Sony CMT-CP555 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
2
NL
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen
van het apparaat niet afdekken met kranten,
tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen
aangestoken kaarsen op het apparaat zetten.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
WAARSCHUWING
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
3
NL
Over de gebruiksaanwijzing ...................4
Geschikte discs........................................4
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem.....................6
Instellen van de klok...............................8
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen.....................................9
Een disc afspelen.....................................9
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie
Herhaald afspelen..................................11
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma samenstellen......12
— PROGRAM-afspeelfunctie
Tuner
Voorprogrammeren van radiozenders...13
Luisteren naar de radio..........................15
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)..............................................16
(alleen het Europese model)
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape...........................17
Afspelen van een tape...........................17
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen op een tape ......................18
— CD-TAPE-synchroonopname
Handmatig opnemen op een tape..........19
— Handmatig opnemen
Geluidsregeling
Regeling van het geluid ........................20
Timer
Inslapen met muziek............................. 21
— Slaaptimer
Ontwaken met muziek.......................... 22
— Weergavetimer
Timeropname van
radioprogramma’s ..........................23
— Opnametimer
Display
Uitschakelen van het display................24
— Energiebesparingsmodus
De helderheid van de achterverlichting
van het display instellen.................24
Afbeelden van informatie over de disc op
het display ...................................... 25
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van optionele
componenten ..................................26
Luisteren naar het geluid van een
aangesloten component.................. 27
Opnemen op een aangesloten
component...................................... 27
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen....................28
Meldingen............................................. 31
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 32
Technische gegevens............................34
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentiebladzijden................. 36
Inhoudsopgave
NL
4
NL
Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk de
bediening uit met behulp van de
afstandsbediening, doch dezelfde handelingen
kunnen ook uitgevoerd worden met de
gelijknamige of soortgelijke toetsen op het
apparaat.
U kunt de volgende discs in het apparaat
afspelen. Afspelen van andere discs is niet
mogelijk.
Lijst van geschikte discs
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
•CD-ROM’s
• CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
– muziek-CD-formaat
– MP3-bestandsindeling, die voldoet aan
ISO9660
1)
Level 1/Level 2, Joliet of
Multisessie
2)
• Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld
een kaart of een hart).
• Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
• Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
• Data-gedeelte op CD-Extra-discs
3)
• Datatrack op Mixed CD’s
4)
1)
Formaat ISO9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende
specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de
bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam
mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in
hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen
uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal
acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2-
specificaties is het mogelijk bestanden en mappen
namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere
map mag maximaal 8 boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is
gebruikt enzovoort.
2)
Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (één track
tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar lead-
out, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
3)
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en
de tweede sessie bevat de data.
4)
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op
de tweede en volgende tracks van een sessie.
Over de
gebruiksaanwijzing
Geschikte discs
Type disc Disclogo
Audio-CD’s
CD-R/CD-RW
(audio/MP3-
bestanden)
5
NL
Opmerkingen betreffende
CD-R en CD-RW
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in
dit apparaat worden weergegeven afhankelijk
van de opnamekwaliteit of fysieke toestand
van de disc, of van de eigenschappen van het
opnameapparaat. Ook discs die niet correct
zijn afgesloten, kunnen niet worden
afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden
ook de gebruiksaanwijzing van de
opnameapparatuur.
• Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CD-
RW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar
als gevolg van krassen, vuil,
opnameomstandigheden of eigenschappen
van het CD-R/CD-RW-station.
• Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
• Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afspeelbaar zijn.
• Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
• Met andere bestandsindelingen dan ISO9660
level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van
mappen en bestanden verkeerd weergegeven
worden.
• Bij de volgende discs duurt het langer om met
afspelen te beginnen.
– een disc die is opgenomen met een
ingewikkelde boomstructuur.
– een disc opgenomen in multisessie.
– een CD waarop nog sessies toegevoegd
kunnen worden (de CD is nog niet
"afgesloten").
Muziekdiscs die zijn
gecodeerd met copyright-
beveilgingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc).
Onlangs hebben platenmaastschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyright-
beveiligingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
Waarschuwingen voor het
afspelen van een multisessie-
CD
• Als een CD gestart wordt met een CD-DA-
sessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-)
CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot
een MP3-sessie wordt gevonden.
• Als een CD gestart wordt met een MP3-
sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend
en het afspelen blijft doorgaan tot een CD-
DA-(audio-) sessie wordt gevonden.
• Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt
bepaald door de grootte (aantal niveaus) van
de bestandstructuur.
• Een CD met gemengde indelingen wordt
herkend als een CD-DA-(audio-) CD.
6
NL
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde
snoeren en accessoires. Het CMT-CPX22 is gebruikt voor de afbeeldingen.
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de linker- en rechterluidsprekerkabels
aan op de SPEAKER-aansluitingen op het
apparaat en op de aansluitingen op de
luidsprekers (alleen CMT-CPX22), zoals
hieronder is afgebeeld.
Hoofdapparaat
Luidsprekers: (alleen CMT-CPX22)
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
AM-raamantenne
Rechter luidspreker Linker luidspreker
FM-draadantenne
R
L
SPEAKER
Zwart (#)
Voorbereidingen
7
NL
Opmerking
Houd de antennes uit de buurt van de
luidsprekersnoeren.
3 Op modellen met een
spanningskeuzeschakelaar stelt u
VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
Zie de aanduidingen op VOLTAGE
SELECTOR van uw apparaat voor
beschikbare voltages.
* Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V
4 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op het display
weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt,
wordt het systeem ingeschakeld en wordt
de demonstratie automatisch beëindigd.
Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact
passen, haalt u de bijgeleverde
stekkeradapter eraf (alleen bij modellen
geleverd met een stekkeradapter).
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vervangen.
Bevestigen van de
luidsprekerkussentjes
Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes
onder de luidsprekers om te zorgen dat ze stevig
staan en niet kunnen wegglijden.
AM
FM
75
Ω
COA
XIA
L
Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit
AM-raamantenne
Bij verplaatsing van dit
systeem
Volg de onderstaande procedure om het CD-
mechanisme te beschermen.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Zorg dat alle discs uit het systeem zijn
verwijderd.
2 Druk op CD.
3 Houd x ingedrukt en druk daarna op CD
totdat "LOCK" verschijnt.
4 Trek de stekker uit het stopcontact.
8
NL
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Druk op ?/1 om het apparaat in te
schakelen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Druk herhaald op . of > om het
uur in te stellen.
4 Druk op ENTER.
5 Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen.
6 Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Veranderen van de tijd
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk herhaald op . of > om "CLOCK
SET?" te selecteren en druk daarna op
ENTER.
3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3
t/m 6 hierboven.
Opmerking
De klokindicatie verschijnt niet in de
energiebesparingsmodus.
Instellen van de klok
CD/MP3 – Afspelen
9
NL
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Druk op DISC 1 – 5 om de disclade te
kiezen.
Als zich in de gekozen disclade geen disc
bevindt, wordt "No Disc" afgebeeld. Voer
stap 2 uit terwijl "DISC-1" (bijv. 2 – 5)
knippert.
2 Druk op CD Z.
3 Plaats een disc, met de labelkant naar
boven, in de disclade.
4 Druk opnieuw op CD Z om de disc-lade
te sluiten.
Opmerkingen
• Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
• Duuw de disclade niet krachtig met de hand dicht,
omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden.
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3-
muziekstukken afspelen.
Voorbeeld: Als een disc geplaatst is
1 Druk op CD (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
Wanneer u een
disc van 8 cm
wilt afspelen,
plaatst u deze
in de binnenste
cirkel van de
disclade.
Een disc afspelen
— NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie
DISC
1 2 3
4 5
A B
Muziekstuknummer
Discladenummer
Afspeelduur
Disc-aanwezigheidsindicator
wordt vervolgd
10
NL
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat de gewenste modus in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op N (of nN op het apparaat).
Overige bedieningen
* Mogelijkerwijs is het zoeken in meerdere bestanden
niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de
tijdsduur van sommige bestanden niet correct
afgebeeld wordt.
Kies Voor het afspelen van
ALL DISCS
(NORMAL-
afspeelfunctie)
Alle discs in de disclade
continu.
1DISC
(NORMAL-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
door u gekozen disc in de
oorspronkelijke volgorde.
ALBM
(NORMAL-
afspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het door u gekozen album op
de disc in de oorspronkelijke
volgorde.
Bij weergave van een niet-
MP3-disc, is de werking van
albumweergave hetzelfde
als 1DISC-weergave.
ALL DISCS
SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op alle
discs in willekeurige
volgorde.
1DISC SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
door u gekozen disc in
willekeurige volgorde.
ALBM SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
De MP3-muziekstukken in
het door u gekozen album op
de disc in willekeurige
volgorde.
Bij weergave van een niet-
MP3-disc, is de werking van
albumweergave in
willekeurige volgorde
hetzelfde als 1DISC SHUF-
weergave.
PGM
(PROGRAM-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
disc in de volgorde waarin u
deze wilt afspelen (zie "Uw
eigen programma
samenstellen" op blz. 12).
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk herhaald op . of >.
Kies een album
(map) met MP3-
muziekstukken*
Druk herhaald op ALBUM – of +
na stap 2.
Een bepaald punt
in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
In de stopstand
een disc te
kiezen
Druk op de toets DISC SKIP (of
DISC 1 – 5 op het apparaat).
Van een andere
bron over te
schakelen op de
CD-functie
Druk op DISC 1 – 5 op het
apparaat (Automatische
geluidsbronkeuze).
Een disc te
verwijderen
Druk op DISC 1 – 5 op het
apparaat, en druk vervolgens op
CD Z op het apparaat.
CD/MP3 – Afspelen
11
NL
Opmerkingen
• U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet
veranderen.
• Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
• Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle
muziekstukken op de disc. Als er albums of niet-
MP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang
duren voordat het afspelen begint of voordat het
volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen.
• Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor
MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met
MP3-muziekstukken geen ander soort
geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan.
• Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat
wordt overgeslagen.
• Maximaal aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
• Het maximaal aantal MP3-muziekstukken en albums
dat een disc kan bevatten, bedraagt 300.
• Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
• MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3-
bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
Tip
Wanneer het verkrijgen van toegang tot de gegevens
op de disc erg lang duurt, stelt u de CD-
energiebeheersfunctie in op "CD POWER ON"
(blz. 14).
U kunt alle muziekstukken of een enkel
muziekstuk op de disc herhaald afspelen.
Druk, tijdens weergave, herhaald op de
toets REPEAT totdat "REP" of "REP1"
verschijnt.
REP: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een
disc, of voor alle MP3-audiotracks in een album.
REP1: Slechts één muziekstuk.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk herhaald op REPEAT totdat zowel "REP"
als "REP1" verdwijnen.
Opmerkingen
• U kunt "REP" en "ALL DISCS SHUF" niet
tegelijkertijd kiezen.
• Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het
bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het
moment dat "REP1" geannuleerd wordt.
Herhaald afspelen
— REPEAT-afspeelfunctie
12
NL
U kunt de volgorde waarin u (de muziekstukken
van) alle discs wilt afspelen, in maximaal 25
stappen programmeren.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
synchroon opnemen op een tape (blz. 18).
1 Druk op CD (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE in de
stopstand totdat "PGM" verschijnt.
3 Druk op DISC SKIP (of DISC 1 – 5 op
het apparaat) om een disc te kiezen.
Ga naar stap 5 bij de aanduiding "AL", om
alle muziekstukken van één disc in een keer
te programmeren.
4 Druk herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
Voor de programmering van de MP3-
muziekstukken, druk op ALBUM – of + om
een album te kiezen, en druk daarna op
. of > totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
5 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Het programmastapnummer verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur.
6 Programmer verdere discs of
muziekstukken.
7 Druk op N (of nN op het apparaat).
Het afspelen van het programma begint.
Overige bedieningen
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Voor herhaalde weergave van het
programma, druk op CD (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te schakelen naar
CD, en druk daarna op N (of nN op het
apparaat). Het programma wordt echter gewist
wanneer u de disclade opent.
• "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het
totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of
bij keuze van een CD-muziekstuk met een
muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen
van een MP3-muziekstuk.
Uw eigen programma
samenstellen
— PROGRAM-afspeelfunctie
DISC
PGM
1 2 3
4 5
A B
Gekozen
muziekstuknummer
Totale afspeelduur (inclusief
het gekozen muziekstuk)
Discladenummer
Voor
programmering
van
Herhaalt u stappen
Andere discs 3 en 5
Andere
muziekstukken op
dezelfde disc
4 en 5
Andere
muziekstukken op
andere discs
3 t/m 5
Om Doet u het volgende
De PROGRAM-
afspeelfunctie uit te
schakelen
Druk herhaald op PLAY
MODE in de stopstand
totdat "PGM" verschijnt.
