Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen
van het apparaat niet afdekken met kranten,
tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen
aangestoken kaarsen op het apparaat zetten.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
2NL
Inhoudsopgave
Over de gebruiksaanwijzing ................... 4
Geschikte discs........................................ 4
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem.....................6
Instellen van de klok ............................... 8
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen..................................... 9
Een disc afspelen..................................... 9
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie
Herhaald afspelen.................................. 11
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma samenstellen ...... 12
— PROGRAM-afspeelfunctie
Tuner
Voorprogrammeren van radiozenders... 13
Luisteren naar de radio.......................... 15
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS).............................................. 16
(alleen het Europese model)
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape ........................... 17
Afspelen van een tape ........................... 17
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen op een tape ...................... 18
— CD-TAPE-synchroonopname
Handmatig opnemen op een tape .......... 19
— Handmatig opnemen
Timer
Inslapen met muziek............................. 21
— Slaaptimer
Ontwaken met muziek .......................... 22
— Weergavetimer
Timeropname van
radioprogramma’s .......................... 23
— Opnametimer
Display
Uitschakelen van het display ................ 24
— Energiebesparingsmodus
De helderheid van de achterverlichting
van het display instellen ................. 24
Afbeelden van informatie over de disc op
het display ...................................... 25
Los verkrijgbare
componenten
NL
Aansluiten van optionele
componenten .................................. 26
Luisteren naar het geluid van een
aangesloten component .................. 27
Opnemen op een aangesloten
component ...................................... 27
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen .................... 28
Meldingen............................................. 31
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 32
Technische gegevens ............................ 34
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentiebladzijden ................. 36
Geluidsregeling
Regeling van het geluid ........................ 20
3NL
Over de
gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk de
bediening uit met behulp van de
afstandsbediening, doch dezelfde handelingen
kunnen ook uitgevoerd worden met de
gelijknamige of soortgelijke toetsen op het
apparaat.
Geschikte discs
U kunt de volgende discs in het apparaat
afspelen. Afspelen van andere discs is niet
mogelijk.
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
• CD-ROM’s
• CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
– muziek-CD-formaat
– MP3-bestandsindeling, die voldoet aan
ISO96601) Level 1/Level 2, Joliet of
Multisessie2)
• Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld
een kaart of een hart).
• Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
• Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
• Data-gedeelte op CD-Extra-discs3)
• Datatrack op Mixed CD’s4)
1)
Formaat ISO9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende
specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de
bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam
mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in
hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen
uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal
acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2specificaties is het mogelijk bestanden en mappen
namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere
map mag maximaal 8 boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is
gebruikt enzovoort.
2)
Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (één track
tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
3)
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en
de tweede sessie bevat de data.
4)
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op
de tweede en volgende tracks van een sessie.
Lijst van geschikte discs
Type disc
Disclogo
Audio-CD’s
CD-R/CD-RW
(audio/MP3bestanden)
4NL
Opmerkingen betreffende
CD-R en CD-RW
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in
dit apparaat worden weergegeven afhankelijk
van de opnamekwaliteit of fysieke toestand
van de disc, of van de eigenschappen van het
opnameapparaat. Ook discs die niet correct
zijn afgesloten, kunnen niet worden
afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden
ook de gebruiksaanwijzing van de
opnameapparatuur.
• Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CDRW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar
als gevolg van krassen, vuil,
opnameomstandigheden of eigenschappen
van het CD-R/CD-RW-station.
• Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
• Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afspeelbaar zijn.
• Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
• Met andere bestandsindelingen dan ISO9660
level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van
mappen en bestanden verkeerd weergegeven
worden.
• Bij de volgende discs duurt het langer om met
afspelen te beginnen.
– een disc die is opgenomen met een
ingewikkelde boomstructuur.
– een disc opgenomen in multisessie.
– een CD waarop nog sessies toegevoegd
kunnen worden (de CD is nog niet
"afgesloten").
Muziekdiscs die zijn
gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc).
Onlangs hebben platenmaastschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
Waarschuwingen voor het
afspelen van een multisessieCD
• Als een CD gestart wordt met een CD-DAsessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-)
CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot
een MP3-sessie wordt gevonden.
• Als een CD gestart wordt met een MP3sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend
en het afspelen blijft doorgaan tot een CDDA-(audio-) sessie wordt gevonden.
• Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt
bepaald door de grootte (aantal niveaus) van
de bestandstructuur.
• Een CD met gemengde indelingen wordt
herkend als een CD-DA-(audio-) CD.
5NL
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde
snoeren en accessoires. Het CMT-CPX22 is gebruikt voor de afbeeldingen.
AM-raamantenne
FM-draadantenne
Rechter luidspreker
1 Sluit de luidsprekers aan.
Linker luidspreker
Luidsprekers: (alleen CMT-CPX22)
Sluit de linker- en rechterluidsprekerkabels
aan op de SPEAKER-aansluitingen op het
apparaat en op de aansluitingen op de
luidsprekers (alleen CMT-CPX22), zoals
hieronder is afgebeeld.
Hoofdapparaat
R
AKE
SPE
L
R
6NL
Zwart (#)
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
AM
75Ω
FM IAL
X
COA
AM-raamantenne
Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit
Voorbereidingen
Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de
afstandsbediening
Opmerking
Houd de antennes uit de buurt van de
luidsprekersnoeren.
3 Op modellen met een
spanningskeuzeschakelaar stelt u
VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
Zie de aanduidingen op VOLTAGE
SELECTOR van uw apparaat voor
beschikbare voltages.
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vervangen.
Bevestigen van de
luidsprekerkussentjes
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes
onder de luidsprekers om te zorgen dat ze stevig
staan en niet kunnen wegglijden.
* Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V
4 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op het display
weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt,
wordt het systeem ingeschakeld en wordt
de demonstratie automatisch beëindigd.
Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact
passen, haalt u de bijgeleverde
stekkeradapter eraf (alleen bij modellen
geleverd met een stekkeradapter).
Bij verplaatsing van dit
systeem
Volg de onderstaande procedure om het CDmechanisme te beschermen.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1
Zorg dat alle discs uit het systeem zijn
verwijderd.
2
3
Druk op CD.
4
Trek de stekker uit het stopcontact.
Houd x ingedrukt en druk daarna op CD
totdat "LOCK" verschijnt.
7NL
Instellen van de klok
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1
2
3
4
5
6
Druk op ?/1 om het apparaat in te
schakelen.
