Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brand en elektrische
schokken te voorkomen.
Bedek de ventilatiesleuven van het apparaat niet met
een krant, tafelkleed, gordijn e.d., om brand te
voorkomen. Plaats ook nooit een brandende kaars
bovenop het apparaat.
Zet geen met vloeistof gevulde voorwerpen op het
apparaat, zoals kopjes, glazen of bloemenvazen, om
brand of een elektrische schok te vermijden.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geklassificeerd als een
KLASSE 1 LASERproduct. U vindt dit label
achterop de behuizing.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
Alleen bij de CMT-HPX10W
OPMERKING VOOR DE KLANTEN IN
EUROPA
Hierbij verklaart Sony Corp. dat dit toestel in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de
andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Ga naar de volgende URL voor meer informatie:
http://www.compliance.sony.de/
Dit product is bestemd voor gebruik in de volgende
landen: Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zweden,
Denemarken, Finland, Noorwegen, België,
Zwitserland, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk,
Portugal, Italië, Spanje
2NL
Inhoudsopgave
Hoe gebruikt u deze handleiding ............ 4
Af te spelen discs .................................... 4
Voorbereidingen
De installatie aansluiten .......................... 6
De klok instellen ..................................... 8
CD/MP3 – Afspelen
Een disc laden ......................................... 9
Een disc afspelen................................... 10
— Normaal afspelen/Willekeurige
weergave
Muziekstukken herhaald afspelen......... 11
— Herhaalde weergave
Uw eigen muziekprogramma
samenstellen.................................... 12
— Programma-weergave
Tuner
Voorkeurzenders instellen .................... 13
Naar de radio luisteren .......................... 15
— Geheugenafstemming
— Handmatig afstemmen
Radio Data Systeem (RDS) .................. 16
(Alleen het Europese model)
Cassette – Afspelen
Een cassette plaatsen............................. 17
Een cassette afspelen............................. 17
Cassette – Opnemen
Schakelklok
In slaap vallen met muziek ................... 19
— Sluimerfunctie
Gewekt worden met muziek ................. 20
— Inschakelklok
Radioprogramma's opnemen met de
schakelklok..................................... 21
— Opname-schakelklok
Uitleesvenster
Het uitleesvenster uitschakelen ............ 22
— Energiebesparingsstand
Informatie over de disc in het
uitleesvenster zien .......................... 22
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur....................................... 24
Signaalzender........................................ 25
(alleen voor de CMT-HPX10W)
NL
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen .................... 27
Foutmeldingen ...................................... 30
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 32
Technische gegevens ............................ 33
Overzicht van de bedieningsorganen en
verwijzingspagina's ........................ 36
Uw favoriete muziekstukken van CD
op cassette opnemen .......................18
— Synchroon opnemen van CD
op cassette
Handmatig opnemen op een cassette .... 18
— Handmatig opnemen
Geluid afstellen
Klank van de weergave regelen ............19
3NL
Hoe gebruikt u deze
handleiding
• De aanwijzingen in deze handleiding gelden
voor de modellen CMT-HPX10W,
CMT-HPX9 en CMT-HPX7. Controleer uw
modelnummer dat staat vermeld aan de
bovenkant van het apparaat. De afbeeldingen
in deze handleiding tonen het model
CMT-HPX7, behalve waar er een ander
modelnummer bij vermeld staat. Verschillen
in werking tussen de diverse modellen
worden in de tekst duidelijk aangegeven,
zoals bijvoorbeeld "alleen voor de
CMT-HPX10W".
• In deze handleiding wordt met name
beschreven hoe u het apparaat gebruikt met de
afstandsbediening. Dezelfde handelingen
kunnen echter ook worden uitgevoerd met de
knoppen op het apparaat die dezelfde of bijna
dezelfde namen hebben.
Af te spelen discs
In dit apparaat kunt u de volgende soorten discs
afspelen. Andere typen discs kunnen hiermee
niet weergegeven worden.
Overzicht van de af te spelen
discs
Discsoort
Audio-CD's
CD-R/CD-RW
(audiogegevens/MP3
bestanden)
4NL
Herkenningsteken
Discs die met dit apparaat
niet af te spelen zijn
• CD-ROM computerdiscs
• CD-R/CD-RW discs in andere dan de
volgende soorten:
– muziek-CD's
– MP3 audioformaat volgens de ISO 9660*
norm Level 1/Level 2, Joliet of Multi
Session**
• Discs met afwijkende vormen (hoekige of
hartvormige discs e.d.)
• Discs met opgeplakte stickers, etiketten e.d.
• Discs waar nog plakband, cellofaan of ander
verpakkingsmateriaal aan kleeft.
* ISO 9660 formaat
Dit is de meest gebruikelijke internationale norm
voor de bestanden en mappen op CD-ROM discs.
De specificaties omvatten verschillende niveaus.
Bij niveau 1 moeten de bestandsnamen worden
vastgelegd in het 8.3 formaat (niet meer dan 8
lettertekens in de naam, en niet meer dan 3 in de
extensie ".MP3"), geheel in hoofdletters. Ook de
namen van mappen mogen niet meer dan 8 letters
bevatten. Bovendien kunnen er niet meer dan 8
niveaus in de hiërarchie van de mappen bestaan.
Volgens de specificaties van niveau 2 kunnen de
namen van mappen en muziekbestanden uit
maximaal 31 lettertekens bestaan. Elke map kan tot
acht hiërarchische boomstructuren omvatten.
Bij Joliet of Romeo in het expansieformat dient u te
letten op de inhoud van het programma voor het
schrijven van de gegevens, enz.
** Multi Session
Dit is een opnamefunctie waarmee gegevens
kunnen worden toegevoegd volgens de Nummerineens methode. Conventionele CD's beginnen met
een aanloopstrook en eindigen met een
uitloopstrook. Een Multi Session CD bestaat uit
meerdere opnamesessies, waarbij elk gedeelte van
een aanloopstrook t/m een uitloopstrook wordt
beschouwd als een afzonderlijke sessie.
CD-Extra: Dit is een formaat waarbij de
geluidsgegevens (van een audio-CD) worden
opgenomen in muziekstukken in sessie 1 en
aanvullende computergegevens in de bestanden van
sessie 2.
Gemengde CD: In dit formaat worden
computergegevens opgenomen in het eerste spoor
en geluidsgegevens (van een audio-CD) in de
daarop volgende muziekstukken binnen dezelfde
sessie.
Over het afspelen van CD-R en
CD-RW discs
• Sommige CD-R/CD-RW discs kunnen in dit
apparaat niet goed worden afgespeeld,
vanwege de opnamekwaliteit of de toestand
van de disc of een afwijkende
opnamekarakteristiek van de opnameapparatuur. Bovendien kunt u opgenomen
discs die nog niet goed gefixeerd zijn, niet in
dit apparaat afspelen. Zie voor nadere
bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing
van de opname-apparatuur.
• Discs die zijn opgenomen met het CD-R/CDRW station van een computer kunnen soms
niet worden afgespeeld vanwege krassen,
vuil, een opname-instelling of bepaalde
kenmerken van het station.
• CD-R en CD-RW discs die zijn opgenomen in
multi-session formaat, maar nog niet zijn
voltooid door "afsluiting van de sessi" kunnen
niet worden afgespeeld.
• Bestanden in het MP3 formaat kunnen niet
goed worden weergegeven als de
bestandsnaam niet voorzien is van de extensie
".MP3".
• Afspelen van bestanden van een ander dan het
MP3 formaat die zijn voorzien van de
bestandsnaam-extensie ".MP3", kan
resulteren in storing en fouten in de werking.
• Bij een ander formaat dan ISO 9660 niveau 1
of 2 kunnen de titels van mappen of bestanden
niet altijd goed worden aangegeven.
• Bij de volgende discs kan het iets langer duren
voordat het afspelen begint.
– discs waarop de muziekstukken zijn
vastgelegd in een uitgebreide hiërachie van
mappen.
– discs die zijn opgenomen met de Multi
Session opnamefunctie.
– discs waaraan nog gegevens kunnen
worden toegevoegd (nog niet gefixeerde
discs).
Muziek-CD's zijn gecodeerd
met beveiligingstechnieken
ter bescherming van de
auteursrechten.
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de Compact Disc-norm
(CD). Door een aantal platenmaatschappijen
worden momenteel verschillende muziek-cd's
uitgebracht die zijn gecodeerd met
beveiligingstechnieken ter bescherming van de
auteursrechten. Wees u ervan bewust dat er
onder deze discs een aantal is dat niet voldoet
aan de CD-norm en dat niet kan worden
afgespeeld met dit product.
Waarschuwingen bij
weergave van een disc die is
opgenomen met de Multi
Session opnamefunctie
• Een disc die begint met een CD-DA sessie
wordt herkend als CD-DA (audio) disc en de
weergave ervan zal doorgaan totdat er een
MP3 sessie wordt bereikt.
• Een disc die begint met een MP3 sessie wordt
herkend als MP3 disc en dan zal er bij de CDDA sessies geen geluid klinken.
• Het weergavebereik van een MP3 disc wordt
bepaald door de hiërachie van mappen die
wordt aangetroffen bij analyse van de disc.
• Een disc met een gemengd CD formaat zal
worden herkend als CD-DA (audio) disc.
5NL
Voorbereidingen
De installatie aansluiten
Voer de onderstaande procedures 1 tot 4 uit om de installatie aan te sluiten met de meegeleverde
snoeren en accessoires.
AM-kaderantenne
FM-draadantenne
Rechterluidspreker
Linkerluidspreker
2
3
1
1 Sluit de luidsprekers aan.
4
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Sluit de snoeren van de rechter- en
linkerluidspreker aan op de SPEAKERaansluitingen zoals hieronder is afgebeeld.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
Grijs (3)
3
L
Aansluitstekker type A
#
#
Dit gedeelte in de
aansluitbus steken
Zwart (#)
Strek de FM-draadantenne
in horizontale richting uit
R
3
NCE
EDA
IMPE 6-16Ω
US
AM-kaderantenne
6NL
Aansluitstekker type B
Strek de FM-draadantenne
in horizontale richting uit
Als de stekker niet in het stopcontact past,
maakt u de bijgeleverde verloopstekker los
(alleen voor modellen met een
verloopstekker).
Druk op ?/1 om de installatie in te
schakelen.
Voorbereidingen
AM-kaderantenne
4 Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Plaats twee R6-batterijen
(type AA) in de
afstandsbediening
Aansluitstekker type C
Noord-Amerikaanse modellen:
Aansluiten met de witte kant
Overige modellen:
Aansluiten met de bruine kant
Strek de FMdraadantenne
in horizontale
richting uit
Opmerking
Als u de afstandsbediening langere tijd niet gaat
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen,
om beschadiging door batterijlekkage te voorkomen.