Een muziekstuk
vanaf het einde te
wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR.
Tuner
13
NL
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk
van die zenders door eenvoudig het
bijbehorende voorkeurnummer te kiezen.
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
radiozenders die in uw gebied ontvangen
kunnen worden en daarna de frequentie van de
gewenste radiozenders opslaan.
1 Druk op TUNER BAND (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"AUTO" op het display verschijnt.
4 Druk op – of + (of TUNING – of + op het
apparaat).
De frequentie verandert terwijl het systeem
scant naar een radiozender. Het scannen
stopt automatisch wanneer op een
radiozender is afgestemd. Op dat moment
verschijnen "TUNED" en "ST" (alleen voor
stereo-uitzendingen).
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
Stel de frequentie van de gewenste zender
in zoals beschreven onder
"Voorprogrammering met handmatige
afstemming" (blz. 13).
5 Druk op TUNER MEMORY.
Het voorkeurnummer knippert. Voer de
stappen 6 en 7 uit terwijl het
voorkeurnummer knippert.
6 Druk herhaald op – of + (of TUNING – of
+ op het apparaat) om het gewenste
voorkeurnummer te kiezen.
7 Druk op ENTER.
8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Tip
Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken
naar frequenties.
Voorprogrammering met
handmatige afstemming
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
1 Druk op TUNER BAND (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE tot
"AUTO" of "PRESET" van het display
verdwijnen.
4 Druk herhaald op – of + (of TUNING – of
+ op het apparaat) om af te stemmen op
de gewenste zender.
5 Druk op TUNER MEMORY.
6 Druk herhaald op de toets – of + (of
TUNING – of + op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer te kiezen.
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
ST
TUNED
MHz
1 2 3
4 5
A B
Pre-selectienummer
wordt vervolgd
14
NL
7 Druk op ENTER.
8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Overige bedieningen
De ontvangst verbeteren
Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD
POWER OFF" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler.
"CD POWER" is in de fabriek ingeschakeld.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Druk op CD.
2 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
3 Druk op ?/1 terwijl u x ingedrukt houdt.
"CD POWER OFF" verschijnt.
Schakel de CD-speler in
Herhaal bovenstaande procedure. "CD POWER
ON" verschijnt.
Opmerkingen
• Wanneer "CD POWER OFF" is gekozen, wordt de
toegangstijd van de disc langer.
• U kunt de instelling niet veranderen in de
energiebesparingsfunctie (blz. 24).
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve voor
Europese, Russische en Saoedi-
Arabische-modellen)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden).
Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient
u eerst op een willekeurige AM-zender af te
stemmen en daarna het systeem uit te schakelen.
Druk op ?/1 op het apparaat, terwijl u x
ingrdrukt houcit. Wanneer u het interval
verandert, worden alle voorgeprogrammeerde
AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het
interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde
procedure.
Opmerking
U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl
het systeem in de energiebesparingsmodus staat
(blz. 24).
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of indien er een stroomonderbreking
optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders
nog een halve dag in het geheugen bewaard.
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
Om Doet u het volgende
Af te stemmen op
een zender met een
zwak signaal
Volg de procedure die wordt
beschreven in
"Voorprogrammering met
handmatige afstemming"
(blz. 13).
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
voorkeurnummer
Na stap 5, druk herhaald op de
toets – of + (of TUNING – of +
op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer,
waaronder u de zender wilt
opslaan, te kiezen.
Tuner
15
NL
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 13).
1 Druk op TUNER BAND (of herhaald op
FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"PRESET" op het display verschijnt.
4 Druk herhaald op – of + (of TUNING – of
+ op het apparaat) om het gewenste
voorkeurnummer te kiezen.
Luisteren naar een niet-
voorgeprogrammeerde
radiozender
— Handmatig afstemmen
1 Druk op de toets TUNER BAND (of
herhaald op FUNCTION) om de functie
over te schakelen naar tuner.
2 Druk herhaald op TUNER BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE tot
"AUTO" of "PRESET" van het display
verdwijnen.
4 Druk herhaald op de toets – of + (of
TUNING – of + op het apparaat) om af te
stemmen op de gewenste zender.
Opmerking
Als u van de tuner overschakelt naar de CD-functie,
kan het langer duren om toegang te krijgen tot de disc.
In dat geval, stelt u "CD POWER ON" in voor de CD-
energiebeheerfunctie (blz. 14).
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt,
druk dan herhaald op FM MODE totdat "MONO"
verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de
ontvangst verbetert.
• Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO"
verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en druk daarna
op – of + (of TUNING – of + op het apparaat). De
frequentie-aanduiding verandert en het scannen stopt
als er een zender wordt ontvangen (automatische
afstemming).
• Gebruik handmatige opname-instellingen bij de
opname van radio-uitzendingen (blz. 19).
Luisteren naar de radio
16
NL
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen
beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
Naam radiozender* t Frequentie t
Programmatype* t Klokindicatie t
Lagetonenniveau t Hogetonenniveau
* Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam of de
programmasoort niet op het display verschijnt.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(alleen het Europese model)
Tape – Afspelen
17
NL
1 Druk op A TAPE Z of TAPE Z B op het
apparaat.
2 Plaats een reeds opgenomen/
opneembare tape in de
cassettehouder.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een tape.
2 Druk op TAPE (of druk herhaald op
FUNCTION) of TAPE A/B op het
apparaat om de functie om te
schakelen naar TAPE.
3 Druk herhaald op TAPE (of TAPE A/B
op het apparaat) om deck A of B te
kiezen.
4 Druk herhaald op PLAY MODE om
"g" te kiezen voor afspelen van één
kant. Kies "j"* voor het afspelen van
beide kanten. Kies "RELAY"
(ononderbroken afspelen)* om beide
tapedecks na elkaar af te spelen.
5 Druk op N (of nN op het apparaat).
Het afspelen van de tape begint. Druk
nogmaals op de toets om de andere kant af
te spelen.
* Bij ononderbroken afspelen wordt altijd de
onderstaande cyclus doorlopen:
Tapedeck A (voorkant) t Tapedeck A
(achterkant) t Tapedeck B (voorkant) t
Tapedeck B (achterkant)
In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de
achterkant niet worden weergegeven.
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape
De kant die u wilt
afspelen of waarop
u wilt opnemen
moet naar u toe
gericht zijn.
Afspelen van een tape
RELAY
1 2 3
4 5
A B
Afspeelrichting
wordt vervolgd
18
NL
Overige bedieningen
* In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de
achterkant niet worden weergegeven.
Zoeken naar het begin van de
huidige, voorgaande of volgende
track (AMS)*
Om vooruit te gaan
Druk tijdens het afspelen op >.
Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de
afspeelrichting, + (vooruit), en het aantal
muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m
9).
Om achteruit te gaan
Druk op . tijdens het afspelen.
Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de
afspeelrichting, – (achterwaarts), en het aantal
muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m
9).
* AMS (Automatische Muzieksensor)
Opmerking
Onder de volgende omstandigheden zal de AMS-
functie soms niet goed werken:
– Wanneer het niet-opgenomen gedeelte tussen de
muziekstukken korter dan 4 seconden is.
– Wanneer het systeem dicht bij een TV-toestel is
geplaatst.
Tips
• Als u "j" of "RELAY"* kiest, stopt het tapedeck
automatisch nadat de cyclus vijfmaal is doorlopen.
• Wanneer er een tape is geplaatst, licht de
bijbehorende indicator vooruit (N)/achteruit (n)
op.
* In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de
achterkant niet worden weergegeven.
U kunt een hele CD op de tape opnemen.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape. Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
2 Druk op TAPE A/B om tapedeck B te
kiezen, en druk vervolgens herhaald op
nN om de opneemkant te kiezen.
Druk op x om te stoppen met het
afspelen.
3 Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening om "g" te kiezen
en op één kant op te nemen. Kies "j"
(of "RELAY") voor opnemen op beide
kanten.
4 Druk op CD en plaats een disc,
waarvan u wilt opnemen, in het
apparaat.
Als u een album vanaf een MP3-disc wilt
opnemen, moet u op ALBUM – of +
drukken om het gewenste album te kiezen
voordat u verder gaat.
5 Druk op CD SYNC.
Deck B bevindt zich nu in de wachtstand
voor opnemen.
"REC" knippert.
6 Druk op z START.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
Om Doet u het volgende
De achterkant af te
spelen*
Druk tijdens het afspelen
nogmaals op N (of nN op
het apparaat).
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Snel vooruit te
spoelen of terug te
spoelen
Druk in de stopstand op m of
M.
De tape eruit te
halen
Druk op A TAPE Z of
TAPE Z B op het apparaat.
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-
muziekstukken opnemen
op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
Tape – Opnemen
19
NL
Een disc opnemen met een
vooraf opgegeven
muziekstukvolgorde
U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen met behulp van de Program-
afspeelfunctie. Voer tussen de stappen 4 en 5
eerst de stappen 2 t/m 6 uit van "Uw eigen
programma samenstellen" (blz. 12).
Tips
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het
einde van de achterkant.
• Als u kiest voor opnemen op beide kanten en midden
in een muziekstuk het einde van de voorkant van de
tape wordt bereikt, wordt het gehele muziekstuk
nogmaals opgenomen aan het begin van de
achterkant van de tape.
Met deze functie is het mogelijk om alleen uw
favoriete muziekstukken van een CD, tape of
een radioprogramma op een tape opnemen.
U kunt ook opnemen van andere aangesloten
geluidscomponenten (zie "Aansluiten van
optionele componenten" op blz. 26).
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
2 Druk op TAPE A/B om tapedeck B te
kiezen, en druk vervolgens herhaald op
nN om de opneemkant te kiezen.
Druk op x om te stoppen met het
afspelen.
3 Druk herhaald op PLAY MODE op de
afstandsbediening om "g" te kiezen
en op één kant op te nemen. Kies "j"
(of "RELAY") voor opnemen op beide
kanten.
4 Druk op één van de volgende toetsen
om de gewenste geluidsbron voor
opname te kiezen.
• CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CD-
speler.
• TAPE A/B: Opnemen vanaf het
ingebouwde tapedeck A.
• TUNER/BAND: Opnemen vanaf de
ingebouwde tuner.
• VIDEO/MD: Opnemen vanaf de
optionele component aangesloten op de
VIDEO/MD IN-aansluitingen.
5 Druk op z START.
Deck B bevindt zich nu in de wachtstand
voor opnemen.
"REC" knippert.
6 Druk op z START en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Het opnemen begint.
Handmatig opnemen op
een tape
— Handmatig opnemen
wordt vervolgd
20
NL
Overige bedieningen
Opmerkingen
• Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen
luisteren.
• Als TAPE B is gekozen in stap 4, wordt niets
opgenomen.
Tips
• Opnemen vanaf de tuner:
Als ruis hoorbaar is tijdens het opnemen vanaf de
tuner, verplaatst u de betreffende antenne om de ruis
te verminderen.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het
einde van de achterkant.
Een dynamischer geluid
creëren (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX op het apparaat.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op het display als
volgt:
DSGX ON y DSGX OFF
Een aantrekkelijker geluid
creëren (MP3 BOOSTER)
U kunt genieten van een aantrekkelijker geluid
tijdens het weergeven van MP3-audiotracks.
1 Druk op CD (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
2 Houd DSGX op het apparaat gedurende
2 seconden ingedrukt.
Iedere keer als u de toets gedurende 2
seconden ingedrukt houdt, verandert het
display als volgt:
BOOSTER ON y BOOSTER OFF
Instellen van de lage en hoge
tonen
U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een
krachtiger geluid.
1 Druk herhaald op EQ om "BASS" of
"TREBLE" te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op het display als
volgt:
BASS y TREBLE
2 Druk, terwijl "BASS" of "TREBLE"
verschijnt, herhaald op de toetsen .
of > om de instellingen aan te
passen.
Om Doet u het volgende
Het opnemen te
stoppen
Druk op x.
Het opnemen te
pauzeren
Druk op z START op het
apparaat.
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
Timer
21
NL
De lage tonen instellen op het
apparaat
Draai de BASS draaiknop.
De hoge tonen instellen op het
apparaat
Draai de TREBLE draaiknop.
Het instellen van de lage en hoge
tonen verlaten
Als u gedurende 4 seconden geen bedieningen
uitvoert, keert het display automatisch terug
naar het oorspronkelijke display.
