. EINDSCHAKELAARS
De modellen LShebben eindschakelaars voor zowel de opening
als de sluiting. Hierbij is dus elektronische apparatuur nodig die in
staat is deze ingangen te besturen.
De eindschakelaars treden in werking gedurende de eerste
en laatste 30 mm van de slag. De aandrijving moet daarom
tijdens de openingsfase de hele beschikbare slag gebruiken.
Kleinere slagen kunnen het regelveld van de eindschake-
laars verkleinen of helemaal annuleren.
3.6.1. bekabeling Van de eindsChakelaaRs
De bekabeling van de eindschakelaars wordt gerealiseerd op het-
zelfde klemmenbord als waarop de motorbekabeling is uitgevoerd.
Ga als volgt te werk om de eindschakelaars te bekabelen:
Maak ook het tweede voorgeperforeerde gat in het deksel
open, fig. 17.
Monteer de bijgeleverde kabelklem, fig. 17.
Steek de kabel erdoorheen en verbind hem met de klemmen
volgens de kleuren die gespecificeerd zijn in de volgende
tabel (zie figuur 18).
Pos. Kleur Beschrijving
a
Blauw Gemeenschappelijke
b
Bruin Eindschakelaar voor sluiting (FCC)
c
Zwart Eindschakelaar voor opening (FCA)
Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven.
Gebruik voor de verbinding van de eindschakelaars een ver-
plaatsbare kabel voor buiten, met aders met een doorsnede
van 0,5 mm
2
.
Let bij de bekabeling op de kleuren van de draden, zoals
gespecificeerd in de bovenstaande tabel.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
MISTRAL
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 30
3.6.2. Regeling Van de eindsChakelaaRs
Ga als volgt te werk om de eindschakelaars te regelen:
Draai de bovenste bevestigingsschroef, fig. 19 ref. a, los en
haal het dekseltje weg, fig. 19 ref.b.
Om de eindschakelaar voor sluiting FCC te regelen, draai aan
de stelschroef, fig. 20 ref. a: draai hem met de klok mee om
de slag van de steel te vergroten, of tegen de klok in om de
slag te verkleinen.
Om de eindschakelaar voor opening FCA te regelen, draai
aan de stelschroef, fig. 21 ref. a: draai hem tegen de klok in
om de slag van de steel te vergroten, of met de klok mee om
de slag te verkleinen.
Voer een paar testcycli uit om na te gaan of de eindschakelaar
correct geplaatst is. Als de eindschakelaar opnieuw moet wor-
den geregeld, herhaal de handelingen dan vanaf punt 2.
Plaats het dekseltje, fig. 19 ref. b, weer en span de bevestigin-
gsschroef, fig. 19 ref. a, opnieuw.
3.7. INGEBRUIKSTELLING
alvorens ingrepen op de installatie of op de aandrijving te
verrichten moet de elektrische voeding worden afgekop-
peld.
Volg de punten 10, 11, 12, 13 en 14 van de ALGEMENE VEILIGHEI-
DSVOORSCHRIFTEN nauwgezet op.
Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van fig. 3, en maak
de elektrische aansluitingen van de elektronische apparatuur en
de gekozen accessoires.
Houd de voedingskabels gescheiden van de bedienings- en
veiligheidskabels (sleutelschakelaar, ontvanger, fotocellen enz.).
Gebruik aparte buizen, om elektrische storingen in de besturing-
seenheid te vermijden.
Geef het systeem voeding en controleer de status van de leds
aan de hand van de tabel in de instructies van de elektroni-
sche apparatuur.
Programmeer de elektronische apparatuur volgens uw eisen,
aan de hand van de bijbehorende instructies.
4. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer zorgvuldig of het automatische systeem en alle acces-
soires die ermee verbonden zijn goed werken, en besteed vooral
aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen.
Overhandig het boekje “Handleiding voor de gebruiker” en het
Onderhoudsblad aan de eindgebruiker.
Leg de gebruiker de werking van het automatische systeem en
de manier waarop het gebruikt moet worden, uit.
