Dell Studio D540 de handleiding

Type
de handleiding
DellStudio™540onderhoudshandleiding
Opmerkingen, kennisgevingen en veiligheidstips
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2008DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in dit document: Dell, het DELL-logo en Dell Studio zijn merken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter
aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Model DCMA
Juli2008HerzieningA00
Technisch overzicht
Voordat u begint
De computerkap terugplaatsen
Het voorpaneel opnieuw aanbrengen
Geheugenmodules vervangen
Een PCI/PCI Express Card vervangen
Stations vervangen
Ventilatoren vervangen
Het I/O-voorpaneel vervangen
De processor vervangen
Het moederbord vervangen
De voedingseenheid terugplaatsen
De batterij vervangen
De rubberen voet vervangen
System Setup
N.B. Een OPMERKING of N.B. duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: EenKENNISGEVINGduidtpotentiëleschadeaanhardwareofpotentieelgegevensverliesaanenverteltuhoehetprobleemkan
worden vermeden.
LET OP: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar inhoudsopgave
Voordat u begint
DellStudio™540onderhoudshandleiding
Technische specificaties
Aanbevolen hulpmiddelen
De computer uitzetten
Veiligheidsinstructies
Dit hoofdstuk bevat instructies over het verwijderen en installeren van de onderdelen in uw computer. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure
uitgegaan van het volgende:
l U hebt de stappen in De computer uitzetten en Veiligheidsinstructies uitgevoerd.
l U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die bij uw computer is meegeleverd.
l U kunt onderdelen vervangen of indien los verkregen installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Technische specificaties
Raadpleeg voor informatie over de technische specificaties voor uw computer de installatiehandleiding die bij uw computer is geleverd, of raadpleeg de Dell
Support-website op support.dell.com.
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures die in dit document worden bechreven is mogelijk het gebruik van een kleine kruiskopschroevendraaier benodigd.
De computer uitzetten
1. Sluit het besturingssysteem af.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Houd de aan/uit-knop 4 seconden ingedrukt, indien uw computer en
aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie De computer uitzetten).
3. Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de computer.
KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u alle gegevens binnen geopende bestanden opslaan en de bestanden sluiten. Sluit
vervogens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
KENNISGEVING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
KENNISGEVING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een stekker met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden alvorens u de kabel verwijdert. Als u
de stekkers van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de stekkerpennen wordt verbogen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide stekkers op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen alvorens u werkzaamheden binnen de computer
uitvoert.
KENNISGEVING: Om een netwerkkabel te verwijderen moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en vervolgens de
stekker van de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.
4. Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houdt de aan/uit-knop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
Terug naar inhoudsopgave
KENNISGEVING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het
metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd
metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Terug naar inhoudsopgave
Een PCI/PCI Express Card vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
Een PCI/PCI Express-kaart verwijderen
Een PCI Express-kaart installeren
De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card
Een PCI/PCI Express-kaart verwijderen
1. Deïnstalleerhetstuurprogrammaendesoftwarediebijdekaarthoren.Ziedeinstallatiehandleiding voor meer informatie.
2. Volg de procedures in Voordat u begint.
3. Verwijder de computerkap. (zie De computerkap terugplaatsen).
4. Verwijder de schroef waarmee de kaartbevestigingsbeugel wordt vastgehouden.
5. Til de kaartbevestigingsbeugel uit de computer en bewaar deze op een veilige plek.
6. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.
l In het geval van een PCI-kaart moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze voorzichtig uit de aansluiting trekken.
l Trek aan het vergrendelingslipje, pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek deze vervolgens voorzichtig uit de aansluiting.
7. Als u een bestaande kaart vervangt, raadpleegt u stap 6 of Een PCI Express-kaart installeren.
8. Installeer een vulbeugel in de lege kaartsleufopening.
9. Breng de kaartbevestigingsbeugel opnieuw aan. Zie De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen.
10. Breng de computerbehuizing opnieuw aan, sluit de stekkers van de computer en apparaten opnieuw op het stopcontact aan en zet de computer en
apparaten vervolgens aan.
11. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card voor het voltooien van de verwijderingsprocedure.
Een PCI Express-kaart installeren
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1
2
vulbeugel
KENNISGEVING: Het plaatsen van beugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels
houden ook stof en vuil tegen.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap. Zie De computerkap terugplaatsen.
3. Verwijder de schroef waarmee de kaartbevestigingsbeugel wordt vastgehouden.
4. Til de kaartbevestigingsbeugel uit de computer en bewaar deze op een veilige plek.
5. Verwijder indien aanwezig de vulbeugel uit de kaartsleufopening.
6. Maak de kaart klaar voor installatie.
Zie de documentatie die bij de kaart is meegeleverd voor informatie over het configureren, aanpassen en maken van interne verbindingen op de kaart.
7. Lijn de kaart uit met de aansluiting.
8. Plaats de kaart in de aansluiting en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.
9. Breng de kaartbevestigingsbeugel opnieuw aan. Zie De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen.
10. Sluit alle kabels aan die met de kaart verbonden moeten zijn.
N.B. Als u een PCI Express-kaart in de x16-aansluiting installeert, moet u ervoor zorgen dat de beveiligingssleuf is uitgelijnd met het
beveiligingslipje
1
PCI Express x16-kaart
2
bevestigingslipje
3
PCI Express x1-kaart
4
PCI Express x1-kaartsleuf
5
PCI Express x16-kaartsleuf
1
uitlijningsstreep
2
vollediggeïnstalleerdekaart
3
nietvollediggeïnstalleerdekaart
4
uitlijningsgeleider
5
beugel binnen de sleuf
6
beugel buiten de sleuf
KENNISGEVING: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de
computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
Raadpleeg de kaartdocumentatie voor informatie over de kabelaansluitingen van de kaart.
11. Breng de computerbehuizing opnieuw aan, sluit de stekkers van de computer en apparaten opnieuw op het stopcontact aan en zet de computer en
apparaten vervolgens aan.
12. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card voor informatie over het voltooien van de installatie.
De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen
Breng de kaartbevestigingsbeugel opnieuw aan. Zorg er daarbij voor dat:
l De geleidingsklem is uitgelijnd met de geleidende inkeping.
l Debovenkantvanallekaartenenbeugelszichopéénlijnbevindenmetdeuitlijningsstreep;
l de inkeping boven in de kaart of beugel om de uitlijningsgeleider past.