Tip
AM-kaderantenne
Als de afstandsbediening het niet meer doet, vervangt
u beide batterijen door een stel nieuwe.
Opmerking
Om het oppikken van storing te voorkomen, dient u de
antennes uit de buurt te houden van dit toestel en
andere apparatuur.
Wanneer u dit apparaat wilt
vervoeren
3 Bij modellen met een spanningskiezer,
stelt u die VOLTAGE SELECTOR
schakelaar in op de plaatselijke
netspanning.
Verricht de volgende stappen om het CDmechanisme te beschermen.
De beschikbare keuzemogelijkheden staan
vermeld bij de VOLTAGE SELECTOR
schakelaar van het apparaat.
1
2
Schakel de afspeelfunctie over naar CD.
3
Houd de EX-CHANGE toets ingedrukt en
druk de ?/1 schakelaar in.
Zorg dat alle discs uit het apparaat zijn
verwijderd.
Wacht totdat er eerst "PLEASE WAIT" en dan
"LOCK" verschijnt.
4
Maak het netsnoer los uit het stopcontact.
* Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V
7NL
De klok instellen
Gebruik voor deze functie de toetsen op de
afstandsbediening.
1
2
3
4
5
6
Druk op de ?/1 toets om de installatie
in te schakelen.
Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
Druk enkele malen op ./> om het
uur in te stellen.
Druk op de ENTER toets.
Druk enkele malen op ./> om de
minuten in te stellen.
Druk op de ENTER toets.
De klok gaat nu lopen.
De klok afstellen
1
2
Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
3
Voer de handelingen van stap 3 tot 6
hierboven nogmaals uit.
Druk op ./> totdat er "CLOCK SET"
verschijnt en druk dan op de ENTER toets.
Opmerking
De tijd zal niet worden aangegeven in de
stroombesparingsstand (pagina 22).
8NL
Discs verwijderen
1
2
CD/MP3 – Afspelen
Een disc laden
1
2
Houd het hendeltje links van de
betreffende gleuf omlaag gedrukt
zodat de disc omhoog komt en neem
met uw andere hand de disc uit de
gleuf.
Druk op de Z toets.
Plaats elke disc met de bedrukte
labelkant naar voren.
Controleer of het hendeltje links van de
insteekgleuf omhoog komt,
CD/MP3 – Afspelen
Gebruik hierbij de toetsen op de
afstandsbediening.
Druk op de Z toets.
Voor het afspelen van
een disc schuift u die
altijd met de labelkant
naar voren in de
laadgleuf.
DISC 1 – 5 gleuf
(alleen voor 12-cm
discs)
DISC 1
DISC 2
DISC 3
DISC 4
DISC 5
DISC +1 gleuf
(alleen voor 8-cm discs)
Voor het plaatsen van een 8-cm disc
gebruikt u de DISC +1 gleuf. Plaats geen 8cm discs in een van de DISC 1 – 5 gleuven.
Plaats de disc zo dat die gelijk
ligt met de grijze kant van de
insteekgleuf en schuif de disc
er dan verticaal in.
3
Druk op de Z toets.
Discs verwisselen tijdens
afspelen
1
2
Druk tijdens afspelen op de EXCHANGE toets.
U kunt elke disc uitnemen en een
nieuwe in de gleuf plaatsen, behalve de
disc die op dat moment wordt
afgespeeld.
Opmerkingen
• Plaats geen voorwerpen (zoals bijvoorbeeld de
afstandsbediening of de aansluitsnoeren) recht voor
de disclade. Als de disclade bij het openen
geblokkeerd wordt, kan het mechanisme defect
raken.
• Plaats geen 8-cm discs in de DISC 1 – 5 gleuven.
Voor aanwijzingen voor het verwijderen van een
abusievelijk geplaatste disc, zie pagina 28.
• Gebruik geen discs met plakband, stickers of lijm
erop, omdat dat storingen kan veroorzaken.
• Gebruik geen discs met afwijkende vormen.
• Plaats geen 8-cm disc met afspeeladapter in dit
apparaat. Daardoor zou het apparaat defect kunnen
raken.
• Bij het uitnemen van een disc dient u die aan de rand
vast te pakken. Raak het glimmende oppervlak niet
aan.
• Bij het verwisselen van discs met de EX-CHANGE
functie, dient u goed op te letten geen disc te plaatsen
in de gleuf van de disc die op dat moment wordt
afgespeeld. Als u dat doet, gaat de waarschuwing
"CHECK" knipperen, om en om met het betreffende
discnummer. Dit kan storing in de werking
veroorzaken.
9NL
Een disc afspelen
— Normaal afspelen/Willekeurige
weergave
Stel in op
Voor weergave van
ALBM SHUF
(Willekeurige
weergave)
Alle MP3 geluidsbestanden
in het album op de gekozen
disc, in willekeurige
volgorde.
Bij het afspelen van een disc
zonder MP3 bestanden
wordt de willekeurige
album-weergave vervangen
door 1 DISC SHUF
weergave.
PGM
(Programmaweergave)
De muziekstukken op alle
discs in de door u gewenste
volgorde (zie "Uw eigen
muziekprogramma
samenstellen" op pagina 12).
U kunt zowel gewone muziek-CD's als
zelfgemaakte discs met MP3 muziekbestanden
afspelen.
Huidige disc
Muziekstuknummer
3
Geplaatste discs
1
2
Speelduur
Druk op de CD toets (of enkele malen
op FUNCTION) totdat de aanduiding
"CD" verschijnt.
Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat de
gewenste afspeelfunctie in het
uitleesvenster verschijnt.
Stel in op
Voor weergave van
ALL DISCS
(Normale
weergave)
Alle discs in het apparaat,
doorlopend.
1 DISC
(Normale
weergave)
De muziekstukken op de
gekozen disc, in normale
volgorde.
ALBM
(Normale
weergave)
Alle MP3 geluidsbestanden
in het album op de gekozen
disc, in normale volgorde.
Bij het afspelen van een disc
zonder MP3 bestanden
wordt de album-weergave
vervangen door 1 DISC
weergave.
ALL DISCS
SHUF
(Willekeurige
weergave)
De muziekstukken op alle
discs in willekeurige
volgorde.
1 DISC SHUF
(Willekeurige
weergave)
De muziekstukken op de
gekozen disc, in
willekeurige volgorde.
Druk op de N toets van de
afstandsbediening (of op de CD/NX
toets op het apparaat zelf).
Andere bedieningsfuncties
Voor
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de toets x.
Pauzeren
Druk op de toets X. Druk
nogmaals om het afspelen te
hervatten.
Keuze van een
muziekstuk
Druk enkele malen op de
./> toets.
Keuze van een
album met MP3
bestanden1)
Druk na stap 2 enkele malen op de
ALBUM +/– toets.
Opzoeken van
Houd tijdens het afspelen de
een
m/M toets ingedrukt en laat
muziekpassage2) de toets los op het gewenste
moment.
Keuze van een
disc, in de
stopstand
Druk enkele malen op DISC SKIP
(of op een van de toetsen (DISC 1
– 5 of DISC +13) op het apparaat
zelf)).
Overschakelen
van een andere
geluidsbron naar
CD-weergave
Druk op een van de toetsen (DISC
1 – 5 of DISC +1 op het apparaat
zelf) (automatische geluidsbronkeuze).
Verwisselen van Druk op de EX-CHANGE toets op
discs
het apparaat zelf.
Uitnemen van
een disc
Druk op de Z toets op het apparaat
zelf.
1) Het kan niet altijd mogelijk zijn diverse bestanden te
doorzoeken. Ook kan voor sommige bestanden de
speelduur niet juist worden aangegeven.
10NL
2) Behalve voor MP3 muziekbestanden
3) De DISC 1 – 5 en DISC +1 toetsen op het apparaat
zelf zullen niet werken wanneer er is gekozen voor
"ALL DISCS SHUF" willekeurige weergave.
Opmerkingen
— Herhaalde weergave
U kunt alle muziekstukken op een disc herhalen
of één muziekstuk meermalen afspelen.
Druk tijdens afspelen enkele malen op de
REPEAT toets totdat er "REP" of "REP 1"
wordt aangegeven.
REP: Voor herhalen van alle muziekstukken op
de disc(s), tot vijfmaal achtereen.
REP 1: Voor herhalen van één enkel
muziekstuk.
CD/MP3 – Afspelen
• Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie
veranderen.
• Bij een disc waarop de muziekstukken zijn
vastgelegd in een uitgebreide hiërachie van albums,
kan het langer duren voordat het afspelen begint.
• Na het insteken van een disc leest het apparaat alle
audiobestanden op de disc. Als er erg veel albums of
niet-MP3 bestanden op de disc staan, kan het
geruime tijd duren voordat het afspelen begint of
voordat het volgende MP3 bestand wordt
weergegeven.
• Zorg dat er geen onnodige albums of andere
audiobestanden dan MP3 bestanden worden
vastgelegd op een disc die u gebruikt voor het
beluisteren van MP3 bestanden. Wij raden u aan om
geen andere soorten audiobestanden of onnodige
albums vast te leggen op een disc die MP3
muziekbestanden bevat.
• Albums die geen MP3 bestanden bevatten, zullen
worden overgeslagen.
• Maximaal aantal albums: 150 (inclusief het
totaalalbum en ook lege albums)
• Het maximaal aantal MP3 geluidsbestanden en
albums op een enkele disc bedraagt 300.
• Er kunnen bestanden worden weergegeven in
mappen tot 8 niveaus diep in de hiërarchische
boomstructuur.
• Afhankelijk van het programma voor het coderen/
wegschrijven van de gegevens, de opnameapparatuur en het opnamemedium dat wordt gebruikt
voor het opnemen van een MP3 bestand, kunnen er
wel eens problemen optreden zoals wegvallend
geluid, storing of onderbrekingen in de weergave.
• Bij het afspelen van een MP3 muziekbestand kan de
aanduiding van de verstreken speelduur wel eens
afwijken van de werkelijke speelduur, in de volgende
gevallen.
– Bij afspelen van een MP3 geluidsbestand met
variabele bitwaarde (VBR)
– Bij snel vooruit of terugwaarts zoeken (met de
handmatige zoekfuncties)
Muziekstukken herhaald
afspelen
Stoppen met herhaald afspelen
Druk enkele malen op de REPEAT toets totdat
"REP" en "REP 1" allebei verdwijnen.