Laat de gebruiker zien in welke gebieden van het automatische
systeem mogelijk gevaar kan ontstaan.
5. HANDBEDIENDE WERKING
De omkeerbare modellen heeft geen ontgrendelingsmecha-
nisme. Om de vleugel met de hand te bewegen moet het
elektroslot worden losgehaald.
Controleer altijd, alvorens het elektroslot los te halen, of de
voeding naar de installatie is uitgeschakeld.
In het geval dat het automatische systeem met de hand moet
worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de
aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen:
Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschake-
laar (ook als de stroom is uitgevallen).
Schuif het beschermdeksel weg, fig.22/a.
Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig.22/b.
Til de bedieningshendel op, fig.22/c.
Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshen-
del 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem,
fig.22/d.
Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel
met de hand uit.
Om de aandrijving op handbediening te houden moet het
ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en
mag de installatie niet elektrisch worden gevoed.
5.1. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
Zorg ervoor dat de voeding naar installatie is uitgeschakeld.
Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
2.
pijl in.
Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel.
Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit,
om na te gaan of alle functies van het automatische systeem
correct zijn hersteld.
6. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant vei-
ligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een algemene
controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij met name
aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen moet worden besteed.
In het boekje Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om
ingrepen te registeren.
7. REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere ingrepen, en mag zich uitsluitend tot gekwalificeerd en
geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-service-
centrum wenden.
8. LEVERBARE ACCESSOIRES
Zie de GENIUS-catalogus voor de verkrijgbare accessoires.
9. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven
zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN.
3.
4.
5.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del
previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas
arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier
intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento
de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de pro-
ducción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física,
mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impul-
so, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung
aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb
des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern
aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht
bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die
Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöse-
schwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen
einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt
opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen
ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit onei-
genlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar
met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een
magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke
gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoor-
beeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de beno-
digde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het pro-
duct terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le
caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la pre-
sente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere
costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main
features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons,
at any time and without revising the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment
les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant
mettre à jour cette publication .
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando
inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día
la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier
otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die
wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden
Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de verande-
ringen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of
commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te
verplichten deze publicatie bij te werken.
Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer:
Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALY
tel. 0039.035.4242511
fax. 0039.035.4242600
www.geniusg.com
00058I0423 Rev.4

Documenttranscriptie

MISTRAL Page  Gids voor de gebruiker De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. VEILIGHEIDSNORMEN Het automatische systeem MISTRAL garandeert, als het op correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken voorkomen: • Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt staan, vooral als hij in werking is. • Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk kan worden bediend. • Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spelen. • Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen. • Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet kunnen hinderen. • Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn. • Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld is. • In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie van een gekwalificeerd technicus. • Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de normale werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. BESCHRIJVING Het automatische systeem MISTRAL voor poorten met draaiende vleugels is een onomkeerbare elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overdraagt via een wormschroefsysteem. De aandrijving is leverbaar in verschillende uitvoeringen, zodat aan alle installatie-eisen kan worden voldaan. De uitvoeringen “LS” hebben eindschakelaars bij opening en sluiting. De modellen met onomkeerbare mechanica garanderen de mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor niet in werking is. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewegen als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt. Bij modellen met omkeerbare mechanica is een elektroslot nodig om de mechanische vergrendeling van de vleugel te garanderen. Als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt, hoeft enkel het elektroslot te worden losgehaald om de vleugel met de hand te kunnen bewegen. Het systeem heeft geen ontgrendelingsmechanisme. Controleer ALTIJD, alvorens het elektroslot met de sleutel te ontgrendelen, of de voeding naar de installatie is uitgeschakeld. Alle modellen garanderen, als ze correct worden geïnstalleerd, een installatie conform de geldende veiligheidsvoorschriften. Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocellen) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt. Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is. HANDBEDIENDE WERKING De omkeerbare modellen heeft geen ontgrendelingsmechanisme. Om de vleugel met de hand te bewegen moet het elektroslot worden losgehaald. Controleer altijd, alvorens het elektroslot los te halen, of de voeding naar de installatie is uitgeschakeld. In het geval dat het automatische systeem met de hand moet worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen: 1. Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschakelaar (ook als de stroom is uitgevallen). 2. Schuif het beschermdeksel weg, fig. 1 - a. 3. Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 1 - b. 4. Til de bedieningshendel op, fig. 1 - c. 5. Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshendel 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem, fig. 1 - d. 6. Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel met de hand uit. Fig. 1 Om de aandrijving op handbediening te houden moet het ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en mag de installatie niet elektrisch worden gevoed. Herstel van de normale werking Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten: 1. Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld. 2. Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de pijl in. 3. Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg. 4. Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel. 5. Alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 6. Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit, om na te gaan of alle functies van het automatische systeem correct zijn hersteld. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een algemene controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij met name aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen moet worden besteed. In het boekje “Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om ingrepen te registeren. REPARATIE De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. LEVERBARE ACCESSOIRES Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires. NEDERLANDS Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raadpleging. Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale. The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication. Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication . Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial. Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen. De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken. Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer: Via Padre Elzi, 32 24050 - Grassobbio BERGAMO-ITALY tel. 0039.035.4242511 fax. 0039.035.4242600 [email protected] www.geniusg.com 00058I0423 Rev.4 Page 26 MISTRAL Gids voor de installateur INHOUDSOPGAVE BELANGRIJKE INFORMATIE VOORDE INSTALLATEUR pag.27 1. BESCHRIJVING pag.27 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.27 2.1. UITVOERINGEN pag.28 3. INSTALLATIE pag.28 3.1. E  LEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN(standaard installatie) pag.28 3.2. VOORBEREIDENDE CONTROLES pag.28 3.3. INSTALLATIEMATEN pag.28 3.4. INSTALLATIN VAN DE AANDRIJVINGEN pag.29 3.5. BEDRADING VAN DE AANDRIJVING pag.29 3.6. EINDSCHAKELAARS pag.29 3.7. INGEBRUIKSTELLING pag.30 4. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.30 5. HANDBEDIENDE WERKING pag.30 5.1. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING pag.30 6. ONDERHOUD pag.30 7. REPARATIE pag.30 8. LEVERBARE ACCESSOIRES pag.30 9. BIJZONDERE TOEPASSINGEN pag.30 CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Fabrikant: GENIUS S.p.A. Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio- Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De aandrijving mod. MISTRAL NEDERLANDS • is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de zin van de Richtlijn 2006/42/EG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: • 2006/95/EG Laagspanningsrichtijn. • 2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit. • En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende wijzigingen. Grassobbio, Van de 30 december 2009 De Algemeen Directeur D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. MISTRAL Page 27 Gids voor de installateur 1. BESCHRIJVING Met verwijzing naar figuur 1. Pos. a b c d e f g h Beschrijving Motorvertraging Ontgrendelmechanisme (niet heden op het model R) Steel Voorste beugel Achterste beugel Achterste bevestiging Pen achterste bevestiging Deksel klemmenbord 300 R LS 300 LS 300 300 R 230 300 1.3 140 8 300 200 6.3 8 6.3 280 300 280 190 200 190 300 1.6 3a S3 30% S3 35% ~ 30 IP 54 < 70 -20 -10 -20 -10 Omgevingstemperatuur (°C) +55 +55 +55 +55 Gewicht aandrijving (kg) 7.8 Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2 a Bij vleugels van meer dan 2,5 m lengte is installatie van een elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waarborgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden gecombineerd. Model TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voeding (Vac) Vermogen (W) Stroom (A) Thermische beveiliging (°C) Condensator (µF) Duwkracht (daN) Opgegeven duwkracht (daN) Slag (mm) Uitgangssnelheid steel (cm/sec) Vleugel max. (m) Type en gebruiksfrequentie bij 20° C Aantal cycli per uur (bij benadering) bij 20°C Beschermingsgraad Lawaai (dB(A)) 8 300 200 230 300 1.3 140 6.3 8 6.3 280 300 280 190 200 190 400 1.6 4a S3 30% S3 35% ~ 25 IP 54 < 70 -20 -10 -20 -10 Omgevingstemperatuur (°C) +55 +55 +55 +55 Gewicht aandrijving (kg) 8 Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2 a Bij vleugels van meer dan 3 m lengte is installatie van een elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waarborgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden gecombineerd. NEDERLANDS • Voordat u begint met de installatie van de exploitant Lees deze handleiding volledig. • Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. • Controleer bij de omkeerbare modellen Onomkeerbare ALTIJD, alvorens het elektroslot met de sleutel te ontgrendelen, of de voeding naar de installatie is uitgeschakeld. • Soepele werking en specificaties zijn verkregen alleen verklaard na de aanwijzingen in deze handleiding en accessoires en veiligheidsvoorzieningen genie. • Het ontbreken van een mechanische koppeling apparaat nodig heeft om te zorgen voor een adequaat niveau van beveiliging automatisering, het gebruik van een centrale controle-apparaat met een elektronisch gestuurde koppeling. • De automatisering is ontworpen en gebouwd om Vehicular toegangscontrole. Vermijd elk ander gebruik. • De exploitant kan niet worden gebruikt voor de hantering nooduitgang routes of poorten geïnstalleerd op noodgevallen (vluchtwegen). • Als er built-in anti motoriseren van een deur naar de loopbrug is nodig om un’interruttore beveiliging toe te voegen op de deur, aangesloten op de binnenkomst van STOP, voor de remming van de werking van de automatisering met de deur open. • Alles wat niet uitdrukkelijk vermeld in deze handleiding is niet toegestaan. Voeding (Vac) Vermogen (W) Stroom (A) Thermische beveiliging (°C) Condensator (µF) Duwkracht (daN) Opgegeven duwkracht (daN) Slag (mm) Uitgangssnelheid steel (cm/sec) Vleugel max. (m) Type en gebruiksfrequentie bij 20° C Aantal cycli per uur (bij benadering) bij 20°C Beschermingsgraad Lawaai (dB(A)) 400 R LS BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 400 LS Het automatische systeem MISTRAL voor poorten met draaiende vleugels is een onomkeerbare elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overdraagt via een wormschroefsysteem. De aandrijving is leverbaar in verschillende uitvoeringen, zodat aan alle installatie-eisen kan worden voldaan. De uitvoeringen “LS” hebben eindschakelaars bij opening en sluiting. De modellen met onomkeerbare mechanica garanderen de mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor niet in werking is. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem met een gepersonaliseerde sleutel maakt het mogelijk de vleugel te bewegen als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt. Bij modellen met omkeerbare mechanica is een elektroslot nodig om de mechanische vergrendeling van de vleugel te garanderen. Als het systeem niet goed werkt of als de stroom uitvalt, hoeft enkel het elektroslot te worden losgehaald om de vleugel met de hand te kunnen bewegen. Het systeem heeft geen ontgrendelingsmechanisme. Model 400 R Het middendeel van dit boekje kan eruit worden gehaald, het bevat alle afbeeldingen voor de installatie. 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 400 Wij danken u dat u ons product hebt gekozen. Genius weet zeker dat het product u alle prestaties zal leveren die u nodig heeft. Al onze producten zijn het resultaat van jarenlange ervaringen op het gebied van automatische systemen, en bovendien maken wij deel uit van de groep die marktleider op wereldniveau is. Page 28 MISTRAL Gids voor de installateur Model 424 LS 424 324 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 324 LS Model Voeding (Vdc) 24 Vermogen (W) 70 Stroom (A) 3 Duwkracht (daN) 280 Opgegeven duwkracht (daN) 190 Slag (mm) 300 400 Uitgangssnelheid steel (cm/sec) 1.6 a Vleugel max. (m) 3 4b Type en gebruiksfrequentie bij 20° C 100% Aantal cycli per uur (bij benadering) ~ 75 bij 20°C Beschermingsgraad IP 54 Lawaai (dB(A)) < 70 Omgevingstemperatuur (°C) -20 +55 Gewicht aandrijving (kg) 7.8 8 Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2 a Bij vleugels van meer dan 2,5 m lengte is installatie van een elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waarborgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden gecombineerd. b Bij vleugels van meer dan 3 m lengte is installatie van een elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waarborgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden gecombineerd. Voeding (Vac) Vermogen (W) Stroom (A) Thermische beveiliging (°C) Condensator (µF) Duwkracht (daN) Opgegeven duwkracht (daN) Slag (mm) Uitgangssnelheid steel (cm/sec) Vleugel max. (m) Type en gebruiksfrequentie bij 20° C 300 115 300 2.5 140 25 300 200 1.85 3a S3 S3 30% 35% 400 LS 115V 400 115V 300 LS 115V TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 300 115V Model 400 4b S3 S3 30% 35% 2.1. UITVOERINGEN NEDERLANDS Mistral 300 LS Mistral 300 R LS Mistral 400 Mistral 400 R Mistral 400 LS Mistral 400 R LS Mistral 324 Mistral 424 Mistral 424 LS Mistral 300 -115VMistral 300 LS 115VMistral 400 -115VMistral 400 LS 115V- Bij aandrijvingen met CSA-UL-keurmerk moet het besturingssysteem 455 MPS UL 115 worden gebruikt om de homologatie te handhaven. 3. INSTALLATIE 3.1. E  LEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN(standaard installatie) Met verwijzing naar figuur 3. Pos. Beschrijving a b c d e Aandrijvingen Fotocellen TX Fotocellen��� RX Sleutelschakelaar Waarschuwingslamp Elektronische apparatuur Mechanische aanslagen f g Kabels 230 Vac - 115 Vac 24 Vdc 4x1 mm2 2x1.5 mm2 4x0.5 mm2 2x0.5 mm2 2x0.5 mm2 2x1.5 mm2 3x0.5 mm2 (voeding) - Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten geschikte starre en/of buigzame leidingen worden gebruikt. Aantal cycli per uur (bij benadering) ~ 30 ~ 25 bij 20°C Beschermingsgraad IP 54 Lawaai (dB(A)) < 70 Omgevingstemperatuur (°C) -20 +55 Gewicht aandrijving (kg) 7.8 8 Afmetingen aandrijving (mm) Zie fig. 2 a Bij vleugels van meer dan 2,5 m lengte is installatie van een elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waarborgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden gecombineerd. b Bij vleugels van meer dan 3 m lengte is installatie van een elektroslot verplicht, om vergrendeling van de vleugel te waarborgen. Het model R moet altijd met een elektroslot worden gecombineerd. Model Mistral 300 Mistral 