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI
Express Card
1
uitlijningsgeleider
2
vulbeugel
3
uitlijningsstreep
4
kaartbevestigingsbeugel
5
geleidingsklemmen (2)
6
geleidingsgroeven (2)
N.B. Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie over de locaties van connectoren.Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd
geleverd voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's en software voor de kaart.
Geïnstalleerd
Verwijderd
Geluidskaart
1. Open System Setup
(zie System Setup).
2. Ga naar Integrated
Peripherals en
selecteer Onboard
Audio Controller.
Wijzig vervolgens de
instelling in Disabled.
3. Sluit de externe
audioapparaten aan
op de connectoren
van de geluidskaart.
1. Open System Setup (zie
System Setup).
2. Ga naar Integrated
Peripherals en selecteer
Onboard Audio
Controller. Wijzig
vervolgens de instelling
in Enabled.
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de aansluitingen op het
achterpaneel van de
computer.
Terug naar inhoudsopgave
Netwerkkaart
1. Open System Setup
(zie System Setup).
2. Ga naar Integrated
Peripherals en
selecteer Onboard
LAN Controller.
Wijzig vervolgens de
instelling in Disabled.
3. Sluit de stekker van
de netwerkkabel aan
op de aansluiting
voor de
netwerkkabel.
1. Open System Setup (zie
System Setup).
2. Ga naar Integrated
Peripherals en selecteer
Onboard LAN
Controller. Wijzig
vervolgens de instelling
in Enabled.
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
ingebouwde
netwerkaansluiting.
Terug naar inhoudsopgave
De batterij vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Maak een notitie van alle schermen in het systeemsetupprogramma (zie System Setup) zodat u de juiste instellingen kunt herstellen tijdens stap 10.
2. Volg de procedures in Voordat u begint.
3. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
4. Zoek naar de batterijhouder (zie Onderdelen van het moederbord).
5. Druk de batterijontgrendelingshefboom voorzichtig weg van de batterij. Hierdoor zal de batterij uit het compartiment springen.
6. Verwijder de batterij uit de computer en dank deze op juiste wijze af.
7. Plaats de nieuwe batterij in de houder met de "+"-zijde naar boven en klik de batterij vervolgens op zijn plaats.
8. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
9. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
10. Ga naar de systeeminstellingen (zie System Setup) en herstel de instellingen die u hebt geregistreerd in stap 1.
Terug naar inhoudsopgave
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Eennieuwebatterijkanexploderenalsdezenietgoedwordtgeïnstalleerd.Vervangbatterijenalleendoorbatterijenvanhetzelfdeof
een vergelijkbaar type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
KENNISGEVING: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de houder wrikt, dient u op te letten dat u het moederbord niet met dat voorwerp
aanraakt. Zorg ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de houder is geplaatst voordat u probeert de batterij los te krijgen. Als u dit niet doet,
beschadigt u mogelijk het moederbord door de houder los te wrikken of door de kopersporen te breken.
1
batterij (positieve kant)
2
batterijontgrendelingshefboom
1
batterij (positieve kant)
2
batterijontgrendelingshefboom
Terug naar inhoudsopgave
De computerkap terugplaatsen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
De computerkap verwijderen
De computerkap verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
3. Open het hangslot, indien aanwezig.
4. Draai de twee duimschroeven los.
5. Trek de behuizingsgreep in de richting van de achterkant van de computer en til de kap weg van de computer.
6. Bewaar de kap op een veilige plaats.
7. Als u de computerkap wilt terugplaatsen, dient u de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Terug naar inhoudsopgave
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u de stekker
van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap opent.
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm ruimte op het bureaublad aanwezig is om computer te ondersteunen wanneer de kap is
verwijderd.
1
computerkap
2
voorzijde computer
3
duimschroeven (2)
4
behuizingsgreep
Terug naar inhoudsopgave
De processor vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder de stekkers van de stroomkabels uit de POWER- en 12V_ATXP- aansluiting (zie het gedeelte Onderdelen van het moederbord) op het
moederbord.
4. Verwijder de processorventilator en warmteafleiding uit de computer (zie De processorventilator en warmteafleiding vervangen).
5. Druk de ontgrendelingshefboom naar beneden en naar buiten om deze vrij te maken uit het lipje waarmee deze wordt vastgehouden.
6. Open de processorkap.
7. Til de processor op om deze uit het contact te verwijderen en bewaar deze op een veilige plek.
Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de socket kan worden geplaatst.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
KENNISGEVING: Voer onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met de procedures voor verwijdering en terugplaatsing van hardware.
Wanneer u deze stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding voor technische service.
LET OP: Hoewel de warmteafleiding van een plastic hoes is voorzien, kan deze tijdens een normale werking van de computer zeer heet worden.
Laat de warmteafleiding enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
N.B. Tenzij er een nieuwe warmteafleiding voor de nieuwe processor is benodigd, moet u de oorspronkelijke warmteafleiding gebruiken wanneer
u de processor vervangt.
1
processorkap
2
processor
3
socket
4
ontgrendeling
KENNISGEVING: Wanneer u de processor vervangt, mag u geen pennen binnen het processorcontact aanraken, en mogen er geen objecten op de
pennen in het contact vallen.
KENNISGEVING: Zorg dat u geaard bent door een van de ongeschilderde metalen oppervlakken aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: Plaats de processor op de juiste wijze in de socket; zo voorkomt u blijvende schade aan de processor en de computer wanneer u de
computer inschakelt.
KENNISGEVING: De socketpinnen zijn kwetsbaar. Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met de socket en geen onnodige
kracht te gebruiken tijdens het aanbrengen van de processor. Voorkom aanraking of verbuiging van de pinnen op het moederbord.
8. Pak de nieuwe processor uit. Wees voorzichtig dat u de onderkant van de processor hierbij niet aanraakt.
9. Als de ontgrendeling op de socket niet volledig is uitgeklapt, moet u deze alsnog in deze positie plaatsen.
10. U moet de de uitlijningsinkepingen aan de voorzijde en achterzijde van de processor uitlijnen met de uitlijningsinkepingen aan de voorzijde en
achterzijde van het contact.
11. Lijn de pin 1-hoeken van de processor uit met die van het contact.
12. Schuif de processor voorzichtig in de socket en controleer of de processor op juiste wijze is aangebracht.
13. Wanneer de processor goed op zijn plek zit, dient u de processorkap te sluiten.
14. Kantel de ontgrendelinghefboom terug in de richting van het contact en klik deze vast om de processor vast te zetten.
