Dell Studio XPS 435T / 9000 de handleiding

Type
de handleiding
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2009DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in deze tekst worden gebruikt: Dell, het DELL-logo en Studio XPS zijn handelsmerken van Dell Inc. Intel is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation
in de V.S. en andere landen; Microsoft, Windows, Windows Vista en het logo op de startknop van Windows Vista zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter
aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Model DCRM
Juli2009Rev.A01
Technisch overzicht
Voordat u begint
De computerkap vervangen
Het voorpaneel vervangen
De paneelverlichting vervangen
Geheugenmodules vervangen
Stations vervangen
Een PCI Express-kaart vervangen
Ventilators vervangen
De processor vervangen
Het moederbord vervangen
De batterij vervangen
De voedingseenheid vervangen
De bovenste kap vervangen
Het I/O-paneel vervangen
Systeeminstellingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWING: EenWAARSCHUWINGduidtpotentiëleschadeaanhardwareofpotentieelgegevensverliesaanenverteltuhoehetprobleem
kan worden vermeden.
GEVAAR: GEVAAR duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar inhoudsopgave
De paneelverlichting vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Druk de lipjes weg van de paneelverlichting en til de paneelverlichting van het voorpaneel.
5. Lijn om de paneelverlichting te plaatsen de gaatjes van de paneelverlichting uit met de uitsteeksels op het voorpaneel.
6. Druk de paneelverlichting op zijn plek tot deze vastklikt.
7. Sluit de kabel van de paneelverlichting aan.
8. Breng het voorpaneel weer aan (zie Het voorpaneel vervangen).
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
paneelverlichting
2
3
lipjes (3)
Terug naar inhoudsopgave
Voordat u begint
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
Technische specificaties
Aanbevolen hulpmiddelen
Uw computer uitschakelen
Veiligheidsinstructies
Dit hoofdstuk bevat instructies over het verwijderen en installeren van de componenten in de computer. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure
uitgegaan van het volgende:
l U hebt de stappen in Uw computer uitschakelen en Veiligheidsinstructies uitgevoerd.
l U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
l U kunt onderdelen vervangen of, indien los verkregen, installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Technische specificaties
Raadpleeg voor informatie over de technische specificaties voor uw computer de installatiehandleiding die bij uw computer is geleverd, of raadpleeg de Dell
Support-website op support.dell.com.
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
l Kleine platte schroevendraaier
l Kleine kruiskopschroevendraaier
l BIOS-upgrade-cd of het programma voor het bijwerken van het BIOS dat beschikbaar is op de Dell Support-website op support.dell.com
Uw computer uitschakelen
1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze en sluit alle geopende programma's af.
2. Klik op de knop Start van Windows Vista linksonder op het bureaublad, klik daarna op de pijl rechtsonder in het menu Start en ten slotte op
Afsluiten.
3. De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
4. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Houd de aan/uit-knop 4 seconden ingedrukt indien uw computer en
aangeslotenapparatennietautomatischwordenuitgeschakeldwanneeruhetbesturingssysteemafsluit.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
WAARSCHUWING: Om gegevensverlies te voorkomen moet u alle gegevens binnen geopende bestanden opslaan en de bestanden sluiten. Sluit
vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een stekker met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert.
Als u de stekkers van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de stekkerpennen wordt
verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide conrectoren op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
3. Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de computer.
4. Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houd de aan/uit-knop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWING: Om een netwerkkabel te verwijderen moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en
vervolgens de stekker van de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken,
zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe
een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Terug naar inhoudsopgave
Een PCI Express-kaart vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express Card
1. Maak om een PCI-kaart te verwijderen in het besturingssysteem de installatie van het stuurprogramma en de software van de PCI Express-kaart
ongedaan.
2. Volg de procedures in Voordat u begint.
3. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
4. Trek aan de klem voor uitbreidingskaarten en til deze van de computer. Verwijder eventuele kabels die zijn aangesloten op de kaart.
5. Druk op de lipjes van de PCI-kaarthouder en duw de houder naar de achterkant van de computer totdat de houder daar vastklikt.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
klem voor uitbreidingskaarten
1
PCI-kaart
2
PCI-kaarthouder
6. In het geval van een PCI-kaart moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze vervolgens voorzichtig uit de connector trekken.
7. In het geval van een PCI Express x16-kaart duwt u op het bevestigingslipje en pakt u de kaart aan de bovenhoeken vast. Haal de kaart voorzichtig uit
de connector.
8. Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u niet van plan bent een kaart te vervangen.
9. Verwijder indien aanwezig de vulbeugel uit de kaartsleufopening.
10. Maak de kaart klaar voor installatie.
Zie de documentatie die bij de kaart is meegeleverd voor informatie over het configureren, aanpassen en maken van interne verbindingen op de kaart.
11. Lijn de kaart uit met de aansluiting.
12. Plaats de kaart in de connector en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.
3
sleuven (2)
1
PCI Express x16-kaart
2
bevestigingslipje
3
PCI Express x1-kaart
4
PCI Express x1-kaartsleuf
5
PCI Express x16-kaartsleuf
WAARSCHUWING: Het plaatsen van beugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. Bovendien
houden de beugels stof en vuil tegen.
OPMERKING: Als u een PCI Express-kaart in de x16-aansluiting installeert, moet u ervoor zorgen dat de beveiligingssleuf is uitgelijnd met het
beveiligingslipje.
1
uitlijningsrand
2
volledig geplaatste kaart
3
niet volledig geplaatste kaart
4
kaartgeleider
5
beugel binnen de sleuf
6
beugel buiten de sleuf
WAARSCHUWING: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat
de computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
13. Sluit indien van toepassing alle kabels aan die met de kaart verbonden moeten zijn.
Raadpleeg de kaartdocumentatie voor informatie over de kabelaansluitingen van de kaart.
14. Druk op de lipjes van de PCI-kaarthouder totdat deze op zijn plaats klikt op de vulbeugels.
15. Druk op de lipjes en druk de klem voor uitbredingskaarten op zijn plaats totdat deze vastklikt.
16. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
17. Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
18. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express Card voor informatie over het voltooien van de installatie.
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express
Card
1
PCI-kaarthouder
2
vulbeugel
OPMERKING: Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie over de locaties van connectoren.Raadpleeg de documentatie die bij de kaart
werd geleverd voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's en software voor de kaart.
Geïnstalleerd
Verwijderd
Geluidskaart
1. Open de
systeeminstellingen (zie
Systeeminstellingen).
2. Ga naar Advanced
Chipset Features
(Geavanceerde
chipsetfuncties) en
selecteer Onboard
Audio Controller
(Ingebouwde
audiocontroller). Wijzig
vervolgens de instelling
in Disabled
(Uitgeschakeld).
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de connectoren van de
geluidskaart.
1. Open de
systeeminstellingen (zie
Systeeminstellingen).
2. Ga naar Advanced
Chipset Features
(Geavanceerde
chipsetfuncties) en
selecteer Onboard
Audio Controller
(Ingebouwde
audiocontroller). Wijzig
vervolgens de instelling
in Enabled
(Ingeschakeld).
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de connectoren op het
achterpaneel van de
computer.
Netwerkkaart
1. Open de
systeeminstellingen (zie
Systeeminstellingen).
2. Ga naar Advanced
Chipset Features
(Geavanceerde
chipsetfuncties) en
selecteer Onboard LAN
Controller (Ingebouwde
LAN-controller). Wijzig
vervolgens de instelling
in Disabled
(Uitgeschakeld).
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
connector voor de
1. Open de
systeeminstellingen (zie
Systeeminstellingen).
2. Ga naar Advanced
Chipset Features
(Geavanceerde
chipsetfuncties) en
selecteer Onboard LAN
Controller (Ingebouwde
LAN-controller). Wijzig
vervolgens de instelling
in Enabled
(Ingeschakeld).
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
ingebouwde
Terug naar inhoudsopgave
netwerkkabel.
netwerkaansluiting.
Terug naar inhoudsopgave
De batterij vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Maak een notitie van alle systeeminstellingsschermen (zie Systeeminstellingen) zodat u de juiste instellingen kunt herstellen tijdens stap10.
2. Volg de procedures in Voordat u begint.
3. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
4. Zoek de batterijhouder (zie Onderdelen van het moederbord).
5. Druk de batterijontgrendeling voorzichtig weg van de batterij. Hierdoor zal de batterij uit het compartiment springen.
6. Verwijder de batterij uit de computer en gooi deze conform de regels weg.
7. Plaats de nieuwe batterij in de houder met de "+"-zijde naar boven en klik de batterij vervolgens op zijn plaats.
8. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
9. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel ze in.
10. Open de systeeminstellingen (zie Systeeminstellingen) en herstel de instellingen die u hebt gedocumenteerd in stap 1.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Eennieuwebatterijkanexploderenalsdezenietgoedwordtgeïnstalleerd.Vervangbatterijenalleendoorbatterijenvanhetzelfdeof
een vergelijkbaar type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
WAARSCHUWING: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de socket wrikt, dient u op te letten dat u het moederbord niet met dat voorwerp
aanraakt.Zorgervoordathetvoorwerptussendebatterijendesocketisgeplaatstvoordatuprobeertdebatterijlostekrijgen.Alsuditniet
doet, kunt u het moederbord beschadigen door de socket los te wrikken of door de kopersporen te breken.
1
batterij (positieve kant)
2
batterijontgrendeling
1
batterij (positieve kant)
2
batterijontgrendeling
Terug naar inhoudsopgave
De computerkap vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
3. Open het hangslot, indien aanwezig.
4. Verwijder de twee duimschroeven waarmee de computerkap is vastgezet.
5. Schuif de kap richting achterzijde computer en til deze dan weg van de computer.
6. Zet de computerkap apart op veilige plaats.
7. Als u de computerkap wilt terugplaatsen, voert u de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Ter voorkoming van elektrische schokken, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel, dient u de
stekker van de computer altijd uit het stopcontact te halen voordat u de behuizing verwijdert.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm ruimte op het bureaublad aanwezig is voor de computer en de verwijderde computerkap.
1
duimschroeven (2)
2
computerkap
3
voorzijde computer
Terug naar inhoudsopgave
De processor vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Koppel de stroomkabels los van de voedingsaansluiting voor de processor (PWR2) en hoofdvoedingsconnector (PWR1) op het moederbord (zie
Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de processorventilator en warmteafleider uit de computer (zie De processorventilator en warmteafleiding vervangen).
5. Druk de ontgrendelingshendel naar beneden en naar buiten, zodat deze loskomt uit het haakje.
6. Open de processorkap.
7. Til de processor op om deze uit het contact te verwijderen en bewaar deze op een veilige plek.
Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de socket kan worden geplaatst.
8. Pak de nieuwe processor uit. Wees voorzichtig dat u de onderkant van de processor hierbij niet aanraakt.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Voer de onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met het verwijderen en vervangen van hardware. Wanneer u
deze stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding als u contact wilt opnemen voor technische
assistentie.
GEVAAR: Ondanks de aanwezigheid van een plastic schild kunnen de processorventilator en warmteafleider tijdens normale werking zeer heet
worden. Laat de onderdelen enige tijd afkoelen alvorens ze aan te raken.
OPMERKING: Tenzij er een nieuwe warmteafleider voor de nieuwe processor nodig is, kunt u de oorspronkelijke warmteafleider opnieuw
gebruiken wanneer u de processor vervangt.
1
processorkap
2
processor
3
socket
4
ontgrendeling
WAARSCHUWING: Zorg dat u de pennen binnen de processorsocket niet aanraakt bij het verwijderen of terugplaatsen van de processor en dat
hier geen objecten op vallen.
WAARSCHUWING: Zorg dat u geaard bent door een van de ongeschilderde metalen oppervlakken aan de achterzijde van de computer aan te
raken.
9. Als de ontgrendeling op de socket niet volledig is uitgeklapt, moet u deze alsnog in deze positie plaatsen.
10. Lijn de uitlijningsinkeping aan de voor- en achterzijde van de processor uit met de uitlijningsinkeping aan de voor- en achterzijde van de socket.
11. Lijn de pin 1-hoeken van de processor uit met die van de socket.
12. Schuif de processor voorzichtig in de socket en controleer of de processor op juiste wijze is aangebracht.
13. Wanneer de processor goed op zijn plek zit, dient u de processorkap te sluiten.
14. Draai de ontgrendelingshendel terug in de richting van de socket en klik deze vast om de processor vast te zetten.
15. Verwijder de koelpasta aan de onderzijde van de warmteafleider.
16. Breng nieuwe koelpasta op de bovenzijde van de processor aan.
17. Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug (zie De processorventilator en warmteafleiding vervangen).
18. Sluit de stroomkabels aan op de voedingsconnector voor de processor (PWR2) en de hoofdvoedingsconnector (PWR1) op het moederbord (zie
Onderdelen van het moederbord).
19. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
20. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel ze in.
1
lipje
2
processorkap
3
uitlijningsinkeping (2)
4
processor
5
socket
6
middelste vergrendeling processorkap
7
ontgrendeling
8
pin 1-indicator voor de processor
WAARSCHUWING: Plaats de processor op de juiste wijze in de socket; zo voorkomt u blijvende schade aan de processor en de computer
wanneer u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING: Socketpinnen zijn kwetsbaar. Voorkom schade door de processor goed uit te lijnen met de socket en door geen onnodige
kracht te gebruiken tijdens het plaatsen van de processor. Zorg dat u de pinnen op het moederbord niet aanraakt of buigt.
WAARSCHUWING: Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met de socket en geen onnodige kracht te gebruiken tijdens
het aanbrengen van de processor.
OPMERKING: Controleer of het lipje op de processorkap onder de middelste kapvergrendeling op de socket is geplaatst.