300 R Mistral 324 LS Uitvoering Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc en met eindschakelaar voor opening en sluiting Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc en met eindschakelaar voor opening en sluiting Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac en met eindschakelaar voor opening en sluiting Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac Onomkeerbare motorvertraging 115 Vac en met eindschakelaar voor opening en sluiting Uitvoering Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac Omkeerbare motorvertraging 230 Vac Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac en met eindschakelaar voor opening en sluiting Omkeerbare motorvertraging 230 Vac en met eindschakelaar voor opening en sluiting Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac Omkeerbare motorvertraging 230 Vac Onomkeerbare motorvertraging 230 Vac en met eindschakelaar voor opening en sluiting Omkeerbare motorvertraging 230 Vac en met eindschakelaar voor opening en sluiting Onomkeerbare motorvertraging 24 Vdc Om interferenties te voorkomen wordt geadviseerd de verbindingskabels van de accessoires op laagspanning en de bedieningskabels gescheiden te houden van de voedingskabels 230/115 Vac door gebruik te maken van aparte buizen. 3.2. VOORBEREIDENDE CONTROLES Voor een goede werking van het automatische systeem moet de constructie van de al bestaande of nog te realiseren poort aan de volgende eisen voldoen: • de mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. • de lengte van de vleugel dient in overeenstemming te zijn met de eigenschappen van de aandrijving. • de constructie van de vleugels dient stevig en stijf te zijn, geschikt voor het automatische systeem. • de beweging van de vleugels moet regelmatig en gelijkmatig zijn, zonder wrijvingen en verstroevingen langs de hele openingsbeweging. • met de overdraagbare motoren controleren dat het rooster men niet erg enig verplaatst • de scharnieren moeten voldoende stevig en in goede staat zijn. • er moeten mechanische eindaanslagen voor opening en sluiting zijn. • er dient een goede aarding aanwezig te zijn voor de elektrische aansluiting van de aandrijving. Het wordt aanbevolen eventuele smidswerkzaamheden uit te voeren voordat het automatische systeem geïnstalleerd wordt. De staat van de constructie van de poort is direct van invloed op de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische systeem. 3.3. INSTALLATIEMATEN Bepaal de montagepositie van de aandrijving aan de hand van fig.4. Controleer zorgvuldig of de afstand tussen de geopende vleugel en eventuele obstakels (muren, omheiningen, enz.) groter is dan MISTRAL Page 29 Gids voor de installateur de ruimte die de aandrijving nodig heeft. a A B Ca Db Zc 90° 145 145 290 85 60 110° 120 135 295 60 60 90° 195 195 390 125 70 110° 170 170 390 110 60 (1) nuttige slag van de aandrijving (2) maximum afmeting (3) minimum afmeting L 1110 1110 1290 1290 geschikte bevestigingssystemen (fig. 13). Ga vervolgens te werk zoals wordt beschreven voor de beugel die wordt gelast. E 45 45 45 45 c 3.3.1. Algemene regels voor het bepalen van de installatiematen • voor openingen van de vleugel onder 90° : A+B=C • voor openingen van de vleugel van meer dan 90° : A+B<C • kleinere maten A en B hebben hogere perifere snelheden van de vleugel tot gevolg. • het verschil tussen maat A en maat B mag niet groter zijn dan 4 cm: grotere verschillen veroorzaken grote variaties in de snelheid tijdens de openende en sluitende beweging van de poort. • houd een maat Z aan, zodat de aandrijving niet tegen de pilaster stoot. • bij de uitvoeringen LS worden de eindschakelaars ingeschakeld gedurende de eerste en laatste 30 mm. Het is daarom noodzakelijk de maten A en B te gebruiken, om de hele slag van de aandrijving te benutten. Kleinere slagen zouden het regelveld van de eindschakelaars kunnen beperken of teniet kunnen doen. Als de afmetingen van de pilaster of de positie van het scharnier het niet mogelijk maken de aandrijving te installeren, moet er een nis in de pilaster worden gemaakt om de maat A te kunnen respecteren, zoals aangegeven op fig. 5. De afmetingen van de nis moeten zodanig zijn dat de aandrijving gemakkelijk kan worden geïnstalleerd en kan draaien, en dat het ontgrendelmechanisme kan worden bediend. 3.4. INSTALLATIN VAN DE AANDRIJVINGEN 1. Bevestig de achterste beugel op de plaats die u eerder heeft bepaald. In het geval van ijzeren pilasters moet de beugel nauwkeurig direct op de pilaster worden gelast (fig. 6). In het geval van een gemetselde pilaster moet de speciale plaat (optie) voor bevestiging met schroeven (fig. 7) worden gebruikt. Maak gebruik van geschikte bevestigingssystemen. Las de beugel vervolgens nauwkeurig aan de plaat. Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de beugel perfect horizontaal is. 2. Assembleer de achterste bevestiging van de aandrijving zoals aangegeven op fig.8. 3. Stel de aandrijving in op handbediening (zie par. 5). 4. Haal de steel helemaal naar buiten, tot aan de aanslag , fig. 9 ref. a. 5. Vergrendel de aandrijving weer (zie par. 5.1). 6. Draai de steel een halve/hele slag met de klok mee, fig. 9 ref. b. 7. Assembleer de voorste beugel zoals aangegeven op fig.10. 8. Bevestig de aandrijving aan de achterste beugel met de bijgeleverde pennen, zoals aangegeven op fig.11. 9. Sluit de vleugel en zoek het bevestigingspunt van de voorste beugel op terwijl u de aandrijving perfect horizontaal houdt (fig.12). 10. Bevestig de voorste beugel voorlopig met twee laspunten (fig.12). Als de beugel niet stevig aan de constructie van de poort kan worden vastgezet, moet er een stevige ondergrond op de constructie van de poort worden aangebracht. 11. Ontgrendel de aandrijving (zie par. 5) en controleer met de hand of de poort helemaal en ongehinderd open kan gaan en stopt tegen de mechanische eindaanslagen, en of de beweging van de vleugel regelmatig en zonder wrijvingen verloopt. 12. Voer de nodige correcties uit en herhaal de handelingen vanaf punt 8. 13. Maak de aandrijving tijdelijk los van de voorste beugel en las de beugel definitief. Als het vanwege de constructie van de vleugel niet mogelijk is de beugel te lassen, kan de speciale, met schroeven bevestigde beugel (optie) worden gebruikt. Gebruik hiervoor Het is raadzaam alle bevestigingspennen van de bevestigingen in te vetten. 3.5. BEDRADING VAN DE AANDRIJVING Aan de onderkant van de aandrijving zit een klemmenbord voor aansluiting van de motor, de eventuele eindschakelaars en de aarding van de aandrijving. Voor de verbinding van de motor moet de bijgeleverde kabel worden gebruikt voor het verplaatsbare gedeelte of anders een verplaatsbare kabel voor buiten. Doe het volgende voor de bekabeling van de motor: 1. Maak een van de twee voorgeperforeerde gaten in het bijgeleverde deksel open, fig. 14. Bij aandrijvingen met eindschakelaars moeten beide gaten worden opengemaakt. 2. Monteer de bijgeleverde kabelklem. 3. Maak de verbindingen met de motor en de aarding, zie hiervoor fig. 15 en de volgende tabellen. Mistral 230 Vac (115 Vac) Pos. Kleur a b c T Blauw (Blank) Bruin (Root) Zwart (Zwart) Geel / Groen (Groen) Pos. a b c T Beschrijving Gemeenschappelijke Fase 1 Fase 2 Aarding Mistral 24 Vdc Kleur Beschrijving Blauw Fase 1 Niet gebruikt — Bruin Fase 2 Niet gebruikt – Voor aandrijvingen met het CSA-UL-keurmerk is het verplicht de condensator stabiel te bevestigen in een houder met CSA-UL-keurmerk, om de homologatie te handhaven. 4. Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven, fig.16. 3.6. EINDSCHAKELAARS De modellen “LS” hebben eindschakelaars voor zowel de opening als de sluiting. Hierbij is dus elektronische apparatuur nodig die in staat is deze ingangen te besturen. De eindschakelaars treden in werking gedurende de eerste en laatste 30 mm van de slag. De aandrijving moet daarom tijdens de openingsfase de hele beschikbare slag gebruiken. Kleinere slagen kunnen het regelveld van de eindschakelaars verkleinen of helemaal annuleren. 3.6.1. Bekabeling van de eindschakelaars De bekabeling van de eindschakelaars wordt gerealiseerd op hetzelfde klemmenbord als waarop de motorbekabeling is uitgevoerd. Ga als volgt te werk om de eindschakelaars te bekabelen: 1. Maak ook het tweede voorgeperforeerde gat in het deksel open, fig. 17. 2. Monteer de bijgeleverde kabelklem, fig. 17. 3. Steek de kabel erdoorheen en verbind hem met de klemmen volgens de kleuren die gespecificeerd zijn in de volgende tabel (zie figuur 18). Pos. a b c Kleur Blauw Bruin Zwart Beschrijving Gemeenschappelijke Eindschakelaar voor sluiting (FCC) Eindschakelaar voor opening (FCA) 4. Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven. Gebruik voor de verbinding van de eindschakelaars een verplaatsbare kabel voor buiten, met aders met een doorsnede van 0,5 mm2. Let bij de bekabeling op de kleuren van de draden, zoals gespecificeerd in de bovenstaande tabel. NEDERLANDS Model Mistral 300-324300 115V 400-424400 115 V Page 30 MISTRAL Gids voor de installateur 3.6.2. Regeling van de eindschakelaars Ga als volgt te werk om de eindschakelaars te regelen: 1. Draai de bovenste bevestigingsschroef, fig. 19 ref. a, los en haal het dekseltje weg, fig. 19 ref.b. 2. Om de eindschakelaar voor sluiting FCC te regelen, draai aan de stelschroef, fig. 20 ref. a: draai hem met de klok mee om de slag van de steel te vergroten, of tegen de klok in om de slag te verkleinen. 