Dell Inspiron 580 de handleiding

Type
de handleiding
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Opmerkingen, waarschuwingen en kennisgevingen
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2010DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken die in deze tekst worden gebruikt: Dell, het DELL-logo en Inspiron zijn merken van Dell Inc.; Intel SpeedStep is een gedeponeerd merk van Intel Corporation in de V.S. en
andere landen; Microsoft en Windows zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Overige merken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de namen van hun
producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Model DCMF
Juli2010Rev.A01
Voordat u begint
Technisch overzicht
Computerkap
Montagekader
Geheugenmodule(s)
PCI- en PCI Express-kaarten
Vaste schijven
Ventilatoren
I/O-paneel aan de voorzijde van de computer
Processor
Moederbord
Stroomtoevoer
Batterij
Systeeminstellingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWING geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies
niet worden opgevolgd.
LET OP: De aanduiding LET OP geeft aan dat er een kans is op eigendomsschade, persoonlijk of dodelijk letsel.
Terug naar inhoudsopgave
Voordat u begint
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Technische specificaties
Aanbevolen hulpmiddelen
Uw computer uitschakelen
Veiligheidsinstructies
Deze handleiding bevat procedures voor het verwijderen en installeren van de onderdelen van uw computer. Tenzij anders vermeld wordt voor elke procedure
uitgegaan van de volgende condities:
l U hebt de stappen in Uw computer uitschakelen en Veiligheidsinstructies uitgevoerd.
l U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij de computer werd geleverd.
l U vervangt of (indien los aangeschaft) installeert onderdelen door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Technische specificaties
Raadpleeg voor informatie over technische specificaties van uw computer de Uitgebreide specificaties op support.dell.com/manuals.
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
l Een kleine kruiskopschroevendraaier
l Een kleine sleufkopschroevendraaier
l Een updateprogramma voor de BIOS, beschikbaar op support.dell.com
Uw computer uitschakelen
1. Sla geopende bestanden op en sluit deze en eventueel geopende programma's af.
2. Zet de computer uit.
Windows Vista
®
:
Klik op Start , klik vervolgens op de pijl en klik vervolgens op Afsluiten.
Windows
®
7:
Klik op Start en vervolgens op Afsluiten.
3. De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
4. Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Als de computer niet automatisch is uitgeschakeld na het uitschakelen van het besturingssysteem, moet u de
aan-uitknop ingedrukt houden totdat de computer is uitgeschakeld.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving tegen mogelijke schade te beschermen.
WAARSCHUWINGEN: u voorkomt gegevensverlies door alle gegevens binnen geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit
vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerbehuizing bekrast raakt.
2. Schakel de computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
3. Verwijder alle stekkers van telefoonsnoeren en netwerkkabels uit de computer.
4. Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Koppel alle op de computer aangesloten apparaten los van de computer.
6. Drukopeventueelgeïnstalleerdekaartenindeoptionelemediakaartlezeromzeuittewerpen.
7. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of aan het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert.
Als u de connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpennen
wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat
werken.
WAARSCHUWINGEN: Om een netwerkkabel te verwijderen moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en
daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
WAARSCHUWINGEN: Raak een onderdeel pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken,
zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe
een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne onderdelen, te ontladen.
Terug naar inhoudsopgave
Montagekader
Dell™Inspiron™580Onderhoudshandleiding
Het montagekader verwijderen
Het montagekader aanbrengen
Het montagekader verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Pak de lipjes op het montagekader een voor een vast en til deze omhoog om het montagekader van het voorpaneel te verwijderen.
4. Draai het montagekader van de voorzijde van de computer af om de klemmen van het montagekader uit de inzetstukken van het montagekader te
verwijderen.
5. Bewaar het montagekader op een veilige locatie.
Het montagekader aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Brengdeklemmenvanhetmontagekaderopéénlijnmetdeinzetstukkenenplaatsdeklemmen.
3. Draai het montagekader naar de computer toe totdat de lipjes vastklikken.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
1
2
lipjes van montagekader (3)
3
4
klemmen van montagekader (3)
4. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
5. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
PCI- en PCI Express-kaarten
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De kaartbevestigingsbeugel verwijderen
De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen
PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen
PCI- en PCI Express-kaarten opnieuw aanbrengen
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI- of PCI Express-kaart
De kaartbevestigingsbeugel verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de schroef waarmee de kaartbevestigingsbeugel aan het chassis is bevestigd.
4. Til de kaartbevestigingsbeugel uit de computer en bewaar deze op een veilige plek.
De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Breng de kaartbevestigingsbeugel opnieuw aan. Zorg er daarbij voor dat:
l de geleidingsklem is uitgelijnd met de geleidende inkeping;
l debovenkantvanallekaartenenbeugelszichopéénlijnbevindenmetdeuitlijningsstreep;
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
1
kaartbevestigingsbeugel
2
schroef
l de inkeping boven in de kaart of beugel om de uitlijningsgeleider past.
3. Breng de schroef opnieuw aan om de kaartbevestigingsbeugel aan het chassis te bevestigen.
PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de kaartbevestigingsbeugel (zie De kaartbevestigingsbeugel verwijderen).
4. Verwijder de stekkers van eventuele aangesloten kabels uit de kaart en verwijder de kaart.
l In het geval van een PCI- of PCI Express x1-kaart moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze voorzichtig uit de aansluiting
trekken.
l In het geval van een PCI Express x16-kaart moet u op de bevestigingsklem drukken u de kaart bij de bovenste hoeken voorzichtig uit de
aansluiting trekken.
5. Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.
1
geleidingsklemmen (2)
2
kaartbevestigingsbeugel
3
uitlijningsstreep
4
uitlijningsgeleider
5
beugel
6
geleidingsinkepingen (2)
1
beveiligingslipje
2
bevestigingsklem
3
PCI Express x16-kaart
4
PCI Express x16-kaartsleuf
6. Plaats de kaartbevestigingsbeugel terug (zie De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen).
7. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
9. Verwijder het stuurprogramma van de kaart uit het besturingssysteem.
10. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI- of PCI Express-kaart voor het voltooien van de verwijderingsprocedure.