WAARSCHUWING: Breng nieuwe koelpasta aan. Koelpasta is van essentieel belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een optimale
werking van de processor.
WAARSCHUWING: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Stations vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
De vaste schijf vervangen
Het optische station vervangen
De mediakaartlezer vervangen
Het FlexDock vervangen
Het inzetstuk voor het FlexDock-station vervangen
Het metalen inzetstuk vervangen
De vaste schijf vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Koppel de voedings- en gegevenskabels los van de vaste schijf.
4. Verwijder de twee schroeven waarmee de vaste schijf aan het chassis is bevestigd.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
OPMERKING: Het moederbord biedt geen ondersteuning voor IDE-hardware.
OPMERKING: Het 3,5 inch-FlexDock is niet onderling uitwisselbaar met de drager van de vaste schijf.
WAARSCHUWING: Maak een back-up van uw bestanden alvorens u met deze procedure van start gaat indien u een vaste schijf vervangt die
gegevens bevat die u wilt behouden.
OPMERKING: Als u de vaste schijf op dit moment niet vervangt, moet u de stekker aan het andere uiteinde van de gegevenskabel uit het
moederbord verwijderen en de kabel opzij leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een vaste schijf te installeren.
1
vaste schijf
2
schroeven (2)
3
moederbordconnector
4
voedingskabel
5
gegevenskabel
5. Schuif het station naar buiten in de richting van de achterkant van de computer.
6. Als u de vaste schijf wilt vervangen, dient u de documentatie bij de schijf te raadplegen om te controleren of deze voor uw computer is geconfigureerd.
7. Schuif de vaste schijf in het vasteschijfcompartiment.
8. Brengdetweeschroefopeningenindevasteschijfopéénlijnmetdeschroefopeningeninhetvasteschijfcompartiment.
9. Breng de twee schroeven opnieuw aan en zet ze vast om de vaste schijf aan het chassis te bevestigen.
10. Sluit de voeding- en gegevenskabels aan op de vaste schijf.
11. Zorg dat alle kabels en stekkers op juiste wijze en stevig zijn aangesloten.
12. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
13. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel ze in.
Het optische station vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Ontkoppel de stroom- en gegevenskabels van het optische station.
5. Verwijder de twee schroeven waarmee het optische station aan het chassis is bevestigd.
6. Duw en schuif het optische station door de voorzijde van de computer naar buiten.
7. Als u het station niet vervangt:
a. Plaats het inzetstuk voor het stationspaneel (zie Het metalen inzetstuk vervangen).
b. Ga verder met stap 13.
8. Als u het optische station vervangt of een nieuw installeert, verwijdert u de schroef van het oude optische station en plaatst u deze in het nieuwe
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat u geen krassen op de printplaat van de vaste schijf maakt wanneer u de vaste schijf verwijdert of vervangt.
OPMERKING: Als u het enige optische station verwijdert en het niet direct vervangt, dient u de stekker van de gegevenskabel uit het moederbord
te verwijderen en de kabel op een veilige plek te bewaren.
1
schroeven (2)
2
optisch station
3
voedingskabel
4
gegevenskabel
station.
9. Plaats het optische station in het chassis en schuif het op zijn plek.
10. Lijn de schroef van het optische station uit met de sleuven in het compartiment voor het optische station.
11. Breng de twee schroeven opnieuw aan en zet ze vast om het optische station aan het chassis te bevestigen.
12. Sluit de voeding- en gegevenskabels aan op het optische station.
13. Breng het voorpaneel opnieuw aan (zie Het voorpaneel vervangen).
14. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
15. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel deze in.
De mediakaartlezer vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Verwijder de schroef waarmee de mediakaartlezer aan het chassis is bevestigd.
5. Duw en schuif de mediakaartlezer via de voorzijde van de computer naar buiten.
6. Koppel de stroom- en gegevenskabels aan de achterzijde van de mediakaartlezer los.
OPMERKING: Alsueennieuwstationhebtgeïnstalleerd,moetudedocumentatieraadplegendiebijhetstationwerdgeleverdvoorinstructies
met betrekking tot de installatie van software die eventueel voor de werking van het station is benodigd.
OPMERKING: Als u de enige mediakaartlezer verwijdert en deze niet direct vervangt, dient u de stekker van de gegevenskabel uit het
moederbord te verwijderen en de kabel op een veilige plek te bewaren.
7. Ga naar stap 12 als u de mediakaartlezer niet vervangt.
8. Als u de mediakaartlezer terugplaatst of een nieuwe installeert, schuift u de mediakaartlezer op zijn plaats.
9. Lijn de schroefopening in de mediakaartlezer uit met de schroefopening in het chassis.
10. Plaats de schroef terug waarmee de mediakaartlezer aan het chassis is bevestigd.
11. Sluit de voedings- en gegevenskabels aan op de mediakaartlezer.
12. Breng het voorpaneel opnieuw aan (zie Het voorpaneel vervangen).
13. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
14. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel deze in.
Het FlexDock vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Verwijder de twee schroeven die het FlexDock vasthouden.
5. Verwijder de voedingskabel van de voedingsconnector van het FlexDock.
6. Verwijder de USB-kabel van het FlexDock van de connector (JUSB4 of JUSB5) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
7. Schuif het FlexDock naar buiten via de voorzijde van de computer.
1
moederbordconnector
2
voedingskabel
3
gegevenskabel
4
mediakaartlezer
5
schroef
OPMERKING: Als u het FlexDock op dit moment niet vervangt, moet u de stekker aan het andere uiteinde van de gegevenskabel uit het
moederbord verwijderen en de kabel opzij leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een FlexDock te installeren.
8. Als u het FlexDock niet terugplaatst, dient u het metalen inzetstuk terug te zetten (zie Het metalen inzetstuk vervangen)endientudoortegaanmet
stap 15.
9. Ga als volgt te werk als u een nieuw FlexDock installeert:
a. Verwijder indien aanwezig het metalen inzetstuk (zie Het metalen inzetstuk vervangen).
b. Verwijder indien aanwezig het inzetstuk van het FlexDock (zie Het inzetstuk voor het FlexDock-station vervangen).
c. Verwijder het FlexDock uit de verpakking.
10. Schuif het FlexDock voorzichtig op zijn plaats in het FlexDock-compartiment.
11. Sluit de USB-kabel van het FlexDock aan op de connector (JUSB4 of JUSB5) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
12. Sluit de voedingskabel aan op de voedingsconnector van het FlexDock.
13. Lijn de schroefgaten in het FlexDock-apparaat uit met de schroefgaten in het FlexDock-compartiment.
14. Plaats de twee schroeven terug waarmee het FlexDock aan het chassis is bevestigd.
15. Breng het voorpaneel opnieuw aan (zie Het voorpaneel vervangen).
16. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
17. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel ze in.
Het inzetstuk voor het FlexDock-station vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Spreid om het inzetstuk van het FlexDock te verwijderen de lipjes uit elkaar en trek het inzetstuk van het voorpaneel.
5. Lijn om het inzetstuk van het FlexDock terug te plaatsen het inzetstuk uit met de sleuf voor het inzetstuk in het voorpaneel.
1
voedingskabel
2
schroeven (2)
3
FlexDock
4
USB-kabel
WAARSCHUWING: Als u aan de FCC-richtijnen wilt voldoen, verdient het de aanbeveling om het inzetstuk van het FlexDock-stations opnieuw aan
te brengen wanneer het FlexDock uit de computer wordt verwijderd.
6. Duw op de lipjes op het inzetstuk van het FlexDock vast te zetten.
Het metalen inzetstuk vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Trek om het te verwijderen aan het metalen inzetstuk, van de computer af.
1
voorpaneel
2
lipjes (2)
3
inzetstuk FlexDock-station
WAARSCHUWING: Om aan de FCC-richtijnen te voldoen, verdient het de aanbeveling om het metalen inzetstuk opnieuw aan te brengen wanneer
het FlexDock of het optische station uit de computer is verwijderd.
5. Lijn om het terug te plaatsen het metalen inzetstuk uit langs de randen van de lege sleuf van het FlexDock of een optisch station en druk het metalen
inzetstuk vast op zijn plek.
Terug naar inhoudsopgave
1
metalen inzetstuk
Terug naar inhoudsopgave
Ventilators vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
De chassisventilator vervangen
De processorventilator en warmteafleiding vervangen
De voorste ventilator vervangen
De chassisventilator vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder de stekker van de ventilatorkabel uit de ventilatoraansluiting (SYSFAN1) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de vier schroeven waarmee de chassisventilator is bevestigd.
5. Til de chassisventilator weg van de computer.
6. Als u de chassisventilator wilt installeren moet u deze naar zijn plek aan de achterzijde van de computer schuiven.
7. Plaats de vier schroeven terug die de chassisventilator bevestigen.
8. Sluit de stekker van de ventilatorkabel aan op de ventilatoraansluiting (SYSFAN1) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Raak tijdens het verwijderen van de chassisventilator de schoepen van de ventilator niet aan. Hierdoor kan de ventilator
beschadigd raken.
1
ventilatorkabel
2
schroeven (4)
De processorventilator en warmteafleiding vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder de stekker van de ventilatorkabel uit de aansluiting (CPUFAN1) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Haal voorzichtig eventuele kabels weg die over de processorventilator en warmteafleiding lopen.
5. Draai de vier geborgde schroeven los waarmee de processorventilator en de warmteafleider zijn vastgezet.
6. Til de processorventilator en warmteafleider uit de computer en leg deze apart.
7. Alsudeprocessorventilatorenwarmteafleiderterugwiltplaatsen,moetuhetthermischevetvandeonderkantvandewarmteafleiderverwijderen.
8. Breng de nieuwe koelpasta aan op de bovenzijde van de processor.
9. Lijn de vier schroeven op de processorventilator en warmteafleider uit met de gaten op het moederbord.
10. Draai de vier geborgde schroeven aan waarmee de processor en de warmteafleider worden vastgezet.
GEVAAR: Ondanks de aanwezigheid van een plastic schild kunnen de processorventilator en warmteafleider tijdens normale werking zeer heet
worden. Laat de onderdelen enige tijd afkoelen alvorens ze aan te raken.
WAARSCHUWING: De processorventilator en warmteafleider vormen een geheel. Probeer de ventilator niet afzonderlijk te verwijderen.
WAARSCHUWING: U zorgt ervoor dat de processor maximaal wordt gekoeld, door de hitteoverdrachtszones op de warmteafleiding van de
processor niet aan te raken. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtsvermogen van de thermische blokjes verminderen.
WAARSCHUWING: Leg de mantel van de ventilator en warmteafleider na verwijdering ondersteboven neer om te voorkomen dat de thermische
interface van de warmteafleider beschadigd raakt.
1
processorventilator en
warmteafleiding
2
kabel processorventilator en
warmteafleiding
3
geborgde schroeven (4)
OPMERKING: De processorventilator en warmteafdleiding in uw computer zien er mogelijk anders uit dan in de bovenstaande afbeelding.
WAARSCHUWING: Breng nieuwe koelpasta aan. Koelpasta is van essentieel belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een optimale
werking van de processor.
11. Sluit de kabel van de processorventilator en warmteafleider aan op de aansluiting (CPUFAN1) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
12. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
13. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
De voorste ventilator vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder de stekker van de ventilatorkabel uit de ventilatoraansluiting (SYSFAN2) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Druk de lipjes in en trek de ventilator weg van de voorkant van de computer.
5. Til de ventilator uit de computer en leg deze opzij.
6. Volg de stappen in omgekeerd volgorde om de ventilator terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
WAARSCHUWING: Raak tijdens het verwijderen van de voorste ventilator de schoepen van de ventilator niet aan. Hierdoor kan de ventilator
beschadigd raken.
1
2
voorste ventilator
3
Terug naar inhoudsopgave
Het voorpaneel vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Druk op de hendel om het voorpaneel los te koppelen van de computer.
4. Kantel het voorpaneel weg van de computer.
5. Verwijder de kabel van de paneelverlichting van het voorpaneel.
6. Verwijder de paneelverlichting (zie De paneelverlichting vervangen).
7. Leg het voorpaneel op een veilige plaats.
8. Plaatsomhetvoorpaneelterugteplaatsendepaneelverlichtingterug(zieDe paneelverlichting vervangen).
9. Lijn het voorpaneel uit met de voorkant van de computer.
10. Druk het voorpaneel op de voorkant van de computer totdat het op zijn plaats klikt.
11. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
kabel paneelverlichting
2
voorpaneel
3
hendel
OPMERKING: Noteer het servicelabel en/of de code voor express-service, deze staan op een label onder het FlexBay-paneel. U hebt het
servicelabel en/of de code voor express-service nodig ter identificatie van uw computer wanneer u de technische ondersteuning belt.
Terug naar inhoudsopgave
Geheugenmodules vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Zoek de geheugenmodules op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
5. Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u de module voorzichtig heen en weer te bewegen terwijl u deze omhoog trekt.
6. ZorgervoordatuéénenkelegeheugenmoduleinstalleertinDIMM- connector 1 (blauwe connector), de connector die zich het op de op een na dichtste
locatie bij de processor bevindt, voordat u modules in andere connectoren installeert.
7. Lijn de inkeping aan de onderkant van de module uit met het lipje op de connector van de geheugenmodule.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
borgklem
2
aansluiting voor geheugenmodule
WAARSCHUWING: Plaats geen ECC-geheugenmodules.