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-indicatie (de
uitschakeltijd) als volgt:
AUTO* t 90min t 80min t … t 10min
t OFF
* Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na
100 minuten of nadat de huidige CD of tape klaar is
met afspelen.
Overige bedieningen
* U kunt de resterende tijdsduur niet controleren
wanneer "AUTO" is gekozen.
Tip
U kunt de Slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok
niet is ingesteld.
Timer
Inslapen met muziek
—Slaaptimer
Om Drukt u
De resterende tijd
te controleren*
Eénmaal op SLEEP.
De uitschakeltijd
te wijzigen
Herhaald op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
De Slaaptimer te
annuleren
Herhaald op SLEEP totdat "OFF"
verschijnt.
22
NL
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen
met een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie "Uw eigen
programma samenstellen" op blz. 12).
• Tape: Plaats een tape (zie "Afspelen van
een tape" op blz. 17).
• Tuner: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
"Luisteren naar de radio" op blz. 15).
2 Druk op VOLUME +/– om het
volumeniveau in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
4 Druk herhaald op . of > om
"PLAY SET?" te selecteren en druk
daarna op ENTER.
"ON" licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > om het uur
in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
7 Druk herhaald op . of > totdat de
gewenste geluidsbron verschijnt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
8 Druk op ENTER.
De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings, waarna de
oorspronkelijke display weer verschijnt.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Opmerkingen
• U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
• Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het
systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de
weergavetimer niet in werking treden.
• U kunt de optionele component, aangesloten op de
VIDEO/MD IN-aansluitingen, niet gebruiken als de
geluidsbron in de PLAY-timerfunctie.
Ontwaken met muziek
— Weergavetimer
t
TUNER
y
CD PLAY
T
t
TAPE PLAY
T
Om Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "PLAY
SELECT?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "TIMER OFF?"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Timer
23
NL
U kunt een programma van een
voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op
een vooraf ingesteld tijdstip.
Voor het opnemen met de timer dient u eerst de
radiozenders voor te programmeren (zie
"Voorprogrammeren van radiozenders" op
blz. 13) en de ingebouwde klok gelijk te zetten
(zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie "Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde zender" op
blz. 15).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
"PLAY SET?" verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > om "REC
SET?" te selecteren en druk daarna op
ENTER.
"ON" licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op . of > om het uur
in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
5 Stel de stoptijd voor opname in
volgens de procedure bij stap 4.
De begintijd, de stoptijd en de naam van de
op te nemen radiozender (bijvoorbeeld
"TUNER FM 5") worden na elkaar
weergegeven, voordat de normale
displayweergave weer verschijnt.
6 Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
7 Druk op TAPE om over te schakelen op
de functie TAPE.
8 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
g verschijnt om op één kant op te
nemen, of h (of j) voor opnemen
op beide kanten.
9 Druk herhaald op de toets nN op het
apparaat om de zijde voor opname te
kiezen.
Als u kiest voor opnemen op beide kanten
of opnemen op de voorkant, drukt u op
nN zodat de >>> indicator gaat
branden. Als u kiest voor opnemen op de
achterkant, drukt u nogmaals op nN
zodat de <<< indicator gaat branden.
10Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Opmerkingen
• U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
• Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de
opnametimer niet in werking treden.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Timeropname van
radioprogramma’s
— Opnametimer
Om Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "REC
SELECT?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "TIMER OFF?"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
24
NL
Het demonstratiedisplay (het displayvenster en
de toetsen branden en knipperen, zelfs wanneer
de spanning van het systeem is uitgeschakeld)
en de klokindicatie kunnen worden
uitgeschakeld om de hoeveelheid stroom, die in
de wachtstand verbruikt wordt, zoveel mogelijk
te beperken (energiebesparingsmodus).
Druk, met het systeem uitgeschakeld,
herhaald op DISPLAY totdat het
demonstratiedisplay of het klokdisplay is
verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets
drukt, doorloopt het systeem de volgende
cyclus:
Demonstratieindicatie t klokindicatie* t
Geen weergave (energiebesparingsmodus)
* "– –:– –" verschijnt als u de klok niet hebt ingesteld.
Opmerking
De volgende bedieningen kunnen niet worden
uitgevoerd in de energiebesparingsmodus.
– instellen van de klok
– veranderen van de AM-afstemstap (behalve voor
Europese, Russische en Saoedi-Arabische-modellen)
– het systeem inschakelen door op de functietoetsen te
drukken
– de CD-energiebeheerfunctie veranderen
Tips
•De ?/1 indicatie gaat banden in de
energiebesparingsmodus.
• De timer blijft werken in de
energiebesparingsmodus.
Druk herhaald op DIMMER op het apparaat
om de gewenste instelling te kiezen terwijl
het systeem is ingeschakeld.
Het display verandert steeds als volgt:
DIMMER OFF t DIMMER 1 t DIMMER 2
t DIMMER 3*
* DIMMER 3 is de donkerste instelling.
Display
Uitschakelen van het
display
— Energiebesparingsmodus
De helderheid van de
achterverlichting van het
display instellen
Display
25
NL
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk of die van de hele disc op het display
controleren.
Als een CD-TEXT-disc of een disc met MP3-
muziekstukken wordt geplaatst, kunt u ook de
informatie op de disc, zoals de titels,
controleren.
Wanneer het apparaat een CD-TEXT-disc
vaststelt, verschijnt de "CD TEXT" indicatie op
het display.
Als het apparaat een MP3-disc vaststelt, wordt
de "MP3" indicator afgebeeld op het display.
Controleren van de
resterende afspeelduur en
titels (CD/MP3)
Druk op DISPLAY in de NORMAL-
afspeelfunctie.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
Huidige muziekstuknummer en verstreken
weergavetijd t Huidige muziekstuknummer
en resterende weergavetijd of "– –.– –"
1)
t
Resterende tijd van de disc of "– –.– –"
1)
t
Muziekstuktitel (alleen bij disc met MP3-
muziekstukken
2)
) t Albumtitel (alleen bij disc
met MP3-muziekstukken)
t Klokindicatie
(gedurende acht seconden) t
Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
1)
Bij discs met MP3-muziekstukken.
2)
Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag
versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3-
tag geeft alleen de muziekstuktitel weer.
Controleren van de totale
afspeeltijd en titels (CD/MP3)
Druk in de stopstand op DISPLAY.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
x Als een CD/MP3 in de normale
afspeelfunctie staat
TOC-display
1)
of totaal aantal albums op de
disc
2)
of totaal aantal muziekstukken in het
huidige album
3)
t Naam van de disc
4)
of
volumelabel
5)
of naam van het album
5)
t
Klokindicatie (gedurende acht seconden) t
Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
1)
TOC = inhoudsopgave; geeft het totaal aantal
muziekstukken op de disc aan en geeft de totale
afspeeltijd van de disc aan
2)
Voor discs met MP3-muziekstukken in de normale
afspeelfunctie of de SHUF-afspeelfunctie
3)
Voor discs met MP3-muziekstukken in de ALBM-
afspeelfunctie of de ALBM SHUF-afspeelfunctie
4)
Voor discs met CD-TEXT
5)
Bij discs met MP3-muziekstukken is het mogelijk
dat de namen van de albums of de volumelabels niet
worden afgebeeld afhankelijk van de
weergavefunctie
Afhankelijk van de disc, is het mogelijk dat bepaalde
CD-TEXT-informatie niet verschijnt.
x Als een CD/MP3 in de PROGRAM-
afspeelfunctie staat
Het laatste muziekstuknummer van het
programma en de totale weergaveduur t
Totaal aantal muziekstukken in het programma
(gedurende acht seconden) t Naam van de
disc
1)
of volumelabel
2)
t Klokindicatie
(gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau
(gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
1)
Voor discs met CD-TEXT
2)
Bij discs met MP3-muziekstukken
Controleren van de
zendernaam (TUNER)
Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio
luistert.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
Zendernaam t Frequentie t Klokindicatie
(gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau
(gedurende acht seconden) t
Hogetonenniveau (gedurende acht seconden)
Afbeelden van informatie
over de disc op het display
26
NL
U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd.
A DIGITAL (OPTICAL) OUT-
aansluiting
Gebruik een digitale optische kabel (vierkant,
niet bijgeleverd) om een optische component
(zoals een MD-deck) aan te sluiten op deze
aansluiting. U kunt dan digitaal geluid van dit
systeem opnemen.
Opmerking
Er is geen digitale audio-uitvoer via deze aansluiting
tijdens het weergeven van MP3-audiotracks.
B VIDEO/MD-aansluitingen
Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een
optionele analoge component (MD-deck,
videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te
sluiten. U kunt dan luisteren naar het geluid van
de component.
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van optionele componenten
Optionele, analoge component
Vanaf de digitale
uitgangsaansluitingen van een
optionele, analoge component
Naar de digitale
ingangsaansluitingen van een
optionele, digitale component
Optionele digitale component
Los verkrijgbare componenten
27
NL
1 Sluit de audiosnoeren aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten" op blz. 26.
2 Druk op VIDEO/MD op het apparaat om
de functie om te schakelen naar VIDEO
of MD.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Opmerking
Als het geluid vervormd is of te luid is wanneer
"VIDEO" is gekozen, of wanneer u wilt terugkeren
naar "MD", herhaalt u de hierboven beschreven
bediening om "MD" weer in te stellen.
Tip
Als u "MD" niet kunt kiezen door herhaald op VIDEO/
MD te drukken, moet u VIDEO/MD ingedrukt houden
en vervolgens op ?/1 drukken terwijl het apparaat is
ingeschakeld. De functie verandert van "VIDEO" naar
"MD", en de indicatie "MD" verschijnt op het display.
Om de functie terug te veranderen naar "VIDEO",
herhaalt u dezelfde procedure.
Digitaal opnemen
1 Sluit de digitale, optische kabel aan.
2 Begin met opnemen.
Raadpleeg de bedieningsinstructies
van de aangesloten component.
Opmerking
U kunt alleen digitaal opnemen van discs. U kunt
echter niet opnemen vanaf kopieerbeveiligde discs en
MP3-audiotracks.
Luisteren naar het geluid
van een aangesloten
component
Opnemen op een
aangesloten component
28
NL
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1 Controleer of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren op de juiste wijze en
stevig zijn aangesloten.
2 Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
Het display begint te knipperen zodra u de
stekker van het netsnoer in het stopcontact
steekt zonder dat u het apparaat hebt
ingeschakeld (zie stap 4 van "Aansluiten van
het systeem" (blz. 6)).
• Druk op ?/1 terwijl het apparaat uitgeschakeld is.
De demonstratie verdwijnt.
De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display.
• Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de
klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timer-
instellingen opnieuw (blz. 22 en 23).
De klokinstelling/voorprogrammering van de
radiozenders/timer is geannuleerd.
• Stel de volgende gegevens opnieuw in:
– "Instellen van de klok" (blz. 8)
– "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 13)
– "De instelling te controleren" (blz. 22 en 23)
– "Timeropname van radioprogramma’s"
(blz. 23)
Er is geen geluid.
• Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar
heeft, controleert u of de
spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de
juiste spanning.
• Druk op VOLUME + of draai de VOLUME
regelknop op het apparaat rechtsom.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde
zijn (blz. 6).
• Bij gebruik van de opnametimer is er geen
audiouitgangssignaal.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op
het netsnoer.
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw in (blz. 8).
De timer werkt niet.
• Controleer de instelling van de timer en stel de
juiste tijd in (blz. 22 en 23).
• Schakel de slaaptimer uit (blz. 21).
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Wanneer de ?/1-indicatie
knippert
Trek onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en controleer volgende punten.
• Als uw systeem een
spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de
spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de
juiste spanning?
Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en
controleer daarna of de
spanningskeuzeschakelaar op het juiste
voltage is ingesteld.
• Zijn de + en de – draden van de
luidsprekersnoeren kortgesloten?
• Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers?
• Worden de ventilatieopeningen aan de
achterzijde van het apparaat geblokkeerd?
Controleer alle bovenstaande items en los alle
gevonden problemen op. Nadat de ?/1-
indicatie stopt met knipperen, steekt u
de stekker van het netsnoer weer in het
stopcontact en schakelt u het systeem weer in.
Als de indicator nog steeds knippert, of
indien de oorzaak van een probleem, na
controle van bovenstaande zaken, niet
gevonden is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Verhelpen van storingen
29
NL
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
• Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de
TL-buisverlichting.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
• Controleer dat het netsnoer is aangesloten op een
stopcontact.
De onregelmatige kleurenweergave op het TV-
scherm verdwijnt niet.
• Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot
30 minuten weer in. Indien de onregelmatige
kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de
luidsprekers verder van het TV-toestel.
CD/MP3-speler
De disclade gaat niet open en "LOCKED"
verschijnt.
• Neem contact op met uw Sony-handelaar of een
erkend Sony-servicecentrum in uw omgeving.
De disclade gaat niet dicht.
• Plaats de disc op de juiste wijze midden op de
disclade.
• Sluit de disclade altijd door op CD Z op het
apparaat te drukken. Als u probeert de disclade
met uw hand dicht te duwen, kan er een storing in
de speler ontstaan.
De disclade gaat niet open.
• U kunt de disclade niet openen tijdens een
CD-synchroonopname. Druk op x om de
CD-synchroonopname uit te schakelen, en druk
daarna op CD Z op het apparaat om de disclade te
openen.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Het afspelen begint niet.
• Controleer of er een disc in het apparaat zit. De
disc-indicator brandt wanneer er een disc in zit.
• Veeg de disc schoon (blz. 33).
• Vervang de disc.
• Plaats een disc die dit systeem kan lezen.
• Plaats de disc op de juiste wijze midden op de
disclade.
• Plaats de disc met het etiket naar boven gericht op
de disclade.
• Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
• Druk op N om het afspelen te starten.
De disc-toegangstijd is te lang.
• Stel "CD POWER ON" in met behulp van de CD-
energiebeheersfunctie (blz. 14).
De disc slaat over.
• Veeg de disc schoon (blz. 33).
• Vervang de disc.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert
met lage tonen en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat door de trillingen van de
luidsprekers het geluid overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE totdat zowel
"PGM" als "SHUF" van het display verdwijnen,
om terug te keren naar de NORMAL-
afspeelfunctie.
MP3-audiobestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname werd niet uitgevoerd volgens het
ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het
expansieformaat.
• Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie
".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2,
2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden
afgespeeld.
wordt vervolgd
30
NL
MP3-audiobestanden duren langer om af te
spelen dan andere.
• Na inlezen van alle muziekstukken op de discs
kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen
indien:
– het aantal albums of muziekstukken op de disc
zeer groot is.
– de indeling van de albums en muziekstukken
zeer complex is.
De titel van het album, de titel van het
muziekstuk en de ID3-tag worden niet juist
weergegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1,
level 2, of Joliet in het expansieformaat.
• Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of
versie 2.
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 13).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 6).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
• Stel "CD POWER OFF" in met behulp van de
CD-energiebeheersfunctie (blz. 14).
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op FM MODE totdat "MONO" uit gaat.
Tapedeck
Nadat op nN is gedrukt, is een mechanisch
geluid hoorbaar, verschijnt "Eject" op het
display, en wordt het apparaat automatisch in
de stand-bystand gezet.
• Plaats de cassette op de juiste wijze.
De tape neemt niet op en speelt niet af, of het
geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33).
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape wordt niet volledig gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
• De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig
deze (blz. 33).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening waar het nokje in zat met plakband
(blz. 33).
• Het einde van de tape is bereikt.
Verhelpen van storingen
31
NL
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
• Zie onder Algemeen, item "De klokinstelling/
voorprogrammering van de radiozenders/timer is
geannuleerd." (blz. 28) en controleer de situatie
van het systeem.
• Sluit de component goed aan (blz. 26) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component en begin met het afspelen.
• Druk herhaald op FUNCTION om "MD" of
"VIDEO" te kiezen (blz. 27).
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
1 Haal de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
4 Druk op x, DIMMER en ?/1 op het
apparaat.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en
timer opnieuw instellen.
Tijdens de bediening kan er in het display één
van de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
CD/MP3
No Disc
Er is geen disc in de speler geplaatst.
OVER
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt tijdens het afspelen of in de
pauzestand.
Push STOP!
U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het
afspelen.
Step Full!
U probeert om 25 of meer muziekstukken (stappen)
te programmeren.
TAPE
No Tab
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen tape in het tapedeck.
Timer
OFF TIME NG!
De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de
weergavetimer is hetzelfde.
PUSH SELECT!
U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen
tijdens een timerbediening.
SET CLOCK!
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
klok is ingesteld.
SET TIMER!
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
timer is ingesteld.
Meldingen
32
NL
Netspanning
Controleer vóór gebruik van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het
apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in gebruik
te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
Ontwikkeling van hitte
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te
voorkomen.
• Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
• Om een defect te voorkomen, mag u de
ventilatieopening niet afdekken.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-toestellen
magnetische vervorming van het beeld optreden. In
dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te
schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te
schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van
het TV-toestel te plaatsen.
Bediening
• Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
• Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Aanvullende informatie
33
NL
Opmerkingen over discs
• Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen
bedoeld voor lp’s van vinyl.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
• Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
• Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft
voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
– Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
gerafeld.
– Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
• Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet
worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch
probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak
daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Reiniging van de behuizing
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen
zoals verdunner, wasbenzine of alcohol.
Beveiligen van een opgenomen tape
Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie
afbeelding).
Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient
u de opening met plakband te bedekken.
Alvorens een tape in het tapedeck te
plaatsen
Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de
tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld
kunnen raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape die langer is
dan 90 minuten
Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald
vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het
tapedeck verstrikt raken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik.
Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van
belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude
tape.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of natte type. Voor
nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing
van de reinigingscassette te raadplegen.
Demagnetiseren van de tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden
dient u de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette te raadplegen.
Verwijder het
wispreventie-
nokje
34
NL
Hoofdapparaat
Versterker
De volgende waarden zijn gemeten bij 120 – 127/
220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (allen het Saoedi-
Arabische modellen)
De volgende waarden zijn gemeten bij 230 V
wisselstroom, 50/60 Hz (allen het Europese en
Russische modellen)
De volgende waarden zijn gemeten bij 120/
220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (behalve voor
Europese, Russische en Saoedi-Arabische-modellen)
De volgende waarden zijn gemeten bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz (allen het Koreaanse model)
CMT-CP555
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
55 + 55 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
75 + 75 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
CMT-CPX22
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
75 + 75 W
(4 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
100 + 100 W
(4 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Ingangen
VIDEO/MD IN (tulpstekkers):
Gevoeligheid 250/
450 mV, impedantie
47 kohm
Uitgangen
DIGITAL (OPTICAL) OUT:
Optische golflengte:
660 nm
PHONES (mini-aansluiting):
voor aansluiting van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: Gebruik alleen de
bijgeleverde luidsprekers
SS-CP555S
(CMT-CP555)
SS-CPX22
(CMT-CPX22)
CD-speler
Systeem Compact disc en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ=770 – 810 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Tapedeck
Opnamesysteem 4-sporen, 2-kanaals stereo
Frequentiebereik 50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij
gebruik van Sony TYPE I
cassette
Wow en flutter ±0,15% W. Piek (IEC)
0,1% W. RMS (NAB)
±0,2% W. Piek (DIN)
Tuner
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
U.S.A. model: 87,5 – 108,0 MHz
(100-kHz stap)
Russische modellen: 65,0 – 74,0 MHz
(10-kHz stap)
(Er is geen stereo-effect)
87,5 – 108,0 MHz
(50-kHz stap)
Ander modellen: 87,5 – 108,0 MHz
(50-kHz stap)
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
Technische gegevens
Aanvullende informatie
35
NL
AM-tuner
Afstembereik
Pan-Amerikaans model: 530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Europese, Russische en Saoedi-Arabische modellen:
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Antenneaansluitingen Aansluiting voor een
buitenantenne
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker
Voorste luidspreker SS-CP555S voor CMT-CP555
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer: conus-type met diameter
15 cm
Tweeter: conus-type met diameter
2,5 cm
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ong. 173 × 275 × 265 mm
Gewicht Ong. 3,0 kg per luidspreker
Voorste luidspreker SS-CPX22 voor de CMT-CPX22
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer: conus-type met diameter
15 cm
Tweeter: zachte conus-type met
diameter 2,5 cm
Nominale impedantie 4 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ong. 173 × 275 × 265 mm
Gewicht Ong. 3,9 kg per luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
U.S.A. model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europese en Russische modellen:
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Koreaanse model: 220 V wisselstroom, 60 Hz
Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V of
220 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Overige modellen: 120 V, 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik
U.S.A. model:
CMT-CPX22 65 W
Europese en Russische modellen:
CMT-CP555 110 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
CMT-CPX22 65 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Overige modellen:
CMT-CP555 115 W
CMT-CPX22 65 W
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars
Hoofdapparaat bestaande uit versterker/tuner/
tapedeck/CD-speler: Ong. 230 × 292 × 355 mm
Gewicht
Hoofdapparaat bestaande uit versterker/tuner/
tapedeck/CD-speler:
CMT-CP555 Ong. 6,5 kg
CMT-CPX22 Ong. 6,1 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
Formaat AA (R6)
batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekerkussens (8)
Luidsprekersnoeren
(alleen CMT-CPX22) (2)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
36
NL
Hoofdapparaat
Afstandsbedieningssensor2
ALBUM +/– qa (10, 12, 18)
BASS-regelaar w; (21)
CD wk (7, 9, 12, 14, 18, 19, 20)
CD SYNC ws (18)
Tapedeck A qj (17)
Tapedeck B qg (17, 18, 19)
DIMMER wd (24, 31)
DISC 1 – 5 3 (9, 10, 12)
Disclade 9 (9)
DISPLAY wf (16, 24, 25)
Displayvenster 4
DSGX qs (20)
PHONES-aansluiting qh
TAPE A/B wh (17, 18, 19)
TREBLE-regelaar ql (21)
TUNER/BAND wj (13, 15, 19)
TUNING +/– 0 (13, 15)
VIDEO/MD wg (19, 27)
VOLUME-regelaar qd
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (7, 14, 27, 31)
nN (afspelen) 5 (10, 17, 18,
23)
X (pauzeren) 6 (10, 18)
x (stoppen) 7 (7, 10, 14, 18, 31)
CD Z (pauzeren) 8 (9)
.m/M>
(terugspoelen/vooruit spoelen,
spring achteruit/spring vooruit)
0 (10, 18)
TAPE Z B (uitwerpen) qf (17)
A TAPE Z (uitwerpen) qk (17)
z START wa (18)
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun
referentiebladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van
toetsen en andere in de tekst genoemde
onderdelen van het systeem te kunnen vinden.