PCI- en PCI Express-kaarten opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de kaartbevestigingsbeugel (zie De kaartbevestigingsbeugel verwijderen).
4. Als u een nieuwe kaart installeert, verwijdert u de vulbeugel die de kaartsleufopening bedekt.
5. Maak de kaart gereed voor installatie.
Zie de documentatie die met de kaart is meegeleverd voor informatie over de configuratie van de kaart, interne aansluitingen, of andere aanpassingen
voor uw computer.
6. Tijdens het plaatsen van een PCI Express-kaart in de x16-kaartaansluitingmoetudekaartzodanigplaatsendatdebeveiligingsinkepingzichopéénlijn
met het vergrendelingslipje bevindt.
7. Plaats de kaart in de aansluiting en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf valt.
OPMERKING: Het plaatsen van beugels voor lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels
houden ook stof en vuil tegen.
1
beveiligingslipje
2
bevestigingssleuf
3
PCI Express x16-kaart
4
PCI Express x16-kaartsleuf
8. Plaats de kaartbevestigingsbeugel terug (zie De kaartbevestigingsbeugel opnieuw aanbrengen).
9. Sluit de relevante kabels op de kaart aan.
Raadpleeg de kaartdocumentatie voor informatie over de kabelaansluitingen van de kaart.
10. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
11. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
12. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI- of PCI Express-kaart voor informatie over het voltooien van de installatie.
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI- of PCI
Express-kaart
Terug naar inhoudsopgave
1
volledig geplaatste kaart
2
niet volledig geplaatste kaart
3
uitlijningsstreep
4
uitlijningsgeleider
5
beugel binnen de sleuf
6
beugel buiten de sleuf
WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid kunnen er voor zorgen dat
de computerbehuizing niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
OPMERKING: Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie over de locaties van externe aansluitingen. Raadpleeg de documentatie die bij de
kaart werd geleverd voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's en software voor de kaart.
Geïnstalleerd
Verwijderd
Geluidskaart
1. Open System Setup
(zie System Setup
openen).
2. Ga naar Onboard
Audio Controller
(geïntegreerde
audiocontroller) en
wijzig de instelling in
Disabled
(uitgeschakeld).
3. Sluit de externe
audioapparaten aan
op de aansluitingen
van de geluidskaart.
1. Open System Setup (zie
System Setup openen).
2. Ga naar Onboard Audio
Controller
(geïntegreerde
audiocontroller) en wijzig
de instelling in Enabled
(ingeschakeld).
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de aansluitingen op het
achterpaneel van de
computer.
Netwerkkaart
1. Open System Setup
(zie System Setup
openen).
2. Ga naar Onboard
LAN Controller
(geïntegreerdeLAN-
controller) en wijzig
de instelling in
Disabled
(uitgeschakeld).
3. Sluit de stekker van
de netwerkkabel aan
op de aansluiting
voor de
netwerkkabel.
1. Open System Setup (zie
System Setup openen).
2. Ga naar Onboard LAN
Controller
(geïntegreerdeLAN-
controller) en wijzig de
instelling in Enabled
(ingeschakeld).
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
ingebouwde
netwerkaansluiting.
Terug naar inhoudsopgave
Batterij
Dell™Inspiron™580Onderhoudshandleiding
De batterij verwijderen
De batterij vervangen
De batterij verwijderen
1. Registreer alle schermen in systeemsetup (zie Systeeminstellingen) zodat u de juiste instellingen kunt herstellen nadat de nieuwe batterij is
geïnstalleerd.
2. Volg de instructies in Voordat u begint.
3. Verwijder de computerbehuizing (zie De computerkap verwijderen).
4. Zoek de batterijhouder (zie Systeemkaartcomponenten).
5. Druk op de batterijontgrendeling om de batterij te verwijderen.
De batterij vervangen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Plaats de nieuwe batterij (CR2032) in de houder met de "+"-zijde naar boven en druk de batterij vervolgens op zijn plaats.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Een nieuwe batterij kan exploderen als deze niet goed wordt geplaatst. Vervang batterijen alleen door batterijen van hetzelfde of een
vergelijkbaar type zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWINGEN: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de houder wrikt, dient u op te letten dat u de systeemkaart niet aanraakt met
dat voorwerp. Zorg ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de houder is geplaatst voordat u probeert de batterij los te wrikken. Anders
beschadigt u mogelijk de systeemkaart door de houder los te wrikken of door de kopersporen te breken.
1
batterijontgrendeling
3. Plaats de computerbehuizing terug (zie De computerbehuizing terugplaatsen).
4. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
5. Ga naar systeemsetup (zie System Setup openen) en herstel de instellingen die u hebt genoteerd in stap 1.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Computerkap
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De computerkap verwijderen
De computerkap opnieuw aanbrengen
De computerkap verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Leg de computer op zijn kant met de computerkap naar boven.
3. Verwijder met een schroevendraaier de twee schroeven waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd.
4. Maak de computerkap los door deze van de voorzijde van de computer omhoog te trekken.
5. Bewaar de kap op een veilige plaats.
De computerkap opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Controleer of alle kabels zijn aangesloten en haal eventueel kabels uit de weg.
3. Zorg ervoor dat er Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven.
4. Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerkap uit met de sleuven langs de zijkant van de computer.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm ruimte op het bureaublad aanwezig is voor de computer en de verwijderde
computerkap.
1
schroeven (2)
2
computerkap
3
voorzijde computer
5. Druk de computerkap naar beneden en schuif deze naar de voorzijde van de computer totdat u een klikt voelt of voelt dat de computerkap goed vastzit.
6. Controleer of de computerkap op juiste wijze is aangebracht.
7. Verwijder met een schroevendraaier de twee schroeven die de computerkap aan het chassis bevestigen.
8. Zet de computer rechtop.
Terug naar inhoudsopgave
1
schroeven (2)
2
computerkap
3
voorzijde computer
4
sleuf
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat er geen ventilatieopeningen worden geblokkeerd. Als deze geblokkeerd worden, kunnen er ernstige
problemen als gevolg van overhitting optreden.