WAARSCHUWING: Wanneer u de originele geheugenmodules tijdens het opwaarderen van uw geheugen uit de computer verwijdert, moet u deze
gescheidenhoudenvannieuwemodulesdieuhebt,zelfsalsudienieuwemodulesvanDell™hebtgekocht.Combineeroriginele
geheugenmodulesindienmogelijknietmetnieuwegeheugenmodules.Andersstartuwcomputermogelijknietgoedop.Deaanbevolen
geheugenconfiguraties zijn:
gelijksoortige geheugenmodules in DIMM-connectoren2,4en6eneenanderesetgelijksoortigegeheugenmodulesgeïnstalleerdinDIMM-
connectoren 1, 3 en 5.
1
gelijksoortige geheugenmodules in
connectoren DIMM_1, DIMM_3 en
DIMM_5 (blauwe connectoren)
2
gelijksoortige geheugenmodules
in connectoren DIMM_2, DIMM_4
en DIMM_6 (roze connectoren)
8. Druk de module in de aansluiting totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de module juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
10. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel ze in.
11. Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd wordt weergegeven.
12. Meld u aan bij de computer.
13. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Microsoft
®
Windows
®
-bureaublad en klik op Eigenschappen.
14. Klik op het tabblad Algemeen.
15. Controleerdehoeveelheidweergegevengeheugen(RAM),omteverifiërenofhetgeheugenjuistisgeïnstalleerd.
Terug naar inhoudsopgave
1
uitsparingen (2)
2
geheugenmodule
3
inkeping
4
lipje op de connector van de geheugenmodule
WAARSCHUWING: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de
module te voorkomen.
Terug naar inhoudsopgave
De voedingseenheid vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Volg de gelijkstroomkabels van de voedingseenheid en verwijder elke aangesloten stroomkabel.
4. Verwijder de vier schroeven waarmee de voedingseenheid wordt bevestigd aan de achterzijde van de computerkast.
5. Druk het lipje naar beneden en schuif de voedingseenheid richting de voorkant van de computer en til de eenheid eruit.
6. Schuif de vervangende voedingseenheid naar de achterzijde van de computer.
7. Plaats de vier schroeven terug waarmee de voedingseenheid aan de achterzijde van de behuizing wordt bevestigd.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Ter voorkoming van elektrische schokken, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel, dient u de
stekker van de computer altijd uit het stopcontact te halen voordat u de behuizing verwijdert.
WAARSCHUWING: Voer de onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met het verwijderen en vervangen van hardware. Wanneer u
deze stappen onjuist uitvoert, kan computer beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding als u contact wilt opnemen voor technische
assistentie.
WAARSCHUWING: Noteer de locatie en het ID van elke stroomaansluiting alvorens u de stroomkabels verwijdert.
OPMERKING: Noteer de manier waarop de gelijkstroomkabels in het computerchassis zijn geleid wanneer u deze uit het moederbord, stations en
schijven verwijdert. U moet deze kabels op juiste wijze opnieuw aanbrengen om te voorkomen dat ze beschadigd of gedraaid raken.
1
schroeven (4)
2
lipje
3
voedingseenheid
GEVAAR: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van een elektrische schok, omdat deze schroeven een essentieel
onderdeel van de aarding van de computer vormen.
8. Sluit de gelijkstroomkabels opnieuw op het moederbord en de stations en schijven aan.
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
10. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWING: De kabels moeten op juiste wijze worden aangebracht om ervoor te zorgen dat deze niet beschadigd raken.
OPMERKING: Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten en goed vastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Het moederbord vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder eventuele uitbreidingskaarten van het moederbord (zie Een PCI Express-kaart vervangen).
4. Verwijder de processor (zie De processor vervangen).
5. Verwijder de geheugenmodules (zie Geheugenmodules vervangen). Noteer welke geheugenmodule uit elke geheugenmodulesleuf is verwijderd, zodat
u de geheugenmodules op dezelfde locatie kunt installeren nadat het moederbord is vervangen.
6. Verwijder de stekkers van alle kabels uit het moederbord.
7. Trek indien van toepassing de klem voor uitbreidingskaarten uit de computer.
8. Verwijder de schroef waarmee de uitlijningsrand aan het chassis is bevestigd.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Voer de onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met het verwijderen en vervangen van hardware. Wanneer u
deze stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding als u contact wilt opnemen voor technische
assistentie.
GEVAAR: Ondanks de aanwezigheid van een plastic schild kunnen de processorventilator en warmteafleider tijdens normale werking zeer heet
worden. Laat de onderdelen enige tijd afkoelen alvorens ze aan te raken.
WAARSCHUWING: Noteer nauwlettend de manier waarop elke kabel is aangesloten alvorens u deze verwijdert, zodat u de kabels later op de
juiste wijze kunt aansluiten. Kabels die niet of op verkeerde wijze zijn aangesloten, kunnen problemen met de computer veroorzaken.
1
uitlijningsrand
2
klem voor uitbreidingskaarten
3
schroef
9. Verwijder de negen schroeven waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
10. Til het moederbord uit de computer.
11. Plaats het nieuwe of vervangende moederbord op de juiste wijze door de schroefgaten op het moederbord uit te lijnen met de schroefgaten op het
chassis.
12. Plaats de negen schroeven terug waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
13. Sluit de kabels die u eerder uit het moederbord verwijderde opnieuw aan.
14. Plaats de geheugenmodules terug (zie Geheugenmodules vervangen).
15. Plaats de processor terug (zie De processor vervangen).
16. Plaats eventuele uitbreidingskaarten terug op het moederbord (zie Een PCI Express-kaart vervangen).
17. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
18. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
19. Flash indien nodig het BIOS van de computer.
Terug naar inhoudsopgave
1
schroeven (9)
2
moederbord
WAARSCHUWING: Kijk bij vervanging van het moederbord naar het moederbord en vergelijk het nieuwe moederbord met het bestaande
moederbord, om zeker te weten dat u het juiste onderdeel hebt.
OPMERKING: Sommige onderdelen en aansluitingen op vervangende moederborden kunnen op andere plekken zitten dan de overeenkomstige
aansluitingen op het bestaande moederbord.
OPMERKING: De jumperinstellingen op vervangende moederborden zijn fabrieksinstellingen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de warmteafleider op juiste wijze is aangebracht en stevig vastzit.
OPMERKING: Zie voor informatie over het flashen van het BIOS het gedeelte Het BIOS flashen.
Terug naar inhoudsopgave
Systeeminstellingen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
Overzicht
Vergeten wachtwoorden wissen
De CMOS-instellingen wissen
Het BIOS flashen
Overzicht
U kunt de systeeminstellingen voor het volgende gebruiken:
l De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l Een gebruikersoptie zoals een wachtwoord instellen of wijzigen
l Dehuidigehoeveelheidgeheugenlezenofhetgeïnstalleerdetypevasteschijfinstellen
De systeeminstellingen openen
1. Start de computer (opnieuw) op.
2. WanneerhetblauweDELL™-logo wordt weergegeven, moet u wachten totdat de F2-prompt verschijnt, en direct op <F2> drukken.