15. Verwijder het thermisch vet aan de onderzijde van de warmteafleiding.
16. Breng het nieuwe thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
17. Plaats de processorventilator en de warmteafleiding terug (zie De processorventilator en warmteafleiding vervangen).
18. Sluit de stroomkabels van de connectoren ATX_POWER en ATX_CPU (zie Onderdelen van het moederbord) aan op het moederbord.
19. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
20. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
1
processorkap
2
lipje
3
processor
4
socket
5
middelste vergrendeling processorkap
6
ontgrendeling
7
uitlijningsinkeping aan voorzijde
8
pin 1-indicator voor de processor
9
uitlijningsinkeping aan achterzijde
KENNISGEVING: Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met het contact en geen onnodige kracht te gebruiken tijdens het
aanbrengen van de processor.
N.B. Controleer of het lipje op de processorkap onder de middelste kapvergrendeling op het contact is geplaatst.
KENNISGEVING: Breng nieuw thermisch vet aan. De aanwezigheid van thermisch vet is van groot belang voor de thermische hechting die is vereist
voor een optimale werking van de processor.
KENNISGEVING: Controleerofdeprocessorventilatorenwarmteafleidingopjuistewijzezijngeïnstalleerdengoedvastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Stations vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
Een vaste schijf vervangen
Een cd-/dvd-station vervangen
Het FlexDock vervangen
De mediakaartlezer vervangen
De afbreekbare metalen plaat van de FlexBay verwijderen
De inzetstukken van het FlexDock-station vervangen
Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen
Een vaste schijf vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder de stekkers van de stroom- en gegevenskabels uit de vaste schijf.
4. Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan het chassis is bevestigd.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B. De computer biedt geen ondersteuning voor IDE-hardware.
N.B. Het 3,5 inch-FlexDock is niet onderling uitwisselbaar met de drager van de vaste schijf.
KENNISGEVING: Maak een back-up van uw bestanden alvorens u met deze procedure van start gaat indien u een vaste schijf vervangt die gegevens
bevat die u wilt behouden.
N.B. Als u de vaste schijf op dit moment niet vervangt, moet u de stekker aan het andere uiteinde van de gegevenskabel uit het moederbord
verwijderen en de kabel opzij leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een vaste schijf te installeren.
1
schroeven (4)
2
aansluiting op moederbord (elke beschikbare aansluiting SATA0 - SATA3)
3
SATA-gegevenskabel
4
stroomkabel
5
vaste schijf
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat u geen krassen op het circuitbord van de vaste schijf maakt wanneer u de vaste schijf verwijdert of vervangt.
5. Schuif het station naar buiten in de richting van de achterkant van de computer.
6. Aks u de vaste schijf wilt vervangen, dient u de documentatie bij de schijf te raadplegen om te controleren of deze voor uw computer is geconfigureerd.
7. Schuif de vaste schijf in het vaste-schijfcompartiment.
8. Lijn de vier schroefgaten in de vaste schijf uit met de schroefgaten in het vaste-schijfcompartiment.
9. Breng de vier schroeven opnieuw aan en zet ze vast om de vaste schijf aan het chassis te bevestigen.
10. Bevestig de voeding- en gegevenskabels aan het optische station.
11. Zorg dat alle kabels en stekkers op juiste wijze en stevig zijn aangesloten.
12. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
13. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
Een cd-/dvd-station vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
4. Verwijder de stekker van de stroomkabel en de gegevenskabel van het cd- /dvd-station uit de achterzijde van het station.
5. Verwijder de twee schroeven waarmee het cd-/dvd-station aan het chassis is bevestigd.
6. Schuif het cd-/dvd-station via de voorzijde van de computer naar buiten.
7. Als u het station niet vervangt:
a. Vervang het inzetstuk voor het stationspaneel (zie Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen).
b. Ga verder met stap 12.
8. Als u het cd-/dvd-station vervangt of een nieuw station installeert, schuift u het station op zijn plaats.
9. Lijn de schroefgaten in het cd-/dvd-station uit met de schroefgaten in het compartiment voor het cd-/dvd-station.
1
schroeven(2)
2
schroefgaten in het compartiment
voor het cd-/dvd-station
3
aansluiting op moederbord (elke beschikbare
aansluiting SATA0 - SATA3)
4
stroomkabel
5
gegevenskabel
6
cd/dvd-station
N.B. Als u het cd-/dvd-station verwijdert en het niet direct vervangt, dient u de stekker van de gegevenskabel uit het moederbord te verwijderen
en de kabel op een veilige plek te bewaren.
10. Plaats de twee schroeven terug waarmee het cd-/dvd-station aan het chassis is bevestigd.
11. Sluit de voedings- en gegevenskabels aan op het cd-/dvd-station.
12. Breng het voorpaneel opnieuw aan (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
13. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
14. Sluit de stekker van de computer en apparaten op het stopcontact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
Het FlexDock vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
4. Koppel de FlexDock USB-kabel los van de achterkant van FlexDock en van de interne USB-aansluiting (F_USB1) op het moederbord (zie Onderdelen van
het moederbord).
5. Verwijder de twee schroeven die het FlexDock vasthouden.
6. Schuif het FlexDock naar buiten via de voorzijde van de computer.
7. Als u het FlexDock niet opnieuw installeert, moet u het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen. (zie Het inzetstuk van het stationspaneel
opnieuw aanbrengen).
8. Ga als volgt te werk als u een nieuw FlexDock installeert:
a. Verwijder het inzetstuk van het stationspaneel indien van toepassing (zie Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen).
b. Verwijder het FlexDock uit de verpakking.
9. Schuif het FlexDock voorzichtig op zijn plaats in de FlexDock-sleuf.
10. Lijn de schroefgaten in het FlexDock-apparaat uit met de schroefgaten in het FlexDock.
N.B. Alsueennieuwstationhebtgeïnstalleerd,moetudedocumentatieraadplegendiebijhetstationwerdgeleverdvoorinstructiesmetbetrekking
tot de installatie van software die eventueel voor de werking van het station is benodigd.
1
schroeven(2)
2
F_USB1-aansluiting
3
flexdock USB-kabel
4
flexdock
11. Plaats de twee schroeven terug waarmee het FlexDock-apparaat op zijn plaats wordt gehouden.
12. Sluit de FlexDock USB-kabel aan op de achterkant van het FlexDock- apparaat en op de interne USB-aansluiting (F_USB1) op het moederbord (zie
Onderdelen van het moederbord).