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Druk herhaald op . of > om het
uur in te stellen.
Druk op ENTER.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen.
Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Veranderen van de tijd
1
2
Druk op CLOCK/TIMER SET.
3
Volg dezelfde procedure als in de stappen 3
t/m 6 hierboven.
Druk herhaald op . of > om "CLOCK
SET?" te selecteren en druk daarna op
ENTER.
Opmerking
De klokindicatie verschijnt niet in de
energiebesparingsmodus.
8NL
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
Een disc afspelen
— NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3muziekstukken afspelen.
1
Voorbeeld: Als een disc geplaatst is
Druk op DISC 1 – 5 om de disclade te
kiezen.
Muziekstuknummer
Als zich in de gekozen disclade geen disc
bevindt, wordt "No Disc" afgebeeld. Voer
stap 2 uit terwijl "DISC-1" (bijv. 2 – 5)
knippert.
2
3
Druk op CD Z.
Plaats een disc, met de labelkant naar
boven, in de disclade.
Afspeelduur
DISC
1
2
3
4
5
A
CD/MP3 – Afspelen
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
B
Discladenummer Disc-aanwezigheidsindicator
1
Druk op CD (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
Wanneer u een
disc van 8 cm
wilt afspelen,
plaatst u deze
in de binnenste
cirkel van de
disclade.
4
Druk opnieuw op CD Z om de disc-lade
te sluiten.
Opmerkingen
• Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
• Duuw de disclade niet krachtig met de hand dicht,
omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden.
wordt vervolgd
9NL
2
3
10NL
Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat de gewenste modus in het
uitleesvenster verschijnt.
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
Druk op x.
Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Kies
Voor het afspelen van
Het afspelen te
stoppen
ALL DISCS
(NORMALafspeelfunctie)
Alle discs in de disclade
continu.
Te pauzeren
1DISC
(NORMALafspeelfunctie)
De muziekstukken op de
door u gekozen disc in de
oorspronkelijke volgorde.
ALBM
(NORMALafspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het door u gekozen album op
de disc in de oorspronkelijke
volgorde.
Bij weergave van een nietMP3-disc, is de werking van
albumweergave hetzelfde
als 1DISC-weergave.
ALL DISCS
SHUF
(SHUFFLEafspeelfunctie)
De muziekstukken op alle
discs in willekeurige
volgorde.
1DISC SHUF
(SHUFFLEafspeelfunctie)
De muziekstukken op de
door u gekozen disc in
willekeurige volgorde.
ALBM SHUF
(SHUFFLEafspeelfunctie)
De MP3-muziekstukken in
het door u gekozen album op
de disc in willekeurige
volgorde.
Bij weergave van een nietMP3-disc, is de werking van
albumweergave in
willekeurige volgorde
hetzelfde als 1DISC SHUFweergave.
PGM
(PROGRAMafspeelfunctie)
De muziekstukken op de
disc in de volgorde waarin u
deze wilt afspelen (zie "Uw
eigen programma
samenstellen" op blz. 12).
Druk op N (of nN op het apparaat).
Een muziekstuk Druk herhaald op . of >.
te kiezen
Kies een album Druk herhaald op ALBUM – of +
(map) met MP3- na stap 2.
muziekstukken*
Een bepaald punt
in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
In de stopstand
een disc te
kiezen
Druk op de toets DISC SKIP (of
DISC 1 – 5 op het apparaat).
Van een andere
bron over te
schakelen op de
CD-functie
Druk op DISC 1 – 5 op het
apparaat (Automatische
geluidsbronkeuze).
Een disc te
verwijderen
Druk op DISC 1 – 5 op het
apparaat, en druk vervolgens op
CD Z op het apparaat.
* Mogelijkerwijs is het zoeken in meerdere bestanden
niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de
tijdsduur van sommige bestanden niet correct
afgebeeld wordt.
Opmerkingen
Herhaald afspelen
— REPEAT-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken of een enkel
muziekstuk op de disc herhaald afspelen.
Druk, tijdens weergave, herhaald op de
toets REPEAT totdat "REP" of "REP1"
verschijnt.
REP: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een
disc, of voor alle MP3-audiotracks in een album.
REP1: Slechts één muziekstuk.
CD/MP3 – Afspelen
• U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet
veranderen.
• Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
• Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle
muziekstukken op de disc. Als er albums of nietMP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang
duren voordat het afspelen begint of voordat het
volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen.
• Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor
MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met
MP3-muziekstukken geen ander soort
geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan.
• Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat
wordt overgeslagen.
• Maximaal aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
• Het maximaal aantal MP3-muziekstukken en albums
dat een disc kan bevatten, bedraagt 300.
• Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
• MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk herhaald op REPEAT totdat zowel "REP"
als "REP1" verdwijnen.
Opmerkingen
• U kunt "REP" en "ALL DISCS SHUF" niet
tegelijkertijd kiezen.
• Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het
bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het
moment dat "REP1" geannuleerd wordt.
Tip
Wanneer het verkrijgen van toegang tot de gegevens
op de disc erg lang duurt, stelt u de CDenergiebeheersfunctie in op "CD POWER ON"
(blz. 14).
11NL
6
Uw eigen programma
samenstellen
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt de volgorde waarin u (de muziekstukken
van) alle discs wilt afspelen, in maximaal 25
stappen programmeren.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
synchroon opnemen op een tape (blz. 18).
1
2
3
Andere discs
3 en 5
Andere
muziekstukken op
dezelfde disc
4 en 5
Andere
muziekstukken op
andere discs
3 t/m 5
Druk herhaald op PLAY MODE in de
stopstand totdat "PGM" verschijnt.
Overige bedieningen
Druk herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
Totale afspeelduur (inclusief
het gekozen muziekstuk)
DISC
1
2
3
4
5
PGM
A
Druk op N (of nN op het apparaat).
Het afspelen van het programma begint.
Druk op DISC SKIP (of DISC 1 – 5 op
het apparaat) om een disc te kiezen.
Gekozen
muziekstuknummer
B
Discladenummer
Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Het programmastapnummer verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur.
12NL
Herhaalt u stappen
7
Voor de programmering van de MP3muziekstukken, druk op ALBUM – of + om
een album te kiezen, en druk daarna op
. of > totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
5
Voor
programmering
van
Druk op CD (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
Ga naar stap 5 bij de aanduiding "AL", om
alle muziekstukken van één disc in een keer
te programmeren.