Schermen met systeeminstellingen
In het scherm met systeeminstellingen ziet u de huidige of instelbare configuratiegegevens van uw computer. De informatie in het scherm is in drie gedeeltes
onderverdeeld: de lijst met opties, het veld met actieve opties en belangrijke functies.
Opties van de systeeminstellingen
WAARSCHUWING: Wijzig de instellingen voor dit programma alleen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen
ertoe leiden dat de computer niet langer naar behoren werkt.
OPMERKING: Voordat u de systeeminstellingen wijzigt, kunt u het beste de informatie in het scherm van van de systeeminstellingen noteren, zodat u
deze later ter referentie kunt gebruiken.
OPMERKING: De F2-promptduidteropdathettoetsenbordisgeïnitialiseerd.Dezepromptkanzeersnelverschijnen.Weesdusophet
verschijnen ervan beducht en druk op <F2>. Als u te vroeg op <F2> drukt, wordt deze toetsaanslag niet geregistreerd. Als u te lang wacht en het
logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u wachten tot u het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
ziet. Sluit vervolgens de computer af
(see Uw computer uitschakelen) en probeer het opnieuw.
Lijst met opties Dit deelvenster verschijnt links in het venster met
systeeminstellingen. Dit veld bevat een lijst waar u doorheen kunt bladeren en die
de kenmerken bevat die de configuratie van uw computer bepalen, zoals de
geïnstalleerdehardware,energiebesparingenbeveiligingsmaatregelen.
U kunt met de pijltjestoetsen omhoog en omlaag bladeren door deze lijst. Wanneer
een optie gemarkeerd is, bevat het Optieveld meer informatie over die optie en de
huidige en beschikbare instellingen voor die optie.
Optieveld Dit deelvenster vindt u aan de rechterzijde van het
System Setup-venster. Het veld bevat informatie over elke optie die in
de Lijst met opties wordt weergegeven. In dit deelvenster kunt u
informatie over uw computer raadplegen en uw huidige instellingen
wijzigen.
Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om een optie te selecteren.
Druk op <Enter> om uw keuze te activeren en terug te keren naar de
Lijst met opties.
OPMERKING: Niet alle instellingen die in het optieveld worden
weergegeven, kunnen worden gewijzigd.
Toetsfuncties Dit deelvenster wordt weergegeven onder het Optieveld en bevat de toetsen en hun functies in het actieve deelvenster van de
systeeminstellingen.
OPMERKING: Mogelijk worden de items in dit gedeelte niet weergegeven of wijken de items enigszins af van de weergave in dit gedeelte. Dit is
afhankelijkvanuwcomputerendegeïnstalleerdeapparaten.
System Info (Systeeminformatie)
Product name (Productnaam)
Geeft de productnaam weer.
BIOS Version (BIOS-versie)
Geeft de BIOS-versie weer.
Input Service Tag (Serviceplaatje ingeven)
Service Tag (Serviceplaatje)
Geeft het serviceplaatje van de computer weer.
Asset Tag (Inventarislabel)
Geeft het inventarislabel van de computer weer.
Memory Information (Geheugengegevens)
Memory Installed(Geïnstalleerdgeheugen)
GeeftdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugenweerinMB.
Memory Available (Beschikbaar geheugen)
Geeft de hoeveelheid beschikbaar geheugen weer in MB.
Memory Technology (Geheugentechnologie)
Geeft de geheugentechnologie weer; DDR3.
Memory Speed (Geheugensnelheid)
Geeft de geheugensnelheid weer in MHz.
CPU Information (Processorgegevens)
Genuine Intel (R) CPU (Authentieke Intel
(R)-processor)
Geeft het processortype weer.
CPU ID/uCode ID
Geeft de processor-/microcode weer.
CPU Speed (Processorsnelheid)
Geeft de snelheid van de processor weer.
Current QPI speed (Huidige QPI-snelheid)
Geeft de huidige QPI-snelheid weer.
Cache L2 (L2-cache)
Geeft de capaciteit van het L2-cachegeheugen van de processor weer.
Standard CMOS Features (Standaardfuncties CMOS)
System Time (Systeemtijd)
Geeft de huidige tijd weer in de indeling uu:mm:ss.
System Date (Systeemdatum)
Geeft de huidige datum weer in de indeling mm:dd:jj.
SATA1
Geeft de SATA1-schijfweerdieindecomputerisgeïntegreerd.
SATA2
Geeft de SATA2-schijfweerdieindecomputerisgeïntegreerd.
SATA3
Geeft de SATA3-schijfweerdieindecomputerisgeïntegreerd.
SATA4
Geeft de SATA4-schijfweerdieindecomputerisgeïntegreerd.
SATA5
Geeft de SATA5-schijfweerdieindecomputerisgeïntegreerd.
ESATA
Geeft de ESATA-schijfweerdieindecomputerisgeïntegreerd.
Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies)
Bootup Num Lock(NumLockbijopstarten)
ON(AAN)ofOFF(UIT)(destandaardwaardeisON).
ACPI APIC support (ACPI APIC-ondersteuning)
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
Boot Configuration Features (Opstartconfiguratiefuncties)
First Boot Device(Eersteopstartapparaat)
Hiermee geeft u de opstartvolgorde op voor de beschikbare apparaten.
Removable (Verwisselbaar); CD/DVD; Hard Drive (Vaste schijf); Disabled (Uitgeschakeld) (de
standaardwaarde is Removable).
Second Boot Device(Tweedeopstartapparaat)
Hiermee geeft u de opstartvolgorde op voor de beschikbare apparaten.
Removable (Verwisselbaar); CD/DVD; Hard Drive (Vaste schijf); Disabled (Uitgeschakeld) (de
standaardwaarde is CD/DVD).
Hard Disk Drives (Vaste schijven)
Stel de vaste schijf voor opstarten in via de beschikbare lijst.
CD/DVD Drives (cd/dvd-stations)
Stel het cd/dvd-station voor opstarten in via de beschikbare lijst.
CPU Configuration (Processorconfiguratie)
XD Bit Capacity (XD Bit-capaciteit)
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
Intel(R) Speed Step(tm) Tech (Intel(R)
Speedstep (tm) tech)
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
Intel(R) C State Tech
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
C State package limit (C State-pakketlimiet)
Auto, C1, C3, of C6 (De standaardwaarde is Auto).
IntegratedDevices(Geïntegreerdeapparaten)
USB Functions (USB-functies)
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
HD Audio Controller (HD-audiocontroller)
Enabled (Ingeschakeld), Disabled (Uitgeschakeld) of HDMI only (Alleen HDMI) (de standaardwaarde is
Enabled).
Onboard IEEE1394 Controller (Ingebouwde
IEEE1394-controller)
Enabled (Ingeschakeld), Disabled (Uitgeschakeld) of Auto (de standaardwaarde is Enabled).
LAN RTL 8111C Device(LANRTL8111C-
apparaat)
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
LAN Option ROM (LAN1-optie ROM)
Enabled of Disabled (de standaardwaarde is Disabled).