13. Breng het voorpaneel weer aan (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
14. Plaats de computerbehuizing terug (zie De computerkap terugplaatsen).
15. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
De mediakaartlezer vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
4. Verwijder alle aanwezige uitbreidingskaarten (zie Een PCI/PCI Express Card vervangen).
5. Koppel de kabel die op de mediakaartlezer is aangesloten los van het moederbord (F_USB4).
6. Verwijder de schroef waarmee het mediakaartpaneel aan het chassis is bevestigd.
7. Verwijder voorzichtig het bestaande mediakaartpaneel van de computer.
8. Als u een nieuw mediakaartpaneel wilt installeren, moet u de klem voor het mediakaartpaneel uitlijnen met de daarvoor bestemde sleuf en moet u de
een en ander hierin schuiven.
9. Breng de schroef opnieuw aan en zet deze vast om het mediakaartpaneel aan het chassis te bevestigen.
10. Sluit de kabels opnieuw op het moederbord aan.
N.B. Zorg ervoor dat het FlexDock isgeïnstalleerdvoordatdeFlexDock-kabel wordt aangesloten.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
KENNISGEVING: Noteer zorgvuldig hoe elke kabel is geplaatst alvorens u deze verwijdert, zodat u de kabels later op juiste wijze opnieuw kunt
aansluiten. Kabels die niet of op verkeerde wijze zijn aangesloten, kunnen problemen met de computer veroorzaken.
1
schroef
2
paneel mediakaartlezer
3
klem mediakaartlezer
11. Plaats eventuele uitbreidingskaarten terug (zie Een PCI/PCI Express Card vervangen).
12. Breng het voorpaneel weer aan (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
13. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
14. Sluit de stekkers van de computer en apparaten op het stopconctact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
De afbreekbare metalen plaat van de FlexBay verwijderen
Lijn de punt van een kruiskopschroevendraaier uit met de sleuf op de afbreekbare metalen plaat en draai de schroevendraaier naar buiten om de metalen
plaat te verwijderen.
De inzetstukken van het FlexDock-station vervangen
1. Verwijder het voorpaneel (zie Het I/O-voorpaneel vervangen).
2. Druk de hendel van het inzetstuk voorzichtig naar buiten om de vergrendeling te openen.
3. Trek het inzetstuk van het FlexBay-station weg van het voorpaneel.
4. Als u het inzetstuk van het FlexBay-station terug wilt plaatsen, moet u dit op de juiste plaats zetten.
5. Druk de hendel van het inzetstuk in de richting van het voorpaneel tot het op zijn plaats klikt.
KENNISGEVING: Om aan de FCC-richtijnen te voldoen, verdient het de aanbeveling om het inzetstuk van het FlexBay-station opnieuw aan te brengen
wanneer dit station uit de computer is verwijderd.
1
voorpaneel
2
hendel inzetstuk
3
inzetstuk FlexDock-station
Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen
Lijn het inzetstuk van het stationspaneel uit met de rander van de lege sleuf van de FlexDock Reader en druk op het paneelinzetstuk tot dit op zijn plaats
klikt.
Terug naar inhoudsopgave
KENNISGEVING: Om aan de FCC-richtijnen te voldoen, verdient het de aanbeveling om het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aan te brengen
wanneer het FlexDock uit de computer is verwijderd.
1
achterzijde van de computer
2
inzetstuk van stationspaneel (optioneel)
Terug naar inhoudsopgave
Ventilatoren vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
De chassisventilator vervangen
De processorventilator en warmteafleiding vervangen
De chassisventilator vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder de stekker van de kabel van de chassisventilator uit de aansluiting op het moederbord (CHASSIS_FAN).
4. Verwijder de vier schroeven waarmee de chassisventilator is bevestigd.
5. Til de chassisventilator weg van de computer.
6. Om de chassisventilator te installeren moet u deze op zijn plek schuiven naar de achterzijde van de computer.
7. Plaats de vier schroeven terug en draai deze vast om de chassisventilator te bevestigen.
8. Sluit de stekker van de kabel van de chassisventilator aan op de aansluiting op het moederbord (CHASSIS_FAN).
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
De processorventilator en warmteafleiding vervangen
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u de stekker
van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap opent.
KENNISGEVING: Raak tijdens het verwijderen van de chassisventilator de schoepen van de ventilator niet aan. Hierdoor kan de ventilator beschadigd
raken.
1
schroeven (4)
2
chassisventilator
LET OP: Hoewel de ventilator van de warmteafleiding van een plastic hoes is voorzien, kan de warmteafleiding tijdens een normale werking
uiterst heet worden. Laat de warmteafleiding enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
KENNISGEVING: Raak de schoepen van de ventilator niet aan wannneer u de processorventilator en warmteafleiding verwijdert. Hierdoor kan de
ventilator beschadigd raken.
KENNISGEVING: Deprocessorventilatorenwarmteafleidingvormenééngeheel.Probeerdeventilatornietafzonderlijkteverwijderen.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder de stekker van de ventilatorkabel uit de FAN_CAGE-aansluiting op het moederbord (zie het gedeelte Onderdelen van het moederbord).
4. Haal voorzichtig eventuele kabels weg die over de processorventilator en warmteafleiding lopen.
5. Verwijder de vier borgschroeven waarmee de processorventilator en warmteafleiding zijn bevestigd en til de ventilator en warmteafleiding rechtstandig
uit de computer omhoog.
6. Als u de processorventilator en de warmteafleider terug wilt zetten, moet u eerst het thermische vet aan de onderkant van de warmteafleider
schoonmaken.
7. Breng het nieuwe thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
8. Zorg ervoor dat de kant die als "Rear" (achterkant) is gelabeld op de processorventilator en warmteafleider naar de achterkant van de computer wijst.
Lijn de geborgde schroeven op de processorventilaror en warmteafleider uit met de vier metalen schroefgatuitsteeksels op het moederbord.
9. Draai de vier borgschroeven vast.
10. Sluit de stekker van de kabel van de processorventilator en warmteafleiding aan op de CPU_FAN-aansluiting op het moederbord (zie Onderdelen van
het moederbord).
11. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
12. Sluit de stekkers van de computer en apparaten op het stopconctact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
1
processorventilator en warmteafleiding
2
geborgde schroeven (4)
3
aansluiting voor processorventilator (CPU_FAN)
N.B. De processorventilator en warmteafdleiding in uw computer zien er mogelijk anders uit dan in de bovenstaande afbeelding.
KENNISGEVING: Breng nieuw thermisch vet aan. De aanwezigheid van thermisch vet is van groot belang voor de thermische hechting die is vereist
voor een optimale werking van de processor.