Opmerking
• De "REP" en "ALL DISCS SHUF" afspeelfuncties
zijn niet tegelijk te gebruiken.
• Wanneer u kiest voor "REP 1", zal het weergegeven
muziekstuk eindeloos herhaald worden totdat u de
"REP 1" herhaalfunctie uitschakelt.
Tip
Als het erg lang duurt voordat een disc een disc gelezen
is, stelt u in op "CD POWER" en "ON" met behulp van
de CD-stroomregelfunctie (pagina 14).
11NL
Uw eigen
muziekprogramma
samenstellen
— Programma-weergave
5
Het muziekstuk wordt geprogrammeerd.
Het programma-volgnummer verschijnt,
gevolgd door de totale speelduur.
6
2
3
Druk op de CD toets (of enkele malen
op FUNCTION) totdat de aanduiding
"CD" verschijnt.
Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat er "PGM"
verschijnt.
Druk enkele malen op DISC SKIP (of op
een van de toetsen (DISC 1 – 5 of DISC
+1) op het apparaat zelf) om een disc te
kiezen.
Om alle muziekstukken op een disc tegelijk
te programmeren, gaat u door met stap 5
terwijl er "AL" wordt aangegeven.
4
Druk enkele malen op de ./>
toets totdat het gewenste
muzieknummer wordt aangegeven.
Voor het programmeren van een MP3
nummer drukt u eerst op de ALBUM +/–
toets om een album te kiezen en vervolgens
enkele malen op ./> totdat het
gewenste muzieknummer wordt
aangegeven.
Gekozen muziekstuknummer
Huidige disc
12NL
Totale speelduur
Programmeer nog meer gewenste
discs of muziekstukken.
Voor het
programmeren
van
U kunt zelf een muziekprogramma samenstellen
van maximaal 25 stappen, met muziek van alle
discs, in de volgorde waarin u de muziek wilt
horen.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
tegelijkertijd opnemen op een cassettebandje
(pagina 18).
Gebruik voor deze functie de toetsen op de
afstandsbediening.
1
Druk op ENTER (of op de PLAY MODE
toets op het apparaat zelf).
7
Herhaalt u de stappen
Nog andere discs
3 en 5
Andere
muziekstukken
van dezelfde disc
4 en 5
Andere
muziekstukken
van andere discs
3 tot en met 5
Druk op N (of op de CD/NX toets op
het apparaat zelf).
De programma-weergave begint.
Andere bedieningsfuncties
Voor
Doet u het volgende
Stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk in de stopstand enkele
malen op de PLAY MODE toets
totdat de aanduiding "PGM"
verdwijnt.
Wissen van het
laatste muziekstuk
Druk in de stopstand op de
CLEAR toets.
Tips
• Het door u samengestelde programma blijft bestaan
nadat de programma-weergave is beëindigd. Om
hetzelfde programma nogmaals af te spelen, drukt u
op de CD toets (of enkele malen op de FUNCTION
toets op het apparaat zelf) totdat er "CD" verschijnt,
en dan drukt u op de N toets (of op de CD/NX
toets op het apparaat zelf). Het programma zal echter
gewist worden als u op de Z toets op het apparaat
zelf drukt.
• De aanduiding "– –.– –" verschijnt als de totale CDspeelduur de 100 minuten overschrijdt, of als u een
disc met 20 of meer muziekstukken kiest, of als u een
MP3 muziekbestand kiest.
5
Tuner
Voorkeurzenders instellen
Automatisch zoeken naar
voorkeurzenders
U kunt automatisch afstemmen op alle zenders
die bij u in de buurt kunnen worden ontvangen,
om dan de radiofrequentie van de gewenste
zenders op te slaan.
1
2
3
Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat er "AUTO" in het
uitleesvenster verschijnt.
Herhaal de stappen 3 tot en met 6 om
nog andere zenders in te stellen.
Tip
Druk op de TUNING MODE toets wanneer u met
zoeken wilt stoppen.
Handmatig voorinstellen van
zenders
U kunt handmatig op uw voorkeurzenders
afstemmen, om zo alleen de afstemfrequentie
van de gewenste zenders op te slaan.
1
2
Druk op +/– (of op de TUNING +/– toets
op het apparaat zelf).
3
De frequentie verandert tijdens het zoeken
naar een zender. Het zoeken stopt
automatisch als er goed op een zender is
afgestemd. Op dat moment verschijnen de
aanduidingen "TUNED" en "STEREO"
(alleen voor stereo-uitzendingen).
4
5
Als de aanduiding "TUNED" niet
verschijnt en het zoeken niet stopt
4
Druk op de TUNER MEMORY toets.
Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de "AUTO" en
"PRESET" aanduidingen uit het
uitleesvenster verdwijnen.
Druk enkele malen op de +/– toets (of
op de TUNING +/– toets van het
apparaat zelf) om af te stemmen op de
gewenste zender.
Druk op de TUNER MEMORY toets.
Druk enkele malen op +/– (of op de
TUNING +/– toets op het apparaat zelf)
om het gewenste voorinstelnummer te
kiezen.
Stel de frequentie van de gewenste
radiozender in zoals wordt beschreven in de
stappen 2 en 3 onder "Handmatig
voorinstellen van zenders" (op pagina 13).
6
7
Druk op de TUNER MEMORY toets.
Andere bedieningsfuncties
Een voorinstelnummer knippert. Volg de
aanwijzingen van stap 5 en 6 terwijl het
voorinstelnummer knippert.
Druk op de TUNER MEMORY toets.
Herhaal de stappen 3 tot en met 6 om
nog andere zenders in te stellen.
Voor
Doet u het volgende
Afstemmen op een Volg de aanwijzingen onder
"Handmatig voorinstellen van
zender met een
zwak signaal
zenders" (pagina 13).
Een andere zender
vastleggen onder
een al gebruikt
voorkeurzendernu
mmer
Voorinstelnummer
Tuner
U kunt maximaal 20 FM-zenders en 10 AMzenders vooraf instellen. Dan kunt u voortaan op
elk van deze zenders vlot afstemmen door het
bijbehorende voorkeurzendernummer te kiezen.
6
7
Druk enkele malen op +/– (of op de
TUNING +/– toets op het apparaat zelf)
om het gewenste voorinstelnummer te
kiezen.
Druk na stap 4 enkele malen op
+/– (of op de TUNING +/– toets
op het apparaat zelf) om het
nummer te kiezen waaronder u
een nieuwe zender wilt
vastleggen.
wordt vervolgd
13NL
De ontvangst van de tuner
verbeteren
Als de radio-ontvangst van de tuner te wensen
overlaat, schakelt u de stroom van de CD-speler
uit met behulp van de CD stroomregelfunctie.
De stroomvoorziening van de CD-speler staat
bij aflevering ingeschakeld.
1
Druk enkele malen op de FUNCTION toets
om over te schakelen naar CD.
2
Druk op de ?/1 toets om de installatie uit te
schakelen.
3
Druk op de ?/1 toets op het apparaat zelf
terwijl u de x stoptoets op het apparaat
ingedrukt houdt.
De aanduidingen "CD POWER" en "OFF"
verschijnen.
Inschakelen van de CD
stroomvoorziening
Herhaal de hierboven beschreven handelingen,
zodat de aanduidingen "CD POWER" en "ON"
verschijnen.
Opmerkingen
• Wanneer er is igesteld op "CD POWER" en "OFF",
zal het starten van de CD-weergave iets meer tijd
vergen.
• U kunt deze instelling niet wijzigen in de
energiebesparingsstand (pagina 22).
Omschakelen van het AM
afsteminterval (niet voor de
Europese modellen)
Het AM afsteminterval staat bij aflevering vanaf
de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in
bepaalde verkoopgebieden). Als u dit AM
afsteminterval wilt wijzigen, stemt u eerst af op
een willekeurige AM-zender en dan zet u de
installatie uit met een druk op de ?/1 toets op
het apparaat zelf. Houd de TUNING + toets
ingedrukt en druk op de ?/1 toets op het
apparaat zelf. Als u het afsteminterval wijzigt,
worden alle vooringestelde AM-zenders gewist.
Om het afsteminterval weer terug te stellen,
herhaalt u de hier beschreven handelingen.
Opmerking
U kunt het AM afsteminterval niet omschakelen in de
energiebesparingsstand (pagina 22).
14NL
Tips
• De voorkeurzenders blijven ongeveer een halve dag
bewaard nadat het netsnoer is losgemaakt of nadat er
een stroomonderbreking is geweest.
• U kunt de ontvangst verbeteren door de
meegeleverde antennes bij te stellen of door een
buitenantenne aan te sluiten.
Tips
Naar de radio luisteren
U kunt naar een radiozender luisteren door
eenvoudig een voorkeurzender te kiezen of door
handmatig op een zender af te stemmen.
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw voorkeurzenders vast in in het
geheugen van de tuner (zie "Voorkeurzenders
instellen" op pagina 13).
1
2
3
Tuner
Naar een voorkeurzender
luisteren
• U kunt de radio-ontvangst verbeteren door de
meegeleverde antennes bij te stellen of door een
buitenantenne aan te schaffen en aan te sluiten.
• Als een FM stereo-uitzending slecht doorkomt met te
veel storing, drukt u op FM MODE totdat er
"MONO" verschijnt. Dan is er geen stereo-effect
meer, maar de ontvangst klinkt wel beter.
• Druk enkele malen op TUNING MODE totdat er
"AUTO" verschijnt in de bovenstaande stap 2 en
druk dan op +/– (of op de TUNING +/– toets op het
apparaat zelf). De frequentie-aanduiding blijft
veranderen totdat het zoeken stopt wanneer er een
zender wordt gevonden (Automatisch afstemmen).
• Gebruik de functie voor handmatig opnemen om
radioprogramma's op te nemen (pagina 18).
Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat er "PRESET" in het
uitleesvenster verschijnt.
Druk enkele malen op +/– (of op de
TUNING +/– toets op het apparaat zelf)
om het gewenste
voorkeurzendernummer te kiezen.
Naar een niet-voorkeurzender
luisteren
— Handmatig afstemmen
1
2
3
Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de "AUTO" en
"PRESET" aanduidingen uit het
uitleesvenster verdwijnen.
Druk enkele malen op de +/– toets (of
op de TUNING +/– toets van het
apparaat zelf) om af te stemmen op de
gewenste zender.
15NL
Radio Data Systeem (RDS)
(Alleen het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem (RDS)?