JMicron 363 ATA Controller (JMicron 363 ATA-
Enabled of Disabled (de standaardwaarde is Disabled).
Boot Sequence (Opstartvolgorde)
Deze functie stelt u in staat om de opstartvolgorde voor apparaten te wijzigen.
Boot Options (Opstartopties)
l Hard Drive (Vaste schijf) De computer wordt opgestart vanaf de primaire vaste schijf. Als de schijf geen besturingssysteem bevat, zal de computer
een foutmelding geven.
l CD/DVD Drive (Cd/dvd-station) De computer probeert op te starten vanaf het cd/dvd-station. Als er zich geen cd of dvd in het station bevindt, of als
de cd of dvd geen besturingssysteem bevat, zal de computer een foutmelding geven.
l USB Flash Device (USB flash-apparaat) Plaats het geheugenapparaat in een USB-poort en start de computer opnieuw. Wanneer in de
rechterbovenhoek van het scherm F12 = Boot Menuverschijnt,druktuop<F12>.HetBIOSdetecteerthetapparaatenvoegtdeUSB-flashoptie toe aan
het opstartmenu.
Opstartvolgorde eenmalig wijzigen
U kunt deze functie gebruiken om de huidige opstartvolgorde te wijzigen, bijvoorbeeld om van het cd/dvd-station op te starten om Dell Diagnostics uit te
controller)
ICH SATA Configuration (ICH SATA-configuratie)
Configure SATA 1-5 as (SATA 1-5 configureren
als)
AHCI of RAID (de standaardwaarde is AHCI)
AHCI CD/DVD Boot Time Out (Time-out cd/dvd
bij opstarten in AHCI)
Sommige SATA-cd/dvd-stations hebben meer tijd nodig bij het opstarten in de AHCI-modus.
Power Management Setup (Instellingen
energiebeheer)
Suspend Mode (Onderbrekingsmodus)
Geefthetonderbrekingstypeweer.DestandaardwaardeisS3.
AC Recovery (Voedingsherstel)
Geeft het gedrag van de computer na het herstellen van een stroomstoring aan.
On (Aan) De computer wordt ingeschakeld nadat deze van een stroomstoring is hersteld.
Off (Uit) De computer blijft uitgeschakeld. Dit is de standaardtoestand.
Last (Laatste) De computer keert terug naar de energiestatus waarin deze zich voor de stroomstoring
bevond.
Remote Wake Up (Activeren op afstand)
Deze optie schakelt de computer in wanneer een gebruiker probeert om toegang tot de computer te
krijgen via het LAN (standaard ingeschakeld).
Auto Power On(Automatischinschakelen)
Stelt u in staat om een alarm in te stellen dat de computer automatisch inschakelt (standaard
uitgeschakeld).
Frequency/Voltage Control (Controle frequentie/voltage)
QPI frequency (QPI-frequentie)
Geeft de overdrachtsnelheid van de QPI-bus weer.
Memory Ratio (Geheugenratio)
Hiermee stelt u de ratio tussen de kloksnelheid van het geheugen en de basisfrequentie in.
CPU Core (Non-Turbo) Ratio (Ratio
processorkern (niet-turbo))
Hiermee stelt u de ratio tussen de kloksnelheid van de processorkern en de FSB-frequentie in.
Advance DRAM Configuration (Geavanceerde
DRAM-configuratie)
Intel(R) Turbo Mode Tech
Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
BIOS Security Features (BIOS-
beveiligingsfuncties)
Supervisor Password (Supervisorwachtwoord)
Statusvanhetgeïnstalleerdesupervisorwachtwoord.
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Statusvanhetgeïnstalleerdegebruikerswachtwoord.
Change Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord wijzigen)
Maakt het mogelijk het gewenste supervisorwachtwoord in te stellen.
Change User Password (Gebruikerswachtwoord
wijzigen)
Hiermee kunt u de gewenste gebruikerswachtwoorden instellen, maar alleen als het
supervisorwachtwoord is ingesteld.
Exit (Afsluiten)
Exit Options (Afsluitopties)
Biedt u de opties Load Optimal Default (Optimale standaardwaarden laden), Save Changes and Exit
(Wijzigingen opslaan en Afsluiten), en Exit Without Saving (Afsluiten zonder opslaan).
OPMERKING: Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten of een apparaat
opstartbaar is, raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
voeren vanaf de schijf Drivers and Utilities. Zodra de diagnostische tests zijn voltooid, wordt de vorige opstartvolgorde hersteld.
1. Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-poort.
2. Start de computer (opnieuw) op.
3. Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F2 = Setup, F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u wachten tot u het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
ziet. Sluit
vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Het menu Boot Device (Opstartapparaat) verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartbronnen. Naast elk apparaat staat een nummer.
4. Als het menu Boot Device (Opstartapparaat) verschijnt, moet u aangeven vanaf welk apparaat u wilt opstarten.
Wanneer u bijvoorbeeld start vanaf een USB-geheugenstick, selecteert u USB Flash Device (USB flash-apparaat) en drukt u op <Enter>.
De opstartvolgorde permanent wijzigen voor toekomstige opstartprocedures
1. Open de systeeminstellingen (zie De systeeminstellingen openen).
2. Gebruik de pijltoetsen om de menuopties voor Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaat) te markeren en druk vervolgens op Enter om
het menu te openen.
3. Druk op de pijl omhoog en pijl omlaag om door de lijst met apparaten te navigeren.
4. Druk op de toets plus (+) of minus () om de opstartprioriteit van het apparaat te wijzigen.
Vergeten wachtwoorden wissen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Zoek naar de wachtwoordaansluiting met 2 pinnen (PSWD) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de jumperstekker met twee pinnen van de aansluiting.
5. Start het systeem op om het wachtwoord te wissen.
OPMERKING: Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten of een apparaat
opstartbaar is, raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
OPMERKING: Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt herstellen.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Als u de wachtwoordinstellingen wilt wissen, moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
6. Schakel de computer uit en koppel de computer en alle aangesloten apparaten los van het stopcontact.
7. Plaats de jumperstekker met 2 pinnen opnieuw om de wachtwoordfunctie mogelijk te maken.
8. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
9. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
De CMOS-instellingen wissen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Zoek de 3-pins CMOS-connector (CLR_CMOS) op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de jumperstekker met 2 pinnen van pin 2 en 3 en plaats deze op pin 1 en 2.
5. Wacht ongeveer vijf seconden om de CMOS-instelling te wissen.
6. Verwijder de jumperstekker met 2 pinnen van pin 1 en 2 en plaats deze op pin 2 en 3.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
8. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Het BIOS flashen
Als bij een nieuwe processor of een nieuw moederbord een BIOS-upgrade-cd is geleverd, flasht u het BIOS vanaf deze cd. Als u niet over een BIOS-upgrade-
cd beschikt, flasht u het BIOS vanaf de vaste schijf.