N.B. Controleerofdeprocessorventilatorenwarmteafleidingopjuistewijzezijngeïnstalleerdengoedvastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Het voorpaneel opnieuw aanbrengen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Pak de grepen op het voorpaneel een voor een vast en til deze omhoog om het voorpaneel van de voorzijde van de computer te verwijderen.
4. Draai het voorpaneel van de voorzijde van de computer af om de klemmen van het voorpaneel uit de paneelklemmen van het klemgat te verwijderen.
5. Om het voorpaneel opnieuw te installeren, moet u de klemmen van het voorpaneel uitlijnen met het klemgat en de klemmen in het klemgat steken.
6. Draai het voorpaneel naar de computer toe totdat het station op haar plaats vastklikt aan de voorzijde van de computer.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
Terug naar inhoudsopgave
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1
front panel grips (3)
2
voorpaneel
3
front panel clamps (3)
4
klemgat
5
achterzijde van de computer
Terug naar inhoudsopgave
Het I/O-voorpaneel vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
4. Verwijder alle aanwezige uitbreidingskaarten (zie Een PCI/PCI Express Card vervangen).
5. Maak de kabel van het voorpaneel (F_PANEL), de audiokabel van het voorpaneel (F_AUDIO) en de voorste I/O USB-kabel (F_USB2) die op het I/O-
paneel zijn aangesloten, los van het moederbord.
6. Verwijder de schroef waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
7. Verwijder voorzichtig het bestaande I/O-paneel van de computer.
8. Om een nieuw I/O-paneel te installeren moet u de klem van het I/O- paneel uitlijnen met de klemsleuf in het the I/O-paneel en deze vervolgens in de
sleuf schuiven.
9. Plaats de schroef terug waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
10. Sluit de kabels opnieuw op het moederbord aan.
11. Plaats eventuele uitbreidingskaarten terug (zie Een PCI/PCI Express Card vervangen).
12. Breng het voorpaneel weer aan (zie Het voorpaneel opnieuw aanbrengen).
13. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
14. Sluit de stekkers van de computer en apparaten op het stopconctact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
KENNISGEVING: Noteer zorgvuldig hoe elke kabel is geplaatst alvorens u deze verwijdert, zodat u de kabels later op juiste wijze opnieuw kunt
aansluiten. Kabels die niet of op verkeerde wijze zijn aangesloten, kunnen problemen met de computer veroorzaken.
1
sleuf voor klem voor I/O-paneel
2
klem voor I/O-paneel
3
schroef
4
I/O panel
5
kabels
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Geheugenmodules vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Zoek naar de geheugenmodules op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleaansluiting naar buiten.
5. Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u de module voorzichtig heen en weer te bewegen terwijl u deze omhoog trekt.
6. ZorgervoordatuéénenkelegeheugenmoduleinstalleertinDIMM- aansluiting 0, de aansluiting die zich het dichtst bij de processor bevindt, voordat u
modules in andere aansluitingen installeert.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1
bevestigingsklem
2
aansluiting voor geheugenmodule
KENNISGEVING: Installeer geen ECC-geheugenmodules.
KENNISGEVING: Wanneer u de originele geheugenmodules tijdens het opwaarderen van uw geheugen uit de computer verwijdert, moet u deze
gescheiden houden van nieuwe modules die u hebt, zelfs als u die nieuwe modules van Dell hebt gekocht. Combineer een oorspronkelijke
geheugenmodule, indien mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Doet u dit wel, dan loopt u het risico dat de computer niet naar behoren
opstart. De aanbevolen geheugenconfiguraties zijn:
Eenpaargeheugenmodulesvanovereenkomstigegeheugengrootte,geïnstalleerdinDIMM-aansluitingen 0 en 1
of
Eenpaargeheugenmodulesvanovereenkomstigegeheugengrootte,geïnstalleerdinDIMM-aansluitingen 1 en 2, en een ander paar van
overeenkomstigegeheugengrootte,geïnstalleerdinDIMM-aansluitingen 3 en 4
N.B. Als u gemengde paren van geheugenmodules PC2-4300 (DDR2 533-MHz) en PC2-5300 (DDR2 667-MHz) installeert, zullen de modules functioneren
op de snelheid van de geheugenmodule met de laagste prestatie.
1
Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_1 en DIMM_2
2
Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_3 en DIMM_4
7. Lijn de inkeping aan de onderkant van de module uit met de tab op de connector van de geheugenmodule.
8. Druk de module in de aansluiting totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de module juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
10. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
11. Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd, wordt weergegeven.
12. Meld u aan bij de computer.
13. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Microsoft
®
Windows
®
-bureaublad en klik op Eigenschappen.
14. Klik op het tabblad Algemeen.
15. Controleerdehoeveelheidweergegevengeheugen(RAM),omteverifiërenofhetgeheugenjuistisgeïnstalleerd.
Terug naar inhoudsopgave
1
uitsparingen (2)
2
geheugenmodule
3
inkeping
4
aansluiting voor geheugenmodule
KENNISGEVING: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluiting om schade aan de module te
voorkomen.
Terug naar inhoudsopgave
De voedingseenheid terugplaatsen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Volg de gelijkstroomkabels van de voedingseenheid en verwijder elke aangesloten stroomkabel.
4. Plaats de vier schroeven terug waarmee de voedingseenheid wordt bevestigd aan de achterzijde van de computerkast.
5. Schuif de voeding naar de voorzijde van de computer en til deze eruit.
6. Schuif de vervangende stroomvoorziening naar de achterzijde van de computer.
7. Breng alle schroeven opnieuw aan die de stroomvoorziening aan de achterzijde van het computerchassis te bevestigen.
8. Sluit de gelijkstroomkabels opnieuw op het moederbord en de stations en schijven aan.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u de stekker
van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap opent.
KENNISGEVING: Voer onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met de procedures voor verwijdering en terugplaatsing van hardware.
Wanneer u deze stappen onjuist uitvoert, kan computer beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding voor technische hulp.
KENNISGEVING: Noteer de locatie en het ID van elke stroomaansluiting alvorens u de stroomkabels verwijdert.
N.B. Noteer de manier waarop de gelijkstroomkabels onder de lipjes in het computerchassis zijn geleid wanneer u deze uit het moederbord,
stations en schijven verwijdert. U moet deze kabels op juiste wijze opnieuw aanbrengen om te voorkomen dat ze beschadigd of gedraaid raken.