Het Radio Data Systeem (RDS) is een radiouitzendsysteem waarmee zenders extra
informatie kunnen meesturen met het normale
programmasignaal. RDS is alleen beschikbaar
op FM-zenders.*
Opmerking
De RDS kan soms niet goed werken als de zender
waarop u hebt afgestemd, het RDS-signaal niet correct
uitzendt of als het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders bieden de RDS-functies, en
ook bieden ze niet allemaal dezelfde functies. Als u
het RDS-systeem niet goed kent, vraagt u bij lokale
radiozenders naar meer informatie over de RDSuitzendingen in de regio waar u woont.
RDS-uitzendingen ontvangen
Kies een zender op de FM-band.
Als u afstemt op een zender die RDSuitzendingen verzorgt, verschijnt de naam van
de zender in het uitleesvenster.
De RDS-informatie controleren
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t
Hogetonen-niveau
* Als de RDS-uitzending niet erg duidelijk wordt
ontvangen, verschijnt de naam van de zender
mogelijk niet in het uitleesvenster.
16NL
Cassette – Afspelen
Een cassette plaatsen
1
2
Schuif het deksel met de hand open.
Een cassette afspelen
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
1
Leg een cassette in het vak.
2
Druk op N (of op de TAPE/N toets op
het apparaat zelf).
Andere bedieningsfuncties
Voor
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de toets x.
Pauzeren
Druk op de X toets. Druk
nogmaals om het afspelen te
hervatten.
Snel vooruit- of
terugspoelen
Druk op de m/M toets.
Om de cassette uit te nemen, tilt u die aan de
zijkant op, zoals getoond in de afbeelding.
3
Schuif het deksel met de hand dicht.
Cassette – Afspelen
Met de kant
voor afspelen/
opnemen
naar boven
Druk op de TAPE toets (of enkele
malen op FUNCTION) totdat de
aanduiding "TAPE" verschijnt.
Uitnemen van de Schuif het deksel van het apparaat
cassette
open nadat de band gestopt is.
17NL
Cassette – Opnemen
Uw favoriete
muziekstukken van CD op
cassette opnemen
— Synchroon opnemen van CD op
cassette
U kunt een gehele CD op een cassette opnemen.
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
Gebruik hierbij de toetsen op de
afstandsbediening.
1
2
Handmatig opnemen op
een cassette
— Handmatig opnemen
U kunt alleen de gedeelten van een CD die u
mooi vindt, op een cassette opnemen. Zo kunt u
ook een radioprogramma opnemen.
Gebruik hierbij de toetsen op de
afstandsbediening.
1
2
Plaats de CD die u wilt opnemen.
Druk op de CD SYNC toets.
De aanduidingen "SYNC" en "REC"
verschijnen.
Het cassettedeck is klaar voor opnemen en
de CD-speler is klaar voor afspelen.
4
Druk op de X TAPE toets.
3
Druk op de x toets.
Opnemen van bepaalde nummers
van een disc in een zelf gekozen
volgorde
U kunt alleen uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen door die af te spelen met
programma-weergave. Voer tussen stap 2 en 3
eerst de stappen 1 tot 4 uit van "Uw eigen
muziekprogramma samenstellen" (pagina 12).
18NL
Druk op de z REC toets.
De aanduiding "REC" verschijnt en het
cassettedeck is klaar voor opnemen.
4
Het opnemen begint.
Als het opnemen is voltooid, stoppen de
CD-speler en het cassettedeck automatisch.
Stoppen met opnemen
Kies de geluidsbron waarvan u iets wilt
opnemen.
• TUNER: Voor opnemen vanaf de tuner
van deze installatie.
• CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze installatie.
• MD/VIDEO: Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de MD/VIDEOaansluitingen.
• WIRELESS (alleen voor de CMTHPX10W): Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de signaalzender.
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
Als u een album wilt opnemen vanaf een
disc met MP3 bestanden, drukt u eerst op de
PLAY MODE toets om in te stellen op
ALBM en dan kiest u met de ALBUM +/–
toets het gewenste album, voordat u de
volgende stappen doet.
3
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
Druk op de X TAPE toets en start de
weergave van de geluidsbron die u wilt
opnemen.
Het opnemen begint.
Andere bedieningsfuncties
Voor
Doet u het volgende
Stoppen met
opnemen
Druk op de toets x.
Pauzeren van de
opname
Druk op de X TAPE toets.
Tip
Bij opnemen vanaf een CD kunt u met de ./>
toetsen de gewenste muziekstukken kiezen tijdens het
pauzeren voor de feitelijke opname (na stap 3 en voor
stap 4).
Geluid afstellen
Schakelklok
Klank van de weergave
regelen
In slaap vallen met muziek
U kunt de lage en de hoge tonen aanpassen zodat
u een voller geluid hoort.
Druk op de DSGX toets op het apparaat
zelf.
Om de DSGX versterking uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de DSGX toets van het apparaat.
Hoge en lage tonen
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen naar wens
bijregelen.
1
Druk enkele malen op EQ om in te
stellen op "BASS" of "TREBLE".
Telkens wanneer u op de toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
BASS y TREBLE
2
Druk enkele malen op ./> om het
niveau aan te passen terwijl er "BASS"
of "TREBLE" wordt aangegeven.
U kunt de installatie na een bepaalde tijd laten
uitschakelen, zodat u bij muziek in slaap kunt
vallen.
Gebruik voor deze functie de toetsen op de
afstandsbediening.
Druk enkele malen op de SLEEP toets.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert
de minutenaanduiding (de uitschakeltijd) in het
uitleesvenster als volgt:
AUTO* t 90MIN t 80MIN t … t
10MIN t SLEEP OFF
* De installatie wordt automatisch uitgeschakeld na
100 minuten of nadat de geplaatste CD of cassette
helemaal is afgespeeld.
Andere bedieningsfuncties
Voor
Drukt u
Controleren van
de resterende
speelduur**
Eenmaal op SLEEP.
Aanpassen van
Enkele malen op SLEEP om de
de uitschakeltijd gewenste speelduur te kiezen.
Annuleren van de Enkele malen op SLEEP totdat er
sluimerfunctie
"OFF" verschijnt.
** U kunt de resterende tijd niet controleren als u de
"AUTO" stand kiest.
Cassette – Opnemen/Geluid afstellen/Schakelklok
Genieten van een dynamisch
geluid (Dynamic Sound
Generator X-tra)
— Sluimerfunctie
Tip
U kunt de sluimerfunctie ook gebruiken als de gewone
klok nog niet is ingesteld.
19NL
Gewekt worden met
muziek
7
Telkens wanneer u op de toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
— Inschakelklok
U kunt gewekt worden met muziek op een
vooringesteld tijdstip. Hiervoor moet wel eerst
de klok zijn ingesteld (zie "De klok instellen" op
pagina 8).
Gebruik voor deze functie de toetsen op de
afstandsbediening.
1
2
3
4
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY T
8
Stel de geluidssterkte voor het
wekgeluid in.
Druk op de ENTER toets.
Achtereenvolgens ziet u de begintijd, de
eindtijd en de geluidsbron, waarna de
oorspronkelijke aanduidingen weer in het
uitleesvenster verschijnen.
Tref voorbereidingen voor de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een disc. Maak een
programma als u met een bepaald
muziekstuk wilt beginnen (zie "Uw eigen
muziekprogramma samenstellen" op
pagina 12).
• TAPE: Plaats een cassette (zie "Een
cassette afspelen" op pagina 17).
• TUNER: Stem af op een radiozender (zie
"Naar de radio luisteren" op pagina 15).
Druk enkele malen op de ./>
toets totdat de gewenste geluidsbron
wordt aangegeven.
9
Druk op de ?/1 toets om de installatie
uit te schakelen.
Andere bedieningsfuncties
Voor
Wijzigen van de
instellingen
Begin opnieuw bij stap 1.
Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
Druk enkele malen op ./> totdat
er "PLAY SET" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
Annuleren van de
opnameschakelklok
1 Druk op de CLOCK/TIMER
De aanduiding "ON" verschijnt en de
urenaanduiding knippert.
5
Stel de tijd in waarop het afspelen moet
beginnen.
Druk enkele malen op ./> om het
uur in te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
De minutenaanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op ./> om de
juiste minuut in te stellen en druk
vervolgens op ENTER.
6
20NL
Doet u het volgende
Controleren van de 1 Druk op de CLOCK/TIMER
instellingen
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er "PLAY
SEL" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
Stel de tijd in waarop het afspelen moet
stoppen, op dezelfde wijze als in stap 5.
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er
"TIMER OFF" verschijnt en
druk vervolgens op ENTER.
Opmerkingen
• Als u de wekfunctie en de sluimerfunctie
tegelijkertijd gebruikt, heeft de sluimerfunctie
voorrang.
• Raak de knoppen op de installatie niet aan vanaf het
moment dat de installatie wordt ingeschakeld totdat
het afspelen begint (ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde tijd).
• Als de installatie ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde wektijd al aan staat, kan de inschakelklok
niet worden geactiveerd.
• Los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de
MD/VIDEO-aansluitingen of op de signaalzender
(alleen bij de CMT-HPX10W) kunt u niet als
geluidsbron voor de wekfunctie gebruiken.
• U kunt de wekfunctie en de opname-schakelklok niet
tegelijk gebruiken.
Radioprogramma's
opnemen met de
schakelklok
— Opname-schakelklok
1
2
3
Stem af op een voorkeurzender (zie
"Naar een voorkeurzender luisteren"
op pagina 15).
Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
Druk enkele malen op ./> totdat
er "REC" verschijnt en druk vervolgens
op ENTER.
"ON" verschijnt en de urencijfers gaan
knipperen.
4
Stel de tijd in waarop het opnemen
moet beginnen.
Druk enkele malen op ./> om het
uur in te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
De minutenaanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op ./> om de
minuten in te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
5
Voor
Doet u het volgende
Controleren van de 1 Druk op de CLOCK/TIMER
instellingen
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er "REC
SEL" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
Wijzigen van de
instellingen
Begin opnieuw bij stap 1.
Annuleren van de
opnameschakelklok
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er
"TIMER OFF" verschijnt en
druk vervolgens op ENTER.
Opmerkingen
• Als u de opname-schakelklok en de sluimerfunctie
tegelijkertijd gebruikt, heeft de sluimerfunctie
voorrang.
• Raak de knoppen op de installatie niet aan vanaf het
moment dat de installatie wordt ingeschakeld totdat
het opnemen begint (ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde tijd).
• Als de installatie ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde opname-begintijd al aan staat, kan de
opname-schakelklok niet worden geactiveerd.
• Tijdens het opnemen zal er geen geluid klinken.