Terug naar inhoudsopgave
Processor
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De processor verwijderen
De processor onieuw installeren
De processor verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de processorventilator en warmteafleider uit de computer (zie De processorventilator en warmteafleider verwijderen).
4. Druk de ontgrendelingshendel omlaag en trek hem naar buiten zodat hij loskomt van het lipje waarmee hij vastzit.
5. Trek de ontgrendelingshendel helemaal uit om het processorafdekplaatje te openen.
6. Til de processor voorzichtig omhoog uit de houder.
Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de houder kan worden geplaatst.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWINGEN: Voer de onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met het verwijderen en vervangen van hardware. Wanneer u
deze stappen op verkeerde wijze uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding voor informatie over technisch
onderhoud.
WAARSCHUWINGEN: Hoewel de warmteafleider van een kunststof bescherming is voorzien, kan deze tijdens normale werking van de computer
zeer heet worden. Laat de warmteafleider enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
OPMERKING: Tenzij er een nieuwe warmteafleider voor de nieuwe processor nodig is, kunt u de oorspronkelijke warmteafleider opnieuw gebruiken
wanneer u de processor vervangt.
1
afdekplaatje van processor
2
lipje
3
ontgrendelingslipje
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u de processor verwijdert, mag u geen pinnen binnen de processorhouder aanraken en mogen er geen objecten
op de pinnen in de houder vallen.
De processor opnieuw installeren
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Haal de nieuwe processor uit de verpakking en zorg er daarbij voor dat u de onderzijde van de processor niet aanraakt.
3. Als de ontgrendeling op de houder niet volledig is uitgeklapt, moet u deze alsnog in deze positie plaatsen.
4. Breng de uitlijninkepingen van de processor op een lijn met de uitlijnlipjes van de processorhouder.
5. Lijn de pin 1-hoeken van de processor uit met die van de houder.
Schuif de processor voorzichtig in de houder en controleer of de processor op juiste wijze is aangebracht.
6. Sluit de processorkap wanneer de processor goed op zijn plek zit.
7. Draai de vergrendelingshendel omlaag en plaats hem onder het lipje op het afdekplaatje van de processor.
1
processor
2
houder
WAARSCHUWINGEN: Zorg dat u geaard bent door een van de ongeschilderde metalen oppervlakken aan de achterzijde van de computer aan te
raken.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u de processor terugplaatst, mag u geen pinnen binnen de processorhouder aanraken, en mogen er geen objecten
op de pinnen in de houder vallen.
WAARSCHUWINGEN: Plaats de processor op de juiste wijze in de houder; zo voorkomt u blijvende schade aan de processor en de computer
wanneer u de computer inschakelt.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met de houder en geen onnodige kracht te gebruiken tijdens
het aanbrengen van de processor.
1
houder
2
processor
3
uitlijnlipjes (2)
4
uitlijninkepingen (2)
5
aanduiding voor pin 1 van de processor
WAARSCHUWINGEN: Let erop dat de inkeping op het afdekplaatje van de processor onder de uitlijnpen is geplaatst.
8. Verwijder het thermische vet aan de onderzijde van de warmteafleider.
9. Breng nieuw thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
10. Breng de processorventilator en de warmteafleider opnieuw aan (zie De processorventilator en warmteafleider vervangen).
11. Breng de computerbehuizing opnieuw aan (zie De computerbehuizing opnieuw aanbrengen).
12. Sluit de stekker van de computer en alle apparaten op het stopcontact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
1
uitlijningspunt
2
afdekplaatje van processor
3
ontgrendelingslipje
4
processor
5
inkeping op afdekplaatje van processor
WAARSCHUWINGEN: Breng nieuw thermisch vet aan. Thermisch vet is van essentieel belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een
optimale werking van de processor.
WAARSCHUWINGEN: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn aangebracht en goed vastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Vaste schijven
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Vaste schijf
Mediakaartlezer
Optisch station
Vaste schijf
De vaste schijf verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de stekker van de voedingskabel en de gegevenskabel uit de aansluiting op de vaste schijf.
4. Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan het stationspaneel is bevestigd.
5. Schuif de schijf naar buiten in de richting van de achterzijde van de computer.
6. Als door verwijdering van de vaste schijf de schijfconfiguratie wordt gewijzigd, moet u ervoor zorgen dat deze wijzigingen opgenomen worden in het
systeemsetupprogramma (zie Systeeminstellingen).
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWINGEN: Maak een reservekopie van uw bestanden voordat u met deze procedure begint als u een vaste schijf vervangt met
gegevens die u wilt bewaren.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat u geen krassen op de printplaat van de vaste schijf maakt wanneer u de vaste schijf verwijdert of
vervangt.
1
schroeven (4)
2
stationspaneel
3
stroomkabel
4
gegevenskabel
De vaste schijf vervangen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Raadpleegdedocumentatievandeschijfomteverifiërenofdezevooruwcomputerisgeconfigureerd.
3. Schuif de vaste schijf in het schijfcompartiment.
4. Plaats de vier schroefjes terug waarmee de vaste schijf aan het stationspaneel wordt bevestigd, en lijn deze uit.
5. Sluit de voedingskabel en de gegevenskabel aan op de vaste schijf.
6. Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
7. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
9. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies voor het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de vaste schijf.
10. Raadpleeg het systeemsetupprogramma om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie System Setup openen).
Mediakaartlezer
De mediakaartlezer verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Verwijder de FlexBay USB-kabel van de FlexBay USB-aansluiting op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
5. Plaats de twee schroeven waarmee de mediakaartlezer wordt bevestigd in het stationspaneel.
6. Schuif de mediakaartlezer via de voorzijde van de computer naar buiten.
De mediakaartlezer opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Als u voor het eerst een mediakaartlezer installeert, moet u de afbreekbare metalen plaat verwijderen. Breng de punt van een
kruiskopschroevendraaieropéénlijnmetdesleufindeafbreekbaremetalenplaatendraaideschroevendraaiernaarbuitenomdemetalenplaatte
verwijderen.