1
voedingseenheid
2
schroeven (4)
LET OP: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van een elektrische schok, omdat deze schroeven een essentieel
onderdeel van de aarding van de computer vormen.
KENNISGEVING: Geleid de gelijkstroomkabels onder de lipjes op het chassis door. De kabels moeten op juiste wijze worden aangebracht om ervoor te
zorgen dat deze niet beschadigd raken.
N.B. Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten en goed vastzitten.
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
10. Sluit de stekkers van de computer en apparaten op het stopconctact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
De rubberen voet vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
De rubber voet verwijderen
De rubberen voet vervangen
De rubber voet verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Leg de computer op zijn zijkant.
3. Trek aan de rubberen voet tot deze loskomt.
De rubberen voet vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Leg de computer op zijn zijkant.
3. Lijn de rubberen voet uit met de hiervoor bedoelde sleuf aan de onderkant van de computer en steek deze hierin.
4. Druk de pen voor de rubberen voet in de voet om deze aan het chassis vast te zetten.
Terug naar inhoudsopgave
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u de stekker
van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap opent.
1
pen rubberen voet
2
rubberen voet
3
sleuf rubberen voet
Terug naar inhoudsopgave
Het moederbord vervangen
DellStudio™540onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Verwijder eventuele uitbreidingskaarten van het moederbord (zie Een PCI/PCI Express Card vervangen).
4. Verwijder de processor en warmteafleiding (zie De processorventilator en warmteafleiding vervangen).
5. Verwijder de processor (zie De processor vervangen).
6. Verwijder de geheugenmodules (zie Geheugenmodules vervangen) en noteer welke geheugenmodule uit elke geheugenmodulesleuf is verwijderd,
zodat u de geheugenmodules op dezelfde locatie kunt installeren nadat het moederbord is vervangen.
7. Verwijder de stekkers van alle kabels uit het moederbord.
8. Verwijder de acht schroeven uit het moederbord.
9. Til het moederbord uit de computer.
10. Plaats het moederbord op de juiste wijze door de schroefgaten op het moederbord uit te lijnen met de schroefgaten op het chassis.
11. Breng de twee schroeven opnieuw aan en draai deze vast om het moederbord aan het computerchassis te bevestigen.
12. Sluit de kabels die u eerder uit het moederbord verwijderde opnieuw aan.
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
KENNISGEVING: Voer onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met de procedures voor verwijdering en terugplaatsing van hardware.
Wanneer u deze stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding voor technische hulp.
LET OP: De koelplaat van de processor kan tijdens normaal gebruik zeer hoge temperaturen bereiken. Laat de koelplaat enige tijd afkoelen
voordat u de assemblage aanraakt.
KENNISGEVING: Noteer nauwlettend de manier waarop elke kabel is aangesloten alvorens u deze verwijdert, zodat u de kabels later op de juiste
wijze kunt aansluiten. Kabels die niet of op verkeerde wijze zijn aangesloten, kunnen problemen met de computer veroorzaken.
1
schroeven (8)
2
moederbord
KENNISGEVING: Kijk bij vervanging van de systeemkaart naar de kaart en vergelijk de nieuwe kaart met de bestaande, om zeker te weten dat u het
juiste onderdeel hebt.
N.B. Sommige onderdelen en connectoren op vervangingsborden kunnen op andere plekken zitten dan de overeenkomstige connectoren op het
bestaande moederbord.
N.B. De jumperinstellingen op vervangende moederborden zijn fabrieksinstellingen.
13. Plaats de geheugenmodules terug (zie Geheugenmodules vervangen).
14. Plaats de processor terug (zie De processor vervangen).
15. Breng de processor en warmteafleiding opnieuw aan (zie De processor vervangen).
16. Plaats eventuele uitbreidingskaarten terug op het moederbord (zie Een PCI Express-kaart installeren).
17. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
18. Sluit de stekkers van de computer en apparaten op het stopconctact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
19. Voer indien nodig een flash-update van de computer-BIOS uit.
Terug naar inhoudsopgave
KENNISGEVING: Zorg ervoor dat de warmteafleiding op juiste wijze is aangebracht en stevig vastzit.
N.B. Zie voor informatie over het flashen van de BIOS het gedeelte De BIOS flashen.
Terug naar inhoudsopgave
System Setup
DellStudio™540onderhoudshandleiding
Overzicht
Vergeten wachtwoorden wissen
De CMOS-instellingen wissen
De BIOS flashen
Overzicht
U kunt het systeemsetupprogramma gebruiken om:
l De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l Een gebruikersoptie zoals een wachtwoord in te stellen of te wijzigen.
l Dehuidigehoeveelheidgeheugentelezenofhetgeïnstalleerdetypevasteschijfintestellen.
System Setup openen
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. WanneerhetblauweDELL™-logo wordt weergegeven, moet u wachten totdat de F2-prompt verschijnt, en direct op <F2> drukken.
System Setup-schermen
In het System Setup-scherm ziet u de huidige of instelbare configuratiegegevens van uw computer. De informatie in het scherm is in drie gedeeltes
onderverdeeld: de lijst met opties, het veld met actieve opties en belangrijke functies.
Opties van het System Setup-programma
KENNISGEVING: Wijzig de instellingen voor dit programma alleen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden
dat de computer niet langer naar behoren werkt.
N.B. Voordat u System Setup gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van System Setup te noteren zodat u deze later ter referentie kunt
gebruiken.
N.B. De F2-promptduidteropdathettoetsenbordisgeïnitialiseerd.Dezepromptkanzeersnelverschijnen.Weesdusophetverschijnenervan
beducht en druk op <F2>. Als u te vroeg op F2 drukt, wordt deze toetsaanslag niet geregistreerd. Als u te lang wacht en het logo van het
besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft®Windows®ziet. Sluit vervolgens de computer af (zie
De computer uitzetten) en probeer het opnieuw.
Menu Wordt boven in het venster van het System Setup-programma weergegeven. Dit veld bevat een menu dat toegang tot de opties van het System
Setup-programma geeft. Druk op de toetsen <¬> en <® > om te navigeren. Als u een optie van het Menu markeert, zal in het gedeelte Options List een
overzichtwordenweergegevenvandeoptiesdiedefiniërenwelkehardwareeropuwcomputerisgeïnstalleerd.
Options List (Lijst met opties) Dit veld verschijnt links van
het venster System Setup. Het veld bestaat uit een lijst
waar u doorheen kunt bladeren en die de kenmerken bevat
die de configuratie van uw computer bepalen, zoals de
geïnstalleerdehardware,deoptiesvoorenergiebesparing
en beveiligingsmaatregelen.