• U kunt de wekfunctie en de opname-schakelklok niet
tegelijk gebruiken.
Schakelklok
Als u met de schakelklok wilt opnemen, kiest u
eerst een radiozender (zie "Voorkeurzenders
instellen" op pagina 13) en stelt u de klok op de
juiste tijd in (zie "De klok instellen" op
pagina 8).
Gebruik voor deze functie de toetsen op de
afstandsbediening.
Andere bedieningsfuncties
Stel de tijd in waarop het opnemen
moet stoppen, op dezelfde wijze als in
stap 4.
De instellingen voor de opnameschakelklok en de gewenste radiozender
worden aangegeven en dan verschijnen
weer de oorspronkelijke aanduidingen
6
7
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
Druk op de ?/1 toets om de installatie
uit te schakelen.
21NL
Uitleesvenster
Het uitleesvenster
uitschakelen
— Energiebesparingsstand
De tijdsaanduiding kan worden uitgeschakeld
zodat er in de wachtstand minder energie wordt
verbruikt (Energiebesparingsstand).
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
terwijl de installatie uitgeschakeld is, totdat
de tijdsaanduiding verdwijnt.
De energiebesparingsstand
annuleren
Druk op de DISPLAY toets wanneer de
installatie uit staat. Telkens wanneer u op de
toets drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Tijdsaanduiding* y geen aanduiding
(energiebesparingsstand)
* Overigens wordt de tijdsaanduiding alleen
aangegeven als u de klok hebt ingesteld.
Tips
• Het ?/1 spanningslampje licht ook in de
energiebesparingsstand op.
• De schakelklok blijft gewoon werken in de
energiebesparingsstand.
Opmerking
U kunt de volgende bewerkingen niet uitvoeren in de
energiebesparingsstand.
– de klok instellen
– de MD/VIDEO functie omschakelen
– de CD stroomvoorziening aan of uit zetten met de
CD-stroomregelfunctie
– het AM afsteminterval kiezen
Informatie over de disc in
het uitleesvenster zien
U kunt de verstreken speelduur en de resterende
speelduur van het weergegeven muziekstuk of
van de gehele disc in het uitleesvenster zien.
Als er een disc met MP3 muziekbestanden is
geplaatst, kunt u ook de vastgelegde informatie
op die disc, zoals de muziektitels, laten
verschijnen.
Controleren van de
resterende speelduur en de
muziektitels (CD/MP3)
Druk tijdens afspelen enkele malen op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk of "– –.– –"* t Resterende
speelduur van de disc of "– –.– –"* t
Muziektitel (alleen voor een disc met MP3
audiobestanden** ) t Titel van het album* t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t
Hogetonen-niveau
* Voor discs met MP3 muziekbestanden
** Wanneer u een muziekstuk met een ID3-tag
afspeelt, wordt de ID3-tag informatie aangegeven.
De ID3-tag toont alleen de muziektitel-informatie.
Controleren van de totale
speelduur en de muziektitels
(CD/MP3)
Druk in de stopstand enkele malen op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
TOC* of totaal aantal albums op de disc** of
totaal aantal muziekstukken in het huidige
album** t Disctitel** t Tijdsaanduiding t
Lagetonen-niveau t Hogetonen-niveau
22NL
* TOC = Table of Contents (Inhoudsopgave); deze
toont het totaal aantal muziekstukken op de disc en
de totale speelduur van de disc.
** Bij discs met MP3 audiobestanden kunnen de
albumtitels niet altijd worden getoond, afhankelijk
van de gekozen afspeelfunctie.
Uitleesvenster
23NL
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
U kunt uw installatie uitbreiden met diverse los verkrijgbare componenten. Raadpleeg de
bedieningsinstructies die bij elk aan te sluiten apparaat zijn geleverd.
Los verkrijgbare analoge
geluidsbron
Vanaf de audio-uitgangen
van een los verkrijgbare
analoge geluidsbron
A MD/VIDEO-aansluitingen
Gebruik gewone audio-aansluitsnoeren (niet
meegeleverd) om een los verkrijgbare analoge
geluidsbron (minidisc-speler, enz.) te verbinden
met deze aansluitingen. Dan kunt u de weergave
van de aangesloten geluidsbron beluisteren via
deze installatie.
Luisteren naar de weergave van
een aangesloten geluidsbron
1
Sluit de audiosnoeren aan.
Zie het bovenstaande aansluitschema.
2
Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er "MD" of "VIDEO" verschijnt.
Start de weergave van de aangesloten
geluidsbron.
Tip
Als u niet kunt instellen op "VIDEO" door meermalen
indrukken van FUNCTION, schakelt u de installatie
dan uit en druk vervolgens op de ?/1 toets van het
apparaat terwijl u de FUNCTION toets van het
apparaat ingedrukt houdt. De weergavefunctie wordt
dan omgeschakeld van "MD" naar "VIDEO", en de
aanduiding "VIDEO" verschijnt in het uitleesvenster.
Om weer terug te schakelen naar "MD", herhaalt u
deze zelfde handelingen. Het is echter niet mogelijk de
MD/VIDEO functie om te schakelen in de
energiebesparingsstand.
24NL
2
Signaalzender
Sluit de signaalzender aan op een
wandstopcontact met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
De signaalzender wordt dan automatisch
ingeschakeld.
(alleen voor de CMT-HPX10W)
Aansluiten van de signaalzender
Signaalzender
(Alleen het Noord-Amerikaans model)
1
Stel de signaalzender in volgens de
onderstaande aanwijzingen.
Gebruik naar keuze de AUDIO IN A of
AUDIO IN B aansluitmethode, afhankelijk
van het type stekkerbussen op de los
verkrijgbare apparatuur waarmee u de
signaalzender wilt verbinden.
OFF ON
NOISE FILTER
naar de
AUDIO IN B
stekkerbus
B
R
AUDIO IN
A
L
DC IN 9V
123
CHANNEL
naar de AUDIO
IN A stekkerbus
Rechter
kanaal
(rood)
Linker
kanaal
(wit)
Aansluitsnoer
(bijgeleverd)
Rechter
kanaal
(rood)
Linker
kanaal
(wit)
naar de LINE OUT of
REC OUT stekkerbus
Los verkrijgbare
apparatuur
(TV-toestel,
videorecorder,
personal
computer, enz.)
Unimatch
verloopstekker
(niet bijgeleverd)
naar de
hoofdtelefoonaansluiting
(stereo
klinkstekkerbus)
van los
verkrijgbare
apparatuur
Personal
computer, enz.
Netspanningsadapter
(bijgeleverd)
Opmerkingen
• De NOISE FILTER functie kan het geluid alleen
filteren wanneer u een los verkrijgbare geluidsbron
aansluit op de AUDIO IN A aansluitingen van de
signaalzender. Als u de aansluiting maakt op de
AUDIO IN B stekkerbus, zal deze schakelaar geen
effect hebben.
• Als u de signaalzender aansluit op een stel analoge
uitgangen, zet u de NOISE FILTER schakelaar dan
niet op ON. Anders zal de geluidssterkte beperkt
worden.
• Als er een stereo ministekkerbus is verbonden met de
LINE OUT uitgangsaansluiting en de NOISE
FILTER schakelaar staat op ON, dan zal het audiouitgangssignaal maar geringe sterkte hebben en kan
het weergavesignaal wegvallen of automatisch
gedempt worden. In dat geval zet u de NOISE
FILTER schakelaar op OFF.
• Als er WIRELESS is gekozen voor de geluidsbron,
kan er lawaai klinken als er tegen de signaalzender
gestoten wordt.
• Gebruik uitsluitend de bijgeleverde
netspanningsadapter. Gebruik geen ander type
netspanningsadapter.
Los verkrijgbare apparatuur
Signaalzender
naar de DC IN 9V
stekkerbus
Polariteit van de
gelijkstroomstekker
• Als de aangesloten geluidsbron een AVLS
automatische volumebegrenzing heeft, schakelt u die
functie dan uit wanneer u de signaalzender gebruikt.
Anders zult u de geluidssterkte van de luidsprekers
extra ver open moeten draaien, hetgeen vervorming
in de weergave kan veroorzaken.
• Als de aangesloten geluidsbron een BASS BOOST
of MEGA BASS basversterkingsfunctie heeft,
schakelt u die functie dan uit wanneer u de
signaalzender gebruikt. Anders kan de weergave via
de luidsprekers vervormd klinken.
wordt vervolgd
25NL
Plaats voor de signaalzender
Het is aanbevolen de signaalzender niet op de
vloer te zetten, maar hoger, zoals op een tafel of
bureau.
Opmerkingen
• Plaats de signaalzender niet op of vlakbij de
volgende voorwerpen of omstandigheden. Dat zou
storing in de weergave kunnen veroorzaken.
– Het hoofdapparaat, een TV-toestel, luidspreker, tllamp, of de vloer.
– Apparaten die radiogolven uitzenden of geleiden,
zoals mobiele telefoons of draadloze telefoons, of
metalen voorwerpen op het apparaat.
– Binnenin een gebouw met stalen balken in de
wanden.
– Een omgeving met erg veel stalen archiefkasten e.d.
– Een omgeving met veel elektrische apparatuur die
elektromagnetische storing kan veroorzaken.
– Recht tegenover een drukke verkeersweg.
– Radiozend/ontvangers zoals in vrachtwagens e.d.
– Draadloze communicatiesystemen zoals langs
verkeerswegen.
• Ook binnen het gewone signaalbereik kunnen er
gebieden zijn (dode hoeken) waar de
radiofrequentiesignalen niet te ontvangen zijn. Dit
verschijnsel doet zich met de meeste
radiofrequentiesignalen voor; het duidt niet op
storing in de werking. Door de signaalzender iets te
verplaatsen, kunt u ook de plaats van de dode hoek
verschuiven.
De signaalzender aansluiten
(Alleen het Europese model)
U kunt de zender van een draadloos
hoofdtelefoonsysteem (MDR-RF820RK) gebruiken
als signaalzender, door deze aan te sluiten op een los
verkrijgbaar geluidsbron-apparaat.
Nadere bijzonderheden over het aansluiten en
opstellen van het systeem vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de MDR-RF820RK.
Voor het beluisteren van muziek via een dergelijk
systeem zie "Luisteren naar muziek via een draadloos
systeem" op pagina 26.
Opmerkingen
• Om de MDR-RF820RK te gebruiken in zijn normale
functie als draadloze stereo hoofdtelefoon, steekt u
de stekker van het aansluitsnoer in de PHONES
aansluiting van het hoofdapparaat. Zie voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de MDRRF820RK.