Nummer van afbeelding
r
TAPE A/B wh (17, 18, 19)
RR
Naam van toets/onderdeel Bijbehorende bladzijde
ALFABETISCHE VOLGORDE
A – O P – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
12 3 4
5
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
wj
wk
wh
wg
wf
wd
ws
wa
w;
ql
qk
qj
qh
qg
Aanvullende informatie
37
NL
Afstandsbediening
ALBUM – qd (10, 12, 18)
ALBUM + qa (10, 12, 18)
CD qk (9, 12, 20)
CLEAR qg (12)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(22, 23)
CLOCK/TIMER SET 3 (8, 22,
23)
DISC SKIP 0 (10, 12)
DISPLAY wa (16, 24, 25)
ENTER 9 (8, 12, 13, 22, 23)
EQ qf (20)
FM MODE 4 (15)
FUNCTION 6 (9, 12, 13, 15, 17,
20)
PLAY MODE w; (10, 12, 17, 18,
19, 23)
REPEAT 4 (11)
SLEEP ws (21)
TAPE qj (17)
TUNER BAND 5 (13, 15)
TUNER MEMORY ql (13)
TUNING MODE w; (13, 15)
VOLUME +/– qs (22)
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (7, 22)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) 7 (10, 18)
N (afspelen) 8 (10, 17)
X (pauzeren) 8 (10, 18)
x (stoppen) 8 (10, 18)
./> (spring achteruit/
spring vooruit) qh (8, 10, 18,
20, 22)
–/+ (afstemmen) qh (13)
ALFABETISCHE VOLGORDE
A – E
F – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
4
5
6
7
8
9
q;
ws
1
qd
qg
qf
wa
w;
ql
qk
qj
qh
qa
qs
3
2

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken met kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen aangestoken kaarsen op het apparaat zetten. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Inhoudsopgave Over de gebruiksaanwijzing ................... 4 Geschikte discs........................................ 4 Voorbereidingen Aansluiten van het systeem.....................6 Instellen van de klok ............................... 8 CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen..................................... 9 Een disc afspelen..................................... 9 — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie Herhaald afspelen.................................. 11 — REPEAT-afspeelfunctie Uw eigen programma samenstellen ...... 12 — PROGRAM-afspeelfunctie Tuner Voorprogrammeren van radiozenders... 13 Luisteren naar de radio.......................... 15 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders — Handmatig afstemmen Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS).............................................. 16 (alleen het Europese model) Tape – Afspelen Plaatsing van een tape ........................... 17 Afspelen van een tape ........................... 17 Tape – Opnemen Uw favoriete CD-muziekstukken opnemen op een tape ...................... 18 — CD-TAPE-synchroonopname Handmatig opnemen op een tape .......... 19 — Handmatig opnemen Timer Inslapen met muziek............................. 21 — Slaaptimer Ontwaken met muziek .......................... 22 — Weergavetimer Timeropname van radioprogramma’s .......................... 23 — Opnametimer Display Uitschakelen van het display ................ 24 — Energiebesparingsmodus De helderheid van de achterverlichting van het display instellen ................. 24 Afbeelden van informatie over de disc op het display ...................................... 25 Los verkrijgbare componenten NL Aansluiten van optionele componenten .................................. 26 Luisteren naar het geluid van een aangesloten component .................. 27 Opnemen op een aangesloten component ...................................... 27 Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen .................... 28 Meldingen............................................. 31 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen.......................... 32 Technische gegevens ............................ 34 Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden ................. 36 Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................ 20 3NL Over de gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk de bediening uit met behulp van de afstandsbediening, doch dezelfde handelingen kunnen ook uitgevoerd worden met de gelijknamige of soortgelijke toetsen op het apparaat. Geschikte discs U kunt de volgende discs in het apparaat afspelen. Afspelen van andere discs is niet mogelijk. Discs die niet op dit systeem afgespeeld kunnen worden • CD-ROM’s • CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn opgenomen in de volgende formaten: – muziek-CD-formaat – MP3-bestandsindeling, die voldoet aan ISO96601) Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie2) • Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld een kaart of een hart). • Discs waarop papier of stickers zijn geplakt. • Discs waarop nog plakband, cellofaantape of een sticker aanwezig is. • Data-gedeelte op CD-Extra-discs3) • Datatrack op Mixed CD’s4) 1) Formaat ISO9660 De meest algemene internationale norm voor het logische formaat van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie ".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2specificaties is het mogelijk bestanden en mappen namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere map mag maximaal 8 boomstructuren hebben. Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan) moet u zeker weten welke schrijfsoftware is gebruikt enzovoort. 2) Multisessie Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt om met behulp van Track-At-Once (één track tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD). Het begin van een conventionele CD wordt vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied, lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-) sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt. 3) CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en de tweede sessie bevat de data. 4) Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op de tweede en volgende tracks van een sessie. Lijst van geschikte discs Type disc Disclogo Audio-CD’s CD-R/CD-RW (audio/MP3bestanden) 4NL Opmerkingen betreffende CD-R en CD-RW • Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in dit apparaat worden weergegeven afhankelijk van de opnamekwaliteit of fysieke toestand van de disc, of van de eigenschappen van het opnameapparaat. Ook discs die niet correct zijn afgesloten, kunnen niet worden afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing van de opnameapparatuur. • Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CDRW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar als gevolg van krassen, vuil, opnameomstandigheden of eigenschappen van het CD-R/CD-RW-station. • Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de laatst geschreven sessie niet "gesloten" is kunnen niet worden afgespeeld. • Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet afspeelbaar zijn. • Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te spelen kunnen eventueel ruis of storingen in het apparaat opleveren. • Met andere bestandsindelingen dan ISO9660 level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van mappen en bestanden verkeerd weergegeven worden. • Bij de volgende discs duurt het langer om met afspelen te beginnen. – een disc die is opgenomen met een ingewikkelde boomstructuur. – een disc opgenomen in multisessie. – een CD waarop nog sessies toegevoegd kunnen worden (de CD is nog niet "afgesloten"). Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld. Waarschuwingen voor het afspelen van een multisessieCD • Als een CD gestart wordt met een CD-DAsessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-) CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een MP3-sessie wordt gevonden. • Als een CD gestart wordt met een MP3sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een CDDA-(audio-) sessie wordt gevonden. • Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt bepaald door de grootte (aantal niveaus) van de bestandstructuur. • Een CD met gemengde indelingen wordt herkend als een CD-DA-(audio-) CD. 5NL Voorbereidingen Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en accessoires. Het CMT-CPX22 is gebruikt voor de afbeeldingen. AM-raamantenne FM-draadantenne Rechter luidspreker 1 Sluit de luidsprekers aan. Linker luidspreker Luidsprekers: (alleen CMT-CPX22) Sluit de linker- en rechterluidsprekerkabels aan op de SPEAKER-aansluitingen op het apparaat en op de aansluitingen op de luidsprekers (alleen CMT-CPX22), zoals hieronder is afgebeeld. Hoofdapparaat R AKE SPE L R 6NL Zwart (#) 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. AM 75Ω FM IAL X COA AM-raamantenne Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit Voorbereidingen Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de afstandsbediening Opmerking Houd de antennes uit de buurt van de luidsprekersnoeren. 3 Op modellen met een spanningskeuzeschakelaar stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning. Zie de aanduidingen op VOLTAGE SELECTOR van uw apparaat voor beschikbare voltages. Opmerking Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. Tip Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vervangen. Bevestigen van de luidsprekerkussentjes Bevestig de bijgeleverde luidsprekervoetjes onder de luidsprekers om te zorgen dat ze stevig staan en niet kunnen wegglijden. * Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V 4 Steek de stekker in het stopcontact. De demonstratie wordt op het display weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt het systeem ingeschakeld en wordt de demonstratie automatisch beëindigd. Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact passen, haalt u de bijgeleverde stekkeradapter eraf (alleen bij modellen geleverd met een stekkeradapter). Bij verplaatsing van dit systeem Volg de onderstaande procedure om het CDmechanisme te beschermen. Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 Zorg dat alle discs uit het systeem zijn verwijderd. 2 3 Druk op CD. 4 Trek de stekker uit het stopcontact. Houd x ingedrukt en druk daarna op CD totdat "LOCK" verschijnt. 7NL Instellen van de klok Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 2 3 4 5 6 Druk op ?/1 om het apparaat in te schakelen. Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen. Druk op ENTER. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen. Druk op ENTER. De klok begint te lopen. Veranderen van de tijd 1 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3 t/m 6 hierboven. Druk herhaald op . of > om "CLOCK SET?" te selecteren en druk daarna op ENTER. Opmerking De klokindicatie verschijnt niet in de energiebesparingsmodus. 8NL CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen Een disc afspelen — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3muziekstukken afspelen. 1 Voorbeeld: Als een disc geplaatst is Druk op DISC 1 – 5 om de disclade te kiezen. Muziekstuknummer Als zich in de gekozen disclade geen disc bevindt, wordt "No Disc" afgebeeld. Voer stap 2 uit terwijl "DISC-1" (bijv. 2 – 5) knippert. 2 3 Druk op CD Z. Plaats een disc, met de labelkant naar boven, in de disclade. Afspeelduur DISC 1 2 3 4 5 A CD/MP3 – Afspelen Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. B Discladenummer Disc-aanwezigheidsindicator 1 Druk op CD (of druk herhaald op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. Wanneer u een disc van 8 cm wilt afspelen, plaatst u deze in de binnenste cirkel van de disclade. 4 Druk opnieuw op CD Z om de disc-lade te sluiten. Opmerkingen • Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. • Duuw de disclade niet krachtig met de hand dicht, omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. wordt vervolgd 9NL 2 3 10NL Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat de gewenste modus in het uitleesvenster verschijnt. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Druk op x. Druk op X. Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Kies Voor het afspelen van Het afspelen te stoppen ALL DISCS (NORMALafspeelfunctie) Alle discs in de disclade continu. Te pauzeren 1DISC (NORMALafspeelfunctie) De muziekstukken op de door u gekozen disc in de oorspronkelijke volgorde. ALBM (NORMALafspeelfunctie) Alle MP3-muziekstukken in het door u gekozen album op de disc in de oorspronkelijke volgorde. Bij weergave van een nietMP3-disc, is de werking van albumweergave hetzelfde als 1DISC-weergave. ALL DISCS SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) De muziekstukken op alle discs in willekeurige volgorde. 1DISC SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) De muziekstukken op de door u gekozen disc in willekeurige volgorde. ALBM SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) De MP3-muziekstukken in het door u gekozen album op de disc in willekeurige volgorde. Bij weergave van een nietMP3-disc, is de werking van albumweergave in willekeurige volgorde hetzelfde als 1DISC SHUFweergave. PGM (PROGRAMafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de volgorde waarin u deze wilt afspelen (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 12). Druk op N (of nN op het apparaat). Een muziekstuk Druk herhaald op . of >. te kiezen Kies een album Druk herhaald op ALBUM – of + (map) met MP3- na stap 2. muziekstukken* Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen m of M ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. In de stopstand een disc te kiezen Druk op de toets DISC SKIP (of DISC 1 – 5 op het apparaat). Van een andere bron over te schakelen op de CD-functie Druk op DISC 1 – 5 op het apparaat (Automatische geluidsbronkeuze). Een disc te verwijderen Druk op DISC 1 – 5 op het apparaat, en druk vervolgens op CD Z op het apparaat. * Mogelijkerwijs is het zoeken in meerdere bestanden niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de tijdsduur van sommige bestanden niet correct afgebeeld wordt. Opmerkingen Herhaald afspelen — REPEAT-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken of een enkel muziekstuk op de disc herhaald afspelen. Druk, tijdens weergave, herhaald op de toets REPEAT totdat "REP" of "REP1" verschijnt. REP: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een disc, of voor alle MP3-audiotracks in een album. REP1: Slechts één muziekstuk. CD/MP3 – Afspelen • U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet veranderen. • Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen enige tijd duren. • Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle muziekstukken op de disc. Als er albums of nietMP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen begint of voordat het volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen. • Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3-muziekstukken geen ander soort geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan. • Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat wordt overgeslagen. • Maximaal aantal albums: 150 (inclusief de hoofdmap) • Het maximaal aantal MP3-muziekstukken en albums dat een disc kan bevatten, bedraagt 300. • Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden. • MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen. • Afhankelijk van de gebruikte software voor geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of opnamemedium bij het schrijven van de MP3bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart zoals de onmogelijkheid van het afspelen, geluidsonderbrekingen en ruis. Uitschakelen van de herhaalfunctie Druk herhaald op REPEAT totdat zowel "REP" als "REP1" verdwijnen. Opmerkingen • U kunt "REP" en "ALL DISCS SHUF" niet tegelijkertijd kiezen. • Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het moment dat "REP1" geannuleerd wordt. Tip Wanneer het verkrijgen van toegang tot de gegevens op de disc erg lang duurt, stelt u de CDenergiebeheersfunctie in op "CD POWER ON" (blz. 14). 