U kunt met de pijltjestoetsen omhoog en omlaag bladeren
door deze lijst. Als u een optie markeert, worden in het
Options Field de huidige en beschikbare instellingen voor
deze optie weergegeven.
Options Field (Optieveld) Dit veld wordt rechts van
het gedeelte Options List weergegeven en bevat
informatie over elke optie in de Options List. In dit
deelvenster kunt u informatie over uw computer
raadplegen en uw huidige instellingen wijzigen. Druk op
<Enter> om de huidige instellingen te wijzigen. Druk op
<ESC> om naar de Options List terug te keren.
N.B. Niet alle instellingen die in het optieveld worden
weergegeven, kunnen worden gewijzigd.
Help Dit veld wordt in het
rechtervenster van het System
Setup-programma weergegeven,
en bevat een lijst met Help-
informatie over de optie die u in de
Options List hebt geselecteerd.
Key Functions Dit veld wordt weergegeven onder het Option Field (Optieveld) en bevat de toetsen en hun functies in het actieve veld van het
systeemsetupprogramma.
N.B. Afhankelijkvanuwcomputerendedaaropgeïnstalleerdeaparatenishetmogelijkdatdeitemsindezesectienietwordenweergegevenofdatze
anders verschijnen dan hier vermeld.
Algemeen
System Date (systeemdatum)
Hier worden de huidige datuminstellingen weergegeven in de indeling mm:dd:jj.
System Time (systeemtijd)
Hier worden de huidige tijdinstellingen weergegeven in de indeling uu:mm:ss.
SATA0
Geeft het SATA-stationweerdatopSATA0isgeïntegreerd.
SATA1
Geeft het SATA-stationweerdatopSATA1isgeïntegreerd.
Bootsequence (Opstartvolgorde)
Deze functie stelt u in staat om de opstartvolgorde voor apparaten te wijzigen.
Boot Options
l Hard Drive (Vaste schijf) De computer wordt opgestart vanaf de primaire vaste schijf. Als de schijf geen besturingssysteem bevat, zal de computer
een foutmelding produceren.
l CD Drive (Cd-station) De computer probeert op te starten vanaf het cd-station. Als er zich geen cd of dvd in het station bevindt, of als de cd of dvd
geen besturingssysteem bevat, zal de computer een foutmelding produceren.
l USB Flash Device (USB Flash-apparaat) Plaats het geheugenapparaat in een USB-poort en start de computer opnieuw. Wanneer in de
rechterbovenhoek van het scherm F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12. Het BIOS detecteert het apparaat en voegt de USB-flashoptie toe aan
het opstartmenu.
Changing Boot Sequence for the Current Boot
Met deze functie kunt u de computer bijvoorbeeld opdracht geven om op te starten vanaf het cd-station, zodat u de Dell Diagnostics kunt uitvoeren vanaf de
schijf Drivers and Utilities, terwijl u de computer weer wilt laten opstarten vanaf de vaste schijf wanneer deze diagnostische tests eenmaal voltooid zijn. U kunt
deze functie gebruiken om bijvoorbeeld uw computer opnieuw op te starten vanaf een USB-apparaat, zoals een diskettestation, een geheugenstick of een cd-
rw-station.
1. Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-connector.
SATA2
SATA-poort niet aanwezig.
SATA3
SATA-poort niet aanwezig.
SATA4
Geeft het SATA-stationweerdatopSATA4isgeïntegreerd.
SATA5
Geeft het SATA-stationweerdatopSATA5isgeïntegreerd.
System Info (Systeeminformatie)
Vermeldt de BIOS-versie, de computernaam, het inventarislabel en het servicelabel.
Memory info (Geheugeninformatie)
Toontdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugen,degeheugensnelheid,kanaalmodus(dualofsingle)enhettype
geïnstalleerdegeheugen.
Geavanceerd
CPU Type (type CPU)
GeeftaanwelktypeCPUisgeïnstalleerd.
L2-cache
Geeft de grootte vande L2-cache voor de CPU aan.
Advanced Chipset Features
(geavanceerde chipset-functies)
Geeft de hoeveelheid videogeheugen aan (standaard 32 MB).
IntegratedPeripherals(geïntegreerde
randapparatuur)
Stelt u in staat om de ingebouwde apparaten en poorten van uw computer te activeren of deactiveren.
CPU Configuration (configuratie CPU)
Stelt u in staat om de CPU-functies die de prestatie van de computer verbeteren, te activeren of deactiveren.
USB Configuration (configuratie USB)
Hiermee kunt u de USB-controller in- of uitschakelen.
Voeding
Power Management Setup (instellingen
energiebeheer)
ACPI Suspend Type
Geeft het opschortingstype van de ACPI weer. De standaardwaarde is S3.
Remote Wake Up (Extern ontwaaksignaal)
Deze optie schakelt de computer in wanneer een gebruiker probeert om toegang tot de computer te krijgen via
het LAN.
Auto Power On (Automatisch inschakelen)
Stelt u in staat om een alarm in te stellen dat de computer automatisch inschakelt.
Auto Power On Date
Hiermee kunt u de datum instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld (standaard 0).
Auto Power On Time
Hiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld (standaard
0:00:00).
AC Recovery (Herstel stroom)
Off; On; Last (de standaardwaarde is Off)
Boot (opstarten)
Boot Device Priority (prioriteit
opstartapparaat)
Hiermee stelt u de opstartvolgorde voor opstartbronnen in. Alleen opstartbronnen die op de computer zijn
aangesloten zullen als mogelijkheid worden weergegeven.
Removable Device Priority
Hiermee stelt u de opstartprioriteit in voor de aangesloten verwijderbare apparaten.
Hard Disk Boot Priority
Hiermee kunt u de opstartprioriteit voor vaste schijven instellen. De items die hier worden weergegeven,
worden op dynamische wijze bijgewerkt op basis van de gedetecteerde vaste schijven.
CD/DVD Boot Priority (opstartprioriteit
cd/dvd)
Hiermee stelt u de opstartprioriteit voor de cd/dvd in. De items die hier worden weergegeven, worden op
dynamische wijze bijgewerkt op basis van de gedetecteerde vaste schijven.
Boot Settings Configuration (configuratie
opstartinstellingen)
Fast Boot, Numlock en toetsenbordfouten configureren.
Security (beveiliging)
Biedt opties voor het inschakelen, uitschakelen en wijzigen van de wachtwoorden.