26NL
• Verlaag het volume op de hoofdeenheid voordat u de
batterijen oplaadt. Wanneer u de draadloze
hoofdtelefoon op de signaalzender plaatst om de
batterijen van de hoofdtelefoon op te laden, worden
er geen radiofrequentiesignalen verzonden door de
signaalzender en kan er ruis worden uitgevoerd.
• De optimale afstand tussen de signaalzender en de
hoofdeenheid is kleiner dan de afstand tussen de
signaalzender en de draadloze hoofdtelefoon.
Luisteren naar muziek via een
draadloos systeem
1
2
Start het afspelen van de aangesloten
geluidsbron.
Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om over te schakelen naar
WIRELESS.
(Alleen het Europese model)
Zorg dat de kleur van de aanduiding CHG
op de signaalzender wordt gewijzigd van
groen in rood (of haal de draadloze
hoofdtelefoon van de signaalzender).
3
Druk op de +/– toets (of op de TUNING
+/– toets op het apparaat zelf). De
aanduiding "AUTO SCAN" verschijnt.
Als het apparaat storende
bijgeluiden oppikt of de
aanduiding "AUTO SCAN" niet
verdwijnt
• Verminder de afstand tussen de signaalzender
en het hoofdapparaat.
• Kies een ander kanaal met de CHANNEL 1 –
3 schakelaar op de signaalzender en druk dan
op de +/– toets (of de TUNING +/– toets op
het apparaat zelf). De aanduiding "AUTO
SCAN" verschijnt.
Opmerkingen
• Het allereerste begin van de weergave kan wel eens
wegvallen als de signaalzender pas radiofrequentiesignalen gaat uitzenden nadat er een geluidssignaal
wordt waargenomen.
• Als de signaalzender is aangesloten op de
hoofdtelefoonuitgang van de geluidsbron-apparatuur,
stelt u de geluidssterkte daarvan dan zo hoog
mogelijk in zonder dat de weergave vervormd klinkt.
• Wanneer u de antenne van de signaalzender met uw
hand vastpakt, kunnen er storende geluiden klinken.
Dit duidt echter niet op onjuiste werking.
• Wanneer u de signaalzender voorlopig niet meer
gebruikt, trekt u alleen de stekker van de
netspanningsadapter uit het stopcontact. Trek niet
aan het snoer.
Algemeen
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Als u problemen ondervindt met de installatie,
voert u de volgende handelingen uit:
1
2
Zorg dat het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist en stevig zijn
aangesloten.
Zoek de storing in de onderstaande lijst met
problemen en oplossingen en neem de
aangegeven maatregelen tot herstel.
Als het probleem zich blijft voordoen, nadat u
alle voorgeschreven handelingen hebt
uitgevoerd, raadpleegt u een Sony handelaar bij
u in de buurt.
Trek onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en controleer de volgende
punten.
• Als uw installatie een
spanningskeuzeschakelaar heeft, staat die
wel ingesteld op de juiste netspanning?
Controleer de plaatselijke netspanning en
zorg dan dat de spanningskiezer daarop
staat ingesteld.
• Maken de + en – snoeraders van de
luidsprekersnoeren geen kortsluiting?
• Zijn de bijgeleverde luidsprekers naar
behoren aangesloten?
• Blokkeert er misschien iets de
ventilatiesleuven aan de achterkant van de
installatie?
Controleer al de genoemde punten en
corrigeer alles wat er mis kan zijn. Nadat het
?/1 spanningslampje stopt met knipperen,
sluit u het netsnoer weer op het stopcontact
aan en schakelt u de installatie weer in. Als
het spanningslampje blijft knipperen, of als
de aard van de storing aan de hand van de
bovenstaande aanwijzingen niet te vinden is,
neemt u dan contact op met een Sony
handelaar bij u in de buurt.
De aanduiding "– –:– –" verschijnt in het
uitleesvenster.
• Er is een stroomstoring opgetreden. Stel de klok
opnieuw in (pagina 8) en maak de
schakelklokinstellingen (pagina 20 en 21)
opnieuw.
Er klinkt geen geluid.
• Druk enkele malen op de VOLUME + toets van de
afstandsbediening (of draai de VOLUME knop
van het apparaat zelf naar rechts).
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers
(pagina 6).
Het geluid komt van één kanaal of het linkeren rechtervolume is niet in balans.
• Stel de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk op.
• Sluit de meegeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom en ruis hoorbaar.
• Plaats de installatie verder van mogelijke
storingsbronnen vandaan.
• Sluit de installatie aan op een ander stopcontact.
• Breng een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar)
aan op het netsnoer.
Verhelpen van storingen
Als het ?/1 spanningslampje
knippert
Er wordt "CANT LOCK" aangegeven.
• Schakel het apparaat even uit en dan weer in met
de ?/1 schakelaar en volg dan de aanwijzingen
onder "Wanneer u dit apparaat wilt vervoeren"
(pagina 7). Als de aanduiding "CANT LOCK"
nog steeds verschijnt, raadpleegt u dan uw Sony
handelaar of een plaatselijke erkende Sony
onderhoudsdienst.
De schakelklok kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw op de juiste tijd in
(pagina 8).
De schakelklok werkt niet goed.
• Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van
de afstandsbediening om de schakelklok in te
stellen, zodat er "c PLAY" of "c REC" in het
uitleesvenster verschijnt (zie pagina 20 en 21).
• Controleer de instellingen van de schakelklok en
stel de correcte tijd in (pagina 20 en 21).
• Annuleer de sluimerfunctie (pagina 19).
• Zorg dat de klok op de juiste tijd staat ingesteld.
De kleurweergave van een dichtbij staande TV
is niet normaal.
• Plaats de luidsprekers verder weg van de TV.
27NL
De afstandsbediening werkt niet goed.
• Verwijder obstakels in de baan van de
bedieningsstraal.
• Gebruik de afstandsbediening dichter bij de
installatie.
• Richt de afstandsbediening op de sensor van de
installatie.
• Vervang de batterijen (R6/AA-formaat).
• Plaats de installatie niet te dicht bij tlbuisverlichting.
Luidsprekers
Het geluid komt van één kanaal of het linkeren rechtervolume is niet in balans.
• Controleer de aansluiting van de luidsprekers en
de opstelling ervan.
CD/MP3 disc-speler
De aanduiding "LOCKED" verschijnt.
• Raadpleeg een Sony handelaar of een bevoegde
Sony onderhoudsdienst bij u in de buurt.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat zowel "PGM" als "SHUF" verdwijnen, om
terug te keren naar normale weergave.
MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven.
• De geluidsopnamen zijn niet gemaakt volgens de
ISO 9660 niveau 1 of niveau 2 normen, of volgens
de Joliet norm in het expansieformaat.
• Het MP3 muziekbestand is niet voorzien van de
bestandsnaam-extensie ".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Disc met muziekstukken in andere formaten dan
MPEG1 en -2 Audiolaag-3 kunnen niet worden
afgespeeld.
Het afspelen van MP3 bestanden kan iets
trager beginnen dan gewone muziekstukken.
• Nadat het apparaat alle muziekstukken op de disc
heeft gelezen, kan het afspelen langer dan normaal
op zich laten wachten als:
– er bijzonder veel muziekstukken op de disc
staan.
– de hiërarchie van albums en muziekstukken erg
uitgebreid is.
Het afspelen begint niet.
• Probeer de disc uit te schuiven om te controleren
of de disc naar behoren is geladen.
• Veeg de disc schoon (pagina 32).
• Vervang de disc door een andere.
• Plaats een disc die geschikt is om in deze
installatie te worden afgespeeld (pagina 4).
• Plaats de disc op de juiste wijze.
• Plaats de disc met de bedrukte labelkant naar
voren gericht.
• Verwijder de disc en veeg het vocht er af. Laat de
installatie vervolgens een paar uur aanstaan totdat
het condensvocht is verdampt.
• Druk op N (of op de CD/NX toets op het
apparaat zelf) om het afspelen te starten.
Er is een 8-cm disc in een van de DISC 1–5
gleuven geplaatst.
• Maak het netsnoer los uit het stopcontact. Til het
hoofdapparaat op en verwijder de disc uit de
onderkant van de lade. (Til hierbij echter niet de
disclade op.) Steek de stekker weer in het
stopcontact.
Het duurt erg lang voordat de disc gelezen is.
• Stel de "CD POWER" in op "ON" met de CDstroomregelfunctie (pagina 14).
Radio-ontvangst
Het geluid springt over.
• Veeg de disc schoon (pagina 32).
• Vervang de disc door een andere.
• Verplaats de installatie naar een plek zonder
trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele tafel of
audiorek).
• Plaats de luidsprekers uit de buurt van de
installatie, of plaats deze op aparte steunen. Bij
erg luid afspelen van een muziekstuk met veel
28NL
lage tonen, kan het geluid door de trillingen van de
luidspreker gaan haperen of overspringen.
De albumtitel, muziektitels of ID3-tags worden
niet juist aangegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan de ISO 9660
niveau 1 of niveau 2 normen, of aan de Joliet norm
in het expansieformaat.
Veel brom of ruis, of bepaalde zenders zijn
niet te ontvangen.
• Kies de juiste afstemband en ontvangstfrequentie
(pagina 13).
• Sluit de antenne naar behoren aan (pagina 6).
• Zoek een plek en richting die een goede ontvangst
bieden en stel de antenne vervolgens opnieuw in.
Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we
u aan een in de handel verkrijgbare buitenantenne
aan te sluiten.
• De meegeleverde FM-draadantenne ontvangt
signalen over de gehele lengte, dus let erop dat u
deze geheel uitstrekt.
• Houd de antennes uit de buurt van de installatie en
andere apparatuur.
• Raadpleeg een Sony handelaar bij u in de buurt als
de meegeleverde AM-antenne losraakt van de
kunststof steun.
• Schakel de elektrische apparatuur in de buurt van
de installatie uit.
• Stel de "CD POWER" in op "OFF" met de CDstroomregelfunctie (pagina 14).
Een FM stereo-uitzending kan niet in stereo
worden ontvangen.
• Druk op de FM MODE toets zodat de aanduiding
"MONO" uit het uitleesvenster verdwijnt.
Cassettedeck
De cassette wordt niet volledig gewist.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(pagina 33).
Er zijn veel snelheidsfluctuaties, of het geluid
valt weg.
• De bandloopassen in het cassettedeck zijn vuil.
Reinig het bandloopwerk met behulp van een
reinigingscassette (pagina 33).