11NL 6 Uw eigen programma samenstellen — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt de volgorde waarin u (de muziekstukken van) alle discs wilt afspelen, in maximaal 25 stappen programmeren. U kunt de geprogrammeerde muziekstukken synchroon opnemen op een tape (blz. 18). 1 2 3 Andere discs 3 en 5 Andere muziekstukken op dezelfde disc 4 en 5 Andere muziekstukken op andere discs 3 t/m 5 Druk herhaald op PLAY MODE in de stopstand totdat "PGM" verschijnt. Overige bedieningen Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Totale afspeelduur (inclusief het gekozen muziekstuk) DISC 1 2 3 4 5 PGM A Druk op N (of nN op het apparaat). Het afspelen van het programma begint. Druk op DISC SKIP (of DISC 1 – 5 op het apparaat) om een disc te kiezen. Gekozen muziekstuknummer B Discladenummer Druk op ENTER. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het programmastapnummer verschijnt, gevolgd door de totale afspeelduur. 12NL Herhaalt u stappen 7 Voor de programmering van de MP3muziekstukken, druk op ALBUM – of + om een album te kiezen, en druk daarna op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 5 Voor programmering van Druk op CD (of druk herhaald op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. Ga naar stap 5 bij de aanduiding "AL", om alle muziekstukken van één disc in een keer te programmeren. 4 Programmer verdere discs of muziekstukken. Om Doet u het volgende De PROGRAMafspeelfunctie uit te schakelen Druk herhaald op PLAY MODE in de stopstand totdat "PGM" verschijnt. Een muziekstuk vanaf het einde te wissen Druk in de stopstand op CLEAR. Tips • Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Voor herhaalde weergave van het programma, druk op CD (of herhaald op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar CD, en druk daarna op N (of nN op het apparaat). Het programma wordt echter gewist wanneer u de disclade opent. • "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of bij keuze van een CD-muziekstuk met een muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen van een MP3-muziekstuk. 5 Druk op TUNER MEMORY. Het voorkeurnummer knippert. Voer de stappen 6 en 7 uit terwijl het voorkeurnummer knippert. Tuner Voorprogrammeren van radiozenders Pre-selectienummer ST TUNED MHz Voorprogrammering met automatische afstemming U kunt automatisch afstemmen op alle radiozenders die in uw gebied ontvangen kunnen worden en daarna de frequentie van de gewenste radiozenders opslaan. 1 2 3 4 Druk op TUNER BAND (of herhaald op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaald op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. 1 2 3 4 5 A 6 7 8 B Druk herhaald op – of + (of TUNING – of + op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer te kiezen. Druk op ENTER. Herhaal de stappen 2 t/m 7 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Tip Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken naar frequenties. Voorprogrammering met handmatige afstemming Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO" op het display verschijnt. U kunt handmatig afstemmen op de gewenste radiozenders en daarna de frequentie ervan opslaan. Druk op – of + (of TUNING – of + op het apparaat). 1 De frequentie verandert terwijl het systeem scant naar een radiozender. Het scannen stopt automatisch wanneer op een radiozender is afgestemd. Op dat moment verschijnen "TUNED" en "ST" (alleen voor stereo-uitzendingen). Tuner U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk van die zenders door eenvoudig het bijbehorende voorkeurnummer te kiezen. 2 3 Indien "TUNED" niet verschijnt en het doorzoeken van de frequenties niet stopt 4 Stel de frequentie van de gewenste zender in zoals beschreven onder "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (blz. 13). 5 6 Druk op TUNER BAND (of herhaald op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaald op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaald op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van het display verdwijnen. Druk herhaald op – of + (of TUNING – of + op het apparaat) om af te stemmen op de gewenste zender. Druk op TUNER MEMORY. Druk herhaald op de toets – of + (of TUNING – of + op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer te kiezen. wordt vervolgd 13NL 7 8 Druk op ENTER. Herhaal de stappen 2 t/m 7 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Af te stemmen op Volg de procedure die wordt een zender met een beschreven in zwak signaal "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (blz. 13). Een andere radiozender in te stellen op een bestaand voorkeurnummer Na stap 5, druk herhaald op de toets – of + (of TUNING – of + op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer, waaronder u de zender wilt opslaan, te kiezen. De ontvangst verbeteren Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD POWER OFF" in met behulp van de energiebeheersfunctie van de CD-speler. "CD POWER" is in de fabriek ingeschakeld. Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 2 Druk op CD. 3 Druk op ?/1 terwijl u x ingedrukt houdt. "CD POWER OFF" verschijnt. Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Schakel de CD-speler in Herhaal bovenstaande procedure. "CD POWER ON" verschijnt. Opmerkingen • Wanneer "CD POWER OFF" is gekozen, wordt de toegangstijd van de disc langer. • U kunt de instelling niet veranderen in de energiebesparingsfunctie (blz. 24). 14NL Om het AM-afsteminterval te veranderen (behalve voor Europese, Russische en SaoediArabische-modellen) Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Druk op ?/1 op het apparaat, terwijl u x ingrdrukt houcit. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde procedure. Opmerking U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl het systeem in de energiebesparingsmodus staat (blz. 24). Tips • Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of indien er een stroomonderbreking optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog een halve dag in het geheugen bewaard. • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. Luisteren naar de radio U kunt naar een radiozender luisteren door een voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door handmatig af te stemmen op de zender. Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde radiozender — Handmatig afstemmen 1 2 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders 3 Programmeer eerst de voorkeurzenders in het geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 13). 4 1 2 3 4 Druk op TUNER BAND (of herhaald op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaald op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaald op TUNING MODE totdat "PRESET" op het display verschijnt. Druk herhaald op – of + (of TUNING – of + op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer te kiezen. Druk op de toets TUNER BAND (of herhaald op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaald op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Tuner Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender Druk herhaald op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van het display verdwijnen. Druk herhaald op de toets – of + (of TUNING – of + op het apparaat) om af te stemmen op de gewenste zender. Opmerking Als u van de tuner overschakelt naar de CD-functie, kan het langer duren om toegang te krijgen tot de disc. In dat geval, stelt u "CD POWER ON" in voor de CDenergiebeheerfunctie (blz. 14). Tips • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan herhaald op FM MODE totdat "MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. • Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO" verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en druk daarna op – of + (of TUNING – of + op het apparaat). De frequentie-aanduiding verandert en het scannen stopt als er een zender wordt ontvangen (automatische afstemming). • Gebruik handmatige opname-instellingen bij de opname van radio-uitzendingen (blz. 19). 15NL Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (alleen het Europese model) Wat is het radioinformatiesysteem? Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.* Opmerking RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als het signaal zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor meer informatie over RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen Kies een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. De RDS-informatie controleren Bij elke druk op DISPLAY verandert het display als volgt: Naam radiozender* t Frequentie t Programmatype* t Klokindicatie t Lagetonenniveau t Hogetonenniveau * Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen, is het mogelijk dat de zendernaam of de programmasoort niet op het display verschijnt. 16NL Tape – Afspelen Plaatsing van een tape 1 2 Druk op A TAPE Z of TAPE Z B op het apparaat. Afspelen van een tape U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. 1 2 3 De kant die u wilt afspelen of waarop u wilt opnemen moet naar u toe gericht zijn. 4 5 Druk op TAPE (of druk herhaald op FUNCTION) of TAPE A/B op het apparaat om de functie om te schakelen naar TAPE. Druk herhaald op TAPE (of TAPE A/B op het apparaat) om deck A of B te kiezen. Druk herhaald op PLAY MODE om "g" te kiezen voor afspelen van één kant. Kies "j"* voor het afspelen van beide kanten. Kies "RELAY" (ononderbroken afspelen)* om beide tapedecks na elkaar af te spelen. Tape – Afspelen Plaats een reeds opgenomen/ opneembare tape in de cassettehouder. Plaats een tape. Druk op N (of nN op het apparaat). Het afspelen van de tape begint. Druk nogmaals op de toets om de andere kant af te spelen. Afspeelrichting 1 2 3 4 5 RELAY A B * Bij ononderbroken afspelen wordt altijd de onderstaande cyclus doorlopen: Tapedeck A (voorkant) t Tapedeck A (achterkant) t Tapedeck B (voorkant) t Tapedeck B (achterkant) In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de achterkant niet worden weergegeven. wordt vervolgd 17NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende De achterkant af te Druk tijdens het afspelen spelen* nogmaals op N (of nN op het apparaat). Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Snel vooruit te Druk in de stopstand op m of spoelen of terug te M. spoelen De tape eruit te halen Druk op A TAPE Z of TAPE Z B op het apparaat. * In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de achterkant niet worden weergegeven. Zoeken naar het begin van de huidige, voorgaande of volgende track (AMS)* Tape – Opnemen Uw favoriete CDmuziekstukken opnemen op een tape — CD-TAPE-synchroonopname U kunt een hele CD op de tape opnemen. U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 2 Om vooruit te gaan Druk tijdens het afspelen op >. Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de afspeelrichting, + (vooruit), en het aantal muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m 9). 3 Om achteruit te gaan Druk op . tijdens het afspelen. Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de afspeelrichting, – (achterwaarts), en het aantal muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m 9). 4 Opmerking Tips • Als u "j" of "RELAY"* kiest, stopt het tapedeck automatisch nadat de cyclus vijfmaal is doorlopen. • Wanneer er een tape is geplaatst, licht de bijbehorende indicator vooruit (N)/achteruit (n) op. * In geval van CMT-CP555, kan bij deck A de achterkant niet worden weergegeven. 18NL Druk op TAPE A/B om tapedeck B te kiezen, en druk vervolgens herhaald op nN om de opneemkant te kiezen. Druk op x om te stoppen met het afspelen. Druk herhaald op PLAY MODE op de afstandsbediening om "g" te kiezen en op één kant op te nemen. Kies "j" (of "RELAY") voor opnemen op beide kanten. Druk op CD en plaats een disc, waarvan u wilt opnemen, in het apparaat. Als u een album vanaf een MP3-disc wilt opnemen, moet u op ALBUM – of + drukken om het gewenste album te kiezen voordat u verder gaat. * AMS (Automatische Muzieksensor) Onder de volgende omstandigheden zal de AMSfunctie soms niet goed werken: – Wanneer het niet-opgenomen gedeelte tussen de muziekstukken korter dan 4 seconden is. – Wanneer het systeem dicht bij een TV-toestel is geplaatst. Plaats een voor opname geschikte tape in het deck B. 5 Druk op CD SYNC. Deck B bevindt zich nu in de wachtstand voor opnemen. "REC" knippert. 6 Druk op z START. Het opnemen begint. Stoppen met opnemen Druk op x. Een disc opnemen met een vooraf opgegeven muziekstukvolgorde U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken opnemen met behulp van de Programafspeelfunctie. Voer tussen de stappen 4 en 5 eerst de stappen 2 t/m 6 uit van "Uw eigen programma samenstellen" (blz. 12). Tips — Handmatig opnemen Met deze functie is het mogelijk om alleen uw favoriete muziekstukken van een CD, tape of een radioprogramma op een tape opnemen. U kunt ook opnemen van andere aangesloten geluidscomponenten (zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 26). Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 2 3 4 Plaats een voor opname geschikte tape in het deck B. Druk op TAPE A/B om tapedeck B te kiezen, en druk vervolgens herhaald op nN om de opneemkant te kiezen. Druk op x om te stoppen met het afspelen. Tape – Opnemen • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het einde van de achterkant. • Als u kiest voor opnemen op beide kanten en midden in een muziekstuk het einde van de voorkant van de tape wordt bereikt, wordt het gehele muziekstuk nogmaals opgenomen aan het begin van de achterkant van de tape. Handmatig opnemen op een tape Druk herhaald op PLAY MODE op de afstandsbediening om "g" te kiezen en op één kant op te nemen. Kies "j" (of "RELAY") voor opnemen op beide kanten. Druk op één van de volgende toetsen om de gewenste geluidsbron voor opname te kiezen. • CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CDspeler. • TAPE A/B: Opnemen vanaf het ingebouwde tapedeck A. • TUNER/BAND: Opnemen vanaf de ingebouwde tuner. • VIDEO/MD: Opnemen vanaf de optionele component aangesloten op de VIDEO/MD IN-aansluitingen. 5 Druk op z START. Deck B bevindt zich nu in de wachtstand voor opnemen. "REC" knippert. 6 Druk op z START en begin daarna met het afspelen van de bron waarvan u wilt opnemen. Het opnemen begint. wordt vervolgd 19NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het opnemen te stoppen Druk op x. Het opnemen te pauzeren Druk op z START op het apparaat. Opmerkingen • Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen luisteren. • Als TAPE B is gekozen in stap 4, wordt niets opgenomen. Tips • Opnemen vanaf de tuner: Als ruis hoorbaar is tijdens het opnemen vanaf de tuner, verplaatst u de betreffende antenne om de ruis te verminderen. • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het einde van de achterkant. Geluidsregeling Regeling van het geluid Een dynamischer geluid creëren (Dynamic Sound Generator X-tra) Druk op DSGX op het apparaat. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding op het display als volgt: DSGX ON y DSGX OFF Een aantrekkelijker geluid creëren (MP3 BOOSTER) U kunt genieten van een aantrekkelijker geluid tijdens het weergeven van MP3-audiotracks. 