Het BIOS vanaf de vaste schijf flashen
1. Zet de computer aan.
GEVAAR: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer zijn
meegeleverd.
GEVAAR: Om de CMOS-instellingen te wissen moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
2. Zoek naar het updatebestand voor het BIOS van uw computer op de Dell Support-website: support.dell.com.
3. Klik op Download Now (Nu downloaden) om het bestand te downloaden.
4. Als het venster Export Compliance Disclaimer (Afwijzing van aansprakelijkheid bij export) verschijnt, klikt u op Yes, I Accept this Agreement (Ja, ik
accepteer deze overeenkomst).
Het venster File Download (Bestand downloaden) zal verschijnen.
5. Klik op Save this program to disk (Dit programma opslaan op schijf) en klik vervolgens op OK.
Het venster Save In (Opslaan in) verschijnt.
6. Klik op de pijl naar beneden om het menu Save In (Opslaan in) weer te geven. Selecteer Desktop (Bureaublad) en klik vervolgens op Save (Opslaan).
Het bestand wordt naar het bureaublad gedownload.
7. Klik op Close (Sluiten) wanneer het venster Download Complete (Downloaden voltooid) verschijnt.
Het bestandspictogram zal op het bureaublad worden weergegeven en zal dezelfde naam hebben als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.
8. Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de instructies op het scherm.
Het BIOS flashen vanaf een cd
1. Zet de computer aan.
2. Plaats de BIOS-upgrade-cd in het station en start de computer opnieuw op.
Volg de instructies die op het scherm verschijnen. De computer gaat verder met opstarten en werkt het nieuwe BIOS bij. Wanneer de flash-update is
voltooid, wordt de computer automatisch opnieuw opgestart.
3. Druk op <F2> tijdens POST om het System Setup-programma te openen.
4. Klik op Load Defaults (Standaardinstellingen laden) en klik op OK in het pop-upvenster om de computerinstellingen te resetten.
5. Verwijder de BIOS-upgrade-cd uit het station.
6. Druk op <Esc> en klik op Yes (Ja) in het pop-upvenster om de configuratiewijzigingen op te slaan.
7. De BIOS-upgrade wordt afgerond en uw computer start automatisch opnieuw op.
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Voor buiten de Verenigde Staten: kies uw land/regio uit de vervolgkeuzelijst onder aan de Dell Support-website en zoek dan het
BIOS-updatebestand voor uw computer.
OPMERKING: Als u het BIOS flasht met een BIOS-upgrade-cd, stelt u in dat de computer vanaf cd moet opstarten voordat u de cd in het station
plaatst.
Terug naar inhoudsopgave
Technisch overzicht
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
voedingseenheid
2
optisch station
3
FlexBay
4
vaste schijf
Terug naar inhoudsopgave
1
processorcontact (CPU)
2
aansluiting voor
geheugenmodule (DIMM2)
3
aansluiting voor processorventilator
(CPUFAN1)
4
aansluiting voor
geheugenmodule (DIMM1)
5
aansluiting voor geheugenmodule
(DIMM4)
6
aansluiting voor
geheugenmodule (DIMM3)
7
aansluiting voor geheugenmodule
(DIMM6)
8
aansluiting voor
geheugenmodule (DIMM5)
9
primaire voedingsaansluiting (PWR2)
10
batterijsocket (BAT1)
11
connectorseriëleATA-schijf
(SATA1_2)
12
connectorseriëleATA-schijf
(SATA3_4)
13
connectorseriëleATA-schijf (SATA5)
14
USB-connector aan voorzijde
(JUSB1)
15
USB-connector aan voorzijde (JUSB2)
16
wachtwoordjumper (PSWD)
17
aansluiting aan/uit-knop en lampje
van vaste schijf (JFP1)
18
ventilatorconnector (SYSFAN2)
19
FlexBay-connector (JUSB4)
20
FlexBay-connector (JUSB5)
21
aansluiting voor mediakaartlezer
(JUSB3)
22
PCI-connector (PCI1)
23
interne SPDIF (JSP1)
24
voeding voor
paneelverlichting (JPWR1)
25
audioaansluiting aan voorzijde
(JAUD1)
26
PCI Express x1-connector
(PCI_E5)
27
PCI Express x16-aansluiting
(PCI_E4)
28
PCI Express x1-connector
(PCI_E3)
29
CMOS-jumper (CLR_CMOS)
30
PCI Express x1-connector
(PCI_E2)
31
PCI Express x8-kaartaansluiting
(PCI_E1)
32
ventilatorconnector (SYSFAN1)
33
voeding voor processor (PWR1)
Terug naar inhoudsopgave
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2009DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in deze tekst worden gebruikt: Dell, het DELL-logo en Studio XPS zijn handelsmerken van Dell Inc. Intel is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation
in de V.S. en andere landen; Microsoft, Windows, Windows Vista en het logo op de startknop van Windows Vista zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter
aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Maart2009Rev.A00
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWING: EenWAARSCHUWINGduidtpotentiëleschadeaanhardwareofpotentieelgegevensverliesaanenverteltuhoehetprobleem
kan worden vermeden.
GEVAAR: GEVAAR duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar inhoudsopgave
De bovenste kap vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Verwijder de twee schroeven waarmee de bovenste kap op de computer is vastgezet.
5. Verwijder de kabels van het bovenste I/O-paneel.
6. Trek met een hand aan het ontgrendelingslipje en schuif de bovenste kap van het chassis.
7. Verwijder de kabel van het voedingslampje van de bovenste kap.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
bovenste kap
2
schroeven (2)
3
kabels van het I/O-paneel
1
kabel van voedingslampje
2
ontgrendelingslipje
8. Verwijder het I/O-paneel (zie Het I/O-paneel vervangen).
9. Zet de bovenste computerkap apart op veilige plaats.
10. Als u de kap wilt terugplaatsen, voert u de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Het I/O-paneel vervangen
DellStudioXPS™435T/9000Onderhoudshandleiding
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap vervangen).
3. Verwijder het voorpaneel (zie Het voorpaneel vervangen).
4. Verwijder de bovenste kap (zie De bovenste kap vervangen).
5. Koppel de kabels die op het I/O-paneel zijn aangesloten los van het moederbord.
6. Verwijder de twee schroeven waarmee het I/O-paneel aan de bovenste kap is bevestigd.
7. Verwijder het I/O-paneel voorzichtig uit de computer.
8. Breng om het I/O-paneel terug te plaatsen de schroeven opnieuw aan waarmee het I/O-paneel aan de bovenste kap wordt bevestigd.
9. Plaats de bovenste kap terug (zie De bovenste kap vervangen).
10. Sluit de kabels opnieuw aan.
11. Breng het voorpaneel weer aan (zie Het voorpaneel vervangen).
12. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap vervangen).
13. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de homepage voor regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
bovenste kap
2
I/O-paneel
3
schroeven (2)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42

Dell Studio XPS 435T / 9000 de handleiding

Type
de handleiding