Storing in de weergave neemt toe of de hoge
frequenties worden gewist.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(pagina 33).
De cassette neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd. Bedek de opening waar het nokje zat
met plakband (pagina 33).
• De cassette is tot het einde gespoeld.
Los verkrijgbare componenten
Er klinkt geen geluid.
Het geluid klinkt vervormd.
• Stel de geluidssterkte van het aangesloten
geluidsbron-apparaat lager in.
Signaalzender (alleen voor de
CMT-HPX10W)
Er klinkt geen geluid.
• Controleer de aansluitingen van de los
verkrijgbare apparatuur.
• Controleer of de los verkrijgbare apparatuur goed
is ingeschakeld.
• Stel de geluidssterkte van de aangesloten externe
geluidsbron-apparatuur hoger in, als de
signaalzender is aangesloten op de
hoofdtelefoonuitgang.
• Kies een andere radiofrequentie met de
CHANNEL schakelaar op de signaalzender en
druk dan weer op de +/– toets (of de TUNING +/
– toets op het apparaat zelf).
• Plaats de signaalzender en het hoofdapparaat iets
dichter bijeen.
• Als u de signaalzender hebt aangesloten op de
analoge uitgangen van een geluidsbron-apparaat,
zorg dan dat de NOISE FILTER schakelaar op
OFF staat.
• Controleer of de NOISE FILTER schakelaar naar
behoren op ON of OFF is gezet (Als de schakelaar
halverwege tussen ON en OFF staat, zal er
helemaal geen geluid doorkomen).
• Wellicht rust de hoofdtelefoon van het MDRRF820RK systeem op de signaalzender. Kantel de
hoofdtelefoon en zorg dat de aanduiding CHG
rood gaat branden of haal de hoofdtelefoon van de
signaalzender. (alleen het Europese model)
Verhelpen van storingen
De cassette neemt niet op of speelt niet af, of
het geluidsniveau neemt af.
• De koppen zijn vuil. Reinig de koppen
(pagina 33).
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(pagina 33).
• Kijk bij het algemene onderwerp "Er klinkt geen
geluid." (pagina 27) en controleer de toestand van
de installatie.
• Sluit het geluidsbron-apparaat correct aan
(pagina 24) en controleer daarbij of:
– de snoeren goed zijn aangesloten.
– de stekkers correct en stevig zijn ingestoken.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met het aangesloten apparaat en start
het afspelen.
• Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat
er "MD" of "VIDEO" verschijnt (pagina 24).
Er is veel brom en ruis hoorbaar.
• Als de signaalzender is aangesloten op een
hoofdtelefoonuitgang, draait u dan de
wordt vervolgd
29NL
•
•
•
•
•
•
geluidssterkte van het aangesloten externe
geluidsbron-apparaat iets terug. Als het
aangesloten externe geluidsbron-apparaat een
BASS BOOST of MEGA BASS
versterkingsfunctie biedt, schakelt u die functie
dan uit.
Als het aangesloten externe geluidsbron-apparaat
een stel LINE OUT uitgangen biedt, maakt u de
aansluiting dan via die LINE OUT stekkerbussen.
Kies een andere radiofrequentie met de
CHANNEL schakelaar op de signaalzender en
druk dan weer op de +/– toets (of de TUNING +/
– toets op het apparaat zelf).
Plaats de signaalzender en het hoofdapparaat iets
dichter bijeen.
Als u de signaalzender hebt aangesloten op de
analoge uitgangen van een geluidsbron-apparaat,
zorg dan dat de NOISE FILTER schakelaar op
OFF staat.
Zorg dat de signaalzender niet bovenop een
luidspreker staat of op een andere plaats met veel
trillingen.
Wellicht rust de hoofdtelefoon van het MDRRF820RK systeem op de signaalzender. Kantel de
hoofdtelefoon en zorg dat de aanduiding CHG
rood gaat branden of haal de hoofdtelefoon van de
signaalzender. (alleen het Europese model)
Als de installatie na het uitvoeren
van bovenstaande maatregelen
nog steeds niet goed werkt, stelt
u de installatie als volgt opnieuw
in:
Foutmeldingen
Een van de volgende foutmeldingen kan in het
uitleesvenster verschijnen of knipperen als er
tijdens de bediening iets mis gaat.
CD/MP3
NO DISC
Er is geen disc in de speler geplaatst.
NOT IN USE
Alle geprogrammeerde muziekstuknummers zijn
gewist.
CD OVER
U hebt het einde van de disc bereikt doordat u bij
afspelen of tijdens een pauze de M toets ingedrukt
hebt gehouden.
CHECK DISC
U plaatst een disc in de gleuf van de op dat moment
afgespeelde disc.
STEP FULL
U probeert 26 of meer muziekstukken (stappen) te
programmeren.
PUSH STOP
U hebt op de PLAY MODE toets gedrukt tijdens het
afspelen.
Radio-ontvangst
COMPLETE
Het voorinstellen van zenders is voltooid.
Gebruik hierbij de toetsen op de
afstandsbediening.
1
2
Maak het netsnoer los uit het stopcontact.
Cassettedeck
Sluit het netsnoer weer aan op het
stopcontact.
3
Druk op de ?/1 toets om de installatie in te
schakelen.
NO TAB
U kunt op deze cassette niet opnemen, want het
wispreventienokje is verwijderd.
4
Druk de x stoptoets, de PLAY MODE/
TUNING MODE en ?/1 toetsen alle tegelijk
in.
De installatie wordt hierdoor teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. U zult uw eigen
instellingen zoals voorkeurzenders, klok en
schakelklok opnieuw moeten instellen.
30NL
NO TAPE
Er is geen cassette in het deck geplaatst.
Schakelklok
SET TIMER
U kunt de schakelklokfunctie niet inschakelen
zolang er nog geen instellingen voor de wekfunctie
of schakelklok-opname zijn gemaakt.
TIME NG
De begin- en eindtijden voor de wekfunctie of
schakelklok-opname staan op hetzelfde tijdstip
ingesteld.
PUSH SELECT
U probeert de tijd in te stellen terwijl de schakelklok
al in werking is.
SET CLOCK
U probeert de schakelklok te gebruiken terwijl de
juiste tijd nog niet is ingesteld.
Signaalzender
(alleen voor de CMT-HPX10W)
AUTO SCAN
U kunt de instellingen zo aanpassen dat u een
heldere geluidsweergave verkrijgt.
Overige
Verhelpen van storingen
NOT IN USE
U hebt op een verkeerde toets gedrukt.
31NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
• Controleer voordat u de installatie in gebruik neemt,
of de bedrijfsspanning van de installatie gelijk is aan
het voltage van het plaatselijke lichtnet.
• De spanningskiezer bevindt zich aan de onderkant
van het apparaat.
Veiligheid
• Het apparaat blijft verbonden met de netspanning
zolang het op het stopcontact is aangesloten, zelfs als
het apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u van
plan bent het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting op het stopcontact te verbreken,
moet u de stekker eruit trekken. Trek nooit aan het
snoer.
• Mocht er een voorwerp of vloeistof in de installatie
terechtkomen, maak dan het netsnoer uit het
stopcontact los en laat de installatie nakijken door
een bevoegd technicus, voordat u het apparaat weer
in gebruik neemt.
• Het netsnoer mag alleen worden vervangen door
bevoegd onderhoudspersoneel.
Opstelling
• Gebruik de installatie alleen in rechte stand; zet het
apparaat niet scheef.
• Plaats de installatie niet in een omgeving met de
volgende omstandigheden;
– grote hitte of kou
– veel stof of vuil
– veel vocht
– schokken of trillingen
– direct zonlicht
• Vermijd bij het opstellen van het apparaat of de
luidsprekers oppervlakken met een speciale
behandeling (was, olie, poetsmiddel en dergelijke)
omdat er vlekken of verkleuring van de afwerking
kunnen optreden.
Warmteontwikkeling
• Hoewel de installatie tijdens het gebruik warm
wordt, wijst dit niet op storing.
• Zet de installatie op een plaats met voldoende
ventilatie zodat de warmte kan ontsnappen.
• Als u deze installatie lag achtereen op een hoog
geluidsvolume gebruikt, kan de temperatuur van de
behuizing bovenop en aan de zij- en onderkant erg
32NL
hoog oplopen. Raak de behuizing niet aan, om
brandwonden te vermijden.
• Bedek de ventilatiesleuven niet, om storingen te
voorkomen.
Werking
• Als de installatie direct vanuit een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of als deze in een
vochtige ruimte wordt geplaatst, kan er vocht
condenseren op de lens in de CD-speler. Als dit
gebeurt, zal de installatie niet meer goed werken.
Verwijder de disc en laat de installatie ongeveer een
uur uitgeschakeld totdat het condensvocht is
verdampt.
• Voordat u de installatie verplaatst, dient u de
geplaatste disc er uit te verwijderen.
Als u vragen of problemen hebt met betrekking tot de
installatie, neemt u contact op met een Sony handelaar
bij u in de buurt.
Omgang met compact discs
• Veeg elke disc vóór het afspelen schoon met een
reinigingsdoekje. Veeg de disc vanuit het midden
naar de rand toe schoon.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
thinner, in de handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of antistatische spray voor
grammofoonplaten.
• Leg compact discs niet in direct zonlicht of dichtbij
warmtebronnen zoals een kachel of kooktoestel, laat
uw discs nooit liggen in een auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
• Gebruik discs niet met een beschermring er omheen.
Dit kan schade aan het mechanisme veroorzaken.
• Wanneer u een disc plaatst waaraan lijm kleeft of een
andere plakkerige substantie aan de labelkant, of een
disc waarop speciale inkt is gebruikt bij het drukken
van het label, bestaat de kans dat de disc of het label
blijven plakken aan de onderdelen in het apparaat.
Wanneer dit gebeurt, kan het niet altijd mogelijk zijn
de disc te verwijderen en kan er storing in de werking
optreden. Pas op voor kleverige discs en controleer
voor het afspelen altijd even of de disc niet plakt.
Gebruik geen discs waar het volgende mis mee is:
– Tweedehands of gehuurde discs met een etiket of
sticker waarvan de rand omkrult. De rand van
etiketten of stickers op een disc is vaak kleverig.
– Discs met een label dat in speciale inkt is gedrukt;
als de inkt kleverig aanvoelt kunt u de disc beter
niet afspelen.
• Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig of
stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want het apparaat kan er
door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs
niet.
De behuizing schoonmaken
Maak de behuizing, het bedieningspaneel en de
knoppen schoon met een zachte, droge doek of zonodig
een zachte doek die licht is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurspons en
schuurpoeder of oplosmiddelen zoals thinner,
wasbenzine of alcohol.