3. Schuif de mediakaartlezer voorzichtig op zijn plek in de FlexBay-sleuf.
4. Brengdeschroefopeningenindemediakaartlezeropéénlijnmetdeschroefopeningeninhetstationspaneel.
5. Draai de twee schroeven opnieuw aan om de mediakaartlezer aan het stationspaneel te bevestigen.
6. Sluit de FlexBay USB-kabel aan op de FlexBay USB-aansluiting op het moederbord (zie Systeemkaartcomponenten).
7. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
8. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
9. Sluit de stekkers van uw computer en apparaten aan op het stopcontact en zet uw computer en apparaten vervolgens aan.
Optisch station
Het optisch station verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Verwijder de stekkers van de stroomkabel en de gegevenskabel uit de achterzijde van het station.
5. Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan het stationspaneel is bevestigd.
6. Schuif de optische schijf door de voorzijde van de computer naar buiten.
1
USB-kabel van FlexBay
2
mediakaartlezer (niet aanwezig op alle computers)
3
schroeven (2)
4
stationspaneel
OPMERKING: Breng de mediakaartlezer aan voordat u de FlexBay-USB-kabel aansluit.
OPMERKING: Als u het optisch station op dit moment niet vervangt, moet u de gegevenskabel uit de systeemkaart verwijderen en de kabel opzij
leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een optisch station te installeren.
7. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
8. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
9. Sluit de stekkers van uw computer en apparaten op het stopcontact aan en zet uw computer en apparaten vervolgens aan.
10. Configureer de stations in het systeemsetupprogramma (zie System Setup-opties).
Het optische station opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Schuif het optisch station voorzichtig in het optisch schijfcompartiment vanaf de voorzijde van de computer.
3. Lijn de schroefopeningen in de optische schijf uit met de schroefopeningen op het stationspaneel.
4. Breng de vier schroeven opnieuw aan om het optisch station aan het stationspaneel te bevestigen.
5. Sluit de stekker van de voedingskabel en de gegevenskabel aan op de vaste schijf.
6. Sluit bij loskoppeling de gegevenskabel aan op de aansluiting op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
7. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
8. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
9. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Raadpleeg de documentatie die bij het station wordt geleverd voor instructies voor het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van het optisch station.
10. Raadpleeg het systeemsetupprogramma om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie System Setup openen).
Terug naar inhoudsopgave
1
stroomkabel
2
gegevenskabel
3
optisch station
4
schroeven (2)
5
stationspaneel
Terug naar inhoudsopgave
Ventilatoren
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De processorventilator en warmteafleider verwijderen
De processorventilator en warmteafleider opnieuw installeren
De chassisventilator verwijderen
De chassisventilator opnieuw installeren
De processorventilator en warmteafleider verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerbehuizing (zie De computerkap verwijderen).
3. Koppel de kabel van de processorventilator los van het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder voorzichtig eventuele kabels die over de processorventilator en warmteafleider lopen.
5. Afhankelijkvandeventilatoropdeprocessorendewarmteafleiderdieinuwcomputerisgeïnstalleerd,dientudevolgendestappenuittevoeren:
Type 1
a. Lijn de kop van een platte schroevendraaier uit met de groeven in de bevestigingen en draai de vier bevestigingen naar links om ze te
ontgrendelen.
b. Til de processorventilator en de warmteafleider uit de computer.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Ter voorkoming van elektrische schokken, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel, dient u de
stekker van de computer altijd uit het stopcontact te halen voordat u de kap verwijdert.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWINGEN: Deprocessorventilatorenwarmteafleidervormenééngeheel.Probeerdeventilatornietafzonderlijkteverwijderen.
WAARSCHUWINGEN: Raak de schoepen van de ventilator niet aan wannneer u de processorventilator en warmteafleider verwijdert. Hierdoor
kan de ventilator beschadigd raken.
WAARSCHUWINGEN: Ondanks de aanwezigheid van een plastic schild kunnen de processorventilator en warmteafleider tijdens normale werking
zeer heet worden. Laat de warmteafleider enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
Type 2
a. Draai de vier geborgde schroeven los waarmee de processorventilator en warmteafleider op het moederbord zijn bevestigd.
b. Til de processorventilator en de warmteafleider uit de computer.
De processorventilator en warmteafleider opnieuw installeren
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Veeg het thermisch vet van de onderzijde van de processorventilator en warmteafleider.
3. Breng nieuw thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
4. Plaats de processorventilator en warmteafleider terug.
Type 1
a. Draai, indien nodig, de bevestigingen op de ventilator en warmteafleider van de processor rechtsom om ervoor te zorgen dat zij goed
vergrendeld zijn.
b. Lijn de vier bevestigingen op de processorventilator en warmteafleider uit met de schroefgaten in het moederbord.
Type 2
a. Lijn de vier schroeven op de processorventilator en warmteafleider uit met de schroefgaten op het moederbord.
b. Draai de vier geborgde schroeven vast waarmee de processorventilator en warmteafleider op het moederbord zijn bevestigd.
5. Sluit de kabel van de processorventilator aan op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
6. Plaats de computerbehuizing terug (zie De computerbehuizing terugplaatsen).
1
kabel van de processorventilator
2
groeven van bevestigingen (4)
3
bevestigingen (4)
4
processorventilator en warmteafleider
1
kabel van de processorventilator
2
borgschroeven (4)
3
processorventilator en warmteafleiding
WAARSCHUWINGEN: Als u de ventilator terugplaatst, moet u ervoor zorgen dat de snoeren tussen het moederbord en de ventilator niet beklemd
raken.
WAARSCHUWINGEN: Breng nieuw thermisch vet aan. Thermisch vet is van essentieel belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een
optimale werking van de processor.
OPMERKING: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
7. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
De chassisventilator verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerbehuizing (zie De computerkap verwijderen).
3. Koppel de kabel van de chassisventilator los van het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Verwijder de vier schroefjes waarmee de chassisventilator aan het chassis is bevestigd.
5. Schuif de chassisventilator naar de voorzijde van de computer en til deze op.
De chassisventilator vervangen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Schuif de chassisventilator in de richting van de achterzijde van de computer op zijn plaats.
3. Plaats de vier schroefjes terug waarmee de chassisventilator aan het chassis is bevestigd.
4. Sluit de kabel van de chassisventilator aan op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
5. Breng de computerbehuizing opnieuw aan (zie De computerbehuizing opnieuw aanbrengen).
6. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWINGEN: Raak tijdens het verwijderen van de chassisventilator de schoepen van de ventilator niet aan. Hierdoor kan de ventilator
beschadigd raken.
1
schroeven (4)
2
chassisventilator
Terug naar inhoudsopgave
I/O-paneel aan de voorzijde van de computer
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Het I/O-paneel aan de voorzijde van de computer verwijderen
Het I/O-voorpaneel opnieuw aanbrengen
Het I/O-paneel aan de voorzijde van de computer verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Verwijder alle kabels die op het I/O-paneel zijn aangesloten uit de aansluitingen op het moederbord. Maak een notitie van alle kabelverbindingen
voordat u kabels verwijdert, zodat u deze op eenvoudige wijze op de juiste wijze kunt aanbrengen wanneer u het nieuwe I/O-paneel plaatst.
5. Verwijder het schroefje waarmee het I/O-zijpaneel aan het chassis is bevestigd.
6. Schuif het I/O-voorpaneel voorzichtig omlaag en uit de klemsleuf van het I/O-voorpaneel.
Het I/O-voorpaneel opnieuw aanbrengen
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
OPMERKING: Maak een notitie van alle kabelverbindingen voordat u kabels verwijdert, zodat u deze op eenvoudige wijze correct kunt aanbrengen
wanneer u het nieuwe I/O-paneel aanbrengt.
WAARSCHUWINGEN: Wees zeer voorzichtig wanneer u het I/O-paneel uit de computer schuift. Als u dit niet doet, kunnen de kabelaansluitingen
endekabelklemmenbeschadigdraken.
1
klemsleuf van I/O-voorpaneel
2
kabels
3
klemsleuf van I/O-voorpaneel
4
I/O-voorpaneel
5
schroef
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat de kabelaansluitingen en de kabelgeleidingsklemmen niet beschadigd raken wanneer u het I/O-paneel in
de klemsleuf schuift.
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Breng de kabels die u hebt losgekoppeld van de aansluitingen op het moederbord aan en bevestig deze.
3. Breng de klem van het I/O-voorpaneelopéénlijnmetdeklemsleufvanhetI/O-voorpaneel en schuif de klem in de sleuf.
4. Verwijder het schroefje waarmee het I/O-zijpaneel aan het chassis is bevestigd.
5. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
6. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerbehuizing terugplaatsen).
7. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Geheugenmodule(s)
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De geheugenmodule(s) verwijderen
De geheugenmodule(s) opnieuw aanbrengen
Aanbevolen geheugenconfiguratie
Dual channel-geheugenconfiguratie instellen
De geheugenmodule(s) verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zoek de geheugenmodules op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de aansluiting voor de geheugenmodule naar buiten.
5. Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u deze voorzichtig heen en weer te bewegen om deze van de aansluiting los te maken.
De geheugenmodule(s) opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de aansluiting voor de geheugenmodule naar buiten.
3. Volg de richtlijnen voor het installeren van het geheugen (zie Aanbevolen geheugenconfiguratie).
4. Lijn de inkeping in de rand van de geheugenmodule uit met het lipje in de aansluiting voor de geheugenmodule.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
1
aansluiting voor geheugenmodule
2
bevestigingsklem
WAARSCHUWING: Installeer geen ECC-geheugenmodules.
5. Druk de geheugenmodule in de aansluiting totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule correct plaatst, klikken de bevestigingsklemmetjes in de uitsparingen aan weerszijden van de module.
6. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
7. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Druk op <F1> om door te gaan wanneer het bericht wordt weergegeven dat de geheugencapaciteit is veranderd.
8. Meld u aan bij de computer.
9. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Microsoft
®
Windows
®
-bureaublad en klik op Eigenschappen.
10. Klik op het tabblad Algemeen.
11. Controleerdehoeveelheidweergegevengeheugen(RAM),omteverifiërenofhetgeheugenjuistisgeïnstalleerd.
Aanbevolen geheugenconfiguratie
Tijdens het plaatsen of opnieuw plaatsen van geheugen kunt u gebruik maken van onderstaande tabel. Zie voor de locatie van de aansluiting voor de
geheugenmodule Onderdelen van het moederbord.
Een Dual channel-geheugenconfiguratie instellen
1
uitsparingen (2)
2
lipje
3
inkeping
4
geheugenmodule
WAARSCHUWINGEN: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluitng om schade aan de
module te voorkomen.
1
uitsparingen (2)
2
bevestigingsklemmetje (vastgeklikt)
Eénmodule
Twee modules
Drie modules
Vier modules
DIMM1
DIMM1
DIMM3
DIMM1
DIMM3
DIMM2
DIMM1
DIMM3
DIMM2
DIMM4
Terug naar inhoudsopgave
1
Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM3 en DIMM4
2
Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM1 en DIMM2
Terug naar inhoudsopgave
Voeding
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De voeding verwijderen
De voeding opnieuw aanbrengen
De voeding verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerbehuizing (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de stekkers van de gelijkstroomkabels uit het moederbord en de stations en schijven.
Noteer de manier waarop de gelijkstroomkabels onder de lipjes in het computerchassis zijn geleid wanneer u deze uit het moederbord, stations en
schijven verwijdert. U moet deze kabels op juiste wijze opnieuw aanbrengen om te voorkomen dat ze beschadigd of gedraaid raken.
4. Koppel alle kabels los van de bevestigingsklem aan de zijkant van de voeding.
5. Breng de vier schroeven aan waarmee de stroomvoorziening wordt bevestigd aan de achterzijde van de computerkast.
6. Druk de klemmen van de voeding omlaag, schuif de stroomtoevoer uit de computer en til deze omhoog.
De voeding opnieuw aanbrengen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Druk de voeding omlaag in de klemmen, schuif de stroomtoevoer opzij en til deze uit de computer in het chassis.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
1
spanningsschakelaar
2
voeding
3
schroeven (4)
4
klemmen van voeding (2)
3. Breng de vier schroeven aan waarmee de voedingseenheid op de achterzijde van het chassis wordt bevestigd.
4. Sluit de gelijkstroomkabels opnieuw op het moederbord en de stations aan.
5. Bevestig alle kabels aan de bevestigingsklem aan de zijkant van de voedingseenheid.
6. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
7. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van een elektrische schok, omdat deze schroeven een essentieel
onderdeel van de aarding van de computer vormen.
OPMERKING: Geleid de gelijkstroomkabels onder de lipjes op het chassis door. De kabels moeten op juiste wijze worden aangebracht om ervoor
te zorgen dat deze niet beschadigd raken.
OPMERKING: Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten en goed vastzitten.
WAARSCHUWINGEN: Zorg dat de voltagekeuzeschakelaar is ingesteld op het voltage dat het meest overeenkomt met de wisselstroom die in uw
omgeving beschikbaar is.
Terug naar inhoudsopgave
Systeeminstellingen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Overzicht
Het systeemsetup-programma openen
Vergeten wachtwoorden wissen
CMOS-instellingen wissen
De BIOS flashen
Overzicht
U kunt het systeemsetup-programma voor de volgende zaken:
l De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l Het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, zoals een wachtwoord
l Dehuidigehoeveelheidgeheugenlezenofhetgeïnstalleerdetypevasteschijfinstellen
Het systeemsetup-programma openen
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F2>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht u totdat het bureaublad van Microsoft®Windows®wordt weergegeven.
Vervolgens sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
Systeemsetup-schermen
Options List (Lijst met opties) Dit veld verschijnt bovenaan in het venster van het systeemsetupprogramma. Het veld bestaat uit een lijst waar u doorheen
kuntbladerenendiedekenmerkenbevatdiedeconfiguratievanuwcomputerbepalen,zoalsdegeïnstalleerdehardware,deoptiesvoorenergiebesparing
en beveiligingsmaatregelen.
Option Field (Optieveld) Dit veld bevat informatie over elke optie. In dit veld kunt u uw huidige instellingen bekijken en er wijzigingen in aanbrengen. Met
de pijltjestoetsen links en rechts kunt u een optie markeren. Druk op Enter om een gemarkeerd item te activeren.
Help Field (Help-veld) Dit veld biedt contextgevoelige hulpinformatie op basis van de door u geselecteerde opties.
Key Functions (Toetsfuncties) Dit veld wordt weergegeven onder het Option Field (Optieveld) en bevat de toetsen en hun functies in het actieve veld van
het systeemsetup-programma.
Systeemsetup-opties
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
WAARSCHUWINGEN: Wijzig de instellingen in het systeemsetup-programma niet, tenzij u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde
wijzigingen kunnen ervoor zorgen dat uw computer niet meer goed werkt.
OPMERKING: Voordat u het systeemsetup-programma gebruikt, is het verstandig de informatie op het systeemsetup-scherm te noteren zodat u deze
later ter referentie kunt gebruiken.
OPMERKING: Soms werkt het toetsenbord niet meer wanneer u een toets erg lang hebt ingedrukt. U voorkomt dit door met regelmatige
tussenpozen op <F2> te drukken om het Boot Device Menu (menu Opstartapparaat) te openen.
OPMERKING: Mogelijk worden de items in dit gedeelte niet weergegeven of wijken de items enigszins af van de weergave in dit gedeelte. Dit is
afhankelijkvanuwcomputerendegeïnstalleerdeapparaten.
System info (Systeeminformatie)
BIOS Info
Geeft de BIOS-versie en -datum weer.
System (Systeem)
Geeft het nummer van het computermodel weer.
Service Tag (Servicelabel)
Geeft het servicelabel van de computer weer.
Asset Tag (Inventarislabel)
Geeft het inventarislabel van de computer weer, indien aanwezig.
Processor Type (Processortype)
Geeft het type processor weer.
Processor L1-cache
Geeft de hoeveelheid level 1-cache van de processor weer.
Processor L2-cache
Geeft de hoeveelheid level 2-cache van de processor weer.
Processor L3-cache
Geeft de hoeveelheid level 3-cache van de processor weer.
Memory Installed(Geïnstalleerdgeheugen)
Geeftdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Available (Beschikbaar geheugen)
Geeft de hoeveelheid beschikbaar geheugen weer.
Memory Speed (Geheugensnelheid)
Geeftdefrequentievangeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Technology (Geheugentechnologie)
Geefthettypevangeïnstalleerdgeheugenweer.
Standard CMOS Features (Standaardfuncties CMOS)
System Date (Systeemdatum)
Geeft de huidige datum weer in het formaat (mm:dd:jjjj).
System Time (Systeemtijd)
Geeft de huidige tijd weer in het formaat (uu:mm:ss).
SATA-1
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 1-aansluiting.
SATA-2
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 2-aansluiting.
SATA-3
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 3-aansluiting.
SATA-4
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 4-aansluiting.
Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies)
CPU Feature (CPU-functie)
l Hyper-Threading Technology (Hyper-Threading-technologie) Enabled; Disabled (de
standaardinstelling is Enabled)
l Intel SpeedStep
®
Enabled; Disabled (de standaardinstelling is Enabled)
l Virtualization (Virtualisatie) Enabled; Disabled (de standaardinstelling is Disabled)
l Limit CPUID Value (Beperken CPUID-waarde) Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
l CPU XD Support (CPU XD-ondersteuning) Enabled; Disabled (de standaardinstelling is Enabled)
l Multi Core Support (Multikernondersteuning) Enabled; Disabled (de standaardinstelling is Enabled)
l Intel TurboMode tech Enabled of Disabled; de standaardwaarde is Enabled)
USB Device Setting (Instelling USB-apparaat)
l USB Controller Enabled of Disabled (de standaardinstelling is Enabled)
Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipsetfuncties)
Onboard Audio Controller(Geïntegreerde
audiocontroller)
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
Onboard LAN Controller(GeïntegreerdeLAN-
controller)
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
Onboard LAN Boot ROM(GeïntegreerdeLAN-
opstart-ROM)
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaten)
Boot Settings Configuration (Configuratie
opstartinstellingen)
l Numlock Key (Numlock-toets) On; Off (de standaardinstelling is On)
l Keyboard Errors (Toetsenbordfouten) Report; Do Not Report (Melden, Niet melden) (de
standaardinstelling is Report)
Hard Disk Boot Priority (Opstartprioriteit
vaste schijven)
Wordt gebruikt om de prioriteit van vaste schijven in te stellen. De weergegeven items worden dynamisch
bijgewerkt op basis van de gedetecteerde vaste schijven.