4
Programmer verdere discs of
muziekstukken.
Om
Doet u het volgende
De PROGRAMafspeelfunctie uit te
schakelen
Druk herhaald op PLAY
MODE in de stopstand
totdat "PGM" verschijnt.
Een muziekstuk
vanaf het einde te
wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR.
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Voor herhaalde weergave van het
programma, druk op CD (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te schakelen naar
CD, en druk daarna op N (of nN op het
apparaat). Het programma wordt echter gewist
wanneer u de disclade opent.
• "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het
totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of
bij keuze van een CD-muziekstuk met een
muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen
van een MP3-muziekstuk.
5
Druk op TUNER MEMORY.
Het voorkeurnummer knippert. Voer de
stappen 6 en 7 uit terwijl het
voorkeurnummer knippert.
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
Pre-selectienummer
ST
TUNED
MHz
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
radiozenders die in uw gebied ontvangen
kunnen worden en daarna de frequentie van de
gewenste radiozenders opslaan.
1
2
3
4
Druk op TUNER BAND (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
1
2
3
4
5
A
6
7
8
B
Druk herhaald op – of + (of TUNING – of
+ op het apparaat) om het gewenste
voorkeurnummer te kiezen.
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen 2 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Tip
Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken
naar frequenties.
Voorprogrammering met
handmatige afstemming
Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"AUTO" op het display verschijnt.
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
Druk op – of + (of TUNING – of + op het
apparaat).
1
De frequentie verandert terwijl het systeem
scant naar een radiozender. Het scannen
stopt automatisch wanneer op een
radiozender is afgestemd. Op dat moment
verschijnen "TUNED" en "ST" (alleen voor
stereo-uitzendingen).
Tuner
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk
van die zenders door eenvoudig het
bijbehorende voorkeurnummer te kiezen.
2
3
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
4
Stel de frequentie van de gewenste zender
in zoals beschreven onder
"Voorprogrammering met handmatige
afstemming" (blz. 13).
5
6
Druk op TUNER BAND (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
Druk herhaald op TUNING MODE tot
"AUTO" of "PRESET" van het display
verdwijnen.
Druk herhaald op – of + (of TUNING – of
+ op het apparaat) om af te stemmen op
de gewenste zender.
Druk op TUNER MEMORY.
Druk herhaald op de toets – of + (of
TUNING – of + op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer te kiezen.
wordt vervolgd
13NL
7
8
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen 2 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
Af te stemmen op Volg de procedure die wordt
een zender met een beschreven in
zwak signaal
"Voorprogrammering met
handmatige afstemming"
(blz. 13).
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
voorkeurnummer
Na stap 5, druk herhaald op de
toets – of + (of TUNING – of +
op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer,
waaronder u de zender wilt
opslaan, te kiezen.
De ontvangst verbeteren
Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD
POWER OFF" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler.
"CD POWER" is in de fabriek ingeschakeld.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1
2
Druk op CD.
3
Druk op ?/1 terwijl u x ingedrukt houdt.
"CD POWER OFF" verschijnt.
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Schakel de CD-speler in
Herhaal bovenstaande procedure. "CD POWER
ON" verschijnt.
Opmerkingen
• Wanneer "CD POWER OFF" is gekozen, wordt de
toegangstijd van de disc langer.
• U kunt de instelling niet veranderen in de
energiebesparingsfunctie (blz. 24).
14NL
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve voor
Europese, Russische en SaoediArabische-modellen)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden).
Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient
u eerst op een willekeurige AM-zender af te
stemmen en daarna het systeem uit te schakelen.
Druk op ?/1 op het apparaat, terwijl u x
ingrdrukt houcit. Wanneer u het interval
verandert, worden alle voorgeprogrammeerde
AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het
interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde
procedure.
Opmerking
U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl
het systeem in de energiebesparingsmodus staat
(blz. 24).
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of indien er een stroomonderbreking
optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders
nog een halve dag in het geheugen bewaard.
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
Luisteren naar de radio
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde
radiozender
— Handmatig afstemmen
1
2
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
3
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 13).
4
1
2
3
4
Druk op TUNER BAND (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"PRESET" op het display verschijnt.
Druk herhaald op – of + (of TUNING – of
+ op het apparaat) om het gewenste
voorkeurnummer te kiezen.
Druk op de toets TUNER BAND (of
herhaald op FUNCTION) om de functie
over te schakelen naar tuner.
Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
Tuner
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
Druk herhaald op TUNING MODE tot
"AUTO" of "PRESET" van het display
verdwijnen.
Druk herhaald op de toets – of + (of
TUNING – of + op het apparaat) om af te
stemmen op de gewenste zender.
Opmerking
Als u van de tuner overschakelt naar de CD-functie,
kan het langer duren om toegang te krijgen tot de disc.
In dat geval, stelt u "CD POWER ON" in voor de CDenergiebeheerfunctie (blz. 14).
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt,
druk dan herhaald op FM MODE totdat "MONO"
verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de
ontvangst verbetert.
• Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO"
verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en druk daarna
op – of + (of TUNING – of + op het apparaat). De
frequentie-aanduiding verandert en het scannen stopt
als er een zender wordt ontvangen (automatische
afstemming).
• Gebruik handmatige opname-instellingen bij de
opname van radio-uitzendingen (blz. 19).
15NL
Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS)
(alleen het Europese model)
Wat is het radioinformatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen
beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDSuitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
Naam radiozender* t Frequentie t
Programmatype* t Klokindicatie t
Lagetonenniveau t Hogetonenniveau
* Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam of de
programmasoort niet op het display verschijnt.
16NL
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape
1
2
Druk op A TAPE Z of TAPE Z B op het
apparaat.
Afspelen van een tape
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1
2
3
De kant die u wilt
afspelen of waarop
u wilt opnemen
moet naar u toe
gericht zijn.
4
5
Druk op TAPE (of druk herhaald op
FUNCTION) of TAPE A/B op het
apparaat om de functie om te
schakelen naar TAPE.
Druk herhaald op TAPE (of TAPE A/B
op het apparaat) om deck A of B te
kiezen.
Druk herhaald op PLAY MODE om
"g" te kiezen voor afspelen van één
kant. Kies "j"* voor het afspelen van
beide kanten. Kies "RELAY"
(ononderbroken afspelen)* om beide
tapedecks na elkaar af te spelen.
Tape – Afspelen
Plaats een reeds opgenomen/
opneembare tape in de
cassettehouder.