3. Om de eindschakelaar voor opening FCA te regelen, draai aan de stelschroef, fig. 21 ref. a: draai hem tegen de klok in om de slag van de steel te vergroten, of met de klok mee om de slag te verkleinen. 4. Voer een paar testcycli uit om na te gaan of de eindschakelaar correct geplaatst is. Als de eindschakelaar opnieuw moet worden geregeld, herhaal de handelingen dan vanaf punt 2. 5. Plaats het dekseltje, fig. 19 ref. b, weer en span de bevestigingsschroef, fig. 19 ref. a, opnieuw. 3.7. INGEBRUIKSTELLING alvorens ingrepen op de installatie of op de aandrijving te verrichten moet de elektrische voeding worden afgekoppeld. Volg de punten 10, 11, 12, 13 en 14 van de ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN nauwgezet op. Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van fig. 3, en maak de elektrische aansluitingen van de elektronische apparatuur en de gekozen accessoires. Houd de voedingskabels gescheiden van de bedienings- en veiligheidskabels (sleutelschakelaar, ontvanger, fotocellen enz.). Gebruik aparte buizen, om elektrische storingen in de besturingseenheid te vermijden. 1. Geef het systeem voeding en controleer de status van de leds aan de hand van de tabel in de instructies van de elektronische apparatuur. 2. Programmeer de elektronische apparatuur volgens uw eisen, aan de hand van de bijbehorende instructies. 4. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM • Controleer zorgvuldig of het automatische systeem en alle accessoires die ermee verbonden zijn goed werken, en besteed vooral aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen. • Overhandig het boekje “Handleiding voor de gebruiker” en het Onderhoudsblad aan de eindgebruiker. • Leg de gebruiker de werking van het automatische systeem en de manier waarop het gebruikt moet worden, uit. • Laat de gebruiker zien in welke gebieden van het automatische systeem mogelijk gevaar kan ontstaan. 5. HANDBEDIENDE WERKING De omkeerbare modellen heeft geen ontgrendelingsmechanisme. Om de vleugel met de hand te bewegen moet het elektroslot worden losgehaald. NEDERLANDS Controleer altijd, alvorens het elektroslot los te halen, of de voeding naar de installatie is uitgeschakeld. In het geval dat het automatische systeem met de hand moet worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen: 1. Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschakelaar (ook als de stroom is uitgevallen). 2. Schuif het beschermdeksel weg, fig.22/a. 3. Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig.22/b. 4. Til de bedieningshendel op, fig.22/c. 5. Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshendel 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem, fig.22/d. 6. Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel met de hand uit. Om de aandrijving op handbediening te houden moet het ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en mag de installatie niet elektrisch worden gevoed. 5.1. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten: 1. Zorg ervoor dat de voeding naar installatie is uitgeschakeld. 2. Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de pijl in. 3. Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg. 4. Sluit de bedieningshendel en het beschermdeksel. 5. Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit, om na te gaan of alle functies van het automatische systeem correct zijn hersteld. 6. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een algemene controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij met name aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen moet worden besteed. In het boekje “Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om ingrepen te registeren. 7. REPARATIE De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere ingrepen, en mag zich uitsluitend tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum wenden. 8. LEVERBARE ACCESSOIRES Zie de GENIUS-catalogus voor de verkrijgbare accessoires. 9. BIJZONDERE TOEPASSINGEN Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 26. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 27. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale. The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication. Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication . Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial. Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen. De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken. Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer: Via Padre Elzi, 32 24050 - Grassobbio BERGAMO-ITALY tel. 0039.035.4242511 fax. 0039.035.4242600 [email protected] www.geniusg.com 00058I0423 Rev.4
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Genius MISTRAL 300 R Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor