Dell Vostro 410 Handleiding

Type
Handleiding
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
AlsueenDell™-computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft
®
Windows
®
-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2008DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in deze tekst: Dell, het DELL-logo, Dell MediaDirect, DellConnect, en Vostro zijn merken van Dell Inc.; Intel, Core, en Celeron zijn gedeponeerde merken van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen; Microsoft, Windows, Windows Vista, en het logo van de Start-knop van Windows Start zijn merken dan wel gedeponeerde merken
van Microsoft Corporation, en Bluetooth is een gedeponeerd merk van Bluetooth SIG Inc.
Overige handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document worden gebruikt om naar entiteiten te verwijzen die het eigendomsrecht op de merken dan wel de namen van
hun producten claimen. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere handelsmerken of handelsnamen dan haar eigen handelsmerken en
handelsnamen.
Model DCGAF
Augustus2008Rev.A00
Problemen oplossen
Aan de computer werken
Computerkap
montagekap
PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen
Stations
I/O-paneel
Ventilatoren
Geheugen
(batterij)
Processor
Voedingseenheid
Moederbord
System Setup
online contact opnemen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
LET OP: EenKENNISGEVINGduidtpotentiëleschadeaanhardwareofpotentieelgegevensverliesaanenverteltuhoehetprobleemkanworden
vermeden.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar inhoudsopgave
montagekap
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Het montagekader verwijderen
Het montagekader vervangen
Het montagekader verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zet de computer rechtop en zoek naar de vier grepen van het montagekader binnen het chassis langs de linkerzijde van de kap. Buig de grepen van
het montagekader voorzichtig naar buiten om de linkerzijde van de kap uit het chassis vrij te maken.
4. Draai de linkerzijde van de kap naar buiten totdat de klemmen van het montagekader aan de rechterzijde van de kap uit de klemsleuven vrijkomen.
5. Bewaar het montagekader op een veilige locatie.
Het montagekader vervangen
1. Zet de computer rechtop, lijn het montagekader uit met de sleuven voor de klemmen van het montagekader aan de rechterzijde van het voorpaneel en
breng de klemmen in de sleuven aan.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1
2
montagekap
3
2. Draai de kap van het voorpaneel naar de computer toe totdat de grepen van het montagekader aan de linkerzijde van de kap op hun plaats
vastklikken.
3. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Terug naar inhoudsopgave
1
montagekaderklem (3)
2
montagekader
3
greep voor montagekader (4)
4
sleuven voor klemmen van montagekader (3)
Terug naar inhoudsopgave
PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Een PCI Express-kaart verwijderen
Een PCI Express-kaart installeren
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card
UwDell™computerisuitgerustmetdevolgendesleuvenvoorPCI- en PCI Express-kaarten:
l EénPCIExpressx16-kaartsleuf
l Twee PCI Express x1-kaartsleuven (SLOT2, SLOT3)
l Drie PCI-kaartsleuven (SLOT4, SLOT5, SLOT6)
Zie Onderdelen van het moederbord voor de locaties van kaartsleuven.
Een PCI Express-kaart verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Deïnstalleerhetstuurprogrammaendesoftwarediebijdekaarthoren.RaadpleegvoormeerinformatiedeInstallatie- en snelle referentiegids.
3. Verwijder de computerkap. Zie het gedeelte De computerkap verwijderen.
4. Verwijder de schroef waarmee de kaart aan het chassis is bevestigd.
5. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.
6. Verwijder de kaart als volgt:
l In het geval van een PCI-kaart moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze voorzichtig uit de aansluiting trekken.
l Trek aan het vergrendelingslipje, pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek deze vervolgens voorzichtig uit de aansluiting.
7. Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
1
uitlijningsstreep
2
vollediggeïnstalleerdekaart
3
nietvollediggeïnstalleerdekaart
4
beugelschroef
5
beugel binnen de sleuf
6
beugel buiten de sleuf
8. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
9. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card voor het voltooien van de verwijderingsprocedure.
Een PCI Express-kaart installeren
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap. Zie het gedeelte De computerkap verwijderen.
3. Als u een nieuwe kaart installeert, moet u de schroef verwijderen waarmee de vulbeugen van de uitbreidingskaart is bevestigd.
4. Wanneerueengeïnstalleerdekaartvervangt,dientudehuidigekaartteverwijderen.
5. Maak de kaart klaar voor installatie.
Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd voor informatie over de configuratie van de kaart, interne aansluitingen, of andere
aanpassingen voor uw computer.
6. Tijdens het installeren van een kaart in de x16-kaartaansluiting moet u de kaartzodanigplaatsendatdebeveiligingsinkepingzichinéénlijnmethet
bevestigingslipje bevindt.
OPMERKING: Het plaatsen van beugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels
houden ook stof en vuil tegen.
OPMERKING: De kaartpositie in de afbeelding is ter indicatie bedoeld en kan afwijken van de werkelijke situatie.
WAARSCHUWING: Sommige netwerkadapters starten de computer automatisch op wanneer ze zijn verbonden met een netwerk. Haal de stekker
van de computer uit het stopcontact voordat u een kaart installeert om u te beschermen tegen elektrische schokken.
1
uitlijningsstreep
2
vollediggeïnstalleerdekaart
3
nietvollediggeïnstalleerdekaart
4
schroefbeugel
5
beugel binnen de sleuf
6
beugel buiten de sleuf
7. Plaats de kaart in de aansluiting en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.
8. Breng de schroef opnieuw aan en zet deze vast om de kaart in de sleuf te bevestigen.
9. Sluit alle kabels aan die met de kaart verbonden moeten zijn.
10. Raadpleeg de kaartdocumentatie voor informatie over de kabelaansluitingen van de kaart.
11. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
12. Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de kaartdocumentatie.
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI
Express Card
Terug naar inhoudsopgave
1
PCI Express x16-kaart
2
PCI Express x16-kaartsleuf
3
bevestigingslipje
4
PCI Express x1-kaartsleuf
5
PCI Express x1-kaart
6
bevestigingssleuf
LET OP: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap
niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
OPMERKING: Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor meer informatie over de locaties van aansluitingen.Raadpleeg de documentatie die
bij de kaart werd geleverd voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's en software voor de kaart.
Geïnstalleerd
Verwijderd
Geluidskaart
1. Open het systeemsetupprogramma (zie System Setup openen).
2. Ga naar Integrated Peripherals en selecteer Onboard Audio Controller. Wijzig
vervolgens de instelling in Disabled.
3. Sluit de externe audioapparaten aan op de connectoren van de geluidskaart.
1.
Open het systeemsetupprogramma (zie
2. Ga naar Integrated Peripherals
en selecteer
Controller
. Wijzig vervolgens de instelling in
3.
Sluit de externe audioapparaten aan op de aansluitingen op het
achterpaneel van de computer.
Netwerkkaart
1. Open het systeemsetupprogramma (zie System Setup openen).
2. Go naar Integrated Peripherals en selecteer Onboard LAN Controller en wijzig de
instelling vervolgens in Disabled, if you prefer not to use both interfaces.
3. Sluit de stekker van de netwerkkabel aan op de aansluiting voor de netwerkkabel.
1.
Open het systeemsetupprogramma (zie
2. Ga naar Integrated Peripherals
en selecteer
Controller
. Wijzig vervolgens de instelling in
3.
Sluit de stekker van de netwerkkabel aan op de ingebouwde
netwerkaansluiting.
Terug naar inhoudsopgave
(batterij)
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
De batterij verwijderen
De batterij vervangen
Een knoopcelbatterij handhaaft informatie over computerconfiguratie, datum en tijd. De batterij gaat enkele jaren mee. Vervang de batterij, wanneer u de tijd
en datum herhaaldelijk opnieuw moet instellen als u de computer aanzet.
De batterij verwijderen
1. Maak een notitie van alle schermen in het systeemsetupprogramma (zie System Setup openen) zodat u de juiste instellingen kunt herstellen tijdens.
2. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
3. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
4. Zoek naar de batterijhouder (zie Onderdelen van het moederbord).
5. Druk twee van de batterijvergrendelingslipjes voorzichtig naar buiten om de batterij uit het compartiment vrij te maken.
6. Verwijder de batterij uit de computer en dank deze op juiste wijze af.
De batterij vervangen
1. Plaats de nieuwe batterij in de houder met de "+"-zijde naar boven en klik de batterij vervolgens op zijn plaats. Controleer of de batterij door beide
vergrendelingslipjes wordt vastgehouden.
2. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
3. Ga naar de systeeminstellingen (zie System Setup openen) en herstel de instellingen die u hebt geregistreerd in. Voer daarnaast de juiste datum het
juiste tijdstip in.
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Eennieuwebatterijkanexploderenalsdezenietgoedwordtgeïnstalleerd.Vervangbatterijenalleendoorbatterijenvan
hetzelfde of een vergelijkbaar type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
LET OP: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de houder wrikt, dient u op te letten dat u het moederbord niet met dat voorwerp aanraakt. Zorg
ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de houder is geplaatst voordat u probeert de batterij los te krijgen. Als u dit niet doet, beschadigt u
mogelijk het moederbord door de houder los te wrikken of door de kopersporen te breken.
1
batterij (positieve kant)
2
batterijvergrendelingslipjes (4)
Terug naar inhoudsopgave
online contact opnemen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
U neemt als volgt contact op met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, technische ondersteuning of klantenservice:
1. Ga naar support.dell.com.
2. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose A Country/Region (Kies een land/regio) onderaan de pagina.
3. Klik aan de linkerzijde van de pagina op Contact Us (Contact opnemen).
4. Selecteer de gewenste dienst- of ondersteuningslink.
5. Selecteer voor u meest geschikte methode om contact met Dell op te nemen.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Computerkap
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
De computerkap verwijderen
De computerkap terugplaatsen
De computerkap verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
3. Verwijder de twee schroeven waarmee het FlexDock is bevestigd.
4. Maak de computerkap los door deze van de voorzijde van de computer omhoog te trekken.
5. Bewaar de kap op een veilige plaats.
De computerkap terugplaatsen
1. Controleer of alle kabels zijn aangesloten en haal kabels uit de weg.
2. Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven.
3. Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerbehuizing uit met de sleuven langs de zijkant van de computer.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
WAARSCHUWING: Maak geen gebruik van de computer als er een computerhoes of -kap is verwijderd, zoals de computerbehuizing,
montagekaders, beugels of voorpanelen.
LET OP: Zorg ervoor dat er voldoende ruimte aanwezig is voor het systeem wanneer de kap is verwijderd minimaal. 30 cm aan ruimte op het
bureaublad
1
computerkap
2
montagekap
4. Druk de computerbehuizing naar beneden en schuif deze naar de voorzijde van de computer totdat u voelt dat de computerbehuizing goed vastzit.
5. Controleer of de computerbehuizing op juiste wijze is aangebracht.
6. Draai de twee schroeven aan waarmee de computerkap is bevestigd.
7. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Processor
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
De processor verwijderen
De processor vervangen
De processor verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de stekkers van de stroomkabels uit de POWER- en 12V_ATXP- aansluiting (zie het gedeelte Onderdelen van het moederbord) op het
moederbord.
4. Verwijder de processorventilator en warmteafleiding uit de computer (zie Verwijder de warmteafleiding van de processor).
5. Druk de ontgrendelingshefboom naar beneden en naar buiten om deze vrij te maken uit het lipje waarmee deze wordt vastgehouden.
6. Open de kap van de processor, indien aanwezig.
7. Til de processor omhoog om deze uit het contact te verwijderen en berg deze op in een antistatische verpakking.
Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de socket kan worden geplaatst.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Voer onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met de procedures voor verwijdering en terugplaatsing van hardware. Wanneer u
deze stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor informatie over technisch
onderhoud.
WAARSCHUWING: Hoewel de warmteafleiding van een plastic hoes is voorzien, kan deze tijdens een normale werking van de computer zeer
heet worden. Laat de warmteafleiding enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
OPMERKING: Tenzij er een nieuwe warmteafleiding voor de nieuwe processor is benodigd, moet u de oorspronkelijke warmteafleiding gebruiken
wanneer u de processor vervangt.
1
processorkap
2
processor
3
socket
4
ontgrendeling
LET OP: Wanneer u de processor vervangt, mag u geen pennen binnen het processorcontact aanraken, en mogen er geen objecten op de pennen in
het contact vallen.
De processor vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Unpackthenewprocessor,beingcarefulnottotouchtheundersideoftheprocessor.
3. Draai de ontgrendelingshefboom totdat het mogelijk is om de kap van de processor te openen.
4. U moet de de uitlijningsinkepingen aan de voorzijde en achterzijde van de processor uitlijnen met de uitlijningsinkepingen aan de voorzijde en
achterzijde van het contact.
5. Lijn de pin 1-hoeken van de processor uit met die van het contact.
6. Schuif de processor voorzichtig in de socket en controleer of de processor op juiste wijze is aangebracht.
7. Wanneer de processor goed op zijn plek zit, dient u de processorkap te sluiten.
Controleer of het lipje op de processorkap onder de middelste kapvergrendeling op het contact is geplaatst.
8. Kantel de ontgrendelinghefboom terug in de richting van het contact en klik deze vast om de processor vast te zetten.
9. Verwijder het thermisch vet aan de onderzijde van de warmteafleiding.
10. Breng het nieuwe thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
LET OP: Zorg dat u geaard bent door een van de ongeschilderde metalen oppervlakken aan de achterzijde van de computer aan te raken.
LET OP: Plaats de processor op de juiste wijze in de socket; zo voorkomt u blijvende schade aan de processor en de computer wanneer u de computer
inschakelt.
LET OP: De socketpinnen zijn kwetsbaar. Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met de socket en geen onnodige kracht te
gebruiken tijdens het aanbrengen van de processor. Voorkom aanraking of verbuiging van de pinnen op het moederbord.
1
processorkap
2
lipje
3
processor
4
processorcontact
5
middelste vergrendeling processorkap
6
ontgrendeling
7
uitlijningsinkeping aan voorzijde
8
pin 1-indicator voor de processor
9
uitlijningsinkeping aan achterzijde
LET OP: Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met het contact en geen onnodige kracht te gebruiken tijdens het aanbrengen
van de processor.
LET OP: Breng nieuw thermisch vet aan. De aanwezigheid van thermisch vet is van groot belang voor de thermische hechting die is vereist voor een
optimale werking van de processor.
11. Plaats de processorventilator en de warmteafleiding terug (zie De warmteafleider van de processor vervangen).
12. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
13. Controleer of de computer naar behoren werkt door Dell Diagnostics uit te voeren. Zie Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor instructies
met betrekking tot Dell Diagnostics.
Terug naar inhoudsopgave
LET OP: Controleerofdeprocessorventilatorenwarmteafleidingopjuistewijzezijngeïnstalleerdengoedvastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Stations
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Over de stations en schijven binnen uw computer
Vaste schijven
Diskettestation
Mediakaartlezer
Optische schijf
Over de stations en schijven binnen uw computer
Uw computer biedt ondersteuning voor een combinatie van de volgende apparaten:
l Maximaal twee 3,5 inch vaste SATA-schijven
l Maximaal drie 5,25 inch optische SATA-schijven(meteenmaximumvantwee3,5inchtegelijkgeïnstalleerdevasteSATA-schijven)
l Een optioneel diskettestation of een optionele mediakaartlezer(FlexBay)
Aanbevolen kabelverbindingen voor schijven
l Sluit vaste sATA-schijven aan op de aansluitingen op het moederbord die zijn aangeduid met "SATA0," "SATA1," "SATA2" of "SATA3".
l Sluit SATA cd-/ of dvd-stations aan op de aansluitingen op het moederbord die zijn aangeduid met "SATA4" of "SATA5".
Schijfkabels aansluiten
When you install a drive, you connect two cablesa DC power cable and a data cableto the back of the drive.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
1
stationscompartiment
2
optioneel optisch station
3
optioneel station
4
optioneel diskettestation of mediakaartlezer
5
vier 3,5 inch SATA-schijfcompartimenten
Stekkers van interfacekabels voor schijven
De stationskabelaansluitingen zijn voorzien van pinnen voor een juiste aansluiting. Lijn de kabelstekker en de aansluiting op de schijf goed met elkaar uit
voordat u deze aansluit.
Schijfkabels aansluiten en verwijderen
Wanneer u een SATA-gegevenskabel verwijdert, moet u de kabel verwijderen met behulp van het treklipje.
De stekkers van de SATA-interfacekabel zijn voorzien van pinnen voor een juiste aansluiting, dat wil zeggen dat een inkeping of een ontbrekende pin op een
aansluiting overeenkomt met een pin op de andere stekker.
Vaste schijven
Controleerdedocumentatievandeschijfomteverifiërendatdezegeconfigureerdisvooruwcomputer.
Een vaste schijf verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de stekkers van de stroom- en vaste-schijfkabels uit het station.
1
stroomkabel
2
gegevenskabels
1
interfacekabel
2
stekker van interfacekabel
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
LET OP: Plaats de schijf niet op een harde ondergrond, zodat schade wordt voorkomen. Plaats de schijf in plaats daarvan op een zachte ondergrond,
zoals schuimrubber.
LET OP: Maak een back-up van uw bestanden alvorens u met deze procedure van start gaat indien u een vaste schijf vervangt die gegevens bevat die
u wilt behouden.
4. Verwijder de stekker van de batterijkabel los uit het moederbord.
5. Verwijder de twee schroeven waarmee de vaste schijf aan de linkerzijde van het schijfcompartiment is bevestigd.
6. Schuif de vaste schijf in de richting van de voorzijde van de computer naar buiten.
7. Als de schijfconfiguratie door het verwijderen van deze schijf wordt gewijzigd, moet u de instellingen van het systeemsetupprogramma overeenkomstig
wijzigen. Wanneer u het systeem opnieuw start, moet u het systeemsetupprogramma activeren (zie System Setup openen). Ga vervolgens naar het
gedeelte "Drives" en stel het station in op de juisten configuratie onder Drive 0 through 3.
8. Voer de stappen uit die beschreven zijin in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Een vaste schijf toevoegen of vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf werd geleverd om na te gaan of deze voor uw computer is geconfigureerd.
4. Breng de twee schroeven in de voorste en middelste schroefgaten aan de rechterzijde van de vaste schijf aan en draai deze vast.
5. Schuif de vaste schijf in het schijfcompartiment en lijn de twee schroeven aan de rechterzijde van de vaste schijf uit met de sleuf van het
schijfcompartiment.
6. Lijn de gaten aan de linkerzijde van de vaste schijf uit met de gaten in de behuizing van het schijfcompartiment en breng de twee schroeven aan om de
vaste schijf aan het schijfcompartiment te bevestigen.
1
schroeven (2)
2
vaste schijf
3
sleuf
4
schroeven (2)
5
stroomkabel
6
SATA-gegevenskabel
7. Sluit de stekker van de stroom- en gegevenskabel op het optisch station aan.
8. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord.
9. Controleer alle connectoren om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
10. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
11. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
12. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de vaste schijf.
13. Raadpleeg het systeemsetupprogramma om te controleren of de schrijfconfiguratie is gewijzigd (zie System Setup openen).
Diskettestation
Een diskettestation verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader vervangen).
1
schroeven (2)
2
vaste schijf
3
sleuf
4
schroeven (2), gedeeltelijk aangebracht
5
stroomkabel
6
gegevenskabel
LET OP: Om een netwerkkabel aan te sluiten moet u eerst de stekker van de kabel op de netwerkpoort of het netwerkcontact aansluiten en
vervolgens de stekker van het andere uiteinde van de kabel op de computer aansluiten.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
4. Koppel de stroom- en gegevenskabels aan de achterzijde van het diskettestation los.
5. Verwijder de stekker van de batterijkabel uit het moederbord.
6. Verwijder de twee schroeven waarmee het diskettestation is bevestigd.
7. Schuif het cd-/dvd-station via de voorzijde van de computer naar buiten.
8. Alsudeschijfnietvervangt,moetuhetinzetstukvoorhetschijfpaneelopnieuwinstalleren(zieMediakaartlezer).
9. Installeer het montagekader opnieuw (zie De computerkap terugplaatsen).
10. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
11. Raadpleeg het systeemsetupprogramma om na te gaan of de instellingen voor de diskette zijn gewijzigd (zie System Setup openen).
Een diskettestation toevoegen of vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader verwijderen).
4. Als u een nieuw diskettestation installeert in plaats van het te vervangen, moet u de afbreekbare metalen plaat van de FlexBay verwijderen (zie De
afbreekbare metalen plaat van de FlexBay verwijderen).
5. Schuif het diskettestation zachtjes op zijn plaats in de FlexBay aan de voorzijde van de computer.
6. Lijn de schroefgaten in het diskettestation uit met de schroefgaten aan de linkerzijde van de FlexBay-sleuf.
7. Breng de twee schroeven aan en zet deze vast om het diskettestation te bevestigen.
8. Sluit de stroom- en gegevenskabels aan op het optische station.
9. Sluit het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de aansluiting op het moederbord die is aangeduid met "FLOPPY" (zie Onderdelen van het
moederbord).
1
schroeven (2)
2
diskettestation
3
gegevenskabel
4
stroomkabel
10. Controleer alle kabelaansluitingen en haal kabels uit de weg om te voorkomen dat de luchtstroom tussen de ventilator en de ventilatieopeningen wordt
geblokkeerd.
11. Installeer het montagekader opnieuw (zie Het montagekader vervangen).
12. Voer de stappen uit die bescheven zijn in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
13. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de vaste schijf.
14. Ga naar de systeeminstellingen (zie System Setup openen) en selecteer de gewenste optie bij Diskette Drive (Diskettestation).
15. Controleer of de computer naar behoren werkt door Dell Diagnostics uit te voeren. Zie Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor instructies
met betrekking tot Dell Diagnostics.
De afbreekbare metalen plaat van de FlexBay verwijderen
Lijn de punt van een kruiskopschroevendraaier uit met de sleuf op de afbreekbare metalen plaat en draai de schroevendraaier naar buiten om de metalen
plaat te verwijderen.
Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen
Verwijder het inzetstuk van het stationspaneel los door de linkerzijde van het inzetstuk uit het chassis naar buiten te duwen.
1
schroeven (2)
2
optioneel diskettestation
3
stroomkabel
4
gegevenskabel
1
afbreekbare metalen plaat
Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen
1. Lijn het inzetstuk voor het stationspaneel uit met de zijkanten van de sleuf van het stationscompartiment.
2. Druk het inzetstuk van het stationspaneel naar binnen totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Mediakaartlezer
Een mediakaartlezer verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader verwijderen).
1
inzetstuk van stationspaneel (optioneel)
OPMERKING: Om aan de FCC-richtijnen te voldoen, verdient het de aanbeveling om het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aan te brengen
wanneer het FlexDock uit de computer is verwijderd.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
4. Sluit de FlexBay USB-kabel aan op de achterkant van de mediakaartlezer aan op de USB-connector (F_USB5) voor de mediakaartlezer op het
moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
5. Verwijder de twee schroeven waarmee de mediakaartlezer is bevestigd.
6. Schuif de mediakaartlezer via de voorzijde van de computer naar buiten.
7. Als u de mediakaartlezer niet opnieuw installeert, moet u het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen.
8. Installeer het montagekader opnieuw (zie Het montagekader vervangen).
9. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Een mediakaartlezer toevoegen of vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader verwijderen).
4. Als u een nieuwe mediakaartlezer installeert in plaats van een mediakaart te vervangen, moet u de afbreekbare plaat van de FlexBay verwijderen (zie
De afbreekbare metalen plaat van de FlexBay verwijderen).
5. Verwijder de mediakaartlezer uit de verpakking.
6. Schuif de mediakaartlezer zachtjes in de FlexBay-sleuf via de voorzijde van de computer.
7. Lijn de schroefgaten in de mediakaartlezer uit met de schroefgaten in de FlexBay.
8. Breng de twee schroeven aan en draai deze vast om de mediakaartlezer te bevestigen.
9. Sluit de FlexBay USB-kabel aan op de achterkant van de mediakaartlezer aan op de USB-connector (F_USB5) voor de mediakaartlezer op het
moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
1
schroeven (2)
2
Mediakaartlezer
3
USB-interfacekabel
OPMERKING: Installeer de mediakaartlezer voordat de FlexBay-kabel wordt aangesloten.
10. Installeer het montagekader opnieuw (zie Het montagekader vervangen).
11. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Optische schijf
Een optisch station verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader vervangen).
4. Verwijder de stekker van de kabel van het optisch station uit de aansluiting op het moederbord.
5. Verwijder de stekker van de stroomkabel en de gegevenskabel van het optische station uit de achterzijde van het station.
1
schroeven (2)
2
schroefsleuven (2)
3
Mediakaartlezer
4
USB-interfacekabel
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
6. Verwijder de twee schroeven uit het optische-stationcompartiment.
7. Duw het optische station door de voorzijde van de computer naar buiten.
8. Als u het station niet vervangt, moet u het inzetstuk voor het stationspaneel vervangen (zie Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw
aanbrengen).
9. Installeer het montagekader opnieuw (zie Het montagekader vervangen).
10. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
11. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
12. Configureer de stations in het systeemsetupprogramma (zie System Setup openen).
Een optisch station toevoegen of vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader verwijderen).
4. Schuif het station voorzichtig op zijn plaats.
5. Lijn de schref van het optische station uit met de sleuven in het optische schijf-compartiment.
6. Plaats de drie schroeven terug op de optische schijf en draai ze vast.
7. Sluit de stekker van de stroom- en gegevenskabel op het optisch station aan.
8. Sluit de gegevenskabel aan op de aansluiting op het moederbord.
1
schroeven (2)
2
schroefgaten (4)
3
optische schijf
4
gegevenskabel
5
stroomkabel
LET OP: Om een netwerkkabel aan te sluiten moet u eerst de stekker van de kabel op de netwerkpoort of het netwerkcontact aansluiten en
vervolgens de stekker van het andere uiteinde van de kabel op de computer aansluiten.
9. Installeer het montagekader opnieuw (zie Het montagekader vervangen).
10. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
11. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de vaste schijf.
12. Ga naar het systeemsetupprogramma (zie System Setup openen) en selecteer de gewenste optie bij Drive (Station).
13. Controleer of de computer naar behoren werkt door Dell Diagnostics uit te voeren. Zie Raadpleeg de Installatie- en snelle naslaggids voor instructies met
betrekking tot Dell Diagnostics.
Het inzetstuk van het stationspaneel verwijderen
Maak het inzetstuk van het paneel van het optisch station lso door het uit het chassis naar buiten te duwen.
Het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aanbrengen
1. Lijn het inzetstuk van het optisch station uit met de lege compartimentopening.
1
schroeven (2)
2
schroefgaten
3
optische schijf
4
gegevenskabel
5
stroomkabel
1
inzetstuk voor paneel van optisch station (optioneel)
2. Breng twee schroeven aan en draai deze vast om het inzetstuk van het optisch paneel te bevestigen.
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWING: Om aan de FCC-richtijnen te voldoen, verdient het de aanbeveling om het inzetstuk van het stationspaneel opnieuw aan te
brengen wanneer het FlexDock uit de computer is verwijderd.
Terug naar inhoudsopgave
Ventilatoren
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Verwijder de warmteafleiding van de processor
De warmteafleider van de processor vervangen
Verwijder de chassisventilator
De chassisventilator vervangen
Verwijder de warmteafleiding van de processor
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de kabel van de ventilator uit het moederbord.
4. Draai de vier schroeven los waarmee de warmteafleiding aan het moederbord is bevestigd.
5. Draai de warmtegeleiding voorzichtig omhoog en verwijder deze uit de computer. Leg de warmteafleiding ondersteboven neer met het thermisch vet
naar boven gericht.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u
de stekker van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap opent.
WAARSCHUWING: Hoewel de warmteafleiding van een plastic hoes is voorzien, kan deze tijdens een normale werking van de computer zeer
heet worden. Laat de warmteafleiding enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
LET OP: Mogelijk is er sprake van een flinke laag thermisch vet tussen de procesor en warmteafleiding. Om schade aan de processor te voorkomen,
moet u geen overmatige kracht gebruiken wanneer u de warmteafleiding van de processor scheidt.
1
Kruiskopschroevendraaier
2
warmteafleiding
De warmteafleider van de processor vervangen
1. Verwijder de computerkap indien u dit nog niet hebt gedaan (zie De computerkap verwijderen).
2. Breng waar nodig thermisch vet op de warmteafleiding aan.
3. Lijn de vier schroeven op de warmtegeleiding uit met de gaten en rubberen ringen op het moederbord.
4. Draai de schroeven gelijkmatig aan om de warmteafleiding aan het moederbord te bevestigen.
5. Sluit de stekker van de ventilatorkabel op het moederbord aan (zie Onderdelen van het moederbord).
6. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Verwijder de chassisventilator
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de stekker van de ventilatorkabel uit het moederbord.
3
kabel van de ventilator van de warmteafleiding
4
stekker voor de ventilator voor het moederbord
5
schroefgaten met rubberen ringen (4)
6
schroeven (4)
LET OP: Tenzij er een nieuwe warmteafleiding voor de nieuwe processor is benodigd, moet u de oorspronkelijke warmteafleiding gebruiken wanneer u
de processor vervangt.
1
Kruiskopschroevendraaier
2
warmteafleiding
3
ventilatorkabel voor warmteafleiding
4
ventilatorstekker voor moederbord
5
schroefgaten met rubberen ringen
6
schroeven (4)
LET OP: Zorg ervoor dat de warmteafleiding op juiste wijze is aangebracht en stevig vastzit.
4. Houd de chassisventilator op zijn plek vast en verwijder de vier schroeven waarmee de ventilator aan het chassis is bevestigd.
5. Til de ventilator uit het chassis.
De chassisventilator vervangen
1. Verwijder de computerkap als u dat nog niet hebt gedaan (zie De computerkap verwijderen).
2. Houd de chassisventilator op zijn plaats vast, breng de de vier schroeven in het chassis aan en draai deze vast.
1
chassisventilator
2
voedingsaansluiting moederbord
3
schroef (4)
1
chassisventilator
2
schroef (4)
3. Sluit de stekker van de ventilatorkabel op het moederbord aan (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
I/O-paneel
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Het I/O-paneel aan de voorzijde van de comptuer verwijderen
Het I/O-voorpaneel vervangen
Het I/O-paneel aan de voorzijde van de comptuer verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie Het montagekader verwijderen).
4. Verwijder de stekkers van de kabels van het I/O-paneel uit het moederbord.
5. Verwijder de schroef waarmee het I/O-paneel is bevestigd.
6. Schuif het I/O-paneel opzij om de klem van het I/O-paneel los te maken uit de bijbehorende sleuf.
7. Verwijder het I/O-paneel en de kabels voorzichtig uit het chassis.
Het I/O-voorpaneel vervangen
1. Breng de kabels van het I/O-paneel in het chassis aan via de sleuf van het I/O-paneel. Lijn de klem van het I/O-paneel uit met de klemsleuf van het I/O-
paneel en duw deze in de sleuf naar binnnn.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
OPMERKING: Maak een notitie van alle kabelverbindingen voordat u kabels verwijderd, zodat u deze op eenvoudige wijze opnieuw kunt aanbrengen
wanneer u het nieuwe I/O-paneel installeert.
LET OP: Wanneer u het I/O-paneel uit de computer schuift, moet u uiterst voorzichtig te werk gaan om schade aan de kabelstekkers en de
geleidingsklemmen van de kabels te voorkomen.
1
scroefgat I/O-paneel
2
I/O panel
3
schroef (1)
2. Breng de schroef opnieuw aan en zet deze vast om het I/O-paneel aan het chassis te bevestigen.
3. Sluit de kabels opnieuw op het moederbord aan.
4. Installeer het montagekader opnieuw (zie Het montagekader vervangen).
5. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
6. Controleer of de compter naar behoren functioneert door Dell Diagnostics uit te voeren. Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor instructies
met betrekking tot Dell Diagnostics.
Terug naar inhoudsopgave
LET OP: Zorg ervoor dat de kabelstekkers en de kabelgeleidingsklemmen niet beschadigd raken wanneer u het I/O-paneel uit de computer schuift.
1
schroefgat I/O-paneel
2
I/O panel
3
schroef
Terug naar inhoudsopgave
Geheugen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Geheugenmodules verwijderen
Een geheugenmodule toevoegen of vervangen
Geheugenmodules verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zoek naar de geheugenmodules op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
4. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleaansluiting naar buiten.
5. Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u de module voorzichtig heen en weer te bewegen terwijl u deze omhoog trekt.
Een geheugenmodule toevoegen of vervangen
1. ZorgervoordatuéénenkelegeheugenmoduleinstalleertinDIMM- aansluiting 0, de aansluiting die zich het dichtst bij de processor bevindt, voordat u
modules in andere aansluitingen installeert.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1
bevestigingsklem
2
aansluiting voor geheugenmodule
LET OP: Installeer geen ECC-geheugenmodules.
LET OP: Wanneer u de originele geheugenmodules tijdens het opwaarderen van uw geheugen uit de computer verwijdert, moet u deze gescheiden
houden van nieuwe modules die u hebt, zelfs als u die nieuwe modules van Dell hebt gekocht. Combineer een oorspronkelijke geheugenmodule, indien
mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Doet u dit wel, dan loopt u het risico dat de computer niet naar behoren opstart. De aanbevolen
geheugenconfiguraties zijn:
Eenpaargeheugenmodulesvanovereenkomstigegeheugengrootte,geïnstalleerdinDIMM-aansluitingen 0 en 1 of
Eenpaargeheugenmodulesvanovereenkomstigegeheugengrootte,geïnstalleerdinDIMM-aansluitingen 1 en 2, en een ander paar van
overeenkomstigegeheugengrootte,geïnstalleerdinDIMM-aansluitingen 3 en 4
OPMERKING: Als u gemengde paren van geheugenmodules PC2-4300 (DDR2 533-MHz) en PC2-5300 (DDR2 667-MHz) installeert, zullen de modules
functioneren op de snelheid van de geheugenmodule met de laagste prestatie.
Lijn de inkeping aan de onderkant van de module uit met de horizontale streep in de aansluiting.
2. Druk de module in de aansluiting totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de module juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
1
Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_1 en DIMM_2
2
Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_3 en DIMM_4
1
Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_1 en DIMM_2
2
Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_3 en DIMM_4
1
uitsparingen (2)
2
geheugenmodule
3
inkeping
4
horizontale streep
LET OP: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluiting om schade aan de module te
voorkomen.
3. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
4. Meld u aan bij de computer.
5. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Windows-bureaublad en klik op Eigenschappen.
6. Klik op het tabblad Algemeen.
7. Controleerdehoeveelheidweergegevengeheugen(RAM),omteverifiërenofhetgeheugenjuistisgeïnstalleerd.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Voedingseenheid
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
De voedingseenheid verwijderen
De voedingseenheid terugplaatsen
Toewijzing van DC-connectorpinnen van de voedingseenheid
De voedingseenheid verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de stekkers van de stroomkabels uit het moederbord en de schijven.
4. Noteer de manier waarop de gelijkstroomkabels onder de lipjes in het computerchassis zijn geleid wanneer u deze uit het moederbord, stations en
schijven verwijdert. U moet deze kabels op juiste wijze opnieuw aanbrengen om te voorkomen dat ze beschadigd of gedraaid raken.
5. Verwijder de kabel van de vaste schijf, de gegevenskabel van het cd/dvd- station, de lintkabel van het voorpaneel en alle andere kabels uit de
bevestigingsklem aan de zijkant van de stroomvoorziening.
6. Verwijder de vier schroeven waarmee de stroomvoorziening aan de achterzijde van het computerchassis is bevestigd.
7. Schuif de voeding naar de voorzijde van de computer en til deze eruit.
De voedingseenheid terugplaatsen
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de
kap opent.
1
schroeven (4)
2
voedingseenheid
1. Bremg de vervangende stroomvoorziening aan.
2. Breng alle schroeven opnieuw aan en draai deze vast om de stroomvoorziening aan de achterzijde van het computerchassis te bevestigen.
3. Sluit de gelijkstroomkabels opnieuw op het moederbord en de stations en schijven aan.
4. Zet de kabel van de vaste schijf, de kabel van het cd/dvd-station en de kabels van het voorpaneel waar mogelijk vast in de bevestigingsklemmen
binnen het chassis.
5. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
6. Controleer of de computer naar behoren functioneert door Dell Diagnostics uit te voeren. Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor
instructies met betrekking tot Dell Diagnostics.
Toewijzing van DC-connectorpinnen van de voedingseenheid
1
schroeven (4)
2
voedingseenheid
WAARSCHUWING: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van een elektrische schok, omdat deze schroeven een
essentieel onderdeel van de aarding van de computer vormen.
LET OP: Geleid de gelijkstroomkabels onder de lipjes op het chassis door. De kabels moeten op juiste wijze worden aangebracht om ervoor te zorgen
dat deze niet beschadigd raken.
OPMERKING: Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten en goed vastzitten.
WAARSCHUWING: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van een elektrische schok, omdat deze schroeven een
essentieel onderdeel van de aarding van de computer vormen.
DC-voedingsaansluiting P1
Pinnummer
Signaalnaam
Kabelkleur
Kabelformaat
1
3.3V
Oranje
20 AWG
2
3.3V
Oranje
20 AWG
3
RTN
Zwart
20 AWG
4
5 V
Rood
20 AWG
5
RTN
Zwart
20 AWG
6
5 V
Rood
20 AWG
7
RTN
Zwart
20 AWG
8
POK
Grijs
22 AWG
9
5 V AUX
Paars
20 AWG
10
+12 V
Geel
20 AWG
11
+12 V
Geel
20 AWG
12
3,3V
Oranje
20 AWG
13
3,3V
Oranje
20 AWG
14
12 V
Blauw
22 AWG
15
RTN
Zwart
20 AWG
16
PS_ON
Groen
22 AWG
17
RTN
Zwart
20 AWG
18
RTN
Zwart
20 AWG
19
RTN
Zwart
20 AWG
20
OPEN
21
5 V
Rood
20 AWG
22
5 V
Rood
20 AWG
23
5 V
Rood
20 AWG
24
RTN
Zwart
20 AWG
P2-aansluiting voor stroomkabel
Stroomaansluitingen P3, P4, P5, P6, P7 en P8
Stroomaansluiting P9
Stroomaansluiting P10
Pinnummer
Signaalnaam
18-AWG Wire
1
GND
Zwart
2
GND
Zwart
3
+12 VADC
Geel
4
+12 VADC
Geel
Pinnummer
Signaalnaam
18-AWG Wire
1
+3,3 VDC
Oranje
2
GND
Zwart
3
+5 VDC
Rood
4
GND
Zwart
5
+12 VBDC
Wit
Pinnummer
Signaalnaam
22-AWG Wire
1
+5 VDC
Rood
2
GND
Zwart
3
GND
Zwart
4
+12 VADC
Geel
Terug naar inhoudsopgave
Pinnummer
Signaalnaam
22-AWG Wire
1
+12 VDC
Geel
2
+12 VDC
Geel
3
+12 VDC
Geel
4
GND
Zwart
5
GND
Zwart
6
GND
Zwart
Terug naar inhoudsopgave
Moederbord
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Verwijder het moederbord:
Een moederbord vervangen
Verwijder het moederbord:
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Zet de computer op zijn rechterkant op een schoon en effen oppervlak.
3. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
4. Verwijder alle pc-kaarten uit de sleuven van uw computer. Plaats alle kaarten een voor een in een beschermende statisch hoes op.
5. Verwijder alle gegevenskabels uit de cd/dvd-stations, diskettestations en vaste schijven die op het moederbord zijn aangesloten.
6. Verwijder alle kabels uit het voorpaneel en de FlexBay-module die op het moederbord zijn aangesloten.
7. Verwijder de stroomkabels van 12V met 24 pinnen uit het moederbord.
8. Als u het moederbord door een ander moederbord vervangt, doet u het volgende:
a. Verwijder de processor en warmteafleiding (zie Verwijder de warmteafleiding van de processor).
b. Verwijder de geheugenmodules uit het moederbord (zie Een geheugenmodule toevoegen of vervangen) en bewaar deze in een beschermende
antistatische verpakking.
c. Verwijder de processor uit het moederbord (zie De processor verwijderen) en bewaar deze in een beschermende antistatische statische
verpakking.
9. Verwijder de kabel van de ventilator uit het moederbord.
10. Verwijder eventuele andere aanwezige kabels uit het moederbord.
11. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
12. Til het moederbord voorzichtig uit het computerchassis omhoog en bewaar deze in een beschermende antistatische verpakking.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u
de stekker van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap opent.
WAARSCHUWING: Het moederbord is uiterst kwetsbaar. Neem uiterste voorzichtigheid in acht wanneer u met het moederbord omgaat.
Een moederbord vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken.
2. Plaats de computer op zijn rechterzijde op een schoon en effen oppervlak.
3. Verwijder indien nodig de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
4. Verwijder het moederbord uit zijn verpakking en plaats het in een locatie binnen het computerchassis. Lijn de gaten van het moederbord uit met de
schroefgaten in het chassis. Zorg er daarbij voor dat de aansluitingen op het achterpaneel op juiste wijze zijn uitgelijnd met de openingen aan de
achterzijde van het chassis.
1
moederbord
2
schroef (9)
5. Bevestigd het moederbord aan het chassis met behulp van de schroeven die u eerder uit het moederbord hebt verwijderd. Draai de schroeven niet te
stevig aan.
6. Sluit de gelijkstroomkabel aan op het moederbord.
7. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord.
8. Sluit alle kabels van het voorpaneel en FlexBay-apparaten op het moederbord aan.
9. Sluit alle gegevenskabels van de cd/dvd-stations en vaste schijven op het moederbord aan.
10. Als het moederbord wordt vervangen door een ander type moederbord dan u hebt verwijderd, moet u het volgende doen:
a. Zoek naar de geheugenmodules op het moederbord (zie Een geheugenmodule toevoegen of vervangen).
b. Installeer de processor op het moederbord (zie De processor vervangen).
c. Installeer de processorventilator en de warmteafleiding (zie De warmteafleider van de processor vervangen).
11. Sluit waar nodig additionele kabels op het moederbord aan.
12. Sluit de gelijkstroomkabel aan op het moederbord.
13. Installeer alle pc-kaarten in de sleuven van de computer.
14. Controleer of alle kabels binnen het computerchassis op juiste wijze zijn aangesloten.
15. Voer de stappen uit die zijn beschreven in procedure Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
16. Controleer of de computer naar behoren werkt door Dell Diagnostics uit te voeren. Zie Raadpleeg de Installatie- en snelle referentiegids voor instructies
met betrekking tot Diagnostics.
Terug naar inhoudsopgave
1
moederbord
2
schroef (9)
WAARSCHUWING: Als u niet alle schroeven aanbrengt en op juiste wijze aandraait, is er mogelijk niet genoeg sprake van aarding van het
moederbord, hetgeen tot storingen van het besturingssysteem kan leiden.
Terug naar inhoudsopgave
System Setup
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Overzicht
System Setup openen
System Setup-schermen
Opties van het System Setup-programma
Bootsequence (Opstartvolgorde)
Vergeten wachtwoorden wissen
De CMOS-instellingen wissen
De BIOS flashen
Overzicht
Gebruik System Setup voor de volgende taken:
l De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l Het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, zoals een wachtwoord
l Hetlezenvandehuidigehoeveelheidgeheugenofhetinstellenvanhettypevasteschijfdatisgeïnstalleerd
Voordat u System Setup gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van System Setup te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
System Setup openen
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. WanneerhetblauweDELL™-logo wordt weergegeven, wacht u totdat de F2-prompt verschijnt.
3. Zodra de F2-prompt verschijnt, drukt u meteen op F2.
4. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft®Windows®ziet. Sluit
vervolgens de computer af (see De computer uitzetten) en probeer het opnieuw.
System Setup-schermen
In het System Setup-scherm ziet u de huidige of instelbare configuratiegegevens van uw computer. De informatie in het scherm is in drie gedeeltes
onderverdeeld: de lijst met opties, het veld met actieve opties en belangrijke functies.
Opties van het System Setup-programma
LET OP: Wijzig de instellingen voor dit programma alleen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden dat de
computer niet langer naar behoren werkt.
OPMERKING: De F2-promptduidteropdathettoetsenbordisgeïnitialiseerd.Dezepromptkanzeersnelverschijnen.Weesdusophetverschijnen
ervan beducht en druk op <F2>. Als u te vroeg op F2 drukt, wordt deze toetsaanslag niet geregistreerd.
Options List (Lijst met opties) Dit veld verschijnt links van het venster voor de systeemsetup. Dit
deelvenster bevat een lijst waar u doorheen kunt bladeren en die de kenmerken bevat die de
configuratievanuwcomputerbepalen,zoalsdegeïnstalleerdehardware,deenergiebesparingen
beveiligingsmaatregelen.
U kunt met de pijltjestoetsen omhoog en omlaag bladeren door deze lijst. Wanneer een optie
gemarkeerd is, wordt in het Option Field (Optieveld) meer informatie afgebeeld over die optie en
de huidige en beschikbare instellingen voor die optie.
Option Field (Optieveld) Dit veld bevat informatie
over elke optie. In dit veld kunt u uw huidige
instellingen bekijken en er wijzigingen in aanbrengen.
Met de pijltjestoetsen links en rechts kunt u een optie
markeren. Druk op Enter om een gemarkeerd item te
activeren.

Key Functions (Toetsfuncties) Dit veld wordt
weergegeven onder het Option Field (Optieveld) en
bevat de toetsen en hun functies in het actieve veld
van de systeem-setup.
OPMERKING: Mogelijk worden de items in dit gedeelte niet weergegeven of wijken de items enigszins af van de weergave in dit gedeelte. Dit is
afhankelijkvanuwcomputerendegeïnstalleerdeapparaten.
System Info (Systeeminformatie)
BIOS Info
Toont het versienummer en de datum van de BIOS
System Info
(Systeeminformatie)
Toont systeeminformatie zoals de naam van de computer en andere specifieke computerinfomatie.
CPU info (CPU-informatie)
Geeft aan of de processor van de computer ondersteuning biedt voor hyperthreading, en vermeldt de snelheid van de
processorbus, de processor-ID, de kloksnelheid en de capaciteit van het L2-cachegeheugen.
Memory info
(Geheugeninformatie)
Toontdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugen,degeheugensnelheid,kanaalmodus(dualofsingle)enhettype
geïnstalleerdegeheugen.
Standard CMOS Features
Date/Time (Datum/Tijd)
Hier vindt u de actuele datum- en tijdinstellingen. Date (mm:dd:yy)
SATA Info
Toont de SATA-schijvendiebinnendecomputerzijngeïntegreerd(SATA-0; SATA-1; SATA-2; SATA-3; SATA-4; SATA-5).
SATA HDD Auto-Detection
Detecteert automatisch de SATA-aansluiting waarop de vaste schijf is aangesloten.
Capacity
DegecombineerdecapaciteitvanallegeïnstalleerdeSATA-schijven.
Drive A
None; 1.44M; 3.5 in. 1.44M (de standaardswaarde is 3.5).
Halt On
All Error; All; But Keyboard. (All, maar de standaardwaarde is Keyboard).
Advanced BIOS Features
CPU Feature
l Limit CPUID ValueEnabled; Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
l Execute Disable BitEnabled; Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
l Virtualization TechnologyEnabled; Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
l Core Multi-ProcessingEnabled; Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
Boot Up NumLock Status
Off; On (de standaardwaarde is On)
Boot Device Configuration
Removable Device Priority
Wordt gebruikt om de prioriteit van verwijderbare apparaten zoals USB-diskettestations aan te geven. De items die hier
worden weergegeven, worden dynamisch bijgewerkt volgens de aangesloten verwijderbare apparaten.
Hard Disk Boot Priority
Wordt gebruikt om de prioriteit van vaste schijven in te stellen. De items die hier worden weergegeven, worden op
dynamische wijze bijgewerkt op basis van de gedetecteerde vaste schijven.
First Boot Device
Removable; Hard Disk; CDROM; USB-CDROM; Legacy LAN; Disabled (de standaardwaarde is Removable)
Second Boot Device
Removable; Hard Disk; CDROM; USB-CDROM; Legacy LAN; Disabled (de standaardwaarde is Hard disk)
Third Boot Device
Removable; Hard Disk; CDROM; USB-CDROM; Legacy LAN; Disabled (de standaardwaarde is CD-ROM)
Boot Other Device
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
Advanced Chipset Features (geavanceerde chipset-functies)
Init Display First
PCI Slot, Onboard (de standaardwaarde is PCI Slot)
Video Memory Size
1 MB, 8 MB (de standaardwaarde is 8 MB)
DVMT Mode
FIXED, DVMT (de standaardwaarde is DVMT)
DVMT/FIXED Memory Size
128 MB, 256 MB, MAX (de standaardwaarde is 128 MB)
IntegratedPeripherals(geïntegreerderandapparatuur)
USB Device Setting
l USB ControllerEnabled or Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
l USB Operation ModeHigh Speed; Full/Low Speed (de standaardwaarde is High Speed)
Onboard FDC Controller
Enabled or Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
Onboard Audio Connector
Enabled or Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
Onboard LAN Connector
Enabled or Disabled (de standaardwaarde is Enabled)
Onboard LAN Boot ROM
Enabled of Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
SATA Mode
IDE; RAID (de standaardwaarde is IDE)
Power Management Setup (instellingen energiebeheer)
ACPI Suspend Type
S1(POS); S3(STR) (de standaardwaarde is S3(STR))
Quick Resume (Snel hervatten)
Disabled; Enabled (de standaardwaarde is Disabled)
Remote Wake Up (Extern
ontwaaksignaal)
On; Off (de standaardwaarde is On)
USB KB Wake-Up From S3
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
Auto Power On (Automatisch
inschakelen)
Enabled; Disabled (de standaardwaarde is Disabled)
Auto Power On Date
0
Auto Power On Time
0:00:00
AC Recovery (Herstel stroom)
Off; On; Former-Sts (De standaardwaarde is Off)
Bootsequence (Opstartvolgorde)
Deze functie stelt u in staat om de opstartvolgorde voor apparaten te wijzigen.
Opties
l Diskette Drive (Diskettestation) De computer probeert op te starten vanaf het diskettestation. Als de diskette in het station geen opstartbare schijf
is,ofalsergeendiskettestationindecomputerisgeïnstalleerd,zaldecomputereenfoutmeldingafgeven.
l Hard Drive (Vaste schijf) De computer wordt opgestart vanaf de primaire vaste schijf. Als de schijf geen besturingssysteem bevat, zal de computer
een foutmelding produceren.
l CD Drive (Cd-station) De computer probeert op te starten vanaf het cd-station. Als er zich geen cd of dvd in het station bevindt, of als de cd of dvd
geen besturingssysteem bevat, zal de computer een foutmelding afgeven.
l USB Flash Device (USB Flash-apparaat) Plaats het geheugenapparaat in een USB-poort en start de computer opnieuw. Wanneer in de
rechterbovenhoek van het scherm F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12. Het BIOS detecteert het apparaat en voegt de USB-flashoptie toe aan
het opstartmenu.
Changing Boot Sequence for the Current Boot
Met deze functie kunt u de computer bijvoorbeeld opdracht geven om op te starten vanaf het cd-station, zodat u de Dell Diagnostics kunt uitvoeren op de cd
Drivers and Utilities, terwijl u de computer weer wilt laten opstarten vanaf de vaste schijf wanneer deze diagnostische tests eenmaal voltooid zijn. U kunt deze
functie gebruiken om bijvoorbeeld uw computer opnieuw op te starten vanaf een USB-apparaat, zoals een diskettestation, een geheugenstick of een cd-rw-
station.
1. Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-connector.
2. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3. Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F2 = Setup, F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows
ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Het menu Boot Device verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartbronnen. Naast elk apparaat staat een nummer.
4. Onderaan het menu voert u het nummer in van het apparaat dat alleen voor de huidige opstartpoging moet worden gebruikt.
Wanneer u bijvoorbeeld start vanaf een USB-geheugenstick, selecteert u USB Flash Device en drukt op <Enter>.
De opstartvolgorde voor toekomstige opstartprocedures wijzigen
1. Open System Setup (zie System Setup openen).
2. Gebruik de pijltoetsen om het menu Boot Sequence (Opstartvolgorde) te markeren en druk vervolgens op <Enter> om het menu te openen.
3. Druk op de pijl-omhoog en pijl-omlaag om door de lijst met apparaten te gaan.
4. Druk op de spatiebalk om een apparaat in of uit te schakelen (bij ingeschakelde apparaten staat een vinkje in de lijst).
5. Druk op plus (+) of minus () om een geselecteerd apparaat hoger of lager in de lijst te plaatsen.
Vergeten wachtwoorden wissen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken .
OPMERKING: Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u zeker wilt weten of een apparaat
opstartbaar is, raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
OPMERKING: Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat als u
zeker wilt weten of een apparaat opstartbaar is.
OPMERKING: Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt herstellen.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zoek naar de 2-pins wachtwoordaansluiting op het moederbord.
4. Verwijder de jumperstekker met 2 pennen van pen 2 en 3 en plaats deze op pen 1 en pen 2.
5. Wacht ongeveer vijf seconden om het wachtwoord te wissen.
6. Verwijder de jumperstekker met 2 pennen van pen 1 en pen 2 en plaats deze op pen 2 en pen 3 om de wachtwoordfunctie in te schakelen.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
De CMOS-instellingen wissen
1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken .
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. U kunt als volgt de huidige CMOS-instellingen wissen:
a. Zoek naar de CMOS-jumper met 3 pennen on het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
b. Verwijder de jumperstekker van pen 2 en pen 3 van de CMOS-jumper (CLEAR CMOS).
c. Plaats de jumperplug op de CMOS-jumper (CLRCMOS) pen 1 en pen 2 en wacht ongeveer vijf seconden.
d. Verwijder de jumperstekker en plaats deze opnieuw op pen 2 en pen 2 van de CMOS-jumper (CLEAR CMOS).
4. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
5. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
De BIOS flashen
Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen indien een update beschikbaar is of wanneer u het moederbord vervangt.
LET OP: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
OPMERKING: Om de CMOS-instellingen te wissen moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
LET OP: Om een netwerkkabel aan te sluiten moet u eerst de stekker van de kabel op de netwerkpoort of het netwerkcontact aansluiten en
vervolgens de stekker van het andere uiteinde van de kabel op de computer aansluiten.
1. Zet de computer aan.
2. Zoek naar het updatebestand voor de BIOS van uw computer op de Dell Support-website: support.dell.com.
3. Klik op Download Now (nu downloaden) om het bestand te downloaden.
4. Als het venster Export Compliance Disclaimer verschijnt, klikt u op Yes, I Accept this Agreement.
Het venster File Download zal verschijnen.
5. Klik op Save this program to disk (dit programma opslaan op schijf)en klik vervolgens op OK.
Het venster Save in zal verschijnen.
6. Klik op de pijl naar beneden om het menu Save In (opslaan in) weer te geven. Selecteer Desktop (bureaublad) en klik vervolgens op Opslaan.
Het bestand wordt naar het bureaublad gedownload.
7. Klik op Sluiten wanneer het venster Download voltooid verschijnt.
Het bestandspictogram zal op het bureaublad worden weergegeven en zal dezelfde naam hebben als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.
8. Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de instructies op het scherm.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
AlsueenDell™-computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft
®
Windows
®
-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2008DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in deze tekst: Dell, het DELL-logo, Dell MediaDirect, DellConnect, en Vostro zijn merken van Dell Inc.; Intel, Core, en Celeron zijn gedeponeerde merken van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen; Microsoft, Windows, Windows Vista, en het logo van de Start-knop van Windows Start zijn merken dan wel gedeponeerde merken
van Microsoft Corporation, en Bluetooth is een gedeponeerd merk van Bluetooth SIG Inc.
Overige handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document worden gebruikt om naar entiteiten te verwijzen die het eigendomsrecht op de merken dan wel de namen van
hun producten claimen. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere handelsmerken of handelsnamen dan haar eigen handelsmerken en
handelsnamen.
Model DCGAF
Augustus2008Rev.A00
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
LET OP: EenKENNISGEVINGduidtpotentiëleschadeaanhardwareofpotentieelgegevensverliesaanenverteltuhoehetprobleemkanworden
vermeden.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar inhoudsopgave
Problemen oplossen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Hulpmiddelen
Dell Diagnostics
Problemen oplossen
De Technische updateservice van Dell
De Dell Support Utility
Hulpmiddelen
Aan/uit-lampjes
Het lampje van de aan/uit-knop op de voorkant van de computer licht op en knippert of brandt ononderbroken om verschillende toestanden aan te geven:
l Zie het gedeelte Pieptooncodes als het aan/uit-lampje groen is en de computer niet reageert.
l Als het aan/uit-lampje blauw knippert, staat de computer in de stand-bymodus. Druk op een toets op het toetsenbord, beweeg de muis of druk op de
aan/uit-knop om de normale werking te hervatten.
l Als het aan/uit-lampje uit is, is de computer uitgeschakeld of krijgt deze geen stroom.
¡ Sluit een uiteinde van de stroomkabel aan op de stroomaansluiting aan de achterzijde van de computer, en sluit het andere uiteinde van de
stroomkabel aan op het stopcontact.
¡ Als de computer is aangesloten op een stekkerdoos, gaat u na of de stekkerdoos is aangesloten op een stopcontact en of de stekkerdoos is
ingeschakeld.
¡ Omzeil voedingsbeschermingsapparaten, stekkerdozen en verlengkabels om te controleren of de computer aangaat.
¡ Controleer of het stopcontact naar behoren werkt door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
¡ Controleer of het netsnoer en de kabel van het voorpaneel goed zijn aangesloten op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
l Als het aan/uit-lampje oranje knippert, ontvangt de computer wel stroom, maar is er sprake van een probleem met de interne stroomvoorziening.
¡ Ga na of de stroomselectieschakelaar zo is ingesteld dat deze overeenkomt met de netstroom op uw locatie, indien van toepassing.
¡ Controleer of het netsnoer van de processor goed is aangesloten op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
l Als het aan/uit-lampjeoranjebrandt,isereenapparaatdefectofverkeerdgeïnstalleerd.
¡ Verwijder de geheugenmodules en installeer ze vervolgens opnieuw (zie Een geheugenmodule toevoegen of vervangen).
¡ Verwijder alle kaarten en installeer ze vervolgens opnieuw (zie PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen).
l Verwijder mogelijke storingsbronnen. Interferentie kan worden veroorzaakt door:
¡ Stroom-, toetsenbord- en muisverlengkabels
¡ Er zijn teveel apparaten op een stekkerdoos aangesloten
¡ Er zijn meerdere stekkerdozen op hcontactdozen hetzelfde stopcontact aangesloten
Pieptooncodes
Uw computer kan tijdens het opstarten een reeks pieptonen later horen als fouten of problemen niet op het beeldscherm kunnen worden weergegeven. Zo'n
piepcode kan bijvoorbeeld bestaan uit drie korte, herhaalde pieptonen die aangeven dat de computer een mogelijk probleem met het moederbord heeft
vastgesteld.
Ga als volgt te werk wanneer de computer tijdens het opstarten een reeks pieptonen laat horen:
1. Schrijf de pieptooncode op.
2. Voer Dell Diagnostics uit om de aard van het probleem te achterhalen. (zie Dell Diagnostics).
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
Code
Beschrijving
Mogelijke oplossing
Systeemberichten
Waarschuwing! Previous attempts at booting this system have failed at checkpoint [nnnn]. For help in resolving this problem, please note this
checkpoint and contact Dell Technical Support De computer is er drie keer achtereen niet in geslaagd om de opstartprocedure uit te voeren vanwege
dezelfde fout (zie het gedeelte online contact opnemen voor instructies).
CMOS checksum error Mogelijk is er een storing op het moederbord opgetreden of is de RTC-batterij bijna leeg. Plaats de batterij terug (zie De batterij
vervangen).
CPU fan failure Er is een storing van de CPU-ventilator opgetreden. Installeer de systeemventilator opnieuw (zie Ventilatoren).
Floppy diskette seek failure (zoekfout op diskette) Er kan een kabel loszitten of de computerconfiguratie-informatie komt niet overeen met de
hardwareconfiguratie. Controleer de kabelverbinding (zie online contact opnemen).
Diskette read failure (leesfout diskette) De diskette is defect of er zit een kabel los. Vervang de diskette/controleer of er een kabel los zit.
Hard-disk read failure Mogelijk is er tijdens de opstarttest voor de vaste schijf een storing op de vaste schijf opgetreden (zie voor instructies het gedeelte
online contact opnemen).
Keyboard failure Er is een storing van het toetsenbord opgetreden of de stekker van het toetsenbord zit los (zie het gedeelte Problemen met het
toetsenbord).
No boot device available Het systeem kan geen opstartbaar apparaat of opstartbare partitie vinden.
¡ Als het diskettestation uw opstartapparaat is, controleert u of de kabels zijn aangesloten en of het station een opstartbare diskette bevat.
¡ Als de vaste schijf als opstartapparaat is ingesteld, moet u controleren of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten en of het station op juiste
wijzeisgeïnstalleerdenalsopstartapparaatisgepartitioneerd.
¡ Open het systeemsetupprogramma en controleer of de opstartvolgorde juist is (zie System Setup openen).
No timer tick interrupt Mogelijk is een chip op het moederbord of het moederbord zelf defect (zie het gedeelte online contact opnemen voor instructies).
Non-system disk or disk error (geen systeemschijf of schijffout) Vervang de diskette door een diskette met een opstartbaar besturingssysteem of haal de
diskette uit station A en start de computer opnieuw op.
(herhaalde
korte
pieptonen)
1
Fout in de BIOS-
controlesom. Mogelijke
moederbordfout.
Neem contact met Dell op. Raadpleeg hiervoor het gedeelte "Contact met Dell opnemen" in de Snelle
installatie- en referentiegids.
2
Er zijn geen
geheugenmodules
gedetecteerd.
l Alsertweegeheugenmoduleszijngeïnstalleerd,verwijderdanbeidemodules(zieEen
geheugenmodule toevoegen of vervangen),installeeréénmoduleopnieuwenstartdecomputer
opnieuw op. Als de computer normaal opstart, gaat u verder met de installatie van de andere
geheugenmodules(ééntegelijk),totdatudedefectemodulehebtopgespoordofallemoduleszonder
problemenhebtgeïnstalleerd.
l Installeer, indien beschikbaar, een goed werkend geheugen van hetzelfde type in de computer (zie
Een geheugenmodule toevoegen of vervangen).
l Neem contact op met Dell als het probleem zich blijft voordoen (zie online contact opnemen).
3
Mogelijke moederbordfout.
Neem contact op met Dell (zie online contact opnemen).
4
RAM-lees/schrijffout.
l Controleer of er speciale vereisten zijn voor de plaatsing van de
geheugenmodules/geheugenconnectoren (zie Een geheugenmodule toevoegen of vervangen).
l Ga na of het geheugen dat u gebruikt, door de computer wordt ondersteund.
l Als het probleem aanhoudt, moet u contact met Dell opnemen (zie online contact opnemen).
5
Fout met realtimeklok.
Mogelijke storing van de
batterij of het moederbord.
l Plaats de batterij terug (zie De batterij vervangen).
l Als het probleem aanhoudt, moet u contact met Dell opnemen (zie online contact opnemen).
6
Fout tijdens Video-BIOS-
test.
Neem contact op met Dell (zie online contact opnemen).
OPMERKING: Als een systeemmelding niet in de onderstaande tabel wordt vermeld, raadpleegt u de documentatie die bij het besturingssysteem werd
geleverd of bij het programma dat werd uitgevoerd toen het bericht verscheen.
Not a boot diskette (geen opstartdiskette) Plaats een opstartbare diskette en start de computer opnieuw op.
NOTICE Hard Drive SELF MONITORING SYSTEM has reported that a parameter has exceeded its normal operating range. Dell raad u aan om
regelmatig een back-up van uw gegevens te maken. A parameter out of range may or may not indicate a potential hard drive problem S.M.A.R.T-fout,
mogelijke HDD-fout. Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het systeemsetupprogramma (de BIOS-instellingen).
Probleemoplosser voor hardware
Als een apparaat niet wordt ontdekt tijdens het installeren van het besturingssysteem of wel wordt ontdekt, maar verkeerd is geconfigureerd, kunt u de
probleemoplosser voor hardware gebruiken om de incompatibiliteit op te lossen.
Windows XP:
1. Klik op Start® Help en ondersteuning.
2. Typ hardware troubleshooter (probleemoplosser voor hardware) in het zoekveld en druk op <Enter> om de zoekactie te starten.
3. Klik in het gedeelte Een probleem oplossen op Probleemoplosser voor hardware.
4. Selecteer in de lijst Probleemoplosser voor hardware de optie die het probleem het beste omschrijft en klik op Volgende om de overige stappen voor
probleemoplossing te volgen.
Windows Vista:
1. Klik op de knop Start van Windows Vista en klik op Help en ondersteuning.
2. Typ hardware troubleshooter (probleemoplosser voor hardware) in het zoekveld en druk op <Enter> om de zoekactie te starten.
3. Selecteer in de zoekresultaten de optie die het probleem het beste omschrijft en volg de overige stappen voor probleemoplossing.
Dell Diagnostics
Als u gebruik maakt van Dell Diagnostics
Als u problemen met uw computer ondervindt, controleert u de punten in en voert u Dell Diagnostics uit voordat u contact opneemt met Dell voor technische
support.
Start Dell Diagnostics vanaf de vaste schijf of vanaf de cd Drivers and Utilities.
Dell Diagnostics starten vanaf de vaste schijf
Voordat u het hulpprogramma Dell Diagnostics uitvoert, moet u het systeemsetupprogramma openen om de configuratiegegevens voor uw computer te
raadplegen, en controleren of het apparaat dat u wilt testen wordt vermeld en is ingeschakeld.
Dell Diagnostics bevindt zich op een aparte partitie op de vaste schijf.
1. Controleer of de computer is aangesloten op een stopcontact dat naar behoren werkt.
2. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
OPMERKING: De cd Drivers and Utilities is optioneel en werd mogelijk niet met de computer meegeleverd.
OPMERKING: Dell Diagnostics werkt alleen op Dell-computers.
OPMERKING: Als de computer geen beeld op het scherm kan weergeven, moet u contact opnemen met Dell (zie online contact opnemen).
OPMERKING: Soms gebeurt het dat het toetsenbord niet meer werkt nadat een van de toetsen erg lang wordt ingedrukt. U voorkomt dit door in
gelijkmatige intervals op <F12> te drukken om het opstartapparaatmenu te openen.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft Windows
wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
4. Selecteer met de pijltoetsen omhoog en omlaag Diagnostics (Diagnostiek) in het opstartmenu en druk op <Enter>.
5. Druk op een toets om Dell Diagnostics vanaf de verborgen partitie op de vaste schijf te starten.
6. Druk op <Tab> om Test System (Computer testen) te selecteren, en druk vervolgens op <Enter>.
7. Klik met de linkermuisknop in het hoofdmenu van Dell Diagnostics of druk op <Tab> en vervolgens op <Enter> om de test te selecteren die u wilt
uitvoeren (zie Hoofdmenu Dell Diagnostics).
8. Nadat u alle testen hebt uitgevoerd, sluit u het testvenster om terug te keren naar het hoofdmenu van Dell Diagnostics.
9. Sluit het venster met het hoofdmenu om Dell Diagnostics af te sluiten en start de computer opnieuw op.
Dell Diagnostics starten vanaf de cd Drivers and Utilities
Voordat u het hulpprogramma Dell Diagnostics uitvoert, moet u het systeemsetupprogramma openen om de configuratiegegevens voor uw computer te
raadplegen, en controleren of het apparaat dat u wilt testen wordt vermeld en is ingeschakeld.
1. Plaats de cd Drivers and Utilities in het optische station.
2. Start de computer opnieuw op.
3. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft Windows
wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
4. Wanneer de lijst van opstartbronnen wordt weergegeven, moet u de pijltoetsen gebruiken om de optie CD/DVD/CD-RW Drive te selecteren. Druk
vervolgens op <Enter>.
5. Druk op een willekeurige toets om te bevestigen dat u de computer vanaf de cd of dvd op wilt starten.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft Windows
wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
6. Typ 1 om de Dell Diagnostics uit te voeren.
7. Typ in het menu Dell Diagnostics 1 om Dell Diagnostics als de bron-cd te selecteren (grafische gebruikersinterface).
8. Druk op <Tab> om Test System (Computer testen) te selecteren, en druk vervolgens op <Enter>.
9. Klik met de linkermuisknop in het hoofdmenu van Dell Diagnostics of druk op <Tab> en vervolgens op <Enter> om de test te selecteren die u wilt
uitvoeren (zie Hoofdmenu Dell Diagnostics).
OPMERKING: Als een bericht wordt weergegeven dat er geen partitie met een diagnostisch hulpprogramma is gevonden, voert u Dell Diagnostics uit
vanaf de cd Drivers and Utilities (zie Dell Diagnostics starten vanaf de cd Drivers and Utilities).
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om Test System (Computer testen) te selecteren om een volledige test van uw computer uit te voeren. Als u
Test Memory (Geheugen testen) selecteert, start u de uitgebreide geheugentest. Dit neemt normaliter dertig minuten of langer in beslag.
Wanneer de test is voltooid moet u de testresultaten noteren. Druk vervolgens op een willekeurige toets om naar het vorige menu terug te keren.
OPMERKING: Schrijf de foutcodes en de probleembeschrijvingen exact op en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Soms gebeurt het dat het toetsenbord niet meer werkt nadat een van de toetsen erg lang wordt ingedrukt. U voorkomt dit door in
gelijkmatige intervals op <F12> te drukken om het opstartapparaatmenu te openen.
OPMERKING: De eenmalige opstartfunctie verandert alleen de opstartvolgorde van de huidige opstartsessie. Wanneer de computer opnieuw
wordt opgestart, wordt de opstartvolgorde aangehouden die in de System Setup is opgegeven.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om Test System (Computer testen) te selecteren om een volledige test van uw computer uit te voeren. Als u
Test Memory (Geheugen testen) selecteert, start u de uitgebreide geheugentest. Dit neemt normaliter dertig minuten of langer in beslag.
Wanneer de test is voltooid moet u de testresultaten noteren. Druk vervolgens op een willekeurige toets om naar het vorige menu terug te keren.
OPMERKING: Schrijf de foutcodes en de probleembeschrijvingen exact op en volg de instructies op het scherm.
10. Nadat u alle testen hebt uitgevoerd, sluit u het testvenster om terug te keren naar het hoofdmenu van Dell Diagnostics.
11. Sluit het venster met het hoofdmenu om Dell Diagnostics af te sluiten en start de computer opnieuw op.
12. Verwijder de cd Drivers and Utilities uit het optische station.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
Wanneer Dell Diagnostics in het geheugen is geladen, zal het volgende menu worden weergegeven:
Druk op <Tab> om de gewenste test te selecteren en druk op <Enter>.
Nadat u Test System (Computer testen) hebt geselecteerd, zal het volgende menu worden weergegeven:
Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem. Schrijf de
foutcode en de probleembeschrijving exact op en volg de instructies op het scherm. Neem contact op met Dell, als u het probleem niet kunt herstellen (zie
online contact opnemen).
Onderstaande tabbladen bieden meer informatie over tests die via de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptoomstructuur) worden
uitgevoerd:
Optie
Functie
Test Memory (Geheugen testen)
Hiermee voert u een geheugentest uit
Test System (Computer testen)
Hiermee voert u een diagnostische scan van de computer uit
Exit (Afsluiten)
Hiermee sluit u Dell Diagnostics af
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om Test System (Computer testen) te selecteren om een volledige test van uw computer uit te voeren. Als u Test
Memory (Geheugen testen) selecteert, start u de uitgebreide geheugentest. Dit neemt normaliter dertig minuten of langer in beslag. Wanneer de test
is voltooid moet u de testresultaten noteren. Druk vervolgens op een willekeurige toets om naar het vorige menu terug te keren.
Optie
Functie
Express Test (Snelle test)
Hiermee voert u een snelle test van de apparaten binnen de computer uit. Deze test neemt normaliter 10 tot 20 minuten in
beslag.
OPMERKING: Voor de Express Test (Snelle test) is uw tussenkomst niet vereist. Voer de snelle test het eerst uit om de
kans te vergroten dat het probleem snel is opgespoord.
Extended Test (Uitgebreide
test)
Hiermee voert u een grondige test van de hardware binnen de computer uit. Deze test neemt normaliter minimaal een uur
in beslag.
OPMERKING: Tijdens de uitgebreide test zult u zo nu en dan antwoorden op vragen moeten invoeren.
Custom Test (Aangepaste
test)
Hiermee kunt u een specifiek apparaat testen of zelf bepalen welke tests worden uitgevoerd.
Symptom Tree
(Symptoomstructuur)
Deze optie stelt u in staat om tests te selecteren op basis van de probleemsymptomen. Met behulp van deze optie geeft u
lijst van de meest voorkomende symptomen weer.
OPMERKING: U wordt aangeraden om in het onderliggende menu Extended Test (Uitgebreide test) te selecteren om een grondiger test uit te voeren
van de apparaten in de computer.
OPMERKING: Zorg dat u het serviceplaatje bij de hand hebt als u contact opneemt met Dell Support. Het servicelabel voor de computer bevindt zich
bovenaan elk testvenster.
Tabblad
Functie
Results (Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele foutcondities die zijn aangetroffen.
Errors (Fouten)
Geeft de aangetroffen foutcondities weer en een beschrijving van het probleem.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie voor het geselecteerde apparaat beschreven.
Dell Diagnostics haalt de configuratiegegevens voor alle apparaten op via de systeeminstellingen, het geheugen en verschillende
interne tests. Deze gegevens worden weergegeven in het linkerdeelvenster van het scherm.
Problemen oplossen
Gebruik de volgende tips voor het oplossen van problemen met uw computer:
l Als u een onderdeel hebt toegevoegd of verwijderd voordat het probleem begon, neemt u de installatieprocedures nogmaals door en controleert u of
hetonderdeelcorrectisgeïnstalleerd.
l Als een randapparaat niet werkt, controleert u of het apparaat correct is aangesloten.
l Als er een foutmelding op het scherm verschijnt, schrijft u deze exact over. Met dit bericht kunnen medewerkers van de technische ondersteuning het
probleem achterhalen en een oplossing vinden.
l Als er binnen een programma een foutmelding wordt weergegeven, raadpleegt u de documentatie van het programma.
Problemen met de batterij
De batterij vervangen Als u de tijd en datum meerdere malen opnieuw hebt moeten instellen na het inschakelen van de computer of als er een onjuiste
tijd of datum wordt weergegeven tijdens het opstarten, vervangt u de batterij (zie De batterij vervangen). Als de batterij nog steeds niet goed functioneert,
moet u contact met Dell opnemen (zie online contact opnemen).
Problemen met stations
Zorg dat het station door Microsoft
®
Windows
®
wordt herkend
Windows XP:
l Klik op de knop Start en klik op Deze computer.
WindowsVista™:
l Klik op de knop Start van Windows Vista en klik op Computer.
Als het station niet wordt vermeld, moet u een volledige scan uitvoeren met uw antivirussoftware om te controleren op virussen en deze te verwijderen.
Virussen kunnen soms ervoor zorgen dat Windows het station niet herkent.
Test het station
l Plaats een andere schijf in het cd-station om de mogelijkheid uit te sluiten dat het oorspronkelijke station defect is.
l Plaats een opstartbare diskette en start de computer opnieuw op.
Maak het station of de schijf schoon Raadpleeg voor meer informatie de Dell Technology Guide.
Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit Zie het gedeelte Probleemoplosser voor hardware.
OPMERKING: Mogelijkwordeninhetapparaatoverzichtnietdenamenvanalleonderdelenweergegevendiezijngeïnstalleerdinof
aangesloten op de computer.
Parameters
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen, indien van toepassing.
OPMERKING: De procedures in dit document zijn geschreven voor de standaardweergave van Windows. Ze zijn dus mogelijk niet van toepassing als u
deDell™-computer op de klassieke weergave instelt.
WAARSCHUWING: Alseennieuwebatterijoponjuistewijzeindecomputerwordtgeïnstalleerd,kandezeexploderen.Vervangbatterijenalleen
door batterijen van hetzelfde of een vergelijkbaar type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies
van de fabrikant.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
Voer het hulpprogramma Dell Diagnostics uit Zie Dell Diagnostics.
Problemen met optische stations
Pas het volumeniveau in Windows aan
l Klik op het luidsprekerpictogram rechtsonder op het scherm.
l Zorg dat het volume is ingeschakeld door de schuifregelaar omhoog te slepen.
l Ga na of het geluid niet is gedempt door op een of meer ingeschakelde vakjes te klikken.
Controleer de luidsprekers en de subwoofer Zie het gedeelte Problemen met geluid en luidsprekers.
Problemen met schrijven naar een optisch station
Sluit alle overige programma's Het optische station moet tijdens het schrijven een continue stroom gegevens ontvangen. Als de stroom wordt
onderbroken, treedt er een fout op. Probeer alle programma's te sluiten voordat u naar de optische schijf schrijft.
Schakel de stand-bymodus in Windows uit voordat u naar een schijf schrijft Raadpleeg de Technologiehandleiding van Dell of zoek in Help en
ondersteuning van Windows op het trefwoord stand-by voor informatie over energiebeheermodi.
Problemen met de vaste schijf
Voer het hulpprogramma Schijfcontrole uit
Windows XP:
1. Klik op de knop Start en klik op Deze computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokaal station (C:).
3. Klik op Eigenschappen® Extra® Nu controleren.
4. Klik op Beschadigde sectoren zoeken en repareren en daarna op Start.
Windows Vista:
1. Klik op de knop Start en klik op Computer.
2. Klik met de rechtermuisknop op Lokaal station (C:).
3. Klik op Eigenschappen® Extra® Nu controleren.
Het venster Gebruikersaccountbeheer wordt mogelijk weergegeven. Als u een beheerder op de computer bent, klikt u op Doorgaan. Zo niet, dan moet
u contact opnemen met uw systeembeheerder om de gewenste actie verder te gaan.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Foutberichten
Als de foutmelding niet wordt vermeld, moet u de documentatie raadplegen die bij het besturingssysteem werd geleverd of bij het programma dat werd
uitgevoerd toen de foutmelding verscheen.
A filename cannot contain any of the following characters: \ / : * ? " < > | Deze tekens mogen niet in bestandsnamen worden gebruikt.
A required .DLL file was not found Er ontbreekt een essentieel bestand voor het programma dat u probeert te openen. U kunt het programma als volgt
verwijderen en opnieuw installeren:
Windows XP:
OPMERKING: Trillingen bij snelle optische stations zijn normaal en kunnen lawaai veroorzaken. Dit hoeft er niet op te duiden dat het station of de schijf
defect is.
OPMERKING: Omdat er in verschillende regio's wereldwijd verschillende schijfindelingen worden gebruikt, kunnen niet alle dvd-titels door alle dvd-
stations worden afgespeeld.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Software® Programma's wijzigen of verwijderen.
2. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen.
3. Klik op Verwijderen/wijzigen.
4. Raadpleeg de documentatie bij het programma voor installatie-instructies.
Windows Vista:
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Programma's® Programma's en onderdelen.
2. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen.
3. Klik op Verwijderen/wijzigen.
4. Raadpleeg de documentatie bij het programma voor installatie-instructies.
drive letter :\ is not accessible. The device is not ready Het station kan de schijf niet lezen. Plaats een schijf in het station en probeer het opnieuw.
Insert bootable media Plaats een opstartbare diskette, cd of dvd.
Non-system disk error (geen systeemschijf) Haal de diskette uit het diskettestation en start de computer opnieuw op.
Not enough memory or resources Close some programs and try again Sluit alle vensters en open het programma dat u wilt gebruiken. In een aantal
gevallen moet u de computer opnieuw opstarten om computerbronnen te herstellen. Voer in dat geval het programma uit dat u het eerst wilt gebruiken.
Operating system not found Neem contact op met Dell (zie online contact opnemen).
Problemen met IEEE 1394-apparaten
Controleer of de kabel voor het IEEE 1394-apparaat correct op het apparaat en de connector op de computer is aangesloten
Controleer of het IEEE 1394-apparaat in het systeemsetupprogramma wordt vermeld en is geactiveerd Zie het gedeelte System Setup openen.
Controleer of Windows het IEEE 1394-apparaat herkent
Windows XP:
1. Klik op de knop Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik onder Kies een categorie op Prestaties en onderhoud® Systeem® Systeemeigenschappen® Hardware® Apparaatbeheer.
Windows Vista:
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Hardware en geluiden.
2. Klik op Apparaatbeheer.
Als uw IEEE 1394-apparaat wordt vermeld, herkent Windows het apparaat.
Als er problemen zijn met een Dell IEEE 1394-apparaat Neem contact op met Dell (zie online contact opnemen).
Als er problemen zijn met een IEEE 1394-apparaat dat niet door Dell is geleverd Neem contact op met de fabrikant van het IEEE 1394-apparaat.
Problemen met het toetsenbord
Controleer de kabel van het toetsenbord
l Controleer of de kabel van het toetsenbord op juiste wijze op de computer is aangesloten.
l Sluit de computer af (zie Voordat u aan de computer gaat werken), sluit de kabel van het toetsenbord opnieuw aan, zoals wordt weergegeven in de
schematische weergave voor uw computer, en start de computer opnieuw op.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
OPMERKING: Uw computer biedt uitsluitend ondersteuning voor de IEEE 1394a-standaard.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
l Controleer of de kabel is beschadigd en controleer de aansluitingen op gebroken of verbogen pinnen. Trek eventueel verbogen pinnen recht.
l Verwijder eventuele verlengkabels voor het toetsenbord en sluit het toetsenbord rechtstreeks aan op de computer.
Test het toetsenbord Sluit een correct werkend toetsenbord aan op de computer en probeer het toetsenbord uit.
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit Zie Probleemoplosser voor hardware.
Vastlopen en softwareproblemen
De computer start niet op
Controleer de diagnostische lampjes Zie het gedeelte Aan/uit-lampjes.
Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten op de computer en het stopcontact
De computer reageert niet meer
Schakel de computer uit Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te bewegen, moet u de aan/uit-knop
minstens 8-10 seconden ingedrukt houden (totdat de computer uitgaat). Start de computer vervolgens opnieuw op.
Een programma reageert niet meer
Beëindighetprogramma
1. Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc> om Taakbeheer te openen.
2. Klik op de tab Toepassingen.
3. Selecteer het programma dat niet meer reageert.
4. Klik op Taakbeëindigen.
Een programma blijft crashen
Raadpleeg de softwaredocumentatie Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Een programma is ontworpen voor een eerdere versie van het Windows- besturingssysteem
Voer de wizard Programmacompatibiliteit uit
Windows XP:
Met de wizard Programmacompatibiliteit wordt een programma zodanig geconfigureerd dat deze wordt uitgevoerd in een omgeving die vergelijkbaar is met
een andere omgeving dan die van het besturingssysteem Windows XP.
1. Klik op Start® Alle programma's® Bureau-accessoires® Wizard Programmacompatibiliteit® Volgende.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Windows Vista:
Met de wizard Programmacompatibiliteit wordt een programma zodanig geconfigureerd dat dit wordt uitgevoerd in een omgeving die vergelijkbaar is met een
andere omgeving dan die van het Windows Vista-besturingssysteem.
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Programma's® Een ouder programma met deze versie van Windows gebruiken.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
LET OP: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet kunt afsluiten.
OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een installatiehandleiding of op een diskette, cd of dvd.
2. Klik in het welkomstscherm op Volgende.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Er verschijnt een blauw scherm
Schakel de computer uit Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te bewegen, moet u de aan/uit-knop
minstens 8-10 seconden ingedrukt houden (totdat de computer uitgaat). Start de computer vervolgens opnieuw op.
Andere softwareproblemen
Raadpleeg de softwaredocumentatie of neem contact op met de softwareleverancier voor informatie over het oplossen van problemen
l Ganaofhetprogrammacompatibelismethetbesturingssysteemdatopdecomputerisgeïnstalleerd.
l Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de softwaredocumentatie voor informatie.
l Controleerofhetprogrammaopjuistewijzeisgeïnstalleerdengeconfigureerd.
l Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat niet met het programma conflicteren.
l Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Maak direct een back-up van uw bestanden
Gebruik een virusscanner om de vaste schijf, diskettes, cd's of dvd's te scannen
Sla alle geopende bestanden op, sluit de bestanden vervolgens en sluit uw computer af via het menu Start
Geheugenproblemen
Als er een melding wordt weergegeven dat aangeeft dat er onvoldoende geheugen beschikbaar is
l Bewaar en sluit alle geopende bestanden of programma's die u niet gebruikt om erachter te komen of het probleem daarmee is opgelost.
l Raadpleeg de documentatie bij de software voor de minimale geheugeneisen. Indien noodzakelijk installeert u extra geheugen (zie Een
geheugenmodule toevoegen of vervangen).
l Verwijder de geheugenmodules en zet ze terug om ervoor te zorgen dat uw computer goed met het geheugen communiceert.
l Voer het hulpprogrammaDell Diagnostics uit (zie het gedeelte Dell Diagnostics).
Als er andere problemen met het geheugen zijn
l Plaats de geheugenmodules terug (zie Een geheugenmodule toevoegen of vervangen) om ervoor te zorgen dat uw computer goed communiceert met
het geheugen.
l Volg de installatierichtlijnen voor het geheugen goed op.
l Ga na of het geheugen dat u gebruikt, door de computer wordt ondersteund. Zie Geheugen voor meer informatie over het type geheugen dat uw
computer ondersteunt.
l Voer het hulpprogrammaDell Diagnostics uit (zie het gedeelte Dell Diagnostics).
Problemen met een muis
Controleer of de muiskabel op juiste wijze is aangesloten
l Controleer of de kabel is beschadigd en controleer de aansluitingen op gebroken of verbogen pinnen. Trek eventueel verbogen pinnen recht.
l Verwijder eventuele verlengkabels voor de muis en sluit de muis rechtstreeks aan op de computer.
l Ga na of de muiskabel is aangesloten zoals in het installatieschema voor de computer wordt weergegeven.
Start de computer opnieuw op
1. Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Esc> om het menu Start weer te geven.
2. Typ <u>, druk op de pijltoetsen onhoog en omlaag om Afsluiten of Uitschakelen te selecteren en druk vervolgens op <Enter>.
3. Nadat de computer is uitgeschakeld, sluit u de muiskabel weer aan, zoals in het installatieschema te zien is.
4. Zet de computer aan.
Test de muis Sluit een goed werkende muis aan op de computer en probeer nogmaals of u de muis kunt gebruiken.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
Controleer de muisinstellingen
Windows XP:
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Muis.
2. Wijzig indien nodig de instellingen.
Windows Vista:
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Muis.
2. Wijzig indien nodig de instellingen.
Installeer het stuurprogramma voor de muis opnieuw Raadpleeghetgedeelte"DriversforMediaDrives"indeDell™TechnologyGuide.
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit Zie het gedeelte Probleemoplosser voor hardware.
Netwerkproblemen
Controleer of de netwerkkabel op juiste wijze is aangesloten Controleer of de netwerkkabel stevig in de netwerkaansluiting aan de achterkant van de
computer en de netwerkaansluiting is gestoken.
Controleer de netwerklampjes aan de achterzijde van de computer Als het verbindingsintegriteitslampje (zie het gedeelte "Over uw computer" in de
Installatie- en snelle referentiegids) niet brandt, is er geen sprake van netwerkcommunicatie. Vervang de netwerkkabel.
Start de computer opnieuw op en meld u opnieuw aan bij het netwerk
Controleer uw netwerkinstellingen Neem contact op met de netwerkbeheerder of degene die uw netwerk heeft ingesteld om te controleren of de
netwerkinstellingen correct zijn en of het netwerk functioneert.
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit Zie het gedeelte Probleemoplosser voor hardware.
Voedingsproblemen
Als het aan/uit-lampje blauw is en de computer niet reageert Zie het gedeelte Aan/uit-lampjes.
Als het aan/uit-lampje blauw knippert De computer is in de stand-bymodus. Druk op een toets op het toetsenbord, beweeg de muis of druk op de
aan/uit-knop om de normale werking te hervatten.
Als het aan/uit-lampje is uitgeschakeld De computer wordt uitgeschakeld of krijgt geen stroom.
l Sluit een uiteinde van de stroomkabel opnieuw aan op de stroomaansluiting op de computer, en sluit het andere uiteinde van de stroomkabel aan op
het stopcontact.
l Omzeil contactdozen, verlengkabels en andere voedingsbeschermingsapparaten om te controleren of de computer aangaat.
l Zorg dat alle stekkerdozen die worden gebruikt, in een stopcontact zijn gestoken en zijn ingeschakeld.
l Controleer of het stopcontact naar behoren werkt door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
l Controleer of het netsnoer en de kabel van het voorpaneel goed zijn aangesloten op het moederbord (zie Onderdelen van het moederbord).
Als het aan/uit-lampje oranje knippert is er sprake van pieptooncode 3 De computer wordt van stroom voorzien, maar er is sprake van een storing van
het moederbord.
l Ga na of de stroomselectieschakelaar zo is ingesteld dat deze overeenkomt met de netstroom op uw locatie, indien van toepassing.
l Controleerofalleonderdelenenkabelsgoedzijngeïnstalleerdenstevigzijnaangeslotenopdesysteemkaart(zieOnderdelen van het moederbord).
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
Als het aan/uit-lampje oranje brandt Mogelijkisereenapparaatdatnietgoedwerktofdatonjuistisgeïnstalleerd.
l Controleer of het netsnoer van de processor goed is aangesloten op de connector van de systeemkaart (zie Onderdelen van het moederbord).
l Verwijder alle geheugenmodules en installeer ze vervolgens opnieuw (zie Een geheugenmodule toevoegen of vervangen).
l Verwijder eventuele uitbreidingskaarten en installeer ze vervolgens opnieuw, inclusief grafische kaarten (zie PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen).
Verwijder mogelijke storingsbronnen Interferentie kan worden veroorzaakt door:
l Stroom-, toetsenbord- en muisverlengkabels
l Er zijn teveel apparaten op dezelfde stekkerdoos aangesloten
l Er zijn meerdere stekkerdozen op hcontactdozen hetzelfde stopcontact aangesloten
Problemen met een printer
Raadpleeg de documentatie die bij de printer werd geleverd Raadpleeg de documentatie die bij de printer werd geleverd voor meer informatie over de
instellingen en het oplossen van problemen.
Controleer of de printer is ingeschakeld
Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten
l Raadpleeg de documentatie die bij de printer werd geleverd voor informatie over kabelaansluitingen.
l Controleer of de printerkabels op juiste wijze zijn aangesloten op de printer en op de computer.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact naar behoren werkt door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
Controleer of Windows de printer herkent
Windows XP:
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Reedsgeïnstalleerdeprintersenfaxprintersweergeven.
2. Als de printer wordt vermeld, klikt u met de rechtermuisknop op het printerpictogram.
3. Klik op Eigenschappen® Poorten. Zorg er bij een parallelle printer voor dat de instelling voor Afdrukken naar de volgende poort(en): LPT1
(Printerpoort) is. Zorg er bij een USB-printer voor dat de instelling voor Afdrukken naar de volgende poort(en): USB is.
Windows Vista:
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Printer.
2. Als de printer wordt vermeld, klikt u met de rechtermuisknop op het printerpictogram.
3. Klik op Eigenschappen en klik vervolgens op Poorten.
4. Wijzig de instellingen, indien nodig.
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw Raadpleeg de documentatie die bij de printer werd geleverd voor informatie over het opnieuw installeren
van het printerstuurprogramma.
Scannerproblemen
Raadpleeg de documentatie die bij de scanner werd geleverd Raadpleeg de documentatie die bij de scanner werd geleverd voor installatie- en
probleemoplossingsinformatie.
Ontgrendel de scanner Zorg ervoor dat uw scanner is ontgrendeld (indien deze is voorzien van een vergrendelingslipje of -knop).
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw printer nodig hebt, neemt u contact op met de printerfabrikant.
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw scanner nodig hebt, neemt u contact op met de scannerfabrikant.
Start de computer opnieuw op en probeer opnieuw met de scanner te werken
Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten
l Raadpleeg de documentatie bij de scanner voor informatie over kabelaansluitingen.
l Controleer of de scannerkabels goed zijn aangesloten op de scanner en de computer.
Controleer of Microsoft Windows de scanner herkent
Windows XP:
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Scanners en camera's.
2. Als uw scanner wordt vermeld, herkent Windows de scanner
Windows Vista:
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Scanners en camera's.
2. Als uw scanner wordt vermeld, herkent Windows de scanner.
Installeer het scannerstuurprogramma opnieuw Raadpleeg de documentatie bij de scanner voor instructies.
Problemen met geluid en luidsprekers
Er komt geen geluid uit de luidsprekers
Controleer de kabelaansluitingen van de luidsprekers Controleer of de luidsprekers zijn aangesloten zoals is weergegeven in het setupdiagram dat bij de
luidsprekers is geleverd. Als u een geluidskaart hebt aangeschaft, moet u controleren of de luidsprekers op de kaart zijn aangesloten.
Controleer of de subwoofer en de luidsprekers zijn ingeschakeld Raadpleeg het installatieschema dat bij de luidsprekers is geleverd. Als uw luidsprekers
zijn voorzien van volumeregelaars, moet u het volume, de bastonen of de hoge tonen bijstellen om vervorming te voorkomen.
Pas het volumeniveau in Windows aan Klik of dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechtsonder op het scherm. Controleer of het volume omhoog is
bijgesteld en of het geluid niet is gedempt.
Maak de koptelefoon los van de koptelefoonaansluiting Het geluid uit de luidsprekers wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de koptelefoon wordt
aangesloten op koptelefoonconnector van het voorpaneel.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact naar behoren werkt door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
Verwijder mogelijke storingsbronnen Schakel ventilatoren, tl-lampen of halogeenlampen in de buurt uit om te controleren of er sprake is van interferentie.
Voer een diagnostische test voor de luidsprekers uit
Installeer het stuurprogramma voor geluid opnieuw Raadpleeghetgedeelte"Stuurprogramma'svoormediastations"indeDell™TechnologyGuide.
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit Zie het gedeelte Probleemoplosser voor hardware.
Er komt geen geluid uit de hoofdtelefoon
Controleer de kabelaansluiting van de koptelefoon Controleer of de kabel van de hoofdtelefoon stevig in de hoofdtelefoonconnector is gestoken (zie De
binnenkant van uw computer).
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
OPMERKING: De volumeregeling in MP3-spelers en andere mediaspelers neemt voorrang op de Windows-volume-instelling. Controleer altijd of het
volume van mediaspelers niet is verlaagd of uitgeschakeld.
Pas het volumeniveau in Windows aan Klik of dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechtsonder op het scherm. Controleer of het volume omhoog is
bijgesteld en of het geluid niet is gedempt.
Problemen met de weergave en het beeldscherm
Het scherm is leeg
Het scherm is moeilijk te lezen
Controleer de kabelaansluiting van de monitor
l Ga na of de monitorkabel op de juiste grafische kaart is aangesloten (bij configuraties met dubbele grafische kaarten).
l Als u de optionele DVI-naar-VGA-adapter gebruikt, moet u nagaan of de adapter goed is aangesloten op de grafische kaart en monitor.
l Ga na of de monitorkabel is aangesloten zoals in het installatieschema voor de computer wordt weergegeven.
l Verwijder eventuele verlengkabels en sluit de monitor rechtstreeks aan op de computer.
l Wissel de stroomkabels van de computer en de monitor om te bepalen of de stroomkabel van de monitor defect is.
l Controleer de aansluitingen op gebogen of gebroken pinnen (het is normaal dat bij stekkers van monitorkabels pinnen ontbreken).
Controleer het aan/uit-lampje van de monitor
l Als het aan/uit-lampje brandt of knippert, krijgt de monitor stroom.
l Als het aan/uit-lampje uit is, drukt u stevig op de knop om ervoor te zorgen dat de monitor is ingeschakeld.
l Als het aan/uit-lampje knippert, drukt u op een toets op het toetsenbord of beweegt u de muis om de normale werking te hervatten.
Test het stopcontact Controleer of het stopcontact naar behoren werkt door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
Controleer de diagnostische lampjes Zie het gedeelte Aan/uit-lampjes.
Controleer de monitorinstellingen Raadpleeg de documentatie bij de monitor voor instructies voor het aanpassen van het contrast en de helderheid, het
demagnetiseren (degaussing) van de monitor en het uitvoeren van de zelftest.
Plaats de subwoofer uit de buurt van de monitor Als uw luidsprekersysteem is voorzien van een subwoofer, moet u ervoor zorgen dat de subwoofer zich
op een afstand van minimaal 60 cm van de monitor bevindt.
Plaats de monitor uit de buurt van externe stroombronnen Ventilatoren, fluorescerende lampen, halogeenlampen en andere elektrische apparaten
kunnen trillingen op het scherm veroorzaken. Schakel de apparaten in de buurt van de monitor uit om te controleren op interferentie.
Draai de monitor om schittering van zonlicht en mogelijke interferentie te voorkomen
Pas de Windows-beeldscherminstellingen aan
Windows XP:
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Vormgeving en thema's.
2. Klik op het gedeelte dat u wilt wijzigen of klik op het pictogram Beeldscherm.
3. Probeer de verschillende instellingen voor Kleurkwaliteit en Beeldschermresolutie uit.
Windows Vista:
1. Klik op Start ® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Persoonlijke instellingen® Beeldscherminstellingen.
2. Pas indien nodig de instellingen aan voor Resolutie en Kleurinstellingen.
De kwaliteit van 3D-afbeeldingen is slecht
Controleer de aansluiting van de stroomkabel van de grafische kaart Ga na of de stroomkabel van de grafische kaart(en) goed op de kaart is
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies te volgen die met de computer
zijn meegeleverd.
LET OP: AlsdecomputerisgeleverdmeteenvoorafgeïnstalleerdePCIgrafischekaart,hoeftdekaartniettewordenverwijderdwanneeruextra
grafische kaarten wilt installeren; de kaart is vereist voor het oplossen van problemen. Berg de kaart na verwijdering op een veilige plaats op. Ga naar
support.dell.com voor informatie over de grafische kaart.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die bij de monitor werd geleverd voor probleemoplossingsprocedures.
aangesloten.
Controleer de monitorinstellingen Raadpleeg de documentatie bij de monitor voor instructies voor het aanpassen van het contrast en de helderheid, het
demagnetiseren (degaussing) van de monitor en het uitvoeren van de zelftest.
Slechts een deel van het scherm is leesbaar
Sluit een extern beeldscherm aan
1. Zet de computer uit en sluit een externe monitor op de computer aan
2. Zet de computer en de monitor aan en stel de helderheids- en contrastinstellingen van de monitor bij
Als de externe monitor werkt, houdt dit in dat het beeldscherm of de grafische controller van de computer mogelijk defect zijn. Neem contact op met Dell (zie
het gedeelte online contact opnemen).
De Technische updateservice van Dell
De Technische updateservice van Dell biedt een proactieve e-mailkennisgeving van software- en hardware-updates voor uw computer. Deze dienst is gratis
en biedt maatoplossingen voor inhoud, indeling en de frequentie van uw e-mailkennisgevingen.
U kunt zich aanmelden voor de Technische updateservice van Dell via support.dell.com/technicalupdate.
De Dell Support Utility
DeDellSupportUtilityiseenhulpprogrammadatopuwcomputergeïnstalleerdenbeschikbaarisviahetDellSupport-pictogram op de taakbalk en via de
knop Start. U kunt dit hulpprogramma gebruiken om zelf problemen op te lossen, software-updates te downloaden en uw computeromgeving te scannen op
eventuele problemen.
De Dell Support Utility openen
Open de Dell Support Utility via het pictogram op de taakbalk of via het menu Start.
Als het Dell Support-pictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, doet u het volgende:
1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Support® Dell Support Settings.
2. Controleer of de optie Show icon on the taskbar (Pictogram weergeven in taakbalk) is ingeschakeld.
Dell Support 3 is aangepast aan uw computeromgeving.
Het pictogram op de taakbalk zal anders functioneren als u er met de linker- of rechtermuisknop op klikt of er op dubbelklikt.
Op het Dell Support-pictogram klikken
Klik met de linker- of de rechtermuisknop op het pictogram om de volgende taken uit te voeren:
l De computeromgeving controleren.
l De instellingen van Dell Support Utility weergeven.
l Het Help-bestand van Dell Support Utility openen.
l Veelgestelde vragen weergeven.
l Meer informatie over Dell Support Utility raadplegen.
l De Dell Support Utility te deactiveren.
OPMERKING: Als Dell Support Utility niet beschikbaar is via het startmenu, gaat u naar support.dell.com om de software te downloaden.
Dubbelklikken op het pictogram van Dell Support
Dubbelklik op het pictogram om uw computeromgeving op handmatige wijze te controleren, antwoorden op vaak gestelde vragen te raadplegen, het
Help-bestand voor de Dell Support Utility op te vragen en de instellingen van Dell Support weer te geven.
Klik voor meer informatie over de Dell Support Utility op het vraagteken (?) boven aan het venster van Dell™Support.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Aan de computer werken
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™410
Aanbevolen hulpmiddelen
Voordat u aan de computer gaat werken
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Dit hoofdstuk bevat instructies over het verwijderen en installeren van de componenten in uw computer. Tenzij anders vermeld, wordt er bij elke procedure
van uitgegaan dat:
l u de stappen in Aan de computer werken hebt uitgevoerd
l u de veiligheidsinformatie hebt gelezen die bij uw computer is meegeleverd;
l u het oorspronkelijke onderdeel reeds hebt verwijderd wanneer u een onderdeel vervangt.
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
l Kleine platte schroevendraaier
l Kruiskopschroevendraaier
l Klein plastic pennetje
l Een flash-update voor het BIOS (zie de Dell Support-website op support.dell.com)
Voordat u aan de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie De computer uitzetten).
3. Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de computer.
4. Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houdt de aan/uit-knop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
De computer uitzetten
OPMERKING: De kleur van uw systeem en bepaalde systeemonderdelen kunnen verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.
WAARSCHUWING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
LET OP: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die
niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
LET OP: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een
stekker met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden alvorens u de kabel verwijdert. Als u de stekkers van
elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de stekkerpennen wordt verbogen. Ook moet u
voordat u een kabel verbindt controleren of beide stekkers op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
LET OP: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
LET OP: Om een netwerkkabel te verwijderen moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en vervolgens de stekker van
de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.
LET OP: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal
rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen
oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
1. Sluit het besturingssysteem af.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. Houd de aan/uit-knop 4 seconden ingedrukt, indien uw computer en
aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van het moederbord
LET OP: Om gegevensverlies te voorkomen, moet u alle gegevens binnen geopende bestanden opslaan en de bestanden sluiten. Sluit vervogens alle
geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
voedingseenheid
2
Sleuf voor optische schijf
3
optionele optische stationscompartimenten
4
diskettestation of mediakaartlezer (optioneel)
5
USB-, audio- en (optionele) 1394-aansluitingen
6
3,5-inch stationscompartimenten (2)
7
chassisventilator
1
stroomaansluiting
2
stroomaansluiting
3
geheugenmoduleaansluitingen
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Nadat u de vervangingsprocedures hebt uitgevoerd, moet u nagaan of u de externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer
weer aansluit.
1. Plaats de computerkap terug Zie het gedeelte De computerkap terugplaatsen.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Zet indien nodig de computer weer rechtop.
4. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5. Zet de computer aan.
Terug naar inhoudsopgave
(PWR2)
voor CPU-ventilator
(4)
4
primaire
stroomaansluiting
(PWR1)
5
aansluiting voor
diskettestation
(FLOPPY)
6
CMOS-jumper (CLEAR CMOS)
7
wachtwoordjumper
(CLEAR_PW)
8
aansluiting voor
SATA-schijf (SATA2)
9
aansluiting voor SATA-schijf
(SATA3)
10
aansluiting voor
voorpaneel
11
aansluiting voor
SATA-schijf (SATA1)
12
USB1-aansluiting moederbord
13
aansluiting voor
seriëelATA-station
(SATA4)
14
USB2-aansluiting
moederbord
15
USB3-aansluiting moederbord
16
aansluiting voor
seriëelATA-station
(SATA5)
17
aansluiting voor
SATA-schijf (SATA0)
18
batterijhouder
19
audioaansluiting
(F_AUDIO)
20
PCI-aansluiting (PCI3)
21
PCI-aansluiting (PCI2)
22
PCI-aansluiting (PCI 1)
23
PCI Express x1
kaartaansluiting
(PCIE_X1)
24
PCI Express x1 kaartaansluiting
(PCIE_X1)
25
PCI Express x16
kaartaansluiting
(PCIE_X16)
26
audioaansluitingen
27
éénLAN-poort en twee USB-
poorten
28
stroomaansluiting
voor CPU-ventilator
29
USB-poorten (2)
30
videoaansluiting (VGA)
LET OP: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
LET OP: Controleer of geen van de ventilatigaten worden geblokkeerd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67

Dell Vostro 410 Handleiding

Type
Handleiding