Plaats een tape.
Druk op N (of nN op het apparaat).
Het afspelen van de tape begint. Druk
nogmaals op de toets om de andere kant af
te spelen.
Afspeelrichting
1
2
3
4
5
RELAY
A
B
* Bij ononderbroken afspelen wordt altijd de
onderstaande cyclus doorlopen:
Tapedeck A (voorkant) t Tapedeck A
(achterkant) t Tapedeck B (voorkant) t
Tapedeck B (achterkant)
In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de
achterkant niet worden weergegeven.
wordt vervolgd
17NL
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
De achterkant af te Druk tijdens het afspelen
spelen*
nogmaals op N (of nN op
het apparaat).
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Snel vooruit te
Druk in de stopstand op m of
spoelen of terug te M.
spoelen
De tape eruit te
halen
Druk op A TAPE Z of
TAPE Z B op het apparaat.
* In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de
achterkant niet worden weergegeven.
Zoeken naar het begin van de
huidige, voorgaande of volgende
track (AMS)*
Tape – Opnemen
Uw favoriete CDmuziekstukken opnemen
op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
U kunt een hele CD op de tape opnemen.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape. Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1
2
Om vooruit te gaan
Druk tijdens het afspelen op >.
Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de
afspeelrichting, + (vooruit), en het aantal
muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m
9).
3
Om achteruit te gaan
Druk op . tijdens het afspelen.
Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de
afspeelrichting, – (achterwaarts), en het aantal
muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m
9).
4
Opmerking
Tips
• Als u "j" of "RELAY"* kiest, stopt het tapedeck
automatisch nadat de cyclus vijfmaal is doorlopen.
• Wanneer er een tape is geplaatst, licht de
bijbehorende indicator vooruit (N)/achteruit (n)
op.
* In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de
achterkant niet worden weergegeven.
18NL
Druk op TAPE A/B om tapedeck B te
kiezen, en druk vervolgens herhaald op
nN om de opneemkant te kiezen.
Druk op x om te stoppen met het
afspelen.
Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening om "g" te kiezen
en op één kant op te nemen. Kies "j"
(of "RELAY") voor opnemen op beide
kanten.
Druk op CD en plaats een disc,
waarvan u wilt opnemen, in het
apparaat.
Als u een album vanaf een MP3-disc wilt
opnemen, moet u op ALBUM – of +
drukken om het gewenste album te kiezen
voordat u verder gaat.
* AMS (Automatische Muzieksensor)
Onder de volgende omstandigheden zal de AMSfunctie soms niet goed werken:
– Wanneer het niet-opgenomen gedeelte tussen de
muziekstukken korter dan 4 seconden is.
– Wanneer het systeem dicht bij een TV-toestel is
geplaatst.
Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
5
Druk op CD SYNC.
Deck B bevindt zich nu in de wachtstand
voor opnemen.
"REC" knippert.
6
Druk op z START.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
Een disc opnemen met een
vooraf opgegeven
muziekstukvolgorde
U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen met behulp van de Programafspeelfunctie. Voer tussen de stappen 4 en 5
eerst de stappen 2 t/m 6 uit van "Uw eigen
programma samenstellen" (blz. 12).
Tips
— Handmatig opnemen
Met deze functie is het mogelijk om alleen uw
favoriete muziekstukken van een CD, tape of
een radioprogramma op een tape opnemen.
U kunt ook opnemen van andere aangesloten
geluidscomponenten (zie "Aansluiten van
optionele componenten" op blz. 26).
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1
2
3
4
Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
Druk op TAPE A/B om tapedeck B te
kiezen, en druk vervolgens herhaald op
nN om de opneemkant te kiezen.
Druk op x om te stoppen met het
afspelen.
Tape – Opnemen
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het
einde van de achterkant.
• Als u kiest voor opnemen op beide kanten en midden
in een muziekstuk het einde van de voorkant van de
tape wordt bereikt, wordt het gehele muziekstuk
nogmaals opgenomen aan het begin van de
achterkant van de tape.
Handmatig opnemen op
een tape
Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening om "g" te kiezen
en op één kant op te nemen. Kies "j"
(of "RELAY") voor opnemen op beide
kanten.
Druk op één van de volgende toetsen
om de gewenste geluidsbron voor
opname te kiezen.
• CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CDspeler.
• TAPE A/B: Opnemen vanaf het
ingebouwde tapedeck A.
• TUNER/BAND: Opnemen vanaf de
ingebouwde tuner.
• VIDEO/MD: Opnemen vanaf de
optionele component aangesloten op de
VIDEO/MD IN-aansluitingen.
5
Druk op z START.
Deck B bevindt zich nu in de wachtstand
voor opnemen.
"REC" knippert.
6
Druk op z START en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Het opnemen begint.
wordt vervolgd
19NL
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
Het opnemen te
stoppen
Druk op x.
Het opnemen te
pauzeren
Druk op z START op het
apparaat.
Opmerkingen
• Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen
luisteren.
• Als TAPE B is gekozen in stap 4, wordt niets
opgenomen.
Tips
• Opnemen vanaf de tuner:
Als ruis hoorbaar is tijdens het opnemen vanaf de
tuner, verplaatst u de betreffende antenne om de ruis
te verminderen.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het
einde van de achterkant.
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
Een dynamischer geluid
creëren (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX op het apparaat.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op het display als
volgt:
DSGX ON y DSGX OFF
Een aantrekkelijker geluid
creëren (MP3 BOOSTER)
U kunt genieten van een aantrekkelijker geluid
tijdens het weergeven van MP3-audiotracks.
1
2
Druk op CD (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
Houd DSGX op het apparaat gedurende
2 seconden ingedrukt.
Iedere keer als u de toets gedurende 2
seconden ingedrukt houdt, verandert het
display als volgt:
BOOSTER ON y BOOSTER OFF
Instellen van de lage en hoge
tonen
U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een
krachtiger geluid.
1
Druk herhaald op EQ om "BASS" of
"TREBLE" te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op het display als
volgt:
BASS y TREBLE
2
20NL
Druk, terwijl "BASS" of "TREBLE"
verschijnt, herhaald op de toetsen .
of > om de instellingen aan te
passen.
De lage tonen instellen op het
apparaat
Draai de BASS draaiknop.
De hoge tonen instellen op het
apparaat
Timer
Inslapen met muziek
— Slaaptimer
Draai de TREBLE draaiknop.