CD/DVD Boot Priority (Opstartprioriteit
cd/dvd-stations)
Wordt gebruikt om de prioriteit van cd-/dvd-schijven in te stellen. De weergegeven items worden dynamisch
bijgewerkt op basis van de gedetecteerde cd-/dvd-schijven.
1st Boot Device (Eerste opstartapparaat)
Removable; CD/DVD; Hard Drive; Disabled (de standaardwaarde is Hard Drive)
2nd Boot Device (Tweede opstartapparaat)
Removable; CD/DVD; Hard Drive; Disabled (de standaardwaarde is CD/DVD)
3rd Boot Device (Derde opstartapparaat)
Removable; CD/DVD; Hard Drive; Disabled (de standaardwaarde is Removable)
Power Management Setup (Instellingen energiebeheer)
ACPI Suspend Type (Type ACPI-uitstel)
S1; S3 (de standaardwaarde is S3)
Remote Wake Up (Opstarten van afstand)
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
AC Recovery (AC-herstel)
Power Off, Power On of Last Power State (Uit, Aan of Laatste aan-uitstatus) (de standaardinstelling is Off)
Auto Power On (Automatisch inschakelen)
Enabled; Disabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Disabled)
Auto Power On Date (Automatisch inschakelen
op datum)
0
Auto Power On Time (Automatisch inschakelen
op tijd)
0:00:00
BIOS Security Features (BIOS-beveiligingsfuncties)
De opstartvolgorde voor de huidige opstartprocedure wijzigen
Met deze functie kunt u de computer bijvoorbeeld opdracht geven om op te starten vanaf het cd-station, zodat u de Dell Diagnostics kunt uitvoeren vanaf de
cd Drivers and Utilities terwijl u de computer weer wilt laten opstarten vanaf de vaste schijf wanneer deze diagnostische tests eenmaal voltooid zijn. U kunt
deze functie gebruiken om bijvoorbeeld uw computer opnieuw op te starten vanaf een USB-apparaat, zoals een diskettestation, een geheugenstick of een cd-
rw-station.
1. Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-poort.
2. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3. Wanneer op het scherm F2 = Setup, F12 = Boot Options verschijnt, drukt u op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows
ziet. Zet vervolgens de computer uit en probeer het opnieuw.
Het menu Boot Device (Opstartapparaat) verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartapparaten.
4. Gebruik de toets pijl-omhoog of pijl-omlaag om het huidige opstartapparaat te selecteren en druk op <Enter>.
Als u bijvoorbeeld opstart vanaf een USB-geheugenstick, selecteert u USB Flash Device (USB-flashapparaat) en drukt u op <Enter>.
De opstartvolgorde voor toekomstige opstartprocedures wijzigen
1. Open het systeemsetup-programma (zie Het systeemsetup-programma openen).
2. Gebruik de pijltoetsen om het menu Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaten) te markeren en druk vervolgens op Enter om het menu
te openen.
3. Druk op de pijl-omhoog en pijl-omlaag om door de lijst met bronnen te gaan.
4. Druk op de toets plus (+) of minus () om de opstartprioriteit van het apparaat te wijzigen.
Vergeten wachtwoorden wissen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zoek naar de wachtwoordresetjumper met 3 pinnen op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
Supervisor Password (supervisorwachtwoord)
Geeft aan of het supervisorwachtwoord is ingesteld of leeg is.
User Password (gebruikerswachtwoord)
Geeft aan of het gebruikerswachtwoord is ingesteld of leeg is.
Set Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord instellen)
Druk op Enter om het supervisorwachtwoord te wijzigen.
User Access Level (Toegangsniveau
gebruiker)
No Access; View Only; Limited; Full Access (de standaardwaarde is Full Access)
Set User Password (Gebruikerswachtwoord
instellen)
Druk op Enter om het gebruikerswachtwoord te wijzigen.
Password Check (Wachtwoordcontrole)
Setup; Always (de standaardwaarde is Setup)
OPMERKING: Om op te starten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u zeker wilt weten of een apparaat opstartbaar
is, raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
OPMERKING: Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt herstellen.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
OPMERKING: De locatie van de wachtwoordaansluiting verschilt per computer.
4. Verwijder de 2-pins jumper van pin 2 en 3 en plaats deze op pin 1 en 2.
5. Zet de computer aan, wacht ongeveer vijf seconden en zet de computer daarna weer uit. Houd zonodig de aan-uitknop ingedrukt om de computer uit te
zetten.
6. Verwijder de jumperstekker met 2 pinnen van pin 1 en pin 2 en plaats deze op pin 2 en pin 3 om de wachtwoordfunctie in te schakelen.
7. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
8. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
CMOS-instellingen wissen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. De huidige CMOS-instellingen kunt u als volgt wissen:
a. Zoek naar de 3-pins CMOS-resetjumper op het moederbord (zie Systeemkaartcomponenten).
b. Verwijder de jumperstekker van pin 2 en 3 van de CMOS-resetjumper.
c. Plaats de jumperstekker op pin 1 en 2 van de CMOS-resetjumper en wacht ongeveer vijf seconden.
d. Verwijder de jumperstekker en plaats deze op pin 2 en 3 van de CMOS-resetjumper.
OPMERKING: Als u de CMOS-instellingen wilt wissen, moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
4. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
5. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
De BIOS flashen
Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen indien een update beschikbaar is of wanneer u het moederbord vervangt. De BIOS kunt u als volgt flashen:
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar support.dell.com/support/downloads.
3. Zoek naar het bestand met de BIOS-update voor uw computer:
- Als u het servicelabel van uw computer heeft:
a. Klik op Voer een tag in.
b. Typ het serviceplaatje van de computer in het veld Voer een servicetag in, klik op Start en ga verder met stap 4.