Een cassette beveiligen tegen per
ongeluk wissen
Als u wilt voorkomen dat er per ongeluk op een
cassette wordt opgenomen, breekt u het
wispreventienokje af voor kant A of B, zoals
aangegeven.
Wispreventieno
kje uitbreken
Als u later de cassette weer wilt gebruiken voor
opnemen, bedekt u het afgebroken nokje met plakband.
Voordat u een cassette in het
cassettedeck plaatst
Bij gebruik van een cassette langer
dan 90 minuten
De dunne band is iets te rekbaar. Verander niet te vaak
van bandloopfunctie zoals afspelen, stoppen en snel
vooruitspoelen. De band zou verstrikt kunnen raken in
het bandloopwerk.
De koppen van het cassettedeck
schoonmaken
Maak de koppen na elke 10 gebruiksuren schoon. Zorg
dat u de koppen schoonmaakt voordat u begint met het
maken van een belangrijke opname of na het afspelen
van een oude cassette. Gebruik hiervoor een los
verkrijgbare droge of natte reinigingscassette.
Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
De bandkoppen demagnetiseren
Demagnetiseer de bandkoppen en de metalen
onderdelen die contact maken met de cassetteband na
elke 20 tot 30 gebruiksuren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Raadpleeg voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
Hoofdeenheid
(HCD-HPX10W/HCD-HPX9/HCD-HPX7)
Versterker
HCD-HPX10W voor de CMT-HPX10W
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
50 + 50 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
60 + 60 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Muziekvermogen (referentie):
100 + 100 W
HCD-HPX9 voor de CMT-HPX9
Noord-Amerikaans model:
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
80 + 80 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Overige modellen:
De volgende waarden zijn gemeten bij 240 V
wisselstroom, 220 V wisselstroom of 120 V
wisselstroom
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
53 + 53 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
70 + 70 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Aanvullende informatie
Zorg ervoor dat de cassetteband strak staat. De
cassetteband kan anders vast komen te zitten in de
onderdelen van het cassettedeck en beschadigd raken.
Technische gegevens
HCD-HPX7 voor de CMT-HPX7
Europees model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
50 + 50 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
60 + 60 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Muziekvermogen (referentie):
100 + 100 W
Overige modellen:
De volgende waarden zijn gemeten bij 240 V
wisselstroom, 220 V wisselstroom of 120 V
wisselstroom
wordt vervolgd
33NL
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
45 + 45 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
50 + 50 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Europees model:
Ingangen
MD/VIDEO:
Antenne
Uitgangen
PHONES:
SPEAKER:
Gevoeligheid 450/250
mV, impedantie 47 kOhm
Geschikt voor
hoofdtelefoons met een
impedantie van 8 ohm of
meer.
Geschikt voor impedanties
van 6 tot 16 ohm.
CD-speler
Laser
Frequentiebereik
Halfgeleider-laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
20 Hz – 20 kHz
Cassettedeck
Opnamesysteem
Frequentiebereik
Snelheidsfluctuaties
4 sporen, 2 kanalen stereo
50 – 13.000 Hz (± 3 dB),
bij gebruik van Sony
TYPE I cassettes
± 0,15% Piek-gewogen
(IEC)
0,1% RMS gewogen
(NAB)
± 0,2% Piek-gewogen
(DIN)
Tuner voor radio-ontvangst
FM-stereo, FM/AM superheterodyne afstemtrap
FM radio-ontvanger
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie
87,5 – 108,0 MHz
FM-draadantenne
75 ohm asymmetrisch
10,7 MHz
AM radio-ontvanger
Afstembereik
Model voor geheel Amerika:
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
34NL
Overige modellen:
Tussenfrequentie
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluiting
450 kHz
Luidsprekers
(SS-CHPX10W/SS-CHPX9/SS-CHPX7)
SS-CHPX10W voor de CMT-HPX10W
Luidsprekersysteem
3-weg systeem,
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Superhogetonenluidspreker:
2 cm diameter, conustype
Lagetonenluidspreker:
12 cm diameter, conustype
Hogetonenluidspreker:
4 cm diameter, conustype
Nominale impedantie
6 ohm
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 170 × 300 × 208 mm
Gewicht
Ca. 2,7 kg netto per
luidspreker
SS-CHPX9 voor de CMT-HPX9
Luidsprekersysteem
3-weg systeem,
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Superhogetonenluidspreker:
2 cm diameter, conustype
Lagetonenluidspreker:
12 cm diameter, conustype
Hogetonenluidspreker:
4 cm diameter, conustype
Nominale impedantie
6 ohm
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 170 × 300 × 208 mm
Gewicht
Ca. 2,7 kg netto per
luidspreker
SS-CHPX7 voor de CMT-HPX7
Luidsprekersysteem
2-weg systeem,
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonenluidspreker:
11 cm diameter, conustype
Hogetonenluidspreker:
4 cm diameter, conustype
Nominale impedantie
6 ohm
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 155 × 270 × 182 mm
Gewicht
Ca. 2.2 kg netto per
luidspreker
Signaalzender (voor de CMT-HPX10W)
Noord-Amerikaans model
Draaggolffrequentie
913,6 – 914,4 MHz
Kanalen
CHANNEL 1:
913,6 MHz
CHANNEL 2:
914,0 MHz
CHANNEL 3:
914,4 MHz
Modulatie
FM stereo
Stroomvoorziening
Noord-Amerikaans model: 9 V gelijkstroom:
bijgeleverde
netspanningsadapter
(AC-GSX100)
Audio-ingangen
tulpstekkerbussen/stereo
ministekkerbus
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 137 × 106 × 103 mm
Gewicht
Ca. 166 g
Europees model
Raadpleeg de technische gegevens in de
gebruiksaanwijzing voor de MDR-RF820RK.
Algemeen
90 W
Voor Europees model:
0,25 W (in
energiebesparingsstand)
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 196 × 270 × 407 mm
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht
HCD-HPX10W:
HCD-HPX9:
HCD-HPX7:
Ca. 7,8 kg
Ca. 8.1 kg
Ca. 7.8 kg
Bijgeleverd toebehoren
Noord-Amerikaans model: Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Signaalzender
(alleen bij de CMTHPX10W) (1)
Netspanningsadapter
(alleen bij de CMTHPX10W) (1)
Aansluitsnoer tulpstekkers
– stereo ministekker
(1 m)
(alleen bij de CMTHPX10W) (1)
Overige modellen:
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Aanvullende informatie
Stroomvereisten
Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europees model:
230 V wisselstroom, 50/60
Hz
Koreaans model:
220 V wisselstroom, 60 Hz
Australisch model:
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Taiwanees model:
120 V wisselstroom, 50/60
Hz
Argentijns model:
220 V wisselstroom, 50/60
Hz
Mexicaans model:
120 V wisselstroom, 60 Hz
Saoedi-Arabisch model: 120 – 127/220 V of
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskiezer
Overige modellen:
120 V, 220 V of
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskiezer
Overige modellen:
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Stroomverbruik
CMT-HPX10W
Noord-Amerikaans model: 110 W
Overige modellen:
115 W
CMT-HPX9
Noord-Amerikaans model: 120 W
Overige modellen:
105 W
CMT-HPX7
Europees model:
115 W
35NL
Overzicht van de bedieningsorganen en
verwijzingspagina's
Hoe u deze pagina gebruikt
Illustratienummer
r
Gebruik deze pagina voor het opzoeken van
knoppen en andere onderdelen van de installatie
die in de tekst worden vermeld.
FM MODE qh (15, 29)
R
Naam van knop/onderdeel
R
Verwijzingspagina
Hoofdeenheid (CMT-HPX10W/CMT-HPX9)
TOETSEN MET SYMBOLEN
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A–O
P–Z
Afstandbedieningssensor 2
ALBUM +/– ws (10, 12)
Cassettehouder 4
CD SYNC qg (18)
DISC 1 – 5, +1 wf (10, 12)
DISC SKIP 5 (10, 12)
Disclade qs (9)
DSGX 6 (19)
EX-CHANGE w; (9)
FM MODE qh (15, 29)
FUNCTION 9 (10, 12, 14, 17,
24)
PHONES
hoofdtelefoonaansluiting qk
PLAY MODE qj (10, 12, 18)
REPEAT qh (11)
TUNER/BAND 0 (13, 15)
TUNING +/– 8 (13, 15)
TUNING MODE qj (13, 15)
Uitleesvenster 3
VOLUME 7 (20, 27)
1 2
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7,
14, 20, 21, 30)
.m/M> (terugspring/
zoektoetsen, vooruitspring/
zoektoetsen) 8 (10, 12)
x wd (10, 14, 30)
X TAPE (pauzetoets) qd (17)
z REC qf (18)
CD/NX (weergave/pauzetoets)
ql (10, 12, 28)
TAPE/N (weergavetoets) wa
(17)
Z (CD uitneemtoets) qa (9, 10)
3 4
+/1
5
6
7
wf
wd
ws
wa
w;
ql
x
lj
JL
HS
A
8
9
0
qa
qs
z
X
qk qj qh qg qf qd
36NL
Afstandsbediening
TOETSEN MET SYMBOLEN
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A–O
P–Z
ALBUM +/– qs (10, 12)
CD qj (10, 12, 14)
CLEAR qf (12)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(20, 21, 27)
CLOCK/TIMER SET 3 (8, 20,
21)
DISC SKIP 0 (10, 12)
DISPLAY w; (16, 22)
ENTER 9 (8, 12, 20, 21)
EQ qd (19)
FM MODE 4 (15, 29)
FUNCTION 6 (10, 12, 14, 17,
24)
PLAY MODE ql (10, 12, 18)
REPEAT 4 (11)
SLEEP wa (19)
TAPE qh (17)
TUNER/BAND 5 (13, 15)
TUNER MEMORY qk (13)
TUNING MODE ql (13, 15)
VOLUME +/– qa (20, 27)
w;
ql
qk
qj
qh
qg
1
2
3
4
5
6
7
Aanvullende informatie
wa
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7,
14, 20, 21, 30)
m/M (terug/
vooruitzoektoetsen) 7 (10,
17)
./> (terug/
vooruitspringtoetsen) qg (8,
10, 12, 19, 20, 21)
x (stoptoets) 8 (10, 14, 17, 18,
30)
X (pauzetoets) 8 (10, 17)
N (weergavetoets) 8 (10, 12,
17, 28)
+/– (afstemtoetsen) qg (13, 15)
8
qf
qd
9
0
qa
qs
37NL