Het instellen van de lage en hoge
tonen verlaten
Als u gedurende 4 seconden geen bedieningen
uitvoert, keert het display automatisch terug
naar het oorspronkelijke display.
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP.
* Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na
100 minuten of nadat de huidige CD of tape klaar is
met afspelen.
Timer
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-indicatie (de
uitschakeltijd) als volgt:
AUTO* t 90min t 80min t … t 10min
t OFF
Overige bedieningen
Om
Drukt u
De resterende tijd Eénmaal op SLEEP.
te controleren*
De uitschakeltijd Herhaald op SLEEP om de
te wijzigen
gewenste tijd te kiezen.
De Slaaptimer te Herhaald op SLEEP totdat "OFF"
annuleren
verschijnt.
* U kunt de resterende tijdsduur niet controleren
wanneer "AUTO" is gekozen.
Tip
U kunt de Slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok
niet is ingesteld.
21NL
Ontwaken met muziek
8
De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings, waarna de
oorspronkelijke display weer verschijnt.
— Weergavetimer
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1
Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen
met een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie "Uw eigen
programma samenstellen" op blz. 12).
• Tape: Plaats een tape (zie "Afspelen van
een tape" op blz. 17).
• Tuner: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
"Luisteren naar de radio" op blz. 15).
2
3
4
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Druk herhaald op . of > om
"PLAY SET?" te selecteren en druk
daarna op ENTER.
Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > om het uur
in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
6
7
Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
Druk herhaald op . of > totdat de
gewenste geluidsbron verschijnt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY T
22NL
9
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "PLAY
SELECT?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "TIMER OFF?"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Druk op VOLUME +/– om het
volumeniveau in te stellen.
"ON" licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
5
Druk op ENTER.
Opmerkingen
• U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
• Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het
systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de
weergavetimer niet in werking treden.
• U kunt de optionele component, aangesloten op de
VIDEO/MD IN-aansluitingen, niet gebruiken als de
geluidsbron in de PLAY-timerfunctie.
Timeropname van
radioprogramma’s
— Opnametimer
1
2
Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie "Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde zender" op
blz. 15).
9
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of h (of j) voor opnemen
op beide kanten.
Druk herhaald op de toets nN op het
apparaat om de zijde voor opname te
kiezen.
Als u kiest voor opnemen op beide kanten
of opnemen op de voorkant, drukt u op
nN zodat de >>> indicator gaat
branden. Als u kiest voor opnemen op de
achterkant, drukt u nogmaals op nN
zodat de <<< indicator gaat branden.
10 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
Druk op CLOCK/TIMER SET.
Druk herhaald op . of > om "REC
SET?" te selecteren en druk daarna op
ENTER.
"ON" licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
4
> totdat "REC
SELECT?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
5
Stel de stoptijd voor opname in
volgens de procedure bij stap 4.
De begintijd, de stoptijd en de naam van de
op te nemen radiozender (bijvoorbeeld
"TUNER FM 5") worden na elkaar
weergegeven, voordat de normale
displayweergave weer verschijnt.
6
7
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "TIMER OFF?"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op . of > om het uur
in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
"PLAY SET?" verschijnt.
3
Timer
U kunt een programma van een
voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op
een vooraf ingesteld tijdstip.
Voor het opnemen met de timer dient u eerst de
radiozenders voor te programmeren (zie
"Voorprogrammeren van radiozenders" op
blz. 13) en de ingebouwde klok gelijk te zetten
(zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
8
Opmerkingen
• U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
• Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de
opnametimer niet in werking treden.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Druk op TAPE om over te schakelen op
de functie TAPE.
23NL
Display
Uitschakelen van het
display
— Energiebesparingsmodus
Het demonstratiedisplay (het displayvenster en
de toetsen branden en knipperen, zelfs wanneer
de spanning van het systeem is uitgeschakeld)
en de klokindicatie kunnen worden
uitgeschakeld om de hoeveelheid stroom, die in
de wachtstand verbruikt wordt, zoveel mogelijk
te beperken (energiebesparingsmodus).
Druk, met het systeem uitgeschakeld,
herhaald op DISPLAY totdat het
demonstratiedisplay of het klokdisplay is
verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets
drukt, doorloopt het systeem de volgende
cyclus:
Demonstratieindicatie t klokindicatie* t
Geen weergave (energiebesparingsmodus)
* "– –:– –" verschijnt als u de klok niet hebt ingesteld.
Opmerking
De volgende bedieningen kunnen niet worden
uitgevoerd in de energiebesparingsmodus.
– instellen van de klok
– veranderen van de AM-afstemstap (behalve voor
Europese, Russische en Saoedi-Arabische-modellen)
– het systeem inschakelen door op de functietoetsen te
drukken
– de CD-energiebeheerfunctie veranderen
Tips
• De ?/1 indicatie gaat banden in de
energiebesparingsmodus.
• De timer blijft werken in de
energiebesparingsmodus.
24NL
De helderheid van de
achterverlichting van het
display instellen
Druk herhaald op DIMMER op het apparaat
om de gewenste instelling te kiezen terwijl
het systeem is ingeschakeld.
Het display verandert steeds als volgt:
DIMMER OFF t DIMMER 1 t DIMMER 2
t DIMMER 3*
* DIMMER 3 is de donkerste instelling.
Afbeelden van informatie
over de disc op het display
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk of die van de hele disc op het display
controleren.
Als een CD-TEXT-disc of een disc met MP3muziekstukken wordt geplaatst, kunt u ook de
informatie op de disc, zoals de titels,
controleren.
Wanneer het apparaat een CD-TEXT-disc
vaststelt, verschijnt de "CD TEXT" indicatie op
het display.
Als het apparaat een MP3-disc vaststelt, wordt
de "MP3" indicator afgebeeld op het display.
x Als een CD/MP3 in de normale
afspeelfunctie staat
TOC-display1) of totaal aantal albums op de
disc2) of totaal aantal muziekstukken in het
huidige album3) t Naam van de disc4) of
volumelabel5) of naam van het album5) t
Klokindicatie (gedurende acht seconden) t
Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
1)
Druk op DISPLAY in de NORMALafspeelfunctie.
x Als een CD/MP3 in de PROGRAMafspeelfunctie staat
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
Huidige muziekstuknummer en verstreken
weergavetijd t Huidige muziekstuknummer
en resterende weergavetijd of "– –.– –"1) t
Resterende tijd van de disc of "– –.– –"1) t
Muziekstuktitel (alleen bij disc met MP3muziekstukken2)) t Albumtitel (alleen bij disc
met MP3-muziekstukken) t Klokindicatie
(gedurende acht seconden) t
Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
1)
2)
Bij discs met MP3-muziekstukken.
Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag
versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3tag geeft alleen de muziekstuktitel weer.
Controleren van de totale
afspeeltijd en titels (CD/MP3)
Druk in de stopstand op DISPLAY.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
Display
Controleren van de
resterende afspeelduur en
titels (CD/MP3)
TOC = inhoudsopgave; geeft het totaal aantal
muziekstukken op de disc aan en geeft de totale
afspeeltijd van de disc aan
2) Voor discs met MP3-muziekstukken in de normale
afspeelfunctie of de SHUF-afspeelfunctie
3)
Voor discs met MP3-muziekstukken in de ALBMafspeelfunctie of de ALBM SHUF-afspeelfunctie
4)
Voor discs met CD-TEXT
5) Bij discs met MP3-muziekstukken is het mogelijk
dat de namen van de albums of de volumelabels niet
worden afgebeeld afhankelijk van de
weergavefunctie
Afhankelijk van de disc, is het mogelijk dat bepaalde
CD-TEXT-informatie niet verschijnt.
Het laatste muziekstuknummer van het
programma en de totale weergaveduur t
Totaal aantal muziekstukken in het programma
(gedurende acht seconden) t Naam van de
disc1) of volumelabel2) t Klokindicatie
(gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau
(gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
1)
2)
Voor discs met CD-TEXT
Bij discs met MP3-muziekstukken
Controleren van de
zendernaam (TUNER)
Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio
luistert.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
Zendernaam t Frequentie t Klokindicatie
(gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau
(gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
25NL
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van optionele componenten
U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd.
Optionele digitale component
Naar de digitale
ingangsaansluitingen van een
optionele, digitale component
Vanaf de digitale
uitgangsaansluitingen van een
optionele, analoge component
Optionele, analoge component
A DIGITAL (OPTICAL) OUTaansluiting
Gebruik een digitale optische kabel (vierkant,
niet bijgeleverd) om een optische component
(zoals een MD-deck) aan te sluiten op deze
aansluiting. U kunt dan digitaal geluid van dit
systeem opnemen.
Opmerking
Er is geen digitale audio-uitvoer via deze aansluiting
tijdens het weergeven van MP3-audiotracks.
26NL
B VIDEO/MD-aansluitingen
Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een
optionele analoge component (MD-deck,
videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te
sluiten. U kunt dan luisteren naar het geluid van
de component.
Luisteren naar het geluid
van een aangesloten
component
1
Sluit de audiosnoeren aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten" op blz. 26.
2
Druk op VIDEO/MD op het apparaat om
de functie om te schakelen naar VIDEO
of MD.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Opnemen op een
aangesloten component
Digitaal opnemen
1
2
Sluit de digitale, optische kabel aan.
Begin met opnemen.
Raadpleeg de bedieningsinstructies
van de aangesloten component.
Opmerking
U kunt alleen digitaal opnemen van discs. U kunt
echter niet opnemen vanaf kopieerbeveiligde discs en
MP3-audiotracks.
Opmerking
Als het geluid vervormd is of te luid is wanneer
"VIDEO" is gekozen, of wanneer u wilt terugkeren
naar "MD", herhaalt u de hierboven beschreven
bediening om "MD" weer in te stellen.
Tip
Los verkrijgbare componenten
Als u "MD" niet kunt kiezen door herhaald op VIDEO/
MD te drukken, moet u VIDEO/MD ingedrukt houden
en vervolgens op ?/1 drukken terwijl het apparaat is
ingeschakeld. De functie verandert van "VIDEO" naar
"MD", en de indicatie "MD" verschijnt op het display.
Om de functie terug te veranderen naar "VIDEO",
herhaalt u dezelfde procedure.
27NL
Algemeen
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1
Controleer of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren op de juiste wijze en
stevig zijn aangesloten.
2
Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Wanneer de ?/1-indicatie
knippert
Trek onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en controleer volgende punten.
• Als uw systeem een
spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de
spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de
juiste spanning?
Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en
controleer daarna of de
spanningskeuzeschakelaar op het juiste
voltage is ingesteld.
• Zijn de + en de – draden van de
luidsprekersnoeren kortgesloten?
• Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers?
• Worden de ventilatieopeningen aan de
achterzijde van het apparaat geblokkeerd?
Controleer alle bovenstaande items en los alle
gevonden problemen op. Nadat de ?/1indicatie stopt met knipperen, steekt u
de stekker van het netsnoer weer in het
stopcontact en schakelt u het systeem weer in.
Als de indicator nog steeds knippert, of
indien de oorzaak van een probleem, na
controle van bovenstaande zaken, niet
gevonden is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
28NL
Het display begint te knipperen zodra u de
stekker van het netsnoer in het stopcontact
steekt zonder dat u het apparaat hebt
ingeschakeld (zie stap 4 van "Aansluiten van
het systeem" (blz. 6)).
• Druk op ?/1 terwijl het apparaat uitgeschakeld is.
De demonstratie verdwijnt.
De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display.
• Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de
klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timerinstellingen opnieuw (blz. 22 en 23).
De klokinstelling/voorprogrammering van de
radiozenders/timer is geannuleerd.
• Stel de volgende gegevens opnieuw in:
– "Instellen van de klok" (blz. 8)
– "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 13)
– "De instelling te controleren" (blz. 22 en 23)
– "Timeropname van radioprogramma’s"
(blz. 23)
Er is geen geluid.
• Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar
heeft, controleert u of de
spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de
juiste spanning.
• Druk op VOLUME + of draai de VOLUME
regelknop op het apparaat rechtsom.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde
zijn (blz. 6).
• Bij gebruik van de opnametimer is er geen
audiouitgangssignaal.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op
het netsnoer.
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw in (blz. 8).
De timer werkt niet.
• Controleer de instelling van de timer en stel de
juiste tijd in (blz. 22 en 23).
• Schakel de slaaptimer uit (blz. 21).
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
• Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de
TL-buisverlichting.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
• Controleer dat het netsnoer is aangesloten op een
stopcontact.
De onregelmatige kleurenweergave op het TVscherm verdwijnt niet.
• Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot
30 minuten weer in. Indien de onregelmatige
kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de
luidsprekers verder van het TV-toestel.
CD/MP3-speler
De disclade gaat niet dicht.
• Plaats de disc op de juiste wijze midden op de
disclade.
• Sluit de disclade altijd door op CD Z op het
apparaat te drukken. Als u probeert de disclade
met uw hand dicht te duwen, kan er een storing in
de speler ontstaan.
De disclade gaat niet open.
• U kunt de disclade niet openen tijdens een
CD-synchroonopname. Druk op x om de
CD-synchroonopname uit te schakelen, en druk
daarna op CD Z op het apparaat om de disclade te
openen.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
De disc-toegangstijd is te lang.
• Stel "CD POWER ON" in met behulp van de CDenergiebeheersfunctie (blz. 14).
De disc slaat over.
• Veeg de disc schoon (blz. 33).
• Vervang de disc.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert
met lage tonen en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat door de trillingen van de
luidsprekers het geluid overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE totdat zowel
"PGM" als "SHUF" van het display verdwijnen,
om terug te keren naar de NORMALafspeelfunctie.
Verhelpen van storingen
De disclade gaat niet open en "LOCKED"
verschijnt.
• Neem contact op met uw Sony-handelaar of een
erkend Sony-servicecentrum in uw omgeving.
Het afspelen begint niet.
• Controleer of er een disc in het apparaat zit. De
disc-indicator brandt wanneer er een disc in zit.
• Veeg de disc schoon (blz. 33).
• Vervang de disc.
• Plaats een disc die dit systeem kan lezen.
• Plaats de disc op de juiste wijze midden op de
disclade.
• Plaats de disc met het etiket naar boven gericht op
de disclade.
• Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
• Druk op N om het afspelen te starten.
MP3-audiobestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname werd niet uitgevoerd volgens het
ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het
expansieformaat.
• Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie
".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2,
2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden
afgespeeld.
wordt vervolgd
29NL
MP3-audiobestanden duren langer om af te
spelen dan andere.
• Na inlezen van alle muziekstukken op de discs
kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen
indien:
– het aantal albums of muziekstukken op de disc
zeer groot is.
– de indeling van de albums en muziekstukken
zeer complex is.
De titel van het album, de titel van het
muziekstuk en de ID3-tag worden niet juist
weergegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1,
level 2, of Joliet in het expansieformaat.
• Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of
versie 2.
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 13).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 6).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
• Stel "CD POWER OFF" in met behulp van de
CD-energiebeheersfunctie (blz. 14).
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op FM MODE totdat "MONO" uit gaat.
30NL
Tapedeck
Nadat op nN is gedrukt, is een mechanisch
geluid hoorbaar, verschijnt "Eject" op het
display, en wordt het apparaat automatisch in
de stand-bystand gezet.
• Plaats de cassette op de juiste wijze.
De tape neemt niet op en speelt niet af, of het
geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33).
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape wordt niet volledig gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
• De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig
deze (blz. 33).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening waar het nokje in zat met plakband
(blz. 33).
• Het einde van de tape is bereikt.
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
• Zie onder Algemeen, item "De klokinstelling/
voorprogrammering van de radiozenders/timer is
geannuleerd." (blz. 28) en controleer de situatie
van het systeem.
• Sluit de component goed aan (blz. 26) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component en begin met het afspelen.
• Druk herhaald op FUNCTION om "MD" of
"VIDEO" te kiezen (blz. 27).
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
1
2
3
Haal de stekker uit het stopcontact.
4
Druk op x, DIMMER en ?/1 op het
apparaat.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en
timer opnieuw instellen.
Tijdens de bediening kan er in het display één
van de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
CD/MP3
No Disc
Er is geen disc in de speler geplaatst.
OVER
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt tijdens het afspelen of in de
pauzestand.
Push STOP!
U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het
afspelen.
Step Full!
U probeert om 25 of meer muziekstukken (stappen)
te programmeren.
TAPE
No Tab
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen tape in het tapedeck.
Timer
OFF TIME NG!
De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de
weergavetimer is hetzelfde.
Verhelpen van storingen
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
Meldingen
PUSH SELECT!
U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen
tijdens een timerbediening.
SET CLOCK!
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
klok is ingesteld.
SET TIMER!
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
timer is ingesteld.
31NL
Ontwikkeling van hitte
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
Controleer vóór gebruik van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het
apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in gebruik
te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
32NL
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te
voorkomen.
• Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
• Om een defect te voorkomen, mag u de
ventilatieopening niet afdekken.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-toestellen
magnetische vervorming van het beeld optreden. In
dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te
schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te
schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van
het TV-toestel te plaatsen.
Bediening
• Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
• Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Opmerkingen over discs
Beveiligen van een opgenomen tape
• Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen
bedoeld voor lp’s van vinyl.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
• Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
• Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft
voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
– Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
gerafeld.
– Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
• Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet
worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch
probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak
daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie
afbeelding).
Reiniging van de behuizing
Demagnetiseren van de tapekoppen
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen
zoals verdunner, wasbenzine of alcohol.
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden
dient u de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette te raadplegen.
Verwijder het
wispreventienokje
Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient
u de opening met plakband te bedekken.
Alvorens een tape in het tapedeck te
plaatsen
Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de
tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld
kunnen raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape die langer is
dan 90 minuten
Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald
vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het
tapedeck verstrikt raken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Aanvullende informatie
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik.
Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van
belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude
tape.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of natte type. Voor
nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing
van de reinigingscassette te raadplegen.