- Als u het servicelabel van uw computer niet heeft:
a. Klik op Selecteer een model.
b. Selecteer het producttype in de lijst Selecteer een productreeks.
c. Selecteer het merk van het product in de lijst Selecteer een producttype.
d. Selecteer het modelnummer van het product in de lijst Selecteer een productmodel.
e. Klik op Bevestigen.
4. Er verschijnt een lijst met resultaten op het scherm. Klik op BIOS.
5. Klik op Downloaden om het nieuwste BIOS-bestand te downloaden.
Het venster Bestand downloaden verschijnt.
6. Klik op Opslaan om het bestand op uw bureaublad op te slaan. Het bestand wordt naar het bureaublad gedownload.
7. Klik op Sluiten als het venster Downloaden voltooid verschijnt.
Het bestandspictogram wordt op het bureaublad weergegeven en heeft dezelfde naam als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.
8. Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de procedures die worden weergegeven.
OPMERKING: Het servicelabel van uw computer bevindt zich boven op het chassis aan de achterkant.
OPMERKING: als u een ander model hebt geselecteerd en opnieuw wilt beginnen, klik dan op Opnieuw rechtsboven in het menu.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Moederbord
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Het moederbord verwijderen
Het moederbord opnieuw installeren
Het moederbord verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder eventuele PCI- of PCI Express-kaarten van het moederbord (zie PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen).
4. Verwijder de processorventilator en de warmteafleider (zie De processorventilator en warmteafleider verwijderen).
5. Verwijder de processor (zie De processor verwijderen).
6. Verwijder de geheugenmodules (zie De geheugenmodule(s) verwijderen) en noteer welke geheugenmodule uit elke geheugemodule-aansluiting is
verwijderd, zodat u de geheugenmodules op dezelfde locatie kunt installeren nadat het moederbord is vervangen.
7. Verwijder de stekkers van alle kabels uit het moederbord. Maak een notitie van alle kabelverbindingen voordat u kabels verwijderd, zodat u deze op
eenvoudige wijze correct kunt aanbrengen wanneer u het nieuwe moederbord plaatst.
8. Verwijder de acht schroeven en draai deze vast om het moederbord aan het computerchassis te bevestigen.
9. Til het moederbord omhoog uit het chassis.
Het moederbord opnieuw installeren
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de kap
opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels,
voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamhedendienietdoorDell™zijngoedgekeurd,valtnietonderdegarantie.
1
schroeven (8)
2
moederbord
OPMERKING: Vergelijk het moederbord dat u hebt verwijderd met het vervangende moederbord om er zeker van te zijn dat ze identiek zijn.
WAARSCHUWINGEN: Let op dat de poortbevestigingsveren niet worden beschadigd tijdens het opnieuw installeren van het moederbord.
2. Plaats het moederbord voorzichtig in het chassis en schuif het moederbord naar de achterzijde van de computer.
3. Breng de acht schroeven opnieuw aan en draai deze vast om het moederbord aan het computerchassis te bevestigen.
4. Plaats de kabels die u van het moederbord hebt losgekoppeld en sluit deze aan.
5. Breng de processor opnieuw aan (zie De processor opnieuw installeren).
6. Breng de processorventilator en de warmteafleider opnieuw aan (zie De processorventilator en warmteafleider opnieuw installeren).
7. Breng de geheugenmodules opnieuw aan(zie De geheugenmodule(s) opnieuw installeren).
8. Installeer eventuele PCI- of PCI Express-kaarten op het moederbord (zie PCI- en PCI Express-kaarten opnieuw installeren).
9. Breng de computerkap opnieuw aan (zie De computerkap opnieuw aanbrengen).
10. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
11. Flash indien nodig de BIOS van de computer (zie De BIOS flashen).
Terug naar inhoudsopgave
1
achterzijde van de computer
2
poortbevestigingsveer
WAARSCHUWINGEN: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Technisch overzicht
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
voeding
2
primaire optische schijf
3
secundaire optische schijf (optioneel)
4
montagekader aan voorzijde
5
vaste schijf
6
mediakaartlezer (optioneel)
7
moederbord
8
kaartbevestigingsbeugel
Terug naar inhoudsopgave
1
12 V-voedingsaansluiting (PWR2)
2
processorhouder
3
aansluiting voor processorventilator (CPU_FAN1)
4
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM3)
5
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM1)
6
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM4)
7
aansluiting voor geheugenmodule (DIMM2)
8
primaire voedingsaansluiting (PWR1)
9
CMOS-resetjumper (CLR_CMOS1)
10
wachtwoordresetjumper (PSWD1)
11
SATA-aansluiting(SATA1)
12
SATA-aansluiting (SATA2)
13
aansluiting voorpaneel (FP1)
14
SATA-aansluiting (SATA3)
15
FlexBay USB-aansluiting (F_USB1)
16
USB-aansluiting voorpaneel (F_USB2)
17
SATA-aansluiting (SATA4)
18
audioaansluiting voorpaneel (F_AUDIO1)
19
sleuf voor PCI-kaart (PCI1)
20
sleuf voor PCI-Express x1-kaart (PCI-EX1_1)
21
batterijhouder (BAT1)
22
sleuf voor PCI-Express x1-kaart (PCI-EX1_2)
23
sleuf voor PCI-Express x16-kaart (PCI-EX16_1)
24
aansluiting chassisventilator (SYS_FAN1)
Terug naar inhoudsopgave
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Inspiron™580
Opmerkingen, waarschuwingen en kennisgevingen
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2010DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken die in deze tekst worden gebruikt: Dell, het DELL-logo en Inspiron zijn merken van Dell Inc.; Intel SpeedStep is een gedeponeerd merk van Intel Corporation in de V.S. en
andere landen; Microsoft en Windows zijn handelsnamen of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Overige merken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de namen van hun
producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Juli2010Rev.A00
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWINGEN: VOORZICHTIG geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet
worden opgevolgd.
LET OP: De aanduiding LET OP geeft aan dat er een kans is op schade aan eigendommen, persoonlijk of dodelijk letsel.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41

Dell Inspiron 580 de handleiding

Type
de handleiding