Exit (Afsluiten)
Exit Options (afsluitopties)
Biedt opties zoals Exit Saving Changes, Exit Discarding Changes, Load Setup Default en Discard Changes.
N.B. Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten of een apparaat opstartbaar is, raadpleegt
u de documentatie bij het apparaat.
2. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3. Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F2 = Setup, F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows
ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Het menu Boot Device verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartbronnen. Naast elk apparaat staat een nummer.
4. Als het menu Boot Device verschijnt, moet u aangeven vanaf welk apparaat u wilt opstarten.
Wanneer u bijvoorbeeld start vanaf een USB-geheugenstick, selecteert u USB Flash Device en drukt op <Enter>.
De opstartvolgorde voor toekomstige opstartprocedures wijzigen
1. Open System Setup (zie System Setup openen).
2. Gebruik de pijltoetsen om het menu Boot (Opstarten) te markeren en druk vervolgens op Enter om het menu te openen.
3. Druk op de pijl-omhoog en pijl-omlaag om door de lijst met apparaten te gaan.
4. Druk op de toets plus (+) of minus () om de opstartprioriteit van het apparaat te wijzigen.
Vergeten wachtwoorden wissen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Zoek naar de wachtwoordaansluiting met 3 pinnen (CLEAR_PW) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de jumperstekker met 2 pennen van pen 2 en 3 en plaats deze op pen 1 en pen 2.
N.B. Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten of een apparaat opstartbaar is, raadpleegt
u de documentatie bij het apparaat.
N.B. Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt herstellen.
LET OP: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer zijn
meegeleverd.
LET OP: Om de CMOS-instellingen te wissen moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
5. Wacht ongeveer vijf seconden om het wachtwoord te wissen.
6. Verwijder de jumperstekker met 2 pennen van pen 1 en pen 2 en plaats deze op pen 2 en pen 3 om de wachtwoordfunctie in te schakelen.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
De CMOS-instellingen wissen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Zoek de 3-pins CMOS-jumper (CLR_CMOS) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de jumperplug van de wachtwoordjumper (CLR_CMOS) pin 1 en 2.
5. Plaats de jumperplug op de CMOS-jumper (CLR_CMOS) pin 2 en 3 en wacht ongeveer vijf seconden.
6. Verwijder de jumperplug en zet deze terug op de wachtwoordjumper (CLR_CMOS) pin 1 en 2.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
De BIOS flashen
Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen indien een update beschikbaar is of wanneer u het moederbord vervangt.
1. Zet de computer aan.
2. Zoek naar het updatebestand voor de BIOS van uw computer op de Dell Support-website: support.dell.com.
3. Klik op Download Now (nu downloaden) om het bestand te downloaden.
4. Als het venster Export Compliance Disclaimer verschijnt, klikt u op Yes, I Accept this Agreement.
LET OP: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer zijn
meegeleverd.
LET OP: Om de CMOS-instellingen te wissen moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
N.B. Voor non-VS -regio's: kies uw land/regio uit de vervolgkeuzelijst onder aan de Dell Support-website en zoek dan het BIOS-updatebestand
voor uw computer.
Het venster File Download zal verschijnen.
5. Klik op Save this program to disk (dit programma opslaan op schijf) en klik vervolgens op OK.
Het venster Save in zal verschijnen.
6. Klik op de pijl naar beneden om het menu Save In (opslaan in) weer te geven. Selecteer Desktop (bureaublad) en klik vervolgens op Opslaan.
Het bestand wordt naar het bureaublad gedownload.
7. Klik op Sluiten wanneer het venster Download complete verschijnt.
Het bestandspictogram zal op het bureaublad worden weergegeven en zal dezelfde naam hebben als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.
8. Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de instructies op het scherm.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Technisch overzicht
DellStudio™540onderhoudshandleiding
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
LET OP: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1
optionele vaste schijf
2
vaste schijf
3
flexdock
4
optioneel cd- of dvd-station
5
voedingseenheid
6
cd of dvd-station
Terug naar inhoudsopgave
1
processorcontact (CPU)
2
aansluiting voor processorventilator (CPU_FAN)
3
jumper voor CMOS wissen (CMOS_PW)
4
CMOS-jumper (CLEAR CMOS)
5
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM_1)
6
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM_3)
7
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM_2)
8
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM_4)
9
primaire voedingsaansluiting (ATX POWER)
10
aansluiting voor SATA-schijf (SATA0)
11
aansluiting voor SATA-schijf (SATA1)
12
aansluitingvoorseriëelATA-station (SATA5)
13
aansluitingvoorseriëelATA-station (SATA4)
14
S/PDIF out-aansluiting (SPDIF_OUT1)
15
aansluiting voorpaneel (F_PANEL)
16
USB-aansluiting voorzijde (F_USB5)
17
USB-aansluiting mediakaartlezer (F_USB4)
18
USB-aansluiting aan voorzijde (F_USB3)
19
I/O USB-aansluiting aan voorzijde (F_USB2)
20
FlexDock USB-aansluiting (F_USB1)
21
1394-aansluiting aan voorzijde (F_1394)
22
batterijhouder
23
audioconnector voorzijde (F_AUDIO)
24
PCI-aansluiting (PCI 1)
25
PCI Express x1-aansluiting (PCIE_X1_2)
26
PCI Express x1-aansluiting (PCIE_X1_1)
27
PCI Express x16-aansluiting (PCIE X16)
28
audioaansluitingen
29
HDMI-aansluiting (HDMI)
30
2 USB-aansluiting en 1 LAN-aansluiting
31
aansluiting chassisventilator (SYS_FAN1)
32
2 USB-aansluitingen en 1 IEEE 1394-aansluiting
33
videoaansluiting (VGA)
34
S/PDIF-aansluiting (SPDIF_OUT2)
35
stroomaansluiting voor processor (ATX_CPU)
Terug naar inhoudsopgave
DellStudio™540onderhoudshandleiding
Opmerkingen, kennisgevingen en veiligheidstips
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2008DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in dit document: Dell, het DELL-logo en Dell Studio zijn merken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter
aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Model DCMA
Juli2008HerzieningA00
Terug naar inhoudsopgave
N.B. Een OPMERKING of N.B. duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: EenKENNISGEVINGduidtpotentiëleschadeaanhardwareofpotentieelgegevensverliesaanenverteltuhoehetprobleemkan
worden vermeden.
LET OP: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39

Dell Studio D540 de handleiding

Type
de handleiding