33NL
Technische gegevens
Hoofdapparaat
CD-speler
Systeem
Laser
Versterker
De volgende waarden zijn gemeten bij 120 – 127/
220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (allen het SaoediArabische modellen)
De volgende waarden zijn gemeten bij 230 V
wisselstroom, 50/60 Hz (allen het Europese en
Russische modellen)
De volgende waarden zijn gemeten bij 120/
220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (behalve voor
Europese, Russische en Saoedi-Arabische-modellen)
De volgende waarden zijn gemeten bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz (allen het Koreaanse model)
Frequentiebereik
CMT-CP555
Tuner
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
55 + 55 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
75 + 75 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
Tapedeck
Opnamesysteem
Frequentiebereik
Wow en flutter
FM-tuner
Afstembereik
U.S.A. model:
Russische modellen:
CMT-CPX22
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
75 + 75 W
(4 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
100 + 100 W
(4 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Ingangen
VIDEO/MD IN (tulpstekkers):
Gevoeligheid 250/
450 mV, impedantie
47 kohm
Uitgangen
DIGITAL (OPTICAL) OUT:
Optische golflengte:
660 nm
PHONES (mini-aansluiting):
voor aansluiting van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER:
Gebruik alleen de
bijgeleverde luidsprekers
SS-CP555S
(CMT-CP555)
SS-CPX22
(CMT-CPX22)
34NL
Compact disc en digitaal
audiosysteem
Halfgeleider-laser
(λ=770 – 810 nm)
Emissieduur: continu
2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Ander modellen:
Antenne
Antenne-aansluitingen
Middenfrequentie
4-sporen, 2-kanaals stereo
50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij
gebruik van Sony TYPE I
cassette
±0,15% W. Piek (IEC)
0,1% W. RMS (NAB)
±0,2% W. Piek (DIN)
87,5 – 108,0 MHz
(100-kHz stap)
65,0 – 74,0 MHz
(10-kHz stap)
(Er is geen stereo-effect)
87,5 – 108,0 MHz
(50-kHz stap)
87,5 – 108,0 MHz
(50-kHz stap)
FM-draadantenne
75 ohm asymmetrisch
10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Pan-Amerikaans model:
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Europese, Russische en Saoedi-Arabische modellen:
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen:
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
Antenne
AM-raamantenne
Antenneaansluitingen
Aansluiting voor een
buitenantenne
Middenfrequentie
450 kHz
Luidspreker
Voorste luidspreker SS-CPX22 voor de CMT-CPX22
Luidsprekersysteem
2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer:
conus-type met diameter
15 cm
Tweeter:
zachte conus-type met
diameter 2,5 cm
Nominale impedantie
4 ohm
Afmetingen (b/h/d)
Ong. 173 × 275 × 265 mm
Gewicht
Ong. 3,9 kg per luidspreker
Stroomvoorziening
U.S.A. model:
120 V wisselstroom, 60 Hz
Europese en Russische modellen:
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Koreaanse model:
220 V wisselstroom, 60 Hz
Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V of
220 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Overige modellen:
120 V, 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik
U.S.A. model:
CMT-CPX22
65 W
Europese en Russische modellen:
CMT-CP555
110 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
CMT-CPX22
65 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Overige modellen:
CMT-CP555
115 W
CMT-CPX22
65 W
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars
Hoofdapparaat bestaande uit versterker/tuner/
tapedeck/CD-speler:
Ong. 230 × 292 × 355 mm
Gewicht
Hoofdapparaat bestaande uit versterker/tuner/
tapedeck/CD-speler:
CMT-CP555
Ong. 6,5 kg
CMT-CPX22
Ong. 6,1 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
Formaat AA (R6)
batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekerkussens (8)
Luidsprekersnoeren
(alleen CMT-CPX22) (2)
Aanvullende informatie
Voorste luidspreker SS-CP555S voor CMT-CP555
Luidsprekersysteem
2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer:
conus-type met diameter
15 cm
Tweeter:
conus-type met diameter
2,5 cm
Nominale impedantie
6 ohm
Afmetingen (b/h/d)
Ong. 173 × 275 × 265 mm
Gewicht
Ong. 3,0 kg per luidspreker
Algemeen
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
35NL
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun
referentiebladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van
toetsen en andere in de tekst genoemde
onderdelen van het systeem te kunnen vinden.
Nummer van afbeelding
r
TAPE A/B wh (17, 18, 19)
R
R
Naam van toets/onderdeel Bijbehorende bladzijde
Hoofdapparaat
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
ALFABETISCHE VOLGORDE
A–O
P–Z
Afstandsbedieningssensor2
ALBUM +/– qa (10, 12, 18)
BASS-regelaar w; (21)
CD wk (7, 9, 12, 14, 18, 19, 20)
CD SYNC ws (18)
Tapedeck A qj (17)
Tapedeck B qg (17, 18, 19)
DIMMER wd (24, 31)
DISC 1 – 5 3 (9, 10, 12)
Disclade 9 (9)
DISPLAY wf (16, 24, 25)
Displayvenster 4
DSGX qs (20)
PHONES-aansluiting qh
TAPE A/B wh (17, 18, 19)
TREBLE-regelaar ql (21)
TUNER/BAND wj (13, 15, 19)
TUNING +/– 0 (13, 15)
VIDEO/MD wg (19, 27)
VOLUME-regelaar qd
1 2
wk
wj
wh
wg
wf
wd
ws
wa
w;
ql
qk
qj
qh
36NL
3
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (7, 14, 27, 31)
nN (afspelen) 5 (10, 17, 18,
23)
X (pauzeren) 6 (10, 18)
x (stoppen) 7 (7, 10, 14, 18, 31)
CD Z (pauzeren) 8 (9)
.m/M>
(terugspoelen/vooruit spoelen,
spring achteruit/spring vooruit)
0 (10, 18)
TAPE Z B (uitwerpen) qf (17)
A TAPE Z (uitwerpen) qk (17)
z START wa (18)
4
5
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
qg
Afstandsbediening
ALFABETISCHE VOLGORDE
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
A–E
F–Z
ALBUM – qd (10, 12, 18)
ALBUM + qa (10, 12, 18)
CD qk (9, 12, 20)
CLEAR qg (12)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(22, 23)
CLOCK/TIMER SET 3 (8, 22,
23)
DISC SKIP 0 (10, 12)
DISPLAY wa (16, 24, 25)
ENTER 9 (8, 12, 13, 22, 23)
EQ qf (20)
FM MODE 4 (15)
FUNCTION 6 (9, 12, 13, 15, 17,
20)
PLAY MODE w; (10, 12, 17, 18,
19, 23)
REPEAT 4 (11)
SLEEP ws (21)
TAPE qj (17)
TUNER BAND 5 (13, 15)
TUNER MEMORY ql (13)
TUNING MODE w; (13, 15)
VOLUME +/– qs (22)
1
2
3
4
5
6
7
Aanvullende informatie
ws
wa
w;
ql
qk
qj
qh
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (7, 22)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) 7 (10, 18)
N (afspelen) 8 (10, 17)
X (pauzeren) 8 (10, 18)
x (stoppen) 8 (10, 18)
./> (spring achteruit/
spring vooruit) qh (8, 10, 18,
20, 22)
–/+ (afstemmen) qh (13)
8
qg
9
qf
q;
qd
qa
qs
37NL