1 2 Druk op CD (of druk herhaald op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. Houd DSGX op het apparaat gedurende 2 seconden ingedrukt. Iedere keer als u de toets gedurende 2 seconden ingedrukt houdt, verandert het display als volgt: BOOSTER ON y BOOSTER OFF Instellen van de lage en hoge tonen U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een krachtiger geluid. 1 Druk herhaald op EQ om "BASS" of "TREBLE" te kiezen. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding op het display als volgt: BASS y TREBLE 2 20NL Druk, terwijl "BASS" of "TREBLE" verschijnt, herhaald op de toetsen . of > om de instellingen aan te passen. De lage tonen instellen op het apparaat Draai de BASS draaiknop. De hoge tonen instellen op het apparaat Timer Inslapen met muziek — Slaaptimer Draai de TREBLE draaiknop. Het instellen van de lage en hoge tonen verlaten Als u gedurende 4 seconden geen bedieningen uitvoert, keert het display automatisch terug naar het oorspronkelijke display. U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. Druk op SLEEP. * Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na 100 minuten of nadat de huidige CD of tape klaar is met afspelen. Timer Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: AUTO* t 90min t 80min t … t 10min t OFF Overige bedieningen Om Drukt u De resterende tijd Eénmaal op SLEEP. te controleren* De uitschakeltijd Herhaald op SLEEP om de te wijzigen gewenste tijd te kiezen. De Slaaptimer te Herhaald op SLEEP totdat "OFF" annuleren verschijnt. * U kunt de resterende tijdsduur niet controleren wanneer "AUTO" is gekozen. Tip U kunt de Slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok niet is ingesteld. 21NL Ontwaken met muziek 8 De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron verschijnen beurtelings, waarna de oorspronkelijke display weer verschijnt. — Weergavetimer U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. • CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 12). • Tape: Plaats een tape (zie "Afspelen van een tape" op blz. 17). • Tuner: Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar de radio" op blz. 15). 2 3 4 Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaald op . of > om "PLAY SET?" te selecteren en druk daarna op ENTER. Stel de starttijd voor afspelen in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. 6 7 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. Druk herhaald op . of > totdat de gewenste geluidsbron verschijnt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert het display als volgt: t TUNER y CD PLAY T t TAPE PLAY T 22NL 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "PLAY SELECT?" verschijnt en druk daarna op ENTER. De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "TIMER OFF?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Druk op VOLUME +/– om het volumeniveau in te stellen. "ON" licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 5 Druk op ENTER. Opmerkingen • U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet tegelijkertijd inschakelen. • Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de weergavetimer niet in werking treden. • U kunt de optionele component, aangesloten op de VIDEO/MD IN-aansluitingen, niet gebruiken als de geluidsbron in de PLAY-timerfunctie. Timeropname van radioprogramma’s — Opnametimer 1 2 Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender" op blz. 15). 9 Druk herhaald op PLAY MODE totdat g verschijnt om op één kant op te nemen, of h (of j) voor opnemen op beide kanten. Druk herhaald op de toets nN op het apparaat om de zijde voor opname te kiezen. Als u kiest voor opnemen op beide kanten of opnemen op de voorkant, drukt u op nN zodat de >>> indicator gaat branden. Als u kiest voor opnemen op de achterkant, drukt u nogmaals op nN zodat de <<< indicator gaat branden. 10 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaald op . of > om "REC SET?" te selecteren en druk daarna op ENTER. "ON" licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 4 > totdat "REC SELECT?" verschijnt en druk daarna op ENTER. 5 Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. De begintijd, de stoptijd en de naam van de op te nemen radiozender (bijvoorbeeld "TUNER FM 5") worden na elkaar weergegeven, voordat de normale displayweergave weer verschijnt. 6 7 De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER Plaats een voor opname geschikte tape in het deck B. SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "TIMER OFF?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. SELECT. 2 Druk herhaald op . of "PLAY SET?" verschijnt. 3 Timer U kunt een programma van een voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op een vooraf ingesteld tijdstip. Voor het opnemen met de timer dient u eerst de radiozenders voor te programmeren (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 13) en de ingebouwde klok gelijk te zetten (zie "Instellen van de klok" op blz. 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 8 Opmerkingen • U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet tegelijkertijd inschakelen. • Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de opnametimer niet in werking treden. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. Druk op TAPE om over te schakelen op de functie TAPE. 23NL Display Uitschakelen van het display — Energiebesparingsmodus Het demonstratiedisplay (het displayvenster en de toetsen branden en knipperen, zelfs wanneer de spanning van het systeem is uitgeschakeld) en de klokindicatie kunnen worden uitgeschakeld om de hoeveelheid stroom, die in de wachtstand verbruikt wordt, zoveel mogelijk te beperken (energiebesparingsmodus). Druk, met het systeem uitgeschakeld, herhaald op DISPLAY totdat het demonstratiedisplay of het klokdisplay is verdwenen. De energiebesparingsmodus uitschakelen Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets drukt, doorloopt het systeem de volgende cyclus: Demonstratieindicatie t klokindicatie* t Geen weergave (energiebesparingsmodus) * "– –:– –" verschijnt als u de klok niet hebt ingesteld. Opmerking De volgende bedieningen kunnen niet worden uitgevoerd in de energiebesparingsmodus. – instellen van de klok – veranderen van de AM-afstemstap (behalve voor Europese, Russische en Saoedi-Arabische-modellen) – het systeem inschakelen door op de functietoetsen te drukken – de CD-energiebeheerfunctie veranderen Tips • De ?/1 indicatie gaat banden in de energiebesparingsmodus. • De timer blijft werken in de energiebesparingsmodus. 24NL De helderheid van de achterverlichting van het display instellen Druk herhaald op DIMMER op het apparaat om de gewenste instelling te kiezen terwijl het systeem is ingeschakeld. Het display verandert steeds als volgt: DIMMER OFF t DIMMER 1 t DIMMER 2 t DIMMER 3* * DIMMER 3 is de donkerste instelling. Afbeelden van informatie over de disc op het display U kunt de verstreken afspeelduur en de resterende afspeelduur van het huidige muziekstuk of die van de hele disc op het display controleren. Als een CD-TEXT-disc of een disc met MP3muziekstukken wordt geplaatst, kunt u ook de informatie op de disc, zoals de titels, controleren. Wanneer het apparaat een CD-TEXT-disc vaststelt, verschijnt de "CD TEXT" indicatie op het display. Als het apparaat een MP3-disc vaststelt, wordt de "MP3" indicator afgebeeld op het display. x Als een CD/MP3 in de normale afspeelfunctie staat TOC-display1) of totaal aantal albums op de disc2) of totaal aantal muziekstukken in het huidige album3) t Naam van de disc4) of volumelabel5) of naam van het album5) t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t Hogetonenniveau (gedurende acht seconden) 1) Druk op DISPLAY in de NORMALafspeelfunctie. x Als een CD/MP3 in de PROGRAMafspeelfunctie staat Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert het display als volgt: Huidige muziekstuknummer en verstreken weergavetijd t Huidige muziekstuknummer en resterende weergavetijd of "– –.– –"1) t Resterende tijd van de disc of "– –.– –"1) t Muziekstuktitel (alleen bij disc met MP3muziekstukken2)) t Albumtitel (alleen bij disc met MP3-muziekstukken) t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t Hogetonenniveau (gedurende acht seconden) 1) 2) Bij discs met MP3-muziekstukken. Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3tag geeft alleen de muziekstuktitel weer. Controleren van de totale afspeeltijd en titels (CD/MP3) Druk in de stopstand op DISPLAY. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert het display als volgt: Display Controleren van de resterende afspeelduur en titels (CD/MP3) TOC = inhoudsopgave; geeft het totaal aantal muziekstukken op de disc aan en geeft de totale afspeeltijd van de disc aan 2) Voor discs met MP3-muziekstukken in de normale afspeelfunctie of de SHUF-afspeelfunctie 3) Voor discs met MP3-muziekstukken in de ALBMafspeelfunctie of de ALBM SHUF-afspeelfunctie 4) Voor discs met CD-TEXT 5) Bij discs met MP3-muziekstukken is het mogelijk dat de namen van de albums of de volumelabels niet worden afgebeeld afhankelijk van de weergavefunctie Afhankelijk van de disc, is het mogelijk dat bepaalde CD-TEXT-informatie niet verschijnt. Het laatste muziekstuknummer van het programma en de totale weergaveduur t Totaal aantal muziekstukken in het programma (gedurende acht seconden) t Naam van de disc1) of volumelabel2) t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t Hogetonenniveau (gedurende acht seconden) 1) 2) Voor discs met CD-TEXT Bij discs met MP3-muziekstukken Controleren van de zendernaam (TUNER) Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio luistert. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert het display als volgt: Zendernaam t Frequentie t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Lagetonenniveau (gedurende acht seconden) t Hogetonenniveau (gedurende acht seconden) 25NL Los verkrijgbare componenten Aansluiten van optionele componenten U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd. Optionele digitale component Naar de digitale ingangsaansluitingen van een optionele, digitale component Vanaf de digitale uitgangsaansluitingen van een optionele, analoge component Optionele, analoge component A DIGITAL (OPTICAL) OUTaansluiting Gebruik een digitale optische kabel (vierkant, niet bijgeleverd) om een optische component (zoals een MD-deck) aan te sluiten op deze aansluiting. U kunt dan digitaal geluid van dit systeem opnemen. Opmerking Er is geen digitale audio-uitvoer via deze aansluiting tijdens het weergeven van MP3-audiotracks. 26NL B VIDEO/MD-aansluitingen Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een optionele analoge component (MD-deck, videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te sluiten. U kunt dan luisteren naar het geluid van de component. Luisteren naar het geluid van een aangesloten component 1 Sluit de audiosnoeren aan. Zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 26. 2 Druk op VIDEO/MD op het apparaat om de functie om te schakelen naar VIDEO of MD. Begin met het afspelen van de aangesloten component. Opnemen op een aangesloten component Digitaal opnemen 1 2 Sluit de digitale, optische kabel aan. Begin met opnemen. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de aangesloten component. Opmerking U kunt alleen digitaal opnemen van discs. U kunt echter niet opnemen vanaf kopieerbeveiligde discs en MP3-audiotracks. Opmerking Als het geluid vervormd is of te luid is wanneer "VIDEO" is gekozen, of wanneer u wilt terugkeren naar "MD", herhaalt u de hierboven beschreven bediening om "MD" weer in te stellen. Tip Los verkrijgbare componenten Als u "MD" niet kunt kiezen door herhaald op VIDEO/ MD te drukken, moet u VIDEO/MD ingedrukt houden en vervolgens op ?/1 drukken terwijl het apparaat is ingeschakeld. De functie verandert van "VIDEO" naar "MD", en de indicatie "MD" verschijnt op het display. Om de functie terug te veranderen naar "VIDEO", herhaalt u dezelfde procedure. 27NL Algemeen Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen In het geval u een probleem met uw systeem ondervindt, gaat u als volgt te werk: 1 Controleer of het netsnoer en de luidsprekersnoeren op de juiste wijze en stevig zijn aangesloten. 2 Zoek uw probleem op in onderstaande controlelijst en voer de corrigerende handelingen uit. Indien het probleem aanhoudt nadat u al het bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Wanneer de ?/1-indicatie knippert Trek onmiddellijk de stekker uit het stopcontact en controleer volgende punten. • Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de juiste spanning? Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en controleer daarna of de spanningskeuzeschakelaar op het juiste voltage is ingesteld. • Zijn de + en de – draden van de luidsprekersnoeren kortgesloten? • Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers? • Worden de ventilatieopeningen aan de achterzijde van het apparaat geblokkeerd? Controleer alle bovenstaande items en los alle gevonden problemen op. Nadat de ?/1indicatie stopt met knipperen, steekt u de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact en schakelt u het systeem weer in. Als de indicator nog steeds knippert, of indien de oorzaak van een probleem, na controle van bovenstaande zaken, niet gevonden is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. 28NL Het display begint te knipperen zodra u de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt zonder dat u het apparaat hebt ingeschakeld (zie stap 4 van "Aansluiten van het systeem" (blz. 6)). • Druk op ?/1 terwijl het apparaat uitgeschakeld is. De demonstratie verdwijnt. De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display. • Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timerinstellingen opnieuw (blz. 22 en 23). De klokinstelling/voorprogrammering van de radiozenders/timer is geannuleerd. • Stel de volgende gegevens opnieuw in: – "Instellen van de klok" (blz. 8) – "Voorprogrammeren van radiozenders" (blz. 13) – "De instelling te controleren" (blz. 22 en 23) – "Timeropname van radioprogramma’s" (blz. 23) Er is geen geluid. • Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar heeft, controleert u of de spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de juiste spanning. • Druk op VOLUME + of draai de VOLUME regelknop op het apparaat rechtsom. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde zijn (blz. 6). • Bij gebruik van de opnametimer is er geen audiouitgangssignaal. Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de storingsbron. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op het netsnoer. De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw in (blz. 8). De timer werkt niet. • Controleer de instelling van de timer en stel de juiste tijd in (blz. 22 en 23). • Schakel de slaaptimer uit (blz. 21). De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor van het apparaat. • Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-buisverlichting. Het systeem kan niet worden ingeschakeld ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt. • Controleer dat het netsnoer is aangesloten op een stopcontact. De onregelmatige kleurenweergave op het TVscherm verdwijnt niet. • Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot 30 minuten weer in. Indien de onregelmatige kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de luidsprekers verder van het TV-toestel. CD/MP3-speler De disclade gaat niet dicht. • Plaats de disc op de juiste wijze midden op de disclade. • Sluit de disclade altijd door op CD Z op het apparaat te drukken. Als u probeert de disclade met uw hand dicht te duwen, kan er een storing in de speler ontstaan. De disclade gaat niet open. • U kunt de disclade niet openen tijdens een CD-synchroonopname. Druk op x om de CD-synchroonopname uit te schakelen, en druk daarna op CD Z op het apparaat om de disclade te openen. • Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. De disc-toegangstijd is te lang. • Stel "CD POWER ON" in met behulp van de CDenergiebeheersfunctie (blz. 14). De disc slaat over. • Veeg de disc schoon (blz. 33). • Vervang de disc. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig dat door de trillingen van de luidsprekers het geluid overslaat. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE totdat zowel "PGM" als "SHUF" van het display verdwijnen, om terug te keren naar de NORMALafspeelfunctie. Verhelpen van storingen De disclade gaat niet open en "LOCKED" verschijnt. • Neem contact op met uw Sony-handelaar of een erkend Sony-servicecentrum in uw omgeving. Het afspelen begint niet. • Controleer of er een disc in het apparaat zit. De disc-indicator brandt wanneer er een disc in zit. • Veeg de disc schoon (blz. 33). • Vervang de disc. • Plaats een disc die dit systeem kan lezen. • Plaats de disc op de juiste wijze midden op de disclade. • Plaats de disc met het etiket naar boven gericht op de disclade. • Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af, laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt. • Druk op N om het afspelen te starten. MP3-audiobestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname werd niet uitgevoerd volgens het ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het expansieformaat. • Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie ".MP3". • De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3 formaat. • Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2, 2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden afgespeeld. wordt vervolgd 29NL MP3-audiobestanden duren langer om af te spelen dan andere. • Na inlezen van alle muziekstukken op de discs kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen indien: – het aantal albums of muziekstukken op de disc zeer groot is. – de indeling van de albums en muziekstukken zeer complex is. De titel van het album, de titel van het muziekstuk en de ID3-tag worden niet juist weergegeven. • Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1, level 2, of Joliet in het expansieformaat. • Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of versie 2. Tuner Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet worden ontvangen. • Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 13). • Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 6). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt uit te schakelen. • Stel "CD POWER OFF" in met behulp van de CD-energiebeheersfunctie (blz. 14). Een stereo FM-programma kan niet in stereo ontvangen worden. • Druk op FM MODE totdat "MONO" uit gaat. 30NL Tapedeck Nadat op nN is gedrukt, is een mechanisch geluid hoorbaar, verschijnt "Eject" op het display, en wordt het apparaat automatisch in de stand-bystand gezet. • Plaats de cassette op de juiste wijze. De tape neemt niet op en speelt niet af, of het geluidsniveau vermindert. • De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33). • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). De tape wordt niet volledig gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg. • De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig deze (blz. 33). De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). De tape neemt niet op. • Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette. • Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de opening waar het nokje in zat met plakband (blz. 33). • Het einde van de tape is bereikt. Los verkrijgbare componenten Er is geen geluid. • Zie onder Algemeen, item "De klokinstelling/ voorprogrammering van de radiozenders/timer is geannuleerd." (blz. 28) en controleer de situatie van het systeem. • Sluit de component goed aan (blz. 26) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten. – of de stekkers van de snoeren er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten component en begin met het afspelen. • Druk herhaald op FUNCTION om "MD" of "VIDEO" te kiezen (blz. 27). Het geluid is vervormd. • Stel het volume van de aangesloten component lager in. 1 2 3 Haal de stekker uit het stopcontact. 4 Druk op x, DIMMER en ?/1 op het apparaat. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en timer opnieuw instellen. Tijdens de bediening kan er in het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. CD/MP3 No Disc Er is geen disc in de speler geplaatst. OVER U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M ingedrukt houdt tijdens het afspelen of in de pauzestand. Push STOP! U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het afspelen. Step Full! U probeert om 25 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. TAPE No Tab U kunt de tape niet opnemen omdat het wispreventienokje is verwijderd. No Tape Er zit geen tape in het tapedeck. Timer OFF TIME NG! De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de weergavetimer is hetzelfde. Verhelpen van storingen Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Meldingen PUSH SELECT! U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen tijdens een timerbediening. SET CLOCK! U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de klok is ingesteld. SET TIMER! U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de timer is ingesteld. 31NL Ontwikkeling van hitte Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Netspanning Controleer vóór gebruik van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Voor uw veiligheid • Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. Installeren • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. 32NL • Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is echter geen defect. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Indien u dit systeem voortdurend op een hoog volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. • Om een defect te voorkomen, mag u de ventilatieopening niet afdekken. Luidsprekersysteem Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-toestellen magnetische vervorming van het beeld optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te schakelen. Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te plaatsen. Bediening • Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Opmerkingen over discs Beveiligen van een opgenomen tape • Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon vanuit het middengat naar de buitenrand. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, verdunner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen bedoeld voor lp’s van vinyl. • Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct zonlicht. • Gebruik geen discs waaromheen een beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het systeem optreden. • Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te halen en kan een storing in het systeem optreden. Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft voordat u deze op de disclade plaatst. De volgende soorten discs mogen niet worden gebruikt: – Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte etiketten waarvan de lijm buiten het etiket uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is gerafeld. – Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die kleverig aanvoelt. • Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs. Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie afbeelding). Reiniging van de behuizing Demagnetiseren van de tapekoppen Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals verdunner, wasbenzine of alcohol. Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de metalen onderdelen die met de tape in aanraking komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette te raadplegen. Verwijder het wispreventienokje Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient u de opening met plakband te bedekken. Alvorens een tape in het tapedeck te plaatsen Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Bij gebruik van een tape die langer is dan 90 minuten Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het tapedeck verstrikt raken. Reinigen van de koppen van het tapedeck Aanvullende informatie Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van gebruik. Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude tape. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette van het droge of natte type. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te raadplegen. 33NL Technische gegevens Hoofdapparaat CD-speler Systeem Laser Versterker De volgende waarden zijn gemeten bij 120 – 127/ 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (allen het SaoediArabische modellen) De volgende waarden zijn gemeten bij 230 V wisselstroom, 50/60 Hz (allen het Europese en Russische modellen) De volgende waarden zijn gemeten bij 120/ 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (behalve voor Europese, Russische en Saoedi-Arabische-modellen) De volgende waarden zijn gemeten bij 220 V wisselstroom, 60 Hz (allen het Koreaanse model) Frequentiebereik CMT-CP555 Tuner DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 55 + 55 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 75 + 75 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner Tapedeck Opnamesysteem Frequentiebereik Wow en flutter FM-tuner Afstembereik U.S.A. model: Russische modellen: CMT-CPX22 DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 75 + 75 W (4 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 100 + 100 W (4 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Ingangen VIDEO/MD IN (tulpstekkers): Gevoeligheid 250/ 450 mV, impedantie 47 kohm Uitgangen DIGITAL (OPTICAL) OUT: Optische golflengte: 660 nm PHONES (mini-aansluiting): voor aansluiting van een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 ohm of meer SPEAKER: Gebruik alleen de bijgeleverde luidsprekers SS-CP555S (CMT-CP555) SS-CPX22 (CMT-CPX22) 34NL Compact disc en digitaal audiosysteem Halfgeleider-laser (λ=770 – 810 nm) Emissieduur: continu 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB) Ander modellen: Antenne Antenne-aansluitingen Middenfrequentie 4-sporen, 2-kanaals stereo 50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij gebruik van Sony TYPE I cassette ±0,15% W. Piek (IEC) 0,1% W. RMS (NAB) ±0,2% W. Piek (DIN) 87,5 – 108,0 MHz (100-kHz stap) 65,0 – 74,0 MHz (10-kHz stap) (Er is geen stereo-effect) 87,5 – 108,0 MHz (50-kHz stap) 87,5 – 108,0 MHz (50-kHz stap) FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz AM-tuner Afstembereik Pan-Amerikaans model: 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Europese, Russische en Saoedi-Arabische modellen: 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Overige modellen: 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) Antenne AM-raamantenne Antenneaansluitingen Aansluiting voor een buitenantenne Middenfrequentie 450 kHz Luidspreker Voorste luidspreker SS-CPX22 voor de CMT-CPX22 Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type Luidsprekereenheden Woofer: conus-type met diameter 15 cm Tweeter: zachte conus-type met diameter 2,5 cm Nominale impedantie 4 ohm Afmetingen (b/h/d) Ong. 173 × 275 × 265 mm Gewicht Ong. 3,9 kg per luidspreker Stroomvoorziening U.S.A. model: 120 V wisselstroom, 60 Hz Europese en Russische modellen: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Koreaanse model: 220 V wisselstroom, 60 Hz Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V of 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Overige modellen: 120 V, 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Stroomverbruik U.S.A. model: CMT-CPX22 65 W Europese en Russische modellen: CMT-CP555 110 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) CMT-CPX22 65 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) Overige modellen: CMT-CP555 115 W CMT-CPX22 65 W Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en regelaars Hoofdapparaat bestaande uit versterker/tuner/ tapedeck/CD-speler: Ong. 230 × 292 × 355 mm Gewicht Hoofdapparaat bestaande uit versterker/tuner/ tapedeck/CD-speler: CMT-CP555 Ong. 6,5 kg CMT-CPX22 Ong. 6,1 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) Formaat AA (R6) batterijen (2) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Luidsprekerkussens (8) Luidsprekersnoeren (alleen CMT-CPX22) (2) Aanvullende informatie Voorste luidspreker SS-CP555S voor CMT-CP555 Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type Luidsprekereenheden Woofer: conus-type met diameter 15 cm Tweeter: conus-type met diameter 2,5 cm Nominale impedantie 6 ohm Afmetingen (b/h/d) Ong. 173 × 275 × 265 mm Gewicht Ong. 3,0 kg per luidspreker Algemeen Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. 35NL Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden Gebruik van deze bladzijde Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en andere in de tekst genoemde onderdelen van het systeem te kunnen vinden. Nummer van afbeelding r TAPE A/B wh (17, 18, 19) R R Naam van toets/onderdeel Bijbehorende bladzijde Hoofdapparaat BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE A–O P–Z Afstandsbedieningssensor2 ALBUM +/– qa (10, 12, 18) BASS-regelaar w; (21) CD wk (7, 9, 12, 14, 18, 19, 20) CD SYNC ws (18) Tapedeck A qj (17) Tapedeck B qg (17, 18, 19) DIMMER wd (24, 31) DISC 1 – 5 3 (9, 10, 12) Disclade 9 (9) DISPLAY wf (16, 24, 25) Displayvenster 4 DSGX qs (20) PHONES-aansluiting qh TAPE A/B wh (17, 18, 19) TREBLE-regelaar ql (21) TUNER/BAND wj (13, 15, 19) TUNING +/– 0 (13, 15) VIDEO/MD wg (19, 27) VOLUME-regelaar qd 1 2 wk wj wh wg wf wd ws wa w; ql qk qj qh 36NL 3 ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (7, 14, 27, 31) nN (afspelen) 5 (10, 17, 18, 23) X (pauzeren) 6 (10, 18) x (stoppen) 7 (7, 10, 14, 18, 31) CD Z (pauzeren) 8 (9) .m/M> (terugspoelen/vooruit spoelen, spring achteruit/spring vooruit) 0 (10, 18) TAPE Z B (uitwerpen) qf (17) A TAPE Z (uitwerpen) qk (17) z START wa (18) 4 5 6 7 8 9 0 qa qs qd qf qg Afstandsbediening ALFABETISCHE VOLGORDE BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN A–E F–Z ALBUM – qd (10, 12, 18) ALBUM + qa (10, 12, 18) CD qk (9, 12, 20) CLEAR qg (12) CLOCK/TIMER SELECT 2 (22, 23) CLOCK/TIMER SET 3 (8, 22, 23) DISC SKIP 0 (10, 12) DISPLAY wa (16, 24, 25) ENTER 9 (8, 12, 13, 22, 23) EQ qf (20) FM MODE 4 (15) FUNCTION 6 (9, 12, 13, 15, 17, 20) PLAY MODE w; (10, 12, 17, 18, 19, 23) REPEAT 4 (11) SLEEP ws (21) TAPE qj (17) TUNER BAND 5 (13, 15) TUNER MEMORY ql (13) TUNING MODE w; (13, 15) VOLUME +/– qs (22) 1 2 3 4 5 6 7 Aanvullende informatie ws wa w; ql qk qj qh ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (7, 22) m/M (terugspoelen/vooruit spoelen) 7 (10, 18) N (afspelen) 8 (10, 17) X (pauzeren) 8 (10, 18) x (stoppen) 8 (10, 18) ./> (spring achteruit/ spring vooruit) qh (8, 10, 18, 20, 22) –/+ (afstemmen) qh (13) 8 qg 9 qf q; qd qa qs 37NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Sony CMT-CP555 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding